L. FEYEN (1), R. VAZQUEZ (2), K. CHRISTIAENS (2), O. SELS (3) en J. FEYEN (2) (1) Aspirant FWO, Laboratorium voor Hydrologie, V.U.B.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "L. FEYEN (1), R. VAZQUEZ (2), K. CHRISTIAENS (2), O. SELS (3) en J. FEYEN (2) (1) Aspirant FWO, Laboratorium voor Hydrologie, V.U.B."

Transcriptie

1 KALIBRATIE- EN VALIDATIEPROCEDURE VAN HET RUIMTELIJK VERDEELD FYSISCH GEBASEERD HYDROLOGISCH MIKE SHE MODEL MET TOEPAS- SING OP HET STROOMGEBIED VAN DE GROTE EN DE KLEINE GETE L. FEYEN (), R. VAZUEZ (), K. CHRISTIAENS (), O. SELS (3) en J. FEYEN () () Aspirant FWO, Laboratorium voor Hydrologie, V.U.B. () Instituut voor Land- en Waterbeheer, K.U.Leuven (3) Laboratorium voor Hydrogeologie, K.U.Leuven CALIBRATION AND VALIDATION PROCEDURE FOR THE DISTRIBUTED PHYSICAL-BASED HYDROLOGICAL MIKE SHE MO- DEL, WITH APPLICATION TO THE CATCHMENT OF THE RIVERS GROTE AND KLEINE GETE Calibration and validation of the MIKE SHE model was performed with application to a medium sized catchment. The model was calibrated both against daily discharge measurements for one discharge station and observed water levels for observation wells with filters in different geological layers. The model was first validated using a simple split-sample test. The results show that observed discharges are simulated well in both the calibration and the validation period while the results for the water table wells differ a lot among the wells. In addition, a multi site validation test was performed for internal discharge stations and 6 observation wells which showed inferior results for the discharge stations and comparable results for the water table wells. As in the calibration and the split-sample test validation, the water table fluctuations are predicted well in some wells but no agreement is established in other observation wells which is partly due to scale effects and the poor quality of the data in certain areas of the catchment. Mainly the lack of data makes it as yet impossible to simulate time series of internal catchment variables with acceptable accuracy. Given the previous, the calibrated and validated model does not enable to make reliable predictions of the water table within the whole catchment. INLEIDING Het gebruik van hydrologische modellen is gedurende de laatste 5 jaar voor een brede waaier van toepassingen sterk toegenomen. Het gemak waarmee ze kunnen worden toegepast leidt dikwijls tot een minder kritische doorlichting van het bekken dat wordt gemodelleerd. Daarbij worden dikwijls waarden voor parameters geselecteerd zonder veel aandacht te besteden aan hun fysische betekenis of variabiliteit, hetgeen essentieel is voor fysisch gebaseerde ruimtelijk verdeelde modellen zoals MIKE SHE. In de lumped conceptuele modellen daarentegen hebben de parameters geen fysische betekenis en is de parameterschatting een optimalisatieproces dat niet aan fysische grenzen is beperkt. Een bijkomende restrictie voor de meeste fysisch gebaseerde modellen is dat ze deterministisch zijn, waarin de realiteit processen veelal stochastisch zijn. Dit betekent dat eenmaal de parameterwaarden zijn bepaald, het model steeds een zelfde resultaat produceert voor een gegeven set van invoercondities. De modelresultaten zijn daarbij maar zo betrouwbaar als de modelaannames, de invoer en de parameterschatting. Het is bijgevolg zeer belangrijk voor de set van modelparameters fysisch realistische waarden af te leiden zodanig dat het model het gedrag in het studiegebied zo nauwkeurig mogelijk simuleert (Sorooshian en Gupta, 995). Dit gebeurt door het model te kalibreren waarbij de parameterwaarden begrensd zijn door de fysische eigenschappen van de parameter. In een optimale situatie zijn er meetgegevens voorhanden voor het definiëren van deze grenzen. Een volledig ruimtelijk verdeeld fysisch gebaseerd model bevat per definitie enkel parameters die kunnen worden afgeleid uit veldgegevens, hetgeen impliceert dat deze modellen in principe niet zouden moeten gekalibreerd worden indien er voldoende gegevens beschikbaar zijn. De modellen worden echter veelal toegepast op een schaal die verschillend is van de schaal waarop de vergelijkingen die het model ondersteunen zijn afgeleid en waarop de parameterwaarden worden bepaald. Als gevolg hiervan is het onontbeerlijk de modellen te kalibreren (Refsgaard, 997). KALIBRATIE Figuur geeft een schematisch overzicht van het kalibratieproces voor een deterministisch model. Zowel veld- en laboratoriumobservaties van een fysisch systeem als de weergave van het systeem door het mathematisch model zijn onderhevig aan fouten. Een model is slechts een benadering van de complexe realiteit en de vergelijkingen worden meestal toegepast op een schaal verschillend van deze waarop ze zijn afgeleid. Bovendien is het niet mogelijk om alle ruimtelijke en temporele variatie van de parameters en toestandsvariabelen te bepalen. De uitvoer van een hydrologisch model is sterk afhankelijk van het benaderend karakter van de invoer van het model. De simulatieresultaten van het model kunnen worden geoptimaliseerd door het gericht aanpassen van de parameters. In dit kalibratieproces wordt gezocht naar een zo goed mogelijke overeenkomst tussen de gesimuleerde en geobserveerde variabelen. Bij het kalibreren van een model is het aangewezen eerst de meest onzekere of de meest kritische parameters, t.t.z. de parameters met het grootste effect op de modelvoorspellingen, te definiëren. Indien het model niet in staat is de observaties te benaderen kan een foutenanalyse inzicht geven in de oorzaak hiervan. Er zijn namelijk 6 bronnen van fouten (Spitz en Moreno, 996; Refsgaard en Storm, 996) of onzekerheid die aanleiding kunnen geven tot discrepan-

2 Figuur : Schematische voorstelling van de kalibratieprocedure van deterministische modellen, naar Fleming (975),SXW PDVVDÃHHUJLHÃLIRUPDWLH $IZLMNLJH zoals bv. de least squares en maximum likelihood, gebaseerd op de analyse van de residu s, waarbij de fysische eigenschappen van het model volledig over het hoofd worden gezien. De procedure is bijgevolg onderhevig aan de onzekerheid die inherent is aan elke statistische analyse (Todini, 988). )\VLVFK V\VWHHP EVHUYDWLHV $IZLMNLJH 0LLPDOLVHUH )RXWHYHUVFKLO &ULWHULXPÃYRRUÃDXZNHXULJKHLG YDÃGHÃYRRUVWHOOLJ 0RGHOXLWYRHU 0RGHO $DSDVVLJ SDUDPHWHUV De evaluatie van de modelperformantie tijdens de kalibratie en de validatie van het model is mogelijk zowel op kwalitatieve, aan de hand van visueel grafische technieken, als op kwantitatieve wijze met behulp van statistische methoden. In deze studie werden beide methoden in combinatie toegepast, waarbij een eerste idee van de nauwkeurigheid door grafische presentatie van de resultaten werd bekomen. Van de aanvaardbare simulaties, op grafische wijze geselecteerd, werden vervolgens een aantal statistische parameters bepaald om de simulaties kwantitatief te vergelijken. De statistische criteria die hierbij werden toegepast zijn (Loague en Green, 99; Gupta et al., 998): ties tussen de geobserveerde waarden en de modelresultaten, namelijk:. toevallige of systematische fouten in de invoerdata (parameters, variabelen) en de kalibratiedata (variabelen);. fouten te wijten aan een niet optimale parameterset; 3. mathematische fouten in het model, met betrekking tot de fysische en wiskundige basis van de computercode; 4. conceptuele fouten in het model, bv. foute interpretatie van de processen, grenscondities en de dimensionaliteit van het systeem; 5. numerieke fouten inherent aan het oplossingsalgoritme zoals bv. numerieke dispersie te wijten aan discretisatie; en 6. interpretatiefouten van de voorspelde resultaten vooral bij modellen zonder postprocessor en misconceptie van de verwachte resultaten. In het kalibratieproces van een hydrologisch model kan enkel de onzekerheid te wijten aan de tweede foutenbron worden geminimaliseerd. Gedurende de kalibratie van een model is het bijgevolg belangrijk dat een onderscheid wordt gemaakt tussen de verschillende bronnen van onzekerheid, zodat niet ten onrechte parameterwaarden buiten fysisch aanvaardbare grenzen worden gewijzigd voor het compenseren van fouten te wijten aan andere bronnen van onzekerheid. De sterkte van de geïntegreerde ruimtelijk verdeelde modellen is tevens hun zwakte daar de weergave van de ruimtelijke variatie van de hydrogeologische karakteristieken van een gebied een enorme hoeveelheid aan data vereist. Een kritiek door verschillende auteurs geuit betreft de verscheidenheid aan parameters die kunnen worden gewijzigd tijdens het kalibratieproces. Beven (989, 996) beschouwt modellen die de pretentie hebben ruimtelijk verdeeld en fysisch gebaseerd te zijn eerder als lumped conceptuele modellen met een groter aantal parameters waarbij het probleem van overparameterisatie niet ondenkbeeldig is. Refsgaard en Storm (996) benadrukken echter dat een rigoureuze parameterisatie cruciaal is om methodologische problemen tijdens de kalibratie en validatie van het model te vermijden. Hierbij wordt het ruimtelijk patroon van de parameterwaarden gedefinieerd zodanig dat de parameter enkel de significante en systematische variatie, welke afleidbaar is uit de beschikbare veldgegevens, weergeeft. Dit parametisatieproces reduceert het aantal vrije parameters die in de loop van het kalibratieproces moeten worden geoptimaliseerd. Het kalibreren van een model kan manueel gebeuren via trial and error, automatisch via numerieke parameteroptimalisatie of door een combinatie van beiden. Het meest toegepast is de trial and error procedure, vooral bij meer gecompliceerde gevallen. De manuele methode vergt hydrologisch inzicht en ervaring en als gevolg van het subjectieve karakter bestaat de mogelijkheid dat verschillende modelgebruikers een andere set van optimale parameterwaarden verkrijgen voor hetzelfde studiegebied. Bij het automatisch optimaliseren van de modelparameters wordt gebruik gemaakt van een wiskundig algoritme voor het vinden van het extremum van een gegeven numerieke doelfunctie. Het doel is om doorheen zoveel mogelijk combinaties en permutaties van parameterwaarden die set van parameters af te leiden die het best voldoet aan het nauwkeurigheidscriterium. Het kalibreren van de modelparameters door optimalisatie van een doelfunctie bestaat uit het toepassen van één of andere statistische techniek, a) Vierkantswortel van de gemiddelde kwadratische fout / ( 3L L ) L 506( = = [ b) Modelefficiëntie c) Determinatiecoëfficiënt d) Gemiddelde absolute fout waarbij, 3 L L ( ) ( ) L 3L L L= L= () = ( ) L L= L= &' = ( L ) ( 3L ) L= L L= $%6(55 = = gesimuleerde waarden = geobserveerde waarden = gemiddelde van de geobserveerde waarden = aantal observaties 3 L

