Beveiliger Wettelijke kaders

Transcriptie

1 BEVEILIGING Beveiliger Wettelijke kaders

2 Mannelijk/vrouwelijk Er bestaat in Nederland een dilemma als het gaat over het gebruik van woorden die als mannelijk en vrouwelijk geïnterpreteerd kunnen worden. We zouden consequent kunnen werken met hij/zij en zijn/haar, maar dat geeft een gedwongenheid die wij stilistisch niet verantwoord vinden. Het werkt storend en afleidend op de leesbaarheid. Daarom is er voor de mannelijke variant gekozen. Copyright Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No parts of this book may be reproduced in any form by print, photo print, microfilm or any other means without written permission from the Publisher. Samenstellers en uitgever zijn zich volledig bewust van hun taak een zo betrouwbaar mogelijke uitgave te verzorgen. Niettemin kunnen zij geen aansprakelijkheid aanvaarden op onjuistheden die eventueel in deze uitgave voorkomen. De uitgever meent alle rechten van afbeeldingen te bezitten of daar afspraken over te hebben gemaakt. Indien rechthebbenden toch een opmerking hebben, kunnen zij zich tot de uitgever wenden. crebo Adresgegevens ex:plain Disketteweg 6 Postbus BE Amersfoort Juni 2017 ISBN

3 Beveiliger Wettelijke kaders Beveiliging van objecten Vragen- en opdrachtenboek Geschreven door: Dirk van den Heuvel

4 Inhoudsopgave Inhoud 1. Wet- en Regelgeving Inleiding 11 Ongeschreven recht 11 Geschreven recht 11 Privaatrecht 12 Publiekrecht 12 Organieke wetten (algemene wetten) 14 Bijzondere wetten 14 Formele wetten 14 Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB) 14 Verordeningen 14 Jurisprudentie 14 Rechterlijke macht 16 Rechtbanken 16 De kantonrechter 16 De politierechter 16 De kinderrechter 17 De economische (politie)rechter 17 De meervoudige kamer 17 De gerechtshoven 17 De Hoge Raad der Nederlanden 18 Strafzaak 19 Het vonnis 19 Uitspraak 19 Veroordeling 20 Vrijspraak 20 Ontslag van rechtsvervolging 20 Minderjarigen Wetboek van Strafvordering Inleiding 23 Fasen 24 Voorbereidend onderzoek 24 Opsporingsonderzoek 24 Algemene Opsporingsambtenaren 24 Buitengewone Opsporingsambtenaren (BOA s) 26 Rechter-commissaris 27 Procedure ter terechtzitting 28 Bewijsmiddelen 29 Tenuitvoerlegging van de straf of de maatregel 30 Verdachte 31 Bevoegdheden 33 4

5 Staande houden 33 Identiteitscontrole 34 Aanhouden 36 Doel aanhouding 36 Heterdaad 37 Onverwijld overdragen 38 Ten spoedigste 38 Verschil onverwijld en ten spoedigste 38 Verplichting voorgeleiding 38 Tijdens voorgeleiding 38 Na voorgeleiding 39 Aanhouden buiten heterdaad 40 Onderzoek aan lichaam en kleding 41 Vormen van onderzoek aan kleding en fouilleren 43 Onderzoek aan lichaam en kleding 43 Identificatiefouillering 44 Controlefouillering 44 Preventieve fouillering 45 Veiligheidsfouillering 45 Insluitingfouillering 45 Privaatrechtelijke fouillering 46 Controle personen en bagage 46 In beslag nemen 47 Definitie in beslag nemen 47 Vatbaarheid 48 Bevoegdheid Wetboek van Strafrecht Inleiding 51 Algemene bepalingen 51 Misdrijven 51 Overtredingen 52 Schuld en opzet 53 Omvang werking strafrecht 54 Territorialiteitsbeginsel 55 Vlagbeginsel 55 Continentaal plat 56 Poging 57 Deelneming aan strafbare feiten 58 Pleger 58 Medepleger(s) 58 Doen pleger 58 Uitlokker 59 Medeplichtigheid 61 Strafuitsluitingsgronden 62 Ontoerekeningsvatbaarheid 62 Overmacht 63 5

