GEMEENTERAAD VAN 14 december 2015

Transcriptie

1 GEMEENTERAAD VAN 14 december 2015 AANWEZIG: Odette VAN HAMME, voorzitter Koen LOETE - burgemeester; Freddy DEPUYDT, Christophe DE WAELE, Dirk VAN DE VELDE, Ann VAN DEN DRIESSCHE, Rita DE CONINCK, Bob D HAESELEER, schepenen; Danny SMESSAERT, schepen/voorzitter OCMW zonder stemrecht; Janvier BUYSSE, Marc WINDEY, Luc VANDEVELDE, Lutgarde DE JAEGER, Rosita MEIRESONNE, Caroline D AUBIOUL, Filip LECOMPTE, Wilfried VAN KERREBROECK, Michel DE SUTTER, Gertjan BLOMME, Tineke VERSTRAETE, Rudi DESMET, Paul VERSTRAETE, Filip SMET, Rita GYSELS, Ann EGGERMONT, Hilde LAMPAERT en Peter DE GRAEVE, gemeenteraadsleden; Meike VAN GREMBERGEN - stadssecretaris. Raadslid Koen Waterschoot heeft de zitting later vervoegd. AGENDA Openbare zitting 1. Actuele mondelinge vragen van gemeenteraadsleden Goedkeuring verslag gemeenteraad dd. 16 november Mededelingen aan de gemeenteraad Algemene financiering - Politiezone Meetjesland Centrum - stedelijke dotatie vaststelling Algemene financiering Hulpverleningszone Meetjesland goedkeuring begrotingswijziging nr. 1-2 voor het dienstjaar 2015 en dotatie Algemene financiering Hulpverleningszone Meetjesland meerjarenplan kennisneming Algemene financiering Hulpverleningszone Meetjesland begroting 2016 goedkeuring dotaties Algemene financiering Welzijnsband Meetjesland. - meerjarenplan goedkeuring. - budget 2016 kennisneming Algemene financiering/algemeen bestuur Kerkfabriek Sint-Vincentius budgetwijziging 2015 kennisneming Algemene financiering/algemeen bestuur Kerkfabriek Sint-Vincentius budget kennisneming Algemene financiering/algemeen bestuur Kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw ten Hemel Opgenomen budget kennisneming Algemene financiering/algemeen bestuur Kerkfabriek Sint-Jozef budget kennisneming Algemene financiering/algemeen bestuur Kerkfabriek Sint-Antonius van Padua Balgerhoeke budget kennisneming Algemene financiering/algemeen bestuur Kerkfabriek Sint-Jans Onthoofding Zomergem- Oostwinkel budget 2016 kennisneming Algemeen bestuur Audio goedkeuring meerjarenplan en budget Algemene financiering budgetwijziging 2015/3 - vaststelling Algemene financiering - aanpassing meerjarenplan vaststelling Algemene financiering - budget vaststelling Algemene financiering/algemeen bestuur gemeentedecreet - bevoegdheidsverdeling inzake het vaststellen van de wijze van gunnen en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten en inzake het stellen van daden van beschikking met betrekking tot onroerende goederen Algemene financiering/wonen en leven - milieu subsidiereglementen voor energiebesparende maatregelen (dak-, en muurisolatie/hoogrendementsglas) Verslag gemeenteraad 14 december pag. 1/117

2 21. Algemene financiering/wonen en leven - milieu subsidiereglement groendaken Algemene financiering/wonen en leven - milieu - subsidiereglement hemelwaterinstallaties Algemene financiering - opcentiemen op de onroerende voorheffing - aanslagjaar Algemene financiering - aanvullende belasting op de personenbelasting - aanslagjaar Algemene financiering - algemene belasting Eeklo - aanslagjaar Algemene financiering - belasting op de wedkantoren - aanslagjaar Algemene financiering - belasting op de bank- en financieringsinstellingen en geldautomaten - aanslagjaar Algemene financiering - belasting op de motorbrandstofverdelers - aanslagjaar Algemene financiering - belasting op de terrassen op de openbare weg - aanslagjaar Algemene financiering - belasting op de nachtwinkels - aanslagjaar Algemene financiering - belasting op tweede verblijven - aanslagjaar Algemene financiering - contantbelasting op de ontgravingen - aanslagjaar Algemene financiering - contantbelasting op het sluitingsuur - aanslagjaar Algemene financiering - contantbelasting op reclame met luidsprekers - aanslagjaar Algemene financiering - contantbelasting op de plaats- en marktrechten - aanslagjaar Algemene financiering - contantbelasting op de aanplakborden - aanslagjaar Algemene financiering - contantbelasting op het takelen en bewaren van voertuigen - aanslagjaar Algemene financiering - contantbelasting op de afgifte van administratieve stukken - aanslagjaar Algemene financiering - contantbelasting op de hinderlijke inrichtingen - aanslagjaar Algemene financiering - contantbelasting op het weghalen van sluikstorten - aanslagjaar Algemene financiering - activeringsheffing op niet-bebouwde percelen gelegen in nietvervallen verkavelingen alsook op niet bebouwde gronden gelegen in woongebied - aanslagjaar Algemene financiering - leegstandsheffing op leegstaande woningen en gebouwen - aanslagjaar Algemene financiering - belasting ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten - aanslagjaar Algemene financiering - belasting op verwaarlozing van woningen en gebouwen en op ongeschiktheid en/of onbewoonbaarheid van woningen - aanslagjaar Algemeen bestuur Wereldraad Eeklo addendum subsidiereglement Algemene financiering subsidieverdeling voor culturele activiteiten - periode september 2014/augustus 2015 nominatieve toekenning Algemene financiering retributie op het afleveren van vuil- en afvalzakken en composteerrecipiënten aanvulling Algemeen bestuur - gemeentepersoneel rechtspositieregeling aanpassing Wonen en leven stedelijk subsidiereglement afkoppeling riolering op privaat terrein scheiding hemel- en afvalwater aanpassing Wonen en leven RUP landbouwgebied ten zuiden van de E34/N49 definitieve vaststelling Ondernemen industrieterrein Nieuwendorpe onderhandse verkoop van een restperceeltje nijverheidsgrond goedkeuring ontwerpakte Opstarten van een cameraproject Algemeen bestuur - ontslag van een gemeenteraadslid kennisneming Verslag gemeenteraad 14 december pag. 2/117

3 OPENBARE ZITTING 1. Actuele mondelinge vragen van gemeenteraadsleden. Op vraag van mevrouw Rita Gyssels, gemeenteraadslid, namens N-Va Eeklo: - Voetpad Weverstraat en Hazelaarstraat. Raadslid Gyssels heeft een vraag betreffende het uitbreken en heraanleggen van een breed voetpad gelegen op de hoek van de Weversstraat en de Hazelaarstraat. De werken namen een aanvang op 26 november en eindigden op 3 december Gemiddeld 5 personen uitgerust met 2 vrachtwagens en een oplegger voor de bobcat hebben daar gedurende 5,5 dagen aan gewerkt. Het doel was een plaatsje klaarmaken om 2 Toekomstbomen te planten op 2 december Versta ons niet verkeerd: We kunnen het aanplanten van die bewuste bomen alleen maar positief evalueren. Het feit echter dat daar massaal arbeidsuren en financiële middelen voor ingezet werden, kunnen niet gesmaakt worden door de buurtbewoners, noch door de toevallige passanten die dan nog meestal aanhalen dat er zich in de omliggende centrumstraten voetpaden bevinden waar een meer urgent herstel zeker aan de orde is en die gevaarlijke toestanden creëren. Twee van de 5,5 werkdagen waren dan ook nog marktdagen en op dat bewuste kruispunt was de chaos dan ook compleet. Haar vraag en deze van menige buurtbewoner en passant is tweeledig, nl.: Was de massale inzet van middelen en mankracht verantwoord? (op een zeker moment waren daar 11 personen in oranje werkkledij verzameld), m.a.w.: was deze zware ecologische voetafdruk en de grote economische kost, nl. gemiddeld 5 man x 5,5 werkdagen wat uitkomt op 27,5 mandagen, in verhouding tot het planten van de 2 toekomstbomen? En vooral: wanneer worden de andere voetpaden in onze stad, die in veel slechtere toestand verkeren, onder handen genomen? Schepen De Waele beaamt dat inderdaad de perceptie niet mag gecreëerd worden dat er niet gewerkt wordt aan de stad. Deze bezorgdheid wordt aan het betrokken diensthoofd overgemaakt. De uitgevoerde werken bestonden niet alleen uit het planten van de toekomstbomen, maar er is ook een onthardingsproject en aanpassing aan de voetpaden uitgevoerd. De schepen heeft bij de technische dienst de details opgevraagd, want we beschikken over een trackingsysteem waardoor we te allen tijde kunnen nagaan wie waar heeft gewerkt en hij komt aan heel wat minder werkuren dan door raadslid Gyssels aangehaald. Het gaat over een gemiddelde van 3 werkmannen en niet over 5. Schepen De Waele merkt nog op dat onze diensten op woensdag 2 december een felicitati van mevrouw Gyssels ontvingen i.v.m. de uitvoering van deze werken. Dit is toch enigszins contradictorisch met de geagendeerde vraag. Wat de vraag betreft i.v.m. het aanpakken van de andere voetpaden antwoordt de schepen dat dit gebeurt op basis van een prioriteitenplan. Dit plan is momenteel nog niet definitief en moet ook constant worden bijgestuurd. Individuele meldingen die op onze diensten binnenkomen, worden ter plaatse bekeken en er wordt geprobeerd om deze op korte termijn op te lossen. Raadslid Gyssels verduidelijkt nog dat haar kritiek niet zo zeer betrekking heeft op het planten van de bomen, maar op het feit dat werken werden uitgevoerd aan een voetpad dat niet in slechte staat was, terwijl in het voetpad van de Hazelaarstraat (enkele meter verder) een grote verzakking is waar niets aan gedaan wordt. Zij heeft dit maanden geleden reeds gemeld. Schepen De Waele antwoordt dat deze vraag zal worden doorgegeven aan onze diensten. Op vraag van mevrouw Hilde Lampaert, gemeenteraadslid, namens N-VA Eeklo: - Asbest in gebouwen. Tijdens de behandeling van dit punt heeft raadslid Waterschoot de zitting vervoegd. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 3/117

4 Via de provincieraad heeft raadslid Lampaert vernomen dat er in het PTI Eeklo asbest aanwezig is in de zuilen. Uit voorzorg is beslist om houten panelen rond deze zuilen te plaatsen. Dit is provinciale materie maar ook in de Eekloos politiekantoor werd eerder asbest op de zolder gevonden. Vastgesteld is dat bij oude huizen en gebouwen de kans groot is asbesthoudend materiaal aan te treffen. Dit materiaal levert vooral een risico als het op de verkeerde manier wordt verwijderd of bewerkt maar ook bij brand kan de algemene gezondheid van onze burgers bedreigd worden. De regelgeving in verband met asbest verplicht werkgevers om met betrekking tot hun gebouwen een asbestinventaris op te maken en indien er asbest zou aanwezig zijn, een beheersprogramma op te maken. 1/ Heeft de Stad Eeklo voor al haar gebouwen dergelijke inventaris opgemaakt? Hoe volledig is die inventaris en van wanneer dateert ze? 2/ In welke gebouwen, naast het politiekantoor, is er aanwezigheid van asbest vastgesteld? 3/ Bestaat er een beheersprogramma voor het politiekantoor en voor die gebouwen waar aanwezigheid van asbest werd vastgesteld? De burgemeester antwoordt dat hij i.v.m. het asbest in het PTI contact zal opnemen met de bevoegde gedeputeerde. Voor de stadsgebouwen is er deels een inventaris. Onze preventieadviseur heeft de verdere opmaak van deze inventaris voorzien in het jaaractieplan Aan raadslid Lampaert zal een meer concrete timing worden bezorgd. Op vraag van de heer Luc Vandevelde, gemeenteraadslid, namens SMS Eeklo: - Plaatsing AED-toestellen. Raadslid Luc Vandevelde feliciteert eerst, namens zijn fractie, de mandatarissen die vorige weekend een ereteken ontvingen. Hij zegt dat de werkgroep voor het toewijzen van de plaatsing van AED toestellen in de stad zich boog over de locatie voor het door het Rode Kruis afdeling Eeklo gesponsorde AED toestel. De voorgestelde locatie werd: in de nabije buurt van de Kerk van Balgerhoeke. Blijkbaar is in het schepencollege de locatie éénzijdig veranderd en komt het door de Rotary Krekenland gesponsorde AED toestel aan het voetbalterrein in de Zandvleuge. Wat is het nut van de werkgroep? Waarom werd de voorgestelde locatie niet weerhouden? Wat is de motivering voor de nieuwe locatie? Verder verneemt hij eveneens dat een onderhoudscontract werd afgesloten voor nazicht van de verschillende bestaande toestellen. Dit contract is betaald maar wordt, volgens mijn informatie, niet uitgevoerd. Hierdoor zijn de bestaande toestellen onbruikbaar wegens een te lage batterijspanning. Kloppen deze gegevens? Schepen De Coninck antwoordt dat de informatie waarover het raadslid beschikt niet helemaal correct is. Er werd geen AED-toestel geplaatst aan de kerk te Balgerhoeke om de eenvoudige reden dat daar reeds in 2012 een toestel is geplaatst. Omdat er op dit moment geen vraag was naar bijkomende toestellen aan stedelijke locaties en aangezien de voetbalclub de mogelijkheid had om via de Belgische Voetbalbond een toestel tegen voordelige prijs aan te kopen, werd ervoor geopteerd om het toestel aan het stedelijk voetbalterrein te plaatsen. De kostprijs (verminderd met de sponsoring) werd door het stadsbestuur betaald. I.v.m. het onderhoud van de toestellen is het zo dat deze geregeld door een personeelslid van de brandweer worden gecontroleerd. Ondertussen werd door het stadsbestuur ook een ander onderhoudscontract met een andere firma afgesloten. Alle toestellen zijn ondertussen voorzien over nieuwe batterijen. Op vraag van de heer Rudi Desmet, gemeenteraadslid, namens N-VA Eeklo: - Concessie chalet Heldenpark. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 4/117

5 Raadslid Desmet verwijst naar de discussies tussen stadsbestuur en uitbater van het chalet Heldenpark, waaruit hij opmaakt dat het college beslist heeft de lopende concessieovereenkomst te beëindigen, uiterlijk op de voorziene contractuele einddatum ervan, namelijk op 30 november Iedereen is het erover eens dat in het park, in de Irish Pub, toch verder een cafetaria moet uitgebaat worden, dit is een must in een stadspark. Voor zover hij kan oordelen, is het college hiermee ook akkoord en wenst het absoluut niet dat het gebouw leeg komt te staan. Zou het mogelijk zijn dat het college de hernieuwing van de huur weigert omdat de stad persoonlijk het verhuurde goed in gebruik wil nemen? Niet alleen is dit laatste een slecht idee, maar het ziet er naar uit dat die beslissing de stad ook veel zal kosten aan rechtsprocedures. Na de oproeping in verzoening, op verzoek van de heer Dirk Leyre, voor de zitting in het Vredegerecht Eeklo op dinsdag 10 november 2015, heeft de stad alvast een advocatenkantoor aangesteld om de belangen van het stadsbestuur te verdedigen. Wat is daar nu eigenlijk van aan en hoever staan de besprekingen? De eerste vraag die zich stelt is: - Gaat het om een concessie of een handelshuur? Verder: - Heeft het college inderdaad beslist de lopende concessieovereenkomst definitief te beëindigen? En: - Hoeveel heeft de stad begroot om de gerechtskosten hiervoor te dragen? - Is het echt de wil van het college om persoonlijk en werkelijk de chalet van het Heldenpark in eigen gebruik te nemen? De burgemeester antwoordt dat de concessie werd opgezegd conform de bepalingen van de concessie-overeenkomst. De concessiehouder betwist nu of het over een concessie dan wel over een handelshuur gaat. Het stadsbestuur is de mening toegedaan dat het een concessie is. De rechterlijke macht zal hierover een uitspraak moeten doen. Van zodra dit standpunt bekend is, zal het schepencollege verdere stappen ondernemen in dit dossier. 2. Goedkeuring verslag gemeenteraad dd. 16 november Na de opmerking van raadslid Van Kerrebroeck wordt het verslag van de vergadering van 16 november 2015 unaniem goedgekeurd. De correcties worden in het verslag aangebracht. Vooraleer over te gaan tot de verdere afhandeling van de agenda verwijst de burgemeester naar het punt 52 van de agenda i.v.m. het ontslag van mevrouw Rosita Meiresonne als gemeenteraadslid. Hij houdt eraan mevrouw Meiresonne te bedanken voor de geëngageerde wijze waarop zij de belangen van het stadsbestuur en de bevolking heeft behartigd. Voor haar inzet in diverse geledingen van onze maatschappij werd zij de afgelopen jaren reeds twee maal gehonoreerd. Zij ontving in 2007 de medaille voor stadsverdienste en in 2010 de prijs voor cultuurverdienste. Mevrouw Meiresonne vertegenwoordigde de stad in de centrumraad Zonneheem, in de intercommunale Westlede, het Regionaal Landschap Meetjesland, het PWA en de Kringwinkel. Rosita maakt nu plaats voor vernieuwing, verjonging en vervrouwelijking binnen deze gemeenteraad. De burgemeester wenst haar een goede gezondheid, kracht en veel geluk met haar familie en vrienden. Zij zal haar tijd ongetwijfeld verder nuttig besteden o.a. met haar verantwoordelijkheden binnen OKRA en de parochiale werking. In het kader van 775 jaar overhandigt hij een geschenk aan mevrouw Meiresonne. 3. Mededelingen aan de gemeenteraad. De gemeenteraadsleden hebben kennis kunnen nemen van het desbetreffende bundel. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 5/117

6 4. Algemene financiering - Politiezone Meetjesland Centrum - stedelijke dotatie vaststelling. Na de inleiding van de punten 4 t.e.m. 7 door schepen Depuydt hoort de raad de tussenkomst van raadslid Windey in verband met punt 4 en het antwoord van de burgemeester. Dan worden de punten 4 t.e.m. 7 samen gestemd. De gemeenteraad, Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst; Gelet op de omzendbrief BA-2002/12 van 27 september 2002 betreffende het administratief toezicht op de gemeenten en de politiezones - wijzigingen aan het decreet van 28 april 1993 door het decreet van 15 juli 2002; Gelet op de omzendbrief BB-2015/2 van 10 juli 2015 betreffende de aanpassing van de meerjarenplannen en de opmaak van de budgetten 2016; Gelet op de mail dd. 19 oktober 2015 van de Politiezone Meetjesland-Centrum waarbij wordt gevraagd om, gelet op de bespreking in het politiecollege dd. 2 oktober 2015, om in het budget 2016 de dotatie voor de politiezone Meetjesland Centrum vast te leggen op ,18 euro; Gelet op de beslissing van de politieraad dd. 1 december 2015 houdende goedkeuring van de begroting 2016 van de Politiezone Meetjesland Centrum; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 De dotatie aandeel stad Eeklo voor de Politiezone Meetjesland-Centrum voor het dienstjaar 2016 wordt vastgesteld op ,18 euro in het exploitatiebudget. Artikel 2 De dotatie wordt in het budget 2016 van de stad Eeklo voorzien onder budgetrekening G- PZ.5417/ /649300/IE-GEEN. 5. Algemene financiering Hulpverleningszone Meetjesland goedkeuring begrotingswijziging nr. 1-2 voor het dienstjaar 2015 en dotatie De gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, inzonderheid op artikel 68 waarin wordt bepaald dat de gemeentelijke dotatie wordt ingeschreven in de uitgaven van elke gemeentebegroting, dat de dotaties van de gemeenten van de zone jaarlijks worden vastgelegd door de zoneraad op basis van een akkoord, bereikt tussen de verschillende betrokken gemeenteraden; dat het akkoord wordt bereikt ten laatste op 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de dotatie bestemd is; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 20 oktober 2014 waarbij de dotaties voor de Hulpverleningszone Meetjesland voor het dienstjaar 2015 worden goedgekeurd; Overwegende dat de zoneraad in zitting van 9 januari 2015 de begroting 2015 heeft goedgekeurd; Overwegende dat 2 begrotingscommissies werden gehouden, op 26 augustus en op 7 oktober 2015, met de burgemeesters en de financieel beheerders van de gemeenten van de zone Meetjesland; Overwegende dat de zoneraad in haar zitting van 21 oktober 2015 het voorstel tot wijziging van de begroting 2015 heeft vastgesteld; Overwegende dat de gemeentelijke dotatie voor de gewone dienst niet wijziging; Overwegende dat de dotatie voor de buitengewone dienst daalt, aangezien niet alle vooropgestelde investeringen uitgevoerd kunnen worden; Overwegende dat de verrekeningsbijdrage voor de roerende goederen wijzigt als gevolg van een wijziging in de inventarisatie van de over te dragen roerende goederen. Er is een wijziging in de waarde van de inbreng van: gemeente Nevele: van ,59 euro naar ,40 euro stad Eeklo: van euro naar ,60 euro; Overwegende dat de verrekeningsbijdrage voor de volgende 5 jaren ,50 euro per jaar bedraagt; Verslag gemeenteraad 14 december pag. 6/117

7 Verrekeningsbij drage waarde inventaris aandeel zonale verdeelsleu tel inbreng zonale verdeelsleutel verschil per jaar Aalter ,00 24,04% 21,29% , , ,44 Eeklo ,60 12,34% 19,75% , , ,50 Kaprijke ,00 9,10% 5,30% , , ,84 Knesselare 0,00% 6,69% , , ,28 Maldegem ,00 14,95% 19,83% , , ,43 Nevele ,40 20,38% 9,62% , , ,36 Sint-Laureins 0,00% 5,07% , , ,56 Waarschoot ,00 13,76% 6,08% , , ,33 Zomergem ,00 5,43% 6,37% , , ,20 TOTAAL ,00 100,00% 100,00% ,00-0,00 BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 De gemeenteraad neemt kennis van de wijzigingen nr. 1 en 2 van de begroting 2015 van de Hulpverleningszone Meetjesland. Artikel 2 De gemeenteraad keurt de gewijzigde dotatie voor de buitengewone dienst van het boekjaar 2015 goed voor een bedrag van ,32 euro. Artikel 3 De gemeenteraad keurt de gewijzigde inventaris van de over te dragen roerende goederen goed, evenals de gewijzigde verrekeningsbijdrage voor de inbreng van de roerende goederen voor de volgende vijf jaren van ,50 euro. Artikel 4 Afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving aan de voorzitter van de zoneraad toegezonden worden en de gouverneur van de provincie. 6. Algemene financiering Hulpverleningszone Meetjesland meerjarenplan kennisneming. De gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 20 oktober 2014 waarbij de dotaties voor de Hulpverleningszone Meetjesland voor het dienstjaar 2015 worden goedgekeurd; Overwegende dat 2 begrotingscommissies werden gehouden, op 26 augustus en op 7 oktober 2015, met de burgemeesters en de financieel beheerders van de gemeenten van de zone Meetjesland; Overwegende dat de zoneraad zich in haar zitting van 21 oktober 2015 akkoord heeft verklaard met het voorstel van meerjarenplan ; Overwegende dat de gouverneur de overdracht van de ladderwagen van Nevele aan een waardering van 50% niet heeft goedgekeurd, waardoor de ladderwagen nu voor 100% wordt overgedragen aan de zone. Overwegende dat dit een impact heeft op de berekening van de verrekeningsbijdrage die elke gemeente extra moet bijbetalen of ontvangen; berekend door het verschil tussen de reële inbreng en de inbreng die volgens de zonale verdeelsleutel had moeten gebeuren, waarbij een gemeente die procentueel meer inbrengt in de zone dan de verdeelsleutel, een bedrag terugkrijgt; Overwegende dat dit bedrag wordt gespreid over 5 jaar; Overwegende dat de brandweerhervorming, die op 1 januari 2015 van start ging, een schaalvergroting en een betere samenwerking tussen de verschillende bestaande brandweerdiensten beoogt; Overwegende dat de brandweerdiensten op 1 januari 2015 in de hulpverleningszones werden geïntegreerd; Overwegende dat het meerjarenbeleidsplan wordt opgesteld voor een duur van zes jaar en gericht is op het investeringsplan/plan inzake de financiële evaluatie dat uitgevoerd moet worden om de Verslag gemeenteraad 14 december pag. 7/117

8 operationele doelstellingen van de zone te bereiken; het gaat dus om het beleidsbeheersinstrument dat nodig is voor de goede werking van de zone; Overwegende dat alle uitgaven en ontvangsten werden geraamd op basis van de huidige werkingskosten en ontvangsten en op basis van gegevens verkregen van de verschillende werkgroepen die rond het meerjarenplan hebben gewerkt; Overwegende dat de dotaties per gemeente worden berekend op basis van de zonale verdeelsleutel en deze voor de stad Eeklo 19,75% bedraagt; Overwegende dat de gemeentelijke dotaties van het aangepast meerjarenplan verschillen van deze goedgekeurd in het vorig meerjarenplan: De dotatie voor de gewone dienst stijgt doordat er geen rekening werd gehouden met een mogelijke stijging van de federale dotatie, er is een stijging in de personeelskosten doordat de minimale vergoeding opgetrokken werd van 1 uur naar 2 uur voor zowel de brandweer als de ambulancedienst en er is een stijging van de werkingskosten. Daarnaast stijgen de werkingskosten voor vervoer 100 doordat er met een kortere uitruktijd gewerkt wordt vanuit de kazernes Aalter en Maldegem. Hiervoor is er meer personeel nodig en verhoogt het aantal uitrukken. De dotaties voor de buitengewone dienst dalen doordat er in 2016 twee ladderwagens worden verkocht en in 2017 een lening wordt opgenomen voor de investeringsuitgaven van dat jaar. Overwegende dat het gewijzigd meerjarenplan een impact heeft op de dotaties ingeschreven in het meerjarenplan van de stad: stijging van de dotatie voor de gewone dienst met euro en voor een totaalbedrag van ,59 euro voor de jaren ; daling van de dotatie voor de buitengewone dienst met euro en voor een totaalbedrag van ,31 euro voor de jaren ; de verrekeningsbijdrage voor de inbreng van de roerende goederen stijgt met euro, dit door een gewijzigde berekening van de totaal ingebrachte goederen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 De gemeenteraad neemt kennis van het meerjarenplan van de Hulpverleningszone Meetjesland. Artikel 2 De gemeenteraad beslist om de dotaties van het meerjarenplan van de Hulpverleningszone Meetjesland in te schrijven in het meerjarenplan van de stad Eeklo zoals wordt voorgesteld door de zoneraad. Artikel 3 Afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving aan de voorzitter van de zoneraad toegezonden worden. 7. Algemene financiering Hulpverleningszone Meetjesland begroting 2016 goedkeuring dotaties. De gemeenteraad, Verslag gemeenteraad 14 december pag. 8/117

9 Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, inzonderheid op artikel 68 waarin wordt bepaald dat de gemeentelijke dotatie wordt ingeschreven in de uitgaven van elke gemeentebegroting, dat de dotaties van de gemeenten van de zone jaarlijks worden vastgelegd door de zoneraad op basis van een akkoord, bereikt tussen de verschillende betrokken gemeenteraden; dat het akkoord wordt bereikt ten laatste op 1 november van het jaar voorafgaand aan het jaar waarvoor de dotatie bestemd is; Overwegende dat 2 begrotingscommissies werden gehouden, op 26 augustus en op 7 oktober 2015, met de burgemeesters en de financieel beheerders van de gemeenten van de zone Meetjesland; Overwegende dat de zoneraad in haar zitting van 21 oktober 2015 de begroting 2016 heeft vastgesteld; Overwegende dat de dotaties per gemeente worden berekend op basis van de zonale verdeelsleutel en deze voor de stad Eeklo 19,75% bedraagt; Overwegende dat de dotatie voor de gewone dienst ,57 euro bedraagt en de dotatie voor de buitengewone dienst ,39 euro bedraagt; Overwegende dat de verrekeningsbijdrage voor de inbreng van de roerende goederen voor de volgende 5 jaar ,50 euro per jaar bedraagt; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 De gemeenteraad neemt kennis van de begroting 2016 van de Hulpverleningszone Meetjesland. Artikel 2 De gemeenteraad keurt de dotatie t.b.v ,57 euro voor de gewone dienst van de begroting 2016 goed. Artikel 3 De gemeenteraad keurt de dotatie t.b.v ,39 euro voor de buitengewone dienst van de begroting 2016 goed. Artikel 4 Afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving aan de voorzitter van de zoneraad en aan de gouverneur van de provincie toegezonden worden. 8. Algemene financiering Welzijnsband Meetjesland. - meerjarenplan goedkeuring. - budget 2016 kennisneming. Tijdens de behandeling van dit dossier heeft raadslid De Jaeger de zitting tijdelijk verlaten. Na de inleiding door schepen Depuydt neemt de raad de volgende beslissing: De gemeenteraad, Gelet op het meerjarenplan en het budget 2016, goedgekeurd door de algemene vergadering van de Welzijnsband dd. 12 november 2015; Overwegende dat de OCMW-verenigingen van publiek recht zijn en dus onderworpen zijn aan dezelfde controle en hetzelfde toezicht als het OCMW zelf, dit conform artikel 228 van het OCMWdecreet; Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het OCMW-decreet; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het meerjarenplan van de Welzijnsband Meetjesland. Artikel 2 De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2016 van de Welzijnsband Meetjesland. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 9/117

10 9. Algemene financiering/algemeen bestuur Kerkfabriek Sint-Vincentius budgetwijziging 2015 kennisneming. Raadslid De Jaeger heeft de zitting opnieuw vervoegd. De punten 9 t.e.m. 14 worden samen toegelicht door schepen Depuydt. Dan gaat de raad over tot de gezamenlijk stemming over de 6 dossiers. De gemeenteraad, Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikels 2 en 47; Gelet op de budgetwijziging 2015 die op 8 juli 2015 door de kerkraad van Sint-Vincentius Martelaar werd vastgesteld; Gelet op het gunstig advies van 29 september 2015 van het Bisdom Gent; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Enig artikel De gemeenteraad neemt akte van de budgetwijziging 2015 van de kerkfabriek St. Vincentius Martelaar, waarin de gemeentelijke bijdrage (M-waarde) wordt vastgesteld op 0, Algemene financiering/algemeen bestuur Kerkfabriek Sint-Vincentius budget kennisneming. De gemeenteraad, Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikels 2 en 47; Gelet op het meerjarenplan ; Gelet op het budget 2016 dat op 8 juli 2015 door de kerkraad van Sint-Vincentius Martelaar werd vastgesteld; Gelet op het gunstig advies van 29 september 2015 van het Bisdom Gent; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Enig artikel De gemeenteraad neemt akte van het budget 2016 van de kerkfabriek St. Vincentius Martelaar waarin de gemeentelijke bijdrage (M-waarde) wordt vastgesteld op 0,00. Dit bedrag komt overeen met het bedrag voorzien in het meerjarenplan. 11. Algemene financiering/algemeen bestuur Kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw ten Hemel Opgenomen budget kennisneming. De gemeenteraad, Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikels 2 en 47; Gelet op het meerjarenplan en de afsprakennota Centraal Kerkbestuur / Stad Eeklo, bekrachtigd door de minister dd. 21/03/2014. Gelet op het budget 2016 dat op 13 augustus 2015 door de kerkraad van Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart werd vastgesteld; Gelet op het gunstig advies van 29 september 2015 van het Bisdom Gent; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Enig artikel Verslag gemeenteraad 14 december pag. 10/117

