Faculteit Wetenschappen Departement Wiskunde. Fixpuntstellingen. Bachelor Project I. Lies Leemans. Prof. Eva Colebunders

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Faculteit Wetenschappen Departement Wiskunde. Fixpuntstellingen. Bachelor Project I. Lies Leemans. Prof. Eva Colebunders"

Transcriptie

1 Faculteit Wetenschappen Departement Wiskunde Fixpuntstellingen Bachelor Project I Lies Leemans Prof.: Prof. Eva Colebunders Academiejaar

2 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 2 Inleidende begrippen 1 3 Contractieve afbeeldingen 2 4 Niet-expansieve afbeeldingen 4 5 De basis fixpuntstellingen voor niet-expansieve afbeeldingen 8 6 Maten van niet-compactheid 12 7 De Stellingen van Brouwer en Schauder 22 8 Referenties 25 1 Inleiding Eén van de meest gekende fixpuntstellingen is de Banach fixpuntstelling. Deze vereist een volledig metrisch kader en garandeert een uniek fixpunt voor een Lipschitz afbeelding met een Lipschitz constante strikt kleiner dan 1. In dit werk zoeken we voor ruimere klassen van afbeeldingen naar voorwaarden op het functiedomein die ons een fixpunt garanderen. In een eerste luik beschouwen we niet-expansieve afbeeldingen. Daar zal blijken dat de zwak-compactheid en normale structuur condities vormen op het functiedomein. In een tweede luik beschouwen we continue functies. We introduceren maten van nietcompactheid en verzamelen alle nodige puzzelstukjes om uiteindelijk de gekende Stelling van Darbo te kunnen bewijzen. 2 Inleidende begrippen Zij (X, ) een Ba- We beginnen met het invoeren van een aantal notaties en begrippen. nachruimte en A X. Definitie 2.1. De convex omhullende van A is de kleinste convexe deelruimte van X die A omvat. We noteren dit door conv A. Het is duidelijk dat: conv A = {K X A K, K convex}. De sluiting van conv A noteren we door conv A en noemen we de convexe sluiting van A. Er geldt: conv A = {K X A K, K gesloten en convex}. Definitie 2.2. Zij X en Y twee Banachruimten, dan noteren we: L (X, Y ) = {T : X Y T is lineair en begrensd}. De duale ruimte X van X is de ruimte X = L (X, R). De elementen van X noemt men continue lineaire functionalen. 1

3 Tot slot definiëren we nog een aantal begrippen in verband met topologieën. Definitie 2.3. De zwakke topologie op X is de grofste topologie waarvoor alle functionalen x X continu zijn. Het is dus de initiale topologie voor de source (T : X (R, )) T X. Een deelverzameling K X wordt zwak compact genoemd, indien K compact is in de zwakke topologie op X. We kunnen opmerken dat de zwakke topologie op X gegenereerd wordt door de familie van seminormen {p x }, x X, waarbij p x (x) = x (x), x X. We vermelden nog volgende eigenschappen zonder bewijs. Eigenschap 2.4. De verzameling X uitgerust met de zwakke topologie op X is een Hausdorffruimte. Eigenschap 2.5. Zij K X convex, dan geldt: Kis gesloten Kis zwak gesloten. 3 Contractieve afbeeldingen In heel deze sectie beschouwen we een metrische ruimte (M, ρ). Definitie 3.1. Een afbeelding T : M M noemen we contractief indien: ρ(t x, T y) < ρ(x, y), x, y M, x y. Uit de definitie volgt meteen dat contractieve afbeeldingen hoogstens één fixpunt hebben. Bewijs. Zij T : M M contractief en onderstel: x, y M fixpunten van T, met x y. Dan volgt meteen dat: ρ(x, y) = ρ(t x, T y) < ρ(x, y). Dit volgt uit het feit dat T x = x en T y = y en uit de definitie van een contractieve afbeelding. We vermelden volgende eigenschap over contractieve afbeeldingen zonder bewijs. Stelling 3.2. Zij T : M M contractief en M compact, dan heeft T een uniek fixpunt in M. Bovendien geldt voor elke x 0 M dat de rij (T n x 0 ) n naar dit fixpunt convergeert. We tonen nu aan de hand van een voorbeeld dat de compactheid een essentiële voorwaarde is in de vorige stelling. Voorbeeld 3.3. We beschouwen C [0, 1] = {x : [0, 1] R x continu}. Deze ruimte wordt uitgerust met de supremumnorm. x C [0, 1] : x = sup { x(t) t [0, 1]}. Stel M := {x C [0, 1] 0 = x(0) x(t) x(1) = 1, t [0, 1]}. We tonen nu dat M gesloten is. Hiervoor moeten we tonen dat M = M. De inclusie van links naar rechts is triviaal. 2

4 We tonen dus de andere inclusie. Zij x M, dan bestaat er een rij (x n ) n in M die naar x convergeert. Vermits de ruimte uitgerust is met de supnorm, gaat het hier om uniforme convergentie, waaruit de puntsgewijze convergentie volgt. Er geldt dus dat 0 = x n (0) x(0) en 1 = x n (1) x(1), wat toont dat x(0) = 0 en x(1) = 1. Bovendien geldt voor elke t [0, 1] dat x n (t) x(t) en dat 0 x n (t) 1, wat toont dat 0 x(t) 1. Vermits de continuïteit bewaard blijft onder uniforme convergentie, volgt dat x M, wat toont dat M gesloten is. M is gesloten in de volledige ruimte C [0, 1]. Bijgevolg is M zelf volledig. We tonen nu dat M niet compact is en beschouwen daartoe de rij (x n ) n, waarbij x n : [0, 1] [0, 1] : t t n. Dit is een rij in M zonder convergente deelrij. Elke deelrij convergeert in de ruimte ([0, 1] [0,1], ) puntsgewijs naar de functie: { 0 als t [0, 1[ f : [0, 1] [0, 1] : t 1 als t = 1. Deze afbeelding is niet continu en behoort dus niet tot M. Dit toont dat M niet compact is. We beschouwen nu de afbeelding T : M M, zodat: x M, t [0, 1] : (T x)(t) = tx(t). We tonen dat T een contractieve afbeelding is. Zij x, y M en x y, dan geldt: We beschouwen nu volgende afbeelding: T x T y = sup { (T x)(t) (T y)(t) t [0, 1]} = sup { tx(t) ty(t) t [0, 1]} = sup {t x(t) y(t) t [0, 1]}. S : [0, 1] [0, 1] : t t x(t) y(t). Dit is een continue functie op een compacte ruimte en bereikt dus haar maximum in een zekere t 0 [0, 1]. We merken op dat dit maximum t 0 x(t 0 ) y(t 0 ) 0. Anders zou voor elke t [0, 1] gelden dat t x(t) y(t) = 0. Dan zou volgen: t ]0, 1] : x(t) y(t) = 0. Bovenstaande gelijkheid is uiteraard altijd waar voor t = 0, vermits x(0) = 0 en y(0) = 0. Hieruit zouden we dan moeten besluiten dat x = y, wat een contradictie oplevert. Uit het feit dat t 0 x(t 0 ) y(t 0 ) 0, volgt meteen dat t 0 < 1 en dat x(t 0 ) y(t 0 ) 0. Hieruit volgt dan: T x T y = t 0 x(t 0 ) y(t 0 ) < x(t 0 ) y(t 0 ) sup { x(t) y(t) t [0, 1]} = x y. We tonen nu dat T geen fixpunt heeft. Onderstel dat er een x M bestaat met T x = x. Hieruit volgt dan dat: t [0, 1] : tx(t) = (T x)(t) = x(t), t [0, 1] : (1 t)x(t) = 0, t [0, 1[ : x(t) = 0. Vermits x M geldt tevens dat x(1) = 1. Dit betekent dat x niet continu is, wat een contradictie oplevert. Bijgevolg heeft T dus geen fixpunten. 3

5 4 Niet-expansieve afbeeldingen In deze sectie en in sectie 5 beschouwen we een Banachruimte (X, ) en K X een niet-lege, gesloten, convexe en begrensde deelverzameling van X. Definitie 4.1. Een afbeelding T : K K noemen we niet-expansief indien x, y K : T x T y x y. We merken op dat alle contractieve afbeeldingen niet-expansief zijn. Uit voorbeeld 3.3 volgt dus dat niet-expansieve afbeeldingen fixpuntvrij kunnen zijn. Anders dan bij de contractieve afbeeldingen, kunnen niet-expansieve afbeeldingen wel meerdere fixpunten hebben. Dit zien we gemakkelijk in, daar de identieke afbeelding niet-expansief is. Lemma 4.2. Als K een niet-lege, gesloten, convexe en begrensde deelverzameling is van een Banachruimte en T : K K is niet-expansief, dan volgt: inf { x T x x K} = 0. Bewijs. Kies z K en ɛ ]0, 1[ vast. Beschouw de afbeelding T ɛ : K K waarbij T ɛ x := ɛz + (1 ɛ)t x voor een x K. Merk op dat T ɛ goed gedefinieerd is omdat K convex is en z, T x K. Omdat T een niet-expansieve afbeelding is, volgt voor x, y K: T ɛ x T ɛ y = (1 ɛ) T x T y (1 ɛ) x y. Omdat 1 ɛ < 1, volgt dat T ɛ een contractie is. Bovendien is K, als gesloten deel van een volledige ruimte, zelf volledig. De voorwaarden van de Banach fixpuntstelling zijn dus voldaan en bijgevolg bestaat er een x ɛ K waarvoor x ɛ = T ɛ x ɛ. Er volgt nu dat: x ɛ T x ɛ = T ɛ x ɛ T x ɛ = ɛz + (1 ɛ)t x ɛ T x ɛ = ɛ z T x ɛ ɛ diamk. Merk op dat diamk <, daar K begrensd is. Door ɛ naar nul te laten convergeren, vinden we dat inf { x T x x K} 0. We weten ook dat inf { x T x x K} 0, daar x T x 0 voor elke x K. Hiermee is het gestelde bewezen. Uit bovenstaand lemma kunnen we besluiten dat er steeds rijen (y n ) n in K bestaan waarvoor lim n y n T y n = 0. Zulke rijtjes noemen we benaderende fixpunt rijen. Stelling 4.3. Als K een niet-lege, compacte en convexe deelverzameling is van een Banachruimte, dan heeft elke niet-expansieve afbeelding T : K K een fixpunt. Bewijs. Omdat K compact is, is K gesloten en begrensd. We kunnen dus gebruik maken van Lemma 4.2. We beschouwen volgende afbeelding: ϕ : K R : x x T x. Uit het lemma volgt dat T een fixpunt heeft als en slechts als ϕ haar infimum bereikt. T is een niet-expansieve afbeelding en dus continu. Door continuïteit van de norm, de identiteit en de som, volgt dat ϕ ook continu is. Door gebruik te maken van de Stelling van Weierstrass, volgt meteen dat ϕ haar infimum bereikt. 4

