Bachelorproef I Inleiding tot fractalen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bachelorproef I Inleiding tot fractalen"

Transcriptie

1 faculteit wetenschappen en bio-ingenieurswetenschappen Vakgroep Wiskunde Bachelorproef I Inleiding tot fractalen Jeroen Ooge de Bachelor wiskunde Promotor: prof. Eva Colebunders Dank aan dr. Didier Deses voor de hints inzake gebruik van Matlab. academiejaar 04-05

2 Inhoudsopgave Inleiding Constructie van de metrische ruimte der fractalen Volledigheid van de ruimte der fractalen 5 Contracties op de ruimte der fractalen 0 4 Continue afhankelijkheid van parameters 5 5 Het inverse probleem 8 6 Fractale dimensie 0 Conclusie 5 Referenties Appendix

3 Inleiding De wereld rondom ons bevat een ongelooflijke rijkdom aan interessante patronen: veren, wolken, bergen, varenbladen, bladnerven, kustlijnen, bliksemschichten, groenten zoals bloemkool en broccoli romanesco... Hun grillige vormen lijken het resultaat van een willekeurig proce de, maar bij nauwkeuriger onderzoek blijkt dat ze op iedere schaal hun algemene structuur behouden. De wiskundige analoga van deze natuurlijke figuren passen niet in de klassieke Euclidische meetkunde. De Poolse wiskundige Benoı t Mandelbrot (94-00) doopte ze daarom in 975 fractalen, naar het Latijnse fractus, wat gebroken en onregelmatig betekent. Zo ontstond al snel een geheel nieuwe, boeiende tak van wiskunde: fractale meetkunde. Met dit instrument kunnen we schijnbare onregelmatigheden in de natuur verklaren en wiskundig modelleren. Het onderwerp is bij het ruime publiek gekend door prachtige, computergegenereerde afbeeldingen, zoals de klassieke varen hiernaast, maar achter deze illustraties gaat een uitgebreide wiskundige theorie schuil. Om fractaal-zijn u berhaupt formeel te kunnen definie ren, hebben we een heleboel voorbereidend werk nodig. In deze paper wordt de fractale geometrie stapsgewijs opgebouwd in een metrisch kader. In hoofdstuk construeren we de metrische ruimte waarin fractalen leven, gebruik makend van het werk van de Duitser Felix Hausdorff (868-94) uit 95. In het volgende gedeelte tonen we aan dat de ruimte der fractalen volledig is. Dit laat ons toe in hoofdstuk een fundamenteel resultaat van de Pool Stefan Banach (89-945) uit 90 toe te passen. We voeren daar ook het ietwat modernere concept IFS in en illustreren hoe de elegante theorie daarrond ons toelaat attractoren te tekenen. Het subtiele verschil tussen fractalen en attractoren kan pas in het laatste hoofdstuk verduidelijkt worden. In de laatste secties belichten we ten slotte continue afhankelijkheid van parameters en fractale dimensie.

4 . Constructie van de metrische ruimte der fractalen In dit hoofdstuk construeren we de metrische ruimte waarin we in deze paper zullen werken: de ruimte der fractalen. We maken gebruik van de voorkennis over metrische ruimten die vergaard werd in [5] en [6] en volgen de algemene opbouw van [] (p. 6-5) en [8] (p ). In de hele paper werken we in een volledige metrische ruimte (X, d). Dat wil zeggen dat de afbeelding d: X X R + voldoet aan de onderstaande drie voorwaarden en dat iedere Cauchyrij in X convergent is. x X : d(x, x) = 0 x, y X : d(x, y) = d(y, x) x, y, z X : d(x, y) d(x, z) + d(z, y) (reflexiviteit) (symmetrie) (driehoeksongelijkheid) We willen over X een nieuwe metrische ruimte construeren. Definitie.. H(X) is de ruimte bestaande uit alle niet-lege, compacte delen van X. We zoeken nu een metriek h op H(X). Daarvoor hebben we eerst twee definities nodig. Definitie.. We definiëren de afstand tussen elke x X en A H(X) als volgt: d(x, A) = min{ d(x, a) a A }. Is deze definitie zinvol? Bestaat er altijd een dergelijk minimum? Aangezien d continu is, weten we dat ook de afbeelding d(x, ): A R: a d(x, a) continu is. Omdat A compact is, kunnen we door de stelling van Weierstrass (eigenschap.4.4 in [6]) besluiten dat d(x, ) een minimum heeft. Definitie.. We definiëren de afstand tussen elke A en B in H(X) als volgt: d(a, B) = max{ d(a, B) a A }. Indien de afbeelding d(, B): A R: a d(a, B) continu is, kunnen we, opnieuw door toepassing van de stelling van Weierstrass op de compacte verzameling A, besluiten dat het maximum goed gedefinieerd is. Aangezien

5 Lipschitz-zijn (de betekenis van dit concept wordt later in definitie. herhaald) continuïteit impliceert, is het voldoende aan te tonen dat a, a A: d(a, B) d(a, B) d(a, a ). Kies hiertoe een willekeurige b B. Dan geldt er voor alle a, a A zeker: d(a, B) d(a, b) d(a, a ) + d(a, b). In het bijzonder verkrijgen we dat d(a, B) d(a, B) d(a, a ). Door omkering van de rollen van a en a, volgt ook dat d(a, B) d(a, B) d(a, a ), wat het te verkrijgen resultaat impliceert. Is de afbeelding d uit definitie. de metriek h op H(X) die we zoeken? Het is duidelijk dat voor iedere A H(X) geldt dat d(a, A) = 0, want door de reflexiviteit van d is min{ d(a, b) a, b A } = 0. Hoe zit het met de symmetrie van d in H(X)? Beschouw de onderstaande opstelling in het reële vlak, uitgerust met de Euclidische metriek, waarbij A en B gesloten vierkanten zijn. A a a B b b De figuur illustreert duidelijk dat d(a, b ) = d(a, B) d(b, A) = d(a, b ). Bijgevolg is dit een tegenvoorbeeld voor de symmetrie en dus ook van het metriek-zijn van d in H(X). Voordat we verder gaan, bewijzen we dat ook de driehoeksongelijkheid geldt voor d in H(X). Eigenschap.4. A, B, C H(X): d(a, B) d(a, C) + d(c, B). Bewijs. We merken op dat voor iedere a A geldt: d(a, B) = min{ d(a, b) b B } min{ d(a, c) + d(c, b) b B }, c C = d(a, c) + min{ d(c, b) b B }, c C = d(a, c) + d(c, B), c C. Specifiek hebben we dus ook: d(a, B) min{ d(a, c) c C } + min{ d(c, B) c C } d(a, C) + max{ d(c, B) c C } = d(a, C) + d(c, B).

6 Hieruit volgt ten slotte dat d(a, B) = max{ d(a, B) a A } max{ d(a, C) a A } + d(c, B) = d(a, C) + d(c, B). Aangezien de afbeelding d alleen symmetrie mist om een metriek te zijn (we spreken dan over een quasimetriek), kon Hausdorff de gezochte metriek h construeren als volgt: Definitie.5. De Hausdorff-afstand h tussen A, B H(X) is gedefinieerd als volgt: h(a, B) = d(a, B) d(b, A). Deze aanpak werkt in het algemeen, maar we gaan hier toch na dat h voldoet aan alle voorwaarden. De afbeelding h is per definitie symmetrisch en voldoet aan reflexiviteit, omdat d reflexief is. We moeten dus alleen controleren of de driehoeksongelijkheid nog steeds van toepassing is voor alle A, B, C H(X). Dat is inderdaad zo: h(a, B) = d(a, B) d(b, A) ( d(a, C) + d(c, B) ) ( d(b, C) + d(c, A) ) (eigenschap.4) ( d(a, C) d(c, A) ) + ( d(b, C) d(c, B) ) = h(a, C) + h(c, B). Dit toont aan dat ( H(X), h ) een metrische ruimte is. 4

7 . Volledigheid van de ruimte der fractalen In dit deel bewijzen we dat ( H(X), h ) een volledige ruimte is op basis van [] (p. 5-4). We tonen eerst een handige stelling aan, die ons in staat stelt gemakkelijker met de Hausdorff-metriek te werken. Afspraak. We noteren voor iedere A H(X) en elk willekeurig positief reëel getal : A + := { x X a A: d(a, x) }. Stelling.. A, B H(X), 0: h(a, B) A B + en B A +. Bewijs. Het gevraagde volgt meteen uit de definities: d(a, B) max{ d(a, B) a A } a A: d(a, B) = min{ d(a, b) b B } a A, b B : d(a, b) A B +. Door het verwisselen van A en B, verkrijgen we tevens dat d(b, A) B A +. We besluiten dat h(a, B) = d(a, B) d(b, A) d(a, B) en d(b, A) A B + en B A +. Voordat we de volledigheid van ( H(X), h ) kunnen aantonen, hebben we een belangrijk lemma nodig. Lemma. (Uitbreidingslemma). Zij (A n ) n een Cauchyrij in H(X) en (n k ) k een strikt stijgende rij natuurlijke getallen. Stel dat (a nk ) k, met a nk A nk voor elke k, een Cauchyrij is in (X, d). Dan bestaat er een Cauchyrij (ã n ) n waarbij () ã n A n voor elke n; () ã nk = a nk voor elke k. 5

8 Bewijs. We contrueren de rij (ã n ) n volgens het onderstaande procédé (k ). n n. Kies ã n willekeurig uit de verzameling { a A n d(a, a n ) = d(a n, A n ) }. Dat wil zeggen dat ã n een van de punten is die het dichtst bij A n liggen. Merk op dat een dergelijk punt bestaat door de welgedefinieerdheid van d(, A n ). n k + n n k+. ã n is een punt uit de verzameling { a A n d(a, a nk ) = d(a nk, A n ) }. We tonen nu aan dat de aldus gedefinieerde rij (ã n ) n voldoet aan de gestelde voorwaarden. () Per definitie is ã n A n voor elke n. () Kies een willekeurige k. Er geldt: d(ã nk, a nk ) = d(a nk, A nk ) = 0, waarbij de laatste gelijkheid van kracht is, omdat a nk A nk. Door de reflexiviteit van d is dan ã nk = a nk. We moeten nu alleen nog nagaan dat (ã n ) n een Cauchyrij is. Kies daartoe een willekeurige > 0. Bestaat er een rangnummer N > 0, zodat p, q N : d(ã p, ã q )? Om deze afschatting maken, beschikken we over de volgende informatie: ˆ (A n ) n is Cauchy in ( H(X), h ) > 0, N > 0, p, q N : h(a p, A q ) ; ˆ (a nk ) k is Cauchy in (X, d) > 0, N > 0, p, q N : d(a np, a nq ). Stel N = max{n, N }. Voor elke p, q N volgt er dan: d(ã p, ã q ) d(ã p, a np ) + d(a np, a nq ) + d(a nq, ã q ) d(ã p, a np ) + + d(a n q, ã q ), waarbij p {n p +,..., n p } en q {n q +,..., n q }. Aangezien h(a p, A np ), volgt uit stelling. dat A p A np + en dus is d(ã p, a np ) op voorwaarde dat we a n p goed kozen. Volgens dezelfde redenering volgt dat d(a nq, ã q ). We concluderen zoals gewenst dat d(ã p, ã q ). Stelling. (Volledigheidsstelling). De ruimte ( H(X), h ) is volledig en voor elke Cauchyrij (A n ) n wordt de limiet A gekarakteriseerd door A = { x X n, Cauchyrij (a n ) n x met a n A n }. 6

