Brugge 20 januari 2005 verslag 29

Transcriptie

1 P R O C O R O West-Vlaanderen Provinciale Commissie voor Ruimtelijke Ordening West-Vlaanderen Provinciehuis Boeverbos Koning Leopold III-laan 41 B-8200 Sint-Andries Tel Brugge 20 januari 2005 verslag 29 AGENDAPUNTEN 1. Toelichting ontwerp-gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Staden (partiële herziening)... p Toelichting ontwerp-gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Oostrozebeke... p Voorontwerp provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Veurne Industriegebied II... p Advisering ontwerp-provinciaal jaarprogramma ruimtelijke ordening p Behandeling van bezwaren in het kader van het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven (Oudenburg)... p Varia... p.06 AANWEZIG Effectieve leden: - Dhr. Charles VERMEERSCH Voorzitter PROCORO - Dhr. Koen DEWULF Ondervoorzitter PROCORO- Dienst Milieu - Dhr. Pieter DEWULF Provinciale dienst Ruimtelijke Ordening - Dhr. Fabiaan VAN DE SANDE Dienst ruimtelijke planning en mobiliteit - Dhr. Evert DE PAUW Dienst ruimtelijke planning en mobiliteit - Dhr. Piet GELLYNCK VRP - Dhr. Eric VANDORPE Bond Beter Leefmilieu vzw - Dhr. Bart DOCHY Boerenbond - Dhr. Guido VANDENBROUCKE Natuurreservaten vzw - Dhr. André SONNEVILLE UNIZO - Dhr. Bernard MAENHOUDT VEV Onderneming en Omgeving - Dhr. Eric BOUSSERY Algemeen Boerensyndicaat - Dhr. Stefaan LOMBAERT Provinciale Dienst Welzijn - Dhr. Martin DEMAN Provinciale Technische Dienst Wegen - Mevr. Ilse VANDERHAEGHE Provinciale Dienst Economie - Dhr. Marc RYCKAERT Provinciale Dienst Cultuur Plaatsvervangende leden: - Dhr. Dirk VERTE VRP - Dhr. Birgir Victor ABVV vertegenwoordigers politieke fractie: - Dhr. Marc VANPAEMEL Groen! - Dhr. Jean-Marie BOGAERT NVA - Dhr. Eric CARDON Sp.a - Dhr. Luc VANDE CAVEYE CD&V vaste secretaris - Dhr. Stephaan BARBERY Secretaris PROCORO VERONTSCHULDIGD effectieve leden: - Dhr. Eric VAN POUCKE ACV - Mevr. Charlotte GELDOF VRP - Mevr. Magda MONBALLYU Westtoer - Dhr. Franky ROELS ABVV Plaatsvervangende leden: vertegenwoordigers politieke fractie: - Mevr. Myriam VERVAET-SMETS VLD - Dhr. Kurt RAVYTS Vlaams Blok AFWEZIG Effectieve leden: - Dhr. André CALUS POVLT - Dhr. Theo VITSE Bos en Groen Plaatsvervangende leden: vertegenwoordigers politieke fractie: 1

2 VERSLAG De voorzitter Charles Vermeersch opent de vergadering. 1. Toelichting ontwerp-gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Staden (partiële herziening) De voorzitter verwelkomt de de heer Mario Snaet (Schepen van Ruimtelijke Ordening van de gemeente Staden), de heer Peter Peeters (ontwerper van Arcadis Gedas) die het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan komen toelichten en antwoorden op de informatieve vragen. Vanuit de PROCORO wordt gevraagd in welke mate er rekening wordt gehouden met het besluit van de functiewijzigingen? De heer Peter Peeters legt uit dat er nevenfuncties toegelaten zijn die voldoen aan het besluit van de Vlaamse Regering. Opslag in een verlaten landbouwbedrijf wordt niet toegelaten. Een ander lid vraagt of de gemeente dan niet in éénzelfde situatie zal verzeilen zoals met de zonevreemde woningen met het vastleggen van de 700m³? Is het niet wenselijk om in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan de mogelijkheid van de omzendbrief open te laten en bij de opmaak van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen te verstrengen volgens de plaats? De Heer Mario Snaet verduidelijkt dat dit een gemeentelijke beleidsoptie is. De gemeente wenst niet dat er nieuwe zonevreemde