6 Definitie 4.4. We noemen een deelverzameling D van K invariant onder T : K K indien T (D) D. We zijn geïnteresseerd in de T -invariante deelverzamelingen van K die niet-leeg, gesloten en convex zijn, daar we het zoeken naar fixpunten kunnen beperken tot deze verzamelingen. We willen zulke T -invariante delen zo klein mogelijk maken. Bij voorkeur willen we een T -invariant singleton vinden, vermits dit ons meteen een fixpunt levert. Volgende eigenschap toont dat we de doorsnede kunnen gebruiken om T -invariante delen te verkleinen. Eigenschap 4.5. Voor elke familie (D i ) i I niet-lege, gesloten, convexe, T -invariante deelverzamelingen van K geldt: D i is gesloten, convex en T-invariant. i I Bewijs. Zij (D i ) i I een familie niet-lege, gesloten, convexe, T -invariante deelverzamelingen van K. Uit de cursus Topologie [2] weten we dat een willekeurige doorsnede van gesloten delen opnieuw gesloten is. We tonen nu dat i I D i convex is. Zij x, y i I D i en zij t [0, 1], dan geldt voor elke i I dat x, y D i. Omdat alle D i convex zijn, volgt dat tx + (1 t)y D i voor elke i I. Dit toont dat tx + (1 t)y i I D i en bijgevolg is i I D i convex. Er rest nog te tonen dat i I D i T -invariant is. Zij x i I D i, dan geldt voor elke i I dat x D i en dus ook dat T x D i. Dit laatste volgt uit de T -invariantie van de D i. Er volgt dus dat T x i I D i, wat toont dat i I D i invariant is onder T. Beschouw een afbeelding T : K K, dan kunnen we een dalende rij van niet-lege, gesloten, convexe, T -invariante deelverzamelingen verkrijgen door: K 0 := K; K n+1 := conv T (K n ), n = 0, 1,... We tonen eerst dat K n voor elke n 0. We tonen dit per inductie op n. De inductiebasis volgt uit het feit dat K. De inductiehypothese zegt dat K n. Hieruit volgt dat: T (K n ) conv T (K n ) = K n+1. Bijgevolg is K n+1 niet-leeg, wat het bewijs afrondt. Dat K n convex en gesloten is voor elke n 0 volgt meteen uit de definitie van conv T (K n ). We tonen nu dat elke K n T-invariant is. Dit doen we per inductie op n. Aan de inductiebasis is triviaal voldaan. Voor de inductiehypothese onderstellen we dat K n T -invariant is. Dit betekent dat T (K n ) K n, waaruit volgt dat: conv T (K n ) conv K n = K n. De laatste gelijkheid volgt omdat conv K n de kleinste gesloten en convexe deelverzameling is van X die K n omvat en omdat K n zelf gesloten en convex is. Hieruit volgt dat: T (K n+1 ) = T (conv T (K n )) T (K n ) conv T (K n ) = K n+1. Hiermee hebben we getoond dat K n+1 T -invariant is, waarmee het gestelde bewezen is. Er rest ons nog te tonen dat (K n ) n een dalende rij is. Zij n 0, dan weten we reeds dat K n gesloten en convex is en dat T (K n ) K n. Hieruit volgt dus onmiddellijk dat: K n+1 = conv T (K n ) K n. 5

7 We hebben nu getoond dat (K n ) n een dalende rij van niet-lege, gesloten, convexe, T -invariante deelverzamelingen is. Uit Eigenschap 4.5 volgt dan dat K := n=0k n gesloten, convex en T -invariant is. Het is echter niet uitgesloten dat K = of dat de rij stabiliseert, i.e.: K p = K p+1 =... Voorbeeld 4.6. Stel X = C [0, 1] en stel: K := {x X 0 = x(0) x(t) x(1) = 1, t [0, 1]}. We beschouwen de afbeelding T : K K zoals gedefinieerd in Voorbeeld 3.3. We weten reeds dat T contractief (en dus ook niet-expansief) en fixpuntvrij is. Als we de rij (K n ) n definiëren zoals in de redenering hierboven, dan volgt voor elke n: K n {x K x(t) t n, t [0, 1]}. We kunnen dit tonen per inductie op n. Voor n = 0 geldt uiteraard dat: K 0 = K { x K x(t) t 0 = 1, t [0, 1] }. Uit de inductiehypothese (K n {x K x(t) t n, t [0, 1]}) volgt dat: T (K n ) {T x x K, x(t) t n, t [0, 1]} { T x x K, tx(t) t n+1, t [0, 1] } = { T x x K, (T x)(t) t n+1, t [0, 1] } { y K y(t) t n+1, t [0, 1] }. Vermits deze laatste verzameling zelf convex en gesloten is, volgt dat: K n+1 = conv T (K n ) { y K y(t) t n+1, t [0, 1] }. Hiermee is het gestelde bewezen. We kunnen hier nu meteen uit afleiden dat n=1k n =. Onderstel: y K n {x K x(t) t n, t [0, 1]}. Dan volgt hieruit dat: n=1 n=1 y(t) = 0, t [0, 1[ en y(1) = 1. Bijgevolg is y niet continu en behoort y dus niet tot K, wat een contradictie oplevert. Tot slot bewijzen we nog het volgende vreemde feit: x, y K : lim n y T n x = 1 = diam K. Als we gebruik maken van de continuïteit van de norm, volgt meteen dat: lim y T n x = y lim (T n x) n { n } = sup y(t) lim (t n x(t)) t [0, 1] n = sup { y(t) t [0, 1[} = 1. 6

8 De laatste gelijkheid volgt uit de definitie van K. Er rest enkel nog te tonen: diam K = sup { x y x, y K} = 1. Voor elke x, y K en voor elke t [0, 1] geldt dat x(t) y(t) 1. Hieruit volgt meteen dat x y 1. Vermits dit geldt voor elke x, y K, volgt dat diam K 1. We definiëren nu x 0, y 0 : [0, 1] [0, 1] als volgt: { [ ] 2t als t 0, 1 x 0 (t) = 2 1 als t ] 1, 1], 2 { [ ] 0 als t 0, 1 y 0 (t) = 2 2t 1 als t ] 1, 1]. 2 Vermits x 0, y 0 K en x 0 ( 1 2 ) y 0( 1 2 ) = 1 0 = 1, volgt dat x 0 y 0 = 1 en dus bijgevolg diam K 1. Hiermee is het gestelde bewezen. Opmerking 4.7. We hebben reeds gezien dat de doorsnede van een dalende rij niet-lege, gesloten, convexe, T -invariante delen, leeg kan zijn. Dit kan zich onmogelijk voordoen in een zwak compacte ruimte. Uit Eigenschap 2.5 weten we immers dat gesloten, convexe delen, gesloten zijn in de zwakke topologie. Omdat het om een dalende rij van niet-lege delen gaat, heeft deze collectie delen de eindige-intersectie-eigenschap. Uit de cursus Topologie [2] weten we dat een collectie gesloten delen met de EI-eigenschap in een compacte topologische ruimte, een niet-lege doorsnede heeft. Definitie 4.8. Een niet-lege, gesloten en convexe deelverzameling D K wordt minimaal invariant genoemd voor een afbeelding T : K K, indien T (D) D en D geen echte, nietlege, gesloten, convexe en T -invariante deelverzameling heeft. Stelling 4.9. Als K een zwak compacte, convexe deelverzameling is van een Banachruimte, dan bestaat er voor elke afbeelding T : K K een niet-lege, gesloten en convexe deelverzameling van K die minimaal T -invariant is. Bewijs. Stel M := {D K D, gesloten, convex en T -invariant}. Deze verzameling is niet leeg, vermits K zelf niet-leeg, convex en T -invariant is. Omdat K zwak compact is in een Hausdorff ruimte, is ze zwak gesloten. Samen met de convexiteit van K volgt dan uit Eigenschap 2.5 dat K gesloten is. Dit toont dus dat M. We definiëren nu een partiële orde op deze familie. Voor K 1, K 2 M : K 1 K 2 K 2 K 1. We tonen nu dat M inductief geordend is. Zij K 1 K 2 K 3... een keten in M, dan volgt uit Opmerking 4.7 dat K = n=1k n. Uit Eigenschap 4.5 volgt dat K gesloten, convex en T -invariant is en dus dat K M. Bovendien geldt: m N 0 : K K m en dus K m K. Er volgt dus dat K een bovengrens is van de keten in M. Uit het Lemma van Zorn volgt dan: D M, E M : D E = D = E. Als we dit herschrijven met de inclusierelatie, dan volgt: Dit betekent dat D minimaal T -invariant is. D M, E M : E D = E = D. 7

9 5 De basis fixpuntstellingen voor niet-expansieve afbeeldingen In vorige sectie hebben we voldoende voorwaarden gevonden om een minimaal T -invariant deel te garanderen. In deze sectie gaan we op zoek naar een extra conditie opdat dat minimaal T -invariant deel een singleton zou zijn. We beginnen met een aantal definities. Definitie 5.1. Zij D, H X, dan definiëren we: r u (D) = sup { u v v D}, u X r H (D) = inf {r u (D) u H} ; C H (D) = {u H r u (D) = r H (D)}. Het getal r u (D) noemen we de straal van D relatief aan u. r H (D) wordt de Chebyshev straal relatief aan H genoemd en C H (D) het Chebyshev centrum relatief aan H. Indien H = D wordt het gedeelte relatief aan H weggelaten en gebruikt men respectievelijk de notaties r(d) en C(D). Opmerking 5.2. Onderstel dat D een zwak compacte en convexe deelverzameling is van X, dan kunnen we het Chebyshev centrum als volgt schrijven: C(D) = ɛ>0 C ɛ (D), (1) waarbij C ɛ (D) = {u D r u (D) r(d) + ɛ} = D x D B (x, r(d) + ɛ). (2) De gelijkheid in (1) volgt door in te zien dat: u C(D) r u (D) = r(d) r u (D) r(d) ɛ > 0 : r u (D) r(d) + ɛ u ɛ>0 C ɛ (D). De tweede equivalentie volgt uit het feit dat aan de ongelijheid r(d) r u (D) steeds voldaan is, per definitie van r(d). Om vergelijking (2) aan te tonen, bewijzen we twee inclusies. Zij u C ɛ (D), dan volgt dat u D en: x D : u x r u (D) r(d) + ɛ. Dus voor elke x D geldt dat u B (x, r(d) + ɛ), waar mee de inclusie van links naar rechts bewezen is. De omgekeerde inclusie verkrijgen we als volgt. Zij u D x D B (x, r(d) + ɛ), dan is u D en bovendien geldt: x D : u x r(d) + ɛ. 8

10 Hieruit volgt dan dat: r u (D) = sup { u x x D} r(d) + ɛ, wat de andere inclusie bewijst. Analoog als in het bewijs van Stelling 4.9, vinden we dat D gesloten is. Vermits D gesloten en convex is en gesloten bollen dat ook zijn, volgt via Eigenschap 4.5 dat de C ɛ (D) en C(D) gesloten en convex zijn. Hieruit volgt ook dat de C ɛ (D) zwak gesloten zijn. Bovendien geldt voor elke ɛ > 0 dat C ɛ (D). Dit volgt omdat we uit de definitie van r(d) (en de definitie van het infimum) weten dat: ɛ > 0, u D : r u (D) r(d) + ɛ. Het is nu eenvoudig in te zien dat de collectie {C ɛ (D) ɛ > 0} de EI-eigenschap heeft. ɛ 1, ɛ 2,..., ɛ n > 0, dan geldt: n C ɛi (D) = C min n ɛ i (D). Uit de cursus Topologie [2] weten we dat in een zwak compacte verzameling, een collectie zwak gesloten delen met de EI-eigenschap een niet-lege doorsnede heeft. Vermits D zwak compact is, kunnen we dus besluiten dat C(D) niet-leeg, convex en gesloten is. Definitie 5.3. Een punt u D wordt diametraal genoemd indien r u (D) = diam D. Anders noemt men u niet-diametraal. Verzamelingen die volledig uit diametrale punten bestaan, worden diametraal genoemd. Voorbeeld 5.4. We hernemen het vroegere voorbeeld. Stel X = C [0, 1] en M = {x C [0, 1] 0 = x(0) x(t) x(1) = 1, t [0, 1]}. Zij x C [0, 1], dan beschouwen we volgende twee normen op C [0, 1]: x 0 = max { x(t) } ; 0 t 1 ( 1 ) 1 x 1 = x 0 + (x(t)) 2 2 dt. Als we gebruik maken van 0, dan is M diametraal en r(m) = diam M = 1. We hebben dit reeds aangetoond in Voorbeeld 4.6. Daar hebben we bewezen dat diam M = 1 en dat voor elke x, y M geldt dat: lim n y T n x = diam M. Dit impliceert dat voor elke y M geldt dat r y (M) diam M. Vermits de andere ongelijkheid altijd opgaat (dit volgt uit de definities van r y (M) en van diam M), volgt meteen dat M diametraal is. Bijgevolg geldt ook dat: r(m) = inf {r y (M) y M} = diam M = 1. Het is dan ook eenvoudig in te zien dat C(M) = M. De inclusie van links naar rechts volgt uit de definitie van C(M). Voor de omgekeerde inclusie beschouwen we een willekeurig x M. Omdat M diametraal is en r(m) = diam M, volgt dat: r x (M) = diam M = r(m). 9 0 Zij