6 Inhoudsopgave Noodweer/Noodweerexces 63 Wettelijk voorschrift 64 Ambtelijk bevel 64 Slotbepaling 66 Misdrijven 66 Mishandeling 66 Zware mishandeling 67 Vernieling 68 Straatschenderij (overtreding) 68 Openlijke geweldpleging 69 Vernieling en openlijk geweld 70 Mishandeling en openlijk geweld 70 Huisvredebreuk 70 Lokaalvredebreuk 72 Verboden toegang (overtreding) 73 Brandstichting 74 Brand door schuld 75 Schending ambtsgeheim/beroepsgeheim 76 Schending bedrijfsgeheim 77 Bedreiging 78 Diefstal 79 Verduistering 80 Verduistering in dienstbetrekking 81 Afpersing 82 Afdreiging 83 Overtredingen 84 Hinderlijk Volgen 84 Weigeren hulpbetoon 85 Nalaten hulp 86 Dronkenschap Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus Inleiding 89 Definities 89 Een particuliere beveiligingsorganisatie 89 Beveiligingswerkzaamheden 90 Een particulier recherchebureau 90 Recherchewerkzaamheden 90 De vergunning 91 Categorieën beveiligingsorganisaties 91 Particulier beveiligingsbedrijf 91 Particuliere bedrijfsbeveiligingsdienst 91 Particuliere alarmcentrale 91 Particulier geld- en waardetransportbedrijf 91 Overige particuliere beveiligingsorganisaties 91 Voorwaarden voor vergunning 92 6

7 Controle 93 Voorwaarden om te mogen werken 93 Beveiligers afkomstig uit een ander EU-land 94 Het antecedentenonderzoek 95 Wet op de justitiële documentatie, verklaringen omtrent het gedrag. 95 Verklaring omtrent het gedrag 95 Legitimatiebewijzen 96 Grijs legitimatiebewijs 96 Blauw legitimatiebewijs 96 Oranje legitimatiebewijs 97 Geel legitimatiebewijs 97 Groen legitimatiebewijs Wet Wapens en Munitie Doel van de Wet Wapens en Munitie 99 Categorie I 100 Categorie II 103 Explosieve stoffen 104 Fysische explosie 104 Chemische explosie 104 IED 105 Categorie III 106 Categorie IV 107 Verbodsbepalingen met betrekking tot wapens 108 Vervoeren van wapens 108 Voorhanden hebben van wapens 108 Dragen van wapens 108 Constateren van strafbare feiten van de Wet Wapens en Munitie Opiumwet Inleiding 111 Soorten drugs 112 Verdovende middelen 112 Heroïne (lijst I) 112 Bolletje bruin of dope 112 GHB (Lijst I) 113 Hasj (Lijst II) 114 Wiet of weed (Lijst II) 114 Slaap- en kalmeringsmiddelen 115 Stimulerende middelen 116 Cocaïne (Lijst I) 116 XTC (Lijst I) 117 Speed (Lijst I) 118 Qat (Lijst II) 119 Bewustzijnsveranderend 120 7

8 Inhoudsopgave LSD (Lijst I) 120 Lijst I 121 Lijst II 121 Herkennen van drugsgebruik 121 Strafbaarheid 122 Strafmaat Arbeidsomstandighedenwet (Arbowet) Inleiding 125 Belangrijke begrippen uit de Arbowet 125 Werkgever 125 Werknemer 125 Jeugdige werknemer 126 Arbeidscatalogus 127 Toepassingsgebied van de Arbowet 127 Toezicht op de Arbowet 128 Bevoegdheden Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid 128 Verplichtingen werknemer en werkgever ten aanzien van de inspectie 128 Algemene zorg voor het arbeidsomstandighedenbeleid 129 Verplichtingen van de werkgever 129 Verplichtingen van de werknemer 131 Persoonlijke beschermingsmiddelen 131 Bedrijfshulpverlening 132 Samenwerking en overleg 134 De ondernemingsraad (OR) 134 De personeelsvertegenwoordiging 134 Werkoverleg 134 De arbodienst Wet Bescherming Persoonsgegevens Inleiding 137 Doel 137 Persoonsgegevens 137 Feitelijke gegevens 137 Waarderende gegevens 137 Uitzonderingen WBP 138 Verantwoordelijke 138 Beveiligen van persoonsgegevens 138 Organisatorische maatregelen 138 Bouwkundige maatregelen 139 Rechten betrokkene 140 Recht op informatie 140 Recht op inzage 140 Recht op correctie 140 Recht op verzet 140 8