11 De gemeenteraad neemt akte van het budget 2016 van de kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw Hemelvaart, waarin de gemeentelijke bijdrage (M-waarde) wordt vastgesteld op ,66. Hiermee ligt het bedrag 7.386,66 hoger dan het bedrag opgenomen in het meerjarenplan, nl Algemene financiering/algemeen bestuur Kerkfabriek Sint-Jozef budget kennisneming. De gemeenteraad, Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikels 2 en 47; Gelet op het meerjarenplan en de afsprakennota Centraal Kerkbestuur / Stad Eeklo, bekrachtigd door de minister dd. 21/03/2014. Gelet op het budget 2016 dat op 9 juli 2015 door de kerkraad van Sint-Jozef werd vastgesteld; Gelet op het gunstig advies van 29 september 2015 van het Bisdom Gent; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Enig artikel De gemeenteraad neemt akte van het budget 2016 van de kerkfabriek St. Jozef waarin de gemeentelijke bijdrage (M-waarde) wordt vastgesteld op ,16. Hiermee ligt het bedrag 965,78 lager dan het bedrag voorzien in het meerjarenplan, nl , Algemene financiering/algemeen bestuur Kerkfabriek Sint-Antonius van Padua Balgerhoeke budget kennisneming. De gemeenteraad, Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikels 2 en 47; Gelet op het meerjarenplan ; Gelet op het budget 2016 dat op 27 juni 2015 door de kerkraad van Sint-Antonius van Padua werd vastgesteld; Gelet op het gunstig advies van 29 september 2015 van het Bisdom Gent; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Enig artikel De gemeenteraad neemt akte van het budget 2016 van de kerkfabriek St. Antonius van Padua waarin de gemeentelijke bijdrage (M-waarde) wordt vastgesteld op ,23. Hiermee ligt het bedrag 3.921,75 lager dan het bedrag voorzien in het meerjarenplan, nl , Algemene financiering/algemeen bestuur Kerkfabriek Sint-Jans Onthoofding Zomergem-Oostwinkel budget 2016 kennisneming. De gemeenteraad, Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en de werking van de erkende erediensten, inzonderheid de artikels 2 en 47; Gelet op het meerjarenplan ; Gelet op het budget 2016 dat op 29 juli 2015 door de kerkraad van Sint-Jans Onthoofding Zomergem- Oostwinkel werd vastgesteld; Gelet op het gunstig advies van 25 augustus 2015 van het Bisdom Gent; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Enig artikel De gemeenteraad neemt akte van het budget 2016 van de kerkfabriek Sint-Jans Onthoofding Zomergem-Oostwinkel waarin de gemeentelijke bijdrage (M-waarde) voor de stad Eeklo wordt Verslag gemeenteraad 14 december pag. 11/117

12 vastgesteld op 663,59. Hiermee ligt het bedrag 695,64 lager dan het bedrag voorzien in het meerjarenplan, nl , Algemeen bestuur Audio goedkeuring meerjarenplan en budget Na de inleiding door schepen Depuydt neemt de raad de volgende beslissing: De gemeenteraad, Gelet op zijn besluit van 28 juni 2010 houdende Audio beslissing tot toetreding goedkeuring interne auditcharter; Gelet op de dd. 6 november 2015 van de vereniging Audio, waarin gevraagd wordt om volgende documenten voor te leggen aan de gemeenteraad: - het meerjarenplan het budget 2015; Gelet op het besluit van de raad van beheer van Audio dd. 2 oktober 2015, waarbij deze documenten werden goedgekeurd; Gelet op het gemeentedecreet en het OCMW-decreet; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 De gemeenteraad neemt kennis van het meerjarenplan , voorgelegd door Audio. Artikel 2 De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan het budget 2015, voorgelegd door Audio. Dan gaat de raad over tot de behandeling van de budgetwijziging Algemene financiering budgetwijziging 2015/3 - vaststelling. Na de toelichting door schepen Depuydt neemt de raad de volgende beslissing: De gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten en de hierop volgende uitvoeringsbesluiten van 1 oktober 2010, 23 november 2012, 26 november 2012, 9 juli 2013 en 22 november 2013; Gelet op aanpassing 2 van het meerjarenplan , vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van heden; Gelet op de voorliggende wijziging van het budget voor het jaar 2015, opgemaakt in toepassing van artikel 154 en van het gemeentedecreet, en bestaande uit een beleidsnota en een financiële nota; Gelet op de bespreking in de gemeenteraadscommissie algemeen beleid en financiën van 25 november 2015; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Enig artikel Na bespreking stelt de gemeenteraad het gewijzigd budget 2015 als volgt vast: Verslag gemeenteraad 14 december pag. 12/117

13 Voor Stadsbestuur Eeklo: Verslag gemeenteraad 14 december pag. 13/117

14 Voor Iva Sporthome: Verslag gemeenteraad 14 december pag. 14/117

15 Geconsolideerd: 17. Algemene financiering - aanpassing meerjarenplan vaststelling. De dossiers betreffende het meerjarenplan en het budget 2016 worden samen toegelicht door schepen Depuydt. Na deze toelichting hoort de raad de tussenkomsten van de raadsleden Windey, Lecomte, Lampaert en De Graeve. Na het antwoord van de schepenen Depuydt en Smessaert hoort de raad in de tweede ronde de tussenkomsten van de raadsleden De Jaeger, Waterschoot, De Sutter, Blomme en Lampaert. Na het antwoord van de schepenen Depuydt, Dirk Van de Velde en D Haeseleer gaat de raad over tot de gezamenlijke stemming over beide punten. De gemeenteraad, Verslag gemeenteraad 14 december pag. 15/117

16 Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten en de hierop volgende uitvoeringsbesluiten van 1 oktober 2010, 23 november 2012, 26 november 2012, 9 juli 2013 en 22 november 2013; Gelet op de omzendbrieven BB-2015/2 van 10 juli 2015 houdende de aanpassingen van de meerjarenplannen en de budgetten 2016 en BB-2013/4 van 22 maart 2013 houdende verdere toelichtingen over de procedure van de opmaak van het budget en de aanpassingen van het meerjarenplan; Gelet op de voorliggende aanpassing 2 van het meerjarenplan , bestaande uit een strategische nota en een financiële nota, opgemaakt in toepassing van artikel 146 en 147 van het gemeentedecreet; Gelet op de bespreking in de gemeenteraadscommissie algemeen beleid en financiën van 25 november 2015; BESLUIT met 15 ja-stemmen en 12 neen-stemmen: Enig artikel Na bespreking stelt de gemeenteraad het meerjarenplan als volgt vast: Voor Stadsbestuur Eeklo Resultaat op kasbasis I. Exploitatiebudget (B-A) , , ,17 A. Uitgaven , , ,17 B. Ontvangsten , , ,34 a. Belastingen en boetes , , ,43 b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden 0,00 0,00 0,00 c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 0,00 0,00 0,00 2. Overige , , ,91 II. Investeringsbudget (B-A) , , ,94 A. Uitgaven , , ,94 B. Ontvangsten , , ,00 III. Andere (B-A) , , ,95 A. Uitgaven , , ,99 1. Aflossing financiële schulden , , ,99 a. Periodieke aflossingen , , ,99 b. Niet-periodieke aflossingen 0,00 0,00 0,00 2. Toegestane leningen 0, ,78 0,00 3. Overige transacties 0,00 0,00 0,00 B. Ontvangsten , , ,94 1. Op te nemen leningen en leasings 0,00 0, ,00 2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden , , ,94 a. Periodieke terugvorderingen , , ,94 b. Niet-periodieke terugvorderingen 0,00 0,00 0,00 3. Overige transacties 0,00 0,00 0,00 IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III) , , ,18 V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar , , ,53 VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V) , , ,71 VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) 0,00 0,00 0,00 A. Bestemde gelden voor de exploitatie 0,00 0,00 0,00 B. Bestemde gelden voor investeringen 0,00 0,00 0,00 C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen 0,00 0,00 0,00 VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII) , , ,71 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 16/117

17 Resultaat op kasbasis I. Exploitatiebudget (B-A) , , ,26 A. Uitgaven , , ,93 B. Ontvangsten , , ,19 a. Belastingen en boetes , , ,22 b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden 0,00 0,00 0,00 c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 0,00 0,00 0,00 2. Overige , , ,97 II. Investeringsbudget (B-A) , , ,93 A. Uitgaven , , ,93 B. Ontvangsten , , ,00 III. Andere (B-A) , , ,31 A. Uitgaven , , ,87 1. Aflossing financiële schulden , , ,87 a. Periodieke aflossingen , , ,87 b. Niet-periodieke aflossingen 0,00 0,00 0,00 2. Toegestane leningen 0,00 0,00 0,00 3. Overige transacties 0,00 0,00 0,00 B. Ontvangsten , , ,18 1. Op te nemen leningen en leasings , , ,00 2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden , , ,18 a. Periodieke terugvorderingen , , ,18 b. Niet-periodieke terugvorderingen 0,00 0,00 0,00 3. Overige transacties 0,00 0,00 0,00 IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III) , , ,36 V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar , , ,24 VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V) , , ,88 VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) 0,00 0,00 0,00 A. Bestemde gelden voor de exploitatie 0,00 0,00 0,00 B. Bestemde gelden voor investeringen 0,00 0,00 0,00 C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen 0,00 0,00 0,00 VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII) , , ,88 Autofinancieringsmarge I. Financieel draagvlak (A-B) , , ,74 A. Exploitatieontvangsten , , ,34 B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2) , , ,60 1. Exploitatie-uitgaven , , ,17 2. Nettokosten van schulden , , ,57 II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) , , ,62 A. Netto-aflossingen van schulden , , ,05 B. Nettokosten van schulden , , ,57 III. Autofinancieringsmarge (I-II) , , ,12 Autofinancieringsmarge I. Financieel draagvlak (A-B) , , ,86 A. Exploitatieontvangsten , , ,19 B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2) , , ,33 1. Exploitatie-uitgaven , , ,93 2. Nettokosten van schulden , , ,60 II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) , , ,29 A. Netto-aflossingen van schulden , , ,69 B. Nettokosten van schulden , , ,60 III. Autofinancieringsmarge (I-II) , , ,57 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 17/117

18 Voor Iva sporthome: Resultaat op kasbasis I. Exploitatiebudget (B-A) , , ,93 A. Uitgaven , , ,93 B. Ontvangsten , , ,00 a. Belastingen en boetes 0,00 0,00 0,00 b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden 0,00 0,00 0,00 c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 0,00 0,00 0,00 2. Overige , , ,00 II. Investeringsbudget (B-A) 0,00 0,00 0,00 A. Uitgaven 0,00 0,00 0,00 B. Ontvangsten 0,00 0,00 0,00 III. Andere (B-A) 0,00 0,00 0,00 A. Uitgaven 0,00 0,00 0,00 1. Aflossing financiële schulden 0,00 0,00 0,00 a. Periodieke aflossingen 0,00 0,00 0,00 b. Niet-periodieke aflossingen 0,00 0,00 0,00 2. Toegestane leningen 0,00 0,00 0,00 3. Overige transacties 0,00 0,00 0,00 B. Ontvangsten 0,00 0,00 0,00 1. Op te nemen leningen en leasings 0,00 0,00 0,00 2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden 0,00 0,00 0,00 a. Periodieke terugvorderingen 0,00 0,00 0,00 b. Niet-periodieke terugvorderingen 0,00 0,00 0,00 3. Overige transacties 0,00 0,00 0,00 IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III) , , ,93 V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar 0, , ,93 VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V) , , ,00 VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) 0,00 0,00 0,00 A. Bestemde gelden voor de exploitatie 0,00 0,00 0,00 B. Bestemde gelden voor investeringen 0,00 0,00 0,00 C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen 0,00 0,00 0,00 VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII) , , ,00 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 18/117

19 Resultaat op kasbasis 2017 I. Exploitatiebudget (B-A) ,51 A. Uitgaven ,49 B. Ontvangsten ,00 a. Belastingen en boetes 0,00 b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden 0,00 c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 0,00 2. Overige ,00 II. Investeringsbudget (B-A) 0,00 A. Uitgaven 0,00 B. Ontvangsten 0,00 III. Andere (B-A) 0,00 A. Uitgaven 0,00 1. Aflossing financiële schulden 0,00 a. Periodieke aflossingen 0,00 b. Niet-periodieke aflossingen 0,00 2. Toegestane leningen 0,00 3. Overige transacties 0,00 B. Ontvangsten 0,00 1. Op te nemen leningen en leasings 0,00 2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden 0,00 a. Periodieke terugvorderingen 0,00 b. Niet-periodieke terugvorderingen 0,00 3. Overige transacties 0,00 IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III) ,51 V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar ,00 VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V) ,51 VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) 0,00 A. Bestemde gelden voor de exploitatie 0,00 B. Bestemde gelden voor investeringen 0,00 C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen 0,00 VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII) , , , ,00 0,00 0,00 0, ,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0, , , ,51 0,00 0,00 0,00 0, ,51 Autofinancieringsmarge I. Financieel draagvlak (A-B) , , ,93 A. Exploitatieontvangsten , , ,00 B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2) , , ,93 1. Exploitatie-uitgaven , , ,93 2. Nettokosten van schulden 0,00 0,00 0,00 II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) 0,00 0,00 0,00 A. Netto-aflossingen van schulden 0,00 0,00 0,00 B. Nettokosten van schulden 0,00 0,00 0,00 III. Autofinancieringsmarge (I-II) , , ,93 Autofinancieringsmarge 2017 I. Financieel draagvlak (A-B) ,51 A. Exploitatieontvangsten ,00 B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2) ,49 1. Exploitatie-uitgaven ,49 2. Nettokosten van schulden 0,00 II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) 0,00 A. Netto-aflossingen van schulden 0,00 B. Nettokosten van schulden 0,00 III. Autofinancieringsmarge (I-II) , , , , ,00 0,00 0,00 0,00 0, ,00 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 19/117

20 Geconsolideerd: Resultaat op kasbasis I. Exploitatiebudget (B-A) , , ,24 A. Uitgaven , , ,10 B. Ontvangsten , , ,34 a. Belastingen en boetes , , ,43 b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden 0,00 0,00 0,00 c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 0,00 0,00 0,00 2. Overige , , ,91 II. Investeringsbudget (B-A) , , ,94 A. Uitgaven , , ,94 B. Ontvangsten , , ,00 III. Andere (B-A) , , ,95 A. Uitgaven , , ,99 1. Aflossing financiële schulden , , ,99 a. Periodieke aflossingen , , ,99 b. Niet-periodieke aflossingen 0,00 0,00 0,00 2. Toegestane leningen 0, ,78 0,00 3. Overige transacties 0,00 0,00 0,00 B. Ontvangsten , , ,94 1. Op te nemen leningen en leasings 0,00 0, ,00 2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden , , ,94 a. Periodieke terugvorderingen , , ,94 b. Niet-periodieke terugvorderingen 0,00 0,00 0,00 3. Overige transacties 0,00 0,00 0,00 IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III) , , ,25 V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar , , ,46 VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V) , , ,71 VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) 0,00 0,00 0,00 A. Bestemde gelden voor de exploitatie 0,00 0,00 0,00 B. Bestemde gelden voor investeringen 0,00 0,00 0,00 C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen 0,00 0,00 0,00 VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII) , , ,71 Resultaat op kasbasis I. Exploitatiebudget (B-A) , , ,26 A. Uitgaven , , ,93 B. Ontvangsten , , ,19 a. Belastingen en boetes , , ,22 b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden 0,00 0,00 0,00 c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 0,00 0,00 0,00 2. Overige , , ,97 II. Investeringsbudget (B-A) , , ,93 A. Uitgaven , , ,93 B. Ontvangsten , , ,00 III. Andere (B-A) , , ,31 A. Uitgaven , , ,87 1. Aflossing financiële schulden , , ,87 a. Periodieke aflossingen , , ,87 b. Niet-periodieke aflossingen 0,00 0,00 0,00 2. Toegestane leningen 0,00 0,00 0,00 3. Overige transacties 0,00 0,00 0,00 B. Ontvangsten , , ,18 1. Op te nemen leningen en leasings , , ,00 2. Terugvordering van aflossing van financiële schulden , , ,18 a. Periodieke terugvorderingen , , ,18 b. Niet-periodieke terugvorderingen 0,00 0,00 0,00 3. Overige transacties 0,00 0,00 0,00 IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III) , , ,36 V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar , , ,75 VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V) , , ,39 VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) 0,00 0,00 0,00 A. Bestemde gelden voor de exploitatie 0,00 0,00 0,00 B. Bestemde gelden voor investeringen 0,00 0,00 0,00 C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen 0,00 0,00 0,00 VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII) , , ,39 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 20/117

21 Autofinancieringsmarge I. Financieel draagvlak (A-B) , , ,81 A. Exploitatieontvangsten , , ,34 B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2) , , ,53 1. Exploitatie-uitgaven , , ,10 2. Nettokosten van schulden , , ,57 II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) , , ,62 A. Netto-aflossingen van schulden , , ,05 B. Nettokosten van schulden , , ,57 III. Autofinancieringsmarge (I-II) , , ,19 Autofinancieringsmarge I. Financieel draagvlak (A-B) , , ,86 A. Exploitatieontvangsten , , ,19 B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2) , , ,33 1. Exploitatie-uitgaven , , ,93 2. Nettokosten van schulden , , ,60 II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) , , ,29 A. Netto-aflossingen van schulden , , ,69 B. Nettokosten van schulden , , ,60 III. Autofinancieringsmarge (I-II) , , ,57 De raadsleden Marc Windey, Luc Vandevelde, Koen Waterschoot, Filip Lecompte, Michel De Sutter, Tineke Verstraete, Rudi Desmet, Paul Verstraete, Rita Gysels, Ann Eggermont, Hilde Lampaert en Peter De Graeve hebben tegengestemd. 18. Algemene financiering - budget vaststelling. De gemeenteraad, Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 25 juni 2010 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de gemeenten en de hierop volgende uitvoeringsbesluiten van 1 oktober 2010, 23 november 2012, 26 november 2012, 9 juli 2013 en 22 november 2013; Gelet op de omzendbrieven BB-2015/2 van 10 juli 2015 houdende de aanpassingen van de meerjarenplannen en de budgetten 2016 en BB-2013/4 van 22 maart 2013 houdende verdere toelichtingen over de procedure van de opmaak van het budget en de aanpassingen van het meerjarenplan; Gelet op aanpassing 2 van het meerjarenplan , vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van heden; Gelet op het voorliggende budget voor het jaar 2016, opgemaakt in toepassing van artikel 148 t.e.m. artikel 151 van het gemeentedecreet, en bestaande uit een beleidsnota en een financiële nota; Gelet op de bespreking in de gemeenteraadscommissie algemeen beleid en financiën van 25 november 2015; BESLUIT met 15 ja-stemmen en 12 neen-stemmen Enig artikel Na bespreking stelt de gemeenteraad het budget 2016 als volgt vast: Voor stadsbestuur Eeklo: Verslag gemeenteraad 14 december pag. 21/117

22 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 22/117

23 Voor Iva Sporthome: Verslag gemeenteraad 14 december pag. 23/117

24 Geconsolideerd: De raadsleden Marc Windey, Luc Vandevelde, Koen Waterschoot, Filip Lecompte, Michel De Sutter, Tineke Verstraete, Rudi Desmet, Paul Verstraete, Rita Gysels, Ann Eggermont, Hilde Lampaert en Peter De Graeve hebben tegengestemd. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 24/117

25 19. Algemene financiering/algemeen bestuur gemeentedecreet - bevoegdheidsverdeling inzake het vaststellen van de wijze van gunnen en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten en inzake het stellen van daden van beschikking met betrekking tot onroerende goederen. Na de inleiding door schepen Depuydt hoort de raad de tussenkomsten van de raadsleden Lecompte en De Graeve. Na het antwoord van schepen Depuydt en de tussenkomst van raadslid De Sutter neemt de raad de volgende beslissing: De gemeenteraad, Gelet op de hiernavolgende bepalingen van het gemeentedecreet inzake het toevertrouwen door de gemeenteraad aan het college van burgemeester en schepenen van de bevoegdheid voor het vaststellen van de wijze van gunning en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten: die passen binnen het begrip dagelijks bestuur - art a); die nominatief in het vastgestelde budget zijn opgenomen - art b); Overwegende dat, ingevolge het bepaalde in artikel & 6 van het gemeentedecreet, het college van burgemeester en schepenen bevoegd is voor de vaststelling van de wijze van gunning en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten als: het gaat om een opdracht die past binnen het begrip dagelijks bestuur, vermeld in artikel GD; de opdracht nominatief in het vastgestelde budget is opgenomen en de gemeenteraad de wijze van gunning en de voorwaarden niet zelf heeft vastgesteld; Overwegende dat, in toepassing van art. 57 3, 8 b) van het gemeentedecreet, het college bevoegd is voor het stellen van daden van beschikking met betrekking tot onroerende goederen, voor zover de verrichting nominatief in het vastgestelde budget is opgenomen, met uitzondering van het aangaan van dadingen; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering dd. 3 april 2009 betreffende de inwerkingtreding van diverse bepalingen van het gemeentedecreet; Gelet op de omzendbrief BB 2009/02 van het Agentschap Binnenlands Bestuur dd. 5 juni 2009 houdende toelichting bij de wijzigingen aan het gemeentedecreet; Gelet op zijn besluit van 16 december 2013 waarbij de inhoud van het begrip dagelijks bestuur geherdefinieerd werd ; Gelet op zijn beslissing van heden, 14 december 2015, houdende vaststelling van het budget 2016 en de investeringen na budgetwijziging op de meerjarenplanning ; Gelet op artikel 42 2 van het gemeentedecreet, waarin wordt bepaald dat het beleid van de gemeente bepaald wordt door de gemeenteraad, die daartoe algemene regels kan vaststellen; Overwegende dat het vaststellen van de voorwaarden en het goedkeuren van bijzondere bestekken voor opdrachten van dagelijks bestuur of voor opdrachten van beperkte omvang, binnen de krijtlijnen van de door de gemeenteraad goedgekeurde beleids- en strategische nota s, dienen te worden beschouwd als uitvoerende taken; Overwegende dat het bijgevolg opportuun is om de bevoegdheid voor het behandelen van dergelijke dossiers te delegeren aan het college van burgemeester en schepenen; Overwegende dat het aangewezen is dat de gemeenteraad formeel bepaalt voor welke nominatief in het voorgelegde budget opgenomen opdrachten hij zelf de wijze van gunnen en het vaststellen van de voorwaarden ervan zal bepalen, en Verslag gemeenteraad 14 december pag. 25/117

26 deze waarvoor hij deze bevoegdheden aan het college van burgemeester en schepenen zal toevertrouwen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT 15 ja-stemmen en 11 neen-stemmen en 1 onthouding: Artikel 1 De gemeenteraad vertrouwt aan het college van burgemeester en schepenen de bevoegdheid toe voor het vaststellen van de lastvoorwaarden en de gunningswijze van overheidsopdrachten: a. Die passen binnen het begrip dagelijks bestuur, zoals geherdefinieerd in zijn besluit van 16 december 2013 en -art a) GD; b. Die niet vallen onder de bepaling van a. hierboven, daarbij nominatief in het vastgestelde budget 2016 en de investeringen op de meerjarenplanning na budgetwijziging werden opgenomen en die in artikel 2 van onderhavig besluit worden opgesomd; Artikel 2 In toepassing van artikel 1b. van onderhavig besluit delegeert de gemeenteraad de bevoegdheid tot het vaststellen van de wijze van gunning en het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, opgenomen in de investeringen op de meerjarenplanning na budgetwijziging , voor de volgende dossiers aan het college van burgemeester en schepenen; Budget 2015 Budget 2016 Budget 2017 Budget 2018 Budget 2019 ICT-software pakket vrije tijdsdiensten Bestaande gebouwen energiezuiniger maken + inbraakbeveiliging en toegankelijkheid stadsgebouwen Cultuurcentrum diverse werken KA: gevelrenovatie Afbraak gebouwen oude site H. Hartkliniek Heraanleg buurt nieuwe site AZ Alma, oa.blakstraat Realisatie fietspad langs spoorweg tussen Opeisingstraat en R43 - Teut De stad zal het lokaal fietsnetwerk verder uitbouwen Heraanleg Roze met tussenkomst RioP (werken in vergevorderde , staat van afwerking) Onderhoud/herstellingen à stadswegen & voetpaden , , , , ,00 Schlammage- en asfalteringswerken in diverse straten (winterherstel) Verslag gemeenteraad 14 december pag. 26/117

27 Omgevingswerken Wilgenpark , , , ,00 Renovatiewerken St-Vincentiuskerk stedelijk aandeel , , ,00 Aankoop rollend materieel karweidienst TD BKO masterplan, waaronder nieuwbouw in sportcomplex Masterplan begraafplaatsen Artikel 3 De gemeenteraad behoudt de bevoegdheid voor het stellen van daden van beschikking met betrekking tot onroerende goederen en voor het vaststellen van de lastvoorwaarden en de gunningswijze van overheidsopdrachten voor de volgende dossiers, opgenomen in de meerjarenplanning : Budget 2015 Budget 2016 Budget 2017 Budget 2018 Budget 2019 Renovatiewerken stadhuis , , ,00 Politiecomplex herinrichting en nieuwbouw ,03 Heraanleg Korte Moeie / Ijzerstraat met tussenkomst RioP Heraanleg Patersstraat met tussenkomst RioP De stad realiseert de overgangsgebieden op de N Leopoldlaan en Gentsesteenweg Heraanleg Kaaistraat ifv de herinrichting van de N9 met tussenkomst RioP Herinrichting D. Goethalsstraat ifv de herinrichting van de N Heraanleg Mandeweegsken met tussenkomst RioP Realisatie groenas op site nieuwe Hartwijk Realisatie stadspromenade fase kapel - Eikelstraat Realisatie stadspromenade fase Eikelstraat-Boelare Realisatie stationsomgeving Realisatie doortrekkerszone Recyclagepark - herinrichting Verslag gemeenteraad 14 december pag. 27/117

28 Budget 2015 Budget 2016 Budget 2017 Budget 2018 Budget 2019 Afkoop erfpacht jeneverhuis Verkoop politiecomplex Verkoop dekenij Verkoop stadswoning B.L.Pussemierstraat Verkoop perceel industriegrond Nieuwendorpe Verkoop voormalige hoeve Moeie Verkoop perceel grond nabij vroegere Sint-Robertusschool Verkoop voormalige kantoorruimte cultuurcentrum Pastoor De Nevestraat De stad brengt de Hartwijk op de markt De raadsleden Marc Windey, Luc Vandevelde, Filip Lecompte, Michel De Sutter, Tineke Verstraete, Rudi Desmet, Paul Verstraete, Rita Gysels, Ann Eggermont, Hilde Lampaert en Peter De Graeve hebben tegengestemd. Raadslid Waterschoot heeft zich bij de stemming onthouden. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 28/117

29 20. Algemene financiering/wonen en leven - milieu subsidiereglementen voor energiebesparende maatregelen (dak-, en muurisolatie/hoogrendementsglas) Schepen Depuydt licht de punten 20 t.e.m. 22 samen toe. Na de tussenkomst van raadslid De Jaeger neemt de raad de volgende beslissingen: De gemeenteraad, Gelet op de artikelen 41 en 162 van de grondwet; Gelet op de goedkeuring door de gemeenteraad dd. 15/12/2014 van de gemeentelijke subsidiereglementen voor isolatie en winddicht onderdak en hoogrendementsglas voor een periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2015; Gelet op het feit dat de subsidiereglementen eindigen op 31/12/2015 en dat geopteerd wordt voor een verlenging van de subsidiereglementen voor isolatie en winddicht onderdak en hoogrendementsglas in 2016; Gelet op de bespreking van het schepencollege dd. 1/12/2015; Gelet op het gemeentedecreet; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 De gewijzigde gemeentelijke subsidiereglementen voor isolatie en winddicht onderdak en hoogrendementsglas worden goedgekeurd en als bijlage bij dit besluit gevoegd. Artikel 2 Onderhavige beraadslaging wordt opgenomen in de overzichtslijst die naar de heer gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen wordt doorgestuurd. BIJLAGE: Stedelijk subsidiëringreglement voor het plaasten van thermische dak- en/of muurisolatie en een winddicht onderdak. Artikel 1: Algemeen Volgend reglement is van toepassing op: het plaatsen van thermische dak- en/of muurisolatie in een bestaande woning (bouwvergunning voor 01/01/2000) op het grondgebied van de stad Eeklo. Het plaatsen van een winddicht onderdak (geplaatst via vierzijdig tand en groef systeem). Onder het begrip thermische isolatie wordt verstaan het aanbrengen van isolatie om het verlies van thermische energie (warmte) tussen twee zijden van een materiaal of een constructie tot een minimum te reduceren. Hierbij is het belangrijk om luchtdicht te werken aan de warme zijde (d.m.v. een dampscherm/luchtscherm/tape) en winddicht aan de koude zijde (d.m.v. nieuw of reeds aanwezig onderdak). De R-waarde geeft het warmte-isolerend vermogen van een materiaallaag aan, vaak gebruikt als isolerende waarde van dubbelglas, muren, vloeren, daken. De R-waarde is de warmteweerstand van een materiaallaag. Hoe groter R, hoe groter de weerstand die de warmtedoorgang ondervindt en hoe beter het materiaal isoleert. Berekening van de R-waarde is afhankelijk van de materialen waaruit de te onderzoeken constructie bestaat. De materiaaldikte, in meter, wordt gedeeld door de λ-waarde (de warmtegeleidingscoëfficiënt). Hoe hoger de waarde, hoe beter de isolatie, een dubbel zo dikke laag heeft proportioneel ook een dubbel zo goede warmteweerstand. De formule is R = d/λ waarbij: R = warmteweerstand in m 2 K/W d = dikte van het materiaal in m. λ = warmtegeleidingscoëfficiënt in W/m K (hoe lager hoe beter isolerend) Artikel 2: Premies Binnen de perken van de goedgekeurde begrotingskredieten wordt voor de installatie van thermische isolatie, betreffend het aanbrengen van dakisolatie een éénmalige subsidie per adres toegekend en voor het aanbrengen van muurisolatie een éénmalige subsidie per adres toegekend : 2 /m² (met een maximum van 100 ) indien de isolatie zelf wordt aangebracht 4 /m² (met een maximum van 100 ) indien een erkende installateur de plaatsing uitvoert Verslag gemeenteraad 14 december pag. 29/117

30 Bijkomende premie van 4 /m 2 indien men een winddicht onderdak plaatst met een maximum van 100 Voor deze subsidies komen werken in aanmerking die nog uitgevoerd moeten worden of die uitgevoerd zijn na 1 januari 2016 en dit tot 31/12/2016. Als criterium hiervoor geldt de factuurdatum, hetzij van de aankoop van het materiaal, hetzij van een geregistreerd aannemer die de isolatie en/of het onderdak heeft geplaatst. De premies worden uitbetaald zolang het beschikbare budget toereikend is. De datum van indienen van de betalingsaanvraag geldt als opvolgingsdatum waarbij de eerste indieners voorrang krijgen. Artikel 3: voorwaarden subsidie isolatie 1. De subsidie voor dakisolatie is slechts éénmaal geldig per adres. De subsidie voor muurisolatie is slechts éénmalig geldig per adres. 2. De subsidie kan alleen toegekend worden voor vergunde gebouwen, zoals bedoeld in het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. 3. Voor subsidiëring komen enkel particulieren of lokale verenigingen in aanmerking. Onder particulieren wordt begrepen natuurlijke personen en zij die een privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid hebben. Indien de aanvrager geen eigenaar is van het gebouw waarvoor de premie wordt aangevraagd, verklaart de eigenaar, via mede-ondertekening van de aanvraag, zijn akkoord. Onder lokale vereniging verstaat men een feitelijke vereniging of een vereniging zonder winstoogmerk, die haar werking hoofdzakelijk ontwikkelt binnen een gemeente in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel hoofdstad en die door het gemeentebestuur, door de Vlaamse Gemeenschapscommissie te Brussel of door de Vlaamse overheid wordt gesubsidieerd of erkend als jeugdvereniging, sportclub of culturele vereniging. 4. De dakisolatie haalt een R-waarde van 4,0 m²k/w. (concreet minimaal 16 cm isolatie met een materiaal waarvan de lambda waarde gelijk is aan 0,04 W/mK.) De muurisolatie haalt een R-waarde van 2,0 m 2 K/W. De spouwmuurisolatie voldoet aan volgende voorwaarden: De spouw heeft een minimale breedte van 50 millimeter De volledige spouwbreedte moet opgevuld worden met het isolatiemateriaal Enkel na-isolatie van bestaande spouwmuren komt in aanmerking De lambdawaarde van het gebruikte materiaal mag hoogstens 0,065 W/mK bedragen 5. De plaatsing gebeurt conform de geldende wetten, reglementeringen, verordeningen en code van goed vakmanschap. Alle dakisolatie dient aan de warme zijde luchtdicht te worden afgewerkt door middel van een dampscherm of luchtscherm en/of door middel van tape. De koude zijde dient winddicht te zijn door aanwezigheid van een onderdak (nieuw of reeds aanwezig). Indien men na-isoleert en de bestaande isolatie opnieuw wil gebruiken, dan is het belangrijk dat geen dampscherm aanwezig is tussen beide isolatielagen. 6. Thermisch isolerende folies komen niet in aanmerking voor deze premie 7. De aanvrager geeft de toelating aan een door het College van Burgemeester en Schepenen aangestelde ambtenaar om de toekenning van dit reglement ter plaatse te komen controleren. Indien blijkt dat niet aan alle voorwaarden van dit reglement wordt voldaan, zal er geen subsidie worden uitbetaald. Het is de aanvrager op alle momenten toegestaan om de nodige aanpassingen uit te voeren om alsnog voor de subsidie in aanmerking te komen. 8. De toelage kan gecumuleerd worden met andere bouw- of renovatiepremies. Artikel 4: voorwaarden subsidie winddicht onderdak 1. De geldende subsidie is slechts éénmaal geldig per adres. 2. De subsidie kan alleen toegekend worden voor vergunde gebouwen, zoals bedoeld in het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. 3. Voor subsidiëring komen enkel particulieren of lokale verenigingen in aanmerking. Onder particulieren wordt begrepen natuurlijke personen en zij die een privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid hebben. Indien de aanvrager geen eigenaar is van het gebouw waarvoor de premie wordt aangevraagd, verklaart de eigenaar, via mede-ondertekening van de aanvraag, zijn akkoord. Onder lokale vereniging verstaat men een feitelijke vereniging of een vereniging zonder winstoogmerk, die haar werking hoofdzakelijk ontwikkelt binnen een gemeente in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Verslag gemeenteraad 14 december pag. 30/117

