Vanuit deze missie wordt de cursistenbrochure en het examenreglement opgesteld.

Transcriptie

1 FUNCTIEBESCHRIJVING Onder wijs voor Sociale Promotie TECHNISCH ADVISEUR CVO Elishout COOVI Bestaansr eden van de functie In lijn met de missie van het CVO Elishout COOVI coördineren en opvolgen van alle activiteiten met betrekking tot materiële en agogische aspecten van de technische en praktische vakken, bijdragen tot een optimale ondersteuning van de gegeven vakken, bijdragen tot het algemeen welzijn en de ontplooiing van cursisten en leerkrachten, bijdragen tot de realisatie van de specifieke doelstellingen van het centrum. RESULTAATGEBIEDEN Resultaatgebied 1 : Missie, visie, beleidsplan Resultaatgebied 2 ; Kwaliteitszorg Resultaatgebied 3 : Personeelsbeleid Resultaatgebied 4 : Vakverantwoordelijkheid Resultaatgebied 5 : Lokalen, werkinstrumenten, materialen Resultaatgebied 6: Begeleiding van de cursisten Resultaatgebied 7 : Het centrum als organisatie Resultaatgebied 8 : Relaties met bedrijven en organisaties Resultaatgebied 9 : Beheer van de door het centrum geproduceerde goederen en diensten Resultaatgebied 10 : Onderhouds en aanpassingswerken Resultaatgebied 11 : Permanente vorming Resultaatgebied 12: Marketing Resultaatgebied 1 : Missie, visie, beleidsplan Meewerken aan het realiseren van de missie van het CVO Elishout COOVI : In overleg met de personeelsleden de missie concretiseren in een werkplan voor de secundaire afdelingen. Tot dit werkplan behoren o.a. het onderwijsbeleid, de interne waarden, de strategische doelstellingen, de leerplannen, de begeleiding van de cursisten, de uitgangspunten van het personeelsbeleid, het financieel beleid, het kwaliteitsbeleid, eigen projecten, Vanuit deze missie wordt de cursistenbrochure en het examenreglement opgesteld. Aan de hand van gesprekken en enquêtes worden strategische doelstellingen bepaald met betrekking tot onder andere : onderwijsaanbod, eventuele samenwerking met andere instellingen, de op termijn te bereiken doelstellingen, personeelsplanning, planning van investeringen,.. Regelmatig wordt de werking van het centrum kritisch geanalyseerd o.a. door bevragingen en zonodig bijgestuurd. 1

2 Resultaatgebied 2 :Kwaliteitszorg Op basis van de missie van het centrum en in samenspraak met alle betrokkenen meewerken aan het introduceren van een aanpak tot algemene kwaliteitszorg definiëren, invoeren en doen respecteren : bijdragen tot het goed functioneren van de medewerkers en de cursisten, bijdragen tot het effectief en efficiënt realiseren van de doelstellingen van het centrum. Een voorbeeldfunctie in kwaliteitszorg opnemen. Meewerken aan de introductie van een kwaliteitsaanpak op maat van het centrum, alle betrokkenen (medewerkers, cursisten,...) voor dit onderwerp sensibiliseren, stimuleren, opvolgen, bijsturen en waar nodig zorgen voor opleiding in deze materie. Per jaar prioriteiten/aandachtspunten bepalen. Toezien op het uitvoeren van de leerplannen en nagaan of de semester/jaarplannen opgesteld zijn in functie van de doelstellingen, eventueel in overleg met afdelingsverantwoordelijken Toezien op het naleven van de regels: orde, netheid, hygiëne, veiligheid,..., Waken over de kwaliteitszorg via klasbezoeken, individuele opvolging van leraren, nakijken van examens en certificaten, bewaking van het gebruik van de lestijden,... Hulp vragen via de directeur aan de pedagogische begeleidingsdienst van OVSG en/of van de inspectie Een bevraging van de cursisten i.v.m. het lesgebeuren organiseren. Meewerken aan een bevraging van de medewerkers over het functioneren van de directie. Resultaatgebied 3: Personeelsbeleid Begeleiden van de medewerkers binnen de studiegebieden, trachten de juiste persoon op de juiste plaats in te zetten,met een bekwaam en gemotiveerd team de doelstellingen van het centrum trachten te realiseren, een goed klimaat en het welbevinden van alle medewerkers trachten te bevorderen Plannen : in lijn met de strategie van het centrum meewerken aan een adequate organisatiestructuur Meehelpen aan de functiebeschrijvingen van de verschillende functies, de ambten verdelen i.f.v. de bekwaamheden van de personen, meehelpen bij het selecteren en rekruteren of voordragen van kandidaturen van nieuwe personeelsleden, leraren duidelijk maken wat er van hen verwacht wordt aan de hand van een functiebeschrijving en een infobrochure voor nieuwkomers, Selecteren en rekruteren Uitdragen van het imago van het centrum om nieuwe medewerkers te kunnen aantrekken, selecteren i.f. v. de opgestelde competentieprofielen inzonderheid de agogische kwaliteiten met volwassenen Begeleiden en opvolgen Nieuwe medewerkers introduceren en hen helpen zich zo snel mogelijk te integreren in het centrum, zorgen voor specifieke begeleiding 2