3 De RMSE geeft het gemiddeld verschil weer tussen de gesimuleerde en de geobserveerde waarden, uitgedrukt als fractie van het gemiddelde van de geobserveerde waarden. De modelefficiëntie, gedefinieerd door Nash en Sutcliffe (970), geeft de afwijking t.o.v. één weer van de verhouding van het gekwadrateerd verschil tussen de geobserveerde en gesimuleerde waarden en de variantie van de observaties. De CD beschrijft de verhouding van de spreiding van de gesimuleerde en de geobserveerde waarden rond het gemiddelde van de observatiewaarden. De gemiddelde absolute fout is een maat voor de gemiddelde fout van de gemodelleerde tijdsseries. Bij een goede overeenkomst tussen de gesimuleerde en geobserveerde waarde van de variabele zal de waarde van de RMSE en de ABSERR afnemen met een waarde nul als ideale situatie terwijl het optimum van de andere statistische criteria gelijk is aan één. 3 KALIBRATIE EN VALIDATIE VAN HET MIKE SHE MODEL VOOR HET GETE- BEKKEN Vooraleer het eigenlijke kalibratieproces te starten werden een aantal initiële simulaties uitgevoerd waarbij het model progressief werd opgebouwd om een eerste idee te krijgen van de gevoeligheid van het model en van de invloed van een toenemende complexiteit. Dit proces behelst eveneens de parameterisatie van het model. Om het aantal vrije parameters tijdens het kalibratieproces te beperken werden de berekende hydraulische eigenschappen van de onverzadigde zone niet gewijzigd tijdens de kalibratie. Dit kan worden gerechtvaardigd door het relatief groot aantal beschikbare bodemgegevens, aannemende dat de pedotransferfuncties een juiste weergave zijn van de relatie tussen textuurgegevens en hydraulische karakteristieken, en het totaal gebrek aan kalibratiegegevens over de onverzadigde zone. De parameters van het gemodifieerde Ruttermodel voor het berekenen van de actuele evapotranspiratie werden eveneens als constant beschouwd. Een vergelijking van berekende actuele evapotranspiratie met het Ruttermodel en de gemodifieerde Penman-Monteithmethode toonde slechts geringe verschillen aan. De geologie in het studiegebied is opgebouwd uit 9 geologische eenheden zoals uitvoerig besproken in Feyen et al. (999). Het in rekening brengen van een groot aantal geologische eenheden geeft aanleiding tot een vrij complexe modelopbouw hetgeen grote rekentijden met zich meebrengt. De initiële simulaties toonden aan dat het geologisch model kon vereenvoudigd worden door de 9 geologische eenheden om te zetten in 5 hydrogeologische eenheden. Dit leidde tot aanzienlijk kortere rekentijden en een afname in het aantal gegevens die dienden te worden opgeslagen per simulatie zonder een significante wijziging in de simulatieresultaten. De selectie van de geologische eenheden die niet in rekening werden gebracht, is gebaseerd op de ruimtelijke verbreiding en de hydrogeologische kenmerken van de eenheid evenals op de beschikbaarheid van kalibratiegegevens binnen het gebied. De klei van Kortrijk komt zeer beperkt voor in het noordwesten van het gebied waar geen gegevens beschikbaar zijn over de positie van de watertafel. Lokaal heeft dit afdekkend kleipakket een grote invloed op de stijghoogten en ontstaat er een artesische watervoerende laag. Ten gevolg van de beperkte ruimtelijke verbreiding van deze laag binnen het simulatiedomein zal het echter een zeer beperkte invloed hebben op de afvoer van het stroomgebied. De Formatie van Sint- Huibrechts-Hern werd eveneens niet in rekening gebracht wegens de discontinue en beperkte ruimtelijk verbreiding binnen het stroombekken. Het komt lokaal nog voor op een aantal heuvels maar is volledig geërodeerd in de valleien. De dikte van de laag varieert sterk en kan op sommige plaatsen 0 m bedragen maar wegens het beperkte verschil in hydrogeologische eigenschappen met de onderliggende lagen werd deze geologische eenheid niet als een afzonderlijke laag in het model opgenomen, maar met de onderliggende laag gekoppeld tot een hydrogeologische eenheid. In de definitie van het geologisch model in MIKE SHE introduceert het model steeds een bijkomende laag onder aan het model die de grens vormt van de verzadigde zone. Deze laag wordt gekenmerkt door een zeer lage doorlatendheid hetgeen in de realiteit vrij goed overeenkomt met de hydraulische eigenschappen van de Paleozoïsche sokkel. De onderste laag wordt in het model enkel beschouwd als grenslaag, hetgeen impliceert dat geen stijghoogten worden berekend in deze laag. De grote diepte waarop deze laag in het grootste gedeelte van het stroomgebied is gelegen, de geologische eigenschappen en het gebrek aan stijghoogtegegevens in deze laag rechtvaardigen het gelijkstellen van de Paleozoïsche sokkel als grenslaag in het model. Het geologisch model is bijgevolg beperkt tot het Kwartair, de Brusseliaan zanden, het Landeniaan, de formatie van Heers en het Krijt. Bij het kalibreren van het model moet rekening worden gehouden met de kwaliteit en onzekerheid van de geologische data. Er is bijgevolg niet ten alle koste gestreefd naar een zeer nauwkeurige overeenkomst tussen geobserveerde en gesimuleerde stijghoogten omwille van het risico parameterwaarden te bekomen die fysisch niet realistisch zijn. 3. Discretisatie van het model in de ruimte en de tijd De keuze van de resolutie van het modelraster is afhankelijk van een aantal factoren zoals (a) de graad van heterogeniteit in de hydraulische parameters en grenscondities; (b) de afmetingen van het simulatiedomein; (c) beperkingen opgelegd door de rekenmachine; en (d) de voorspelde resolutie nodig voor de objectieven van de modellering. Bij het laatste punt dient te worden opgemerkt dat er een schaalverschil bestaat tussen de geobserveerde puntmetingen en de gesimuleerde waarden die de gemiddelde waarde in een rasterhok voorstellen. Tengevolge van het concept van numerieke discretisatie zijn deze schaalverschillen inherent en moet hiermee steeds rekening worden gehouden bij het analyseren van de resultaten. De gridafmeting heeft eveneens een belangrijke invloed op de simulatietijd (Bathurst, 986) en er dient een evenwicht te worden gevonden tussen de modelnauwkeurigheid en de rekentijden. Voor deze studie werd gekozen voor een resolutie van 600 m hetgeen resulteert in een raster van 55 bij 55 cellen. In MIKE SHE is het niet mogelijk in het horizontaal vlak een variabele discretisatie te bepalen. In de verticale richting werd de indeling in horizonten en lagen gedefinieerd in overeenstemming met de bodemprofielbeschrijvingen en de informatie over de geologische eenheden. In de onverzadigde zone nam de resolutie progressief toe van 5 cm aan de top tot 30 cm onder aan het bodemprofiel. In hydrologische modellen kan men twee soorten tijdsintervallen onderscheiden namelijk de stress -perioden gedurende dewelke de grenscondities constant zijn en tussen dewelke de grenscondities wijzigen, en de tijdstappen die de lengte van de simulatiestappen weergeven. De lengte van de stress -perioden werd vastgelegd op één dag overeenkomstig de beschikbare meteorologische informatie en debietgegevens. Factoren die de keuze van de tijdstap beïnvloeden zijn o.a. de numerieke stabiliteit, de tijdsvariatie van de grenscondities en de tijdgerelateerde objectieven van de modellering. In het algemeen leiden kleinere tijdstappen tot nauwkeurigere resultaten. Te kleine tijdstappen geven aanleiding tot excessieve berekeningstijden terwijl te grote tijdstappen resulteren in een exuberant aantal iteraties nodig voor het convergeren van de massabalans en mogelijke numerieke dispersie of instabiliteit. De simulatietijdstap werd niet expliciet in het model gedefinieerd en is afhankelijk van de neerslag. De parameter P max is de maximaal toelaatbare hoeveelheid neerslag binnen een bepaalde tijdstap en deze parameter controleert de variabele tijdstap die wordt gebruikt in de simulatie. Indien P max wordt overschreden binnen een tijdstap zal deze worden gereduceerd met de ratio P actual /P max. Na een reductie van de tijdstap en een afname in de neerslagintensiteit zal de tijdstap terug worden verhoogd met een factor P alfa tot de tijdstap de maximaal toegelaten tijdstap T max bereikt. De volgende waarden werden gebruikt tijdens de simulaties: P max = mm; T maxuz = 4 uur; T maxsz = uur; en P alfa = 0,05. 3

