richten de kinderen de werkplaats van de fietsenmaker in en gaan zij in hun spel samen aan de fiets sleutelen.

Transcriptie

1 3. De fietsenmaker Tijdens deze activiteit: richten de kinderen de werkplaats van de fietsenmaker in en gaan zij in hun spel samen aan de fiets sleutelen. Inrichting speelleeromgeving De start van deze activiteit vindt plaats in een lege themahoek. Met de kinderen denkt u na over de inrichting van de hoek. Samen richt u de hoek van de fietsenmaker in. Er staat in ieder geval een fiets (of meerdere fietsen). Denk verder aan bakken met boutjes en moertjes, fietspomp, verschillende soorten sleutels, bellen, lichtjes, snelbinders, spatborden. Ook doeken / lappen om de handen schoon te maken, en fietsenmakersjassen of -pakken horen erbij. Sociaal emotionele ontwikkeling Sociaal gedrag / ontwikkeling van sociale vaardigheden Groep 1 Groep 2 Samen spelen en Voert met een medeleerling een Werkt samen met andere werken opdracht uit onder leiding van de leerkracht. kinderen aan een gezamenlijke opdracht. Kent de sterke en zwakke punten van een ander. Heeft vertrouwen in een ander. Aardig doen Houdt zich aan een afspraak met een medeleerling. Jezelf presenteren Vertelt wat hij leuk vindt om te doen. Geeft zijn mening Rekenen Meten Groep 1 Groep 2 Tijd Kent de begrippen duurt lang Herkent tijdsbegrippen in en duurt kort. betekenisvolle, dagelijkse pagina 1 van 5

2 situaties en gebruikt de begrippen correct: dag, nacht, ochtend, middag, avond vandaag, gisteren, morgen, morgenvroeg, gisteravond vroeg, vroeger, laat, later, eerder, nu, toen, straks, lang, kort, even, snel. de fiets op z n kop de fietslamp (licht geven, voorop en achterop, rood, wit, donker) de fietsenmaker de werkplaats een fiets (het liefst twee verschillende fietsen) fietsenmakersjassen of -pakken een fietspomp een fietshelm bakken met gereedschap, boutjes, moertjes, verschillende sleutels verschillende fietsattributen, bellen, lampen/lichtjes/reflectoren, spatborden, snelbinders doeken / lappen om de handen en fiets schoon te maken kassa, bonnetjes en een pen de woordkaarten Verzamel de materialen voor de hoek van de fietsmaker en zet deze klaar in de lege themahoek Zorg dat u afbeeldingen heeft van een fietsenmaker en zijn werkplaats. pagina 2 van 5

3 Sil heeft een fietshelm op en vertelt dat hij met zijn fiets gevallen is. Nu is zijn fiets kapot. Sil laat zijn fiets zien, waarvan het licht kapot is en het wiel wiebelt. U wilt weten hoe de fiets gemaakt moet worden. Vraag aan de kinderen of hun fiets ook een keer kapot is gegaan? Wie heeft hem toen gemaakt? Zijn ze toen bij de fietsenmaker geweest? Wat doet de fietsenmaker? Wat zie je bij de werkplaats van de fietsenmaker? U laat enkele foto s zien van een werkplaats. Sil geeft aan dat hij graag wil leren hoe hij zijn eigen fiets weer moet maken en misschien wil hij later wel fietsenmaker worden. U stelt voor met elkaar een werkplaats voor de fietsenmaker te maken. Sil geeft aan dat hij op de foto ziet dat je wel vies wordt. Laten we eerst onze fietsenmakersjassen aan doen. Spelbegeleiding door de leerkracht Het spel zou als volgt kunnen verlopen: Verkennen De fiets en de spullen van de fietsenmaker staan op de grond in de lege themahoek en u laat de kinderen deze materialen verkennen. U kijkt waar de interesse van de kinderen het meest naar uitgaat. Wat willen ze ontdekken en spelen? U vraag de kinderen wat ze leuk vinden. Verbinden U verbindt het spel door te benoemen wat de kinderen pakken en met het materiaal doen. Vervolgens stelt Sil een vraag: Kunnen jullie mijn fiets maken, het wiel wiebelt en het licht is kapot? Hoe gaan jullie dat doen? Verdeel de taken: Wie zet de fiets op zijn kop, wie sleutelt er aan het voorwiel en wie aan het achterwiel? U vraagt de kinderen wie waar goed in is. Sil vraagt de kinderen hoe ze het wiel weer vast krijgen en welke materialen er nodig zijn. U speelt vervolgens mee als fietsenmaker en doet voor hoe de kinderen kunnen sleutelen. U heeft een sleutel, die niet goed past. Zijn er ook nog andere sleutels? Sil kijkt toe en vraagt aan de kinderen of het gaat lukken. Misschien moeten we de spullen netjes in bakjes ordenen, zodat je niet hoeft te zoeken naar de spullen. Wie wil dat doen? U kunt de foto s erbij halen om te laten zien hoe dat bij de werkplaats van de fietsenmaker eruit ziet. Ondertussen sleutelen de andere kinderen verder aan de fiets. pagina 3 van 5