31 Brussel hoofdstad en die door het gemeentebestuur, door de Vlaamse Gemeenschapscommissie te Brussel of door de Vlaamse overheid wordt gesubsidieerd of erkend als jeugdvereniging, sportclub of culturele vereniging. 4. Deze premie geldt enkel voor hellende daken. 5. Deze premie geldt enkel voor het plaatsen van een winddicht onderdak. Dit wil zeggen dat de onderdakplaten in elkaar moeten passen door middel van een vierzijdig (rondom) tand- en groefsysteem. Deze isolerende platen moeten dampdoorlatend en waterwerend zijn (via bitumen of natuurlatex). Ze moeten gemaakt zijn op basis van houtvezels. 6. Het winddicht maken van een bestaand, niet-winddicht onderdak (met tape, andere hulpmiddelen, ) komt niet in aanmerking voor subsidies. 7. De subsidie voor een winddicht onderdak wordt enkel voorzien in combinatie met het plaatsen van isolatie bij een hellend dak. Artikel 5: Procedure De aanvraag tot het bekomen van een subsidie dient op het daartoe voorziene en volledig ingevulde aanvraagformulier te worden overgemaakt aan het stadsbestuur Eeklo ter attentie van de milieudienst. Het aanvraagformulier: Bevat het rekeningnummer van de aanvrager Bevat het adres en situeringsplan van het gebouw waarop de isolatie en/of winddicht onderdak van toepassing is. Dient een technische beschrijving van de uitgevoerde werken te bevatten. Moet vergezeld zijn van een kopie van de officiële facturen van het isolatiemateriaal en/of het dampscherm en/of het materiaal voor winddicht onderdak. In geval van plaatsing door een aannemer een kopie van de officiële factuur van de uitgevoerde aannemer. De facturen moeten gedetailleerd worden opgemaakt op datum (vanaf 01/01/2016 tot 31/12/2016), op naam van de aanvrager van de subsidie met duidelijke vermelding van het adres waar de plaatsing van het isolatiemateriaal of het isolatiemateriaal en het winddicht onderdak plaatsvindt. Deze factuur moet het aantal m² materiaal vermelden, het soort van materiaal en de kostprijs van het materiaal en/of van de uitgevoerde werken. De aanvraag moet vergezeld zijn van duidelijke foto s van het geplaatste isolatiemateriaal + dampscherm en het geplaatste onderdak Aanvragen mogen ingediend worden tot uiterlijk 31 januari 2017 De premies worden uitbetaald zolang het beschikbare budget toereikend is. De datum van indienen van de betalingsaanvraag geldt als opvolgingsdatum waarbij de eerste indieners voorrang krijgen Artikel 6 Dit reglement treedt in voege op en geldt tot en kan door een collegebeslissing verlengd worden. Artikel 7 Het college van burgemeester en schepenen is belast met de uitvoering van dit reglement. BIJLAGE: Stedelijke subsidiëringreglement voor het plaasten van hoogrendementsglas. Artikel 1: Algemeen Volgend reglement is van toepassing op het vervangen van bestaande beglazing door hoogrendementsglas in een bestaande woning (bouwvergunning voor 01/01/2000) op het grondgebied van de stad Eeklo. Onder het begrip hoogrendementsglas wordt verstaan een dubbele beglazing met een maximale U- waarde van 1,1 W/(m 2.K). Bij gewoon dubbel glas is de spouw gevuld met lucht. Bij hoogrendementsglas is de spouw gevuld met een edelgas zoals bijvoorbeeld argon. Hoogrendementsglas isoleert vijf maal beter dan enkel glas en twee tot drie keer beter dan gewoon dubbel glas. Dit wordt aangeduid door middel van de U-waarde. Onder de U-waarde of k-waarde verstaat men de warmtedoorgangscoëfficient. De U-waarde van een constructiedeel geeft aan hoeveel warmte per tijdseenheid en per vierkante meter verloren gaat als er tussen binnen en buiten een temperatuurverschil is van 1 C. Hoe lager de U-waarde van een constructiedeel, hoe minder warmte er door het glas naar de buitenomgeving verloren gaat of hoe meer warmte het glas binnenhoudt. Artikel 2: Premies Binnen de perken van de goedgekeurde begrotingskredieten wordt voor de installatie van hoogrendementsbeglazing, een éénmalige subsidie per adres toegekend : 10 /m² met een max. van 80 voor het vervangen van enkele beglazing Verslag gemeenteraad 14 december pag. 31/117

32 5 /m² met een max. van 80 voor het vervangen van dubbele beglazing Voor deze subsidies komen werken in aanmerking die nog uitgevoerd moeten worden of die uitgevoerd zijn na 1 januari 2016 en dit tot 31/12/2016. Als criterium hiervoor geldt de factuurdatum van een geregistreerd aannemer die het hoogrendementsglas heeft geplaatst. De premies worden uitbetaald zolang het beschikbare budget toereikend is. De datum van indienen van de betalingsaanvraag geldt als opvolgingsdatum waarbij de eerste indieners voorrang krijgen. Artikel 3: Algemene voorwaarden 1. De geldende subsidie is slechts éénmaal geldig per adres. 2. De subsidie kan alleen toegekend worden voor vergunde gebouwen, zoals bedoeld in het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. 3. Voor subsidiëring komen enkel particulieren en lokale verenigingen in aanmerking. Onder particulieren wordt begrepen natuurlijke personen en zij die een privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid hebben. Indien de aanvrager geen eigenaar is van het gebouw waarvoor de premie wordt aangevraagd, verklaart de eigenaar, via mede-ondertekening van de aanvraag, zijn akkoord. Onder lokale vereniging verstaat men een feitelijke vereniging of een vereniging zonder winstoogmerk, die haar werking hoofdzakelijk ontwikkelt binnen een gemeente in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel hoofdstad en die door het gemeentebestuur, door de Vlaamse Gemeenschapscommissie te Brussel of door de Vlaamse overheid wordt gesubsidieerd of erkend als jeugdvereniging, sportclub of culturele vereniging. 4. De hoogrendementsbeglazing heeft een maximale U-waarde van 1,1 W/(m 2.K). 5. De plaatsing gebeurt conform de geldende wetten, reglementeringen, verordeningen en code van goed vakmanschap. 6. De aanvrager geeft de toelating aan een door het College van Burgemeester en Schepenen aangestelde ambtenaar om de toekenning van dit reglement ter plaatse te komen controleren. Indien blijkt dat niet aan alle voorwaarden van dit reglement wordt voldaan, zal er geen subsidie worden uitbetaald. Het is de aanvrager op alle momenten toegestaan om de nodige aanpassingen uit te voeren om alsnog voor de subsidie in aanmerking te komen. 7. De toelage kan gecumuleerd worden met andere bouw- of renovatiepremies. Artikel 4: Procedure De aanvraag tot het bekomen van een subsidie dient op het daartoe voorziene en volledig ingevulde aanvraagformulier te worden overgemaakt aan het stadsbestuur Eeklo ter attentie van de milieudienst. Het aanvraagformulier: Bevat het rekeningnummer van de aanvrager. Bevat het adres en situeringsplan van het gebouw waarop de hoogrendementbeglazing van toepassing is. Dient een technische beschrijving van de uitgevoerde werken te bevatten. Moet vergezeld zijn van een kopie van de officiële facturen van de uitvoerende aannemer(s). De facturen moeten gedetailleerd worden opgemaakt op datum (vanaf 01/01/2016 tot 31/12/2016), op naam van de aanvrager van de subsidie met duidelijke vermelding van het adres waar het hoogrendementsglas werd geplaatst, het aantal m 2 geplaatst glas en de U-waarde. Moet vergezeld zijn van foto s voor de werken en foto s na de werken. Aanvragen mogen ingediend worden tot uiterlijk 31 januari Indien aan één van deze bovengenoemde voorwaarden niet voldaan wordt, zal er niet overgegaan worden tot het verlenen van de subsidie. Indien dit reeds gebeurd zou zijn, wordt het bedrag teruggevorderd. Binnen 30 dagen na ontvangst van het aanvraagformulier wordt beslist over het al dan niet toekennen van de premie. Aan het toekennen kunnen bijzondere voorwaarden verbonden worden. Bij gemotiveerde beslissing kan de toekenning van de premie geweigerd worden. De aanvrager wordt binnen de 60 dagen na het indienen van de aanvraag schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing met betrekking tot de aanvraag. De premies worden uitbetaald zolang het beschikbare budget toereikend is. De datum van indienen van de betalingsaanvraag geldt als opvolgingsdatum waarbij de eerste indieners voorrang krijgen De milieudienst adviseert het college om al dan niet subsidies toe te kennen. Bij een gunstige beslissing worden de goedgekeurde subsidies uitbetaald. Artikel 5 Dit reglement treedt in voege op en geldt tot en kan door een collegebeslissing verlengd worden. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 32/117

33 Artikel 6 Het college van burgemeester en schepenen is belast met de uitvoering van dit reglement. Gezien en goedgekeurd om als bijlagen gevoegd te worden bij onze beslissing van heden. 21. Algemene financiering/wonen en leven - milieu subsidiereglement groendaken De gemeenteraad, Gelet op de goedkeuring door de gemeenteraad van 15 december 2008 van het subsidiereglement van groendaken; Overwegende dat groendaken de volgende voordelen bieden ; versterken van groen- en natuurelementen in de stedelijke omgeving; waterbufferende werking die kan bijdragen aan een oplossing voor de wateroverlastproblemen die steeds frequenter voorkomen als gevolg van de verhoogde versteningsgraad; werken klimaatregelend en kan zowel door de warmtewerende als de koudisolerende werking een besparing op de koelings- en verwarmingskosten opleveren; werken luchtzuiverend voor onzichtbare luchtpolluenten en stof; dempen storende geluiden zoals regen en getrippel van duiven; de bewoners en hun buren kijken uit op tuintje. Ook de dieren appreciëren dergelijk initiatief als rust- of woonplaats. Gelet op de goedkeuring door de gemeenteraad dd. 15/12/2014 van het gemeentelijk subsidiereglement voor groendaken voor een periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2015; Gelet op het feit dat het subsidiereglement eindigt op 31/12/2015 en dat geopteerd wordt voor een verlenging van dit reglement in 2016; Gelet op de bespreking van het schepencollege dd. 01/12/2015; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Het gemeentelijk subsidiereglement voor groendaken wordt vastgesteld als volgt: Artikel 1 Onderhavig reglement is van toepassing op: het aanleggen van een groendak op een woning of andere gebouwen op het grondgebied van de stad Eeklo voor zover dit niet verplicht wordt door bestaande wettelijke of reglementaire bepalingen. Onder groendak wordt in dit reglement verstaan een extensief groendak (vetplanten-, mos-, gras- en/of kruidendak). Het betreft een daksysteem waarbij minstens een draineerlaag, een substraatlaag en een vegetatielaag aanwezig zijn. Artikel 2 Binnen de perken van de goedgekeurde begrotingskredieten wordt een subsidie verleend van 40 euro per vierkante meter groendak dat aangelegd wordt, voor zover de kostprijs per m² voor de aanleg van het groendak minimum 40 euro per vierkante meter bedraagt. De subsidie is gelijk aan de werkelijke kostprijs indien deze lager uitvalt dan 40 euro per vierkant meter. De toegekende subsidie bedraagt maximaal euro. Per aanvraagdossier moet minimum 6 m² groenoppervlakte worden aangebracht. De premies worden uitbetaald zolang het beschikbare budget toereikend is. De datum van indienen van de betalingsaanvraag geldt als opvolgingsdatum waarbij de eerste indieners voorrang krijgen Om in aanmerking te komen voor subsidie moet het groendak aangelegd zijn door een particulier op een gebouw waarvan de benutte oppervlakte hoofdzakelijk dient voor privégebruik. De BTW mag niet worden ingebracht voor de aftrek (voor BTW-plichtigen)." Indien de aanvrager geen eigenaar is van het gebouw waarvoor de premie wordt aangevraagd, verklaart de eigenaar, via mede-ondertekening van de aanvraag, zijn akkoord. De premies worden uitbetaald zolang het beschikbare budget toereikend is. Artikel 3. Algemene voorwaarden 1. Er kan slechts één subsidie toegekend worden voor groendaken per adres. 2. De subsidie kan alleen toegekend worden voor vergunde gebouwen, zoals bedoeld in het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening. 3. Voor subsidiëring komen enkel particulieren in aanmerking. Onder particulieren wordt begrepen natuurlijke personen en zij die een privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid hebben. Indien de Verslag gemeenteraad 14 december pag. 33/117

34 aanvrager geen eigenaar is van het gebouw waarvoor de premie wordt aangevraagd, verklaart de eigenaar, via mede-ondertekening van de aanvraag, zijn akkoord. 4. De handelingen die uitgevoerd worden voor het realiseren van het groendak, moeten overeenkomstig de bestaande wettelijke bepalingen gebeuren. In voorkomend geval moet tijdig een stedenbouwkundige vergunning aangevraagd worden. 5. De aanvrager geeft de toelating aan een door het college van burgemeester en schepenen aangestelde ambtenaar om de toekenning van dit reglement ter plaatse te komen controleren Indien blijkt dat niet aan alle voorwaarden van dit reglement wordt voldaan, dan zal de premie niet uitgekeerd worden en wordt de aanvrager daarvan op de hoogte gebracht. De aanvrager kan op dat moment aanpassingen uitvoeren om toch aan de voorwaarden te voldoen en de uitbetaling van de subsidie te bekomen. 6. De gemeente is in geen enkel opzicht verantwoordelijk voor de werken en hun uitvoering, noch voor de eventuele schade die eruit kan voortvloeien. 7. Mislukte aanplantingen of werken dienen hersteld te worden. Gebeurt dit niet, dan zullen de subsidies teruggevorderd worden. 8. De aanvrager engageert zich om minimum 10 jaar lang het groendak in goede staat te behouden. Artikel 4. Procedure De aanvraag tot het bekomen van een subsidie dient op het daartoe voorziene en volledig ingevulde aanvraagformulier te worden overgemaakt aan de stad Eeklo, t.a.v. de milieudienst. Op dit formulier moeten duidelijk de volgende elementen worden vermeld: naam, adres en rekeningnummer van de aanvrager adres van de woning waar het extensief groendak wordt geplaatst het aantal m² extensief groendak en een aanduiding op plan van de plaats op het dak een beschrijving van het type groendak met inbegrip van een schets Moet vergezeld zijn van een kopie van de officiële facturen. In geval van plaatsing door een aannemer een kopie van de officiële factuur van de uitgevoerde aannemer. De facturen moeten gedetailleerd worden opgemaakt op datum (vanaf 01/01/2016 tot 31/12/2016), op naam van de aanvrager van de subsidie met duidelijke vermelding van het adres waar de plaatsing van het groendak plaatsvindt. Deze factuur moet het aantal m² geplaatst groendak vermelden, het soort van materiaal en de kostprijs van het materiaal en/of van de uitgevoerde werken. De aanvraag moet vergezeld zijn van duidelijke foto s van het geplaatste groendak. Aanvragen mogen ingediend worden tot uiterlijk 31 januari Indien aan één van deze bovengenoemde voorwaarden niet voldaan wordt, zal er niet overgegaan worden tot het verlenen van de subsidie. Indien dit reeds gebeurd zou zijn, wordt het bedrag teruggevorderd. Binnen 30 dagen na ontvangst van het aanvraagformulier wordt beslist over het al dan niet toekennen van de premie. Aan het toekennen kunnen bijzondere voorwaarden verbonden worden. Bij gemotiveerde beslissing kan de toekenning van de premie geweigerd worden. De aanvrager wordt binnen de 60 dagen na het indienen van de aanvraag schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing met betrekking tot de aanvraag. De milieudienst adviseert het college om al dan niet subsidies toe te kennen. Bij een gunstige beslissing worden de goedgekeurde subsidies uitbetaald. Artikel 5 Dit besluit treedt in voege vanaf 01/01/2016 en geldt tot 31/12/2016 en kan door een collegebeslissing verlengd worden. Het college van burgemeester en schepenen is belast met de uitvoering van dit reglement. Artikel 6 Een afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving gezonden worden naar: de provinciegouverneur Agentschap Natuur en Bos. 22. Algemene financiering/wonen en leven - milieu - subsidiereglement hemelwaterinstallaties De gemeenteraad, Gelet op de goedkeuring door de gemeenteraad van 15 december 2008 van het subsidiereglement voor hemelwatergebruik en infiltratievoorzieningen; Verslag gemeenteraad 14 december pag. 34/117

35 Gelet op de goedkeuring door de gemeenteraad dd. 15/12/2014 van het gemeentelijk subsidiereglement voor hemelwatergebruik en infiltratievoorzieningen voor een periode van 1 januari 2015 tot 31 december 2015; Gelet op het feit dat het subsidiereglement eindigt op 31/12/2015 en dat geopteerd wordt voor een verlenging van dit reglement in 2016; Gelet op de bespreking van het schepencollege dd. 01/12/2015; Overwegende dat water gebruikt voor spoeling van toiletten, gebruik in de tuin, schoonmaak en andere laagwaardige toepassingen (wasmachine) niet de kwaliteit van drinkwater hoeft te hebben; Overwegende dat met het gebruik van hemelwater de mogelijkheid geschapen wordt om minder drinkwater te verbruiken en op te pompen uit de grondwaterlagen, dat hiermee het aanwenden van een schaarse grondstof op een oordeelkundige en duurzame manier beperkt wordt en dat verdrogingsverschijnselen tegengegaan worden; Overwegende dat deze putten als bufferopvang van hemelwater dienen en zo bij hevige regenval de druk op het gemeentelijk rioleringsstelsel en de kans op mogelijke overstromingen en overstortingen verkleinen; Overwegende dat hemelwater maximaal moet worden afgekoppeld van de openbare riolering en in de mate van het mogelijke worden hergebruikt, opdat dit een positieve invloed zou uitoefenen op de efficiëntie en het rendement van de rioolwaterzuiveringsinstallaties; Overwegende dat door de aanleg van infiltratievoorzieningen er minder water, trager naar de oppervlaktewateren wordt afgevoerd en dat de grondwaterreserves worden aangevuld; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Het gemeentelijk subsidiereglement voor hemelwater en infiltratievoorzieningen wordt gewijzigd en vastgesteld als volgt: Artikel 1 Voor de toepassing van deze premieregeling gelden volgende definities: Dakoppervlakte Horizontale projectie van de buitenafmetingen van het dak Hemelwater Hemelwaterput = hemelwatertank Infiltratievoorziening Verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater Reservoir voor het opvangen en stockeren van hemelwater Voorziening voor het doorsijpelen van hemelwater in de bodem Artikel 2 - Premie 2.1 Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten, verleent het college van burgemeester en schepenen voor woningen waarvoor de bouwvergunning verkregen werd vóór 7 september 1999 een premie voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie. De premies worden uitbetaald zolang het beschikbare budget toereikend is. De datum van indienen van de betalingsaanvraag geldt als opvolgingsdatum waarbij de eerste indieners voorrang krijgen. 2.2 Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorziene en goedgekeurde kredieten, verleent het college van burgemeester en schepenen voor woningen waarvoor een bouwvergunning is verkregen vóór februari 2005 een premie voor de installatie van een infiltratievoorziening. Deze infiltratievoorziening dient te voldoen aan de voorwaarden in art Deze premie kan gecumuleerd worden met de premie voorzien in 2. l. Artikel 3 - Premiebedrag De premie voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie bedraagt: Inhoud subsidie liter liter 500 Voor infiltratievoorzieningen wordt volgende premie voorzien: Aangesloten verharde oppervlakte (dakoppervlakte en andere) in m² subsidie Verslag gemeenteraad 14 december pag. 35/117

36 > Artikel 4 Algemene voorwaarden 4.1 De hemelwaterinstallatie en de infiltratievoorziening zoals bedoeld in artikel 2 dienen te voldoen aan de richtlijnen zoals deze bepaald zijn in 'Krachtlijnen voor een geïntegreerd rioleringsbeleid in Vlaanderen', meer bepaald de 'code van goede praktijk voor hemelwaterputten en infiltratievoorzieningen en aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater van 5 juli De premie wordt aan de eigenaar van een woning of huurder - mits toestemming van de eigenaar- van de woning gelegen op het grondgebied Eeklo slechts éénmalig toegekend. 2. Het volume van de hemelwatertank dient in overeenstemming te zijn met de aangesloten dakoppervlakte met een minimum van liter. Horizontale dakoppervlakte Minimale tankinhoud 50 tot 100 m² l 101 tot 120 m² l 121 tot 140 m² l 141 tot 160 m² l 161 tot 180 m² l 181 tot 200m² l > 200 m² l per 100 m² 3. Het hergebruik van het in de hemelwaterput gecapteerde water is verplicht door middel van een aangesloten pompinstallatie met een minimale aansluiting van 1 WC of wasmachine. Een pompinstallatie is niet verplicht indien de verschillende aftappunten gravitair gevoed kunnen worden. 4. Er mag geen directe verbinding gecreëerd worden tussen het drinkwaternet en het leidingennet aangesloten op de hemelwaterput. Hiertoe dient de hemelwaterput met drinkwater bijgevuld te worden door middel van een bijvulsysteem met onderbreking overeenkomstig de code van goede praktijk, ofwel dient een afzonderlijk leidingencircuit voorzien te worden voor hemelwater en drinkwater. 5. De overloop van de hemelwaterput wordt bij voorkeur aangesloten op een infiltratievoorziening. De overloop van de hemelwaterput mag echter ook afgeleid worden naar een openbare infiltratievoorziening, een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater of een oppervlaktewater. Wanneer een gescheiden stelsel aanwezig is mag de overloop van de hemelwaterput eveneens aangesloten worden op het gedeelte van de openbare riolering bestemd voor de afvoer van hemelwater. Slechts bij ontstentenis van een van deze mogelijkheden mag het hemelwater via een afzonderlijke aansluiting geloosd worden op de openbare riolering voor afvalwater. 6. Infiltratievoorzieningen zonder voorafgaande buffering, als alternatief voor hemelwaterhergebruik, moeten voldoen aan de volgende eisen: terugkeerperiode = 1 jaar Afvoerdebiet 10 l/s/ha 360 l/h/100m² 5 l/s/ha 180 l/h/100m² 2 l/s/ha 72 l/h/ 100m² 1 l/s/ha 36 l/h/ 100m Buffervolume 100 m 3 /ha l/100 m² 150 m 3 /ha l/100 m 200 m 3 /ha l/100 m 275 m 3 /ha l/100 m Verslag gemeenteraad 14 december pag. 36/117

37 7. Indien een infiltratievoorziening met een hemelwaterput wordt gecombineerd, moet slechts de helft van het bufferingsvolume worden voorzien. De minimum aangesloten dakoppervlakte is 80 m². 8. Voor subsidiëring komen enkel particulieren in aanmerking. Onder particulieren wordt begrepen natuurlijke personen en zij die een privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid hebben. Indien de aanvrager geen eigenaar is van het gebouw waarvoor de premie wordt aangevraagd, verklaart de eigenaar, via mede-ondertekening van de aanvraag, zijn akkoord. 9. De aanvrager geeft de toelating aan een door het college van burgemeester en schepenen aangestelde ambtenaar om de toekenning van dit reglement ter plaatse te komen controleren. Indien blijkt dat niet aan alle voorwaarden van dit reglement wordt voldaan, zal er geen subsidie worden uitbetaald. Het is de aanvrager op alle momenten toegestaan om de nodige aanpassingen uit te voeren om alsnog voor de subsidie in aanmerking te komen. 10. De subsidies voor de aanleg van een hemelwaterinstallatie en infiltratievoorziening zijn cumuleerbaar. Artikel 5 - Procedure De aanvraag tot het bekomen van een subsidie dient op het daartoe voorziene en volledig ingevulde aanvraagformulier te worden overgemaakt aan het stadsbestuur Eeklo ter attentie van de milieudienst. Het aanvraagformulier: Bevat het rekeningnummer van de aanvrager Bevat het adres en situeringsplan van het gebouw waarop de installatie van toepassing is. Dient een technische beschrijving van de installatie en de uitgevoerde werken te bevatten. Moet vergezeld zijn van een kopie van de officiële facturen van de uitvoerende aannemer(s). De facturen moeten gedetailleerd worden opgemaakt op datum (vanaf 01/01/2016 tot 31/12/2016), op naam van de aanvrager van de subsidie met duidelijke vermelding van het adres waar de hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening werd geplaatst. De aanvraag moet vergezeld zijn van foto s van de hemelwaterinstallatie en/of infiltratievoorziening. Aanvragen mogen ingediend worden tot uiterlijk 31 januari Indien aan één van deze bovengenoemde voorwaarden niet voldaan wordt, zal er niet overgegaan worden tot het verlenen van de subsidie. Indien dit reeds gebeurd zou zijn, wordt het bedrag teruggevorderd. Binnen 30 dagen na ontvangst van het aanvraagformulier wordt beslist over het al dan niet toekennen van de premie. Aan het toekennen kunnen bijzondere voorwaarden verbonden worden. Bij gemotiveerde beslissing kan de toekenning van de premie geweigerd worden. De aanvrager wordt binnen de 60 dagen na het indienen van de aanvraag schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing met betrekking tot de aanvraag. De milieudienst adviseert het college om al dan niet subsidies toe te kennen. Bij een gunstige beslissing worden de goedgekeurde subsidies uitbetaald Artikel 6 Dit besluit treedt in voege vanaf 01/01/2016 en geldt tot 31/12/2016 en kan door een collegebeslissing verlengd worden. Artikel 7 Een afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving gezonden worden naar: de provinciegouverneur de VMM (Vlaamse Milieumaatschappij). 23. Algemene financiering - opcentiemen op de onroerende voorheffing - aanslagjaar Na de toelichting door schepen Depuydt en de tussenkomsten van de raadsleden Luc Vandevelde en De Sutter gaat de raad over tot de gezamenlijke stemming over de punten 23, 24 en 25. De gemeenteraad, Gelet op zijn beslissing van 15 december 2014, houdende het heffen van gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing voor het dienstjaar 2015; Overwegende dat het wenselijk is, gelet op de financiële toestand van de stad, de belasting te behouden voor 2016; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Verslag gemeenteraad 14 december pag. 37/117

38 BESLUIT met 16 ja-stemmen en 11 neen-stemmen: Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2016 worden opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing. Artikel 2 1. Aan de nieuwe bedrijven wordt gedurende 5 jaren teruggave verleend van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing, op voorwaarde dat de betrokken bedrijven binnen 2 maanden na het verloop van het aanslagjaar daartoe een verzoek om belastingteruggave indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de stad en de nodige bewijsstukken voorleggen. Van deze belastingteruggave kunnen niet genieten: a) de bedrijven die zich binnen het grondgebied van de stad verplaatsen; b) de bedrijven gesticht door wijziging, samenvoeging of splitsing, juridisch of op een andere wijze, van bestaande bedrijven in de stad. 2. Aan de bedrijven die uitbreiding hebben genomen, met als gevolg een vermeerdering van het kadastraal inkomen op bedrijfsgebouwen en -terreinen, wordt met betrekking tot het met de uitbreiding verbandhoudende kadastraal inkomen, eveneens gedurende vijf jaren teruggave verleend van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing onder volgende voorwaarden: a) in de loop van het aanslagjaar aangeslagen worden op basis van het kadastraal inkomen dat minstens 20 % hoger ligt dan dit van het jaar waarin de uitbreiding geschiedde ; b) binnen de 2 maanden na verloop van het aanslagjaar een verzoek om belastingteruggave indienen bij het college van burgemeester en schepenen van de stad en de nodige bewijsstukken voorleggen. Zijn van deze teruggave uitgesloten, de bedrijven waarvan de uitbreiding het gevolg is van inbreng of opslorping van in de stad bestaande bedrijven. 3. Het voornoemd vijfjarig tijdperk neemt aanvang op 1 januari van het jaar volgend op de ingebruikneming of uitbreiding van de bedrijven. De raadsleden Marc Windey, Luc Vandevelde, Filip Lecompte, Michel De Sutter, Tineke Verstraete, Rudi Desmet, Paul Verstraete, Rita Gysels, Ann Eggermont, Hilde Lampaert en Peter De Graeve hebben tegengestemd. 24. Algemene financiering - aanvullende belasting op de personenbelasting - aanslagjaar De gemeenteraad, Gelet op zijn beslissing van 15 december 2014, waarbij voor het dienstjaar 2015 een aanvullende gemeentebelasting op de personenbelasting van 8,0 % werd geheven; Overwegende dat het wenselijk is, gelet op de financiële toestand van de stad, de belasting te behouden voor 2016; Gelet op het Wetboek van de Inkomstenbelastingen, meer bepaald de artikelen 465 tot en met 470bis; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met 16 ja-stemmen en 11 neen-stemmen: Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2016 wordt een aanvullende belasting gevestigd ten laste van de rijksinwoners die belastbaar zijn in de gemeente op 1 januari van het aanslagjaar. Artikel 2 De belasting wordt vastgesteld op 8,0 % van de overeenkomstig artikel 466 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 berekende grondslag voor hetzelfde aanslagjaar. Deze belasting wordt gevestigd op basis van het inkomen dat de belastingplichtige heeft verworven in het aan het aanslagjaar voorafgaande jaar. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 38/117

