HET CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN IN DE KINDERSCHOENEN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HET CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN IN DE KINDERSCHOENEN"

Transcriptie

1 HET CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN IN DE KINDERSCHOENEN HET CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN IN DE KINDERSCHOENEN REKENKAMERONDERZOEK NAAR DE INVOERING VAN HET CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN IN VEENENDAAL september 2012

2 Het Centrum voor Jeugd en Gezin in de kinderschoenen Rekenkameronderzoek naar de invoering van het Centrum voor Jeugd en Gezin in Veenendaal. september 2012

3 Colofon De rekenkamercommissie van de gemeente Veenendaal voert onderzoeken uit naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het door het gemeentebestuur gevoerde beleid. Zij heeft een onafhankelijke positie binnen de gemeente en haar doel is de gemeenteraad te ondersteunen bij het uitvoeren van haar controlerende taak. De rekenkamercommissie van de gemeente Veenendaal bestaat uit twee raadsleden en drie externe leden en wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris. Voorzitter: Lid: Lid: Intern lid: Intern lid: Secretaris: dr. Gerrit Hagelstein mw. dr. Caroline Raat dr.ir. Bert Geerken Rob Glimmerveen mr. ing. Engbert Stroobosscher drs. Marleen Laverman Msc. / drs. Maaike Baggerman Status rapport: definitief Datum: 17 september 2012 Contact: Rekenkamercommissie Veenendaal Postbus BC Veenendaal rekenkamercommissie@veenendaal.nl Tel: Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met de Algemene Rekenkamer Eerdere rekenkameronderzoeken: 1. Een dienst bewezen? Onderzoek naar de verbouwing van de centrale hal in het gemeentehuis (2006). 2. Het beleids- en beheersinstrumentarium in de gemeente Veenendaal (2006). 3. Op de kleintjes letten, quickscan naar de inkoopsituatie in de gemeente Veenendaal (2006). 4. Een schot in de roos. Onderzoek naar de aankoop en exploitatie van de Rozenbottel (2007). 5. IW4-bedrijven. Onderzoek naar de sociale werkvoorziening in de gemeente Veenendaal (2007). 6. Een klap van de molen? Onderzoek naar molen De Vriendschap in Veenendaal (2007). 7. De Vallei, zwembad voor en van elke Veenendaler? (2007). 8. Jeugdbeleid uit de puberteit. Onderzoek naar het jeugdbeleid in Veenendaal ( Brouwerspoort getoetst. Onderzoek naar het centrumproject Brouwerspoort (2009). 10. Van rapport naar resultaat. Evaluatie van de doorwerking van aanbevelingen uit zeven onderzoeken van de rekenkamercommissie Veenendaal (2009). 11. Bouwsteen voor de toekomst. Onderzoek naar het vastgoedbeleid (2009). 12. Melden doet gelden. Onderzoek naar de afhandeling van meldingen (2010). 13. Rekenen met risico s. Onderzoek naar risicomanagement in de gemeente Veenendaal (2011). 14. Veenendaal Veilig? Onderzoek naar het veiligheidsbeleid in Veenendaal (2011). 15. Digitaal Veenendaal. Onderzoek naar de digitale dienstverlening van de gemeente Veenendaal (2011). 16. Vervoer voor iedereen? Onderzoek naar de kwaliteit en klanttevredenheid van de Regiotaxi in Veenendaal (2012).

4 Voorwoord Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst. Dat geldt ook voor de jonge leefstad Veenendaal. En wat dat betreft zit Veenendaal goed, want jeugd is er genoeg. Maar op onderdelen ontmoeten jongeren en hun opvoeders ook in Veenendaal problemen. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is er voor opgezet om een laagdrempelige en professionele voorziening te zijn waar jongeren en hun ouders/opvoeders met vragen en problemen terecht kunnen. Een belangrijke voorziening die in de Veense behoeften zou moeten en kunnen voorzien. Dat wordt des te belangrijker waar het jeugdbeleid, en binnenkort ook de jeugdzorg, ook een verantwoordelijkheid zijn van het gemeentebestuur. Er komen dan nog meer instanties die zich met kinderen/jongeren en hun problemen gaan bezighouden. Het CJG zou bij uitstek de organisatie kunnen zijn, die de onderlinge afstemming van de professionals organiseert en de resultaatgerichtheid van alle interventies bewaakt. De naam van het CJG in Veenendaal, de Twyn, symboliseert dit gegeven. Veel draden vormen samen een geheel. Zoals in de missie van de Twyn (Jaarplan 2012) staat: De Twyn, het Centrum voor Jeugd en Gezin, is voor alle ouders, kinderen, jongeren en professionals een herkenbaar en laagdrempelig centraal punt voor opvoed- en opgroeivragen en voor adequate, passende informatie, advies, hulp en coördinatie van die hulp. Het brengt diverse instanties en functies samen, wat een toegevoegde waarde oplevert voor het aanbod aan de inwoners. Het aanbod van de Twyn moet eerst en vooral maatwerk zijn voor de inwoners. In dit onderzoek is nagegaan hoe het CJG in Veenendaal is opgezet en in welke mate het, op dit moment, aan de doelstellingen voldoet. Elke gemeente heeft de afgelopen jaren de vrijheid gehad die inrichting zelf vorm te geven, gebaseerd op financiering van het rijk. Een vergelijking met andere gemeenten kan dan ook belangrijke lessen opleveren. Daarom heeft de rekenkamercommissie in dit onderzoek samengewerkt met de Algemene Rekenkamer en een groot aantal andere gemeenten en rekenkamercommissies. De schets van het Veense CJG en de vergelijking met andere gemeenten maakt het mogelijk van elkaar te leren en te bezien waar verbeteringen mogelijk zijn. Met als uiteindelijk doel dat er een goede voorziening voor jongeren tot stand komt, die hun welbevinden ten goede komt. Wij willen een ieder die, in enigerlei vorm, heeft meegewerkt aan dit onderzoek daarvoor danken. Gerrit Hagelstein Voorzitter rekenkamercommissie

5

6 Inhoud 1 Inleiding Achtergrond Aanleiding onderzoek Maatschappelijke en financiële belang Risico s voor de doeltreffendheid Doel- en probleemstelling Leeswijzer 4 2 Jeugd en jeugdbeleid in Veenendaal Inleiding Jeugd in Veenendaal Jeugdbeleid in Veenendaal Samenvatting 13 3 Rol en functie van het CJG Inleiding Ambities van de gemeente met het CJG Gerealiseerd aanbod aan voorzieningen en activiteiten CJG Locatie CJG Samenwerkingspartners: functies en taken binnen het CJG Regierol gemeente Bestuurlijke verantwoordelijkheid en ambtelijke positionering Afspraken met samenwerkingspartners Evaluatie en bijsturing 26 4 Financiering van het CJG Inleiding Uitgangspunten bij financiering en verantwoording Inzet middelen Knel- en verbeterpunten inzake financiering 31

7 5 Samenwerking en prestaties Inleiding Samenwerking binnen het CJG Laagdrempelig inlooppunt voor informatie over opgroeien en opvoeden Samenwerking in het kader van vroegtijdig signaleren van risico s in opvoeden en opgroeien Realisatie sluitende aanpak/zorgcoördinatie Wat levert de samenwerking op? Beschikbaarheid van informatie Doelbereiking CJG Knel- en verbeterpunten inzake doelbereiking 54 6 Conclusie en aanbevelingen Inleiding Hoe heeft de gemeente Veenendaal haar rol ingevuld? Wat heeft de gemeente gerealiseerd? Wat levert het CJG op? Toekomst: van structuur- naar cultuurverandering Aanbevelingen 66 Bijlage 1 Onderzoeksvragen 48 Bijlage 2 Verantwoordelijkheden en regie 50 Bijlage 3 Betrokken actoren bij het Jeugdbeleid 0 23 jaar 52 Bijlage 4 Begrippen en afkortingen 53 Bijlage 5 Onderzoeksaanpak en normenkader 54 Bijlage 6 Gebruikte documenten 56 Bijlage 7 Samenvatting onderzoeksrapport van de Algemene Rekenkamer 58

8 1 Inleiding Achtergrond Deze Nota van bevindingen beschrijft de bevindingen die de Rekenkamercommissie Veenendaal (verder rekenkamercommissie) heeft gedaan bij de uitvoering van het onderzoek naar de invoering van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Veenendaal. Het onderzoek is uitgevoerd in de periode augustus-december Alle gemeenten in Nederland moeten eind 2011 een CJG hebben. Een CJG is een netwerk waar laagdrempelig opvoed- en opgroeiondersteuning wordt aangeboden aan ouders, kinderen, jongeren tot 23 jaar en professionals, met een fysieke plek in de wijk. Een CJG heeft als taak de bestaande opvoed- en opgroeiondersteuning te verbinden, te verbeteren en te versterken (zie kader). De staatssecretaris van VWS wil met de ontwikkeling van het CJG bevorderen dat in het jeugdbeleid snel, goed en gecoördineerd advies en hulp op maat vanzelfsprekend zijn. Deze hoofddoelstelling wordt door de VNG onderschreven. De VNG verwoordt de hoofdfuncties van het CJG als een drieluik: 1 inloopfunctie voor informatie en advies aan kinderen, jongeren en hun ouders; dienst- en/of hulpverlening aan ouders en kinderen in het kader van jeugdgezondheidszorg en opvoed- en opgroeiondersteuning; regie op de jeugdketen. CJG Profiel (uit: Factsheet Ministerie voor Jeugd en Gezin, 2007) bundelt lokale functies en taken op gezondheid, opgroeien en opvoeden, is een fysiek en laagdrempelig inlooppunt, is in elke gemeente/wijk te vinden onder dezelfde naam, heeft een positieve uitstraling gericht op preventie en signalering biedt echt advies en lichte hulp, coördineert/schakelt met alle mogelijke voorzieningen op jeugdbeleid, gezondheidszorg en jeugdzorg, zou mogelijkerwijs, indien nodig, bemoeizorg kunnen arrangeren, is van en voor een doelgroep van kinderen en jongeren van -9 maanden tot 23 jaar oud en hun ouders, is voor alle culturen even laagdrempelig, is tevens vraagbaak voor professionals, streeft naar uniforme signalering, en maakt gebruikt van de Verwijsindex en het Elektronisch Kinddossier. 1 Brief van de VNG aan haar leden d.d. 18 september 2008 (Kenmerk BAOZW/U ).

9 1.2 Aanleiding onderzoek Maatschappelijke en financiële belang Ieder kind moet de kans krijgen gezond en veilig op te groeien, zijn talenten te ontwikkelen en plezier te hebben en zich goed voor te bereiden op zijn toekomst. 2 In het Bestuursakkoord Samen aan de slag van 7 juni 2007 hebben de VNG en het rijk afgesproken dat opvoed- en opgroeiondersteuning voor ouders en kinderen tot 23 jaar vanzelfsprekend wordt, makkelijk te bereiken en voldoende voorhanden is. Het CJG is een middel om dit doel te bereiken. Zo kan worden voorkomen dat een kleine opvoedvraag verwordt tot een grote zorgvraag, waardoor een beroep op de geïndiceerde (duurdere) jeugdzorg noodzakelijk wordt. In het Bestuursakkoord is afgesproken dat elke gemeente eind 2011 minimaal één laagdrempelig fysiek inlooppunt gerealiseerd moet hebben waar ouders en kinderen terecht kunnen met hun vragen. Het CJG in Veenendaal is op 29 september 2010 geopend en heeft als naam De Twyn. 3 Gemeenten krijgen voor de invoering van het CJG in de jaren een bijdrage van het Rijk. Deze bijdrage wordt ter beschikking gesteld in de vorm van een Brede Doel Uitkering (BDU) Jeugd en Gezin, die tevens een aantal geldstromen bundelt dat eerder afzonderlijk aan gemeenten ter beschikking werd gesteld (zie hiervoor hoofdstuk 4). Voor de gemeente Veenendaal bedroeg de BDU in ,4 miljoen Risico s voor de doeltreffendheid Onderzoeken in gemeenten waar al enige tijd een CJG functioneert laten zien dat de doeltreffendheid van het CJG wordt bedreigd door verschillende knelpunten van algemene aard, die zich in vrijwel alle gemeenten voordeden. Institutionele barrières en financiële schotten blijken bijvoorbeeld moeilijk te doorbreken en er is onduidelijkheid over wat moet worden verstaan onder een CJG en wat/wie er wel/niet toe hoort. Samenwerking blijkt nog maar beperkt en voornamelijk op papier plaats te vinden Naast deze knelpunten van algemene aard kunnen zich knelpunten en verbeterpunten voordoen die specifiek zijn voor de lokale situatie. Door deze vroegtijdig te signaleren en op te lossen wordt bevorderd dat het CJG spoedig de beoogde resultaten kan gaan opleveren. 2 Programma voor Jeugd en Gezin Alle kansen voor alle kinderen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr De Twyn is gevestigd in een oude Wolfabriek. De naam is afgeleid van het woord twijn, wat betekent: stevig touw gemaakt van twee of meer strengen die in elkaar zijn gedraaid. 4 De CJG-vorming begin 2010; een doorkijk bij tien gemeenten. Regioplan, april Digitaal geschakeld; inventarisatie van de informatievoorziening binnen de Centra voor Jeugd en Gezin. Alares, Bijlage bij een brief van 19 mei 2010 van de minister voor Jeugd en Gezin over de voortgang van projecten Samen werken voor de jeugd. Dit onderzoek werd uitgevoerd bij de zeven grootste gemeenten, in het kader van het traject Opvoeden in de Buurt.

10 Dit onderzoek naar de CJG-vorming in Veenendaal is uitgevoerd in het kader van een gezamenlijk onderzoek in meerdere gemeenten van gemeentelijke rekenkamer(commissie)s en de Algemene Rekenkamer (zie kader). 3 Gezamenlijk onderzoek van gemeentelijke rekenkamers en Algemene Rekenkamer De invoering van CJG s is een thema waarvoor onderzoek op onderscheiden bestuurslagen meerwaarde oplevert ten opzichte van onderzoek binnen één bestuurslaag. Deze meerwaarde heeft zijn basis in het feit dat de lokale rekenkamer(commissie)s en de Algemene Rekenkamer bevoegdheden op verschillende terreinen hebben en gezamenlijk een completer en onderling afgestemd beeld kunnen samenstellen. De lokale rekenkamer(commissie) brengt met dit onderzoek de gemeenteraad op de hoogte van de stand van zaken rond het eigen CJG; daarmee kan de gemeenteraad zo nodig tijdig gaan bijsturen in de gewenste richting. Als zaken niet op gemeentelijk niveau opgelost kunnen worden, is de Algemene Rekenkamer de aangewezen instantie om de verantwoordelijke bewindsperso(o)n(en)) op haar/hun verantwoordelijkheid te wijzen. Door het onderzoek in meerdere gemeenten op dezelfde wijze uit te voeren wordt bovendien onderlinge spiegeling (benchmarking) op de gemeenschappelijke aspecten mogelijk en kunnen good practices worden uitgewisseld. Zo worden conclusies versterkt en profiteren lokale rekenkamer(commissie)s optimaal van bevindingen in andere gemeenten. 1.3 Doel- en probleemstelling De rekenkamercommissie wil met dit onderzoek bijdragen aan de doeltreffendheid van het lokale jeugdbeleid. In de eerste plaats kan met dit onderzoek de gemeenteraad zich een oordeel vormen of het CJG 7 voldoet aan landelijke én gemeentelijke beleidsambities en aan wet- en regelgeving. In de tweede plaats verwacht de rekenkamercommissie verbetersuggesties voor de effectiviteit van het CJG te kunnen aandragen. De probleemstelling van het onderzoek luidt: Ligt de CJG-vorming in Veenendaal op koers (zowel in tijd als in kwaliteit) en draagt het CJG als middel bij aan de opvoed- en opgroeiondersteuning voor ouders en kinderen tot 23 jaar en aan de coördinatie van zorg (één gezin, één plan)? De onderzoeksvragen, normen en onderzoeksopzet zijn opgenomen in bijlagen (1, 2 en 4). Doel en probleemstelling van het onderzoek van de Algemene Rekenkamer Het onderzoek moet ook leereffecten voor de staatssecretaris van VWS opleveren die kunnen bijdragen aan de doeltreffendheid van het Beleidsprogramma Alle kansen voor alle kinderen. De Algemene Rekenkamer brengt hierover separaat een eigen onderzoeksrapport uit. De probleemstelling van de Algemene Rekenkamer luidt: 7 Waar gesproken wordt over het CJG bedoelt de Rekenkamer niet alleen het CJG als zijnde een gebouw/inlooppunt, maar ook het virtuele CJG en alle professionals die werken aan of in het CJG of op andere locaties. Het CJG kan ook meer dan één vestiging of locatie betreffen.

