Hoi boer. De speler links van de gever begint het spel door een kaart open op tafel te draaien. Daarna doet de volgende speler hetzelfde; enzovoort.

Transcriptie

1 Een kaartspel voor 4 personen Hoi boer De speelkaarten worden gelijkelijk verdeeld, zodanig dat iedere speler een gelijk aantal kaarten heeft. Deze kaarten liggen omgekeerd voor de speler op tafel. De spelers mogen dus niet onder de kaarten kijken. De speler links van de gever begint het spel door een kaart open op tafel te draaien. Daarna doet de volgende speler hetzelfde; enzovoort. Wanneer die opengedraaide kaart een 2 tot en met een 10 is gebeurt er niets. Het wordt opletten geblazen als de opengedraaide kaart een plaatje is. Als er een Aas, een Heer, een Vrouw of een Boer gespeeld wordt, moeten de spelers zo snel mogelijk de volgende handeling verrichten. Aas Heer = een hand op de stapel kaarten midden op tafel leggen. (niet ruw slaan) = zo snel mogelijk staande salueren (militaire groet) Vrouw Boer = hand op de schouder van de rechter buurman of vrouw leggen. Daarbij zeg je Dag vrouw! = hand opsteken ten groet en zeggen Hoi boer! Degene die de gevraagde handeling als laatste uitvoert of een foutieve handeling uitvoert, moet de op dat moment op tafel liggende stapel kaarten onderaan zijn stapel toevoegen. Winnaar van het spel is degene die het eerst zijn kaarten kwijt is of aan het einde van de speeltijd de minste kaarten in zijn stapel over heeft.

2 Ezelen Een spel voor 4 spelers (alleen de plaatjes zijn in het spel) Iedere speler ontvangt van de gever 4 kaarten. Op tafel liggen 3 fiches. Iedere speler probeert 4 dezelfde kaarten in handen te krijgen, een kwartet! ( 4 azen, heren, vrouwen of boeren) Om een kwartet te krijgen moet er telkens door de hele groep tegelijk een kaart doorgeschoven worden naar de linker buurman. Degene die als eerste een kwartet heeft probeert onopvallend een fiche van het midden van de tafel te pakken. Dit is het sein voor de overige spelers om ook een fiche van de tafel te pakken, ongeacht of zij zelf een kwartet hebben! Omdat er maar 3 fiches liggen, is er een speler die geen fiche heeft weten te bemachtigen en deze speler is in deze ronde de ezel en krijgt een letter van het woord EZELEN. Die letter en ook eventuele volgende letters worden op de scorekaart genoteerd. Wie het eerst alle letters van het woord EZELEN verzamelt, verliest het spel.

3 Mens erger je niet Voor 4 spelers - we spelen met 1 dobbelsteen elke speler kiest een kleur Spelregels Wie 6 gooit mag beginnen. Zet de pion op het eerste vakje. Daarna mag dezelfde speler nog eens gooien en moet zoveel zetten met de net opgezette pion doen, als de dobbelsteen aangeeft. Telkens als er 6 gegooid wordt, herhaalt zich het bovenstaande. Zijn alle pionnen van dezelfde kleur in het spel, dan mag men met een willekeurige pion verder spelen. Als er 6 gegooid wordt, mag men nog eens gooien. Slaan: Als je op een vak komt dat al bezet is door een pion van een andere kleur moet je deze pion slaan. Let op: Bij dit spel slaan we zowel voor- als achteruit! Slaan is verplicht! Vergeet een speler om te slaan, dan moet hij zijn eigen pion wegnemen. De winnaar is degene die het eerst alle pionnen binnen heeft.

4 4 spelers 1 dobbelsteen Hand op je hoofd Om beurten gooien de spelers de dobbelsteen. Bij elk getal dat er gegooid wordt, hoort een bepaalde beweging (zie hieronder) Deze beweging wordt door de hele groep uitgevoerd. Wordt er bijvoorbeeld 1 gegooid, dan moet iedereen zijn hand zo snel mogelijk op zijn hoofd leggen. Wie als laatste de opdracht uitvoert, krijgt een strafpunt. Degene met de minste strafpunten heeft gewonnen. 1. Hand op je hoofd 2. Achter je stoel gaan staan 3. Linkerhand op rechterschouder van je buurman leggen 4. Goedemiddag zeggen en zwaaien 5. Rondje om je stoel lopen en weer gaan zitten 6. Je hand in het midden van de tafel leggen

5 Dierengeluidenspel Je verdeelt de twee pakjes kaarten over het aantal spelers. Iedereen legt zijn stapel kaarten op de kop voor zich neer. Voordat het spel kan beginnen bedenkt iedereen welk dier hij is, met het daarbij behorend geluid. Dit moet iedereen ook van elkaar weten. Om beurten leg je een kaart, voor je eigen stapel, open op tafel. Zodra er twee dezelfde kaarten op tafel liggen moeten de desbetreffende personen elkaar het dierengeluid van de ander laten horen. Degene die dit het snelst doet, wint en mag zijn kaarten die hij heeft opengedraaid aan de ander geven. Daarna gaat het spel weer verder, net zolang totdat er weer twee dezelfde kaarten op tafel liggen. Wie aan het eind de minste kaarten heeft, wint.

6 Hoog / Laag Een persoon gaat staan. Ondertussen geven de anderen onder tafel een munt door. Zodra de staande persoon hoog zegt, gaan alle vuisten de lucht in. Zegt de staande persoon laag dan slaat iedereen met de platte hand op de tafel. De staande persoon probeert te luisteren en moet dan raden onder welke hand de munt ligt. Heeft hij het goed, dan krijgt hij een punt en mag hij nog een keer. Heeft hij het fout, dan is de volgende aan de beurt. Wie heeft aan het eind de meeste punten verdiend?