39 Artikel 3 De vestiging en de inning van deze gemeentebelasting zullen door het toedoen van het bestuur van de directe belastingen geschieden, zoals bepaald volgens de bepalingen in artikel 469 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen. Artikel 4 Deze verordening wordt naar de toezichthoudende overheid gezonden. De raadsleden Marc Windey, Luc Vandevelde, Filip Lecompte, Michel De Sutter, Tineke Verstraete, Rudi Desmet, Paul Verstraete, Rita Gysels, Ann Eggermont, Hilde Lampaert en Peter De Graeve hebben tegengestemd. 25. Algemene financiering - algemene belasting Eeklo - aanslagjaar De gemeenteraad, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 houdende heffing van een algemene belasting op de gezinnen en bedrijven; Overwegende dat van deze beslissing kennis werd genomen door de provinciegouverneur; Overwegende dat de vestigingstermijn van deze belasting vervalt op 31 december 2015; Gelet op artikel van de Grondwet; Gelet op artikel 42 3 van het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 16 april 1997 houdende maatregelen om het recht op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging uit te breiden tot andere categorieën van rechthebbenden met toepassing van de artikelen 11,1 en 49 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels; Gelet op de wet van 3 mei 1999 houdende budgettaire en diverse bepalingen; Gelet op het koninklijk besluit van 26 mei 1999 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 augustus 1997 ter bepaling van de inkomensvoorwaarden en de voorwaarden in verband met de ingang, het behoud en de intrekking van het recht op de verhoogde verzekeringstegemoetkoming, welke bedoeld zijn in artikel 37 1 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994; Gelet op koninklijk besluit van 31 mei 2001 (B.S. 23/06/2001); Gelet op de Programmawet van 30 december 2001; Gelet op het Wetboek van de Inkomstenbelastingen; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met 16 ja-stemmen en 11 neen-stemmen: TITEL l: ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2016 wordt, ten behoeve van de stad, een algemene belasting geheven, verder A.B.E. genoemd. Artikel 2 De A.B.E. is ten laste van: 1 ieder gezin dat op 1 januari van het aanslagjaar als zodanig ingeschreven is in de bevolkingsregisters van de stad; 2 a. de natuurlijke personen die op 1 januari van het aanslagjaar, als hoofd- of in bijberoep een nijverheids-,landbouw-, tuinbouw- en/of handelsbedrijf exploiteren, en/of een vrij beroep of een andere zelfstandige activiteit uitoefenen, inclusief zelfstandige helpers, en die op het grondgebied van de stad één of meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden. b. de rechtspersonen die op 1 januari van het aanslagjaar, een nijverheids-,landbouw-, tuinbouwen/of handelsbedrijf exploiteren, en/of een vrij beroep of een andere zelfstandige activiteit of andere activiteit met winstgevend oogmerk uitoefenen, inclusief het beheer van roerende en/of onroerende Verslag gemeenteraad 14 december pag. 39/117

40 goederen, en die op het grondgebied van de stad één of meerdere vestigingen gebruiken of tot gebruik voorbehouden. Artikel 3 De A.B.E. ten laste van de personen bedoeld in artikel 2, 1, wordt verder in dit besluit A.B.E.- gezinnen genoemd. De A.B.E. ten laste van de personen bedoeld in artikel 2,2, wordt verder in dit besluit A.B.E.- bedrijven genoemd. Artikel 4 1. Er kan ontheffing worden verleend van de A.B.E.-gezinnen voor de woning of woongelegenheid die deel uitmaakt van de vestiging hoe ook genoemd, op basis waarvan de A.B.E.-bedrijven verschuldigd is - hetzij door een lid van het gezin; - hetzij door een rechtspersoon waarvan het bestuur in handen is van een lid of de leden van het gezin. 2. Elke aanvraag om ontheffing op grond van 1 dient op straffe van verval uiterlijk binnen de dertig dagen na de verzending van het aanslagbiljet A.B.E.-gezinnen of binnen de dertig dagen na de verzending van het aanslagbiljet A.B.E.-bedrijven schriftelijk kenbaar te worden gemaakt bij het college van burgemeester en schepenen, Industrielaan 2, 9900 Eeklo, en dient voorzien te zijn van de nodige bewijzen. TITEL II: BEPALINGEN EIGEN AAN DE A.B.E.-GEZINNEN Artikel 5 Onder gezin wordt verstaan: a. hetzij een persoon die gewoonlijk alleen leeft b. hetzij een vereniging van twee of meer personen die, al dan niet door familiebanden gebonden, gewoonlijk éénzelfde woning of woongelegenheid betrekken en er samen leven. De belasting wordt gevestigd ten laste van de gezinsverantwoordelijke, d.w.z. Iastens één gezinslid ouder dan 18 jaar, dat in zijn gezin zijn eigen belangen en desgevallend die van de medegezinsleden behartigt en die zich als dusdanig tegenover derden kenbaar maakt, als dusdanig optreedt of als dusdanig gekend is. De hoofdverblijfplaats en de samenstelling van het gezin op 1 januari van het aanslagjaar blijken uit het bevolkingsbestand van de stad Eeklo. Artikel 6 1. De belasting is verschuldigd per woning of per woongelegenheid, hoe ook genoemd, op het grondgebied van de stad gelegen en door het gezin gebruikt of tot gebruik voorbehouden ongeacht of het om een hoofd- of een ander verblijf gaat. 2. Een woning of woongelegenheid wordt beschouwd als gelegen in de stad wanneer zij haar adres heeft of de hoofdingang gelegen is in de stad. Deze laatste is ook de plaats van aanslag in de belasting. 3. De belasting wordt, ongeacht de kadastrale indeling, vastgesteld rekening houdend met de totale gebouwde en ongebouwde oppervlakte van het goed waarop de woning of woongelegenheid zich bevindt. 4. Als gebouwde oppervlakte wordt die van de laagste bovengrondse verdieping die het gezin in gebruik heeft, in aanmerking genomen. 5. Indien in een meergezinswoning zonder gemeenschappelijke ongebouwde oppervlakte meerdere gezinnen een woning of woongelegenheid hebben, wordt de belasting voor elk gezin vastgesteld op basis van de door het gezin gebruikte of tot gebruik voorbehouden oppervlakte. Indien op een zelfde goed meerdere gezinnen een woning of woongelegenheid hebben, wordt de belasting voor elk gezin vastgesteld op basis van de door het gezin gebruikte of tot gebruik voorbehouden oppervlakte. Indien de ongebouwde gedeelten van het goed gemeenschappelijk door meerdere gezinnen worden gebruikt, dan wordt de ongebouwde oppervlakte van dit gedeelte dat per gezin in aanmerking te nemen is, vastgesteld pro rato van de belastbare gebouwde oppervlakte van de vestiging van elk gezin ten opzichte van de totale belastbare gebouwde oppervlakte van het gehele goed waarop de onderscheiden woningen of woongelegenheden voorkomen. Artikel 7 1. Elk gezin moet, wanneer de oppervlakte van het goed waarop de hoofdverblijfplaats zich bevindt en voor zover deze de m² overschrijdt, binnen de dertig dagen na de verzending van het aanslagbiljet aangifte doen op een aangifteformulier dat het gemeentebestuur van Eeklo ter beschikking stelt. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 40/117

41 Wie vanwege het gemeentebestuur van Eeklo geen aangifteformulier ontvangt, moet de aangifte afhalen of aanvragen bij het gemeentebestuur van Eeklo Dienst Financiën. De correct ingevulde, gedagtekende en genaamtekende aangifte moet binnen de gestelde termijn toekomen bij het gemeentebestuur van Eeklo, Industrielaan 2, 9900 Eeklo. 2. Bij gebrek aan aangifte of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting ambtshalve ingekohierd met inachtneming van de in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008 (betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen) voorziene bepalingen. Artikel 8 1. De belasting wordt per woning of woongelegenheid als volgt vastgesteld: In aanmerking te nemen oppervlakte Bedrag van de belasting a. tot m² 80 EUR b. van tot m² 130 EUR c. meer dan m² 170 EUR De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het gehele jaar. De vermindering van de belastbare oppervlakte in de loop van het jaar geeft geen aanleiding tot enige belastingvermindering. Een gedeelte van een vierkante meter wordt als een eenheid beschouwd. 2. Het bedrag van de belasting is vastgesteld op 45 EUR voor gezinnen waarvan het gezinshoofd gekend is bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid als behorende tot de categorie van personen die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging ( R.V.V. s). 1 De gerechtigden van het verlaagd tarief die door een onvolledigheid in de Kruispuntbank, in het kohier werden opgenomen voor het bedrag dat hoger is dan datgene waarvoor ze krachtens deze verordening konden worden aangesproken, dienen het bewijs te leveren van hun aanspraak op het verlaagd tarief. Elke aanvraag dient binnen de dertig dagen na de verzending van het aanslagbiljet bij het college van burgemeester en schepenen, Industrielaan 2, 9900 Eeklo schriftelijk kenbaar te worden gemaakt en dient voorzien te zijn van de nodige bewijzen De na deze termijn ingediende aanvragen doen het recht op vermindering vervallen. TITEL lll: BEPALINGEN EIGEN AAN DE A.B.E.-BEDRIJVEN Artikel 9 Voor de toepassing van dit reglement gelden de volgende definities: vestiging: elke (gedeelte van een) onroerend goed of geheel van meerdere onroerende goederen die samen ruimtelijk één complex of entiteit vormen en/of elke activiteitskern, elk centrum van werkzaamheden of (geheel van) ruimte(n), onder gelijk welke vorm en van individuele of collectieve aard, welke voor beroepsactiviteit of bedrijfsdoeleinden is bestemd of wordt benut, evenals een maatschappelijke zetel en/of een zetel van bestuur, beheer of administratie. handels- of nijverheidsbedrijf: elke natuurlijke persoon en rechtspersoon die op om het even welke wijze een grondstof of een (half)afgewerkt product bewerkt of verwerkt, en/of energie produceert of welk danige extractie uit de natuur verricht of verhandelt, alsmede elke natuurlijke persoon en rechtspersoon die diensten verkoopt; agrarisch bedrijf: een bedrijf waarvan de werkzaamheden uitsluitend bestaan uit landbouw en/of tuinbouw; landbouw: een zelfstandige beroepsactiviteit of bedrijfsactiviteit gericht op akkerbouw en/of weidebouw en/of bosbouw en/of veeteelt; 1 Brief K.S.Z.d.d. 27/11/2013: Op 01/01/2014 treedt de hervorming van de verhoogde tegemoetkoming in voege conform de Programmawet van 29/ (BS 6/04/2012 ed.3), Titel II, hoofdstuk 2, afdeling 1. Voortaan bepalen de financiële middelen van het gezin of het recht op een verhoogde tegemoet-koming al dan niet wordt toegekend. Het statuut waaronder een persoon is ingeschreven bij het ziekenfonds (bijvoorbeeld weduwe, invalide, gepensioneerde, ) is niet meer meebepalend. Door deze hervorming wordt ook het OMNIO-statuut opgenomen in het recht op een verhoogde tegemoet-koming. Derhalve zullen vanaf 01/01/2014 de situaties die aanleiding geven tot een verhoogde tege-moetkoming niet langer meer gespecificeerd worden in de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid (K.S.Z.) ten voordele van één enkele categorie die alle personen omvat die recht hebben op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging (=R.V.V.-statuut).. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 41/117

42 akkerbouw: een zelfstandige beroepsactiviteit of bedrijfsactiveit gericht op het telen van granen, nijverheidsgewassen, voedergewassen, aardappelen, peulvruchten, pootgoed, landbouwzaden en/of aanverwante gewassen, met het oog op een geregelde verkoop; weidebouw: een zelfstandige beroepsactiviteit of bedrijfsactiviteit gericht op het exploiteren van blijvend grasland als voedselbron voor dieren welke door het bedrijf bedrijfsmatig voor gebruiksof winstdoeleinden worden gehouden; bosbouw: een zelfstandige beroepsactiviteit of bedrijfsactiviteit gericht op het aanleggen en exploiteren van bossen, met inbegrip van de bosboomkwekerij; veeteelt: een zelfstandige beroepsactiviteit of bedrijfsactiviteit gericht op het houden van dieren voor de vlees-, melk- of eierproductie en/of het kweken/fokken van dieren voor de vacht of het bekomen van jongen; tuinbouw: een zelfstandige beroepsactiviteit of bedrijfsactiviteit gericht op groenteteelt, fruitteelt, boomkwekerij andere dan bosboomkwekerij, sierteelt, kweek van tuinbouwzaden, plantgoed en/of aanverwante teelten, met het oog op een geregelde verkoop; landbouw- en/of tuinbouwoppervlakte: oppervlakte voor landbouw en/of tuinbouw. Artikel De belasting is verschuldigd afzonderlijk per vestiging, hoe dan ook genoemd, gelegen op het grondgebied van de gemeente en door de belastingplichtige gebruikt of tot zijn gebruik voorbehouden. 2. De belasting wordt vastgesteld, ongeacht de kadastrale indeling, enkel rekening houdend met de totale gebouwde en ongebouwde oppervlakte waarop de vestiging zich bevindt. 3. Indien op een zelfde goed meerdere belastingplichtigen een vestiging hebben, dan wordt de belasting voor elke belastingplichtige vastgesteld op basis van de door hem/haar gebruikte of tot gebruik voorbehouden oppervlakte. Indien de ongebouwde gedeelten van het goed gemeenschappelijk door meerdere belastingplichtigen worden gebruikt, dan wordt de ongebouwde oppervlakte van dit gedeelte dat per belastingplichtige in aanmerking te nemen is, vastgesteld pro rato van de belastbare gebouwde oppervlakte van de vestiging van elke belastingplichtige ten opzichte van de totale belastbare gebouwde oppervlakte van het gehele goed waarop de onderscheiden vestigingen voorkomen. Als gebouwde oppervlakte van de vestiging wordt die van de laagste bovengrondse verdieping in aanmerking genomen Artikel 11 In het geval dat op hetzelfde vestigingsadres twee of meer natuurlijke personen in gezinsverband leven en er elk een afzonderlijke zelfstandige activiteit uitoefenen, kan ervoor gekozen worden dat slechts één van die personen wordt belast, met dien verstande dat steeds de hoogste aanslag verschuldigd is. Hij/zij die de belasting zal dragen, moet op zijn/haar aangifteformulier de som of het geheel vermelden van alle belastbare gebouwde en/of ongebouwde oppervlakte gelegen op het vestigingsadres. Degene die niet zal worden aangeslagen, is niet ontheven van de verplichting tot aangifte zoals voorzien in artikel Op zijn /haar aangifteformulier moet op straffe van verval de onherroepelijke keuze worden vermeld van het gezinslid dat de belasting zal dragen. Artikel Elke belastingplichtige moet per vestiging afzonderlijke aangifte doen op een aangifteformulier dat het gemeentebestuur van Eeklo ter beschikking stelt. Wie vanwege het gemeentebestuur van Eeklo geen aangifteformulier(en) ontvangt, moet de aangifte(n) afhalen of aanvragen bij het gemeentebestuur van Eeklo Dienst Financiën. De correct ingevulde, gedagtekende en ondertekende aangifte(n) moet(en) binnen de gestelde termijn toekomen bij het gemeentebestuur van Eeklo, Industrielaan 2, 9900 Eeklo. 2. Elkeen die op het grondgebied van de gemeente Eeklo: - een zelfstandige beroepsactiviteit of bedrijfsactiviteiten aanvangt en/of definitief stopzet of een vestiging in gebruik neemt en/of sluit; - zijn/haar naam, rechtsvorm, briefwisselingadres en/of vestigingsadres wijzigt; moet binnen de maand, uit eigen beweging, het gemeentebestuur van Eeklo Dienst Financiën, Industrielaan 2, 9900 Eeklo, hiervan schriftelijk in kennis stellen en de nodige bewijzen bijvoegen. 3. Bij gebrek aan aangifte of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting ambtshalve ingekohierd met inachtneming van de in artikel 7 van het decreet van 30 mei 2008 voorziene bepalingen. Artikel 13 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 42/117

43 De belasting is ondeelbaar verschuldigd voor het gehele jaar. De vermindering van de belastbare oppervlakte in de loop van het jaar, evenals de stopzetting of vermindering van de werkzaamheden in de loop van het aanslagjaar geven evenmin aanleiding tot enige belastingvermindering. Indien op 1 januari van het aanslagjaar alle activiteiten of bedrijvigheden opgesomd in artikel 2, 2 - met inbegrip van vereffeningsverrichtingen definitief zijn stopgezet, gaat de hoedanigheid van belastingplichtige verloren. Bij een tijdelijke onderbreking van de werkzaamheden of zolang de vereffening van de vennootschap niet is afgesloten, blijft de hoedanigheid van belastingplichtige verder bestaan. Een gedeelte van een vierkante meter wordt als een eenheid beschouwd. Artikel 14 De rechtspersonen vermeld in de artikelen 180, 181 en 182 van het Wetboek van de Inkomstenbelastingen 1992 zijn niet aan de belastingen onderworpen. Artikel Voor vestigingen, die vallen onder de toepassing van artikel 2, 2 a. (natuurlijke personen) wordt de belasting als volgt vastgesteld: In aanmerking te nemen oppervlakte bedrag van de belasting a. tot m² 195 EUR b. van tot m² 227 EUR c. meer dan m² 257 EUR 2. Voor vestigingen (andere dan agrarische), die vallen onder de toepassing van artikel 2, 2 b. (rechtspersonen) wordt de belasting als volgt vastgesteld: In aanmerking te nemen oppervlakte bedrag van de belasting a. tot 500 m² 281 EUR b. tot m² 347 EUR c. tot m² 481 EUR d. tot m² 614 EUR e. tot m² 748 EUR f. tot m² 881 EUR g. tot m² EUR h. tot m² EUR i. tot m² EUR j. tot m² EUR k. tot m² EUR l. tot m² EUR m. tot m² EUR n. tot m² EUR o. tot m² EUR p. tot m² EUR q. tot m² EUR r. tot m² EUR s. tot m² EUR t. tot m² EUR u. tot m² EUR v. tot m² EUR w. tot m² EUR x. tot m² EUR y. tot m² EUR z. tot m² EUR aa. tot m² EUR bb. tot m² EUR cc. tot m² en hoger EUR 3. Voor agrarische bedrijven, die vallen onder de toepassing van artikel 2, 2 b. (rechtspersonen) wordt de belasting als volgt vastgesteld: In aanmerking te nemen oppervlakte bedrag van de belasting Verslag gemeenteraad 14 december pag. 43/117

44 a. tot m² landbouwoppervlakte 298 EUR b. tot m² tuinbouwoppervlakte c. meer dan m² landbouwoppervlakte 345 EUR d. meer dan m² tuinbouwoppervlakte TITEL IV: GEMEENSCHAPPELIJKE BEPALINGEN Artikel 16 De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting is te betalen binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 17 De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet gebeuren, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt : 1 de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige; 2 het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen; 3 de uitdrukkelijke vraag om gehoord te worden op de hoorzitting. De raadsleden Marc Windey, Luc Vandevelde, Filip Lecompte, Michel De Sutter, Tineke Verstraete, Rudi Desmet, Paul Verstraete, Rita Gysels, Ann Eggermont, Hilde Lampaert en Peter De Graeve hebben tegengestemd. 26. Algemene financiering - belasting op de wedkantoren - aanslagjaar De raad gaat ermee akkoord om de punten 26 t.e.m. 44 samen te stemmen. Na de tussenkomsten van de raadsleden De Sutter (i.v.m. punt 30), De Sutter (i.v.m. punt 40) en Desmet (i.v.m. punt 42) en het antwoord van de schepenen Depuydt en D Haeseleer neemt de raad de volgende beslissingen: De gemeenteraad, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 houdende heffing van een belasting op de wedkantoren; Overwegende dat van deze beslissing kennis werd genomen door de provinciegouverneur; Overwegende dat de vestigingstermijn van deze belasting vervalt op 31 december 2015 en dat om het evenwicht van de gemeentebegroting te bereiken, het noodzakelijk is de inkomsten van deze belasting te verhogen; Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2016 wordt een belasting geheven op de wedkantoren. Artikel 2 De belasting bedraagt 750 EUR per volledig kalenderjaar. Zo het wedkantoor evenwel slechts gedurende een gedeelte van het jaar werkzaam was, is een belasting verschuldigd van 62,50 EUR per maand bedrijvigheid, met dien verstande dat elke begonnen Verslag gemeenteraad 14 december pag. 44/117

45 maand volledig verschuldigd is en dat de minimumaanslag niet minder mag bedragen dan het wettelijk toegelaten maximum per maand. Artikel 3 De belasting is verschuldigd door de uitbater van het agentschap. Artikel 4 De natuurlijke of rechtspersoon die een agentschap opent, overbrengt, overlaat of sluit, is verplicht hiervan vooraf aangifte te doen bij het stadsbestuur. De wedkantoren die op het ogenblik van de bekendmaking van dit belastingreglement reeds bestaan dienen hiervan binnen de maand na deze bekendmaking aangifte te doen. Artikel 5 Bij gebrek aan aangifte of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Artikel 6 De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting is te betalen binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 7 De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet gebeuren, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt: 1 de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige; 2 het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen; 3 de uitdrukkelijke vraag om gehoord te worden op de hoorzitting op de hoorzitting. 27. Algemene financiering - belasting op de bank- en financieringsinstellingen en geldautomaten - aanslagjaar De gemeenteraad, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 houdende heffing van een belasting op de bank- en financieringsinstellingen en geldautomaten; Overwegende dat van deze beslissing kennis werd genomen door de provinciegouverneur; Overwegende dat de vestigingstermijn van deze belasting vervalt op 31 december 2015 en dat om het evenwicht van de gemeentebegroting te behouden, het noodzakelijk is de inkomsten van deze belasting te behouden; Overwegende dat de belasting onder meer tot doel heeft de financiering van specifieke kosten verbonden aan de aanwezigheid van bank- en financieringsinstellingen en geldautomaten op het grondgebied van de gemeente, zoals onder meer hogere politiecontroles in de omgeving van dergelijke instellingen; Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Overwegende dat het billijk is om de terminals in de bankkantoren en financieringsinstellingen niet verder te belasten, aangezien dit louter werkinstrumenten zijn voor het personeel van deze instellingen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 45/117

46 Voor het aanslagjaar 2016 wordt een belasting geheven op de bank- en financieringsinstellingen en geldautomaten. Deze belasting is van toepassing voor elke in de gemeente gevestigde en voor het cliënteel toegankelijke bankinstelling, financieringsinstelling, kredietinstelling of spaarkas, evenals hun agentschappen, bijkantoren en geldautomaten. De belasting is verschuldigd door de natuurlijke personen of rechtspersonen onder wiens handelsnaam de bedoelde instellingen, agentschappen of bijkantoren worden uitgebaat en door de natuurlijke personen of rechtspersonen voor wiens rekening de geldautomaten door het cliënteel kunnen worden aangewend. Voor de toepassing van dit reglement wordt de toestand van 1 januari van het aanslagjaar in aanmerking genomen. Artikel 2 Het bedrag van de jaarlijkse belasting wordt als volgt vastgesteld: per automatisch loket: 300,00 EUR per geldautomaat (zowel binnen als buiten): 300,00 EUR. Artikel 3 De belastingplichtigen zijn ertoe gehouden binnen de maand na het van kracht worden van dit reglement, aangifte te doen bij het college van burgemeester en schepenen, voor de instellingen en geldautomaten die zich op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de stad bevinden. Indien de exploitatie ervan aanvangt of overgenomen werd na de gestelde datum moet aangifte worden gedaan binnen de maand na de aanvang of de overneming van de exploitatie. Van de verandering van houder of van de definitieve stopzetting van bedrijvigheid dient eveneens binnen de maand aangifte te worden gedaan bij het college van burgemeester en schepenen. Artikel 4 Bij gebrek aan aangifte of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Artikel 5 De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting is te betalen binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 6 De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet gebeuren, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt: 1 de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige; 2 het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen; 3 de uitdrukkelijke vraag om gehoord te worden op de hoorzitting. 28. Algemene financiering - belasting op de motorbrandstofverdelers - aanslagjaar De gemeenteraad, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 houdende heffing van een belasting op de motorbrandstofverdelers; Overwegende dat van deze beslissing kennis werd genomen door de provinciegouverneur; Overwegende dat de vestigingstermijn van deze belasting vervalt op 31 december 2015 en dat om het evenwicht van de gemeentebegroting te bereiken, het noodzakelijk is de inkomsten van deze belasting te behouden; Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Verslag gemeenteraad 14 december pag. 46/117

47 Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2016 wordt een belasting geheven op de vaste en verplaatsbare motorbrandstofverdelers, staande hetzij langsheen de openbare weg, hetzij op privaat terrein langs de openbare weg. Het bedrag van deze belasting wordt vastgesteld op: 30,00 EUR per verdeelslang voor wat betreft de vaste motorbrandstofverdelers; 15,00 EUR per verdeelslang voor wat betreft de verplaatsbare motorbrandstofverdelers. Artikel 2 De motorbrandstofverdelers die niet voor het publiek toegankelijk zijn en/of die zich in de garages of dergelijke inrichtingen bevinden en van buitenaf niet zichtbaar zijn, zijn vrijgesteld van de belasting. Artikel 3 Deze belasting is verschuldigd door de uitbater van de motorbrandstofverdeler(s). Artikel 4 De uitbaters die de toelating hebben tot het plaatsen van de motorbrandstofverdeler(s) op de openbare weg of op privaat terrein langs de openbare weg, zijn verplicht daarvan aangifte te doen bij het stadsbestuur, binnen de veertien dagen na het in gebruik stellen, indien het een eerste ingebruikstelling betreft. Artikel 5 Bij gebrek aan aangifte of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Artikel 6 De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting is te betalen binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 7 De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet gebeuren, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt: 1 de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige; 2 het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen; 3 de uitdrukkelijke vraag om gehoord te worden op de hoorzitting. 29. Algemene financiering - belasting op de terrassen op de openbare weg - aanslagjaar De gemeenteraad, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 houdende heffing van een belasting op de terrassen op de openbare weg; Overwegende dat van deze beslissing kennis werd genomen door de provinciegouverneur; Overwegende dat de vestigingstermijn van deze belasting vervalt op 31 december 2015 en dat om het evenwicht van de gemeentebegroting te bereiken, het noodzakelijk is de inkomsten van deze belasting te behouden; Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Verslag gemeenteraad 14 december pag. 47/117

48 BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2016 wordt een belasting geheven op het gebruik van de openbare weg voor het plaatsen van terrassen gelegen op de Markt, de Boelare, de Stationsstraat en het Ledeganckplein. Artikel 2 Dit belastingreglement is van toepassing op open en overdekte terrassen, zoals beschreven in het Algemeen Politiereglement voor de Stad Eeklo, afdeling 3 privatief gebruik van de openbare weg, onderafdeling 3 reclameborden en terrassen op de openbare weg. Artikel 3 De belasting is verschuldigd door de uitbater van de horecazaak waar het terras werd geplaatst. Artikel 4 Het bedrag van de belasting voor open terrassen is vastgesteld op 20,00 EUR per m²/jaar, ongeacht het aantal dagen waarop het terras werd geplaatst. Het bedrag van de belasting voor overdekte terrassen is vastgesteld op 55,00 EUR per m²/jaar, ongeacht het aantal dagen waarop het terras werd geplaatst. Breukdelen van een m² zullen worden afgerond naar de hogere eenheid. Artikel 5 De belastbare oppervlakte van het terras zal eenmalig worden vastgesteld zoals bepaald in artikel 17 van voornoemd Algemeen Politiereglement. Artikel 6 Occasionele uitbreidingen van de terrassen naar aanleiding van diverse feestelijkheden en die vooraf schriftelijk werden toegestaan door het college van burgemeester en schepenen zullen geen aanleiding geven tot een hogere belasting. Anderzijds zullen de bevoegde stedelijke overheden steeds kunnen laten overgaan tot tijdelijke gehele of gedeeltelijke verwijdering van de terrassen indien de noodzaak zich daartoe voordoet en dit op kosten van de uitbater van de horecazaak, onverminderd de bepalingen van het Algemeen Politiereglement van de stad. Deze noodzaak zal door de betrokken stedelijke overheid steeds worden gemotiveerd en aan de betrokken horeca-uitbater(s) schriftelijk worden meegedeeld. Bovendien kan in geval van uitzonderlijke weersomstandigheden, een open terras worden geplaatst buiten de in het Algemeen Politiereglement voorziene periode, op voorwaarde dat dit terras op dezelfde dag integraal opnieuw wordt verwijderd. Deze occasionele uitbreiding geeft geen aanleiding tot een hogere belasting. Artikel 7 De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting is te betalen binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 8 De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet gebeuren, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt: 1 de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige; 2 het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen; 3 de uitdrukkelijke vraag om gehoord te worden op de hoorzitting. 30. Algemene financiering - belasting op de nachtwinkels - aanslagjaar De gemeenteraad, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 houdende heffing van een belasting op de nachtwinkels; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief van 20 januari 2006 betreffende de gemeentebelasting op nachtwinkels en telefoonwinkels; Verslag gemeenteraad 14 december pag. 48/117

49 Gelet op de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening; Overwegende dat de activiteiten van nachtwinkels fundamenteel verschillen van deze van een gewone kleinhandel, aangezien de openingsuren zich grotendeels tijdens de nachtrust van de meeste omwonenden situeren, wat kan leiden tot grotere inspanningen van de stad, o.a. op het vlak van de orde, netheid en het toezicht; Overwegende dat het derhalve passend is een belasting op nachtwinkels vast te stellen als bijdrage in deze financiële last; Overwegende dat de vestigingstermijn van deze belasting vervalt op 31 december 2015 en dat om het evenwicht van de gemeentebegroting te bereiken, het noodzakelijk is de inkomsten van deze belasting te behouden; Gelet op het gemeentedecreet; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Er wordt voor het jaar 2016 een openingsbelasting en een jaarlijkse belasting geheven op nachtwinkels op het grondgebied van Eeklo. Artikel 1 - Definitie Voor de toepassing van het reglement moet er onder nachtwinkels verstaan worden, elke winkel die in algemene voedingswaren en huishoudartikelen handelt en tussen uur en 7.00 uur open is, zoals bedoeld in de wet van 10 november 2006 betreffende de openingsuren in handel, ambacht en dienstverlening en ongeacht of alle verplichtingen en beperkingen voortvloeiend uit die wet door de nachtwinkel gerespecteerd zijn. Artikel 2 - Bedrag De openingsbelasting is een eenmalige belasting, vastgesteld op 6.000,00 en is verschuldigd bij elke opening van een nieuwe handelsactiviteit van een nachtwinkel, zoals gedefinieerd in artikel 1 van dit reglement. Elke wijziging van uitbating is gelijkgesteld met een nieuwe handelsactiviteit. De aanslagvoet van de jaarlijkse belasting is vastgesteld op 1.500,00 per nachtwinkel. De openingsbelasting en de jaarlijkse belasting zijn ondeelbaar. Ze zijn verschuldigd voor het ganse kalenderjaar, welke ook de aanvang- of de stopzettingdatum van de economische activiteit of wijziging van uitbating in het jaar is. De jaarlijkse belasting gaat in vanaf het jaar volgend op het jaar van inkohiering van de openingsbelasting, of bij gebreke hiervan vanaf de inwerkingtreding van het huidig belastingreglement. Er wordt geen enkele korting of teruggave van de belasting gedaan om welke reden dan ook. Artikel 3 - Belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de uitbater van de nachtwinkel. Artikel 4 - Aangifte De eigenaar van de handelszaak en/of de uitbater van de in artikel 1 bedoelde economische activiteit zijn ertoe gehouden, voorafgaandelijk aan elke economische activiteit, aangifte hiervan te doen bij het stadsbestuur. Ze zijn verplicht alle nodige documenten en vergunningen voor te leggen op het eerste verzoek van het stadsbestuur. Ze worden eraan gehouden de eventuele controle van hun verklaring mogelijk te maken. De belastingplichtige ontvangt vanwege het stadsbestuur een aangifteformulier dat, door hem behoorlijk ingevuld en ondertekend, vóór de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd. De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 15 oktober van het aanslagjaar aan het stadsbestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen. Artikel 5 - Wijziging of stopzetting Elke wijziging of stopzetting van een economische activiteit dient onder verantwoordelijkheid van de belastingplichtigen onmiddellijk en per aangetekend schrijven te worden medegedeeld aan de dienst financiën van het stadsbestuur. Artikel 6 - Geen aangifte Bij gebreke van aangifte of bij onvolledigheid hiervan wordt van ambtswege een belasting geheven op basis van de elementen waarover het stadsbestuur beschikt. Artikel 7 - Invordering De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. De belasting is betaalbaar binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 8 - Bezwaarschriften Verslag gemeenteraad 14 december pag. 49/117

