BESLUITVORMINGS- DOCUMENT TOEKOMST 2017 BPF WATERBOUW. Opgesteld door Norma van den Berg en Henk-Jan Strang

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "BESLUITVORMINGS- DOCUMENT TOEKOMST 2017 BPF WATERBOUW. Opgesteld door Norma van den Berg en Henk-Jan Strang"

Transcriptie

1 BESLUITVORMINGS- DOCUMENT TOEKOMST 2017 BPF WATERBOUW Opgesteld door Norma van den Berg en Henk-Jan Strang

2 Inhoud 1. Inleiding De scenario s en de werkwijze Algemeen Juridische aspecten Werkwijze Besliskader Evenwichtig wegen van belangen Aspecten Uitgangspunten bij de diverse scenario s Algemene uitgangspunten Uitgangspunten per scenario Overwegingen en bestuurlijk beeld Kwantitatieve vergelijking Initiële korting / toeslag Toekomstige korting (kans en omvang) Overall kwantitatieve vergelijking pensioenresultaat en korting Indexatiepotentieel Premiesystematiek Beleggingsbeleid en risicohouding Uitvoerings- en vermogensbeheerkosten Diverse kwalitatieve aspecten Toekomstige opbouw Gesloten fonds scenario en toekomstbestendigheid Groepen belanghebbenden Belangen Algemeen Zo hoog mogelijk pensioenresultaat Geen initiële korting Zo laag mogelijke korting Zo hoog mogelijke indexatiekans Premiebeleid Dekkingsgraad die duurzaam boven de indexatiedrempel en/of VEV ligt Toekomstbestendigheid Pensioenregeling conform de Waterbouw regeling Serviceniveau... 18

3 8. Multi-criteria (belangen) analyse Gebeurtenissen van belang per groep belanghebbenden Criteria voor beoordelen van scenario s Pensioenresultaat Korting Serviceniveau en wendbaarheid Maatmensen Enkele risico s bij de verschillende scenario s Overleg stakeholders Verantwoordingsorgaan Raad van Toezicht Sociale partners De Nederlandsche Bank Conclusie Besluiten bestuur BPFWB Bijlage... 28

4 1. Inleiding In het voortraject heeft het bestuur onderzoek gedaan naar kwetsbaarheden in de toekomstanalyse BPF Waterbouw ( verder BPFWB ). Daarbij zijn als kwetsbaarheden benoemd: wegvallen van het draagvlak bij sociale partners en een (aantal) werkgevers met een contractuele aansluiting. de eigen uitvoeringsorganisatie van BPFWB gelet op de omvang en personeelssamenstelling (kwetsbaarheid op middellange termijn). Gelet op het risico van wegvallen van het draagvlak heeft het bestuur besloten een onderzoek in te stellen naar de toekomst van BPFWB. Voorkeursscenario van het bestuur is het bijeenhouden van de opgebouwde aanspraken en nieuw op te bouwen aanspraken. Dit is echter geen criterium / voorwaarde en is daarmee vooral belangrijk als er een klein verschil in pensioenresultaat is bij de verschillende scenario s voor de fondstoekomst. In dit besluitvormingsformulier worden verwijzingen gemaakt naar de volgende rapportages: Rapportages ALM Bestuur van Sprenkels en Verschuren gedateerd 27 februari 2017 en 20 maart Rapportage ALM Stuurgroep van Sprenkels en Verschuren gedateerd 18 april 2017 Nota Dekkingsgraadmonitor van Sprenkels en Verschuren gedateerd 1 mei 2017 Notitie Service niveau als selectiecriterium van het pensioenbureau (BPF 17-26). Nota Sprenkels en Verschuren gedateerd 20 april 2017 Notitie financiële gevolgen eventueel vertrek (enkele) aangesloten werkgevers van het pensioenbureau (BPF 17-44) Legal opinion van Prof. Dr. E. Lutjes gedateerd 28 april 2017 Rapportage ALM-studie evenwichtige belangenafweging van Sprenkels en Verschuren gedateerd 19 juni Daarnaast zijn in dit besluitvormingsformulier argumenten, standpunten en conclusies van het bestuur verwerkt vanuit besprekingen over het besluitvormingsformulier die zijn opgenomen in bestuursnotulen en mailberichten tussen bestuursleden onderling. 2. De scenario s en de werkwijze 2.1. Algemeen Het bestuur richt zich bij het verkennen van de toekomst van het fonds primair op de opgebouwde aanspraken en pensioenrechten. Daarbij heeft het bestuur voorkeur om opgebouwde aanspraken, pensioenrechten en toekomstige opbouw in de uitvoering zoveel mogelijk bij elkaar te houden. Sociale partners zijn evenwel verantwoordelijk voor de toekomstige opbouw. Dit benadrukt de primaire verantwoordelijkheden van bestuur en sociale partners. Naast deze uitgangspunten is bij uitwerken van de scenario s rekening gehouden met de wettelijke mogelijkheden voor uitvoering van de pensioenregelingen. Het bestuur heeft een zestal bedrijfstakpensioenfondsen geselecteerd op basis van het niveau van de dekkingsgraad, de toekomstbestendigheid gebaseerd op omvang (top 30 fondsen) en voorkeurfondsen van sociale partners voor toekomstige opbouw. Het bestuur heeft deze bedrijfstakpensioenfondsen gevraagd of zij bereid zijn het beheer van de opgebouwde rechten te verzorgen en eventueel ook de toekomstige opbouw. Drie fondsen hadden belangstelling. Het bestuur heeft op basis van openbare gegevens over beleid en kenmerken van deze fondsen via een

5 ALM studie deze fondsen vergeleken met BPFWB stand alone. Deze drie fondsen zijn vervolgens meegenomen in de analyse van hierna volgende scenario s. De scenario s die aan de orde komen kunnen als volgt worden samengevat: Scenario s Zonder opbouw Met nieuwe opbouw 1. Voortzetten BPFWB 1a 1b 2. Naar BPF Koopvaardij 2a 2b 3. Naar PGB 3a 3b 4. Naar BPF Bouw 4a 4b 2.2. Juridische aspecten Voor de scenario s 2 tot en met 4 geldt dat deze gerealiseerd kunnen worden via een collectieve waardeoverdracht (verder CWO ) gevolgd door een liquidatie van BPFWB of via een juridische fusie. Pensioenfondsen passen het vaakst collectieve waardeoverdracht gevolgd door een liquidatie toe. Aandachtspunten bij een collectieve waardeoverdracht: Artikel 121a pensioenwet kan een overdracht bemoeilijken. Er is sprake van een overdracht onder bijzondere titel. Dit betekent dat voor overdracht van overeenkomsten instemming van het ontvangende fonds nodig is. Er is een verklaring van geen bezwaar nodig van de Nederlandsche Bank (verder: DNB ). Aandachtspunten bij een juridische fusie: Formaliteiten voor het verkrijgende fonds zijn relatief complex. Bij scenario 2 (BPF Koopvaardij) heeft het bestuur eveneens een reverse take over via een CWO als scenario overwogen. Hierdoor zou een initiële korting voor de Waterbouw-deelnemers voorkomen kunnen worden en zou het dekkingsgraad verschil overbrugd kunnen worden door het toekennen van een toeslag voor de Koopvaardij deelnemers. Vanuit BPF Koopvaardij lijkt hier bestuurlijk weinig draagvlak voor te zijn. Daarnaast bleek uit overleg met DNB dat hier niet snel toestemming voor gegeven zal worden. Het bestuur heeft besloten om dit deelscenario niet verder te onderzoeken Werkwijze Bestuur van BPFWB en sociale partners onderzoeken ieder vanuit hun eigen verantwoordelijkheid verschillende scenario s. Sociale partners en BPFBW streven de pensioenregeling, de toekomstig op te bouwen rechten en de al opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten bij BPFWB, onder te brengen bij één nieuwe pensioenuitvoerder (voorkeursscenario). Aangezien sociale partners en BPFWB afzonderlijk afwegingen maken en besluiten nemen op basis van eigen besluitvormingscriteria, is het mogelijk dat de pensioenregeling en de toekomstig op te bouwen rechten enerzijds en de opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten anderzijds afzonderlijk worden ondergebracht. Partijen hebben een stuurgroep ingericht met vertegenwoordigers van het bestuur van BPFWB en van sociale partners. De doelstelling van de stuurgroep is vastgelegd in een startnotitie en luidt: Met één gezicht naar buiten treden en zoveel als mogelijk acties gezamenlijk uit te voeren en acties die afzonderlijk worden uitgevoerd afstemmen. Gecoördineerd keuzes voorbereiden over eventuele dilemma s die zich voordoen bij de gezamenlijke acties. Keuzes die voortvloeien uit de eigen verantwoordelijkheden en uit de eigen acties van sociale partners en/of BPFWB coördineren en bespreken.

6 3. Besliskader Artikel 105 van de Pensioenwet vormt het besliskader van de besluitvorming. Bestuursleden dienen zich te richten naar de belangen van de bij BPFWB betrokken (gewezen) deelnemers, andere aanspraakgerechtigden, pensioengerechtigden en de werkgevers en ervoor te zorgen dat deze zich op evenwichtige wijze vertegenwoordigd kunnen voelen. In deze notitie worden geen relevante aspecten onderkend die onderscheid tussen verplichtgestelde en contractueel (vrijwillig) aangesloten werkgevers nodig maakt. Er worden geen verschillen in belangen tussen beide groepen onderkend. Wel is er mogelijk een verschil in geïnformeerd zijn over ontwikkelingen in de toekomstverkenningen van sociale partners en van BPFWB. Dit vraagt eerder aandacht bij communicatie en verantwoording door het bestuur, dan dat het een afweging is bij besluitvorming over toekomstopties. Sociale partners binnen de SER buigen zich over een nieuw pensioencontract. De contouren van een nieuw pensioencontract zijn daarmee nog te onzeker. Het bestuur heeft bij beoordeling van de scenario s daarom geen rekening gehouden met een eventueel nieuw pensioencontract Evenwichtig wegen van belangen Bij aspecten die een rol spelen bij bestuurlijke besluitvorming door BPFWB zou onderscheid gemaakt kunnen worden in aspecten die wel en die niet evenwichtige belangenafweging raken. Uitkomst van nadere beoordeling is echter dat het maken van dit onderscheid niet relevant is. Bij de evenwichtige belangenafweging speelt tevens mee dat het bestuur van het pensioenfonds verantwoordelijk is voor de opgebouwde aanspraken en pensioenrechten en de sociale partners verantwoordelijk zijn voor de toekomstige opbouw. Bij een aantal aspecten kan dit echter niet los van elkaar gezien worden. Zo leidt het onderbrengen van de toekomstige opbouw bij een ander fonds tot een gesloten fonds-situatie hetgeen invloed kan hebben op het pensioenresultaat van deelnemers die voor vertrek van de nieuwe opbouw al deelnemer waren (geweest) Aspecten Hierna worden de voor bestuurlijke besluitvorming door BPFWB relevante aspecten kort belicht: Aspecten Toelichting Toekomstbestendigheid Voor alle scenario s is toekomstbestendigheid een randvoorwaarde. uitvoering Pensioen is gericht op lange termijn; transities zijn complex en kostbaar Horizon Bij beoordeling van scenario s is de horizon waarop dit gebeurt belangrijk Hierbij gaat het enerzijds om perspectief, anderzijds om gebeurtenissen. Perspectief betreft risico s en kansen voor de toekomst. Gebeurtenissen betreft zaken/besluiten/resultaten die deelnemers hebben meegemaakt en die in evenwichtige belangenafweging een rol dienen te spelen. Perspectief Jonge deelnemers hebben een lange horizon en dus tijd om kortingen goed te maken. Oudere deelnemers hebben een kortere horizon en dus minder tijd om kortingen goed te maken. Bij kiezen van een te lange horizon neemt enerzijds de onzekerheid over resultaten toe; anderzijds lijken verschillen tussen groepen belanghebbenden zich uit te middelen. Een horizon van 5 en 15 jaar acht het bestuur in dit verband evenwichtig. Gebeurtenissen Het bestuur weegt gerekend vanaf 31 december 2016 gebeurtenissen op een termijn van 5 jaren in het verleden mee. Gebeurtenissen zijn vooral van belang voor oudere actieven en slapers en gepensioneerden. Pensioenresultaat Het pensioenresultaat op een horizon van 5 of 15 jaar is het uiteindelijke verwachte resultaat voor deelnemers wat betreft pensioenuitkomst.