9 8.4 Autoriteit Persoonsgegevens (AP) 141 Taken en bevoegdheden van de AP 141 Handhavingsmiddelen AP Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen (WVGS) Inleiding 143 Doel van de WVGS 143 Uitzondering vervoer 144 Produceren en opslag van gevaarlijke stoffen 144 Gevarenklassen 145 Etiketten en gevaarsymbolen 146 Etikettering gevaarlijke stoffen (oud en nieuw) 146 Veiligheidssignalering 147 Vervoer van gevaarlijke stoffen 149 Identificatieborden 149 Gevaarsetiketten 149 Gevaarsidentificatienummer 152 Stofindentificatienummer 152 Gevi en Stofi nummer 153 Documenten 154 Vervoersdocument of vrachtbrief 154 Voorbeeld van een vervoerdocument 154 Schriftelijke instructies 155 Keuringsdocument 156 ADR-Certificaat 156 Routeontheffing 157 Vergunning of ontheffing Wegenverkeerswet Inleiding 159 Verkeersregelingstaken van de beveiliger 160 Verkeersregeling alleen op bedrijfsterrein 160 Controle op naleving 161 Aanwijzingen (Artikel 82 RVV) 161 Controle bedrijfsvoertuigen 164 Misdrijven 165 Dood of zwaar lichamelijk letsel door schuld 165 Doorrijden/verlaten plaats van het ongeval 165 Rijden onder invloed 166 Woordenlijst 168 Bronvermelding 172 9

10

11 1 1. Wet- en Regelgeving 1.1 Inleiding We hebben allemaal wel eens te maken met regels. Veel van deze regels zijn vastgelegd in wetten en andere geschreven regelgeving. In een ver verleden waren er veel minder geschreven regels. De toenmalige samenleving hanteerde binnen haar eigen gemeenschap haar normen en waarden. Ongeschreven recht Deze normen en waarden, ook wel leefregels genoemd, waren nog niet vastgelegd in wetten of regels en men noemt dit dan ook ongeschreven recht of gewoonterecht. Veel van deze ongeschreven regels waren gebaseerd op: 1. godsdienstige normen; 2. zedelijke normen; 3. fatsoensnormen; 4. rechtsnormen. Een voorbeeld van ongeschreven recht is: Een minister, in wie het vertrouwen is opgezegd door het parlement, biedt zijn ontslag aan aan ons Staatshoofd. Hoewel dit ontslag nergens in wetten of regels is vastgelegd, gebeurt dit wel op deze manier. Geschreven recht De meeste leefregels worden vastgelegd in wettelijke geschreven regels. Dit wordt dan ook geschreven recht genoemd. Een Nederlands rechtsgeleerde heeft een definitie gegeven van het woord recht: Het recht is een ordening van de samenleving, bestaande uit een geheel van dwingende leefregels ter beveiliging van de belangen van de mensen in die samenleving, waarbij de dwang van de overheid uitgaat. Geschreven recht kan op zijn beurt weer onderverdeeld worden in privaatrecht en publiekrecht. P Samenvatting 1.1 Ongeschreven recht normen en waarden, ook wel leefregels genoemd. Geschreven recht Leefregels, vastgelegd in wettelijke geschreven regels. Definitie van recht Het recht is een ordening van de samenleving, bestaande uit een geheel van dwingende leefregels ter beveiliging van de belangen van de mensen in die samenleving, waarbij de dwang van de overheid uitgaat. 11