11 Hoe staat het met de invoering van CJG s en vindt er (in de onderzochte gemeentes) echt samenwerking en integratie 4 van hulpverlening plaats? Zijn uit ervaringen in de gemeenten verbeterpunten af te leiden die de inzet van de staatssecretaris van VWS vragen? 1.4 Leeswijzer In hoofdstuk 2 van deze nota van bevindingen schetst de rekenkamercommissie het maatschappelijk probleem in de gemeente Veenendaal, waar het CJG als één van de instrumenten in het jeugdbeleid een antwoord op moet geven. Dat gebeurt aan de hand van twee inventariserende onderzoeksvragen: Hoe is het gesteld met de jeugd in Veenendaal en welke doelstellingen en prioriteiten heeft de gemeente in het jeugdbeleid? Hoofdstuk 3 bevat de bevindingen over de vraag: wat moet het CJG in Veenendaal opleveren en wat gaat de gemeente daarvoor doen? Dat resulteert in bevindingen over: (1) de kwaliteit van de beleidsvoorbereiding CJG, (2) het voldoen aan de eisen uit het basismodel CJG en (3) de invulling van de regierol door de gemeente. In hoofdstuk 4 komt aan de orde de vraag: wat kost een CJG en hoe is de financiering geregeld? Dit hoofdstuk resulteert in uitspraken over (1) de ordelijke en controleerbare besteding van de Brede Doeluitkering, en (2) de mate waarin de gemeente gevolg heeft gegeven aan de oproep om ook zelf te investeren in het CJG en de lokale jeugdketen. Hoofdstuk 5 tot slot gaat in op de vraag: wie werken samen in het CJG en wat levert deze samenwerking op? Hier komen de ervaren knelpunten en verbeterpunten in de samenwerking aan de orde.

12 2 Jeugd en jeugdbeleid in Veenendaal Inleiding In dit hoofdstuk inventariseert de rekenkamer de jeugdproblematiek in Veenendaal en gaat zij na welke ambities de gemeente Veenendaal heeft in het door haar gevoerde jeugdbeleid (onderzoeksvraag 1). Daarmee geeft dit hoofdstuk een schets van het maatschappelijk probleem, waarop het CJG als één van de instrumenten in het jeugdbeleid antwoord moet geven. 2.2 Jeugd in Veenendaal De gemeente Veenendaal heeft een relatief jonge bevolking. In vergelijking met de rest van Nederland en de provincie Utrecht is het aandeel jonge bewoners in Veenendaal groter (zie figuur 2.1 en tabel 2.1). 33,6% van het totale inwoners in Veenendaal is jonger dan 25 jaar. In de provincie Utrecht is dit aandeel 31,6 % en in Nederland 30,0%. Tabel 2.1 Bevolking naar leeftijd per 1 jan in % van totaal aantal inwoners Veenendaal Provincie Utrecht Nederland Jonger dan 5 jaar 6,8 6,5 5, jaar 7,3 6,5 6, jaar 6,8 5,9 6, jaar 6,6 6,2 6, jaar 6,1 6,6 6, jaar 27,9 29,8 28, jaar 25,5 25,6 27, jaar 9,8 9,6 11,0 80 jaar of ouder 3,2 3,4 3,8 Totaal in % 100,0 100,0 100,0 Totaal in aantallen Bron CBS, Gemeente op maat Dit zijn de meest recente, beschikbare cijfers van het CBS.

13 34,0 6 33,0 % van totaal aantal inwoners 32,0 31,0 30,0 jonger dan 25 jaar 29,0 28,0 Veenendaal Prov. Utrecht Nederland Figuur 2.1 Aandeel jongeren (< 25 jaar) in Veenendaal, provincie Utrecht en Nederland per 1 januari 2008 (bron CBS). In onderstaande figuur (2.2) wordt de leefsituatie van de jeugd in Veenendaal in beeld gebracht in vergelijking met die van de jeugd in de provincie Utrecht en in Nederland. De situatie van de jeugd in Veenendaal is vergelijkbaar met de situatie in de provincie Utrecht. Ten aanzien van het aantal kinderen in achterstandswijken is te zien dat in Veenendaal het beeld gunstiger is dan landelijk en in de provincie. De kindersterfte in Veenendaal lijkt opmerkelijk hoog, maar dit wordt veroorzaakt door de wijze waarop deze indicator berekend wordt. Dit wordt uitgelegd in voetnoot 8 (bij de legenda).

14 7 Tienermoeders Kinderen in uitkeringsgezin Kinderen in achterstaandswijken Met delict voor rechter Werkloze jongeren Voortijdig schoolverlaters Achterstandsleerlingen Meldingen kindermishandeling Kinderen in Jeugdzorg Kindersterfte Zuigelingensterfte Nederland Prov. Utrecht Veenendaal 0,00 5,00 10,00 15,00 20,00 Figuur 2.2 Jeugd in Veenendaal, vergeleken met provincie Utrecht en Nederland over 2008 Uit: Kinderen in Tel (Verwey-Jonker Instituut, 2010) Legenda bij figuur 2.2: Tienermoeders (per jarige meisjes) Kinderen in uitkeringsgezin (per jarigen) Kinderen in achterstandswijken (per jarigen) Met delict voor rechter (per jarigen) Werkloze jongeren (per jarigen) Voortijdig schoolverlaters (per jarigen) Achterstandsleerlingen (per 100 leerlingen in VO en MBO) Melding kindermishandeling (per jarigen) Kinderen in Jeugdzorg (per jarigen) Kindersterfte (per kinderen van 1-15) 9 Zuigelingensterfte (per 1000 levendgeboren kinderen van 0-1) De GGD Midden Nederland heeft in 2008 onderzocht hoe gezond de jeugd in Veenendaal is en leeft. 10 Ten aanzien van de lichamelijke gezondheid kwam uit dit onderzoek naar voren dat 9 Het gaat om het aantal kinderen in de leeftijd van 1 tot en met 14 jaar dat sterft ongeacht de oorzaak. Omdat het absolute aantal kinderen in die leeftijd dat sterft in Nederland zeer gering is wordt dit cijfer per kinderen in die leeftijd weergegeven. Omdat elk sterfgeval zwaar telt in deze indicator wordt het gemeentelijke cijfer als vijfjaarsgemiddelde weergegeven.

15 luchtwegklachten bij jongeren in Veenendaal (4%) vaker voorkomen dan het regionale gemiddelde. Overgewicht komt veel voor bij kinderen (13% bij 5-6 jarigen, 15 % bij 9-10 jarigen, 17% bij jarigen) en in Veenendaal is dit percentage vergelijkbaar met de regionale cijfers. In Veenendaal blijven deze percentages over de jaren ( ) stabiel. Naast lichamelijke gezondheid is ook gekeken naar de psychische gezondheid en hieruit bleek dat kinderen op het basisonderwijs in Veenendaal ongunstiger scoren vergeleken met regionale cijfers (zie figuur 2.3) % jarigen 9-10 jarigen jarigen Veenendaal Regio Midden Nederland Figuur 2.3 Percentage kinderen met een indicatieve score (psychosociale problemen) per leeftijdscategorie. Bij kinderen met een indicatieve score is mogelijk sprake van een psychosociale problematiek. Psychosociale problemen kunnen samenhangen met een bepaalde fase in de ontwikkeling (pubertijd) en van voorbijgaande aard zijn, maar kunnen ook signalen zijn van ernstiger problematiek. Verder is opvallend dat de vaccinatiegraad in Veenendaal lager is dan de vaccinatiegraad in de regio Midden Nederlanden lager dan de WHO norm van 95%. 11 In Veenendaal is deze tussen de 86-90% en in de regio 92-95%. Dit wordt onder andere veroorzaakt door het feit dat een groep inwoners van Veenendaal hun kinderen niet laten vaccineren vanwege hun geloofsovertuiging. Vaccinatie gaat volgens deze ouders in tegen hun geloof. Ouders die hun kinderen niet laten vaccineren kunnen dit ook doen vanwege een antroposofische gedachte. In de antroposofie vindt men dat het doormaken van kinderziekten een zinvolle betekenis heeft in de ontwikkeling. Ook zijn er ouders die hun kinderen niet willen laten vaccineren vanwege de kans op eventuele bijwerkingen. 10 Hoe gezond is en leeft de jeugd? Bevindingen van de jeugdgezondheidszorg en Schoolkracht, GGD Midden Nederland (juni 2008). 11 Gezondheidsatlas Midden Nederland 2010 (GGDAtlas.nl).

16 Ten aanzien van jongerenoverlast heeft de gemeente Veenendaal via de zogenaamde shortlistmethode van Beke/Ferweda jongerengroepen geanalyseerd. De shortlist is een op basis van wetenschappelijk onderzoek samengestelde vragenlijst waarmee de politie op systematische wijze periodiek de aard en omvang van problematische jeugdgroepen in beeld kan brengen. Een groep kan gekwalificeerd worden als hinderlijk, overlastgevend of crimineel. In 2009 is geconstateerd dat er in Veenendaal geen criminele groepen zijn, maar wel twee overlastgevende en vier hinderlijke groepen Met de meeste jongeren gaat het overigens goed in Veenendaal. In de beleidsdocumenten wordt ervan uitgegaan dat het met 95% van de jeugdigen goed gaat en het beleid is dan ook met name op deze groep jongeren gericht. 2.3 Jeugdbeleid in Veenendaal In maart 2011 is een integraal beleidsplan, het programma Jeugd, door de gemeenteraad vastgesteld. Daarvoor was het jeugdbeleid van de gemeente Veenendaal opgetekend in diverse beleidsnotities. Dit zijn de volgende beleidsnotities: Startnotitie Jeugdbeleid gemeente Veenendaal (januari 2005); Wmo-beleid en Programma Jeugd, Integrale Veiligheid en leefbaarheid (2006); Nota lokaal gezondheidsbeleid (maart 2009); Startnotitie Jeugdbeleid (november 2009); Lokaal Educatieve Agenda (LEA) (september 2010). Hieronder wordt de inhoud weergegeven van de verschillende beleidsnotities (vanaf 2005) die van belang zijn geweest voor de uitgangspunten voor het beleid op het terrein van jeugd in Veenendaal. In 2008 voerde de rekenkamercommissie al een onderzoek uit naar de kwaliteit van het jeugdbeleid in Veenendaal, het rapport heeft de titel: Jeugdbeleid uit de Puberteit. Met name ten aanzien van de samenhang en aansturing van beleid deed de rekenkamercommissie een aantal aanbevelingen, de gemeenteraad heeft de aanbevelingen vastgesteld. Startnotitie Jeugdbeleid gemeente Veenendaal (januari 2005) In de notitie staat weergegeven dat de gemeente Veenendaal de voorwaarden wil scheppen voor jeugdigen, zodat zij zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige en maatschappelijk verantwoordelijke volwassenen. De startnotitie is in december 2004 vastgesteld door het college en ter advisering voorgelegd aan de raadscommissie Welzijn (mei 2005). Het beleid in deze notitie is uitgewerkt in concrete actieplannen. Een belangrijk uitgangspunt in de startnotitie is het hanteren van twee sporen: 12 Gemeente Veenendaal, Planopdracht Overlast en verloedering (B&W besluit, 24 nov 2009).

17 1. algemeen jeugdbeleid voor de grootste groep jeugdigen waar het goed mee gaat en waarvoor in principe geen specifieke maatregelen getroffen hoeven te worden. De gemeente doelt hierbij vooral op een adequaat voorzieningenniveau; 2. specifiek jeugdbeleid waarbij de aandacht ligt bij het voorkomen en bestrijden van achterstanden. 10 Daarnaast zijn in de startnotitie acht uitgangspunten geformuleerd op basis waarvan het College van B en W het jeugdbeleid wil ontwikkelen en uitvoeren. Dit zijn: 1. ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding; 2. integraal beleid; 3. een goede balans tussen algemeen en specifiek jeugdbeleid; 4. samenhangend beleid; 5. vraaggericht; 6. interactief; 7. resultaatgericht; 8. versterking regiefunctie. In de startnotitie zijn zeven beleidsthema s benoemd waarbij aangegeven wordt wat de doelstellingen zijn voor de komende jaren. Deze thema s zijn: onderwijs, welzijn, gezondheid en zorg, vrije tijd en openbare ruimte, veiligheid, opvoedingsondersteuning en jongerenparticipatie. In een eerder onderzoek van de rekenkamercommissie naar het jeugdbeleid in 2008 is reeds geconcludeerd dat er een beperkte probleemanalyse aan het beleid ten grondslag lag, dat er in Veenendaal destijds gekozen is voor een pragmatische aanpak en dat de doelstellingen van het beleid algemeen geformuleerd waren en niet SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden). Ook concludeerde de rekenkamercommissie dat er samenhang ontbreekt in de uitvoering: er zijn veel actoren betrokken, maar er is weinig regie vanuit de gemeente. Ook bleek uit het onderzoek dat er onvoldoende inzicht was in de inzet van middelen voor het jeugdbeleid en dat er geen koppeling te maken is tussen de inzet van middelen en effecten van beleid. 13 Wmo-beleid en Programma Jeugd, Integrale Veiligheid en leefbaarheid (2006) Sinds 2006 vertoont het jeugdbeleid in Veenendaal samenhang met het Wmo-beleid en het programma Jeugd, Integrale Veiligheid en Leefbaarheid (JIVL). In Veenendaal is er destijds voor gekozen om het Wmo-beleid onder te verdelen in zes domeinen. Het domein twee betreft opgroeien en heeft betrekking op de jeugd. Ten aanzien van dit domein heeft de gemeente zichzelf als doel gesteld om de jeugd zo probleemloos mogelijk te laten opgroeien. Daarvoor wil de gemeente zorgen voor een goed netwerk van voorzieningen voor jeugd en jongeren. De gemeente vindt het belangrijk dat problemen vroeg gesignaleerd worden. Het programma JIVL is met name gericht geweest op de veiligheid in Veenendaal. Eén van de thema s die binnen het programma ook aandacht krijgt is Jongerenoverlast en 13 Jeugdbeleid uit de puberteit, rekenkameronderzoek naar het jeugdbeleid in de gemeente Veenendaal, okt