4 Figuur : Locatie van de afvoerstations en de peilputten gebruikt tijdens de kalibratie en de validatie de aanpassing van de stijghoogten tengevolge een gebrek aan overeenkomst tussen de hydrologische modelinvoer en parameters, en de initiële stijghoogten (Franke et al., 987). 3.4 Modelkalibratie 3. Data De beschikbare data voor de kalibratie en validatie van het model zijn beschreven in Feyen et al. (999). Om na te gaan of het model in staat is om interne toestandsvariabelen te simuleren werd besloten niet naar alle beschikbare stations en observatieputten te kalibreren maar twee interne meetstations van de afvoer en zes observatieputten voor te behouden voor de validatie van het model. Figuur geeft de ruimtelijke spreiding weer van de limnigrafische stations en de peilputten gebruikt tijdens de modelkalibratie en - validatie. Hieruit blijkt dat de observatieputten eerder gegroepeerd zijn in het zuidwesten en het noordelijk deel van het stroombekken terwijl in de andere gebieden geen stijghoogtegegevens beschikbaar zijn. In het Waalse gedeelte van het stroombekken zijn geen afvoergegevens beschikbaar. Voor de kalibratie op het debiet werd enkel rekening gehouden met het station op de Gete in Budingen welke de totale afvoer van het bekken weergeeft. Voor dit station zijn uurgegevens aanwezig maar tengevolge het ontbreken van uurlijkse neerslag- en andere meterologische gegevens werden de dagelijkse waarden gebruikt. De kalibratieperiode werd gekozen op basis van de beschikbaarheid en continuïteit van de gegevens in de tijd en omvat de periode van augustus 984 tot 3 december 986, waarbij de eerste zes maanden als opwarmperiode werden beschouwd. De statistische gegevens werden berekend voor Initiële condities Het belang van initiële condities werd het eerst benadrukt door Stephenson en Freeze (974). Wegens een gebrek aan stijghoogtegegevens voor het interpoleren van de initiële waterhoogte werden de initiële stijghoogten bepaald aan de hand van een iteratieve procedure. Uit de beschikbare stijghoogte- en debietgegevens blijkt dat de waterhuishouding binnen het stroombekken bij het begin van de opwarmingsperiode van de kalibratieperiode vergelijkbaar is met deze in augustus 980. Het afleiden van de initiële condities voor de kalibratieperiode gebeurde als volgt: () het model laten lopen voor de periode augustus augustus 984 gebaseerd op geschatte initiële condities; () een nieuwe simulatie voor dezelfde periode maar met de simulatieresultaten van augustus van de vorige simulatie als initiële condities; (3) als de gesimuleerde waarden voor augustus 984 niet gelijk zijn in de vorige twee simulaties, werd een nieuwe simulatie uitgevoerd met als initiële condities de simulatieresultaten van de tweede simulatie; enz. Deze procedure werd uitgevoerd na elke significante wijzing van de parameters ingevolge de interactie tussen de parameters en de stijghoogten. Het gebruik van modelgegenereerde stijghoogten verzekert bovendien dat de initiële condities consistent zijn met de modelparameters en de modelinvoer. Indien geschatte stijghoogten, gebaseerd op observaties, als initiële voorwaarden worden gebruikt dan is de respons van het model in de eerste tijdstappen niet enkel een weergave van de stressfactoren maar ook van De eigenlijke kalibratie van het MIKE SHE model is uitgevoerd door een trial and error procedure, waarbij stapsgewijs de invloed wordt nagegaan van de verschillende parameters door slechts één parameter te laten variëren terwijl de andere parameters constant worden gehouden. Vooraleer het kalibratieproces aan te vatten werd, op basis van de beschikbare gegevens en literatuurwaarden, voor alle parameters een interval vastgelegd waarbinnen de parameterwaarden konden variëren. Bij een grotere onzekerheid omtrent een parameter werd het interval breder gedefinieerd. De eerste simulaties werden uitgevoerd met homogene parameterwaarden over het ganse simulatiedomein hetgeen de ruimtelijke variabiliteit beperkt tot verschillen tussen de eenheden zelf. Tijdens deze eerste fase van het kalibratieproces werd het model enkel gekalibreerd op basis van een gebiedsdekkende grootheid, namelijk de afvoer van het bekken op de Gete in Budingen. In een volgende stap werd de ruimtelijke variabiliteit voor een aantal parameters in rekening gebracht waarbij gekalibreerd werd op de stijghoogten. Tabel : Statistische parameters voor de verschillende getoetste drainagediepten Drainage RMSE EF CD ABSERR level (m) Tabel : Statistische parameters voor de verschillende getoetste tijdsconstanten Time con- RMSE EF CD ABSERR stant (s - ).00E E E E Voor het in rekening brengen van grachten en sloten op een schaal kleiner dan 600 m werd een hypothetisch drainageniveau in de modelopbouw verondersteld. De Tabellen en vatten het effect samen, uitgedrukt bij middel van statistische parameters, van de invloed van drainagediepte en tijdsconstante op de modelperformantie. Grafisch zijn de resultaten van de Tabellen en weergegeven in de Fig. 3 en 4. 4

5 Figuur 3: RMSE, ABSERR Statistische parameters voor de verschillende getoetste drainagediepten CD ABSERR EF RMSE EF, CD De drainafvoer heeft meer invloed op de recessie van het hydrogram en de invloed van deze parameter komt daardoor minder tot uiting in de statistische kriteria. Uit de resultaten blijkt eveneens dat de optima voor de verschillende parameters niet altijd gelijk zijn. Daarom is het aangewezen de kalibratie niet te beperken tot het optimaliseren van één doelfunctie maar meerdere kriteria te hanteren samen met een kwalitatieve evaluatie. Onderzoek in de laatste twee decaden heeft nog steeds niet geleid tot het bewijs dat een bepaalde doelfunctie beter geschikt is voor het kalibreren van een model dan een andere (Chapman, 970; Diskin en Simon, 977; Sorooshian et al., 983; Yan en Haan, 99; Gupta et al., 998). Op basis van de doelfuncties en een kwalitatieve evaluatie werd besloten in de simulaties het drainniveau op 0.75 m onder het maaiveld te plaatsen en een tijdconstante van 9e -8 s - te gebruiken. Figuur 4: RMSE, ABSERR Drainage level (m) Statistische parameters voor de verschillende getoetste tijdsconstanten RMSE CD EF ABSERR E-07 4E-07 6E-07 8E-07 E-06 Time Constant (s-) Het effect van de drainagediepte hangt af van het gemiddeld niveau van de positie van het freatisch oppervlak. De drainageafvoer start wanneer het grondwaterniveau stijgt tot boven het niveau van de drains en is proportioneel met het hoogteverschil. De tijdsconstante (s - ) bepaalt de snelheid van de drainage en beïnvloedt vooral de hoogte van het hydrogram. Hoe kleiner de tijdsconstante hoe kleiner de drainagesnelheid en hoe kleiner de pieken van het hydrogram. Uit de Fig. 3 en 4 blijkt dat de tijdsconstante een grotere invloed heeft op de statistische kriteria. Dit is het gevolg van de invloed van de tijdsconstante op de piekafvoer hetgeen sneller leidt tot grote verschillen tussen de gesimuleerde en geobserveerde waarden. EF, CD In een volgende stap werd de invloed van enkele geohydrologische parameters op de gesimuleerde afvoer nagegaan. De analyse toonde aan dat vooral de hydraulische parameters van de eerste laag (Kwartair) een grote invloed hebben op de gesimuleerde afvoer. Voor het Kwartair is bovendien de invloed van de verticale konduktiviteit op de gesimuleerde afvoer groter dan deze van de horizontale konduktiviteit. Voorgaande kan worden verklaard doordat het leempakket van het Kwartair aanzienlijk minder doorlatend is dan de onderliggende meer zandige lagen en de verticale hydraulische konduktiviteit de percolatiesnelheid doorheen het Kwartair naar de onderliggende watervoerende lagen bepaalt. Een lage doorlaatbaarheid zal aanleiding geven tot een verminderde verticale stroming naar de onderliggende lagen en tot een hogere oppervlakkige afvoer met hogere piekafvoeren tot gevolg. Een verhoging van de verticale konduktiviteit leidt tot minder hoge maar breder uitgesmeerde pieken. De horizontale konduktiviteit van de dieper gelegen watervoerende lagen beïnvloedt vooral de basisafvoer en heeft weinig invloed op de oppervlakkige afvoer. Wanneer de totale afvoer van het stroombekken tot op aanvaardbare nauwkeurigheid is gesimuleerd werden de hydraulische parameters van de verschillende geologische modelformaties verder geoptimaliseerd om een goede overeenstemming te krijgen tussen geobserveerde en gesimuleerde stijghoogten in de beschikbare observatieputten. Hierbij werd echter getracht om binnen een geologische laag niet te grote verschillen in parameterwaarden te introduceren en binnen de fysisch aanvaardbare grenzen te blijven. Er werd ook steeds nagegaan wat de invloed is van de lokale wijzigingen op de totale afvoer. Zoals beschreven in Gupta et al. (998) kan de optimalisatie naar één variabele in vele gevallen leiden tot een afname van de overeenkomst van andere variabelen. Er werd dus ook steeds nagegaan wat de invloed 5

6 Tabel 3: Beneden- en bovengrens van de hydraulische parameters voor de geologische lagen in het Gete bekken Geohydr. parameters Geologische lagen Benedengrens Bovengrens K sat (m s - ) S y K h Brusseliaan 7e-5 e-3 Kwartair e-8 4e-5 Landeniaan e-5 5e-4 Heers 5e-6 5e-5 Krijt e-6 e-5 K v Brusseliaan 7e-6 7e-5 Kwartair e-7 e-6 Landeniaan 5e-6 5e-5 Heers e-7 5e-7 Krijt e-8 e-7 Kwartair Brusseliaan Landeniaan Heers Krijt van de ruimtelijke differentiatie was op het gesimuleerde debiet uit het stroombekken. Tabel 3 geeft voor de geologische lagen van het model een samenvatting van de ranges voor de hydraulische konduktiviteit en de bergingscoëfficiënt. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het om effectieve waarden gaat hetgeen de soms brede range van parameterwaarden verklaart. Figuur 5 geeft een kwalitatief beeld van de gesimuleerde afvoeren tijdens de kalibratieperiode voor het meetstation op de Gete in Budingen. Uit de grafieken blijkt dat een hogere basisafvoer wordt gesimuleerd terwijl de gesimuleerde piekafvoeren meestal de opgemeten afvoeren onderschatten. De cumulatieve afvoercurve toont aan dat de totale afvoer van het stroomgebied vrij nauwkeurig wordt geschat tijdens de kalibratieperiode. Uit Fig. 5 kan worden afgeleid dat het model een aanvaardbare simulator is van de totale afvoer van het stroombekken. Dit wordt bevestigd door de berekende waarden van de statistische pa- Figuur 5: Neerslagverloop, verloop van de gesimuleerde en geobserveerde afvoer en het verloop van de cumulatieve gesimuleerde en geobserveerde afvoer van het Gete bekken, limnigrafisch station in Budingen 6