bedrijven ontstaan. De gemeente is bezig met de ontwikkeling van lokale bedrijventerreinen waar de bedrijven thuis horen. Bij deze aanpassing van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan blijft de essentie dat de woningen in een woonkorrel meer mogelijkheden dienen te krijgen dan de geïsoleerde woningen. In de herziening van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt aangegeven dat de woonkorrels ruimere mogelijkheden krijgen volgens de aanwezige specifiek kenmerken? Wat wordt hiermee bedoeld? Als een woonkorrel bestaat uit kleinere woningen (<1000m³), zullen de uitbreidingsmogelijkheden dan beperkt zijn? De heer Peter Peeters antwoordt dat het de bedoeling is dat in een ruimtelijk uitvoeringsplan de mogelijkheden worden gemotiveerd vanuit de ruimtelijke structuur van de woonkorrel met doel om tot een samenhangend stedenbouwkundig deel te bekomen. De 1000 m³ blijft de basis. In het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan zijn er randvoorwaarden opgenomen om in aanmerking te komen als woonkorrel. Vanuit de PROCORO wordt gevraagd of deze randvoorwaarden blijven en welke impact een woonkorrel kan hebben op de landbouw in het kader van de afstandsregels? De heer Peter Peeters legt uit dat het niet de bedoeling is dat woonkorrels een hypotheek leggen op de ontwikkelingsmogelijkheden van de landbouw Bij de herziening van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan is een nieuw element aangebracht met name dat markante gebouwen worden opgenomen naast de gebouwen die op de lijst van het erfgoed staat. Is het de bedoeling dat er meer markante gebouwen kunnen opgenomen worden in een ruimtelijk uitvoeringsplan dan de gebouwen die op de lijst van erfgoed staan? De heer Peter Peeters antwoordt dat de ruimtelijke afweging zal gebeuren bij de opmaak van het ruimtelijk uitvoeringsplan. Dit betekent dat aan de hand van de lijst enerzijds wordt nagegaan of deze gebouwen nog waardevol zijn, anderzijds wordt nagezien of andere gebouwen markant en waardevol zijn om mee op te nemen in het uitvoeringsplan. Deze bijkomende markante gebouwen zullen gemotiveerd worden in het plan. De voorzitter Charles Vermeersch dankt de gemeente en ontwerper voor de toelichting en de antwoorden op de vragen. 2. Toelichting ontwerp-gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Oostrozebeke De voorzitter verwelkomt de heer Jean-Marie Bonte (Burgemeester van de gemeente Oostrozebeke), mevrouw Tineke Teerlynck (Schepen van Burgelijke Stand, Begroting en financiën van de gemeente Oostrozebeke), de heer Guy De Pourq (secretaris van de gemeente Oostrozebeke), de heer Claudio Saelens (Stedenbouwkundig ambtenaar van de gemeente Oostrozebeke) en de heren Piet Gellynck en Simon Verledens(ontwerpers van Groep Planning) die het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan komen toelichten en antwoorden op de informatieve vragen. Wat is de visie van de gemeente over de verkeersafwikkeling van de regionale bedrijvenzones en het lokaal bedrijventerrein? De heer Simon Verledens antwoordt dat in eerste de Koedreef als ontsluitingsweg zal fungeren. Dit is een tijdelijke ontsluiting voor de KMO-zone in afwachting van de realisatie van de N382. De heer Burgemeester Jean-Marie Bonte vult aan dat het de bedoeling is om bij de aanleg van de N382 de Koedreef af te sluiten. 2

