Samenvattend verslag van de vergadering van de commissie Bestuur en Middelen, gehouden op woensdag 15 februari 2006, aanvang uur.

Transcriptie

1 GRIFFIE 1 Samenvattend verslag van de vergadering van de commissie Bestuur en Middelen, gehouden op woensdag 15 februari 2006, aanvang uur. Aanwezig: De heren S. Commandeur (voorzitter), J. Hoek (secretaris), H. Bakker (GroenLinks), W. van Hilten (VVD), J. Kamminga (GroenLinks), C. van der Maat (VOCH), A. van der Meer (OuderenUnie), C. de Meij (VVD), M. Mulder (Hoorns Belang), E. Ottens (PvdA), L. Pinxten (D66) en J. van der Tuin (CDA). De dames J. van Diepen (D66) en J. Kamphuis (Hoorns Belang), Afwezig: De heren S. van der Meer (CDA), R. Mol (VOCH), E. Wagemaker (PvdA) en wethouder J. van Es. Namens het college van B & W: Burgemeester G.O. van Veldhuizen. Tevens aanwezig: De heer J. Bakker (gemeentesecretaris), mevrouw M. van Dam (directeur bedrijfsvoering), mevrouw J. Kamminga (griffier) en de heer J. Molenaar (wijkteamchef politie). Verslag: Ans Bruinsma - Elise Gieselaar Secretariaatsservice Samenvattend verslag. De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. 1 Publieksrondvraag. Er hebben zich geen insprekers voor de publieksrondvraag aangemeld. 2 Vaststellen agenda en mededelingen De voorzitter geeft aan dat het aanvankelijk de bedoeling was om volgende week een extra vergadering te houden over het onderwerp Hoorn in de regio, maar omdat het niet mogelijk is om de stukken hiertoe tijdig aan de commissieleden voor te leggen, is besloten om dit onderwerp rechtstreeks in de raadsvergadering te behandelen. Afgesproken wordt om met agendapunt 5.II (Organisatieontwikkeling) te beginnen. 5.II Organisatieontwikkeling De heer Bakker (gemeentesecretaris) geeft samen met mevrouw Van Dam (directeur bedrijfsvoering) een presentatie over de organisatieontwikkeling binnen de gemeente Hoorn. Hoorn werkt aan een andere cultuur en een nieuw organisatiemodel, omdat gebleken is dat er een te sterke verkokering is tussen de afdelingen en een te grote

2 GRIFFIE 2 afstand tussen het college en de ambtelijke organisatie. Ook het dualisme vraagt om een andere werkwijze. Reactie van de fracties. D66 (L. Pinxten). D66 spreekt complimenten uit voor de presentatie. De fractie kan zich voorstellen dat er na afloop van de verkiezingen een nieuwe indeling komt van de commissies, maar heeft dit ook effect op de organisatie en het ontwikkelingsproces waarin men nu zit? Mevrouw Van Dam merkt op dat de wijze waarop de organisatie voor de raad en de commissies werkt niet afhankelijk is van de samenstelling van de commissies en de raad. GroenLinks (H. Bakker). GroenLinks geeft complimenten voor de presentatie, maar mist hierin het dualisme. In hoeverre heeft dit een plaats in de veranderingsorganisatie? Burgemeester Van Veldhuizen licht toe dat het initiatief van de organisatieontwikkeling ook veroorzaakt wordt door zaken die door het dualisme in beweging worden gebracht. Wethouders zitten naar hun gevoel minder stevig in het zadel en moeten er meer voor doen dan men gewend was onder het oude systeem. Dit brengt met zich mee dat de wethouders soms ook dichter op de organisatie willen zitten en dit betekent dat dit op een andere manier georganiseerd moet worden. Hij denkt dat het traject van de ontwikkelingsorganisatie en de evaluatie van het dualisme eerst gescheiden bekeken moet worden. Hij is er van overtuigd dat het nieuwe organisatiemodel beter past bij de huidige en toekomstige manier van werken dan het oude model. De heer Bakker (GroenLinks) mist in het verhaal de gevolgen voor de raad. Mevrouw Van Dam licht toe dat het traject over de ambtelijke organisatie gaat, omdat hier knelpunten geconstateerd zijn. PvdA (E. Ottens). De PvdA heeft het vaak gehad over de duale ambtenaar. Dit betekent dat de ambtenaar op een andere manier in de organisatie staat. Hij moet veel minder ambtelijk denken en veel meer in de processen met het bestuur en de politiek meedenken. Dit betekent dat er ook andere producten uit de organisatie moeten komen dan dikke beleidsnota s. Die omslag moet gemaakt worden. In de nieuwe organisatiestructuur is er een laag tussenuit gehaald en moet er een goed samenspel tussen de managers en de wethouders ontstaan. Overigens moet elke reorganisatie gezien worden als een tijdelijke afspraak met elkaar om zaken te regelen. VOCH (C. van der Maat). De VOCH heeft uit de presentatie opgemaakt, dat één van de verbeterteams voorgesteld heeft om het collegeprogramma door te vertalen naar de ambtelijke organisatie. Mevrouw Van Dam antwoordt dat het lijkt alsof dit eerder niet gebeurde. Dit gebeurde al, maar het wordt nu meer SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Resultaatgericht en Tijdsgebonden) geformuleerd. Natuurlijk komen zaken ook via de begrotingscyclus de organisatie in, maar getracht wordt om meteen veel meer handen en voeten te geven aan het collegeprogramma om hier slagvaardiger mee om te gaan. De heer Van der Maat (VOCH) vraagt of er in het kader van het dualisme dan eigenlijk een raadsprogramma zou moeten zijn en dat dit doorvertaald moet worden naar de ambtelijke organisatie. Mevrouw Van Dam antwoordt dat het raadsprogramma inderdaad doorvertaald wordt. De heer Van der Tuin (CDA) denkt dat er nu een verwarring ontstaat. Er is nu een collegeprogramma, maar dat is eigenlijk een coalitieprogramma. Een coalitieprogramma leidt straks tot een collegeprogramma en dat is het programma dat mevrouw Van Dam bedoelt. Enkele jaren geleden is gediscussieerd over het feit dat er een raadsprogramma moet komen. Veel deskundigen zijn het er nu over eens dat hiermee een raadsagenda bedoeld wordt. CDA (J. van der Tuin). Het CDA vindt het een mooie presentatie en vindt de organisatieontwikkeling van belang. Daarnaast roept dit ook een sceptisch gevoel op, omdat cultuur niet te veranderen is. In de ambtelijke organisatie zijn veel mensen die daar al jaren werkzaam zijn en deze veranderen niet zo snel. De fractie zou meer willen