3 Zorgen voor een goed en motiverend werkklimaat, een aangename werksfeer: voldoende informatie geven, overleg plegen, durven beslissingen nemen, goede ondersteuning geven, aanmoedigen en waarderen, stimuleren van teamwerk, haalbare eisen stellen, voor het privé leven en problemen van het personeel aandacht hebben, zorgen voor een aangenaam lerarenlokaal, Uitwerken van een degelijk nascholingsbeleid voor de ontwikkeling van de medewerkers, het in kaart brengen van de behoeften, eventueel zelf zorgen voor een goed aanbod eigen aan de noden van het centrum, toezien op de transfer van het geleerde, het integreren in de praktijk, de medewerkers stimuleren tot nascholing en permanente vorming, Leiden en begeleiden van de nieuwe medewerkers, zorgen voor een goed en motiverend werkklimaat, een aangename werksfeer Resultaatgebied 4 :Vakverantwoordelijkheid Instaan voor de materiële en agogische coördinatie van de technische en praktische vakken in de studiegebieden (voeding, land en tuinbouw, chemie, fotografie, bedrijfsbeheer), verzekeren dat de toevertrouwde studiegebieden in het centrum op de best mogelijke manier en rekening houdend met nieuwe evoluties, ondersteund en gegeven kunnen worden. In overleg met de TAC advies geven aan de directie over welke bevoegdheden aan welke vakleraar worden toebedeeld en opstellen van functies van de vakgroepen en bepalen, allerhande telefonische, schriftelijke en persoonlijke vakgerelateerde contacten initiëren, de leerplannen en opleidingsprofielen van de vakken in het centrum opvolgen, waken over de logische opbouw van lessenroosters (volgorde theorie & praktijk), de technische vakvergaderingen plannen en voorbereiden, de beste didactische hulpmaterialen trachten te verwerven, tegen de beste prijs kwaliteitverhouding, samen met de TAC handboeken en cursusmateriaal evalueren; erover adviseren aan de leerkrachten en de directie, coördinatie van horizontale en verticale afstemming van vakleerstof, een vakbibliotheek aanleggen, de vakliteratuur beheren, voordrachten en voorstellingen van de nieuwigheden van bedrijven bijwonen, mogelijkheden tot sponsoring benutten voor diverse vakgerelateerde activiteiten, met bedrijven samenwerken en naar praktijkmogelijkheden zoeken, begeleiden van de vakleerkrachten, in overleg met de TAC de directie adviseren rond de benoeming van leerkrachten praktische & technische vakken, in overleg met de TAC de directie adviseren rond de groepsgrootte in functie van beschikbare ruimte, agogische weerslag en lesurenpakket, adviseren bij het vormingsbeleid van het centrum, op de hoogte blijven van de laatste mogelijkheden en evoluties, bv. deelname studiedagen, opvolgen van de technische evoluties binnen de toegekende studiegebieden Resultaatgebied 5 :Lokalen, werkinstrumenten, materialen In functie van de behoeften, het beheren van lokalen, werkinstrumenten en materialen in overleg met de andere gebruikers (dagschool) van de infrastructuur, bijdragen tot de gebruiksefficiëntie van lokalen, werkinstrumenten en materialen, de veiligheid verzekeren. De verdeling en de bezetting van de praktijklokalen regelen en hiermee rekening houden met het opstellen van de lessenroosters, toezicht houden op de uitrusting van de praktijklokalen, adviseren over werkplaatsinrichting in overleg met vakspecialisten, kleerkasten, werkkoffers, sloten, gereedschappen,... indelen en het gebruik ervan opvolgen, een controlesysteem rond de netheid en hygiëne van lokalen en machines opzetten en opvolgen, opdrachten uitschrijven om kleine herstellingen en/of onderhoudswerkzaamheden aan lokalen of toestellen te laten uitvoeren volgens de procedures gangbaar in het centrum, zorgen dat de praktijklokalen op een verantwoorde manier worden gebruikt, 3