3 Het kan niet de bedoeling zijn dat de ontsluiting van de bedrijvenzones terug via de N357 verloopt. In die zin wordt er niet meer gedacht om een rotonde te voorzien aan de Koedreef-Ingelmunstersesteenweg maar een regeling met lichten uit te werken gedurende de tijdelijke situatie. Dit betekent ook dat het bedrijf Orotex zich moet richten naar de nieuwe rotonde waar de aansluiting komt met de N382. Vanuit de PROCORO wordt gewezen op een aantal bovenlokale toeristisch recreatieve routes. Is het niet wenselijk om dit mee op te nemen? De heer Piet Gellynck antwoordt dat dit kan opgenomen worden. Het ontwerp- gemeentelijk ruimtelijk structuurplan voorziet in het oostelijk deel van de kern een bijkomende woonzone en een containerpark? Hoe verhouden deze twee elementen zich ten opzichte van elkaar? De heer Piet Gellynck legt uit dat het bijkomend wonen als een vorm van inbreiding kan voorzien worden. Het zou gaan om een sociaal huisvestingsproject. Het containerpark ligt daar van weg met een groene inbuffering. De heer Burgemeester Jean-Marie Bonte vult aan dat de ontsluiting van het containerpark niet via het woonproject gebeurt. De oude spoorwegbedding wordt in het ontwerp aangegeven als een wandelpad. Waarom geen fietspad? De heer Burgemeester Jean-Marie Bonte verduidelijkt dat de oude spoorwegbedding eindigt op een KMOzone in ontwikkeling. In de visie van de gemeente wordt het fietsnetwerk gepland via de Leegstraat, die dan verder aantakt aan het bovenlokaal fietsroutenetwerk. Het ontwerp - gemeentelijk ruimtelijk structuurplan voorziet een ontwikkeling van een lokaal bedrijventerrein, een transportzone en een suggestie naar de provincie om in dat gebied een watergebonden regionaal bedrijventerrein te voorzien. Vanuit de PROCORO wordt gevraagd waarom er niet gekozen wordt voor een gemengd watergebonden regionaal bedrijventerrein. De heer Simon Verledens verduidelijkt dat de transportzone is bedoeld om de specifieke problematiek van transportbedrijven in Oostrozebeke een oplossing te geven. Het is de bedoeling om de bedrijvigheid daar te bundelen. De Burgemeester Jean-Marie Bonte legt uit dat Oostrozebeke geen specifiek economisch knooppunt is en dat dit dus niet kan. Vandaar de suggestie. De Burgemeester geeft uitvoerig uitleg waarom Oostrozebeke als specifiek economisch knooppunt zou moeten geselecteerd worden. Belangrijkste feit is dat de dynamiek van de bestaande bedrijven maakt dat ze uitgroeien tot regionale bedrijven. Ondertussen groeit de tewerkstelling. Op heden voldoet Oostrozebeke aan de criteria om geselecteerd te worden als specifiek economisch knooppunt. Vanuit PROCORO wordt gepeild naar de visie op langere termijn op het vlak van bedrijvigheid. Als het lokaal bedrijventerrein is volzet waar kunnen er dan nog nieuwe kleinere bedrijven zich ontwikkelen? De heer Burgemeester Jean-Marie Bonte antwoordt dat eventueel een deel van zone 2 (suggestie om daar watergebonden regionaal bedrijventerrein te voorzien) kan ingenomen worden. De vraag rijst dan waar een bijkomend regionaal bedrijvigheid kan komen? De heer Burgemeester Jean-Marie Bonte vindt dat Oostrozebeke tevreden zal zijn als nu de gevraagde 19 ha bedrijventerrein er kunnen komen in de komende 10 jaar. Een verdere uitbreiding zou dan eerder naar het oosten moeten gezien worden. Vanuit de PROCORO wordt gewezen op het feit dat in het Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan aangegeven wordt dat er een open ruimte tussen Oostrozebeke en Wielsbeke dient voorzien te worden. De heer Burgemeester zegt dat de gemeente die visie onderschrijft Vanuit de PROCORO wordt ook gevraagd of er een bufferzone nodig is tussen zone 1 en zone 2? De heer gemeentesecretaris verduidelijkt dat de buffer gezien wordt als een onderdeel van het