VISIEDOCUMENT RE-INTEGRATIE 4 HOOFDSTUK 1 INLEIDING...6 HOOFDSTUK 2 UITGANGSPUNTEN...7 HOOFDSTUK 3 RE-INTEGRATIE ALGEMEEN...8

Transcriptie

1 VISIEDOCUMENT RE-INTEGRATIE 4 HOOFDSTUK 1 INLEIDING...6 HOOFDSTUK 2 UITGANGSPUNTEN...7 HOOFDSTUK 3 RE-INTEGRATIE ALGEMEEN Doelgroep re-integratie Plicht tot arbeidsinschakeling Wettelijk kader Alleenstaande ouders Personen van 57,5 jaar en ouder Ontheffing op medische of sociale gronden Opleggen maatregel Indeling werkzoekenden in categorieën Huidige situatie Toekomst: A/B-routering in plaats van fase-indeling Samenwerking ketenpartners Sluitende aanpak Europese richtlijnen Waddenmodel Pilot sluitende aanpak jongeren A/ B-routering Aanbesteding HOOFDSTUK 4 CLIËNTENBESTAND...13 HOOFDSTUK 5 VOORZIENINGEN RE-INTEGRATIE Work First Algemeen Resultaten Doelstellingen Kosten Uitvoering Gesubsidieerd werk Algemeen Resultaten Doelstellingen Kosten Overige re-integratietrajecten Bemiddeling, stage en scholing Resultaten Doelstelling Kosten Re-integratienota

2 5.4 Trajecten langdurig werklozen Terugkeerbanen, Sociale Activering, Vrijwilligerswerk, Zorgtraject Resultaten Doelstelling Kosten Werkprojecten Jaarlijks diverse projecten Resultaten Doelstellingen Kosten Premieverstrekking Algemeen Resultaten Kosten NUG-regeling Algemeen Resultaten Doelstelling Kosten Reiskostenvergoeding Algemeen Kosten HOOFDSTUK 6 WERKDEEL WWB Uitgaven werkdeel WWB Uitgaven werkdeel WWB Werkdeel WWB 2007 en begroting HOOFDSTUK 7 WET SOCIALE WERKVOORZIENING Huidige situatie Algemeen Doelgroep Werkwijze Uitvoering Nieuwe ontwikkelingen WSW HOOFDSTUK 8 CONCLUSIE EN BELEIDSVOORSTELLEN...25 Re-integratienota

3 BIJLAGEN...26 Bijlage 1 Work First Bijlage 2 Gesubsidieerd werk Bijlage 3 Overige re-integratietrajecten.33 Bijlage 4 Trajecten langdurig werklozen Bijlage 5 Werkprojecten Bijlage 6 Premieverstrekking Bijlage 7 NUG-regeling Re-integratienota

4 Eemsmond werkt! Visiedocument re-integratie oktober 2006 Met ingang van 1 januari 2007 wil de gemeente Eemsmond nieuw re-integratiebeleid gaan voeren. Het huidige re-integratiebeleid is enkele jaren geleden vastgesteld en voldoet niet langer aan de eisen van nu. Er zijn signalen dat de economie op landelijk niveau weer aantrekt, maar de regio Noord Groningen blijft hierbij achter en kent nog steeds een hoge werkloosheid. Reden te meer voor de gemeente Eemsmond om actief in te willen zetten op re-integratie. Sinds de verkiezingen van maart 2006 is er een nieuw college gekomen. In het vastgestelde collegeprogramma wordt de nadruk gelegd op werk: 'Betaald werk is de beste vorm van sociale zekerheid'. In hoofdlijnen willen we het volgende: - Work First echt toepassen - Een heldere structuur voor de werkgeversbenadering in de keten - Formuleren van concrete doelstellingen die moeten leiden tot betere re-integratie. Wat willen we gaan doen? Sinds de invoering van de Wet werk en bijstand (WWB) in januari 2004 staat werk centraal. Iedereen die kan werken, moet werken. In principe is iedereen hiervoor zelf verantwoordelijk. De gemeente Eemsmond benadrukt deze eigen verantwoordelijkheid. Mensen moeten actief op zoek naar werk en zijn zelf verantwoordelijk voor hun re-integratie op de arbeidsmarkt. De gemeente biedt wel passende ondersteuning bij re-integratie wanneer dat nodig is. De afdeling Sociale zaken zal zich hiervoor inzetten door het leveren van passend maatwerk. Het re-integratiebeleid en de re-integratievoorzieningen dienen hierop te worden afgestemd. Werk is zeer belangrijk. En dit geldt zeker ook voor bijstandscliënten. Daarom wil het nieuwe college met ingang van 1 januari 2007 Work First invoeren voor alle bijstandscliënten. Bijstandscliënten zullen vanaf die datum direct bij aanvang van de uitkering een Work First traject gaan volgen. Zo behouden de cliënten hun arbeidsritme en zal de terugkeer naar de arbeidsmarkt makkelijker zijn. Eventuele belemmeringen worden direct gesignaleerd, zodat daar op een goede manier op kan worden ingespeeld en er geen kostbare tijd verloren gaat. Daarnaast gaat er van deze aanpak ook een preventieve werking uit. In principe gaat Work First gelden voor alle nieuwe bijstandscliënten. Jongeren tot 23 jaar vormen hierop een uitzondering. Daarbij wordt in navolging van het Waddenmodel uitgegaan van het principe 'opleiding boven werk' en pas daarna 'werk boven uitkering'. Het doel hiervan is te voorkomen dat jongeren tot 23 jaar zonder startkwalificatie de arbeidsmarkt opgaan en werkloos worden. Hiermee wordt voortijdig schoolverlaten en vroegtijdige werkloosheid bestreden. Een tweede uitzondering vormen de mensen die ouder zijn dan 57,5 jaar en weinig of geen arbeidsperspectief hebben. Het college heeft als uitgangspunt dat zij niet actief wil inzetten op de re-integratie van deze doelgroep. De gemeente kan in deze gevallen op individuele gronden een ontheffing verlenen van de plicht tot arbeidsinschakeling voor onbepaalde tijd. Mensen die 57,5 jaar of ouder zijn, arbeidsperspectief hebben en graag zouden terugkeren naar de arbeidsmarkt, kunnen natuurlijk nog steeds gebruik maken van de door de gemeente aangeboden voorzieningen. Hoe gaan we dit doen? De ketenpartners in de regio, te weten CWI, UWV en gemeenten, zullen steeds intensiever gaan samenwerken op het gebied van re-integratie. Het doel hiervan is de poortwachterfunctie te versterken en de dienstverlening naar werkgevers en werkzoekenden te optimaliseren. We willen een heldere structuur voor de werkgeversbenadering in de keten. Op dit moment wordt onderzocht welke mogelijkheden hiertoe zijn. De samenwerking zal voornamelijk gericht zijn op het oplossen van knelpunten op de lokale arbeidsmarkt. Een voorbeeld van een oplossing van één van deze knelpunten is de regionale afstemming wat betreft de verstrekking van Re-integratienota