7 Figuur 6: Gesimuleerde en geobserveerde stijghoogte in de gekalibreerde observatieputten voor de kalibratieperiode 7

8 rameters (Tabel 4). Een modelefficiëntie van 0.69 komt overeen met de resultaten van gelijkaardige studies (Refsgaard, 997) en zijn beter dan bij de toepassing van het MIKE SHE model op een km groot stroombekken in Duitsland (Xevi et al., 997), terwijl de RMSE een vrij lage waarde heeft. De determinatiecoëfficiënt echter wordt gekenmerkt door een relatief grote waarde hetgeen te wijten is aan het feit dat de piekafvoeren worden onderschat. Dit komt in deze objectieve functie sterk tot uitdrukking omdat de geobserveerde en gesimuleerde afvoeren worden vergeleken met het gemiddelde van de observaties. In Fig. 6 worden de gesimuleerde en geobserveerde stijghoogten weergegeven in de twaalf observatieputten die werden gebruikt tijdens de modelkalibratie. Hieruit blijkt dat de resultaten tussen de putten onderling sterk variëren. Observatieput B heeft vier filters in verschillende geologische lagen. In de bovenste filters schommelt de geobserveerde stijghoogte rond de 33 m, ongeveer een meter meer dan de gemiddelde geobserveerde stijghoogte in de twee onderste filters. De gesimuleerde stijghoogte in de 4 filters verschillen onderling zeer weinig en vertonen weinig variatie in de tijd. Hieruit blijkt dat het model in dit gebied niet overeenkomt met de realiteit. Verder zijn er onaanvaardbare resultaten voor put en put In de eerste put vertoont de gesimuleerde stijghoogte, ondanks een aanvaardbare benadering van de gemiddelde geobserveerde stijghoogte, geen variatie in de tijd. Dit kon niet worden verholpen door het wijzigen van de hydrogeologische parameters hetgeen impliceert dat de modelopbouw niet consistent is met de hydrogeologie in deze locatie. De laatste put vertoont meer variatie maar het waterniveau wordt ongeveer acht meter onderschat. Uit Fig. 3 blijkt echter dat deze put gelegen is nabij de modelgrens van het stroombekken. Deze grens is afgeleid op basis van de topografie en komt niet noodzakelijk overeen met de hydrologische grens van het bekken. Voorgaande ligt vermoedelijk aan de grondslag van de minder goede simulatieresultaten in deze put. Voor put SB-0 en put wordt de geobserveerde stijghoogte een kleine twee meter onderschat. Het gebrek aan observaties voor deze putten maakt het moeilijk om na te gaan in welke mate de gesimuleerde fluctuatie van de watertafel overeenkomt met de realiteit. In de andere zeven putten (404739, VTI-KU.PP, , , , , VHG- GEMPU) wordt voor de kalibratieperiode zowel het niveau als de beweging van de watertafel goed benaderd. Tengevolge de grote verschillen in het aantal observaties en de kwaliteit van de simulaties voor de verschillende putten werden geen statistische parameters berekend voor het kwantificeren van de modelperformantie m.b.t. het simuleren van stijghoogten. De resultaten van de kalibratie tonen aan dat het gekalibreerd model een aanvaardbare simulator is voor de geïntegreerde afvoer van het stroombekken van de Kleine en de Grote Gete, evenals voor een aantal observatieputten binnen het gebied. Met additionele geologische informatie in bepaalde zones en een mogelijks betere aflijning van hydrologisch bekken kan de modelperformantie in de andere putten worden verbeterd. Meer en ruimtelijk verdeelde observaties maken het mogelijk het model ook in de andere zones van het stroombekken te optimaliseren. Op basis van de beschikbare gegevens is het zeer moeilijk voorspellingen te doen over de positie van de grondwatertafel in het westen van het stroombekken. Tabel 4: Berekende waarden van de doelfuncties voor -Gete (kalibratie en validatie), -Grote Gete en -kleine Gete (beide enkel validatie) EF RMSE CD ABSERR Kalibratie Gete Validatie Gete Validatie Grote Gete Validatie Kleine Gete Modelvalidatie Voor de validatie van het model werd eerst de simple split-sample procedure toegepast waarbij simulatieresultaten van het gekalibreerd model, toegepast voor een periode verschillend als de kalibratieperiode, worden vergeleken met geobserveerde waarden. Deze procedure wordt veelal toegepast bij lumped modellen waarbij de validatie zich beperkt tot het verifiëren van de modelperformantie m.b.t. de rivierafvoer. Lumped modellen zijn namelijk niet in staat grondwaterniveaus te simuleren. Andere validatieprocedures die worden toegepast zijn de differential splitsample, de simple proxy-catchment en de differential proxy-catchment testen en worden uitvoerig beschreven door Klemeš (986). Op basis van de beschikbare afvoeren stijghoogtegegevens werd de periode het meest geschikt gevonden voor de validatie van het model. In Fig. 7 worden de simulatieresultaten van de afvoer vergeleken met de geobserveerde waarden voor het meetstation op de Gete in Budingen. Uit de figuur blijkt dat de resultaten voor het gekalibreerde station in de validatieperiode beter zijn dan tijdens de kalibratieperiode. Het is duidelijk dat vooral de lage basisafvoeren beter worden gesimuleerd. De hogere pieken worden ook in deze periode door het model onderschat. De totale afvoer wordt tijdens deze periode eveneens goed gesimuleerd. De berekende waarden van de doelfuncties benadrukken de goede resultaten van de validatieperiode (Tabel 4). Vooral de sterke afname in de determinatiecoëfficiënt is opmerkelijk. In Fig. 8 worden de simulatieresultaten en observaties tijdens de validatieperiode weergegeven voor de verschillende observatieputten gebruikt tijdens de kalibratie. Voor put B is enkel het resultaat voor de tweede en derde filter weergegeven daar de resultaten in de eerste en de vierde filter nauwelijks verschillen als deze in de tweede, respectievelijk derde filter. Hier dient te worden opgemerkt dat de geobserveerde waarden in deze periode niet betrouwbaar lijken voor deze put hetgeen blijkt uit de discontinuïten in de tijdsreeksen. Dit kan mogelijk te wijten zijn aan het opmeten van de stijghoogten door verschillende personen waarbij op een andere manier wordt afgelezen. De resultaten in de andere putten zijn vergelijkbaar met deze tijdens de kalibratieperiode. De minder goede putten uit de kalibratieperiode vertonen dezelfde tekortkomingen tijdens de validatieperiode. In tegenstelling tot in de kalibratieperiode vertoont put op het einde van de validatieperiode enige fluctuatie in de watertafel, maar deze is niet echt in overeenstemming met de geobserveerde variaties. Van de putten met goede resultaten tijdens de kalibratieperiode valt er enkel bij put en put VHG-GEMPU een lichte achteruitgang in de resultaten op te merken. De positie van de watertafel wordt er nu iets overschat, vooral gedurende de eerste 8 maanden van de validatieperiode, maar de gesimuleerde fluctuaties volgen het geobserveerde patroon relatief goed. De resultaten van de simple split-sample test tonen aan dat het model als gevalideerd kan worden beschouwd voor het simuleren van de neerslag-afvoer relatie voor het ganse bekken en van de fluctuatie van de watertafel in een beperkt aantal putten. In een aantal andere observatieputten lijkt het model niet in staat de positie en fluctuatie van de watertafel op een adequate manier te kunnen voorspellen. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het voorspellend gebruik van het model geldt voor zover er geen significante niet-stationariteiten, zoals klimaatsveranderingen of wijzigingen in landgebruik, in de toekomst optreden. In vele gevallen veronderstellen modelgebruikers dat na zulke validatietest het gedistribueerd model kan gebruikt worden voor het simuleren van interne stromingen en het niveau van de watertafel in het stroombekken (Refsgaard, 997). Deze veronderstellingen worden o.a. naar voor geschoven door Refsgaard et al. (99) en Jain et al. (99) op basis van de resultaten van de toepassing van MIKE SHE op een aantal grote stroombekkens in Indië. Om na te gaan of het model ook in staat is interne toestandsvariabelen te simuleren werd een multi-site validatietest toegepast. Hierbij werd nagegaan in welke mate geobser- 8

9 Figuur 7: Neerslagverloop, het verloop van de geobserveerde en de gesimuleerde en de cumulatieve afvoer van de Gete in Budingen voor de validatieperiode veerde waarden van variabelen in interne punten van het stroomgebied, welke niet in rekening zijn gebracht voor de kalibratie van het model, werden benaderd door de gesimuleerde waarden van de variabelen in deze punten. De gegevens hiervoor gebruikt zijn de volgende: ü afvoergegevens voor het station op de Kleine Gete in Budingen (uurlijkse gegevens); ü afvoergegevens voor het station op de Grote Gete in Hoegaarden (dagelijkse gegevens); en ü stijghoogtegegevens in 6 peilputten waarvan de positie is weergegeven in Fig.. In Fig. 9 worden voor het meetstation in Hoegaarden (Grote Gete) en het station in Budingen (Kleine Gete) de resultaten van de validatietest weergegeven. De waarden van de statistische parameters zijn weergegeven in Tabel 4. De resultaten zijn beduidend minder goed dan voor het gekalibreerde station, vooral voor het station van de Grote Gete. De absolute verschillen tussen de geobserveerde en gesimuleerde dagelijkse debieten zijn niet toegenomen in vergelijking met het gekalibreerde Gete-station, hetgeen blijkt uit de lagere waarden van de gemiddelde absolute fout, maar relatief zijn de verschillen wel groter geworden, in hoofdzaak tengevolge de lage afvoeren in deze stations. Dit komt tot uiting in de waarden van de andere doelfuncties, vooral van de modelefficiëntie. De tijdreeks van gesimuleerde afvoeren voor de Kleine Gete vertoont weinig variatie voor de periode juli 987-november 987 waardoor de geobserveerde afvoeren tijdens oktober en november 987 sterk worden onderschat hetgeen zijn directe invloed heeft op de waar- den van de statistische parameters. Voor de Grote Gete wordt de basisafvoer vrij goed gesimuleerd terwijl de hogere afvoeren worden overschat en de gesimuleerde recessie iets te traag verloopt in vergelijking met de geobserveerde recessie. In Fig. 0 worden de gesimuleerde en geobserveerde stijghoogten weergegeven in de 6 observatieputten die niet werden gebruikt tijdens de kalibratie. Hierbij zijn drie putten gelegen op korte afstand van een kalibratieput (SB-03, en VHG- BR.B5) terwijl de andere drie putten op een grotere afstand van de kalibratieputten zijn gelegen (Fig. ). Tengevolge de beperkte afstand tot de kalibratieputten vertonen de drie eerste putten weinig verschil met res- 9

10 Figuur 8: Gesimuleerde en geobserveerde stijghoogte in de gekalibreerde observatieputten voor de validatieperiode pectievelijk SB-0, en VHG- GEMPU en zijn de resultaten vergelijkbaar met de kalibratieputten. In put wordt zowel de hoogte als de beweging van de watertafel vrij goed voorspeld terwijl in put SB-03 en put VHG-BR.B5 de watertafel wordt onderschat, respectievelijk overschat. Voor de andere drie putten zijn de resultaten eveneens sterk verschillend. Voor put en put , welke relatief dicht bij elkaar liggen, worden de stijghoogten sterk overschat. In de gekalibreerde putten en , relatief dicht gelegen bij deze twee putten, zijn de resultaten bevredigend. Dit sterkt het vermoeden dat eveneens goede resultaten zouden zijn bekomen voor deze twee putten indien ze in rekening zouden zijn genomen tijdens de kalibratie. Er lijkt echter geen uitgesproken patroon aanwezig in de verschillen tussen de gesimuleerde en de geobserveerde stijghoogten. 4 BESLUITEN Het MIKE SHE model werd gekalibreerd en gevalideerd voor het stroombekken van de Kleine en de Grote Gete. De kalibratie van het model naar één afvoerstation en 0