18 jeugdcriminaliteit. De gemeente vindt het in het kader hiervan belangrijk dat problemen worden voorkomen en wil voor jongeren een goede omgeving creëren en een sluitende aanpak in de hulpverlening. 11 Nota lokaal gezondheidsbeleid (maart 2009) In de nota zijn de volgende speerpunten benoemd die betrekking hebben op het jeugdbeleid in Veenendaal: 1. gezond gewicht bij jongeren; 2. verbeteren tandzorg bij kinderen; 3. verhogen vaccinatiegraad; 4. vroegsignalering door eerstelijnszorg. In het beleidsplan wordt gesteld dat de vroegsignalering belangrijk is op het gebied van volksgezondheid, opvoedingsproblematiek en thuisgeweld. Vastgesteld wordt dat voor het toekomstige Centrum voor Jeugd en Gezin de eerstelijn een belangrijke rol kan spelen in het vroegsignaleren van probleemkinderen. De nota is door de raad in maart 2009 vastgesteld. Startnotitie Jeugdbeleid (november 2009) In deze notitie, die op 5 november 2009 door de raad is vastgesteld, wordt het proces weergegeven voor de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de aanbevelingen uit het rekenkamerrapport Jeugdbeleid uit de puberteit (2008). Als onderdeel daarvan wordt het proces beschreven om te komen tot een nieuwe kaderstellende nota Integraal Jeugdbeleid. In de nota worden de volgende uitgangspunten voor het jeugdbeleid in Veenendaal gehanteerd: 1. ouders zijn eerstverantwoordelijke voor de opvoeding. De gemeente ondersteunt door het bieden van een algemeen basisaanbod en een vangnet voor risicogroepen; 2. de gemeente heeft de regie en bepaalt de speerpunten en doelstellingen, de zogenaamde wat-vraag; 3. de instellingen zijn deskundige partners. Zij adviseren in het beleid en het jaarlijkse werkplan. Zij zijn deskundig in de wijze waarop de wat-vraag ingevuld kan worden, oftewel de hoe-vraag; 4. focus van het jeugdbeleid ligt op preventie en een algemeen aanbod van basisvoorzieningen vanuit een algemene positieve insteek; 5. er is ruimte voor specifiek beleid daar waar doelgroepen niet bereikt worden door het algemeen aanbod en daar waar concrete of dreigende risico's zijn voor de ontwikkeling van jongeren. Lokaal Educatieve Agenda (LEA), (september 2010) In september 2010 presenteerde het college aan de raadscommissie Maatschappelijke ontwikkelingen de Lokale Educatieve Agenda (LEA). De LEA is begin 2006 vanuit het Rijk geïntroduceerd om kinderopvang, onderwijs en gemeente tot een gezamenlijke lokale agenda te laten komen. In Veenendaal is de LEA opgesteld voor de periode De gemeente en het onderwijs willen zorgen voor een goede sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling van kinderen en jongeren die in Veenendaal wonen. Het lokale jeugd- en onderwijsbeleid

19 moet volgens de notitie gericht zijn op het ondersteunen van deze ontwikkeling van kinderen en jongeren. 12 Het college heeft de volgende ambities geformuleerd: 1. kinderen en jongeren krijgen onderwijs dat bij hen past, waardoor zij in staat zijn het beste uit zichzelf te halen; 2. er is goede samenwerking tussen alle bij kinderen en jongeren betrokken organisaties; 3. jongeren verlaten het onderwijs met een startkwalificatie, waardoor zij een sterke positie op de arbeidsmarkt hebben; 4. leerplichtige kinderen en jongeren nemen deel aan het onderwijs, niemand zit thuis. In het document is overigens wel aangegeven dat de kaders van het nog te ontwikkelen programma Jeugd leidend gaan worden voor het lokale onderwijsbeleid. Programmaplan Jeugd (maart 2011) Na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2010 is door het nieuwe college besloten om een viertal speerpunten, waaronder het programma Jeugd, programmatisch aan te pakken. Het programma is ontwikkeld met behulp van inbreng van burgers, interne en externe stakeholders. Het plan is gericht op alle jeugd en gezinnen en niet alleen op jeugd en gezinnen met een verhoogd risico op wat voor terrein dan ook. De gemeente wil kansen bieden voor alle kinderen in Veenendaal. Het college wil werken aan een samenleving waarin ieder zijn verantwoordelijkheid neemt. Om een dergelijke samenleving te bouwen is het volgens het plan van belang dat de jeugd opgroeit tot burgers die in staat zijn die verantwoordelijkheid voor zichzelf en elkaar te nemen. De eerste verantwoordelijkheid voor de jeugd ligt bij de samenleving zelf (ouders en maatschappelijk middenveld). De gemeente heeft hierbij een ondersteunende rol. In het programmaplan staat dat kinderen en jongeren zich in Veenendaal moeten kunnen ontwikkelen tot volwassenen die mentaal en fysiek gezond zijn, maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. Het college wil dat Veenendaal een gemeente is waar kinderen gezond en veilig kunnen opgroeien, hun talenten kunnen ontwikkelen en plezier hebben, waar ze hun steentje leren bijdragen aan de maatschappij en goed voorbereid zijn op de toekomst. Het college wil samen met de professionele instellingen stimuleren en faciliteren dat jongeren en gezinnen vaardigheden ontwikkelen en wil netwerken creëren waarop ze terug kunnen vallen. Het college wil voorkomen dat kinderen in de zorg komen. De focus ligt op vroeg: vroeg in leeftijd, zodat ouders en kinderen een stevige start kunnen maken en ook vroeg zijn in het signaleren van dreigende problemen.

20 In het programmaplan zijn vier hoofddoelen geformuleerd: 1. in Veenendaal kunnen jeugdigen zich breed oriënteren en ontwikkelen; 2. Veenendaalse jongeren behalen minimaal een startkwalificatie; 3. jongeren in Veenendaal zijn fysiek en mentaal gezond; 4. jeugdigen leren al vroeg een bijdrage te leveren aan de maatschappij en krijgen hiervoor ook de ruimte. 13 Het programmaplan is in maart 2011 door de gemeenteraad vastgesteld. 2.4 Samenvatting In dit hoofdstuk inventariseerde de rekenkamercommissie de jeugdproblematiek in Veenendaal en ging zij na welke ambities de gemeente Veenendaal heeft in het door haar gevoerde jeugdbeleid. Veenendaal heeft een relatief jonge bevolking. Ten aanzien van problemen met jongeren zijn er geen opvallende afwijkingen met regionale en landelijke cijfers. Het enige punt waarin Veenendaal afwijkt is dat de vaccinatiegraad (86-90%) lager is dan de WHO norm van 95%. De gemeente gaat er van uit dat het met 95% van de jongeren goed gaat en heeft daar haar beleid op gericht. Het college wil kansen bieden aan alle kinderen en niet alleen aan kinderen of gezinnen met problemen. Vanaf 2005 zijn er diverse beleidsplannen vastgesteld die betrekking hadden op de jeugd in Veenendaal. Uiteindelijk zijn alle plannen uitgemond in één programma Jeugd, dat vastgesteld is door de gemeenteraad in maart In het plan wordt uitgegaan van een verantwoordelijke samenleving, d.w.z. dat de eerste verantwoordelijkheid voor de jeugd bij de ouders en maatschappelijk middenveld ligt. De gemeente heeft een ondersteunende rol. Het college wil er voor zorgen dat jongeren zich kunnen ontwikkelen tot volwassenen die mentaal en fysiek gezond zijn, maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen en in hun eigen onderhoud kunnen voorzien. Vroegsignalering van problemen ziet de gemeente daarbij als een belangrijk speerpunt. Het jeugdbeleid, zoals beschreven in dit hoofdstuk, vormt het kader voor de ontwikkelingen en activiteiten voor de beleidsontwikkeling ten aanzien van het Centrum Jeugd en Gezin. Deze ontwikkeling wordt weergeven in paragraaf 3.2 van dit rapport.

21 3 Rol en functie van het CJG Inleiding In dit hoofdstuk gaat de rekenkamercommissie na welk aanbod aan voorzieningen en activiteiten gerealiseerd worden met het CJG en op welke wijze de gemeente Veenendaal de regie op de organisatie van het CJG vorm geeft. Hiermee wordt antwoord gegeven op de tweede onderzoeksvraag. In 3.2 brengt de rekenkamercommissie in beeld wat de gemeente Veenendaal met het CJG beoogt (ambities), hoe deze ambities passen binnen het bredere jeugdbeleid van de gemeente en of deze ambities aansluiten bij het Beleidsprogramma Alle kansen voor alle kinderen en bij de (voorgestane) wet- en regelgeving. Daarin zijn de volgende ambities voor het CJG geformuleerd: (1) laagdrempelig inlooppunt voor opvoed- en opgroeiondersteuning, (2) vroegtijdig problemen signaleren, bereiken van risicogroepen, en (3) snel, goed en gecoördineerd advies en hulp bieden (één gezin, één plan). Tevens gaat de rekenkamercommissie na of de ambities van de gemeente toetsbaar (SMART-C) zijn geformuleerd. 14 In 3.3 onderzoekt de rekenkamercommissie of het (beoogde) aanbod aan voorzieningen en activiteiten van het CJG aansluit bij het Basismodel CJG. In 3.4 beschrijft de rekenkamercommissie de wijze waarop de gemeente invulling geeft aan haar regierol. De bevindingen resulteren in 3.5 in oordelen over: (1) de kwaliteit van de beleidsvoorbereiding CJG, (2) het voldoen aan de eisen uit het Basismodel CJG en (3) de invulling van de regierol door de gemeente. 3.2 Ambities van de gemeente met het CJG Voordat het programmaministerie Jeugd en Gezin in september 2007 met landelijke richtlijnen kwam voor de Centra voor Jeugd en Gezin (Programma Alle kansen voor alle kinderen 15 ) waren lokale partijen c.q. zorgpartners in Veenendaal al bezig met een gezamenlijke ontwikkeling van een gezondheidscentrum (Kloppend Harthuis) in de nieuwe wijk Veenendaal Oost. Daarbij ontstond een initiatief om breder te kijken naar een visie op een Centrum voor Jeugd en gezin. Uit gesprekken die de gemeente voerde met GGD, Vitras, 14 SMART-C staat voor: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden en Consistent. 15 Programma voor Jeugd en Gezin Alle kansen voor alle kinderen. Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 5.

22 Kwink kinderopvang, Stichting De Vaart, Bureau Jeugdzorg, Verloskundigenpraktijk Veenendaal, Weer Samen Naar School (WSNS) Veenendaal, Reinaerde Trajectum en MEE bleek een onderling gedeelde visie, die als een advies aan het gemeentebestuur wordt beschouwd. Het college neemt de visie van de zorgpartners als basis. Daarnaast geeft het college in het kaderstellend document aan vanuit zijn rol als regisseur, financier en (op termijn) doorzettingsmacht in escalatiesituaties: accenten te leggen, prioriteiten te stellen en waarnodig aan te scherpen. 15 De visie is vervolgens vastgesteld door de gemeenteraad in november De gemeente neemt het landelijke beleid als basis voor de ontwikkeling van het CJG. Als eigen beleidskader wordt het jeugdbeleid binnen het Wmo-domein Opgroeien en Opvoeden als leidend beschouwd. De gemeente Veenendaal heeft de ambitie om door middel van het CJG tot meer samenhang, verbetering en vernieuwing in de zorg voor de jeugd te komen. Jeugd mag niet meer tussen wal en schip geraken. Om een sluitende aanpak te creëren, stelt de raad de volgende drie accenten vast: er eerder bij zijn: preventief en vroegsignalering; onderwijs als partner: in tot standkoming CJG en structuur; één gezin: één verhaal: samenwerking tussen betrokken zorgverleners. De doelgroep van het CJG is in eerste instantie (ouders/verzorgers van) kinderen en jeugd tussen de -9 maanden tot 23 jaar. Het doel is om een identiteitsgebonden aanbod van voorzieningen te realiseren, zodat alle doelgroepen bereikt zullen worden, met daarbij speciale aandacht voor jongeren. Moeilijk te bereiken groepen moeten via outreachend werk worden benaderd. Na vaststelling van dit kader door de raad is de gemeente Veenendaal verder gegaan met de uitwerking van een plan van aanpak onder leiding van externe adviseurs. Bij de planontwikkeling zijn kernpartners, zorg- en welzijnsorganisaties en scholen betrokken. Door middel van werkgroepen, panels en een klankbordgroep werd met lokale partners en toekomstige gebruikers van het GJG vormgegeven aan het ontwerp. In september 2009 wordt het Plan van aanpak CJG Veenendaal gepresenteerd aan de raad en vastgesteld. De gemeente Veenendaal kiest voor een positieve insteek en gaat ervan uit dat het met 95% van de jeugdigen goed gaat. De gemeente wil dit graag zo houden en wil door middel van een sterk basisaanbod voor de jeugd ervoor zorgen dat jeugdigen en ouders hun eigen verantwoordelijkheid kunnen (blijven) nemen. In het plan van aanpak worden drie hoofdfuncties toegekend aan het CJG, te weten: 1. een laagdrempelige ingang in de frontoffice; 2. aanbod van opvoed- en opgroeiondersteuning in de frontoffice; 3. sluitende aanpak in de backoffice, die Netwerk Jeugd genoemd gaat worden. De hoofdfuncties zijn overeenkomstig de functies die het landelijke beleidsprogramma (Alle kansen voor alle kinderen) aan het CJG toekent. De frontoffice in Veenendaal moet er zijn voor alle jeugdigen en ouders met alledaagse vragen. De backoffice is er voor 5% van de 16 Gemeente Veenendaal, Kaderstelling CJG, CJG de richting ( 13 nov. 2008).

23 jeugdigen waar het niet goed mee gaat. De gemeente kiest er bewust voor om de frontoffice en de backoffice zowel organisatorisch als in de communicatie los te koppelen. Daarmee moet worden voorkomen dat het CJG door inwoners als een probleemcentrum wordt gezien. De gemeente geeft aan dat het belangrijk is dat er identiteitsgebonden aanbod aan opvoed- en opgroeiondersteuning wordt geboden, zodat personen met verschillende achtergronden zich in hetzelfde GJG kunnen herkennen. Verbijzondering moet echter niet worden gestimuleerd, zo wordt gesteld. In het kaderstellend document wordt gesteld bij de inzet van middelen liever niet te investeren in stenen, maar zoveel mogelijk middelen in te zetten voor het (verbeteren van) zorg. In het plan van aanpak wordt overeenkomstig de wens van de raad aandacht gegeven aan de regierol van de gemeente. Wat deze regiefunctie precies inhoudt, wordt niet gedefinieerd. In paragraaf 3.4 van dit rapport wordt verder op de regiefunctie in gegaan. 16 In figuur 3.1 wordt de ontwikkeling van het gemeentelijk CJG-beleid in de tijd weergegeven, in relatie tot het rijksbeleid. Uit de figuur blijkt dat de gemeente Veenendaal de invoering van het CJG snel heeft opgepakt.

24 Figuur 3.1 Tijdsbalk ontwikkeling gemeentelijk CJG-beleid (in relatie tot rijksbeleid) 17 Programma Alle kansen voor alle Bestuurlijke afspraak pilotproject Opvoeden in de buurt (G4, Almere, Eindhoven, Tilburg) Bestuursakk oord Samen aan de slag Brief wettelijke verankering CJG en regierol gemeente Tijdelijke regeling CJG (Brede Doeluitkering ) Voorstel Wijziging Wet op de jeugdzorg naar parlement Alle gemeenten een CJG (beoogd) RIJK GEMEENTE VEENENDAAL Vaststelling kaders CJG door gemeenteraad Plan van aanpak CJG Veenendaal Programma plan Jeugd 29 sep 2010 Officiële opening CJG De Twyn.