5 loonkostensubsidies. Er zat te veel verschil in de loonkostensubsidies van gemeenten, waardoor het voor werkgevers onduidelijk was en er te weinig gebruik werd gemaakt van de regeling. Door de loonkostensubsidies af te stemmen is dit probleem opgelost en zullen meer werkgevers bijstandsgerechtigden in dienst nemen met behulp van loonkostensubsidie. Bij de gemeente is de nadruk de afgelopen jaren steeds meer komen te liggen op de re-integratie. Bijstandscliënten worden zo goed mogelijk begeleid richting arbeidsmarkt en er wordt actief ingezet op uitstroom. Hierbij wordt gebruik gemaakt van zowel interne als externe deskundigheid op het gebied van re-integratie. De gemeente heeft wat betreft re-integratie een duidelijke regiefunctie en is verantwoordelijk voor de begeleiding. Middels concrete doelstellingen willen we de re-integratie duidelijker vorm gaan geven. Met ingang van januari 2007 zal de gemeente gaan werken met het nieuwe cliëntvolgsysteem Stratech. Met behulp van dit systeem kunnen alle re-integratieactiviteiten van de gemeente Eemsmond goed in kaart worden gebracht. Op basis van deze gegevens kan het reintegratiebeleid van de gemeente Eemsmond constant worden geëvalueerd en zo nodig ook worden bijgesteld. Daarnaast willen we dat het lokale SW-bedrijf Ability een grotere rol gaat spelen bij de reintegratieactiviteiten van de gemeente Eemsmond. Ability is zeer geschikt als leerwerkbedrijf en het college wil daar optimaal gebruik van maken. Daarnaast is Ability zich aan het ontwikkelen als re-integratiebedrijf en zal de gemeente in de toekomst ook op dat gebied meer met Ability kunnen gaan samenwerken. De verwachting is dat de gemeente met dit nieuwe re-integratiebeleid de komende jaren meer uitstroom zal genereren. Re-integratienota

6 Hoofdstuk 1 Inleiding Sinds de invoering van de Wet werk en bijstand (WWB) in januari 2004 staat werk centraal. Met name de eigen verantwoordelijkheid voor het zelfstandig kunnen voorzien in het bestaan door middel van arbeid is erg belangrijk. Daar waar dat niet lukt, kan aanspraak worden gemaakt op ondersteuning bij re-integratie vanuit de gemeente. De gemeente moet zorg dragen voor voorzieningen die gericht zijn op re-integratie op de arbeidsmarkt. Deze voorzieningen zijn opgenomen in het re-integratiebeleid. Het re-integratiebeleid van de gemeente Eemsmond is in 2004 vastgelegd in: 1. de nota werkgelegenheid en re-integratie 2. de re-integratieverordening Wet werk en bijstand De afgelopen jaren is ervaring opgedaan met de uitvoering van de re-integratieactiviteiten en is geconstateerd dat het tijd is om het beleid aan te passen. Hiervoor zijn een aantal redenen:? Veranderende wet- en regelgeving? De bestaande nota werkgelegenheid en re-integratie is verouderd? Regionale afstemming en samenwerking? Het coalitieakkoord PvdA en CDA In de afgelopen jaren is gebleken dat de destijds vastgestelde beleidslijn op een aantal onderdelen achterbleef bij de werkelijkheid. Met name de ruimte die het rijk gemeenten bood bij het reintegratiebeleid was in eerste instantie zeer beperkt. Dit beleid is in de loop der jaren soepeler geworden. De wet biedt meer ruimte voor lokale initiatieven en er zijn meer mogelijkheden op het gebied van gesubsidieerde arbeid. Ook zal regionale afstemming en samenwerking een grotere rol gaan spelen. Het CWI en de opkomst van het re-integratiebeleid van Ability maken lokale afstemming noodzakelijk. Tot slot is er sinds de verkiezingen van maart 2006 een nieuw college tot stand gekomen. In het vastgestelde collegeprogramma wordt de nadruk gelegd op het feit dat betaalde arbeid belangrijk is of zoals het collegeprogramma dat uitdrukt 'betaald werk is de beste vorm van sociale zekerheid'. In deze nota zal het re-integratiebeleid van de gemeente Eemsmond worden neergezet. Aan de nota zijn een aantal bijlagen toegevoegd waarin alle voorzieningen die de gemeente Eemsmond heeft op het gebied van re-integratie uitgebreid worden beschreven. Daarnaast zal de huidige reintegratieverordening moeten worden gewijzigd en aangepast aan het nieuwe beleid. Deze zal op een later tijdstip worden aangeboden. Re-integratienota

7 Hoofdstuk 2 Uitgangspunten Bij het schrijven van de nota zijn de uitgangspunten gehanteerd zoals die onder andere staan omschreven in het coalitieakkoord PvdA en CDA De uitgangspunten zijn: 1) Eigen verantwoordelijkheid 2) Work First voor (bijna) alle bijstandscliënten. 3) Optimaal gebruik maken van de diensten van Ability 4) Ondersteuning van het Waddenmodel 5) Er zal niet actief worden ingezet op de re-integratie van bijstandsgerechtigden die een leeftijd hebben van 57,5 jaar of ouder en weinig tot geen arbeidsperspectief hebben. 6) Bedrijven die op grond van een grote aanbestedingsprocedure van de gemeente werk gegund hebben gekregen, zullen worden verplicht om bij de werving van personeel zoveel mogelijk gebruik te maken van bijstandscliënten uit ons eigen bestand. Zoals hierboven staat aangegeven is werk zeer belangrijk. Niet werken moet een uitzondering zijn. In eerste instantie is iedereen zelf verantwoordelijk om voor werk te zorgen. Voor mensen die het niet zelf lukt om werk te vinden, is het gemeentelijke re-integratiebeleid opgesteld. Er zijn signalen dat de economie weer aantrekt, maar de regio Noord-Groningen blijft hierbij achter en kent nog steeds een hoge werkloosheid. Reden te meer voor de gemeente Eemsmond om actief in te willen zetten op re-integratie. Cliënten dienen hieraan wel hun medewerking te verlenen. Wanneer cliënten onvoldoende meewerken aan hun re-integratie, dan zal de gemeente maatregelen opleggen. Om ervoor te zorgen dat alle cliënten direct actief aan het werk kunnen, zal Work First als belangrijk instrument worden ingezet. Voor de mensen met een korte afstand tot de arbeidsmarkt (fase 1 en 2) wordt momenteel een traject Work First ingezet waarbij veel wordt gesolliciteerd en 40 uur per week stage wordt gelopen bij reguliere werkgevers. De mensen met een langere afstand tot de arbeidsmarkt (fase 3 en 4) gaan naar een leerwerkbedrijf om een werktraject te volgen van minimaal 20 uur per week. Een nadere uitleg van Work First staat op pagina 12 en 24 van deze nota. Voor jongeren geldt dat deze via het waddenmodel direct worden opgepakt. Aan mensen die ouder zijn dan 57,5 jaar en wier perspectief op betaald werk niet groot is, wordt duidelijkheid gegeven door hen voor onbepaalde tijd een vrijstelling te verlenen van de plicht tot arbeidsinschakeling. Ouderen die nog wel gebruik willen maken van de gemeentelijke dienstverlening op het gebied van re-integratie, kunnen dat natuurlijk blijven doen. Tot slot wil de gemeente bedrijven verplichten om bij de werving van personeel voor werk dat op grond van een grote aanbestedingsprocedure van de gemeente is gegund, zoveel mogelijk te putten uit het cliëntenbestand van de afdeling Sociale zaken. Ook hiermee kan de gemeente een bijdrage leveren aan het re-integreren van bijstandscliënten. Re-integratienota