11 Figuur 9: Verloop van de geobserveerde en de gesimuleerde afvoer van de Grote Gete in Hoegaarden en van de Kleine Gete in Budingen voor de validatieperiode Figuur 0: Gesimuleerde en geobserveerde stijghoogte in 6 niet-gekalibreerde observatieputten voor de validatieperiode ( ) observatieputten gaf een eerste indictie dat het model in staat is een gebiedsdekkende grootheid als de afvoer relatief nauwkeurig te simuleren, maar dat de gedistribueerde resultaten sterk verschillen. Deze vermoedens werden bevestigd tijdens de validatie van het model. Voor de geïntegreerde afvoer van het stroombekken werden goede resultaten bekomen. De simulaties in de interne afvoerstations waren minder goed maar aanvaardbaar. De predictie van de watertafel in een aantal interne observatieputten verschilt sterk tussen de putten onderling. De putten die in de nabijheid van een gekalibreerde put zijn gelegen, vertonen gelijkaardige resultaten als de gekalibreerde put. Uit de studie is gebleken dat het model kan worden beschouwd als een goede simulator van de afvoer van het stroombekken en van de positie en de fluctuatie van de watertafel in een aantal

12 observatieputten. Er is echter nood aan additionele gegevens om betere resultaten te bekomen. Gegevens over de onverzadigde zone laten toe om dit onderdeel van het model te optimaliseren wat zal bijdragen tot een meer correcte schatting van de oppervlakkige afvoer en de grondwateraanvulling. Bijkomende hydrogeologische informatie en een groter aantal en ruimtelijk verspreidde observaties zal mogelijk leiden tot het verder optimaliseren van het model zodat het in staat is voorspellingen te doen over de variabelen op een gedistribueerde manier. Dit is uiteindelijk het doel van de ruimtelijk verdeelde fysisch gebaseerde modellen. Zolang echter de modellen worden gevoed met weinig, niet ruimtelijk verdeelde en onzekere gegevens kunnen en mogen van deze modellen geen betrouwbare ruimtelijk verdeelde voorspellingen worden verwacht. De modelvoorspellingen zijn maar zo betrouwbaar als de modelinvoer. De belangrijkste uitdaging m.b.t. de toepasbaarheid van ruimtelijk verdeelde modellen bestaat in het op consistente wijze verzamelen van voldoende, kwalitatief betrouwbare en ruimtelijk verdeelde gegevens. 5 DANKBETUIGING Deze studie was mogelijk dankzij de financiële steun van de DWTC via het project CG/ DD/08C met als doel het geïntegreerd modelleren van de hydrologische cyclus in het licht van de globale klimaatsverandering. Verder danken de auteurs alle instanties die door het leveren van data hebben bijgedragen tot deze studie. L. FEYEN (), R. VAZUEZ (), K. CHRISTIAENS (), O. SELS (3) en J. FEYEN () () Aspirant FWO, Laboratorium voor Hydrologie, V.U.B., Pleinlaan, 050 Brussel () Instituut voor Land- en Waterbeheer, K.U.Leuven, Vital Decosterstraat 0, 3000 Leuven (3) Laboratorium voor Hydrogeologie, K.U.Leuven, Redingenstraat 6, 3000 Leuven 6 REFERENTIES Bathurst, J.C., 986. Sensitivity analysis of the Sytème Hydrologique Européen for an upland catchment, Journal of Hydrology, 37: Beven, K.J., 989. Changing ideas in hydrology the case of physically based models. Journal of Hydrology, 05: Beven, K.J., 996. A discussion of distributed hydrological modelling. In: Abbott, M.B. Refsgaard, J.C. (Eds.), Distributed Hydrological Modelling. Kluwer Academic, pp Chapman, T.G., 970. Optimization of a rainfallrunoff model for an aridzone cachtment, Symposium on the Results of Research on Representative and Experimental Basins, vol. 96, pp. 6-44, International Association of Sciences and Hydrology. Diskin, M.H. en E. Simon, 977. A procedure for the selection of objective function for hydrologic simulation models, Journal of Hydrology, 34: Feyen, L., R. Vazquez, K. Christiaens, O. Sels en J. Feyen, 999. Gegevensvereisten, -bronnen en -stroming ten behoeve van het ruimtelijk verdeeld, fysisch gebaseerd hydrologisch MIKE SHE model met toepassing op het stroomgebied van de Grote en de Kleine Gete. Water, 8(X):xx-xx. Fleming, G., 975. Computer Simulation Techniques in Hydrology, Elsevier. Franke, O.L., T.E. Reilly en G.D. Bennett, 987. Definition of boundary and initial conditions in the analysis of saturated groundwater flow systems; an introduction, USGS, Techniques of Water-Resources Investigations 03-B5, 5 pp. Gupta, H.V., S. Sorooshian en P.O. Yapo, 998. Toward improved calibration of hydrologic models: Multiple and noncommensurable measures of information, Water Resources Research, 34 (4): Jain, S.K., B. Storm, J.C. Bathurst, J.C. Refsgaard en R.D. Singh, 99. Application of the SHE to catchments in India. Part. Field experiments and simulation studies with the SHE on the Kolar subcatchment of the Narmada River. Journal of Hydrology, 40: Loague, K. en R.E. Green, 99. Statistical and graphical methods for evaluating solute transport models: overview and applications. Journal of Contaminant Hydrology, 7: Klemeš, V., 986. Operational testing of hydrological simulation models. Hydrological Sciences Journal, 3: 3-4. Nash, J.E., en J.V. Sutcliffe, 970. River flow forecasting through conceptual models, I, A discussion of principles, Journal of Hydrology, Vol. 0: Refsgaard, J.C., 997. Parameterisation, calibration and validation of distributed hydrological models. Journal of Hydrology, 98: Refsgaard, J.C. en B. Storm, 996. Construction, calibration and validation of hydrological models. In: Distributed hydrological modelling (Abbott, M.B. and J.C. Refsgaard, eds.), pp Kluwer Academic Publishers, Dordrecht. Refsgaard, J.C., S.M. Seth, J.C. Bathurst, M. Erlich, B. Storm, G.H. Jørgensen en S. Chandra, 99. Application of the SHE to catchments in India. Part. General results. Journal of Hydrology, 40: -3. Sorooshian, S., V.K. Gupta en J.L. Fulton, 983. Evaluation of maximum likelihood parameter estimation techniques for conceptual rainfall-runoff models: Influence of calibration data variability and length on model credibility, Water Resources Research, 9: Sooroshian, S. en V.K.Gupta, 995. Model Calibration, p In: Computer Models of Watershed Hydrology, Singh, V.P. (ed). Water Resources Publications, Colorado, USA, 30 pp. Spitz, K. en J. Moreno, 996. A Practical Guide to Groundwater and Solute Transport Modeling. John Wiley & Sons, Inc., 46 pp. Stephenson, G.R. en R.A. Freeze, 974. Mathematical simulation of subsurface flow contributions to snowmelt runoff, Reynolds Creek Watershed, Idaho, Water Resources Research, 0(): Todini, E., 988. Rainfall-Runoff Modelling: past, present and future. Journal of Hydrology, 00: Yan, J. en C.T. Haan, 99. Multiobjective parameter estimation for hydrologic models Weighting of errors, Trans. Am. Soc. Agric. Eng., 34: Xevi, E., K. Christiaens, A. Espino, W. Sewnandan, D. Mallants, H. Sørensen, en J. Feyen, 997. Calibration, Validation and Sensitivity Analysis of the MIKE SHE Model Using the Neuenkirchen Catchment as Case Study, Water Resources Management, : 9-4.

Uitdagingen bij de opbouw van massabalansen voor het beheer van ecosysteemdiensten. Dirk Vrebos, Jan Staes & Patrick Meire

Uitdagingen bij de opbouw van massabalansen voor het beheer van ecosysteemdiensten. Dirk Vrebos, Jan Staes & Patrick Meire Uitdagingen bij de opbouw van massabalansen voor het beheer van ecosysteemdiensten. Dirk Vrebos, Jan Staes & Patrick Meire Inleiding De vraag naar waterkwaliteitsverbetering in Vlaanderen blijft hoog.

Nadere informatie

Developments in SWAT modelling

Developments in SWAT modelling Developments in SWAT modelling Erik Querner Environmental Modelling SWAT model SWAT use in the Limpopo basin > SWAT CUP New developments: Link SIMGRO SWAT Rainfall runoff module for shallow groundwater

Nadere informatie

Modelonzekerheid in GeoTOP

Modelonzekerheid in GeoTOP Modelonzekerheid in GeoTOP TNO Geologische Dienst Nederland Versiehistorie Documentversie GeoTOP versie Toelichting 24 juni 2014 GeoTOP v1.2 De in dit document beschreven modelonzekerheid is opgenomen

Nadere informatie

Effect van klimaatwijziging op de afvoerdebieten in hoog- en laag watersituaties en op de globale waterbeschikbaarheid. Thomas Vansteenkiste

Effect van klimaatwijziging op de afvoerdebieten in hoog- en laag watersituaties en op de globale waterbeschikbaarheid. Thomas Vansteenkiste Effect van klimaatwijziging op de afvoerdebieten in hoog- en laag watersituaties en op de globale waterbeschikbaarheid Thomas Vansteenkiste Methodologie NEERSLAG/ EVAPORATIE HYDROLOGISCH MODEL STROOM-

Nadere informatie

Tussen Theis en Hantush

Tussen Theis en Hantush Tussen Theis en Hantush C. van den Akker 1 In de publicatie Tussen Dupuit en De Glee in Stromingen wordt een geohydrologische situatie beschouwd met stationaire grondwaterstroming in een gedeeltelijk afgesloten

Nadere informatie

Aquapodium promovendis

Aquapodium promovendis Aquapodium promovendis Hydrologische proceskennis in datadriven voorspelling van rivierafvoeren Inleiding Toen ik laatst 2001: A Space Odyssey, de tijdloze science-fictionklassieker van regisseur Stanley

Nadere informatie

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE GRONDWATERWINNING IN DE SOKKEL TE GENT u.z. Affl> 111111 RIJKSUNIVERSITEIT GENT GRONDWATERWINNING IN DE SOKKEL TE GENT u.z. 111111 RIJKSUNIVERSITEIT

Nadere informatie

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE 1 DOEL VAN REGRESSIE ANALYSE De relatie te bestuderen tussen een response variabele en een verzameling verklarende variabelen 1. LINEAIRE REGRESSIE Veronderstel dat gegevens

Nadere informatie

VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE SCHATTINGEN VAN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE

VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE SCHATTINGEN VAN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE Rapport aan isterie van de Vlaamse Gemeenschap Departement Leefmilieu en Infrastructuur Administratie Waterwegen en Zeewezen AFDELING WATERWEGEN KUST VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19028 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Heinle, Ingo Matthias Title: Application of evolutionary strategies to industrial

Nadere informatie

Het modelleren van een onvolkomen put met een meerlagenmodel

Het modelleren van een onvolkomen put met een meerlagenmodel Het modelleren van een onvolkomen put met een meerlagenmodel Mark Bakker i Een onvolkomen put kan gemodelleerd worden met een meerlagenmodel door het watervoerend pakket op te delen in drie lagen gescheiden

Nadere informatie

Berekenen van de meest waarschijnlijke lithoklasse in GeoTOP

Berekenen van de meest waarschijnlijke lithoklasse in GeoTOP TNO Geologische Dienst Nederland Versiehistorie Documentversie GeoTOP versie Toelichting 17 september 2014 GeoTOP v1.2 De tekst van dit document is grotendeels overgenomen uit TNO Rapport GeoTOP modellering.