4 Verrijken U blijft verwoorden wat de kinderen aan het doen zijn. Dat is een goede sleutel, nu kun je hem losdraaien. Het licht aan de voorkant heb je goed vast gezet. Sil stelt vragen met betrekking tot de tijd. Hij vraagt hoelang het duurt voordat het maken van zijn fietswiel klaar is? Kan ik de fiets vanmiddag of morgen ophalen? Ook wil hij graag nog een nieuwe fietsbel en zijn zadel wat hoger. Hij is namelijk gegroeid. Duurt dat kort/ eventjes? Sil kan bijvoorbeeld antwoorden: Dan kom ik mijn fiets morgen/vanmiddag/vanavond halen. Sil wil graag weten wat er gebeurt als zijn wiel straks weer lost zit of als morgen zijn ketting eraf ligt? Heeft de fietsenmaker alle spullen, bijvoorbeeld ook als zijn band lek is? De beschrijving van de activiteit is een suggestie. Komen er uit de spelactiviteiten andere interesses en ideeën naar voren bij de kinderen dan kunt u daar vanzelfsprekend aandacht aan besteden. Zorg wel dat de doelen centraal blijven staan. Sil vindt het een fijne werkplaats voor de fietsenmaker. Hij heeft al veel geleerd over hoe hij fietsen moet maken. Bespreek met de kinderen de verschillende klusopdrachten en de bijbehorende handelingen van een fietsenmaker. Wat kost veel tijd om te maken en wat minder? Wat vonden ze het leukst? Hoe verliep het samenwerken? Intensief arrangement Geef deze kinderen meer tijd voor het verkennen van de materialen. Laten hen eventueel wat langer manipulerend bezig zijn en verwoord wat er gebeurt. Ook is het zinvol om de verschillende handelingen van een fietsenmaker vaker voor te doen en de kinderen ze na te laten doen. Hierbij beperkt u zich tot enkele voor hen meest interessante klusjes van de fietsenmaker. U gebruikt de woordkaarten, naast de foto s, ter ondersteuning van de begrippen Verdiept arrangement U laat deze kinderen zelf bedenken wat er moet gebeuren en hoe het eraan toe gaat in de werkplaats van de fietsenmaker. U sluit in het spel aan bij hun ideeën. De kinderen kunnen bijvoorbeeld bonnetjes maken waarop staat wat er moet gebeuren met de fiets en wanneer de fiets klaar is. Een kassa kan toegevoegd worden aan de werkplaats om het gedane werk af te rekenen. U geeft deze kinderen een opdracht die ze samen moeten uitvoeren, zoals het wiel losdraaien en weer vastzetten. pagina 4 van 5

5 U kunt ouders, fietsenmakers, misschien wel de gemeente vragen of zij oude fietsen hebben. U kunt de werkplaats uitbreiden met een fietsenwinkel en bijbehorende attributen (fietshelm, verschillende fietssloten). Nodig leerkrachten, ouders en personen in de school uit om hun fiets naar de werkplaats in de groep te brengen. Ze maken een afspraak wanneer hij weer opgehaald kan worden. U kunt het filmpje de fiets van huisje-boompje-beestje van SchoolTV laten zien of de film van de Schooltv hoe-werkt-een-fietsketting-help-mijn-ketting-ligt-eraf. pagina 5 van 5