9 Bewijs. We breken het bewijs voor de duidelijkheid op in vijf delen. Deel. A. Het is voldoende aan te tonen dat er een Cauchyrij (a n ) n bestaat met a n A n voor elke n, want door de volledigheid van X is deze convergent. Aangezien (A n ) n een Cauchyrij is in H(X), kunnen we voor iedere k N een bijbehorende N k vinden, zodat p, q N k : h(a p, A q ). k We bekomen aldus een strikt stijgende rij van rangnummers N < N <.... We bewijzen nu per inductie op k dat we een Cauchyrij (x Nk ) k kunnen construeren met x Nk A Nk voor elke k. Kies een x N A N willekeurig. Basisstap. Aangezien h(a N, A N ), kunnen we door stelling. een x N A N zodat d(x N, x N ). vinden, Inductiehypothese. Veronderstel dat we voor elke k {,..., n } een x Nk hebben gevonden, zodat d(x Nk, x Nk ). k Inductiestap. Omdat h(a Nn, A Nn ) n, kunnen we opnieuw een x Nn A Nn bepalen, zodat d(x Nn, x Nn ) n. Om te controleren dat (x Nk ) k een Cauchyrij is, kiezen we een willekeurige > 0 en een N > 0, zodat i=n. Dit is mogelijk, omdat de partieelsommen kleiner worden i naarmate i toeneemt. Door het meermaals toepassen van de driehoeksongelijkheid geldt: p, q N : d(x Np, x Nq ) d(x Np, x Np+ ) d(x Nq, x Nq ) < i=n i. Ten slotte weten we door het uitbreidingslemma. dat er een Cauchyrij (a n ) n bestaat met a n A n voor elke n en a Nk = x Nk voor iedere k. Deel. A is gesloten. Veronderstel dat (x n ) n x een rij in A is. We moeten nu aantonen dat x A. Er zou met andere woorden voor elke n een rij (y n ) n x met y n A n moeten bestaan. Aangezien (x n ) n x, bestaat er een strikt stijgende rij van rangnummers (N n ) n, zodat n: d(x Nn, x). We weten tevens per definitie van A dat er voor iedere x n k een rij (a k n) n x k met a k n A n bestaat. In het bijzonder geldt dus: (a Nn n ) n x Nn. We kunnen hierdoor een rij van rangnummers (M n ) n vinden, zodat n: d(a Nn M n, x Nn ). Bijgevolg: n n: d(a Nn M n, x) d(a Nn M n, x Nn ) + d(x Nn, x) n. Dit betekent dat (a Nn M n ) n x met a Nn M n A Mn voor elke n. Door toepassing van lemma., kunnen we (a Nn M n ) n uiteindelijk uitbreiden tot een rij (y n ) n x met y n A n voor iedere n. 7

10 Opmerking. Aangezien A gesloten is en X volledig is, is A ook volledig. Deel. > 0, N > 0, n N : A A n +. Kies een willekeurige > 0. Door het Cauchy-zijn van de rij (A n ) n in H(X) hebben we: N > 0, p, q N : A p A q + en A q A p +. Neem nu een a A. Er bestaat dan een (a n ) n a met a n A n voor elke n. Dat betekent: N > 0, n N : d(a n, a). Stel N = max{n, N }. Kies q N vast en veronderstel dat p q. Dan kunnen we besluiten dat a p A q + en dus ook a A q + op voorwaarde dat A q + gesloten is. Om dit laatste aan te tonen, beschouwen we een rij (x q ) q x in A q +. We moeten bewijzen dat x A q +. Indien die uitspraak vals is, zou er voor elke a q A q gelden dat d(a q, x) >. We weten dat er voor elke x n (x q ) q een a n A q bestaat, zodat d(a n, x n ). Voor deze specifieke a n en geldt echter ook dat d(a n, x) >. We verkrijgen dan: < d(a n, x) d(a n, x n ) + d(x n, x) + d(x n, x). Aangezien dit een contradictie is, moet er wel degelijk een element in A q bestaan, zodat de afstand van dit punt tot x kleiner is dan en dus is A q gesloten. Deel 4: A is totaal begrensd. Indien A eindig is, is de verzameling meteen totaal begrensd. Veronderstel daarom dat A oneindig groot, maar niet totaal begrensd is. Dat wil zeggen dat er een > 0 is, waarvoor er geen eindige verzameling Y A bestaat, waarvan de elementen een overdekking vormen. Er bestaat dan een rij (x n ) n in A, zodat d(x k, x l ) als k l. Uit het vorige deel weten we dat er een rangnummer bestaat, zodat A A n +. Dus geldt: x n A, y n A n : d(x n, y n ). Aangezien A n compact is, bestaat er een convergente deelrij (y nk ) k van (y n ) n. We kunnen steeds een y nk en y nl vinden, zodat d(y nk, y nl ) <. Dit leidt tot de volgende contradictie: d(x nk, x nl ) d(x nk, y nk ) + d(y nk, y nl ) + d(y nl, x nl ) <. A moet dus totaal begrensd zijn. Opmerking. Door deel van het bewijs kunnen we besluiten dat A compact is. 8

11 Deel 5: (A n ) n A. Aangezien A H(X), is het voldoende aan te tonen dat er een rangnummer N is, zodat n N : h(a n, A). We bewezen reeds in deel dat A A n +, dus we moeten alleen nog nagaan dat A n A +. Neem een vaste > 0. Dan geldt er: N > 0, p, q N : A p A q +. Kies voor N 0 N een a A N0. Het is voldoende een element x A te vinden, zodat d(a, x). We kunnen nu net zoals in deel een strikt stijgende rij van rangnummers N 0 < N < N <... vinden, waarbij voor iedere i geldt dat p, q N i : A p A q +, (I) i+ en elementen x Ni A Ni bepalen, zodat (x Ni ) i een Cauchyrij is. Omdat X volledig is, zal (x Ni ) i x. Vanwege het uitbreidingslemma is x dan een element van A. Uit (I) volgt in het bijzonder dat en dus i: A Ni A Ni+ + i+ i: d(a, x Ni ) d(a, x N ) + d(x N, x N ) d(x Ni, x Ni ) i <. Ten slotte kunnen we concluderen dat d(a, x). Dit rondt het bewijs van de volledigheid van H(X) af. 9

12 . Contracties op de ruimte der fractalen Zoals in [] (p. 4-55, 7, 80-9) en [8] (p ), tonen we in dit deel dat we contracties op X kunnen uitbreiden naar H(X) en zo het begrip IFS kunnen invoeren. Vervolgens geven we enkele voorbeelden van attractoren, die getekend werden met een zelfgeschreven programma in Matlab. De code hiervan is terug te vinden in de appendix. Definitie.. Een transformatie op een metrische ruimte (X, d) is een functie f : X X. We noemen x f X een fixpunt van de transformatie f indien f(x f ) = x f. De transformatie f is α-lipschitz als er een α 0 bestaat, zodat x, y X : d ( f(x), f(y) ) α d(x, y). We noemen f een contractie met contractiecoëfficiënt α als f α-lipschitz is en α <. Uit deze definitie volgt meteen dat de samenstelling van contracties opnieuw een contractie is. We gaan nu aantonen dat we in ( H(X), h ) op niet-triviale wijze een contractie kunnen construeren, uitgaande van een eindige familie contracties op X. Daarvoor hebben we eerst een extra eigenschap van de Hausdorff-metriek nodig. Eigenschap.. A, B, C, D H(X): h(a B, C D) h(a, C) h(b, D). Bewijs. Stel = h(a, C) h(b, D). We moeten nu aantonen dat h(a B, C D), wat wegens stelling. equivalent is met A B (C D) + en C D (A B) +. We weten dat h(a, C) en h(b, D). Door stelling. gelden dus de volgende inclusies: A C +, C A +, B D + en D B +. Hieruit kunnen we besluiten: A B (C + ) (D + ) = { x X c C : d(x, c) } { x X d D : d(x, d) } = { x X y C D : d(x, y) } = (C D) +. Door het omwisselen van de rollen van A, B, C en D door respectievelijk C, D, A en B, verkrijgen we ook dat C D (A B) +. Lemma.. Als f : X X een contractie is met contractiecoëfficiënt α, dan is f : H(X) H(X): A f(a) := { f(a) a A } een contractie met contractiecoëfficiënt α op ( H(X), h ). 0

13 Bewijs. Aangezien contracties continu zijn, beeldt f compacte delen van X opnieuw af op compacte delen (eigenschap.4. in [6]). De transformatie f : H(X) H(X) is dus goed gedefinieerd. We tonen nu dat deze afbeelding een contractie is. Zij A, B H(X), dan geldt: d ( f(a), f(b) ) { { ( )} } = max min d f(a), f(b) a A b B { { } } max min α d(a, b) a A = α max a A b B { = α d(a, B). min b B { d(a, b) } } We verkrijgen natuurlijk ook dat d ( f(b), f(a) ) α d(b, A) door het omwisselen van de rollen van A en B en dus kunnen we concluderen dat h ( f(a), f(b) ) = d ( f(a), f(b) ) d ( f(b), f(a) ) α d(a, B) α d(b, A) = α h(a, B). In de volgende stelling definiëren we de gezochte contractie op H(X). Deze afbeelding is goed gedefinieerd dankzij lemma. en het gegeven dat eindige unies van compacte delen compact zijn. Stelling.4. Veronderstel dat f,..., f n een eindig aantal contracties op X is met overeenkomstige contractiecoëfficiënten α,..., α n. Dan is n f : H(X) H(X): A f i (A) een contractie met contractiecoëfficiënt α := max{ α i i n }. i= Bewijs. We passen inductie toe op n en kiezen telkens A, B H(X) willekeurig. Basisstap. Als n =, geldt er: h ( f(a), f(b) ) = h ( f (A) f (A), f (B) f (B) ) h ( f (A), f (B) ) h ( f (A), f (B) ) (eigenschap.) α h(a, B) α h(a, B) = α h(a, B).

14 Inductiehypothese. Veronderstel dat k {,..., n }: h ( f(a), f(b) ) α h(a, B) met f(a) = k f i (A) en f(b) = i= k f i (B). Inductiestap. We kunnen gemakkelijk controleren dat de ongelijkheid nog steeds geldig is. h ( f(a), f(b) ) ( n n ) = h f i (A) f n (A), f i (B) f n (B) h i= ( n f i (A), i= n i= α h(a, B) α n h(a, B) = α h(a, B) i= i= ) f i (B) h ( f n (A), f n (B) ) (eigenschap.) (inductiehypothese) We voeren een definitie in om dit resultaat in een nieuw formalisme te gieten. Definitie.5. Zij (X, d) een volledige metrische ruimte en F een eindige verzameling van contracties { f i : X X i n } met contractiecoëfficiënten α i. Het koppel (X, F ) heet een geïtereerd functiesysteem (IFS) met contractiecoëfficiënt α := max{ α i i n }. Afspraak. Voor elke x X noteren we f 0 (x) := f(x) en f n (x) := f ( f n (x) ). We noemen de transformaties f n : X X een iteratie van f. Waarom spreken we precies over geïtereerde functiesystemen? Dat kunnen we verklaren door een fundamenteel resultaat van Banach uit 90 (eigenschap.4.9 in [6]). Stelling.6 (Banach-fixpuntstelling). Zij (X, d) een volledige metrische ruimte. Iedere contractie f : X X met contractiecoëfficiënt α heeft een uniek fixpunt x f X, dat bepaald kan worden door f te itereren over een willekeurige x X: x f = lim n f n (x), x X. Na iedere iteratie kunnen we tevens meten hoe ver we van het fixpunt verwijderd zijn: d ( x f, f n (x) ) αn α d( x, f(x) ), x X. We vertalen deze stelling naar ons IFS-formalisme en bundelen dit samen met alles wat we tot nu toe weten over geïtereerde functiesystemen.

