JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2010"

Transcriptie

1 JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2010 Groep Brussel Lambert

2 Verantwoordelijke personen 1. Verantwoordelijken voor het document 2. Verklaring van de voor de financiële staten en voor het jaarverslag verantwoordelijke personen 3. Commissaris Baron Frère, Voorzitter, Gedelegeerd Bestuurder en CEO La Peupleraie Allée des Peupliers 17 B 6280 Gerpinnes Gérald Frère, Gedelegeerd Bestuurder La Bierlaire Rue de la Bierlaire 1 B 6280 Gerpinnes Thierry de Rudder, Gedelegeerd Bestuurder Ahornlaan 31 B 1640 Sint-Genesius-Rode Baron Frère, Gérald Frère en Thierry de Rudder, het Uitvoerend Management, en Patrick De Vos, Financieel Directeur, bevestigen, in naam en voor rekening van GBL, dat naar hun weten, de in dit jaarlijks financieel verslag vervatte financiële staten per 31 december 2010 zijn opgesteld overeenkomstig de toepasselijke boekhoudstandaarden (IFRS of Belgisch boekhoudrecht) en een getrouw beeld geven van het vermogen zoals gedefinieerd door de IAS/IFRS, van de financiële toestand en van de resultaten van GBL en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen (1), het in het jaarlijks financieel verslag opgenomen jaarverslag een getrouw overzicht geeft van de ontwikkeling en de resultaten van het bedrijf en van de positie van GBL en de in de consolidatie opgenomen ondernemingen (1), alsmede een beschrijving van de voornaamste risico s en onzekerheden waarmee zij geconfronteerd worden. Deloitte Bedrijfsrevisoren BV o.v.v.e. CVBA Vertegenwoordigd door Michel Denayer Berkenlaan 8b B 1831 Diegem (1) De in de consolidatie opgenomen ondernemingen omvatten de dochterondernemingen van GBL in de zin van artikel 6 van het Wetboek Vennootschappen. Zie de lijst van de dochterondernemingen op blz. 66

3 JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2010 Inhoud VOOR MEER INLICHTINGEN OVER GBL, GELIEVE U TE RICHTEN TOT: Carine Dumasy Tel.: Fax: cdumasy@gbl.be BOODSCHAP AAN DE AANDEELHOUDERS 4 GESELECTEERDE FINANCIËLE INFORMATIE 6 Beursgegevens 6 Portefeuille en aangepast netto-actief 8 Geconsolideerde gegevens IFRS 12 OVERZICHT VAN DE ACTIVITEITEN 17 Total 18 GDF SUEZ 24 Lafarge 30 Pernod Ricard 36 Imerys 42 Suez Environnement 48 Diverse deelnemingen 54 REKENINGEN PER 31 DECEMBER Geconsolideerde financiële staten 58 Verkorte jaarrekening 88 Uitkeringsbeleid 90 Historische gegevens 91 VERKLARING INZAKE DEUGDELIJK BESTUUR 94 BESLUITEN VOORGESTELD AAN DE AANDEELHOUDERS 122 BIJLAGE MANDATEN VAN DE BESTUURDERS TUSSEN 2006 EN WOORDENLIJST 143 VOOR MEER INLICHTINGEN Voorlaatste omslag Ce rapport financier annuel est aussi disponible en français This annual financial report is also available in English GBL JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG

4 2 GBL JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2010

5 Groep Brussel Lambert GBL STREEFT ERNAAR OM OP MIDDELLANGE TERMIJN WAARDE TE SCHEPPEN VOOR HAAR AANDEELHOUDERS. MET HET OOG DAAROP LEGT GBL ZICH TOE OP HET IN STAND HOUDEN EN HET DOEN GROEIEN VAN EEN PARTICIPATIEPORTEFEUILLE DIE VOORNAMELIJK GERICHT IS OP EEN KLEIN AANTAL BELANGRIJKE INDUSTRIËLE ONDERNEMINGEN WAARIN ZIJ HAAR OPDRACHT VAN PROFESSIONEEL AANDEELHOUDER KAN UITOEFENEN. DEZE PORTEFEUILLE ZOU METTERTIJD MOETEN EVOLUEREN OP BASIS VAN HET LEVEN VAN DIE ONDERNEMINGEN EN DE MARKTOPPORTUNITEITEN. GBL BELEGT IN ONDERNEMINGEN DIE WAARDE KUNNEN SCHEPPEN VOOR DE AANDEELHOUDER EN DOET DE INVESTERINGEN VAN DE HAND WAARVAN GEOORDEELD WORDT DAT ZE HUN MATURITEIT HEBBEN BEREIKT. GBL voert een dividendbeleid dat het midden wil houden tussen een aantrekkelijk rendement voor de aandeelhouder en een waardering van het aandeel. GBL JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG

6 Boodschap aan de aandeelhouders Dames en heren, Het jaar 2011 is niet al te veelbelovend begonnen. De conjuncturele hemel is wel opgeklaard maar de globale activiteit blijft gekenmerkt door aanhoudende storingen en een gevoelige geopolitieke context. De wereldeconomie heeft in 2010 weer elan gekregen met een groei geschat op 5%. Die heropleving is nochtans ongelijk verdeeld, want de opkomende landen vertonen een levendig herstel, terwijl de vooruitgang in de ontwikkelde landen veel bescheidener is. De staten, zeker in de geavanceerde economieën, moeten hun budgettaire discipline terugvinden en het hoofd bieden aan de opgelopen overheidsschuld. Ook op dat gebied moeten we een contrast vaststellen. In Europa toont Duitsland zich de beste leerling van de klas, in tegenstelling tot landen als Griekenland, Ierland, Portugal en Spanje, die heel wat moeilijkheden ondervinden. Die tegenstelling doet spanningen ontstaan binnen de Eurozone en wijst er ons op dat het gebruik van een gemeenschappelijke munt een betere coördinatie van het economische beleid vergt. Ook wereldwijd komt de nood aan coordinatie tot uiting door de pogingen die ondernomen worden om een nieuwe monetaire orde uit te zetten, waardoor de concurrentie tussen de deviezen beter zou kunnen beheerst worden. Voorts heeft de versnelling van de conjunctuur een hogere vraag veroorzaakt, en derhalve hogere grondstoffenprijzen, die op hun beurt de inflatie aanwakkeren. Dat uit zich in de opkomende landen in een stelselmatige verstrakking van het monetair beleid, terwijl de oude wereld voor het ogenblik nog een soepeler beleid aanhoudt, in het bijzonder in de Verenigde Staten. De voortdurende werkloosheid en de aanhoudende ongebruikte productiecapaciteit hebben momenteel immers een matigend effect op de prijsstijgingen. De beurzen vertoonden de laatste tijd een positiever beeld, maar met een uitgesproken volatiliteit en zeer uiteenlopende resultaten naargelang de sector. Wat de deelnemingen van GBL betreft konden Pernod Ricard, Imerys en Arkema een mooie groei etaleren, maar voor de zwaargewichten van onze portefeuille, zoals GDF SUEZ, Lafarge en Total, was de toestand minder gunstig. In tegenstelling tot veel andere vennootschappen heeft GDF SUEZ tijdens de crisis opmerkelijk stand gehouden, en bleef, ondanks de ongunstige marktparameters, uitmuntende resultaten voorleggen. Maar de financiële wereld heeft de Utilities sector tijdens de verslagperiode genegeerd, en was vooral begaan met de prijsevolutie van de nutsvoorzieningen en met de regularisende omgeving. GDF SUEZ onderscheidt zich van zijn voornaamste concurrenten door haar internationale aanwezigheid en haar blootstelling aan markten in volle groei, positie die nog versterkt werd door het succes van de overname van International Power. De prestatie van de groep en het behoud van de financiële soliditeit steunen op het dynamisch beleid van een gediversifieerde en hoog kwalitatieve activaportefeuille. Door de laattijdige heropleving van de bouwcyclus en de bijzondere marktperikelen in bepaalde opkomende landen, kon Lafarge geen profijt trekken van het gunstigere marktklimaat dat in 2010 werd verwacht. Ook de hoge schuldenlast van de groep heeft op de beurskoers gewogen en de afbouw ervan zal dit jaar een prioriteit zijn. Door blijk te geven van een gedisciplineerd en efficiënt beleid, wist de groep zich nog goed uit de slag te trekken en kon voor 2010 nog een behoorlijke prestatie neerzetten. De heractivering van de vennootschap en haar wereldwijde geografische aanwezigheid staan garant voor haar ontwikkeling en haar succes in de komende jaren. 4 GBL BOODSCHAP AAN DE AANDEELHOUDERS

7 De grote geïntegreerde petroleumgroepen konden de laatste jaren niet rekenen op het enthousiasme van de markten, die zich zorgen maakten over de moeilijke vervangbaarheid van de reserves, de stijging van de ontwikkelingskosten van de velden en de fiscale druk van de staten die de bronnen bezitten. Daarenboven deed het aandeel van Total het minder goed dan zijn concurrenten wegens de verbondenheid met de Eurozone. Maar de marktperceptie van het potentieel van deze petroleummaatschappijen is mogelijk aan het veranderen. En ook de nieuwe visie van het management van Total, dat nog meer de nadruk legt op het zoeken naar olie, de operationele efficiëntie en het dynamisch beheer van de portefeuille, biedt uitzicht op behoorlijke vooruitzichten voor de groep. Pernod Ricard kon voluit profiteren van de betere conjunctuur, vooral in de opkomende landen, en houdt haar groei aan. De groep consolideert stelselmatig haar financiële structuur, door de afbouw van de schuld die voor de overname van Wodka Absolut werd aangegaan. De prestaties van de groep werden door de markten onderkend, en de beurskoers is in 2010 dan ook 17% opgeklommen. GBL heeft haar belang in Arkema versterkt; deze laatste geeft blijk van een goede operationele gezondheid die op de beurs met een forse stijging werd beloond. GBL blijft ook de private-equitypool uitbreiden, in 2010 voornamelijk door een nieuwe investering in Ergon Capital Partners III. Het beursjaar is een beetje tegengevallen voor GBL maar de vennootschap gelooft dat het potentieel van haar portefeuille veelbelovend blijft en dat de belangrijke deelnemingen, die in 2010 een beetje teleurstelden, op midellange termijn van een inhaaleffect zouden moeten kunnen profiteren. GBL blijft bogen op een zeer solide financiële structuur, met een nettocash van meer dan EUR 500 miljoen. Daarnaast heeft de groep in 2010 een obligatie van EUR 350 miljoen uitgeschreven, om een deel van haar omruilbare obligatie die in 2012 vervalt vervroegd te herfinancieren. GBL heeft ook de looptijd van de helft van de bevestigde kredietlijnen waarover de groep bij de banken beschikt, met drie jaar verlengd. De cash earnings van GBL zijn één van de belangrijkste bestanddelen van haar uitkeringsvermogen. Maar in 2010 konden de cash earnings niet profiteren van de uitkering van een uitzonderlijk dividend door GDF SUEZ en van de terugbetaling van op voorheen geïnde dividenden ingehouden bronheffingen, zoals in Deze niet-recurrente items van het vorige boekjaar buiten beschouwing gelaten, zijn de cash earnings nochtans gestegen en stellen GBL andermaal in staat een verhoging met 5% van het brutodividend per aandeel te overwegen. GBL blijft zich bezinnen over de strategische positionering van haar portefeuille in een omgeving in volle evolutie en over de opportuniteiten die zich zouden kunnen voordoen, waarbij de groep trouw blijft aan het model, van waardecreatie op lange termijn van haar vermogen. Baron Frère 3 maart 2011 GBL BOODSCHAP AAN DE AANDEELHOUDERS 5

8 Geselecteerde financiële informatie I. Beursgegevens 1. HET GBL-AANDEEL OP DE BEURS In EUR Beurskoers Op het einde van het jaar 62,93 66,05 56,86 87,87 91,05 Hoogste 68,19 66,25 87,50 95,55 93,95 Laagste 55,66 48,27 49,90 78,00 73,75 Jaargemiddelde 62,40 57,57 71,20 87,98 86,00 Dividend Brutodividend 2,54 2,42 2,30 2,09 1,90 Nettodividend 1,91 1,82 1,73 1,57 1,43 Nettodividend met VVPR-strip 2,16 2,06 1,96 1,78 1,62 Verschil (in %) + 5,0 + 5,2 + 10,0 + 10,0 + 10,5 Beursratio s (in %) Dividend/gemiddelde koers 4,1 4,2 3,2 2,4 2,2 Brutojaaropbrengst - 1,0 20,2-32,7-1,4 12,0 Aantal aandelen per 31 december Uitgegeven Eigen Beurskapitalisatie (in miljoen EUR) , , , , ,6 Verschil (in %) - 4,7 + 16,2-35,3 + 5,8 + 16, BEURSINFORMATIE (1) GBL is genoteerd op Euronext Brussels en is opgenomen in zowel de BEL 20- en Euronext 100-index, representatief voor de ééngemaakte beursmarkt die de beurzen van Parijs, Amsterdam, Brussel en Lissabon groepeert Verhandelde bedragen (in miljard EUR) 5,2 4,0 7,7 7,0 5,3 Aantal verhandelde effecten (in duizenden) Gemiddeld aantal verhandelde effecten per dag Op de beurs verhandeld kapitaal (in %) 50,9 43,8 67,2 56,2 43,3 Free float velocity (in %) 102,8 94,1 144,5 116,8 90,0 Gewicht in de BEL 20 (in %) 7,7 8,1 8,5 6,0 4,8 Plaats in de BEL Gewicht in de Euronext 100 (in %) 0,6 0,7 0,7 0,6 0,6 Plaats in de Euronext (1) De beursindexen omvatten de volumes die verhandeld zijn op Euronext Brussels, alsook voor 2008, 2009 en 2010 op de andere tradingplatforms waarvan voornamelijk BOAT en Chi-X GBL GESELECTEERDE FINANCIËLE INFORMATIE

9 Beurskoers over 10 jaar (1/1/2001 = 100) Beurskoers van GBL en niveau van de BEL 20 en van de CAC 40 over 10 jaar (1/1/2001 = 100) Niveau van de BEL 20 Niveau van de CAC 40 Beurskoers van GBL Beurskapitalisatie (in miljoen EUR) Aangepast netto-actief over 10 jaar (in miljoen EUR) Thesaurie over 5 jaar (in miljoen EUR) (2.000) (4.000) (6.000) (8.000) (10.000) 56 Thesaurie 31/12/ Verkopen (8.454) Kapitaalverhogingen Verwervingen Cash earnings en andere (1.616) Winstverdeling 509 Thesaurie 31/12/2010 Cash earnings over 5 jaar (in miljoen EUR) GBL GESELECTEERDE FINANCIËLE INFORMATIE 7

10 3. INFORMATIE VOOR DE AANDEELHOUDER Financiële kalender Gewone Algemene Vergadering april 2011 Datum waarop coupon nr. 13 wordt afgeknipt (Ex-Date) 14 april 2011 Datum van afsluiting van de dividendgerechtigde posities van coupon nr. 13 (Record date) 18 april 2011 Datum van betaalbaarstelling van coupon nr. 13 (Payment Date) 19 april 2011 Bekendmaking van de resultaten per 31 maart mei 2011 Bekendmaking van de halfjaarresultaten juli 2011 Bekendmaking van de resultaten per 30 september november 2011 Bekendmaking van de jaarresultaten 2011 Begin maart 2012 Gewone Algemene Vergadering april 2012 Opmerking: de hierboven vermelde data zijn afhankelijk van de kalender van de vergaderingen van de Raad van Bestuur en kunnen dus gewijzigd worden. Dividend Er zal aan de Gewone Algemene Vergadering van aandeelhouders van 12 april 2011 worden voorgesteld om de winstverdeling voor het boekjaar 2010 goed te keuren, hetzij een brutobedrag van EUR 2,54 per GBL-aandeel, wat neerkomt op een stijging met 5% in vergelijking met het bedrag van EUR 2,42 dat werd uitgekeerd voor het voorgaande boekjaar. Het nettodividend bedraagt: EUR 1,905 per aandeel, EUR 2,159 per aandeel met VVPR-strip. Gelet op het aantal effecten dat recht geeft op het dividend ( ), bedraagt de totale winstuitkering van het boekjaar 2010 EUR 410 miljoen tegen EUR 390 miljoen voor Dit nettodividend zal betaalbaar zijn vanaf 19 april 2011, hetzij door overschrijving voor de aandeelhouders op naam, hetzij door het crediteren van de bankrekening van de eigenaar van gedematerialiseerde aandelen. De financiële dienst wordt verzekerd door de bank ING België (System Paying Agent). De aandeelhouders wordt erop gewezen dat de GBL-aandelen sinds 1 januari 2011 gedematerialiseerd zijn (beslissing van de Raad van Bestuur van 2 maart 2010). Sinds voornoemde datum zijn de maatschappelijke rechten verbonden aan de aandelen aan toonder, inclusief het recht op dividend, geschorst en worden ze pas hersteld zodra deze aandelen gedematerialiseerd zijn door inschrijving op een effectenrekening bij een bank of inschrijving in het register van de aandeelhouders op naam. In beide gevallen wordt de aandeelhouder verzocht om het nodige te doen bij zijn financiële instelling. II. Portefeuille en aangepast netto-actief 1. ORGANIGRAM PER 31 DECEMBER 2010 % in kapitaal (% van de stemrechten) 8 TOTAL 4,0% (3,7%) GDF SUEZ 5,2% (5,2%) GBL GESELECTEERDE FINANCIËLE INFORMATIE LAFARGE 21,1% (24,6%) 3,8% (0,0%) PERNOD RICARD 9,9% (9,0%) IMERYS 30,7% (37,7%) SUEZ ENVIRONNEMENT 7,1% (7,1%)

11 2. BEURSEVOLUTIE VAN DE DEELNEMINGEN IN januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober november december Total GDF SUEZ Lafarge Pernod Ricard Imerys Suez Environnement 3. AANGEPAST NETTO-ACTIEF Beginselen De evolutie van het aangepast netto-actief van GBL vormt, net als de evolutie van haar beurskoers en haar resultaat, een belangrijke criterium voor de beoordeling van de prestaties van de groep. Het aangepast netto-actief is een overeengekomen referentie die wordt verkregen door optelling van de deelnemingsportefeuille en de andere activa, verminderd met de schulden. De in aanmerking genomen waarderingsbeginselen zijn de volgende: De genoteerde deelnemingen, met inbegrip van de aangehouden eigen aandelen, worden gewaardeerd tegen slotkoers. De waarde van de aandelen die bestemd zijn tot dekking van eventueel door de groep aangegane verbintenissen wordt evenwel begrensd tot de omzettings-/uitoefenprijs. De niet-genoteerde deelnemingen worden gewaardeerd tegen boekwaarde, na aftrek van eventuele waardeverminderingen, of tegen het deel in het eigen vermogen indien die hoger is, met uitzondering van de niet-geconsolideerde vennootschappen of vennootschappen waarop geen vermogensmutatie wordt toegepast van de private-equitycomponent, die gewaardeerd worden tegen marktwaarde. De nettocash, zijnde de liquide middelen en gelijkgestelde verminderd met de schulden van de groep, wordt gewaardeerd tegen boekwaarde of tegen marktwaarde. Voor de berekening van het aangepast netto-actief per aandeel wordt gebruik gemaakt van het aantal GBL-aandelen van het uitstaande kapitaal op waarderingsdatum. Het is mogelijk dat bepaalde minder belangrijke gebeurtenissen bij de mededeling van de waarde eventueel buiten beschouwing worden gelaten. Het gecombineerd effect van deze elementen zal evenwel niet meer bedragen dan 2% van het aangepast netto-actief. Het aangepast netto-actief van GBL wordt elk kwartaal, samen met de bekendmaking van de resultaten, gepubliceerd. De waarde van het aangepast netto-actief wordt elke vrijdag na de sluiting van de beurs, op de website van GBL gepubliceerd ( GBL GESELECTEERDE FINANCIËLE INFORMATIE 9

12 Uitsplitsing van het aangepast netto-actief per 31 december Onderstaande tabel geeft een gedetailleerd en vergelijkend overzicht van de samenstellende delen van het aangepast netto-actief van GBL per eind 2010 en eind Portefeuille % in kapitaal 31 december december 2009 Beurskoers In EUR In miljoen EUR % Portefeuille % in kapitaal Beurskoers In EUR In miljoen EUR % Total 4,0 39, ,0 4,0 45, ,8 GDF SUEZ 5,2 26, ,0 5,2 30, ,3 Lafarge 21,1 46, ,8 21,1 57, ,9 Pernod Ricard 9,9 70, ,8 9,1 59, ,5 Imerys 30,7 49, ,1 30,7 42, ,4 Suez Environnement 7,1 15, ,8 7,1 16, ,7 Iberdrola 0,6 5, ,3 0,6 6, ,4 Arkema 5,0 53, ,2 3,8 26, ,4 Private-equity en andere 233 1, ,1 Portefeuille , ,4 Nettocash/trading/ eigen aandelen 509 3, ,6 Aangepast netto-actief , ,0 Aangepast netto-actief per aandeel (in EUR) 88,77 94,40 10 Het aangepast netto-actief van GBL bedroeg op 31 december 2010 EUR miljoen tegen EUR miljoen een jaar eerder. Die achteruitgang van bijna 6% over 2010 sluit aan bij de evolutie van de CAC 40- en EuroStoxx 50-indexen, die respectievelijk 3% en 6% moesten prijsgeven. De BEL 20 daarentegen, waarin de bankwaarden fors doorwegen, heeft iets beter gepresteerd en is in 2010 met 3% gestegen. Portefeuille De bijdrage van Total tot het aangepast netto-actief bedraagt EUR miljoen, tegen EUR miljoen eind 2009, in de lijn van de achteruitgang van het aandeel op de beurs (- 12 %) in Het deelnemingspercentage van GBL in Total is onveranderd op 4% gebleven. GDF SUEZ heeft, net als de marktdeelnemers uit haar sector, een tweede wisselvallig beursjaar op rij doorgemaakt, terwijl haar beurskoers, tijdens de crisis van 2008, nochtans zeer goed standhield. De bijdrage van GDF SUEZ tot het aangepast nettoactief van GBL bedraagt 22%, iets minder dan in 2009 (23%). Lafarge, actief in een zeer crisisgevoelige sector, zag in 2010, ondanks de aangekondigde economische opleving, haar beurskoers 19% terugvallen. Ten gevolge daarvan is de weging van Lafarge in het aangepast netto-actief teruggelopen van 23% tot 20%, met een marktwaarde per 31 december 2010 van EUR miljoen. GBL heeft haar belang in Pernod Ricard opgetrokken door een investering van zowat EUR 122 miljoen, waardoor haar deelneming oploopt van 9,1% tot 9,9% per eind GBL GESELECTEERDE FINANCIËLE INFORMATIE De beurskoers is 17% omhoog gegaan en de deelneming vertegenwoordigt eind 2010 EUR miljoen, hetzij 13% van het aangepast netto-actief (tegen EUR miljoen eind 2009). De waarde van de deelneming in Imerys is ten opzichte van het vorig boekjaar aanzienlijk toegenomen tot EUR miljoen eind 2010, tegen EUR 971 miljoen eind 2009, voornamelijk wegens de stijging van de beurskoers (+ 19 %). Merk op dat de beurswaarde van Imerys de laatste twee jaar met meer dan 53% is gestegen, en opnieuw in de buurt komt van haar niveau van voor de crisis. De beurskoers van Suez Environnement is over het boekjaar 2010 met 4% gedaald. De deelneming vertegenwoordigt 3,8% van het aangepast netto-actief van GBL (EUR 541 miljoen). Het belang van GBL in het kapitaal van Suez Environnement bleef ongewijzigd op 7,1%. Arkema liet in 2010 één van de beste beursprestaties optekenen met een koersstijging van bijna 107%. GBL heeft circa EUR 27 miljoen in deze deelneming geïnvesteerd en bezit op 31 december % van het kapitaal van Arkema, in het aangepast netto-actief van GBL goed voor EUR 166 miljoen. Het belang in Iberdrola werd op EUR 181 miljoen gewaardeerd, 14% minder dan in 2009, en die vermindering is toe te schrijven aan de lagere beurskoers. Het belang van GBL in de private-equitycomponent neemt toe en bedraagt ongeveer EUR 230 miljoen, voornamelijk ten gevolge van de in 2010 gedane netto-investeringen van EUR 44 miljoen.

13 Nettocash/trading/eigen aandelen (1) Eind december 2010 beschikte GBL over een bedrag van EUR 509 miljoen netto liquide middelen, in het aangepast netto-actief opgenomen onder de rubriek Nettocash/trading/eigen aandelen. De brutocash, gevormd door de liquide middelen en gelijkgestelde, bedraagt meer dan EUR 930 miljoen en omvat voornamelijk de beleggingen geplaatst bij een beperkt aantal geselecteerde tegenpartijen (EUR 736 miljoen) en 1,9 miljoen eigen aandelen (EUR 177 miljoen). De nettoschuldenlast van de groep, ten belope van zowat EUR 420 miljoen, omvat de obligatieleningen (EUR 785 miljoen), minus de inkoop van de in GBL-aandelen omruilbare obligaties (EUR 159 miljoen) en het saldo van de eigen aandelen (EUR 203 miljoen) aangehouden tot dekking van deze converteerbare lening. De evolutie van de nettocash wordt voornamelijk beïnvloed door de investeringen, de cash earnings en de winstverdeling. 4. AANGEPAST NETTO-ACTIEF OVER 5 JAAR In miljoen EUR Aangepast netto-actief op het einde van het jaar , , , , ,2 Portefeuille , , , , ,1 Nettocash/trading/eigen aandelen 509,0 568,4 846, , ,1 waarvan eigen aandelen 380,2 391,9 317,1 460,0 445,3 Verschil van jaar tot jaar (in %) - 6,0 + 18,9-35,1 + 17,8 + 50,9 In EUR Aangepast netto-actief per aandeel 88,77 94,40 79,39 122,37 113,91 Beurskoers 62,93 66,05 56,86 87,87 91,05 (1) De componenten van de afdeling Nettocash/trading/eigen aandelen zijn in de geconsolideerde balans IFRS (blz. 58) opgenomen onder de rubrieken Courante activa (EUR 819 miljoen), Andere niet-courante activa (EUR 56 miljoen), Niet-courante passiva (EUR miljoen) en Courante passiva (EUR miljoen), verbeterd voor de schulden van de operationele vennootschappen van de private-equity (EUR - 43 miljoen). Om het bedrag van EUR 509 miljoen te bekomen, moeten ook nog de aangehouden eigen aandelen toegevoegd worden (EUR 380 miljoen). GBL GESELECTEERDE FINANCIËLE INFORMATIE 11

14 III. Geconsolideerde gegevens IFRS 1. KERNCIJFERS In miljoen EUR Geconsolideerd resultaat (1) Cash earnings 565,0 603,5 718,1 532,2 439,8 Mark to market en andere non cash (20,0) 4,7 (117,8) (9,3) 22,2 Geassocieerde ondernemingen en private-equity 257,8 135,5 336,5 143,2 191,5 Eliminaties, meerwaarden, waardeverminderingen en terugneming (164,4) 314,0 (1.625,5) 133, ,8 Geconsolideerd resultaat van de periode 638, ,7 (687,5) 778, ,3 Totale uitkering 409,9 390,5 371,1 337,2 279,6 Geconsolideerde balans Activa Niet-courante activa , , , , ,0 Courante activa 818,7 632, , , ,2 Passiva Eigen vermogen , , , , ,0 Niet-courante passiva 685,0 428,4 425,3 422,3 434,6 Courante passiva 106,7 69,7 193,3 91,6 116,6 Aantal aandelen op het einde van het jaar (2) Gewoon Verwaterd Pay-out (in %) Dividend/cash earnings 72,5 64,7 51,5 65,9 63,7 Dividend/geconsolideerd resultaat 64,2 36,9 N/A 43,3 9,2 12 Geconsolideerd resultaat per aandeel 4,13 6,80 (4,41) 5,23 20,76 Geconsolideerde cash earnings per aandeel (1) 3,64 3,88 4,61 3,57 3,17 (1) De ter vergelijking voorgestelde cijfers werden herwerkt om rekening te houden met de nieuwe rubriek Geassocieerde ondernemingen en private-equity. De geconsolideerde resultaten van de periodes waarmee wordt vergeleken werden daarentegen niet gewijzigd. (2) De berekening van het aantal aandelen (gewoon en verwaterd) wordt gedetailleerd op blz. 83 GBL GESELECTEERDE FINANCIËLE INFORMATIE

15 2. ECONOMISCHE ANALYSE VAN HET GECONSOLIDEERD RESULTAAT De in deze analyse opgenomen tabel beoogt een beter zicht te geven op de diverse bestanddelen van het geconsolideerd resultaat van GBL, opgemaakt volgens de IFRS. Vanaf 2010 wordt het effect van de investeringen in private-equity afzonderlijk vermeld in de kolom Geassocieerde ondernemingen en private-equity naast de geassocieerde ondernemingen. De rubrieken van de verschillende kolommen worden in de woordenlijst beschreven. In miljoen EUR Cash earnings Mark to market en andere non cash Geassocieerde ondernemingen en privateequity Eliminaties, meerwaarden, waardeverminderingen en terugneming Geconsolideerd Geconsolideerd Nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen ,2-262,2 161,1 Nettodividenden van deelnemingen 594,7 - - (144,0) 450,7 550,3 Opbrengsten en kosten van interesten (13,0) (3,5) 1,9 - (14,6) (11,8) Andere financiële opbrengsten en kosten 3,7 (13,5) - - (9,8) (10,0) Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten (20,4) (3,9) (7,9) - (32,2) (24,3) Resultaten op overdrachten, waardeverminderingen en terugneming van niet-courante activa - - 1,6 (20,4) (18,8) 391,3 Belastingen - 0, ,9 1,1 Totaal 565,0 (20,0) 257,8 (164,4) 638, ,7 Deel van derden - - 2,4-2,4 0,0 December ,0 (20,0) 260,2 (164,4) 640,8 December ,5 4,7 135,5 314, ,7 A. Cash earnings Verschil In miljoen EUR Nettodividenden van deelnemingen 594,7 652,0 (57,3) Total 204,8 200,8 4,0 GDF SUEZ 175,9 257,7 (81,8) Lafarge 120,9 82,5 38,4 Pernod Ricard 34,8 11,4 23,4 Imerys 23,1 19,2 3,9 Suez Environnement 22,8 22,8 0,0 Iberdrola 10,7 8,6 2,1 Arkema 1,4 1,4 0,0 Andere 0,3 47,6 (47,3) Opbrengsten en kosten van interesten (13,0) (8,6) (4,4) Andere financiële opbrengsten en kosten 3,7 (21,4) 25,1 Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten (20,4) (18,5) 1,9 Belastingen 0,0 0,0 0,0 Totaal 565,0 603,5 (38,5) Het in 2009 geïnd uitzonderlijk dividend vanwege GDF SUEZ van EUR 94 miljoen en de terugbetaling in 2009 van bronheffingen op dividenden ten bedrage van EUR 48 miljoen buiten beschouwing gelaten, zijn de per 31 december geboekt nettodividenden EUR 85 miljoen hoger dan over dezelfde periode Alle dividenden van de deelnemingen zijn hoger of stabiel gebleven. Merk wel op dat, voor Lafarge en Imerys, de vooruitgang voortvloeit uit het optrekken van het belang van GBL in deze deelnemingen. GBL GESELECTEERDE FINANCIËLE INFORMATIE 13

16 Bijdrage van de deelnemingen tot de totale dividenden Suez Environnement 3,8% Iberdrola 1,8% Pernod Ricard 5,9% 0,2% Arkema 0,1% Andere Andere 7,4% Arkema 0,2% Suez Environnement 3,5% 30,8% Total Imerys 3,9% 34,4% Total Iberdrola 1,3% Pernod Ricard 1,7% Imerys 2,9% Lafarge 20,3% 29,6% GDF SUEZ Lafarge 12,7% 39,5% GDF SUEZ De opbrengsten en kosten van interesten (EUR - 13 miljoen) zijn ten opzichte van het vorige boekjaar gestegen. Dit is het gevolg van de interestlast van 4% op de in juni uitgegeven obligatielening ( ) van EUR 350 miljoen. De interestopbrengsten zijn daarentegen stabiel gebleven. De andere financiële opbrengsten en kosten bedragen EUR 4 miljoen en bevatten hoofdzakelijk het resultaat op de interestswap (EUR - 13 miljoen), gecompenseerd door het tradingresultaat (EUR 6 miljoen) en de inning van het dividend van de door GBL aangehouden eigen aandelen (EUR 15 miljoen). Het resultaat van 2009 omvatte daarentegen de afwikkeling van een tradingpositie voor een bedrag van EUR - 40 miljoen. De andere bedrijfskosten zijn stabiel gebleven en bedragen EUR 20 miljoen. B. MARK TO MARKET EN ANDERE NON CASH Verschil In miljoen EUR Opbrengsten en kosten van interesten (3,5) (3,9) 0,4 Andere financiële opbrengsten en kosten (13,5) 11,4 (24,9) Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten (3,9) (3,9) 0,0 Belastingen 0,9 1,1 (0,2) Totaal (20,0) 4,7 (24,7) De Mark to market en andere non cash bestanddelen weer spiegelen hoofdzakelijk de schommelingen van de reële waarde van de financiële instrumenten en de eliminatie, in toepassing van de IFRS, van de in cash earnings geboekte elementen. Ter herinnering, in 2009 omvatte de opbrengst van EUR 5 miljoen een terugneming van EUR 34 miljoen voor een tradingoperatie, deels gecompenseerd door de eliminatie van het dividend van de eigen aandelen en de waardering van de interestswap. 14 Het totaal van deze post per 31 december 2010 bedraagt EUR - 20 miljoen, tegen EUR 5 miljoen in Het totaal, eind 2010, omvat in hoofdzaak de eliminatie van het dividend van de eigen aandelen ten bedrage van EUR - 15 miljoen. C. GEASSOCIEERDE ONDERNEMINGEN EN PRIVATE-EQUITY Verschil In miljoen EUR Nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen 262,2 161,1 101,1 Opbrengsten en kosten van interesten 1,9 0,7 1,2 Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten (7,9) (1,9) (6,0) Resultaten op overdrachten, waardeverminderingen en terugneming van niet-courante activa 1,6 (24,4) 26,0 Totaal 257,8 135,5 122,3 GBL GESELECTEERDE FINANCIËLE INFORMATIE

17 C.1. Nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen Verschil In miljoen EUR Lafarge 174,1 155,2 18,9 Imerys 74,1 12,6 61,5 ECP I & II 14,0 (6,7) 20,7 Totaal 262,2 161,1 101,1 Lafarge De omzet van Lafarge, wereldleider van de bouwmaterialen, is ten opzichte van vorig jaar 2% gestegen tot EUR miljoen, gedragen door hogere volumes in de afdelingen Cement en Aggregaten, gunstige wisselkoersschommelingen en nieuwe capaciteiten in Brazilië. Het nettoresultaat, deel van de groep, over 2010 bedraagt EUR 241 miljoen, tegen EUR 41 miljoen in Op basis van een vermogensmutatiepercentage van 30,7%, bedraagt de bijdrage van Imerys tot het resultaat van GBL per eind december 2010 EUR 74 miljoen, tegen EUR 13 miljoen eind Het courant bedrijfsresultaat over het jaar is lichtjes (- 1%) achter uitgegaan tot EUR miljoen, maar steeg over het vierde kwartaal, waarbij hogere volumes, gunstige wisselkoersschommelingen en kostenverminderingen die de stijging van de energiefactuur konden compenseren. Het nettoresultaat, deel van de groep, is 12% verbeterd tot EUR 827 miljoen, tegen EUR 736 miljoen het vorige boekjaar. Op basis van een vermogensmutatiepercentage van 21,1% bedraagt de bijdrage van Lafarge tot het resultaat 2010 van GBL EUR 174 miljoen, tegen EUR 155 miljoen in Imerys De markten van Imerys, wereldleider op het vlak van de valorisatie van mineralen, zijn in 2010 gunstig geëvolueerd, maar blijven toch nog aanzienlijk onder de volumes van vóór de crisis (ongeveer - 15%). De euro is een deel van het jaar verzwakt ten opzichte van de dollar: de groep heeft ervan genoten, niet alleen bij het omzetten van haar dollar verkopen in euro, maar ook door de verbetering van het concurrentievermogen van haar Europese klanten (industriële uitrusting, papierfabrieken, enz.). De omzet van het boekjaar 2010 bedraagt EUR miljoen, hetzij 21% meer dan over het boekjaar Het courant bedrijfsresultaat van de groep ging er met 68% op vooruit tot EUR 419 miljoen, waarbij de operationele marge over het volledige boekjaar 12,5% bedroeg. Ergon Capital Partners (ECP I & II) De bijdrage van ECP I & II tot het resultaat van GBL bedraagt EUR 14 miljoen, tegen EUR - 7 miljoen in Die schommeling wordt verklaard door de boekhoudkundige waarderingen van hun portefeuille en door de bijdrage van de ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast. C.2. Opbrengsten en kosten van interesten / Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten / Resultaat op overdrachten, waardeverminderingen en terugneming van niet-courante activa Deze posten omvatten de bijdrage van de private-equityfondsen (Ergon Capital Partners III, Sagard, Sagard II en PAI Europe III) tot het resultaat van GBL, met uitzondering van ECP I & II die werden opgenomen onder de rubriek Nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen. De andere bedrijfsopbrengsten en -kosten omvatten hoofdzakelijk de kosten die rechtstreeks verband houden met de verwerving van ELITech. Ter herinnering, het in 2009 onder de post Resultaten op overdrachten, waardeverminderingen en terugneming van niet-courante activa opgenomen bedrag, hield voornamelijk verband met de fondsen Sagard, Sagard II en PAI Europe III. D. ELIMINATIES, MEERWAARDEN, WAARDEVERMINDERINGEN EN TERUGNEMING In miljoen EUR Waardeverminderingen en terugneming op genoteerde deelnemingen (20,4) 415,7 Voor verkoop beschikbare effecten Pernod Ricard Iberdrola - (20,4) (198,2) (36,5) Geassocieerde ondernemingen Lafarge - 649,6 Andere - 0,8 Eliminaties (144,0) (101,7) Totaal (164,4) 314,0 GBL GESELECTEERDE FINANCIËLE INFORMATIE 15