8 Hoofdstuk 3 Re-integratie algemeen 3.1 Doelgroep re-integratie In eerste instantie wordt altijd uitgegaan van de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van de cliënt. Wanneer de cliënt zelf niet in staat is om werk te vinden waarmee in het eigen levensonderhoud kan worden voorzien, dan is de gemeente verantwoordelijk voor de hulp bij de re-integratie op de arbeidsmarkt. Uitstroom naar reguliere arbeid is daarbij het einddoel. Het is aan de gemeente om op grond van opleiding, werk-ervaring en re-integratiemogelijkheden te beoordelen of iemand op eigen kracht in staat is werk te vinden of dat iemand ondersteuning nodig heeft. De gemeente is verantwoordelijk voor het leveren van deze ondersteuning in de vorm van voorzieningen op het gebied van re-integratie aan de volgende doelgroepen:. 1) Bijstandsgerechtigden 2) Niet Uitkeringsgerechtigden 3) Personen met een uitkering in het kader van de ANW Bijstandsgerechtigden zijn mensen niet ouder dan 65 jaar die een uitkering ontvangen van de gemeente. Niet-uitkeringsgerechtigden zijn personen die jonger zijn dan 65 jaar en die als werkloze werkzoekende staan geregistreerd bij de Centrale organisatie werk en inkomen (CWI) en die geen recht hebben op een arbeidsgerelateerde uitkering, arbeidsongeschiktheidsuitkering of bijstandsuitkering. Gemeenten zijn wettelijk verplicht om ook te zorgen voor voorzieningen voor de re-integratie van niet-uitkeringsgerechtigden (NUG) en personen met een uitkering in het kader van de Algemene Nabestaandenwet (ANW). 3.2 Plicht tot arbeidsinschakeling Wettelijk kader Vanuit de Wet Werk en Bijstand (WWB) wordt aan iedereen de verplichting opgelegd om naar vermogen algemeen geaccepteerde arbeid te verkrijgen en te aanvaarden. Wanneer betaalde arbeid nog niet aan de orde is, dient er gebruik te worden gemaakt van door de gemeente aangeboden voorzieningen. Hierbij is het van belang dat er maatwerk wordt geleverd. De gemeente bekijkt per individu wat de meest geschikte voorzieningen zijn voor iemand om zo snel mogelijk weer aan het werk te kunnen komen Alleenstaande ouders Er bestaat in het kader van de WWB niet langer een categoriale ontheffing van de plicht tot arbeidsinschakeling voor alleenstaande ouders. Dit komt doordat de gemeente ook aan alleenstaande ouders passende re-integratievoorzieningen kan bieden. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een re-integratietraject waarbij rekening wordt gehouden met de schooltijden van de kinderen of met de aanwezige mogelijkheden voor kinderopvang. Hierdoor is het voor alleenstaande ouders mogelijk geworden om werken en de zorg voor kinderen te combineren. De gemeente dient bij het inzetten van een re-integratietraject rekening te houden met de situatie waarin de alleenstaande ouder verkeert. Deze situatie zal per individu verschillen Personen van 57,5 jaar en ouder Ook voor personen van 57,5 jaar en ouder bestaat er in het kader van de WWB geen categoriale ontheffing van de plicht tot arbeidsinschakeling meer. De gemeente kan op grond van gemeentelijk beleid wel in het individuele geval een ontheffing verlenen voor onbepaalde tijd wanneer een persoon 57,5 jaar of ouder is en er duidelijk geen arbeidsperspectief meer is. De gemeente Eemsmond hanteert het uitgangspunt om niet actief in te zetten op de re-integratie van mensen die 57,5 jaar of ouder zijn en weinig of geen arbeidsperspectief hebben. Mensen die Re-integratienota

9 ouder zijn dan 57,5 jaar en graag weer zouden willen werken, kunnen natuurlijk nog wel gebruik maken van gemeentelijke re-integratievoorzieningen Ontheffing op medische of sociale gronden De gemeente kan een ontheffing verlenen van de plicht tot arbeidsinschakeling aan personen die vanwege medische of sociale omstandigheden op dit moment niet in staat zijn om te werken en waarbij re-integratie niet mogelijk is. De ontheffing kan worden verleend voor de periode van maximaal een jaar. De ontheffing wordt verleend op basis van een officiële medische verklaring of op basis van inschatting. De situatie zal na een jaar opnieuw moeten worden beoordeeld. Deze ontheffing kan bijvoorbeeld ook worden toegepast wanneer een alleenstaande ouder in verband met de zorg voor kinderen tijdelijk niet in staat is om te werken Opleggen maatregel Wanneer iemand zich niet houdt aan de plicht tot arbeidsinschakeling, dan zal de gemeente op grond van de WWB een verlaging toepassen op de uitkering in de vorm van een maatregel. De hoogte en duur van de maatregel is vastgelegd in de gemeentelijke afstemmingsverordening Wet werk en bijstand 2004 en hangt af van de ernst van de gedraging en de mate van verwijtbaarheid. In individuele gevallen kan worden besloten af te zien van het opleggen van een maatregel. 3.3 Indeling werkzoekenden in categorieën Huidige situatie Alle werkzoekenden worden door het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) ingedeeld in fase 1 tot en met 4. Fase 1 Werkzoekenden met een korte afstand tot de arbeidsmarkt, korter dan een half jaar werkloos. Fase 2 Werkzoekenden met een langere afstand tot de arbeidsmarkt, langer dan een half jaar en korter dan een jaar werkloos. Fase 3 Werkzoekenden met een langere afstand tot de arbeidsmarkt, langer dan een jaar werkloos. Fase 4 Werkzoekenden met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt, vaak wegens sociale of psychische problematiek op dit moment niet in staat om te werken op de reguliere arbeidsmarkt. Het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) is in principe verantwoordelijk voor de re-integratie van alle werkzoekenden (dus ook alle bijstandgerechtigden) die in fase 1 zijn ingedeeld. De gemeente is verantwoordelijk voor de re-integratie van alle bijstandsgerechtigden die in fase 2 tot en met 4 zijn ingedeeld. Landelijk gezien is de indeling van werkloze werkzoekenden ongeveer als volgt: 30% van de werkzoekenden is ingedeeld in fase 1 en 2 70% van de werkzoekenden is ingedeeld in fase 3 en 4 De gemeente Eemsmond wijkt nauwelijks van dit beeld af. Van de werkzoekenden zit in % in fase 1 en 2 en 72% in fase 3 en 4. Per fase is dit 8% (1), 20% (2), 43% (3) en 29% (4). In afgelopen twee jaren waren de verhoudingen gelijk aan het huidige beeld. Re-integratienota