15 Stelling.7. Zij ( X, { f i : X X i n } ) een IFS met contractiecoëfficiënt α. De transformatie f : H(X) H(X): A n f i (A) is een contractie met contractiecoëfficiënt α en heeft een uniek fixpunt A f H(X), waarvoor geldt: i= A f = lim n f n (A), A H(X). Bovendien is de volgende afschatting voor iedere n N van kracht: h ( A f, f n (A) ) αn α h( A, f(a) ), A H(X). Definitie.8. Het fixpunt van een IFS noemen we een attractor. De fixpuntstelling van Banach laat toe de attractor van een IFS te vinden door de afbeelding f uit stelling.7 te itereren over een willekeurig compact deel. In het bijzonder kunnen we dus steeds vertrekken van een singleton in X. Laten we dit principe eens toepassen op enkele voorbeelden. Voor de eenvoud beperken we ons tot IFS en over R, waarbij de contracties f i affiene transformaties (rotaties, translaties en herschalingen) zijn. In het algemeen zien deze afbeeldingen er uit als volgt: ( [ ] [ ] [ ] [ ] x ) f i = cos θ i sin θ i x u i u i +, y β i sin θ i cos θ i y v i v i waarbij β i < de contractiecoëfficiënt is en θ i de rotatiehoek is van de rotatie rond (u i, v i ). We kunnen deze vergelijking door matrixvermenigvuldiging herschrijven tot ( [ ] [ ] [ ] [ ] x ) a i a i x b i f i = + y a i a i y b i en noteren voor de leesbaarheid de waarden a, a, a, a, b en b in tabelvorm: f a a a a b b a a a a b b n a n a n a n a n b n b n

16 f a a a a b b 0, 5 0, 5 0, 5 0, 5 0 0, 5 0, 5 Beschouw nu het nevenstaande, concrete IFS. We gaan op zoek naar de attractor van dit systeem. In de eerste stap berekenen we de beelden van de oorsprong onder f, f en f. We tekenen deze drie punten in het reële vlak en laten het assenstelsel voor de duidelijkheid weg in de afbeelding. De oorsprong is het onderste punt. Wanneer we op deze drie beeldpunten opnieuw alle contracties toepassen en dit proces blijven herhalen, verkrijgen we de volgende figuren. () (4) (6) (5) Figuur : De cijfers onderaan de afbeeldingen zijn het aantal uitgevoerde iteratiestappen. Dit IFS convergeert naar de beroemde Sierpinski-driehoek. In de appendix, [8] (p. -6) en [] (p. 5-80) zijn meer voorbeelden met mooie attractoren te vinden. Het is bewonderenswaardig dat we met enkele eenvoudige transformaties zulke ingewikkelde figuren kunnen construeren. In ons enthousiasme kan algauw de volgende vraag rijzen: in de definitie van een IFS spraken we over een eindig aantal contracties; is het mogelijk met slechts één contractie een interessante attractor te maken? Het antwoord is helaas neen. Veronderstel namelijk dat we een contractie g op X hebben. Door lemma.4 weten we dat g ook een contractie is op H(X). De Banach-fixpuntstelling garandeert dat g fixpunten x g en A g in respectievelijk X en H(X) heeft. We weten dat A g = lim n g n (A), A H(X). In het bijzonder geldt voor A = {x} met x X willekeurig gekozen dat A g = lim n g n( {x} ) = { lim n g n (x) } = {x g } en dus is de attractor van het IFS ( X, {g} ) een singleton. Eén contractie kan met andere woorden niet volstaan om pakweg de Sierpinski-driehoek te maken. 4

17 4. Continue afhankelijkheid van parameters Veronderstel dat de contracties van een IFS afhangen van een bepaalde parameter. Wat is de invloed van een continue verandering van deze parameter op de overeenkomstige attractoren van het IFS? Om dit te onderzoeken, bewijzen we eerst een lemma, dat een uitspraak doet over het probleem voor een volledige metrische ruimte (X, d). Nadien breiden we dit resultaat uit tot ( H(X), h ). Voor de bewijsvoering in dit hoofdstuk werd er gedeeltelijk afgeweken van [] (p. -), omdat Jachymski in [9] aantoonde dat Barnsleys werk een fout bevat. Die vergissing werd rechtgezet in []. Definitie 4.. We noemen in dit hoofdstuk een metrische ruimte (P, d P ) de parameterruimte. Beschouw de functie f : P X X met (X, d) een volledige metrische ruimte. We noteren voor p P het fixpunt van f(p, ) als x f (p). We zeggen dat het fixpunt continu afhankelijk is van een parameter p P als x f : P X : p x f (p) continu is. Lemma 4.. Zij (X, d) een volledige metrische ruimte en f : P X X een familie van contracties op X met contractiecoëfficiënt α. Dit betekent dat f(p, ) voor iedere p P een contractie is op X. Er geldt dat als f(, x) voor elke x X continu is op P, het fixpunt x f (p) continu afhankelijk is van p. Bewijs. We moeten aantonen dat de afbeelding x f uit definitie 4. continu is. Kies hiertoe een willekeurige > 0 en een vaste p P. Er moet nu een δ > 0 bestaan, zodat q P : d P (p, q) < δ d ( x f (p), x f (q) ) <. Aangezien f(, x) continu is x X, weten we in het bijzonder dat f (, x f (p) ) continu is: ( δ > 0, q P : d P (p, q) < δ d f ( p, x f (p) ), f ( q, x f (p) )) < ( α). Als we δ = δ stellen, kunnen we de gezochte afschatting maken: d ( x f (p), x f (q) ) ( = d f ( p, x f (p) ), f ( q, x f (q) )) (x f (p) en x f (q) zijn fixpunten) ( d f ( p, x f (p) ), f ( q, x f (p) )) + d (f ( q, x f (p) ), f ( q, x f (q) )) < ( α) + α d ( x f (p), x f (q) ). (f(q, ) is een contractie) Door de tweede term in het rechterlid naar het linkerlid over te brengen, krijgen we dat ( α) d ( x f (p), x f (q) ) < ( α). Hieruit volgt ten slotte dat d ( x f (p), x f (q) ) <, omdat 0 α <. 5

18 Intuïtief gezien betekent lemma 4. dat een continue verandering van de parameter zorgt voor een continue verandering van het fixpunt. We willen nu hetzelfde resultaat bekomen in de ruimte ( H(X), h ). Stel dus dat we een functie f : P H(X) H(X) hebben. Om te voldoen aan de eerste voorwaarde in lemma 4., zou f(, A) voor iedere A H(X) continu moeten zijn. Hoe kunnen we dit goed definiëren? Een eerste poging is te eisen dat f(, a) voor elke a A continu moet zijn. Dit betekent: p P, > 0, δ a > 0, q P : d P (p, q) < δ a d ( f(p, a), f(q, a) ) <. Het is cruciaal vast te stellen dat δ a steeds afhangt van a. Indien de verzameling A H(X) oneindig veel punten bevat, bestaat er dus geen δ = min{ δ a a A }, die geschikt is voor heel A. We zijn daarom genoodzaakt een bijkomende voorwaarde op f te leggen. Er bestaan verscheidene beperkingen die het probleem oplossen (in [9] wordt er bijvoorbeeld met equicontinuïteit gewerkt), maar aangezien we weten dat Lipschitz-zijn sterker is dan continuïteit, zullen we proberen met deze eigenschap te werken. De volgende stelling toont aan dat dit mogelijk is. Stelling 4.. Zij ( X, {f (p, ),..., f n (p, )} ) een IFS met contractiecoëfficiënt α voor iedere p P en f i (, x) β-lipschitz met β onafhankelijk van i voor elke x X en i {,..., n}. Dan is de attractor A f H(X) continu afhankelijk van p. Bewijs. De afbeelding f is gedefinieerd zoals voorheen: n f : P H(X) H(X): (p, A) f i (p, A) met f i (p, A) = { f i (p, a) a A }. i= We zullen aantonen dat de gestelde voorwaarde op f (, x),..., f n (, x) impliceert dat f(, A) β-lipschitz en dus continu is voor alle A H(X). We kunnen dan lemma 4. toepassen, zodat het resultaat volgt. Veronderstel in de rest van het bewijs dat i {,..., n}, A H(X) en p, q P. Indien f i (, A) β-lipschitz is, dat wil zeggen h ( f i (p, A), f i (q, A) ) β d P (p, q), (II) dan volgt h ( f(p, A), f(q, A) ) ( n = h i= f i (p, A), n i= ) f i (q, A) max { h ( f i (p, A), f i (q, A) )} (via inductie op.) β d P (p, q) 6

19 en is het gevraagde bewezen. We moeten dus enkel nog (II) aantonen. We weten dat d ( f i (p, A), f i (q, A) ) { { } } = d(x, y). max x f i (p,a) min y f i (q,a) Voor elke x f i (p, A) bestaat er een x A, zodat x = f i (p, x). β-lipschitz is, geldt er: Aangezien f i (, x) min {d(x, y)} d ( x, f i (q, x) ) = d ( f i (p, x), f i (q, x) ) β d P (p, q). y f i (q,a) Deze afschatting is waar voor iedere x f i (p, A) en daarom ook voor { { } } d(x, y). max x f i (p,a) min y f i (q,a) We verkrijgen bijgevolg dat d ( f i (p, A), f i (q, A) ) β d P (p, q) en door omkering van de rollen van p en q eveneens dat d ( f i (q, A), f i (p, A) ) β d P (p, q). We concluderen dat h ( f i (p, A), f i (q, A) ) = d ( f i (p, A), f i (q, A) ) d ( f i (q, A), f i (p, A) ) β d P (p, q). Deze belangrijke stelling houdt in dat kleine veranderingen in de parameters van een IFS leiden tot kleine veranderingen in de attractor, op voorwaarde dat het systeem een IFS blijft. Dat betekent dat we attractoren continu kunnen controleren door parameters in de contracties aan te passen. Dit resultaat speelt bijvoorbeeld een cruciale rol in beeldcompressie (zie hoofdstuk 5) en computeranimaties. Voorbeeld. De appendix bevat een stukje code dat een filmpje (in gif-formaat) maakt van de continue verandering van een rotatiehoek θ in een eenvoudig IFS-systeem. Hier zijn enkele stilstaande beelden: θ = 0, 0 θ = 0, 5 θ = 0, 40 θ = 0, 45 7