Nadere informatie

VLM. Studiemoment grondwater. 29 maart 2019

VLM. Studiemoment grondwater. 29 maart 2019 VLM Studiemoment grondwater 29 maart 2019 VAKGROEP GEOLOGIE ONDERZOEKSGROEP LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIIE NITRATEN IN GRONDWATER Kristine Walraevens Het voorkomen van nitraat

Nadere informatie

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek

Bijlage 1. Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlage 1 Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bijlagel Geohydrologische beschrijving zoekgebied RBT rond Bornerbroek Bodemopbouw en Geohydrologie Inleiding In deze bijlage wordt

Nadere informatie

Invloed van bodemgebruiksgegevens op de neerslag-afvoervoorspelling in stedelijk gebied

Invloed van bodemgebruiksgegevens op de neerslag-afvoervoorspelling in stedelijk gebied Invloed van bodemgebruiksgegevens op de neerslag-afvoervoorspelling in stedelijk gebied Okke Batelaan en Jarek Chormanski Vakgroep Hydrologie en Waterbouwkunde Vrije Universiteit Brussel 28/7/26 pag. 1

Nadere informatie

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE. GRONDWATERWINNINGSMOGELIJKHEDEN VOOR HET REKREATIEDOMEIN nde BRIELMEERSENn TE DEINZE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE. GRONDWATERWINNINGSMOGELIJKHEDEN VOOR HET REKREATIEDOMEIN nde BRIELMEERSENn TE DEINZE - LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE GRONDWATERWINNINGSMOGELIJKHEDEN VOOR HET REKREATIEDOMEIN nde BRIELMEERSENn TE DEINZE STAD DEINZE 0 IIIJII RIJKSUNIVERSITEIT GENT lillil RIJKSUNIVERSITEIT

Nadere informatie

Modelling Contest Hupsel

Modelling Contest Hupsel Modelling Contest Hupsel SPHY (Spatial Processes in Hydrology) toepassing Hupselse Beek Wilco Terink & Peter Droogers w.terink@futurewater.nl p.droogers@futurewater.nl FutureWater Locatie: Wageningen (6

Nadere informatie

Exponentiële Functie: Toepassingen

Exponentiële Functie: Toepassingen Exponentiële Functie: Toepassingen 1 Overgang tussen exponentiële functies en lineaire functies Wanneer we werken met de exponentiële functie is deze niet altijd gemakkelijk te herkennen. Daarom proberen

Nadere informatie

Grondwaterstanden juni 2016

Grondwaterstanden juni 2016 Grondwaterstanden juni 2016 Kennisvraag: In beeld brengen van de grondwatersituatie zoals die buiten geweest is. Antwoord: op vrijwel alle meetlocaties waar analyse mogelijk was komt de maximale waterstand

Nadere informatie

Data analyse Inleiding statistiek

Data analyse Inleiding statistiek Data analyse Inleiding statistiek Terugblik - Inductieve statistiek Afleiden van eigenschappen van een populatie op basis van een beperkt aantal metingen (steekproef) Kennis gemaakt met kans & kansverdelingen

Nadere informatie

4 Optimale weegschema s

4 Optimale weegschema s 20 Proceedings of the 52 nd European Study Group with Industry 4 Optimale weegschema s Sandjai Bhulai, Thomas Breuer, Eric Cator en Fieke Dekkers Inleiding De kilogram is de laatste fysische grootheid

Nadere informatie

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE HYDROGEOLOGISCHE EVALUATIE VAN EEN WATERWINNING TE WORTEGEM-PETEGEM.AZL. 111111 UNIVERSITEIT GENT 111111 UNIVERSITEIT GENT Laboratorium voor Toegepaste Geologie en

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Chapter 7 Nederlandse samenvatting 7.1 Introductie Dit proefschrift behandeld de globale patronen van de koolstof en water balans van het land oppervlak bepaald met eddy co-variantie data. Observaties

Nadere informatie

Modelcalibratie aan metingen: appels en peren?

Modelcalibratie aan metingen: appels en peren? Essay Modelcalibratie aan metingen: appels en peren? Willem Jan Zaadnoordijk 1 en Mark Bakker 2 In dit essay presenteren we de stelling Calibratie van een grondwatermodel aan metingen moet gewantrouwd

Nadere informatie

Thermochronologie en inversie van de Roerdalslenk

Thermochronologie en inversie van de Roerdalslenk Samenvatting De temperatuur van de ondergrond speelt belangrijke rol in veel geologische processen. Temperatuur bepaalt de weerstand van de aardkorst bij deformatie en speelt een belangrijke rol bij de

Nadere informatie

Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford

Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford april 2007 Waterbalansen Quarles van Ufford Vergelijk resultaten van twee modelstudies voor de polder Quarles van Ufford April

Nadere informatie

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring

Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Gasopslag Bergermeer Microseismische monitoring Jaarrapportage 2014 Het jaarverslag microseismisch monitoring van het Bergermeer veld geeft een overzicht van de activiteiten en resultaten over het rapportage

Nadere informatie

BETROUWBAARHEIDSINTERVALLEN VANUIT VERSCHILLENDE HOEKEN BELICHT. S.A.R. Bus

BETROUWBAARHEIDSINTERVALLEN VANUIT VERSCHILLENDE HOEKEN BELICHT. S.A.R. Bus BETROUWBAARHEIDSINTERVALLEN VANUIT VERSCHILLENDE HOEKEN BELICHT S.A.R. Bus WAAR DENK JE AAN BIJ BETROUWBAARHEIDSINTERVALLEN? Wie van jullie gebruikt betrouwbaarheidsintervallen? WAAROM BETROUWBAARHEIDSINTERVALLEN???

Nadere informatie

Invloed van menselijke ingrepen en klimaatsverandering op de evolutie van zoet-zoutwaterverdeling in het Vlaamse kustgebied

Invloed van menselijke ingrepen en klimaatsverandering op de evolutie van zoet-zoutwaterverdeling in het Vlaamse kustgebied Invloed van menselijke ingrepen en klimaatsverandering op de evolutie van zoet-zoutwaterverdeling in het Vlaamse kustgebied Luc Lebbe Onderzoeksgroep Grondwatermodellering Vakgebied Geologie en Bodemkunde

Nadere informatie

Gedragsanalyse Experiment Verzekeren per Kilometer

Gedragsanalyse Experiment Verzekeren per Kilometer Gedragsanalyse Experiment Verzekeren per Kilometer Jasper Knockaert mailto:jknockaert@feweb.vu.nl 11 oktober 29 1 Inleiding Het Transumo project Verzekeren per Kilometer onderzoekt de mogelijkheden van

Nadere informatie

Bodemerosie modellering in een klein stroomgebied op het Chinese Löss Plateau: toepassing van LISEM onder extreme omstandigheden

Bodemerosie modellering in een klein stroomgebied op het Chinese Löss Plateau: toepassing van LISEM onder extreme omstandigheden Bodemerosie modellering in een klein stroomgebied op het Chinese Löss Plateau: toepassing van LISEM onder extreme omstandigheden Samenvatting Het Chinese Löss Plateau is één van de gebieden op aarde met

Nadere informatie

Vlaams Grondwater Model VGM. Terug naar overzicht. Afdeling Water Desirée Uitdewilligen

Vlaams Grondwater Model VGM. Terug naar overzicht. Afdeling Water Desirée Uitdewilligen Vlaams Grondwater Model Terug naar overzicht VGM Afdeling Water Desirée Uitdewilligen INHOUD Doel en verwachtingen VGM Concept VGM Huidige toestand - planning Vragen en discussie Doel en verwachtingen

Nadere informatie

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE Grondwaterwinningsmogelijkheden in de ondiepe watervoerende lagen ter hoogte van de NV te Ardooie (Fase 1) ) 1\Ü. /.AfL. 111111 UNIVERSITEIT GENT Fase 1 -I- Ondiep

Nadere informatie

Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische

Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische Nederlandse samenvatting Optimalisatie van de eerste klinische studies in bi ondere patie ntengroepen: op weg naar gebruik van semifysiologische farmacokinetische modellen Algemene inleiding Klinisch onderzoek

Nadere informatie

Begrippenlijst. Barometer. EN (elektroneutraliteit) Hydrologisch jaar. Maucha-diagram. Metingtype. Referentieniveau. Stiff-diagram

Begrippenlijst. Barometer. EN (elektroneutraliteit) Hydrologisch jaar. Maucha-diagram. Metingtype. Referentieniveau. Stiff-diagram Begrippenlijst AMP Druksonde EN (elektroneutraliteit) Gebied GG GLG GXG IR/EC-diagram Maucha-diagram Meetpunt Metingtype Peilbuis Peilschaal Raai Stiff-diagram Tijdreeks Barometer Duurlijn Flume Gebiedgroep

Nadere informatie

Conclusies. Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes. KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon +31-30-2206431 e-mail mruijterd@knmi.