11 Dit betekent dus dat x C(M), waarmee het gestelde bewezen is. Als we nu werken met de 1 -norm, krijgen we andere resultaten. Er geldt immers dat diam M = 2 en dat geen enkel punt van M diametraal is. Om de eerste bewering aan te tonen, stellen we D := { x y 1 x, y M}. Per definitie weten we dan dat diam M = sup D. Om te beginnen zullen we tonen dat 2 een bovengrens is voor D. Zij x, y M, dan geldt: ( 1 x y 1 = x y 0 + (x(t) y(t)) 2 dt Uit de definities van M en 0 volgt meteen dat x y 0 1. Er rest ons dus te bewijzen dat: Of equivalent hiermee: ( ) 1 (x(t) y(t)) 2 2 dt (x(t) y(t)) 2 dt 1. Vermits voor elke t [0, 1] geldt dat x(t) y(t) 1, volgt dat (x(t) y(t)) 2 1. Hieruit kunnen we besluiten dat: 1 1 (x(t) y(t)) 2 dt dt = 1. 0 We hebben nu getoond dat x y 1 2 en dus is 2 een bovengrens voor D. Hieruit volgt dat diam M 2. Om de andere ongelijkheid te tonen zullen we twee rijen (x n ) n, (y n ) n in M definiëren zodat lim n x n y n 1 = 2. Voor elke n N 0 definiëren we: { 0 als t 1 1 x n : [0, 1] [0, 1] : t ; 2n 2nt 2n + 1 als t > 1 1 ; 2n { 2nt als t 1 y n : [0, 1] [0, 1] : t ; 2n 1 als t > 1. 2n Voor elke n N 0 geldt dat x n ( 1) = 0 en dat y 2 n( 1) = 1, waaruit volgt dat x 2 n y n 0 = 1. Hieruit volgt dus dat: Er blijft dus te bewijzen dat: ) 1 2 ( 1 ) 1 x n y n 1 = 1 + (x n (t) y n (t)) 2 2 dt. 1 0 (x n (t) y n (t)) 2 dt 1, als n. Door gebruik te maken van de formule van Möbius, verkrijgen we: 1 0 (x n (t) y n (t)) 2 dt = = 1 2n 0 [ 4n 2 t 3 3 (2nt) 2 dt + ] 1 2n 0 = n 1 n 1 1 2n 1 2n 1dt n. (2n 2nt) 2 dt n + [ 4n 2 t 4n 2 t 2 + 4n2 t , als n. 3 ] n

12 We hebben nu getoond dat diam M = 2. We tonen nu dat M geen enkel diametraal punt heeft. Zij u M willekeurig en vast. Vermits u continu is en [0, 1] compact, is u uniform continu. Stel ɛ = 1 8, dan bestaat er een n u N \ {0, 1} zodat voor elke t 1, t 2 [0, 1]: t 1 t 2 1 n u = u(t 1 ) u(t 2 ) < 1 8. Stel x i := i n u, voor elke i {0, 1,..., n u }. De intervallen [x i 1, x i ] met i {1, 2,..., n u } overdekken het interval [0, 1]. Vermits u continu is, u(0) = 0 en u(1) = 1, volgt uit de tussenwaardestelling dat: t [0, 1] : u(t) = 1 4. Bovendien bestaat er een j {1, 2,..., n u } met t [x j 1, x j ]. Zij v M willekeurig, dan geldt voor elke i {1, 2,..., n u }: xi x i 1 (u(t) v(t)) 2 dt xi x i 1 1dt = 1 n u. In het bijzonder geldt voor j dat: xj xj xj ( (u(t) v(t)) 2 dt (1 u(t)) 2 dt dt = x j 1 x j 1 x j 1 8) Hieruit volgt dat: 1 0 (u(t) v(t)) 2 dt n u 1 n u + ( ) = n u 64 n u ( ) n u Door de willekeur van v volgt dus dat: r u (M) = sup { u v 1 v M} < 2 = diam M. 64 n u Hiermee hebben we dus bewezen dat geen enkel punt van M diametraal is. Definitie 5.5. Men zegt dat een convex deel K X normale structuur heeft, indien elk convex en begrensd deel S K met diam S > 0 een niet-diametraal punt heeft. Stelling 5.6. Zij K een niet-leeg, zwak compact en convex deel van een Banachruimte en veronderstel dat K normale structuur heeft. Dan heeft elke niet-expansieve afbeelding T : K K een fixpunt. Bewijs. We mogen onderstellen dat K minimaal T -invariant is. (Want K heeft dankzij Stelling 4.9 een minimaal T -invariant deel S, dus kunnen we het zoeken naar fixpunten beperken tot S. S is (per definitie van minimale invariantie) gesloten, convex en niet-leeg. S is dan zwak gesloten in een zwak compacte ruimte en is dus zelf zwak compact. Bijgevolg heeft S alle eigenschappen van K, waardoor we zonder probleem de beperking mogen maken.) Uit de minimale invariantie van K kunnen we afleiden dat conv T (K) = K. De inclusie van links naar rechts volgt uit het feit dat T (K) K en uit het feit dat K zelf al convex en gesloten is. Om de gelijkheid aan te tonen, onderstellen we dat: D K : conv T (K) = D K. 11

13 Dit is in strijd met de minimale invariantie van K, daar D gesloten, convex, niet-leeg en T - invariant is. Dat D volgt eenvoudig uit het feit dat K en dus = T (K) D. Dat D invariant is onder T volgt uit het feit dat D K en dus T (D) T (K) D. Hiermee hebben we dus getoond dat conv T (K) = K. Zij u C(K), dan geldt per definitie dat r u (K) = r(k). Omdat T een niet-expansieve afbeelding is, geldt voor elke v K dat T u T v u v r u (K) = r(k). Bijgevolg geldt dat T (K) B (T u, r(k)), en dus dat: K = conv T (K) B (T u, r(k)). (3) Dit laatste volgt uit het feit dat B (T u, r(k)) gesloten en convex is en dat deze bol T (K) bevat. Hieruit volgt dan dat r T u (K) = r(k). De ongelijkheid van links naar rechts volgt uit vergelijking (3), daar voor elke y K geldt dat y T u r(k), waardoor r T u (K) = sup { y T u y K} r(k). De omgekeerde ongelijkheid verkrijgen we als volgt: r(k) = inf {r k (K) k K} r T u (K). We hebben nu aangetoond dat T u C(K) en dus dat C(K) invariant is onder T. In Opmerking 5.2 hebben we aangetoond dat C(K) niet-leeg, gesloten en convex is. Omdat K minimaal T - invariant is, volgt dus dat C(K) = K. We tonen nu dat diam K = r(k). Voor de ongelijkheid van links naar rechts merken we op dat voor elke x, y K geldt: Hieruit volgt dan dat: x y sup { x z z K} = r x (K). diam K = sup { x y x, y K} sup {r x (K) x K} = r(k). De laatste gelijkheid volgt uit het feit dat C(K) = K, waardoor voor elke x K geldt dat r x (K) = r(k). Voor de omgekeerde ongelijkheid kiezen we een u K willekeurig. Dan geldt: r(k) = inf {r x (K) x K} r u (K) = sup { u v v K} diam K. Onderstel dat diam K > 0, dan volgt uit de normale structuur van K en uit het feit dat K zelf convex en begrensd is, dat K een niet-diametraal punt u heeft. Dit betekent dat r u (K) < diam K. Dit levert een contradictie op, daar voor elk punt x K = C(K) geldt dat: r x (K) = r(k) = diam K. We moeten dus concluderen dat diam K = 0, waardoor K een singleton is en T dus een fixpunt heeft. 6 Maten van niet-compactheid In deze sectie introduceren we maten van niet-compactheid, ten einde in volgende sectie enkele belangrijke fixpuntstellingen te kunnen bewijzen voor continue afbeeldingen. 12

14 Zij (M, ρ) een volledige metrische ruimte en B = {A M A, A begrensd}. We voeren nu volgende notatie in: { } K A = ɛ > 0 A B i, B i B, n N 0, diam B i ɛ Definitie 6.1. We definiëren de maat van Kuratowski α : B R + als volgt: (4) Opmerking 6.2. Als A M, dan geldt: α(a) = inf K A, voor A B. A is compact A is totaal begrensd. De implicatie van links naar rechts vinden we door op te merken dat als A compact is, dat A totaal begrensd is. Vermits A A, is dan ook A totaal begrensd. Onderstel voor de omgekeerde implicatie dat A totaal begrensd is. Zij ɛ > 0, dan bestaan er x 1,..., x n M zodat A n B ( x i, ɛ 2). Uit de cursus Topologie [2] weten we dat de sluiting van een eindige unie gelijk is aan de unie van de sluitingen. Hieruit volgt dan dat: A B ( x i, ɛ ) = 2 ( B x i, ɛ ) 2 B (x i, ɛ). Hieruit volgt dus dat A totaal begrensd is. Vermits A gesloten is in de volledige ruimte M, is A zelf volledig en dus compact. Vooralleer we overgaan tot enkele eigenschappen van de maat van Kuratowski, vermelden we eerst nog enkele stellingen. Stelling 6.3. (De stelling van Cantor) Zij X een volledige, pseudometrische ruimte en (F n ) n een dalende rij van niet-lege, gesloten verzamelingen zodat: dan is n=1f n niet-leeg. d n := diam F n 0, als n, Bewijs. Voor elke n N 0 kiezen we een x n F n. Dan is (x n ) n een Cauchyrij. Om dit in te zien kiezen we ɛ > 0 willekeurig. Vermits lim n d n = 0, bestaat er een N 1 zodat d N < ɛ. Zij m N, n N, dan volgt uit het feit dat (F n ) n een dalende rij is, dat x m F N en x n F N. Hieruit volgt dat: d(x m, x n ) diam F N = d N < ɛ, wat toont dat (x n ) n een Cauchyrij is. Door de volledigheid van X, kunnen we dan besluiten dat de rij (x n ) n convergeert, i.e.: x X : x n x, als n. Zij n 1, dan geldt voor elke m n dat x m F n. Vermits (x k ) k n x, volgt hieruit dat x F n = F n. Daar dit geldt voor elke n 1, volgt dat x n=1f n, wat toont dat n=1f n. 13

15 Stelling 6.4. (Stelling van Mazur) Als X een Banachruimte is en E X een totaal begrensde deelverzameling, dan is ook H := conv E totaal begrensd. Bewijs. Zij ɛ > 0, kies 0 < δ < ɛ, dan bestaat er een eindige verzameling E 2 1 = {e 1,..., e m } X zodat E m B(e i, δ). Stel H 1 := conv E 1 en stel: { } m S := (t 1,..., t m ) R m t j 0, 1 j m, t i = 1. Het is eenvoudig na te gaan dat S compact is (gebruikmakend van de maximumnorm M op R m bijvoorbeeld). We definiëren nu de afbeelding: ϕ : S H 1 : (t 1,..., t m ) m t i e i. Via eenvoudige berekeningen is in te zien dat ϕ continu is. Uit de continuïteit en surjectiviteit van ϕ en de compactheid van S, volgt dat ook H 1 compact is. Zij x H, dan: n N 0, x i E, α i 0, 1 i n en α i = 1, waarvoor x = n α ix i. Voor elke i {1,..., n} geldt: y i E 1 : x i B(y i, δ) of dus x i y i B(0, δ). (5) We splitsen x nu op in twee delen, meerbepaald: x = x + x, waarbij: x := α i y i en x := α i (x i y i ). Uit (5) weten we dat x B(0, δ), daar B(0, δ) convex is. Vermits x H 1, volgt dat: H H 1 + B(0, δ) = x H 1 B(x, δ). Vermits H 1 compact is, bestaat er een eindige verzameling F = {f 1,..., f r } zodat H 1 r B(f i, δ). Zij nu x H 1, dan bestaat er een i {1,..., r} waarvoor x B(f i, δ). Hieruit volgt dat B(x, δ) B(f i, ɛ). Dit zien we eenvoudig in door een willekeurige y B(x, δ) te kiezen. Er volgt dan dat: y f i y x + x f i < δ + δ < ɛ. Er volgt dan dat y B(f i, ɛ), wat toont dat B(x, δ) B(f i, ɛ). We kunnen nu besluiten dat: H wat toont dat H totaal begrensd is. x H 1 B(x, δ) r B(f i, ɛ), We tonen nu enkele eigenschappen aan omtrent de maat van Kuratowski. 14