20 5. Het inverse probleem In hoofdstuk slaagden we er in complexe afbeeldingen te generen op basis van een eindig aantal contracties. Kunnen we nu ook omgekeerd te werk gaan? Kunnen we met andere woorden altijd een IFS opstellen, zodat een gegeven verzameling daarvan de attractor is? Dit heet het inverse probleem. We gebruiken [] (p ), [4] (p. 8-40) en [7] als leidraad. In onze gedigitaliseerde wereld is het belangrijk dat afbeeldingen zo efficiënt mogelijk worden doorgegeven. Daarom streven we naar een minimale behoefte aan data bij het uitwisselen van beelden. Door bij de beeldverwerking structurele verbanden te herkennen, wordt overbodige informatie weggewerkt en vermindert het aantal nodige bits. Dit heet beeldcompressie. Het zou ideaal zijn als we in plaats van alle pixels van een afbeelding A slechts een IFS moeten doorgeven, dat A als attractor heeft. Dat principe is helaas een utopie, want het inverse probleem heeft in het algemeen geen oplossing. Ten eerste is het mogelijk dat de opgegeven A niet compact is; een noodzakelijke eigenschap bij het werken met IFS en. Ten tweede speelt zelfgelijkenis een centrale rol bij een IFS: attractoren zijn opgebouwd uit transformaties van zichzelf en vertonen daarom op iedere schaal gelijkaardige patronen. Als A niet zelfgelijkend is, werkt de voorgestelde aanpak dus niet. Gelukkig kunnen computerschermen slechts tot op een zeker niveau details weergeven, omdat ze over een eindig aantal pixels beschikken. Daarom is het in de praktijk voldoende een oplossing te vinden voor een afgezwakte versie van het inverse probleem: kunnen we een IFS vinden, zodat de attractor ervan A met vooropgestelde nauwkeurigheid benadert? De vereiste nauwkeurigheidsgraad is natuurlijk afhankelijk van een heleboel factoren, zoals de schermresolutie, de mate waarin het menselijke oog dingen kan onderscheiden... De oplossing voor het probleem in de vorige paragraaf wordt aangereikt door de Banachfixpuntstelling (stelling.6). Met notaties zoals in stelling.7: we moeten contracties f,..., f n vinden, zodat h ( A, f(a) ) ( α), waarbij α de contractiecoëfficiënt van f is. Voor n = 0 geldt er dan namelijk: h(a f, A) = h ( A f, f 0 (A) ) α0 α h( A, f(a) ) = α h( A, f(a) ). We illustreren het belang van IFS en voor beeldcompressie met een voorbeeld. 8

21 Voorbeeld. Beschouw A = [0, ] in R, uitgerust met de Euclidische metriek. Definieer twee contracties f en f als volgt: f (x) = x en f (x) = x +. Dan geldt er dat f (A) = [0, ] en f (A) = [, ]. Bijgevolg is Hieruit kunnen we concluderen dat f(a) = f (A) f (A) = [0, ] [, ] = A. h(a f, A) α h( A, f(a) ) = 0 en dus is A zoals gewenst de attractor van f. Om een afbeelding van het lijnstuk [0, ] te maken, is het dus voldoende f en f te kennen. In het vorige eenvoudige voorbeeld zagen we hoe het eenheidsinterval opgebouwd kan worden uit twee kleinere kopieën van zichzelf. In de literatuur wordt vaak gesproken over een collage, naar [] (p ). Uiteraard is het vinden van een collage in realiteit veel ingewikkelder. Zo zijn er vier complexe contracties nodig om het onderstaande blad te construeren. Collage Attractor Figuur : Het blad in volle lijn wordt afgebeeld op de vier kleinere bladeren in stippellijn. Het bepalen van deze contracties gebeurt niet lukraak: in de daartoe ontwikkelde algoritmen speelt de continue afhankelijkheid van parameters, die we in hoofdstuk 4 bespraken, een grote rol. Deze methodes en andere compressietechnieken vallen echter buiten het bestek van deze paper. Interessante referenties voor een verdere studie hieromtrent zijn [], [4] (p. 8-78), [0] en []. 9

22 6. Fractale dimensie In dit hoofdstuk zullen we eindelijk een definitie voor fractalen geven. Dat doen we door het verschil in kronkeligheid tussen bijvoorbeeld een vierkant en de Sierpinski-driehoek numeriek uit te drukken: de fractale dimensie. Op die manier kunnen we attractoren met elkaar vergelijken. We bouwen dit concept nu wiskundig op met behulp van [] (p. 7-79) en [8] (p ). Definitie 6.. We schrijven N (A, ) voor het minimum aantal gesloten bollen met straal > 0 dat nodig is om A H(X) te overdekken. Is N (A, ) goed gedefinieerd? Wanneer we rond iedere a A een bol met straal tekenen, hebben we A natuurlijk open overdekt. Door de compactheid van A bestaat er een eindige deeloverdekking met middelpunten a,..., a n. We kunnen zonder problemen iedere bol hiervan sluiten. Noteer nu O voor de verzameling van overdekkingen van A met maximaal n gesloten bollen met straal. Als we iedere o O afbeelden op het aantal bollen dat o bevat, vormen deze getallen een eindige verzameling, die ten minste het getal n bevat. De verzameling heeft dus zeker een minimum N (A, ). Om het concept fractale dimensie formeel in te voeren, inspireren we ons op een gesloten interval van lengte, een vierkant met zijde en een kubus met zijde. Natuurlijk willen we deze totaal begrensde figuren respectievelijk dimensie, en toekennen. In de bovenstaande afbeelding zien we hoe het gesloten interval, het vierkant en de kubus worden overdekt door bollen met straal {,, } onder de Manhattan-metriek. We zien meteen dat we telkens respectievelijk, en bollen nodig hebben. Merk op dat de dimensie steeds in de exponent staat. Daarom is het aannemelijk dat we gebruik zullen maken van een logaritme en dat we de fractale dimensie definiëren als volgt: Definitie 6.. We noteren de fractale dimensie van A H(X) met dim(a) en stellen ze gelijk aan de volgende limiet (indien die bestaat): ( ) ln N (A, ) dim(a) = lim 0 ln ( ). Laten we deze definitie eens toepassen op twee eenvoudige voorbeelden. 0

23 Voorbeeld. Beschouw A = {a} in het Euclidische vlak. Iedere gesloten bol rond a met straal overdekt A en dus is N (A, ) =. Bijgevolg is dim(a) = 0. Voorbeeld 4. Beschouw A = [0, ] in het Euclidische vlak. Het is meteen duidelijk dat N (A, ) =, het eerstvolgende gehele getal groter of gelijk aan. Er geldt: ) ) ) = ln ( ln ( ) ln ( ln ( ) ln ( + ) ln ( ) = ln ( ( + )) ln( ) = + ln ( + ln ( ) Door de insluitstelling verkrijgen we zoals verwacht dat dim(a) = ln ( ) ln ( ) =. 0. Om het bepalen van de fractale dimensie te vereenvoudigen, zullen we aantonen dat we de continue variabele uit de definitie kunnen vervangen door discrete variabelen n. Stelling 6.. Zij A H(X). Stel n = α β n met α > 0, 0 < β < en n N 0. De fractale dimensie van A kan berekend worden als volgt: ( ln N (A, n ) ) dim(a) = lim n ln ( ). n Bewijs. Kies β < en stel f() = max { n n } := k. Er geldt dan dat en hieruit leiden we logischerwijze af dat f() k = α β k = k β = f() β N ( A, f() ) ( ) β N (A, ) N A, f(). Aangezien de natuurlijke logaritme een stijgende functie is, volgt: en ln ( ) β f() ln( ) ln ( ) f() ln ( N ( )) ( ) ( ( )) A, f() β ln N (A, ) ln N A, f(). (III) Alle termen in (III) zijn positief, omdat f() <. Daarom krijgen we: ln ( N ( A, f() )) β ln ( ) ln ( N (A, ) ) ln( ) f() ln ( ( )) N A, f() ln ( ). β f() We nemen nu de limiet voor gaande naar 0 van de uiterst linkse en uiterst rechtse breuk in deze reeks ongelijkheden. We verkrijgen enerzijds

24 lim 0 ln ( N ( )) A, f() β ln ( ) = lim f() ( ln N (A, n ) ) n ln ( ) ( n N (A, n ) ) = lim n ln = lim n = dim(a) ln ln ( ) ( β + ln ( N (A, n ) ) ln( n ) n ) en anderzijds lim 0 ln ( N ( A, f() )) ln ( ) = lim β f() ( ln N (A, n ) ) n ln ( ) β ( n N (A, n ) ) = lim n ln ln = lim n = dim(a). ln(β) + ln ( ( N (A, n ) ) ln( n ) n ) Door toepassing van de insluitstelling is dan ook ln ( N (A, ) ) lim 0 ln( ) = dim(a). Voorbeeld en voorbeeld 4 tonen aan dat we wel degelijk kunnen werken met definitie 6., maar bij complexere compacte delen A zullen we N (A, ) niet altijd gemakkelijk kunnen bepalen. We bewijzen daarom een veel elegantere manier om de fractale dimensie van een attractor te bepalen: de Box-Counting-stelling. A 0 Stelling 6.4 (Box Counting). Zij A H(R m ), waarbij R m uitgerust is met de Euclidische metriek. We bedekken R m met een raster van boxen: aaneensluitende, gesloten m-dimensionale kubussen met zijde n (de bovenstaande afbeelding is een voorbeeld voor m = n = ). We noteren N n (A) voor het aantal boxen uit het raster dat A snijdt. Er geldt dan dat ( ln Nn (A) ) dim(a) = lim. n ln( n )

25 Bewijs. Kies m N 0 willekeurig. We merken voor iedere n N 0 meteen op dat een bol met straal n maximaal m boxen met zijde n kan snijden. Dit betekent dat N n (A) N (A, ). m n We proberen N (A, n ) ook langs boven af te schatten door in iedere gesloten bol van de minimale overdekking van A een box te passen die A snijdt. We beweren dat dit zo is als de boxen een straal κ(n) hebben, waarbij κ(n) het kleinste gehele getal is, waarvoor geldt dat κ(n) n + log (m). We kunnen dit gemakkelijk controleren met behulp van de stelling van Pythagoras, die garandeert dat een bol met straal r een box met zijde s omvat als r m ( s ). In ons geval hebben we inderdaad: ( s ) ( m ) = m κ(n)+ ( m n+ log (m)) ( ) ( = m n m ) = = r. n Hiermee hebben we aangetoond dat N n (A) N (A, ) N m n κ(n) (A). Door het stijgende teken van de natuurlijke logaritme volgt: ln ( N lim m n (A) ) ( ln N (A, ) ) ( ln lim n Nκ(n) (A) ) lim. n ln( n ) n ln( n ) n ln( n ) Aangezien en ln ( N lim m n (A) ) n ln( n ) ln ( N κ(n) (A) ) lim n ln( n ) = lim ln( n ) + lim ln ( N n (A) ) n ln( n ) ( Nn (A) ) ln( ) m n ln = lim n ln( n ) ln( κ(n) ) ln ( N κ(n) (A) ) = lim n ln( n ) ln( κ(n) ) ( Nκ(n) (A) ) = lim ln( κ(n) ( ln Nn (A) ) = lim, n ln( n ) n ln volgt uit de insluitstelling en stelling 6. met α = en β = ten slotte dat ln ( N n (A) ) ( ln N (A, ) ) lim = lim n = dim(a). n ln( n ) n ln( n )