18 Pernod Ricard en Iberdrola Wegens de daling van de financiële markten heeft GBL, met inachtneming van de IFRS, over drie jaar, EUR 658 miljoen waardeverminderingen geboekt op de deelnemingen in Pernod Ricard en Iberdrola, waarvan EUR 402 miljoen in 2008, EUR 235 miljoen in 2009 en EUR 20 miljoen in De waardeverminderingen op Pernod Ricard (EUR 514 miljoen) en Iberdrola (EUR 144 miljoen) waren gelijk aan het verschil tussen de aanschaffingswaarde en de beurskoers op afsluitingsdatum. Merk op dat de koers van Pernod Ricard zich inmiddels heeft hersteld, maar de terugneming van de waardevermindering niet in resultaat kon worden genomen. In overeenstemming met IAS 39 werd de gecumuleerde herwaardering van EUR 756 miljoen sinds de laatste waardevermindering immers rechtstreeks in het eigen vermogen van GBL opgenomen (zie noot 3. D. blz. 74). De terugneming kan enkel bij verkoop in resultaat worden genomen. Lafarge Gelet op de stijging van de beurskoers van Lafarge over de eerste negen maanden van 2009, moest GBL, overeenkomstig IAS 36, bij de afsluiting per 30 september 2009, daarentegen, een gedeelte van de in 2008 geboekte waardevermindering ten bedrage van EUR miljoen terugnemen. Deze terugneming (EUR 650 miljoen) werd berekend op zicht van de beurskoers op voornoemde datum (EUR 61,15). Sindsdien, wegens de nieuwe daling van de beurskoers van Lafarge moest op deze deelneming een impairment test worden uitgevoerd. Daaruit is gebleken dat bij de afsluiting per 31 december 2010 geen waardevermindering op de geconsolideerde waarde vereist was. Eliminaties De nettodividenden van de deelnemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast (Lafarge en Imerys) en die in de Cash earning sectie worden opgenomen, worden in de consolidatie geëlimineerd. Ze bedragen EUR 144 miljoen in 2010 tegen EUR 102 miljoen in E. GLOBAAL RESULTAAT 2010 Overeenkomstig IAS 1 - Presentatie van de jaarrekening, publiceert GBL een globaal geconsolideerd resultaat, dat integraal deel uitmaakt van de geconsolideerde financiële staten. Dat resultaat over 2010 bedraagt EUR 304 miljoen tegen EUR miljoen over het vorige boekjaar. Die evolutie is voornamelijk toe te schrijven aan de schommeling van de beurskoersen van de vennootschappen van de portefeuille. Dit resultaat van EUR 304 miljoen geeft een aanwijzing van de waardecreatie die de vennootschap over het jaar 2010 heeft verwezenlijkt. Het wordt berekend op basis van het geconsolideerd resultaat van de periode (EUR 638 miljoen), waarbij het effect van de beurs op de voor verkoop beschikbare deelnemingen (Total, GDF SUEZ, Pernod Ricard, enz.), hetzij EUR miljoen, en de wijzigingen in het eigen vermogen van de geassocieerde ondernemingen (Lafarge en Imerys), hetzij EUR 245 miljoen, wordt gevoegd. Het in onderstaande tabel opgenomen geconsolideerd globaal resultaat, wordt uitgesplitst over de bijdrage van elke deelneming. Er is ook op gewezen dat die waardeverminderingen en terugnemingen geen invloed hebben op de cash van de vennootschap, noch op het aangepast netto-actief van GBL. 16 GBL GESELECTEERDE FINANCIËLE INFORMATIE Resultaat van de periode 2010 Rechstreeks in eigen vermogen geboekt bestanddelen Globaal resultaat 2010 Globaal resultaat 2009 In miljoen EUR Mark to market Geassocieerde ondernemingen Bijdrage van de deelnemingen 694,1 (579,6) 245,0 359, ,3 Total 204,8 (503,0) - (298,2) 773,4 GDF SUEZ 175,9 (402,6) - (226,7) (333,5) Lafarge 174,1-193,0 367,1 833,4 Pernod Ricard 34,8 269,7-304,5 300,0 Imerys 74,1-51,4 125,5 38,4 Suez Environnement 22,8 (23,6) - (0,8) 165,4 Iberdrola (9,7) (7,9) - (17,6) 15,7 Arkema 1,4 77,7-79,1 33,7 Andere 15,9 10,1 0,6 26,6 27,8 Andere opbrengsten en kosten (55,7) - - (55,7) (45,0) 31 december ,4 (579,6) 245,0 303,8 31 december ,7 693,6 58, ,3

19 Overzicht van de activiteiten GBL streeft ernaar om op middellange termijn waarde te scheppen voor haar aandeelhouders. Met het oog daarop legt GBL zich toe op het in stand houden en het doen groeien van een participatieportefeuille die voornamelijk gericht is op een klein aantal belangrijke industriële ondernemingen waarin zij haar opdracht van professioneel aandeelhouder kan uitoefenen. Die portefeuille omvat momenteel Total, GDF SUEZ, Lafarge, Pernod Ricard, Imerys en Suez Environnement, benevens een aantal investeringen van geringere omvang in genoteerde en niet-genoteerde vennootschappen (private-equity). Deze portefeuille zou mettertijd moeten evolueren op basis van het leven van die ondernemingen en de marktopportuniteiten. GBL belegt in ondernemingen die waarde kunnen scheppen voor de aandeelhouder en doet de investeringen van de hand waarvan geoordeeld wordt dat ze hun maturiteit hebben bereikt. GBL voert een dividendbeleid dat het midden wil houden tussen een aantrekkelijk rendement voor de aandeelhouder en een waardering van het aandeel. Deelnemingen per 31 december 2010 Bladzijde Total 18 GDF SUEZ 24 Lafarge 30 Pernod Ricard 36 Imerys 42 Suez Environnement 48 Diverse deelnemingen 54 Op de volgende bladzijden vindt u voor elke operationele deelneming de volgende gegevens: een beschrijving van de activiteiten, de markante gebeurtenissen van het jaar, de financiële resultaten en de vooruitzichten; een tabel met kerncijfers waarin de operationele en sectoriele gegevens, beursgevegens, geconsolideerde financiële gegevens en marktgevens van elke onderneming zijn opgenomen; het deel van de bijdrage tot het aangepast netto-actief van GBL en tot de geïnde dividenden van de deelnemingen. De woordenlijst met de definities van de trefwoorden vindt u op blz. 143 van het jaarlijks financieel verslag. GBL OVERZICHT VAN DE ACTIVITEITEN 17

20

21 TOTAL is een geïntegreerde petroleumen gasgroep van wereldformaat eveneens actief in de Chemiesector Profiel Total is één van de grootste internationale petroleum- en aardgasgroepen. Haar activiteiten worden in meer dan 130 landen uitgeoefend en beslaan de volledige keten van de petroleumindustrie, van Stroomopwaarts exploratie, ontwikkeling en productie van aardolie, aardgas en LNG tot Stroomafwaarts raffinage, distributie, transport en internationale handel in ruwe olie en petroleumproducten. Total is ook een belangrijke speler op de Chemiemarkt en is begaan met de ontwikkeling van hernieuwbare energie. Stroomopwaarts beschikt de groep over exploratie- en productiecapaciteiten in meer dan 40 landen. De groep steunt op een portefeuille van gediversifieerde activa die zich onderscheidt door groeiperspectieven voor haar productie die tot de sterkste uit de petroleumindustrie behoren, dankzij de participatie in grote projecten met een competitieve technische kostprijs en in veelbelovende blokken. De bewezen koolwater stofreserves van de groep, vastgesteld volgens de SEC-normen, garanderen de vennootschap nog meer dan 12 jaar productie tegen het huidige productietempo (2,4 miljoen vaten olie-equivalent per dag). Total, die ook aanwezig is in de sector van het vloeibaar aardgas, breidt haar activiteiten uit naar aanverwante marktsegmenten zoals de gasdistributie of de opwekking van elektriciteit. De groep bereidt ook de energietoekomst voor door de toename van de aanvullende nieuwe energiebronnen te begeleiden (zonne-energie, biomassa, kernenergie, opvangen en opslaan van CO 2 ). Stroomafwaarts positioneert de groep zich als een marktleider in West-Europa en Afrika. Ze is ook sterk aanwezig in het hele Middellandse Zeebekken en vestigt zich op de groeimarkten van Zuidoost Azië. Ze beschikt over een raffinagecapaciteit van 2,4 miljoen vaten per dag en staat in voor de verkoop van geraffineerde producten ten belope van 3,8 miljoen vaten per dag. De groep heeft deelnemingen in 24 raffinaderijen en exploiteert een netwerk van ongeveer tankstations, in hoofdzaak onder de merknamen Total, Elf, Elan en AS24 op specifieke posities. Voor wat de Chemische bedrijfssector betreft, behoort Total op de meeste markten tot de Europese en/of wereldleiders. Die sector omvat de Basischemie, met name de petrochemie en de meststoffen, alsook de Chemische Specialiteiten, zoals rubbertoepassingen, harsen, adhesieven en metallisering, waarvan de producten voornamelijk bestemd zijn voor de industrie. FINANCIËLE INFORMATIE OVER TOTAL Bertrand de La Noue Tel.: Fax: Overzicht van het boekjaar 2010 De petroleumindustrie zag in 2010 een heropleving van de vraag naar aardolie, gas en petroleumproducten, gedragen door het opnieuw aantrekken van de wereldwijde economische groei, in het bijzonder in de opkomende landen. De prijs van de ruwe olie ging er, ten opzichte van 2009, 29% op vooruit om af te klokken op USD 80/v (tegen USD 62/v). De gemiddelde verkoopprijs van het gas daarentegen, is over het algemeen stabiel gebleven, ook al werd in Europa en Azië enig verbetering opgemerkt. De raffinagemarges hebben zich hersteld ten opzichte van het dieptepunt van 2009 om een gemiddelde (ERMI-index) te bereiken van USD 27/t in Europa (tegen USD 18/t in 2009). In de Chemie steeg de vraag naar polymeren in alle consumptiezones, waardoor de petrochemische marges zich herstelden. De dollar is 5% in waarde gestegen tegenover de euro. In deze context bedraagt het aangepast nettoresultaat van Total EUR 10,3 miljard, 32% hoger dan in In dollar uitgedrukt bedraagt de stijging 26%. Dit resultaat is zowel te wijten aan het beter economisch klimaat als aan de goede prestaties van de groep, waardoor meer cashflow kon worden gegenereerd en bijgevolg de balans van de maatschappij kon worden opgekrikt (schuldenlastpercentage 22% per eind 2010, tegen 27% eind 2009). GBL TOTAL 19

22 Het jaar 2010 wordt gekenmerkt door een kentering in de ontplooiing van de strategie van Total, gericht op een meer gewaagde exploratie en de optimalisatie van de activaportefeuille in alle sectoren. De groep heeft opnieuw bevestigd dat de veiligheid en het milieu van prioritair belang zijn bij de operaties en investeringen. STROOMOPWAARTS Stroomopwaarts werd het jaar 2010 gekenmerkt door de terugkeer van de groei in de productie (4,3% tot miljoen voe per dag), gedragen onder meer door het opdrijven van het potentieel van de recente uitbreidingen in Nigeria, Angola, Qatar, Jemen en de Golf van Mexico. Voorts heeft de groep haar ambitieus investeringsprogramma voortgezet, geïllustreerd door het opstarten van verscheidene nieuwe projecten (onder meer in de Noordzee en in Angola) en het nemen van joint ventures in Canada en Australië. De afdeling mijnen werd uitgebreid met de opsporing van nieuwe exploratiebronnen (afsluitende zoutlagen, niet-conventioneel gas en grenslagen). Tevens heeft Total belangen van de hand gedaan in velden in Noorwegen en Angola en de verkoop van haar dochteronder neming in Kameroen aangekondigd. Het peil van de bewezen reserves van koolwaterstoffen, vastgesteld volgens de SEC-normen (brent tegen USD 79,0/v) bedraagt eind ,7 miljard voe. De vernieuwingsvoet, op basis van dezelfde principes, van de bewezen reserves van de groep in 2010 bedraagt 124%. Eveneens eind 2010 is het peil van de bewezen en waarschijnlijke reserves van de maatschappij, tegen het huidige productieritme, goed voor meer dan 20 jaar levensduur. De portefeuille van energiebronnen is goed voor meer dan 40 jaar levensduur. 20 GBL TOTAL STROOMAFWAARTS Stroomafwaarts heeft de groep in Europa verder werk gemaakt van de aanpassing van haar industrieel apparaat aan de vraag. Deze optimalisatie werd in 2010 geconcretiseerd met de stopzetting van de raffinaderij van Duinkerken, de opstart van het moderniseringsproject van de vestiging in Normandië en, in de marketing, door de stichting van TotalErg in Italië en het te koop aanbieden van het distributienetwerk in het Verenigd Koninkrijk. In 2010 is het benuttingsgraad van de bewerkte ruwe olie gedaald tot 73% (78% in 2009), voornamelijk wegens de sluiting van de raffinaderij van Duinkerken en van een distillatie-eenheid in de raffinaderij van Normandië en de weerslag van de sociale onrust in Frankrijk. Zodoende gingen de geraffineerde volumes er, ten opzichte van 2009, opnieuw met 7% op achteruit tot 2,01 miljoen vaten per dag. Over dezelfde periode ging de verkoop van geraffineerde producten vooruit tot zowat 3,8 miljoen vaten per dag. CHEMIE In de Petrochemie maakte Total verder werk van de optimalisatie en de bijstelling van de vestigingen om het industrieel apparaat op de structurele markttendensen af te stemmen. Aldus is de modernisering van de petrochemische fabriek van Normandië aan de gang en zal, dankzij het opstarten van de stoomkraker in Qatar, beter kunnen ingespeeld worden op de groei van de markt in het Midden-Oosten en Azië. In de Chemische Specialiteiten heeft de groep Mapa Spontex verkocht, terwijl de andere activiteiten (Hutchinson, Atotech, Bostik) profijt trokken uit de hogere vraag, die ze te danken hebben aan hun positie als marktleider. Vooruitzichten In 2011 wil de groep haar hernieuwde groei consolideren en haar prioriteiten in verband met de veiligheid, de betrouwbaarheid en de aanvaardbaarheid van haar operaties opnieuw bevestigen. Stroomopwaarts zal Total, vanaf het tweede halfjaar 2011, een nieuwe reeks grote projecten in productie nemen, te beginnen met Pazflor in Angola. In Rusland, Australië, Canada en China wordt een aantal projecten in voorbereiding verder bestudeerd. Het opstarten ervan de komende jaren, maakt deel uit van de bevestigde doelstelling om een gemiddelde jaarlijkse productiegroei van 2% over de periode te behalen. Stroomafwaarts en in de Chemie wil Total haar concurrentievermogen verbeteren door de verdere bijstelling van haar portefeuille in Europa, door nieuwe eenheden op te starten in de raffinaderij van Port Arthur in de Verenigde Staten en door zich sterker te positioneren op de groeimarkten. Globaal gezien voorziet Total in 2011 een investeringsbudget voor alle sectoren van USD 20 miljard, waarvan het leeuwenaandeel (80%) aan de Stroomopwaarts zal worden besteed. Voorts wil de groep doorgaan met de verwerving van doelgerichte activa en de verkoop van niet-strategische activa, zoals onder andere de stelselmatige overlating van de aandelen Sanofi-Aventis en de aangekondigde verkoop van de participatie in Cepsa, alsook van een deel van de harsen van Cray Valley, CCP en Sartomer. Op basis daarvan houdt Total haar streefdoel aan van een schuldratio van om en bij de 25 tot 30% en een dividendbeleid dat een gemiddeld uitkeringspercentage van 50% van de resultaten beoogt.

23 MARKTPARAMETERS EN OPERATIONELE GEGEVENS PER ACTIVITEITSSECTOR Marktparameters Brent (in USD/v) 79,5 61,7 97,3 Gemiddelde verkoopprijs van koolwaterstoffen (in USD/voe) 56,7 47,1 72,1 Europese raffinagemarges (in ERMI - USD/t) 27,4 17,8 51,1 Pariteit EUR - USD 1,33 1,39 1,47 Operationele gegevens Reserves van koolwaterstoffen (in miljoen voe) Productie van koolwaterstoffen (in '000 voe/d) Vloeibaar (in '000 v/d) Gas (in miljoen kubieke voet/d) Geraffineerde volumes (in '000 v/d) Verkopen van geraffineerde producten (in '000 v/d) Aanwendingspercentage raffinaderijen (in % op bruto verwerkt) Personeel (in eenheden) Gesegmenteerde informatie (in miljoen EUR) Aangepast nettobedrijfsresultaat Stroomopwaarts Stroomafwaarts Chemie Holding Investeringen na verkopen Stroomopwaarts Stroomafwaarts Chemie Holding (1.322) (2.411) (1.055) VOORNAAMSTE FINANCIËLE GEGEVENS Vereenvoudigde resultatenrekening (in miljoen EUR) Omzet Aangepast nettobedrijfsresultaat Aangepast nettoresultaat (deel van de groep) Nettoresultaat (deel van de groep) Vereenvoudigde balans (in miljoen EUR) Vaste activa Eigen vermogen (deel van de groep) Minderheidsbelangen Nettoschuld Schuldratio (in %) 22,2 26,6 22,5 GBL TOTAL 21

24 Financieel verslag Op een in het algemeen gunstige markt bereikte de geconsolideerde omzet in 2010 EUR 159,3 miljard, dit is een stijging met 21% tegenover 2009 (EUR 131,3 miljard). Het aangepast nettobedrijfsresultaat van de activiteitssectoren over 2010 is 40% vooruit gegaan tot EUR 10,6 miljard, tegen EUR 7,6 miljard in In dollar uitgedrukt bedraagt de stijging 33%. Meer bepaald is de bijdrage van de verschillende activiteiten als volgt geëvolueerd: Stroomopwaarts bedraagt het aangepast netto bedrijfsresultaat EUR 8,6 miljard, tegen EUR 6,4 miljard in 2009, hetzij 35% meer (+ 28% in USD). Die verhoging is voornamelijk toe te schrijven aan het effect van de hogere gemiddelde verkoopprijs van de vloeibare koolwaterstoffen (+ 31% tot USD 76,3/v), op dezelfde lijn als de prijs van de brent (+ 29% tot USD 79,5/v). Dit effect werd verhoogd door de hogere productie (+ 4,3%) ten opzichte van vorig jaar. De technische kosten bedragen USD 16,6/voe tegen USD 15,4/voe in De rendabiliteit van het gemiddeld aangewend kapitaal (ROACE) van de Stroomopwaarts is verbeterd tot 21% in 2010 tegen 18% in 2009; Stroomafwaarts bedraagt het aangepast nettobedrijfsresultaat EUR 1,2 miljard, 23% meer dan in 2009 (+ 16% in USD). Die vooruitgang is toe te schrijven aan het positief effect van de verbetering van de raffinagemarges (+ 54% tot USD 27,4/t), evenwel deels gecompenseerd door de vermindering van de geraffineerde volumes (- 7%) en de betrouwbaarheid van de raffinaderijen. Productie van koolwaterstoffen per geografische zone (in 000 voe/d) GBL TOTAL De ROACE van de Stroomafwaarts, 8% in 2010 (7% in 2009), is toe te schrijven aan het aanhoudend ongunstig economisch klimaat voor de (Europese) raffinage, waardoor de groep zich gedwongen zag, voornamelijk in Frankrijk en in het Verenigd Koninkrijk, uitzonderlijke waardeverminderingen van activa ten belope van EUR 0,9 miljard te boeken; in de Chemie werd het aangepast nettobedrijfsresultaat verdrievoudigd tot EUR 0,9 miljard. Die vooruitgang is, ten belope van EUR 0,4 miljard, te wijten aan de verbetering van het marktklimaat en het opdrijven van de vermogens van de nieuwe productie-eenheden in de Basischemie in Qatar en, voor het overige, aan de gestage prestaties en de groei van de onderliggende markten van de Chemische Specialiteiten. De ROACE van de Chemie, berekend over het jaar 2010, is verbeterd tot 12%, tegen 4% in Het aangepast nettoresultaat over 2010 gaat 32% vooruit tot EUR 10,3 miljard, tegen EUR 7,8 miljard in Het wordt berekend na uitsluiting van aanpassingen ten belope van een totaal positief bedrag van EUR 0,3 miljard (EUR + 0,7 miljard in 2009). De verwaterde aangepaste nettowinst per aandeel van het jaar (EUR 4,58) gaat in dezelfde verhouding omhoog ten opzichte van het niveau van 2009 (EUR 3,48), waarbij het aantal aandelen ten opzichte van het vorige boekjaar slechts marginaal werd gewijzigd. Uitgedrukt in dollar bereikt ze USD 6,08 en stijgt ze met 25% ten opzichte van Het nettoresultaat, deel van de groep, komt uit op EUR 10,6 miljard, 25% meer dan in 2009 (+ 19% in USD). Verkoop van geraffineerde producten 2009 per geografische zone (in 000 v/d) Europa Afrika Amerikaanse zone Rest van de Wereld + Trading De bruto-investeringen van de groep zijn in 2010 met 22% verhoogd tot EUR 16,3 miljard (EUR 13,3 miljard in 2009). Ze zijn als volgt verdeeld: ongeveer 82% Stroomopwaarts, 14% Stroomafwaarts en 4% in de Chemie. De desinvesteringen, berekend tegen verkoopprijs, bedragen EUR 4,3 miljard (EUR 3,1 miljard in 2009) en betreffen in hoofdzaak de verkoop van de Sanofi-Aventis-aandelen, van deelnemingen in olievelden (in Noorwegen en Angola) en van Mapa Spontex in de Chemie. De nettocashflow van de groep komt uit op EUR 6,5 miljard, tegen EUR 2,1 miljard in De stijging is voornamelijk toe te schrijven aan de verhoging van het netto - resultaat en aan de voordeligere behoefte aan werkkapitaal dan in De ratio netto schulden/eigen vermogen eind 2010 bedraagt 22%, tegen 27% per 31 december Aan de Algemene Vergadering van de aandeelhouders van 13 mei 2011 zal worden voorgesteld om voor het boekjaar 2010 een dividend van EUR 2,28 per aandeel uit te keren, wat in de lijn ligt van het dividend over het vorige jaar. Gelet op de betaling van het voorschot van EUR 1,14 per aandeel op 17 november 2010, zal het saldo van het dividend, hetzij EUR 1,14 per aandeel, in geld betaalbaar worden gesteld op 26 mei Rendement op gemiddeld aangewend kapitaal (in %) ,9 13,2 Groep 21,1 18,2 7,6 6,6 Europa Afrika Midden- Amerikaanse Azië Oosten zone Pacifiek + GOS Stroomopwaarts Stroomafwaarts 12,1 3,8 Chemie

25 MARKTGEGEVENS EN GEGEVENS BETREFFENDE DE DEELNEMING VAN GBLL Beursgegevens Aantal uitgegeven aandelen (in duizenden) Beurskapitalisatie (in miljoen EUR) Laatste beurskoers (in EUR/aandeel) 39,65 45,01 38,91 Verwaterd aangepast nettoresultaat (in EUR/aandeel) 4,58 3,48 6,20 Dividend (in EUR/aandeel) 2,28 2,28 2,28 Investering van GBL Deelneming in kapitaal (in %) 4,0 4,0 4,0 Deelneming in stemrechten (in %) 3,7 3,7 3,6 Beurswaardering van de deelneming (in miljoen EUR) Door GBL geïnde dividenden (in miljoen EUR) Aantal vertegenwoordigers in de statutaire organen Bijdrage van Total tot het aangepast netto-actief en tot het resultaat van GBL De beurswaardering van de deelneming van 4,0% van GBL in Total bedroeg eind december 2010 EUR miljoen, tegen EUR miljoen een jaar eerder. Deze vermindering met EUR 503 miljoen is toe te schrijven aan de daling van de beurskoers van Total met 12% tegenover het vorige boekjaar. Eind 2010 sloot het aandeel af op EUR 39,65 tegen EUR 45,01 eind De bijdrage van de petroleumgroep tot het resultaat van GBL over 2010 bedraagt EUR 205 miljoen, tegen EUR 201 miljoen in Het door GBL in 2010 geïnde bedrag stemt overeen met het saldo van het dividend over 2009 en het voorschot op het dividend over 2010 van Total, zijnde telkens EUR 1,14 per aandeel. Het deel van Total in het aangepast nettoactief van GBL eind 2010 bedraagt 26,0%. Deel in het aangepast netto-actief van GBL 26,0% Deel in de nettodividenden van de deelnemingen 34,4% GBL TOTAL 23

26

27 GDF SUEZ is een nutsbedrijf van wereldformaat in de vakgebieden gas, elektriciteit en diensten aan energie en milieu Profiel GDF SUEZ, ontstaan uit de fusie tussen Suez en Gaz de France in juli 2008, bekleedt een toppositie in het Europese en wereldwijde energielandschap, met een stevige verankering in Frankrijk en België. De groep is ook internationaal gepositioneerd, met meer dan 40% van de geïnstalleerde capaciteiten buiten Europa, en zet haar internationale ontwikkeling voort, onder meer via een in februari 2011 doorgevoerde structurele operatie met het doel de activiteiten van GDF SUEZ Energie International en van International Power te fuseren om wereldleider te worden van de onafhankelijke elektriciteitsproductie. Die grootse industriële operaties stelden de groep in staat om actief te zijn over de volledige energieketen, elektriciteit en aardgas, van upstream tot downstream. De activiteiten bestrijken de aankoop, de productie en de verhandeling van aardgas en elektriciteit, alsook het transport, de opslag, de distributie, de ontwikkeling en de exploitatie van grote aardgasinfrastructuren. Ze betreffen ook de levering van energetische diensten in verband met het milieubeheer (water en afval). Daartoe kan de groep rekenen op een gediversifieerde gastoeleveringsportefeuille en een flexibel productieapparaat met een hoge graad van convergentie tussen gas en elektriciteit. Ze behoort tot de wereldtop in het vloeibaar aardgas (LNG), de onafhankelijke elektriciteitsproductie en de energiediensten. De organisatie van GDF SUEZ is opgebouwd rond zes Bedrijfstakken, waarvan vijf in de Energie en één in het Milieu, waarbij elke tak kan onderverdeeld worden in geografische zones: Bedrijfstak Energie Europe & International (BEEI), Bedrijfstak Energie France (BEF), Bedrijfstak Global Gaz & GNL (B3G), Bedrijfstak Infrastructures (BI), Bedrijfstak Energie Services (BES) en Suez Environnement (SE). De strategie van GDF SUEZ steunt op meerdere grote pijlers: de industriële ontwikkeling van de elektriciteits- en gasactiviteiten op de markten met sterke groei, de integratie en de optimalisatie van de posities op de ontwikkelde markten en de versterking van de industriële positie, inzonderheid upstream in de gas, het vloeibaar aardgas en de elektriciteitsproductie (kernenergie, hernieuwbare energie). De groep wenst ook haar leidende posities te versterken in de energetische efficiëntie en het milieu. FINANCIËLE INFORMATIE OVER GDF SUEZ Anne Ravignon Tel.: Groen nr. Frankrijk: Groen nr. België: Overzicht van het boekjaar 2010 GDF SUEZ heeft in 2010, in een context waarin de gas en de olieprijs niet langer direct gekoppeld zijn, wat de gasactiviteiten benadeelt, opnieuw een verbetering van haar resultaten opgetekend, waarbij de groep ondermeer voordeel trekt uit haar sleutelpositie op haar thuismarkten en de versnelling van haar internationale ontwikkeling. De prestaties van de groep konden rekenen op de organische groei, gekoppeld aan een aanzienlijk investeringsprogramma, in overeenstemming met het streefcijfer van EUR 30 miljard over drie jaar. De realisaties van 2010 hebben betrekking op alle activiteitssectoren van de groep en steunen voornamelijk op de bouw van nieuwe capaciteiten (5,5 GW), voornamelijk in Frankrijk, Nederland en het Midden-Oosten, de volledige indienststelling van de methaanterminal van Fos Cavaou in Frankrijk en van Mejillones in Chili en ook de ondertekening van een overeenkomst met het oog op de verwerving van belangrijke opslagcapaciteiten voor aardgas in Duitsland. GBL GDF SUEZ 25

28 In 2010 hebben alle Bedrijfstakken bijgedragen tot de rendabiliteit van de groep: ENERGIE EUROPE & INTERNATIONAL De Bedrijfstak Energie Europe & International kon profiteren van de indienststellingen, in Nederland, Latijns Amerika en het Midden Oosten, van de in 2008 aangevatte investeringen. Maar 2010 werd vooral gekenmerkt door de concretisering van de fusie van de internationale activiteiten van de Bedrijfstak met International Power. Deze op 10 augustus 2010 aangekondigde operatie werd op 3 februari 2011 afgerond, waardoor de nieuwe entiteit wereldleider kon worden van de onafhankelijke elektriciteitsproductie, goed voor meer dan 69 GW bruto productiecapaciteit. Na de fusie bezit GDF SUEZ 70% van de stemrechten van de nieuwe, op de Londense beurs genoteerde, entiteit die voor volle 100% in de organisatie van GDF SUEZ zal opgenomen worden. ENERGIE FRANCE De Bedrijfstak Energie France bleef verder groeien. Door de indienststelling van centrales met gecombineerde gascycli en windmolenparken en een hoger rendement van de waterkrachtcentrales ging de elektriciteitsproductie er in 2010 met 12% op vooruit. De verkopen van gas, van hun kant, zijn bijna 7% gestegen, voornamelijk wegens de strenge winter. Voorts is op 1 april 2010 een nieuw contract voor de openbare dienstverlening in werking getreden. 26 GBL GDF SUEZ INFRASTRUCTURES De Bedrijfstak Infrastructures kan groei voor leggen, dankzij de gereguleerde entiteiten, de volledige indienststelling van de terminal van Fos Cavaou en de strenge weersomstandigheden, en dit ondanks de lichte achteruitgang van de in Frankrijk verkochte opslagcapaciteit. GLOBAL GAZ & GNL De Bedrijfstak Global Gaz & GNL had in 2010 te lijden onder een aanhoudend moeilijk marktklimaat, zowel qua prijs van de nutsvoorzieningen als qua verbruikte volumes, en dit ondanks het effect van de prijsdekkingen en de vooruitgang van de activiteiten inzake Exploratie en Productie. ENERGIE SERVICES De Bedrijfstak Energie Services kon goed standhouden ondanks een aanhoudend moeilijke economische achtergrond, waarbij de activiteiten konden profiteren van een verbeterd orderboek in de installatieactiviteit en engineering. De Bedrijfstak heeft in 2010 trouwens het netwerk van het toekomstig Olympisch Stadion van Londen ingewijd. SUEZ ENVIRONNEMENT Suez Environnnement kon betere bedrijfsprestaties voorleggen, toe te schrijven aan de heropleving van de activiteit in het water en het afvalbeheer en haalde voordeel uit het consolidatiekringeffect ingevolge de consolidatie van Agbar. De Bedrijfstak kon profiteren van de bijdrage van de contracten in Melbourne, positieve prijs/volumeeffecten op internationaal vlak en de hogere prijs van de secundaire grondstoffen in de afvalsorteer/valorisatie/recyclageactiviteit. Vooruitzichten GDF SUEZ heeft haar strategie, gesteund op de ontwikkeling in de groeizones en de versterking van haar posities op de Europese ontwikkelde markten, bevestigd. De groep mikt op een EBITDA 2011 gelegen tussen EUR 17 en 17,5 miljard en meer dan EUR 20 miljard voor De vennootschap voorspelt ook een hoger nettoresultaat over dezelfde periode. Haar investeringsprogramma voor de drie eerstvolgende jaren wordt op zowat EUR 11 miljard behouden, waarbij een sterke financiële structuur met een A-rating wordt gehandhaafd, onder meer dankzij de optimalisatie van de activaportefeuille voor ongeveer EUR 10 miljard tegen 2013 en de verdere inspanningen tot verbetering van de prestaties voor EUR 0,9 miljard in 2011, waardoor het totaalbedrag van de verwezenlijkte besparingen eind 2011 EUR 2,4 miljard zou moeten bedragen.