25 18 Bij het opstellen van het plan van aanpak zijn jeugdigen, ouders en professionals betrokken geweest. Via diverse panelgesprekken is in het voorjaar van 2009 geïnventariseerd wat deze groepen van een CJG verwachten. Hieruit kwam naar voren dat jongeren een overzichtelijke website willen waar informatie gevonden kan worden en vragen gesteld kunnen worden. Daarnaast willen ze de mogelijkheid hebben voor een luisterend oor, buiten schooltijd. Ouders gaven aan ook behoefte te hebben aan een website of informatiecentrum waar ze telefonische inlichtingen kunnen krijgen over opvoeden. Ouders waren ook van mening dat de openingstijden ruim moesten zijn (bijv uur). De gemeente heeft voorafgaand aan het formuleren van het CJG-beleid geen analyse gemaakt van de situatie van jeugd of het bestaande voorzieningenaanbod in de gemeente Veenendaal. De rekenkamercommissie constateert dat de gemeente Veenendaal op hoofdlijnen ambities heeft geformuleerd die nauw aansluiten op het landelijk beleid. Deze ambities zijn echter niet toetsbaar: er is niet bepaald wanneer de gemeente tevreden is. Zo wil de gemeente zorgen voor een laagdrempelige ingang in de front-office, terwijl in de beleidsdocumenten niet duidelijk wordt geformuleerd wat het resultaat daarvan moet zijn in termen van bijvoorbeeld bezoekersaantallen. 3.3 Gerealiseerd aanbod aan voorzieningen en activiteiten CJG In 3.3 onderzoekt de rekenkamercommissie of het (beoogde) aanbod aan voorzieningen en activiteiten van het CJG aansluit bij het Basismodel CJG Locatie CJG Hoeveel CJG-locaties worden geopend en waar deze worden gevestigd, bepaalt de gemeente zelf. Dit kan het consultatiebureau zijn, de school, de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD), een buurthuis, een gezondheidscentrum etc. Virtuele (en telefonische) loketten zijn toegestaan, maar deze zijn aanvullend, en kunnen het fysieke inlooppunt als zodanig niet vervangen. Bereikbaarheid, toegankelijkheid, kwaliteit en cliënttevredenheid zijn indicatoren voor een succesvol inlooppunt (VNG, 2008). In het Kaderstellend document Centrum Jeugd en Gezin, dat de raad op 13 november 2008 vaststelde, wordt besloten om te kiezen voor één inlooppunt. Daarnaast wil de gemeenteraad een web van meerdere ingangen verspreid over Veenendaal, op locaties van bestaande voorzieningen waar ouders en kinderen komen. Voor het Plan van Aanpak Centrum voor Jeugd en Gezin Veenendaal van juni 2009 is een inventarisatie gemaakt van de voorkeur voor de locatie van het inlooppunt bij jongeren, ouders en professionals. Na een haalbaarheidsanalyse door de gemeente is gekozen voor de voormalige Hollandia Wolfabriek in het Cultuurcluster aan het Verlaat als centraal inlooppunt voor het Centrum

26 voor Jeugd en Gezin. Dit inlooppunt heeft de naam De Twyn gekregen en is geopend op 29 september 2010 en is daarmee ruim binnen de landelijke planning om het CJG uiterlijk 2011 te hebben gerealiseerd. 19 Figuur 3.2. Het gebouw van het CJG De Twyn. Naast het inlooppunt fungeren bestaande organisaties die betrokken zijn bij het jeugdbeleid, als opening naar de doelgroep. Te denken valt aan scholen, maatschappelijk werk en ziekenhuizen. Via deze organisaties wil het CJG ook de moeilijk bereikbare groepen actief benaderen. Op de drie middelbare scholen zijn in november 2011 informatiezuilen geplaatst, waarop leerlingen informatie kunnen opzoeken en een vraag kunnen stellen over opgroeien aan De Twyn. Daarnaast wil het CJG telefonisch en digitaal bereikbaar zijn. Het fysieke inlooppunt is maandag, woensdag en donderdag geopend van 9.30 tot uur. Daarmee wordt niet voldaan aan de ruime openingstijden buiten schooluren, waar jongeren, ouders en professionals om hadden gevraagd tijdens de inventarisatie. Het CJG is elke werkdag telefonisch bereikbaar van 9.00 tot uur. De website is 24 uren per dag te benaderen en bevat specifieke informatie over Veenendaal en daarnaast algemene informatie die landelijk wordt gehanteerd. De website is gericht op ouders en verzorgers, niet op kinderen of jongeren zelf.

27 3.3.2 Samenwerkingspartners: functies en taken binnen het CJG 20 Functies Basismodel CJG In afwachting van wetgeving heeft de toenmalige minister voor Jeugd en Gezin in overleg met onder andere de VNG een Basismodel CJG geformuleerd. 17 Dit Basismodel geeft de functies die een CJG minimaal moet bieden: de jeugdgezondheidszorg (consultatiebureaus en Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD)); de vijf preventieve Wmo-taken 18 op het terrein van opvoed- en opgroeiondersteuning: o informatie en advies geven; o (vroeg)signaleren van problemen; o mensen verwijzen naar het lokale en regionale hulpaanbod; o licht pedagogische hulp bieden; o de zorg voor jongeren en gezinnen coördineren. een schakel met Bureau Jeugdzorg; een schakel met onderwijs, vaak via de Zorg- en Adviesteams (ZAT s). Inrichting CJG gemeente Veenendaal Op 30 juni 2011 treedt het Convenant De Twyn, Centrum voor Jeugd en Gezin in werking. Het convenant is ondertekend door zeven partijen, te weten: Gemeente Veenendaal; Samenwerkingsverband VO/ VSO Veenendaal; Bureau Jeugdzorg Utrecht; GGD Midden Nederland; Welzijn Veenendaal; Vitras/Centrum Maatschappelijke Dienstverlening (CMD); MEE Utrecht Gooi en Vechtstreek. In het inloopcentrum De Twyn hebben de vier laatst genoemde partners een plek gekregen ten behoeve van de uitvoering van zorg voor jeugd in de gemeente Veenendaal. Homestart van Humanitas maakt geen onderdeel uit van het CJG-convenant dat is gesloten tussen de zeven samenwerkingspartners, maar heeft wel een plek gekregen in De Twyn. Bureau Jeugdzorg is bewust niet gehuisvest in De Twyn, omdat de gemeenteraad het CJG laagdrempelig wil houden en de aanwezigheid van Bureau Jeugdzorg een afschrikwekkende werking kan hebben op de doelgroep. In de backoffice zijn er wel contacten tussen het CJG en de overige partners. 17 Op 22 juni 2007 zijn het Rijk, de VNG, het IPO, GGD Nederland, Actiz en de MOgroep jeugdzorg (thans Jeugdzorg Nederland) dit Basismodel Centrum voor Jeugd en Gezin overeengekomen. 18 Taken op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Dit is een participatiewet waarin staat dat iedereen moet kunnen meedoen in de maatschappij.

28 Op basis van het convenant stellen de partijen gezamenlijk invulling te willen geven aan de vijf preventieve functies van het CJG. De partijen gaan bij de invulling van de preventieve functies en het maken van afspraken uit van de volgende doelstelling: het scheppen van voorwaarden zodat jeugdigen zich kunnen ontwikkelen tot zelfstandige en maatschappelijk verantwoordelijke volwassenen. In het bijzonder scheppen de partijen de voorwaarden voor een optimale ontwikkeling op lichamelijk, sociaal-emotioneel, cognitief en pedagogisch gebied. Daarnaast willen de convenantspartijen gezamenlijk beleid maken en uitvoeren met doelstellingen op het gebied van de optimale ontwikkeling van jeugdigen en het gezond opgroeien. 21 Het Zorg- en Adviesteams 12min (ZAT 12-) valt onder de verantwoordelijkheid van De Twyn en wordt aangestuurd door de procesregisseur. Dit team heeft de volgende kerntaken: 19 het signaleren van mogelijke belemmeringen in een onbedreigde ontwikkeling van jeugdigen naar volwassenheid; het, in geval van meervoudige problematiek bij een jeugdige en/of zijn opvoeders, analyseren van deze problematiek en het vaststellen van een gezamenlijke aanpak daarvan, alsmede het aanwijzen van de partij die wordt belast met de coördinatie van zorg. De deelnemende organisaties zijn: Vitras/CMD, GGD, Bureau Jeugdzorg, Samenwerkingsverband Weer samen naar school, MEE, Welzijn Veenendaal en Leerplichtzaken gemeente Veenendaal. De rekenkamercommissie stelt vast dat het CJG voldoet aan het Basismodel CJG. Taakverdeling CJG Veenendaal In De Twyn zijn een CJG-manager en een procesregisseur actief. De CJG-manager is verantwoordelijk voor het functioneren van de frontoffice en geeft uit dien hoofde leiding aan de drie informatieconsulenten en aan de procesregisseur. De procesregisseur is verantwoordelijk voor de backoffice (sluitende aanpak en zorgcöordinatie). Voor zorginhoudelijk zaken is laatstgenoemde het aanspreekpunt. Zowel de CJG-manager als de procesregisseur zijn in dienst van één van de convenant-partijen, namelijk Vitras/CMD. In De Twyn werken drie informatieconsulenten: één vanuit de GGD Midden Nederland, één vanuit Welzijn Veenendaal en een derde vanuit Vitras/CMD. Er is 1 fte te verdelen over de drie consulenten. De helft daarvan is bedoeld voor het bemensen van de balie tijdens openingstijden van De Twyn, de andere helft voor outreachend werken (De Twyn promoten). Zowel het consultatiebureau (JGZ 0-4 jaar) als de schoolarts (JGZ 4-12 jaar) zijn in het gebouw De Twyn gevestigd. Hierdoor komen er regelmatig kinderen uit deze leeftijdscategorieën over de vloer. De inloop van mensen zonder afspraak is beperkt, aldus observaties van de CJG-professionals. 19 Convenant De Twyn, Centrum voor Jeugd en Gezin, artikel 9.1.

29 22 Gebruik en beheer van De Twyn De gemeente, GGD Midden Nederland en Vitras/CMD zijn de huurders en hoofdgebruikers van de fysieke locatie van De Twyn, Verlaat 20E te Veenendaal. De CJG-manager is verantwoordelijk voor het beheer van De Twyn en geldt als eerste aanspreekpunt. Het college van B&W en de hoofdgebruikers GGD Midden Nederland en Vitras/CMD stellen facilitaire ondersteuning beschikbaar aan de CJG-manager voor het uitvoeren van het beheer door deze manager. Andere partijen en instellingen kunnen gebruik maken van de algemene ruimten van De Twyn, nadat zij hierover overeenstemming hebben bereikt met de CJG-manager. Contacten met aanpalende functies Met de aanpalende functies van het CJG worden de partijen bedoeld die te maken hebben met jeugd, en daardoor een signalerende functie hebben als het gaat om risico s rondom opvoeden en opgroeien. De Twyn heeft zich het eerste jaar vooral toegelegd op de contacten met het basisonderwijs en voortgezet onderwijs; voor het komend jaar staan de peuterspeelzalen en de kinderdagverblijven op het programma. Daarnaast is Kwink Veenendaal (kinderopvang) een belangrijke aanbieder in de regio en met hen zijn werkafspraken gemaakt. Zij kunnen cases aandragen en bespreken in het casusoverleg. De contacten met de kinderdagverblijven zijn lastiger te leggen, doordat daar veel particuliere aanbieders zijn. Het leggen van contacten met de zorgaanbieders in de eerste lijn, zoals de huisartsen, is nog lastiger. De gemeente organiseerde hiervoor een bijeenkomst, maar de opkomst was laag. De CJG-manager probeert nu aan te haken bij bestaande overlegvormen van de eerstelijns zorgaanbieders. Belangrijk punt hierbij is dat de huisartsen nog niet zijn aangesloten op de Verwijsindex. De rekenkamercommissie stelt vast dat ten tijde van het onderzoek de aanpalende functies uit het Basismodel in beperkte mate zijn geïmplementeerd in het CJG: momenteel zijn er alleen werkafspraken met het onderwijs en de kinderopvang. Het voornemen van De Twyn is om in 2012 de afspraken met aanpalende functies verder vorm te geven.

30 Figuur 3.3 Samenwerkingspartners en aanpalende functies CJG 23

31 3.4 Regierol gemeente 24 Van de gemeente wordt verwacht dat deze met verschillende partijen binnen de jeugdketen schriftelijke vastgelegde afspraken maakt over samenwerken, ieders inzet, de werkwijze en de te bereiken doelen. In deze paragraaf belichten we de bestuurlijke en ambtelijke positionering, de procesmatige aspecten van de regierol van gemeente (vorm en inhoud van samenwerkingsafspraken) en evaluatie en bijsturing door de gemeente Bestuurlijke verantwoordelijkheid en ambtelijke positionering De gemeenteraad heeft in 2008 de kaders gesteld voor het CJG en is tijdens de ontwikkeling van het CJG via voortgangsrapportages en informatiebijeenkomsten op de hoogte gehouden. Sinds De Twyn eind september 2010 is gerealiseerd, is de kaderstellende fase afgerond en wordt de raad indirect geïnformeerd via de voortgangsrapportage Jeugdbeleid die drie keer per jaar verschijnt en via het gemeentelijk jaarverslag. Er is geen aparte verantwoording over het CJG aan de gemeenteraad. De gemeente is verantwoordelijk voor de besluitvorming over de coördinatie van zorg. Dit is wettelijk vastgelegd in de 'Wet op de Jeugdzorg'. Wie (of welke instantie) er wordt aangewezen is afhankelijk van de situatie. Per casus moet duidelijk zijn wie er verantwoordelijk is voor de coördinatie van zorg. De wethouder jeugdbeleid is eindverantwoordelijk voor het CJG en Netwerk Jeugd en heeft in uitzonderlijke gevallen doorzettingsmacht om vastgelopen zorgcoördinatie vlot te trekken. De wethouder is tevens voorzitter van de stuurgroep CJG. De stuurgroep bestaat uit een vertegenwoordiger van iedere partij uit het CJG-convenant, plus de CJG-manager. De stuurgroep draagt de eindverantwoordelijkheid voor de samenwerking van de partijen betrokken bij het CJG. De taken van de stuurgroep zijn o.a. het bevorderen van de samenwerking tussen de partijen en het vaststellen van de begroting en het activiteitenplan en het afleggen van verantwoording richting het college. De adviezen van de stuurgroep, de managementinformatie van het CJG en Netwerk Jeugd en van de medewerkers vormen de input voor de jaarlijkse beleidscyclus. Deze adviezen en ervaringen vertaalt de gemeente naar beleid voor het gemeentelijk preventieve jeugdbeleid voor lange en korte termijn. Hieruit komen voorstellen voor structurele subsidierelaties en incidentele subsidies en opdrachten aan de CJG-manager. Afspraken met kernpartners en uitvoerders over het aanbod aan opvoed- en opgroeiondersteuning worden vastgelegd in de jaarlijkse subsidiebeschikkingen, waarbij de productieafspraken op basis van ervaringscijfers jaarlijks worden bijgesteld. De CJG-manager heeft hierbij een monitorende rol Plan van aanpak CJG

32 25 Een belangrijk sturingsinstrument voor de gemeente is de subsidieverstrekking. Iedere deelnemende organisatie verantwoordt zich tot dusverre zelf jegens de gemeente, zowel over financiën als producten. Het college wil in de toekomst niet van iedere partij een aparte subsidieaanvraag en verantwoording krijgen, maar stuurt erop dat partijen vooraf met elkaar om tafel gaan zitten om tot een gezamenlijke productbeschrijving te komen, zodat er ook gezamenlijk subsidie kan worden aangevraagd en daarover gezamenlijk kan worden verantwoord. Op ambtelijk niveau is er driewekelijks overleg tussen de CJG-manager en de beleidsmedewerker regie en beleid van de gemeentelijke afdeling maatschappelijke ontwikkeling en leefbaarheid over de voortgang van het CJG en de lange termijn visie en planning. Daarnaast is er vanuit andere afdelingen regelmatig contact met De Twyn voor bijdragen aan thematische projecten of oplossen van incidenten in de gemeente. De korte termijn doelen van deze projecten conflicteren soms met de lange termijn visie op het CJG. Hierdoor krijgt de gemeente soms het verwijt niet met één mond te spreken. Ambtelijk wordt aangegeven dat de visie op het CJG nog breder gedragen moet gaan worden in de gemeentelijke organisatie Afspraken met samenwerkingspartners De afspraken tussen de samenwerkingspartners voor het CJG zijn op 30 juni 2011 vastgelegd in het Convenant De Twyn, Centrum voor Jeugd en Gezin. In het convenant wordt een gezamenlijk doel van het CJG geformuleerd en worden de uitgangspunten voor de werkwijze geformuleerd. In het convenant wordt niet bepaald welke partij precies welke rol heeft of welke bijdrage levert. Wel wordt afgesproken dat de partijen ervoor zorgen dat het eigen aanbod methodisch aansluit bij het totaalaanbod van de partijen. 21 Voor het uitvoeren van activiteiten binnen De Twyn maakt het college van B&W individuele afspraken met de partijen die de betreffende activiteiten uitvoeren, op basis van de subsidierelatie. In de subsidieafspraken worden de financiën geregeld en wordt bepaald welke activiteiten de instellingen uitvoeren. In de subsidieafspraken wordt niet expliciet verwezen naar de activiteiten die een bijdrage dienen te leveren aan het CJG. Voor het uitvoeren van activiteiten die meerdere financieringsstromen betreffen, maken de partijen buiten dit convenant om afzonderlijke afspraken. Het college van B&W deelt de CJG-manager een cruciale rol toe in het verbinden van de diverse samenwerkingspartners. Deze moet partijen bij elkaar brengen, De Twyn positioneren binnen Veenendaal, de partners positioneren en de procesregisseur en informatieconsulenten aansturen. 21 Convenant De Twyn, Centrum voor Jeugd en Gezin, artikel 7.2.