26 Voorbeeld 5. Laten we met behulp van de Box-Counting-stelling proberen de fractale dimensie te berekenen van de Sierpinski-driehoek, die we in figuur zagen verschijnen. () (9) (7) Figuur 4: De gearceerde vierkantjes snijden de attractor. Het aantal staat tussen haakjes. We noteren A voor de Sierpinksi-driehoek en zien in de bovenstaande figuur dat N n (A) = n. Bijgevolg geldt wegens stelling 6.4: ln( n ) dim(a) = lim n ln( n ) = ln() ln(), 565. De betekenis van fractale dimensie strookt dus niet met de conventionele wijze waarop we aan dimensie denken: de dimensie van attractoren is niet noodzakelijk een geheel getal! We kunnen nu formeel definiëren wat een fractaal is. Definitie 6.5. Een fractaal is een attractor met een niet-gehele fractale dimensie. Zijn attractoren en fractalen wel verschillende begrippen? Zo ja, moeten er attractoren bestaan die een gehele dimensie hebben. We geven een gemakkelijk voorbeeld. Voorbeeld 6. Het onderstaande IFS heeft een saaie attractor A: een doodnormaal vierkant. f a a a a b b Door de observatie die we maakten bij de intuïtieve aanbreng van definitie 6., kunnen we concluderen dat N n (A) = n. De fractale dimensie dim(a) = lim n ln( n ) ln( n ) = ln() ln() = en dus is de attractor van het bovenstaande IFS geen fractaal. 4

27 Conclusie Fractalen illustreren prachtig de wisselwerking tussen zuivere wiskunde en de werkelijkheid. Enerzijds bood de natuur inspiratie voor het creëren van een volledig nieuwe wiskundetak, die gebaseerd is op het gegeven dat bepaalde vormen schijnbaar onregelmatige patronen vertonen op ieder niveau. Anderzijds laat de wiskundige modellering toe met eenvoudige transformaties de meest complexe afbeeldingen te genereren en zo gedeeltelijk het mechanisme achter de natuurlijke schoonheid te ontsluieren. De theorie over fractalen heeft tevens bijgedragen aan de ontwikkeling van een heleboel toepassingen, zoals beeldcompressie en computeranimatie. Het is fascinerend dat dit allemaal perfect past in een analytisch, metrisch kader. Banach en Hausdorff legden als ware avant-gardisten nota bene zonder gebruik te kunnen maken van computers de basis voor een elegante theorie die pas een halve eeuw later toepassingen in de praktijk zou krijgen. Fractale meetkunde is daarom een mooi voorbeeld van het nut van abstracte wiskunde en de noodzaak tot bestudering ervan. 5

28 Referenties [] BARAHONA, F., CABRELLI, C., MOLTER, U. Computing the Hutchinson Distance by Network Flows. Random Computational Dynamics, vol., 99. (p. 7-9.) [] BARNSLEY, M. Fractals Everywhere. Academic Press, San Diego, 988. (p. 6-5, 9-59, 7, 75-9, 96-, 7-79) [] BARNSLEY, M. Fractals Everywhere. Dover, 0. (p. 0-) [4] BASTIAENS, E. Fractal Compressie door middel van Genetische Algoritmen. Masterthesis VUB, Brussel, 994. (p. 8-78) [5] COLEBUNDERS, E. Verzamelingen en reële getallen. Dienst Uitgaven VUB, Brussel, 0. [6] COLEBUNDERS, E. Analyse II. Dienst Uitgaven VUB, Brussel, 0. [7] COLEBUNDERS, E. Geïtereerde functiesystemen en beeldverwerking meer dan een halve eeuw na Banach en Hausdorff. Wiskunde en Onderwijs, Brussel, 995. [8] EDGAR, G. Measure, Topology and Fractal Geometry. Springer-Verlag, New York, 990. (p. -6, 65-68, 05-09, 84-87) [9] JACHYMSKI, J. Continuous Dependence of Attractors of Iterated Function Systems. Journal of Mathematical Analysis and Applications, vol. 98, 996. (p. -6) [0] MANTICA, G., SLOAN, A. Chaotic Optimization and the Construction of Fractals: Solution of an Inverse Problem. Complex Systems Publications, vol., 989. (p. 7-6) [] MANDELBROT, B. The Fractal Geometry of Nature. W. H. Freeman and Company, New York, 98. (p. -9, 5-80) [] SHONKWILER, R., MENDIVIL, F., DELIU, A. Genetic Algorithms for the -D Fractal Inverse Problem. Morgan Kaufmann, Proceedings of the 4th International Conference on Genetic Algorithms, San Diego, 99. (p )

29 Appendix Extra voorbeelden van IFS en en hun attractoren f a a a a b b Figuur 5: Een fractaal ijskristal. f a a a a b b Figuur 6: Het tapijt van Menger. f a a a a b b c s c s c s 4 c s s s s s c 0 c 0 c 0 c 0 met c = cos(0, 5) en s = sin(0, 5) Figuur 7: Attractor met spiralen.

30 Matlab-code De onderstaande Matlab-procedure attractor genereert afbeeldingen van het iteratieproces dat beschreven wordt in hoofdstuk. Bij de code is begeleidende tekst in het groen voorzien. function [ ] = attractor (M,it) % Deze functie tekent de attractor van een gegeven matrix M in het vlak en % voert het gevraagde aantal iteraties 'it' uit. Voor de Sierpinski- % driehoek ziet M er bijvoorbeeld uit als volgt: % % M = % % % % % We slaan het aantal contracties (het aantal rijen in M) op in een % variabele 'm'. [m,~] = size(m); % Om performantieredenen geven we enkele variabelen, die we verderop in de % functie zullen tegenkomen, een startwaarde. A = cell(,m); B = cell(,m); x = zeros(,mˆit); y = zeros(,mˆit); % De transformaties zijn van de vorm A{i}*[x,y]+B{i}. Gemakkelijkheidshalve % bepalen we de matrices A{i} en B{i} op basis van M. for i = :m A{i} = [M(i,:); M(i,:4)]; B{i} = M(i,5:6)'; end % We kiezen de oorsprong als startpunt van het iteratieproces en bewaren % de abscis en ordinaat in een array P. P = {[0;0]}; for i = :it Q = cell(,mˆi); p = length(p); % We berekenen de beelden van de punten in P onder alle contracties. for j = :m for k = :p % We slaan de berekende beelden op in een array Q.

31 Q{(j-)*p+k} = A{j}*P{k}+B{j}; end end % De berekende beelden zijn de startverzameling voor de volgende % iteratiestap. P = Q; end % We tekenen nu de punten die we in laatste iteratiestap hebben berekend. for i = :length(p) x(i) = P{i}(); y(i) = P{i}(); end plot(x,y,'.','color',[ 0],'Markersize',) set(gcf,'color','white') axis('square','off') end Met de procedure attractormovie kan men gif-bestanden maken, die weergeven hoe de attractor van het opgegeven IFS in iedere iteratiestap groeit. function [ ] = attractormovie (M,it,name) % Deze functie tekent voor iedere waarde i kleiner of gelijk aan 'it' de % i-de iteratiestap met de functie 'attractor' en maakt een gif-bestand met % de naam 'name' van deze beelden. % We slaan het aantal contracties (het aantal rijen in M) op in een % variabele 'm'. [m,~] = size(m); % Om performantieredenen geven we enkele variabelen, die we verderop in de % functie zullen tegenkomen, een startwaarde. A = cell(,m); B = cell(,m); % De transformaties zijn van de vorm A{i}*[x,y]+B{i}. Gemakkelijkheidshalve % bepalen we de matrices A{i} en B{i} op basis van M. for i = :m A{i} = [M(i,:); M(i,:4)]; B{i} = M(i,5:6)'; end % We kiezen de oorsprong als startpunt van het iteratieproces en bewaren % de abscis en ordinaat in een array P.

32 P = {[0;0]}; plot(0,0,'.','color',[ 0],'Markersize',); set(gcf,'color','white') axis('square','off') F() = getframe(gcf); for i = :it Q = cell(,mˆi); x = zeros(,mˆi); y = zeros(,mˆi); p = length(p); % We berekenen de beelden van de punten in P onder alle contracties. for j = :m for k = :p % We slaan de berekende beelden op in een array Q. Q{(j-)*p+k} = A{j}*P{k}+B{j}; end end % De berekende beelden zijn de startverzameling voor de volgende % iteratiestap. P = Q; % We tekenen de punten die we in laatste iteratiestap hebben berekend. for j = :length(p) x(j) = P{j}(); y(j) = P{j}(); end plot(x,y,'.','color',[ 0],'Markersize',); set(gcf,'color','white') axis('square','off') F(i+) = getframe(gcf); end % De gif blijft eindeloos doorspelen met een pauze van seconde tussen de % beelden. Dit commando is niet standaard ingebouwd in Matlab, maar kan % gedownload worden op het onderstaande webadres. % moviegif(f,name,'loopcount',inf,'delaytime',) end

33 Deze code creëert het gif-filmpje dat in voorbeeld ter sprake kwam. Op analoge wijze kan men in ieder IFS-systeem een parameter continu laten veranderen. i=; for h=0:0.0:pi/ c=cos(h); s=sin(h); M=[/*c -/*s /*s /*c 0; /*c -/*s /*s /*c 0 ; /*c -/*s /*s /*c - 0; /*c -/*s /*s /*c 0 -]; attractor(m,9); F(i)=getframe(gcf); i=i+; end moviegif(f,'vierkantcont.gif','loopcount',inf,'delaytime',0.);

Wanneer zijn alle continue functies uniform continu?

Wanneer zijn alle continue functies uniform continu? Faculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde Wanneer zijn alle continue functies uniform continu? Bachelor Project I Stijn Tóth Promotor: Prof. Eva Colebunders Academiejaar 2011-2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding

Nadere informatie

Inleiding Analyse 2009

Inleiding Analyse 2009 Inleiding Analyse 2009 Inleveropgaven A). Stel f(, y) = In (0, 0) is f niet gedefinieerd. We bestuderen y2 2 + y 4. lim f(, y). (,y) (0,0) 1. Bepaal de waarde van f(, y) op een willekeurige rechte lijn

Nadere informatie

3. Geïtereerde functiesystemen

3. Geïtereerde functiesystemen 3. Geïtereerde functiesstemen In de ontwikkeling van allerhande toepassingen wordt de dag van vandaag gebruik gemaakt van geïtereerde functiesstemen. Bijvoorbeeld in het hedendaags multimediaal computertijdperk

Nadere informatie

METRISCHE RUIMTEN EN CONTINUE AFBEELDINGEN aanvullend materiaal voor het college Analyse 1 Dr J. Hulshof (R.U.L.)

METRISCHE RUIMTEN EN CONTINUE AFBEELDINGEN aanvullend materiaal voor het college Analyse 1 Dr J. Hulshof (R.U.L.) METRISCHE RUIMTEN EN CONTINUE AFBEELDINGEN aanvullend materiaal voor het college Analyse 1 Dr J. Hulshof (R.U.L.) 1. Inleiding. In deze syllabus behandelen we een aantal fundamentele onderwerpen uit de

Nadere informatie

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07 Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30 Auditorium L.00.07 Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen.

Nadere informatie

Fractale dimensie. Eline Sommereyns 6wwIi nr.9

Fractale dimensie. Eline Sommereyns 6wwIi nr.9 Fractale dimensie Eline Sommereyns 6wwIi nr.9 Inhoudstabel Inleiding... 3 Gehele dimensie... 4 Begrip dimensie... 4 Lengte, breedte, hoogte... 4 Tijd-ruimte... 4 Fractale dimensie... 5 Fractalen... 5 Wat?...