10 Er zijn personen die een uitkering ontvangen van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en daarop een aanvullende uitkering ontvangen van de gemeente in het kader van de WWB. Deze cliënten worden de samenloopgevallen genoemd. Het UWV is verantwoordelijk voor de re-integratie van deze cliënten. Behalve wanneer sociale activering het hoogst haalbare is, dan is de gemeente hiervoor verantwoordelijk Toekomst: A/B-routering in plaats van fase-indeling In de nabije toekomst zal de huidige fase-indeling van fase 1 tot en met fase 4 worden afgeschaft. Dit is een landelijke ontwikkeling ondersteund door alle ketenpartners, te weten CWI, UWV en gemeenten. Het huidige faseringsstelsel werkt belemmerend nu landelijk steeds meer wordt gekozen voor een gezamenlijke dienstverlening waarin de klant centraal staat. Er is behoefte aan een verdeelmodel dat beter aansluit bij de verdergaande samenwerking in de keten. De fase-indeling zal worden vervangen door de A/B-routering. Werkzoekenden zullen in de A/B-routering door het CWI worden ingedeeld in route A of route B. Uitgangspunt van de A/B-routering is dat iedereen werk kan zoeken (route A), tenzij er zware persoonlijke belemmeringen zijn die dat verhinderen (route B). 3.4 Samenwerking ketenpartners De ketenpartners, te weten CWI, UWV en gemeenten, werken intensief samen op het gebied van dienstverlening aan werkzoekenden en werkgevers. Op dit moment wordt in de regio Winsum (hieronder vallen de gemeenten Winsum, De Marne, Bedum en Eemsmond) nagedacht over een mogelijke verdergaande samenwerking tussen de ketenpartners. Deze samenwerking zal met name gericht zijn op het oplossen van knelpunten op de lokale arbeidsmarkt. Concrete aanleidingen voor het onderzoek naar een verdergaande samenwerking zijn:? De overheid dient er in de toekomst voor te zorgen dat de gegevens van cliënten slechts eenmaal worden opgevraagd.? De tijd tussen de aanvraag en daadwerkelijke vaststelling van een uitkering kan verder worden verkort.? Alle partners binnen de keten maken op dit moment gebruik van eigen netwerken met werkgevers. Dit kan efficiënter worden georganiseerd, bijvoorbeeld door gebruik te maken van één gezamenlijk aanspreekpunt voor werkgevers.? De re-integratie van bijstandsgerechtigden wordt op dit moment door iedere partner op een eigen manier aangepakt. Er wordt gekeken naar de mogelijkheid voor een gezamenlijke aanpak in de regio. Het onderzoek naar een verdergaande samenwerking in de regio bevindt zich nog in een verkennend stadium. Of er in de toekomst inderdaad een verdergaande samenwerking in de regio Winsum tot stand zal komen, is nog de vraag. Dit zal te zijner tijd een discussiepunt worden. 3.5 Sluitende aanpak Europese richtlijnen De Europese Unie heeft richtlijnen opgesteld ter voorkoming van langdurige werkloosheid. Dit wordt ook wel de sluitende aanpak genoemd. De sluitende aanpak houdt in dat aan alle nieuwe werklozen binnen een jaar een re-integratietraject wordt aangeboden. Aan jongeren moet uiterlijk binnen 6 maanden een re-integratietraject worden aangeboden. De gemeente Eemsmond hanteert echter het uitgangspunt om alle bijstandsgerechtigden zo snel mogelijk een passend re-integratietraject aan te bieden. Bij nieuwe uitkeringen vindt dit direct bij de uitkeringsaanvraag plaats. In de praktijk betekent dit dat binnen een week, na aanvraag van de uitkering, het eerste reïntegratiegesprek plaatsvindt. De snelheid waarmee dit kan worden afgerond is afhankelijk van de uitkomsten van de diagnose stelling door het CWI. In de ene Re-integratienota