33 In de bijlage van het Convenant De Twyn, Centrum voor Jeugd en Gezin, is ten behoeve van een sluitende aanpak vastgelegd dat wanneer twee of meer partijen betrokken zijn bij de ondersteuning aan een cliënt, één van de betrokken partijen op treedt als coördinator van zorg. Hierin wordt ook het escalatiemodel behandeld als de ondersteuning aan een cliënt stagneert De rekenkamercommissie concludeert dat er wordt samengewerkt op basis van het Convenant De Twyn, Centrum voor Jeugd en Gezin, maar dat de afspraken over te leveren diensten en prestaties door de gemeente (nog) niet op het niveau van het CJG worden gemaakt, maar nog individueel met de betrokken partijen via de subsidierelatie. Met de aanpalende functies van het CJG zijn momenteel (nog) geen formele afspraken over de inrichting van de samenwerking Evaluatie en bijsturing In het Convenant De Twyn, Centrum voor Jeugd en Gezin (artikel 11) is geregeld dat de partijen jaarlijks voor 1 maart de informatie, die nodig is voor de evaluatie, beschikbaar stellen aan de CJG-manager. Deze stelt jaarlijks een rapport op voor de kwantitatieve en kwalitatieve evaluatie van de activiteiten van het CJG. Vervolgens volgt de Stuurgroep op basis van dit rapport de kwaliteit van de samenwerking, de geboden ondersteuning op het gebied van opvoeden en opgroeien en van de resultaten. Ten tijde van de uitvoering van het onderzoek was dit nog niet de gangbare werkwijze. Momenteel verantwoorden de CJGpartners zich nog afzonderlijk aan de gemeente, via de subsidierelatie. Evaluatie en bijsturing vindt plaats via de Stuurgroep en op basis van de verantwoording over de subsidie. Wel is er in november 2011 een Behoeften- en Klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd door De Twyn, op basis van een digitale enquête onder ouders en een groepsgesprek met professionals. Het is nog niet bekend op welke manier dit document gebruikt gaat worden in de evaluatie en bijsturing. De gemeenteraad krijgt geen directe verantwoordingsinformatie over het CJG. 22 Het escalatiemodel is een procedure die beschrijft welke stappen de partijen zetten in geval van stagnaties in de totstandkoming of uitvoering van de gezamenlijke aanpak, die er op zijn gericht dat de gebruiker alsnog op korte termijn de ondersteuning wordt geboden die hij (dringend) nodig heeft. (Convenant De Twyn, Centrum voor Jeugd en Gezin, artikel 1).

34 4 Financiering van het CJG Inleiding De rekenkamercommissie onderzoekt in dit hoofdstuk wat het CJG kost (indicatie) en op welke wijze de financiering geregeld is. Daarmee wordt antwoord gegeven op de vierde onderzoeksvraag. In 4.2 gaat de rekenkamercommissie na welke uitgangspunten het Rijk en de gemeente hanteren voor de financiering van het CJG en de verantwoording daarover. In 4.3 inventariseert de rekenkamercommissie welk deel van de BDU Jeugd en Gezin de gemeente in de periode benut voor de vorming en inrichting van het CJG en welk deel wordt benut voor de andere doelen van de uitkering. Bij deze inventarisatie worden ook de extra middelen betrokken die in het Gemeentefonds ter beschikking zijn gesteld. Ook gaat de rekenkamercommissie na hoeveel geld uit eigen middelen de gemeente in de periode inzet voor de inrichting van het CJG en/of voor de taken die worden verricht binnen het CJG en welke middelen uit andere bron, bijvoorbeeld van de provincie, nog beschikbaar zijn gesteld. Dit resulteert uiteindelijk in een indicatie van de kosten van het CJG in 2011 per inwoner van de gemeente. In 4.4 beschrijft de rekenkamercommissie de belangrijkste en opvallendste knelpunten met betrekking tot de financiering van het CJG in de gemeente Veenendaal. Deze knelpunten en verbeterpunten zijn aan de orde gekomen in de interviews met gemeente en professionals en/of ontleend aan voortgangsrapportages van de gemeente. Concluderend geeft de rekenkamercommissie in 4.5 een oordeel over: (1) de ordelijke en controleerbare besteding van de Brede Doeluitkering, en (2) de mate waarin de gemeente gevolg heeft gegeven aan de oproep om ook zelf te investeren in het CJG en de lokale jeugdketen.

35 4.2 Uitgangspunten bij financiering en verantwoording 28 De realisatie van de CJG s wordt - conform afspraken in het Bestuursakkoord Samen aan de slag - van Rijkswege gestimuleerd met een financiële impuls. Deze bijdrage voor de invoering van de CJG s is voor de jaren opgenomen in een Brede Doeluitkering (BDU) Jeugd en Gezin, waarmee ook een aantal taken van het CJG gefinancierd wordt. 23 De BDU bundelt bestaande geldstromen, die eerder afzonderlijk aan gemeenten beschikbaar werden gesteld (zie kader). Daaraan is in het Regeerakkoord Balkenende IV een extra bedrag toegevoegd, dat oploopt tot 100 miljoen in Het totale bedrag, dat jaarlijks beschikbaar komt via de BDU Jeugd en Gezin loopt op tot 334 miljoen in Dit bedrag dat wordt versleuteld over de gemeenten is opgebouwd uit: Tijdelijke regeling specifieke uitkering jeugdgezondheidszorg: 190 miljoen Tijdelijke stimuleringsregeling lokale opvoedings- en gezinsondersteuning: 15 miljoen Opvoeden in de buurt: 13 miljoen Middelen preventief jeugdbeleid (motie Verhagen) 10 miljoen Prenatale Zorg 6 miljoen Extra middelen ( enveloppe ) Kabinet Balkenende IV 100 miljoen Iedere gemeente ontvangt met ingang van 2008 tot en met 2011 een uitkering op basis van de BDU Jeugd en Gezin (formeel de Tijdelijke regeling CJG). Voor Veenendaal bedraagt deze uitkering in , -. Dit bedrag is bedoeld voor: de jeugdgezondheidszorg, de maatschappelijke ondersteuning jeugd en de afstemming jeugd en gezin; het realiseren van tenminste één CJG. In 2012 worden de middelen uit de BDU in verband met het structurele karakter van de taak in het Gemeentefonds gestort en gaan zij deel uitmaken van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. In het Bestuursakkoord Samen aan de slag is ook afgesproken dat een deel van het accres in het Gemeentefonds (oplopend tot 100 miljoen in 2011) bestemd is voor jeugd en gezin. Dit geld is niet geoormerkt; op de gemeenten is een appel gedaan om deze 100 miljoen uit het accres te investeren in hun CJG en hun lokale jeugdketen. Uit de Toelichting bij de Tijdelijke regeling CJG blijkt dat het uitgangspunt is dat gemeenten de nodige vrijheid moeten hebben om CJG s vorm te geven en in te bedden in de lokale infrastructuur. Gekozen is voor een licht verantwoordingsregime. In dit verslag komen ondermeer de volgende onderwerpen aan de orde: bereikbaarheid CJG, regionale samenwerking, schriftelijke afspraken met aanbieders van zorg, aanbod van functies, 23 Regeling van de minister voor Jeugd en gezin van 9 januari 2008, nr. DJB/APBJ , houdende regels voor het verstrekken van specifieke uitkeringen ten behoeve van de centra voor jeugd en gezin (Tijdelijke regeling CJG). Tot voor kort werd meestal gesproken over de Brede Doeluitkering CJG.

36 doelgroepen waarop het CJG zich richt en tevredenheid van de gemeente over het bereik van het CJG. De burgemeester en gemeentesecretaris moeten verklaren dat de vragenlijst naar waarheid is ingevuld. De rekenkamercommissie stelt vast dat de gemeente voor de boekjaren 2009 en 2010 aan de jaarljikse verslagverplichting voldoet en de rapportages waarheidsgetrouw opstelt Na afloop van de stimuleringsperiode (in 2012) toetst het ministerie van VWS of het bedrag van de BDU is besteed aan de activiteiten waarvoor het bestemd is. Deze eenmalige vaststelling verloopt volgens de systematiek van de Single Information, Single Audit (SISA) Inzet middelen De gemeente Veenendaal steekt in 2008 en 2009 een kleine 1 miljoen euro en in 2010 en 2011 circa 2 miljoen euro per jaar in het CJG. Van dit totaal is in 2008 en 2009 circa afkomstig uit de BDU en circa uit het gemeentefonds. In 2010 en 2011 lag dat anders: toen was circa 1,4 miljoen euro afkomstig uit de BDU en circa uit het gemeentefonds. De rekenkamercommissie werkt in de volgende paragrafen nader uit hoe deze gelden in de periode door de gemeente zijn besteed. Dit inzicht in de kosten is vrijwel geheel gebaseerd op de beschikbare gemeentelijke begrotingen, jaarrekeningen en overige nota s over de jaren en de daaruit verstrekte subsidies op grond van de toepasselijke gemeentelijke wet- en regelgeving. Benutting BDU Jeugd en Gezin en extra middelen Gemeentefonds In tabel 4.1 geeft de rekenkamercommissie een overzicht van de bedragen die de gemeente Veenendaal in het kader van de BDU heeft ontvangen/ontvangt. Tabel 4.1 Ontvangen middelen BDU CJG Totaal BDU bijdrage vermeld in Tijdelijke regeling CJG Daadwerkelijk bekostigde nog niet nog niet activiteiten* bekend bekend OVA middelen** Totaal BDU Jeugd en Gezin (inclusief OVA-middelen ) Deel besteed aan de inrichting van het CJG niet uitgesplitst 24 De rapportage over 2009 dateert van 11 juni 2010 en die over 2010 van 13 mei Dit betekent dat in de bijlage bij de gemeentelijke jaarrekeningen over de periode het bestede bedrag is/wordt opgenomen. De accountantsverklaring bij de jaarrekening heeft ook betrekking op deze opgave. Na ontvangst van de jaarrekening over 2011 zal de beslissing over de vaststelling van de BDU worden genomen.

37 * Hier zijn voor de begrotingsjaren 2008 tot en met 2010 de daadwerkelijk vanuit deze begrotingsregel bekostigde 30 activiteiten opgenomen. De overschotten over enig jaar worden overgeheveld naar het volgende begrotingsjaar. Voor 2011 is het bedrag opgenomen zoals beschikt is door het Rijk. ** Door de OVA (Overheidsbijdrage aan de arbeidsontwikkeling) blijven de BDU-middelen waardevast. De bijstelling wordt berekend op het loongevoelige deel van de uitkering. In tabel 4. geeft de rekenkamercommissie een overzicht van de bedragen die de gemeente Veenendaal uit de extra middelen in het Gemeentefonds heeft ontvangen/ontvangt. De gemeente heeft de financiën niet gesplitst naar een deel dat is bestemd voor de inrichting en van het CJG en een deel dat is bestemd voor de uitvoering door het CJG. Tabel 4.2 Ontvangen extra middelen Gemeentefonds Totaal Deel van het accres, volgens Bestuursakkoord bestemd voor CJG* EKD en Verwijsindex risicojongeren Jeugdgezondheidszorg: maatwerk (gemeentefonds) CJG (gemeentefonds) Jeugd (gemeentefonds) Totaal extra middelen in Gemeentefonds Deel besteed aan de inrichting van het CJG niet * Dit betreft niet geoormerkte middelen. Dit het totaal voor het CJG dat de gemeente jaarlijks opneemt in de gemeentebegroting. gesplitst In tabel 4.2 is in de tweede rij te zien welk deel van het accres bestemd is voor het CJG. Dit bedrag wordt ook zo in de gemeentebegroting opgenomen. Daarnaast zijn er specifieke bijdragen vanuit het gemeentefonds, die ook een bijdrage leveren voor de uitvoering van de taken verbonden aan het CJG. De rekenkamercommissie heeft de gemeente gevraagd een overzicht te geven van de bedragen die de gemeente Veenendaal uit eigen middelen heeft besteed/besteedt aan het CJG, bovenop de extra middelen die beschikbaar zijn gesteld vanuit BDU en het Gemeentefonds. De gemeente kan op basis van de huidige financiële administratie deze cijfers niet op eenvoudige wijze achterhalen. De rekenkamercommissie constateert dat de gemeente niet op de bovenvermelde wijze over de inzet van middelen verantwoordt. De gemeente heeft de financiën niet op deze manier uitgesplitst en daarmee is er geen direct zicht op de baten en lasten van het CJG. Indirect is er wel zicht, doordat deze baten en lasten zijn geplaatst onder de diverse programma s.

38 Totaalbudget CJG en indicatie kosten per inwoner Afgezet tegen het aantal inwoners in de gemeente (62.376) betekent dit dat het CJG in 2011 per jeugdige (0-19 jarigen) circa 47 euro kost. 26 Wanneer de rekenkamercommissie de kosten per inwoner berekent, komt dit op een bedrag van 33,65 euro per hoofd van de bevolking in Het is onbekend welk deel van het totaalbudget is besteed aan de oprichting/inrichting van het CJG Knel- en verbeterpunten inzake financiering Uit eerder onderzoek van andere instanties, blijkt dat financiële knelpunten het functioneren van CJG s in de weg kunnen staan. Deelnemende organisaties in andere gemeenten klagen bijvoorbeeld dat hun CJG-activiteiten niet (structureel) vergoed worden. Gescheiden financieringsstromen zouden samenwerking in de weg staan. De financiering van het CJG gebeurt vanuit verschillende programma-onderdelen en als onderdeel van individuele subsidierelaties met betrokken partijen. Hierdoor is het niet mogelijk om (op eenvoudige wijze) een compleet overzicht te krijgen van de totale kosten van het CJG, constateren zowel de rekenkamercommissie als de gemeentelijke organisatie. Vanuit de VNG wordt momenteel nagedacht over een overzichtelijk financieel systeem voor het CJG (de referentie-begroting). De gemeente Veenendaal heeft het voornemen het aantal begrotingsregels in 2012 verder te reduceren met als doel de financiën overzichtelijker te ordenen, zo blijkt uit een interview. In Veenendaal verantwoordt iedere aan het CJG deelnemende organisatie zich tot dusverre zelf tegenover de gemeente, zowel over financiën als inhoudelijk over producten. In de nabije toekomst is het de bedoeling dat er één CJG-verantwoording komt. In het najaar van 2011 is hierover binnen de stuurgroep gediscussieerd. Er is nog geen besluit genomen. In gemeente Veenendaal ziet de rekenkamercommissie dat de mate waarin de financiële informatie en verantwoording versnipperd is, voortvloeit uit de (nog) in beperkte mate integrale benadering van het CJG, zowel door de gemeente als door de CJG-partners. Dit staat het functioneren van het CJG mogelijk in de weg. 26 Eindrapportage Refenretiebegroting VNG voor de gemeente Veenendaal, De kosten per inwoner zijn berekend door totaal BDU en gemeentefonds bij elkaar op te tellen en dan door het inwoneraantal te delen. Dus / = 33,65 euro per hoofd van de bevolking in 2011.