7 Aspecten Risicohouding Initiële korting Toekomstige kortingen Indexatiepotentieel Verplichtstelling Kosten per deelnemer Regeling (onder meer franchise) Splitsing verplichte en vrijwillige opbouw Bij elkaar houden toekomstige opbouw en opbouw verleden Premie Buitenlandregeling Toelichting Pensioenresultaat is gedefinieerd als het cumulatieve niveau van de pensioenuitkeringen gedeeld door de cumulatieve hoogte van volledig prijs geïndexeerde pensioenuitkeringen. De risicohouding is onderdeel van de opdrachtaanvaarding van het fonds en is na overleg met sociale partners vastgesteld. De risicohouding is van invloed op het pensioenresultaat. Initiële korting bij overgang is van toepassing indien de dekkingsgraad van BPFWB lager is dan van het fonds waaraan overgedragen wordt. Een initiële korting is onderdeel van het pensioenresultaat. Toekomstige kortingen kunnen een gevolg zijn van een reservetekort dat niet binnen de hersteltermijn aangevuld is overeenkomstig het herstelplan, of een gevolg van de situatie dat een fonds 5 jaar onder het MVEV zit. In de eerste situatie is spreiding van de korting mogelijk en wordt jaarlijks via het herstelplan beoordeeld of de korting doorgevoerd moet worden. In de tweede situatie is de korting onvoorwaardelijk. De kortingskans is onderdeel van het pensioenresultaat. Indexatiepotentieel is in het algemeen afhankelijk van de economische situatie en per fonds afhankelijk van start- en beleidsdekkingsgraad, de risicohouding en het risicobeleid. Indexatiepotentieel is onderdeel van het pensioenresultaat. Indexatie is alleen mogelijk als de toeslagdrempel van 110% beleidsdekkingsgraad is gehaald en indien sprake kan zijn van een toekomstbestendige indexatie. Daarnaast is de mogelijkheid van het toekennen van inhaalindexatie een aspect van indexatiepotentieel. BPFWB voert een verplicht gestelde regeling uit. De verplichtstelling kan alleen worden gewijzigd indien sociale partners hier overeenstemming over bereiken. Indien geen overeenstemming bereikt kan worden, blijft BPFWB verplicht om de verplicht gestelde regeling uit te voeren. De kosten per deelnemer zijn onderdeel van het pensioenresultaat en daarom niet als afzonderlijk criterium benoemd. De kosten zijn onder te verdelen in uitvoerings-, vermogensbeheer- en eventuele transitiekosten. De regeling van BPFWB waarbij er geen franchise van toepassing is en opgebouwd wordt tot een salaris van circa Euro is een regeling die niet gebruikelijk is. Uitgangspunt van sociale partners is dat deze regeling zoveel mogelijk in tact zou moeten blijven. BPFWB kent een verplichte en een vrijwillige opbouw. Splitsing kan negatieve gevolgen hebben voor actieve deelnemers ten aanzien het nabestaandenpensioen, de premievrije opbouw bij arbeidsongeschiktheid en de vrijwillige ANW-hiaat verzekering. Het bij elkaar houden van toekomstige opbouw en opbouw vanuit het verleden is alleen mogelijk indien bestuur van het fonds en sociale partners overeenstemming bereiken over de keuze voor de toekomst uitgaande van ieders verantwoordelijkheid. Bij de pensioenpremie speelt de hoogte van de werkgevers- en werknemerspremie een rol, maar ook de wijze waarop de premie wordt vastgesteld en wat de invloed daarvan is op de toekomstige premie. BPFWB kent naast de verplicht gestelde regeling een regeling voor contractuele (vrijwillige) aansluiting waardoor medewerkers op een Nederlandse arbeidsovereenkomst die (deels) in het buitenland werken

8 Aspecten Serviceniveau en wendbaarheid Gesloten fonds scenario Toelichting pensioen bij BPFWB kunnen opbouwen. De uitvoeringsorganisatie van BPFWB is ingericht op het uitvoeren van beide regelingen. Het serviceniveau wordt voornamelijk bepaald door de kwaliteit van de uitvoeringsorganisatie. Hierbij speelt toekomstbestendigheid, robuustheid van de administratie en de menselijke maat bij de uitvoering een belangrijke rol. Een gesloten fonds-scenario kan een keuze zijn maar kan ook een gevolg zijn van de keuze van sociale partners om de toekomstige regeling bij een ander fonds onder te brengen. Een gesloten fonds-scenario kan van invloed zijn op het pensioenresultaat op langere termijn. 4. Uitgangspunten bij de diverse scenario s Hierna volgen uitgangspunten bij de diverse scenario s. Hierbij is de situatie van de toekomstige opbouw onderscheiden van de situatie van bestaande opbouw Algemene uitgangspunten De volgende algemene uitgangspunten (grondslagen) zijn gebruikt bij de verschillende scenario s en in de ALM studies die door Sprenkels en Verschuren zijn uitgevoerd: De analyse is gebaseerd op pensioenvermogen en verplichtingenstructuur per eind De nota dekkingsgraadmonitor geeft inzicht in de gevoeligheden als gevolg van wijzigingen van marktomstandigheden. Bij de scenario s is rekening gehouden met een renteontwikkeling op basis van forwards (20 jaars rente over 15 jaar ongeveer 1,5%) en met een rentestijging in 5 jaar naar een niveau van 2,5% (20 jaars rente). Bij de scenario s is uitgegaan van een prijsinflatie die in 5 jaar groeit naar 2,0% en een looninflatie die daar 0,5% punt boven ligt. Het beeld op basis van forwards en op basis van geleidelijke rentestijging naar 2,5% is een robuust beeld dat overeenstemt. Wel wordt het beeld bij geleidelijk oplopende rente aangescherpt Uitgangspunten per scenario De volgende (beleids) uitgangspunten zijn per scenario gehanteerd. Deze uitgangspunten zijn gebaseerd op de fondsdocumenten van de verschillende pensioenfondsen. Dekkingsgraad Toeslag Premie Dekkingsgraad (DNB) VEV Actieven Inactieven Inhaalindexatie BPFWB BPF Bouw BPF Koopvaardij 101,0% 104,2% 105,4% 124,0% 124,0% 111,0% Loonindex Prijsindex Prijsindex Prijsindex Prijsindex Prijsindex Ja (>=2015) Ja Ja GKDP (5 jrs middeling) GDKP verw Rendement GDKP (DNB rts sept.) PGB 97,2% 121,0% Vaste index 2% Vaste index 2% Nee GKDP (10 jrs middeling)

9 Beleggingen Zakelijke waarden Vastrentende waarden Afdekkings % rente (UFR) 50% 50% 25% 58% 42% 55% (circa) 23% 77% 55% 45% 55% 55% (circa) 5. Overwegingen en bestuurlijk beeld 5.1. Kwantitatieve vergelijking Als de beste (B) en slechtste (S) scenario s vanuit de ALM studie voor de actieve deelnemers, slapers en gepensioneerden worden bekeken op een 5 jaars horizon en een 15 jaars horizon ontstaat het navolgende beeld. Hierbij wordt uitgegaan van het pensioenresultaat. Hierbij verwijzen we voor de onderbouwing naar de rapportage van Sprenkels & Verschuren gedateerd 27 februari 2017 en 20 maart Hierbij wordt opgemerkt dat de in deze rapportage opgenomen scenario s uitgaan van bestaande opbouw en derhalve toekomstige opbouw buiten beschouwing laten. Het vergelijken van deze scenario s is in lijn met de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het bestuur van BPFWB. In het navolgende vergelijkende overzicht is in twee kolommen een B is geplaatst en in 2 kolommen een S omdat de betreffende resultaten dicht bij elkaar liggen. BPFWB BPF Bouw BPF Koopvaardij PGB Pensioenresultaat Mediaan 5 jaar B S S B Mediaan 15 jaar B S B Dekkingsgraad Mediaan 5 jaar B B S Mediaan 15 jaar B S Korting Initiële korting/toeslag S B Korting 5 jaar B S Korting 15 jaar S B S De mediane pensioenresultaten van BPFWB en PGB liggen dicht bij elkaar. PGB heeft een ander indexatiebeleid dan BPFWB, BPF Bouw en BPF Koopvaardij (zie paragraaf 5.5). Voor een volledig beeld van het pensioenresultaat is het van belang om ook de dekkingsgraad in de overweging mee te nemen. De mediane dekkingsgraad is bij BPFWB op een horizon van 5 en 15 jaar hoger dan de dekkingsgraad van PGB. Zou BPFWB deze hogere dekkingsgraad gebruiken om extra indexatie uit te keren waardoor de dekkingsgraad daalt en vergelijkbaar wordt met de dekkingsgraad van PGB, dan is het pensioenresultaat van BPFWB op een horizon van 5 en 15 jaar hoger dan het pensioenresultaat van PGB Initiële korting / toeslag De volgende initiële korting/toeslag is van toepassing in de verschillende scenario s: Bij een collectieve waardeoverdracht naar BPF Bouw is sprake van een initiële korting van ca. 3,1% voor alle deelnemers. Bij een collectieve waardeoverdracht naar BPF Koopvaardij is sprake van een initiële korting van ca. 4,2%. Bij een collectieve overdracht naar PGB is sprake van een initiële toeslag van 3,9%. Alleen in scenario s van voortzetten van BPFWB en overdracht naar PGB is er geen initiële korting. De hiervoor genoemde kortings-/toeslag percentages zijn gebaseerd op de situatie per 31 december

10 2016. In de nota dekkingsgraadmonitor is gekeken naar de invloed van wijzigingen van marktomstandigheden Toekomstige korting (kans en omvang) Bestuurlijk beeld toekomstige korting De kans op toekomstige kortingen is bij BPF Koopvaardij zeer beperkt mede als gevolg van het defensieve beleggingsbeleid. De kans op toekomstige kortingen is BPF Bouw lager dan bij BPFWB. De hogere startdekkingsgraad speelt hierbij een rol. De kans op toekomstige kortingen over een horizon van 5 jaar is bij PGB hoger dan bij BPFWB. Ook de gemiddelde rechtenkorting is bij PGB hoger. De kans op een onvoorwaardelijke MVEV korting is bij PGB substantieel hoger en ook de omvang van de korting is substantieel hoger dan in de andere scenario s Overall kwantitatieve vergelijking pensioenresultaat en korting Bestuurlijk beeld gebaseerd op pensioenresultaat en korting op 5 en 15-jaars-horizon BPFWB heeft het beste verwachte pensioenresultaat op een 5-jaars en 15 jaars-horizon. De uitkomsten van het mediaan pensioenresultaat bij een horizon van 5 jaar liggen dicht bij elkaar voor (1) BPFWB en PGB en (2) BPF Bouw en BPF Koopvaardij. De uitkomsten van het mediaan pensioenresultaat bij een horizon van 15 jaar liggen dicht bij elkaar voor BPFWB en PGB. BPF Koopvaardij heeft het naar verwachting slechtste pensioenresultaat met als kanttekeningen dat door het defensieve beleggingsbeleid en de hogere dekkingsgraad: o Het downside risico bij slechte economische scenario s beperkter is dan bij de andere scenario s (fondsen), en o De kortingskans in de eerste 5 jaar het laagst is, en o Er een substantiële initiële korting is bij overgang van BPFWB naar BPF Koopvaardij. BPF Bouw geeft het slechtste mediaan verwachte pensioenresultaat op een 5 jaars horizon en kent evenals BPF Koopvaardij een substantiële initiële korting. PGB laat een mediaan pensioenresultaat op een 5 jaars horizon zien dat vergelijkbaar is met BPFWB, en: o Kent een substantieel hogere kortingskans in de eerste 5 jaar, en: o Er is een initiële toeslag bij overgang van BPFWB naar PGB. De dekkingsgraad van BPFWB laat op een horizon van 5 en 15 jaar de beste resultaten zien. Daar waar de mediane pensioenresultaten vergelijkbaar zijn, is de dekkingsgraad van BPFWB hoger, waardoor er een bestuurlijke afweging kan ontstaan om deze hogere dekkingsgraad om te zetten naar extra indexatie, waardoor het pensioenresultaat kan worden verhoogd Indexatiepotentieel Het indexatiepotentieel kan als volgt worden samengevat bij een horizon van 5 jaar en 15 jaar. Hierbij wordt uitgegaan van de mediaan ten aanzien van de cumulatieve indexatie. Voor een uitgebreide cijfermatige toelichting wordt verwezen naar de rapportage van Sprenkels en Verschuren gedateerd 27 februari 2017 en 20 maart Als gevolg van de hogere startdekkingsgraad kan er bij BPF Bouw en BPF Koopvaardij naar verwachting eerder worden geïndexeerd dan bij BPFWB en PGB. Op een horizon van 5 jaar en 15 kennen BPF Bouw en BPF Koopvaardij een lagere verwachte cumulatieve indexatie dan BPFWB en PGB. In de vergelijking BPFWB en PGB heeft PGB een hogere cumulatieve indexatie door de ambitie van een jaarlijks vaste indexatie van 2%. Indien de loonindex en/of prijsindex gedurende enkele jaren hoger is dan 2%, kan dit effect evenwel teniet gedaan worden.