11 situatie is meer onderzoek of overleg nodig dan in de andere. Dat betekent dat de gemeente Eemsmond hiermee ruim voldoet aan de Europese richtlijnen van de sluitende aanpak Waddenmodel In de regio Noord Groningen wordt sinds 1 oktober 2002 het Waddenmodel uitgevoerd. Het Waddenmodel is ontwikkeld in aansluiting op de Europese richtlijnen voor de sluitende aanpak. Het doel van het Waddenmodel is om te voorkomen dat jongeren tot 23 jaar zonder startkwalificatie de arbeidsmarkt op gaan en werkloos worden. Jongeren hebben een startkwalificatie wanneer zij in het bezit zijn van minimaal een diploma op VMBO 2 - of HAVO-niveau. Binnen het Waddenmodel worden jongeren door middel van samenwerking in regionaal verband binnen 6 maanden aan een leerplek, opleiding of werk geholpen. Samenwerking in regionaal verband is de kern van het waddenmodel. Bij de samenwerking zijn de volgende partijen betrokken:? Provincie Groningen? Regioraad Noord Groningen? Acht noordelijke gemeenten: Appingedam, Bedum, Delfzijl, Eemsmond, Loppersum, De Marne, Ten Boer en Winsum.? RMC Noord-Groningen? CWI Noord-Nederland Het bestrijden van voortijdig schoolverlaten is voor alle partijen van groot belang. Voor jongeren geeft een startkwalificatie meer kans op werk, waardoor zij een bestaansrecht in de samenleving verwerven. Daarnaast wordt de kans minder groot dat zij in de toekomst een uitkering zullen moeten aanvragen. Indien toch een bijstandsuitkering moet worden aangevraagd, wordt eerst ingezet op het behalen van de startkwalificatie. Daarna wordt pas een traject opgestart richting werk. Het Waddenmodel is geen wettelijke verplichting, maar een initiatief van de regio Noord Groningen. Andere modellen zijn ook mogelijk. Het Waddenmodel heeft zijn bruikbaarheid in de praktijk bewezen. Het Waddenmodel wordt dan ook gecontinueerd, conform de gemaakte afspraken in het coalitieakkoord Pilot sluitende aanpak jongeren A/ B-routering Op dit moment zijn de ketenpartners een pilot aan het voorbereiden voor een nieuwe sluitende aanpak jongeren in de A/ B-routering. Het is de bedoeling dat de ketenpartners intensief gaan samenwerken aan de voorkant van het re-integratieproces om ervoor te zorgen dat de jongeren direct doorstromen naar werk of opleiding, zonder dat zij eerst aanspraak hoeven te maken op een uitkering. Het doel hierbij is werk boven uitkering en voor jongeren zonder startkwalificatie opleiding boven werk. Deze aanpak sluit nauw aan bij het Waddenmodel. De ketenpartners zijn in overleg over een soortgelijke aanpak voor alle doelgroepen. Het besluit hiertoe is nog niet genomen en zal mede afhangen van de mate van succes van de eerste pilot. 3.6 Aanbesteding Vanaf 2006 hebben gemeenten niet meer te maken met de Nederlandse regels die tot marktwerking verplichten (aanbestedingsregels SUWI en uitbestedingsregels WWB). Dit houdt in dat gemeenten zelf de re-integratie mogen uitvoeren en de personeelskosten uit het werkdeel WWB mogen betalen. In het verleden moest er verplicht worden uitbesteed. Gemeenten mogen nog wel re-integratietrajecten uitbesteden maar dit betekent dat (afhankelijk van de bedragen die er mee gemoeid gaan) er ook moet worden aanbesteed. Hierbij moeten de gemeenten zich houden aan Europese regels. Gemeenten zijn verplicht om bij het aanschaffen van goederen, werken of diensten rekening te houden met Europese richtlijnen en Europese grondbeginselen. Gemeenten die reintegratietrajecten inkopen moeten ook rekening houden met de eisen die de Europese Unie aan overheden stelt. Eén van de doelen die de Europese Unie nastreeft is een open overheidsmarkt: een situatie waarbij aanbieders vrij met elkaar kunnen concurreren bij het verkrijgen van Re-integratienota

12 overheidsproducten. Om dit te realiseren stelt de Europese Unie eisen aan de wijze waarop overheden opdrachten verstrekken. De Europese regels rond aanbesteding van diensten zijn vastgelegd in de Europese aanbestedingsrichtlijn 2004/18/EG. Voor de Nederlandse situatie is deze richtlijn vertaald in het Besluit Aanbestedingsregels voor Overheidsopdrachten (Bao). Dit besluit geldt voor zowel reintegratiediensten als inburgerings- en WMO-diensten. Het besluit is van toepassing zodra de opdracht een bedrag van ,- exclusief BTW te boven gaat. Voor de bepaling van de waarde van de totale aanbestedingssom moet een termijn van 48 maanden worden gehanteerd. Als de inkoop de drempelwaarde van ,- exclusief BTW in 48 maanden overschrijdt, dan zal er moeten worden aanbesteed. Het splitsen van de opdracht in kleinere delen is niet toegestaan. Wanneer de waarde van de opdrachten beneden het drempelbedrag van ,- ligt, dan zijn de Europese aanbestedingsregels niet van toepassing. De aan de gemeente gelieerde bedrijven (zoals SW-bedrijven) mogen wel meedingen in de offerteprocedure, maar onder volstrekt gelijke condities als private reïntegratiebedrijven. Gemeenten mogen als opdrachtgever niet de bedrijven bevoordelen waarin zij zelf belangen hebben of waarmee zij zelf nauwe relaties onderhouden. Dit zou namelijk kunnen wijzen op verboden staatssteun. Bovenstaande betekent dat de gemeente Eemsmond verplicht is een aantal re-integratietrajecten aan te besteden. Dit geldt voor alle trajecten waar in 48 maanden tijd een hoger bedrag uit het werkdeel wordt besteed dan ,- exclusief BTW. In de praktijk betekent dit dat de volgende re-integratietrajecten zullen moeten worden aanbesteed:? Work First fase 1 en 2? Work First fase 3 en 4? Re-integratietrajecten fase 2 en 3? Re-integratietrajecten fase 4? Re-integratietrajecten gericht op werken met loonkostensubsidie? Begeleiding en uitvoering maatschappelijke banen? Schoffelproject? Andere werkprojecten die bovenstaand drempelbedrag te boven gaan. Re-integratienota

13 Hoofdstuk 4 Cliëntenbestand Op peildatum 1 juli 2006 ziet het uitkeringsbestand van de gemeente Eemsmond er als volgt uit: Aantal bijstanduitkeringen 404 Totaal aantal bijstandsgerechtigden (inclusief partners) 466 Aantal niet-uitkeringsgerechtigden (NUG) in re-integratietraject 9 + Totaal aantal cliënten re-integratie 475 Dit betekent dat de gemeente Eemsmond per peildatum 1 juli 2006 verantwoordelijk is voor de re-integratie van 475 cliënten. Het cliëntenbestand bestaat uit 202 mannen en 273 vrouwen. Per peildatum 1 juli 2006 volgen 249 van deze cliënten een re-integratietraject. 4 cliënten volgen een traject in het kader van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). Uitgangspunt is dat alle nieuwe cliënten bij de aanvraag in een traject gezet worden en dat de oude cliënten in de loop van de tijd in traject worden gezet. Van de 475 klanten, volgen 226 klanten op dit moment geen traject. Een deel van deze groep heeft in het verleden wel een traject gevolgd. Een grote groep klanten (200) heeft wisselende inkomsten naast de bijstandsuitkering waardoor er weinig mogelijkheden zijn om een reintegratietraject te volgen. Een groep van 70 mensen heeft de leeftijd van 57,5 jaar bereikt. Tot slot hebben momenteel 120 klanten een vrijstelling op grond van verschillende omstandigheden (psychisch, medisch, jonge kinderen, sociale problematiek, leeftijd). De uitstroom in 2006 uit de WWB bedraagt tot peildatum 1 juli in totaal 45. Hieronder volgt een overzicht van de redenen van deze uitstroom: Werk 20 Verhuizing 11 Relatie 5 Ander inkomen 3 Zelfstandige 2 Overlijden 2 Studie 1 Bereiken leeftijd 65 jaar 1 + Totale uitstroom 45 De re-integratie van de gemeente Eemsmond kan met het huidige automatiseringsysteem niet goed in kaart worden gebracht. Daarom wordt hiervoor een nieuw cliëntvolgsysteem ingevoerd, te weten Stratech. Het pakket biedt de volgende voordelen:? Heldere en eenvoudige structuur? Overzichtelijke re-integratietrajecten? Mogelijkheid tot signaallijsten en termijnbewaking? Mogelijkheid tot contractbeheer en budgetbewaking? Duidelijke management- en beleidsinformatie + rapportages (kwartaalrapportages voor de gemeenteraad)? Tijd- en kostenbesparing? Het cliëntvolgsysteem wordt in 2006 geïmplementeerd en het is de bedoeling dat de consulenten Sociale zaken per 2007 met dit systeem kunnen gaan werken. Re-integratienota