39 5 Samenwerking en prestaties Inleiding In dit hoofdstuk beschrijft de rekenkamercommissie op welke wijze wordt samengewerkt in het CJG en wat die samenwerking oplevert (onderzoeksvraag 4). In 5.2 wordt een beeld geschetst hoe binnen het CJG wordt samengewerkt om de beleidsdoelen (een laagdrempelig inlooppunt, vroegtijdige signalering van risico s en een sluitende aanpak/ zorgcoördinatie/één gezin, één plan) te bereiken. In 5.3 wordt ingegaan op de vraag wat de samenwerking binnen het CJG oplevert. De rekenkamercommissie gaat na welke informatie beschikbaar of voorzien is over de efficiency en/of doeltreffendheid van het CJG en wat uit deze informatie kan worden afgeleid over doelbereiking van het CJG. In 5.4 beschrijft de rekenkamercommissie de belangrijkste en opvallendste knelpunten inzake samenwerking en prestaties van De Twyn. Deze knelpunten en verbeterpunten zijn aan de orde gekomen in de interviews met gemeente en professionals en/of ontleend aan voortgangsrapportages van de gemeente. De onderzoeksvragen resulteren in 5.5 in oordelen over: (1) voldoen aan de eisen uit het basismodel CJG; (2) betrouwbaarheid en validiteit van informatie die de gemeente heeft verstrekt in het kader van de inhoudelijke verantwoording over de BDU; (3) de doelbereiking van het CJG (landelijke en gemeentelijke ambities). 5.2 Samenwerking binnen het CJG Laagdrempelig inlooppunt voor informatie over opgroeien en opvoeden In 3.2 heeft de rekenkamercommissie beschreven wat het karakter is van het inlooppunt en welke partners fysiek deelnemen aan het CJG. Hieruit leidt de rekenkamercommissie af dat in beperkte mate sprake is van een laagdrempelig inlooppunt. De rekenkamercommissie waardeert de centrale locatie van De Twyn, maar constateert dat de aanwezigheid van de informatieconsulenten beperkt is tot drie ochtenden in de week voor twee uren. Hierdoor is De Twyn niet goed bereikbaar voor werkende ouders en schoolgaande jeugd. Bovendien richt de informatie op de website zich uitsluitend op ouders en opvoeders en is niet direct gericht op jeugd. Uit het Behoeften- cliënttevredenheidsonderzoek dat De Twyn november 2011 publiceerde, worden ook het inzetten op de zichtbaarheid en laagdrempeligheid van

40 het CJG en informatievoorziening over welke instanties en diensten in het CJG gebundeld zijn, als belangrijkste aandachtspunten benoemd. 33 De gemeente heeft via de Veenendaalse Krant bekendheid gegeven aan de oprichting van het CJG en de feestelijke opening op 29 september Bovendien organiseerde De Twyn op 16 oktober 2010 een open dag voor jeugd en hun ouders/verzorgers. De CJG-manager en de procesregisseur investeren in het promoten van het CJG: zij verzorgen themaavonden en geven presentaties over De Twyn. Verder wordt De Twyn in Veenendaal gepromoot via flyers en posters ( Gewoon vragen -poster) en ander voorlichtingsmateriaal. Wekelijks verschijnt er een advertorial in de Veenendaalse Krant. De CJG-professionals merken op dat er momenteel nog weinig inloop is in De Twyn. Zij constateren dat er op een willekeurige ochtend één tot zes bezoekers binnenkomen, soms helemaal niemand. Officiële bezoekersaantallen worden momenteel niet gemeten. De bekendheid van het CJG neemt langzaam toe, maar deze moet nog groeien, aldus CJGprofessionals Samenwerking in het kader van vroegtijdig signaleren van risico s in opvoeden en opgroeien De samenwerking in CJG-verband moet ertoe leiden dat risico s in opvoeden en opgroeien tijdig worden onderkend. In dit opzicht is het belangrijk dat zoveel mogelijk organisaties, die veel contact hebben met jeugd en daardoor een vindplaats vormen voor risico s, verbonden zijn met het CJG (zie hiervoor de aanpalende functies uit 3.3.2). Verder is van belang dat de partners die fysiek samenwerken in het CJG en de partners die als vindplaatsen kunnen fungeren de mogelijkheid hebben en bereid zijn om informatie met elkaar te delen. Samenwerking tussen CJG-partners Zorginhoudelijk wordt er samengewerkt door de diverse partners binnen het CJG, maar er is nog onvoldoende een wij-gevoel binnen De Twyn, aldus de CJG- professionals. Er wordt wel in één gebouw gewerkt, maar de communicatie onderling is in het eerste jaar slecht geweest. Een structureel overleg tussen de organisaties werkzaam in De Twyn, wordt gemist. De CJG-medewerkers voelen zich medewerker van de partnerorganisatie en niet van De Twyn. In tegenstelling tot in de ontwikkelfase, waarin de professionals nauw betrokken zijn geweest en meedachten in werkgroepen en projectgroepen, is na de start van het CJG in oktober 2010, veel top down geregeld, aldus medewerkers van de betrokken convenantpartijen. Wat zij jammer vinden, is dat essentiële vragen, zoals wie zijn we en wat willen we als CJG, onvoldoende uit de verf zijn gekomen.

41 De CJG-professionals geven aan dat het een gemis is dat Bureau Jeugdzorg niet fysiek aanwezig is in De Twyn. De gemeente heeft er bewust voor gekozen om Bureau Jeugdzorg te huisvesten buiten het CJG, vanwege het landelijk slechte imago van Bureau Jeugdzorg. In de back-office is er wel een koppeling met Bureau Jeugdzorg, maar deze wordt nog onvoldoende benut om zorg te koppelen. Bureau Jeugdzorg geeft aan dat voor de organisatie onvoldoende duidelijk is wat De Twyn precies doet. 34 Daarnaast wijzen de CJG-professionals erop dat met de komst van het CJG onnodig veel is geformaliseerd. Een aantal goedlopende en kleinschalige overlegstructuren, zoals de Buurtnetwerken, is verdwenen. CJG-professionals krijgen signalen vanuit scholen dat de drempel naar het CJG te hoog is. Alleen met toestemming van de ouders is er een casus ter bespreking in te brengen in het ZAT 12- (voorheen gebeurde dat vaak anoniem); bovendien moet er voor een consultvraag ook een omvangrijk formulier ingevuld worden. Dit leidt ertoe dat er minder aanmeldingen zijn voor het ZAT 12-, waardoor problemen te laat worden gesignaleerd en het risico aanwezig is dat Bureau Jeugdzorg het kind als puber met een inmiddels veel grotere zorgvraag alsnog binnenkrijgt. Het ZAT 12- vindt eens in de vier weken plaats. De Interne Begeleiders (IB-ers) van de basisscholen nemen niet standaard deel aan het ZAT12-, maar kunnen wel zelf het initiatief hiertoe nemen door een zorgmelding te doen. De schoolmaatschappelijk werker (SMW) van het BO (Samenwerkingsverband BO/WSNS [Weer Samen naar School]) participeert wel in het ZAT12-. Gebruik van instrumenten voor vroegtijdig signaleren Een belangrijk instrument in het vroegtijdig signaleren van risico s bij jeugd en het coördineren van zorg is de Verwijsindex. De Verwijsindex risicojongeren (VIR) is een digitaal systeem dat risicosignalen van hulpverleners over jongeren (tot 23 jaar) bij elkaar brengt. Alle convenantpartijen, inclusief de peuterspeelzalen en de kinderdagverblijven zijn geschoold in het gebruik van de Verwijsindex. Dit gebeurde door middel van een korte cursus hoe om te gaan met de Verwijsindex en met het invullen van de risicoprofielen. De huisartsen en de politie zijn nog niet aangesloten op de Verwijsindex. Ondanks de scholing gebruiken de betrokken professionals de Verwijsindex nauwelijks. Het niet goed om kunnen of willen gaan met privacyaspecten is een belemmerende factor in de praktijk, aldus professionals. Een ander belangrijk manco in het gebruik van de Verwijsindex is dat er geen koppeling op gezinsniveau te maken is; deze bestaat alleen op individueel niveau. Dit sluit niet aan bij de gedachte 1 gezin, 1 plan. In samenwerking met de Rijksoverheid wordt gewerkt aan de verbetering van het systeem. Overigens heeft Multisignaal (de aanbieder van de Verwijsindex) onlangs laten weten dat in het gebruik van de Verwijsindex in Veenendaal een stijgende lijn zit, aldus een geïnterviewde.

42 De rekenkamercommissie constateert dat er nog weinig functionele koppeling van gegevens bestaat om snel tot een integraal overzicht van de problematiek te komen. 35 Het Elektronisch Kinddossier is op dit moment alleen in gebruik bij de JGZ. Daarnaast heeft iedere partner momenteel zijn eigen dossier, al dan niet elektronisch Realisatie sluitende aanpak/zorgcoördinatie De samenwerking in CJG-verband moet ertoe leiden dat jongeren en hun ouders sneller en afgestemd hulp krijgen. In de praktijk blijkt er echter veel onduidelijkheid te zijn over de rollen en verantwoordelijkheden van de deelnemende partijen bij het CJG. Zo is voor de medewerkers van de convenantpartijen onduidelijk wat precies de taak is van de CJGmanager of de procesregisseur. Ook de wijze van functioneren van de backoffice is niet bij alle professionals bekend, met name niet bij hen die niet participeren in het ZAT12-. Bij de ZAT 12 - overleggen zijn de volgende partijenbetrokken: MEE, Bureau Jeugdzorg, Vitras CMD, Welzijn Veenendaal, GGD en maatschappelijk werk. Afhankelijk van de casuïstiek zijn ook de basisscholen, de politie of andere betrokkenen aanwezig. De betrokkenen bij het ZAT 12- overleg zijn vol lof over de zorgcoördinatie: dat loopt volgens hen allemaal prima, zo blijkt uit het interview. Voor de medewerkers van de convenantpartijen is verder de rol en taak van de stuurgroep evenmin duidelijk. Het zorgnetwerk voor de jeugd boven de 12 jaar, is geregeld in ZAT VO waarvoor een apart convenant is afgesloten tussen betrokken partijen. Tussen ZAT VO en het CJG bestaan nog geen werkafspraken. Wel worden momenteel de mogelijkheden tot samenwerking verkend. Het Voortgezet Onderwijs heeft een eigen zorgstructuur. De één-loket-gedachte is met name via het telefonisch kanaal nog voor verbetering vatbaar. Bij de zorgpartners afzonderlijk komen nog veel telefoontjes met hulpvragen binnen: deze zorgpartners hebben een eigen telefonisch spreekuur, waarbij de partners zich veelal niet als De Twyn bekend maken. Dat is verwarrend voor de klant, aldus CJGprofessionals.

43 In figuur 5.1 is een visuele weergave te zien van het zorgcoördinatiemodel van CJG De Twyn. Op basis hiervan is de coördinatie van de zorg geregeld, in het geval van stagnatie van de zorg: het zogenaamde escalatiemodel Figuur 5.1 Zorgcoördinatiemodel 28 Convenant De Twyn, Centrum voor Jeugd en Gezin, bijlage 1.

OPZET VOOR HET ONDERZOEK: CJG-VORMING IN DE GEMEENTE WEERT, NEDERWEERT EN LEUDAL. Rekenkamer(commissie)s Weert, Nederweert en Leudal

OPZET VOOR HET ONDERZOEK: CJG-VORMING IN DE GEMEENTE WEERT, NEDERWEERT EN LEUDAL. Rekenkamer(commissie)s Weert, Nederweert en Leudal OPZET VOOR HET ONDERZOEK: CJG-VORMING IN DE GEMEENTE WEERT, NEDERWEERT EN LEUDAL Rekenkamer(commissie)s Weert, Nederweert en Leudal Datum: 15 juni 2011-1 - 1. WAAROM EEN ONDERZOEKSOPZET? Het maken van

Nadere informatie

Rapport Centrum voor Jeugd en Gezin Ridderkerk

Rapport Centrum voor Jeugd en Gezin Ridderkerk Rapport Centrum voor Jeugd en Gezin Ridderkerk onderzoek van de Rekenkamercommissie Ridderkerk naar de invoering van het Centrum voor Jeugd en Gezin in Ridderkerk in samenwerking met de Algemene Rekenkamer

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Datum vergadering 31 mei 2012 Nr. 08

Raadsvoorstel. Datum vergadering 31 mei 2012 Nr. 08 Pag. 1/5 Datum vergadering 31 mei 2012 Nr. 08 Omschrijving agendapunt Portefeuillehouder Voorstel om het rapport van de Rekenkamercommissie Sluis Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Sluis, nota

Nadere informatie

JAARVERSLAG JAAR VERSLAG 12

JAARVERSLAG JAAR VERSLAG 12 RSLAG 2012 JAARVERSLAG COLOFON Veenendaal, februari 2013 De rekenkamercommissie van de gemeente Veenendaal bestaat uit twee interne leden en drie externe leden en wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris.

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 28 606 Jeugdzorg 2003 2006 Nr. 24 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der

Nadere informatie

COLLEGENOTA. Onderwerp: Stand van zaken Centrum voor Jeugd en Gezin. Aantal bijlage(n): - Beslispunten:

COLLEGENOTA. Onderwerp: Stand van zaken Centrum voor Jeugd en Gezin. Aantal bijlage(n): - Beslispunten: COLLEGENOTA Portefeuillehouder: L. Feij Paraaf Datum Afdeling: MRB Steller: S. Raaijmakers Afd. Manager Medewerker Datum: 22 december 2009 Openbaar: Ja X Nee BMO Fin. Jur. Pers. Anders Naar griffier: Ja

Nadere informatie

Inhoud. Bestuurlijke reactie Nawoord Rekenkamer Leudal... 71

Inhoud. Bestuurlijke reactie Nawoord Rekenkamer Leudal... 71 Invoering van Centra voor Jeugd en Gezin Inhoud 1 Conclusies en aanbevelingen... 1 1.1 Beantwoording onderzoeksvragen... 1 1.2 Conclusies... 8 1.3 Aanbevelingen... 10 2 Inleiding... 12 2.1 Achtergrond...

Nadere informatie

Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Alkmaar

Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Alkmaar Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Alkmaar Stand van zaken in de gemeente Alkmaar Rekenkamercommissie Gemeente Alkmaar Rekenkamercommissie Gemeente Alkmaar Samenstelling Leden: N.J.M. Appelman

Nadere informatie

Onderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011

Onderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Inhoudelijke Verantwoording Brede Doeluitkering Centrum voor Jeugd en Gezin 2011 Programma / Programmanummer Zorg & Welzijn / 1051 BW-nummer Portefeuillehouder B. Frings

Nadere informatie

Plan voor een scholingsaanbod CJG: in en vanuit het CJG

Plan voor een scholingsaanbod CJG: in en vanuit het CJG Plan voor een scholings CJG: in en vanuit het CJG Uitgaan van de eigen kracht van ouders en kinderen, die eigen kracht samen versterken en daar waar nodig er op af en ondersteunen Het scholingsplan CJG

Nadere informatie

Centrum voor jeugd en gezin (CJG)

Centrum voor jeugd en gezin (CJG) Centrum voor jeugd en gezin (CJG) Rekenkamercommissie Culemborg, maart 2012 RAPPORTCENTRUMVOORJEUGDENGEZIN INHOUDSOPGAVE 1. AanbiedingsbriefRekenkamercommissie d.d. 22januari2012 2.Notavanbevindingen

Nadere informatie

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd Themaconferenties WSNS-coördinatoren en bestuurders Dinsdag 22 september 2009, Rotterdam Woensdag 30 september 2009, Weert Maandag 5 oktober 2009,

Nadere informatie

Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel.

Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel. Zaaknummer: OWZAP01 Onderwerp stand van zaken Centrum voor Jeugd en Gezin Heusden Collegevoorstel Inleiding Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Heusden is volop in ontwikkeling. In het bijgevoegde memo

Nadere informatie

CONCEPT Notitie: Aanbevelingen RKC Centrum Jeugd en Gezin Versie: 25 april 2013.