11 De (mediane) dekkingsgraad aan het einde van de horizon na 15 jaar is bij BPFWB het hoogst en bij BPF Koopvaardij het laagst. BPF Bouw en PGB zijn vrijwel gelijk en liggen daar tussenin. BPF Bouw, BPF Koopvaardij en BPFWB kennen een indexatiebeleid waarbij de prijsindex en/of de loonindex gevolgd wordt. Het pensioenresultaat wordt afgezet tegen de prijsindex. Als gevolg van dit beleid zal het pensioenresultaat bij een gesloten fonds situatie niet kunnen uitstijgen boven 100%, tenzij er sprake is van inhaalindexatie. Bij een pensioenresultaat van 100% wordt immers volledige prijsindex betaald en is er sprake van volledig koopkrachtbehoud. PGB kent een beleid van een vast percentage als indexatie. Het gevolg van dit beleid is dat bij een inflatie die lager is dan het vaste indexatie percentage er sprake kan zijn van een pensioenresultaat dat hoger is dan 100% indien het volledige indexatie percentage uitbetaald wordt. Indien sprake is van een inflatie die hoger is dan het vaste indexatie percentage, zal het pensioenresultaat ook bij het toekennen van de volledige indexatie lager uitkomen dan 100%. Indexatieachterstand De deelnemers bij BPFWB hebben een indexatieachterstand. Bij een collectieve waardeoverdracht is het indexatiebeleid van het nieuwe pensioenfonds van toepassing. Dit kan gevolgen hebben voor eventuele inhaalindexaties. Op hoofdlijnen wordt hierover het volgende opgemerkt: BPFWB kent de mogelijkheid van inhaalindexaties (vanaf 1 januari 2015). PGB kent geen mogelijkheid van inhaalindexaties. Voormalige deelnemers van BPFWB kunnen de indexatieachterstand bij overgang naar PGB dus niet meer inlopen. BPF Koopvaardij en BPF Bouw kennen wel een systematiek van inhaalindexaties. De indexatieachterstand van deelnemers van BPF Koopvaardij en BPF Bouw van circa 8% zullen eerst worden ingelopen. Eventuele toekomstige achterstanden die dateren van na de collectieve waardeoverdracht van de nieuwe deelnemers van BPFWB worden pas ingelopen nadat de oudere indexatie-achterstanden zijn ingelopen. Achterstanden die dateren van voor de collectieve waardeoverdracht kunnen echter niet meer ingelopen worden Premiesystematiek De premiesystematiek in de verschillende scenario s leidt tot de volgende overwegingen (gebaseerd op de rapportages van Sprenkels en Verschuren gedateerd 27 februari 2017 en 20 maart 2017): De premiedekkingsgraad is bij BPF Bouw substantieel lager dan bij BPFWB en leidt tot een jaarlijkse negatieve impact op de dekkingsgraad van tussen 0,8% - 1% punt. De premiedekkingsgraad is bij BPF Koopvaardij hoger dan bij BPFWB als gevolg van het bij BPF Koopvaardij hanteren van de actuele RTS. De toekomstige opbouw heeft geen negatieve impact op de dekkingsgraad. De premiedekkingsgraad is bij PGB lager dan 100%. De toekomstige opbouw heeft een jaarlijks negatief effect op dekkingsgraad tussen 0,1% - 0,3% punt Beleggingsbeleid en risicohouding Bestuurlijk beeld beleggingsbeleid en risicohouding Het beleggingsbeleid en de risicohouding van BPF Koopvaardij zijn defensiever dan bij BPFWB. Het beleggingsbeleid van BPF Bouw en PGB liggen meer in lijn met dat van BPFWB. o Percentage zakelijke waarden bij BPF Bouw is evenwel hoger dan bij BPFWB. o Percentage zakelijke waarden bij PGB is evenwel lager dan bij BPFWB. De renteafdekking is bij BPFWB substantieel lager dan bij BPF Bouw, PGB en BPF Koopvaardij. BPF Koopvaardij, PGB, BPF Bouw zullen bij toekomstige rentestijgingen een beperkte stijging van de dekkingsgraad laten zien. Vraag is of verhogen van afdekking van het renterisico van 25% naar 55% te verantwoorden is, gezien de vastgestelde risicohouding voor BPFWB-deelnemers.

12 Het effect van diverse schokken op de verschillende dekkingsgraden is door Sprenkels en Verschuren onderzocht. (zie nota Sprenkels en Verschuren gedateerd 1 mei 2017). Een rentestijging respectievelijk daling van 1% en een stijging respectievelijk daling van 20% van de zakelijke waarden leidt tot de volgende uitkomsten uitgaande van de dekkingsgraden per 31 december 2016: Gevoeligheid van de dekkingsgraad voor stijging van de rente van vastrentende waarden van: BPFWB is groot als gevolg van de lage afdekking van het renterisico. PGB en BPF Koopvaardij is beperkt, vanwege het renterisico dat in een bepaalde mate en voor beide fondsen vergelijkbaar wordt afgedekt De kwetsbaarheid van de dekkingsgraad voor daling van zakelijke waarden van: BPFWB en PGB is vergelijkbaar en fors. BPF Koopvaardij is relatief beperkt. Gegevens over de gevoeligheid van de dekkingsgraad van BPF Bouw ontbreken Uitvoerings- en vermogensbeheerkosten In het navolgende overzicht zijn de uitvoeringskosten per deelnemer en de vermogensbeheerskosten als percentage van het vermogen gebaseerd op de jaarverslagen 2015 vermeld. Eronder zijn de totaalkosten in Euro s in miljoenen per jaar benaderd, gebaseerd op het aantal deelnemers en het gemiddeld vermogen volgens het jaarverslag 2015 van BPFWB (8.841 deelnemers: actieven en gepensioneerden en gemiddeld belegd vermogen van Euro ). BPFWB BPF Bouw BPF Koopvaardij PGB Uitvoeringskosten per deelnemer EUR 206 EUR 112 EUR 122 EUR 158 Vermogensbeheerkosten/vermogen 0,20% 0,59% 0,41% 0,30% Uitvoeringskosten (raming) 1,8 1,0 1,1 1,4 Vermogensbeheerkosten (raming) 2,0 5,8 4,1 3,0 Totaal 3,8 6,8 5,2 4,4 Conclusie is dat BPFWB hogere uitvoeringskosten per deelnemer kent, maar substantieel lagere vermogensbeheerkosten. Het totaal aan kosten is bij BPFWB het laagst en bij BPF Bouw het hoogste Diverse kwalitatieve aspecten De volgende kwalitatieve aspecten kunnen benoemd worden: Zeggenschap over de pensioenregeling en beschikbaar gestelde premie ligt bij cao-partijen. Bij overdracht krijgen deelnemers te maken met andere en meer cao partijen dan bij BPFWB. Het continuïteitsrisico van de sponsoren is bij alle scenario s laag. PGB heeft een indexatiebeleid met een vast percentage van 2% in plaats van het volgen van een index bij BPFWB.

13 Bij een overgang naar BPF Koopvaardij worden deelnemers van BPFWB solidair met deelnemers bij BPF Koopvaardij. Vanuit de bedrijfstak is hier enige binding mee. Bij overgang worden BPFWB-deelnemers solidair met PGB-deelnemers met wie een beperkte binding is. In alle scenario s is het serviceniveau van belang (zie bestuursnotitie BPF 17-26). Voor het serviceniveau is de inrichting en kwaliteit van de uitvoeringsorganisatie doorslaggevend. De kwaliteit van de uitvoeringsorganisatie wordt in hoge mate bepaald door de menselijke maat die gehanteerd wordt bij de uitvoering. Daarnaast is robuustheid van de administratie een meetpunt voor de inrichting en kwaliteit van de uitvoeringsorganisatie. Kwetsbaarheid van de uitvoeringsorganisatie is bij voortzetting van BPFWB aandachtspunt Toekomstige opbouw Het bestuur richt zich bij het verkennen van de toekomst van het fonds primair op de opgebouwde aanspraken en pensioenrechten. Sociale partners zijn verantwoordelijk voor de toekomstige opbouw. Dit benadrukt de primaire verantwoordelijkheden van bestuur en sociale partners. Gezien de voorkeur om opgebouwde aanspraken, pensioenrechten en toekomstige opbouw in de uitvoering zoveel mogelijk bij elkaar te houden, heeft het bestuur tevens gekeken naar de gevolgen (scenario s) met betrekking tot de toekomstige opbouw zoals deze door de stuurgroep zijn uitgevoerd. Uitgangspunt is het uitvoeren van de regeling zoals die op dit moment geldt bij BPFWB. Dit betekent dat er geen franchise van toepassing is en er een opbouwpercentage van 0,94% wordt toegepast. BPFWB kent enkele specifieke regelingen die bij BPF Bouw, BPF Koopvaardij en/of PGB, niet uitgevoerd kunnen worden. Deze specifieke regelingen betreffen: Spaarpensioen Mogelijk enkele kleinere pensioensoorten (nader onderzoek naar arbeidsongeschiktheid en nabestaandendekking is nodig) O&O fonds en vakantiefonds De contractuele (vrijwillige) aansluiting is daarnaast een aandachtspunt dat nader aandacht verdient. Indien gekeken wordt naar het uitvoeren van een individuele DC regeling bij een ander fonds in een groter geheel zal er geen sprake meer kunnen zijn van een rendementsbijschrijving vanuit de eigen regeling, maar alleen vanuit het grotere geheel. Een andere optie is gebruik te maken van life-cycles. Uitgaande van uitvoering van de regeling van BPFWB (dus geen franchise en een opbouwpercentage van 0,94%) hebben sociale partners via een ALM-studie de effecten op de premie laten onderzoeken (zie rapportage van Sprenkels en Verschuren d.d. 18 april 2017). Het volgende beeld komt naar voren: (verwachte) premie bij een opbouw van 0,94% en geen franchise BPFWB BPF Bouw BPF Koopvaardij PGB Zuiver kostendekkende premie 17,7% Geen informatie 15,5% 16,7% Gedempte kostendekkende premie 15,6% Geen informatie 15,5% 10.9% De premies bij BPFWB en BPF Koopvaardij zijn vrijwel gelijk. De PGB-premie is lager, omdat PGB de 10 jaars dempingssystematiek toepast. Dit betekent echter een niet kostendekkende premie, waarbij de opbouw voor een deel uit het vermogen wordt gefinancierd. Hierdoor zal de komende jaren de PGB-premie naar verwachting stijgen, omdat de jaren met hoge rente uit de 10 jaars reeks wegvallen. Dit geldt ook voor BPFWB waarbij er sprake is van een 5 jaars middeling. Dit effect is