16 Eigenschap 6.5. Zij A, B B, dan gelden volgende eigenschappen: (a) α(a) = 0 A is compact; (b) α(a) = α(a); (c) A B α(a) α(b); (d) α(a B) = max {α(a), α(b)}; (e) α(a B) min {α(a), α(b)}; (f) Als (A n ) n een dalende rij is (A n+1 A n ) van gesloten, niet-lege verzamelingen in B en als lim n α(a n ) = 0, dan is A = n=1a n niet-leeg en compact. Indien M een Banachruimte is, gelden nog drie extra eigenschappen: (g) α(a + B) α(a) + α(b); (h) α(ca) = c α(a), c R; (i) α(conv A) = α(a). Bewijs. (a) Uit Opmerking 6.2 volgt dat het volstaat te bewijzen dat: α(a) = 0 A is totaal begrensd. Om de implicatie van links naar rechts te bewijzen, nemen we een ɛ > 0 willekeurig. Vermits α(a) = 0, volgt uit de definitie van het infimum: δ < 2ɛ, n N 0, B i B, 1 i n : A B i en diam B i δ < 2ɛ. Voor elke i {1, 2,..., n} bestaat er dus een x i M zodat B i B (x i, ɛ). Er volgt dan dat: A B (x i, ɛ), wat toont dat A totaal begrensd is. Voor de omgekeerde implicatie onderstellen we dat A totaal begrensd is en kiezen we een ɛ > 0 willekeurig. Er volgt dat: n N 0, x 1,..., x n M : A B ( x i, ɛ ). 2 Stel nu B i := B ( x i, ɛ 2) B, dan volgt dat diam Bi ɛ. Door de willekeur van ɛ volgt dat α(a) 0. Het is evident dat α(a) 0, vermits 0 steeds een ondergrens is van positieve getallen, en dus kleiner dan de grootste ondergrens. 15

17 (b) We tonen nu dat α(a) = α(a). Voor de ongelijkheid van links naar rechts, merken we op dat A A en verwijzen we naar Eigenschap (c). Voor de andere ongelijkheid beschouwen we K A en K A zoals gedefinieerd in (4). Als we kunnen tonen dat K A K A, dan volgt meteen dat: α(a) = inf K A inf K A = α(a). Zij ɛ > 0 en onderstel: n N 0, B i B, 1 i n : A B i en diam B i ɛ. Voor elke i {1, 2,..., n} bestaat er een x i M zodat B i B ( x i, 2) ɛ. Vermits deze bol gesloten is, volgt dat: ( B i B x i, ɛ ) ( = B x i, ɛ ), 2 2 waardoor diam B i ɛ. Bovendien geldt dat: A B i = B i. Hieruit volgt dus dat ɛ K A, waarmee het gestelde bewezen is. (c) Onderstel dat A B en beschouw K A en K B zoals gedefinieerd in (4). We moeten dus bewijzen dat K B K A. Zij dus ɛ > 0 en onderstel: n N 0, B i B, 1 i n : B Vermits A B, volgt onmiddellijk dat ɛ K A. B i en diam B i ɛ. (d) Vermits A A B en B A B, volgt uit Eigenschap (c) dat: α(a) α (A B) en α(b) α (A B), waaruit meteen volgt dat max {α(a), α(b)} α (A B). Voor de andere ongelijkheid stellen we α(a) := d en α(b) := e. Zonder de algemeenheid te schaden, mogen we onderstellen dat d e. We tonen nu dat α (A B) e = α(b), waarmee het gestelde bewezen is. Zij ɛ > 0. Gebruikmakend van de definitie van het infimum, volgt dan dat: en n N 0, B i B, 1 i n : A B i en diam B i d + ɛ e + ɛ, m m N 0, C i B, 1 i m : B C i en diam C i e + ɛ. 16

18 Zij i {1, 2,..., n + m}, dan definiëren we: { Bi als i n; D i = C i n als i > n. Er geldt dan dat D i B en dat diam D i e + ɛ. Bovendien geldt: A B m B i C j = Hieruit volgt dus dat e + ɛ K A B. Door de willekeur van ɛ volgt dan dat α (A B) e. j=1 n+m (e) Vermits A B A en A B B, volgt uit Eigenschap (c) dat: D i. α (A B) α(a) en α (A B) α(b), waaruit meteen volgt dat α (A B) min {α(a), α(b)}. (f) Zij A n B, n N 0, A n gesloten en A n. Onderstel dat lim n α(a n ) = 0. We tonen eerst dat A = n=1a n compact is. Uit de cursus Topologie [2] weten we dat een willekeurige doorsnede van gesloten delen, gesloten blijft. Vermits de verzamelingen A n gesloten zijn, volgt dus dat A = A. Zij ɛ > 0, dan volgt uit het feit dat lim n α (A n ) = 0 dat: n 0 1 : α (A n0 ) < ɛ. Vermits n=1a n A n0, volgt uit Eigenschap (c) dat α (A ) < ɛ. Door de willekeur van ɛ volgt dan dat α (A ) = 0. Uit Eigenschap (a) kunnen we dat besluiten dat A = A compact is. Er rest ons nog te bewijzen dat A niet-leeg is. (Merk op dat dit een veralgemening is van De Stelling van Cantor. Vermits α (A n ) diam A n volgt dat: lim (diam A n) = 0 = lim α (A n ) = 0.) n n Om dit te bewijzen, kiezen we voor elke n N 0 een a n A n. Stel bovendien: A k := {a n n k}, dan is (A k ) k een dalende rij en we hebben voor elke k dat: α (A 1) = α (A k) α (A k ). (6) Om dit in te zien, merken we op dat A k A k (vermits (A n ) n een dalende rij is). Uit Eigenschap (c) volgt dan dat α(a k ) α(a k). Gebruikmakend van Eigenschap (d), volgt dat: α(a 1) = α((a 1 \ A k) A k) = max {α(a 1 \ A k), α(a k)} = α(a k). De laatste gelijkheid volgt uit het feit dat α(a 1 \ A k ) = 0. Dit volgt namelijk uit Eigenschap (a), daar A 1 \ A k = {a 1,..., a k } compact is. Deze verzameling is immers gesloten in een volledige ruimte en dus zelf volledig. Daarenboven is het eenvoudig in te zien dat: {a 1,..., a k } = {a 1,..., a k }. 17

19 Deze verzameling is eindig en dus totaal begrensd. Hiermee is Vergelijking (6) aangetoond. Vermits lim n α(a n ) = 0, volgt uit Vergelijking (6) dat α(a 1) = 0. Uit Eigenschap (a) volgt dan dat {a n n N 0 } compact is. Dit betekent dat de rij (a n ) n een convergente deelrij (a kn ) n heeft, i.e.: Zij n N 0, dan geldt voor elke m n dat: a M : a kn a, als n. k m m n en dus a km A n. Vermits (a km ) m n a, volgt dat a A n = A n. Daar dit geldt voor elke n N 0, volgt dat a n=1a n, wat toont dat n=1a n. (g) Stel α(a) = d en α(b) = e en zij ɛ > 0. Door de definitie van het infimum, volgt dat: en Stel n N 0, B i B, 1 i n : A B i en diam B i d + ɛ 2 m m N 0, C j B, 1 j m : B C j en diam C j e + ɛ 2. j=1

20 (h) We moeten tonen dat voor elke c R geldt: α(ca) = c α(a). (8) Voor c = 0 is hieraan triviaal voldaan, vermits: 0 α({0}) diam {0} = 0. Zij c R 0. Om vergelijking (8

21 Stel x := n j=1 α jx j en y := m k=1 β ky k, waarbij alle x j, y k B i, alle α j, β k 0 en waar n j=1 α j = 1 en m k=1 β k = 1. Onderstel dat voor elke j en k geldt dat x j y k d ɛ. Dan volgt voor elke k {1,..., m} dat: x y k = α j x j α j y k Hieruit volgt dan dat: j=1 j=1 α j x j y k j=1 α j (d ɛ) = d ɛ. j=1 m m x y = β k x β k y k k=1 k=1 m β k x y k d ɛ, k=1 wat een contradictie oplevert. Bijgevolg bestaat er een j en k waarvoor x j y k > d ɛ. Dit toont dat diam B i d = diam C i, waarmee ook de andere ongelijkheid bewezen is. Bovendien geldt: { } conv A λ i x i λ i 0, λ i = 1, x i C i. (10) Om dit te tonen, beschouwen we een willekeurige x conv A. Dan: m m N 0, α i 0, y i A, 1 i m, α i = 1 : x = m α i y i. Vermits A n j=1b j, volgt dat: i {1,..., m}, j {1,..., n} : y i B j. We groeperen nu de y i. Voor elke j {1,..., n}, stellen we: } B j := {y i 1 i m en y i B j } = {y ij1, y ij2,..., y ijmj. Stel dan: m j λ j := α ijk en x j := k=1 mj k=1 α i jk y ijk λ j C j. Als B j =, dan stellen we λ j := 0 en x j C j willekeurig. Dan geldt dat x = n j=1 λ jx j en n j=1 λ j = m α i = 1, waarmee de inclusie in (10) is aangetoond. Zij nu ɛ > 0 en stel { } S := λ = (λ 1,..., λ n ) R n λ i 0, 1 i n, λ i = 1. Vermits S begrensd is in R n, weten we uit de cursus Analayse II [1] dat S totaal begrensd is, i.e.: m ( λ 1,..., λ m R n : S B λ j ɛ ),, nm j=1 20

22 waarbij we gebruikmaken van de maximumnorm M op R n en M := sup { x x n C i }. Merk op dat M <, daar alle C i begrensd zijn. Zij x conv A, dan volgt uit (10): x i C i, 1 i n : x = λ i x i en λ = (λ 1,..., λ n ) S. Er bestaat dan een j {1,..., m} waarvoor sup n λ j i λ i = λ j λ M S j := n λj i C i en y := n λj i x i, dan volgt: x y = λ i x i Hieruit kunnen we besluiten dat: conv A λ j i x i λ i λ j i x i ɛ. ɛ. Stel nu nm (S i + B(0, ɛ)) en j : diam (S j + B(0, ɛ)) d + 2ɛ. (11) Dit laatste volgt uit het feit dat diam S j d, wat we als volgt tonen. Stel x = n λj i x i en y = n λj i y i, waarbij x i, y i C i voor elke i. Dan volgt: ( ) x y = λ j i (x i y i ) λ j i x i y i d = d. Door de willekeur van ɛ, volgt uit (11) dat α(conv A) α(a). λ j i Opmerking 6.6. Merk op dat Eigenschap (i) uit voorgaande Stelling een veralgemening is van de Stelling van Mazur 6.4. Gebruikmakend van Eigenschap (a) in vorige Stelling, verkrijgen we: A is compact α(a) = 0 α(conv A) = 0 conva is compact. Samen met Opmerking 6.2 levert dit de Stelling van Mazur. Naast de maat van Kuratowski zijn er nog andere maten die aan de hogervermelde eigenschappen voldoen. De meest gebruikte is de zogenaamde Hausdorff maat. Vooraleer we deze definiëren, voeren we eerst volgende notatie in: { } L A := r > 0 n N 0, x i M, 1 i n : A B (x i, r), A B. Definitie 6.7. De Hausdorff maat χ : B R + definiëren we als volgt: χ(a) = inf L A, A B. Eigenschap 6.8. Voor een A B geldt volgende relatie: χ(a) α(a) 2χ(A). 21