29 MARKTPARAMETERS EN OPERATIONELE GEGEVENS PER ACTIVITEITSSECTOR Pro forma 2008 Marktparameters Brent (in USD/v) Gasprijs (NBP) (in EUR/MWh) Gemiddelde baseloadprijs in België (in EUR/MWh) Gemiddelde pariteit EUR/USD 1,33 1,39 1,47 Operationele gegevens Productiecapaciteit elektriciteitscentrales (100%) (in GW) 78,2 72,7 68,4 Elektriciteitsproductie (100%) (in TWh) 335,1 295,6 276,0 Gasaanvoer (in TWh) 695,2 664,9 658,1 Bewezen en waarschijnlijke reserves (in miljoen voe) 815,0 762,9 703,7 Gas- en koolwaterstofproductie (in miljoen voe) 51,1 52,9 51,3 Personeel (in eenheden) Gesegmenteerde informatie (in miljoen EUR) Brutobedrijfsresultaat (EBITDA) Energie France Energie Europe & International Global Gaz & GNL Infrastructures Energie Services Environnement Andere (332) (253) (354) Bruto-investeringen Energie France Energie Europe & International Global Gaz & GNL Infrastructures Energie Services Environnement Andere VOORNAAMSTE FINANCIËLE GEGEVENS Vereenvoudigde resultatenrekening (in miljoen EUR) Omzet Brutobedrijfsresultaat (EBITDA) Courant bedrijfsresultaat (EBIT) Nettoresultaat (deel van de groep) Vereenvoudigde balans (in miljoen EUR) Vaste activa Eigen vermogen (deel van de groep) Minderheidsbelangen Nettoschuld Schuldratio (in %) 47,8 45,7 46,1 GBL GDF SUEZ 27

30 Financieel verslag GDF SUEZ legt voor 2010 degelijke resultaten voor die hoger zijn dan de gestelde doel - stellingen, dankzij ondermeer de activiteiten in de elektriciteit op internationaal vlak en de gunstige strenge weersomstandigheden en niet egenstaande een achtergrond van volatiele energieprijzen en een aanhoudend moeilijk economische klimaat. Tot deze prestaties dragen alle Bedrijfstakken positief bij, behalve de Bedrijfstak Global Gaz & GNL. De omzet van de groep over 2010 komt uit op EUR 84,5 miljard, 5,7% meer dan over 2009 (EUR 79,9 miljard). 89% van de totale inkomsten zijn in Europa en Noord-Amerika gerealiseerd (tegen 92% in 2009), waarvan 81% op het Europees continent, wat lager is dan vorig jaar. Het consolidatie- en wissel - koerseffect buiten beschouwing gelaten, bedraagt de omzetgroei 3,3%. Het bruto bedrijfsresultaat (EBITDA) van de groep gaat er 7,7% op vooruit tot EUR 15,1 miljard, tegen EUR 14,0 miljard in De Bedrijfstak Energie France draagt voor EUR 1,0 miljard bij tot dit resultaat (tegen EUR 0,4 miljard in 2009) en profiteert van de verbetering van de elektriciteitsproductie, gunstige weersomstandigheden en de inwerkingtreding in het eerste halfjaar van een nieuw openbaar dienstverleningscontract. De Bedrijfstak Energie Europe & Inter - national draagt bij voor EUR 5,8 miljard, hetzij 16,0% meer dan over 2009 (EUR 5,0 miljard). Tot deze groei dragen alle zones bij. De voornaamste factoren van de stijging zijn met name de capaci teits verbetering van de waterkrachtcentrales in Brazilië, het effect van de indienststellingen en de hogere Geographische uitsplitsing van de gasvoorzieningsbronnen TWh Andere bronnen 35% Egypte 6% Algerije 13% 28 GBL GDF SUEZ 21% Noorwegen 14% Rusland 11% Nederland beschikbaarheid van het productieapparaat in de Benedelux. De Bedrijfstak Global Gaz & GNL legt een brutobedrijfsresultaat voor dat met 27,4% teruggelopen is tot EUR 2,1 miljard (tegen EUR 2,9 miljard een jaar eerder), voornamelijk wegens de moeilijke gasmarkt. De activiteiten van Exploratie en Productie, daarentegen, blijven op peil, waarbij de evolutie van de prijzen een lichte productiedaling compenseert. De Bedrijfstak Infrastructures legt een bijdrage voor die met 6,5% vooruitging tot EUR 3,2 miljard (EUR 3,0 miljard in 2009), waarbij geprofiteerd werd van de strenge weersomstandigheden, het positief prijseffect en de indienststelling van Fos Cavaou. De Bedrijfstak Energie Services kon zijn brutobedrijfsresultaat stabiel houden op EUR 0,9 miljard, wat wijst op de veerkracht van de activiteit, en dit ondanks een aanhoudend moeilijk economisch klimaat. De Bedrijfstak Environnement legt een EBITDA voor van EUR 2,3 miljard, hetzij 13,6% beter dan in 2009 (EUR 2,1 miljard), in het bijzonder dankzij de prijsstijging van de secundaire grond stoffen en het gunstig prijs/ volume-effect op internationaal vlak. Het courante bedrijfsresultaat (EBIT) bedraagt EUR 8,8 miljard, hetzij 5,4% hoger ten opzichte van het niveau van 2009 (EUR 8,3 miljard). In deze parameter zijn de bedrijfsprestaties van de Bedrijfstakken, maar ook het negatief effect van de verhoging van de afschrijvingskosten ten gevolge van de inbedrijfstelling van nieuwe installaties verrekend. Het nettoresultaat, deel van de groep, per eind 2010 bedraagt EUR 4,6 miljard. Uitsplisting van elektrisch vermogen per sector (100%) - 78,2 GW Andere niethernieuwbaar 5% Nucleair 8% Kolen 9% Wind 3% Biomassa en biogas 1% 57% Aardgas 17% Hydraulisch Dat is een lichte verbetering ten opzichte van 2009 (EUR 4,5 miljard), toe te schrijven aan het positief effect van de gerealiseerde overlatingen (Fluxys en Elia) en de terugneming van voorzieningen voor de ontmanteling van gasinfrastructuren in Frankrijk, en ondanks het ongunstig effect van hogere financiële en belastingkosten. De bruto operationele autofinancieringsmarge, vóór financiële kosten en belastingen, bedraagt per eind 2010 EUR 14,7 miljard, bruto, 13,2% beter ten opzichte van het niveau van De cashflow, vóór overdrachten en ontwikkelingsinvesteringen, bedraagt EUR 7,8 miljard, tegen EUR 9,6 miljard over Deze achteruitgang is voornamelijk te wijten aan de schommeling van de behoefte aan werkkapitaal. De in 2010 gerealiseerde nettoinvesteringen bedragen EUR 11,9 miljard en omvatten EUR 3,3 miljard onderhoudsinvesteringen en meer dan EUR 3,3 miljard overdrachten. De financiële nettoschuld per eind 2010 bedraagt EUR 33,8 miljard (tegen EUR 30,0 miljard eind 2009) en vertegenwoordigt 47,8% van het eigen vermogen. Aan de Algemene Vergadering der Aandeelhouders van 2 mei 2011 zal worden voorgesteld om voor het boekjaar 2010 een dividend van EUR 1,50 per aandeel uit te keren (+ 2% ten opzichte van boekjaar 2009), waarop op 15 november 2010 reeds een voorschot van EUR 0,83 per aandeel werd uitbetaald. Elektriciteitsproductie per geographische zone (100%) Benedelux Frankrijk Andere Europa 8 9 Noord- Amerika Centraalen Zuid- Amerika 21 Midden- Oosten, Azië, Pacifiek

31 MARKTPARAMETERS EN GEGEVENS BETREFFENDE DE DEELNEMING VAN GBL Beursgegevens Aantal uitgegeven aandelen (in duizenden) Beurskapitalisatie (in miljoen EUR) Laatste beurskoers (in EUR/aandeel) 26,85 30,29 35,33 Nettoresultaat (in EUR/aandeel) 2,11 2,05 2,06 Dividend (in EUR/aandeel) 1,50 1,47 2,20 (1) Investering van GBL Deelneming in kapitaal (in %) 5,2 5,2 5,3 Deelneming in stemrechten (in %) 5,2 5,2 5,3 Beurswaardering van de deelneming (in miljoen EUR) Door GBL geïnde dividenden (in miljoen EUR) Aantal vertegenwoordigers in de statutaire organen (1) Inclusief EUR 0,80/aandeel uitzonderlijk dividend Bijdrage van GDF SUEZ tot het aangepast netto-actief en tot het resultaat van GBL De beurswaardering van de deelneming van 5,2% van GBL in GDF SUEZ bedroeg eind december 2010 EUR miljoen, tegen EUR miljoen een jaar eerder. De achteruitgang met EUR 403 miljoen is toe te schrijven aan de daling van de beurs koers van GDF SUEZ met 11% tegenover het vorige boekjaar. Eind 2010 sloot het aandeel af op EUR 26,85 tegen EUR 30,29 eind Het deel van GDF SUEZ in het aangepast netto-actief van GBL eind 2010 bedraagt 22%. De bijdrage van GDF SUEZ tot het resultaat 2010 van GBL bedraagt EUR 176 miljoen, tegen EUR 258 miljoen in Het door GBL in 2010 geïnde bedrag is gelijk aan de som van het saldo van het dividend over 2009 en het voorschot op het dividend over 2010 van GDF SUEZ, respectievelijk EUR 0,67 en EUR 0,83 per aandeel. Deel in het aangepast netto-actief van GBL 22,0% Deel in de nettodividenden van de deelnemingen 29,6% GBL GDF SUEZ 29

32

33 LAFARGE, aanwezig in 78 landen, is wereldmarktleider in bouwmaterialen: Cement, Aggregaten & Beton en Gips Profiel Lafarge bekleedt in elk van haar activiteiten een toppositie in: eerste wereldproducent van Cement, tweede wereldproducent van Aggregaten, derde wereldproducent van Gebruiksklare Beton en derde wereldproducent van Gipsplaten. Het beleid van Lafarge is afgestemd op het versterken van haar positie als wereldwijd marktleider in de bouwmaterialen, zowel voor wat het marktaandeel, de innovatie, het imago bij haar klanten als de geografische spreiding en de rendabiliteit betreft. Daartoe heeft de groep twee strategische prioriteiten gesteld: de Cement, voornamelijk op de groeimarkten, en de innovatie, in het bijzonder innoverende bouwsystemen, met name met het oog op de uitdagingen van het duurzaam bouwen. In de Cement is het verbruik de laatste twintig jaar fors toegenomen, met gemiddeld meer dan 5% per jaar. Ondanks de economische crisis, is de wereldwijde vraag naar Cement in 2010 bijna 9% gegroeid, ondersteund door de dynamiek van de markten van de meeste opkomende landen, en dan vooral China, Brazilië, India en Afrika bezuiden de Sahara. De vooruitzichten op middellange en lange termijn blijven gunstig, zeker in de opkomende landen waar de bevolkingsaangroei, de verstedelijking en de behoefte aan woningen en infrastructuren krachtige drijfveren zijn. Dankzij het in 2006 opgestarte programma tot uitbreiding van de capaciteiten in de Cement en de verwerving van Orascom Cement in januari 2008, kon de groep zich gunstig positioneren om van die groei te profiteren (meer dan 70% van de Cementcapaciteiten bevinden zich in de opkomende markten). Om de groei van deze markten te begeleiden en de huidige posities van de groep te versterken, wordt het voornaamste deel van het programma tot het oprichten van nieuwe capaciteiten gerealiseerd in de opkomende landen. De tweede strategische prioriteit is de verkoop te bevorderen van bouwmaterialen, innoverende systemen en diensten, die beantwoorden aan de behoeften van de klanten op het gebied van het duurzaam bouwen, de esthetiek en de kosten. Om haar productenen dienstenaanbod uit te breiden, steunt de groep op geavanceerde onderzoeksmiddelen en experimenten en op de jarenlange ervaring op het gebied van de innovatie op de ontwikkelde markten, die de laatste jaren is aangegroeid met de ontwikkeling op de opkomende markten. Deze producten, systemen en diensten met een hoge toegevoegde waarde zouden tegemoet moeten komen aan de nieuwe verwachtingen van de klanten op het gebied van prestatie, gebruiksgemak, kortere uitvoeringstermijnen en recyclage. FINANCIËLE INFORMATIE OVER LAFARGE Jay Bachmann Tel.: Fax: Overzicht van het boekjaar 2010 Het jaar 2010 werd over het algemeen gekenmerkt door de aanhoudende economische vertraging, zowel op de ontwikkelde markten als op sommige opkomende markten. Toch werd elk kwartaal een geleidelijke verbetering vastgesteld en zag het er in het laatste kwartaal 2010 zelfs naar uit dat de volumes opnieuw toenamen. Op de ontwikkelde markten kon de groep in Noord-Amerika en in het Verenigd Koninkrijk een bestendige toename van de volumes vaststellen, terwijl de effecten van de economische crisis zich in Spanje en Griekenland nog lieten gevoelen. Op de opkomende markten waren er tegenstrijdige evolutie. De tendens bleef over het algemeen gunstig, maar op sommige markten werden lagere volumes opgetekend. Dankzij de ontwikkelingsstrategie die gericht is op de landen met een forse groei, gekoppeld aan de inspanningen tot kostenverlaging, konden de effecten van de crisis worden gemilderd en de EBITDA marge in de Cement in de buurt van 30% worden behouden. GBL LAFARGE 31

34 Onder dergelijke omstandigheden maakte de groep verder werk van haar actieplan om zich aan het economisch klimaat aan te passen en haar financiële structuur te verstevigen door: de uitvoering van maatregelen om het effect van de lagere verkoopvolumes op de resultaten te milderen, zoals kostenverminderingen en de sluiting van fabrieken, waarbij de prijzen op peil werden gehouden; de voortzetting van het programma tot afstoting van activa (meer dan EUR 500 miljoen opgehaald in 2010), de verbetering van de behoefte aan werkkapitaal, de vermindering van de investeringen en de herfinanciering op lange termijn van de schulden. Voorts zette de groep in 2010 haar ontwikkelingsstrategie op de opkomende markten door, onder andere in Brazilië met een verrichting waarbij haar deelneming in de Portugese vennootschap Cimpor werd geruild tegen Braziliaanse activa in de Cement. CEMENT De activiteit van de bedrijfstak Cement werd het hele jaar getekend door een daling van de verkoopvolumes met 4% (en van 3% met ongewijzigde consolidatiekring), die van 141,2 miljoen ton in 2009 terugvielen tot 135,7 miljoen ton in 2010, hoewel de tendens in de loop van het jaar verbeterde. In het vierde kwartaal zijn de totale verkopen van cement inderdaad opnieuw beginnen toenemen. In de ontwikkelde landen hield de positieve tendens aan in Noord-Amerika en het Verenigd Koninkrijk. In Spanje en in Griekenland, bleven de gevolgen van de economische crisis zich echter laten voelen. 32 GBL LAFARGE Op de meeste opkomende markten, bleef de vraag toenemen, maar in sommige landen hadden de volumes te lijden onder de komst van nieuwe productiecapaciteiten en geringere productieniveaus. De prijzen hebben tegen deze moeilijke achtergrond behoorlijk stand gehouden, niettegenstaande op sommige markten in 2010 een daling van de gemiddelde prijzen werd vastgesteld ten opzichte van Merk ook op dat de wijzigingen van de consolidatiekring een vrij gering effect hadden, aangezien de integratie van nieuwe activiteiten zoals in Brazilië het effect van de overdrachten van 2009, met name in Chili en in Turkije, ten dele compenseerden. AGGREGATEN & BETON In de sector Aggregaten & Beton werd het hele jaar door een geleidelijke verbetering vastgesteld, inzonderheid in het Verenigd Koninkrijk en in Noord-Amerika. In de andere regio s waren de tendensen tegenstrijdig. De verkoopvolumes van zuivere aggregaten zijn lichtjes (- 1%) teruggelopen tot 193,2 miljoen ton, maar 1% gestegen met vergelijkbare consolidatiekring, gedragen onder meer door de infrastructuurprojecten in Noord-Amerika. De verkochte volumes Gebruiksklare Beton zijn daarentegen met 8% teruggelopen tot 34,0 miljoen m³ (- 5% met vergelijkbare consolidatiekring). Deze activiteitssector werd ook beïnvloed door de overdracht in 2009 van activiteiten in Chili en van sommige verrichtingen in Noord-Amerika. GIPS De Gipsactiviteit heeft zich geleidelijk hersteld met een toename van de volumes, terwijl de gemiddelde prijzen in 2010 lichtjes zijn gedaald. Vooruitzichten De groep voorspelt voor 2011 een hogere vraag naar cement op haar markten, begrepen tussen de 3% en de 6%. De opkomende markten blijven de groei van de vraag stuwen en Lafarge koppelt een mooie geografische spreiding aan kwaliteitsactiva. Op de ontwikkelde markten zou de vraag zich geleidelijk moeten blijven herstellen. Globaal gezien verwacht de groep dat de prijzen in 2011 zouden moeten stijgen, waarbij de omvang van de prijsstijgingen, tegen een achtergrond van stijgende kosten, zou schommelen van markt tot markt. De groep plant ook bijkomende maatregelen met het oog op structurele kostenverminderingen (> EUR 200 miljoen voor het jaar 2011). De hogere prijzen en de operationele optimalisatie zouden de inflatie moeten kunnen compenseren. Voorts heeft de vennootschap zich ertoe verbonden om de verbetering van haar financiële structuur verder te zetten, met als streefcijfer haar nettoschuld met EUR 2,0 miljard te verminderen, onder meer door overdrachten voor minimum EUR 750 miljoen.

35 MARTKPARAMETERS EN OPERATIONELE GEGEVENS PER ACTIVITEITSSECTOR EN GEOGRAFISCHE ZONE Marktparameters Wereldwijde evolutie van de cementmarkt (in miljoen ton) 3.250, , ,0 Operationele gegevens Verkoopvolumes Cement (in miljoen ton) 135,7 141,2 154,7 Zuivere aggregaten (in miljoen ton) 193,2 196,0 247,8 Gebruiksklare beton (in miljoen m³) 34,0 37,1 43,7 Gips (in miljoen m²) 690,0 667,0 745,0 CO 2 -uitstoot per ton cement (in kg) 608,0 614,0 631,0 Gesegmenteerde informatie (in miljoen EUR) Omzet Cement Aggregaten & Beton Gips Andere Courant bedrijfsresultaat (EBIT) Cement Aggregaten & Beton Gips Andere (63) (97) (81) Informatie per geografische zone (in miljoen EUR) Omzet West-Europa Noord-Amerika Midden-Oosten en Afrika Centraal- en Oost-Europa Latijns-Amerika Azië VOORNAAMSTE FINANCIËLE GEGEVENS Vereenvoudigde resultatenrekening (in miljoen EUR) Omzet Brutomarge Brutobedrijfsresultaat (EBITDA) Courant bedrijfsresultaat (EBIT) Nettoresultaat (deel van de groep) Vereenvoudigde balans (in miljoen EUR) Vaste activa Eigen vermogen (deel van de groep) Minderheidsbelangen Financiële nettoschuld Nettoschuldratio (in %) 76,8 82,1 115,4 GBL LAFARGE 33

36 Financieel verslag De geconsolideerde omzet is 2% vooruitgegaan tot EUR miljoen, tegen EUR miljoen in Met vergelijkbare consolidatiekring en wisselkoersen is de omzet 3% gedaald ten opzichte van vorig jaar. Deze evolutie is toe te schrijven aan een geleidelijke verbetering het hele boekjaar lang, gedragen door een bestendige vooruitgang in Noord-Amerika en het Verenigd Koninkrijk. In de opkomende landen werden tegenstrijdige tendensen vastgesteld. Het courant bedrijfsresultaat is 1% terug gelopen tot EUR miljoen in 2010, tegen EUR miljoen in 2009, en 8% met vergelijkbare consolidatiekring en wisselkoersen, toe te schrijven aan het gecombineerd effect van lagere volumes, voornamelijk in de cement, hogere productiekosten en, in sommige regio s, lagere prijzen. Kostenverminderingen die in alle sectoren werden doorgevoerd, konden deze effecten ten dele compenseren. In de bedrijfstak Cement is het courant bedrijfsresultaat 5% teruggelopen tot EUR miljoen in 2010, tegen EUR miljoen in 2009, en 10% met vergelijkbare consolidatiekring en wisselkoersen. Uitgedrukt in een percentage van de omzet van de afdeling, bedraagt het courant bedrijfsresultaat 21,7% in 2010, tegen 23,2% in 2009, waarbij de maatregelen tot kostenverlaging niet volstonden om de hogere productiekosten te compenseren. Geografische uitsplitsing van de omzet (in %) Azië 26% Latijns- Amerika 5% Centraalen Oost- Europa 5% Midden-Oosten & Afrika 24% 34 GBL LAFARGE 27% West-Europa 21% Noord- Amerika In de bedrijfstak Aggregaten & Beton is het courant bedrijfsresultaat 12% opgeklommen tot EUR 216 miljoen in 2010, tegen EUR 193 miljoen in 2009, maar 8% gedaald met ongewijzigde consolidatiekring en wisselkoersen. Uitgedrukt in een percentage van de omzet van de bedrijfstak, is het courant bedrijfsresultaat verbeterd tot 4,2% in 2010, tegen 3,8% in In de bedrijfstak Gips is het courant bedrijfsresultaat 53% omhoog gegaan tot EUR 58 miljoen in 2010, tegen EUR 38 miljoen in 2009, en 42% met vergelijkbare consolidatiekring en wisselkoersen. Het nettoresultaat, deel van de groep, ging er 12% op vooruit tot EUR 827 miljoen in 2010, tegen EUR 736 miljoen in Het nettoresultaat per aandeel over 2010 is 4% toegenomen tot EUR 2,89, tegen EUR 2,77 in De operationele cashflow is lichtjes gedaald, en werd afgesloten op EUR miljoen in 2010 tegen EUR miljoen in De nettocashstromen werden positief beïnvloed door de verbetering van de behoefte aan werkkapitaal voor EUR 354 miljoen en ongunstig door de betaling van een geldboete van EUR 338 miljoen in verband met een geschil in het Gips. De onderhoudsinvesteringen zijn gedaald tot EUR 359 miljoen in 2010, tegen EUR 372 miljoen in De investeringen voor interne ontwikkeling werden teruggeschroefd tot EUR 950 miljoen in 2010, tegen EUR miljoen in Evolutie van de EBITDA-marges per activiteitssector (in %) ,4 29,2 Cement 9,5 9,9 9,0 8,8 Aggregaten & Beton Gips Die investeringen hielden voornamelijk verband met de afdeling Cement, met projecten als de verhoging van de capaciteiten in India, China, Polen of Nigeria, de wederopbouw van de fabriek in Indonesië en de bouw van nieuwe cementfabrieken in Syrië en Saoedi-Arabië. De groep heeft ook EUR 550 miljoen opgehaald door desinvesteringen, waarvan EUR 364 miljoen in 2010, onder meer door de overdracht van een minderheidsbelang in Lafarge Malayan Cement tegen EUR 141 miljoen. De geconsolideerde financiële nettoschuld is in totaal met EUR 198 miljoen gestegen tot EUR miljoen wegens nietrecurrente factoren (boete in het Gips van EUR 338 miljoen en ongunstig effect van de wisselkoersen ten bedrage van EUR 490 miljoen). Aan de Algemene Vergadering van 12 mei 2011 zal worden voorgesteld om het dividend te verminderen tot EUR 1,00 per aandeel, hetzij een totale uitkering van ongeveer EUR 288 miljoen, gelijk aan 43% van het courant nettoresultaat van de groep (nettoresultaat zonder de meerwaarde van EUR 161 miljoen, gerealiseerd op de overdracht van Cimpor-effecten). Evolutie van het rendement op gemiddeld aangewend kapitaal per activiteitssector (in %) ,3 6,6 Cement 3,4 3,4 2,9 2,5 Aggregaten & Beton Gips 5,8 6,0 Groep

37 MARKTPARAMETERS EN GEGEVENS BETREFFENDE DE DEELNEMING VAN GBL Beursgegevens Aantal uitgegeven aandelen (in duizenden) Beurskapitalisatie (in miljoen EUR) Laatste beurskoers (in EUR/aandeel) 46,9 57,8 37,7 (1) Nettoresultaat (2) (in EUR/aandeel) 2,89 2,77 7,19 Verwaterd nettoresultaat (2) (in EUR/aandeel) 2,89 2,77 7,16 Normaal dividend (in EUR/aandeel) 1,00 2,00 2,00 Verhoogd dividend (3) (in EUR/aandeel) 1,10 2,20 2,20 Investering van GBL Deelneming in kapitaal (in %) 21,1 21,1 21,1 Deelneming in stemrechten (in %) 24,6 27,1 28,5 Beurswaardering van de deelneming (in miljoen EUR) Door GBL geïnde dividenden (in miljoen EUR) Vertegenwoordigers in de statutaire organen (1) De voorgestelde vergelijkende perioden werden aangepast om weer te geven dat de kapitaalverhoging van april 2009 met voorkeurrecht werd verricht (2) Gemiddeld aantal aandelen in omloop, aangepast na de op 28 april 2009 afgesloten kapitaalverhoging (3) Sinds 1999 genieten degenen die meer dan 2 jaar houder zijn van Lafarge-aandelen op naam ten belope van 0,5% van het kapitaal, een verhoging van 10% op hun dividend. Die termijn van 2 jaar gaat in vanaf 1 januari van het jaar na het jaar van intekening op de aandelen op naam Bijdrage van Lafarge tot het aangepast netto-actief en tot het resultaat van GBL De beurswaardering van de deelneming van 21,1% van GBL in het kapitaal van Lafarge bedroeg eind december 2010 EUR miljoen, tegen EUR miljoen een jaar eerder. Deze vermindering met EUR 656 miljoen is te wijten aan de daling van de beurskoers met 19% tussen 1 januari en 31 december Deel in het aangepast netto-actief van GBL 19,8% Het deel van Lafarge in het aangepast netto-actief van GBL is teruggelopen van 22,9% op 31 december 2009 tot 19,8% op 31 december Het deel van Lafarge tot het resultaat van GBL door vermogensmutatie bedraagt EUR 174 miljoen in 2010, tegen EUR 155 miljoen in Deel in de nettodividenden van de deelnemingen 20,3% Voorts bedraagt de bijdrage van Lafarge tot de nettodividenden gekregen van de deelnemingen EUR 121 miljoen tegen EUR 83 miljoen over het vorige boekjaar. Deze verhoging is te wijten aan het hogere aantal aandelen ten gevolge van de in april 2009 doorgevoerde kapitaalverhoging. GBL LAFARGE 35

38

39 PERNOD RICARD is op wereldschaal co-leader op het gebied van Wijnen & Gedistilleerde Dranken en neemt op alle continenten een toppositie in Profiel Sinds haar oprichting in 1975 slaagde Pernod Ricard erin, dankzij een sterke interne groei en talrijke overnames, waaronder Seagram in 2001, Allied Domecq in 2005 en Vin&Sprit in 2008, wereldwijd co-leader op het gebied van Wijnen & Gedistilleerde Dranken te worden. De groep is op alle continenten actief met een sterke aanwezigheid in de opkomende landen van Azië, Oost-Europa en Zuid-Amerika. Ze produceert en verdeelt een gamma van gedistilleerde dranken en champagnes, bestaande uit 14 strategische merken, 4 merken van Strategische Premium Wijnen en 18 lokale merken die leider zijn op hun plaatselijke markt en een groot aantal regionale merken. De voornaamste merken van de groep zijn: Top 14: de gedistilleerde dranken Absolut, Ballantine s, Beefeater, Chivas Regal, Havana Club, Jameson, Kahlúa, Malibu, Martell, Ricard, Royal Salute en The Glenlivet, en de champagnes Mumm en Perrier-Jouët; Strategische Premium Wijnen: Brancott Estate, Jacob s Creek, Graffigna en Campo Viejo. Pernod Ricard is marktleider in het Premiumsegment van de gedistilleerde dranken en hoort daarenboven bij de wereldtop op de markt van de duurdere whisky s en de Premiumwodka met Absolut. De zogenaamde premiumiseringstrategie van de groep houdt in dat voorrang gegeven wordt aan producten uit de hogere prijsklasse en met een forse marge, die beantwoorden aan de steeds strengere eisen van de consumenten, waarbij de blootstelling van de groep aan de economische conjunctuur wordt verminderd. Het beleid van Pernod Ricard steunt op 4 grote pijlers: bij voorrang en fors inzetten op de strategische merken met internationale uitstraling; de portefeuille premiumiseren door te mikken op de hogere prijsklasse, teneinde de groei te versnellen en de rendabiliteit te verhogen; zich ontwikkelen op de opkomende markten die de sterkste groeiperspectieven bieden; de externe groei voortzetten na vermindering van haar schuldenlast, om een dynamische speler van de consolidatie van de sector van de Wijnen & Gedistilleerde Dranken te blijven. DIRECTEUR, FINANCIËLE COMMUNICATIE & RELATIES BELEGGERS Denis Fiévet Tel.: investor.relations@pernod-ricard.com De algemene organisatie van de groep is opgebouwd rond Pernod Ricard, de holding die de vennootschappen, de zogenaamde Merkhouders, controleert en, rechtstreeks of onrechtstreeks, via holdings, die de Regio s genoemd worden, de zogenaamde Marktvennootschappen. De Holding beheert voorbehouden functies zoals de strategie van de hele groep, het beheer van de deelnemingen en het financieel beleid. De Merkhouders staan in voor de strategie en de ontwikkeling van de merken en de productie. De Regio s zijn belast met de operationele en financiële controle van de dochterondernemingen van een zelfde geografische regio (Azië, Amerika s, Europa en Pacifiek). De Marktvennootschappen beheren de distributie en de ontwikkeling van de merken op de lokale markten. Sommige vennootschappen kunnen de activiteiten van Merkhouders en Marktvennoot schappen combineren. GBL PERNOD RICARD 37

40 Overzicht van het boekjaar Pernod Ricard heeft over het op 30 juni 2010 afgesloten boekjaar een mooie prestatie neergezet: een positieve interne groei van haar omzet, na een stabiel boekjaar ; een bevredigende vooruitgang van de resultaten, beter dan de bij aanvang van het boekjaar aangekondigde streefcijfers, niettegenstaande hogere reclamepromotie-uitgaven voor haar strategische merken; een aanzienlijke vermindering van haar schulden. Het economisch klimaat bleef wisselvallig maar begon vanaf het tweede halfjaar over het algemeen beterschap te vertonen: forse groei in de meeste Nieuwe Economieën, zeer geleidelijk herstel van de consumptie in een steeds onzekere omgeving in de Verenigde Staten, tegenstrijdige tendensen in Europa met enige tekenen van herstel maar ook de weerslag van de algemene economische vertraging, sterke volatiliteit van de deviezen (vooral de koers EUR/USD) en historisch lage rentevoeten voor de euro en de Amerikaanse dollar. Voorts werd het boekjaar gekenmerkt door de verdere integratie van Vin&Sprit (V&S, eigenaar van het premium wodkamerk Absolut, dat in juli 2008 tegen EUR 5,3 miljard werd overgenomen) en de schuldafbouw na deze transactie. Pernod Ricard heeft verder werk gemaakt van het programma tot afstoting van niet- strategische merken voor om en bij de EUR 1 miljard, programma dat net na de overname van V&S werd ingezet. De voornaamste activa die tijdens het boekjaar van de hand werden gedaan waren Tia Maria (likeur) en een portefeuille van lokale Scandinavische merken. Tijdens dit lopend boekjaar wordt het programma afgesloten met de verkoop van Renault (cognac) en Spaanse en Nieuw-Zeelandse activa (voornamelijk in de wijn). De courante vrije cashflow over bedroeg zowat EUR 1,2 miljard, waardoor, samen met de over gegenereerde EUR 1,3 miljard, het door Pernod Ricard opgestelde doelstelling om over de drie boekjaren tot een gecumuleerd bedrag van EUR 3,0 miljard te genereren, zou moeten worden bereikt. Om de looptijd van de schuld van de groep te verlengen en te profiteren van de historisch lage rentevoeten, heeft Pernod Ricard in maart 2010 obligaties uitgegeven voor een bedrag van EUR miljoen. Na afloop van deze verschillende verrichtingen, bedroeg de nettoschuld van de groep per 30 juni 2010 nog EUR 10,6 miljard, hetzij EUR 0,3 miljard minder dan in juni 2009, en dit ondanks een ongunstig wisselkoerseffect van EUR 0,8 miljard. MARKTPARAMETERS EN OPERATIONELE GEGEVENS PER ACTIVITEITSSECTOR 30 juni juni juni 2008 Volume van de strategische merken (in miljoen kisten van 9 l) Absolut (volume wadersamengesteld over 12 maanden) 10,4 10,2 - Stolichnaya - - 3,4 Chivas Regal 4,2 4,2 4,5 Ballantine's 5,9 6,2 6,4 Ricard 5,4 5,4 5,6 Martell 1,6 1,5 1,6 Malibu 3,3 3,4 3,7 Kahlúa 1,8 1,8 2,1 Jameson 2,9 2,7 2,6 Beefeater 2,3 2,3 2,4 Havana Club 3,5 3,4 3,2 The Glenlivet 0,6 0,6 0,6 Mumm 0,6 0,7 0,7 Perrier-Jouët 0,2 0,2 0,2 Royal Salute 0,1 0,1 0,1 14 strategische merken 42,9 42,6 37,1 Jacob's Creek 7,1 7,8 8,0 Campo Viejo 1,5 1,5 1,5 Brancott Estate (voorheen Montana) 1,3 1,2 1,4 Graffigna 0,3 0,3 0,3 Strategische Premium Wijnen 10,2 10,8 11,2 38 GBL PERNOD RICARD

41 30 juni juni juni 2008 Gesegmenteerde informatie (in miljoen EUR) Omzet Frankrijk Europa Amerika s Azië/Rest van de Wereld Courant bedrijfsresultaat Frankrijk Europa Amerika s Azië/Rest van de Wereld VOORNAAMSTE FINANCIËLE GEGEVENS 30 juni juni juni 2008 Vereenvoudigde resultatenrekening (in miljoen EUR) Omzet Courant bedrijfsresultaat Courant nettoresultaat (deel van de groep) Nettoresultaat (deel van de groep) Vereenvoudigde balans (in miljoen EUR) Vaste activa Eigen vermogen (deel van de groep) Minderheidsbelangen Nettoschuld Schuldratio (in %) Financieel verslag Bij de afsluiting van het boekjaar , op 30 juni 2010, bedroeg de omzet van Pernod Ricard EUR miljoen. Niettegenstaande een positieve interne groei van 2%, moesten de verkopen van de groep 2% inboeten, toe te schrijven aan een negatief wisselkoerseffect van 1% en een wijziging van de consolidatiekring (- 3%), wegens de verkoop van Wild Turkey, Tia Maria en Bisquit en wegens de stopzetting van de distributie van Stolichnaya. De interne groei werd aangedreven door Azië/Rest van de Wereld en in mindere mate door de Amerika s: De goede prestaties van de groep in Azië/ Rest van de Wereld (interne groei van 9%) is het gevolg van de interne groei met twee cijfers in China, de forse vooruitgang van de lokale merken in India en het weer aantrekken van de activiteit in Zuid-Korea en op de duty free markt die de moeilijkheden in Thailand ruim compenseerden. Ook Afrika en het Midden-Oosten lieten mooie prestaties optekenen. Europa (- 5%) is de regio die het zwaarst te lijden had onder de crisis, met een moeilijk jaar in West-Europa (voornamelijk in Spanje en het Verenigd Koninkrijk) en tegenstrijdige tendensen in Oost-Europa: goed herstel in Rusland en Oekraïne tijdens het tweede halfjaar, maar moeilijkheden voor de lokale wodkamerken in Polen. Amerika s (+ 4%): over het algemeen stabiele activiteit in de Verenigde Staten, met een verbetering in het tweede halfjaar en een goed jaar in Midden- en Zuid-Amerika. De gepubliceerde omzet (- 6%) werd beïnvloed door een aanzienlijk wisselkoers effect, vooral in verband met Venezuela. Frankrijk vertoonde een stabiele interne groei, waarbij de behoorlijke prestaties van Absolut, Havana Club, Ricard en de whiskymerken gecompenseerd werden door de achteruitgang van Mumm en Pastis 51. De merken van de Top 14 (55% van de omzet van de groep) gaan er 2% op vooruit in volume en 4% in waarde. Twee ervan noteren een vooruitgang (in interne groei) met twee cijfers, Martell (+ 12%) en Jameson (+ 12%) en zeven andere blijven hun groei voortzetten, zoals onder meer: The Glenlivet (+ 7%), Absolut (+ 6%), Chivas Regal (+ 5%) en Havana Club (+ 5%). Perrier-Jouët is stabiel gebleven Kahlúa en Malibu (- 1%) hebben iets ingeleverd terwijl de interne groei negatiever uitvalt voor Ballantine s (- 4%, zwaar getroffen in Spanje) en Mumm (- 7%, dat last heeft van de achteruitgang van de Franse champagnemarkt). GBL PERNOD RICARD 39