14 echter substantieel kleiner omdat met name de hoge rentes uit de eerste jaren van de 10 jaars reeks komen te vervallen. Voor overzicht van de regelingen zoals die bij de verschillende pensioenfondsen van toepassing zijn wordt verwezen naar de bijlage bij dit besluitvormingsdocument. Hierbij valt op dat BPFWB in afwijking van de andere fondsen geen franchise kent. Alhoewel sociale partners al expliciet hebben aangegeven deze systematiek te willen handhaven, wordt het volgende nog overwogen: het niet hanteren van een franchise is met name in het voordeel van de lagere inkomens. Bij het hanteren van een franchise wordt immers procentueel over een groter deel van het inkomen geen pensioen opgebouwd dan bij de hogere inkomens. Het niet hanteren van een franchise kan van invloed zijn op het premievolume omdat over iedere euro premie wordt gehanteerd Gesloten fonds scenario en toekomstbestendigheid Het scenario van een gesloten fonds (te weten scenario 1a) kan een gevolg zijn van een bewuste keuze door het bestuur van BPFWB. Ook kan scenario 1a mede een gevolg zijn van keuzes door sociale partners over toekomstige opbouw, indien deze keuze niet overeen komt met de belangen van de deelnemers voor de opgebouwde aanspraken en pensioenrechten. Het heeft niet de voorkeur van het bestuur van BPFWB om in een gesloten fonds situatie te komen. Als het echter in het belang van de deelnemers is om de opgebouwde aanspraken en pensioenrechten bij BPFWB te houden, dan kan een eventuele keuze van sociale partners om de toekomstige opbouw elders onder te brengen niet leiden tot een besluit om alsnog te komen tot een collectieve waardeoverdracht. Dit kan alleen anders komen te liggen als uitkomsten (pensioenresultaat) dicht bij elkaar liggen. Haalbaarheid van een gesloten fonds scenario is nader onderzocht door Sprenkels en Verschuren (zie nota Sprenkels en Verschuren van 20 april 2017). Dit onderzoek leidde tot de volgende conclusies: De komende 5-10 jaar zijn er geen grote wijzigingen in de looptijd van de verplichtingen te verwachten. Er is derhalve geen sprake van een sterke vergrijzing van het fonds. Een afbouw van het risicoprofiel naar 60% vastrentende waarden en 40% zakelijke waarden leidt niet tot grote wijzigingen in het pensioenresultaat. Het bestuur heeft de indicatoren zoals die benoemd zijn in de Q&A krimpende en gesloten fondsen van DNB erbij betrokken. Deze indicatoren zijn: Kosten per deelnemer Vergrijzing Premiestuur Krimp Kostenvoorziening Dekkingsgraad Omvang van het fonds Kwalitatieve aspecten Ten aanzien van de toekomstbestendigheid speelt de omvang van het pensioenfonds een rol. BPFWB behoort van met een vermogen van circa EUR 1,2 miljard bij de 37% grootste pensioenfondsen in Nederland. DNB heeft onderzocht of er een optimale grootte van pensioenfondsen bestaat. Uit dit onderzoek blijkt dat er voor pensioenfondsen van af circa EUR 0,7 miljard geen schaalvoordelen zitten in vermogensbeheer (zie working paper DNB 376, april 2013). Het bestuur is van mening dat op basis van de omvang van het fonds de toekomstbestendigheid van het fonds niet onder druk

15 staat. Voor een vergelijking van de totale uitvoeringskosten met de onderzochte fondsen wordt verwezen naar paragraaf 5.8. Wel zijn door het bestuur enkele jaren geleden de volgende kwetsbaarheden voor BPFWB benoemd: Verdwijnen van (een deel van) alle opdrachtgevers. Beschikbaarheid deskundige bestuurders uit de sector. Uitvoering en vastlegging van het beleggingsbeleid. Uitvoeringsorganisatie (omvang, kosten, ICT, kwaliteit uitvoering). Het verdwijnen van alle opdrachtgevers leidt tot een gesloten fonds scenario. Bestuurlijke beoordeling van de resultaten uit het onderzoek van Sprenkels en Verschuren en van de door DNB benoemde kwetsbaarheidsindicatoren leidt niet tot de bestuurlijke conclusie dat bij BPFWB sprake is van een situatie die niet toekomstbestendig is. Indien een deel van de opdrachtgevers zou verdwijnen leidt dit wel tot een premiestijging. De uitvoeringskosten zullen immers niet dalen, maar het premievolume wel. Op basis van berekeningen van Fondsenbeheer Waterbouw zal de premie met 0,8% punt stijgen indien alle contractueel aangesloten werkgevers het contract zouden beëindigen (zie nota BPF 17-44). De kwetsbaarheid van de beschikbaarheid van bestuurders is in de afgelopen jaren opgelost door bestuurders te benoemen, die niet uit de sector komen. Ook de kwetsbaarheid ten aanzien van uitvoering en vastlegging van het beleggingsbeleid is opgelost. DNB heeft aangegeven dat BPFWB inmiddels voldoet aan de standaarden. De kwetsbaarheid van de uitvoeringsorganisatie blijft een aandachtspunt. Indien gekozen wordt voor scenario 1a of 1b zal gekeken moeten worden naar een uitbestedingsscenario teneinde ook deze kwetsbaarheid op te lossen. 6. Groepen belanghebbenden Overeenkomstig artikel 105 van de pensioenwet moet het bestuur van het pensioenfonds zich richten naar de belangen van de bij het pensioenfonds betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden, pensioengerechtigden, werkgevers. Het is de vraag of er nog een nadere verdeling noodzakelijk is voor de afweging van de belangen. Te denken valt hierbij aan een onderscheid in leeftijdsgroepen of inkomensniveau. De horizon van jongere deelnemers is substantieel langer dan van oudere deelnemers of gepensioneerden. Daarom wordt de groep deelnemers gesplitst in de groep jongere deelnemers en oudere deelnemers. Bij pensioengerechtigden kan de leeftijd ook een rol spelen. De horizon van een gepensioneerde van 65 verschilt van die van een 80 jarige. Gelijktijdig lijkt het zo te zijn dat het inkomensniveau met name in de eerste jaren van pensionering het verschil maakt. Daarom is gekozen om in de groep gepensioneerden geen onderscheid in leeftijd te maken. Hoewel ook bij gewezen deelnemers en andere aanspraakgerechtigden leeftijd invloed kan hebben op de horizon, moet geconcludeerd worden dat deze groepen zodanig divers zijn samengesteld dat het lastig is om hier een goed onderscheid te definiëren. Daarom is hier geen verder onderscheid gemaakt. De belangen van de werkgevers wijken op onderdelen af van de belangen van de deelnemers. De uiteindelijke individuele pensioenuitkomsten wegen voor de werkgevers minder zwaar dan de collectieve regeling, serviceniveau en toekomstbestendigheid.

16 Jonge Actieve Deelnemers Oudere Actieve Deelnemers Slapers Andere aanspraakgerechtigden Gepensioneerden Werkgevers 7. Belangen 7.1. Algemeen Belangen zijn redenen die mensen hebben om voor of tegen een bepaalde oplossing te kiezen. Het bestuur van het pensioenfonds moet zich richten naar de belangen van de bij het pensioenfonds betrokken deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden, pensioengerechtigden en werkgevers. Het bestuur moet zich dus vergewissen welke redenen belanghebbenden hebben om een oplossing wel of niet te accepteren. Dit betekent dat belangen, die zelfstandig of in samenhang met andere belangen leiden tot het wel of niet accepteren van een bepaalde oplossing, voor het bestuur essentieel zijn in de besluitvorming. Voor het evenwichtig wegen van belangen is het eerst nodig de belangen te definiëren. Zodra de belangen vastliggen kan worden uitgewerkt welke aspecten relevant zijn om deze belangen af te wegen. Per groep belanghebbenden kan worden aangegeven welke belangen relevant zijn en op welke aspecten deze belangen per groep belanghebbenden moeten worden gewogen. Paragraaf 3.2. (Aspecten) werkt de horizon uit waarop het bestuur in besluitvorming belangen weegt. Duidelijkheid over de horizon maakt het duiden van de relevantie van belangen mogelijk. Hierbij kan de horizon per groep belanghebbenden verschillen. Het bestuur heeft de kernpunten uit de relevante belangen vertaald in beoordelingscriteria bij afweging per scenario. Deze beoordelingscriteria zijn in het navolgende hoofdstuk uitgewerkt. Hierna volgt een tabel met de voor een besluit over de toekomst van BPFWB relevante belangen. Per groep belanghebbenden is aangegeven of een belang van toepassing is en in welke mate. Belangen van de verschillende stakeholders worden hierna kort benoemd. Daarnaast wordt per groep belanghebbenden de zwaarte van een belang geduid. Hierbij worden de volgende waarden gebruikt: A = niet van belang; B = beperkt van belang; C = van belang; D = van zeer groot belang Belangen Zo hoog mogelijk pensioenresultaat D D D D D B Geen initiële korting C D C D D B Zo laag mogelijke kortingen in de komende jaren C D C D D B Zo hoog mogelijke indexatie C C C C C B Evenwichtig premiebeleid (geen subsidie) (*) C C D D D B Dekkingsgraad die duurzaam boven het VEV ligt C C C C C B Toekomstbestendigheid C C C C C D Pensioenregeling conform BPFWB regeling C C A A A D Serviceniveau C C C C C D (*) Onder een evenwichtig premiebeleid wordt verstaan een premiebeleid dat leidt tot zo weinig mogelijk subsidies tussen de verschillende groepen deelnemers. Onevenwichtigheid kan ontstaan

17 door een niet kostendekkende premiedekkingsgraad. In die situatie wordt toekomstige opbouw gedeeltelijk gefinancierd uit het bestaande vermogen. Uit hiervoor genoemde tabel blijkt dat belangen van oudere actieve deelnemers en gepensioneerde in belangrijke mate overeenkomen. Dit geldt ook voor slapers en andere aanspraakgerechtigden. Hierna worden de belangen toegelicht met een motivering van relevantie en weging per belang Zo hoog mogelijk pensioenresultaat Voor alle deelnemers is een zo hoog mogelijk pensioenresultaat van belang. Voor de oudere deelnemers en de gepensioneerden zal het pensioenresultaat bij een horizon van 5 jaar zwaarder wegen dan het pensioenresultaat bij een horizon van 15 jaar. De horizon van ouderen is immers korter dan die van jongeren. Omdat het pensioenresultaat de maatstaf is voor de (toekomstige) koopkracht van de deelnemers is dit belang als zeer hoog gewogen voor alle deelnemers. De werkgevers hebben een beperkt belang bij het pensioenresultaat in de toekomst. Op een 5 jaar horizon scoren BPFWB en PGB het beste mediaan pensioenresultaat. Op een 15 jaar horizon scoort BPFWB het beste mediaan pensioenresultaat Geen initiële korting Voor alle deelnemers is het van belang dat er bij de overgang geen sprake zal zijn van een korting, maar bij de oudere deelnemers komt dit prominenter naar voren. Jongere deelnemers hebben immers nog de mogelijkheid om een korting goed te maken. Voor oudere deelnemers is vanwege de beperktere horizon deze kans kleiner. Voor gepensioneerden speelt daarbij nog een rol dat de pensioenen direct gekort gaan worden waardoor de koopkracht per direct daalt. Alhoewel dit element de werkgevers niet direct raakt, kan er wel sprake zijn van een indirect effect doordat de werknemers een beroep kunnen gaan doen op compensatie vanuit de werkgevers. Bij overgang naar BPF Koopvaardij en BPF Bouw is er sprake van een initiële korting Zo laag mogelijke korting Voor alle deelnemers is van belang dat de kortingskans en de hoogte van een eventuele korting naar de toekomst toe zo laag mogelijk is. De aanvangsdekkingsgraad speelt hierbij een rol, maar ook de risicohouding van het fonds. Het voorgaande is nog sterker van toepassing voor oudere actieven en slapers en voor gepensioneerden dan voor jongere actieven en slapers. Als gevolg van de hogere startdekkingsgraad en het defensievere beleggingsbeleid en de daarmee samenhangende risicohouding is de kortingskans en de hoogte van een eventuele korting bij BPF Koopvaardij het laagst. Daar staat evenwel de initiële korting tegenover die niet meer kan worden ingelopen. De kans op en de hoogte van een eventuele korting is bij PGB in de eerste 5 jaar het hoogst als gevolg van de lagere dekkingsgraad. Een initiële toeslag staat daar evenwel tegenover. Voor gepensioneerden kan dit aantrekkelijk zijn omdat de initiële toeslag direct leidt tot een hogere koopkracht Zo hoog mogelijke indexatiekans Voor alle deelnemers is een zo hoog mogelijke indexatiekans van belang. Hierbij moet wel bedacht worden dat de indexatiekans eveneens is verwerkt in het pensioenresultaat.