23 Bewijs. Stel L A := {2r > 0 n N 0, x i M, 1 i n : A n B (x i, r)}, dan geldt dat L A K A. Om dit te tonen kiezen we een d L A willekeurig. Dit betekent dat n N 0, x i M, 1 i n : A B (x i, d 2 ). Stel nu B i := B (x i, d 2 ), dan weten we dat A n B i en diam B i d, wat betekent dat d K A. Er volgt nu dat: α(a) = inf K A inf L A = 2 inf L A = 2χ(A). Om te tonen dat χ(a) α(a), volstaat het te bewijzen dat K A L A. Zij ɛ K A, dan volgt: n N 0, B i B, 1 i n : A B i en diam B i ɛ. Kies voor elke i een x i B i, dan volgt meteen dat B i B (x i, ɛ) en dus dat A n B i n B (x i, ɛ). Dit betekent dat ɛ L A, wat het gestelde bewijst. De eigenschappen van de Kuratowski maat, die in Eigenschap 6.5 vermeld staan, zijn ook geldig voor de Hausdorff maat. Dit kan eenvoudig bewezen worden, gebruikmakende van de relatie in voorgaande eigenschap. 7 De Stellingen van Brouwer en Schauder Definitie 7.1. Een topologische ruimte X heeft de (topologische) fixpunt eigenschap (t.f.p.p.) indien elke continue afbeelding T : X X een fixpunt heeft. Het volgende Lemma toont dat de t.f.p.p. een topologische eigenschap is. Lemma 7.2. Als X en Y homeomorfe topologische ruimten zijn, dan: X heeft de t.f.p.p. Y heeft de t.f.p.p. Bewijs. Zij h : X Y een homeomorfisme en onderstel dat X de t.f.p.p. heeft. Zij f : Y Y continu, dan is de functie g := h 1 f h : X X continu (als samenstelling van continue afbeeldingen). Dus bestaat er een x X waarvoor g(x) = x of equivalent f(h(x)) = h(x). Hieruit volgt dat y = h(x) een fixpunt is van f, wat toont dat Y de t.f.p.p. heeft. Definitie 7.3. Zij X een topologische ruimte en Y een deelruimte van X. We noemen Y een retract van X indien er een continue afbeelding r : X Y bestaat zodat r Y = id Y. Zo n afbeelding noemen we een retraction. Lemma 7.4. Als een topologische ruimte X de t.f.p.p heeft en Y is een retract van X, dan heeft Y de t.f.p.p. Bewijs. Stel r : X Y een retraction, i.e.: r is continu en r Y = id Y. Zij f : Y Y continu. We definiëren g := f r : X X, een continue afbeelding (als samenstelling van continue afbeeldingen). Omdat X de t.f.p.p. heeft, volgt dat er een y Y bestaat waarvoor (f r)(y) = y. Omdat r Y = id Y, volgt dat f(y) = y, wat toont dat f een fixpunt heeft. 22

24 Voorbeeld 7.5. De ruimte [ 1, 1] heeft de t.f.p.p. Om dit te tonen beschouwen we een willekeurige continue afbeelding f : [ 1, 1] [ 1, 1]. De afbeelding ϕ : [ 1, 1] [ 2, 2] : x x f(x) is continu en voldoet aan: ϕ( 1) 0 ϕ(1). Uit de tussenwaardestelling, weten we dat er dan een x [ 1, 1] bestaat waarvoor x f(x) = 0 of dus f(x) = x. Dit toont dat f een fixpunt heeft. Dus heeft [ 1, 1] de t.f.p.p. Uit Lemma 7.2 volgt dan dat elk compact interval de t.f.p.p. heeft. Om te tonen dat driehoeken in R 2 bijvoorbeeld ook de t.f.p.p. hebben, kunnen we gebruik maken van volgende belangrijke stelling (in combinatie met Lemma 7.2). Stelling 7.6. (De Stelling van Brouwer) De gesloten eenheidsbol B n in R n heeft de t.f.p.p. Stelling 7.7. (De Stelling van Brouwer - Sterke versie) Als C R n niet-leeg, begrensd, gesloten en convex is, dan heeft C de t.f.p.p. We kunnen deze stelling nog wat veralgemenen. Stelling 7.8. In een eindigdimensionale Banachruimte X geldt: Als C X niet-leeg, begrensd, gesloten en convex is, dan heeft C de t.f.p.p. Bewijs. Dit volgt meteen uit Stelling 7.7 en uit het feit dat elke eindigdimensionale Banachruimte X isomorf is met R n, waar n = dim X. Dit laatste is een resultaat uit de cursus Functionaalanalyse [3]. Een nog algemenere versie van de Stelling van Brouwer, is de Stelling van Schauder. Stelling 7.9. (Stelling van Schauder) In een Banachruimte X geldt: Als K X niet-leeg, compact en convex is, dan heeft K de t.f.p.p. Bewijs. Zij T : K K continu en zij ɛ > 0. Daar K compact is, heeft elke open overdekking van K een eindige deeloverdekking en bijgevolg: p N 0, a 1,..., a p K : K Voor elke i {1,..., p} definiëren we een functie: { 0 als x m i : K R + ai ɛ; : x ɛ x a i als x a i ɛ. Stel K 0 := K vect {a 1,..., a p } en definieer: p B(a i, ɛ). (12) ϕ : K K 0 : x p m i(x)a i p m i(x). Merk op dat deze functie weldegelijk in K 0 aankomt, door de convexiteit van K. Het is eenvoudig na te gaan dat ϕ continu is. Bovendien geldt voor elke x K dat ϕ(x) x ɛ. Zonder de algemeenheid te schaden mogen we immers onderstellen dat: i {1,..., k} : x B(a i, ɛ) en j {k + 1,..., p} : x / B(a j, ɛ), 23

25 waarbij 1 k p. (Dit weten we uit (12).) Indien k = p, vervalt de laatste bewering. Er volgt dan dat: k ϕ(x) x = m i(x)a i k m i(x) x = < 1 k k m i(x) m i (x)a i k m i(x) a i x k m i(x) k m i(x)ɛ k m i(x) = ɛ. k m i (x)x Beschouw nu de continue afbeelding T = ϕ T K0 : K 0 K 0. We gaan nu na of K 0 (als deel van de eindigdimensionale Banachruimte vect{a 1,..., a p }) voldoet aan de voorwaarden van Stelling 7.8. Vermits {a 1,..., a p } K 0, volgt dat K 0. Zij k 1,..., k r K 0, zij α 1,..., α r 0 en r α i = 1, dan: r α i k i K en r α i k i vect {a 1,..., a p }. Dit volgt uit de convexiteit van K en uit het feit dat elke k i tot vect{a 1,..., a p } behoort. Dit toont dus dat K 0 convex is. Vermits K 0 K en K compact en dus begrensd is, is ook K 0 begrensd. Tot slot weten we dat K gesloten is in X, waaruit volgt dat K 0 gesloten is in vect{a 1,..., a p }. Uit Stelling 7.8 volgt dan dat T een fixpunt x K 0 heeft. Er geldt: x T x x T x + T x T x = 0 + ϕ(t x) T x ɛ, waaruit volgt dat inf { x T x x K} = 0. Vermits K compact is, bereikt de continue functie σ : K K : x x T x haar minimum. Bijgevolg heeft T dus een fixpunt. Stelling Als K een niet-lege, gesloten en convexe deelverzameling is van een Banachruimte en T : K K is continu met T (K) compact, dan heeft T een fixpunt in K. Bewijs. Stel K 0 := convt (K), dan volgt dat K 0 K, vermits K zelf een gesloten en convexe verzameling is die T (K) omvat. Bovendien is K 0 T -invariant. Er geldt immers dat T (K) K en dus dat: K 0 = convt (K) convk = K. Dus geldt dat T (K 0 ) T (K) convt (K) = K 0. We kunnen T dus beperken tot K 0, en Stelling 7.9 toepassen op T K0 : K 0 K 0. Er rest ons dus te tonen dat K 0 niet-leeg, convex en compact is. Vermits K, volgt dat: T (K) convt (K) = K 0. De convexiteit van K 0 volgt rechtstreeks uit de definitie van K 0. Vermits T (K) compact is, volgt uit de Stelling van Mazur 6.4, dat K 0 compact is. Uit dit alles kunnen we dus besluiten dat T een fixpunt heeft in K 0 K. 24

26 Stelling (Stelling van Darbo) Zij K een niet-lege, begrensde, gesloten en convexe deelverzameling van een Banachruimte X en α de maat van Kuratowski op X. Als T : K K continu is en: k [0, 1[, E K : α(t (E)) kα(e), dan heeft T een fixpunt in K. Bewijs. Stel K 0 := K en K n+1 := convt (K n ) voor elke n N. We hebben reeds eerder bewezen dat (K n ) n een dalende rij niet-lege, gesloten, convexe, T -invariante delen is. Bovendien volgt uit Eigenschappen (b) en (i) van de maat van Kuratowski, dat: α(k n+1 ) = α(convt (K n )) = α(t (K n )) kα(k n ). Hieruit volgt dat α(k n+1 ) k n+1 α(k 0 ), waardoor lim n α(k n ) = 0. Uit Eigenschap (f) van de Kuratowski maat, volgt dan dat K = n=1k n niet-leeg en compact is. Uit Eigenschap 4.5 volgt bovendien dat K gesloten, convex en T -invariant is. Bijgevolg kunnen we de Stelling van Schauder 7.9 toepassen op T K : K K. Er volgt dus dat T een fixpunt heeft in K K. 8 Referenties [1] COLEBUNDERS, E., Analyse II, Dienst Uitgaven VUB, [2] COLEBUNDERS, E., Topologie, Dienst Uitgaven VUB, [3] SIOEN, M., Functionaalanalyse I, [4] GOEBEL, K., KIRK, W.A., Topics in metric fixed point theory, Cambridge University Press, [5] BANAS, J., GOEBEL, K., Measures of noncompactness in Banach spaces, Marcel Dekker, Inc., New York, [6] WILANSKY, A., Topology for Analysis, Ginn A Xerox Company, Waltham, Massachusetts, [7] SADOVSKII, B., N., Limit-compact and condensing operators, Russian Mathematical Surveys, 1972, volume 27, nummer 1, p

Wanneer zijn alle continue functies uniform continu?

Wanneer zijn alle continue functies uniform continu? Faculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde Wanneer zijn alle continue functies uniform continu? Bachelor Project I Stijn Tóth Promotor: Prof. Eva Colebunders Academiejaar 2011-2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding

Nadere informatie

Lebesgues overdekkingslemma en Cantors intersectiestelling voor Atsuji metrische ruimten

Lebesgues overdekkingslemma en Cantors intersectiestelling voor Atsuji metrische ruimten Faculteit Wetenschappen en Bio-Ingenieurswetenschappen Departement Wiskunde Lebesgues overdekkingslemma en Cantors intersectiestelling voor Atsuji metrische ruimten Proefschrift voor het behalen van de

Nadere informatie

Topologie I - WPO Prof. Dr. E. Colebunders Dr. G. Sonck 24 september 2006

Topologie I - WPO Prof. Dr. E. Colebunders Dr. G. Sonck 24 september 2006 Topologie I - WPO Prof. Dr. E. Colebunders Dr. G. Sonck 24 september 2006 Inhoudsopgave 1 Topologische ruimten 2 2 Metriseerbaarheid en aftelbaarheid 7 3 Convergentie en continuïteit 8 4 Separatie-eigenschappen

Nadere informatie

Topologie I - WPO. Prof. Dr. E. Colebunders

Topologie I - WPO. Prof. Dr. E. Colebunders Topologie I - WPO Prof. Dr. E. Colebunders Academiejaar 2015-2016 Inhoudsopgave 1 Topologische ruimten 2 2 Metriseerbaarheid en aftelbaarheid 7 3 Convergentie en continuïteit 8 4 Separatie-eigenschappen

Nadere informatie

Opgaven Inleiding Analyse

Opgaven Inleiding Analyse Opgaven Inleiding Analyse E.P. van den Ban Limieten en continuïteit Opgave. (a) Bewijs direct uit de definitie van iet dat y 0 y = 0. (b) Bewijs y 0 y 3 = 0 uit de definitie van iet. (c) Bewijs y 0 y 3

Nadere informatie

METRISCHE RUIMTEN EN CONTINUE AFBEELDINGEN aanvullend materiaal voor het college Analyse 1 Dr J. Hulshof (R.U.L.)