12 Wet- en Regelgeving Privaatrecht Privaatrecht regelt de rechtsverhoudingen tussen burgers onderling. Het initiatief tot rechtsvordering (het ingang zetten van een gerechtelijke procedure) gaat uit van de burger. Privaatrecht omvat vele soorten recht zoals familierecht, erfrecht, recht tussen werknemer en werkgever, recht tussen koper en verkoper en burenrecht. Privaatrecht wordt ook wel civiel- of burgerlijk recht genoemd. Privaatrecht wordt onderverdeeld in materieel privaatrecht en formeel privaatrecht. Materieel / formeel privaatrecht Het materieel privaatrecht geeft de rechten en plichten aan die er zijn tussen personen in bepaalde verhoudingen, zoals koper/verkoper, werkgever/werknemer, ouders/kinderen. Dit recht wordt beschreven in het Burgerlijk Wetboek (BW). 1.2 Het formeel privaatrecht beschrijft hoe gehandeld dient te worden, indien de regels uit het Burgerlijk Wetboek overtreden worden. Via het formele privaatrecht kan een partij de andere partij, door tussenkomst van de rechter, dwingen zijn verplichtingen na te komen. Dit recht wordt beschreven in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Voorbeeld: Wanneer 2 burgers een geschil hebben over bijvoorbeeld de koop van een auto, dan dienen zij dit in eerste instantie zelf op te lossen. Wanneer men daar niet in slaagt, kan men naar de civiele rechter om een uitspraak af te dwingen. Het initiatief tot rechtsvordering gaat in het privaatrecht uit van de burger. Publiekrecht Het publiekrecht regelt de rechtsverhoudingen tussen burgers en overheid en tussen de overheden onderling. Iedereen dient zich aan deze regels te houden. In tegenstelling tot het privaatrecht gaat het initiatief tot rechtsvordering (het ingang zetten van een gerechtelijke procedure) uit van de overheid. Onder publiekrecht vallen o.a.: 1. Staatsrecht Staatsrecht regelt de staatsvorm, de organisatie van de staat, haar organen en bepaalt haar taken en bevoegdheden. Deze taken en bevoegdheden vinden we o.a. in de Grondwet, de Provinciewet, de Gemeentewet en de Kieswet. 2. Bestuursrecht (administratief recht) Bestuursrecht regelt de manier waarop de staat en haar organen hun taken moeten uitvoeren en bevoegdheden moeten toepassen. De procedures worden veelal schriftelijk uitgevoerd, vandaar dat het bestuursrecht ook wel administratief recht wordt genoemd. Voorbeelden van zaken die in het bestuursrecht worden beschreven zijn o.a.: - aanvraag vergunning voor uitbouw aan een woning; - schriftelijke melding voor het plaatsen van een dakkapel. 3. Strafrecht Strafrecht is te verdelen in materieel strafrecht en formeel strafrecht. Het materieel strafrecht wordt o.a. behandeld in het Wetboek van Strafrecht (WvSr) en behandelt hoofdzakelijk de gedragingen die strafbaar zijn gesteld. Het formeel strafrecht wordt o.a. behandeld in het Wetboek van Strafvordering (WvSv) en behandelt hoofdzakelijk de procedures die men dient te volgen nadat een strafbaar feit is gepleegd. Men noemt dit ook wel eens het strafprocesrecht. 4. Volkenrecht Volkenrecht regelt de verhouding tussen verschillende staten. Deze verhoudingen worden beschreven in traktaten of verdragen. Voorbeelden zijn o.a. echtscheidingen, koopovereenkomsten en verkeersongevallen, waarbij mensen van verschillende nationaliteiten zijn betrokken. 5. Internationaal recht Internationaal recht regelt verhoudingen op internationaal niveau. Voorbeelden hiervan zijn: - internationale rechtshulpverzoeken; - uitleveringsrecht. Ter verduidelijking zie het schema op de volgende bladzijde. 12