4 een systeem van beheer van lokalen opzetten met daaraan verbonden de correcte aankoop van grondstoffen, het laten starten met het opstellen van onderhoudsfiches en gebruiksaanwijzingen (handleidingen), geldende veiligheidsvoorschriften doen naleven, de markt verkennen i.v.m. mogelijkheden van machines, apparatuur en technieken, verzekeren dat de aanwezige machines voldoen aan normen en veiligheidsvoorschriften, in functie van het leerplan en de semesterplannen, lijsten opstellen van het voorziene materiaal, inventaris en boekhouding van het materiaal bijhouden; laten opvolgen van het verbruik, zorgen dat de nodige werkinstrumenten, materialen en grondstoffen tijdig ter beschikking gesteld worden, prijzen en specificaties van de (benodigde) materialen opvolgen, offertes opvragen, leveranciers en vertegenwoordigers ontvangen, grondstoffen bestellen en/of aanvragen, bestellijsten opmaken en/of verwerken, toezien dat de leveringen van grondstoffen correct binnenkomen, een systeem van ontvangst en controle en verdeling introduceren bij het economaat in overleg met de dagschool, ontvreemding (diefstallen) melden en laten opvolgen door algemene diensten, toezien op de afval en recuperatiestroom van materialen binnen het centrum in overleg met de technische diensten, zorgen dat het brandevacuatieplan opgenomen in de cursistenbrochure naar leerkrachten en cursisten verspreid wordt door de secretariaatsmedewerkers Resultaatgebied 6 : begeleiding van de cursisten De nodige informatie doorgeven aan de adjunct directeur en de leerkrachten zodat cursisten, individueel en/of als klasgroep zo goed mogelijk kunnen begeleid worden, daarbij aandacht hebben voor hun persoonlijke noden en problemen, hun helpen om hun doelstellingen op de meest effectieve en efficiënte wijze te bereiken. Voorbeelden van bijhorende acitviteiten Samen met de VDAB/BGDA zorgen voor een goede intake en oriëntering voor specifieke doelgroepen vb. werkzoekenden: toezien op een goed en vlot onthaal in het centrum, een juiste beginsituatie bepalen, geïnteresseerden en cursisten informeren over de mogelijke trajecten en hen hierbij adviseren i.f.v. hun eigen wensen of doelstellingen, de mogelijkheden van de diploma s toelichten, Begeleiden van de leerprocessen, de cursisten begeleiden en advies geven bij hun keuze voor het best mogelijke leertraject, zowel binnen het centrum als erbuiten, dit traject verder mee opvolgen en zonodig bijsturen. Psychosociale begeleiding van cursisten bij persoonlijke problemen/situaties Resultaatgebied 7 : Het centrum als organisatie Opnemen van verantwoordelijkheden die de ondersteuning van het les of klasgebeuren overschrijden, bijdragen tot een goede werking en uitstraling van het centrum, de cursisten een aantal noodzakelijke vormingskansen aanbieden. Deelnemen aan externe commissies, bv. voor opstellen van leerplannen en beroepsprofielen Mede opstellen van lessenroosters en adviseren over verdeling van de opdrachten aan de leerkrachten, participeren aan de personeelsvergaderingen, opvolgen van geldende reglementeringen, deelname aan externe commissies, regelen van de vervanging van afwezige leerkrachten, coördineren van uitwisselingsprojecten met andere scholen, meehelpen aan de promotie van het centrum, bijwonen van info sessies en opendeurdagen, informatieavonden, mee opstellen van een schoolfolder, het centrum vertegenwoordigen op beurzen, begeleiden van jonge leerkrachten 4