Nadere informatie

Examen G0U13 - Bewijzen en Redeneren,

Examen G0U13 - Bewijzen en Redeneren, Examen G0U13 - Bewijzen en Redeneren, 2010-2011 bachelor in de Wisunde, bachelor in de Fysica, bachelor in de Economische Wetenschappen en bachelor in de Wijsbegeerte Vrijdag 4 februari 2011, 8u30 Naam:

Nadere informatie

Opgaven Inleiding Analyse

Opgaven Inleiding Analyse Opgaven Inleiding Analyse E.P. van den Ban Limieten en continuïteit Opgave. (a) Bewijs direct uit de definitie van iet dat y 0 y = 0. (b) Bewijs y 0 y 3 = 0 uit de definitie van iet. (c) Bewijs y 0 y 3

Nadere informatie

Lebesgues overdekkingslemma en Cantors intersectiestelling voor Atsuji metrische ruimten

Lebesgues overdekkingslemma en Cantors intersectiestelling voor Atsuji metrische ruimten Faculteit Wetenschappen en Bio-Ingenieurswetenschappen Departement Wiskunde Lebesgues overdekkingslemma en Cantors intersectiestelling voor Atsuji metrische ruimten Proefschrift voor het behalen van de

Nadere informatie

Z.O.Z. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 2016, 12:30 15:30 (16:30)

Z.O.Z. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 2016, 12:30 15:30 (16:30) Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 016, 1:30 15:30 (16:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van aantekeningen

Nadere informatie

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde. vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde. vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30 Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30 Naam: Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen.

Nadere informatie

V.4 Eigenschappen van continue functies

V.4 Eigenschappen van continue functies V.4 Eigenschappen van continue functies We bestuderen een paar belangrijke stellingen over continue functies. Maxima en minima De stelling over continue functies die we in deze paragraaf bewijzen zegt

Nadere informatie

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015 Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. Elk vraagstuk is maximaal 10 punten waard. Begin elke opgave op een nieuw vel papier. µkw uitwerkingen 12 juni 2015 Vraagstuk 1. We kunnen

Nadere informatie

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007)

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007) Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007) Vooraf: Zoals het stilletjes aan een traditie is geworden, geef ik hier bedenkingen bij het examen van deze septemberzittijd. Ik zorg ervoor dat deze tekst op

Nadere informatie

V.2 Limieten van functies

V.2 Limieten van functies V.2 Limieten van functies Beschouw een deelverzameling D R, een functie f: D R en zij c R. We willen het gedrag van f in de buurt van c bestuderen. De functiewaarde in c is daarvoor niet belangrijk, de

Nadere informatie

Steeds betere benadering voor het getal π

Steeds betere benadering voor het getal π Wiskunde & Onderwijs 38ste jaargang (2012 Steeds betere benadering voor het getal π Koen De Naeghel Samenvatting. We bespreken een oplossing voor de (veralgemeende opgave Noot 4 uit Wiskunde & Onderwijs

Nadere informatie

Bijzondere kettingbreuken

Bijzondere kettingbreuken Hoofdstuk 15 Bijzondere kettingbreuken 15.1 Kwadratische getallen In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat 2 = 1, 2, 2, 2, 2, 2, 2,.... Men kan zich afvragen waarom we vanaf zeker moment alleen maar

Nadere informatie

STEEDS BETERE BENADERING VOOR HET GETAL π

STEEDS BETERE BENADERING VOOR HET GETAL π STEEDS BETERE BENADERING VOOR HET GETAL KOEN DE NAEGHEL Samenvatting. We bespreken een oplossing voor de (veralgemeende) opgave Noot 4 uit Wiskunde & Onderwijs nr.139. Onze inspiratie halen we uit het

Nadere informatie

Wiskunde voor informatici 2 Oefeningen

Wiskunde voor informatici 2 Oefeningen Wiskunde voor informatici Oefeningen Reinout Stevens resteven@vub.ac.be Prof: Ann Dooms Assistent: Arnout Van Messem 5 Juni 8 Gedachtenstroom In dit document staan de meeste oplossingen van de cursus Wiskunde

Nadere informatie

Aanvullingen bij Hoofdstuk 8

Aanvullingen bij Hoofdstuk 8 Aanvullingen bij Hoofdstuk 8 8.5 Definities voor matrices De begrippen eigenwaarde eigenvector eigenruimte karakteristieke veelterm en diagonaliseerbaar worden ook gebruikt voor vierkante matrices los

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.6, maandag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 30 mei, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 33 Outline 1 2 Algemeenheden Gedrag op de rand Machtreeksen

Nadere informatie

Examen Complexe Analyse (September 2008)

Examen Complexe Analyse (September 2008) Examen Complexe Analyse (September 2008) De examenvragen vind je op het einde van dit documentje. Omdat het hier over weinig studenten gaat, heb ik geen puntenverdeling meegegeven. Vraag. Je had eerst

Nadere informatie

5 Eenvoudige complexe functies

5 Eenvoudige complexe functies 5 Eenvoudige complexe functies Bij complexe functies is zowel het domein als het beeld een deelverzameling van. Toch kan men in eenvoudige gevallen het domein en het beeld in één vlak weergeven. 5.1 Functies

Nadere informatie

Oplossingen Oefeningen Bewijzen en Redeneren

Oplossingen Oefeningen Bewijzen en Redeneren Oplossingen Oefeningen Bewijzen en Redeneren Goeroen Maaruf 20 augustus 202 Hoofdstuk 3: Relaties. Oefening 3..2 (a) Persoon p is grootouder van persoon q. (b) (p, q) O o O r P : [ (p, r) O (r, q) O ]

Nadere informatie

(b) Formuleer het verband tussen f en U(P, f), en tussen f en L(P, f). Bewijs de eerste. (c) Geef de definitie van Riemann integreerbaarheid van f.

(b) Formuleer het verband tussen f en U(P, f), en tussen f en L(P, f). Bewijs de eerste. (c) Geef de definitie van Riemann integreerbaarheid van f. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 2 juli 2015, 08:30 11:30 (12:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek Analysis

Nadere informatie

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

III.2 De ordening op R en ongelijkheden III.2 De ordening op R en ongelijkheden In de vorige paragraaf hebben we axioma s gegeven voor de optelling en vermenigvuldiging in R, maar om R vast te leggen moeten we ook ongelijkheden in R beschouwen.

Nadere informatie

Dimensie en Dispersie het meten van chaos

Dimensie en Dispersie het meten van chaos Chaos p.1 Dimensie en Dispersie het meten van chaos Henk Broer Instituut voor Wiskunde en Informatica Rijksuniversiteit Groningen Chaos p.2 Dynamische fractals Mandelbrot-verzameling Hénon-achtige attractor

Nadere informatie

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, , Examenzaal

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, , Examenzaal Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, 14.00 17.00, Examenzaal Het gebruik van een rekenmachine en/of telefoon is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek

Nadere informatie

Appendix B: Complexe getallen met Cabri Geometry II 1

Appendix B: Complexe getallen met Cabri Geometry II 1 Appendix B: Complexe getallen met Cabri Geometry II 1 1. Macro s in Cabri Indien een constructie geregeld uitgevoerd moet worden, is het interessant deze constructie op te slaan in een macro. Het definiëren

Nadere informatie

Ter Leering ende Vermaeck

Ter Leering ende Vermaeck Ter Leering ende Vermaeck 15 december 2011 1 Caleidoscoop 1. Geef een relatie op Z die niet reflexief of symmetrisch is, maar wel transitief. 2. Geef een relatie op Z die niet symmetrisch is, maar wel

Nadere informatie

Uitleg van de Hough transformatie

Uitleg van de Hough transformatie Uitleg van de Hough transformatie Maarten M. Fokkinga, Joeri van Ruth Database groep, Fac. EWI, Universiteit Twente Versie van 17 mei 2005, 10:59 De Hough transformatie is een wiskundige techniek om een

Nadere informatie

Je mag Zorich deel I en II gebruiken, maar geen ander hulpmiddelen (zoals andere boeken, aantekeningen, rekenmachine etc.)!

Je mag Zorich deel I en II gebruiken, maar geen ander hulpmiddelen (zoals andere boeken, aantekeningen, rekenmachine etc.)! Tentamen Analyse II. Najaar 6 (.1.7) Toelicting: Je mag Zoric deel I en II gebruiken, maar geen ander ulpmiddelen (zoals andere boeken, aantekeningen, rekenmacine etc.)! Als je bekende stellingen gebruikt

Nadere informatie

De stelling van Hahn en Mazurkiewicz

De stelling van Hahn en Mazurkiewicz Radboud Universiteit Nijmegen Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica De stelling van Hahn en Mazurkiewicz Naam: Studentnummer: Studie: Begeleider: Datum: Lennaert Stronks 4062175 Wiskunde

Nadere informatie

1 Limiet van een rij Het begrip rij Bepaling van een rij Expliciet voorschrift Recursief voorschrift 3

1 Limiet van een rij Het begrip rij Bepaling van een rij Expliciet voorschrift Recursief voorschrift 3 HOOFDSTUK 6: RIJEN 1 Limiet van een rij 2 1.1 Het begrip rij 2 1.2 Bepaling van een rij 2 1.2.1 Expliciet voorschrift 2 1.2.2 Recursief voorschrift 3 1.2.3 Andere gevallen 3 1.2.4 Rijen met de grafische

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.1, donderdag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 21 april, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 32 Outline 1 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie

Nadere informatie

Opgaven Inleiding Analyse

Opgaven Inleiding Analyse Opgaven Inleiding Analyse E.P. van den Ban Limieten en continuïteit Opgave. (a) Bewijs direct uit de definitie van limiet dat lim y 0 y = 0. (b) Bewijs lim y 0 y 3 = 0 uit de definitie van limiet. (c)

Nadere informatie

Complexe Analyse - Bespreking Examen Juni 2010

Complexe Analyse - Bespreking Examen Juni 2010 Complexe Analyse - Bespreking Examen Juni 2010 Hier volgt een bespreking van het examen van Complexe Analyse op 18 juni. De bedoeling is je de mogelijkheid te geven na te kijken wat je goed en wat je minder

Nadere informatie

Kies voor i een willekeurige index tussen 1 en r. Neem het inproduct van v i met de relatie. We krijgen

Kies voor i een willekeurige index tussen 1 en r. Neem het inproduct van v i met de relatie. We krijgen Hoofdstuk 95 Orthogonaliteit 95. Orthonormale basis Definitie 95.. Een r-tal niet-triviale vectoren v,..., v r R n heet een orthogonaal stelsel als v i v j = 0 voor elk paar i, j met i j. Het stelsel heet

Nadere informatie

Overzicht Fourier-theorie

Overzicht Fourier-theorie B Overzicht Fourier-theorie In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de belangrijkste resultaten van de Fourier-theorie. Dit kan als steun dienen ter voorbereiding op het tentamen. Fourier-reeksen van

Nadere informatie

Convexe Analyse en Optimalisering

Convexe Analyse en Optimalisering Convexe Analyse en Optimalisering Bernd Heidergott Vrije Universiteit Amsterdam and Tinbergen Institute WEB: http://staff.feweb.vu.nl/bheidergott.htm Overzicht Boek: Optimization: Insights and Applications,

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.10, donderdag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 23 juni, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 46 Outline 1 2 3 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie

Nadere informatie

3 De duale vectorruimte

3 De duale vectorruimte 3 De duale vectorruimte We brengen de volgende definitie in de herinnering. Definitie 3.1 (hom K (V, W )) Gegeven twee vectorruimtes (V, K) en (W, K) over K noteren we de verzameling van alle lineaire

Nadere informatie

Inleiding Analyse. Opgaven. E.P. van den Ban. c Mathematisch Instituut Universiteit Utrecht Voorjaar 2003, herzien

Inleiding Analyse. Opgaven. E.P. van den Ban. c Mathematisch Instituut Universiteit Utrecht Voorjaar 2003, herzien Inleiding Analyse Opgaven E.P. van den Ban c Mathematisch Instituut Universiteit Utrecht Voorjaar 2003, herzien 0 1 1 Limieten en continuïteit Opgave 1.1 (a) Bewijs direct uit de definitie van limiet dat

Nadere informatie

Complexe functies 2019

Complexe functies 2019 Complexe functies 019 Extra opgaves Opgave A Laat zien dat R voorzien van de bewerkingen a + b := (a 1 +b 1,a +b ) a b := (a 1 b 1 a b,a 1 b +a b 1 ) isomorf is met C. Wat is i in deze representatie? Opgave

Nadere informatie

Examenvragen Hogere Wiskunde I

Examenvragen Hogere Wiskunde I 1 Examenvragen Hogere Wiskunde I Vraag 1. Zij a R willekeurig. Gegeven is dat voor alle r, s Q geldt dat a r+s = a r a s. Bewijs dat voor alle x, y R geldt dat a x+y = a x a y. Vraag 2. Gegeven 2 functies

Nadere informatie

Analyse 1 Handout limieten en continuïteit

Analyse 1 Handout limieten en continuïteit Analyse Handout ieten en continuïteit Rogier Bos Inhoudsopgave Limieten 2. Intuïtief ieten bepalen........................ 2.2 Rekenen aan ieten........................... 4.3 Limieten als spel.............................

Nadere informatie

Modulewijzer InfPbs00DT

Modulewijzer InfPbs00DT Modulewijzer InfPbs00DT W. Oele 0 juli 008 Inhoudsopgave Inleiding 3 Waarom wiskunde? 3. Efficiëntie van computerprogramma s............... 3. 3D-engines en vectoranalyse................... 3.3 Bewijsvoering

Nadere informatie

Constructie der p-adische getallen

Constructie der p-adische getallen Constructie der p-adische getallen Pim van der Hoorn Marcel de Reus 4 februari 2008 Voorwoord Deze tekst is geschreven als opdracht bij de cursus Kaleidoscoop 2007 2008 aan de Universiteit Utrecht. De

Nadere informatie

Jordan normaalvorm. Hoofdstuk 7

Jordan normaalvorm. Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 7 Jordan normaalvorm Zoals we zagen hangt de matrix die behoort bij een lineaire transformatie af van de keuze van een basis voor de ruimte In dit hoofdstuk buigen we ons over de vraag of er

Nadere informatie

Unitaire en Hermitese transformaties

Unitaire en Hermitese transformaties Hoofdstuk 11 Unitaire en Hermitese transformaties We beschouwen vervolgens lineaire transformaties van reële en complexe inproductruimten die aan extra eigenschappen voldoen die betrekking hebben op het

Nadere informatie

Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H17

Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H17 Hints en uitwerkingen huiswerk 013 Analyse 1 H17 Rocco van Vreumingen augustus 014 1 Inhoudsopgave 1 Hints 1 3 Hints 4 3 Hints 3 4 4 Hints 4 5 5 Hints 5 5 6 Hints 6 6 7 Hints 7 6 8 Hints 8 6 9 Hints 9

Nadere informatie

Alle opgaven tellen even zwaar, 10 punten per opgave.

Alle opgaven tellen even zwaar, 10 punten per opgave. WAT IS WISKUNDE (English version on the other side) Maandag 5 november 2012, 13.30 1.30 uur Gebruik voor iedere opgave een apart vel. Schrijf je naam en studentnummer op elk vel. Alle opgaven tellen even

Nadere informatie

Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1)

Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1) Driehoeksongelijkheid en Ravi (groep 1) Trainingsdag 3, april 009 Driehoeksongelijkheid Driehoeksongelijkheid Voor drie punten in het vlak A, B en C geldt altijd dat AC + CB AB. Gelijkheid geldt precies

Nadere informatie

Aanvulling aansluitingscursus wiskunde. A.C.M. Ran

Aanvulling aansluitingscursus wiskunde. A.C.M. Ran Aanvulling aansluitingscursus wiskunde A.C.M. Ran 1 In dit dictaat worden twee onderwerpen behandeld die niet in het boek voor de Aansluitingscursus staan. Die onderwerpen zijn: complexe getallen en volledige

Nadere informatie

3 Opgaven bij Hoofdstuk 3

3 Opgaven bij Hoofdstuk 3 3 Opgaven bij Hoofdstuk 3 Opgave 3. Voor k beschouwen we de functie f k : x sin(x/k). Toon aan dat f k 0 uniform op [ R, R] voor iedere R > 0. Opgave 3.2 Zij V een verzameling. Een functie f : V C heet

Nadere informatie

Convexe Analyse en Optimalisering

Convexe Analyse en Optimalisering Convexe Analyse en Optimalisering Bernd Heidergott Vrije Universiteit Amsterdam en Tinbergen Institute WEB: http://staff.feweb.vu.nl/bheidergott Overzicht Literatuur Calculus, a complete course, Robert

Nadere informatie

34 HOOFDSTUK 1. EERSTE ORDE DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN

34 HOOFDSTUK 1. EERSTE ORDE DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN 34 HOOFDSTUK 1. EERSTE ORDE DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN 1.11 Vraagstukken Vraagstuk 1.11.1 Beschouw het beginwaardeprobleem = 2x (y 1), y(0) = y 0. Los dit beginwaardeprobleem op voor y 0 R en maak een

Nadere informatie

4 Positieve en niet-negatieve lineaire algebra

4 Positieve en niet-negatieve lineaire algebra 4 Positieve en niet-negatieve lineaire algebra Positieve en niet-negatieve matrices komen veel voor binnen de stochastiek (zoals de PageRank matrix) en de mathematische fysica: temperatuur, dichtheid,

Nadere informatie

Numerieke aspecten van de vergelijking van Cantor. Opgedragen aan Th. J. Dekker. H. W. Lenstra, Jr.

Numerieke aspecten van de vergelijking van Cantor. Opgedragen aan Th. J. Dekker. H. W. Lenstra, Jr. Numerieke aspecten van de vergelijking van Cantor Opgedragen aan Th. J. Dekker H. W. Lenstra, Jr. Uit de lineaire algebra is bekend dat het aantal oplossingen van een systeem lineaire vergelijkingen gelijk

Nadere informatie

Antwoorden op de theoretische vragen in de examen voorbereiding

Antwoorden op de theoretische vragen in de examen voorbereiding Antwoorden op de theoretische vragen in de examen voorbereiding Theorie vraag Zij A een m n-matrix. Geef het verband tussen de formule voor de dimensie d van een niet-strijdig stelsel, d = n rang (A) (zie

Nadere informatie

Vlakke meetkunde. Module 6. 6.1 Geijkte rechte. 6.1.1 Afstand tussen twee punten. 6.1.2 Midden van een lijnstuk

Vlakke meetkunde. Module 6. 6.1 Geijkte rechte. 6.1.1 Afstand tussen twee punten. 6.1.2 Midden van een lijnstuk Module 6 Vlakke meetkunde 6. Geijkte rechte Beschouw een rechte L en kies op deze rechte een punt o als oorsprong en een punt e als eenheidspunt. Indien men aan o en e respectievelijk de getallen 0 en

Nadere informatie

Fracdes is een programma dat op een vrij eenvoudige manier toelaat figuren te construeren zoals de Kock-kromme en de Sierpinski-driehoek.

Fracdes is een programma dat op een vrij eenvoudige manier toelaat figuren te construeren zoals de Kock-kromme en de Sierpinski-driehoek. Appendix C: Fracdes Fracdes is een programma dat op een vrij eenvoudige manier toelaat figuren te construeren zoals de Kock-kromme en de Sierpinski-driehoek. Het programma omvat twee delen: de Familie

Nadere informatie

Uitgewerkte oefeningen

Uitgewerkte oefeningen Uitgewerkte oefeningen Algebra Oefening 1 Gegeven is de ongelijkheid: 4 x. Welke waarden voor x voldoen aan deze ongelijkheid? A) x B) x [ ] 4 C) x, [ ] D) x, Oplossing We werken de ongelijkheid uit: 4

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie week 4.8, maandag Faculteit EWI TU Delft Delft, 6 juni, 2016 1 / 33 Outline 1 Maximum-modulusprincipe Lemma van Schwarz 2 2 / 33 Maximum-modulusprincipe Lemma van Schwarz Maximum-modulusprincipe Stelling

Nadere informatie

Aanvulling bij de cursus Calculus 1. Complexe getallen

Aanvulling bij de cursus Calculus 1. Complexe getallen Aanvulling bij de cursus Calculus 1 Complexe getallen A.C.M. Ran In dit dictaat worden complexe getallen behandeld. Ook in het Calculusboek van Adams kun je iets over complexe getallen lezen, namelijk

Nadere informatie

Wat kan er (niet) zonder ε-δ?

Wat kan er (niet) zonder ε-δ? Oneindig klein. Wat kan er (niet) zonder ε-δ? Michel Roelens University Colleges Leuven Limburg Maria-Boodschaplyceum Brussel Hilde Eggermont Sint-Pieterscollege Leuven Redactie Uitwiskeling Afgeleide

Nadere informatie

Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H18

Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H18 Hints en uitwerkingen huiswerk 2013 Analyse 1 H18 Rocco van Vreumingen 29 augustus 2014 1 Inhoudsopgave 1 Hints 1 3 2 Hints 2 4 3 Hints 3 5 4 Hints 4 5 5 Hints 5 6 6 Hints 6 6 7 Hints 7 6 8 Antwoorden

Nadere informatie

Topologie. (Voorjaar 2007) Dr K. P. Hart

Topologie. (Voorjaar 2007) Dr K. P. Hart Topologie (Voorjaar 2007) Dr K. P. Hart Inhoudsopgave 0. Metrische ruimten.......................................................... 1 Metrische ruimten..............................................................

Nadere informatie

Complex houdt dan weer in dat we op het complexe vlak werken, met complexe getallen.

Complex houdt dan weer in dat we op het complexe vlak werken, met complexe getallen. The Fractal Project Inleiding: De opzet van dit project is het onderzoeken van de eigenschappen van de mandelbrot-fractal, meer bepaald de eigenschappen van de bollen die aan de buitenkant ervan zitten.