CONCEPT Notitie: Aanbevelingen RKC Centrum Jeugd en Gezin Versie: 25 april 2013. CONCEPT Notitie: Aanbevelingen RKC Centrum Jeugd en Gezin Versie: 25 april 2013. Kaders. In de raad van 10 februari 2010 is het Ontwerpplan Centrum voor Jeugd en Gezin ( CJG) vastgesteld. Daarbij zijn

Nadere informatie

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda Workshop verzorgd door: Rob Gilsing (SCP) Hans Migchielsen (Jeugd en Onderwijs) Opzet: inhoudelijke karakterisering lokaal educatieve agenda: Landelijk (relatie

Nadere informatie

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK 1 (2007/28317) QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK 1. ONDERZOEKSVRAGEN 1. Kan de raad met de programmabegroting beoordelen of de voorgenomen beleidsmaatregelen doeltreffend

Nadere informatie

Convenant Centrum Jeugd en Gezin Tynaarlo

Convenant Centrum Jeugd en Gezin Tynaarlo Convenant Centrum Jeugd en Gezin Tynaarlo Samenwerken in het CJG Tynaarlo Periode: 2010-2014 1 ALGEMEEN Samenwerken in het Centrum Jeugd en Gezin Tynaarlo Dit convenant maakt deel uit van het ontwikkelingsplan

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Kadernotitie Centrum Jeugd en Gezin Oostzaan 0957 19 oktober 2009 Maatschappelijke participatie

Raadsvoorstel. Kadernotitie Centrum Jeugd en Gezin Oostzaan 0957 19 oktober 2009 Maatschappelijke participatie Titel Nummer Datum Programma Fase Onderwerp Kadernotitie Centrum Jeugd en Gezin Oostzaan 0957 19 oktober 2009 Maatschappelijke participatie Centrum Jeugd en Gezin Oostzaan Gemeentehuis Bezoekadres Kerkbuurt

Nadere informatie

Met de jeugd centraal, Berkelland vitaal

Met de jeugd centraal, Berkelland vitaal Met de jeugd centraal, Berkelland vitaal Stand van zaken in de gemeente Berkelland Invoering van het Centrum voor Jeugd en Gezin in Berkelland jul 2012 def.versie 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 1.1

Nadere informatie

Voorstel aan : Gemeenteraad van 26 januari 2009 Door tussenkomst. Nummer : Onderwerp : Startnotitie Centrum Jeugd en Gezin Bijlage(n) : 1

Voorstel aan : Gemeenteraad van 26 januari 2009 Door tussenkomst. Nummer : Onderwerp : Startnotitie Centrum Jeugd en Gezin Bijlage(n) : 1 Voorstel aan : Gemeenteraad van 26 januari 2009 Door tussenkomst : Raadscommissie van 13 januari 2009 van Nummer : Onderwerp : Startnotitie Centrum Jeugd en Gezin Bijlage(n) : 1 Samenvatting : Gemeenten

Nadere informatie

Voorstel aan de raad. Raadsadvies Jeugd en veiligheid - wordt gevolgd

Voorstel aan de raad. Raadsadvies Jeugd en veiligheid - wordt gevolgd Voorstel aan de raad Raadsadvies Jeugd en veiligheid - wordt gevolgd Opgesteld door Dienst Raadsorganen Rekenkamer Dienstkenmerk 09.099504 Vergaderdatum 3 december 2009 Jaargang en nummer 2009-139 De rekenkamer

Nadere informatie

Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september Terug naar eerste pagina

Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september Terug naar eerste pagina Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september 2009 Programma 1. Opening door wethouder Everink 2. Toelichting op gemeentelijk onderwijs- en jeugdbeleid Locale Educatieve Agenda (LEA) Centrum voor Jeugd en Gezin

Nadere informatie

Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin

Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin Rekenkamercommissies Bernisse, Brielle, Hellevoetsluis en Westvoorne Stand van zaken in de Gemeente Westvoorne Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin Definitieve Nota van bevindingen Juni 2012 Inhoud

Nadere informatie

Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Terneuzen. Nota van bevindingen

Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Terneuzen. Nota van bevindingen Rekenkamercommissie Stand van zaken in de Gemeente Terneuzen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Terneuzen Nota van bevindingen 19 december 2011 Rekenkamercommissie Terneuzen Inhoud 1 Inleiding

Nadere informatie

Raadsvergadering, 29 januari 2008. Voorstel aan de Raad

Raadsvergadering, 29 januari 2008. Voorstel aan de Raad Raadsvergadering, 29 januari 2008 Voorstel aan de Raad Nr: 206 Agendapunt: 8 Datum: 11 december 2007 Onderwerp: Vaststelling speerpunten uit de conceptnota Lokaal Gezondheidsbeleid Wijk bij Duurstede 2008-2011

Nadere informatie

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015

Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015 Onderzoek Invoering nieuwe WMO per 2015 Onderzoeksopzet van de Rekenkamercommissie voor Vlagtwedde en Bellingwedde Inleiding De gezamenlijke Rekenkamercommissie (RKC) van de gemeenten Vlagtwedde en Bellingwedde

Nadere informatie

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Informatienotitie AAN VAN Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders ONDERWERP plan van aanpak Centrum voor Jeugd en Gezin 2012 2013 DATUM 21 juni 2012 KOPIE AAN S. Rijninks BIJLAGE 1 REGISTRATIENUMMER

Nadere informatie

Centrale helpdesk voor gemeenten. Samenwerken voor de jeugd

Centrale helpdesk voor gemeenten. Samenwerken voor de jeugd Centrale helpdesk voor gemeenten Samenwerken voor de jeugd Inhoud Woord vooraf 3 1. Meer preventie en meer opvoedondersteuning 5 Centrum voor Jeugd en Gezin 5 Digitaal Dossier Jeugdgezondheidszorg 6 Digitaal

Nadere informatie

Nota van bevindingen

Nota van bevindingen [Geef tekst op] Stand van zaken in de Gemeente Sluis Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Sluis Nota van bevindingen 29 maart 2012 Invoering van Centra voor Jeugd en Gezin Inhoud 1 Inleiding 1

Nadere informatie

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid Provincie Noord-Brabant Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid 1. Inleiding Het Beleidskader Jeugd 2005-2008 biedt de kaders voor het afsluiten van regionale convenanten

Nadere informatie

Nota van bevindingen

Nota van bevindingen Stand van zaken in de Gemeente Middelburg Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) Nota van bevindingen 18 december 2011 (WEDERHOORVERSIE) VERTROUWELIJK Dit document is eigendom van de Rekenkamer

Nadere informatie

gfedcb Besluitenlijst d.d. d.d.

gfedcb Besluitenlijst d.d. d.d. Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Eenheid/Cluster/Team RS/SI/MM Projectplan Centrum voor jeugd en gezin 1- Notagegevens Notanummer 2007.27935 Datum 15-10-2007 Portefeuillehouder Weth. Adema

Nadere informatie

Aan de Colleges van burgemeester en wethouders van de Nederlandse gemeenten i.a.a. de Vereniging van Nederlandse Gemeenten

Aan de Colleges van burgemeester en wethouders van de Nederlandse gemeenten i.a.a. de Vereniging van Nederlandse Gemeenten Aan de Colleges van burgemeester en wethouders van de Nederlandse gemeenten i.a.a. de Vereniging van Nederlandse Gemeenten Ons kenmerk Inlichtingen bij Datum maarten.vollenbroek@jeugdengezin.nl Onderwerp

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2. Onderwerp: Visie Centrum Jeugd en Gezin in de Gemeente Moerdijk

RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2. Onderwerp: Visie Centrum Jeugd en Gezin in de Gemeente Moerdijk RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2 Raadsvergadering van 11 juni 2009 Onderwerp: Visie Centrum Jeugd en Gezin in de Gemeente Moerdijk Verantwoordelijke portefeuillehouder: A. Grootenboer-Dubbelman SAMENVATTING

Nadere informatie

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg Samenwerking JGZ - Jeugdzorg Marian van Leeuwen 19 november 2012 Doelen JGZ (bron NCJ) 1. preventieve gezondheidszorg bieden aan alle kinderen in Nederland van 0-19 jaar. 2. De lichamelijke, psychische,

Nadere informatie

Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Terneuzen. Bestuurlijk rapport

Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Terneuzen. Bestuurlijk rapport Rekenkamercommissie Stand van zaken in de Gemeente Terneuzen Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin in Terneuzen Bestuurlijk rapport 8 februari 2012 Rekenkamercommissie Terneuzen Inhoud 1 Inleiding

Nadere informatie

Evaluatie Zorg Advies Teams 0-12 jarigen Maassluis

Evaluatie Zorg Advies Teams 0-12 jarigen Maassluis Evaluatie Zorg Advies Teams 0-12 jarigen Maassluis 1/5 Inleiding Aanleiding voor het schrijven van deze evaluatie over de Zorg Advies Teams (ZAT) is de komst van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) in

Nadere informatie

Zorg voor Jeugd in Vlaardingen

Zorg voor Jeugd in Vlaardingen Zorg voor Jeugd in Vlaardingen Inge Parlevliet CJG Rijnmond 1 Alles onder 1 dak Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is het centrale punt waar jongeren (0-23) ouders/verzorgers, aanstaande ouders en professionals

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad,

Aan de gemeenteraad van Nijmegen. Geachte leden van de raad, Directie Inwoners Ingekomen stuk D11 (PA 18 juni 2008) Beleid & Realisatie Beleidsontwikkeling Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 90 00 Telefax (024)

Nadere informatie

opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten

opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten opvolgingsonderzoek re-integratie en voortijdig schoolverlaten juli 2012 1 inleiding 1-1 aanleiding De rekenkamer voert onderzoeken uit naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum

Nadere informatie

: Stimuleringsprogramma de Samenhang op Scherp (SOS) Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5

: Stimuleringsprogramma de Samenhang op Scherp (SOS) Inhoudsopgave. Ontwerpbesluit pag. 3. Toelichting pag. 5 S T A T E N V O O R S T E L Datum : 14 december 2004 Nummer PS : PS2005ZCW01 Dienst/sector : MEC / DMO Commissie : ZCW Registratienummer : 2004MEC002581i Portefeuillehouder : Kamp Titel : Stimuleringsprogramma

Nadere informatie

Rekenkamer Gouda. CJG gouda. Invoering Centrum. Jeugd en Gezin. gemeente Gouda

Rekenkamer Gouda. CJG gouda. Invoering Centrum. Jeugd en Gezin. gemeente Gouda Rekenkamer Gouda CJG gouda Invoering Centrum Jeugd en Gezin gemeente Gouda Invoering Centrum Jeugd en Gezin gemeente Gouda voorwoord leeswijzer deel I: nota van conclusies en aanbevelingen deel II: nota

Nadere informatie

Stand van zaken in de Gemeente Bergen Noord Holland. Invoering Centrum voor Jeugd en Gezin

Stand van zaken in de Gemeente Bergen Noord Holland. Invoering Centrum voor Jeugd en Gezin LOGO GEMEENTELIJKE REKENKAMER(COMMISSIE) Stand van zaken in de Gemeente Bergen Noord Holland Invoering Centrum voor Jeugd en Gezin Juli 2012 VERTROUWELIJK Dit document is eigendom van de Rekenkamercommissie

Nadere informatie

Notitie: Ontwikkelingen van het Centrum Jeugd en Gezin Goirle

Notitie: Ontwikkelingen van het Centrum Jeugd en Gezin Goirle Notitie: Ontwikkelingen van het Centrum Jeugd en Gezin Goirle Maart 2010 Deze notitie is bedoeld om het college en de raadscommissie Welzijn te informeren over de ontwikkelingen van het CJG in Goirle.

Nadere informatie

1 Inleiding. 1.1 Achtergrond

1 Inleiding. 1.1 Achtergrond 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 1.1 Achtergrond... 5 1.2 Aanleiding onderzoek... 6 1.3 Doel- en probleemstelling... 7 1.4 Leeswijzer... 8 2 Jeugd en beleid in Arnhem... 9 2.1 Inleiding... 9 2.2 Jeugd

Nadere informatie

Met de jeugd centraal, Lochem vitaal

Met de jeugd centraal, Lochem vitaal Met de jeugd centraal, Lochem vitaal Stand van zaken in de gemeente Lochem Invoering van het Centrum voor Jeugd en Gezin in Lochem jul 2012 def.versie 3 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 5 1.1 Achtergrond...

Nadere informatie

RKC s OWO. Onderzoeksplan. Armoedebeleid. April 2015. Ooststellingwerf, Weststellingwerf, Opsterland

RKC s OWO. Onderzoeksplan. Armoedebeleid. April 2015. Ooststellingwerf, Weststellingwerf, Opsterland Onderzoeksplan Armoedebeleid April 2015 Colofon De rekenkamercommissies van Ooststellingwerf en Opsterland bestaan uit drie externe leden. De rekenkamercommissie van Weststellingwerf bestaat uit drie externe

Nadere informatie

http://www.vng.abfsoftware.nl/quickstep/qsprintreport.aspx?pdf=false&sel_code=vji_kit

http://www.vng.abfsoftware.nl/quickstep/qsprintreport.aspx?pdf=false&sel_code=vji_kit king Kinderen in Tel in Loon op Zand (Verweij-Jonker Instituut) Kinderen in Tel 2010 In deze rapportage zijn de meest recente gegevens opgenomen uit het onderzoek over de leefsituatie van de Nederlandse

Nadere informatie

Startnotitie voorbereiding beleidskader voor het Centrum Jeugd en Gezin Doetinchem

Startnotitie voorbereiding beleidskader voor het Centrum Jeugd en Gezin Doetinchem Startnotitie voorbereiding beleidskader voor het Centrum Jeugd en Gezin Doetinchem Aanleiding Hoewel het met de meeste kinderen, jongeren en gezinnen in Nederland over het algemeen goed gaat en er goede

Nadere informatie

Rekenkamer Weert Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin

Rekenkamer Weert Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin Rekenkamer Weert Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin 20 maart 2012 Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin Stand van zaken in de Gemeente Weert Rapport Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin

Nadere informatie

CJG. beeld. Een werkend CJG: de basis van een positief jeugdbeleid!

CJG. beeld. Een werkend CJG: de basis van een positief jeugdbeleid! CJG in beeld Een werkend CJG: de basis van een positief jeugdbeleid! Het CJG in Beeld April 2011 De D-base CJG geeft inzicht in de stand van zaken wat betreft de ontwikkeling, bereikbaarheid en organisatie

Nadere informatie

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: 2 juni 2014 Sociaal Domein Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: Jeugdzorg, AWBZ-begeleiding naar Wmo, Participatiewet. Samenhang met ontwikkelingen Publieke Gezondheidszorg en Passend

Nadere informatie

Dank u voorzitter, Ik hoop op een inspirerende en vruchtbare bespreking en zal proberen daaraan vandaag ook mijn bijdrage te leveren.

Dank u voorzitter, Ik hoop op een inspirerende en vruchtbare bespreking en zal proberen daaraan vandaag ook mijn bijdrage te leveren. Dank u voorzitter, Ik hoop op een inspirerende en vruchtbare bespreking en zal proberen daaraan vandaag ook mijn bijdrage te leveren. Voordat ik mijn speech begin, wil ik stilstaan bij de actualiteit.

Nadere informatie

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld December 2011 1. Inleiding In 2003 bezocht de burgemeester van de gemeente Barneveld samen met de politie en de woningstichting de dorpskernen van de gemeente

Nadere informatie

Bestuursopdracht Raad

Bestuursopdracht Raad Bestuursopdracht Raad Natuurlijk: gezond! Uitgangspunten notitie lokaal gezondheidsbeleid Naam ambtenaar: P.M. Veldkamp Datum: 18 april 2008 1. Aanleiding. Gemeenten zijn verplicht om iedere vier jaar

Nadere informatie

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving

Aanpak: Bijzondere Zorg Team. Beschrijving Aanpak: Bijzondere Zorg Team Namens de gemeente Deventer hebben drie netwerkpartners de vragenlijst gezamenlijk ingevuld. Dit zijn Dimence GGZ, Tactus verslavingszorg, en Iriszorg maatschappelijke opvang.

Nadere informatie

Aan de raad van de gemeente Almere. Integrale Jeugdgezondheidszorg. Geachte raad,

Aan de raad van de gemeente Almere. Integrale Jeugdgezondheidszorg. Geachte raad, Dienst Sociaal Domein Bert Enderink Telefoon 0642795950 Fax (036) E-mail aenderink@almere.nl Aan de raad van de gemeente Almere Stadhuisplein 1 Postbus 200 1300 AE Almere Telefoon 14 036 Fax (036) 539

Nadere informatie

de veiligheid in de dorpen te behouden en waar mogelijk te versterken en overlast tegen te gaan.

de veiligheid in de dorpen te behouden en waar mogelijk te versterken en overlast tegen te gaan. Prestatieafspraken Jongeren(opbouw)werk 2012 In de kaders staan de doelstellingen van de productgroepen zoals de gemeente Geldermalsen die kent in het kader van de WMO. Per kader zijn de relevante doelstellingen

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen. tekst raadsvoorstel Inleiding Vanaf januari 2015 (met de invoering van de nieuwe jeugdwet) worden de gemeenten verantwoordelijk voor alle ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen, jongeren en opvoeders.