50 De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet gebeuren, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt : 1 de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige; 2 het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen; 3 de uitdrukkelijke vraag om gehoord te worden op de hoorzitting op de hoorzitting. 31. Algemene financiering - belasting op tweede verblijven - aanslagjaar De gemeenteraad, Gelet op de grondwet, meer bepaald artikel 170 4; Gelet op het decreet van 30 mei 2008, en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, in het bijzonder op de bepalingen van artikel 42 3, artikel 43 2,15 en artikel 253 1,3 ; Gelet op de financiële toestand van de stad; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 15 december 2014 betreffende de belasting op tweede verblijven; Overwegende dat de vestigingstermijn van deze belasting eindigt op 31 december 2015; Overwegende dat in Eeklo een algemene belasting (A.B.E.) wordt geheven ten laste van ieder gezin, iedere natuurlijke persoon en iedere rechtspersoon die op 1 januari van het aanslagjaar als zodanig is ingeschreven in de bevolkingsregisters van de stad; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 Heffingstermijn belastbaar feit Er wordt voor het aanslagjaar 2016 een belasting geheven op de tweede verblijven. De toestand op 1 januari van het aanslagjaar is bepalend voor het vaststellen van de belasting. Artikel 2 Begripsomschrijving Als tweede verblijf wordt beschouwd: elke woongelegenheid op het grondgebied van stad Eeklo waarvan degene die er effectief gebruik van maakt, voor deze woongelegenheid op 1 januari van het aanslagjaar niet ingeschreven is in de bevolkingsregisters van stad Eeklo en waarvoor deze persoon ook nog geen aanvraag tot inschrijving heeft ingediend, ongeacht het feit of het gaat om studentenhuizen, (studenten)kamers, landhuizen, bungalows, appartementen, grote of kleine weekendhuizen of buitengoederen, optrekjes, chalets en alle andere vaste woongelegenheden met inbegrip van de met chalets gelijkgestelde caravans. Wanneer op het adres van een woongelegenheid niemand is ingeschreven in het bevolkings- of vreemdelingenregister is er een weerlegbaar vermoeden dat de eigenaar van deze woongelegenheid er ook gebruik van maakt als tweede verblijf. De eigenaar kan dit vermoeden weerleggen met alle rechtsmiddelen. Ten aanzien van de gebruiker van het tweede verblijf wordt geen rekening gehouden met verdere onderverhuring, tijdelijke verhuring of gratis gebruiksverlening van het woonverblijf. Worden niet als tweede verblijf beschouwd en mogelijke vrijstellingen: elke woongelegenheid welke hoofdzakelijk gebruikt wordt voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit het louter vestigen van de maatschappelijke zetel op het adres is geen reden tot vrijstelling van de belasting op tweede verblijven aangezien er geen effectief gebruik is van het pand voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit; elke woongelegenheid die minder dan 2 maanden per aanslagjaar bewoond wordt; dit kan o.a. worden vastgesteld op basis van het verbruik van de nutsvoorzieningen; elke woongelegenheid die zodanig is ingericht dat directe bewoning niet mogelijk is de verplaatsbare caravans en woonaanhangwagens, tenzij ze ten minste zes maanden van het aanslagjaar opgesteld blijven om als woongelegenheid aangewend te worden; garages en tenten; de tweede verblijven opgesteld op een reglementair erkend kampeerterrein of kampeerverblijfpark; Verslag gemeenteraad 14 december pag. 50/117

51 elke woongelegenheid die gebruikt wordt door een persoon die omwille van ziekte, ongeval of hoge leeftijd langdurig op een andere plaats verblijft en ingeschreven is in de bevolkingsregisters zoals onder meer rust- en verzorgingstehuis of een home voor bejaarden; het bewijs van verblijf wordt geleverd door de instelling waar betrokkene is opgenomen; deze vrijstelling wordt slechts verleend voor het aanslagjaar volgend op de opname; de woongelegenheid waarvan het huurcontract afgesloten werd op het einde van het jaar van de aan het aanslagjaar voorafgaand kalenderjaar en waarvoor een inschrijving in het bevolkingsregister genoteerd wordt uiterlijk op 31 januari van het aanslagjaar; de woongelegenheid waarvan de notariële akte verleden werd op het einde van het jaar van de aan het aanslagjaar voorafgaand kalenderjaar en waarvoor een inschrijving in het bevolkingsregister genoteerd wordt uiterlijk op 31 januari van het aanslagjaar. Vallen niet onder toepassing van de belasting op tweede verblijven: ziekenhuizen, jeugdherbergen, woningen gebruikt voor beschermd en/of begeleid wonen, toeristische logies; de woningen die werden opgenomen op een inventaris of register in het kader van het gemeentelijk belastingreglement op woningen en/of gebouwen en/of kamers die beschouwd worden als onbewoonbaar, ongeschikt, onveilig, onafgewerkt, verwaarloosd of leegstaand. Artikel 3 Belastingplichtige De belasting is verschuldigd door de persoon die op 1 januari van het aanslagjaar over een tweede verblijf in stad Eeklo beschikt en op dat adres niet is ingeschreven in de bevolkingsregisters of daarvoor nog geen aanvraag tot inschrijving heeft ingediend. In geval meerdere personen mede-eigenaar zijn van het belaste tweede verblijf dan wordt de belasting van de belastingplichtigen uitgesplitst volgens hun wettelijk deel in de eigendom. Artikel 4 Berekeningsgrondslag en aanslagvoet De belasting bedraagt 500 euro per tweede verblijf. De belasting is ondeelbaar en voor geheel het jaar verschuldigd. Artikel 5 Aangifteplicht De belastingplichtigen zijn ertoe gehouden en dit uiterlijk op 31 juli van het aanslagjaar een aangifte in te dienen bij het stadsbestuur. Artikel 6 Ambtshalve belasting Bij gebrek aan tijdige aangifte, of in geval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte zal de belasting van ambtswege ingekohierd worden volgens de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Vooraleer over te gaan tot de ambtshalve vaststelling van de belasting, betekent het college aan de belastingplichtige, per aangetekend schrijven, de motieven om gebruik te maken van deze procedure, de elementen waarop de aanslag gebaseerd is evenals de wijze van bepaling van deze elementen en het bedrag van de belasting. De belastingplichtige beschikt over een termijn van dertig dagen volgend op de datum van verzending van de betekening om zijn opmerkingen schriftelijk voor te dragen. De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 250 euro, het bedrag van deze verhoging wordt ingekohierd. Artikel 7 Wijze van invordering De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar verklaard wordt door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 8 Betalingstermijn De belasting is betaalbaar binnen twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 9 Bezwaar Belastingplichtigen die menen onrechtmatig te zijn belast, kunnen een bezwaarschrift indienen bij het college van burgemeester en schepenen: het bezwaarschrift moet, op straffe van verval, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd, de indiening kan gebeuren door aangetekende verzending of door overhandiging tegen ontvangstbewijs; de indiening moet gebeuren, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag; het bezwaar wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt: 1 de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige; 2 het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen; 3 de uitdrukkelijke vraag om gehoor te worden op de hoorzitting; Verslag gemeenteraad 14 december pag. 51/117

52 van het bezwaarschrift wordt een ontvangstbewijs afgegeven, binnen de acht dagen na de indiening ervan. Artikel 10 Verwijzingsregel Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII (vestiging en invordering van de belastingen), hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 (onderzoek en controle), 4 (bewijsmiddelen van de administratie), 6 tot en met 9bis (aanslagtermijn, rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest, rechten en voorrechten van de schatkist) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft onder meer de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. 32. Algemene financiering - contantbelasting op de ontgravingen - aanslagjaar De gemeenteraad, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 houdende heffing van een contantbelasting op de ontgravingen; Overwegende dat van deze beslissing kennis werd genomen door de provinciegouverneur; Overwegende dat de vestigingstermijn van deze belasting vervalt op 31 december 2015 en dat om het evenwicht van de gemeentebegroting te behouden, het noodzakelijk is de inkomsten van deze belasting te behouden; Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Gelet op het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, gewijzigd bij de decreten van 10 november 2005, 18 april 2008 en 9 december 2011; Overwegende dat in de decreetwijziging van 9 december 2011 wordt bepaald dat de gemeenteraad de kosten vaststelt die verbonden zijn aan het verwijderen van de asurne uit een graf of een columbarium; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2016 wordt een belasting geheven op de ontgravingen op de stedelijke begraafplaatsen: a) EUR voor de ontgraving van één niet-gecremeerd stoffelijk overschot; b) 668 EUR/persoon voor de ontgraving van meer dan één niet-gecremeerd stoffelijk overschot uit één grafkelder en overbrenging naar één andere kelder; c) 90 EUR voor het verplaatsen van een urne van een nis naar een andere nis; d) 250 EUR voor het verplaatsen naar een andere begraafplaats of verwijderen van een urne. Deze belasting is verschuldigd door de aanvrager. Artikel 2 De belasting wordt contant betaald ofwel tegen afgifte van een betalingsbewijs ofwel door overschrijving op een bankrekening van de stad Eeklo. Als de contante inning niet kan worden uitgevoerd, wordt de contantbelasting een kohierbelasting. Artikel 3 De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet gebeuren, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering, vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt: Verslag gemeenteraad 14 december pag. 52/117

53 1 de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige; 2 het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen; 3 de uitdrukkelijke vraag om gehoord te worden op de hoorzitting. 33. Algemene financiering - contantbelasting op het sluitingsuur - aanslagjaar De gemeenteraad, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 houdende heffing van een contantbelasting op het sluitingsuur; Overwegende dat van deze beslissing kennis werd genomen door de provinciegouverneur; Overwegende dat de vestigingstermijn van deze belasting vervalt op 31 december 2015 en dat om het evenwicht van de gemeentebegroting te bereiken, het noodzakelijk is de inkomsten van deze belasting te behouden; Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2016 wordt een belasting geheven op het openhouden van drankgelegenheden en andere voor het publiek toegankelijke plaatsen na het gewone sluitingsuur. Deze belasting is verschuldigd door de uitbater van de inrichting. Artikel 2 De belasting wordt als volgt bepaald: a) toevallige afwijkingen = voor één nacht 10,00 EUR b) tijdelijke afwijkingen: weekendtarief d.w.z. de vrijdag-, zaterdag- en zondagnacht - voor één weekend 20,00 EUR - voor de weekends tijdens één maand 67,00 EUR - voor de weekends tijdens drie maanden 189,00 EUR - voor de weekends tijdens zes maanden 356,00 EUR - voor de weekends tijdens één jaar 645,00 EUR tarief betrekking hebbende op alle nachten - voor één maand 89,00 EUR - voor drie maanden 240,00 EUR - voor zes maanden 450,00 EUR - voor één jaar 833,00 EUR. Artikel 3 De aanvraag tot toelating om open te blijven (toevallige en tijdelijke afwijkingen) dient te worden gericht aan de burgemeester en geldt als aangifte. De aanvraag tot toelating om open te blijven voor één nacht (toevallige afwijkingen) kan gericht worden aan de lokale politie. Onder tijdelijke afwijkingen wordt verstaan : afwijkingen voor een langere periode dan 1 nacht. Onder toevallige afwijkingen wordt verstaan : afwijkingen voor een periode van maximum 1 nacht. Artikel 4 In principe wordt er geen vermindering noch kwijtschelding van de belasting verleend. Om gegronde redenen, zoals bijvoorbeeld de stopzetting van de uitbating, kan een aanvraag hiertoe gericht worden aan het college van burgemeester en schepenen. Artikel 5 De belasting wordt contant betaald ofwel tegen afgifte van een betalingsbewijs ofwel door overschrijving op een bankrekening van de stad Eeklo. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 53/117

54 Indien niet contant wordt betaald, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 6 De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet gebeuren, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering, vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt: 1 de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige; 2 het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen; 3 de uitdrukkelijke vraag om gehoord te worden op de hoorzitting. 34. Algemene financiering - contantbelasting op reclame met luidsprekers - aanslagjaar De gemeenteraad, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 houdende heffing van een contantbelasting op reclame met luidsprekers; Overwegende dat van deze beslissing kennis werd genomen door de provinciegouverneur; Overwegende dat de vestigingstermijn van deze belasting vervalt op 31 december 2015 en dat om het evenwicht van de gemeentebegroting te bereiken, het noodzakelijk is de inkomsten van deze belasting te behouden; Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2016 wordt een belasting geheven op het maken van reclame door middel van luidsprekers. De belasting is verschuldigd door diegene die op de openbare weg toestellen of voertuigen met luidsprekers laat staan, doet rondrijden of draagt met het oogmerk reclame te maken. De belasting bedraagt 10,00 EUR per uur en per toestel of voertuig, met een minimumaanslag van 20,00 EUR. Artikel 2 Van deze belasting worden vrijgesteld: de uitzendingen gedaan met een uitgesproken liefdadig of nietcommercieel doel. Artikel 3 De belasting wordt contant betaald ofwel tegen afgifte van een betalingsbewijs ofwel door overschrijving op een bankrekening van de stad Eeklo. Indien niet contant wordt betaald, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 4 De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet gebeuren, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering, vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt: 1 de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige; Verslag gemeenteraad 14 december pag. 54/117

55 2 het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen; 3 de uitdrukkelijke vraag om gehoord te worden op de hoorzitting. 35. Algemene financiering - contantbelasting op de plaats- en marktrechten - aanslagjaar De gemeenteraad, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 houdende heffing van een contantbelasting op de plaats en marktrechten; Overwegende dat van deze beslissing kennis werd genomen door de provinciegouverneur; Overwegende dat de vestigingstermijn van deze belasting vervalt op 31 december 2015 ; Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2016 wordt een belasting geheven op de plaats- en marktrechten. De belasting wordt vastgesteld als volgt : Voor dagplaatsen: 1. Plaatsgelden op de standplaats van overdekte, onoverdekte kramen voor alle goederen, kruidenierswaren, vlees, groenten, ijzerwaren, kuipen, plantsoenen en bloemen - reizende kooplieden: 1,70 EUR per strekkende meter met een minimum van 8,50 EUR per standplaats. 2. Standwerkers of demonstreerders: 1,70 EUR per strekkende meter, met een minimum van 8,50 EUR per standplaats. 3. Liedjeszangers betalen een forfait van 8,50 EUR per marktdag. 4. Reizende kooplieden die per auto staan : forfait van 8,50 EUR per auto. 5. Op de markt van auto s en landbouwmachines : een vast recht van 8,50 EUR wordt aangerekend per auto, landbouwmachine, tractor of aanhangwagen. Voor abonnementen per kwartaal (13 weken): 6. Plaatsgelden op de standplaats van overdekte, onoverdekte kramen voor alle goederen, kruidenierswaren, vlees, groenten, ijzerwaren, kuipen, plantsoenen en bloemen - reizende kooplieden: 1,70 EUR per strekkende meter met een minimum van 110,50 EUR per standplaats. Artikel 2 Deze tarieven vermeld in artikel 1 verdubbelen op zondagen. Artikel 3 Voor het elektriciteitsverbruik van dagplaatsen wordt 3,25 EUR per marktdag aangerekend voor kramen die enkel werken met verlichting, kramen die beschikken over een koelinstallatie betalen 6,50 EUR per marktdag. Voor het elektriciteitsverbruik van abonnementen wordt 35 EUR per kwartaal aangerekend voor kramen die enkel werken met verlichting, kramen die beschikken over een koelinstallatie betalen 70 EUR per kwartaal. Artikel 4 De toelating wordt verleend zonder dat de belanghebbende er enig recht tot erfdienstbaarheid op de openbare weg zou kunnen uit besluiten maar onder voorwaarde dat de machtiging mag worden ingetrokken of tijdelijk worden geschorst, indien er bezwaren voorkomen. Ingeval van intrekking van de vergunning door het stadsbestuur, wordt het betaalde plaatsgeld teruggegeven in evenredigheid met de nog te lopen termijn. De opschorting geeft geen enkel recht tot schadevergoeding. Artikel 5 De belasting wordt contant betaald ofwel tegen afgifte van een betalingsbewijs ofwel door overschrijving op een bankrekening van de stad Eeklo. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 55/117

56 Indien niet contant wordt betaald, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 6 De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet gebeuren, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering, vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt: 1 de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige; 2 het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen; 3 de uitdrukkelijke vraag om gehoord te worden op de hoorzitting. 36. Algemene financiering - contantbelasting op de aanplakborden - aanslagjaar De gemeenteraad, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 houdende heffing van een contantbelasting op de aanplakborden; Overwegende dat van deze beslissing kennis werd genomen door de provinciegouverneur; Overwegende dat de vestigingstermijn van deze belasting vervalt op 31 december 2015 en dat om het evenwicht van de gemeentebegroting te behouden, het noodzakelijk is de inkomsten van deze belasting te behouden; Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2016 wordt een belasting geheven op de aanplakborden. Artikel 2 Onder aanplakbord wordt verstaan, elke constructie, zelfs mobiele, in onverschillig welk materiaal, geplaatst langs de openbare weg of op een plaats in open lucht, die zichtbaar is vanaf de openbare weg en bestemd om reclame op aan te brengen of waarop reclame werd aangebracht, door aanplakking, hechting, schildering of door elk ander middel, met inbegrip van muren of gedeelten van muren en de omheiningen die gehuurd of gebruikt worden om er reclame op aan te brengen. Voor de muren of de gedeelten van muren waarop reclame wordt aangebracht moet de bedekte totale oppervlakte worden beschouwd als één bord, ook indien er verschillende reclames op voorkomen. Artikel 3 Het jaarlijkse bedrag van de belasting wordt vastgesteld op 200 EUR voor een aanplakbord dat kleiner of gelijk is aan 10 m², en 400 EUR voor een aanplakbord dat groter is dan 10 m². De belastbare oppervlakte van het aanplakbord zal jaarlijks worden vastgesteld door de technische dienst van de stad. Artikel 4 De belasting wordt berekend à rato van de nuttige oppervlakte van het bord, dit wil zeggen: de oppervlakte die voor aanplakking kan worden gebruikt met uitzondering van de omlijsting. Voor de borden met meerdere zijden komt de oppervlakte van alle zichtbare zijden in aanmerking voor berekening van de belasting. Voor de muren evenwel is alleen dat gedeelte van de muur belastbaar dat werkelijk voor reclame wordt gebruikt. Artikel 5 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 56/117

57 Belastingschuldige is de natuurlijke of rechtspersoon die beschikt over het recht om gebruik te maken van het aanplakbord en, in bijkomende orde als de gebruiker onbekend is, de eigenaar van de grond, de muur, of van de constructie waarop het bord zich bevindt. Artikel 6 Worden van de belasting vrijgesteld: 1) de borden bestemd voor het aanbrengen van lichtreclames of projecties; 2) de borden die uitsluitend bestemd zijn voor een publiekrechtelijk rechtspersoon, een vereniging zonder winstoogmerk of een instelling van openbaar nut; 3) de borden die occasioneel geplaatst worden ter gelegenheid van wijk- en eindejaarsfeesten of enige andere festiviteit of organisatie, op voorwaarde van voorafgaandelijke toelating van het college van burgemeester en schepenen tot plaatsing van deze borden; 4) de verplaatsbare borden, door handelaars geplaatst voor en ten bate van de eigen handelszaak, voor zover deze borden een nuttige oppervlakte hebben van maximaal twee vierkante meter en waarbij deze vrijstelling beperkt wordt tot het eerste bord; 5) publiciteitsborden aangebracht op de gevels, etalages of toegangsdeuren van handelszaken voor zover de nuttige oppervlakte per bord niet meer dan 1 vierkante meter bedraagt. Artikel 7 De belasting wordt contant betaald ofwel tegen afgifte van een betalingsbewijs ofwel door overschrijving op een bankrekening van de stad Eeklo. Indien niet contant wordt betaald, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 8 De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet gebeuren, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering, vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt: 1 de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige; 2 het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen; 3 de uitdrukkelijke vraag om gehoord te worden op de hoorzitting. 37. Algemene financiering - contantbelasting op het takelen en bewaren van voertuigen - aanslagjaar De gemeenteraad, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 houdende heffing van een contantbelasting op het takelen en bewaren van voertuigen; Overwegende dat van deze beslissing kennis werd genomen door de provinciegouverneur; Overwegende dat de vestigingstermijn van deze belasting vervalt op 31 december 2015 en dat om het evenwicht van de gemeentebegroting te behouden, het noodzakelijk is de inkomsten van deze belasting te behouden; Gelet op artikel 170 van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2016 wordt een belasting geheven op het takelen en bewaren van voertuigen (met inbegrip van de voorwerpen die zich in deze voertuigen bevinden) op het grondgebied van de Stad Eeklo en in opdracht van de politie. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 57/117

58 Voor de toepassing van dit belastingreglement worden volgende definities gehanteerd: Takelbedrijf: de rechtspersoon of natuurlijke persoon die belast is met het takelen van voertuigen; Oproep tot takelen: er is sprake van een oproep tot takelen vanaf het ogenblik dat de politie aan het takelbedrijf een oproep doorgeeft om een voertuig te takelen; Oproep zonder takeling: er is sprake van een oproep zonder takeling wanneer tussen het tijdstip van de oproep tot takelen en de uitvoering van de takeling, de bestuurder en/of de burgerlijk aansprakelijke persoon van het voertuig ter plaatse komt én bovendien het voertuig kan verplaatsen; Takeling: een takeling wordt in uitvoering beschouwd wanneer het voertuig met minstens één wiel van de begane grond is getild. Het ter plaatse komen van de bestuurder en/of de burgerlijk aansprakelijke persoon nà de uitvoering maar vooraleer het getakelde voertuig wordt vervoerd, wijzigt de hoedanigheid van de uitgevoerde takeling niet; Bewaring: het bergen van een getakeld voertuig met inbegrip van de voorwerpen die zich in het voertuig bevinden, in een loods of op een terrein van de stad Eeklo of van het takelbedrijf. De periode vangt aan op de datum van de takeling en eindigt op de datum van de afhaling van het voertuig door de bestuurder en/of de burgerlijk aansprakelijke persoon, de eigenaar of een daartoe gemandateerde derde. Artikel 2 De belasting is verschuldigd door de bestuurder, de burgerlijk aansprakelijke persoon of de eigenaar. Artikel 3 De belasting wordt vastgesteld: 205 EUR voor de takeling van een voertuig met een hoogst toegelaten massa tot en met kg, ongeacht de afgelegde afstand en ongeacht het tijdstip van takelen; 410 EUR voor de takeling van een voertuig met een hoogst toegelaten massa van meer dan kg, ongeacht de afgelegde afstand en ongeacht het tijdstip van takelen; 103 EUR voor een oproep zonder takeling van een voertuig met een hoogst toegelaten massa tot en met kg; 205 EUR voor een oproep zonder takeling van een voertuig met een hoogst toegelaten massa van meer dan kg; 2 EUR voor de bewaring per kalenderdag en per voertuig. Elke begonnen dag wordt aangerekend als een volledige dag. Artikel 4 De belasting wordt contant betaald ofwel tegen afgifte van een betalingsbewijs ofwel door overschrijving op een bankrekening van de stad Eeklo. Indien niet contant wordt betaald, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 5 De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet gebeuren, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering, vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt: 1 de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige; 2 het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen; 3 de uitdrukkelijke vraag om gehoord te worden op de hoorzitting. 38. Algemene financiering - contantbelasting op de afgifte van administratieve stukken - aanslagjaar De gemeenteraad, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 houdende heffing van een contantbelasting op de afgifte van administratieve stukken; Overwegende dat van deze beslissing kennis werd genomen door de provinciegouverneur; Overwegende dat de vestigingstermijn van deze belasting vervalt op 31 december 2015 en dat om het evenwicht van de gemeentebegroting te bereiken, het noodzakelijk is de inkomsten van deze belasting te behouden; Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet; Verslag gemeenteraad 14 december pag. 58/117

59 Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2016 wordt een belasting geheven op de afgifte van administratieve stukken. De belasting is verschuldigd door de natuurlijke personen of rechtspersoon aan wie het stuk wordt afgeleverd. Deze verordening is niet van toepassing op het afleveren van stukken die onderworpen zijn aan de betaling van een bijzonder recht ten voordele van de stad krachtens een wet, een algemeen of provinciaal reglement of een bijzonder gemeentelijk reglement. Volgende tarieven zijn van toepassing: a) - voor de afgifte van attesten immatriculatie voor vreemdelingen: 4,00 EUR; - voor de afgifte van elektronische kaarten: 5,60 EUR voor gewone procedure 5,40 EUR voor spoedprocedure - dringend 6,00 EUR voor spoedprocedure zeer dringend 5,10 EUR voor biometrische identiteitskaarten -voor de aanvraag van nieuwe pin- en puk codes: 5 EUR. b) voor de aflevering van identiteitsbewijzen voor kinderen minder dan 12 jaar (VR): 3,00 EUR voor de aflevering van elektronische kids-id voor kinderen minder dan 12 jaar (Belg): 1,80 EUR voor gewone procedure 2,50 EUR voor spoedprocedure - dringend 3,10 EUR voor spoedprocedure - zeer dringend. c) voor de huwelijksboekjes: 25,00 EUR. d) voor het afleveren van informatiegegevens, voor zover toegelaten, uit het bevolkingsregister of het vreemdelingenregister is een vergoeding verschuldigd van: 0,25 EUR/ naam op gewone lijsten 0,25 EUR/ naam op kleefetiketten. e) voor de reispassen: 10,00 EUR (meerderjarigen) voor gewone en spoedprocedure 5,00 EUR (minderjarigen) voor gewone en spoedprocedure. f) voor de rijbewijzen: Project Mercurius elektronisch model: 5,00 EUR. g) voor een beslissing (zowel weigering als vergunning) inzake een aanvraag tot de stedenbouwkundige vergunningen: 12,00 EUR, met uitzondering van aanvragen tot het (ver)bouwen van meergezinswoningen waarvoor een vergoeding van 7,00 EUR per woongelegenheid wordt gevraagd. h) voor de verkavelingsaanvragen: 7,00 EUR/lot met een minimum van 12,00 EUR (in geval het slechts een lot betreft). i) voor het afleveren van een stedenbouwkundig attest: 12,00 EUR. j) voor het afleveren van een planologisch attest: 12,00 EUR. k) voor de akte name van een melding: 12,00 EUR. l) voor het afleveren van fotokopieën aan burgers: A4 formaat zwart/wit : 0,10 EUR/stuk - recto/verso : 0,15 EUR/stuk A4 formaat kleur : 0,25 EUR/stuk - recto/verso : 0,35 EUR/stuk A3 formaat zwart/wit : 0,20 EUR/stuk - recto/verso : 0,30 EUR/stuk A3 formaat kleur : 0,50 EUR/stuk - recto/verso : 0,70 EUR/stuk Fotokopieën aan gemeenteraadsleden voor uitoefening van hun ambt worden gratis verstrekt. m) voor de afgifte van een conformiteitsattest: 62,50 EUR voor kamerwoningen, verhoogd met 12,00 EUR per kamer vanaf de zesde kamer, doch met een maximum van 1.200,00 EUR per gebouw; 62,50 EUR voor huurwoningen. Artikel 2 Worden van de belasting vrijgesteld: Verslag gemeenteraad 14 december pag. 59/117

60 - de stukken die in uitvoering van een wet of gelijk welk reglement van de administratieve overheid door het stadsbestuur kosteloos moeten worden afgeleverd; - de stukken die worden afgeleverd aan behoeftige personen; de behoeftigheid wordt door ieder overtuigend bewijsstuk gestaafd; - de machtigingen betreffende godsdienstige of politieke manifestaties; - de machtigingen betreffende activiteiten die reeds het voorwerp uitmaken van een belasting of retributie ten voordele van de stad; - de stukken die worden afgeleverd aan de gerechtelijke of administratieve overheden; - de geldigverklaringen van aanvraagformulieren voor vermindering op biljetten van de N.M.B.S., De Lijn en de openbare autobusdiensten; - alle stukken die worden afgeleverd aan eenieder die verklaart dat ze dienen te worden voorgelegd om een tewerkstelling te bekomen, te kunnen solliciteren of aan examens of proeven deel te nemen met het oog op een eventuele aanwerving. Artikel 3 Wanneer de gevraagde stukken met de post worden verstuurd, worden de verzendingskosten aan de belasting toegevoegd. Die kosten dienen bij de aanvraag te worden betaald. Zij zijn eveneens verschuldigd en vooruit te betalen wanneer art. 2 van toepassing is. Artikel 4 De belasting wordt contant betaald ofwel tegen afgifte van een betalingsbewijs ofwel door overschrijving op een bankrekening van de stad Eeklo. Indien niet contant wordt betaald, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 5 De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet gebeuren, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering, vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt: 1 de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige; 2 het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen; 3 de uitdrukkelijke vraag om gehoord te worden op de hoorzitting. 39. Algemene financiering - contantbelasting op de hinderlijke inrichtingen - aanslagjaar De gemeenteraad, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 houdende heffing van een contantbelasting op de hinderlijke inrichtingen; Overwegende dat van deze beslissing kennis werd genomen door de provinciegouverneur; Overwegende dat de vestigingstermijn van deze belasting vervalt op 31 december 2015 en dat om het evenwicht van het budget te behouden, het noodzakelijk is de inkomsten van deze belasting te behouden; Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2016 wordt een belasting geheven op de aanvragen tot of de melding van het exploiteren of veranderen van hinderlijke inrichtingen, waarvan de lijst en de indeling het voorwerp Verslag gemeenteraad 14 december pag. 60/117

61 uitmaken van bijlage 1 bij het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse executieve houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning (Vlarem). Artikel 2 De belasting is verschuldigd door de exploitant van de inrichting die gehouden is tot het indienen van de aanvraag tot of het melden van het exploiteren of veranderen ervan. Artikel 3 De belasting wordt vastgesteld: voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in de eerste klasse en onderworpen aan een milieueffectenrapport en/of veiligheidsrapport, op 500 EUR per inrichting te verhogen met de kosten voor de verplichte publicaties; voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in de eerste klasse en niet onderworpen aan een milieueffectenrapport en/of veiligheidsrapport, op 250 EUR per inrichting te verhogen met de kosten voor de verplichte publicaties; voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in de tweede klasse, op 100 EUR per inrichting; voor de inrichtingen door het Vlarem gerangschikt in de derde klasse, op 15 EUR per inrichting. Artikel 4 De belasting wordt contant betaald ofwel tegen afgifte van een betalingsbewijs ofwel door overschrijving op een bankrekening van de stad Eeklo. Indien niet contant wordt betaald, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 5 De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet gebeuren, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering, vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt: 1 de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige; 2 het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen; 3 de uitdrukkelijke vraag om gehoord te worden op de hoorzitting. 40. Algemene financiering - contantbelasting op het weghalen van sluikstorten - aanslagjaar De gemeenteraad, Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 houdende heffing van een contantbelasting op het weghalen van sluikstorten; Overwegende dat van deze beslissing kennis werd genomen door de provinciegouverneur; Overwegende dat de vestigingstermijn van deze belasting vervalt op 31 december 2015 en dat om het evenwicht van de gemeentebegroting te bereiken, het noodzakelijk is de inkomsten van deze belasting te behouden; Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2016 wordt een belasting geheven op het weghalen van afvalstoffen die worden gestort op plaatsen waar dit wettelijk of reglementair verboden is. Artikel 2 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 61/117

62 De belasting is in hoofdorde verschuldigd door diegene die de afvalstoffen heeft gestort en in bijkomende orde door de eigenaar van de afvalstoffen indien de dader onbekend is,. In het geval er meerdere daders zijn, is elke dader hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de volledige belasting. In het geval er meerdere eigenaars van de afvalstoffen zijn, is elke eigenaar hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de volledige belasting indien de dader onbekend is. Artikel 3 Het bedrag van de belasting wordt gekoppeld aan de tarieven vermeld in het vigerende retributiereglement voor prestaties van het personeel en voor het verhuren van materiaal, met dien verstande dat een minimumaanslag van 250 EUR steeds verschuldigd is. Artikel 4 De belasting wordt contant betaald ofwel tegen afgifte van een betalingsbewijs ofwel door overschrijving op een bankrekening van de stad Eeklo. Indien niet contant wordt betaald, wordt de belasting ambtshalve ingekohierd. Het kohier wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 5 De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet gebeuren, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning of ingeval van inkohiering, vanaf de derde werkdag volgend op de datum van de verzending van het aanslagbiljet of van de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt: 1 de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige; 2 het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen; 3 de uitdrukkelijke vraag om gehoord te worden op de hoorzitting. 41. Algemene financiering - activeringsheffing op niet-bebouwde percelen gelegen in nietvervallen verkavelingen alsook op niet bebouwde gronden gelegen in woongebied - aanslagjaar De gemeenteraad, Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997, met latere wijzigingen, hierna Vlaamse Wooncode genoemd; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, en zijn wijzigingen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, gewijzigd bij decreten van 28 mei 2010 en 17 februari 2012; Gelet op het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en zijn wijzigingen, meer bepaald de mogelijkheid om een activeringsheffing op niet bebouwde kavels en bouwgronden te vestigen; Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening, afgekort als VCRO; Gelet op het besluit van de gemeenteraad van 15 december 2014 houdende aanpassing van de activeringsheffing op niet bebouwde percelen gelegen in niet-vervallen verkavelingen alsook op niet bebouwde gronden gelegen in woongebied; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 Voor het aanslagjaar 2016 wordt een activeringsheffing gevestigd op niet bebouwde percelen gelegen in niet-vervallen verkavelingen, alsook op niet bebouwde gronden gelegen in woongebieden volgens het plannenregister en palend aan een voldoende uitgeruste openbare weg in de zin van artikel Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (verder afgekort als VCRO). Artikel 2 Het bedrag wordt vastgesteld op 15 per strekkende meter en per gedeelte van een strekkende meter lengte van de kavel of bouwgrond palende aan de openbare weg, evenwel met een minimale aanslag van 225 per kavel of bouwgrond. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 62/117