Nadere informatie

Inzien en Bewijzen. Jan van Eijck en Albert Visser. Noordwijkerhout, 4 februari Samenvatting

Inzien en Bewijzen. Jan van Eijck en Albert Visser.  Noordwijkerhout, 4 februari Samenvatting Inzien en Bewijzen Jan van Eijck en Albert Visser albert@phil.uu.nl, jve@cwi.nl Noordwijkerhout, 4 februari 2005 Samenvatting In maart 2005 verschijnt bij Amsterdam University Press Inzien en Bewijzen,

Nadere informatie

EXAMEN LINEAIRE ALGEBRA EN ANALYTISCHE MEETKUNDE I. 1. Theorie

EXAMEN LINEAIRE ALGEBRA EN ANALYTISCHE MEETKUNDE I. 1. Theorie EXAMEN LINEAIRE ALGEBRA EN ANALYTISCHE MEETKUNDE I MAANDAG 17 JANUARI 2011 1. Theorie Opgave 1. (a) In Voorbeelden 2.1.17 (7) wordt gesteld dat de maximale lineair onafhankelijke deelverzamelingen van

Nadere informatie

Enkele bedenkingen bij het examen Complexe Analyse

Enkele bedenkingen bij het examen Complexe Analyse Enkele bedenkingen bij het examen Complexe Analyse De examenvragen vind je op het einde van dit documentje. Eerst een paar algemene opmerkingen. Vele antwoorden zijn slordig opgeschreven wat het lezen

Nadere informatie

Bewijs door inductie

Bewijs door inductie Bewijs door inductie 1 Bewijs door inductie Vaak bestaat een probleem erin aan te tonen dat een bepaalde eigenschap geldt voor elk natuurlijk getal. Als je wilt weten of iets waar is voor alle natuurlijke

Nadere informatie

Universiteit Leiden, 2015 Wiskundewedstrijdtraining, week 14

Universiteit Leiden, 2015 Wiskundewedstrijdtraining, week 14 Universiteit Leiden, 0 Wisundewedstrijdtraining, wee Wee : reesen Een rees is een speciaal soort rij, dus: den altijd eerst na over convergentie! bijzonder: monotone, begrensde rijen convergeren In het

Nadere informatie

Per nieuwe hoofdvraag een nieuwe bladzijde gebruiken. De vragen hoeven niet in de juiste volgorde te worden opgelost.

Per nieuwe hoofdvraag een nieuwe bladzijde gebruiken. De vragen hoeven niet in de juiste volgorde te worden opgelost. SBC AMDG Ma 13/12/04 klas : 5WEWI8 5GRWI8 Van Hijfte D. toegelaten : grafisch rekentoestel Examen Wiskunde deel I (90p) Per nieuwe hoofdvraag een nieuwe bladzijde gebruiken. De vragen hoeven niet in de

Nadere informatie

Niet-standaard analyse (Engelse titel: Non-standard analysis)

Niet-standaard analyse (Engelse titel: Non-standard analysis) Technische Universiteit Delft Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Delft Institute of Applied Mathematics Niet-standaard analyse (Engelse titel: Non-standard analysis) Verslag ten behoeve

Nadere informatie

168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN

168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN 168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN 5.7 Vraagstukken Vraagstuk 5.7.1 Beschouw de differentiaalvergelijking d2 y d 2 = 2 y. (i) Schrijf y = a k k. Geef een recurrente betrekking voor de coëfficienten a

Nadere informatie

Het oplossen van vergelijkingen Voor het benaderen van oplossingen van vergelijkingen van de vorm F(x)=0 bespreken we een aantal methoden:

Het oplossen van vergelijkingen Voor het benaderen van oplossingen van vergelijkingen van de vorm F(x)=0 bespreken we een aantal methoden: Hoofdstuk 4 Programmeren met de GR Toevoegen: een inleiding op het programmeren met de GR Hoofdstuk 5 - Numerieke methoden Numerieke wiskunde is een deelgebied van de wiskunde waarin algoritmes voor problemen

Nadere informatie

Faculteit Wetenschappen Departement Wiskunde. Fixpuntstellingen. Bachelor Project I. Lies Leemans. Prof. Eva Colebunders

Faculteit Wetenschappen Departement Wiskunde. Fixpuntstellingen. Bachelor Project I. Lies Leemans. Prof. Eva Colebunders Faculteit Wetenschappen Departement Wiskunde Fixpuntstellingen Bachelor Project I Lies Leemans Prof.: Prof. Eva Colebunders Academiejaar 2012-2013 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 2 Inleidende begrippen 1 3

Nadere informatie

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s.

2 n 1. OPGAVEN 1 Hoeveel cijfers heeft het grootste bekende Mersenne-priemgetal? Met dit getal vult men 320 krantenpagina s. Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal is een natuurlijk getal groter dan 1 dat slechts deelbaar is door 1 en door zichzelf. Om technische redenen wordt

Nadere informatie

5 Inleiding tot de groepentheorie

5 Inleiding tot de groepentheorie 5 Inleiding tot de groepentheorie Oefening 5.1. Stel de Cayleytabel op voor de groep van de symmetrieën van een vierkant. Bewijs dat deze groep de viergroep van Klein bezit als deelgroep van index 2. Oplossing

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.6, donderdag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 2 juni, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 38 Outline 1 Rekenregels 2 K. P. Hart TW2040: Complexe

Nadere informatie

PARADOXEN 1 Dr. Luc Gheysens

PARADOXEN 1 Dr. Luc Gheysens PARADOXEN Dr. Luc Gheysens REKENKRONKELS Inleiding Het niet stellen van voorwaarden, een onoplettendheid in het rekenwerk, het verkeerd toepassen van een rekenregel, een foutieve redenering leiden soms

Nadere informatie

Analyse: Van R naar R n 1. Aanvullingen op Ross. Jan Wiegerinck version 10 januari 2013

Analyse: Van R naar R n 1. Aanvullingen op Ross. Jan Wiegerinck version 10 januari 2013 Analyse: Van R naar R n 1. Aanvullingen op Ross Jan Wiegerinck version 10 januari 2013 Korteweg de Vries Instituut, Universiteit van Amsterdam, Science Park 904 Amsterdam E-mail address: j.j.o.o.wiegerinck@uva.nl

Nadere informatie

2. Het benaderen van nulpunten

2. Het benaderen van nulpunten Het benaderen van nulpunten Benaderen van vierkantswortels Als we met een numerieke rekenmachine benadering, 7 =,64575 7 berekenen, krijgen we als resultaat een Het numeriek benaderen kan met een recursieve

Nadere informatie

3 Cirkels, Hoeken en Bogen. Inversies.

3 Cirkels, Hoeken en Bogen. Inversies. 3 Cirkels, Hoeken en Bogen. Inversies. 3.1. Inleiding Het derde college betreft drie onderwerpen (hoeken, bogen en inversies), die in concrete meetkundige situaties vaak optreden. Dit hoofdstuk is bedoeld

Nadere informatie

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014 Wiskundige Technieken Uitwerkingen Hertentamen 3 december 04 Normering voor 4 pt vragen andere vragen naar rato: 4pt 3pt pt pt 0pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met enkele onbelangrijke rekenfoutjes

Nadere informatie

Huiswerk Hints&Tips Analyse 2, College 26

Huiswerk Hints&Tips Analyse 2, College 26 Huiswerk Hints&Tips Analyse, College 6 [K..]. Tip : Toon aan dat er punten (x, y ) en (x, y ) en scalars m, M R bestaan zo dat m = f(x, y ) f(x, y) f(x, y ) = M. Laat dan zien dat m(b a)(d c) = m f M =

Nadere informatie

Ruimtemeetkunde deel 1

Ruimtemeetkunde deel 1 Ruimtemeetkunde deel 1 1 Punten We weten reeds dat Π 0 het meetkundig model is voor de vectorruimte R 2. We definiëren nu op dezelfde manier E 0 als meetkundig model voor de vectorruimte R 3. De elementen

Nadere informatie

1. (a) Formuleer het Cauchy criterium voor de convergentie van een reeks

1. (a) Formuleer het Cauchy criterium voor de convergentie van een reeks Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 7 augustus 2015, 16:30 19:30 (20:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek

Nadere informatie

Zomercursus Wiskunde. Module 1 Algebraïsch rekenen (versie 22 augustus 2011)

Zomercursus Wiskunde. Module 1 Algebraïsch rekenen (versie 22 augustus 2011) Katholieke Universiteit Leuven September 011 Module 1 Algebraïsch rekenen (versie augustus 011) Inhoudsopgave 1 Rekenen met haakjes 1.1 Uitwerken van haakjes en ontbinden in factoren............. 1. De

Nadere informatie

. Maak zelf een ruwe schets van f met A = 2, ω = 6π en ϕ = π 6. De som van twee trigonometrische polynomen is weer een trigonometrisch polynoom

. Maak zelf een ruwe schets van f met A = 2, ω = 6π en ϕ = π 6. De som van twee trigonometrische polynomen is weer een trigonometrisch polynoom 8. Fouriertheorie Periodieke functies. Veel verschijnselen en processen hebben een periodiek karakter. Na een zekere tijd, de periode, komt hetzelfde patroon terug. Denk maar aan draaiende of heen en weer

Nadere informatie

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1996 1997: Eerste Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1996 1997: Eerste Ronde. 1 Vlaamse Wiskunde Olympiade 1996 1997: Eerste Ronde De eerste ronde bestaat uit 0 meerkeuzevragen Het quoteringssysteem werkt als volgt : een deelnemer start met 0 punten Per goed antwoord krijgt hij

Nadere informatie

(vi) Als u een stelling, eigenschap,... gebruikt, formuleer die dan, toon aan dat de voorwaarden vervuld zijn, maar bewijs die niet.

(vi) Als u een stelling, eigenschap,... gebruikt, formuleer die dan, toon aan dat de voorwaarden vervuld zijn, maar bewijs die niet. Examen Functieruimten - Deel theorie 15 januari 2016, 08:30 uur Naam en Voornaam: Lees eerst dit: (i) Naam en voornaam hierboven invullen. (ii) Nietje niet losmaken. (iii) Enkel deze bundel afgeven; geen

Nadere informatie

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie Lineaire Algebra, tentamen Uitwerkingen vrijdag 4 januari 0, 9 uur Gebruik van een formuleblad of rekenmachine is niet toegestaan. De

Nadere informatie

VISUALISATIE VAN KROMMEN EN OPPERVLAKKEN. 1. Inleiding

VISUALISATIE VAN KROMMEN EN OPPERVLAKKEN. 1. Inleiding VISUALISATIE VAN KROMMEN EN OPPERVLAKKEN IGNACE VAN DE WOESTNE. Inleiding In diverse wetenschappelijke disciplines maakt men gebruik van functies om fenomenen of processen te beschrijven. Hiervoor biedt

Nadere informatie

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte

Getallenleer Inleiding op codeertheorie. Cursus voor de vrije ruimte Getallenleer Inleiding op codeertheorie Liliane Van Maldeghem Hendrik Van Maldeghem Cursus voor de vrije ruimte 2 Hoofdstuk 1 Getallenleer 1.1 Priemgetallen 1.1.1 Definitie en eigenschappen Een priemgetal

Nadere informatie

Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft:

Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft: Determinanten Invoeren van het begrip determinant Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { a x + b y = c a 2 a 2 x + b 2 y = c 2 a Dit levert op: { a a 2 x

Nadere informatie

Genererende Functies K. P. Hart

Genererende Functies K. P. Hart genererende_functies.te 27--205 Z Hoe kun je een rij getallen zo efficiënt mogelijk coderen? Met behulp van functies. Genererende Functies K. P. Hart Je kunt rijen getallen op diverse manieren weergeven

Nadere informatie

De Dekpuntstelling van Brouwer

De Dekpuntstelling van Brouwer De Dekpuntstelling van Brouwer Non impeditus ab ulla scientia K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Twente, 19 oktober 2009: 18:00 20:00 Outline 1 2 3 4 De formulering Dekpuntstelling van Brouwer Zij n een

Nadere informatie