42 Bij de Strategische Premium Wijnen leggen Graffigna (interne omzetgroei van 37%), Brancott Estate (+ 6%) en Campo Viejo (+ 1%) mooie prestaties voor, terwijl de lagere verkopen van Jacob s Creek (- 5%) het gevolg zijn van de premiumiseringstrategie op het merk. De omzet van de 18 lokale topmerken van gedistilleerde dranken stijgt globaal met 4%, waarbij de sterke ontwikkeling van de lokale whiskymerken in India (Royal Stag tot + 30% en Blender s Pride tot + 22%) wordt doorgezet, maar ook de premium whisky Imperial in Zuid-Korea (+ 12%) een nieuw groei kent. De premium merken (verkoopprijs aan de consument > USD 17 voor gedistilleerde dranken en > USD 5 voor de wijn) waren in het boekjaar goed voor 69% van de omzet van de groep, 1% beter dan over het vorige boekjaar. De groei van het bedrijfsresultaat kwam positief uit op 4%, dankzij de forse verhoging van de brutomarge, waardoor de courante bedrijfsmarge op 25,4% kon worden gehandhaafd (25,6% over ). Het courant bedrijfsresultaat, dat werd beïnvloed door een ongunstig wisselkoersen consolidatiekringeffect (vooral in Europa en in de Amerika s) en door het oplopen van de reclame-promotie-investeringen tot 17,8% van de omzet, sloot af op EUR miljoen (- 3%). Met uitzondering van Europa (zonder Frankrijk), dat zwaar te lijden had onder de crisis, konden alle regio s een positieve organische groei voorleggen. Door de forse vermindering van de financiële kosten, ingevolge het gecombineerd effect van de daling van de gemiddelde kost van Geographische uitsplitsing van de omzet (in %) Azië/Rest van de Wereld 32% Amerika s 27% 40 GBL PERNOD RICARD 10% Frankrijk 31% Europa de schuld en de vermindering van de schuld, ging het nettoresultaat, deel van de groep over het boekjaar met 1%, vooruit tot EUR 951 miljoen. De Algemene Vergadering van de aandeelhouders van 10 november 2010 besloot een dividend per aandeel van EUR 1,34 uit te keren: een voorschot van EUR 0,61 daarop werd uitbetaald op 7 juli 2010 en het saldo van EUR 0,73 op 17 november In 2009 bedroeg het dividend per aandeel EUR 0,50. Resultaten van het eerste halfjaar van het boekjaar Op 31 december 2010 (eerste halfjaar van het boekjaar ) was de omzet met 13% opgelopen tot EUR miljoen, zijnde een interne groei met 7%, na een gunstig wisselkoerseffect van 9% dat voornamelijk te wijten is aan de koersstijging van de Amerikaanse dollar en de eraan gekoppelde deviezen, en een negatief consolidatiekringeffect van 3% ten gevolge van de verkoop van een aantal Scandinavische en Spaanse activiteiten. De merken van de Top 14 kenden een interne groei van 13%, de Strategische Premium Wijnen van 3% en de lokale merken van 2%. De brutomarge is aanzienlijk verbeterd tot 60,8%, tegen 59,7% over het eerste halfjaar van het vorige boekjaar. Na een stijging tot 17,9% (+ 0,9%) van de ratio reclame-promotie-uitgaven op omzet, gaat het courant bedrijfsresultaat over het eerste halfjaar 13,9% vooruit tot EUR miljoen, hetzij een interne groei van 8%. Geographische uitsplitsing van het courant bedrijfsresultaat (in %) Azië/Rest van de Wereld 32% Amerika s 30% 10% Frankrijk 28% Europa Het courant nettoresultaat, deel van de groep, bedraagt EUR 726 miljoen en dat is 12% meer, terwijl het nettoresultaat, deel van de groep, er met 10% op vooruit gaat tot EUR 666 miljoen. De nettoschuldenlast per 31 december 2010 werd verminderd tot EUR 9,7 miljard, tegen EUR 10,6 miljard per 30 juni 2010, voornamelijk omdat over de eerste zes maanden van het boekjaar EUR 639 miljoen vrije cashflow kon worden gegenereerd en dankzij een gunstig wisselkoerseffect van EUR 533 miljoen. Vooruitzichten Het eerste halfjaar werd gekenmerkt door de bevestiging van het herstel, met een versnelling van de groei van de activiteit en van het courant bedrijfsresultaat, voortgestuwd door de premiummerken en terugkerende groei in alle regio s. Ook de schuldafbouw werd het hele halfjaar lang voortgezet. In die context heeft Pernod Ricard zijn streefcijfer van een interne groei van het courant bedrijfsresultaat over het volledige boekjaar bijgesteld tot in de buurt van 7%, tegen in de buurt van 6% eerder. De doelstelling van het ratio nettoschuld / EBITDA van om en bij de 4 tegen de afsluiting per 30 juni 2012, werd bevestigd. Gewicht van de opkomende landen in het courant bedrijfsresultaat (in %) Ontwikkelde markten 67% 33% Nieuwe economie

43 MARKTPARAMETERS EN GEGEVENS BETREFFENDE DE DEELNEMING VAN GBL 30 juni juni juni 2008 Beursgegevens (1) Aantal uitgegeven aandelen (in duizenden) Beurskapitalisatie (in miljoen EUR) Laatste beurskoers (in EUR/aandeel) 63,98 44,87 65,25 Verwaterd nettoresultaat (2) (in EUR/aandeel) 3,59 3,88 3,58 Dividend (in EUR/aandeel) 1,34 0,50 1,24 Investering van GBL op 31 december Deelneming in kapitaal (in %) 9, ,2 Deelneming in stemrechten (in %) 9,0 8,4 7,4 Beurswaardering van de deelneming (in miljoen EUR) Door GBL geïnde dividenden (in miljoen EUR) Aantal vertegenwwoordigers in de statutaire organen (1) Het verwaterde nettoresultaat per aandeel werd met terugwerkende kracht aangepast om rekening te houden met de kosteloze uitkering van aandelen op 17 november 2009, de deling door twee van de nominale waarde op 15 januari 2008 en het afknippen van het voorkeurrecht in verband met de kapitaalverhoging van 14 mei (2) Op basis van het gemiddeld aantal uitgegeven aandelen in omloop, zonder eigen aandelen, na verwatering. Bijdrage van Pernod Ricard tot het aangepast netto-actief en tot het resultaat van GBL De beurswaardering van de deelneming van 9,9% van GBL in Pernod Ricard bedroeg eind december 2010 EUR miljoen, tegen EUR miljoen een jaar eerder. Deze verhoging met EUR 392 miljoen is toe te schrijven aan de verhoging van het belang van GBL in het kapitaal van de vennootschap en aan de stijging van de beurskoers van Pernod Ricard met 17% ten opzichte van het vorige boekjaar: het aandeel sloot het jaar 2010 af met een beurskoers van EUR 70,36, tegen EUR 59,91 in Deel in het aangepast netto-actief van GBL 12,8% Het deel van Pernod Ricard in het aangepast netto-actief van GBL eind 2010 bedraagt 12,8%. De bijdrage van de groep tot het resultaat 2010 van GBL bedraagt EUR 35 miljoen, tegen EUR 11 miljoen in Het door GBL in 2010 geïnde bedrag is gelijk aan de som van het voorschot en het saldo van het dividend over het boekjaar , respectievelijk EUR 0,61 en EUR 0,73 per aandeel. Deel in de nettodividenden van de deelnemingen 5,9% GBL PERNOD RICARD 41

44

45 IMERYS is met 245 vestigingen in 47 landen aanwezig en is wereldleider op het vlak van de Valorisatie van Mineralen Profiel De groep Imerys bekleedt een toonaangevende positie in de vier sectoren waarin de groep actief is: Mineralen voor Keramiek, Vuurvaste Toepassingen, Slijpmiddelen & Gieterij, Performante & Filtratiemineralen, Papierpigmenten, Materialen & Vuurvaste Steen. Mineralen van Imerys worden in het dagelijks leven veel gebruikt, bijvoorbeeld in de bouw, hygiëne producten, papier, verf, plastics, keramiek, telecommunicatie of filtratie. In de afdeling Mineralen voor Keramiek, Vuurvaste Toepassingen, Slijpmiddelen & Gieterij beschikt de groep over een ruime portefeuille van minerale grondstoffen. Dankzij de beheersing van alle technieken die noodzakelijk zijn voor de verwerking, kan de afdeling een gediversifieerd gamma van producten aanbieden die beantwoorden aan de karakteristieke eigenschappen van deze industrieën, onder meer op het gebied van de thermische, mechanische en chemische weerstand. De afdeling is momenteel aanwezig in 24 landen en beschikt over 104 industriële vestigingen. De divisie Performante & Filtratiemineralen biedt haar klanten oplossingen op maat, in hightech sectoren waar de chemische samenstelling, de morfologie en de mechanische, thermische en chemische eigenschappen topcriteria zijn. Het productengamma is bestemd voor de voedings- en drankenmarkt en voor de markt van de verven, plastics, rubber, coating, gezondheid, farmaceutica of bouw. De afdeling bezit 54 industriële vestigingen in 17 landen. De afdeling Papierpigmenten produceert kaolien en calciumcarbonaten, de twee voornaamste mineralen bestemd voor de papierindustrie. De afdeling beschikt over aanzienlijke reserves aan deze mineralen en over de nodige knowhow voor de verwerking ervan. De afdeling bevoorraadt meer dan 350 papierfabrieken, voornamelijk in Noord- Amerika en Europa. De afdeling bezit 47 industriële vestigingen in 19 landen. De afdeling Materialen & Vuurvaste Steen bezit hoogkwalitatieve delfplaatsen bestemd voor de fabricatie van dakpannen, bakstenen en rookkanalen van terracotta en levert vuurvaste producten bestemd voor diverse industrieën, onder meer de staalnijverheid, de cementindustrie, de gieterijen, de energie-, petrochemische en verbrandingsindustrie. De afdeling bezit 40 industriële vestigingen in 16 landen. FINANCIËLE INFORMATIE OVER IMERYS Pascale Arnaud Tel.: Fax: Overzicht van het boekjaar 2010 Het jaar 2010 werd gekenmerkt door een gunstige evolutie van de markten van Imerys, ook al blijven de volumes over het algemeen nog ongeveer 15% onder het peil van vóór de crisis. De staalproductie is er merkelijk op vooruit gegaan, met name dankzij de groei van de opkomende markten. De wereldwijde productie van druk- en schrijfpapier is 6% toegenomen ten opzichte van het vorige jaar. De bouw, van zijn kant, leefde lichtjes op in Europa en Frankrijk, maar bleef in de Verenigde Staten zwak presteren. De groep kon ook profiteren van de zwakte van de euro ten opzichte van de andere deviezen, en vooral van de dollar. Onder dergelijke omstandigheden hebben de resultaten van Imerys zich duidelijk herpakt, voornamelijk door de stijging van de verkoopvolumes en de prijzen en de productmix. Het deel van de opkomende landen blijft toenemen en is voortaan goed voor 26% van de omzet van de groep. De doelstelling van een operationele marge van 12,5% werd gehaald, mede dankzij een stricte controle op de vaste en variabele kosten. Dankzij de gegenereerde vrije cashflow konden de schulden van de groep versneld afgebouwd worden en kon de financiële flexibiliteit met het oog op de verdere uitbouw en het benutten van groeimogelijkheden verhoogd worden. Aldus heeft Imerys in het tweede halfjaar 2010 de Braziliaanse vennootschap Pará Pigmentos S.A. (PPSA), actief in de papierpigmenten, en mijnrechten in de Staat Pará, overgenomen, om haar kaolienreserves voor papier en verpakking te verhogen en haar industrieel en logistiek apparaat aan te vullen. GBL IMERYS 43

46 MINERALEN VOOR KERAMIEK, VUURVASTE TOEPASSINGEN, SLIJPMIDDELEN & GIETERIJ De markten van Mineralen voor Vuurvaste Toepassingen en Slijpmiddelen (staalnijverheid, automobielsector, industriële uitrusting) en van het Grafiet (mobiele energie, enz.), die in 2009 zwaar onder de wereldwijde crisis leden, konden in 2010 profiteren van een opleving van de vraag op de eindmarkten en van het effect van de heraanvulling van de voorraden in de loop van het jaar. Onder dergelijke omstandigheden en om in te spelen op de wereldwijde hogere vraag naar kwalitatieve vuurvaste mineralen, heeft Imerys in 2010 haar ontwikkelingsinvesteringen in andalusiet weer opgenomen, met name door de opening van een opwerkings eenheid in China en de verhoging van de productiecapaciteiten in Zuid-Afrika. Op de markten voor Mineralen voor Keramiek was de toename van de vraag echter geringer, aangezien de bouw in de ontwikkelde landen slechts zwak heropleefde. De activiteit ontwikkelt zich dus over nieuwe segmenten (elektroporselein, glasvezel) en bestrijkt ook de opkomende economieën. PERFORMANTE & FILTRATIEMINERALEN In de divisie Performante & Filtratiemineralen, noteerden de meeste eindverbruikersmarkten een verbetering van de vraag en, tot het derde kwartaal, een zekere heraanvulling van de voorraden bij de klanten en distributeurs. De courante verbruiksproducten (dranken, hygiënische producten, enz.) en de gespecialiseerde producten voor de industrie (plastics, rubber, filtratie, katalyse, enz.) gingen er aanzienlijk op vooruit, in tegenstelling tot de producten voor de bouwsector, waarvoor in Europa en zeker in de Verenigde Staten weinig signalen tot verbetering werden opgevangen. Dankzij het industrieel plan tot optimalisatie van de activiteit Filtratiemineralen in de Verenigde Staten, en vooral de renovatie van de diatomietfabriek van Lompoc (Californië), kon de vraag in 2010 efficiënt worden voldaan. De extractieactiviteiten werden normaal hervat. 44 GBL IMERYS PAPIERPIGMENTEN In de afdeling Papierpigmenten heeft de wereldwijde productie van druk- en schrijfpapier, die in 2009 een dieptepunt had bereikt, zich in 2010 stelselmatig herpakt en kon de afdeling profiteren van de voorraadopbouw bij de drukkers en verdelers. De toename van de vraag bedroeg 6,1% met gelijkaardige groeipercentages in de opkomende landen (+ 5,7%) als in de ontwikkelde landen (+ 6,5%). De Europese papierfabrikanten konden in 2010 profiteren van de verdere consolidatie van de sector en van een gunstigere competitiviteit, ingevolge de zwakte van de euro ten opzichte van de dollar. De strategische ontwikkeling van de afdeling werd voortgezet met de indienststelling van nieuwe productiecapaciteiten in India en China en met de overname van de Braziliaanse vennootschap PPSA, waarvan de integratie volgens het overnameplan verloopt. MATERIALEN & VUURVASTE STEEN In Frankrijk vertaalde de toename van de bouwvergunningen zich pas eind 2010 in een verhoging van het aantal opgestarte werven van nieuwe individuele woningen (+ 1,7% over het hele jaar). De renovatie, van haar kant, had zwaar te lijden onder de slechte weersomstandigheden van januari, februari en december en liet dan ook een lichte terugval optekenen. Onder dergelijke omstandigheden moest de markt van de terracottaproducten voor dakbedekking een volumedaling van 2% ten opzichte van 2009 noteren. De afdeling gebinten, daarentegen, bleef zijn voordeel doen bij de stelselmatige vervanging van beton door terracotta en kon 11% groei over het boekjaar voorleggen. De markten van de Vuurvaste Steen, die in 2009 zwaarder getroffen werden, profiteerden van de wederopstanding van de staalnijverheid en, meer algemeen, van de industriële activiteit, die het hele jaar door flink stand hield. De afdelingen cement, verbranding en petrochemie die in 2009 beter stand hadden gehouden, konden bijgevolg slechts een lichte vooruitgang voorleggen. Nieuwe projecten voor de bouw van ovens blijven gering. In 2010 werden de investeringen beperkt tot onderhoudswerkzaamheden, aangezien het industrieel apparaat de laatste jaren al gemoderniseerd werd. De Spaanse fabriek voor Bakplaten in Cuntis werd gesloten. Vooruitzichten Imerys gaat voor in 2011 uit van een economisch klimaat dat zou moeten gekenmerkt worden door een stelselmatige verbetering van de bouwmarkt in Frankrijk die, gelet op het aantal bouwvergunningen, vanaf het tweede halfjaar 2011 wordt verwacht, terwijl de situatie in de Verenigde Staten twijfelachtiger blijft. Als de pariteit euro/dollar competitief blijft, zouden de Europese markten, met uitzondering van de bouw, kunnen profiteren van een gunstig klimaat. De opkomende landen zouden hun groei moeten voortzetten. Het risico op kosteninflatie en op volatiliteit van de munten blijft echter bestaan. In deze context zou Imerys, geholpen door de dynamische ontwikkeling van de laatste jaren, en zonder grote macro-economische problemen, de groei moeten kunnen aanhouden. Deze groei moet evenwel afgewogen worden aan het jaar 2010, dat kon profiteren van het bijzonder en niet-recurrent fenomeen van de heraanvulling van de voorraden. De groep beschikt trouwens over de financiële middelen om de waardescheppende opportuniteiten die zich zouden aandienen te grijpen. Dienaangaande heeft Imerys op 23 februari 2011 medegedeeld dat aan Rio Tinto een bindend bod werd gedaan met het oog op de overneming van de groep Luzenac tegen een bedrijfswaarde van USD 340 miljoen. Luzenac is één van de grootste marktspelers van de talk en beschikt over kwalitatieve reserves en industriële installaties in Europa, Noord-Amerika en Azië. Het afsluiten van deze overname moet nog aan de bevoegde regelgevende autoriteiten ter goedkeuring worden voorgelegd.

47 MARKTPARAMETERS EN OPERATIONELE GEGEVENS PER ACTIVITEITSSECTOR Operationele gegevens Minerale reserves (in duizenden ton) Klei Carbonaten Klei voor bakstenen en dakpannen Veldspaat Kaolien Diatomiet en perliet Mineralen voor vuurvate producten Andere mineralen Personeel (in eenheden) Gesegmenteerde informatie (in miljoen EUR) Omzet Performante & Filtratiemineralen Papierpigmenten Materialen & Vuurvaste Steen Mineralen voor Keramiek, Vuurvaste Toepassingen, Slijpmiddelen & Gieterij Intersectoren afschrijvingen (43) (29) (43) Courant bedrijfsresultaat (EBIT) Performante & Filtratiemineralen Papierpigmenten Materialen & Vuurvaste Steen Mineralen voor Keramiek, Vuurvaste Toepassingen, Slijpmiddelen & Gieterij Eliminaties / Holdings (45) (32) (48) VOORNAAMSTE FINANCIËLE GEGEVENS Vereenvoudigde resultatenrekening (in miljoen EUR) Omzet Brutobedrijfsresultaat (EBITDA) Courant bedrijfresultaat (EBIT) Courant nettoresultaat (deel van de groep) Nettoresultaat (deel van de groep) Vereenvoudigde balans (in miljoen EUR) Vaste activa Eigen vermogen (deel van de groep) Minderheidsbelangen Nettoschuld Schuldratio (in %) GBL IMERYS 45

48 Financieel verslag Imerys kan, voor het jaar 2010, dat gekenmerkt wordt door een gunstige evolutie van haar markten, op een heropleving van haar resultaten en operationele prestaties laten optekenen. Aldus noteert de groep voor 2010 een verhoging van haar omzet met 20,7% tot EUR miljoen (EUR miljoen in 2009). In die stijging is het positief effect van de wisselkoers schommeling ten bedrage van EUR 134 miljoen en van de wijziging van consolidatiekring ten bedrage van EUR 24 miljoen meegerekend, dat laatste voornamelijk wegens de overname van de Braziliaanse vennootschap PPSA sinds augustus De omzetstijging met ongewijzigde consolidatiekring en wissel koersen (+ 15,0% ten opzichte van 2009) is toe te schrijven aan de algemene heropleving van de verkoopvolumes (+ 13,1%) in alle activiteitstakken, maar proportioneel meer in de afdelingen die het zwaarst onder de crisis hadden te lijden, en van een verbetering van de prijs/ productmixverhouding (+ 1,9%). Het brutobedrijfsresultaat (EBITDA) totaliseert EUR 621 miljoen, 49% meer dan over 2009 (EUR 417 miljoen). Ook het courant bedrijfsresultaat (EBIT) is er 68,4% op vooruit gegaan tot EUR 419 miljoen, tegen EUR 249 miljoen in Voor deze indicatoren is het consolidatie- en wisselkoerseffect minimaal (+ 1%). De operationele marge van de groep over 2010 bedraagt 12,5% en scoort 3,5 punten hoger dan in het boekjaar 2009 (9,0%). Deze aanzienlijke verbetering van de marge is toe te schrijven aan een gunstige prijs/ productmixverhouding, een algemene vermindering van de variabele kosten (waar onder de energiefactuur) en een behoorlijke beheersing van de vaste productie kosten. In dat opzicht werden meer dan de helft van de in 2009 verwezenlijkte kostenbesparingen, rekening houdend met de heropleving van de volumes, ook voor dit boekjaar behouden. Geographische uitsplitsing van de omzet (in %) Opkomende landen 26% Japan/ Australië 5% Verenigde Staten/ Canada 21% 46 GBL IMERYS 48% West-Europa De bijdrage van de verschillende activiteiten tot de EBIT is als volgt geëvolueerd: de afdeling Mineralen voor Keramiek, Vuurvaste Toepassingen, Slijpmiddelen & Gieterij draagt voor 32%, ten belope van EUR 135 miljoen, bij tot deze parameter, en dat is drie maal meer dan in 2009 (EUR 44 miljoen). Dit resultaat wordt verklaard door het herstel van de verkoopvolumes, waarbij de operationele marge opklom tot 12,2% (tegen 5,5% in 2009). de Performante & Filtratiemineralen dragen voor 15% bij tot dit resultaat, ten belope van EUR 65 miljoen, hetzij 141,1% (+ 117,3% met ongewijzigde consolidatiekring en wisselkoersen) meer dan over 2009 (EUR 27 miljoen). De marge op omzet is verdubbeld tot 10,9% (5,4% in 2009), ten gevolge van de daling van de variabele kosten, het standhouden van de produc t - mix koppel en de heropleving van de volumes. in de afdeling Papierpigmenten wordt een EBIT van EUR 76 miljoen opgetekend, 82,6% hoger dan in 2009 (EUR 42 miljoen), hetzij 18% van het totaal. Het herstel van de operationele prestatie van de afdeling, met een operationele marge van 9,9% in 2010 (tegen 6,6% in 2009), houdt bovendien rekening met een ongunstig wisselkoersen consolidatiekringeffect van zowat EUR 8 miljoen. in de afdeling Materialen & Vuurvaste Steen klimt het courant bedrijfsresultaat over ,6% op tot EUR 188 miljoen (EUR 168 miljoen in 2009), goed voor 45% van de EBIT van de groep. De operationele marge is verbeterd tot 20,3% (19,2% in 2009), waarbij de strenge kostenbeheersing de mindere bijdrage van de Bouwmaterialen compenseert. Het courant nettoresultaat, deel van de groep, over 2010 bedraagt EUR 240 miljoen, een verdubbeling ten opzichte van vorig jaar (EUR 119 miljoen in 2009). Evolutie van het courant bedriifsresultaat per sector (in miljoen EUR) Mineralen voor Keramiek, Vuurvaste Toepassingen, Slijpmiddelen & Gieterij Performante & Filtratiemineralen Papierpigmenten Materialen & Vuurvaste Steen Ook het nettoresultaat, deel van de groep, namelijk EUR 241 miljoen, is merkelijk hoger dan in 2009 (EUR 41 miljoen). In dat resultaat van 2009 waren netto niet-courante elementen vervat die in 2010 geneutraliseerd worden. De operationele cashflow stijgt op tot EUR 500 miljoen in 2010 (tegen EUR 347 miljoen). De behoefte aan werkkapitaal blijft onder controle, niettegenstaande de aanzienlijke omzetstijging. De netto-investeringen in 2010 totaliseren EUR 155 miljoen (EUR 138 miljoen in 2009) en bleven in hoofdzaak dienen voor onderhoudsprojecten. De toename van de werkzaamheden voor de ontdekking van mijnen, werd gecompenseerd door een vermindering van de ontwikkelings investeringen. De courante operationele vrije cashflow bedraagt EUR 303 miljoen (EUR 450 miljoen in 2009). De netto financiële schuldenlast van de groep werd met EUR 91 miljoen verminderd tot EUR 873 miljoen per 31 december 2010 (EUR 964 miljoen eind 2009) en vertegenwoordigt 40% van het eigen vermogen. Aan de Algemene Vergadering van de aandeelhouders van 28 april 2011 zal worden voorgesteld om voor het boekjaar 2010 een dividend uit te keren van EUR 1,20 per aandeel, hetzij 20% meer dan voor het boekjaar 2009 (EUR 1,00 per aandeel). Deze uitkering vertegenwoordigt een ratio van ongeveer 38% van het courant nettoresultaat, deel van de groep. Het dividend zal op 11 mei 2011 betaalbaar worden gesteld. Evolutie van de operationele marge per sector (EBIT/omzet in %) ,2 Mineralen voor Keramiek, Vuurvaste Toepassingen, Slijpmiddelen & Gieterij 10,9 5,5 5,4 9,9 6,6 Performante & Filtratiemineralen Papierpigmenten 20,3 19,2 Materialen & Vuurvaste Steen

49 MARKTPARAMETERS EN GEGEVENS BETREFFENDE DE DEELNEMING VAN GBL Beursgegevens Aantal uitgegeven aandelen (in duizenden) Beurskapitalisatie (in miljoen EUR) Laatste beurskoers (1) (in EUR/aandeel) 49,89 42,02 32,50 Courant nettoresultaat (1) (in EUR/aandeel) 3,19 1,66 3,96 Verwaterd nettoresultaat (1) (in EUR/aandeel) 3,19 0,57 2,39 Dividend (in EUR/aandeel) 1,20 1,00 1,00 Investering van GBL Deelneming in kapitaal (in %) 30,7 30,7 30,5 Deelneming in stemrechten (in %) 37,7 36,3 37 Beurswaardering van de deelneming (in miljoen EUR) Door GBL geïnde dividenden (in miljoen EUR) Aantal vertegenwoordigers in de statutaire organen (1) De voorgestelde vergelijkbare perioden werden aangepast om te weerspiegelen dat de kapitaalverhoging van 2009 met voorkeurrecht werd doorgevoerd Bijdrage van Imerys tot het aangepast netto-actief en tot het resultaat van GBL De beurswaardering van de deelneming van 30,7% van GBL in Imerys bedroeg eind december 2010 EUR miljoen tegen EUR 971 miljoen één jaar voordien. Die verhoging met EUR 186 miljoen is toe te schrijven aan het koersherstel (+ 19%) van de vennootschap; het Imerys-aandeel sloot het jaar 2010 af met een beurskoers van EUR 49,89 (tegen EUR 42,02 in 2009). Het deel van Imerys in het aangepast netto-actief van GBL bedraagt 8,1% eind De bijdrage van Imerys tot het resultaat van GBL door vermogensmutatie bedraagt EUR 74 miljoen, tegen EUR 13 miljoen in Deel in het aangepast netto-actief van GBL 8,1% Die verhoging is onder andere toe te schrijven aan de verbetering van de economische conjoncturen. De bijdrage van Imerys tot de nettodividenden van de deelnemingen van GBL bedraagt overigens in 2010 EUR 23 miljoen tegen EUR 19 miljoen in Het bedrag geïnd door GBL stemt overeen met het dividend van Imerys van EUR 1,00 per aandeel. Deel in de nettodividenden van de deelnemingen 3,9% GBL IMERYS 47

50

51 SUEZ ENVIRONNEMENT is wereldwijd een belangrijke speler die zich uitsluitend bezighoudt met Water en Afvalbeheer Profiel Suez Environnement is één van de twee belangrijkste wereldspelers op de milieumarkt, die over een stevige verankering beschikt in Europa, vooral in Frankrijk en Spanje (Agbar), en in meer dan 35 landen aanwezig is. De groep is in de volledige water- en afvalcyclus actief en treedt op onder verschillende merknamen, zoals SITA voor het Afval of Lyonnaise des Eaux, Ondéo Industrial Solutions, Safège, Degrémont, United Water en Agbar in de Watersector. Ze oefent haar activiteiten uit onder verschillende contractuele vormen, zowel voor rekening van openbare collectiviteiten als voor private ondernemers en beschikt over een uitgebreid netwerk van dochterondernemingen en agentschappen. De vennootschap is georganiseerd rond drie belangrijke segmenten: Water Europa, Afvalbeheer Europa en Internationaal, die zelf ingedeeld zijn in negen business units. In de Watersector omvatten de activiteiten onder meer voor het winnen, het oppompen, de behandeling en de verdeling van drinkwater, het onderhoud van de netten en de exploitatie van fabrieken, het klantenbeheer, de ophaling en de zuivering van huishoudelijk en industrieel afvalwater, alsook de biologische en energetische valorisatie van het slib dat afkomstig is van de zuivering en diensten inzake consumptiebeheersing. In de sector Afvalbeheer verzorgt de groep onder meer voor de ophaling van afval van alle aard (uitgezonderd radioactief afval) en de stadsreiniging, sortering en voorbehandeling van afval, recyclage, materieel, biologisch en energetisch valorisatie van herbruikbaar materiaal, de verwijdering door verbranding of storting van restafval en het geïntegreerd beheer van industrieterreinen, met inbegrip van, onder meer, de sanering, de depollutie en het herstel van de bodem zoals de ontmanteling en afbraak van buiten gebruik gestelde uitrusting. De afdeling Internationaal omvat voornamelijk de activiteiten van Degrémont, wereldwijd marktleider in het ontwerp, de bouw en de exploitatie van fabrieken voor de productie van drinkwater, ontziltingsinstallaties voor zee- of brakwater en vestigingen voor de behandeling en de recyclage van afvalwater en de behandeling van slib. Daarnaast is de groep, via haar dochteronderneming United Water, actief in de Verenigde Staten en in China via water- en elektriciteitsbeheersconcessies in Macao en haar dochter SITA Waste Services, voor afvalbeheersactiviteiten in Hong Kong, alsook in Australië, in de landen van Centraal-Europa en in het Midden-Oosten. In de Watersector exploiteerde Suez Environnement in 2010 in totaal meer dan productieeenheden voor drinkwater die 91 miljoen mensen bevoorraadden, en meer dan installaties voor de behandeling van water ten behoeve van 61 miljoen mensen. Voor wat het Afvalbeheer betreft, haalde de groep afval op bij bijna 50 miljoen mensen en behandelde zij bijna 40 miljoen ton afval. Naar aanleiding van de fusie tussen Suez en Gaz de France werd Suez Environnement op 22 juli 2008 op de beurs gebracht. Die operatie werd geconcretiseerd door de uitkering door Suez van 65% van de aandelen van de vennootschap aan haar aandeelhouders. FINANCIËLE INFORMATIE OVER SUEZ ENVIRONNEMENT Eléonore de Larboust Tel.: Overzicht van het boekjaar 2010 In een moeilijk maar geleidelijk verbeterend economisch klimaat kan Suez Environnement voor 2010 in alle activiteiten betere resultaten voorleggen, in overeenstemming met de streefcijfers. De groep kon voordeel halen uit de efficiënte uitvoering van het kostenbesparingsplan (Compass) en van een volgehouden financiële discipline op het gebied van de investeringen en het cashbeheer werd ook gekenmerkt door de versterking van de strategische posities in de verschillende activiteiten van de groep, geconcretiseerd onder andere door de versnelde ontwikkeling van Internationaal. Aldus versterkt de voltooiing, halverwege het jaar, van de vriendschappelijke overname van Aguas de Barcelona (Agbar) de oprichting van een tweede Europese pijler in het Water, na Lyonnaise des Eaux. Agbar profileert zich als de eerste private speler in het Water en de waterzuivering in Spanje en bezit ook toonaangevende posities in Latijns-Amerika, het Verenigd Koninkrijk en China. En ook de overname, begin 2011, van de afvalbeheersactiviteiten van WSN Environmental Solutions in Australië, consolideert de aanwezigheid van de groep op een markt waar Degrémont, in Melbourne, één van de grootste ontziltingsfabrieken bouwt. Voorts hield de vennootschap, door het aanbod van nieuwe diensten, zoals het hergebruik van afval, de bescherming van de watervoorziening of de vermindering van de milieuvoetafdruk, een aanhoudende en op innovatie gerichte commerciële activiteit aan. GBL SUEZ ENVIRONNEMENT 49

52 WATER EUROPA AFVALBEHEER EUROPA De afdeling Afvalbeheer Europa kon in 2010 profiteren van het opmerkelijk koersherstel van de secundaire grondstoffen (vooral het metaal en het papier), gekoppeld aan een globale verbetering van de volumes ervan. Daardoor gingen de Sorteer-/Recyclageactiviteiten er heel gevoelig op vooruit ten opzichte van De afdeling Water Europa noteert voor 2010 over het algemeen betere resultaten voor zowel, Lyonnaise des Eaux als Agbar. Die verbetering is voornamelijk te wijten aan het gunstig consolidatiekringeffect ten gevolge van de uitbreiding van de groep, zoals in Spanje, met de overname van de activiteiten van Agbar dat sindsdien, aan de zijde van Criteria CaixaCorp, voor 75,2% in bezit is en in de rekeningen volledig werd geconsolideerd; en zoals in Frankrijk, met de overname van Veolia Environnement, van alle gemeenschappelijke gekruiste deelnemingen in (zogenaamde paritaire ) vennootschappen voor waterbeheer, waardoor Lyonnaise des Eaux, na dit proces, 100% eigenaar werd van acht vennootschappen, waaronder Eaux de Marseille, du Nord, de Versailles, enz. Wat de organische groei betreft, was 2010 een jaar van tegengestelde tendensen. Bij Lyonnaise des Eaux konden het effect van de afloop van het contract van Parijs en de gevolgen van een lichte daling van de verkochte volumes drinkwater (- 1%), niet volledig gecompenseerd worden door de vooruitgang van de nieuwe werken in Frankrijk en de herziening van de tariefafspraken. Bij Agbar, daarentegen, overtreffen de gunstige gevolgen van de hogere tarieven (Spanje en Verenigd Koninkrijk) en de hogere volumes (China en Chili), de daling van de wervenactiviteit en van de tarieven in Chili. 50 GBL SUEZ ENVIRONNEMENT Het feit dat, op de markt van de afvalbehandeling, de valorisatie terrein wint op de opruiming, kwam voor de groep in 2010 tot uiting door 9% meer gevaloriseerde volumes. De volumes ingegraven afval daarentegen, zijn met 7% gedaald. Globaal volgt daaruit dat de door groep in Europa verwerkte tonnages 1% toegenomen zijn in 2010, waarbij het deel van de gemeentebesturen stabiel gebleven en dat van de grote industriële en commerciële klanten gestegen is. Deze markttendens bevestigt de strategie van de groep, gebaseerd op posities in de volledige keten van de afvalverwerking en op de ontwikkeling van nieuwe eenheden voor energieterugwinning. Het jaar werd ook gekenmerkt door consolidatiekringeffecten, zoals de verkoop eind 2009 van London Waste in het Verenigd Koninkrijk en de bijdrage over het hele boekjaar van de verbrandingsoven van EVI in Nederland. INTERNATIONAAL De groei in dit segment wordt gedragen door de toename van de activiteit in alle zones, en meer bepaald door de goede prestatie van Degrémont en de vooruitgang van de bouw van de ontziltingsfabriek in Melbourne. Voorts realiseerde Degrémont zowel in Frankrijk als in Chili, Bangladesh en China aanzienlijke handelswinsten. Ook Noord- Amerika boekt vooruitgang, dankzij positieve tariefherzieningen en de door de gunstige weersomstandigheden hogere volumes water. De groei is het opmerkelijkst in Azië/ Pacifiek, onder meer in China en in Australië. Ook in Marokko en in Polen zitten de activiteiten van de groep in de lift. Vooruitzichten Gelet op het geleidelijke aantrekken van de economie, heeft de groep streefcijfers op korte en op middellange termijn aangekondigd, gericht op de verdere groei van haar afdelingen, de versterking van de vrije cashflow, de gestage selectiviteit van de investeringen en een volgehouden financiële discipline, alsook een beter rendement van het aangewend kapitaal. Aldus voorziet de groep voor 2011, met ongewijzigde wisselkoersen, dat haar omzet en brutobedrijfsresultaat (EBITDA) ten opzichte van 2010 respectievelijk met minstens 5% en 10% zullen vooruitgaan. Ze verwacht, over dezelfde periode, een nettoresultaat, deel van de groep, te behalen van minstens EUR 425 miljoen en hogere vrije cashflow te genereren dan in Tegen mikt het management op een toename, met ongewijzigde wisselkoersen, van de omzet en het brutobedrijfsresultaat (EBITDA) met respectievelijk 5% en 7%, waarbij ingezet wordt op de strategie van duurzame groei op lange termijn, gebaseerd op exogene factoren zoals regulering, stedenbouw, het zeldzamer worden van de natuurlijke bronnen wat een optimalisatie van het waterbeheer en de valorisatie van het afval noodzaakt en op de positionering van haar afdelingen in de kern van de kringloopeconomie. De ratio schuld/ebitda zou over de hele periode stabiel moeten blijven op rond driemaal. De vennootschap heeft ook haar uitkeringsbeleid bepaald voor de drie jaar waarop de resultaten betrekking hebben en voorziet een jaarlijkse toename van het dividend per aandeel met ongeveer 5%, met als lange termijndoelstelling een pay-out van minstens 60%.