5 Resultaatgebied 8 : Relaties met bedrijven en organisaties Initiëren, uitbouwen, onderhouden van relaties en samenwerken met bedrijven en organisaties, nieuwe ontwikkelingen leren kennen en integreren in lessenpakket, bedrijven en organisaties laten kennis maken met cursisten en vice versa. Allerhande telefonische, schriftelijke en persoonlijke contacten initiëren, organiseren van stageplaatsen voor cursisten, binnen de stagereglementeringen, afstuderende cursisten informeren over tewerkstellingsmogelijkheden op de arbeidsmarkt, samenwerkingsverbanden tussen centrum en bedrijf of organisatie stimuleren, voordrachten en voorstellingen van de nieuwigheden in bedrijven/organisaties bijwonen, firma's aanschrijven om allerhande informatie te verzamelen, contacten onderhouden met oud cursisten die ondertussen bij bedrijven of organisaties tewerkgesteld zijn, Resultaatgebied 9 : Beheer van de door het centrum geproduceerde goederen en diensten Toezien op het beheer van alle door de cursisten geproduceerde goederen en diensten bijdragen tot de kwaliteit en de finale afwerking van goederen en diensten, valoriseren en vermarkten ervan, bijdragen tot een financiële terugstroom naar het centrum. In overleg met de directie goedkeuren van vakgerelateerde werken voor derden, bijhorende administratie doen, de facturatie verzekeren, de inventaris bijhouden van de gebruikte grondstoffen en materialen, magazijnactiviteiten opvolgen, de gebruikte materialen en tijd verrekenen, de wetgeving opvolgen rond wat en hoe centrums mogen leveren (verzekeren dat er geen concurrentievervalsing is), prijsoffertes maken, Resultaatgebied 10 : Onderhouds en aanpassingswerken Adviseren over en mede instaan voor het onderhoud en voor de (eventuele) vernieuwing of uitbouw van de infrastructuur van het centrum, in de mate van het mogelijke instaan voor de goede staat van de infrastructuur. Voorstellen formuleren met betrekking tot het jaarlijks investeringsplan van het centrum, dossiers samenstellen voor grote uitrusting of apparatuur, onderhouds en aanpassingswerkzaamheden plannen, (doen) uitvoeren en opvolgen, gedetailleerde dossiers uitwerken, prijsoffertes aanvragen, aanbestedingen opvolgen, kosten opvolgen, besprekingen met de leveranciers verzekeren, documentatie verzamelen, begrotingen opmaken; deelnemen aan afdelingsoverstijgende projectbesprekingen,lijst maken van de geplande werkzaamheden tijdens de vakantie, Resultaatgebied 11 : Permanente vorming Binnen het kader van de missie van het centrum, instaan voor vorming Op de hoogte blijven van de actualiteit, de maatschappelijke evoluties en de recente ontwikkelingen, nieuwe werkmethodes kunnen uittesten en eventueel toepassen in de praktijk, nieuwe vaardigheden ontwikkelen,stimuleren van de ontwikkeling van medewerkers uit het centrum. Volgen welke nascholingsactiviteiten worden georganiseerd ifv. de aangeboden studies in het centrum, naar vakbeurzen gaan, demonstraties en voordrachten bijwonen, 5

6 bedrijfsbezoeken doen, deelnemen aan stages, studiedagen en vakgerelateerde projecten, contacten onderhouden met diverse vakorganisaties, bedrijven uitnodigen om demonstraties / lezingen te houden in het centrum, deelnemen aan (Europese) congressen, agogische studiedagen bijwonen, inspelen op het opleidingsaanbod van het onderwijsnet, cursussen volgen aangeboden door allerlei instanties, op diverse terreinen aan zelfstudie doen, verworven kennis overdragen op medewerkers, de vakliteratuur volgen (zowel de vaktechnische als de agogisch didactische), lessen van leraren (praktische en technische vakken) bijwonen, ervaringen en werkmethodes met collega's uitwisselen, Resultaatgebied 12 : Marketing Zorgen dat het centrum binnen de regio voldoende bekendheid krijgt Meewerken aan het rekruteren van cursisten, het imago van het centrum promoten Nadenken over het ontwikkelen van strategieën voor het bereiken van bepaalde doelgroepen Goede contacten met afgestudeerden onderhouden, opendeurdagen organiseren, deelnemen aan manifestaties, organiseren van teambuilding voor bedrijven,. COMPETENTIEPROFIEL Onder wijs voor Sociale Promotie VAKBEKWAAMHEID SAMENVATTING COMPETENTIES 1. Organisatietalent 2. Flexibiliteit 3. Sociale ingesteldheid 4. Communicatievaardig 5. Verantwoordelijkheidsbesef 6. Teamgericht 7. Inzet/Positieve ingesteldheid 8. Probleemoplossend denken VAKBEKWAAMHEID De vaktechnische kennis die nodig is om de functie goed te kunnen uitoefenen : bezit vaktechnische kennis, moet bij voorkeur leraar praktische en technische vakken geweest zijn, heeft praktische ervaring en kent de arbeidswereld 6