METRISCHE RUIMTEN EN CONTINUE AFBEELDINGEN aanvullend materiaal voor het college Analyse 1 Dr J. Hulshof (R.U.L.) METRISCHE RUIMTEN EN CONTINUE AFBEELDINGEN aanvullend materiaal voor het college Analyse 1 Dr J. Hulshof (R.U.L.) 1. Inleiding. In deze syllabus behandelen we een aantal fundamentele onderwerpen uit de

Nadere informatie

De stelling van Hahn en Mazurkiewicz

De stelling van Hahn en Mazurkiewicz Radboud Universiteit Nijmegen Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica De stelling van Hahn en Mazurkiewicz Naam: Studentnummer: Studie: Begeleider: Datum: Lennaert Stronks 4062175 Wiskunde

Nadere informatie

FUNCTIONAAL ANALYSE I

FUNCTIONAAL ANALYSE I FUNCTIONAAL ANALYSE I 2009-2010 Eric Jespers http://homepages.vub.ac.be/ efjesper http://www.vub.ac.be/osc/pointcarre/teleleerplatform Inhoudsopgave 1 INLEIDING 1 2 INLEIDING TOT HILBERTRUIMTEN 3 2.1 Banachruimten..........................

Nadere informatie

Bachelorproef II Hyperconvexiteit van metrische ruimten

Bachelorproef II Hyperconvexiteit van metrische ruimten faculteit wetenschappen en bio-ingenieurswetenschappen Vakgroep Wiskunde Bachelorproef II Hyperconvexiteit van metrische ruimten Jeroen Ooge 3de Bachelor wiskunde Promotor: prof. Mark Sioen academiejaar

Nadere informatie

Z.O.Z. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 2016, 12:30 15:30 (16:30)

Z.O.Z. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 2016, 12:30 15:30 (16:30) Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 16 juni 016, 1:30 15:30 (16:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van aantekeningen

Nadere informatie

Examen G0U13 - Bewijzen en Redeneren,

Examen G0U13 - Bewijzen en Redeneren, Examen G0U13 - Bewijzen en Redeneren, 2010-2011 bachelor in de Wisunde, bachelor in de Fysica, bachelor in de Economische Wetenschappen en bachelor in de Wijsbegeerte Vrijdag 4 februari 2011, 8u30 Naam:

Nadere informatie

V.4 Eigenschappen van continue functies

V.4 Eigenschappen van continue functies V.4 Eigenschappen van continue functies We bestuderen een paar belangrijke stellingen over continue functies. Maxima en minima De stelling over continue functies die we in deze paragraaf bewijzen zegt

Nadere informatie

Overzicht Fourier-theorie

Overzicht Fourier-theorie B Overzicht Fourier-theorie In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de belangrijkste resultaten van de Fourier-theorie. Dit kan als steun dienen ter voorbereiding op het tentamen. Fourier-reeksen van

Nadere informatie

(ii) Zij e 0 een geheel getal. Bewijs: de code C is e-fouten-verbeterend d(x, y) 2e + 1 voor alle x, y C met x y.

(ii) Zij e 0 een geheel getal. Bewijs: de code C is e-fouten-verbeterend d(x, y) 2e + 1 voor alle x, y C met x y. Opgaven bij het college Topologie 1 Metrische ruimten Opgave 1.1. Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat de doorsnede van oneindig veel open verzamelingen in een metrische ruimte niet open hoeft te zijn.

Nadere informatie

(b) Formuleer het verband tussen f en U(P, f), en tussen f en L(P, f). Bewijs de eerste. (c) Geef de definitie van Riemann integreerbaarheid van f.

(b) Formuleer het verband tussen f en U(P, f), en tussen f en L(P, f). Bewijs de eerste. (c) Geef de definitie van Riemann integreerbaarheid van f. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 2 juli 2015, 08:30 11:30 (12:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek Analysis

Nadere informatie

Opgave 1.1. Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat de doorsnede van oneindig veel open verzamelingen in een metrische ruimte niet open hoeft te zijn.

Opgave 1.1. Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat de doorsnede van oneindig veel open verzamelingen in een metrische ruimte niet open hoeft te zijn. Opgaven bij het college Topologie 1 Metrische ruimten Opgave 1.1. Geef een voorbeeld waaruit blijkt dat de doorsnede van oneindig veel open verzamelingen in een metrische ruimte niet open hoeft te zijn.

Nadere informatie

Inleiding Analyse 2009

Inleiding Analyse 2009 Inleiding Analyse 2009 Inleveropgaven A). Stel f(, y) = In (0, 0) is f niet gedefinieerd. We bestuderen y2 2 + y 4. lim f(, y). (,y) (0,0) 1. Bepaal de waarde van f(, y) op een willekeurige rechte lijn

Nadere informatie

Topologie. (Voorjaar 2007) Dr K. P. Hart

Topologie. (Voorjaar 2007) Dr K. P. Hart Topologie (Voorjaar 2007) Dr K. P. Hart Inhoudsopgave 0. Metrische ruimten.......................................................... 1 Metrische ruimten..............................................................

Nadere informatie

V.2 Limieten van functies

V.2 Limieten van functies V.2 Limieten van functies Beschouw een deelverzameling D R, een functie f: D R en zij c R. We willen het gedrag van f in de buurt van c bestuderen. De functiewaarde in c is daarvoor niet belangrijk, de

Nadere informatie

Topologie. (Voorjaar 2002) (Geheel herziene versie) Dr A.J.M. van Engelen Dr K. P. Hart

Topologie. (Voorjaar 2002) (Geheel herziene versie) Dr A.J.M. van Engelen Dr K. P. Hart Topologie (Voorjaar 2002) (Geheel herziene versie) Dr A.J.M. van Engelen Dr K. P. Hart Inhoudsopgave 0. Inleiding..................................................................... 1 Een paar soorten

Nadere informatie

De Dekpuntstelling van Brouwer

De Dekpuntstelling van Brouwer De Dekpuntstelling van Brouwer Non impeditus ab ulla scientia K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Twente, 19 oktober 2009: 18:00 20:00 Outline 1 2 3 4 De formulering Dekpuntstelling van Brouwer Zij n een

Nadere informatie

Hertentamen Topologie, Najaar 2009

Hertentamen Topologie, Najaar 2009 Hertentamen Topologie, Najaar 2009 Toelichting: 06.05.2010 Je mag geen hulpmiddelen (zoals aantekeningen, rekenmachine etc.) gebruiken, behalve het boek van Runde en het aanvullende dictaat. Als je stellingen

Nadere informatie

1. (a) Formuleer het Cauchy criterium voor de convergentie van een reeks

1. (a) Formuleer het Cauchy criterium voor de convergentie van een reeks Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 7 augustus 2015, 16:30 19:30 (20:30) Het gebruik van een rekenmachine, telefoon of tablet is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek

Nadere informatie

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A Met beknopte uitwerking 10 december 2013, 09:30 12:30 Dit tentamen bevat 5 opgaven; zie ook de ommezijde. Alle opgaven tellen even zwaar (10 punten); je cijfer is

Nadere informatie

wi4041 Functieruimten dr. K.P. Hart

wi4041 Functieruimten dr. K.P. Hart wi4041 Functieruimten dr. K.P. Hart Cursus 2003/2004 Inhoud I. TOPOLOGISCHE RUIMTEN 1 1. Topologische Eigenschappen......................................................... 1 2. Topologische Ruimten................................................................

Nadere informatie

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde. vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30. Auditorium L.00.07 Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor 1ste fase Wiskunde vrijdag 31 januari 2014, 8:30 12:30 Auditorium L.00.07 Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen.

Nadere informatie

Tentamen Topologie, Najaar 2011

Tentamen Topologie, Najaar 2011 Tentamen Topologie, Najaar 2011 27.01.2012, 08:30-11:30, LIN 8 (HG00.308) Toelichting: Je mag geen hulpmiddelen (zoals aantekeningen, rekenmachine, telefoon, etc.) gebruiken, behalve de boeken van Gamelin/Greene

Nadere informatie

Tuyaux 3de Bachelor Wiskunde WINAK

Tuyaux 3de Bachelor Wiskunde WINAK Tuyaux 3de Bachelor Wiskunde WINAK Eerste Semester 2011-2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Maattheorie 3 2.1 Theorie....................................... 3 2.2 Oefeningen.....................................

Nadere informatie

Opgaven Inleiding Analyse

Opgaven Inleiding Analyse Opgaven Inleiding Analyse E.P. van den Ban Limieten en continuïteit Opgave. (a) Bewijs direct uit de definitie van limiet dat lim y 0 y = 0. (b) Bewijs lim y 0 y 3 = 0 uit de definitie van limiet. (c)

Nadere informatie

Inleiding Analyse. Opgaven. E.P. van den Ban. c Mathematisch Instituut Universiteit Utrecht Voorjaar 2003, herzien

Inleiding Analyse. Opgaven. E.P. van den Ban. c Mathematisch Instituut Universiteit Utrecht Voorjaar 2003, herzien Inleiding Analyse Opgaven E.P. van den Ban c Mathematisch Instituut Universiteit Utrecht Voorjaar 2003, herzien 0 1 1 Limieten en continuïteit Opgave 1.1 (a) Bewijs direct uit de definitie van limiet dat

Nadere informatie

Oplossingen Oefeningen Bewijzen en Redeneren

Oplossingen Oefeningen Bewijzen en Redeneren Oplossingen Oefeningen Bewijzen en Redeneren Goeroen Maaruf 20 augustus 202 Hoofdstuk 3: Relaties. Oefening 3..2 (a) Persoon p is grootouder van persoon q. (b) (p, q) O o O r P : [ (p, r) O (r, q) O ]

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.4, maandag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 9 mei, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 40 Outline 1 f : [a, b] C f : C C Primitieven 2 K.

Nadere informatie

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, , Examenzaal

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, , Examenzaal Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 26 augustus 2010, 14.00 17.00, Examenzaal Het gebruik van een rekenmachine en/of telefoon is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek

Nadere informatie

STEEDS BETERE BENADERING VOOR HET GETAL π

STEEDS BETERE BENADERING VOOR HET GETAL π STEEDS BETERE BENADERING VOOR HET GETAL KOEN DE NAEGHEL Samenvatting. We bespreken een oplossing voor de (veralgemeende) opgave Noot 4 uit Wiskunde & Onderwijs nr.139. Onze inspiratie halen we uit het

Nadere informatie

4 Positieve en niet-negatieve lineaire algebra

4 Positieve en niet-negatieve lineaire algebra 4 Positieve en niet-negatieve lineaire algebra Positieve en niet-negatieve matrices komen veel voor binnen de stochastiek (zoals de PageRank matrix) en de mathematische fysica: temperatuur, dichtheid,

Nadere informatie

Ter Leering ende Vermaeck

Ter Leering ende Vermaeck Ter Leering ende Vermaeck 15 december 2011 1 Caleidoscoop 1. Geef een relatie op Z die niet reflexief of symmetrisch is, maar wel transitief. 2. Geef een relatie op Z die niet symmetrisch is, maar wel

Nadere informatie

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde. vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30

Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde. vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30 Examen G0U13 Bewijzen en Redeneren Bachelor of Science Fysica en Wiskunde vrijdag 3 februari 2012, 8:30 12:30 Naam: Geef uw antwoorden in volledige, goed lopende zinnen. Het examen bestaat uit 5 vragen.