53 MARKTPARAMETERS EN OPERATIONELE GEGEVENS PER ACTIVITEITSSECTOR Operationele gegevens Verkocht volumes water (in miljoen m³) Lyonnaise des Eaux Agbar in Spanje (100%) Agbar (internationaal) (100%) Verwerkte volumes afval (in kiloton) Ingegraven Verbrand Gesegmenteerde informatie (in miljoen EUR) Omzet Water Europa Afvalbeheer Europa Internationaal Andere Brutobedrijfsresultaat (EBITDA) Water Europa Afvalbeheer Europa Internationaal Andere (93) (72) (53) Courant bedrijfsresultaat (EBIT) Water Europa Afvalbeheer Europa Internationaal Andere (136) (130) (107) VOORNAAMSTE FINANCIËLE GEGEVENS Vereenvoudigde resultatenrekening (in miljoen EUR) Omzet Brutobedrijfsresultaat (EBITDA) Courant bedrijfsresultaat (EBIT) Resultaat uit bedrijfsactiviteiten Nettoresultaat (deel van de groep) Vereenvoudigde balans (in miljoen EUR) Vaste activa Eigen vermogen (deel van de groep) Minderheidsbelangen Financiële nettoschuld Schuldratio (in %) GBL SUEZ ENVIRONNEMENT 51

54 Financieel verslag Tegen de achtergrond van een geleidelijk verbeterend economisch klimaat, wordt het jaar 2010 gekenmerkt door een gestage groei van de activiteit in de drie operationele afdelingen. Aldus is de omzet er in 2010 met 12,8% op vooruit gegaan tot EUR miljoen ten opzichte van 2009 (EUR miljoen). Het wisselkoers- en consolidatiekringeffect buiten beschouwing gelaten, is de activiteit met 8,6% toegenomen. De afdeling Water Europa (brutogroei 6,4% - organische groei 0,8%) haalde voordeel uit de gunstige consolidatiekringeffecten (Agbar en overname van de kruis participaties van de paritaire vennoot - schappen), waarbij de tarief verhogingen en hogere volumes bij Agbar en werken in Frankrijk, gecompenseerd werden door de afloop van het contract in Parijs en minder gefactureerde volumes in Frankrijk. De afdeling Afvalbeheer Europa kan een organische groei van 8,4% (bruto van 10,2%) voorleggen, voornamelijk toe te schrijven aan de opmerkelijke stijging van de volumes en van de prijzen van de secundaire grondstoffen, waarvan de Sorteer-/Recyclageactiviteit kon profiteren. Internationaal (brutogroei van 26,1% - organische groei 17,7%) noteerde een forse vooruitgang bij Degrémont, onder meer gedragen door het contract in Melbourne, en de dynamische activiteit (prijzen en volumes) in Azië, Centraal- Europa en Marokko. 84% van de inkomsten zijn in Europa, Noord- Amerika en Australië gerealiseerd, waarvan 73% van het totaal op het Europees continent. De omzetstijging gaat gepaard met een verbetering van de operationele prestatie. Geographische uitsplitsing van de omzet (in %) ,2 36,6 12,5 11,5 Frankrijk Spanje 24,7 25,1 6,0 6,1 5,7 2,9 52 GBL SUEZ ENVIRONNEMENT 15,5 13,2 Andere Noord- Australië Rest Europese Amerika landen van de Wereld Het brutobedrijfsresultaat (EBITDA) over 2010 gaat 13,6% vooruit tot EUR miljoen (tegen EUR miljoen in 2009), onder meer dankzij de vooruitgang van het optimalisatieprogramma van de kosten structuur (Compass 2), dat EUR 120 miljoen nettobesparingen over het jaar opleverde. Het segment Water Europa draagt 44%, hetzij EUR miljoen, bij tot deze parameter, een vooruitgang van bruto 19,6% ten opzichte van 2009 (EUR 866 miljoen). Het legt een verbetering van de marge op omzet voor van 24,4% (21,7% in 2009), voornamelijk toe te schrijven aan het positief effect van de integratie van Agbar en de beheersing van de kosten. Het segment Afvalbeheer Europa draagt hierin bij voor 36%, voor een bedrag van EUR 839 miljoen, zijnde 5,2% meer (EUR 798 miljoen in 2009). De marge op omzet is lichtjes gedaald tot 14,3% (15,0% in 2009) ten gevolge van het dilutief effect van de prijzen van de secundaire grond - stoffen op de marge. Het segment Internationaal heeft 19,1% meer bijgedragen dan vorig jaar, namelijk EUR 558 miljoen maar moet een lagere marge op omzet van 14,9% (15,8% in 2009) voorleggen, veroorzaakt door de forse bijdrage van de activiteiten van Degrémont met een geringere marge. Het courant bedrijfsresultaat (EBIT) van de groep is, ten opzichte van 2009 (EUR 926 miljoen), 10,7% gestegen tot EUR miljoen. Deze positieve evolutie moet uitsluitend worden toegeschreven aan het voormelde consolidatiekring- en wisselkoerseffect. Het nettoresultaat, deel van de groep, sluit af op EUR 565 miljoen, en dat is 40,1% hoger dan in 2009 (EUR 403 miljoen). Dit bedrag omvat nettomeerwaarden wegens de verwerving van Agbar en de overname van de kruisparticipaties van de paritaire Courante operationele marge per activiteitssector (in %) ,4 10,8 Water Europa 6,0 5,9 Afvalbeheer Europa 8,7 10,4 Internationaal vennootschappen, alsook herstructureringskosten en waardeverminderingen voor een totaalbedrag van EUR 196 miljoen. De bruto-autofinancieringsmarge van de groep, opgemaakt vóór financiële kosten en belastingen (EUR miljoen) is toegenomen (EUR miljoen in 2009). De vrije cashflow (vóór verkopen en ontwikkelingsinvesteringen) bedraagt EUR 852 miljoen, 20% (zonder niet-recurrente elementen) meer dan in Die recurrente verbetering is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de gunstige evolutie van de behoefte aan werkkapitaal. De investeringen na overlatingen totaliseren EUR miljoen. De netto financiële schuld van de groep per eind 2010 bedraagt EUR miljoen (EUR miljoen eind 2009) inclusief de impact van de uitgifte van een achtergestelde lening, die in het eigen vermogen geboekt werden en vertegenwoordigt 114% van het eigen vermogen (142% eind 2009). De gemiddelde maturiteit van de schuld werd verlengd tot 6,2 jaar (5,6 jaar eind 2009) door het positief effect van de uitschrijving in juni 2010 van een nieuwe obligatie van EUR 500 miljoen op 12 jaar. Het rendement op aangewend kapitaal (ROCE) over 2010 bedraagt globaal 7,2% (7,3% in 2009), toe te schrijven aan de verbetering van het basisrendement van de bestaande activa en het ongunstig effect van de integratie van Agbar. Suez Environnement zal aan de Algemene Vergadering van de aandeelhouders van 19 mei 2011 voorstellen om voor het boekjaar 2010 een dividend van EUR 0,65 per aandeel uit te keren, wat overeenkomt met het dividend over het vorige jaar. Rendement op aangewend kapitaal per afdeling (ROCE) (in %) ,9 9,0 Water Europa 6,2 5,6 7,4 Afvalbeheer Europa 7,9 Internationaal & andere

55 MARKTPARAMETERS EN GEGEVENS BETREFFENDE DE DEELNEMING VAN GBL Beursgegevens Aantal uitgegeven aandelen (in duizenden) Beurskapitalisatie (in miljoen EUR) Laatste beurskoers (in EUR/aandeel) 15,45 16,13 12,05 Verwaterd aangepast nettoresultaat (in EUR/aandeel) 1,15 0,82 1,09 Dividend (in EUR/aandeel) 0,65 0,65 N/A (1) Investering van GBL Deelneming in kapitaal (in %) 7,1 7,1 7,1 Deelneming in stemrechten (in %) 7,1 7,1 7,1 Beurswaardering van de deelneming (in miljoen EUR) Door GBL geïnde dividenden (in miljoen EUR) N/A (1) Aantal vertegenwoordigers in de statutaire organen (1) Eerste notering op 22 juli 2008 Bijdrage van Suez Environnement tot het aangepast netto-actief en tot het resultaat van GBL De beurswaardering van de deelneming van 7,1% van GBL in Suez Environnement bedroeg eind december 2010 EUR 541 miljoen, tegen EUR 564 miljoen een jaar eerder. Deze vermindering met EUR 23 miljoen is toe te schrijven aan de daling van de beurskoers van Suez Environnement met 4,2% tegenover het vorige boekjaar. Eind 2010 sloot het aandeel Suez Environnement af op EUR 15,45 tegen EUR 16,13 eind Het deel van Suez Environnement in het aangepast netto-actief van GBL eind 2010 bedraagt 3,8%. De bijdrage van Suez Environnement tot het resultaat 2010 van GBL bedraagt EUR 23 miljoen en is gelijk aan het dividend van Suez Environnement van EUR 0,65 per aandeel. Het bedrag ontvangen door GBL stemt overeen met dat geïnd in Deel in het aangepast netto-actief van GBL 3,8% Deel in de nettodividenden van de deelnemingen 3,8% GBL SUEZ ENVIRONNEMENT 53

56 Diverse deelnemingen Iberdrola ( Iberdrola is een belangrijke internationale speler op het vlak van stroom- en gasopwekking, distributie en verkoop van elektriciteit en aardgas en profileert zich via haar dochter Iberdrola Renovables als één van de wereldmarkt leiders op het gebied van de hernieuwbare energie. De groep bekleedt toonaangevende posities in Spanje en in Latijns-Amerika en heeft, door de overname van Scottish Power (2007) en Energy East (2008) zijn activiteiten onlangs uitgebreid tot respectievelijk het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. Iberdrola kon in 2010 opnieuw betere bedrijfsresultaten voorleggen, en dit ondanks het gemengd economisch klimaat dat evenwel, zowel wat de vraag als de prijs van de nutsvoorzieningen betrof, geleidelijk verbeterde. De EBITDA en de EBIT gaan er respectievelijk met 10,5% en 7,1% op vooruit in vergelijking met het vorig jaar en sluiten respectievelijk af op EUR miljoen en EUR miljoen. Die prestatie kan worden toegeschreven aan een stijging van de elektriciteitsproductie in het algemeen (+ 8%) en een voordeligere energiemix (waterkracht-, kerncentrales, enz.). Ze steunt ook op een strenge beheersing van de bedrijfs- en structuur kosten en op het behoorlijk standhouden van de gereguleerde activiteiten en de hernieuwbare energie. Het nettoresultaat, deel van de groep, per eind 2010, blijft stabiel op EUR miljoen (EUR miljoen in 2009). De winst werd negatief beïnvloed door de verhoging van de financiële kosten wegens de toename van de gemiddelde financiële schuld over het jaar, alsook door een vermindering van de niet-courante bestanddelen. De recurrente winst, deel van de groep, is 6% toegenomen tot EUR miljoen. De netto financiële schuld per eind 2010 bedraagt EUR 29,5 miljard (EUR 28,5 miljard eind 2009) en vertegenwoordigt 93% van het eigen vermogen (98% in 2009). De groep zal aan de Algemene Vergadering van de aandeelhouders een dividendsaldo van minstens EUR 0,18 per aandeel voorstellen, waardoor het totaal dividend per aandeel over het boekjaar 2010 op een niveau wordt gebracht dat minstens gelijk is aan de uitkering over het jaar 2009 (EUR 0,326 per aandeel). De bijdrage tot de cash earnings 2010 van GBL is gelijk aan EUR 10,7 miljoen (EUR 8,6 miljoen in 2009), zijnde de tegenwaarde van 1,9% daarvan. Ter herinnering, GBL had in het eerste halfjaar 2007, door een investering van EUR 1,4 miljard, een belang van 3% genomen in het kapitaal van Iberdrola. 54 GBL DIVERSE DEELNEMINGEN Die deelneming werd eind 2007 en begin 2008 gedeeltelijk van de hand gedaan tegen een verkoopprijs van meer dan EUR 1,3 miljard, waardoor een gecumuleerde meerwaarde van EUR 184 miljoen over die twee boekjaren kon worden verwezenlijkt. Het resterend gedeelte van de deelneming van GBL in Iberdrola bedraagt 0,6% van het kapitaal, zulks na de deelname ten bedrage van EUR 13 miljoen in de door de groep in juni 2009 doorgevoerde kapitaalverhoging tegen de koers van EUR 5,3 per aandeel. Die positie werd geleidelijk teruggebracht tot de beurswaardering van de investering eind 2008, eind maart 2009 en eind juni 2010, hetzij EUR 4,6 per aandeel, door de boeking van een totale waardevermindering van EUR 144 miljoen, waarvan EUR 20 miljoen in Het aandeel Iberdrola noteerde per eind december 2010 EUR 5,77 per aandeel. Arkema ( De groep Arkema, ontstaan uit de herstructurering van de bedrijfstak Chemie van Total, is een belangrijke speler in de wereldwijd chemische nijverheid met een activiteitsportefeuille die op drie pijlers steunt: Industriële Chemie, Performantie producten en, in beperktere mate, Vinylproducten. Arkema is aanwezig in 40 landen en oefent haar globale activiteit uit via 80 industriële vestigingen in Europa, Noord-Amerika en Azië en via handelsfilialen bevestigd in alle regio s ter wereld. De vennootschap maakte in 2010 verder werk van haar in 2005 ingezette omvorming en deed verscheidene overnames in de acrylketen (Industriële Chemie) waarbij, enerzijds, de acrylactiva van Dow in Noord-Amerika werden overgenomen en, anderzijds, in december laatstleden, het project werd aangekondigd tot overname van de activiteiten PhotoCure Resins (lichtuithardingsharsen) en Coatings Resins (coating harsen) van Total. Door deze transacties verwerft Arkema de positie van wereldleider van de materialen bestemd voor de markt van de coatings. Arkema realiseerde in 2010 een omzet van EUR miljoen, hetzij 33% meer dan in 2009 (EUR miljoen). Dit is vooral te wijten aan door de forse vraag in Azië, waar de groep meer dan 18% van haar omzet behaalt, het geleidelijk herstel in Noord-Amerika, de herpositionering van de verkopen op producten met een hoge toegevoegde waarde en de opstart van nieuwe productieenheden.de EBITDA over dezelfde periode werd met 2,5 vermenigvuldigd en komt uit op EUR 790 miljoen (EUR 310 miljoen in 2009).

57 De EBITDA-marge op omzet bedraagt 13,4%, tegen 7,0% in Deze bedrijfsprestatie is toe te schrijven aan de verbetering van de volumes en van de marges per eenheid over het merendeel van de productielijnen, alsook aan de beheersing van de vaste kosten, de effecten van de in Europa doorgevoerde herstructureringen en de integratie van de van Dow overgenomen activiteiten. Het netto resultaat, deel van de groep, bedraagt EUR 347 miljoen, tegen een verlies van EUR 172 miljoen in De in 2010 gegenereerde cashflow ten bedrage van EUR 276 miljoen is hoger dan in 2009 en kon onder meer profiteren van de herleving van het bedrijfsresultaat en van de beheersing van de behoefte aan werk kapitaal. De netto financiële schuld per eind 2010 bedraagt EUR 94 miljoen (EUR 341 miljoen eind 2009) en vertegen woordigt ongeveer 4% van het eigen vermogen (19% in 2009). Aan de Algemene Vergadering van de aandeelhouders van 24 mei 2011 zal worden voorgesteld om voor het boekjaar 2010 een dividend van EUR 1,00 per aandeel uit te keren, wat een toename van 67% betekent in vergelijking met vorig jaar (EUR 0,60 per aandeel). De bijdrage van Arkema tot de cash earnings 2010 van GBL bedraagt EUR 1,2 miljoen. Ter herinnering, GBL is, ten belope van 3,9% van het kapitaal, aandeelhouder van Arkema geworden naar aanleiding van de spin-off van Total in mei Sinds deze eerste notering heeft GBL, in de loop van de laatste maanden, haar belang in het kapitaal van de chemiegroep opgetrokken tot een deelneming van 5,0% per eind 2010 en onlangs tot ongeveer 6,0%. PAI Europe III (PAI) GBL heeft ongeveer 95% van haar inschrijvingsverbintenis van EUR 40 miljoen in PAI in 2001 volgestort (op een totaal van EUR 1,8 miljard). Dankzij de verkopen van deelnemingen, heeft PAI op een cumulatieve basis, EUR 83 miljoen aan GBL kunnen uitkeren. PAI heeft in de loop van 2010 de herfinanciering van de schuld bij Yoplait afgesloten. De deelneming in Chr Hansen werd gedeeltelijk op de beurs verkocht. De portefeuille per 31 december 2010 telt nog vijf deelnemingen: Yoplait, GruppoCoin, FTE, Chr Hansen en Compagnie Européenne de Prévoyance. Sagard In 2002 had GBL zich ertoe verbonden om voor een bedrag van EUR 50 miljoen op een totaal van EUR 536 miljoen in te schrijven, op het eerste fonds van Sagard (Sagard I). In de loop van het boekjaar 2006 heeft GBL daarenboven, voor een initieel bedrag van EUR 150 miljoen, dat in 2009 teruggebracht werd tot EUR 120 miljoen, ingeschreven op de opvolger van dit eerste fonds, met name Sagard II. De totale toezegging in het fonds Sagard II bedraagt ongeveer EUR 810 miljoen. SITUATIE VAN HET FONDS SAGARD I Het totaal geinvesteerd bedrag sinds de oprichting bedraagt EUR 47 miljoen, zo goed als ongewijzigd ten opzichte van eind Op een gecumuleerde basis heeft GBL voor EUR 68 miljoen uitkeringen ontvangen uit Sagard I. De portefeuille van Sagard I telt per 31 december 2010 vijf deelnemingen: Hermes Metal Yudigar, Kiloutou, Souriau, Régie Linge Développement en Olympia. SITUATIE VAN HET FONDS SAGARD II Per 31 december 2010 heeft GBL in totaal EUR 57 miljoen in dit fonds gestort. Sagard II deed in de loop van 2010 zijn deelneming in SGD van de hand. Voorst investeerde het fonds in Ceva, wereldwijd het 8ste dierengeneeskundig laboratorium, en versterkte het zijn positie in de groep Fläkt Woods. De portefeuille van Sagard II eind december 2010 omvat vier deelnemingen: Corialis, Vivarte, Fläkt Woods en Ceva. GBL DIVERSE DEELNEMINGEN 55

58 Ergon Capital Partners (ECP) ECP is een private-equity beleggings vennootschap die in februari 2005 door GBL, samen met Parcom Capital, een ING-dochter, werd opgericht. Dezelfde partners hebben in december 2006 een tweede fonds, Ergon Capital Partners II (ECP II) opgericht. Ten slotte besliste GBL in maart 2010 om Ergon Capital Partners III (ECP III) op te starten, een beleggingfonds dat volledig door GBL wordt gecontroleerd. Alles te samen heeft ECP een totale beleggingscapaciteit van EUR 775 miljoen. Tijdens het boekjaar 2010 heeft ECP een honderdtal potentiële beleggingsdossiers geanalyseerd en via ECP III een controledeelneming genomen in de Groep ELITech, een eerste rank onafhankelijke speler op de markt van de diagnostiek in de medische biologie. De groep produceert en verdeelt apparatuur voor in vitro diagnose, tests en reacties die hoofdzakelijk bestemd zijn voor medische en/of biologische analyselaboratoria. ELITech is op de diagnosemarkt aanwezig met 3 segmenten: de biochemie, de microbiologie en de moleculaire biologie. Naast haar industriële activiteit verdeelt de groep ook een aantal producten van derde vennootschappen. De groep bezit 6 industriële vestigingen in Frankrijk, de Verenigde Staten, Nederland en Italië. De portefeuille van ECP blijft zich geleidelijk hervatten, dankzij de maatregelen die in 2009 werden ingesteld en in 2010 voortgezet om de kosten te verminderen en het genereren van cash te bevorderen en het weer aantrekken van de operationele activiteiten. De gecumuleerde schuld van de vennootschappen van de portefeuille bleef aanmerkelijk dalen. In één van de deelnemingen, met name Seves, wereldleider in de fabricatie van glasisolatoren, is nog altijd een belangrijke herstructurering aan de gang. ECP en ECP II hebben over het boekjaar 2010 een geconsolideerde boekwinst van EUR 33 miljoen gerealiseerd, waarvan het deel bij GBL EUR 14 miljoen bedraagt. Dit resultaat is voornamelijk toe te schrijven aan de schommeling van de boekhoud kundige waardering van de portefeuille. ECP III heeft in 2010 een geconsolideerd boekverlies van EUR 6 miljoen geboekt. Het deel van de groep GBL in dit verlies, zonder aandeel van de minder heidsaandeelhouders in de groep ELITech, bedraagt EUR 3 miljoen. Het geconsolideerd boekverlies van ECP III is voornamelijk te wijten aan de kosten in verband met de overname van de groep ELITech. De portefeuille van ECP per eind december 2010 omvat acht deelnemingen, gewaardeerd op EUR 328 miljoen: La Gardenia, Seves, Stroili, Corialis, Joris Ide, Farmabios, Nicotra- Gebhardt en ELITech. 56 GBL DIVERSE DEELNEMINGEN

59 Rekeningen per 31 december 2010 GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN Geconsolideerde balans 58 Geconsolideerd overzicht van het volledige resultaat 59 Geconsolideerd overzicht van de wijzigingen in het eigen vermogen 60 Geconsolideerd overzicht van de kasstromen 61 Boekhoudkundige principes 62 Consolidatiekring, geassocieerde ondernemingen en wijzigingen van de consolidatiekring 66 Noten 68 Verslag van de Commissaris 86 VERKORTE JAARREKENING 88 UITKERINGSBELEID 90 HISTORISCHE GEGEVENS 91 Historiek van de beleggingen van GBL sinds Geconsolideerde cijfers IFRS over 10 jaar 92 GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN 57

60 Geconsolideerde balans per 31 december In miljoen EUR Noten Niet-courante activa , , ,9 Immateriële vaste activa 1 73,6 - - Materiële vaste activa 9 23,9 18,0 19,0 Deelnemingen , , ,5 Deelnemingen in geassocieerde ondernemingen , , ,1 Voor verkoop beschikbare deelnemingen , , ,4 Andere niet-courante activa 55,8 21,2 20,9 Uitgestelde belastingvorderingen 8 2,1 0,5 0,5 Courante activa 4 818,7 632, ,1 Beleggingsactiva 20,8 14,7 161,1 Liquide middelen en gelijkgestelde 685,8 604,8 966,0 Andere courante activa 112,1 12,7 14,0 Totaal activa , , ,0 Eigen vermogen , , ,4 Kapitaal 653,1 653,1 653,1 Uitgiftepremies 3.815, , ,8 Reserves , , ,5 Minderheidsbelangen 9,5 - - Niet-courante passiva 685,0 428,4 425,3 Omruilbare leningen 5 277,6 424,7 420,6 Andere financiële schulden 5 403,2 - - Uitgestelde belastingverplichtingen 8 1,3 2,7 3,8 Voozieningen 2,9 1,0 0,9 Courante passiva 106,7 69,7 193,3 Financiële schulden 4 7,0-150,0 Fiscale schulden 1,6 1,5 1,6 Afgeleide producten 4 29,2 26,1 11,0 Andere courante passiva 4 68,9 42,1 30,7 Totaal passiva en eigen vermogen , , ,0 58 GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN

61 Geconsolideerd overzicht van het volledige resultaat In miljoen EUR Noten Deel in het nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen 2 262,2 161,1 324,9 Nettodividenden van deelnemingen 3 450,7 550,3 479,8 Opbrengsten en kosten van interesten 6 (14,6) (11,8) 44,3 Niet-courante activa 1,3 (0,5) 3,3 Courante activa en passiva 5,6 5,3 59,8 Financiële schulden (21,5) (16,6) (18,8) Andere financiële opbrengsten en kosten (9,8) (10,0) (80,8) Resultaten op belegginsactiva en afgeleide producten 4 (6,5) (16,1) (77,2) Andere (3,3) 6,1 (3,6) Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten 7 (32,2) (24,3) (20,3) Resultaten op overdrachten, waardeverminderingen en terugneming van niet-courante activa (18,8) 391,3 (1.436,4) Effecten waarop vermogensmutatie wordt toegepast 2-649,6 (1.091,6) Voor verkoop beschikbare deelnemingen 3 (18,8) (258,3) (344,8) Belastingen 8 0,9 1,1 1,0 Geconsolideerde resultaat over de periode 638, ,7 (687,5) Toerekenbaar aan aandeelhouders van GBL (deel van de Groep) 640, ,7 (687,5) Toerekenbaar aan minderheidsbelangen (2,4) - - Andere elementen van het volledige resultaat Voor verkoop beschikbare deelnemingen Wijziging van de reële waarde 3 (579,6) 693,6 (4.093,3) Deel in de andere elementen van het volledige resultaat van de geassocieerde ondernemingen 244,4 58,0 (322,6) Andere 0,6 - - Globaal resultaat 303, ,3 (5.103,4) Toerekenbaar aan aandeelhouders van GBL (deel van de Groep) 306, ,3 (5.103,4) Toerekenbaar aan minderheidsbelangen (2,4) - - Geconsolideerde resultaat over de periode per aandeel 11 Gewone 4,13 6,80 (4,41) Verwaterde 4,12 6,66 (4,41) GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN 59

62 Geconsolideerd overzicht van de wijzigingen in het eigen vermogen Eigen aandelen Ingehouden winsten Eigen vermogen Deel van de Groep In miljoen EUR Kapitaal Uitgiftepremie Herwaarderingsreserves Omrekeningsverschillen Minderheidsbelangen Eigen vermogen Per 31 december , , ,6 (183,7) (41,7) 7.365, , ,6 Globale resultaat - - (4.237,7) - (170,8) (694,9) (5.103,4) - (5.103,4) Totaal van de transacties met de aandeelhouders (noot 10) (24,0) - (322,8) (346,8) - (346,8) Per 31 december , , ,9 (207,7) (212,5) 6.347, , ,4 Globale resultaat ,3 - (0,2) 1.027, , ,3 Totaal van de transacties met de aandeelhouders (noot 10) (27,4) - (355,2) (382,6) - (382,6) Per 31 december , , ,2 (235,1) (212,7) 7.019, , ,1 Globale resultaat - - (608,7) - 273,9 641,0 306,2 (2,4) 303,8 Totaal van de transacties met de aandeelhouders (noot 10) (9,8) - (376,5) (386,3) 11,9 (374,4) Per 31 december , , ,5 (244,9) 61, , ,0 9, ,5 60 GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN

63 Geconsolideerd overzicht van de kasstromen In miljoen EUR Kasstromen uit bedrijfsactiviteiten 509,2 794,6 460,6 Geconsolideerd resultaat van de periode vóór interesten en belastingen 652, ,4 (732,8) Aanpassing voor: Nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen (262,2) (161,1) (324,9) Dividenden van de geassocieerde ondernemingen 144,0 101,7 178,9 Herwaarderingen tegen reële waarde 3,4 7,4 10,8 Resultaten op overdrachten, waardeverminderingen en terugneming van niet-courante activa 18,8 (391,3) 1.436,4 Andere (30,0) 3,9 2,2 Opbrengsten van geïnde interesten 5,2 13,8 48,2 Kosten van betaalde interesten (20,3) (22,4) (14,9) Terugbetaalde belastingen Wijziging van beleggingseffecten en afgeleide producten (0,5) 146,4 (116,5) Wijziging van de behoeften aan werkkapitaal (1,3) 27,8 (26,7) Kasstromen uit investeringsactiviteiten (289,4) (620,1) (1.078,0) Verwervingen van: Deelnemingen (161,9) (616,9) (1.551,3) Dochterondernemingen zonder verworven geldmiddelen (70,2) - - Materiële vaste activa (0,1) (0,7) (7,1) Andere fianciële activa (60,4) (4,7) (3,0) Inkomsten uit de overdracht van materiële vaste activa ,6 Overdracht van voor verkoop beschikbare deelnemingen 3,2 2,2 468,8 Kasstromen uit financieringsactiviteiten (138,8) (535,7) (219,6) Kapitaalverhoging (netto) Uitgekeerde dividenden (375,7) (358,3) (325,6) Ontvangsten uit financiële schulden 407,2 750,0 150,0 Terugbetalingen van financiële schulden (160,5) (900,0) (20,0) Nettobewegingen op eigen aandelen (9,8) (27,4) (24,0) Nettotoename (afname) van liquide middelen en gelijkgestelde 81,0 (361,2) (837,0) Liquide middelen en gelijkgestelde bij het begin van de periode 604,8 966, ,0 Liquide middelen en gelijkgestelde bij de afsluiting van de periode 685,8 604,8 966,0 GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN 61

64 Boekhoudkundige principes 62 Groep Brussel Lambert ( GBL ) is een portefeuillevennootschap naar Belgisch recht en genoteerd op Euronext Brussels. Haar geconsolideerde financiële staten hebben betrekking op een periode van 12 maanden afgesloten op 31 december Deze staten werden goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 3 maart ALGEMENE BEGINSELEN EN BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN De geconsolideerde financiële staten zijn opgesteld overeenkomstig de IFRS (International Financial Reporting Standards), die gelden binnen de Europese Unie. De volgende nieuwe en aangepaste normen en interpretaties werden vanaf het boekjaar 2010 toegepast: Herziening van de norm IFRS 3 Bedrijfscombinaties die belangrijke wijzigingen aanbrengt aan de oude versie van de norm, met name betreffende de onmiddellijke tenlasteneming van aan de verwerving gerelateerde kosten, de waardering tegen reële waarde van een eventueel prijssurplus met opneming van latere verschillen in het resultaat, de verwerking van gefaseerde verwervingen en de mogelijkheid om de minderheidsbelangen tegen reële waarde op te nemen. Aanpassingen van de norm IAS 27 Geconsolideerde en individuële jaarrekeningen en enkelvoudige jaarrekening, en onder meer de volgende: elk verschil in verband met de aankoop of de verkoop van deelnemingen in dochterondernemingen die niet tot verlies van zeggenschap leiden, moeten in het eigen vermogen worden geboekt; verlies van zeggenschap over een dochteronderneming met behoud van een deelneming wordt verwerkt als de verkoop van de volledige deelneming, gepaard gaande met de verwerving tegen reële waarde van de behouden deelneming; minderheidsbelangen kunnen een negatief saldo vertonen. Jaarlijkse verbetering van de IFRS (april 2009), waarbij beperkte wijzigingen aan tien normen en twee interpretaties werden aangebracht. Aanpassingen van de norm IAS 39 Financiële instrumenten: Opname en waardering van in aanmerking komende afgedekte items. Aanpassingen van de norm IFRS 2 Op aandelen gebaseerde betalingen betreffende in geld betaalde transacties binnen de groep. Interpretatie IFRIC 17 Uitkeringen van activa in natura aan eigenaar. Deze aanpassingen en deze nieuwe interpretatie hebben geen betekenisvolle invloed op de geconsolideerde financiële staten van GBL. Daarenboven heeft GBL de volgende nieuwe en gewijzigde normen en interpretaties, die na 31 december 2010 in werking treden, niet vervroegd toegepast, namelijk: Nieuwe norm IFRS 9 Financiële instrumenten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2013), waarvan de voltooide fasen van dit ontwerp ter vervanging van IAS 39 betrekking hebben op de classificatie en waardering van financiële activa en passiva. GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN Jaarlijkse verbetering van de IFRS (mei 2010) (in principe toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2011), waarbij beperkte wijzigingen aan zes normen en één interpretatie worden aangebracht. Aanpassingen van de norm IFRS 7 Financiële instrumenten: Informatieverschaffing (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2011) die aanvullende informatieverschaffing oplegt in de noot betreffende transfers van financiële activa (uitboeking). Aanpassingen van de norm IAS 24 Informatieverschaffing over verbonden partijen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2011), waarbij de definitie verbonden partij wordt verduidelijkt en gewijzigd en een vrijstelling wordt ingevoerd voor Staatsverbondenondernemingen. Aanpassingen van de norm IAS 32 Financiële instrumenten: Presentatie (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 februari 2010), betreffende de classificatie van uitgifte van rechten. Interpretatie IFRIC 19 Aflossing van financiële verplichtingen met eigenvermogensinstrumenten (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 juli 2010). Aanpassingen van IFRIC 14 IAS 19 De limiet voor een actief uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen, minimaal vereiste dekkingsgraden en de wisselwerking hiertussen (toepasbaar voor boekjaren vanaf 1 januari 2011). De toekomstige toepassing van deze nieuwe normen en interpretaties zou geen betekenisvolle invloed mogen hebben op de geconsolideerde financiële staten, behalve de nieuwe norm IFRS 9, die invloed zou hebben op de verwerking van de niet-geconsolideerde deelnemingen die niet voor tradingdoeleinden worden aangehouden. De potentiële weerslag van deze nieuwe norm kan echter pas ingeschat worden, zodra het ontwerp tot vervanging van de norm IAS 39 voltooid en op Europees niveau goedgekeurd is. CONSOLIDATIEMETHODEN EN CONSOLIDATIEKRING De geconsolideerde financiële staten, opgesteld vóór winstverdeling, omvatten deze van GBL en haar dochterondernemingen ( de Groep ), alsook de belangen van de Groep in de geassocieerde ondernemingen die worden geconsolideerd volgens de vermogensmutatiemethode. De belangrijke dochterondernemingen en geassocieerde ondernemingen sluiten hun jaarrekening af op 31 december. Gecontroleerde ondernemingen Gecontroleerde ondernemingen worden integraal geconsolideerd. Onder controle wordt verstaan dat de Groep rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan 50% van de stemrechten in een entiteit bezit. Intragroepsaldi en -transacties, met inbegrip van de latente resultaten ervan, worden geëlimineerd. Nieuw verworven ondernemingen worden geconsolideerd vanaf de overnamedatum.