18 Een maatstaf voor de robuustheid van de indexatiekans is ook de dekkingsgraad aan het einde van de horizon van 15 jaar. Uit de ALM studie blijkt dat de mediane dekkingsgraad van BPFWB aan het einde van de 15 jaars horizon het hoogste is. BPF Bouw en BPF Koopvaardij kennen een lagere indexatiekans dan BPFWB en PGB Premiebeleid De hoogte van de premie lijkt in eerste instantie alleen voor de groep actieve deelnemers en de werkgevers van belang. Werkgevers richten zich daarbij meer op de absolute hoogte van de premie. Dit wordt echter anders indien er sprake is van een premiebeleid waarbij een deel van de opbouw uit vermogen gefinancierd wordt. In deze laatste situatie is er sprake van subsidie vanuit gepensioneerden en gewezen deelnemers naar actieve deelnemers. Het bestuur van het pensioenfonds heeft de taak de evenwichtigheid van het premiebeleid te bewaken. De zuiver kostendekkende premie is in alle gevallen identiek gegeven dat de regeling gelijk is. Alleen de kostenopslagen verschillen en de systematiek van demping kan verschillen. De belangen van deelnemers en werkgevers kunnen hierbij tegengesteld zijn: Werkgevers zullen naar verwachting zich meer richten op de absolute hoogte van de premie en minder oog hebben voor de evenwichtigheid van het premiebeleid. Actieve deelnemers zullen zich eveneens meer richten op de absolute hoogte van de premie en de hoogte van het werknemersdeel van de premie. Anderzijds kunnen ook zij op enig moment gaan behoren tot de groep gewezen deelnemers of gepensioneerden. Gewezen deelnemers en gepensioneerden hebben een relatief groot belang bij een premiebeleid waarbij er geen sprake is van financiering van een deel van de opbouw uit het vermogen. Dit gaat immers ten koste van de dekkingsgraad en dus van hun pensioenresultaat. De premieverdeling tussen werkgevers en werknemers is een zaak van sociale partners Dekkingsgraad die duurzaam boven de indexatiedrempel en/of VEV ligt Een dekkingsgraad die duurzaam boven de indexatiedrempel van 110% ligt is een indicatie voor de mogelijkheid van het pensioenfonds om toekomstbestendig te kunnen indexeren. Een dekkingsgraad die duurzaam boven het VEV lig is een indicatie voor de robuustheid van het pensioenfonds en de mogelijkheid om tegenslagen bij een slecht weer scenario op te vangen. Indirect is het dus ook een indicatie voor het kunnen uitkeren van toekomstbestendige indexaties en het kunnen voorkomen van kortingen. Voor alle deelnemers zijn dit dus een belangrijke indicatoren Toekomstbestendigheid Pensioen is voor de lange termijn en een collectieve waardeoverdracht is complex en de transitiekosten zijn aanzienlijk. Voor alle belanghebbenden is het derhalve van belang dat een nieuwe uitvoerder voldoende toekomstbestendigheid kan bieden. De omvang van het fonds speelt hierbij een rol, maar ook de robuustheid van de uitvoeringsorganisatie. Naar de robuustheid van de uitvoeringsorganisatie is nog geen onderzoek gedaan. Een mening hierover is derhalve op dit moment nog subjectief en gebaseerd op algemene gegevens. Verwezen wordt ook naar paragraaf 5.11

19 7.9. Pensioenregeling conform de Waterbouw regeling Sociale partners hebben aangegeven dat de wens is de pensioenregeling in de toekomst zo veel mogelijk ongewijzigd in stand te laten. Bij een voortzetting van de regeling bij BPFWB kan aan deze wens volledig worden voldaan. Bij de andere fondsen zal er in meer of mindere mate iets aan de regeling gewijzigd moeten worden. Hierbij kan opgemerkt worden dat PGB een zodanig flexibele regeling heeft dat de franchise op 0 gezet kan worden. Dit sluit naadloos aan op de werkwijze in de BPFWB-pensioenregeling. Bij BPF Koopvaardij en BPF Bouw is het de vraag of dit mogelijk is. Daarnaast zijn er nog enkele specifieke regelingen bij BPFWB die naar verwachting niet overgenomen kunnen worden door andere fondsen. Specifieke aandacht moet besteed worden aan de buitenlandregeling en de contractuele (vrijwillige) aansluiting. Inmiddels is duidelijk geworden dat er belangrijke blokkades hiervoor vanuit juridisch perspectief kunnen zijn die voortvloeien uit artikel 121a Pensioenwet. De legal opinion van Prof. Dr. E. Lutjes van 28 april leidt kort samengevat tot de volgende conclusies: Voor werkgevers die niet onder verplichtstelling vallen is artikel 121a van de Pensioenwet van toepassing. De werkingssfeer van BPF Koopvaardij sluit niet aan bij de werkingssfeer van BPFWB. Aansluiting bij BPF Koopvaardij wordt voor deze werkgevers derhalve uiterst complex. Voor BPF Bouw geldt eenzelfde situatie. De werkingssfeer van PGB leidt ertoe dat op circa 6 werkgevers na aansluiting wel mogelijk is. Voor deze resterende 6 werkgevers blijft een aansluiting evenwel uiterst complex. Dit betreft ca. 65 deelnemers. Omdat het hier de toekomstige opbouw betreft is dit aspect alleen van belang voor de actieve deelnemers en niet voor de slapers en gepensioneerden. De werkgevers hebben dit belang nadrukkelijk benoemd Serviceniveau Het serviceniveau is voor alle belanghebbenden van belang. De menselijke maat speelt hierbij voor de deelnemers een belangrijke rol. De menselijke maat is kort samengevat de mogelijkheid van de uitvoeringsorganisatie om deelnemers persoonlijk te woord te staan en te begeleiden, complexe vragen snel te beantwoorden en een snelle en goede wijze van klachtenafhandeling. Voor werkgevers speelt een soepele premie-inning systematiek en de communicatie daarover een belangrijke rol. Ook hiervoor geldt dat er nog geen onderzoek naar gedaan is en dat een mening derhalve op dit moment nog subjectief is en gebaseerd op algemene gegevens. Er kan zich hierbij een dilemma voordoen met de toekomstbestendigheid. Daar waar voor toekomstbestendigheid van pensioenfondsen vaak gekeken wordt naar een zo groot mogelijke omvang, is voor een kwalitatief goed serviceniveau de omvang vaak een bedreiging. Efficiënte bedrijfsvoering volgens vaste protocollen en contact via call centers verhoudt zich vaak slecht met de menselijke maat. Het is hierbij wel de vraag of sociale partners bereid zijn om de prijs te blijven betalen voor de menselijke maat. In het verleden is de premiestelling voor sociale partners echter geen discussiepunt gebleken.

20 8. Multi-criteria (belangen) analyse Via een multi criteria analyse model kunnen verschillende belangen per groep worden gewogen en afgezet tegen de verschillende scenario s. Ten behoeve van deze analyse is uitgegaan van: Jonge actieve deelnemers. Oudere actieve deelnemers en gepensioneerden. Slapers en andere aanspraakgerechtigden. De samenvoeging van enkele groepen belanghebbenden is in het vorige hoofdstuk onderbouwd. Uit de multi criteria analyse komt het volgende naar voren: Voor alle deelnemersgroepen leidt voortzetten van BPFWB tot het beste resultaat. BPF Bouw en BPF Koopvaardij geven voor alle deelnemersgroepen het slechtste resultaat. PGB geeft een resultaat er tussenin. Het resultaat is echter slechter dan van BPFWB. De multi-criteria analyse ziet er als volgt uit: Jonge actieve deelnemers Voortzetten Waterbouw BPF Bouw BPF Koopvaardij PGB Belang / belang Pensioenresultaat Zo hoog mogelijk pensioenresultaat horizon 5 jaar x x x Zo hoog mogelijk pensioenresultaat horizon 15 jaar Totaal 70% Geen initiele korting Zo laag mogelijke kortingen komende jaren (5 jaar) Zo laag mogelijke kortingen komende jaren (15 jaar) Zo hoog mogeljke indexatie Robuustheid Evenwichtig premiebeleid Totaal 20% Dekkingsgraad die duurzaam boven VEV ligt Toekomstbestendigheid Service en wendbaarheid Pensioenregeling conform Waterbouwregeling Totaal 10% Serviceniveau x Totaal 100% Totaal (moet uitkomen op 100) 100 4,6 3,2 2,9 4,0 Oudere actieve deelnemers, gepensioneerden Voortzetten Waterbouw BPF Bouw BPF Koopvaardij PGB Belang / belang Pensioenresultaat Zo hoog mogelijk pensioenresultaat horizon 5 jaar x x x Zo hoog mogelijk pensioenresultaat horizon 15 jaar Totaal 75% Geen initiele korting Zo laag mogelijke korting komende jaren (5 jaar) Zo laag mogelijke kortingen komende jaren (15 jaar) Zo hoog mogeljke indexatie Robuustheid Evenwichtig premiebeleid Totaal 15% Dekkingsgraad die duurzaam boven VEV ligt Toekomstbestendigheid Service en wendbaarheid Pensioenregeling conform Waterbouwregeling Totaal 10% Serviceniveau x Totaal 100% Totaal (moet uitkomen op 100) 100 4,6 3,0 2,9 4,1

21 Slapers en andere aanspraakgerechtigden Voortzetten Waterbouw BPF Bouw BPF Koopvaardij PGB Belang / belang Pensioenresultaat Zo hoog mogelijk pensioenresultaat horizon 5 jaar x x x Zo hoog mogelijk pensioenresultaat horizon 15 jaar Totaal 75% Geen initiele korting Zo laag mogelijke kortingen komende jaren (5 jaar) Zo laag mogelijke kortingen komende jaren (15 jaar) Zo hoog mogeljke indexatie Robuustheid Evenwichtig premiebeleid Totaal 20% Dekkingsgraad die duurzaam boven VEV ligt Toekomstbestendigheid Service en wendbaarheid Pensioenregeling conform Waterbouwregeling Totaal 5% Serviceniveau x Totaal 100% Totaal (moet uitkomen op 100) 100 4,6 3,0 2,9 4,1 Werkgevers Voortzetten Waterbouw BPF Bouw BPF Koopvaardij PGB Belang / belang Pensioenresultaat Zo hoog mogelijk pensioenresultaat horizon 5 jaar x x x Zo hoog mogelijk pensioenresultaat horizon 15 jaar Totaal 30% Geen initiele korting Zo laag mogelijke kortingen komende jaren (5 jaar) Zo laag mogelijke kortingen komende jaren (15 jaar) Zo hoog mogeljke indexatie Robuustheid Evenwichtig premiebeleid Totaal 35% Dekkingsgraad die duurzaam boven VEV ligt Toekomstbestendigheid Service en wendbaarheid Pensioenregeling conform Waterbouwregeling Totaal 35% Serviceniveau x Totaal 100% Totaal (moet uitkomen op 100) 100 4,3 3,4 3,7 4,1 1 = voldoet helemaal niet 5 = voldoet helemaal 9. Gebeurtenissen van belang per groep belanghebbenden Bij een bestuurskeuze dienen gebeurtenissen per groep van belanghebbenden die relevant zijn te worden meegewogen. De volgende gebeurtenissen zijn op de eerder aangegeven horizon van 5 jaren achteruitkijken relevant: Indexatie van actieven op basis van loonindex, te financieren uit overrendementen. Indexatie van slapers en gepensioneerden op basis van prijsindex, te financieren uit overrendementen. Wijziging in het opbouwpercentage voor actieven, waarbij oudere actieven zijn te onderscheiden van jongere actieven. Indexatie van actieven op basis van loonindex, te financieren uit overrendementen Ten opzichte van de ambitie van loonindexatie hebben actieven de afgelopen 5 jaren een grotere derving aan koopkrachtbehoud/verbetering geleden dan slapers en gepensioneerden op basis van de prijsindexatie. Bij een voortschrijden van de tijd is dit verschil afnemend, omdat het vroegste jaar (2013) het grootste verschil geeft.