Nadere informatie

III.3 Supremum en infimum

III.3 Supremum en infimum III.3 Supremum en infimum Zowel de reële getallen als de rationale getallen vormen geordende lichamen. Deze geordende lichamen zijn echter principieel verschillend. De verzameling R is bijvoorbeeld aanzienlijk

Nadere informatie

Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen

Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 Uitwerking en opmerkingen Tweede huiswerkopdracht Lineaire algebra 1 en opmerkingen November 10, 2009 Opgave 1 Gegeven een vectorruimte V met deelruimtes U 1 en U 2. Als er geldt dim U 1 = 7, dimu 2 = 9, en dim(u 1 U 2 ) = 4, wat

Nadere informatie

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007)

Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007) Bespreking Examen Analyse 1 (Augustus 2007) Vooraf: Zoals het stilletjes aan een traditie is geworden, geef ik hier bedenkingen bij het examen van deze septemberzittijd. Ik zorg ervoor dat deze tekst op

Nadere informatie

Supplement Verzamelingenleer. A.J.M. van Engelen en K. P. Hart

Supplement Verzamelingenleer. A.J.M. van Engelen en K. P. Hart Supplement Verzamelingenleer A.J.M. van Engelen en K. P. Hart 1 Hoofdstuk 1 Het Keuzeaxioma Het fundament van de hedendaagse verzamelingenleer werd in de vorige eeuw gelegd door Georg Cantor. Cantor gebruikte

Nadere informatie

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015

Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. µkw uitwerkingen. 12 juni 2015 Je hebt twee uur de tijd voor het oplossen van de vraagstukken. Elk vraagstuk is maximaal 10 punten waard. Begin elke opgave op een nieuw vel papier. µkw uitwerkingen 12 juni 2015 Vraagstuk 1. We kunnen

Nadere informatie

Uniforme Integreerbaarheid en de Stelling van Dunford-Pettis

Uniforme Integreerbaarheid en de Stelling van Dunford-Pettis Uniforme Integreerbaarheid en de Stelling van Dunford-Pettis Brian Möllenkamp 27 juli 2017 Bachelorproject Begeleiding: dr. B.J.K. Kleijn Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen,

Nadere informatie

Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A

Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A Oefenopgaven Grondslagen van de Wiskunde A Jaap van Oosten 2007-2008 1 Kardinaliteiten Opgave 1.1. Bewijs, dat R N = R. Opgave 1.2. Laat Cont de verzameling continue functies R R zijn. a) Laat zien dat

Nadere informatie

Rieszcompleteringen van ruimten van operatoren

Rieszcompleteringen van ruimten van operatoren Rieszcompleteringen van ruimten van operatoren Inleiding tot Rieszruimten met enkele nieuwe resultaten gepresenteerd met vele voorbeelden en uitleg Leiden, 6 juli 2015 Geschreven door JRF Deckers begeleider:

Nadere informatie

Dit is in feite de ongelijkheid van Cauchy Schwarz voor het standaardinproduct in R s van de vectoren

Dit is in feite de ongelijkheid van Cauchy Schwarz voor het standaardinproduct in R s van de vectoren Dit is in feite de ongelijkheid van Cauchy Schwarz voor het standaardinproduct in R s van de vectoren a = (a 1,..., a s ) en b = (b 1,..., b s ). Toepassing van deze Cauchy Schwarz-ongelijkheid levert

Nadere informatie

Eigenschappen en Axioma s van de E 6 -meetkunde

Eigenschappen en Axioma s van de E 6 -meetkunde Faculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde Eigenschappen en Axioma s van de E 6 -meetkunde Magali Victoor Promotor: Prof. dr. Hendrik Van Maldeghem Masterproef ingediend tot het behalen van de academische

Nadere informatie

De Dekpuntstelling van Brouwer (Brouwer s Fixed Point Theorem)

De Dekpuntstelling van Brouwer (Brouwer s Fixed Point Theorem) Technische Universiteit Delft Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Delft Institute of Applied Mathematics De Dekpuntstelling van Brouwer (Brouwer s Fixed Point Theorem) Verslag ten behoeve

Nadere informatie

Steeds betere benadering voor het getal π

Steeds betere benadering voor het getal π Wiskunde & Onderwijs 38ste jaargang (2012 Steeds betere benadering voor het getal π Koen De Naeghel Samenvatting. We bespreken een oplossing voor de (veralgemeende opgave Noot 4 uit Wiskunde & Onderwijs

Nadere informatie

Opgaven Functies en Reeksen. E.P. van den Ban

Opgaven Functies en Reeksen. E.P. van den Ban Opgaven Functies en Reeksen E.P. van den Ban c Mathematisch Instituut Universiteit Utrecht Augustus 2014 1 Opgaven bij Hoofdstuk 1 Opgave 1.1 Zij f : R n R partieel differentieerbaar naar iedere variabele

Nadere informatie

Topologische eigenschappen in selectieve universa

Topologische eigenschappen in selectieve universa Faculteit Wetenschappen Vakgroep Wiskunde Topologische eigenschappen in selectieve universa Charlotte DECONINCK Promotor: Prof. dr. H. Vernaeve Masterproef ingediend tot het behalen van de academische

Nadere informatie

Topologie. Voorjaar 2015 Docent: Peter Bruin Versie van 30 mei 2015 Commentaar en correcties worden op prijs gesteld.

Topologie. Voorjaar 2015 Docent: Peter Bruin Versie van 30 mei 2015 Commentaar en correcties worden op prijs gesteld. Topologie Voorjaar 2015 Docent: Peter Bruin P.J.Bruin@math.leidenuniv.nl Versie van 30 mei 2015 Commentaar en correcties worden op prijs gesteld. Inhoudsopgave Inleiding........................... 1 1.

Nadere informatie

Discontinua en Duivelsfuncties

Discontinua en Duivelsfuncties Discontinua en Duivelsfuncties Over Höldercondities en differentieerbaarheid Instituut: Radboud Universiteit Nijmegen Datum: 3 juli 015 Schrijver: Bart Nikkelen Begeleider: A.C.M. van Rooij Tweede lezer:

Nadere informatie

Approximatietheorie. De Stelling van Carleman. Mies Versloot. 14 juli Bachelorproject Begeleiding: prof. dr. Jan Wiegerinck

Approximatietheorie. De Stelling van Carleman. Mies Versloot. 14 juli Bachelorproject Begeleiding: prof. dr. Jan Wiegerinck Approximatietheorie De Stelling van Carleman Mies Versloot 14 juli 2017 Bachelorproject Begeleiding: prof. dr. Jan Wiegerinck Korteweg-de Vries Instituut voor Wiskunde Faculteit der Natuurwetenschappen,

Nadere informatie

Grondslagen van het Caristi-Ekelandprincipe in ZF

Grondslagen van het Caristi-Ekelandprincipe in ZF Grondslagen van het Caristi-Ekelandprincipe in ZF Bachelorscriptie Rick Schreurs s4244346 Begeleider: Michael Müger Faculteit der natuurwetenschappen, wiskunde en informatica Radboud Universiteit Nijmegen

Nadere informatie

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules.

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules. I.3 Functies Iedereen is ongetwijfeld in veel situaties het begrip functie tegengekomen; vaak als een voorschrift dat aan elk getal een ander getal toevoegt, bijvoorbeeld de functie fx = x die aan elk

Nadere informatie

EERSTE DEELTENTAMEN ANALYSE C

EERSTE DEELTENTAMEN ANALYSE C EERSTE DEELTENTAMEN ANALYSE C 0 november 990 9.30.30 uur Zet uw naam op elk blad dat u inlevert en uw naam en adres op de enveloppe. De verschillende onderdelen van de vraagstukken zijn zoveel als mogelijk

Nadere informatie

Drie problemen voor de prijs van één

Drie problemen voor de prijs van één Drie problemen voor de prijs van één Of: één probleem voor de prijs van drie K. P. Hart Faculty EEMCS TU Delft Delft, 30 oktober, 2012: 10:15 10:45 Eenvoudig begin Opgave Bewijs dat voor m, n N het volgende

Nadere informatie

Eigenwaarden en Diagonaliseerbaarheid

Eigenwaarden en Diagonaliseerbaarheid Hoofdstuk 3 Eigenwaarden en Diagonaliseerbaarheid 31 Diagonaliseerbaarheid Zoals we zagen hangt de matrix die behoort bij een lineaire transformatie af van de keuze van een basis voor de ruimte In dit

Nadere informatie

Eindige topologische ruimten

Eindige topologische ruimten R.A.C.H. Wols Eindige topologische ruimten Bachelorscriptie, 8 juni 2010 Scriptiebegeleider: dr. R.S. de Jong Mathematisch Instituut, Universiteit Leiden Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 2 Eindige ruimten

Nadere informatie

Topologie. Peter Bruin

Topologie. Peter Bruin Topologie Peter Bruin Inhoudsopgave Inleiding........................... 5 1. Metrische ruimten....................... 6 2. Convergentie van rijen..................... 10 3. Continue afbeeldingen tussen

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.6, maandag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 30 mei, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 33 Outline 1 2 Algemeenheden Gedrag op de rand Machtreeksen

Nadere informatie

Niet-standaard analyse (Engelse titel: Non-standard analysis)

Niet-standaard analyse (Engelse titel: Non-standard analysis) Technische Universiteit Delft Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Delft Institute of Applied Mathematics Niet-standaard analyse (Engelse titel: Non-standard analysis) Verslag ten behoeve

Nadere informatie

3 De duale vectorruimte

3 De duale vectorruimte 3 De duale vectorruimte We brengen de volgende definitie in de herinnering. Definitie 3.1 (hom K (V, W )) Gegeven twee vectorruimtes (V, K) en (W, K) over K noteren we de verzameling van alle lineaire

Nadere informatie

III.2 De ordening op R en ongelijkheden

III.2 De ordening op R en ongelijkheden III.2 De ordening op R en ongelijkheden In de vorige paragraaf hebben we axioma s gegeven voor de optelling en vermenigvuldiging in R, maar om R vast te leggen moeten we ook ongelijkheden in R beschouwen.

Nadere informatie

Aanvullingen bij Hoofdstuk 8

Aanvullingen bij Hoofdstuk 8 Aanvullingen bij Hoofdstuk 8 8.5 Definities voor matrices De begrippen eigenwaarde eigenvector eigenruimte karakteristieke veelterm en diagonaliseerbaar worden ook gebruikt voor vierkante matrices los

Nadere informatie

Niet-archimedische structuren en hun extensies. (Didier Deses)

Niet-archimedische structuren en hun extensies. (Didier Deses) Niet-archimedische structuren en hun extensies (Didier Deses) V.U.B. 1998-1999 Niet-archimedische structuren en hun extensies. Didier Deses 1998-1999 Dankwoord Ik dank eerst en vooral mijn promotor, prof.