7 beheerst de technische termen, kent de technologische eigenheden van zijn vakgebied, moet vanuit de eigen bekwaamheid anderen kunnen beoordelen, heeft algemene kennis, kan voorbeelden uit de praktijk aanbrengen; beheerst de relatie tussen theorie en praktijk, is polyvalent, heeft materiaal en machinekennis en kennis van de grondstoffen, kent de productieprocessen, heeft PC + software kennis en kan moderne apparatuur op een goede manier gebruiken is taalvaardig : heeft een goede kennis van de eigen taal, kent technische termen, heeft algemene pedagogisch didactische kennis, kan projecten leiden en managen, heeft duidelijke inzichten in het ruimere pedagogische project van het centrum, begrijpt het waarom, COMPETENTIES 1. Organisatietalent de bekwaamheid om planmatig en doeltreffend te werken. werkt gestructureerd, kan verschillende opdrachten combineren, ziet vooruit, weet wat er nodig is, is voorbereid, ziet verschillende fasen, denkt in logische stappen, maakt taakverdelingen, maakt duidelijke afspraken (met cursisten, leerkrachten, bedrijven), bestelt materiaal tijdig, bewaakt gemaakte afspraken (naar sluiten van ramen, orde, veiligheid, ), heeft inzicht in de verschillende partijen en infrastructuur, stelt een efficiënte planning op, stelt een duidelijk doel voorop, is stipt, 2. Flexibiliteit de bekwaamheid rekening te houden met wijzigende omstandigheden en het gedrag en de aanpak daarop af te stemmen. kan snel inspelen op onverwachte, nieuwe, veranderende situaties, kan op een gezonde manier improviseren, staat open voor andere ideeën, vangt vervangingen vlot op, speelt in op de noden en verwachtingen van leerkrachten en cursisten, blijft na op onverwachte tijdstippen, kan zich achter een beslissing zetten en deze uitvoeren, zelfs als men er niet 100% achter staat, kan bij het ontbreken van het voorziene materiaal alternatieven voorstellen, kan zich neerleggen bij een beslissing van het team, kan een grote verscheidenheid en veelheid van activiteiten aan, past prioriteiten aan de situatie aan, 7

8 3. Sociale Ingesteldheid heeft oog voor de bredere sociaal maatschappelijke dimensie van de functie en betoont interesse in anderen. toont respect voor anderen en hun omgeving, voor individuele overtuigingen, culturen, waarden, beschouwt anderen als evenwaardig, respecteert de achtergrond van medewerkers, respecteert andere meningen, toont interesse voor de leefwereld van anderen, laat collega s in een moeilijke situatie niet aan hun lot over, doet moeite om de sociale achtergrond van cursisten en medewerkers te leren kennen en speelt er discreet op in, praat met iedereen ongeacht het milieu waaruit hij komt, staat open voor andere ideeën en ideologieën; is open van geest, is empathisch, kan zich inleven in de wereld van anderen, beseft dat men telkens met (andere) mensen werkt, houdt rekening met specifieke karaktereigenschappen, waardeert elke cursist, is niet bevooroordeeld, werkt niet discriminerend, kan bemiddelen in conflicten, heeft tact, is verdraagzaam, motiveert cursisten om voor elkaar op te komen, elkaar te helpen, kan zich inleven in de leef en denkwereld van cursisten, toont interesse voor de toekomst van cursisten, 4. Communicatievaardig de bekwaamheid zich vlot (zowel mondeling als schriftelijk) uit te drukken, rekening houdend met en aangepast aan de betrokkene en de situatie. zet duidelijke afspraken op papier, kan luisteren zonder vooroordelen en laat anderen uitspreken, begrijpt de non verbale communicatie, durft op een assertieve maar beleefde manier voor de eigen mening op te komen, is eerlijk ten opzichte van de groep en ten opzichte van elk individu, is discreet, maakt tijd om echt te luisteren, initieert contacten met nieuwe medewerkers en cursisten, bemiddelt bij problemen, past zich aan aan het niveau van de gesprekspartner, durft op een deftige manier iemand op iets aanspreken, kan een bemoedigend woord geven, heeft oogcontact, vraagt in een gesprek of hij/zij begrepen werd, initieert en onderhoudt contacten met de buitenwereld, is tactvol : wacht op het geschikte moment om een boodschap te brengen, maakt duidelijke afspraken, vraagt informatie aan anderen, maakt een helder verslag op, past taal aan aan de boodschap die men wil brengen, kan moeilijke boodschappen helder formuleren, zowel mondeling als op papier, 8