63 Wanneer een perceel paalt aan twee of meerdere openbare wegen, zal als grondslag van de belasting de helft van de som genomen worden van de twee langste zijden van het perceel die palen aan de weg, de afgeronde of afgesneden hoeken niet inbegrepen. Het bedrag van de 1ste heffing wordt beschouwd als de basisheffing. Voor elk bijkomend belastbaar inventarisjaar wordt de basisheffing verhoogd met 25% voor het 2de belastbaar inventarisjaar, 50% voor het 3de belastbaar inventarisjaar, 75% voor het 4de belastbaar inventarisjaar, 100% voor het 5de belastbaar inventarisjaar, de verhoging met telkens 25% is onbeperkt in tijd. Artikel 3 De activeringsheffing bezwaart de eigendom en is verschuldigd hetzij door de eigenaar op 1 januari van het aanslagjaar, de persoon die het vruchtgebruik heeft over het goed, hetzij door de erfpachter of opstalhouder. In geval van mede-eigendom is iedere mede-eigenaar de belasting verschuldigd voor zijn aandeel. In geval dat sommige mede-eigenaars vrijgesteld zijn van de belasting, wordt de belasting enkel gevorderd van de niet-vrijgestelde mede-eigenaars, in verhouding tot hun eigendomsaandeel in het belaste eigendom. Artikel 4 De in artikel 1 bedoelde activeringsheffing wordt niet geheven op kavels of bouwgronden die tijdens het heffingsjaar niet voor bebouwing kunnen worden bestemd, ingevolge: hun inrichting als collectieve voorzieningen, met inbegrip van hun aanhorigheden; een bouwverbod of enige andere erfdienstbaarheid tot openbaar nut die woningbouw onmogelijk maakt; een vreemde oorzaak die de belastingplichtige niet kan worden toegerekend, zoals de beperkte omvang van de kavels of bouwgronden, of hun ligging, vorm of fysieke toestand. Artikel 5 Van de activeringsheffing zijn vrijgesteld: 1. de erkende sociale woonorganisaties, provincie, gemeente, OCMW of intergemeentelijke vereniging; de vrijstelling geldt voor maximum vijf aanslagjaren volgend op de opname; 2. bouwheren of verkavelaars die een sociale last uitvoeren in natura (cfr. artikel van het gronden pandendecreet); de vrijstelling geldt voor maximum vijf aanslagjaren volgend op de opname; 3. door de overheid erkende jeugd- en sportverenigingen; 4. de nieuwe eigenaars (natuurlijke personen en rechtspersonen die (mede)eigenaar zijn) van één enkele onbebouwde kavel of bouwgrond bij uitsluiting van enig ander onroerend goed. Deze vrijstelling geldt gedurende 3 aanslagjaren die volgen op de verwerving van het goed. In geval van overdracht onder levenden is de datum van verwerving deze van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht; 5. de nieuwe eigenaars (natuurlijke personen en rechtspersonen die (mede)eigenaar zijn) van één enkele onbebouwde kavel of bouwgrond maar die ook nog een ander onroerend goed hebben. Deze vrijstelling geldt gedurende 1 aanslagjaar volgend op de verwerving van het goed. In geval van overdracht onder levenden is de datum van verwerving deze van de authentieke akte tot vaststelling van de overdracht; 6. de eigenaars van een onbebouwde kavel of bouwgrond die een stedenbouwkundige vergunning hebben bekomen gedurende het kalenderjaar voorafgaand aan het aanslagjaar. Deze vrijstelling geldt voor één aanslagjaar volgend op het jaar waarin de stedenbouwkundige vergunning werd verleend. Deze vrijstelling kan door een eigenaar van een grond slechts éénmaal ingeroepen worden; 7. de eigenaars van een onbebouwde kavel of bouwgrond die een stedenbouwkundige vergunning met een sloping van de bestaande constructie hebben bekomen gedurende het kalenderjaar voorafgaand aan het aanslagjaar. Deze vrijstelling geldt voor twee aanslagjaren volgend op het jaar waarin de stedenbouwkundige vergunning werd verleend. Deze vrijstelling kan door een eigenaar van een grond slechts éénmaal ingeroepen worden; 8. de verkavelaars, indien de verkavelingsvergunning geen werken omvat, en dit gedurende het jaar volgend op het jaar waarin de verkavelingsvergunning werd toegekend; deze vrijstelling geldt slechts voor een periode van 5 jaar volgend op de verwerving van het goed; 9. de verkavelaars, indien de verkavelingsvergunning werken omvat, en dit gedurende het jaar volgend op de datum waarop het verkoopattest is afgeleverd; deze vrijstelling geldt slechts voor een periode van 5 jaar volgend op de verwerving van het goed. Artikel 6 De vrijstellingen vervat in de artikelen 4 en 5 hiervoor hebben voorrang op die opgesomd in het gronden- en pandendecreet. Artikel 7 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 63/117

64 De activeringsheffing op niet bebouwde percelen in niet-vervallen verkavelingen kan, met betrekking tot eenzelfde eigendom, niet worden gecumuleerd met de activeringsheffing op niet bebouwde gronden gelegen in woongebied en palend aan een openbare uitgeruste weg. Artikel 8 Een kavel of bouwgrond wordt als bebouwd aanzien wanneer, ingevolge een stedenbouwkundige vergunning, de oprichting van een woning erop is aangevat (waaruit de intentie blijkt om de bouw te starten bvb. de voorbereidende funderingswerken of het gieten van een vloerplaat) op 1 januari van het aanslagjaar. Artikel 9 Elke belastingplichtige moet aangifte doen door middel van het formulier dat hem/haar toegezonden wordt door het stadsbestuur van Eeklo. Wie geen aangifteformulier ontving, moet het document afhalen of aanvragen bij het stadsbestuur van Eeklo, dienst huisvesting, Industrielaan 2, 9900 Eeklo vóór 30 september van het desbetreffende dienstjaar. Artikel 10 De verkoper van een onbebouwd perceel is verplicht binnen de 2 maanden na het verlijden van de notariële akte aan het stadsbestuur mee te delen: volledige identiteit en adres van de nieuwe eigenaar; datum van de akte en naam van de notaris; nauwkeurige aanduiding van het verkochte perceel. Artikel 11 De activeringsheffing wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De activeringsheffing is te betalen binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 12 Bij gebrek aan tijdige aangifte, of ingeval van onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte wordt de belasting van ambtswege ingekohierd volgens de gegevens waarover het stadsbestuur beschikt, onverminderd het recht van bezwaar en beroep. Artikel 13 De belastingplichtige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet gebeuren, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingplichtige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt: 1 de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingplichtige; 2 het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen 3 de uitdrukkelijke vraag om gehoord te worden op de hoorzitting. Artikel 14 De vrijstellingen die reeds verleend zijn in toepassing van vorige reglementen activeringsheffing op niet-bebouwde percelen gelegen in niet-vervallen verkavelingen alsook op niet bebouwde gronden gelegen in woongebied blijven onverkort geldig tot deze vrijstellingen verlopen zijn, behalve de vrijstellingen verleend in functie van een pachtcontract afgesloten vóór 01/01/2012. Voor deze toegekende vrijstelling geldt een maximum periode van 5 aanslagjaren en waarbij aanslagjaar 2015 wordt beschouwd als het eerste aanslagjaar. 42. Algemene financiering - leegstandsheffing op leegstaande woningen en gebouwen - aanslagjaar De gemeenteraad, Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en zijn wijzigingen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008, en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, met latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 4 februari 1997 houdende de kwaliteitsnormen- en veiligheidsnormen voor kamers en studentenkamers, hierna Kamerdecreet genoemd; Verslag gemeenteraad 14 december pag. 64/117

65 Gelet op het decreet van 27 maart 2009, met latere wijzigingen, betreffende het grond- en pandenbeleid, hierna het grond- en pandendecreet genoemd, waarin de leegstandsinventaris een verplichte gemeentelijke bevoegdheid wordt en tevens de mogelijkheid biedt om een leegstandsheffing te innen; Gelet op het decreet van 9 juli 2010 houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid; Gelet op het decreet van 23 december 2011 houdende wijziging van diverse bepalingen van het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid en van diverse bepalingen van andere decreten die betrekking hebben op het grond- en pandenbeleid en meer bepaald gelet op de verplichte opname vanaf 1 januari 2013 van een beroepsprocedure tegen de beslissingen tot weigering van schrapping van een gebouw of woning uit het leegstandsregister in het gemeentelijk reglement; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister en houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 2 april 1996 betreffende de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van gebouwen en/of woningen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 15 december 2014 houdende leegstandsheffing op leegstaande woningen en gebouwen - aanslagjaar 2015; Overwegende dat de langdurige leegstand van woningen en gebouwen in de gemeente moet voorkomen en bestreden worden; Overwegende dat omwille van de administratieve vereenvoudiging en duidelijkheid het volledig reglement wordt hernomen in zijn gewijzigde vorm; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 Algemene bepalingen Voor het aanslagjaar 2016 wordt een leegstandsheffing gevestigd op leegstaande woningen en gebouwen zoals die opgenomen zijn in het gemeentelijk leegstandsregister, opgemaakt en bijgehouden overeenkomstig artikel van het decreet grond- en pandenbeleid. Zolang de woning of het gebouw niet uit het leegstandsregister geschrapt is, blijft de heffing verschuldigd op het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van opname in het leegstandsregister. Dit gewijzigd reglement treedt in werking op 1 januari Artikel 2 Definities Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1. woning: elk onroerend goed of het deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande, hierna onderverdeeld als volgt: - woning als zelfstandig gebouw - appartement: woning met minstens 1 afzonderlijke slaapkamer - studio: woning met slaapgelegenheid in de leefruimte. 2. kamer: woning waarin één of meer van de volgende voorzieningen ontbreken: - wc - bad of douche - kookgelegenheiden waarvan de bewoner voor deze voorzieningen afhankelijk is van de gemeenschappelijke ruimten in of aansluitend bij het woonhuis waarvan de kamer deel uitmaakt. 3. bouwlaag: de ruimte die bestaat tussen een afgewerkte vloer en de afgewerkte vloer van de bovenliggende verdieping, ongeacht het gebruik dat van die ruimte gemaakt wordt. Enkel een technische verdieping onder een niet-plat dak en kelderverdieping, die geheel of deels onder het maaiveld is uitgevoerd, gelden niet als bouwlaag. De gelijkvloerse verdieping is de 1ste bouwlaag, de 1ste verdieping wordt de 2de bouwlaag genoemd. De ruimte onder het dak wordt beschouwd als een volwaardige bouwlaag indien de oppervlakte, met een vrije hoogte van 1,80 m, meer is dan de helft van de vloeroppervlakte van de onderliggende verdiepingen. Ondergrondse ruimtes welke publiek toegankelijk zijn worden in aanmerking genomen als volwaardige bouwlaag. Het afgewerkt plafond van deze ruimtes moet in voorkomend geval 1m boven het aanliggend maaiveld uitsteken. 4. gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, dat niet beantwoordt aan de definitie van woning zoals bedoeld onder punt 1. hiervoor en met Verslag gemeenteraad 14 december pag. 65/117

66 uitsluiting van de bedrijfsruimten vermeld in artikel 2-1 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten. 5. leegstaande woning: een woning die gedurende een termijn van tenminste twaalf opeenvolgende maanden niet aangewend wordt in overeenstemming met de vergunde woonfunctie. 6. leegstaand gebouw: een gebouw dat voor meer dan de helft van de totale vloeroppervlakte niet overeenkomstig de functie van het gebouw wordt aangewend gedurende een termijn van ten minste twaalf opeenvolgende maanden. Daarbij wordt geen rekening gehouden met woningen die deel uitmaken van het gebouw. De functie van het gebouw is deze die overeenkomt met een voor het gebouw of voor gedeelten daarvan afgeleverde of gedane stedenbouwkundige vergunning, melding in de zin van artikel 94 van het decreet Ruimtelijke Ordening, milieuvergunning of melding in de zin van het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning. Bij een gebouw waarvoor geen vergunning of melding voorhanden is of waarvan de functie niet duidelijk uit een vergunning of melding blijkt, wordt deze functie afgeleid uit het gewoonlijk gebruik van het gebouw voorafgaand aan het vermoeden van leegstand, zoals dat blijkt uit aangiften, akten of bescheiden. Een gebouw dat in hoofdzaak gediend heeft voor een economische activiteit, vermeld in artikel 2,2, van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten, wordt niet beschouwd als leegstaand zolang de oorspronkelijke beoefenaar van deze activiteit een gedeelte van het gebouw bewoont en dat gedeelte niet afsplitsbaar is. Een gedeelte is afsplitsbaar indien het na sloping van de overige gedeelten kan worden beschouwd als een afzonderlijke woning die voldoet aan de bouwfysische vereisten. De bebouwde onroerende goederen die vallen onder de toepassing van het hiervoor bedoelde decreet van 19 april 1995 zijn niet onderworpen aan de gemeentelijke leegstandsheffing. 7. leegstaande nieuwe woning of gebouw: een woning of gebouw dat binnen de zeven jaar na afgifte van een stedenbouwkundige vergunning in laatste administratieve aanleg niet aangewend wordt overeenkomstig artikel 2.2.6, 2 en 3, van het grond- en pandendecreet. 8. leegstandsregister: register van leegstaande woningen en gebouwen, zoals bedoeld in boek 2, titel 2, hoofdstuk 3, afdeling 2 van het grond- en pandendecreet. 9. inventarisatiedatum: de datum waarop de woning of het gebouw voor de eerste maal in het leegstandsregister wordt opgenomen. 10. renovatienota: een schriftelijke nota die bestaat uit: a) een overzicht van uit te voeren werken waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is; b) een gedetailleerd tijdschema waarbinnen de werken zullen uitgevoerd worden; c) een kostenraming. De nota is goed te keuren door het college van burgemeester en schepenen. 11. ramp: een gebeurtenis die zich voordeed buiten de wil van de houder van het zakelijk recht en waardoor de schade dermate is dat het gebruik onmogelijk is, bv. brand, gasontploffing, blikseminslag. 12. administratie: de gemeentelijke ambtenaren die door het college van burgemeester en schepenen belast worden met het beheer van de gemeentelijke inventaris en het leegstandsregister. 13. beveiligde zending: één van de hiernavolgende betekeningwijzen: a) aangetekend schrijven b) afgifte tegen ontvangstbewijs c) elke andere door de Vlaamse regering toegelaten betekeningwijze waarbij de datum van kennisgeving met zekerheid kan worden vastgelegd. Artikel 3 Heffingsschuldige 1. Als heffingsschuldige wordt beschouwd de houder van één van de hierna vermelde zakelijke rechten met betrekking tot een woning of gebouw, op het ogenblik van de opname in het leegstandsregister: a) volle eigendom; b) recht van opstal of van erfpacht; c) vruchtgebruik. 2. Zolang de woning of het gebouw, niet is geschrapt uit het leegstandsregister, wordt de houder van een zakelijk recht bedoeld in punt 1 hiervoor, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van twaalf maanden verstrijkt, als heffingsschuldige van de nieuwe leegstandsheffing beschouwd. 3. Behoort één van die zakelijke rechten in onverdeeldheid toe aan meer dan één persoon, dan geldt de onverdeeldheid als heffingsschuldige. De leden van de onverdeeldheid zijn hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde leegstandsheffing naar rato van hun deel in de onverdeeldheid. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 66/117

67 4. Degene die een zakelijk recht zoals bedoeld in punt 1 hiervoor overdraagt, moet de verkrijger ervan uiterlijk op het ogenblik van de overdracht van het zakelijk recht via een beveiligde zending in kennis stellen van de opname van de woning of het gebouw in het leegstandsregister. Deze kennisgeving kan vervangen worden door een vermelding in de notariële akte. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht zoals bedoeld in het eerste lid, als heffingsschuldige beschouwd voor de eerstvolgende leegstandsheffing die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. 5. Degene die een zakelijk recht overdraagt, is tevens verplicht om binnen de maand na het verlijden van de notariële akte aan de administratie een kopie van de notariële akte over te maken; dit kan gebeuren door verzending of overhandiging. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens: a) naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht; b) datum van de akte, naam en standplaats van de notaris; c) nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, zoals bedoeld in het eerste lid, als heffingsschuldige beschouwd voor de eerstvolgende leegstandsheffing die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. Artikel 4 Opname in het leegstandsregister 1. De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om leegstand op te sporen en in een gemotiveerde administratieve akte vast te stellen, overeenkomstig de bepalingen van het gronden pandendecreet en van het besluit van de Vlaamse regering van 10 juli 2009 houdende nadere regels betreffende het leegstandsregister. 2. De hiervoor bedoelde ambtenaren bezitten de onderzoek-, controle- en vaststellingsbevoegdheden, vermeld in artikel 6 van het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, wanneer het vermoeden bestaat dat een woning of gebouw leeg staat. 3. Het vaststellen van leegstand gebeurt op basis van een gemotiveerde administratieve akte waarin het vermoeden van leegstand aangegeven wordt. Dit laatste kan gesteund zijn op het ontbreken van een inschrijving in de bevolkingsregisters, het ontbreken van een aangifte als 2de verblijfplaats, het aanbieden als te huur of te koop, het vermoeden van een dermate laag verbruik van de nutsvoorzieningen dat een gebruik overeenkomstig de woonfunctie of het normale gebruik van het gebouw kan worden uitgesloten het gebruik van een woning als domiciliewoning, een aanvraag om vermindering van het kadastraal inkomen of van onroerende voorheffing, het vermoeden dat de woning geen woonfunctie heeft of het gebouw niet gebruikt wordt overeenkomstig de bestemming, het ontbreken van meubilair of inrichting, dichtgemaakte raam- en/of deuropeningen, langdurig neergelaten rolluiken, uitpuilende of dichtgeplakte brievenbus, getuigenissen, enz. 4. Onder bijvoeging van de gemotiveerde administratieve akte wordt de zakelijk gerechtigde, met beveiligde zending, in kennis gesteld van de beslissing tot opname van een leegstaande woning of gebouw in het leegstandsregister en van de mogelijkheden tot vrijstelling van de leegstandsheffing. 5. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven vermeld in 4 hiervoor, kan de zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot opname in het leegstandsregister, en hierbij alle bewijsmiddelen van gemeen recht -met uitzondering van de eed- aanwenden. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Elk inkomend beroepsschrift wordt geregistreerd in het leegstandsregister en een ontvangstmelding wordt naar de indiener van het beroepsschrift verstuurd. 6. De al dan niet aanvaarding van een beroep kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor een feitenonderzoek. 7. Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt betekend met beveiligde zending. Als het college van burgemeester en schepenen het beroep gegrond acht, of nalaat om binnen de termijn van negentig dagen kennis te geven van zijn beslissing, kunnen de eerder gedane vaststellingen geen aanleiding geven tot een beslissing tot opname in het leegstandsregister. 8. Als de beslissing tot opname in het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, wordt de woning of het gebouw in het leegstandsregister opgenomen op datum van de administratieve akte van leegstand. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 67/117

68 Artikel 5 Schrapping uit het leegstandsregister 1. Een woning of gebouw wordt uit het leegstandsregister geschrapt als aangetoond is dat die gedurende een termijn van tenminste zes opeenvolgende maanden aangewend wordt in overeenstemming met de respectievelijke functie (cfr. art en 2 van het gronden- en pandendecreet). Desgevallend zal de administratie de woning of het gebouw uit het leegstandsregister schrappen, na het verstrijken van het effectieve gebruik gedurende een periode van zes opeenvolgende maanden, met als ingangsdatum van de schrapping de eerste dag van de aanwending overeenkomstig de functie. 2. Het schrappen van een woning of gebouw kan met eenvoudig verzoek aangevraagd worden door de zakelijk gerechtigde. 3. De al dan niet inwilliging van een verzoek tot schrapping kan worden voorafgegaan door een controle ter plaatse. Het verzoek tot schrapping wordt niet ingewilligd als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor een feitenonderzoek. 4. De administratie behandelt een verzoek tot schrapping binnen een termijn van orde van twee maanden na ontvangst, en brengt de verzoeker op de hoogte van zijn beslissing met een beveiligde zending. 5. Binnen een termijn van dertig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het schrijven vermeld in 4 hiervoor, kan de zakelijk gerechtigde bij het college van burgemeester en schepenen beroep aantekenen tegen de beslissing tot weigering van schrapping, en hierbij alle bewijsmiddelen van gemeen recht -met uitzondering van de eed- aanwenden. Het beroep wordt per beveiligde zending betekend. Elk inkomend beroepsschrift wordt geregistreerd in het leegstandsregister en een ontvangstmelding wordt naar de indiener van het beroepsschrift verstuurd. 6. De al dan niet aanvaarding van een beroep kan worden voorafgegaan door een controle van de administratie ter plaatse. Het beroep wordt geacht ongegrond te zijn als de toegang tot een pand geweigerd of verhinderd wordt voor een feitenonderzoek. 7. Het college van burgemeester en schepenen doet uitspraak over het beroep en betekent zijn beslissing aan de indiener ervan binnen een termijn van negentig dagen, ingaand de dag na deze van de betekening van het beroepschrift. De uitspraak wordt betekend met beveiligde zending. Als het college van burgemeester en schepenen het beroep gegrond acht, of nalaat om binnen de termijn van negentig dagen kennis te geven van zijn beslissing, kunnen de eerder gedane vaststellingen geen aanleiding geven tot een weigering van schrapping uit het leegstandsregister. 8. Als de beslissing tot weigering van schrapping uit het leegstandsregister niet tijdig betwist wordt, of het beroep van de zakelijk gerechtigde onontvankelijk of ongegrond is, blijft de woning of het gebouw in het leegstandsregister opgenomen vanaf de datum van de administratieve akte van leegstand. Artikel 6 Berekening van de heffing Het bedrag van de leegstandsheffing wordt als volgt vastgesteld: - voor een woning of gebouw: 125 per strekkende meter gevellengte van de woning of het gebouw, vermenigvuldigd met het aantal bouwlagen, doch met een minimum van per woning of gebouw; Als gevellengte wordt beschouwd de projectie van de afstand tussen de uiterste punten van de woning of het gebouw op de straatzijde. De belastbare lengte wordt steeds in volle meter uitgedrukt. De gedeelten kleiner dan de halve meter worden weggelaten; de gedeelten gelijk aan of boven een halve meter worden aangerekend als volle meter. De afronding gebeurt pas na het vermenigvuldigen van het aantal strekkende meter gevellengte met het aantal bouwlagen. Indien de woning of het gebouw gelegen is op een hoekperceel of paalt aan twee of meer straten zal als grondslag voor de belastingberekening de langste gevellengte in aanmerking genomen worden. Voor de berekening van de verschuldigde heffing worden een bewoonde of in gebruik zijnde kelder of zolder als bouwlaag aanzien. - voor een appartement of studio wordt de heffing vastgesteld op een vast bedrag van 500 per woon-gelegenheid. - voor een kamer wordt de heffing vastgesteld op een vast bedrag van 250 per kamer. Het bedrag van de 1ste heffing wordt beschouwd als de basisheffing. Zowel voor een woning, gebouw, appartement, studio of een kamer wordt voor elk bijkomend inventarisatiejaar de basisheffing verhoogd met 25 % voor het 2de inventarisatiejaar, 50 % voor het 3de inventarisatiejaar, 75 % voor Verslag gemeenteraad 14 december pag. 68/117

69 het 4de inventarisatiejaar, 100 % voor het 5de inventarisatiejaar, 125 % voor het 5de inventarisatiejaar, enz De verhoging met telkens 25 % is onbeperkt in tijd. Artikel 7 Vrijstellingen Van de leegstandsheffing zijn vrijgesteld: de heffingsschuldige die volle eigenaar is van één enkele woning, bij uitsluiting van enige andere woning; deze vrijstelling geldt voor een periode van maximaal drie aanslagjaren te rekenen vanaf de inventarisatiedatum; de heffingsschuldige die als laatste de woning bewoonde en die in een erkende ouderenvoorziening verblijft, of voor een langdurig verblijf werd opgenomen in een psychiatrische instelling; het bewijs van verblijf wordt geleverd door de instelling waar betrokkene is opgenomen; de vrijstelling geldt voor maximum drie aanslagjaren volgend op de inventarisdatum; de heffingsschuldige waarvan de handelingsbekwaamheid beperkt werd ingevolge een gerechtelijke beslissing; de nieuw zakelijk gerechtigde gedurende twee opeenvolgende aanslagjaren na het verkrijgen van het zakelijk recht op voorwaarde dat in de loop van de vrijstellingsperiode er geen nieuwe overdracht plaatsvindt; deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan vennootschappen die door de overdrager rechtstreeks of onrechtstreeks in rechten of in feiten gecontroleerd worden, of indien de overdracht het gevolg is van een fusie, splitsing of een andere overgang ten algemene titel, of aan bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij in geval van overdracht bij erfopvolging of testament; indien de houder van het zakelijk recht een erkende sociale woonorganisatie, provincie, gemeente, OCMW of intergemeentelijke vereniging is, voor zover het panden betreft die het voorwerp uitmaken van een project tot het realiseren van een meer kwalitatieve woonomgeving; de vrijstelling geldt voor maximum vijf aanslagjaren volgend op de inventarisdatum. Een vrijstelling wordt verleend indien de woning of het gebouw: gelegen is binnen de grenzen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan; geen voorwerp meer kan uitmaken van een stedenbouwkundige vergunning omdat een voorlopig of definitief onteigeningsplan is vastgesteld; vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie aanslagjaren volgend op de datum van de vernieling of beschadiging; onmogelijk daadwerkelijk gebruikt kan worden omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van twee aanslagjaren volgend op de aanvang van de onmogelijkheid tot daadwerkelijk gebruik; gerenoveerd wordt: - op basis van een stedenbouwkundige vergunning, en dit voor een termijn van maximum vier aanslagjaren te rekenen vanaf de datum van goedkeuring van de stedenbouwkundige vergunning; - op basis van een goedgekeurde renovatienota, en dit voor een termijn van maximum vier aanslagjaren te rekenen vanaf de datum van goedkeuring van de renovatienota; Indien het pand tijdens de vrijgestelde periode wordt verkocht (zonder de stedenbouwkundige, vergunning of de renovatienota te hebben uitgevoerd), indien de stedenbouwkundige vergunning is vervallen of indien de renovatie niet tijdig of niet werd uitgevoerd zoals opgegeven in de renovatienota, worden de toegekende vrijstellingen herroepen en wordt de belasting met terugwerkende kracht geïnd. het voorwerp uitmaakt van een overeenkomst met het oog op renovatie-, verbetering- of aanpassingswerkzaamheden in de zin van artikel 18, 2, van de Vlaamse Wooncode; het voorwerp uitmaakt van een door de gemeente, het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn of een sociale woonorganisatie verkregen sociaal beheersrecht, overeenkomstig artikel 90 van de Vlaamse Wooncode. Bovenstaande vrijstellingen hebben voorrang op die opgesomd in het gronden- en pandendecreet. Artikel 8 Opname in verschillende inventarissen Een woning of gebouw dat is of wordt opgenomen in het leegstandsregister kan eveneens worden opgenomen in de inventaris van verwaarloosde woningen of gebouwen. Artikel 9 - Inkohiering De leegstandsheffing wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De leegstandsheffing is te betalen binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 10 Bezwaar Verslag gemeenteraad 14 december pag. 69/117

70 De heffingsschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet gebeuren, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar wordt gedagtekend en ondertekend door de heffingsschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt: 1 de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de heffingsschuldige; 2 het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen; 3 de uitdrukkelijke vraag om gehoor te worden op de hoorzitting. Artikel 11 De beslissing van de gemeenteraad dd. 15 december 2014 houdende leegstandsheffing op leegstaande woningen en gebouwen - aanslagjaar wordt ingetrokken. 43. Algemene financiering - belasting ter bestrijding van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten - aanslagjaar De gemeenteraad, Gelet op het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsgebouwen, laatst gewijzigd bij decreet van 22 juni 2012, hierna genoemd het decreet; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, met latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen, met latere wijzigingen; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 1 juli 1997 tot uitvoering van het decreet van 19 april 1997 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsgebouwen, met latere wijzigingen, hierna genoemd het uitvoeringsbesluit; Gelet op de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, Titel 2, Hoofdstuk 6 en het besluit van de Vlaamse regering hieromtrent; Overwegende dat de leegstand, de verkrotting en de verwaarlozing van bedrijfsruimten in de gemeente voorkomen en bestreden moet worden; Dat de gemeente derhalve een eigen belasting dient te vestigen op leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten; Overwegende dat een goede omschrijving van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten is opgenomen in het voormelde decreet en uitvoeringsbesluit voor gans het grondgebied van het Vlaamse Gewest, dat de inventaris van leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten tot stand komt en geactualiseerd wordt met medewerking van de gemeenten, overeenkomstig artikel 3 1 van het decreet; dat de gemeente derhalve beschikt over een lijst met de nodige identificatiegegevens van de leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten op haar grondgebied; Overwegende dat het aangewezen is dat de gemeente gebruik maakt van dezelfde omschrijving van leegstaande en verwaarloosde bedrijfsgebouwen en van de definities van artikel 2 van het decreet, voor de vestiging van een eigen gemeentebelasting met toepassing van de vrijstellingen die gelden voor de gewestelijke heffing; Gelet op de financiële toestand van de gemeente; Na beraadslaging; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 - Belastbaar feit 1. Voor het aanslagjaar 2016 wordt een belasting geheven op de geheel of gedeeltelijk leegstaande en verwaarloosde bedrijfsruimten gelegen op het grondgebied van de gemeente. 2. In dit reglement wordt verstaan onder: 1 bedrijfsruimte: de verzameling van alle percelen waarop zich minstens één bedrijfsgebouw bevindt, als één geheel te beschouwen en waar een economische activiteit heeft plaatsgevonden of plaatsvindt. De ruimte wordt niet beschouwd als bedrijfsruimte indien de woning van de eigenaar er een niet afsplitsbaar onderdeel van uitmaakt en effectief wordt benut als verblijfplaats door de eigenaar zelf (en niet door derden). Verslag gemeenteraad 14 december pag. 70/117