65 Geassocieerde ondernemingen Als de Groep een invloed van betekenis heeft in een onderneming, wordt haar deelneming als een geassocieerde onderneming beschouwd. Er wordt verondersteld dat de Groep een invloed van betekenis heeft als hij rechtstreeks of onrechtstreeks, via haar dochterondernemingen, meer dan 20% van de stemrechten van de deelneming in handen heeft. Geassocieerde ondernemingen worden in de geconsolideerde financiële staten opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. BEDRIJFSCOMBINATIES EN GOODWILL Als de Groep een entiteit verwerft, worden de identificeerbare activa en passiva van de verworven entiteit tegen de reële waarde op overnamedatum opgenomen. De in een bedrijfscombinatie overgedragen vergoeding moet worden gewaardeerd tegen reële waarde van de overgedragen activa (met inbegrip van de geldmiddelen), de aangegane verplichtingen en de door de Groep, in ruil voor de zeggenschap, uitgegeven aandelenbelangen. De rechtstreeks aan de verwerving gerelateerde kosten worden in het algemeen in resultaat genomen. De goodwill wordt gewaardeerd als het positieve verschil tussen de volgende twee elementen: totaal van (i) de overgedragen vergoeding en, desgevallend, (ii) het bedrag van enig minderheidsbelangen in de verworven entiteit en (iii) de reële waarde van het door de Groep vóór de overname aangehouden deelnemigen; en het nettosaldo van de op de overnamedatum vastgestelde bedragen van de verworven identificeerbare activa en de overgenomen verplichtingen. Indien dit verschil, na bevestiging van de waarden, negatief blijkt, wordt dit bedrag onmiddellijk in resultaat genomen als winst op een voordelige verwerving. De goodwill wordt, op het actief van de balans geboekt onder de post Immateriële vaste activa en onderworpen aan een jaarlijkse impairment test, met name door de realiseerbare waarde van de kasstroomgenererende eenheden waaraan de goodwill wordt toegerekend, te vergelijken met hun boekwaarde (de goodwill inclusief). Is de boekwaarde hoger, dan moet een waardevermindering in resultaat worden genomen. Bij de waardering van de goodwill zoals hiervoor uiteengezet, kan het bedrag van de minderheidsbelangen daarenboven, geval per geval en naar keuze van GBL, gewaardeerd worden, ofwel tegen reële waarde (zogenaamde full goodwill ), ofwel tegen het deel van het identificeerbaar netto-actief van de verworven entiteit. MATERIËLE EN IMMATERIËLE VASTE ACTIVA De materiële en immateriële vaste activa, met uitzondering van de goodwill zoals in voorgaande afdeling beschreven, worden opgenomen tegen kostprijs, verminderd met de gecumuleerde afschrijvingen en de eventuele waardeverminderingen. Materiële en immateriële vaste activa worden afgeschreven volgens de lineaire methode over de geschatte gebruiksduur. VOOR VERKOOP BESCHIKBARE DEELNEMINGEN (AFS) Voor verkoop beschikbare deelnemingen omvatten de deelnemingen in ondernemingen waarin de Groep geen invloed van betekenis uitoefent. Er wordt vermoed dat er geen invloed van betekenis is als de Groep, rechtstreeks of onrechtstreeks, niet meer dan 20% van de stemrechten bezit. Dergelijke deelnemingen worden opgenomen tegen de reële waarde op basis van de beurskoers voor genoteerde deelnemingen. De schommelingen van de reële waarde van deze deelnemingen tussen twee afsluitdata worden opgenomen in het eigen vermogen. Bij de overdracht van een deelneming wordt het verschil tussen de netto-opbrengst van de verkoop en de boekwaarde (balanswaarde op overnamedatum, gecorrigeerd voor het geaccumuleerd bedrag dat als periodieke herwaardering tegen de reële waarde van de deelneming in het eigen vermogen is opgenomen), naargelang het geval, in debet of credit van de resultatenrekening geboekt. FINANCIËLE ACTIVA De beleggingsactiva omvatten afgeleide instrumenten alsook andere instrumenten die aangehouden worden met de bedoeling ze te verhandelen en die op elke balansdatum gewaardeerd worden tegen de reële waarde. De schommeling van de reële waarde tussen twee afsluitingen wordt in resultaat genomen. Obligaties, beschouwd als beleggingen die tot op hun vervaldag worden aangehouden (tenminste als de Groep de uitdrukkelijke intentie heeft en in staat is ze tot op hun vervaldag aan te houden), en door de Groep uitgeschreven leningen en vorderingen, worden gewaardeerd tegen hun geamortiseerde kostprijs, zijnde het bedrag van hun initiële opname vermeerderd, of verminderd, met de gecumuleerde afschrijving van elk verschil tussen dat initieel bedrag en het bedrag op de vervaldag, en verminderd met elke waardevermindering wegens bijzondere waardevermindering of oninbaarheid. Deze verplichtingen, leningen en vorderingen worden, naargelang hun maturiteit, onder de post Andere courante activa of Andere niet-courante activa opgenomen. Liquide middelen en gelijkgestelde omvatten bankdeposito s en vaste-termijnbeleggingen waarvan de vervaldatum gelijk is aan of kleiner is dan drie maanden na de verwervingsdatum. WAARDEVERMINDERINGEN VAN ACTIVA Voor verkoop beschikbare deelnemingen (AFS) Wanneer er een objectieve aanwijzing bestaat dat een voor verkoop beschikbare deelneming aan waardevermindering onderhevig is, wordt de deelneming aan een impairment test onderworpen. Wanneer de deelneming als impaired wordt beschouwd, wordt in het resultaat van de periode een waardevermindering ( impairment ) geboekt. Indien zulks het geval is, is het bedrag van de geboekte impairment het verschil tussen de aanschaffingsprijs van de deelneming en de reële waarde (beurskoers) op de afsluitdatum. GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN 63

66 64 Deelnemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast Wanneer er een objectieve aanwijzing bestaat dat een deelneming waarop vermogensmutatie wordt toegepast aan waardevermindering onderhevig is, wordt die overeenkomstig IAS 36 Bijzondere waardevermindering van activa en IAS 28 Investeringen in geassocieerde deelnemingen, 33 aan een impairment test onderworpen. Daartoe wordt de realiseerbare waarde van de activa geschat om deze met de boekwaarde te vergelijken en, desgevallend, voor het verschil een waardevermindering te boeken. De realiseerbare waarde is de hoogste waarde van de reële waarde, verminderd met de verkoopkosten van de activa, en de bedrijfswaarde ervan. Dit laatste is gelijk aan de geactualiseerde waarde van de verwachte toekomstige kasstromen. Wanneer een in een vroegere verslagperiode geboekte waardevermindering niet langer bestaat, wordt de boekwaarde geheel of gedeeltelijk teruggeboekt. De terugneming van een waardevermindering wordt onmiddellijk in de winst geboekt. BELASTINGEN De belastingen op het resultaat van het boekjaar omvatten de courante en uitgestelde belastingen. Ze worden in resultaat genomen behalve wanneer het geboekte bestanddelen betreft die rechtstreeks in het eigen vermogen opgenomen werden. In dit geval worden ze eveneens opgenomen in het eigen vermogen. Onder courante belastingen worden de belastingen verstaan die betaald moeten worden op de belastbare winst van het boekjaar, berekend tegen de aanslagvoeten die van kracht of quasi van kracht zijn op de afsluitdatum van de balans, evenals de aanpassingen betreffende vorige boekjaren. De uitgestelde belastingen worden berekend volgens de balansmethode toegepast op de tijdelijke verschillen tussen de boekwaarde van de in de balans opgenomen activa en verplichtingen en hun fiscale basis. Met de volgende verschillen wordt geen rekening gehouden: fiscaal niet-aftrekbare goodwill en initiële opname van actief en passief die geen invloed hebben op het boekhoudkundig en fiscaal resultaat. De uitgestelde belastingen worden berekend op grond van de verwachting met betrekking tot de realisatie of de betaling van de actief- en passiefbestanddelen, op basis van de aanslagvoeten die van kracht of quasi van kracht zijn op de afsluitdatum van de balans. Daarenboven worden uitgestelde belastingverplichtingen met betrekking tot deelnemingen in dochterondernemingen niet opgenomen wanneer de Groep het tijdstip kan bepalen waarop het tijdelijke verschil wordt afgewikkeld het waarschijnlijk is dat het tijdelijk verschil in de nabije toekomst niet zal worden afgewikkeld. Uitgestelde belastingvorderingen worden enkel geboekt voor zover belastbare winst zou kunnen verwezenlijkt worden waarmee de fiscale verliezen en de fiscaal verrekenbare tegoeden zouden kunnen worden verrekend. EIGEN AANDELEN Bij de inkoop (of verkoop) van eigen aandelen wordt het eigen vermogen verminderd (of verhoogd) met het betaalde (of ontvangen) bedrag. De schommelingen betreffende deze effecten GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN worden verantwoord in het geconsolideerd overzicht van de wijzigingen in het eigen vermogen. Op deze bewegingen worden nooit resultaten opgenomen. WINSTDELINGSPLANNEN Opties op GBL-aandelen De opties op GBL-aandelen die toegekend werden vóór 7 november 2002, werden overeenkomstig de overgangsbepalingen van IFRS 2 niet in de geconsolideerde financiële staten opgenomen. De vanaf 2007 toegekende winstdelingsplannen werden geboekt overeenkomstig IFRS 2 Op aandelen gebaseerde betalingen. Volgens IFRS 2 wordt de reële waarde van de opties op toekenningsdatum over de vestingsperiode in resultaat genomen. De opties worden gewaardeerd door gebruikmaking van een algemeen aanvaard waarderingsmodel op basis van de marktvoorwaarden die op het ogenblik van toekenning gelden. Opties op Pargesa-aandelen De Pargesa-aandelen die moeten dienen om de toegekende opties te dekken, worden door GBL aangehouden en werden als geldbeleggingen, onder de post Beleggingseffecten opgenomen. De opties zijn op het passief van de balans geboekt. De reëlewaardeschommelingen van de opties en aandelen worden in resultaat genomen. VERPLICHTINGEN IN VERBAND MET PENSIOENREGELINGEN EN SOORTGELIJKE VOORDELEN De waardering van het bedrag van de verplichtingen in verband met pensioenregelingen en soortgelijke voordelen van het type vaste prestaties geschiedt op basis van de Projected Unit Credit - methode, overeenkomstig IAS 19 Voordelen van de werknemers. Als de gecumuleerde actuariële verschillen hoger zijn dan het hoogste van de volgende twee bedragen: 10% van de huidige waarde van de verplichtingen in verband met de pensioenregelingen; 10% van de reële waarde van de tot dekking van deze verplichtingen gehouden activa; is het surplus afgeschreven over het gemiddeld aantal nog te presteren dienstjaren van de werknemers waarop het pensioenplan betrekking heeft. Deze methode voor de verwerking van actuariële verschillen (de bandbreedte-methode) is toepasbaar sinds WINSTVERDELING De dividenden betaald door GBL aan haar aandeelhouders worden tegen hun brutobedrag, namelijk vóór bronbelasting, in mindering van het eigen vermogen opgenomen. De financiële staten worden opgemaakt vóór winstverdeling. VOORZIENINGEN Voorzieningen worden op de balansdatum opgenomen indien een onderneming van de Groep een huidige verplichting (wettelijk of impliciet) heeft die voortvloeit uit een gebeurtenis uit het verleden, als het waarschijnlijk is dat de afwikkeling van deze verplichting zal gepaard gaan met een uitgave en als het bedrag van deze verplichting op betrouwbare wijze kan worden bepaald.

67 Het bedrag van de voorzieningen is gelijk aan de meest nauwkeurige schatting van de uitgave die noodzakelijk zal zijn om aan de op de balansdatum bestaande verplichting te voldoen. De voorzieningen voor herstructurering worden enkel opgenomen als de Groep een formeel en gedetailleerd herstructureringsplan heeft goedgekeurd en als de geplande herstructurering reeds een aanvang heeft genomen of openbaar werd aangekondigd. De kosten die betrekking hebben op de normale Groepsactiviteiten worden niet in aanmerking genomen. SCHULDEN OP LANGE TERMIJN EN OP KORTE TERMIJN Schulden op lange termijn (bankleningen en obligaties) en op korte termijn (bankvoorschotten) worden initieel geboekt tegen reële waarde, na aftrek, in het geval van een financiële verplichting waarvan de waardeveranderingen niet via het resultaat worden verwerkt, van de transactiekosten die direct toewijsbaar zijn aan de verwerving of de uitgifte van de financiële verplichting. Na hun initiële opname worden ze gewaardeerd tegen hun geamortiseerde kostprijs (initieel bedrag verminderd met de terugbetalingen in hoofdsom en vermeerderd, of verminderd, met de gecumuleerde afschrijving van elk verschil tussen het initieel bedrag en de waarde op de vervaldag). OMRUILBARE LENINGEN Omruilbare leningen uitgegeven door de Groep worden beschouwd als hybride instrumenten. Op de uitgiftedatum wordt de reële waarde van de obligatiecomponent gewaardeerd op basis van de marktintrestvoet voor gelijkaardige niet-omruilbare obligaties. Het verschil tussen de opbrengsten verkregen uit de uitgifte van de omruilbare obligatie en de reële waarde toegewezen aan de obligatiecomponent die de waarde van de optie om de obligatie in aandelen te converteren weergeeft, wordt in het eigen vermogen opgenomen. De interestlast op de obligatiecomponent wordt berekend door op dit instrument de gangbare marktintrestvoet toe te passen. AFGELEIDE PRODUCTEN De afgeleide financiële instrumenten worden opgenomen tegen hun reële waarde. De schommelingen van de reële waarde van deze financiële instrumenten tussen twee afsluitingsdata worden in resultaat opgenomen. ELEMENTEN IN VREEMDE DEVIEZEN In de rekeningen van de ondernemingen van de Groep worden de monetaire activa en verplichtingen in vreemde deviezen omgerekend in euro tegen de wisselkoers van de laatste dag van het boekjaar. Als door de toepassing van dit principe een nietgerealiseerd wisselkoersverschil ontstaat, wordt dit als kost of opbrengst van het boekjaar geboekt. De niet-monetaire activa en verplichtingen worden geboekt tegen de wisselkoers van de transactiedatum. In de geconsolideerde financiële staten worden de omrekeningsverschillen op het eigen vermogen van de geconsolideerde ondernemingen of de ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast niet in de resultatenrekening van het boekjaar, maar onder de rubriek Omrekeningsverschillen van het eigen vermogen opgenomen. De rubrieken van de opbrengsten en kosten in vreemde deviezen worden in euro omgezet tegen de gemiddelde wisselkoers van het boekjaar. De omrekeningsverschillen ten gevolge van het verschil tussen de gemiddelde koers en de koers van de laatste dag van het boekjaar, worden opgenomen in het eigen vermogen onder de rubriek Omrekeningsverschillen. INTERESTEN Interestopbrengsten en -kosten omvatten de interesten verschuldigd op leningen en de interesten te ontvangen op beleggingen. De interestopbrengsten worden pro rata temporis in het geconsolideerd overzicht van het volledige resultaat opgenomen, rekening houdend met de werkelijke rentevoet van de belegging. DIVIDENDEN Dividenden van de voor verkoop beschikbare deelnemingen of tradingseffecten worden opgenomen op datum van de beslissing tot uitkering ervan. Het bedrag van de bronbelasting wordt geboekt in mindering van de brutodividenden. GESEGMENTEERDE INFORMATIE Gelet op de holdingactiviteiten van GBL is er geen informatie over bedrijfssegmenten of geografische segmenten. De lezer van de financiële staten kan deze informatie met betrekking tot de ondernemingen waarin de Groep een deelneming heeft, terugvinden in het hoofdstuk betreffende de deelnemingen alsook in hun financiële staten. WIJZIGINGEN IN DE BOEKHOUDKUNDIGE PRINCIPES, FOUTEN EN WIJZIGINGEN IN DE RAMINGEN/BEOORDELINGEN Een wijziging in de boekhoudkundige principes wordt slechts doorgevoerd indien deze voldoet aan de bepalingen van een norm of interpretatie, of wanneer deze een meer betrouwbare en meer relevante informatie toelaat. Dergelijke wijziging wordt met terugwerkende kracht opgenomen in de boekhouding, behalve in het geval van een specifieke overgangsbepaling die eigen is voor de norm of interpretatie. Ook wanneer een fout wordt vastgesteld, wordt deze op retroactieve wijze aangepast. De onzekerheden die inherent zijn aan de activiteiten maken het noodzakelijk om te werken met ramingen in het kader van de voorbereiding van de financiële staten. De ramingen komen voort uit beoordelingen van een redelijke waardering van de meest recente betrouwbare informatie. Een raming wordt herzien om de gewijzigde omstandigheden, de nieuwe beschikbare informatie en de gevolgen in verband met de ervaring, weer te geven. TOEGEPASTE WISSELKOERSEN Slotkoers Gemiddelde koers US Dollar 1,34 1,43 1,40 1,32 1,39 1,47 Zwitserse frank 1,25 1,48 1, GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN 65

68 Consolidatiekring, geassocieerde ondernemingen en wijzigingen van de consolidatiekring Integraal geconsolideerde dochterondernemingen Naam Zetel Deelnemingspercentage en stemrechten (in %) Hoofdactiviteit Belgian Securities B.V. Amsterdam 100,0 100,0 100,0 Holding Brussels Securities S.A. Brussel 100,0 100,0 100,0 Holding GBL Treasury Center N.V. Brussel 100,0 100,0 100,0 Holding Sagerpar N.V. Brussel 100,0 100,0 100,0 Holding GBL Participations N.V. Brussel - 100,0 100,0 Holding GBL Overseas Finance N.V. Curaçao 100,0 100,0 100,0 Holding GBL Verwaltung GmbH Gütersloh 100,0 100,0 100,0 Holding GBL Verwaltung Sà rl Luxemburg 100,0 100,0 100,0 Holding Immobilière rue de Namur Sà rl Luxemburg 100,0 100,0 100,0 Vastgoed GBL Finance S.A. Luxemburg Vereffend 100,0 100,0 Holding GBL Energy Sà rl Luxemburg 100,0 100,0 100,0 Holding GBL R Sà rl Luxemburg 100,0 100,0 - Holding GBL Investments Limited Dublin 100,0 100,0 100,0 Holding Ergon Capital Partners III S.A. Brussel 100,0 - - Private-equity E.V.E. S.A. Luxemburg 100,0 - - Holding EVONG S.A. Luxemburg 75,1 - - Holding ELITech Group S.A.S. Puteaux 58,6 - - Holding Financière ELITech S.A.S. (en dochterondernemingen) Puteaux 100,0 - - Operationeel 66 Geassocieerde ondernemingen GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN Percentage Lafarge Imerys Ergon Capital Partners Ergon Capital Partners II 2010 Deelneming 21,1 30,7 43,0 42,4 Stemrechten 24,6 37,7 43,0 42,4 Consolidatie 21,1 30,7 43,0 42, Deelneming 21,1 30,7 43,0 42,4 Stemrechten 27,1 36,3 43,0 42,4 Consolidatie 21,1 30,7 43,0 42, Deelneming 21,2 30,4 43,0 42,4 Stemrechten 28,5 37,0 43,0 42,4 Consolidatie 20,0 28,6 43,0 42,4 In de noten hierna worden Ergon Capital Partners en Ergon Capital Partners II gezamenlijk als ECP I & II aangeduid, terwijl met ECP de twee voornoemde vennootschappen plus Ergon Capital Partners III wordt bedoeld.

69 Wijzigingen van de consolidatiekring In de loop van het verstreken boekjaar heeft de Raad van Bestuur van GBL zich ertoe verbonden om EUR 350 miljoen te besteden aan de ontwikkeling van de private-equitypool via de 100%-dochteronderneming, Ergon Capital Partners III (voorheen GBL Participations). In overeenstemming met de in de private-equitymarkt geldende gebruiken, werd aan het management van deze dochteronderneming een winstdelingsplan toegekend dat betrekking heeft op 16,6% van de aandelen. Ergon Capital Partners III heeft op 10 december 2010 een eerste verwerving gedaan, met name de groep Financière ELITech ( ELITech ), een Franse groep gespecialiseerd in de medische biologie. Die groep bezit 6 industriële vestigingen in Frankrijk, in de Verenigde Staten, in Nederland en in Italië, alsook 14 dochterondernemingen. ELITech wordt in de rekeningen van GBL integraal geconsolideerd via een structuur van 3 in Luxemburg en Frankrijk nieuw opgerichte vennootschappen, aangehouden door: Ergon Capital Partners III, als meerderheidsaandeelhouder, enerzijds, en de oprichters van ELITech, historische financiële beleggers en het management van die groep, anderzijds. Het deelnemingspercentage van GBL in ELITech bedraagt 44,02%. GBL bezit evenwel de meerderheid van de stemrechten in die groep, zodat ze, overeenkomstig IAS 27, opgenomen wordt volgens de integrale consolidatiemethode. Aangezien de overname van ELITech pas in december 2010 plaatsvond, werd over 2010 nog geen resultaat uit deze laatste opgenomen, behalve de rechtstreeks aan de overname gerelateerde kosten die, volgens de nieuwe bepalingen van IFRS 3, ten laste werden genomen. De balans van ELITech, daarentegen, werd in de geconsolideerde fianciële staten van de Groep per 31 december 2010 opgenomen. Om het beginsel van het getrouw beeld en de voorschriften van IAS 1 Presentatie van de jaarrekening in acht te nemen en wegens de aard van het bedrijf van deze overgenomen entiteiten, moesten, voor de consolidatie van ELITech per 31 december 2010, nieuwe posten in de geconsolideerde balans van GBL worden aangelegd en bepaalde noten worden aangepast. Gelet op het relatief gewicht van deze deelneming ten opzichte van de Groep, is het mogelijk dat in de toekomst ook nieuwe posten moeten geopend worden en nieuwe noten moeten toegevoegd worden in het geconsolideerd overzicht van het volledige resultaat of in het geconsolideerd balans. De van ELITech overgenomen activa en verplichtingen en de gegenereerde goodwill kunnen als volgt worden voorgesteld: In miljoen EUR 2010 Niet-courante activa 53,0 Inclusief bestaande goodwill 26,2 Courante activa 44,2 Niet-courante passiva 25,5 Courante passiva 29,2 Netto-actief derden 0,8 Netto-actief 41,7 Goodwill 33,3 Aankoopprijs Betaald in geld 75,0 Uitgestelde betaling - Overgenomen liquide middelen en gelijkgestelde 4,8 Nettoschommeling van liquide middelen 70,2 Waarvan bijgedragen door GBL 32,3 Zoals door de norm IFRS 3 wordt toegestaan, werd deze overname slechts voorlopig verwerkt. Bijgevolg zullen in de volgende balans, als verwerking van de bedrijfscombinatie voltooid is, aanpassingen worden aangebracht. Zoals hiervoor vermeld, en met uitzondering van de tenlasteneming van de rechtstreeks met de overname gerelateerde kosten, heeft deze overname geen invloed gehad op het resultaat 2010 van GBL. GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN 67

70 Noten Met het oog op een betere samenhang zijn de noten bij de rekeningen gerangschikt per aard, en niet volgens het voorkomen van de boekhoudkundige posten in de balans en het geconsolideerd overzicht van het volledige resultaat. Deze ordening laat toe om het geheel van de invloeden op de financiële staten van activa en passiva van eenzelfde aard te analyseren. 1. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa kunnen als volgt worden uitgesplitst: In miljoen EUR Goodwill 59,5 - - Andere immateriële vaste activa 14,1 - - Totaal 73,6 - - De voorlopige goodwill die op de overname van ELITech werd opgenomen, wordt nader uiteengezet in de afdeling hiervoor. 2. Geassocieerde ondernemingen 2.A. DEEL IN HET NETTORESULTAAT De dividenden komende van de vennootschappen waarop vermogensmutatie wordt toegepast zijn verwijderd en vervangen door het deel van GBL in hun resultaat. Geïnde dividenden In miljoen EUR Lafarge 120,9 82,5 145,8 Imerys 23,1 19,2 33,1 Totaal 144,0 101,7 178,9 Nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen In miljoen EUR Lafarge 827,0 736, ,0 Imerys 240,8 41,3 161,3 ECP I & II 32,8 (15,6) (95,6) De evolutie van het nettoresultaat van de geassocieerde ondernemingen wordt in detail weergegeven in de economische analyse van het geconsolideerd resultaat (blz. 15), alsook in het gedeelte van het jaarlijks financieel verslag gewijd aan de deelnemingen. Deel van GBL In miljoen EUR Lafarge 174,1 155,2 319,8 Imerys 74,1 12,6 46,1 ECP I & II 14,0 (6,7) (41,0) Totaal 262,2 161,1 324,9 68 GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN

71 GBL maakt in haar resultaat geen onderscheid tussen recurrente en niet-recurrente elementen, laastgenoemde worden hieronder ter informatie gedetailleerd weergegeven: 2010 Lafarge Het nettoresultaat van Lafarge is er 12% op vooruit gegaan tot EUR 827 miljoen in 2010, tegen EUR 736 miljoen in Het resultaat 2010 wordt gunstig beïnvloed door de meerwaarde van EUR 161 miljoen op de overlating van de Cimpor-aandelen. Imerys In het nettoresultaat van Imerys (EUR 240,8 miljoen) is een kost, na belastingen, van EUR 0,5 miljoen opgenomen die verband houdt met niet-recurrente elementen. Dat bedrag bevat met name: EUR 40,2 miljoen opbrengst van de verwervingverschil op PPSA, EUR 6,7 miljoen winst op een herstructurering van de financiering van de Amerikaanse dochterondernemingen van de groep, EUR - 30,7 miljoen ingevolge een voorziening voor herstructureringen en waardeverminderingen van activa en EUR - 14,2 miljoen toevoeging aan de voorziening voor sanering van bedrijfsterreinen. ECP I & II De bijdrage van ECP I & II tot het nettoresultaat van GBL per 31 december 2010 bedraagt EUR 14 miljoen, hoofdzakelijk toe te schrijven aan de evolutie van de boekhoudkundige waardering van haar portefeuille Lafarge Het nettoresultaat van Lafarge omvat EUR 93 miljoen nettokosten, te wijten aan de waardeverminderingen op in West-Europa gelegen activa van de afdeling Cement (EUR - 90 miljoen), de kosten in verband met de regeling van het geschil met USG (EUR - 47 miljoen) en een terugneming van voorzieningen van EUR 44 miljoen ten gevolge van de uitspraak van de rechtbank in de concurrentiezaak in Duitsland. Imerys In het nettoresultaat van Imerys (EUR 41 miljoen) is een nettoverlies verrekend van EUR 78 miljoen toe te schrijven aan niet-recurrente elementen. Het bevat voornamelijk een cash kost van EUR 53 miljoen die verband houdt met de tijdens de verslagperiode opgestarte kostenverminderingsprogramma s, een non cash bedrag van EUR - 45 miljoen wegens waardeverminderingen op industriële activa en een waardeverlies vastgesteld op verwervingsverschillen en een meerwaarde op overdrachten van EUR 11 miljoen (onder meer de overdracht van Planchers Fabre in mei 2009). ECP I & II Het geconsolideerd verlies van ECP I & II van EUR 16 miljoen omvat hoofdzakelijk terugnemingen van tijdens voorgaande boekjaren in resultaat geboekte latente meerwaarden Lafarge Het nettoresultaat van Lafarge omvat EUR miljoen nettokosten wegens waardeverminderingen op goodwill (EUR miljoen), een aanpassing van de voorziening in verband met het geschil Gips daterende van 2002 (EUR - 46 miljoen), gecompenseerd door een netto-opbrengst die hoofdzakelijk afkomstig is van de overdracht van de joint venture met Titan in Egypte. Imerys Een kost, na belasting, van EUR 106 miljoen werd opgenomen in het resultaat van Imerys. Deze laatste bestaat enerzijds uit een (cash) kost van EUR 36 miljoen die hoofdzakelijk voortkomt uit kostenverminderingsprogramma s die werden getroffen gedurende het hele jaar en anderzijds uit de waardevermindering (non cash) van industriële activa van EUR - 70 miljoen die voortvloeit uit de herstructureringen in 2008 en het waardeverlies dat werd vastgesteld voor een goodwill in de Performante Mineralen in de Verenigde Staten. ECP I & II Het geconsolideerd verlies van ECP I & II van EUR 96 miljoen bestaat voornamelijk uit terugboekingen van latente meerwaarden, die hoofdzakelijk in in het resultaat werden opgenomen, en de niet-gerealiseerde minderwaarden die werden geregistreerd op andere deelnemingen. GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN 69

72 2.B. VERMOGENSMUTATIEWAARDEN In miljoen EUR Lafarge Imerys ECP I & II Totaal Per 31 december ,0 486,5 113,2 599,7 Overdracht 2.908, ,7 Investeringen 1.020,8 110,1 22, ,9 Resultaat van de periode 319,8 46,1 (41,0) 324,9 Uitkering (145,8) (33,1) - (178,9) Omrekeningsverschillen (144,8) (26,0) - (170,8) Wijziging van de herwaarderingsreserves/dekking (122,6) (21,8) - (144,4) Andere (5,6) (1,8) - (7,4) Waardevermindering (1.091,6) - - (1.091,6) Per 31 december ,9 560,0 94, ,1 Investeringen 317,1 78,8 3,7 399,6 Resultaat van de periode 155,2 12,6 (6,7) 161,1 Uitkering (82,5) (19,2) - (101,7) Omrekeningsverschillen (8,9) 8,7 - (0,2) Wijziging van de herwaarderingsreserves/dekking 72,1 16,6-88,7 Andere (34,5) 0,5 0,2 (33,8) Terugneming van waardevermindering 649, ,6 Per 31 december ,0 658,0 91, ,4 Investeringen - 3,9 1,1 5,0 Resultaat van de periode 174,1 74,1 14,0 262,2 Uitkering (120,9) (23,1) - (144,0) Omrekeningsverschillen 226,0 47,3-273,3 Wijziging van de herwaarderingsreserves/dekking (29,1) 3,9 - (25,2) Andere (4,3) (2,2) - (6,5) Waardevermindering/Terugneming van waardevermindering Per 31 december ,8 761,9 106, ,2 Ter informatie, de beurswaardering van de deelneming in Lafarge en Imerys bedraagt eind 2010 respectievelijk EUR miljoen en EUR miljoen. ECP I & II zijn niet beursgenoteerd. De deelneming in Lafarge werd vanaf 1 januari 2008 in de financiële staten van GBL opgenomen volgens de vermogensmutatiemethode. Sinds voornoemde datum meent GBL immers aan dat op Lafarge een invloed van betekenis wordt uitgeoefend, gelet op: het bezitspercentage van meer dan 20%; haar positie van hoofdaandeelhouder; haar vertegenwoordiging in de Raad van Bestuur van Lafarge (drie leden van de achttien). Ter herinnering, bij de eerste vermogensmutatie werd, in toepassing van IAS 28 en IFRS 3 ( step acquisition ), een restverschil van EUR miljoen vastgesteld, dat overeenstemde met het verschil tussen de boekwaarde van de deelneming en het deel in het eigen vermogen van Lafarge. GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN

73 In 2008 geboekte waardevermindering De koersdaling van Lafarge die eind 2008 werd vastgesteld, was een objectieve aanwijzing dat een impairment test moest worden uitgevoerd overeenkomstig IAS 28 en IAS 36. Daartoe heeft GBL de geconsolideerde boekwaarde vergeleken met de bedrijfswaarde en de beurswaarde op de afsluitdatum. Uit de vooruitzichten op 5 jaar, die GBL uitwerkte op basis van publieke informatie en de in hieronder tabel opgenomen waarderingshypothesen, kon (op basis van de Discounted Cash Flow-methode) een bedrijfswaarde van de investering in Lafarge worden afgeleid die zich tussen EUR 55 en EUR 85 per aandeel bevond. De beurskoers per 31 december 2008 bedroeg EUR 43,35. Gelet op de hiervoor berekende vork, besloot het management van GBL om in 2008 een waardevermindering van EUR 26 per aandeel te boeken, zijnde een globale kost van EUR miljoen, waardoor de geconsolideerde boekwaarde bij GBL werd teruggebracht tot het deel in het eigen vermogen IFRS van Lafarge per eind december 2008 (EUR 66 per aandeel). Waarderingshypothesen Gevoeligheid voor de hypothesen Schommeling Actualisatievoet 7,4% 7,9% Actualisatievoet + 0,25% - 0,25% Effect op gebruikswaarde In EUR/aandeel - 7 tot tot + 8 Groeivloet op lange termijn 1,0% 2,0% Groeivloet op lange termijn - 1,0% - 9 tot - 21 Terugneming in 2009 van de in 2008 geboekte waardevermindering Gelet op de stijging van de beurskoers van Lafarge over de eerste negen maanden van 2009, moest GBL, overeenkomstig IAS 36, bij de afsluiting per 30 september 2009, een gedeelte van de in 2008 geboekte waardevermindering terugnemen. Deze terugneming, ten bedrage van EUR 650 miljoen, werd berekend op grond van de beurskoers op voornoemde datum (EUR 61,15). Het bedrag van deze terugneming werd, overeenkomstig IAS 28 en IAS 36, voor het vierde kwartaal niet aangepast, aangezien er geen objectieve aanwijzing van een waardevermindering op 31 december 2009 bestaat. Vervolgens de daling van de beurskoers van Lafarge, werd een impairment test op deze laatste uitgevoerd en werd er besloten dat geen waardevermindering op de geconsolideerde waarde (EUR 67,2) gerechtvaardigd was op 31 december C. AANVULLENDE INLICHTINGEN BETREFFENDE DE VERMOGENSMUTATIE Goedgekeurde financiële informatie betreffende de ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast In miljoen EUR Totaal van de activa , , ,0 Totaal van het eigen vermogen , , ,0 Totaal van de omzetten , , ,2 Totaal van de resultaten 1.100,7 761, ,7 3. GDF SUEZ, Total, Suez Environnement, Pernod Ricard, Iberdrola, Arkema en andere deelnemingen beschikbaar voor verkoop 3.A. NETTODIVIDENDEN In miljoen EUR Total 204,8 200,8 187,9 GDF SUEZ 175,9 257,7 93,7 Suez ,0 Pernod Ricard 34,8 11,4 21,7 Suez Environnement 22,8 22,8 - Iberdrola 10,7 8,6 7,5 Arkema 1,4 1,4 1,5 Andere 0,3 47,6 0,5 Totaal 450,7 550,3 479,8 GBL heeft in 2010 EUR 451 miljoen dividenden geboekt. De in 2009 geboekte dividenden, hetzij EUR 550 miljoen, omvatten een uitzonderlijke uitkering vanwege GDF SUEZ van EUR 94 miljoen evenals een niet-recurrente terugbetaling van ingehouden bronheffingen op vroegere dividenden van EUR 48 miljoen. Voormelde bestanddelen buiten beschouwing gelaten, zijn de dividenden 10% gestegen. GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN 71

74 3.B. RESULTAAT VAN OVERDRACHTEN EN WAARDEVERMINDERINGEN OP DEELNEMINGEN BESCHIKBAAR VOOR VERKOOP (AFS) In miljoen EUR Waardeverminderingen op AFS-effecten (20,4) (234,7) (402,4) Pernod Ricard - (198,2) (315,2) Iberdrola (20,4) (36,5) (87,2) Meerwaarden op AFS-effecten ,4 Iberdrola ,4 Andere 1,6 (23,6) 10,2 Fondsen 3,6 (19,1) 10,2 Andere (2,0) (4,5) - Totaal (18,8) (258,3) (344,8) Waardeverminderingen op AFS-effecten Wegens de daling van de financiële markten heeft GBL, met inachtneming van de IFRS, over drie jaar, EUR 658 miljoen waardeverminderingen geboekt op de deelnemingen in Pernod Ricard en Iberdrola waarvan EUR 402 miljoen in 2008, EUR 235 miljoen in 2009 en EUR 20 miljoen in De waardeverminderingen op Pernod Ricard (EUR 513 miljoen) en Iberdrola (EUR 144 miljoen) waren gelijk aan het verschil tussen de aanschaffingswaarde en de beurskoers op afsluitingsdatum. Merk op dat de beurskoers van Pernod Ricard zich inmiddels heeft hersteld, maar dit niet in resultaat wordt uitgedrukt. In overeenstemming met IAS 39 werd de gecumuleerde herwaardering van EUR 757 miljoen sinds de laatste waardevermindering immers rechtstreeks in het eigen vermogen van GBL opgenomen (zie noot 3. D.). Het koersherstel kan enkel bij verkoop in resultaat worden genomen. Meerwaarden op AFS-effecten Eind 2007 en begin 2008 heeft GBL haar belang in Iberdrola gedeeltelijk van de hand gedaan tegen een verkoopprijs van meer dan EUR 1,3 miljard, waardoor een gecumuleerde meerwaarde van EUR 184 miljoen (waarvan EUR 47 miljoen geboekt in 2008) werd gerealiseerd. 72 Andere Wat de private-equityfondsen betreft, hebben Sagard en PAI Europe III voor 2010 respectievelijk EUR 0 miljoen en EUR 4 miljoen (tegen EUR - 18 miljoen en EUR - 1 miljoen in 2009) bijgedragen. Ter herinnering, de deelnemingen van GBL worden aangehouden via vennootschappen gevestigd in landen die de meerwaarden op dergelijke deelnemingen in principe niet belasten. GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN

75 3.C. REËLE WAARDE EN SCHOMMELINGEN Deelnemingen in beursgenoteerde ondernemingen worden gewaardeerd tegen hun beurskoers op de afsluitingsdatum van het boekjaar. De deelnemingen in de Fondsen waarvan PAI Europe III, Sagard I en Sagard II deel uitmaken, worden geherwaardeerd tegen reële waarde naargelang van hun investeringsportefeuille. De schommelingen van de reële waarde van de deelnemingen worden in de herwaarderingsreserves geboekt (zie noot 3. D.). In miljoen EUR Total Suez GDF SUEZ Lafarge Pernod Ricard Suez Environnement Iberdrola Arkema Fondsen Andere Totale reële waarde Per 31 december , , , ,6 723,8 105,5 101,3 2, ,6 Resultaat van de Fondsen ,7-11,7 Aankopen - 34,1-78,8-283, ,2-398,4 Verkopen/ Terugbetalingen (388,6) - (32,8) (0,5) (421,9) Overdracht - (2.850,3) 2.583,4 266,9 (2.908,7) (2.908,7) Wijziging van de herwaarderingsreserves (1.683,4) (2.865,9) 1.556,7 76,1 (946,9) (83,2) (58,8) (76,7) (12,2) 1,0 (4.093,3) Waardeverminderingen (315,2) (87,2) (402,4) Per 31 december ,2 0, ,1 421,8 0,0 954,5 189,2 28,8 70,2 2, ,4 Resultaat van de Fondsen (21,5) - (21,5) Aankopen ,3 13,3-2,7-217,3 Verkopen/ Terugbetalingen (2,2) - (2,2) Wijziging van de herwaarderingsreserves 572,6 - (591,2) 142,6-486,8 43,6 32,3 7,1 (0,2) 693,6 Waardeverminderingen (198,2) (36,5) (234,7) Per 31 december ,8 0, ,9 564,4 0, ,4 209,6 61,1 56,3 2, ,9 Resultaat van de Fondsen ,3-2,3 Aankopen ,8-27,5 7,6-156,9 Verkopen/ Terugbetalingen (3,2) - (3,2) Wijziging van de herwaarderingsreserves (503,0) - (402,6) (23,6) - 269,7 (7,9) 77,7 10,1 - (579,6) Waardeverminderingen (20,4) (20,4) Per 31 december ,8 0, ,3 540,8 0, ,9 181,3 166,3 73,1 2, ,9 Overdrachten (boekjaar 2008) Lafarge Als gevolg van de toepassing van de vermogensmutatiemethode op de deelneming in Lafarge vanaf 1 januari 2008, werd de kostprijs van de deelneming begin 2008 overgedragen in de geassocieerde ondernemingen (zie noot 2. B.). Daarnaast, werd de herwaarderingsreserve (latente meerwaarde) tegengeboekt in het eigen vermogen. GDF SUEZ Op datum van 16 juli 2008, hebben de Algemene Vergaderingen van de aandeelhouders van GDF en Suez de fusie van de twee groepen goedgekeurd. Als gevolg van deze beslissing, heeft GBL terzelfdertijd op 22 juli de Suez Environnement-aandelen alsook de GDF SUEZaandelen ontvangen in ruil voor de Suez-aandelen in portefeuille op die datum. Deze verrichtingen hebben geen aanleiding gegeven tot een geconsolideerde meerwaarde in de financiële staten 2008 van GBL. GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN 73