14 Hoofdstuk 5 Voorzieningen re-integratie 5.1 Work First Algemeen Work First betekent werken voor je uitkering en daar staat de gemeente Eemsmond volledig achter. Daarom wordt van alle mensen die een uitkering aanvragen verwacht dat zij direct bij aanvang van de uitkering een Work First traject gaan volgen. Dit behoeft echter wel enige nuancering. Mensen moeten namelijk wel in staat zijn om een Work First traject te volgen en daarnaast moet de inzet van een Work First traject zinvol zijn en een positieve stap richting reintegratie op de arbeidsmarkt. Daarom is besloten Work First te verdelen in twee categorieën. Work First is onderverdeeld in twee categorieën:? Work First fase 1 en 2; bestemd voor alle bijstandsgerechtigden die door het CWI in fase 1 of 2 zijn ingedeeld? Work First fase 3 en 4; bestemd voor alle bijstandsgerechtigden die door het CWI in fase 3 en 4 zijn ingedeeld Met deze Work First trajecten gaan alle bijstandscliënten direct aan het werk, maar wordt ook meteen een goede aansluiting gezocht bij de verschillende doelgroepen. Op deze manier willen we bijstandscliënten niet alleen laten werken voor de uitkering, maar hopen we tegelijkertijd de uitstroom van deze cliënten uit deze uitkering te bevorderen. Work First zal door de gemeente niet worden ingezet op de volgende doelgroepen:? cliënten met een leeftijd van 57,5 jaar en ouder? arbeidsongeschikten Alle mensen die in aanmerking komen voor een bijstanduitkering van de gemeente Eemsmond en in staat zijn om werk te verrichten worden in eerste instantie door een re-integratieconsulent gesproken. Dit geschiedt zo snel mogelijk, in ieder geval binnen een week na de aanvraag om een uitkering. Vervolgens wordt de cliënt aangemeld voor Work First. Work First trajecten zijn in de aanbesteding weggezet bij verschillende bedrijven. Op dit moment volgen cliënten Work First via het traject Direct Werk van het re-integratiebedrijf Detawerk of via het traject Werk en Activering van Ability. De aanbesteding loopt nog tot 1 januari Daarna zal er een nieuwe aanbesteding moeten plaatsvinden. De trajecten Work First worden geheel beschreven in bijlage Resultaten In het jaar 2005 zijn er 29 trajecten Work First fase 1 en 2 uitgezet. Hiermee is in 2005 een uitstroompercentage van 55% behaald. Het traject Work First fase 3 en 4 is pas in 2006 van start gegaan. Hiervan is nog geen uitstroompercentage bekend. Het is voor de eerste keer dat hiermee ervaring wordt opgedaan. Het beoogde uitstroompercentage is daarom ook een inschatting Doelstellingen Op basis van gemiddeld 200 aanvragen per jaar, willen we de volgende trajecten gaan uitzetten:? Minimaal 30 trajecten Work First fase 1 en 2 uitzetten in Hiermee een uitstroompercentage behalen van minimaal 50%.? Minimaal 50 trajecten Work First fase 3 en 4 uitzetten in Hiermee een uitstroompercentage behalen van minimaal 15% Re-integratienota

15 Deze doelstellingen zijn gebaseerd op de aantallen van 2004 en Cliënten die in eerste instantie niet kunnen werken en dus ook niet deel kunnen nemen aan Work First, krijgen op een later tijdstip de kans om een re-integratietraject te starten Kosten De kosten van Work First fase 1 en 2 bedragen 1.898,- inclusief BTW per traject. De totale kosten van 30 trajecten bedragen in 2007 dus ,-. De kosten van Work First fase 3 en 4 bedragen 2.450,- inclusief BTW per traject. De totale kosten van 50 trajecten bedragen in , Uitvoering De uitvoering van Work First fase 1 en 2 ligt op dit moment bij re-integratiebureau DetaWerk. De aanbesteding die destijds is gedaan loopt tot 1 januari In de tussenliggende periode heeft ook Ability zich gemeld op de re-integratiemarkt. Binnenkort start de nieuwe aanbestedingsprocedure. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van de gesloten aanbestedingsprocedure. Ook Ability zal worden uitgenodigd om een offerte uit te brengen. In het bestek zal worden opgenomen dat kennis van de lokale arbeidsmarkt noodzakelijk is. 5.2 Gesubsidieerd werk Algemeen Gesubsidieerd werk is onderverdeeld in de volgende categorieën:? Maatschappelijk banen; bestemd voor alle mensen van 45 jaar en ouder die voorheen een ID- of WIW-baan hadden.? Loonkostensubsidie regulier; bestemd voor alle werkgevers die een bijstandsgerechtigde die langer dan een jaar werkloos is óf iemand met een maatschappelijke baan een arbeidscontract aanbieden voor de duur van 12 maanden.? Loonkostensubsidie non-profit; bestemd voor alle non-profit organisaties die een bijstandsgerechtigde die langer dan twee jaar werkloos is een arbeidscontract aanbieden voor de duur van 12 maanden.? Vervolgsubsidie; bestemd voor alle werkgevers die een bijstandsgerechtigde na een jaar dienstverband met loonkostensubsidie minimaal een arbeidscontract voor 12 maanden aanbiedt. Gesubsidieerd werk wordt geheel beschreven in bijlage Resultaten Er zitten op dit moment nog 18 mensen in de overgangsregeling WIW en ID. De verwachting is dat per 1 januari mensen zullen doorstromen naar een maatschappelijke baan. Dat komt doordat twee mensen die in de overgangsregeling WIW en ID zitten vóór 1 januari 2007 een vast dienstverband krijgen aangeboden van hun huidige werkgever. Per 1 januari 2008 zullen nog maximaal 13 mensen een maatschappelijke baan hebben. Dit komt doordat de mensen die jonger zijn dan 45 jaar gedurende maximaal een jaar nog mogen blijven werken in een maatschappelijke baan. Zij zullen daarna uitstromen uit de maatschappelijke baan. Per peildatum 1 juli 2006 zijn in totaal slechts 5 cliënten uitgeplaatst met behulp van verstrekking van loonkostensubsidie regulier (voorheen opstapbaan). 3 cliënten zijn vanuit het werken met loonkostensubsidie uitgestroomd naar regulier werk. 2 cliënten werken nu nog met behulp van verstrekking van loonkostensubsidie. Van de vervolgsubsidie is tot nu toe nog geen gebruik gemaakt. Re-integratienota