71 2 economische activiteiten: activiteiten zoals industrie, ambacht, handel, dienstverlening, administratie, opslag, tuinbouw, landbouw, alles in de meest ruime zin, al dan niet met winstoogmerk, zonder dat deze opsomming van beperkende aard is; 3 geheel of gedeeltelijk leegstaande bedrijfsruimte: vanaf het ogenblik dat meer dan 50% van de totale vloeroppervlakte van de bedrijfsgebouwen niet effectief wordt benut; 4 gehele of gedeeltelijke verwaarlozing: - één of meer uitgesproken gebreken vertonen aan buitenmuren, schoorstenen, dakbedekking, dakgebinte, buitentimmerwerk, kroonlijst, dakgoten, trappen of liften van het bedrijfsgebouw, zonder dat deze opsomming beperkend is; - indringing van vocht in het bedrijfsgebouw; - gevaar voor veiligheid of stabiliteit van het bedrijfsgebouw; - uitzonderlijk lang onafgewerkt blijven; 3. De belasting is voor het eerst verschuldigd op 1 januari van het aanslagjaar volgend op de eerste periode van 12 maanden na de vaststelling van de toestand van leegstand of verwaarlozing. De houder van het zakelijk recht van de leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimte wordt door het gemeentebestuur in kennis gesteld van de vaststelling met vermelding van: de elementen die blijk geven van leegstand of verwaarlozing; het belastingreglement, met de tarieven en mogelijke berekening van de belasting; de vrijstellingsgronden. De houder van het zakelijk recht kan zijn opmerkingen of bezwaren schriftelijk indienen gedurende een termijn van dertig dagen ingaand de derde dag volgend op de verzending van de kennisgeving. De vaststelling kan pas definitief gebeuren na het verstrijken van die termijn. Artikel 2 - Belastingplichtige 1. De belasting is verschuldigd door de houder van het zakelijk recht betreffende de bedrijfsruimte op 1 januari van het aanslagjaar. Ingeval er een recht van opstal, erfpacht of vruchtgebruik bestaat, is de belasting verschuldigd door de houder van dat zakelijk recht van opstal, van erfpacht of van vruchtgebruik op het ogenblik dat de belasting van het aanslagjaar verschuldigd wordt. 2. Ingeval van mede-eigendom zijn de mede-eigenaars hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. Ingeval er meerdere andere houders zijn van een zakelijk recht zijn deze eveneens hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de totale belastingschuld. 3. De overdrager van het zakelijk recht moet de verkrijger ervan in kennis stellen dat het goed is opgenomen in de inventaris. Tevens moet hij per aangetekend schrijven een kopie van de notariële akte bezorgen aan de gemeente, binnen twee maanden na het verlijden van de notariële akte. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens: - naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht en zijn eigendomsaandeel; - datum van de akte, naam en standplaats van de notaris; - nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, in afwijking van 1, als belastingschuldige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. Artikel 3 Berekening van de heffing De aanslagvoet van de belasting bedraagt: bedrijfsruimte tussen 500 m² en 750 m² = bedrijfsruimte tussen 750 m² en m² = bedrijfsruimte tussen m² en m² = bedrijfsruimte tussen m² en m² = bedrijfsruimte > m² = Vanaf het tweede aanslagjaar ten laste van eenzelfde eigenaar verhoogt de aanslagvoet halfjaarlijks met telkens 15%. Bvb. datum opname inventaris: 01/09/2013 1ste registratie: 01/09/2013 2de registratie: 01/09/2014 1ste aanslagjaar: 01/01/2015 2de aanslagjaar: 01/01/2016: pand nog op inventaris: aanslagvoet (x) + 15% (x1)) 30/06/2016: pand nog op inventaris: aanslagvoet (x1) + 15% (x2)) 3de aanslagjaar: 01/01/2017: pand nog op inventaris: aanslagvoet (x2) + 15% (x3)) 06/30/2017: pand nog op inventaris: aanslagvoet (x3) + 15% (x4)) Artikel 4 - Vrijstellingen Verslag gemeenteraad 14 december pag. 71/117

72 1. De nieuwe houder van het zakelijk recht, voor het aanslagjaar volgend op de verwerving; 2. Een vrijstelling wordt verleend voor het bedrijfsgebouw: 1 dat geheel of gedeeltelijk leegstaat ingevolge bedrijfseconomische omstandigheden maar in goede staat wordt gehouden zodat het onmiddellijk in gebruik kan genomen worden. Deze vrijstelling geldt gedurende een periode van een jaar; 2 waarop een onteigeningsbeslissing rust of waarvoor een procedure tot onteigening is ingezet; 3 waarvoor een aanvaarde vernieuwing geldt, overeenkomstig artikel 34 van het decreet van 19 april 1995 houdende maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsgebouwen, laatst gewijzigd bij decreet van 22 juni Deze vrijstelling geldt voor een periode van twee jaar; 4 dat het voorwerp uitmaakt van een Brownfieldconvenant, definitief gesloten overeenkomstig hoofdstuk III van het decreet van 30 maart 2007 betreffende de Brownfieldconvenanten, voor zover de eigenaar actor is bij het Brownfieldconvenant. Deze vrijstelling geldt tot aan de beëindiging van het Brownfieldconvenant, overeenkomstig artikel 10 3, van het decreet van 30 maart 2007 betreffende de Brownfieldconvenanten. Op het einde van deze periode moet de verwaarlozing en/of de leegstand zijn beëindigd; 5 dat het voorwerp uitmaakt van een door de OVAM conform verklaard bodemsaneringsproject overeenkomstig titel III, hoofdstuk V, van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming. Deze vrijstelling geldt vanaf de datum van de aanvraag van de opschorting tot aan de datum van de eindverklaring van de OVAM overeenkomstig artikel 68 van het decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming, evenwel met een maximumtermijn van vijf jaar vanaf de conformverklaring van het bodemsaneringsproject. Op het einde van deze periode moet de verwaarlozing en/of de leegstand zijn beëindigd; 6 dat vernield of beschadigd werd ten gevolge van een plotse ramp, met dien verstande dat deze vrijstelling slechts geldt gedurende een periode van drie jaar volgend op de datum van de vernieling of beschadiging; 7 waarvoor een stedenbouwkundige vergunning werd afgeleverd en dit voor een termijn van maximum 4 jaar te rekenen vanaf de datum van goedkeuring van de desbetreffende stedenbouw vergunning; 8 waarvoor een gedetailleerd renovatieschema wordt goedgekeurd. Het renovatieschema dient volgende stukken te bevatten: - tekening of schets van het bedrijfsgebouw met aanduiding van de geplande werken; - een volledige opsomming en beschrijving van alle geplande werken; - de aanvangsdatum en uitvoeringstermijn van de werkzaamheden; - een raming van de kosten aan de hand van een offerte voor levering en plaatsing van materialen door een aannemer hetzij een offerte voor levering van materialen indien de werken in eigen beheer worden uitgevoerd, hetzij een combinatie van beide; - ingeval van leegstand een fotoreportage van de gebouwdelen die gerenoveerd worden. De vrijstelling geldt voor het jaar van het indienen van het renovatieschema en het daaropvolgende aanslagjaar. Er kan maar éénmalig beroep gedaan worden op de vrijstelling door dezelfde eigenaar voor eenzelfde bedrijfsgebouw. Artikel 5 Wijze van inning De belasting wordt ingevorderd bij wijze van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen. Artikel 6 - Betaaltermijn De belasting moet betaald worden binnen twee maanden na verzending van het aanslagbiljet. Artikel 7 Bezwaarprocedure De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van 3 maanden te rekenen vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet of vanaf de kennisgeving van de aanslag. Artikel 8 Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het decreet van 30 mei 2008, zijn de bepalingen van titel VII,(Vestiging en Invordering van de belastingen) hoofdstukken 1 (algemene bepalingen), 3 onderzoek en controle), 4 bewijsmiddelen van de administratie, 6 tot en met 9bis (aanslagtermijn, rechtsmiddelen, invordering van de belasting waaronder de nalatigheids- en moratoriumintrest; Verslag gemeenteraad 14 december pag. 72/117

73 rechten en voorrechten van de schatkist,) van het Wetboek van de inkomstenbelastingen en de artikelen 126 tot 175 van het uitvoeringsbesluit van dit Wetboek (betreft o.m. de verjaring en de vervolgingen) van toepassing voor zover zij met name niet de belastingen op de inkomsten betreffen. Artikel 9 Deze verordening wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. Artikel 10 Deze verordening treedt in werking op 01/01/ Algemene financiering - belasting op verwaarlozing van woningen en gebouwen en op ongeschiktheid en/of onbewoonbaarheid van woningen - aanslagjaar De gemeenteraad, Gelet op het gemeenteraadbesluit van 15 december 2014 betreffende de belasting op verwaarlozing van woningen en gebouwen en op ongeschiktheid en/of onbewoonbaarheid van woningen; Overwegende dat de vestigingstermijn van deze belasting vervalt op 31 december 2015 en dat om het evenwicht van de gemeentebegroting te behouden, het noodzakelijk is de inkomsten van deze belasting te behouden; Gelet op artikel van de grondwet; Gelet op de bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, in het bijzonder op de bepalingen van artikel 42 3, artikel 43 2, 15 en artikel 253 1, 3 ; Gelet op het decreet van 30 mei 2008, en latere wijzigingen, betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op het decreet van 27 maart 2009, en latere wijzigingen, betreffende het grond- en pandenbeleid; Gelet op de omzendbrief dd. 10 juni 2011 van de Vlaamse minister van bestuurszaken, binnenlands bestuur, inburgering, toerisme en Vlaamse rand houdende coördinatie van de onderrichtingen over de gemeentefiscaliteit; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 Er wordt voor het aanslagjaar 2016 een gemeentebelasting gevestigd op woningen en gebouwen die voorkomen op één van de lijsten van de gemeentelijke inventaris bedoeld in artikel 4. Artikel 2 - Definities Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1. administratie: de administratieve eenheid binnen de gemeente die door het gemeentebestuur wordt belast met het beheer van de lijsten van de gemeentelijke inventarissen bedoeld in artikel 4; 2. woning: elk onroerend goed of deel ervan dat hoofdzakelijk bestemd is voor de huisvesting van een gezin of alleenstaande; 3. gebouw: elk bebouwd onroerend goed, dat zowel het hoofdgebouw als de bijgebouwen omvat, dat niet beantwoordt aan de definitie van woning zoals bedoeld onder punt 2 hiervoor en niet valt onder de toepassing van het decreet van 19 april 1995 en latere wijzigingen, houdende de maatregelen ter bestrijding en voorkoming van leegstand en verwaarlozing van bedrijfsruimten; 4. bouwlaag: de ruimte die bestaat tussen een afgewerkte vloer en de afgewerkte vloer van de bovenliggende verdieping, ongeacht het gebruik dat van die ruimte gemaakt wordt. Enkel een technische verdieping onder een niet-plat dak en kelderverdieping, die geheel of deels onder het maaiveld is uitgevoerd, gelden niet als bouwlaag. De gelijkvloerse verdieping is de 1ste bouwlaag, de 1ste verdieping wordt de 2de bouwlaag genoemd. De ruimte onder het dak wordt beschouwd als een volwaardige bouwlaag indien de oppervlakte, met een vrije hoogte van 1,80 m, meer is dan de helft van de vloeroppervlakte van de onderliggende verdiepingen. Ondergrondse ruimtes welke publiek toegankelijk zijn worden in aanmerking genomen als volwaardige bouwlaag. Het afgewerkt plafond van deze ruimtes moet in voorkomend geval 1 m boven het aanliggend maaiveld uitsteken. 5. verwaarloosde woning of gebouw: een woning of gebouw met zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval aan bijvoorbeeld buitenmuren, voegwerk, schoorstenen, dakbedekking, Verslag gemeenteraad 14 december pag. 73/117

74 dakgebinte, buitenschrijnwerk, kroonlijst, dakgoten of glas welke 18 of meer strafpunten scoort op het technisch verslag verwaarlozing opgenomen als bijlage 1 bij dit reglement; 6. ongeschikte woning: een woning die niet beantwoordt aan de veiligheidsnormen, gezondheidsnormen of kwaliteitsnormen, opgelegd bij decreet op de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van 22 december 1995 en latere wijzigingen en bij het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van 15 juli 1997 en latere wijzigingen en door de bevoegde instantie als dusdanig ongeschikt werd verklaard; 7. onbewoonbare woning: een woning die op grond van veiligheidsaspecten en/of gezondheidsaspecten niet meer mag worden bewoond en door de bevoegde instantie als dusdanig onbewoonbaar werd verklaard conform artikel 133 en 135 van de Nieuwe Gemeentewet of het decreet op de heffing ter bestrijding van leegstand en verkrotting van 22 december 1995 en latere wijzigingen en het decreet houdende de Vlaamse Wooncode van15 juli 1997 en latere wijzigingen; 8. inventarisatiedatum: de datum waarop de woning of het gebouw voor de eerste maal in de inventaris wordt opgenomen of, zolang de woning of het gebouw niet uit de inventaris is geschrapt, het ogenblik van het verstrijken van elke nieuwe periode van twaalf maanden vanaf de datum van eerste inschrijving in de inventaris; 9. renovatienota: een schriftelijke nota die bestaat uit : een overzicht van uit te voeren werken waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning vereist is; een gedetailleerd tijdschema waarbinnen de werken zullen worden uitgevoerd; een kostenraming. De nota is goed te keuren door het college van burgemeester en schepenen. 10. conformiteitsattest: het conformiteitsattest (CA) is een officiële verklaring van de burgemeester dat een woning op een bepaald ogenblik voldoet aan de opgelegde minimale veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsnormen. In het kader van de regelgeving betreffende tegemoetkoming in de huurprijs, kan een conformiteitsattest ook uitgereikt worden door Wonen-Vlaanderen. De geldigheidsduur van een CA is als volgt vastgesteld: 10 jaar geldig als de woning 8 strafpunten of minder scoort; 5 jaar geldig als de woning 9 tem 14 strafpunten scoort; 3 jaar geldig als de woning ten minste 3 strafpunten scoort voor gebreken met betrekking tot opstijgend vocht, doorslaand vocht en/of insijpelend vocht. Strafpunten toegekend omwille van de steilte van een trap worden niet meegerekend in kader van de geldigheidsduur van het CA. Andere veiligheidsgebreken aan een trap worden wel meegerekend. Bovenvermelde geldigheidsduur kan van rechtswege of door intrekking vervallen. Artikel 3 - Belastingplichtige 1. Als belastingplichtige wordt beschouwd de houder van één van de hierna vermelde zakelijke rechten met betrekking tot een woning of gebouw op het ogenblik van de opname in één van de in artikel 4 bedoelde lijsten van de gemeentelijke inventaris: a) volle eigendom; b) recht van opstal of van erfpacht; c) vruchtgebruik. 2. Zolang de woning of het gebouw niet is geschrapt uit een inventaris wordt de houder van een zakelijk recht, bedoeld in punt 1 hiervoor, op het ogenblik dat een nieuwe termijn van 12 maanden verstrijkt als belastingplichtige van de nieuwe belasting beschouwd. 3. Behoort één van die zakelijke rechten in onverdeeldheid toe aan meer dan één persoon, dan geldt de onverdeeldheid als belastingplichtige. De leden van de onverdeeldheid zijn hoofdelijk gehouden tot betaling van de verschuldigde belasting van het verschuldigde bedrag naar rato van hun deel in de onverdeeldheid. 4. Degene die een zakelijk recht zoals bedoeld in punt 1 hiervoor overdraagt, moet de verkrijger ervan uiterlijk op het ogenblik van de overdracht van het zakelijk recht via een aangetekend schrijven of tegen ontvangstbewijs in kennis stellen van de opname van de woning of het gebouw in de inventaris. Deze kennisgeving kan vervangen worden door een vermelding in de notariële akte. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, zoals bedoeld in het eerste lid, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. 5. Degene die een zakelijk recht overdraagt, is tevens verplicht om, binnen de maand na het verlijden van de notariële akte, aan de administratie een kopie van de notariële akte over te maken; dit kan Verslag gemeenteraad 14 december pag. 74/117

75 gebeuren door verzending of overhandiging. Deze kopie bevat minstens de volgende gegevens: a) naam en adres van de verkrijger van het zakelijk recht; b) datum van de akte, naam en standplaats van de notaris; c) nauwkeurige aanduiding van de overgedragen woning of het gebouw. Bij ontstentenis van deze kennisgeving wordt de overdrager van een zakelijk recht, zoals bedoeld in het eerste lid, als belastingplichtige beschouwd voor de eerstvolgende belasting die na de overdracht van het zakelijk recht wordt gevestigd. Artikel 4 - De gemeentelijke inventaris De administratie maakt een gemeentelijke inventaris met afzonderlijke lijsten van: 1. verwaarloosde woningen of gebouwen; 2. ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen op basis van de Vlaamse Wooncode of de Nieuwe Gemeentewet; 3. woningen of gebouwen waarvoor saneringswerken of -maatregelen werden opgelegd, een besluit tot woonverbod of een bevel tot slopen is uitgesproken. Een woning die voorkomt op de lijst van verwaarloosde woningen of gebouwen kan eveneens worden geïnventariseerd op de lijst van ongeschikte woningen of leegstaande woningen en gebouwen, en omgekeerd. De administratie staat in voor de permanente controle en opvolging van de lijsten en de noodzakelijke controleverrichtingen en is bevoegd om de verwaarlozing van een woning of gebouw op te sporen en in een administratieve akte vast te leggen. Artikel 5 - Inventarisatiedatum 1. De inventarisatie van verwaarloosde woningen en gebouwen gebeurt op datum van de kennisgeving van het definitieve verslag van vaststelling van de verwaarlozing. 2. De inventarisatie van een ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woning gebeurt op datum van het respectieve besluit. Indien er een beroep wordt ingesteld tegen een ongeschikt- of onbewoonbaarverklaring van een woning, op basis van artikel 15 3 van het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode, wordt de opname geschorst voor de duur van het beroep. 3. De inventarisatie van woningen en gebouwen op percelen die door de Federale Overheidsdienst Financiën - Patrimoniumdocumentatie gekwalificeerd worden als puin of krotwoning gebeurt per 1 januari van elk kalenderjaar. Deze woningen en gebouwen worden toegevoegd aan de lijst van verwaarloosde woningen en gebouwen. 4. De inventarisatie van woningen en gebouwen waarvoor saneringswerken of maatregelen werden opgelegd, een besluit tot woonverbod of een bevel tot slopen is uitgesproken, gebeurt op datum van het respectieve besluit. De administratie geeft de houder van het zakelijk recht bij aangetekend schrijven kennis van opname op één van de lijsten. Bij deze kennisgeving worden tevens alle gegevens gevoegd waarop de belasting wordt vastgesteld en berekend. De houder van het zakelijk recht kan binnen de maand volgend op deze kennisgeving via een aangetekend schrijven aan de administratie de verbetering vragen van de gegevens waarop de aanslag zal worden vastgesteld en berekend. Artikel 6 - Wijze van inventarisatie Verwaarlozing De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om de verwaarlozing van een woning of gebouw op te sporen en vast te leggen in een voorlopig verslag. Een woning en/of een gebouw vertoont ernstige zichtbare en storende gebreken of tekenen van verval als het volgens dat technisch verslag een eindscore behaalt van 18 punten of meer. Dit voorlopig verslag wordt met aangetekend schrijven ter kennis gegeven aan de houder van het zakelijk recht. Onverminderd de toepassing van artikel 89bis van het wetboek van strafvordering hebben de genoemde ambtenaren toegang tot de woningen of gebouwen om alle voor de inventarisatie noodzakelijke opsporingen en vaststellingen te verrichten wanneer het vermoeden bestaat dat een woning of gebouw verwaarloosd is. De houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld in artikel 3 1, beschikt over een termijn van 6 maanden vanaf de datum van kennisgeving om de vastgestelde gebreken en tekenen van verval te herstellen. Om de juistheid van het verslag te weerleggen beschikt de houder van het zakelijk recht, zoals bedoeld in artikel 3 1., over een termijn van 1 maand vanaf de datum van kennisgeving. De houder van het zakelijk recht die de juistheid van het verslag wenst te betwisten dient hiervoor zelf alle nodige bewijsstukken voor te leggen aan het college en minimaal de volgende gegevens bevatten: Verslag gemeenteraad 14 december pag. 75/117

76 de identiteit en adres van de indiener; de aanwijzing van het verslag en van het gebouw of de woning waarop het bezwaarschrift betrekking heeft; één of meerdere bewijsstukken die aantonen dat niet voldaan is aan de vereisten van dit reglement en van het decreet grond- en pandenbeleid en haar uitvoeringsbesluiten. Het college doet uitspraak over het bezwaar en betekent zijn beslissing aan de indiener. De uitspraak wordt per beveiligde zending betekend. Bij ontstentenis van kennisgeving wordt het bezwaar geacht te zijn aanvaard. Indien binnen de hiervoor bedoelde termijn van 6 maanden aangetoond wordt dat de woning of het gebouw niet (langer) verwaarloosd is en dit als dusdanig door de administratie wordt aanvaard, wordt de houder van het zakelijk recht hiervan schriftelijk in kennis gesteld en wordt de woning of het gebouw niet in de inventaris opgenomen. Wanneer de vaststelling niet wordt betwist binnen de hiervoor bedoelde termijn van 1 maand of wanneer de houder van het zakelijk recht er niet in slaagt de gebreken weg te werken of het tegenbewijs te leveren binnen de hiervoor bedoelde termijn van 6 maanden, wordt het voorlopig verslag omgevormd tot een definitief verslag van verwaarlozing dat met aangetekend schrijven ter kennis wordt gegeven aan de houder van het zakelijk recht. Ongeschikt en/of onbewoonbaar Ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen, woningen waarvoor een besluit tot woonverbod werd uitgesproken of die als puin of krotwoning werden gekwalificeerd door de Federale Overheidsdienst Financiën Patrimoniumdocumentatie, woningen en gebouwen waarvoor saneringswerken of -maatregelen werden opgelegd of een bevel tot slopen werd uitgesproken, worden van ambtswege in de inventaris opgenomen op basis van het respectieve besluit of kwalificatie. Artikel 7 - Schrapping Verwaarlozing Een woning die of gebouw dat voorkomt op de lijst van verwaarloosde woningen of gebouwen wordt geschrapt uit de inventaris verwaarlozing op datum van de vaststelling door de administratie dat de voorwerpen van inventarisatie volgens de criteria van het technisch verslag niet meer als verwaarloosd of onafgewerkt kan beschouwd worden. Het controleonderzoek gebeurt op schriftelijk verzoek van de belastingplichtige aan de administratie. De houder van het zakelijk recht wordt door de administratie schriftelijk in kennis gesteld van de schrapping van een woning of gebouw uit de inventaris. Ongeschikt en/of onbewoonbaar Een ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woning wordt geschrapt uit de inventaris na afgifte van een conformiteitsattest waarbij de datum van het onderzoek ter plaatse geldt als schrappingsdatum. Om de ongeschikt- en/of onbewoonbaarverklaring van de burgemeester op te heffen dient een hercontrole te gebeuren. Deze hercontrole wordt door de belastingplichtige aangevraagd bij de dienst huisvesting van stad Eeklo en is gratis voor de 1 ste hercontrole, vanaf de 2 de hercontrole dient telkens 62,50 euro per bijkomende hercontrole betaald te worden. Een woning of gebouw op een perceel dat door de Federale Overheidsdienst Financiën Patrimonium-documentatie gekwalificeerd wordt als krotwoning of puin wordt geschrapt uit de inventaris na vaststelling door de administratie dat het perceel volledig geruimd is. Een woning of gebouw waarvoor de burgemeester ter vrijwaring van de openbare veiligheid of gezondheid een besluit tot woonverbod of een bevel tot slopen heeft uitgevaardigd of saneringswerken of -maatregelen heeft opgelegd, wordt geschrapt uit de inventaris op datum van opheffing van het desbetreffend besluit. Artikel 8 - Berekening van de belasting 1. Het bedrag van de eerste belasting wordt vastgesteld op 50 euro per strekkende meter gevellengte van de woning of het gebouw. Het aldus vastgestelde bedrag wordt vermenigvuldigd met het aantal bouwlagen.als gevellengte wordt beschouwd de projectie van de afstand tussen de uiterste punten van de gebouwen of van de woningen op de straatzijde. De belastbare lengte wordt steeds in volle meter uitgedrukt. De gedeelten kleiner dan de halve meter worden weggelaten; de gedeelten gelijk aan of boven een halve meter worden aangerekend als volle meter. De afronding gebeurt pas na het vermenigvuldigen van het aantal strekkende meter gevellengte met het aantal bouwlagen. Indien de woning of het gebouw gelegen is op een hoekperceel of paalt aan twee of meer straten zal als grondslag voor de belastingberekening de langste gevellengte in aanmerking genomen worden. Voor de berekening van de verschuldigde belasting worden een kelder ingericht met woonvertrekken en een ingerichte zolder als bouwlaag aanzien. 2. De minimumaanslag per woning of gebouw bedraagt 500 euro. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 76/117

77 Per woongelegenheid (appartement, studio of kamer) wordt de heffing vastgelegd op een vast bedrag van 500 euro. 3. Het bedrag van de volgende belastingen is gelijk aan het resultaat van de volgende formule: het bedrag van de eerste belasting vermenigvuldigd met X+1, waarbij X gelijk is aan het aantal periodes van 12 maanden dat de woning of het gebouw zonder onderbreking opgenomen is in de gemeentelijke inventaris. X mag niet meer bedragen dan Indien een woning of gebouw is opgenomen op verschillende lijsten zoals bedoeld in artikel 4 is de voormelde belasting verschuldigd per afzonderlijke opname in een inventaris. 5. Indien een woning is opgenomen in de lijst van ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen is de belasting afzonderlijk verschuldigd voor ongeschiktheid en onbewoonbaarheid. 6. De onder artikel 9 punt 5 a en b toegekende vrijstelling van de belasting zal met terugwerkende kracht worden geïnd (dus voor alle vrijgestelde aanslagjaren) indien: * de woning of het gebouw na het verstrijken van de vrijgestelde termijn niet is geschrapt van de inventaris (opheffen besluit) en er geen nieuwe vrijstelling ingaat; * indien de woning of het gebouw gedurende de vrijgestelde termijn wordt verkocht; * indien na het verstrijken van de vrijgestelde termijn blijkt dat de renovatiewerken en/of verbouwingswerken niet conform de goedgekeurde renovatienota of de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning zijn uitgevoerd. Artikel 9 - Vrijstellingen Onderstaande vrijstellingen zijn van toepassing voor zowel de ongeschikt en/of onbewoonbaar verklaarde woningen als voor de verwaarloosde woningen. De houder van het zakelijk recht wordt van de belasting vrijgesteld: 1. Indien de woning volledig en uitsluitend gebruikt wordt als hoofdverblijfplaats van de belastingplichtige en hij over geen ander onroerend goed beschikt. Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximaal vijf aanslagjaren te rekenen vanaf de inventarisatiedatum. 2. Indien de belastingplichtige de woning als hoofdverblijfplaats had en als laatste bewoner bewoonde en hij sindsdien verblijft in een erkende ouderenvoorziening of voor een langdurig verblijf wordt opgenomen in een psychiatrische instelling of zich in elke vergelijkbare situatie bevindt waarbij overmacht kan worden bewezen. Deze vrijstelling geldt voor een periode van maximaal vijf aanslagjaren te rekenen vanaf de inventarisatiedatum. 3. Gedurende een periode van twee aanslagjaren volgend op de volledige overdracht van de woning of het gebouw, op voorwaarde dat in de loop van voormelde periode geen nieuwe overdracht plaatsvindt. Deze vrijstelling geldt niet voor overdrachten aan: a) vennootschappen waarin de vroegere houder van het zakelijk recht participeert, rechtstreeks of onrechtstreeks, voor meer dan 10 procent van het aandeelhouderschap; b) bloed- en aanverwanten tot en met de derde graad, tenzij ingeval van overdracht bij erfopvolging of testament. 4. Voor woningen of gebouwen: a) die binnen de grenzen liggen van een door de bevoegde overheid goedgekeurd onteigeningsplan of waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning meer wordt afgeleverd omdat een onteigeningsplan wordt voorbereid; b) die krachtens het onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 zijn beschermd als monument en waarvoor bij de bevoegde overheid een ontvankelijk verklaard restauratiepremiedossier is ingediend, gedurende de termijn van behandeling; c) die getroffen zijn door een ramp, die zich heeft voorgedaan onafhankelijk van de wil van de belastingplichtige, gedurende een periode van twee aanslagjaren volgend op de datum van de ramp; d) waarvan het effectief gebruik onmogelijk is omwille van een verzegeling in het kader van een strafrechtelijk onderzoek of omwille van een expertise in het kader van een gerechtelijke procedure, vanaf het begin van de onmogelijkheid tot effectief gebruik tot twee aanslagjaren na het einde van de onmogelijkheid. 5. Voor het uitvoeren van renovatiewerken: a) voor een periode van maximaal vier aanslagjaren te rekenen vanaf de datum van goedkeuring van de desbetreffende stedenbouwkundige vergunning. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 77/117

78 Het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning voor het slopen van een woning of een gebouw geeft géén aanleiding tot het bekomen van een vrijstelling. De woning of het gebouw kan pas van de inventaris geschrapt worden indien het daadwerkelijk is gesloopt. Enkel voor een stedenbouwkundige vergunning voor het slopen én het bouwen van een woning of gebouw wordt een vrijstelling toegekend. b) voor een periode van maximaal vier aanslagjaren vanaf de inventarisatiedatum voor zover de desbetreffende renovatienota bedoeld in artikel 2, punt 8 wordt goedgekeurd. Indien het pand tijdens de vrijgestelde periode wordt verkocht, indien de stedenbouwkundige vergunning is vervallen of indien de renovatie niet tijdig of niet werd uitgevoerd zoals opgegeven in de renovatienota, worden de toegekende vrijstellingen herroepen en wordt de belasting met terugwerkende kracht geïnd. De ambtenaren van de administratie zijn bevoegd om vast te stellen of de renovatiewerken daadwerkelijk uitgevoerd zijn. 6. Indien het de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen betreft of een erkende sociale huisvestingsmaatschappij; de vrijstelling geldt voor maximum vijf aanslagjaren volgend op de opname. Artikel 10 De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat vastgesteld en uitvoerbaar wordt verklaard door het college van burgemeester en schepenen. De belasting is te betalen binnen de twee maanden na de verzending van het aanslagbiljet. Artikel 11 De belastingschuldige kan bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet, op straffe van nietigheid, schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet gebeuren, op straffe van verval, binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet af vanaf de kennisgeving van de aanslag. Het bezwaar wordt gedagtekend en ondertekend door de belastingschuldige of zijn vertegenwoordiger en vermeldt: 1 de naam, de hoedanigheid, het adres of de zetel van de belastingschuldige; 2 het voorwerp van het bezwaarschrift en een opgave van de feiten en middelen; 3 de uitdrukkelijke vraag om gehoord te worden op de hoorzitting. Artikel 12 Onderhavig reglement is niet van toepassing op leegstaande woningen en gebouwen aangezien daarvoor een leegstandsheffing ingevoerd wordt in toepassing van het grond- en pandendecreet. Artikel 13 De beslissing van de gemeenteraad dd. 15 december 2014 houdende het heffen van een belasting op verwaarlozing van woningen en gebouwen en op ongeschiktheid en/of onbewoonbaarheid van woningen - aanslagjaar wordt ingetrokken. 45. Algemeen bestuur Wereldraad Eeklo addendum subsidiereglement Na de inleiding door schepen D Haeseleer neemt de raad de volgende beslissing: De gemeenteraad, Gelet op zijn besluit van 18 november 2013 houdende goedkeuring van de statuten van de Wereldraad Eeklo, Gelet op zijn besluit van 17 februari 2014 houdende goedkeuring van het subsidiereglement van de Wereldraad Eeklo; Gelet op het voorstel van de voorzitter van de Wereldraad Eeklo om volgend addendum aan te brengen aan dit subsidiereglement: 1. Binnen de verschillende categorieën (artikel 3, 4 en 5 van het subsidiereglement) kan geen enkele organisatie meer dan 10 % van de totale stadstoelage voor ontwikkelingssamenwerking ontvangen. 2. Als hierdoor een overschot ontstaat binnen een categorie wordt dit toegevoegd aan het bedrag voorzien voor noodhulp (categorie onder artikel 6). Gelet op de bespreking in het college van burgemeester en schepenen dd. 1 december 2015; Verslag gemeenteraad 14 december pag. 78/117