9 5. Verantwoordelijkheidsbesef de bekwaamheid om zich preventief en daadwerkelijk in te zetten voor het welzijn van het centrum in zijn geheel; brengt anderen deze verantwoordelijkheid bij. heeft oog voor veiligheid, hygiëne en orde, biedt hulp in crisissituaties, neemt verantwoordelijkheid op bij ongevallen, respecteert materialen, machines en infrastructuur en brengt dit bij, is zuinig in het gebruik van grondstoffen, ziet toe op regelmatig onderhoud en keuring van machines, materialen, en infrastructuur, ziet toe op een veilig en efficiënt gebruik van materialen, treedt op wanneer de veiligheid in het gedrang komt, wijst op gevaren, zorgt voor een goede coördinatie tussen de veelheid van activiteiten die in het centrum plaatsvinden, voert een planning nauwgezet en zoals afgesproken uit, wijst medewerkers op mogelijke belangenconflicten, kan voor zichzelf een sterkte/zwakte analyse maken, stelt hoge eisen aan zichzelf, kan met kritiek omgaan, analyseert (studie )resultaten en trekt hieruit conclusies, 6. Teamgericht de bekwaamheid om constructief met anderen aan een gemeenschappelijk doel te werken. overlegt en wisselt ervaringen en informatie uit met medewerkers, test ideeën uit met anderen, weet spanning tussen medewerkers te breken (door gebruik van humor), houdt rekening met meningen van anderen, respecteert de teamafspraken, maakt duidelijke afspraken met collega s en spoort hen aan om teamafspraken te respecteren, breekt medewerkers niet af, vooral niet in het bijzijn van cursisten of collega s is consequent in de houding naar medewerkers en directie, informeert collega s over aangelegenheden die voor hem/haar belangrijk zijn, draagt actief bij tot het bereiken van een consensus, zet de eigen mening opzij voor teamconsensus en voert afspraken loyaal uit, legt discretie aan de dag in verband met het team, neemt zijn/haar deel van het werk op zich, kan functioneren in verschillende teams, 7. Inzet/Positieve ingesteldheid de bekwaamheid en de wil om zich enthousiast en op een positieve wijze in te zetten. gelooft in het onderwijs, straalt energie, enthousiasme uit, is gemotiveerd, blijft geloven in de cursisten, in de job, begint steeds opnieuw; blijft zich voortdurend inzetten, blijft zoeken naar het positieve, zowel bij de cursisten als bij de medewerkers, benadrukt het positieve in de organisatie en/of het centrum, houdt vol; geeft niet op bij de minste tegenslag, houdt van het beroep (doet meer dan gevraagd wordt), 9

10 draagt bij tot het succes van het centrum in haar geheel en het goede imago, draagt bij tot een goede sfeer, is aanwezig op activiteiten georganiseerd door de cursisten of door het centrum, zet zich af tegen het negativisme van de cursisten of collega s voelt zich betrokken bij het beleid van het centrum, formuleert een probleem oplossingsgericht; weet conflictsituaties positief om te buigen, durft nieuwe uitdagingen aan, neemt de verantwoordelijkheden verbonden aan de taak ook daadwerkelijk op, toont spontaan interesse, ook buiten het eigen vakdomein, durft zich engageren en blijft dat, durft initiatieven nemen om situaties te verbeteren of om zaken recht te zetten, volgt nascholing/vorming, 8. Probleemoplossend denken de bekwaamheid om problemen te onderkennen en op een creatieve wijze oplossingen te definiëren. kan een probleem identificeren, situeren en omschrijven, onderscheidt de hoofd van de bijzaken, gaat problemen niet uit de weg, deelt complexe problemen op in deelfacetten, kan delicate problemen relativeren en objectiveren, waardoor deze bespreekbaar worden, weegt de voor en nadelen af van verschillende oplossingen, bedenkt originele oplossingen waarbij niemand zijn gezicht verliest, doorbreekt het stereotiep denken; stimuleert anderen tot creatief denken om te komen tot alternatieve oplossingen, helpt een groep een probleem te analyseren, de concrete elementen naar voor te brengen en tegenover elkaar af te wegen, lost niet steeds zelf de problemen op; laat anderen de kans, maar is ter beschikking voor hulp, heeft het inzicht om indien nodig, tijdig derden (externen) in te schakelen voor de oplossing van een probleem dat men zelf niet kan oplossen, 10