16 5.2.3 Doelstellingen In 2007 zoveel mogelijk mensen, die jonger zijn dan 45 jaar en nog een maatschappelijke baan hebben voor de duur van maximaal een jaar, te laten uitstromen naar regulier werk met behulp van een re-integratietraject. Minimaal 15 cliënten uitplaatsen naar werk met behulp van verstrekking van de loonkostensubsidie regulier. Minimaal 5 cliënten uitplaatsen met behulp van de loonkostensubsidie non-profit Kosten De salariskosten van een maatschappelijke baan bedragen ,- per jaar. De begeleidingskosten bedragen ongeveer 3.150,- per traject. In totaal komen de kosten van 16 maatschappelijke banen in 2007 uit op ,-. De loonkostensubsidie regulier bedraagt ,- per jaar. De kosten van het uitplaatsen van 15 cliënten met behulp van loonkostensubsidie regulier komen in 2007 uit op ,-. De loonkostensubsidie non-profit bedraagt ,- per jaar. De kosten van het uitplaatsen van 5 cliënten met behulp van loonkostensubsidie non-profit komen in 2007 uit op ,- De vervolgsubsidie bedraagt 6.000,-. De verwachting is dat maximaal 10 werkgevers gebruik zullen maken van de vervolgsubsidie. De kosten van de verstrekking van de vervolgsubsidie komen in 2007 uit op ,- 5.3 Overige re-integratietrajecten Bemiddeling, stage en scholing De overige re-integratietrajecten zijn onderverdeeld in de volgende voorzieningen:? Bemiddeling en begeleiding; bestemd voor alle bijstandsgerechtigden, nietuikeringsgerechtigden en mensen met een ANW-uitkering die begeleiding nodig hebben bij hun re-integratie op de arbeidsmarkt.? Stage; bestemd voor alle bijstandsgerechtigden die werkervaring en werknemersvaardigheden op moeten doen bij een werkgever voordat zij zich kunnen begeven richting arbeidsmarkt.? Scholing; bestemd voor alle bijstandsgerechtigden, niet-uitkeringsgerechtigden en mensen met een ANW-uitkering die met behulp van een opleiding hun kansen op de arbeidsmarkt kunnen vergroten. Deze re-integratietrajecten worden geheel beschreven in bijlage Resultaten De resultaten van deze trajecten zijn met het huidige systeem niet in kaart te brengen. Dit moet handmatig gebeuren wat veel tijd kost. Met de invoer van het nieuwe cliëntvolgsysteem Stratech zal dit vanaf 2007 automatisch kunnen Doelstelling De gemeente Eemsmond heeft als uitgangspunt dat het behalen van een startkwalificatie erg belangrijk is. Wanneer een cliënt geen startkwalificatie heeft, dan gaat scholing boven werk. Dit in aansluiting op het Waddenmodel Kosten Het is niet duidelijk wat de totale kosten van deze re-integratietrajecten zullen zijn in Deze individuele trajecten zijn namelijk heel specifiek aangepast aan de persoonlijke situatie van de cliënten en deze zullen dus ieder jaar verschillen. In het kostenoverzicht is een post overige opgenomen waaronder deze kosten zullen vallen. Re-integratienota

17 5.4 Trajecten langdurig werklozen Terugkeerbanen, Sociale Activering, Vrijwilligerswerk, Zorgtraject Er zijn verschillende trajecten voor langdurig werklozen:? Terugkeerbanen (worden per 1 januari 2007 ingevoerd); bestemd voor alle bijstandsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.? Sociale Activering; bijstandsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt die langer dan 24 maanden niet hebben deelgenomen aan het arbeidsproces en waarvoor uitstroom naar regulier werk nu niet mogelijk is.? Vrijwilligerswerk; bijstandsgerechtigden zonder reëel perspectief op regulier werk die door vrijwilligerswerk een zinvolle bijdrage willen en kunnen leveren aan de samenleving.? Zorgtraject; bijstandsgerechtigden die niet in staat zijn om te werken omdat zij eerst zorg nodig hebben in de vorm van bijvoorbeeld psychische hulpverlening, schuldhulpverlening of verslavingszorg. De trajecten voor langdurig werklozen worden geheel beschreven in bijlage Resultaten In 2005 is er twee maal een cursus Sociale Activering gegeven door Stichting Mens en Werk aan in totaal 18 bijstandsgerechtigden (fase 3 en 4). Van de 18 cliënten zijn er 10 doorgestroomd naar een vervolgtraject gericht op re-integratie. Gezien de doelgroep is dit resultaat zeer positief te noemen Doelstelling Bijstandsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt toch weer langzaam te bewegen richting arbeidsmarkt en op een zinvolle manier deel te laten nemen aan de samenleving. In 2007 opnieuw de cursus Sociale Activering verzorgen voor een groep van minimaal 10 bijstandsgerechtigden Kosten De kosten van de cursus sociale activering bedragen 2.082,50 per deelnemer. Daar komen nog de kosten van de huur van de accommodatie, reiskosten en eventuele aanvullende kosten bij. Deze kosten variëren. Dit hangt onder andere af van welke accommodatie er beschikbaar is. Uitgaande van 10 deelnemers komen de kosten in 2007 uit op ongeveer ,-. Een inschatting van de overige kosten van de trajecten voor langdurig werklozen is nog niet mogelijk. Vanaf volgend jaar zullen ook deze kosten precies kunnen worden geregistreerd in Stratech. 5.5 Werkprojecten Jaarlijks diverse projecten De gemeente heeft in het kader van de re-integratieverordening de mogelijkheid om losse werkprojecten in te zetten als re-integratie instrument. De gemeente heeft de vrijheid om nieuwe projecten te bedenken en in te zetten. Een nieuw project moet wel overeenstemmen met datgene wat is vastgesteld in de re-integratieverordening. De kosten van deze projecten kunnen worden betaald vanuit het werkdeel. Hiervoor wordt ieder jaar apart budget gereserveerd. Jaarlijks zal een overzicht van de begrote kosten worden gemaakt. De lopende werkprojecten worden verder beschreven in bijlage Resultaten In 2005 is voor het eerst het schoffelproject van start gegaan. 18 cliënten zijn in 2005 begonnen met het schoffelproject, waarvan uiteindelijk 13 cliënten daadwerkelijk aan dit project hebben Re-integratienota