bedrijventerrein om de bedrijven beter te integreren in het geheel. De heer Burgemeester Jean-Marie Bonte vult aan dat het lokaal bedrijventerrein een kwalitatief totaalproject wordt. Vanuit de PROCORO wordt opgemerkt dat er geen prioritaire acties zijn opgenomen vanuit de natuurlijke en landschappelijke structuur. Waarom niet? De heer Piet Gellynck zegt dat dit kan overwogen worden. De heer Burgemeester Jean Marie Bonte verwijst naar de aankopen die reeds gedaan zijn zoals 4 ha aan de Mandel of daar waar nog wordt onderhandeld zoals de Visscherie. Het ontwerp- gemeentelijk ruimtelijk structuurplan geeft aan dat er bouwvrije zones zullen worden afgebakend waarbij de landbouw enkel verder kan ontwikkelen als het gaat om grondgebonden landbouw. Een lid van de PROCORO vraagt wat de reden hiervoor is en als dit geen beperking inhoudt van de ontwikkelingskansen van de bestaande landbouwsites? De heer Jean-Marie Bonte verduidelijkt dat de gemeente niet wenst dat er bijkomende serres worden ingeplant in de Mandelvallei. Het is de wens van de gemeente dat de akkerbouw blijft. IN het ontwerp-gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wordt aangegeven dat er aandacht zal zijn voor het behoud van karakteristieke gebouwen. De vraag rijst wie zal dit doen? De heer Piet Gellynck meent dat dit een belangrijke taak is van de stedenbouwkundige ambtenaar. 3

4 3. Bespreking voorontwerp provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Veurne Industriegebied II - plenaire vergadering De voorzitter verwelkomt de heren Piet Gellynck en Simon Verledens (ontwerpers van Groep Planning) en de heer Bart Aerts (dienst ruimtelijke planning en mobiliteit) die het voorontwerp provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan Veurne industriegebied II komen toelichten en antwoorden op de informatieve vragen. De PROCORO meent dat het voorontwerp ruimtelijk uitvoeringsplan een goede aanzet is tot duurzame ontwikkeling. Er wordt gevraagd om niet enkel de beeldkwaliteit te bepalen in functie van de dag maar ook van de nacht. Zo zijn er geen bepalingen opgenomen over verlichting in functie van het voorkomen van lichtvervuiling (verlichten bedrijf, verlichten reclamepanelen) Het is wenselijk dat lampen naar binnengericht worden, dat de verlichting beperkt wordt in de zone nabij het open ruimte gebied. Bij zone 1.4. over grootwarenhuiszone wordt er gevraagd of de kans niet bestaat dat het een verzameling wordt van detailhandelszaken zoals in een shoppingcentrum? De heer Piet Gellynck verduidelijkt dat er uitdrukkelijk vermeld wordt dat centrumgerichte handel en shopin-shop accommodaties niet kunnen. In het richtinggevend gedeelte wordt omschreven dat kleinhandel met een oppervlakte van kleiner dan 300m² thuis horen in het stadscentrum. Volgens de PROCORO is het wenselijk om duidelijk een minimum verkoopsoppervlakte op te nemen in de voorschriften om voldoende garanties te hebben dat geen verzameling van kleinhandel zich zou komen vestigen Een lid van de PROCORO vraagt wat er gebeurt met de huidige site van Carrefour? Wat gebeurt er met de bestaande bedrijvigheid? Is het niet wenselijk te suggereren dat er een adviesgroep wordt opgericht in functie van de bewaking van de bedrijven. Wat gebeurt er met het bedrijf Castelein zelf? De heer Piet Gellynck antwoordt dat de problematiek is dat Carrefour de bestaande site niet kan verwerven. Vandaar hun verhuisplannen. De bestaande site zal vermoedelijk terug kunnen ingevuld worden met handel. De bestaande bedrijvigheid blijft behouden. Het suggereren van een