Conclusies. Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes. KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon +31-30-2206431 e-mail mruijterd@knmi. Lotos-Euros v1.7: validatierapport voor 10 en bias-correctie Martijn de Ruyter de Wildt en Henk Eskes KNMI, afdeling Chemie en Klimaat Telefoon +31-30-2206431 e-mail mruijterd@knmi.nl Conclusies Bias-correctie:

Nadere informatie

Figuur 1. Drukdalingen in bar van de verbonden cavernes binnen 45 minuten na de eerste drukdaling op TR-1/4/5

Figuur 1. Drukdalingen in bar van de verbonden cavernes binnen 45 minuten na de eerste drukdaling op TR-1/4/5 Van : Aan : Copy : (WEP) Datum : 7 juni 2018 Onderwerp : Voorziene bodemdaling bij afbouwen van pekelproductie uit de Nedmag pekelcluster ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Verbeteren hydrologisch modelleren en voorspellen afvoer Rijn

Verbeteren hydrologisch modelleren en voorspellen afvoer Rijn Verbeteren hydrologisch modelleren en voorspellen afvoer Rijn A l b r e c h t W e e r t s, B a r t v a n O s n a b r u g g e, R u b e n I m h o f f, W i l l e m v a n Ve r s e v e l d 5 j u n i 2018 Introductie

Nadere informatie

Oefenvragen bij Statistics for Business and Economics van Newbold

Oefenvragen bij Statistics for Business and Economics van Newbold Oefenvragen bij Statistics for Business and Economics van Newbold Hoofdstuk 1 1. Wat is het verschil tussen populatie en sample? De populatie is de complete set van items waar de onderzoeker in geïnteresseerd

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19772 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/19772 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19772 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Bertens, Laura M.F. Title: Computerised modelling for developmental biology :

Nadere informatie

Hoe komen de annual air quality kaarten tot stand?

Hoe komen de annual air quality kaarten tot stand? Hoe komen de annual air quality kaarten tot stand? De annual air quality kaarten tonen het resultaat van een koppeling van twee gegevensbronnen: de interpolatie van luchtkwaliteitsmetingen (RIO-interpolatiemodel)

Nadere informatie

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE LABORATORIUM VOOR TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE VERSLAG BETREFFENDE DE MOGELIJKHEID TOT WINNING VAN GRONDWATER IN PERIODES VAN LAGE GRONDWATERSTAND VOOR HET DOMEIN " TER DUINEN " TE NIEUWPOORT.&i6EL.

Nadere informatie

Meten en experimenteren

Meten en experimenteren Meten en experimenteren Statistische verwerking van gegevens Een korte inleiding 3 oktober 006 Deel I Toevallige veranderlijken Steekproef Beschrijving van gegevens Histogram Gemiddelde en standaarddeviatie

Nadere informatie

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd 2007-2008 Modeloplossing Opmerking vooraf: Deze modeloplossing is een heel volledig antwoord op de gestelde vragen. Om de maximumscore op een vraag

Nadere informatie

Gegevensverwerving en verwerking

Gegevensverwerving en verwerking Gegevensverwerving en verwerking Staalname - aantal stalen/replicaten - grootte staal - apparatuur Experimentele setup Bibliotheek Statistiek - beschrijvend - variantie-analyse - correlatie - regressie

Nadere informatie

Stand van zaken na een half jaar opvolging van de grondwaterpeilen

Stand van zaken na een half jaar opvolging van de grondwaterpeilen Stand van zaken na een half jaar opvolging van de grondwaterpeilen Sinds eind december worden de grondwaterpeilen geregistreerd in 22 peilputten in de Zwinomgeving. Door het continu opvolgen van de schommelingen

Nadere informatie

Toestand van het watersysteem januari 2019

Toestand van het watersysteem januari 2019 Toestand van het watersysteem januari 2019 Vlaanderen is milieu Documentbeschrijving Titel Toestand van het watersysteem - januari 2019 Samenstellers VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer Dienst Hoogwaterbeheer,

Nadere informatie

Relatie Diep - Ondiep

Relatie Diep - Ondiep Relatie Diep - Ondiep De Groote Meer en omgeving 1 Inleiding... 1 2 Opzet model... 2 2.1 Berekende grondwaterstand / stijghoogte. 4 2.2 Waterbalans... 8 3 Invloed onttrekking uit diepe pakket... 9 4 Conclusie...

Nadere informatie

Weerstand tegen strorning in de Gorai rivier

Weerstand tegen strorning in de Gorai rivier Weerstand tegen strorning in de Gorai rivier Samenvatting In deze studie wordt de weerstand tegen strorning in de Gorai rivier onderzocht. Als basis voor deze studie zijn veldmetingen gebruikt die gedaan

Nadere informatie

Ontwikkeling van hoogwatervoorspellingssystemen voor Vlaanderen en voor het bekken van de Dender

Ontwikkeling van hoogwatervoorspellingssystemen voor Vlaanderen en voor het bekken van de Dender Ontwikkeling van hoogwatervoorspellingssystemen voor Vlaanderen en voor het bekken van de Dender Dominique van Erdeghem 1 Recente internationale studies geven aan dat overstromingen in de laatste decennia

Nadere informatie

Modellen, modellen, modellen. Henk Schuttelaars

Modellen, modellen, modellen. Henk Schuttelaars Modellen, modellen, modellen Henk Schuttelaars Modellen, modellen, modellen Wat gebeurt er in hydro- en morfodynamische modelstudies en hoe zijn de resultaten te interpreteren? Henk Schuttelaars Hier is

Nadere informatie

MULTIPELE IMPUTATIE IN VOGELVLUCHT

MULTIPELE IMPUTATIE IN VOGELVLUCHT MULTIPELE IMPUTATIE IN VOGELVLUCHT Stef van Buuren We hebben het er liever niet over, maar allemaal worden we geplaagd door ontbrekende gegevens. Het liefst moffelen we problemen veroorzaakt door ontbrekende

Nadere informatie

Thema WATER. Themacoordinatoren: Okke Batelaan Patrick Willems

Thema WATER. Themacoordinatoren: Okke Batelaan Patrick Willems Thema WATER Themacoordinatoren: Okke Batelaan Patrick Willems Harte, Physics Today, 2002 Conflict or opportunity? Argument Synthesis is needed for BIG issues in earth system science: 1. How will climate

Nadere informatie

Hydrologische Hindcast APL

Hydrologische Hindcast APL Opdrachtgever: DG Rijkswaterstaat, RIZA Hydrologische Hindcast APL rapport mei 2006 Q4025.00 Opdrachtgever: DG Rijkswaterstaat, RIZA Hydrologische Hindcast APL Albrecht Weerts, Jaap Kwadijk rapport mei

Nadere informatie

1. Algemene meteorologische situatie

1. Algemene meteorologische situatie Koninklijk Meteorologisch Instituut Wetenschappelijke Dienst meteorologische en klimatologische Inlichtingen Ringlaan, 3 B-1180 Brussel Tél.: +32 (0)2 373 0520 Fax : +32 (0)2 373 0528 Vlaamse Overheid

Nadere informatie

STROMINGEN 19 (2013), NUMMER 1

STROMINGEN 19 (2013), NUMMER 1 44 Opinie: Fouten bij grondwaterstandwaarnemingen Recentelijk is door Alterra onderdeel van Wageningen UR een rapport geschreven over het meten en interpreteren van grondwaterstanden. Het onderzoek heeft

Nadere informatie

Chaos, voorspelbaarheid, en bemonstering

Chaos, voorspelbaarheid, en bemonstering Chaos, voorspelbaarheid, en bemonstering Jason Frank Centrum Wiskunde & Informatica e-mail: jason@cwi.nl In dit college behandelen we lange-tijd simulaties van chaotische dynamische systemen, met als doel

Nadere informatie

Het blijkt dat dit eigenlijk alleen lukt met de exponentiële methode.

Het blijkt dat dit eigenlijk alleen lukt met de exponentiële methode. Verificatie Shen en Carpenter RDEC methodiek voor de karakterisering van asfaltvermoeiing; vergelijking van verschillende methoden voor het berekenen van de parameters. Jan Telman, Q-Consult Bedrijfskundig

Nadere informatie

werkcollege 8 correlatie, regressie - D&P5: Summarizing Bivariate Data relatie tussen variabelen scattergram cursus Statistiek

werkcollege 8 correlatie, regressie - D&P5: Summarizing Bivariate Data relatie tussen variabelen scattergram cursus Statistiek cursus 23 mei 2012 werkcollege 8 correlatie, regressie - D&P5: Summarizing Bivariate Data relatie tussen variabelen onderzoek streeft naar inzicht in relatie tussen variabelen bv. tussen onafhankelijke

Nadere informatie

Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied

Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied Henk van den Brink KNMI 8 juli 2015 Probleemstelling De onzekerheid in de extrapolatie is ongewenst groot bij het gebruik van een 3-parameter (Extreme

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Operational Systems

Rijkswaterstaat Operational Systems Rijkswaterstaat Operational Systems RWsOS North Sea (water levels/wind/waves) RWsOS -Rivers (floods Rhine/Meuse) RWsOS -Watermanagement (water distribution during droughts) RWsOS -Channels (Gauge Management,

Nadere informatie

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven   KvK Utrecht T A. van Leeuwenhoeklaan 9 3721 MA Bilthoven Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl KvK Utrecht 30276683 T 030 274 91 11 info@rivm.nl Uw kenmerk Gevoeligheid van de gesommeerde depositiebijdrage onder 0,05

Nadere informatie

De bepaling van de positie van een. onderwatervoertuig (inleiding)

De bepaling van de positie van een. onderwatervoertuig (inleiding) De bepaling van de positie van een onderwatervoertuig (inleiding) juli 2006 Bepaling positie van een onderwatervoertuig. Inleiding: Het volgen van onderwatervoertuigen (submersibles, ROV s etc) was in

Nadere informatie

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011

Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden. Juni 2011 Achtergrond rapportage beleidsregel toepassen van drainage in attentiegebieden Juni 2011 Achtergrond van de lagen benadering De oorsprong van de lagenbenadering moet gezocht worden in de negentiende eeuw,

Nadere informatie

Inhoud. Hoofdstuk 10. Verdamping

Inhoud. Hoofdstuk 10. Verdamping Inhoud Hoofdstuk 10. Verdamping 1.Beschrijving 10-1 1.1 Benaming van de grootheid 10-1 1.2 Definitie; omschrijving van het begrip 10-1 1.3 Eenheden 10-1 1.4 Elementcodes 10-1 2. Operationele eisen 10-3

Nadere informatie

EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring I.M. Zwetsloot

EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring I.M. Zwetsloot EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring I.M. Zwetsloot EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring Inez M. Zwetsloot Samenvatting EWMA Regelkaarten in Statistische Procesmonitoring

Nadere informatie

Evaluatie Waterproject Ruinen

Evaluatie Waterproject Ruinen Evaluatie Waterproject Ruinen Waterproject Ruinen 2 Een praktijktoepassing van interventieanalyse met Menyanthes Grondwaterstand (m+nap) 5,8 5,6 5,4 5,2 5 4,8 4,6 Zand: lage gws Keileem: hoge gws Water

Nadere informatie

Toestand van het watersysteem november 2018

Toestand van het watersysteem november 2018 Toestand van het watersysteem november 218 Vlaanderen is milieu Documentbeschrijving Titel Toestand van het watersysteem - november 218 Samenstellers VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer Dienst Hoogwaterbeheer,