22 Het verschil blijkt uit bijgaand overzicht uit het bestuursverslag 2016 Conclusie is dat er een verschil in gederfd perspectief ten opzichte van de toeslagambitie is. Het opbouwpercentage van actieven is de afgelopen 5 jaren 0,94%. Dit geeft geen reden onderscheid te maken in effecten van verschillen in opbouwpercentages voor jongere en oudere actieven. In besluitvorming hoeft dus geen rekening te worden gehouden met de effecten van deze verschillen. 10. Criteria voor beoordelen van scenario s Het bestuur heeft op basis van de hiervoor uitgewerkte belangen de volgende beoordelingscriteria voor wegen van toekomstscenario s vastgesteld. De belangen zijn getrechterd naar de criteria Pensioenresultaat In het criterium pensioenresultaat zijn de belangen ten aanzien van het realiseren van zo hoog mogelijke pensioenaanspraken en rechten, indexatiepotentieel en zo laag mogelijke korting opgenomen. Het pensioenresultaat is daarmee het belangrijkste criterium geworden. Hierbij moet wel bedacht worden dat het pensioenresultaat een rekenkundig begrip is dat geen rekening houdt met de negatieve beleving die het doorvoeren van een korting met zich mee brengt en die een iets hoger pensioenresultaat op langere termijn in de ogen van de deelnemers teniet kan doen. Het bestuur heeft derhalve het begrip korting als afzonderlijk sub criterium benoemd Korting In het criterium korting zijn zowel de belangen ten aanzien van het optreden van een initiële korting als een zo laag mogelijke kans en omvang van de korting opgenomen. Hierbij moet wel bedacht worden dat initiële korting een direct gevolg is van het besluit tot overgang en ook onvoorwaardelijk doorgevoerd moet worden. Andere kortingen zijn onzeker, afhankelijk van de dekkingsgraad ontwikkeling en worden ook pas in de toekomst doorgevoerd. Initiële korting weegt bij het criterium korting daarom zwaarder. Indirect raakt dit ook het belang van engagement van werknemers Serviceniveau en wendbaarheid Belangen ten aanzien van toekomstbestendigheid en kwaliteit van de uitvoeringsorganisatie zijn in het criterium serviceniveau en wendbaarheid opgenomen. Bij kwaliteit van de uitvoeringsorganisatie spelen zowel de inrichting van de uitvoeringsorganisatie, de robuustheid van de administratie als de menselijke maat in de contacten met de deelnemers een rol. Uiteindelijk bepaalt dit criterium de tevredenheid van de deelnemers over de uitvoering van de regeling. Het criterium serviceniveau en wendbaarheid wordt beoordeeld nadat een voorlopige keuze is gemaakt op basis van het eerste criterium t.w. het pensioenresultaat inclusief de kortingskansen. In de hiervoor genoemde criteria zijn belangen over de hoogte van de premie en het voortzetten van de Waterbouw regeling niet opgenomen. Omdat de regeling en de daarmee verband houdende

Fondsenbeheer Waterbouw: B. Keddeman algemeen directeur M. Brakelé notulist

Fondsenbeheer Waterbouw: B. Keddeman algemeen directeur M. Brakelé notulist Conceptnotulen : van de vergadering van het bestuur en het verantwoordingsorgaan van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw op 13 juli 2017 te Rijswijk Aanwezig : Bestuur: N. van den Berg werkgeversbestuurslid

Nadere informatie

Haalbaarheidstoets 2018

Haalbaarheidstoets 2018 Haalbaarheidstoets 2018 Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw Caroline Bosch 7 juni 2018 Copyright 2018 Sprenkels & Verschuren. Geen enkele reproductie van het document of een deel van het document

Nadere informatie

Overgang naar Bpf Detailhandel 27 September 2017

Overgang naar Bpf Detailhandel 27 September 2017 Overgang naar Bpf Detailhandel 27 September 2017 Agenda Overgang naar Pensioenfonds Detailhandel Aanleiding Uitgangspunten voor samenwerking Conclusies Besluit Sociale Partners In het kort: Pensioenfondsen

Nadere informatie

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG

Herstelplan. Stichting Personeelspensioenfonds APG Herstelplan Stichting Personeelspensioenfonds APG PPF APG Herstelplan versie: juni 2015 Herstelplan PPF APG 2015 juni 2015 1. Inleiding In dit herstelplan 2015 voor PPF APG leest u eerst welke uitgangspunten

Nadere informatie

Herstelplan PME 2015. Vastgesteld door het algemeen bestuur op 25 juni 2015

Herstelplan PME 2015. Vastgesteld door het algemeen bestuur op 25 juni 2015 Herstelplan PME 2015 Vastgesteld door het algemeen bestuur op 25 juni 2015 1 PME Herstelplan 2015 dekkingraadsjabloon inclusief onderbouwing Dit document bevat het dekkingsgraadsjabloon dat deel uitmaakt

Nadere informatie

Haalbaarheidstoets Stichting Pensioenfonds ANWB. Monique van Run Sander Smeets 3 augustus 2016

Haalbaarheidstoets Stichting Pensioenfonds ANWB. Monique van Run Sander Smeets 3 augustus 2016 Haalbaarheidstoets Stichting Pensioenfonds ANWB Monique van Run Sander Smeets 3 augustus 2016 Agenda Haalbaarheidstoets Inleiding Uitgangspunten Resultaten Stochastische resultaten Pensioenresultaat Risicohouding

Nadere informatie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Dit financieel crisisplan is geschreven in het kader van artikel 145 van de Pensioenwet. Het crisisplan maakt deel uit van de beschrijving van de beheerste en integere

Nadere informatie

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630 Pensioenfonds Productschappen Bezoekadres Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Postadres Postbus 3042 2280 GA Rijswijk Telefoon 070 4138630 Fax 070 4138650 E-mail info@pbodnl Website wwwpbodnl KvK

Nadere informatie

Deelnemerspresentatie

Deelnemerspresentatie Deelnemerspresentatie Paul van Driessen (plv voorzitter pensioenfonds) Ronald Doornbos (Focus Orange adviseur Stuurgroep) Erno Kleijnenberg (voorzitter bestuur Stap) Koos Guis ( bestuurder pensioenfonds)

Nadere informatie

Herstelplan 2016. Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG)

Herstelplan 2016. Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG) Herstelplan 2016 Stichting Personeelspensioenfonds APG (PPF APG) Onderwerp: Herstelplan PPF APG 2016 Datum: 10 maart 2016 1. Inleiding Deze notitie geeft een overzicht van de uitgangspunten die gehanteerd

Nadere informatie

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan Dit financieel crisisplan is geschreven in het kader van artikel 145 van de Pensioenwet. Het crisisplan maakt deel uit van de beschrijving van de beheerste en integere

Nadere informatie

30 september /LJ/AH. FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie. FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie

30 september /LJ/AH. FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie. FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie Postadres Postbus 9208, 3506 GE Utrecht Team Pensioenen T 0900 9690 (lokaal tarief) F 030 66 30 000 wwwfnvbondgenotennl Datum 30 september 2015 008/LJ/AH Onderwerp FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie

Nadere informatie

Deelnemersbijeenkomst Stichting Jan Huysman Wz fonds 27 September 2016

Deelnemersbijeenkomst Stichting Jan Huysman Wz fonds 27 September 2016 Deelnemersbijeenkomst Stichting Jan Huysman Wz fonds 27 September 2016 1 1: OPENING & AGENDA Opening Notulen deelnemersvergadering 2015 Deelnemersvergadering juli 2016 Samenstelling bestuur en verantwoordingsorgaan

Nadere informatie

Dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal Stichting Pensioenfonds TNO

Dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal Stichting Pensioenfonds TNO Dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal Stichting Pensioenfonds TNO Dit document bevat het dekkingsgraadsjabloon inclusief DC kapitaal voor Stichting Pensioenfonds TNO. De uitgangspunten die ten grondslag

Nadere informatie

Mijn Pensioen. Pensioen is meer! Onderwerpen van vandaag 23/11/2015. Mijn Pensioen (1) Hoe ziet mijn pensioen eruit?

Mijn Pensioen. Pensioen is meer! Onderwerpen van vandaag 23/11/2015. Mijn Pensioen (1) Hoe ziet mijn pensioen eruit? Mijn Pensioen Pensioen is meer! Oktober / november 2015 Onderwerpen van vandaag Mijn Pensioen (1) Hoe ziet mijn pensioen eruit? Mijn Pensioenfonds (2) Jaarverslag 2014 Hoe is het pensioenfonds georganiseerd?

Nadere informatie

RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL. Vraag 1

RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL. Vraag 1 RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL Vraag 1 Onder het huidige FTK krijgen pensioenfondsen te maken met de zogenaamde beleggings -spagaat: aan de ene kant kan er weinig risico worden genomen

Nadere informatie

WELKOM. Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016

WELKOM. Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016 WELKOM Algemene Vergadering voor Deelnemers en Gepensioneerden 14 september 2016 Agenda Opening Nieuws vanuit het bestuur Hoe staat het fonds ervoor? Pensioen: wat is er gewijzigd en wat betekent dat?

Nadere informatie

Wijziging uitvoerder & pensioenregeling 2015 25 november 2014

Wijziging uitvoerder & pensioenregeling 2015 25 november 2014 Wijziging uitvoerder & pensioenregeling 2015 25 november 2014 1 Doel van deze bijeenkomst Toelichting waarom overstap naar nieuwe pensioenuitvoerder Toelichting waarom nieuwe pensioenregeling per 1-1-2015

Nadere informatie

Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader. Juni 2014

Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader. Juni 2014 Toelichting wetsvoorstel aanpassing financieel toetsingskader Juni 2014 Inhoudsopgave Wetsvoorstel aanpassing FTK Beleidsdekkingsgraad Premievaststelling Toekomstbestendig indexeren Inhaalindexatie Hersteltermijn

Nadere informatie

In september 2016 werd het contract met Syntrus Achmea Pensioenbeheer opgezegd. In 2017 werd een nieuwe pensioenuitvoeringsorganisatie

In september 2016 werd het contract met Syntrus Achmea Pensioenbeheer opgezegd. In 2017 werd een nieuwe pensioenuitvoeringsorganisatie 2017in vogelvlucht Deelnemers Financieel Beleggingen Kosten Communicatie In juni 2018 hebben we ons jaarverslag 2017 uitgebracht. We hebben de belangrijkste ontwikkelingen van 2017 voor u samengevat. Het

Nadere informatie

De opbouw die in 2019 en 2020 nog plaatsvindt in de overgangsregeling is, overeenkomstig voorgaande jaren, niet meegenomen in de berekeningen.

De opbouw die in 2019 en 2020 nog plaatsvindt in de overgangsregeling is, overeenkomstig voorgaande jaren, niet meegenomen in de berekeningen. Aan Van Cc Het bestuur van Stichting Pensioenfonds ANWB AZL Actuariaat (Monique van Run en Valerie Heuvelmans) Dirk Meijwaard, fondsmanager Onderwerp Herstelplan 2019 Datum 7 maart 2019 Inleiding Omdat

Nadere informatie

Financieel crisisplan. Voorwoord. Inleiding. 1. Beschrijving financiële crisissituatie

Financieel crisisplan. Voorwoord. Inleiding. 1. Beschrijving financiële crisissituatie Financieel crisisplan November 2016 Voorwoord Voor de periode 1 januari 2014 tot en met 31 december 2018 zijn met de werkgever afspraken gemaakt over een bijstortingsgarantie (en een terugstortingsverplichting

Nadere informatie

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: Financieel Crisisplan 1. Elementen crisisplan In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van: vereist eigen vermogen (ultimo 2011

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS 2017 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan van Centraal Beheer APF Collectiviteitskring RBS bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding

Nadere informatie

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Op woensdagmiddag 9 maart, aansluitend aan de jaarbijeenkomst van de Vereniging Gepensioneerden Getronics (VGG), organiseerde Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Nadere informatie

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018

Pensioenbijeenkomst. 22 maart 2018 Pensioenbijeenkomst 22 maart 2018 Programma Welkom! Het fonds - mensen en cijfers* Financiële positie en beleid* Pensioenregeling en keuzes Actualiteiten 5 minuten 15 minuten 10 minuten 5 minuten Vragen?