Nadere informatie

is de uitspraak dat als A waar is B ook waar is, A B staat voor A en B zijn equivalent: A B en B A, A staat voor de logische ontkenning van A,

is de uitspraak dat als A waar is B ook waar is, A B staat voor A en B zijn equivalent: A B en B A, A staat voor de logische ontkenning van A, Dit college wordt gegeven aan de hand van het boek The Way of Analysis van Robert S. Strichartz (Jones and Bartlett, ISBN 0-7637-1497-6), dat ook gebruikt wordt bij het vervolgcollege in het tweede jaar

Nadere informatie

Convexe Analyse en Optimalisering

Convexe Analyse en Optimalisering Convexe Analyse en Optimalisering Bernd Heidergott Vrije Universiteit Amsterdam en Tinbergen Institute WEB: http://staff.feweb.vu.nl/bheidergott Overzicht Literatuur Calculus, a complete course, Robert

Nadere informatie

Convexe Analyse en Optimalisering

Convexe Analyse en Optimalisering Convexe Analyse en Optimalisering Bernd Heidergott Vrije Universiteit Amsterdam and Tinbergen Institute WEB: http://staff.feweb.vu.nl/bheidergott.htm Overzicht Boek: Optimization: Insights and Applications,

Nadere informatie

Suprema in ruimten van operatoren

Suprema in ruimten van operatoren Suprema in ruimten van operatoren Jan van Waaij Bachelorscriptie, 14 juni 2011 Scriptiebegeleider: dr. O.W. van Gaans Mathematisch Instituut, Universiteit Leiden INHOUDSOPGAVE i Inhoudsopgave Inhoudsopgave

Nadere informatie

34 HOOFDSTUK 1. EERSTE ORDE DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN

34 HOOFDSTUK 1. EERSTE ORDE DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN 34 HOOFDSTUK 1. EERSTE ORDE DIFFERENTIAALVERGELIJKINGEN 1.11 Vraagstukken Vraagstuk 1.11.1 Beschouw het beginwaardeprobleem = 2x (y 1), y(0) = y 0. Los dit beginwaardeprobleem op voor y 0 R en maak een

Nadere informatie

n=0 en ( f(y n ) ) ) n=0 equivalente rijen zijn.

n=0 en ( f(y n ) ) ) n=0 equivalente rijen zijn. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Analyse 1 WP001B 8 juli 2011, 14.00 17.00 Het gebruik van een rekenmachine en/of telefoon is niet toegestaan. U mag geen gebruik maken van het boek Analysis I. Geef

Nadere informatie

Topologie. Voorjaar 2017 Docent: Peter Bruin Versie van 9 juni 2017

Topologie. Voorjaar 2017 Docent: Peter Bruin Versie van 9 juni 2017 Topologie Voorjaar 2017 Docent: Peter Bruin P.J.Bruin@math.leidenuniv.nl Versie van 9 juni 2017 Dit dictaat wordt regelmatig bijgewerkt, maar kan nog fouten bevatten. Commentaar, suggesties en correcties

Nadere informatie

Oneindige spelen. Dion Coumans. Begeleider: dr. W. Veldman

Oneindige spelen. Dion Coumans. Begeleider: dr. W. Veldman Oneindige spelen ion Coumans Begeleider: dr. W. Veldman Inhoudsopgave 1 Voorwoord 3 2 efinities 4 3 A is aftelbaar 6 4 Gale-Stewart-stelling 7 5 Stelling van Wolfe 11 2 1 Voorwoord Banach, Mazur en Ulam

Nadere informatie

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A, met uitwerkingen

Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A, met uitwerkingen Tentamen Grondslagen van de Wiskunde A, met uitwerkingen 8 december 2015, 09:30 12:30 Dit tentamen bevat 5 opgaven; zie ook de ommezijde. Alle opgaven tellen even zwaar (10 punten); je cijfer is het totaal

Nadere informatie

18.I.2010 Wiskundige Analyse I, theorie (= 60% van de punten)

18.I.2010 Wiskundige Analyse I, theorie (= 60% van de punten) 8.I.00 Wiskundige Analyse I, theorie 60% van de punten) Beantwoord elk van de vragen I,II,III en IV op één van de dubbele geruite bladen. Schrijf op elk van die dubbele geruite bladen, bovenaan de eerste

Nadere informatie

PUNTSGEWIJZE EN UNIFORME CONVERGENTIE

PUNTSGEWIJZE EN UNIFORME CONVERGENTIE IX PUNTSGEWIJZE EN UNIFORME CONVERGENTIE In vorige hoofdstkken hebben we convergentie van getallenrijen bestdeerd. In de Analyse zijn echter rijen die fncties als termen hebben van groot belang. Zlke fnctierijen

Nadere informatie

Bewijzen en Redeneren voor Informatici

Bewijzen en Redeneren voor Informatici Bewijzen en Redeneren voor Informatici Reinoud Berkein 17 januari 2018 Samenvatting Een korte samenvatting van definities uit de cursus. Hoofdstuk 1 Doorsnede: De verzamerling die alle elementen bevat

Nadere informatie

Lineaire Algebra C 2WF09

Lineaire Algebra C 2WF09 Lineaire Algebra C 2WF09 College: Instructie: L. Habets HG 8.09, Tel. 4230, Email: l.c.g.j.m.habets@tue.nl H.A. Wilbrink HG 9.49, Tel. 2783, E-mail: h.a.wilbrink@tue.nl http://www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/2wf09

Nadere informatie

De Minimax-Stelling en Nash-Evenwichten

De Minimax-Stelling en Nash-Evenwichten De Minima-Stelling en Nash-Evenwichten Sebastiaan A. Terwijn Radboud Universiteit Nijmegen Afdeling Wiskunde 20 september 2010 Dit is een bijlage bij het eerstejaars keuzevak Wiskunde, Politiek, en Economie.

Nadere informatie

3 Rijen en reeksen van functies

3 Rijen en reeksen van functies 3 Rijen en reeksen van functies 3.1 Uniforme convergentie van een rij functies Met het oog op latere toepassingen op machtreeksen en Fourierreeksen werken we in het vervolg steeds met complexwaardige functies.

Nadere informatie

Wiskunde voor informatici 2 Oefeningen

Wiskunde voor informatici 2 Oefeningen Wiskunde voor informatici Oefeningen Reinout Stevens resteven@vub.ac.be Prof: Ann Dooms Assistent: Arnout Van Messem 5 Juni 8 Gedachtenstroom In dit document staan de meeste oplossingen van de cursus Wiskunde

Nadere informatie

Jordan normaalvorm. Hoofdstuk 7

Jordan normaalvorm. Hoofdstuk 7 Hoofdstuk 7 Jordan normaalvorm Zoals we zagen hangt de matrix die behoort bij een lineaire transformatie af van de keuze van een basis voor de ruimte In dit hoofdstuk buigen we ons over de vraag of er

Nadere informatie

Lineaire algebra I (wiskundigen)

Lineaire algebra I (wiskundigen) Lineaire algebra I (wiskundigen) Toets, donderdag 22 oktober, 2009 Oplossingen (1) Zij V het vlak in R 3 door de punten P 1 = (1, 2, 1), P 2 = (0, 1, 1) en P 3 = ( 1, 1, 3). (a) Geef een parametrisatie

Nadere informatie

opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): 2 a 2.

opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): 2 a 2. opgaven formele structuren tellen Opgave 1. Zij A een oneindige verzameling en B een eindige. Dat wil zeggen (zie pagina 6 van het dictaat): ℵ 0 #A, B = {b 0,..., b n 1 } voor een zeker natuurlijk getal

Nadere informatie

Analyse: Van R naar R n 1. Aanvullingen op Ross. Jan Wiegerinck version 10 januari 2013

Analyse: Van R naar R n 1. Aanvullingen op Ross. Jan Wiegerinck version 10 januari 2013 Analyse: Van R naar R n 1. Aanvullingen op Ross Jan Wiegerinck version 10 januari 2013 Korteweg de Vries Instituut, Universiteit van Amsterdam, Science Park 904 Amsterdam E-mail address: j.j.o.o.wiegerinck@uva.nl

Nadere informatie

Functionaalanalyse. Heinz Hanßmann. Utrecht, 2007/8

Functionaalanalyse. Heinz Hanßmann. Utrecht, 2007/8 Functionaalanalyse Heinz Hanßmann Utrecht, 2007/8 Contents 1 Inleiding................................................... 1 2 Topologie van metrische ruimten.......................... 3 3 Meetkunde van

Nadere informatie

Ruimtemeetkunde deel 1

Ruimtemeetkunde deel 1 Ruimtemeetkunde deel 1 1 Punten We weten reeds dat Π 0 het meetkundig model is voor de vectorruimte R 2. We definiëren nu op dezelfde manier E 0 als meetkundig model voor de vectorruimte R 3. De elementen

Nadere informatie

Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen

Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen Uitwerkingen Tentamen Gewone Differentiaalvergelijkingen Maandag 4 januari 216, 1: - 13: uur 1. Beschouw voor t > de inhomogene singuliere tweede orde vergelijking, t 2 ẍ + 4tẋ + 2x = f(t, (1 waarin f

Nadere informatie

Examen Complexe Analyse (September 2008)

Examen Complexe Analyse (September 2008) Examen Complexe Analyse (September 2008) De examenvragen vind je op het einde van dit documentje. Omdat het hier over weinig studenten gaat, heb ik geen puntenverdeling meegegeven. Vraag. Je had eerst

Nadere informatie

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen.

We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen. II.2 Gehele getallen We beginnen met de eigenschappen van de gehele getallen. Axioma s voor Z De gegevens zijn: (a) een verzameling Z; (b) elementen 0 en 1 in Z; (c) een afbeelding +: Z Z Z, de optelling;

Nadere informatie

CALCULUS & ANALYSE. Stefaan Poedts. CmPA, Dept. Wiskunde, KU Leuven

CALCULUS & ANALYSE. Stefaan Poedts. CmPA, Dept. Wiskunde, KU Leuven CALCULUS & ANALYSE Stefaan Poedts CmPA, Dept. Wiskunde, KU Leuven Monitoraat Kaat Zeeuwts (Kaatje.Zeeuwts@wet.kuleuven.be) Annouk Van Vlierden (Annouk.VanVlierden@wet.kuleuven.be) Oefeningen Berdien, Dina,

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Vectorruimten. 9.1 Scalairen

Hoofdstuk 9. Vectorruimten. 9.1 Scalairen Hoofdstuk 9 Vectorruimten 9.1 Scalairen In de lineaire algebra tot nu toe, hebben we steeds met reële getallen als coëfficienten gewerkt. Niets houdt ons tegen om ook matrices, lineaire vergelijkingen

Nadere informatie

D. M. van Diemen. Homotopie en Hopf. Bachelorscriptie, 7 juni Scriptiebegeleider: dr. B. de Smit. Mathematisch Instituut, Universiteit Leiden

D. M. van Diemen. Homotopie en Hopf. Bachelorscriptie, 7 juni Scriptiebegeleider: dr. B. de Smit. Mathematisch Instituut, Universiteit Leiden D. M. van Diemen Homotopie en Hopf Bachelorscriptie, 7 juni 2010 Scriptiebegeleider: dr. B. de Smit Mathematisch Instituut, Universiteit Leiden Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Homotopie 4 2.1 Hogere homotopiegroepen..............................

Nadere informatie

Unitaire en Hermitese transformaties

Unitaire en Hermitese transformaties Hoofdstuk 11 Unitaire en Hermitese transformaties We beschouwen vervolgens lineaire transformaties van reële en complexe inproductruimten die aan extra eigenschappen voldoen die betrekking hebben op het

Nadere informatie

Leeswijzer bij het college Functies en Reeksen

Leeswijzer bij het college Functies en Reeksen Leeswijzer bij het college Functies en Reeksen Erik van den Ban Najaar 2012 Introductie eze leeswijzer bij het dictaat Functies en Reeksen (versie augustus 2011) heeft als doel een gewijzigde opbouw van

Nadere informatie

Oefeningen Analyse I

Oefeningen Analyse I Oefeningen Analyse I Hoofdstuk 2: Rijen en Reeksen Inleiding Opmerking: In deze tekst kunnen fouten staan. Het zijn meestal oefeningen opgeschreven vanuit de lest, met eventueel zelf gemaakte oefeningen

Nadere informatie

Tentamen Functies en Reeksen

Tentamen Functies en Reeksen Tentamen Functies en Reeksen 6 november 204, 3:30 6:30 uur Schrijf op ieder vel je naam en bovendien op het eerste vel je studentnummer, de naam van je practicumleider (Arjen Baarsma, KaYin Leung, Roy

Nadere informatie

168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN

168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN 168 HOOFDSTUK 5. REEKSONTWIKKELINGEN 5.7 Vraagstukken Vraagstuk 5.7.1 Beschouw de differentiaalvergelijking d2 y d 2 = 2 y. (i) Schrijf y = a k k. Geef een recurrente betrekking voor de coëfficienten a

Nadere informatie