76 3.D. HERWAARDERINGSRESERVES In miljoen EUR Total Suez GDF SUEZ Lafarge Pernod Ricard Suez Environnement Iberdrola Arkema Fondsen Andere Totaal Per 31 december , , ,9 83,2 58,8 77,1 12,5 1, ,6 Schommeling te danken aan de evolutie van de rëele waarde (1.683,4) (2.865,9) 1.556,7 76,1 (946,9) (398,4) (111,6) (76,7) (12,2) (143,4) (4.605,7) Overdracht in resultaat (verkopen/waardeverminderingen) ,2 52, ,0 Per 31 december ,0 0, ,7 76,1 0,0 0,0 0,0 0,4 0,3 (141,6) 3.021,9 Schommeling te danken aan de evolutie van de rëele waarde 572,6 - (591,2) 142,6-288,6 7,1 32,3 7,1 88,5 547,6 Overdracht in resultaat (verkopen/waardeverminderingen) ,2 36, ,7 Per 31 december ,6 0,0 965,5 218,7 0,0 486,8 43,6 32,7 7,4 (53,1) 3.804,2 Schommeling te danken aan de evolutie van de rëele waarde (503,0) - (402,6) (23,6) - 269,7 (28,3) 77,7 10,1 (29,1) (629,1) Overdracht in resultaat (verkopen/waardeverminderingen) , ,4 Per 31 december ,6 0,0 562,9 195,1 0,0 756,5 35,7 110,4 17,5 (82,2) 3.195,5 De reëlewaardeschommelingen van de AFS-aandelen (vermeld onder punt 3. C.), zijn vermeld in bovenstaande tabel. De post Andere, van zijn kant, bevat het deel van de schommelingen van GBL in de herwaarderingsreserves van de geassocieerde ondernemingen (Lafarge en Imerys). 74 GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN

77 4. Courante financiële activa en passiva 4.A. LIQUIDE MIDDELEN EN GELIJKGESTELDE In miljoen EUR Obligaties en thesauriebewijzen (bedrijfsobligaties, staatsobligaties) 149,8-447,8 Deposito s 257,1 517,2 364,2 Termijn < 1 maand 0,1 166,8 158,7 Termijn < 3 maanden 257,0 350,4 205,5 Bankdeposito s 278,9 87,6 154,0 Totaal 685,8 604,8 966,0 Per 31 december 2010 was de quasi-totaliteit van de liquide middelen verdeeld over thesauriebewijzen en termijndeposito s/bankdeposito s bij diverse bankiers. Daarnaast heeft de Groep een bedrag van EUR 56,7 miljoen geïnvesteerd in bedrijfsobligaties, opgenomen onder de rubrieken Andere courante activa en Andere niet-courante activa. 4.B. BELEGGINGSACTIVA EN AFGELEIDE PRODUCTEN In miljoen EUR Vervaldag van het instrument Activa 20,8 14,7 161,1 Beleggingseffecten 20,8 14,7 161,1 Passiva 29,2 26,1 11,0 Interestswap (IRS) 19,9 19,4 6,9 Call- en putopties 2,1-0,5 Andere opties 7,2 6,7 3,6 Nominaal bedrag afgeleide producten Interestswap (IRS) ,0 500,0 500,0 Call- en putopties ,7-507,2 Andere opties ,2 6,7 6,7 De rubriek Beleggingseffecten bevat de beleggingsportefeuille van de Groep, alsook de Pargesa-aandelen aangehouden met het oog op de uitoefening van Pargesa-opties, zoals beschreven in de noot 7. D. Deze effecten worden gewaardeerd op basis van de beursnoteringen geregistreerd op de afsluitingsdatum. De schommeling ten opzichte van 2008 is voornamelijk toe te schrijven aan de afwikkeling van een tradingpositie in het eerste halfjaar De interestswap, afgesloten eind 2005, werd gewaardeerd op EUR - 20 miljoen eind 2010 (EUR - 19 miljoen in 2009), hetzij een herwaarderingsverlies van EUR 1 miljoen in vergelijking met De Groep heeft in het tweede halfjaar 2010 putopties op aandelen verkocht. De per 31 december 2010 nog niet vervallen opties, die betrekking hebben op een totaal nominaal bedrag van EUR 79 miljoen, worden in de geconsolideerde balans gewaardeerd tegen een reële waarde van EUR - 2 miljoen. In de loop van het eerste halfjaar 2009 werden de callopties Total (met een nominaal bedrag van EUR 507 miljoen) niet uitgeoefend. De bij de uitgifte geïnde premies (EUR 21 miljoen) zijn dus definitief verworven. De reële waarde van de andere lopende afgeleide producten bedraagt EUR 7 miljoen (EUR 7 miljoen in 2009). Resultaat van beleggingsactiva en afgeleide producten In miljoen EUR Beleggingseffecten 0,4 (6,1) (31,6) Interestswap (IRS) (13,7) (21,5) (25,5) Mark to market op opties 0,7 (1,7) (43,1) Premies op call- / putopties 6,1 13,2 23,0 Totaal (6,5) (16,1) (77,2) GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN 75

78 4.C. ANDERE COURANTE FINANCIËLE ACTIVA EN PASSIVA In miljoen EUR Andere courante activa Tot de vervaldag aangehouden bedrijfsobligaties 26,9 - - Handelsvorderingen 22,8-0,1 Niet-vervallen verschuldigde interesten 1,6 1,9 4,6 Andere 60,8 10,8 9,3 Totaal 112,1 12,7 14,0 Andere courante passiva Bankschulden 7,0-150,0 Schulden op deelnemingsaanschaffing 8,9 1,5 - Te betalen GBL-coupons 23,4 25,4 18,7 Niet-betaalde verschuldigde interesten 9,8 13,0 8,9 Handelsschulden 12,1 0,4 0,9 Andere 14,7 1,8 2,2 Totaal 75,9 42,1 180,7 De posten Andere, Handelsvorderingen en Handelsschulden zijn toegenomen ten opzichte van de vorige boekjaren. Dit is hoofdzakelijk toe te schrijven aan de integratie van de operationele vennootschappen van de groep ELITech eind december De Bankschulden per eind 2008 zijn het gevolg van het opnemen van kredietlijnen voor een bedrag van EUR 150 miljoen. Die werden eind 2009 volledig terugbetaald. Derhalve kan GBL nog steeds beschikken over haar kredietlijnen voor een bedrag van EUR 1,8 miljard. De Te betalen GBL-coupons vertegenwoordigen in hoofdzaak de coupons van GBL van de laatste drie jaar die niet voor inning werden afgegeven. De Niet-betaalde verschuldigde interesten omvatten EUR 7 miljoen in verband met de omruilbare obligaties De interesten zullen op 27 april 2011 worden betaald. 5. Niet-courante financiële passiva (afgeschreven kosten) 76 5.A. OMRUILBARE LENINGEN UITGEGEVEN DOOR GBL (BLOOMBERG: GLBBB /27/12 CORP; REUTERS: BE =) Per 27 april 2005 heeft Sagerpar, een 100%-dochteronderneming van GBL, een bedrag van EUR 435 miljoen uitgegeven aan obligaties die omruilbaar zijn in GBL-aandelen. Dit financiële instrument, genoteerd op de Beurs van Luxemburg, biedt een coupon (nominale interest) van 2,95% jaarlijks betaald op 27 april en zal a pari terugbetaald worden op 27 april 2012 (7 jaar), indien de obligaties ondertussen nog niet werden omgeruild tegen GBL-aandelen. De conversieprijs werd oorspronkelijk vastgesteld op EUR 87, hetgeen overeenstemt met een premie van 25,5% in vergelijking met de GBL-beurskoers op dat ogenblik. De obligaties zijn vervroegd terugbetaalbaar naar keuze van de uitgever vanaf 11 mei 2008 met een ontkoppelingsdrempel van 130%. Naar aanleiding van de kapitaalverhoging in 2007 en krachtens de anti-dilutie clausule, werd op 14 juni 2007 het aantal GBL-aandelen te leveren in geval van uitoefening door de obligatiehouders aangepast naar effecten, zijnde een omruilprijs van EUR 85,54. De Groep heeft in 2010 eigen converteerbare obligaties ingekocht voor een gecumuleerd nominaal bedrag van EUR 159 miljoen tegen een gemiddelde prijs van 100,9%, wat op de vervaldag een rendement oplevert van 2,4%. De reële waarde van de obligatiecomponent van de ingekochte effecten (hetzij EUR 157 miljoen per 31 december 2010) werd afgetrokken van de post Omruilbare leningen. De nettowaarde van de omruilbare lening per 31 december 2010 bedraagt dus EUR 271 miljoen (EUR 425 miljoen op 31 december 2009). Het aantal eigen aandelen, aangehouden tot dekking van deze lening, is vermeld in noot 10. A. De notering van dit instrument op 31 december 2010 bedroeg 101,9% (tegen 103,7% eind 2009), hetzij een rendement van 1,5% op de vervaldag. GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN

79 5.B. OBLIGATIELENING GBL heeft de gunstige marktvoorwaarden aangegrepen om op 11 juni 2010 een obligatielening uit te schrijven van EUR 350 miljoen, die in december 2017 vervalt. Deze obligaties zijn genoteerd op de gereglementeerde markt Euronext Brussels en op de Beurs van Luxemburg. De coupon van 4% is jaarlijks betaalbaar op 29 december. 5.C. ANDERE NIET-COURANTE FINANCIËLE PASSIVA De structuur die in december 2010 werd opgezet om ELITech in te kopen, omvat ook EUR 57 miljoen andere financiële passiva: ten opzichte van banken; ten opzichte van minderheidsbelangen, zoals een converteerbare lening en een lening bij aandeelhouders; andere niet-courante financiële schulden. 6. Opbrengsten en kosten van interesten In miljoen EUR Niet-courante activa 1,3 (0,5) 3,3 Courante activa en passiva 5,6 5,3 57,5 Obligatielening (7,1) - - Omruilbare leningen (14,4) (16,6) (16,5) Nominale interest (10,9) (12,8) (12,8) Geamortiseerde kostprijs (discount) (3,5) (3,8) (3,7) Totaal (14,6) (11,8) 44,3 De opbrengsten en kosten van interesten werden in 2010 beïnvloed door de uitschrijving van de obligatielening en de inkoop van de converteerbare obligaties. De in de rubriek Courante activa en passiva vermelde inkomsten van (netto) thesaurie zijn in 2009, ten opzichte van 2008, aanzienlijk gedaald ten gevolge van het gecombineerd effect van een vermindering van de liquide middelen en een opmerkelijke daling van de rentevoeten. 7. Andere bedrijfsopbrengsten en -kosten 7.A. DETAIL In miljoen EUR Andere bedrijfsopbrengsten 0,8 0,7 5,7 Andere bedrijfskosten (33,0) (25,0) (26,0) Diensten en diverse goederen (23,5) (16,7) (17,8) Personeelskosten (8,0) (7,1) (6,9) Afschrijvingen (1,4) (1,1) (1,2) Andere (0,1) (0,1) (0,1) Totaal (32,2) (24,3) (20,3) De toename van de Diensten en diverse goederen is hoofdzakelijk toe te schrijven aan kosten die rechtstreeks in verband zijn met de door Ergon Capital Partners III gedane investering (EUR 4,3 miljoen). 7.B. EVOLUTIE VAN HET GEMIDDELDE PERSONEELSBESTAND GBL GBL en haar dochterondernemingen Aangezien de overname van ELITech pas eind 2010 plaatsvond, werd in bovenstaande tabel geen rekening gehouden met het personeelsbestand van deze groep. GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN 77

80 7.C. KOSTEN MET BETREKKING TOT HET PERSONEEL In miljoen EUR Vergoedingen (5,2) (4,9) (4,5) Sociale zekerheid (1,1) (1,0) (1,1) Bijdrage aan pensioenstelsel (1,4) (0,9) (1,0) Andere (0,3) (0,3) (0,3) Totaal (8,0) (7,1) (6,9) De vergoedingen van de Bestuurders van GBL worden vermeld onder Diensten en diverse goederen. 7.D. AANDELENOPTIEPLANNEN In het kader van de bepalingen van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgische werkgelegenheidsplan, heeft GBL vijf winstdelingsplannen op GBL-aandelen uitgegegeven ten voordele van het Uitvoerend Management en het personeel, alsook een winstdelingsplan op Pargesa-aandelen in 1999 voor het Uitvoerend Management. GBL plannen Kenmerken Aantal opties bij uitgifte Initiële uitoefenprijs (in EUR) 65,82 51,95 77,40 91,90 32,78 Begin uitoefendatum 01/01/ /01/ /01/ /01/ /01/2003 Vervaldag 15/04/ /04/ /04/ /04/2023 Waarderingshypothesen Black & Scholes (volgens een onafhankelijke deskundige) 24/05/ /05/ /06/2012 GBL plannen Verwachte volatiliteit 32,7% 34,4% 25,6% 24,0% Verwachte toename van de dividenden 5% 5% 8% 5% Risicovrije interestvoet 3,0% 3,6% 4,9% 4,8% Unitaire reële waarde (in EUR) 14,13 11,31 21,82 29,25 Mutatietabel Plan nietgewaardeerd volgens IFRS 2 78 GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN Aantal Uitoefenprijs In EUR Aantal Uitoefenprijs In EUR Aantal Uitoefenprijs In EUR Per 1 januari , , ,93 Uitgeoefend door Uitvoerend Management ( ) 32, Personeel - - (3.566) 32,24 (500) 32,24 Toegekend aan Uitvoerend Management , , ,40 Personeel , , ,40 Per 31 december , , ,02 Plan , , ,24 Plan , , ,90 Plan , , ,40 Plan , , Plan , In 2010 bedroeg de totale kost van de Groep met betrekking tot de optieplannen, die opgenomen werd onder bedrijfskosten, EUR 3 miljoen (EUR 3 miljoen in 2009) waarvan EUR 2 miljoen ten laste van het Uitvoerend Management. Eind 2010 was 48% van de opties definitief verworven (vested) maar slechts 21% uitoefenbaar.

81 Begin 2011 waren 750 opties van het optieplan 1999 uitgeoefend, maar nog geen enkele van het optieplan De andere optieplannen kunnen nog niet worden uitgeoefend. Pargesa plan In de loop van het boekjaar 2010, werden geen enkele van de Pargesa-opties uitgeoefend. De uitoefenprijs van deze opties is bepaald op CHF 46,76. 7.E. PENSIOENVERPLICHTINGEN EN GELIJKGESTELDE VOORDELEN De waardering van de pensioenverplichtingen en gelijkgestelde voordelen wordt verricht door een externe actuaris. Het Uitvoerend Management, alsook de Belgische personeelsleden van de GBL-groep (buiten ECP), genieten, via een door GBL gefinancierd pensioenfonds, van een pensioenstelstel van vaste prestaties. De pensioenverplichtingen zoals die op 31 december 2010 bestaan, zijn gedekt en worden hierna beschreven. In miljoen EUR Reële waarde van de activa van het stelsel 65,0 61,3 54,7 Kosten van de toegekende prestaties 57,8 49,3 48,3 Surplus 7,2 12,0 6,4 Nog niet-geboekte actuariële verschillen Nog niet-geboekte kosten - van verleende prestaties - - Effect van het niet-activeren (1,2) (6,0) (3,4) In de balans opgenomen bedrag 6,0 6,0 3,0 Op 31 december 2009 en 2010 werd een bedrag van EUR 6 miljoen geboekt als voorschot aan het pensioenfonds in toepassing van IFRIC 14. Reële waarde van de activa van het stelsel In miljoen EUR Saldo per 1 januari 61,3 54,7 65,9 Effectief rendement van de activa 3,5 6,5 (14,3) Bijdragen van de werkgever 1,4 4,0 4,9 Betaalde bijdragen (1,2) (3,9) (1,8) Saldo per 31 december 65,0 61,3 54,7 Samenstelling van de activa van het stelsel Aandelen 39% 37% 41% Obligaties 47% 52% 39% Vastgoed 5% 4% 6% Andere 9% 7% 14% Totaal 100% 100% 100% GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN 79

82 Verplichtingen in verband met het pensioenstelsel In miljoen EUR Saldo per 1 januari 49,3 48,3 44,5 Kosten van de verleende prestaties van de periode 1,5 1,3 1,1 Financiële kosten 2,5 2,6 2,4 Actuariële verliezen / winsten 5,7 1,0 2,1 Betaalde bijdragen (1,2) (3,9) (1,8) Saldo per 31 december 57,8 49,3 48,3 Kosten met betrekking tot het stelsel opgenomen in het resultaat In miljoen EUR Kosten van de verleende prestaties van de periode 1,5 1,3 1,1 Kosten van interesten 2,5 2,6 2,5 Verwacht rendement van de dekkingsactiva (3,7) (3,3) (4,7) Geboekte actuariële verschillen 5,9 (2,3) 21,0 Geboekte kosten van verleende prestaties Effecten van het niet-activeren (4,8) 2,7 (18,0) Nettokosten 1,4 1,0 1,9 Deze nettokosten verschijnen in de rubriek Personeelskosten en Diensten en diverse goederen (zie noot 7. A.). De wijzigingen van de in de balans geboekt bedragen worden toegelicht in de onderstaande tabel: In miljoen EUR Per 1 januari geboekte bedrag (6,0) (3,0) 0,0 Nettokosten 1,4 1,0 1,9 Betaalde bijdragen (1,4) (4,0) (4,9) Per 31 december geboekte bedrag (6,0) (6,0) (3,0) De belangrijkste actuariële hypothesen zijn de volgende: Actualisatievoet 4,5% 5,0% 5,5% Verwachte rendement 6,0% 6,0% 6,0% Gemiddelde stijging van de bezoldigingen 6,0% 6,0% 6,0% Inflatievoet 2,0% 2,0% 2,0% Historiek over 5 jaar van de pensioenverplichtingen, reële waarde van de activa van het stelsel en ervaringswinsten en -verliezen In miljoen EUR Reële waarde van de activa van het stelsel 65,0 61,3 54,7 65,9 68,5 Kosten van de toegekende prestaties 57,8 49,3 48,3 44,5 52,4 Surplus 7,2 12,0 6,4 21,4 16,1 Ervaringswinsten, -verliezen op verbintenissen 5,6 (2,8) 0,1 (1,1) (0,3) op activa 0,2 (3,2) 18,9 5,5 0,1 GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN

83 8. Belastingen 8.A. BELASTINGEN In miljoen EUR Uitgestelde belastingen 0,9 1,1 1,0 Totaal 0,9 1,1 1,0 In miljoen EUR Resultaat vóór belastingen 637, ,6 (688,5) Belastingen tegen Belgische aanslagvoet (33,99%) 216,7 359,1 (234,0) Resultaat van ondernemingen waarop vermogensmutatie wordt toegepast (89,1) (54,8) (110,4) Permanente verschillen (128,5) (304,3) 344,5 Belastingen op een andere basis dan het resultaat - (1,1) (1,0) Effect van aanslagvoeten van toepassing in andere rechtsgebied - - (0,1) Effectieve kost van de periode (0,9) (1,1) (1,0) Werkelijke aanslagvoet N/A N/A N/A 8.B. UITGESTELDE BELASTINGEN De uitgestelde belastingen zijn het resultaat van een theoretische berekening en resulteren niet uit de kasstromen. In miljoen EUR Passief Actief Netto Per 31 december 2007 (4,8) 0,5 (4,3) Uitgestelde belastingen met betrekking tot de omruilbare obligaties ,0-1,0 Per 31 december 2008 (3,8) 0,5 (3,3) Uitgestelde belastingen met betrekking tot de omruilbare obligaties ,1-1,1 Per 31 december 2009 (2,7) 0,5 (2,2) Uitgestelde belastingen met betrekking tot de omruilbare obligaties ,5-1,5 Overname van ELITech (0,1) 1,6 1,5 Per 31 december 2010 (1,3) 2,1 0,8 De latente verliezen met betrekking tot De aftrek voor risicokapitaal gevorderd door de Groep in België, waarvan de gebruiksduur bepaald is op maximum zeven jaar, bedragen EUR miljoen (EUR 737 miljoen in 2009). De andere overgedragen fiscale verliezen bedragen EUR 480 miljoen (EUR 462 miljoen in 2009); de fiscale verliezen bij de buitenlandse dochterondernemingen bedragen EUR miljoen (EUR miljoen in 2009). Verder worden de uitgestelde belastingen op de fiscale verliezen slechts erkend in de mate er belastbare winsten kunnen worden gerealiseerd die toelaten om de voorgenoemde fiscale verliezen te gebruiken. GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN 81

84 9. Materiële vaste activa In miljoen EUR Terreinen en gebouwen 0,8 0,2 0,2 Meubilair en rollend materieel 3,5 0,8 0,8 Andere materiële vaste activa 19,6 17,0 18,0 Totaal 23,9 18,0 19,0 De Andere materiële vaste activa per 31 december 2010 omvatten de Falcon 2000 LX, die lineair wordt afgeschreven over 20 jaar. 10. Kapitaal, reserves en dividenden 10.A. AANTAL EFFECTEN DIE HET KAPITAAL VERTEGENWOORDIGEN EN EIGEN AANDELEN Aantal uitgegeven effecten Waarvan eigen aandelen Per 31 december ( ) Schommeling - ( ) Per 31 december ( ) Schommeling - ( ) Per 31 december ( ) Schommeling - (44.705) Per 31 december ( ) Eigen aandelen Per 31 december 2010, bezat de Groep eigen aandelen, hetzij 3,8% van het uitstaande kapitaal. De aanschaffingskosten ervan werden in mindering gebracht van het eigen vermogen eigen aandelen daarvan zijn bestemd tot dekking van het gedeelte van de in april 2005 uitgeschreven omruilbare obligatie dat GBL niet ingekocht heeft (zie noot 5. A.) ervan dienen om de vijf optieplannen te dekken (zie noot 7. D.). 82 In het jaar 2010 (2009), heeft GBL respectievelijk en eigen aandelen gekocht en verkocht (tegen en 0 het jaar voordien) voor een totaal nettobedrag van EUR 10 (27) miljoen. Overeenkomstig de Koninklijke Besluiten van 8 oktober 2008 en 26 april 2009, wordt de informatie betreffende de inkoop van eigen aandelen door GBL of haar dochterondernemingen, sinds 1 juli 2009, op de website van GBL bekend gemaakt. 10.B. DIVIDENDEN Per 20 april 2010 werd een dividend van EUR 2,42 per aandeel (EUR 2,30 in 2009 en EUR 2,09 in 2008) uitbetaald aan de aandeelhouders. De Raad van Bestuur zal, bij wijze van verdeling betreffende het boekjaar 2010, een brutodividend van EUR 2,54 per aandeel voorstellen dat uitbetaald zal worden op 19 april De financiële staten die vóór winstverdeling worden voorgesteld, zullen dit dividend, dat het voorwerp uitmaakt van de goedkeuring van de aandeelhouders in hun Algemene Vergadering op 12 april 2011, niet weerspiegelen. Het totale bedrag van uit te betalen dividenden bedraagt EUR 410 miljoen, aangezien de voorgestelde verdeling door de Raad van Bestuur betrekking heeft op aandelen. GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN

85 11. Resultaat per aandeel 11.A. GECONSOLIDEERD RESULTAAT OVER DE PERIODE (DEEL VAN DE GROEP) In miljoen EUR Gewoon 640, ,7 (687,5) Niet-beëindigde activiteiten 640, ,7 (687,5) Verwaterd 654, ,6 (687,5) waarvan invloed van financiële instrumenten met verwaterend effect 13,9 15,9-11.B. AANTAL AANDELEN Uitgegeven aandelen bij begin van de periode Eigen aandelen bij begin van de periode ( ) ( ) ( ) Gewogen variatie van de periode (80.163) ( ) ( ) Gewogen gemiddeld aantal aandelen weerhouden voor het gewone resultaat per aandeel Invloed van financiële instrumenten met verwaterend effect: Omruilbare leningen Aandelenopties (noot 7. D.) Gewogen gemiddeld aantal aandelen weerhouden voor het verwaterde resultaat per aandeel C. SYNTHESE VAN HET RESULTAAT PER AANDEEL In EUR Gewoon 4,13 6,80 (4,41) Niet-beëindigde activiteiten 4,13 6,80 (4,41) Verwaterd 4,12 6,66 (4,41) Niet-beëindigde activiteiten 4,12 6,66 (4,41) GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN 83

86 12. Eventuele activa en passiva, rechten en verplichtingen AANKOOPVERPLICHTINGEN / INSCHRIJVINGSVERPLICHTINGEN Als gevolg van de inschrijvingsverplichtingen van GBL in de private-equity (PAI Europe III, Sagard I, Sagard II en ECP), bedragen de niet-opgevraagde onderschreven bedragen EUR 443 miljoen (EUR 138 miljoen eind 2009). Zoals vermeld in de wijziging van de consolidatiekring, werd een winstdelingsplan toegekend aan het management van Ergon Capital Partners III. SUEZ ENVIRONNEMENT (SE) Op 5 juni 2008 heeft GBL, samen met andere aandeelhouders van SE, waaronder GDF SUEZ, een aandeelhoudersovereenkomst gesloten tot vaststelling van de regels betreffende de corporate governance en het bestuur van deze vennootschap. De overeenkomst voorziet eveneens in rechten en verplichtingen bij de aankopen en verkopen van SE-effecten, en inzonderheid in een recht van voorkoop en een volgrecht. De overeenkomst is gesloten voor een duur van 5 jaar en kan stilzwijgend voor dezelfde termijn worden verlengd. BUITENLANDSE DIVIDENDEN / DUBBELE INTERNATIONALE TAXATIE De Groep heeft opnieuw een aantal maatregelen getroffen om zijn belangen veilig te stellen inzake de dubbele taxatie op buitenlandse dividenden. GESCHIL RTL GROUP GBL, Bertelsmann, RTL Group en de Bestuurders van laatstgenoemde, die GBL en Bertelsmann vertegenwoordigen, werden in 2001 voor de Luxemburgse rechtbanken gedaagd door een aantal minderheidsaandeelhouders van RTL Group die de vernietiging van de inbreng door de GBL-groep van de RTL Group-aandelen in Bertelsmann eisten, en in ondergeschikte orde, de vergoeding van hun vermeende schade. Nadat hun zaak zowel in kortgeding, als ten gronde en in beroep was afgewezen, hadden sommige eisers zich in cassatie voorzien. In het kader daarvan had het Hof van Cassatie van Luxemburg op 21 februari 2008 een prejudiciële vraag tot het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen gericht. Op 15 oktober 2009 besliste het Hof van Justitie dat er geen algemeen rechtsbeginsel houdende de gelijke behandeling van de aandeelhouders bestaat. Op grond van dat antwoord wees het Hof van Cassatie op 23 september 2010 de voorziening van de eisers af, waardoor het geschil definitief in het voordeel van GBL en de andere verweerders werd beslecht. GESCHIL RHODIA Begin 2004 werd GBL en twee van haar Bestuurders, door de minderheidsaandeelhouders van Rhodia voor de Rechtbank van Koophandel van Parijs gedaagd, waar hun aansprakelijkheid als Bestuurders van Rhodia in vraag werd gesteld. Terzelfdertijd werd een strafrechterlijke procedure tegen X opgestart. Per 27 januari 2006 heeft de Rechtbank van Koophandel van Parijs beslist om de burgerlijke procedure op te schorten tot er in de strafrechterlijke procedure een beslissing is gevallen. Sindsdien heeft het geschil geen wendingen meer gekend: het blijft opgeschort zolang er geen uitspraak is in de hangende strafzaak Financiële risico s in verband met de activiteiten van GBL Deze afdeling is vermeld op blz. 110 van dit verslag. 14. Verrichtingen met verbonden partijen De bedragen betreffende Pargesa, per 31 december 2010, opgenomen onder Beleggingsactiva en Afgeleide producten, voor respectievelijk EUR 14 miljoen en EUR 7 miljoen (EUR 14 miljoen en EUR 7 miljoen op 31 december 2009) houden verband met het in noot 7. D. beschreven optieplan. De remuneraties van de Bestuurders bedragen EUR 10 miljoen voor 2010 en EUR 10 miljoen voor Deze remuneraties omvatten de aandelenopties, berekend volgens IFRS 2. Een uiteenzetting van deze remuneraties voor 2010, is opgenomen op blz. 107 en 108 van dit verslag. De opties toegekend aan het Uitvoerend Management staan vermeld in noot 7. D. GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN

87 15. Gebeurtenissen na balansdatum Begin 2011 heeft GBL haar belang in Arkema met EUR 25 miljoen opgetrokken. Voorts heeft de vennootschap in februari een interestswap, slaande op een notioneel bedrag van EUR 500 miljoen (vervaldag: 2013), afgewikkeld, waarop in 2011 een positief resultaat van EUR 4 miljoen wordt behaald. Ten slotte heeft GBL een gedeelte van haar bevestigde kredietlijnen verlengd. Bijgevolg zal de Groep over kredietfaciliteiten kunnen beschikken voor een totaalbedrag van EUR 1,8 miljard tot en vervolgens voor EUR 900 miljoen tot Controle van de financiële staten m.b.t. 2010, 2009 en 2008 De geconsolideerde en statutaire financiële staten van GBL van de laatste drie jaren werden gecontroleerd en zonder voorbehoud goedgekeurd door Deloitte. Alle verslagen betreffende de controles van de bovenvermelde financiële staten zijn beschikbaar in de respectievelijke jaarlijkse financiële verslagen. Overeenkomstig artikel 134 van het Wetboek Vennootschappen, worden de honoraria van Deloitte en haar netwerk hieronder weergegeven. In miljoen EUR Auditopdracht waarvan GBL Andere attestopdrachten Due diligence opdracht (private-equity) Andere opdrachten buiten de auditopdracht Totaal GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN 85

88 Verslag van de Commissaris 86 GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN

89 GBL GECONSOLIDEERDE FINANCIËLE STATEN 87

Nettoresultaat (globaal/per aandeel) EUR 848 miljoen (EUR 588 miljoen) EUR 5,44 (EUR 4,01)

Nettoresultaat (globaal/per aandeel) EUR 848 miljoen (EUR 588 miljoen) EUR 5,44 (EUR 4,01) Groep Brussel Lambert 7 november 2008 Na 7.15 u Gereglementeerde informatie - Tussentijdse verklaring Gegevens eind september 2008 (eind september 2007) Nettoresultaat (globaal/per aandeel) EUR 848 miljoen

Nadere informatie

Nettoresultaat EUR 596 miljoen (EUR miljoen) EUR 3,84 (EUR 6,91)

Nettoresultaat EUR 596 miljoen (EUR miljoen) EUR 3,84 (EUR 6,91) Groep Brussel Lambert 5 november Na 17u45 Gereglementeerde informatie Tussentijdse verklaring Gegevens eind september (eind september ) (globaal/per aandeel) Nettoresultaat EUR 596 miljoen (EUR 1.076 miljoen)

Nadere informatie

Gewone Algemene Vergadering

Gewone Algemene Vergadering Groep Brussel Lambert Gewone Algemene Vergadering 2012 Financiële presentatie 1) Resultaten 2) Cash earnings 3) Dividend 4) Investeringen 5) Financiële structuur 6) Beursevolutie 7) Aangepast netto-actief

Nadere informatie

1. Voorstelling van de geconsolideerde resultaten. Groep Brussel Lambert 26 maart 2003. Persbericht

1. Voorstelling van de geconsolideerde resultaten. Groep Brussel Lambert 26 maart 2003. Persbericht Groep Brussel Lambert 26 maart 2003 Persbericht Stijging van het courante resultaat 2002 met 138% tot EUR 161 miljoen Geconsolideerd verlies van EUR 238 miljoen door impairments bij Bertelsmann (Zomba)

Nadere informatie

GBL Jaarlijks financieel verslag 2010

GBL Jaarlijks financieel verslag 2010 GBL Jaarlijks financieel verslag 2010 1. Inhoud Jaarverslag Verantwoordelijke voor het document en de wettelijke controle belaste accountants Boodschap aan de aandeelhouders Geselecteerde financiële informatie

Nadere informatie

Resultaten op 31 maart 2013

Resultaten op 31 maart 2013 Resultaten op 31 maart 2013 8 mei 2013 na 17.45 uur Gereglementeerde informatie Tussentijdse verklaring Toename van de cash earnings tot 39 miljoen euro; Groei van het aangepaste netto-actief tot 13,6

Nadere informatie

David Plas. Financiële presentatie

David Plas. Financiële presentatie David Plas Financiële presentatie Gewone Algemene Vergadering 2015 1. 1 Elementen van het nettoresultaat 2. 2 Financiële structuur Brutothesaurie / nettoschulden 3. 3 Aangepast netto-actief, beurskoers

Nadere informatie

Resultaten per 30 september 2012

Resultaten per 30 september 2012 9 november 2012 - Na 17.45u Gereglementeerde informatie Tussentijdse verklaring Resultaten per 30 september 2012 Stijging van het nettoresultaat en standvastigheid van de cash earnings Versterking van

Nadere informatie

Groep Brussel Lambert. Gewone Algemene Vergadering 25 april 2006

Groep Brussel Lambert. Gewone Algemene Vergadering 25 april 2006 Groep Brussel Lambert Gewone Algemene Vergadering Kerncijfers 1. Cash earnings 2. Nettoresultaat 3. Dividend 4. Investeringen 5. Aangepast netto-actief 6. Koers GBL over 15 maanden 324 miljoen 523 miljoen

Nadere informatie

Groep Brussel Lambert

Groep Brussel Lambert Groep Brussel Lambert Gewone Algemene Vergadering Kerncijfers 2007 1. Nettothesaurie 2. Cash earnings 3. Geconsolideerd resultaat 4. Dividend/aandeel 5. Aangepast netto-actief/aandeel 6. Beurskoers over

Nadere informatie

Jaarlijks financieel verslag 2009. Groep Brussel Lambert

Jaarlijks financieel verslag 2009. Groep Brussel Lambert Jaarlijks financieel verslag 2009 Groep Brussel Lambert Groep Brussel Lambert GBL streeft ernaar om op middellange termijn waarde te scheppen voor haar aandeelhouders. Hiertoe legt GBL zich toe op het

Nadere informatie

GBL Jaarlijks financieel verslag 2008

GBL Jaarlijks financieel verslag 2008 GBL Jaarlijks financieel verslag 2008 1. Inhoud Jaarverslag Verantwoordelijke voor het document en de wettelijke controle belaste accountants Boodschap aan de aandeelhouders Geselecteerde financiële informatie

Nadere informatie

Gewone Algemene Vergadering 2013. Financiële presentatie

Gewone Algemene Vergadering 2013. Financiële presentatie Gewone Algemene Vergadering 2013 Financiële presentatie Kerncijfers Stevige resultaten en prestaties in vergelijking met 2011, dankzij de uitvoering van het actieplan 2012 Stabiel x 3,7 + 1 Md + 15 % 522

Nadere informatie

Groep Brussel Lambert 4 september 2003

Groep Brussel Lambert 4 september 2003 Groep Brussel Lambert 4 september 2003 Sterke stijging van het nettoresultaat, maar daling van het courante resultaat. Behoud van sterke cash earnings. De Raad van Bestuur van 4 september 2003 heeft het

Nadere informatie

Gewone Algemene Vergadering 2014 Financiële presentatie

Gewone Algemene Vergadering 2014 Financiële presentatie Gewone Algemene Vergadering 2014 Financiële presentatie Financiële presentatie Agenda 1 Samenvatting van de financiële resultaten 2 Elementen van het nettoresultaat 3 Cash earnings / dividenden en prognoses

Nadere informatie

Nettoresultaat EUR 297 miljoen (EUR 98 miljoen) EUR 1,91 (EUR 0,63)

Nettoresultaat EUR 297 miljoen (EUR 98 miljoen) EUR 1,91 (EUR 0,63) Groep Brussel Lambert 30 juli 2010 Na 17u45 Gereglementeerde informatie Halfjaarlijks financieel verslag Gegevens eind juni 2010 (eind juni 2009) (globaal/per aandeel) Nettoresultaat EUR 297 miljoen (EUR

Nadere informatie

Gewone Algemene Vergadering 13 april 2010

Gewone Algemene Vergadering 13 april 2010 Gewone Algemene Vergadering 13 april 2010 Kerncijfers 2009 1. Aangepast netto-actief 2. Investeringen 3. Thesaurie 4. Geconsolideerd resultaat 5. Cash earnings 6. Beurskoers 7. Voorgesteld dividend 15.232

Nadere informatie

jaarverslag 2011 Groep Brussel Lambert

jaarverslag 2011 Groep Brussel Lambert jaarverslag 2011 Groep Brussel Lambert Groep Brussel Lambert GBL streeft ernaar om waarde te scheppen voor haar aandeelhouders.gbl legt zich toe op het ontwikkelen van een deelnemingsportefeuille die

Nadere informatie

CASHRESULTAAT EN DIVIDEND SOLVAC STABIEL IN 2009 VERGELEKEN MET 2008

CASHRESULTAAT EN DIVIDEND SOLVAC STABIEL IN 2009 VERGELEKEN MET 2008 NAAMLOZE VENNOOTSCHAP Rue Keyenveld 58 - B-15 Brussel - Belgïe Tel. + 32 2 59 61 11 External Communications and Investor Relations Tel. + 32 2 59 6 16 Persmededeling Embargo: 9 maart 21 om 17.5 uur GEREGLEMENTEERDE

Nadere informatie

SOLVAC: DIVIDENDVOORSCHOT ONVERANDERD OP 2,20 EUR NETTO

SOLVAC: DIVIDENDVOORSCHOT ONVERANDERD OP 2,20 EUR NETTO Embargo: 31 augustus 2010 om 17.50 uur GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE FINANCIËLE HALFJAARRESULTATEN SOLVAC: DIVIDENDVOORSCHOT ONVERANDERD OP 2,20 EUR NETTO 1. De Raad van Bestuur heeft per 30 juni 2010 de

Nadere informatie

Groep Brussel Lambert 3 september 2002

Groep Brussel Lambert 3 september 2002 Groep Brussel Lambert 3 september 2002 Stijging van het courante resultaat met 27 % tot EUR 202 miljoen Als gevolg van de impact van een voorziening bij Bertelsmann wegens waardevermindering van activa,

Nadere informatie

Halfjaarresultaten per 30 juni 2012

Halfjaarresultaten per 30 juni 2012 Halfjaarresultaten per 30 juni 2012 TOT 30 juli 2012 Na 17.45 u Gereglementeerde informatie Halfjaarverslag Standhoudende cash earnings en aangepast netto-actief in een gespannen conjunctuur en op een

Nadere informatie

Gewone Algemene Vergadering Strategie en actieplan

Gewone Algemene Vergadering Strategie en actieplan Gewone Algemene Vergadering 2014 Strategie en actieplan Strategie en actieplan Samenvattingconclusie 1 GBL boekt stevige resultaten in 2013... 2... dankzij het nieuwe actieplan dat in 2012 van start ging...