vorm van bewakingscomité is geen ruimtelijke materie en valt buiten het ruimtelijk plan. Het bedrijf Castelein heeft de bedrijfsgebouwen van Mortier gekocht, dat failliet is gegaan. Vanuit de PROCORO wordt gewezen op de bestaande situatie van bestaande kleinhandelszaken langs de Pannestraat. Volgens het ruimtelijk plan wordt er een uitdovingstrategie vooropgesteld. Is dit realistisch? Kunnen de bestaande handelszaken nog verbouwen? Kan de handelszaak worden overgenomen waarbij éénzelfde handelsactiviteit wordt verdergezet? De heer Bart Aerts verduidelijkt dat bestaande handelszaken kunnen blijven en worden overgenomen om éénzelfde activiteit uit te oefenen. Wanneer er een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd om te verbouwen of uit te breiden, dan kan het niet. Volgens de PROCORO moeten interne verbouwingen nog altijd mogelijk blijven. Er is een problematiek van verkeersonveiligheid ter hoogte van deze handelszaken aan de Pannestraat. Kan dit niet opgelost worden via een ventweg? Piet Gellynck geeft meer uitleg: er is voldoende bouwvrije zone, die een ventweg toelaat. Of dit noodzakelijk is, kan bekeken worden bij de herinrichting van de weg. Een lid vraagt waarom kantoorcomplexen worden uitgesloten op het bedrijventerrein? Er is de nabijheid van het station. De heer Piet Gellynck antwoordt dat het de bedoeling is dat kantoorcomplexen worden geïntegreerd in de stad of bij het station in de stad. Vanuit de PROCORO wordt gevraagd waarom het nieuw lokaal bedrijventerrein gefaseerd moet aangesneden worden. De behoefte is aangetoond en de planperiode is bijna ten einde. De heer Piet Gellynck deelt mee dat het een optie is om het gebied gefaseerd aan te snijden. Een lid vanuit de PROCORO vraagt waarom er geen benzinestations worden toegelaten. Benzinestations zijn moeilijk te vergunnen in andere bestemminggebieden. Als dit eveneens wordt geweigerd op een bedrijventerrein: waar kunnen benzinestations dan nog gevestigd worden? De heer Piet Gellynck motiveert dat er in de buurt al heel wat benzinestations zijn. Bovendien betekent dit dat de verkeersveiligheid er niet beter zal opworden. Besluitend : De PROCORO wenst dat: - in zone 1.2. lokale bedrijvenzone verbouwingmogelijkheden moet kunnen blijven bij de bestaande handelszaken. - in de zone 1.4. grootwarenzone duidelijke minimale verkoopsoppervlakten op te nemen om voldoende garanties te hebben dat het geen verzameling van detailhandelzaken wordt, die thuis horen in de stad. 4

5 - het nieuw lokaal bedrijventerrein met openbaar karakter (zone 2) volledig kan worden ontwikkeld en niet gefaseerd wordt gelet op de behoefte op korte termijn. - er meer aandacht wordt besteed aan verlichting en dat er bepalingen worden opgenomen om lichtvervuiling te voorkomen. - het mogelijk maken van benzinestations in zone 1.2 lokaal bedrijventerrein en zone 2 nieuw lokaal bedrijventerrein. 4. Advisering van het ontwerp provinciaal jaarprogramma ruimtelijke ordening 2005 De heer Fabiaan Van de Sande, diensthoofd ruimtelijke planning en mobiliteit (DRUM) geeft de toelichting. Vanuit de PROCORO wordt gevraagd wat de inbreng is vanuit de provincie bij gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen? De heer Fabiaan Van de Sande antwoordt dat de provincie de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen adviseert in voorontwerp-fase (plenaire vergadering) en tijdens het openbaar onderzoek. In het aantal gevallen is er gestructureerd vooroverleg. Voorbeelden hiervan zijn de afbakeningsprocessen van regionaal stedelijke gebieden. De PROCORO