Nadere informatie

Toekomst Pensioenfonds AZL & De Nationale APF. Elke Op het Veld Judith Kochen Jos Gubbels

Toekomst Pensioenfonds AZL & De Nationale APF. Elke Op het Veld Judith Kochen Jos Gubbels Toekomst Pensioenfonds AZL & De Nationale APF Elke Op het Veld Judith Kochen Jos Gubbels De toekomst van Pensioenfonds AZL Zeggenschap in bestuur Indexatiepotentieel Kans op pensioenkorting Eigen identiteit

Nadere informatie

Herstelplan ultimo 2016

Herstelplan ultimo 2016 Stichting Pensioenfonds NIBC Herstelplan ultimo 2016 16 juni 2017 - samenvatting (1) - Het Pensioenfonds NIBC (PF NIBC) verkeert sinds 30 juni 2015 in een tekort situatie en daarom dient jaarlijks het

Nadere informatie

Toelichting op de voorgenomen besluiten liquidatie en collectieve waardeoverdrachten PMA

Toelichting op de voorgenomen besluiten liquidatie en collectieve waardeoverdrachten PMA Toelichting op de voorgenomen besluiten liquidatie en collectieve waardeoverdrachten PMA Woord vooraf De afgelopen jaren zijn de deelnemers meer en meer geconfronteerd met de turbulentie rondom pensioenen

Nadere informatie

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015 Belanghebbendenvergadering 24 september 2015 Agenda 1. Opening 2. Actuele ontwikkelingen Ballast Nedam N.V. 3. Jaarverslag 2014 4. Nieuwe pensioenregelgeving en herstelplan 5. Toekomst pensioenfonds 6.

Nadere informatie

CRISISPLAN - SAMENVATTING

CRISISPLAN - SAMENVATTING CRISISPLAN - SAMENVATTING MAATREGELEN ALS DE FINANCIËLE POSITIE IN GEVAAR IS 1 juli 2015 Inleiding Dit crisisplan beschrijft wat het Algemeen Bestuur gaat doen als het Pensioenfonds in een crisissituatie

Nadere informatie

Herstelplan ultimo 2017

Herstelplan ultimo 2017 Stichting Pensioenfonds NIBC Herstelplan ultimo 2017 3 juli 2018 - samenvatting (1) - Het Pensioenfonds NIBC (PF NIBC) verkeert sinds 30 juni 2015 in een tekort situatie en daarom dient jaarlijks het Herstelplan

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 TWEEDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG TWEEDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2017 bedroeg 112,5% Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2017 bedroeg 0,8% Het rendement van 1 januari tot

Nadere informatie

SPUN deelnemersbijeenkomst

SPUN deelnemersbijeenkomst SPUN deelnemersbijeenkomst 20 november 2017 Het programma Welkom Wim Brandse Pensioenfondsen in beweging Edward Snieder De kogel is door de kerk; SPUN stopt Wim Brandse Beoordeling Verantwoordingsorgaan

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE. Datum Betreft Financiële positie pensioenfondsen > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam. Financieel crisisplan 2015

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam. Financieel crisisplan 2015 Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Financieel crisisplan 2015 1 Inhoudsopgave 1.1 Inleiding en onderdelen financieel crisisplan... 3 1.1.1 Inleiding... 3 1.1.2 Relatie financieel crisisplan met de doelstelling

Nadere informatie

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV Versie 1.0 17 juni 2015 Auteur: Corné van Bokhoven Status: vastgesteld door bestuur Inleiding Nadat Stichting Pensioenfonds DHV in 2008 in dekkingstekort kwam heeft

Nadere informatie

Wat is nu precies de rol van de werkgever, de vakbonden en het bestuur van het pensioenfonds?

Wat is nu precies de rol van de werkgever, de vakbonden en het bestuur van het pensioenfonds? Veelgestelde vragen en antwoorden Ontbinding Stichting Pensioenfonds Bavaria (in liquidatie) Wat gaat er op 1 april 2017 gebeuren? Dan gaan de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve en gewezen deelnemers

Nadere informatie

WELKOM! 22 april, NBC Congrescentrum, Nieuwegein

WELKOM! 22 april, NBC Congrescentrum, Nieuwegein WELKOM! 3061504048 Agenda: Algemene situatie pensioenland Wat betekent dit voor het BPF Textielverzorging? Herstructureringstraject Volgende bijeenkomst 23 juni 2 Algemene situatie pensioenland 3 Of verhoogt

Nadere informatie

1. Waarom heeft SPUN in 2015 een werkgroep toekomstverkenning ingesteld?

1. Waarom heeft SPUN in 2015 een werkgroep toekomstverkenning ingesteld? Veel gestelde vragen en antwoorden over de toekomst van SPUN 1. Waarom heeft SPUN in 2015 een werkgroep toekomstverkenning ingesteld? In de afgelopen 10 jaar is het aantal pensioenfondsen in Nederland

Nadere informatie

Via deze brief krijgt u verdere (achtergrond)informatie over de huidige situatie en wat dit voor uw pensioen betekent.

Via deze brief krijgt u verdere (achtergrond)informatie over de huidige situatie en wat dit voor uw pensioen betekent. Naam Adres Postcode + woonplaats Land ONDERWERP: SITUATIE PENSIOENFONDS ROCKWOOL EN MOGELIJKE VERLAGING VAN UW PENSIOEN BIJLAGEN: EVALUATIEMOMENTEN IN HERSTELPLAN, ONTWIKKELING DEKKINGSGRAAD, DEKKINGSGRAAD

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Premie Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Premie Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Premie - 2018 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties 3. Kritische

Nadere informatie

Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets

Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets Conform de Pensioenwet dient het bestuur van een pensioenfonds de doelstellingen en beleidsuitgangspunten (waaronder de risicohouding) van het pensioenfonds

Nadere informatie

Belanghebbendenbijeenkomst 11 oktober 2017

Belanghebbendenbijeenkomst 11 oktober 2017 Belanghebbendenbijeenkomst 11 oktober 2017 NBC congrescentrum Nieuwegein Agenda 2 1. Opening, mededelingen en ingekomen stukken 2. Jaarverslag 2016 3. Nieuwe pensioenregelgeving, herstelplan, actuele ontwikkelingen

Nadere informatie

Volgens de beleidsregel van De Nederlandsche Bank (DNB) is een financieel crisisplan als volgt te definiëren:

Volgens de beleidsregel van De Nederlandsche Bank (DNB) is een financieel crisisplan als volgt te definiëren: Vastgesteld door het bestuur op 16 mei 2012 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Beschrijving crisissituatie... 3 3. Dekkingsgraad waarbij het fonds er zonder korten niet meer uit kan komen... 4 4. Maatregelen

Nadere informatie

Sociale Partners en Pensioen

Sociale Partners en Pensioen Sociale Partners en Pensioen door Harry Govers Delft, 11 november 2014 Heerlen, 12 november 2014 Zwolle, 14 november 2014 Onderwerpen Witteveen kader. In te voeren per 1 jan 2015 nieuw Financieel Toetsingskader

Nadere informatie

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN 1 GEVOLGEN DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN 2 REKENRENTE,

Nadere informatie

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux

Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Kort jaarverslag Stichting Pensioenfonds nv Linde Gas Benelux Beleggingen Het totaal rendement over het afgelopen boekjaar 2010 is uitgekomen op 15,6%. Als we naar de onderverdeling kijken zien we het

Nadere informatie

Beleid bij collectieve waardeoverdracht

Beleid bij collectieve waardeoverdracht Beleid bij collectieve waardeoverdracht Voor een collectieve waardeoverdracht zijn geen wettelijke of gemeenschappelijke rekenregels, daarom stelt FNV Bondgenoten haar eigen uitgangspunten vast. FNV Bondgenoten

Nadere informatie

Gelden de kortingen op het pensioen per en voor beide regelingen?

Gelden de kortingen op het pensioen per en voor beide regelingen? Veelgestelde vragen DE KORTINGEN Gelden de kortingen op het pensioen per 1-9-2016 en 1-3-2017 voor beide regelingen? Ja, de kortingen gelden zowel voor de middelloon als de CDC regeling, ongeacht het afgesproken

Nadere informatie

Verzekeraar of Algemeen Pensioenfonds? Pensioen

Verzekeraar of Algemeen Pensioenfonds? Pensioen Verzekeraar of Algemeen Pensioenfonds? Pensioen Het Een algemeen pensioenfonds als alternatief voor uw salaris-diensttijdregeling. Hard of zacht pensioen? Het grote verschil met een pensioenregeling via

Nadere informatie

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN?

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN? WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN? Bijeenkomst voor pensioengerechtigden Dick Vis, voorzitter Stichting Pensioenfonds Urenco Nederland 20 september 2016 Agenda 1. Samenvatting jaarverslag 2015 2.

Nadere informatie

10. Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets

10. Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets 10. Doelstellingen, risicohouding en haalbaarheidstoets Conform de Pensioenwet dient het bestuur van een pensioenfonds de doelstellingen en beleidsuitgangspunten (waaronder de risicohouding) van het pensioenfonds

Nadere informatie

Huidige stand van zaken nftk. drs. Lonneke Thissen AAG

Huidige stand van zaken nftk. drs. Lonneke Thissen AAG Huidige stand van zaken nftk drs. Lonneke Thissen AAG juli 2014 1. Huidige stand van zaken nftk Wetsvoorstel naar de Raad van State op 4 april 2014 Gebaseerd op nominaal kader - De komende tijd wordt gekeken

Nadere informatie

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het jaarverslag legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Stabiliteit Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Stabiliteit Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Stabiliteit - 2018 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties 3.

Nadere informatie

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019

Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 Kwartaalverslag Q2-2019 Kwartaalverslag Tweede kwartaal 2019 1 In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 juni 2019 bedroeg 117,3%. Het rendement van 1 april tot en met 30 juni 2019 bedroeg 3,5%. Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Samenvatting. Analyses. Kostendekkende premie

Samenvatting. Analyses. Kostendekkende premie Samenvatting Op 14 juli 2015 heeft DNB aangekondigd dat zij de berekeningsmethodiek van de Ultimate Forward Rate (UFR), welke onderdeel vormt van de rekenrente waarmee pensioenfondsen hun verplichtingen

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Koopkracht Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Koopkracht Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Kring Koopkracht - 2018 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties 3.

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Herstelplan. In dit nummer. oktober 2015. Waar ging het ook alweer over?

Nieuwsbrief. Herstelplan. In dit nummer. oktober 2015. Waar ging het ook alweer over? Nieuwsbrief oktober 2015 Herstelplan In de nieuwsbrieven van juli (over o.a. het nieuwe Financieel ToetsingsKader nftk ) en augustus 2015 (over beleggen) informeerden we u al eerder over de eisen die De

Nadere informatie

Het APF, nu al de ideale oplossing voor het verplichtgestelde BPF?

Het APF, nu al de ideale oplossing voor het verplichtgestelde BPF? Het APF, nu al de ideale oplossing voor het verplichtgestelde BPF? Door: Jop Versteegt Het algemeen pensioenfonds (APF) kan ook een oplossing bieden voor verplichtgestelde bedrijfstakpensioenfondsen (BPF

Nadere informatie

2) Waarom heeft SNP i.l. gekozen voor aansluiting bij het Bedrijfstakpensioenfonds voor de landbouw (hierna: BPL Pensioen) gekozen?

2) Waarom heeft SNP i.l. gekozen voor aansluiting bij het Bedrijfstakpensioenfonds voor de landbouw (hierna: BPL Pensioen) gekozen? Vragen en antwoorden naar aanleiding van de gestelde vragen tijdens de Informatiebijeenkomsten van Stichting Norit Pensioenfonds in liquidatie d.d. 26 en 27 september 2018 Algemeen 1) Wat is de overweging

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 DERDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2017 bedroeg 114,8% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2017 bedroeg 1,4% Het rendement van 1 januari

Nadere informatie

Herstelplan Stichting Pensioenfonds Notariaat

Herstelplan Stichting Pensioenfonds Notariaat Herstelplan 2018 Stichting Pensioenfonds Notariaat maart 2018 2/6 Inhoud Inleiding...4 1 Herstelplan en toelichting...5 1.1 Toelichting...5 1.2 Elementen herstelplan...5 1.3 Uitgangspunten...6 1.4 Herstelplansjabloon...6

Nadere informatie

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring Bavaria Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring Bavaria Hoofdstukindeling Financieel crisisplan Centraal Beheer APF Collectiviteitskring Bavaria - 2018 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties

Nadere informatie

Financieel crisisplan CB APF Kring Premie 2017 Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan CB APF Kring Premie 2017 Hoofdstukindeling Financieel crisisplan CB APF Kring Premie 2017 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan van CB APF bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties 3. Kritische

Nadere informatie

datum onze referentie doorkiesnummer maart

datum onze referentie doorkiesnummer maart datum onze referentie doorkiesnummer maart 2018 0523 208268 Betreft: - gedeeltelijke indexatie per 1 januari 2018 - pensioenpremies en pensioenopbouw voor de periode 2018-2020 - onderzoek toekomstig bestuursmodel

Nadere informatie

Pensioen. Verzekeraar of Algemeen Pensioenfonds? Een algemeen pensioenfonds als alternatief voor uw salaris-diensttijdregeling. meeus.