Nadere informatie

Groep Brussel Lambert

Groep Brussel Lambert Groep Brussel Lambert Gewone Algemene Vergadering Kerncijfers 2006 1. Investeringen/ Desinvesteringen 2. Geconsolideerd resultaat 3. Cash earnings 4. Dividend 5. Aangepast netto-actief 6. Beurskoers over

Nadere informatie

GBL Jaarlijks financieel verslag 2009

GBL Jaarlijks financieel verslag 2009 GBL Jaarlijks financieel verslag 2009 1. Inhoud Jaarverslag Verantwoordelijke voor het document en de wettelijke controle belaste accountants Boodschap aan de aandeelhouders Geselecteerde financiële informatie

Nadere informatie

SOLVAC : CASH-RESULTAAT EN DIVIDEND STABIEL IN 2010 IN VERGELIJKING MET 2009

SOLVAC : CASH-RESULTAAT EN DIVIDEND STABIEL IN 2010 IN VERGELIJKING MET 2009 Embargo, 3 maart 211 te 17uur5 GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE SOLVAC : CASH-RESULTAAT EN DIVIDEND STABIEL IN 21 IN VERGELIJKING MET 29 1. De Raad van Bestuur heeft per 31 december 21 de geconsolideerde jaarrekening

Nadere informatie

jaarverslag 2011 Groep Brussel Lambert

jaarverslag 2011 Groep Brussel Lambert jaarverslag 2011 Groep Brussel Lambert Groep Brussel Lambert GBL streeft ernaar om waarde te scheppen voor haar aandeelhouders. GBL legt zich toe op het ontwikkelen van een deelnemingsportefeuille die

Nadere informatie

Gewone Algemene Vergadering Actieplan en verwezenlijkingen 2012

Gewone Algemene Vergadering Actieplan en verwezenlijkingen 2012 Gewone Algemene Vergadering 2013 en verwezenlijkingen 2012 Doelstellingen GBL werkte in 2012 een actieplan uit in het kader van haar doelstelling om waarde te creëren, namelijk: 1 1. De rotatie van de

Nadere informatie

Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni Groep Brussel Lambert

Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni Groep Brussel Lambert Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni 2009 Groep Brussel Lambert Deze bladzijde is opzettelijk blanco. Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni 2009 Gegevens eind juni 2009 en 2008, globaal

Nadere informatie

GROEP BRUSSEL LAMBERT

GROEP BRUSSEL LAMBERT GROEP BRUSSEL LAMBERT Gewone Algemene Vergadering Kerncijfers 2003 1. Cash earnings 284 miljoen 2. Nettoresultaat 210 miljoen 3. Positieve thesaurie 477 miljoen 4. Aangepast netto-actief > 58 per aandeel

Nadere informatie

Halfjaarlijks verslag per 30 juni Groep Brussel Lambert

Halfjaarlijks verslag per 30 juni Groep Brussel Lambert Halfjaarlijks verslag per 30 juni 2012 Groep Brussel Lambert Halfjaarlijks verslag per 30 juni 2012 De Raad van Bestuur van GBL van 30 juli 2012 heeft de geconsolideerde financiële staten IFRS voor het

Nadere informatie

SOLVAC: DIVIDENDVOORSCHOT BEPAALT OP 2,20 EUR NETTO

SOLVAC: DIVIDENDVOORSCHOT BEPAALT OP 2,20 EUR NETTO NAAMLOZE VENNOOTSCHAP Rue Keyenveld 58 - B-1050 Brussel - Belgïe Tel. + 32 2 509 61 11 External Communications and Investor Relations Tel. + 32 2 509 60 16 Persmededeling Embargo: 31 augustus 2009 om 17.50

Nadere informatie

Jaarverslag 2006. Groep Brussel Lambert

Jaarverslag 2006. Groep Brussel Lambert Jaarverslag 2006 Groep Brussel Lambert GBL streeft ernaar om op middellange termijn waarde te scheppen voor haar aandeelhouders. Hiertoe legt GBL zich toe op het in stand houden en het doen groeien van

Nadere informatie

Groep Brussel Lambert 31 juli 2007

Groep Brussel Lambert 31 juli 2007 Groep Brussel Lambert 31 juli 2007 Gegevens eind juni 2OO7 (eind juni 2006) Nettoresultaat (globaal/per aandeel) EUR 458 miljoen (EUR 2.718 miljoen) EUR 3,23 (EUR 19,99) Cash earnings (globaal/per aandeel)

Nadere informatie

Resultaten van het boekjaar 2013

Resultaten van het boekjaar 2013 12 maart 2014 na 17.45 uur Gereglementeerde informatie Resultaten van het boekjaar 2013 Geconsolideerd nettoresultaat van 621 miljoen euro tegenover 256 miljoen euro eind 2012 (1). Cash earnings van 467

Nadere informatie

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40%

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40% Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40% Toegenomen verlies Airolux Verder verhoging dividend Kerncijfers

Nadere informatie

SOLVAC: CASHRESULTAAT 8,5% HOGER DIVIDENDVOORSCHOT ONVERANDERD OP 2,20 EUR NETTO

SOLVAC: CASHRESULTAAT 8,5% HOGER DIVIDENDVOORSCHOT ONVERANDERD OP 2,20 EUR NETTO Embargo: 31 augustus 2011 om 17.50 uur GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE FINANCIËLE HALFJAARRESULTATEN SOLVAC: CASHRESULTAAT 8,5% HOGER DIVIDENDVOORSCHOT ONVERANDERD OP 2,20 EUR NETTO 1. De Raad van Bestuur

Nadere informatie

Omzet bereikt recordhoogte van 2,5 miljard en stevige prestaties in 2013

Omzet bereikt recordhoogte van 2,5 miljard en stevige prestaties in 2013 PERSBERICHT Omzet bereikt recordhoogte van 2,5 miljard en stevige prestaties in 2013 Jaarresultaten 2013 Aliaxis N.V. Brussel, 5 april 2014 Aliaxis, een wereldleider op het vlak van de productie en distributie

Nadere informatie

Jaarlijks financieel verslag Groep Brussel Lambert

Jaarlijks financieel verslag Groep Brussel Lambert Jaarlijks financieel verslag 2008 Groep Brussel Lambert GBL streeft ernaar om op middellange termijn waarde te scheppen voor haar aandeelhouders. Hiertoe legt GBL zich toe op het in stand houden en het

Nadere informatie

Persbericht Embargo, 1 augustus 2014 om 17u40 GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE HALFJAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG

Persbericht Embargo, 1 augustus 2014 om 17u40 GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE HALFJAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG SOLVAC NAAMLOZE VENNOOTSCHAP Ransbeekstraat 310 - B-1120 Brussel België Tel. + 32 2 639 66 30 Fax + 32 2 639 66 31 www.solvac.be Persbericht Embargo, 1 augustus om 17u40 GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE HALFJAARLIJKS

Nadere informatie

PERSBERICHT HALFJAARRESULTATEN. IMMOBEL kondigt sterke resultaten aan voor het eerste halfjaar van 2014.

PERSBERICHT HALFJAARRESULTATEN. IMMOBEL kondigt sterke resultaten aan voor het eerste halfjaar van 2014. Brussel, 28 augustus 2014 17u40 Gereglementeerde informatie PERSBERICHT HALFJAARRESULTATEN IMMOBEL kondigt sterke resultaten aan voor het eerste halfjaar van 2014. Geconsolideerd nettoresultaat van 22,3

Nadere informatie

SOLVAC: CASHRESULTAAT EN DIVIDEND IN 2011 HOGER DAN IN 2010

SOLVAC: CASHRESULTAAT EN DIVIDEND IN 2011 HOGER DAN IN 2010 Embargo, 1 maart 2012 te 17.50 uur GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE SOLVAC: CASHRESULTAAT EN DIVIDEND IN 2011 HOGER DAN IN 2010 1. De Raad van Bestuur heeft per 31 december 2011 de geconsolideerde jaarrekening

Nadere informatie

JAARRESULTATEN IMMOBEL kondigt een kleine winst aan, ondanks het uitstel van de verkoop van het Belair 1 project tot begin 2014

JAARRESULTATEN IMMOBEL kondigt een kleine winst aan, ondanks het uitstel van de verkoop van het Belair 1 project tot begin 2014 Brussel, 27 maart 2014 17u40 Gereglementeerde informatie PERSBERICHT JAARRESULTATEN 2013 IMMOBEL kondigt een kleine winst aan, ondanks het uitstel van de verkoop van het Belair 1 project tot begin 2014

Nadere informatie

Gewone Algemene Vergadering

Gewone Algemene Vergadering Groep Brussel Lambert Gewone Algemene Vergadering 2012 Presentatie van de Gedelegeerde Bestuurders GBL is een beursgenoteerde portefeuillemaatschappij en leider in Europa 1 GBL is de tweede beursgenoteerde

Nadere informatie

Sterke stijging Ebitda en netto resultaat Verhoging dividend

Sterke stijging Ebitda en netto resultaat Verhoging dividend Jaarresultaten 2013 Opgesteld door gedelegeerd bestuurders Dirk De Cuyper en Peter De Cuyper. Wetteren, België 17 maart 2014. Sterke stijging Ebitda en netto resultaat Verhoging dividend Kerncijfers 2013

Nadere informatie

Nettoresultaat (globaal/per aandeel) EUR 555 miljoen (EUR 458 miljoen) EUR 3,56 (EUR 3,23)

Nettoresultaat (globaal/per aandeel) EUR 555 miljoen (EUR 458 miljoen) EUR 3,56 (EUR 3,23) Groep Brussel Lambert 31 juli 2008 Na 20u Gereglementeerde informatie Halfjaarlijkse financiële verslaggeving Gegevens eind juni 2008 (eind juni 2007) Nettoresultaat (globaal/per aandeel) EUR 555 miljoen

Nadere informatie

Jaarverslag 2007. Groep Brussel Lambert

Jaarverslag 2007. Groep Brussel Lambert Jaarverslag 2007 Groep Brussel Lambert GBL streeft ernaar om op middellange termijn waarde te scheppen voor haar aandeelhouders. Hiertoe legt GBL zich toe op het in stand houden en het doen groeien van

Nadere informatie

Nettoresultaat (deel van de groep) EUR 416 miljoen (EUR 297 miljoen) EUR 2,68 (EUR 1,91)

Nettoresultaat (deel van de groep) EUR 416 miljoen (EUR 297 miljoen) EUR 2,68 (EUR 1,91) Groep Brussel Lambert 29 juli 2011 Na 17.45 u Gereglementeerde informatie Halfjaarlijkse financiële verslaggeving Gegevens eind juni 2011 (eind juni 2010) (globaal/per aandeel) Nettoresultaat (deel van

Nadere informatie

Resultaten op 31 maart 2014

Resultaten op 31 maart 2014 6 mei 2014 na 17.45 uur Gereglementeerde informatie Tussentijdse verklaring Resultaten op 31 maart 2014 Toename van de cash earnings en het geconsolideerde nettoresultaat - Eerste dividendbijdrage van

Nadere informatie

Omzet 293,7 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde (*1) 74,5 miljoen (+3%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) (*1) 40,2 miljoen (+4%)

Omzet 293,7 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde (*1) 74,5 miljoen (+3%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) (*1) 40,2 miljoen (+4%) Groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 6% zorgt voor toename Ebitda met 4.4% Extra netto resultaat van 40 miljoen door verkoop joint venture Airolux Kerncijfers 2016 ten opzichte

Nadere informatie

Omzet 148,6 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde 37,2 miljoen (+10%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) 20,2 miljoen (+12%)

Omzet 148,6 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde 37,2 miljoen (+10%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) 20,2 miljoen (+12%) Hogere volumes zorgen voor stijging toegevoegde waarde en ebitda met meer dan 10% Resultaat Resilux na belasting stijgt met meer dan 25% Resultaat JV Airolux blijft voorlopig nog negatief Kerncijfers eerste

Nadere informatie

Gewone Algemene Vergadering 2014 SGS

Gewone Algemene Vergadering 2014 SGS Gewone Algemene Vergadering 2014 SGS 1 Executive summary Executive summary Verwerving van 15% van SGS voor 2 miljard Investering sluit aan bij de strategie van GBL en voldoet aan haar strategische en financiële

Nadere informatie

Halfjaarlijks financieel verslag boekjaar 2014/2015

Halfjaarlijks financieel verslag boekjaar 2014/2015 , Leuven, boekjaar 2014/2015 In het eerste halfjaar van boekjaar 2014/2015 realiseerde KBC Ancora een negatief resultaat van 10,7 miljoen euro. Dit resultaat werd in hoofdzaak bepaald door gebruikelijke

Nadere informatie

David Plas. Strategie en actieplan

David Plas. Strategie en actieplan David Plas Strategie en actieplan Gewone Algemene Vergadering 2015 1. GBL boekt stevige resultaten in 2014... 2.... dankzij het nieuwe actieplan voor de rebalancing van de portefeuille 3. Dat plan ging

Nadere informatie

JAARRESULTATEN 2012

JAARRESULTATEN 2012 www.bois-sauvage.be JAARRESULTATEN 2012 RESULTATEN Bedrijfsresultaat vóór verkopen, wijzigingen in de reële waarde en bijzondere waardeverminderingen licht verminderd tot EUR 34,6 miljoen (vs. EUR 35,6

Nadere informatie

Resultaten per 31 maart 2015

Resultaten per 31 maart 2015 5 mei 2015 na 17.45 uur Gereglementeerde informatie Tussentijdse verklaring Resultaten per 31 maart 2015 Stijging van het geconsolideerde nettoresultaat tot 146 miljoen euro, hoofdzakelijk als gevolg van

Nadere informatie

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40%

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40% Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40% Cijfers joint venture Airolux nog niet beschikbaar Verder

Nadere informatie

GBL Jaarverslag 2006

GBL Jaarverslag 2006 GBL O N T W E R P Jaarverslag 2006 1. Inhoud Verslag van de Raad van Bestuur Verantwoordelijke voor het document en de wettelijke controle belaste accountants Boodschap aan de aandeelhouders Geselecteerde

Nadere informatie

Jaarresultaten Hogere winst exclusief joint venture Airolux met lagere Ebitda

Jaarresultaten Hogere winst exclusief joint venture Airolux met lagere Ebitda Jaarresultaten 2012 Opgesteld door gedelegeerd bestuurders Dirk De Cuyper en Peter De Cuyper. Wetteren, België 18 maart 2013. Hogere winst exclusief joint venture Airolux met lagere Ebitda Kerncijfers

Nadere informatie

Halfjaarlijks financieel verslag 2018/2019

Halfjaarlijks financieel verslag 2018/2019 , Leuven, 2018/2019 In het eerste halfjaar van boekjaar 2018/2019 realiseerde KBC Ancora een winst van 68,7 miljoen euro. Dit resultaat is in lijn met de winst van 68,8 miljoen euro over dezelfde periode

Nadere informatie

Halfjaarlijks financieel verslag 2017/2018

Halfjaarlijks financieel verslag 2017/2018 , Leuven, 2017/2018 In het eerste halfjaar van boekjaar 2017/2018 realiseerde KBC Ancora een winst van 68,8 miljoen euro ten opzichte van een winst van 67,2 miljoen euro over dezelfde periode in het vorige

Nadere informatie

Tessenderlo Group: resultaten eerste kwartaal 2007

Tessenderlo Group: resultaten eerste kwartaal 2007 Page 1 sur 7 Tessenderlo Group: resultaten eerste kwartaal 2007 De opbrengsten zijn gestegen met 7,6 % Het nettoresultaat, aandeel van de groep, bedraagt 46,8 miljoen EUR Rebit maal 3,5 De nettocashflow

Nadere informatie

PERSBERICHT RESULTATEN 2008 : Groep Rosier (IFRS): Omzet : 315,9 M (+ 70 %) Bedrijfsresultaat : 19,1 M Nettoresultaat : 12,9 M (+ 96 %)

PERSBERICHT RESULTATEN 2008 : Groep Rosier (IFRS): Omzet : 315,9 M (+ 70 %) Bedrijfsresultaat : 19,1 M Nettoresultaat : 12,9 M (+ 96 %) 10 maart 2009 RESULTATEN PERSBERICHT RESULTATEN 2008 : Groep Rosier (IFRS): Omzet : 315,9 M (+ 70 %) Bedrijfsresultaat : 19,1 M Nettoresultaat : 12,9 M (+ 96 %) * * * STABIEL NETTODIVIDEND : 6,00 /aandeel

Nadere informatie

TUSSENTIJDSE MANAGEMENTVERKLARING VOOR DE PERIODE

TUSSENTIJDSE MANAGEMENTVERKLARING VOOR DE PERIODE VOOR DE PERIODE EINDIGEND OP 30 SEPTEMBER 2011 Gezien de verkoop van Avis Europe, die op 3 oktober 2011 van kracht werd, heeft deze mededeling enkel betrekking op de voortgezette activiteiten. SAMENVATTING

Nadere informatie

PERSBERICHT - AANKONDIGING JAARRESULTATEN 2014. Gereglementeerde informatie. Embargo tot 17 maart 2015, 17h40. The innovative packaging company

PERSBERICHT - AANKONDIGING JAARRESULTATEN 2014. Gereglementeerde informatie. Embargo tot 17 maart 2015, 17h40. The innovative packaging company PERSBERICHT - AANKONDIGING JAARRESULTATEN 2014 Gereglementeerde informatie Embargo tot 17 maart 2015, 17h40 The innovative packaging company Stijging van de operationele resultaten en de netto winst Verhoging

Nadere informatie

PERSBERICHT 1. ******** DIVIDEND: 8 bruto/aandeel ( = ) 2011 verliep in een gunstige context voor de meststoffensector en voor de Groep Rosier.

PERSBERICHT 1. ******** DIVIDEND: 8 bruto/aandeel ( = ) 2011 verliep in een gunstige context voor de meststoffensector en voor de Groep Rosier. 21 maart 2012, 17.30 u. GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE PERSBERICHT 1 RESULTATEN 2011: Omzet: 265,0 mio (+ 19%) Bedrijfsresultaat: 9,6 mio (+ 2%) Nettoresultaat voor de periode: 6,6 mio (+ 9%) ******** DIVIDEND:

Nadere informatie

Sterke groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 9% zorgt voor toename Ebitda met 12%

Sterke groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 9% zorgt voor toename Ebitda met 12% Sterke groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 9% zorgt voor toename Ebitda met 12% Extra netto resultaat van 40 miljoen door verkoop joint venture Airolux Kerncijfers eerste halfjaar

Nadere informatie

RESILUX Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni 2012 INHOUDSTAFEL

RESILUX Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni 2012 INHOUDSTAFEL RESILUX Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni 2012 INHOUDSTAFEL 1. Geconsolideerde kerncijfers 2. Verkorte geconsolideerde winst- en verliesrekening 3. Verkorte geconsolideerde balans 4. Verkort

Nadere informatie

DIRECTIE 28 juli 2017, u. GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE

DIRECTIE 28 juli 2017, u. GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE 28 juli 2017, 08.00 u. GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE VERSTERKING VAN DE COMMERCIËLE SYNERGIEËN MET BOREALIS RESULTATEN VAN HET 1 STE SEMESTER 2017 Versterking van de commerciële synergieën met Borealis Aanpassingen

Nadere informatie

RESILUX Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni 2010 INHOUDSTAFEL

RESILUX Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni 2010 INHOUDSTAFEL RESILUX Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni 2010 INHOUDSTAFEL 1. Geconsolideerde kerncijfers 2. Verkorte geconsolideerde winst- en verliesrekening 3. Verkorte geconsolideerde balans 4. Verkort

Nadere informatie

Toename van de winst met meer dan 10% Verhoging van dividend

Toename van de winst met meer dan 10% Verhoging van dividend Jaarresultaten 2010 Opgesteld door gedelegeerd bestuurders Dirk De Cuyper en Peter De Cuyper. Wetteren, België 17 maart 2011. Toename van de winst met meer dan 10% Verhoging van dividend Kerncijfers 2010

Nadere informatie

Financiële definities

Financiële definities Financieel Overzicht Bekaert Jaarverslag 2013 102 Financiële definities Boekwaarde per aandeel Dividendrendement Dochterondernemingen EBIT EBIT interestdekking EBITDA (Bedrijfscashflow) Eenmalige opbrengsten

Nadere informatie

Halfjaarverslag per 30 juni 2008

Halfjaarverslag per 30 juni 2008 Halfjaarverslag per 30 juni 2008 Groep Brussel Lambert Financiële kalender 2008 2009 7 november 2008: Bekendmaking van de resultaten over de eerste 9 maanden van 2008 Begin maart 2009: Bekendmaking van

Nadere informatie

Halfjaarlijks financieel verslag 2016/2017

Halfjaarlijks financieel verslag 2016/2017 , Leuven, 2016/2017 In het eerste halfjaar van boekjaar 2016/2017 realiseerde KBC Ancora een winst van 67,2 miljoen euro, ten opzichte van een verlies van 10,5 miljoen euro over dezelfde periode in het

Nadere informatie

Halfjaarlijks. financieel verslag per 30 juni Groep Brussel Lambert

Halfjaarlijks. financieel verslag per 30 juni Groep Brussel Lambert Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni 2011 Groep Brussel Lambert Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni 2011 Gegevens eind juni 2011 en 2010, globaal en per aandeel Globaal In miljoen EUR

Nadere informatie

PERSBERICHT 1 ********

PERSBERICHT 1 ******** 20 februari 2015, 16.30 u. GEREGLEMENTEERDE INFORMATIE RESULTATEN 2014: PERSBERICHT 1 Omzet: 243,6 M (- 6%) Bedrijfsresultaat: 3,2 M (+ 53%) Nettoresultaat voor de periode: 2,3 M (+ 64%) ******** Resultaten

Nadere informatie

Resultaten op 31 maart 2016

Resultaten op 31 maart 2016 3 mei 2016 na 17.45 uur Gereglementeerde informatie Tussentijdse verklaring Resultaten op 31 maart 2016 Toename van de cash earnings met 9%, tot 104 miljoen euro Negatief geconsolideerd nettoresultaat

Nadere informatie

ARTHUR nv. Naamloze vennootschap Maatschappelijk kapitaal: 2.682.608 Maatschappelijke zetel: 176-178 rue d Estienne d Orves 92700 COLOMBES

ARTHUR nv. Naamloze vennootschap Maatschappelijk kapitaal: 2.682.608 Maatschappelijke zetel: 176-178 rue d Estienne d Orves 92700 COLOMBES ARTHUR nv Naamloze vennootschap Maatschappelijk kapitaal: 2.682.608 Maatschappelijke zetel: 176-178 rue d Estienne d Orves 92700 COLOMBES R.C.S. NANTERRE B 389 065 152 JAARVERSLAG VAN DE ACTIVITEITEN VAN

Nadere informatie

Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni Groep Brussel Lambert

Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni Groep Brussel Lambert Halfjaarlijks financieel verslag per 30 juni 2010 Groep Brussel Lambert Groep Brussel Lambert Voor meer inlichtingen over GBL, gelieve u te richten tot Carine Dumasy Tel.: +32-2-289.17.17 Fax: +32-2-289.17.37

Nadere informatie

Gereglementeerde informatie, Leuven, 31 augustus 2017 (20.00 CEST)

Gereglementeerde informatie, Leuven, 31 augustus 2017 (20.00 CEST) , Leuven, KBC Ancora sluit boekjaar 2016/2017 af met een winst van 843,2 miljoen euro, in hoofdzaak bepaald door dividendinkomsten en de terugname van waardeverminderingen KBC Ancora boekte in het afgelopen

Nadere informatie

Persbericht NETTOWINST 2011 VAN 493 MILJOEN (+14%) NETTO VERMOGENSWAARDE STIJGT MET 157 MILJOEN (+3%) IN 2011

Persbericht NETTOWINST 2011 VAN 493 MILJOEN (+14%) NETTO VERMOGENSWAARDE STIJGT MET 157 MILJOEN (+3%) IN 2011 Persbericht HAL NETTOWINST 2011 VAN 493 MILJOEN (+14%) NETTO VERMOGENSWAARDE STIJGT MET 157 MILJOEN (+3%) IN 2011 De nettowinst over 2011 bedroeg 493 miljoen, overeenkomend met 7,42 per aandeel, vergeleken

Nadere informatie

Gerealiseerde investeringen en acquisities zorgen voor een groei van de toegevoegde waarde (+14.3%), de ebitda (+13.9%) en de netto-winst (+17.

Gerealiseerde investeringen en acquisities zorgen voor een groei van de toegevoegde waarde (+14.3%), de ebitda (+13.9%) en de netto-winst (+17. Gerealiseerde investeringen en acquisities zorgen voor een groei van de toegevoegde waarde (+14.3%), de ebitda (+13.9%) en de netto-winst (+17.0%) Kerncijfers 1H 2018 ten opzichte van 1H 2017 Mio 1H 2018

Nadere informatie

Voornaamste financiële gegevens. Cash earnings ,4% 489 Nettoresultaat

Voornaamste financiële gegevens. Cash earnings ,4% 489 Nettoresultaat 30 juli 2013 Na 17.45 uur Gereglementeerde informatie Halfjaarverslag Halfjaarresultaten per 30 juni 2013 Toename van de cash earnings tot 344 miljoen EUR (+ 11,4%) en een nettoresultaat van 206 miljoen

Nadere informatie

CMB Persmededeling Gereglementeerde informatie Press release- Regulated information

CMB Persmededeling Gereglementeerde informatie Press release- Regulated information DEFINITIEVE RESULTATEN EERSTE SEMESTER 2015 De raad van bestuur van CMB heeft, in haar vergadering van 27 augustus 2015, de geconsolideerde rekeningen afgesloten per 30 juni 2015 opgesteld. Dit bericht

Nadere informatie

Duvel Moortgat : courante netto winst +16%

Duvel Moortgat : courante netto winst +16% 15 Maart 2000 Duvel Moortgat : courante netto winst +16% Markante feiten van 1999 Beursintroductie: Duvel Moortgat werd begin juni geïntroduceerd op de Beurs van Brussel. Participatie in Noord Amerikaanse

Nadere informatie

SOLVAC: CASHRESULTAAT 8% HOGER DIVIDENDVOORSCHOT ONGEWIJZIGD OP 2,72 EUR BRUTO

SOLVAC: CASHRESULTAAT 8% HOGER DIVIDENDVOORSCHOT ONGEWIJZIGD OP 2,72 EUR BRUTO SOLVAC NAAMLOZE VENNOOTSCHAP Ransbeekstraat 310 - B-1120 Brussel - België Tel. + 32 2 264 21 11 External Communications and Investor Relations Tel. + 32 2 264 15 01 Persmededeling SOLVAC: CASHRESULTAAT

Nadere informatie

Resultaten per 30 september 2014

Resultaten per 30 september 2014 Resultaten per 30 september 2014 5 november 2014 - Na 17.45 uur Gereglementeerde informatie Tussentijdse verklaring De Raad van Bestuur van GBL, bijeengekomen op 5 november 2014, bracht hulde aan Christophe

Nadere informatie

JAARRESULTATEN 2014. IMMOBEL kondigt voor het jaar 2014 de beste resultaten aan sinds 2007

JAARRESULTATEN 2014. IMMOBEL kondigt voor het jaar 2014 de beste resultaten aan sinds 2007 Brussel, 27 maart 2015 17u40 Gereglementeerde informatie PERSBERICHT JAARRESULTATEN 2014 IMMOBEL kondigt voor het jaar 2014 de beste resultaten aan sinds 2007 Geconsolideerd nettoresultaat van 20 MEUR

Nadere informatie

Resultaten op 31 maart 2017

Resultaten op 31 maart 2017 4 mei 2017 Na 17.45 uur Gereglementeerde informatie Tussentijdse verklaring Resultaten op 31 maart 2017 Toename van het aangepast nettoactief met 9% tot 18,5 miljard euro Geconsolideerd nettoresultaat

Nadere informatie

FINANCIEEL HALFJAARVERSLAG OPGESTELD OP 30 JUNI 2008 Gereglementeerde informatie volgens het Koninklijk Besluit van 14 november 2007

FINANCIEEL HALFJAARVERSLAG OPGESTELD OP 30 JUNI 2008 Gereglementeerde informatie volgens het Koninklijk Besluit van 14 november 2007 DEFICOM GROUP NV Reyerslaan 10 1030 Brussel BTW - BE0426.859.683 - RPR Brussel Persmededeling van 29 augustus 2008 17.30 uur FINANCIEEL HALFJAARVERSLAG OPGESTELD OP 30 JUNI 2008 Gereglementeerde informatie

Nadere informatie

TUSSENTIJDSE VERKLARING VAN DE STATUTAIRE ZAAKVOERDER DERDE KWARTAAL VAN HET BOEKJAAR 2011/2012

TUSSENTIJDSE VERKLARING VAN DE STATUTAIRE ZAAKVOERDER DERDE KWARTAAL VAN HET BOEKJAAR 2011/2012 PERSMEDEDELING Gereglementeerde informatie TUSSENTIJDSE VERKLARING VAN DE STATUTAIRE ZAAKVOERDER DERDE KWARTAAL VAN HET BOEKJAAR 2011/2012 STIJGING VAN HET LOPENDE NETTORESULTAAT: 11 MILJOEN EUR, EEN TOENAME

Nadere informatie

JAARRESULTATEN 2014

JAARRESULTATEN 2014 www.bois-sauvage.be JAARRESULTATEN 2014 RESULTATEN Bedrijfsresultaat vóór verkopen, wijzigingen in de reële waarde en waardeverminderingen van EUR 24,3 miljoen (vs. EUR 7,8 miljoen in 2013). Deze forse

Nadere informatie

De opbrengsten voor 2014 bedragen 239.6 miljoen euro, een stijging van 8.2% tegenover vorig jaar

De opbrengsten voor 2014 bedragen 239.6 miljoen euro, een stijging van 8.2% tegenover vorig jaar Onder Embargo tot 04/03/2015-17.45 CET Geregelementeerde informatie Persbericht Record resultaat dank zij record omzet + e vere Hoogtepunten 2014 De opbrengsten voor 2014 bedragen 239.6 miljoen euro, een

Nadere informatie

TUSSENTIJDSE VERKLARING VAN DE STATUTAIRE ZAAKVOERDER DERDE KWARTAAL VAN HET BOEKJAAR 2012/2013

TUSSENTIJDSE VERKLARING VAN DE STATUTAIRE ZAAKVOERDER DERDE KWARTAAL VAN HET BOEKJAAR 2012/2013 PERSMEDEDELING Gereglementeerde informatie TUSSENTIJDSE VERKLARING VAN DE STATUTAIRE ZAAKVOERDER DERDE KWARTAAL VAN HET BOEKJAAR 2012/2013 HOGER COURANT NETTORESULTAAT PER AANDEEL: 2,84 EUR TEN OPZICHTE

Nadere informatie

GROEP SPADEL: HALFJAARRESULTATEN 2014

GROEP SPADEL: HALFJAARRESULTATEN 2014 Gereglementeerde informatie 27 augustus 2014 16u30 CET GROEP SPADEL: HALFJAARRESULTATEN 2014 Verhoging met 15% van de omzet (9% bij constante perimeter) in een groeimarktcontext gesteund door gunstige

Nadere informatie

Persbericht NETTOWINST OVER 2013 VAN 473 MILJOEN (2012: 409 MILJOEN) NETTO VERMOGENSWAARDE STIJGT MET 143 MILJOEN

Persbericht NETTOWINST OVER 2013 VAN 473 MILJOEN (2012: 409 MILJOEN) NETTO VERMOGENSWAARDE STIJGT MET 143 MILJOEN Persbericht HAL NETTOWINST OVER 2013 VAN 473 MILJOEN (2012: 409 MILJOEN) NETTO VERMOGENSWAARDE STIJGT MET 143 MILJOEN De nettowinst van HAL Holding N.V. over 2013 bedroeg 473 miljoen, overeenkomend met

Nadere informatie

De opbrengsten voor 2011 bedragen 216,2 miljoen euro, een daling van 4,8% tegenover vorig jaar

De opbrengsten voor 2011 bedragen 216,2 miljoen euro, een daling van 4,8% tegenover vorig jaar Onder Embargo tot 14/03/2012-17.45 CET Geregelementeerde informatie Persbericht Een jaar met belangrijke strategische investeringen Zoals vermeld in de tussentijdse verklaring over het derde kwartaal,

Nadere informatie

Resultaten Miko per 30 juni 2012. Omzet + 5,1 % - Nettowinst + 2,1 % - EBIT + 1,4 %

Resultaten Miko per 30 juni 2012. Omzet + 5,1 % - Nettowinst + 2,1 % - EBIT + 1,4 % Resultaten Miko per 30 juni 2012 Omzet + 5,1 % - Nettowinst + 2,1 % - EBIT + 1,4 % Turnhout, 31 augustus 2012 Miko, de op Euronext Brussel genoteerde koffieservice- en kunststofverpakkingsspecialist, kende

Nadere informatie