stelt vast dat er projecten zijn zoals de uitwerking van natuurverbindingsgebieden die reeds opgenomen zijn in Op heden zijn ze nog niet aangevat Andere projecten die opgenomen zijn in 2004 blijven in een beginstadium. Hoe komt dit? De heer Fabiaan Van de Sande verduidelijkt dat er prioriteiten moeten gesteld worden gelet op de schaarste aan middelen. Er gaat heel wat personeelsinzet naar het adviseren van BPA s en naar het adviseren en goedkeuren van gemeentelijke ruimtelijke structuurplannen en uitvoeringsplannen. Er zijn wel meer financiële middelen voorzien om projecten uit te besteden maar dan nog is er procesopvolging nodig vanuit de dienst. Voor de Drum is er geen bijkomend personeel voorzien bij het personeelsbehoefteplan waardoor er bij projecten nog meer prioriteiten zullen moeten gesteld worden. Na vraagstelling geeft PROCORO volgend advies: De PROCORO adviseert het ontwerp provinciaal jaarprogramma 2005 gunstig. Hierbij wordt echter vastgesteld dat er heel wat personeel en middelen wordt ingezet voor de advisering en goedkeuring van ruimtelijke uitvoeringsplannen. Dit is nodig. Niettemin wordt vastgesteld dat dit minder het geval is voor de uitwerking van projecten meer bepaald voor de opmaak van provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen. Zo stelt de PROCORO vast dat er projecten reeds opgenomen zijn in het ontwerp -jaarprogramma van Op heden zijn er nog geen initiatieven genomen of zit het project nog in een beginstadium. De PROCORO vraagt dan ook aan de bestendige deputatie om meer middelen en personeel te voorzien. 5. Behandeling van bezwaren in het kader van het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven (Oudenburg) De vertegenwoordigers van de politieke fracties verlaten de zaal. De secretaris, Stephaan Barbery, geeft de toelichting. De voorzitter gaat over tot de beraadslaging. De commissie formuleert volgend advies met éénparigheid van stemmen: De PROCORO neemt kennis van het schrijven van het Schepencollege van Burgemeester en Schepenen van Oudenburg. In dit schrijven wordt meegedeeld dat er geen bezwaren zijn ingediend op het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven voor de gemeente Oudenburg. De PROCORO stelt vast dat de meeste opmerkingen, die werden gemaakt door de PROCORO bij het voorontwerp, zijn aangepast behalve voor: - de memorie van toelichting: de vertaling van de ruimtelijke sectorale visie naar de categorisering van de bedrijven blijft ondoorzichtig (bv bedrijf ABC Bussche en Borgoo liggen in hetzelfde gebied maar worden anders beoordeeld en dit zonder motivering). In die zin had de PROCORO gevraagd om de bedrijven ABC Bussche en Vandaele onder te brengen bij categorie 2 en niet bij 4. De PROCORO hoopt dat er bij de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan wel een duidelijke en doorzichtige vertaling zal zijn van de ruimtelijke visie naar de categorisering van de zonevreemde bedrijven - het toevoegen van bijkomende gegevens over de milieuvergunningen per bedrijf 5

6 - het toevoegen van het PROCORO-advies in het document (zowel advies in kader van het voorontwerp als het advies over de behandeling van de bezwaren De PROCORO adviseert het sectoraal BPA zonevreemde bedrijven gunstig. De PROCORO vraagt om gegevens over de milieuvergunningen toe te voegen in het dossier en de adviezen van de PROCORO ook op te nemen bij de memorie van toelichting 6. Varia Volgende vergadering donderdag 3 februari 2005 om 9h in het Provinciehuis Boeverbos. De vaste secretaris De voorzitter S. Barbery Ch. Vermeersch 6