Pensioen. Verzekeraar of Algemeen Pensioenfonds? Een algemeen pensioenfonds als alternatief voor uw salaris-diensttijdregeling. meeus. Pensioen Verzekeraar of Algemeen Pensioenfonds? Een algemeen pensioenfonds als alternatief voor uw salaris-diensttijdregeling. meeus.com/pensioen 1 Het Algemeen Pensioenfonds Vanaf 1 januari 2016 is het

Nadere informatie

Financieel crisisplan CB APF Kring Stabiliteit 2017 Hoofdstukindeling

Financieel crisisplan CB APF Kring Stabiliteit 2017 Hoofdstukindeling Financieel crisisplan CB APF Kring Stabiliteit 2017 Hoofdstukindeling Het financieel crisisplan van CB APF bevat de volgende hoofdstukken: 1. Inleiding 2. Beschrijving financiële crisissituaties 3. Kritische

Nadere informatie

116 De Pensioenwereld in 2015

116 De Pensioenwereld in 2015 12 116 De Pensioenwereld in 2015 Verslaggeving & communicatie 117 Meer inzicht nodig in evenwichtige belangenbehartiging bij uitvoeringskosten Auteurs: Myrna van Engelen en Tristan Helsloot Pensioenfondsen

Nadere informatie

Nieuwsbrief juni 2018

Nieuwsbrief juni 2018 Nieuwsbrief juni 2018 Inleiding Pensioenfonds Cindu heeft een intensief traject doorlopen om te komen tot een oplossing voor de toekomst van de uitvoering van uw pensioen. Alle stakeholders zijn vertegenwoordigd

Nadere informatie

Bijlage 3. Crisisplan

Bijlage 3. Crisisplan Bijlage 3 Crisisplan Crisisplan PME versie 2015.1 1 Inhoud 1. Inleiding... 3 2. Huidige situatie bezien vanaf 2008... 4 3. Wanneer is sprake van een crisis?... 5 4. Wat is de kritische ondergrens van de

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 EERSTE KWARTAAL 2016 KWARTAALVERSLAG EERSTE KWARTAAL 2016 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 maart 2016 bedroeg 109,6% Het rendement van 1 januari tot en met 31 maart 2016 bedroeg 5, Het pensioenvermogen per 31

Nadere informatie

reëel financieel toetsingskader (FTK2)

reëel financieel toetsingskader (FTK2) nominaal financieel toetsingskader (FTK1) - bestaande contract - nominale contract - uitkeringsovereenkomst - onderscheid tussen nominale opbouw en indexatie - 2,5% onderdekkingskans maatstaf voor nominale

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam

Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam Windmolenproject Egmond, 2006 1 Deelnemersvergadering 28 september 2006 Agendapunt 4 Kernpunten 2005 Goed jaar, dekkingsgraad van 112,1% naar 117,1% gestegen, ondanks

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013

Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden. Oktober 2013 Informatiebijeenkomst Pensioenfonds KPN Pensioengerechtigden Oktober 2013 1 Pensioenstelsel Individueel Pensioen fonds Overheid Lijfrente Pensioen AOW B E L A S T I N G 2 Programma bestuur en taken bestuur

Nadere informatie

Programma. 1. Terugblik 2017 & eerste helft van Toekomst van het pensioenfonds. 3. Financiële positie. 4. Hoe belegt het pensioenfonds (ESG)?

Programma. 1. Terugblik 2017 & eerste helft van Toekomst van het pensioenfonds. 3. Financiële positie. 4. Hoe belegt het pensioenfonds (ESG)? Programma 1. Terugblik 2017 & eerste helft van 2018 2. Toekomst van het pensioenfonds 3. Financiële positie 4. Hoe belegt het pensioenfonds (ESG)? Wifi: Guest Wachtwoord: unsecure Terugblik 2017 & eerste

Nadere informatie

Pensioenbijeenkomst. 11 maart 2019

Pensioenbijeenkomst. 11 maart 2019 Pensioenbijeenkomst 11 maart 2019 Programma 1. Het bestuur 2. Pensioen in Nederland 3. De pensioenregeling 4. Over het fonds 2 1 Het bestuur Els Janssen Onafhankelijk voorzitter Vanaf juli 2018 Werkgever

Nadere informatie

In het crisisplan worden verschillende parameters gebruikt die voor het pensioenfonds belangrijk zijn:

In het crisisplan worden verschillende parameters gebruikt die voor het pensioenfonds belangrijk zijn: Crisisplan ABTN Bijlage 4 Inleiding In hoofdstuk 9 van de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) - Het weerstandsvermogen van het pensioenfonds, sturingsmiddelen en beleidskader - zijn de risico

Nadere informatie

Pensioenen Oktober 2015

Pensioenen Oktober 2015 Pensioenen Oktober 2015 Agenda Waarom deze bijeenkomst? Waarom Pensioenfonds PGB? Pensioenregelingen 2016 Volgende stappen Vragen 2 Waarom deze bijeenkomst? Informeren over veranderingen op pensioengebied

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Lloyd s Register Nederland

Stichting Pensioenfonds Lloyd s Register Nederland Stichting Pensioenfonds Lloyd s Register Nederland Algemene Deelnemersvergadering 8 oktober 2018 Working together for a safer world Agenda 1) Opening en mededelingen 2) Ingekomen stukken 3) Herbenoeming

Nadere informatie

Uitvoeringsopdracht tussen het bestuur van Stichting Pensioenfonds Croda en Sociale Partners. Aanleiding. Opdrachtverlening

Uitvoeringsopdracht tussen het bestuur van Stichting Pensioenfonds Croda en Sociale Partners. Aanleiding. Opdrachtverlening Uitvoeringsopdracht tussen het bestuur van Stichting Pensioenfonds Croda en Sociale Partners Aanleiding Op 20 mei 2015 heeft het pensioenfondsbestuur met de sociale partners overleg gevoerd over de opdracht

Nadere informatie

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram 02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende

Nadere informatie

Met de hulp van onderhavig document vindt het overleg in de zin van artikel 102a Pw plaats met de sociale partners.

Met de hulp van onderhavig document vindt het overleg in de zin van artikel 102a Pw plaats met de sociale partners. Pensioenfonds ANWB Risicohouding Onderdeel van de doelstellingen en beleidsuitgangspunten van een pensioenfonds is de risicohouding. De risicohouding dient inzicht te geven in de relatie tussen de doelstellingen

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/6 VIERDE KWARTAAL 2017 KWARTAALVERSLAG VIERDE KWARTAAL 2017 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 31 december 2017 bedroeg 117,2% Het rendement van 1 oktober tot en met 31 december 2017 bedroeg 3,0% Het rendement van 1

Nadere informatie

Het Financieel Toetsingskader wijzigt

Het Financieel Toetsingskader wijzigt Het Financieel Toetsingskader wijzigt Wat zijn de consequenties en welke keuzes kunt u maken? Dit document is gebaseerd op het wetsvoorstel van 25 juni 2014 Copyright 2014 Sprenkels & Verschuren. Geen

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018

Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018 Stichting Pensioenfonds Avery Dennison Algemene Vergadering van Deelnemers en Gepensioneerden Oegstgeest, 3 september 2018 Agenda 1. Opening 2. Vaststelling notulen jaarvergadering 4 september 2017 3.

Nadere informatie

Het uitgangspunt bij de totstandkoming van de nieuwe pensioenregeling was: te komen tot een nieuwe, betaalbare en duurzame pensioenregeling voor AZL.

Het uitgangspunt bij de totstandkoming van de nieuwe pensioenregeling was: te komen tot een nieuwe, betaalbare en duurzame pensioenregeling voor AZL. AZL NV Pensioenregeling met ingang van 2013 Het uitgangspunt bij de totstandkoming van de nieuwe pensioenregeling was: te komen tot een nieuwe, betaalbare en duurzame pensioenregeling voor AZL. We kunnen

Nadere informatie

Financieel crisisplan

Financieel crisisplan In werking : 1 oktober 2018 Inhoudsopgave 1. Beschrijving crisissituatie 3 2. Beleidsdekkingsgraad waarbij het fonds er zonder korten niet meer uit kan komen 4 3. Maatregelen die ter beschikking staan

Nadere informatie

RBS pensioen update. Van premie tot pensioen

RBS pensioen update. Van premie tot pensioen RBS pensioen update Van premie tot pensioen Hoe is uw pensioen opgebouwd? Waarom zitten veel pensioenfondsen nu in de problemen? Hoe ziet de toekomst van pensioen in Nederland eruit? In deze RBS Pensioen

Nadere informatie

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015

KWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015 KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2015 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2015 bedroeg 112,6% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2015 bedroeg -1,6% Het pensioenvermogen

Nadere informatie

Financieel crisisplan

Financieel crisisplan Stichting Pensioenfonds ARCADIS Nederland Financieel crisisplan Vastgesteld 29 september 2015 Inleiding Het doel van het financiële crisisplan is dat het bestuur vooraf beschrijft welke maatregelen bij

Nadere informatie

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG

2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 2012 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het Jaarverslag 2012 legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen

Nadere informatie

BREAK-OUT SESSIE RISICO & RENDEMENT

BREAK-OUT SESSIE RISICO & RENDEMENT BREAK-OUT SESSIE RISICO & RENDEMENT Sacha van Hoogdalem & Vandena van der Meer 20 juni 2016 Welkom! Leuk dat jullie je hebben ingeschreven voor deze sessie over Risico & Rendement bij APF-en! Voordat we

Nadere informatie

De resultaten van de deelnemersenquête DNB & DNB Pensioenfonds. mei, 2014

De resultaten van de deelnemersenquête DNB & DNB Pensioenfonds. mei, 2014 De resultaten van de deelnemersenquête DNB & DNB Pensioenfonds mei, 2014 1 Beste DNB er Hartelijk dank voor jouw deelname aan en/of interesse in dit deelnemersonderzoek onder (ex)werknemers van DNB. Van

Nadere informatie

134 De Pensioenwereld in 2015

134 De Pensioenwereld in 2015 14 134 De Pensioenwereld in 2015 Ontwikkelingen in de pensioenmarkt 135 Het nieuwe FTK: oude wijn in nieuwe zakken? Auteurs: Gijs Hoedemaker, Machiel Koper en Alexander van Stee Na de crisis leek er een

Nadere informatie

Onderwerp: Rapport evenwichtig belangenafweging bij de vaststelling van de pensioenpremie voor 2015

Onderwerp: Rapport evenwichtig belangenafweging bij de vaststelling van de pensioenpremie voor 2015 CONFIDENTIEEL Onderwerp: Rapport evenwichtig belangenafweging bij de vaststelling van de pensioenpremie voor 2015 Toezicht pensioenfondsen Expertisecentrum bedrijf en organisatie Leeswijzer rapport: 1.

Nadere informatie

Financieel crisisplan

Financieel crisisplan Financieel crisisplan Inleiding In hoofdstuk 10 van deze Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) (weerstandsvermogen van het fonds, inzet sturingsmiddelen) zijn de risico s waaraan het fonds blootstaat

Nadere informatie

7. Bouw ik nu meer/minder op? Bij Coop Pensioenfonds bouwt u 1,64% op (2016). Bij BPFL gaat u 1,875% opbouwen (2016).*

7. Bouw ik nu meer/minder op? Bij Coop Pensioenfonds bouwt u 1,64% op (2016). Bij BPFL gaat u 1,875% opbouwen (2016).* Beste lezer, Dit overzicht met veelgestelde vragen hebben wij opgesteld naar aanleiding van de brief d.d. 10 november 2016 over de liquidatie van Coop Pensioenfonds. Heeft u een vraag die hier niet tussenstaat

Nadere informatie

Belanghebbendenbijeenkomst 12 oktober 2016

Belanghebbendenbijeenkomst 12 oktober 2016 Belanghebbendenbijeenkomst 12 oktober 2016 NBC congrescentrum Nieuwegein 1. Opening, mededelingen en ingekomen stukken 2 www.bnpf.nl www.vvp-bnpf.nl Agenda 1. Opening, mededelingen en ingekomen stukken

Nadere informatie