Nadere informatie

NMi EuroLoop KROHNE Academy Procesverbetering door kennisoptimalisatie

NMi EuroLoop KROHNE Academy Procesverbetering door kennisoptimalisatie NMi EuroLoop 2015-11-26 KROHNE Academy 2015 Procesverbetering door kennisoptimalisatie Reynolds schaling voor het kalibreren van debietmeters voor o.a. stoom en industriële gassen Roy van Hartingsveldt

Nadere informatie

Aardbevingen en gaswinning. Bernard Dost KNMI

Aardbevingen en gaswinning. Bernard Dost KNMI Aardbevingen en gaswinning Bernard Dost KNMI Aardbevingen in Nederland (1300-2013) Natuurlijke aardbevingen Rood: 1980-2013 Roze: 1904-1980 Licht roze: 1986

Nadere informatie

Validatie van simulatiemethode in Open FOAM

Validatie van simulatiemethode in Open FOAM Validatie van simulatiemethode in Open FOAM Samenvatting Dit verslag gaat over of een simulatie uitgevoerd in Open FOAM voldoende nauwkeurigheid bied en tevens uitvoerbaar is op een gewone computer. Er

Nadere informatie

Resultaten validatie LHM (2016)

Resultaten validatie LHM (2016) Resultaten validatie LHM 3.2.0 (2016) Validatie van de berekende grondwaterstanden met de Landelijke Steekproef Kaarteenheden ten behoeve van de landelijke waterkwaliteitsmodellering DATUM 14 december

Nadere informatie

Inleiding Wat zijn paradata en welke data voor welk gebruik. verzamelen?

Inleiding Wat zijn paradata en welke data voor welk gebruik. verzamelen? Inleiding Wat zijn paradata en welke data voor welk gebruik Ann Carton verzamelen? Discussiemiddag paradata, Nederlandstalig Platform voor Survey-Onderzoek Brussel, 11 maart 2010 Wat zijn paradata? Data»Gegevens

Nadere informatie

JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2012

JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2012 scope EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE

Nadere informatie

Actuele en kortetermijnvoorspellingen voor operationeel waterbeheer

Actuele en kortetermijnvoorspellingen voor operationeel waterbeheer Actuele en kortetermijnvoorspellingen voor operationeel waterbeheer Hanneke Schuurmans, Marc Bierkens en Frans van Geer 1 Het Hydrological Now- and Forecasting System (HNFS), oftwel het hydrologische actuele-

Nadere informatie

G3D van het Paleogeen en Neogeen Opbouw en geologische inzichten

G3D van het Paleogeen en Neogeen Opbouw en geologische inzichten 13/11/2013 G3D van het Paleogeen en Neogeen Opbouw en geologische inzichten Timothy Lanckacker Overzicht» De formaties op de grens tussen het Quartair en het Neogeen: de Weelde, Malle en Merksplas Formaties»

Nadere informatie

Mobiele communicatie: reken maar!

Mobiele communicatie: reken maar! Mobiele communicatie: reken maar! Richard J. Boucherie Stochastische Operationele Research Toen : telefooncentrale Erlang verliesmodel Nu : GSM Straks : Video on demand Toen : CPU Processor sharing model

Nadere informatie

Nieuwsbrief nr. 55 Juni 2007

Nieuwsbrief nr. 55 Juni 2007 Inhoud In deze Nieuwsbrief komen de volgende onderwerpen aan de orde: Upgrade naar MicroFEM versie 4.00 Parameter-optimalisatie met MicroFEM Een eenvoudig testmodel als voorbeeld Upgrade naar MicroFEM

Nadere informatie

Toestand van het watersysteem februari 2019

Toestand van het watersysteem februari 2019 Toestand van het watersysteem februari 219 Vlaanderen is milieu Documentbeschrijving Titel Toestand van het watersysteem - februari 219 Samenstellers VMM, Afdeling Operationeel Waterbeheer Dienst Hoogwaterbeheer,

Nadere informatie

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens 5. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens Relevante conclusies voor het beleid zijn pas mogelijk als de basisgegevens waaruit de samengestelde indicator berekend werd voldoende recent zijn. In deze

Nadere informatie

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE

TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE TOEGEPASTE GEOLOGIE EN HYDROGEOLOGIE RESULTATEN VAN DE GRONDWATERSTAALNAMEN EN ANALYSEN VAN 10 PEILP UTf EN OP HET MONOSINTELSTORT TE ZWIJNAARDE, : 'I JU1'111997 I I I. I ).. -, \, I--.. AFL. 111111 UNIVERSITEIT

Nadere informatie

Figuur 1. Schematisch overzicht van de structuur van het twee-stadia recourse model.

Figuur 1. Schematisch overzicht van de structuur van het twee-stadia recourse model. Samenvatting In dit proefschrift worden planningsproblemen op het gebied van routering en roostering bestudeerd met behulp van wiskundige modellen en (numerieke) optimalisatie. Kenmerkend voor de bestudeerde

Nadere informatie

De dynamica van een hertenpopulatie. Verslag 1 Modellen en Simulatie

De dynamica van een hertenpopulatie. Verslag 1 Modellen en Simulatie De dynamica van een hertenpopulatie Verslag Modellen en Simulatie 8 februari 04 Inleiding Om de groei van een populatie te beschrijven, kunnen vele verschillende modellen worden gebruikt, en welke meer

Nadere informatie

Figuur 1 Reductie van de massa te storten specie als functie van het uitgangszandgehalte en resterend zandgehalte.

Figuur 1 Reductie van de massa te storten specie als functie van het uitgangszandgehalte en resterend zandgehalte. Rubriek: Onderzoek Zandscheiding als middel voor depotvolumebesparing Het is duidelijk moeilijker om nieuwe depotruimte te realiseren voor de opslag van baggerspecie. Dit door gebrek aan publieke steun.

Nadere informatie

Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving

Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving Technische fiche: indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving Overzicht van de indicatoren Relatieve vijfjaarsoverleving voor alle patiënten Relatieve vijfjaarsoverleving voor patiënten die radicale resectie

Nadere informatie

The Color of X-rays. Spectral Computed Tomography Using Energy Sensitive Pixel Detectors E.J. Schioppa

The Color of X-rays. Spectral Computed Tomography Using Energy Sensitive Pixel Detectors E.J. Schioppa The Color of X-rays. Spectral Computed Tomography Using Energy Sensitive Pixel Detectors E.J. Schioppa Samenvatting Het netvlies van het oog is niet gevoelig voor deze straling: het oog dat vlak voor het

Nadere informatie

De wijde wereld in wandelen

De wijde wereld in wandelen 127 De wijde wereld in wandelen Valrisico schatten door het meten van lopen in het dagelijks leven Om een stap verder te komen in het schatten van valrisico heb ik het lopen in het dagelijks leven bestudeerd.

Nadere informatie

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid Dr.ir. P.W. Heijnen Faculteit Techniek, Bestuur en Management Technische Universiteit Delft 22 april 2010 1 1 Introductie De

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie

9. Lineaire Regressie en Correlatie 9. Lineaire Regressie en Correlatie Lineaire verbanden In dit hoofdstuk worden methoden gepresenteerd waarmee je kwantitatieve respons variabelen (afhankelijk) en verklarende variabelen (onafhankelijk)

Nadere informatie

Schaling neerslagstatistiek korte duren obv Stowa (2015) en KNMI 14

Schaling neerslagstatistiek korte duren obv Stowa (2015) en KNMI 14 Schaling neerslagstatistiek korte duren obv Stowa (2015) en KNMI 14 Van: Jules Beersma (KNMI) (mmv Geert Lenderink en Adri Buishand) Aan: Paul Fortuin (RWS-WVL) 20161214 (definitief) Inleiding RWS-WVL

Nadere informatie

Examen Statistiek I Feedback

Examen Statistiek I Feedback Examen Statistiek I Feedback Bij elke vraag is alternatief A correct. Bij de trekking van een persoon uit een populatie beschouwt men de gebeurtenissen A (met bril), B (hooggeschoold) en C (mannelijk).

Nadere informatie

Rolweerstand van personenwagens op betonwegen

Rolweerstand van personenwagens op betonwegen Rolweerstand van personenwagens op betonwegen Wim Kramer Cement&BetonCentrum ir. Fred Reinink M+P Raadgevende ingenieurs bv ir. Jan Hooghwerff M+P Raadgevende ingenieurs bv Samenvatting In 2013 is een

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/39637 holds various files of this Leiden University dissertation Author: Smit, Laurens Title: Steady-state analysis of large scale systems : the successive

Nadere informatie

Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Frans Fierens Vlaamse Milieumaatschappij - IRCEL. GreenAir Workshop, 12 juni 2018

Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Frans Fierens Vlaamse Milieumaatschappij - IRCEL. GreenAir Workshop, 12 juni 2018 Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Frans Fierens Vlaamse Milieumaatschappij - IRCEL GreenAir Workshop, 12 juni 2018 Hoge ruimtelijke resolutie luchtkwaliteitsmodellering Van alleen meten

Nadere informatie

Samenvatting 203 Klimaatverandering leidt volgens de voorspellingen tot een toename van de mondiale temperatuur en tot veranderingen in de mondiale waterkringloop. Deze veranderingen in de waterkringloop

Nadere informatie

3D modellering bij de Geologische Dienst Nederland

3D modellering bij de Geologische Dienst Nederland 3D modellering bij de Geologische Dienst Nederland Michiel van der Meulen Jan Gunnink Erik Simmelink 1 maatschappelijk thema schaarste duurzaamheid veiligheid kwaliteit van leven overheidsbestedingen concurrentiekracht

Nadere informatie

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2014

DEFINITIEF JAARRAPPORT POCT GLUCOSE 2014 EXPERTISE, DIENSTVERLENING EN KLANTENRELATIES KWALITEIT VAN MEDISCHE LABORATORIA COMMISSIE VOOR KLINISCHE BIOLOGIE COMITE VAN EXPERTEN EXTERNE KWALITEITSEVALUATIE VOOR ANALYSEN KLINISCHE BIOLOGIE DEFINITIEF

Nadere informatie

Meten en experimenteren

Meten en experimenteren Meten en experimenteren Statistische verwerking van gegevens Een korte inleiding 6 oktober 009 Catherine De Clercq Statistische verwerking van gegevens Kursus statistiek voor fysici door Jorgen D Hondt

Nadere informatie

Classification - Prediction

Classification - Prediction Classification - Prediction Tot hiertoe: vooral classification Naive Bayes k-nearest Neighbours... Op basis van predictor variabelen X 1, X 2,..., X p klasse Y (= discreet) proberen te bepalen. Training

Nadere informatie