Nadere informatie

Ontwerp CJG Doetinchem 24-8-2009 Pagina 1 van 12

Ontwerp CJG Doetinchem 24-8-2009 Pagina 1 van 12 CONCEPT Ontwerp Centrum voor Jeugd en Gezin Doetinchem Inleiding Hoewel het met de meeste kinderen, jongeren en gezinnen in Nederland over het algemeen goed gaat en er goede basisvoorzieningen zijn om

Nadere informatie

Notitie Centrum Jeugd & Gezin

Notitie Centrum Jeugd & Gezin Notitie Centrum Jeugd & Gezin JULI 2010 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Aanleiding 3 3. Wat moet er komen 3 4. (Beleids) ontwikkelingen 4 4.1 Provinciaal 4 4.2 Gemeentelijk beleid 5 5. Regionale samenwerking

Nadere informatie

Bestuurlijke nota onderzoek armoedebeleid

Bestuurlijke nota onderzoek armoedebeleid 1 Bestuurlijke nota onderzoek armoedebeleid Inleiding In haar jaarplan 2017 heeft de rekenkamercommissie een onderzoek naar het armoedebeleid aangekondigd. De armoedeproblematiek is lastig in kaart te

Nadere informatie

de jeugd is onze toekomst

de jeugd is onze toekomst de jeugd is onze toekomst vereniging van groninger gemeenten Bestuursakkoord Jeugd 2008-2012 In veel Groninger gemeenten zijn er kinderen met problemen. En daarvan krijgen er te veel op dit moment niet

Nadere informatie

Sociale wijkzorgteams Den Haag

Sociale wijkzorgteams Den Haag Sociale wijkzorgteams Den Haag Onderzoek naar voorwaarden voor doeltreffend en doelmatig functioneren De rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de sociale wijkzorgteams in Den Haag. Daarbij is gekeken

Nadere informatie

Kinderen/jeugdigen hebben hun plek in de openbare ruimte/de samenleving. Een sterk jeugd- en jongerenwerk gebaseerd op Welzijn Nieuwe Stijl

Kinderen/jeugdigen hebben hun plek in de openbare ruimte/de samenleving. Een sterk jeugd- en jongerenwerk gebaseerd op Welzijn Nieuwe Stijl Vrije Tijd 2012- Optimale ontmoetings- en De jeugd faciliteren om elkaar te ontwikkelingsmogelijkheden voor ontmoeten in de eigen omgeving kinderen en jeugdigen zodat zij hun sociale netwerken opbouwen

Nadere informatie

DE JEUGD HEEFT DE TOEKOMST

DE JEUGD HEEFT DE TOEKOMST DE JEUGD HEEFT DE TOEKOMST EEN ONDERZOEK NAAR DE INVOERING VAN EEN CENTRUM VOOR JEUGD EN GEZIN (CJG) IN DE GEMEENTE HULST REKENKAMERCOMMISSIE HULST 1 DE JEUGD HEEFT DE TOEKOMST INVOERING VAN CENTRUM VOOR

Nadere informatie

KOERSDOCUMENT SOCIAAL DOMEIN VIJFHEERENLANDEN Werkgroep Sociaal Domein Versie 1.0

KOERSDOCUMENT SOCIAAL DOMEIN VIJFHEERENLANDEN Werkgroep Sociaal Domein Versie 1.0 KOERSDOCUMENT SOCIAAL DOMEIN VIJFHEERENLANDEN 2018-2022 Werkgroep Sociaal Domein 22-06-2017 Versie 1.0 Inhoudsopgave Inleiding Visie Sociaal Domein Doelstellingen Sociaal Domein Meedoen in Vijfheerenlanden

Nadere informatie

Beleidregels Sociaal Cultureel Werk 2005 (en verder)

Beleidregels Sociaal Cultureel Werk 2005 (en verder) Beleidregels Sociaal Cultureel Werk 2005 (en verder) 1. Beleidsterrein Beleidstaak: Sociaal Cultureel Werk Beheerstaak: Samenlevingsopbouwwerk, functienummer 630.00 Dit beleidsterrein omvat kinderwerk,

Nadere informatie

Vastgesteld Stuurgroep VVE Zaanstad 7 december 2017

Vastgesteld Stuurgroep VVE Zaanstad 7 december 2017 ONDERSTEUNING IN DE VOORSCHOOLSE PERIODE Vastgesteld Stuurgroep VVE Zaanstad 7 december 2017 INLEIDING Het grootste deel van de kinderen ontwikkelt zich normaal; zij bezoeken zonder noemenswaardige bijzonderheden

Nadere informatie

Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013

Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013 Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013 Mezelf even voorstellen Een verkenning op hoofdlijnen van de raakvlakken tussen Passend onderwijs en zorg voor jeugd Met u in gesprek Samenwerken! Doelstelling

Nadere informatie

Centrum voor Jeugd en Gezin. Bouwstenen voor de groei

Centrum voor Jeugd en Gezin. Bouwstenen voor de groei Centrum voor Jeugd en Gezin Bouwstenen voor de groei Moduleaanbod Stade Advies Centrum voor Jeugd en Gezin; Bouwstenen voor de groei Hoe organiseert u het CJG? Plan en Ontwikkelmodulen: Module Verkenning

Nadere informatie

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht Onderzoeksplan Rekenkamer Utrecht 16 februari 2009 1 Inleiding Vanuit de raadsfracties van het CDA en de VVD kwam in 2008 de suggestie aan de Rekenkamer om

Nadere informatie

Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin. Nota van bevindingen

Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin. Nota van bevindingen Rekenkamercommissie Ridderkerk Stand van zaken in de Gemeente Ridderkerk Invoering van Centrum voor Jeugd en Gezin Nota van bevindingen Rekenkamercommissie Ridderkerk Inhoud 1 Inleiding 1 1.1 Achtergrond

Nadere informatie

11 Stiens, 21 oktober 2014

11 Stiens, 21 oktober 2014 11 Stiens, 21 oktober 2014 Raadsvergadering: 13 november 2014 Voorstelnummer: 2014/ 74 Portefeuillehouder: Cees Vos Behandelend ambtenaar: Jitske Bosch E-mail: j.bosch@leeuwarderadeel.nl Telefoonnr. :

Nadere informatie

Centrum Jeugd & Gezin Maasland

Centrum Jeugd & Gezin Maasland 1 Centrum Jeugd & Gezin Maasland Presentatie BJZ Centrum Jeugd & Gezin Maasland "Meer dan een gebouw alleen" 5 juni 2012 2 Het Centrum Jeugd & Gezin Maasland voor Kinderen en jongeren (0-23 jaar) Ouders

Nadere informatie

Financieringsmogelijkheden Digitale dossier JGZ (DD JGZ)

Financieringsmogelijkheden Digitale dossier JGZ (DD JGZ) Financieringsmogelijkheden Digitale dossier JGZ (DD JGZ) 1. Inleiding Welke middelen er zijn om het Digitale dossier JGZ (DD JGZ) te financieren is niet overal duidelijk. In deze notitie brengen wij de

Nadere informatie

ONDERZOEKSPLAN 2013-2014

ONDERZOEKSPLAN 2013-2014 ONDERZOEKSPLAN 2013-2014 De rekenkamercommissie van de gemeente Veenendaal voert onderzoeken uit naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van het door het gemeente-bestuur gevoerde beleid.

Nadere informatie

INITIATIEFVOORSTEL Gemeente Velsen

INITIATIEFVOORSTEL Gemeente Velsen INITIATIEFVOORSTEL Gemeente Velsen Raadsvergadering d.d. : 1 december 2011 Raadsbesluitnummer : R11.081 Carrousel d.d. : 17 november 2011 Onderwerp : Eindrapport Rekenkamercommissie kwaliteit Grondbeleid

Nadere informatie

Strategische Agenda Een gezond en veilig bestaan voor onze inwoners in Zaanstreek-Waterland

Strategische Agenda Een gezond en veilig bestaan voor onze inwoners in Zaanstreek-Waterland Strategische Agenda 2018-2021 Een gezond en veilig bestaan voor onze inwoners in Zaanstreek-Waterland Vastgesteld Algemeen Bestuur 18 oktober 2018 Inleiding In de door het Algemeen Bestuur in december

Nadere informatie

Stichting CJG Rijnmond Organisatie voor jeugdgezondheidszorg en opvoedingsondersteuning. 23 maart 2011 Joy Ek en Els van t Klooster

Stichting CJG Rijnmond Organisatie voor jeugdgezondheidszorg en opvoedingsondersteuning. 23 maart 2011 Joy Ek en Els van t Klooster Stichting CJG Rijnmond Organisatie voor jeugdgezondheidszorg en opvoedingsondersteuning 23 maart 2011 Joy Ek en Els van t Klooster Functies Centrum voor Jeugd en Gezin Gemeentelijke taken en functies vanuit

Nadere informatie

Voorstel van de Rekenkamer

Voorstel van de Rekenkamer Voorstel van de Rekenkamer Opgesteld door Rekenkamer Vergadering Commissie Mens en Samenleving en Commissie Stad en Ruimte Vergaderdatum 14 december 2017 of 25 januari 2018 Jaargang en nummer 2017, nr.

Nadere informatie

Vervolgblad Informatienotitie Pagina 1. Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Veiligheidsbeleid

Vervolgblad Informatienotitie Pagina 1. Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Veiligheidsbeleid Pagina 1 Informatienotitie AAN VAN ONDERWERP Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders Veiligheidsbeleid DATUM 9 september 2009 KOPIE AAN BIJLAGE REGISTRATIENUMMER 0906730 3 (methodiek kernbeleid

Nadere informatie

Plan van aanpak (offerte) jeugdbeleid gemeente Son & Breugel. Uw vraag. Ons aanbod

Plan van aanpak (offerte) jeugdbeleid gemeente Son & Breugel. Uw vraag. Ons aanbod Plan van aanpak (offerte) jeugdbeleid gemeente Son & Breugel De gemeente Son en Breugel heeft in het collegeprogramma 2002 2006 opgenomen dat zij een nieuwe nota integraal jeugdbeleid zal ontwikkelen.

Nadere informatie

Uitwerking Kadernota Jeugd

Uitwerking Kadernota Jeugd Bijlage I bij besluit van de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn van 29 mei 2008, nr 2008/5681 (raadsbesluit 2008/35) Uitwerking Kadernota Jeugd Algemene inleiding Van de deelprogramma s 3 en 4 Jeugd

Nadere informatie

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017

opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017 opdrachtformulering subsidiëring MEE 2017 Aanleiding Met ingang van 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor de cliëntondersteuning voor alle inwoners, voorheen was dit een verantwoordelijkheid

Nadere informatie

Samen maken. mogelijk. wij meedoen voor jeugd ONDERSTEUNING BIJ LEVEN MET EEN BEPERKING

Samen maken. mogelijk. wij meedoen voor jeugd ONDERSTEUNING BIJ LEVEN MET EEN BEPERKING Samen maken wij meedoen voor jeugd mogelijk Kinderen en jongeren met een beperking moeten de kans krijgen zich optimaal te ontwikkelen, zodat zij zo zelfstandig mogelijk mee kunnen doen in de maatschappij.

Nadere informatie

Convenant Balie Gezondheidscentrum Krimpen aan den IJssel Convenant Balie Gezondheidscentrum Krimpen aan den IJssel

Convenant Balie Gezondheidscentrum Krimpen aan den IJssel Convenant Balie Gezondheidscentrum Krimpen aan den IJssel Convenant Balie Gezondheidscentrum Krimpen aan den IJssel 1 Partijen 1. Gemeente Krimpen aan de IJssel A. Hofstra, Wethouder. De gemeente is regisseur en subsidient van de partijen die deelnemen in de

Nadere informatie

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010

Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010 Plan van aanpak Centrum Jeugd en Gezin BMWE-gemeenten Februari 2010 1. Aanleiding De BMWE-gemeenten willen zoveel mogelijk gezamenlijk het Centrum Jeugd en Gezin realiseren. Dit plan van aanpak is hierop

Nadere informatie

Raadsvoorstel (gewijzigd)

Raadsvoorstel (gewijzigd) Raadsvoorstel (gewijzigd) BARCODE STICKER Nr. 2009-064 Houten, 17 november 2009 Onderwerp: Tweede kadernota Lokaal Gezondheidsbeleid 2010-2013 Beslispunten: 1. In te stemmen met de volgende in de tweede

Nadere informatie

Samen werken aan betere geboortezorg voor moeder en kind!

Samen werken aan betere geboortezorg voor moeder en kind! Samen werken aan betere geboortezorg voor moeder en kind! Samen verder, samen beter! Iedere vrouw heeft recht op professionele geboortezorg die haar en haar gezin in het proces van kinderwens, zwangerschap,

Nadere informatie

Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs

Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs Naam Pieter Dekkers Ton Edelbroek Datum 5 december 2012 Opbouw presentatie 1. Introductie workshopleiders 2. Probleemschets 3. Passend Onderwijs en Transitie Jeugdzorg

Nadere informatie

Met het kind centraal, Woerden vitaal Onderzoek naar de vorming van het Centrum voor Jeugd en Gezin in Woerden. 23 april 2012, Bestuurlijk eindrapport

Met het kind centraal, Woerden vitaal Onderzoek naar de vorming van het Centrum voor Jeugd en Gezin in Woerden. 23 april 2012, Bestuurlijk eindrapport Met het kind centraal, Woerden vitaal Onderzoek naar de vorming van het Centrum voor Jeugd en Gezin in Woerden 23 april 2012, Bestuurlijk eindrapport Colofon Titel: Met het kind centraal, Woerden vitaal

Nadere informatie

Rekenkamercommissies Bernisse, Brielle, Hellevoetsluis en Westvoorne

Rekenkamercommissies Bernisse, Brielle, Hellevoetsluis en Westvoorne Gemeente Westvoorne Aan de gemeenteraad t.a.v. R. de Vries (griffier) Postbus 550 3235 ZH Rockanje Datum Verzonden Sector/nr. Behandeld door 12 juni 2012 S. Kuijsters Uw brief van Uw kenmerk Bijlage(n)

Nadere informatie

Bestuurlijke afspraken Opvoeden in de Buurt

Bestuurlijke afspraken Opvoeden in de Buurt Partijen Burgemeester en wethouders van gemeente Almere, te dezen vertegenwoordigd door J. Haanstra Burgemeester en wethouders van gemeente Amsterdam, te dezen vertegenwoordigd door ing. A. Aboutaleb Burgemeester

Nadere informatie

Rekenkamercommissie. Onderzoekprogramma vanaf 2012

Rekenkamercommissie. Onderzoekprogramma vanaf 2012 Rekenkamercommissie Onderzoekprogramma vanaf 2012 1. Inleiding De gemeenteraad van Brummen heeft een Rekenkamercommissie. De Rekenkamercommissie voert onderzoeken uit betrekking hebbende op de doelmatigheid,

Nadere informatie

CONVENANT TOT UITVOERING VAN HET BELEID INZAKE OPENBARE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG

CONVENANT TOT UITVOERING VAN HET BELEID INZAKE OPENBARE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG CONVENANT TOT UITVOERING VAN HET BELEID INZAKE OPENBARE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG Den Haag, 19 oktober 1999 CONVENANT TOT UITVOERING VAN HET BELEID INZAKE OPENBARE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG Partijen,

Nadere informatie

Jaarplan September Postbus KA ROOSENDAAL.

Jaarplan September Postbus KA ROOSENDAAL. September 2017 Postbus 5000 4700 KA ROOSENDAAL www.rekenkamerwestbrabant.nl 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 1.1. Inleiding 5 2. Samenstelling 6 2.1. Organisatie 6 2.2. Samenstelling Rekenkamer 6 3. Missie

Nadere informatie

Uitkomsten toezichtonderzoek Spijkenisse

Uitkomsten toezichtonderzoek Spijkenisse Uitkomsten toezichtonderzoek Spijkenisse Toezichtonderzoek op beleidsniveau naar de verantwoorde zorg en ondersteuning van gezinnen met geringe sociale redzaamheid September 2013 Samenwerkend Toezicht

Nadere informatie

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld

Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld Zorgroutes interne en externe zorgstructuur in basisscholen 23 juni 2014 1 Inhoud INLEIDING... 3 MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD... 3 CRITERIA

Nadere informatie