13 1 Recht Privaatrecht Materieel privaatrecht (Burgerlijk Wetboek) Formeel privaatrecht (Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering) Publiekrecht Staatsrecht Bestuursrecht Strafrecht Volkenrecht Materieelrecht (Wetboek van Strafrecht) Formeelrecht (Wetboek van Strafvordering) Internationaal recht De genoemde geschreven rechten zijn vastgelegd in wetten, verordeningen en algemene maatregelen van bestuur. Daarnaast wordt recht gesproken naar aanleiding van jurisprudentie. P Samenvatting 1.2 Privaatrecht Privaatrecht regelt de rechtsverhoudingen tussen burgers onderling. Materieel Privaatrecht Geeft rechten en plichten aan tussen burgers onderling en is o.a. vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek. Formeel Privaatrecht Dit beschrijft hoe gehandeld dient te worden, indien de regels uit het Burgerlijk wetboek overtreden worden. Dit wordt beschreven in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Publiekrecht Het publiekrecht regelt de rechtsverhoudingen tussen burgers en overheid en tussen de overheden onderling. Onder publiekrecht vallen o.a.: 1. staatsrecht; 2. bestuursrecht (administratief recht); 3. strafrecht; a. materieel strafrecht; strafbare feiten en staat o.a. in het Wetboek van Strafrecht b. formeel strafrecht; beschrijft de procedure die gevolgd dient te worden wanneer er een strafbaar feit is begaan en staat o.a. in het Wetboek van Strafvordering 4. volkenrecht; 5. internationaal recht. 13

14 Wet- en Regelgeving Organieke wetten (algemene wetten) Dit zijn wetten die bindend worden voorgeschreven door de Grondwet. Bijzondere wetten Bijzondere wetten, ook wel utiliteitswetten genoemd, worden ontworpen of verwijderd uit het systeem naar gelang de behoefte in de maatschappij. Deze wetten gaan vaak over 1.3 één onderwerp, zoals de Wet op de Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus, de Wegenverkeerswet en de Flora- en Faunawet. Formele wetten Dit zijn wetten die worden gemaakt door de regering (= Koning + Ministers) + Staten- Generaal. Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB) In Nederland zijn er veel wetten en regels. Niet alle regels worden in een formele wet vastgelegd. Vaak staat in een formele wet dat de verdere uitwerking van de in die wet opgenomen hoofdregels kan worden gegeven bij algemene maatregel van bestuur (AMvB) of bij ministeriële regeling. Is dat niet het geval, dan spreekt men van een zelfstandige AMvB. Een minister krijgt de bevoegdheid om een AMvB te maken van de regering en Staten- Generaal. In principe hebben alleen de regering en Staten-Generaal gezamenlijk de bevoegdheid om wetten te maken. Verordeningen Algemene Plaatselijke Verordening of APV (vroeger genoemd de Algemene Politie Verordening), is in Nederland de gangbare term voor door de gemeente uitgevaardigde (lagere) wetgeving. De Gemeentewet geeft de gemeenteraad de bevoegdheid dit soort wetgeving uit te vaardigen. Ook in de provincie kan een verordening vastgesteld worden. Deze provinciale verordening wordt vastgesteld door provinciale staten in een provincie. Deze bevoegdheid komt voort uit de Provinciewet. Jurisprudentie Een belangrijke rechtsbron voor zowel publiek- als privaatrecht is de zogenoemde jurisprudentie. Jurisprudentie is een verzameling van vonnissen en arresten van rechtscolleges in Nederland. Wanneer een rechtscollege een uitspraak heeft gedaan in een bepaalde zaak, houdt dat in dat andere rechtscolleges in de toekomst bij hun uitspraak daarmee rekening dienen te houden. 14

15 1 P Samenvatting 1.3 Organieke wetten Dit zijn wetten die bindend worden voorgeschreven door de Grondwet. Bijzondere wetten Bijzondere wetten, ook wel utiliteitswetten genoemd. Formele wetten Dit zijn wetten die worden gemaakt door de regering (= Koning + Ministers + Staten Generaal). Algemene Maatregelen van bestuur (AMvB) Nadere uitwerking van de hoofdregels uit een wet door de betrokken minister en zijn ministerie. Verordeningen Uitwerking van een vastgestelde wet, door een lager overheidsorgaan zoals een Provinciale of Gemeentelijke Verordening. Jurisprudentie Een verzameling van vonnissen en arresten van rechtscolleges in Nederland. 15