79 BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Enig artikel De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan volgend addendum aan het subsidiereglement van de Wereldraad Eeklo: 1. Binnen de verschillende categorieën (artikel 3, 4 en 5 van het subsidiereglement) kan geen enkele organisatie meer dan 10 % van de totale stadstoelage voor ontwikkelingssamenwerking ontvangen. 2. Als hierdoor een overschot ontstaat binnen een categorie wordt dit toegevoegd aan het bedrag voorzien voor noodhulp (categorie onder artikel 6). 46. Algemene financiering subsidieverdeling voor culturele activiteiten - periode september 2014/augustus 2015 nominatieve toekenning. Na de inleiding door schepen De Coninck, de tussenkomsten van de raadsleden De Graeve en Blomme en het antwoord van schepen De Coninck neemt de raad de volgende beslissingen: De gemeenteraad, Gelet op zijn beslissing van 15 december 2014, houdende vaststelling van de facultatieve toelagen, ingeschreven in het budget 2015; Overwegende dat onder de jaarbudgetrekening 2015/A-7.3.1/ /649000/BESTUUR/CBS/IE- GEEN, een bedrag ingeschreven werd van , te verdelen onder de verenigingen die de kunst en het culturele leven in de stad promoten; Gelet op het advies van de algemene vergadering van Adviesraad voor Cultuur van 19 november 2015; Gelet op de beslissing van het college van burgemeester en schepenen dd. 1 december 2015; Gelet op het gemeentedecreet; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 Aan de volgende verenigingen wordt een toelage verleend: Balletschool Ann-Sophie Deweer vzw 416,48 classic@eeklo vzw 276,74 Dameskoor Oxalis 284,96 Davidsfonds Eeklo 186,32 De Vlaamse Houtsnijdersgilde vzw 194,54 Duo Romanta 202,76 Eekloos Toneel Gezelschap - EeTeeGee 167,14 EKTT Hermelijn 301,40 Femma Eeklo Centrum 221,94 Femma Eeklo Onze-Lieve-Vrouw 221,94 Friends of Comedy 210,98 Gemengd Koor Oakland 328,80 Gezinsbond Eeklo 430,18 K.V.L.V. Balgerhoeke 213,72 Kon.Harmonie St.-Georges en St.-Cecilia Eeklo 356,20 Kon.Vl.Bond van Postzegelverzamelaars Eeklo 172,62 KWB Sint-Jozef Eeklo 408,26 Landelijke Gilde Eeklo 301,40 Mannenkoor "De Kompanen" 238,38 Markant Eeklo 413,74 Meetjeslandse Schaakvereniging Eeklo 397,30 Mindervaliden Vlaanderen 158,92 N9 / vzw Driewerf Hoera 293,18 NEOS Eeklo 367,16 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 79/117

80 NSB afdeling Eeklo 246,60 OKRA Eeklo Centrum 337,02 OKRA Eeklo O.-L.-Vrouw 315,10 OKRA Eeklo St.-Jozef 290,44 OKRA - Academie - Eeklo 205,50 OKRA - koor Alegria 263,04 PASAR Eeklo 194,54 Querceto Symfonisch Ensemble 257,56 Rotaract Eeklo Meetjesland 320,58 Rotary Eeklo 293,18 Seniorenkoor Moderato 326,06 Seniorenorkest Eeklo 295,92 Sint-Gregoriuskoor - St.-Vincentiuskerk Eeklo 249,34 Theodorakis-Ensemble vzw 131,52 Toneelvereniging Excelsior vzw 328,80 Tweede Couplet, Eeklo's kamerkoor 339,76 V.V.K.A.Eeklo 309,62 V.V.V.-Eeklo 238,38 Vereniging voor Heemkunde in het Meetjesland 213,72 vtbkultuur Eeklo 301,40 Artikel 2 Deze uitgaven zullen worden verrekend op jaarbudgetrekening 2015/A-7.3.1/ /649000/BESTUUR/CBS/IE-GEEN. Artikel 3 De subsidies zullen worden uitbetaald na voorlegging van een gedetailleerde financiële afrekening die het visum dient te dragen van de voorzitter van de culturele raad. 47. Algemene financiering retributie op het afleveren van vuil- en afvalzakken en composteerrecipiënten aanvulling. Na de toelichting door schepen Dirk Van de Velde neemt de raad de volgende beslissing: De gemeenteraad, Gelet op het raadsbesluit dd. 22 september 2014 inzake retributie op het afleveren van vuil- en afvalzakken en composteerrecipiënten - wijziging waarbij volgens artikel 2 volgende retributie geheven wordt op het afleveren van composteerrecipiënten: 10 EUR wormenbak 15 EUR compostvat + beluchtingsstok 27 EUR compostbak en waarbij beslissing van de gemeenteraad dd. 16 december 2013 houdende het heffen van een retributie op het afleveren van vuil- en afvalzakken en composteerrecipiënten werd opgeheven; Overwegende dat steeds meer burgers een afzonderlijke beluchtingsstok wensen aan te schaffen en dat hiervoor geen afzonderlijke prijs werd vastgelegd; Gelet op de aankoopprijs die de stad betaalt aan de IVM, zijnde 1,75/stok inclusief BTW; Gelet op het voorstel om 2,00/stuk aan te rekenen voor de aankoop van een beluchtingsstok door een burger, waardoor bovenvermelde retributie komt te vervallen en zou worden aangepast: 10 EUR wormenbak 15 EUR compostvat 2 EUR beluchtingsstok 27 EUR compostbak Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid de artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad ende artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Verslag gemeenteraad 14 december pag. 80/117

81 Gelet op het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen; Gelet op de financiële toestand van de stad; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 De raad keurt de aanvulling goed op het retributiereglement inzake de vaststelling van de stukprijs van een beluchtingsstok voor compostvaten of -bakken, zijnde 2,00. Artikel 2 De retributie wordt vanaf 1 januari 2016 of uiterlijk de dag van de afkondiging zo deze na deze datum valt contant betaald tegen afgifte van een ontvangstbewijs. 48. Algemeen bestuur - gemeentepersoneel rechtspositieregeling aanpassing. Na de toelichting door de heer burgemeester neemt de raad de volgende beslissing: De gemeenteraad, Gelet op zijn beslissing dd. 15 december 2008 houdende vaststelling met ingang van 1 januari 2009 van de nieuwe rechtspositieregeling van het statutair en het contractueel personeel, zoals gewijzigd en aangepast tot op heden; Overwegende dat het aangewezen is gelet op de maatschappelijke evolutie om naast de schriftelijke sollicitatie ook een online sollicitatieformulier aan te maken en ook deze vorm van sollicitatie toe te laten; Overwegende dat het aldus noodzakelijk is artikel 11 van de rechtspositieregeling aan te passen zodat de datum van het online sollicitatieformulier ook als datum van verzending van de sollicitatie wordt beschouwd; Overwegende dat bij gemeenteraadsbeslissing dd. 20 januari 2014 artikel 15 van de rechtspositieregeling werd aangepast, meer bepaald 3 eerste lid, waardoor er slechts de helft externe leden in de examencommissie moeten zetelen voor de functies op niveau A, B, C en D; Overwegende dat de tweede zin van dit lid die de samenstelling van de selectiecommissie voor niveau E regelde, hierdoor wegviel, terwijl die eigenlijk had moeten blijven staan; Overwegende dat het aangewezen is artikel 15, 3 eerste lid weer aan te vullen met de weggelaten passage; Overwegende dat sommige begeleid(st)ers buitenschoolse kinderopvang in het bezit zijn van het kwalificatiebewijs beroepsbekwaamheid begeleider buitenschoolse kinderopvang; Overwegende dat men op basis van dit kwalificatiebewijs zou kunnen bevorderen naar de functie van medewerk(st)er bko; Overwegende dat er momenteel geen bevorderingsvoorwaarden bestaan voor de functie van medewerk(st)er) bko; Overwegende dat het aangewezen is bevorderingsvoorwaarden voor medewerk(ster) bko vast te stellen en de aanwervingsvoorwaarden voor medewerk(ster) bko aan te vullen; Gelet op de besprekingen ter zake van het college van burgemeester en schepenen dd. 10 september 2015 en dd. 17 november 2015; Gelet op het gunstig advies van het managementteam dd. 16 oktober 2015; Gelet op het protocol van het bijzonder comité dd. 4 december 2015; Gelet op de desbetreffende artikelen van de nieuwe gemeentewet; Gelet op het gemeentedecreet dd. 15 juli 2005, inzonderheid op de artikelen 248 tot en met 260 inzake het algemeen bestuurlijk toezicht op de gemeenten; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 In de nieuwe rechtspositieregeling van het statutair en contractueel personeel, zoals gewijzigd en aangepast tot op heden, worden met ingang van 1 januari 2016 volgende wijzigingen doorgevoerd: Artikel 11 3e lid wordt vervangen als volgt: De datum van de poststempel of de datum van het online sollicitatieformulier geldt als datum van verzending. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 81/117

82 Artikel 15, 3, eerste lid wordt aangevuld met volgende zin: Voor de functies in niveau E zijn ten minste een derde van de leden deskundigen die extern zijn aan het eigen bestuur. Artikel 2 Bijlage VI en VII van de nieuwe rechtspositieregeling van het statutair en het contractueel personeel, zoals gewijzigd en aangepast tot op heden, worden met ingang van 1 januari 2016 aangevuld en met de bepalingen zoals in de aan deze beslissing gehechte bijlage uitgewerkt Artikel 3 Afschrift van deze beslissing zal aan de hogere overheid voor goedkeuring worden toegezonden. BIJLAGE: Bijlage VI: specifieke aanwervingsvoorwaarden Bij medewerk(st)er bko wordt het volgende aangevuld: 21. diploma secundair onderwijs en het een titel van beroepsbekwaamheid Begeleider Buitenschoolse Opvang als vermeld in het decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid Bijlage VII : specifieke bevorderingsvoorwaarden wordt aangevuld met : medewerk(ster) BKO houder zijn van één van onderstaande diploma s, studiegetuigschriften, brevetten of eindstudiebewijzen: 1. een diploma secundair onderwijs van het derde jaar van de derde graad van het voltijds beroepssecundair onderwijs, uitgereikt vanaf het schooljaar , van de volgende richtingen: kinderzorg, begeleider in kinderopvang of kinderzorg/begeleider in kinderopvang; 2. een diploma van het onderwijs van het derde jaar van de derde graad van het voltijds beroepssecundair onderwijs, van de volgende richting : een naamloos jaar, als bij het diploma een door de verificateur van het ministerie van Onderwijs voor waar en echt verklaard attest is gevoegd waarop vermeld is dat het leerplan kinderzorg volledig is gevolgd; 3. een brevet van het zesde leerjaar van het voltijds beroepssecundair onderwijs, van de studierichting kinderverzorging, uitgereikt uiterlijk tot en met het schooljaar ; 4. een studiegetuigschrift en een kwalificatiegetuigschrift van het zesde leerjaar van het voltijds secundair beroepsonderwijs, van de studierichting kinderverzorging, uitgereikt tijdens de periode vanaf schooljaar tot en met schooljaar ; 5. een studiegetuigschrift van het tweede leerjaar van de derde graad van het voltijds beroepssecundair onderwijs, van de studierichting kinderverzorging, uitgereikt in de periode vanaf schooljaar tot en met schooljaar ; 6. een diploma van het secundair onderwijs, uitgereikt door de examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het voltijds secundair onderwijs, dat betrekking heeft op een examenprogramma van de studierichting personenzorg, specialisatiejaar, en de onderliggende studierichting kinderverzorging van het voltijds secundair onderwijs; 7. een diploma van het tweejarige opleidings- en tewerkstellingsproject voor migrantenvrouwen in de kinderopvang, georganiseerd door VBJK, het huidige Expertisecentrum voor opvoeding en kinderopvang, in samenwerking met het Vlaams Centrum voor Integratie van Migranten en Kind en Gezin in 1996 en 1997; 8. een certificaat van het beroepssecundair volwassenenonderwijs van de richting kinderzorg, begeleider kinderopvang of kinderzorg/begeleider kinderopvang; 9. een diploma secundair onderwijs van het tweede jaar van de derde graad van het voltijds technisch secundair onderwijs van de volgende richtingen : sociale en technische wetenschappen, jeugd- en gehandicaptenzorg, bijzondere jeugdzorg, gezondheids- en welzijnswetenschappen of verpleegaspirant; 10. een diploma secundair onderwijs van het derde jaar van de derde graad van het voltijds technisch secundair onderwijs van de volgende richtingen : internaatswerking of leefgroepenwerking; 11. een diploma secundair onderwijs van het secundair-na-secundair van het voltijds technisch secundair onderwijs van de volgende richtingen : internaatswerking of leefgroepenwerking; 12. een certificaat van het technisch secundair volwassenenonderwijs van de richting jeugd en gehandicaptenzorg; Verslag gemeenteraad 14 december pag. 82/117

83 13. een diploma secundair onderwijs van het derde jaar van de vierde graad van het voltijds secundair beroepssecundair onderwijs van de richting verpleegkunde; 14. een diploma van het hoger beroepsonderwijs van de opleiding verpleegkunde; 15. een ondernemersdiploma verantwoordelijke kinderopvang, uitgereikt door een SYNTRA-centrum; 16. een eindstudiebewijs van de ondernemersopleiding beheerder particuliere opvanginstelling, georganiseerd door het Vlaams Instituut voor Zelfstandig Ondernemen of een SYNTRA-centrum; 17. een diploma of certificaat van het hoger onderwijs met een of meer cycli, van het hoger onderwijs van sociale promotie van het korte type, van het universitaire onderwijs met een of meer cycli, van een bacherloropleiding of van een masteropleiding; 18. een eindstudiebewijs van de postgraduaatopleiding leidinggevende in kinderopvang, ingericht door de Arteveldehogeschool van Gent; 19. een eindstudiebewijs van de postgraduaatopleiding verantwoordelijke in kinderopvang, ingericht door de Karel de Grote Hogeschool van Antwerpen; 20. een eindstudiebewijs deeltijds beroepssecundair onderwijs van de opleiding begeleider in de kinderopvang. 21. een titel van beroepsbekwaamheid Begeleider Buitenschoolse Opvang als vermeld in het decreet van 30 april 2004 betreffende het verwerven van een titel van beroepsbekwaamheid. Alle kwalificatiebewijzen (ook afgeleverd buiten een Europese lidstaat) worden als gelijkwaardig beschouwd, mits erkenning door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming, Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming, NARIC-Vlaanderen. Gezien en goedgekeurd om als bijlage gevoegd te worden bij onze beslissing van heden. 49. Wonen en leven stedelijk subsidiereglement afkoppeling riolering op privaat terrein scheiding hemel- en afvalwater aanpassing. Na de toelichting door schepen Depuydt hoort de raad de tussenkomsten van de raadsleden Blomme en Lampaert. Na het antwoord van de schepenen Depuydt en De Waele neemt de raad de volgende beslissing: De gemeenteraad, Gelet op zijn besluit van 29 september 2008 waarbij een stedelijk subsidiereglement vastgesteld werd voor afkoppelingswerken van RWA en DWA bij bestaande woningen waar de verplichte gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater niet in de stedenbouwkundige vergunning werd opgenomen; Overwegende dat deze afkoppelingswerken op privaat domein sedert 1 juli 2011 onderworpen worden aan een keuring door een zogenaamde afkoppelingsdeskundige; Overwegende dat de Eeklose rioleringsstelsels sedert de toetreding van de stad in 2011 tot de dienst RioP van De Watergroep eigendom geworden zijn van deze dienst; Overwegende dat het stedelijk subsidiereglement op de afkoppeling van de rioleringen op privaat domein aan deze wijzigingen moet aangepast worden; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid de artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad en de artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen dd 28 mei 2015; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Het stedelijke subsidiereglement - afkoppeling op privaat terrein - scheiding hemel- en afvalwater, wordt aangepast en vastgesteld als volgt: Artikel 1: Definities - Afvalwater: water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen met uitzondering van het niet -verontreinigd hemelwater; - Hemelwater: verzamelnaam voor regen, sneeuw en hagel, met inbegrip van dooiwater; - IBA: Individuele Behandeling Afvalwater, systeem dat het huishoudelijk afvalwater van één huisgezin zuivert. Geplaatst en onderhouden door de rioolbeheerder. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 83/117

84 - Openbare riolering: het geheel van openbare leidingen en openluchtgreppels dat bestemd is voor het opvangen en transporteren van afvalwater en/of hemelwater en dat in principe gelegen is op het openbare domein; - Gescheiden rioleringsstelsel: een dubbel stelsel van leidingen of openluchtgreppels waarvan het ene stelsel bestemd is voor het opvangen en transporten van afvalwater (DWA of Droog Weer Afvoer) en het ander stelsel bestemd voor hemelwater (RWA of Regen Water Afvoer); - Afkoppelingswerken: de werken op privaat domein voor het realiseren van een gescheiden rioleringsstelsel - Bestaande woning: woning waarvoor een bouwvergunning werd verkregen voor 7 september 1999, d.w.z. 10 dagen na publicatie in het Belgisch Staatsblad van de algemene bouwverordening inzake hemelwaterputten; - Rioolbeheerder: De Watergroep Ringlaan Eeklo 09/ Artikel 2: Verplichtingen Op het ogenblik dat een gescheiden openbare riolering wordt aangelegd is een volledige scheiding op perceelsniveau tussen afvalwater en hemelwater, afkomstig van dakvlakken en grondvlakken verplicht. (Vlarem II wetgeving art ) Deze afkoppeling op privaat terrein moet maximaal worden uitgevoerd, voor zover er geen leidingen onder of door het gebouw aangelegd moeten worden. Artikel 3: Voorwaarden en subsidiebedrag 1. Binnen de perken van de jaarlijks op de begroting voorzien en goedgekeurde kredieten, verleent het college van burgemeester en schepenen een subsidie voor de volledige scheiding van hemelen afvalwater op privaat terrein bij bestaande woningen. 2. De subsidie wordt toegekend aan afkoppelingswerken bij bestaande woningen waar de verplichte gescheiden afvoer van afvalwater en hemelwater niet reeds was opgelegd door een gemeentelijke, provinciale of gewestelijke stedenbouwkundige vergunning of verordening. 3. De subsidie bedraagt 50% van de bewezen kosten met een maximum van Artikel 4: Procedure 1. Bij de aanleg of heraanleg van een gescheiden rioleringsstelsel in de openbare weg of de plaatsing van een IBA, zal door de rioolbeheerder of een door haar aangestelde afkoppelingsdeskundige per perceel een ontwerpdossier worden opgemaakt. 2. Werken die uitgevoerd worden volgens het door de afkoppelingsdeskundige opgemaakte ontwerpdossier, komen in aanmerking voor subsidie. Deze ontwerpdossiers worden aan de eigenaars ter beschikking gesteld. 3. Binnen de 3 maanden na uitvoering van de werken, moet de subsidie worden aangevraagd door de eigenaar bij middel van het aanvraagformulier en de daarbij horende documenten. 4. De subsidie zal uitbetaald worden indien blijkt uit het verplichte keuringsattest (MB van 28 juni 2011) dat de installatie conform is. Een keuring kan aangevraagd worden via de rioolbeheerder. 5. Indien de afkoppeling niet werd gerealiseerd conform het door de rioolbeheerder goedgekeurde ontwerpdossier, zal de subsidie niet worden uitgekeerd. Het is de aanvrager toegestaan om de nodige aanpassingen uit te voeren om voor de subsidie in aanmerking te komen. Artikel 5 De premie is cumuleerbaar met de stedelijk premie voor het installeren van een hemelwaterput of infiltratievoorziening. Artikel 6 Het stedelijk reglement treedt in werking vanaf 1 januari Artikel 7 Het college van burgemeester en schepenen is belast met de uitvoering van dit reglement. 50. Wonen en leven RUP landbouwgebied ten zuiden van de E34/N49 definitieve vaststelling. De burgemeester licht het dossier toe en verwijst naar de 4 amendementen die op het voorliggende dossier werden ingediend. Dan hoort de raad de tussenkomsten van de raadsleden Windey, Luc Vandevelde (die de ingediende amendementen overloopt), De Jaeger en Waterschoot. Na het antwoord van de schepenen Dirk Van de Velde en D Haeseleer hoort de raad in de tweede ronde de tussenkomsten van de raadsleden Luc Vandevelde, Waterschoot en De Sutter en de schepenen De Waele en Dirk Van de Velde. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 84/117

85 Dan stelt de burgemeester voor om de zitting even te schorsen om de nodige tekstuele aanpassingen te doen. Na de schorsing verlaat raadslid Odette Van Hamme de zitting, in toepassing van artikel 27 1, 1 van het gemeentedecreet, en neemt de burgemeester het voorzitterschap waar. De secretaris geeft lezing van de volgende tekstaanpassingen: - In het overwegend gedeelte toe te voegen: 1. In het GRS is opgenomen dat een omvorming naar intensieve, niet-grondgebonden veeteelt in het gebied niet mogelijk zou mogen zijn. In het RUP wordt dit niet gevolgd. Alle veeteeltactiviteiten conform de regelgeving zijn in het gebied toegelaten; 2. Gelet op het feit dat de gemeenteraad de visie ondersteunt dat bedrijfssplitsingen geen negatieve invloed op de uitvoering van de landbouw kunnen hebben in het voorliggend RUP 3. Gelet op het feit dat de bijhorende kaartenbundel een landschapsplan bevat met vermelding van het begrip corridor; dat dit plan evenwel niet behoort tot het besluitvormende gedeelte van het voorliggende RUP, maar louter informatieve waarde heeft en betrekking heeft op de periode van de opstart van dit planproces; - In het besluit toe te voegen: In de stedenbouwkundige voorschriften wordt opgenomen dat de straatbomen dienen opgesnoeid te worden tot een hoogte van 4,5 m (blz. 13, punt 11, van de stedenbouwkundige voorschriften). Gelet op wat voorafgaat, vervalt het voorgestelde amendement 4 (opmaken van een stedenbouwkundige verordening door de stedelijke administratie waarbij enkel de beperking wordt opgelegd dat geen bebouwing kan worden toegelaten, onder geen enkele voorwaarde, in de Eeklose Kruiskensstraat). Den gaat de raad over tot de stemming over de totaliteit van het voorstel. De gemeenteraad, Gelet op de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, zoals vastgesteld bij besluit van 15 mei 2009 van de Vlaamse regering houdende coördinatie van de decreetgeving op de ruimtelijke ordening en de latere wijzigingen; Gelet op de voorlopige aanvaarding van het ruimtelijk uitvoeringsplan Landbouwgebied ten zuiden van de E34/N49 door de gemeenteraad van 26 januari 2015; Conform artikel van de VCRO werd binnen de 30 dagen na de voorlopige vaststelling door de gemeenteraad het ontwerp RUP Landbouwgebied ten zuiden van de E34/N49 het openbaar onderzoek aangekondigd; Dit openbaar onderzoek liep van 23 februari 2015 tot en met 23 april 2015; De aankondiging van het openbaar onderzoek werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, De Morgen, Het Laatste Nieuws, Het Nieuwsblad en het Eikenblad. Daarnaast werd een aankondiging uitgehangen aan het stadhuis en gepubliceerd op de website van de stad; Tijdens het openbaar onderzoek werd advies gevraagd aan het Ruimte Vlaanderen Oost-Vlaanderen, de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen; Het volledige dossier kon tijdens de kantooruren steeds worden ingezien op de dienst stedenbouw, Industrielaan 2 te Eeklo; Conform artikel van de VCRO bracht de GECORO binnen 90 dagen na het sluiten van het openbaar onderzoek een advies uit; In de GECORO van 20 mei 2015 en juni 2015 werden de adviezen en bezwaren gecoördineerd en besproken. Volgend besluit werd geformuleerd: De GECORO geeft naar aanleiding van de besprekingen van de adviezen en bezwaren gunstig advies rond het ontwerp RUP Landbouwgebied ten zuiden van de R34/N49 mits: Aanpassen art van het verordenend deel zodat enkel kleinschalige windturbines op een mast verboden zijn. Opname in toelichtend deel art. 0 van de stedenbouwkundige verordening dat het Decreet Integraal Waterbeheer steeds van toepassing is. Mits in art in het verordenend deel volgende zin wordt geschrapt: De uitbreiding geschiedt binnen een maximale afstand vanaf de voorliggende weg van 150 m. Indien de uitbreiding niet allemaal kunnen gerealiseerd worden binnen deze 150 m, kan een tweede uitbreidingszone van max. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 85/117

86 180 m vanaf de voorliggende weg aangehouden worden. (geheime stemming: 6 voor en 3 tegen, de stem van de voorzitter werd niet genoteerd). De grachten en waterlopen niet op het grafisch plan worden ingetekend. Art wordt geschrapt. In het toelichtend gedeelte kan verwezen worden naar de regelgeving van het Veldwetboek. Art rond de hoogte van de perceelsafsluitingen wordt geschrapt. Eventuele foutieve informatie en/of localisaties rond erfgoed wordt gecorrigeerd. De aanwezige bunkers/kazematten langs de spoorweg Eeklo-Zelzate op het grafisch plan worden aangeduid. Art. 5-2 wordt aangevuld met volgende uitzonderingsmaatregel: in functie van het aanplanten van windschermen voor bepaalde teelten kan gemotiveerd worden afgeweken van deze regel. Mits in de stedenbouwkundige voorschriften wordt opgenomen dat het realiseren van een fietstracé langs de spoorweg Eeklo-Maldegem mogelijke is. Art. 11, toelichtend deel wordt geschrapt en vervangen door: Er moet gekozen worden uit streekeigen soorten. Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 19 oktober 2015 waarbij de termijn waarbinnen het RUP definitief moet worden vastgesteld met 60 dagen wordt verlengd; Overwegende dat het advies van de Gecoro kan worden gevolgd met uitzondering: - Opname in toelichtend deel art. 0 van de stedenbouwkundige verordening dat het Decreet Integraal Waterbeheer steeds van toepassing is. Art. 0: Voor alle duidelijkheid wordt het best enkel verwezen naar het Decreet Integraal Waterbeheer en het Provinciaal beleidskader wateradviezen. De laatste paragraaf in de toelichting wordt geschrapt. - van het schrappen van de zin De uitbreiding geschiedt binnen een maximale afstand vanaf de voorliggende weg van 150 m. Indien de uitbreiding niet allemaal kunnen gerealiseerd worden binnen deze 150 m, kan een tweede uitbreidingszone van max. 180 m vanaf de voorliggende weg aangehouden worden uit art Op voorstel van het college wordt deze zin vervangen door: de uitbreiding geschiedt binnen een maximale afstand vanaf de voorliggende weg van 250 m, t.a.v. Bus bedraagt deze maximale afstand 300 m. Op deze manier worden de ontwikkelingsmogelijkheden van de landbouwsector verzekerd en wordt de doelstelling van het GRS, de bedrijven rond de landbouw concentreren, gerealiseerd. - Art. 11, toelichtend deel wordt geschrapt en vervangen door: Er moet gekozen worden uit streekeigen soorten. Het toelichtend deel wordt geschrapt. Gezien het een landbouwstraat betreft wordt in het toelichtend gedeelte opgenomen dat de aanplantingenmoeten rekening houden met de toegankelijkheid van de bedrijven en dat bij concrete aanplantingen overleg zal gepleegd worden met de betrokkenen, o.a. de landbouwers. Daarnaast worden op voorstel van het college volgende bezwaren gevolgd: De aanduiding in overdruk open ruimtecorridor is overbodig gezien er geen nieuwe bedrijfslocaties in het gebied kunnen voorzien worden. Art. 9 kan dan ook worden geschrapt. - Art. 1: Het woord landbouwbedrijfszetels is onduidelijk en kan ook slaan op de vennootschappen die op een bepaalde plaats gelocaliseerd zijn. Het woord landbouwbedrijfszetel wordt vervangen door landbouwbedrijfsgebouwen of locaties. - Art. 5. Voor de duidelijkheid wordt toegevoegd dat aanplantingen, met uitzondering indien het een verplichting is opgenomen in een stedenbouwkundige vergunning, op vrijwillige basis gebeuren. - In de toelichtingsnota op p. 35 wordt grondgebonden landbouwactiviteit vervangen door landbouwactiviteit. De voorgestelde correcties conform het advies van de GECORO en het college van burgemeester en schepenen werden aan de plannen, de verordenende voorschriften en de toelichtingsnota doorgevoerd; In het GRS is opgenomen dat een omvorming naar intensieve, niet-grondgebonden veeteelt in het gebied niet mogelijk zou mogen zijn. In het RUP wordt dit niet gevolgd. Alle veeteeltactiviteiten conform de regelgeving zijn in het gebied toegelaten; Gelet op het feit dat de gemeenteraad de visie ondersteunt dat bedrijfssplitsingen geen negatieve invloed op de uitvoering van de landbouw kunnen hebben in het voorliggend RUP; Gelet op feit dat de bijhorende kaartenbundel een landschapsplan bevat met vermelding van het begrip corridor; dat dit plan evenwel niet behoort tot het besluitvormende gedeelte van het voorliggend Verslag gemeenteraad 14 december pag. 86/117

87 RUP, maar louter informatieve waarde heeft en betrekking heeft op periode van de opstart van dit planproces; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met 22 ja-stemmen en 2 neen-stemmen: Artikel 1 De gemeenteraad stelt het ruimtelijk uitvoeringsplan landbouwgebied ten zuiden van de E34/N49, zoals opgenomen in bijlage, definitief vast. Artikel 2 In de stedenbouwkundige voorschriften wordt opgenomen dat de straatbomen dienen opgesnoeid te worden tot een hoogte van 4,5 m. (blz. 13, punt 11, van de stedenbouwkundige voorschriften). Artikel 3 Dit besluit en de bijlagen worden overgemaakt aan de deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen en aan de Vlaamse Overheid. Schepen Bob D Haeseleer en raadslid Lutgarde De Jaeger hebben tegengestemd. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 87/117

88 BIJLAGE: Stedenbouwkundige voorschriften. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 88/117

89 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 89/117

90 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 90/117

91 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 91/117

92 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 92/117

93 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 93/117

94 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 94/117

95 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 95/117

96 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 96/117

97 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 97/117

98 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 98/117

99 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 99/117

100 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 100/117

101 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 101/117

102 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 102/117

103 Gezien en goedgekeurd om als bijlage gevoegd te worden bij onze beslissing van heden. BIJLAGEN: Toelichtingsnota, grafisch plan en plannen: zie desbetreffende bundel. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 103/117

104 51. Ondernemen industrieterrein Nieuwendorpe onderhandse verkoop van een restperceeltje nijverheidsgrond goedkeuring ontwerpakte. Tijdens de behandeling van dit dossier heeft raadslid D Aubioul de zitting tijdelijk verlaten. Na de inleiding door schepen Depuydt neemt de raad de volgende beslissing: De gemeenteraad, Gelet op zijn besluit van 21 september 2015 waarbij de raad principieel instemde met de onderhandse verkoop van een restperceeltje nijverheidsgrond in de industriezone Nieuwendorpe aan het aanpalende bedrijf T.N.S., Ringlaan 5 te Eeklo, mits de prijs van 85,00/m² hetzij een totaalprijs van 5.822,50 voor in totaal 68,50 m² en waarbij alle kosten van de verkoop ten laste vallen van de koper; Gelet op artikel 3 van voornoemd raadsbesluit waarin gesteld werd dat de ontwerpakte van de verkoop vooraf aan het verlijden van de akte aan de gemeenteraad ter goedkeuring diende voorgelegd te worden; Gelet op deze ontwerpakte van verkoop, opgesteld door notaris Frank Desmet uit Eeklo; Overwegende dat deze ontwerpakte in overeenstemming is met het principieel raadsbesluit van 21 september 2015; Gelet op het opmetingsplan dd. 8 oktober 2015 van het te verkopen perceeltje, opgemaakt door dhr. Dominique Goegebeur, beëdigd landmeter - expert te Eeklo; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; BESLUIT met eenparigheid van stemmen: Artikel 1 De ontwerpakte houdende de verkoop door de stad van een restperceeltje nijverheidsgrond in de industriezone Nieuwendorpe aan het aanpalende bedrijf T.N.S., Ringlaan 5 te Eeklo zoals opgesteld door notaris Frank Desmet uit Eeklo, wordt goedgekeurd onder de voorwaarden erin vermeld. Deze ontwerpakte wordt als bijlage aan dit besluit gehecht. Artikel 2 De definitieve verkoopakte zal ondertekend worden door de voorzitter van de gemeenteraad en mede ondertekend door de stadssecretaris. Deze akte vergt geen goedkeuring meer van de gemeenteraad in zoverre zij in essentie niet afwijkt van de thans goedgekeurde ontwerpakte. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 104/117

105 BIJLAGE: Ontwerpakte. Verslag gemeenteraad 14 december pag. 105/117

106 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 106/117

107 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 107/117

108 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 108/117

109 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 109/117

110 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 110/117

111 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 111/117

112 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 112/117

113 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 113/117

114 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 114/117

115 Verslag gemeenteraad 14 december pag. 115/117

116 Gezien en goedgekeurd om als bijlage gevoegd te worden bij onze beslissing van heden. Aan de agenda van de gemeenteraad toegevoegd punt: Op vraag van de heer Peter De Graeve, gemeenteraadslid, namens N-VA Eeklo: Verslag gemeenteraad 14 december pag. 116/117