18 deelgenomen. 5 cliënten zijn afgevallen omdat dit traject (lichamelijk) niet geschikt voor hen bleek te zijn of omdat zij niet gemotiveerd waren. Aan deze cliënten is direct een alternatief reintegratietraject aangeboden. Aan de 13 cliënten die hebben deelgenomen aan het schoffelproject is na afloop van het project een vervolgtraject aangeboden, bijvoorbeeld een begeleidingstraject of scholing. Het schoffelproject heeft geleid tot een grotere motivatie onder de cliënten om zich uiteindelijk weer richting arbeidsmarkt te begeven. Op dit moment nemen 14 cliënten deel aan het schoffelproject van Dit project liep tot 1 november Hiervan zijn nog geen resultaten bekend Doelstellingen Het doel is om in 2007 opnieuw het schoffelproject te starten. Op dit moment worden de mogelijkheden voor het opzetten van andere werkprojecten onderzocht, zoals bijvoorbeeld het opzetten van een klussendienst of werkgelegenheidsprojecten in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. De gemeente Eemsmond heeft de intentieverklaring getekend om deel te nemen aan het Tender Energiebesparing Lage Inkomens (TELI)-project in de provincie Groningen. Het TELI-project is opgezet om te kijken naar de mogelijkheden tot energiebesparing voor mensen met lage inkomens. De afdeling Milieu en de afdeling Sociale Zaken werken hierin samen. Er zullen enkele bijstandsgerechtigden van de deelnemende gemeenten worden opgeleid om dit project uit te kunnen voeren. De afdeling Milieu heeft hiervoor eind juni 2006 een voorstel geschreven. Of dit project inderdaad in 2007 van start gaat hangt af van of de subsidie voor dit project wordt toegekend. Dit zal pas eind 2006 bekend zijn Kosten De kosten van de trajectbegeleiding van het schoffelproject bedragen 3.272,50 per persoon + maximaal 100,00 aan werkkleding. In totaal komen de kosten dus uit op 3.372,50 per persoon. Uitgaande van ongeveer 15 deelnemers komen de totale kosten in 2007 van het schoffelproject uit op ,-. Daarnaast wordt er aan iedere deelnemer nog een premie verstrekt. Wanneer het TELI-project in 2007 van start gaat, zal het gemeentelijk deel van de kosten vanuit het werkdeel moeten worden betaald. De kosten voor de gemeente bedragen maximaal , Premieverstrekking Algemeen Vanuit de Wet werk en bijstand is het mogelijk om bijstandsgerechtigden eenmalig een premie toe te kennen ter hoogte van maximaal 2.054,- per kalenderjaar voor zover dit naar oordeel van het college bijdraagt aan de arbeidsinschakeling. Op dit moment verstrekt de gemeente Eemsmond alleen een premie aan deelnemers van het schoffelproject. Omdat het belangrijk is om mensen te stimuleren om te gaan werken en ook te waarderen wanneer zij een belangrijke rol vervullen in de samenleving, is het voorstel om ook een premie te verstrekken wanneer mensen geheel of gedeeltelijk uitstromen naar werk en wanneer mensen voor langere duur minimaal 4 uur per week vrijwilligerswerk doen. De gemeente Eemsmond wil vier soorten premies gaan verstrekken: 1. Premie bij deelname aan projecten, zoals bijvoorbeeld het schoffelproject 2. Premie uitstroom voltijd 3. Premie uitstroom deeltijd 4. Premie vrijwillligerswerk De premieverstrekking wordt geheel beschreven in bijlage 6. Re-integratienota

19 5.6.2 Resultaten In 2005 is er alleen een premie verstrekt aan de bijstandsgerechtigden die deelnamen aan het schoffelproject. Deze premie blijkt een goede stimulans te zijn voor deelname aan het schoffelproject. Daarnaast krijgen de deelnemers van het schoffelproject waardering voor hun werk Doelstelling Vanaf 2007 niet alleen premies verstrekken in het kader van het schoffelproject, maar ook bij eventuele andere werkprojecten en bij uitstroom naar voltijd of deeltijd werk en vrijwilligerswerk. De verwachting is dat in 2007 ongeveer 30 mensen zullen uitstromen naar werk en dat er dus maximaal 30 uitstroompremies voltijd verstrekt zullen gaan worden. Over de premies deeltijd en vrijwilligerswerk is nog niet veel te zeggen. Dit zal de praktijk in 2007 moeten uitwijzen Kosten De premie die wordt verstrekt aan bijstandsgerechtigden die deelnemen aan het schoffelproject bedraagt in ,- per persoon. Deelnemers die minder dan 36 uur per week werken in het schoffelproject ontvangen een premie naar rato. Uitgaande van 15 deelnemers zullen de totale kosten van de premies in het kader van het schoffelproject in 2007 ongeveer uit op ,- De verwachting is dat de kosten voor de verstrekking van de premies voltijd zullen uitkomen op een bedrag van in totaal ,-. Het is nog niet duidelijk hoe hoog de totale kosten van de overige te verstrekken premies zullen zijn in Het is namelijk onbekend hoeveel mensen er jaarlijks uitstromen naar deeltijd werk of vrijwilligerswerk doen. Deze gegevens staan in het huidige systeem namelijk niet geregistreerd. Deze gegevens zullen vanaf volgend jaar wel worden geregistreerd in Stratech. Na volgend jaar 2007 zal dus duidelijk worden wat precies de kosten zijn van de verstrekking van deze premies op jaarbasis. 5.7 NUG-regeling Algemeen De gemeentelijke voorwaarden voor de voorzieningen van de re-integratie van nietuitkeringsgerechtigden en personen met een ANW-uitkering staan omschreven in de gemeentelijke NUG-regeling. De NUG-regeling wordt beschreven in bijlage 7. De verwachting is dat het aantal niet-uitkeringsgerechtigden dat een beroep doet op de NUGregeling zal toenemen. Dit komt voornamelijk doordat de NUG-regeling steeds meer bekendheid krijgt Resultaten Tot nu toe hebben 10 niet-uitkeringsgerechtigden een beroep gedaan op de NUG-regeling Doelstelling In 2007 minimaal 20 niet-uitkeringsgerechtigden gebruik laten maken van de NUG-regeling Kosten In het kader van de NUG-regeling wordt per reïntegratietraject een bedrag beschikbaar gesteld van maximaal 5.000,-. Dit bedrag is gebaseerd op ervaringen van de laatste jaren met trajectkosten. De kosten van de NUG-regeling zullen in 2007 uitkomen op maximaal ,-. Re-integratienota

20 5.8 Reiskostenvergoeding Algemeen De gemeente Eemsmond verstrekt per 1 januari 2007 aan alle cliënten die in het kader van een re-integratietraject reiskosten moeten maken een reiskostenvergoeding van 0,19 per kilometer ongeacht of iemand met het openbaar vervoer reist of met de auto. De reiskostenvergoeding wordt achteraf verstrekt op declaratiebasis. Wanneer de reisafstand minder dan 5 km enkele reis bedraagt of wanneer iemand met de fiets reist, wordt er geen reiskostenvergoeding verstrekt. Indien nodig, is het wel mogelijk om vanuit het werkdeel een financiële bijdrage te leveren voor het onderhoud van de fiets. De reiskosten worden betaald vanuit het werkdeel Kosten De totale kosten van de reiskostenvergoedingen komen jaarlijks uit op een bedrag van ongeveer ,-. Re-integratienota