3 GRIFFIE 3 trachten om de cultuur op het gebied van integriteit en verantwoordelijkheid te beïnvloeden. Er wordt een goede stap vooruit gemaakt, maar het gaat nog steeds om veranderen van de cultuur; structuur is hierbij een hulpmiddel. De voorzitter vindt het heel mooi dat een groot aantal medewerkers het kan opbrengen om spontaan aan de verbeterteams mee te werken. Dit is heel anders dan dat een duur bureau opdracht gegeven wordt. Het komt nu van binnenuit. VVD (C. de Meij). De VVD geeft aan dat het belangrijk is dat als men een verandering wil doorvoeren, dat dit vanuit de eigen organisatie geïnitieerd wordt. De fractie spreekt complimenten uit voor de wijze waarop dit is vormgegeven. Evenals de heer Ottens denkt de heer De Meij dat het moeilijk is om mensen die al jarenlang bij de gemeente werken te veranderen. Het is wellicht goed om wat nieuw bloed in de organisatie te krijgen en misschien is het mogelijk om binnen de gemeenten van West-Friesland trajecten op te stellen om mensen te laten rouleren. De heer Ottens (PvdA) merkt op dat als mensen overgeplaatst worden dat het geheugen van de organisatie dan ook weg is. Belangrijk is dat mensen tevreden zijn met hun werk. Slechte mensen functioneren in een goede organisatie slecht en goede mensen functioneren in een slechte organisatie altijd nog redelijk. De heer De Meij (VVD) vraagt of er op basis van dit organisatiemodel ook gekeken is wat de burger eigenlijk wil. Voor een burger is het belangrijk dat hij bij een balie komt waar hij met al zijn vragen terecht kan. Mevrouw Van Dam antwoordt dat het model suggereert alsof de structuur ervoor zorgt dat men klantgerichter is. Zo is niet gekeken, er is toch gekozen voor een vrij traditionele functionele inrichting, behalve de afdeling veiligheid, vergunning en handhaving (omdat hier verschillende processen bij elkaar gezet zijn). Om de klant goed te bedienen moet de Informatie en Communicatie Technologie (ICT) goed op orde zijn en moeten werknemers een klantgerichte instelling hebben. Dit is belangrijker dan alleen in de structuur de oplossingen zoeken. De heer Pinxten (D66) begrijpt heel goed vanuit de directie dat dit verhaal zo is neergezet. Hij mist hierin echter de raad zelf. De nieuwe raad heeft ook nog heel veel te leren qua vaardigheid en optreden wat betreft dualisme. Hier mag nog wel het nodige in gestimuleerd worden. De voorzitter antwoordt dat het hier om de uitvoerende organisatie gaat. De bestuurlijke organisatie moet een eigen leertraject doorlopen. Hoorns Belang (M. Mulder). Hoorns Belang constateert dat er een verbeterteam Strategie is geweest. Dit team heeft gekeken naar een gedeelde missie, visie en strategie voor de gemeente Hoorn. Als het gaat om strategie moet de raad toch een hele grote vinger in de pap hebben. Burgemeester Van Veldhuizen merkt op dat er door de raad een stadsvisie vastgesteld is met daarin een duidelijke strategie. Binnenkort komt het college met een collegeprogramma en een coalitieakkoord en daar vandaan wordt verder gegaan met SMART geformuleerde college-uitvoeringsprogramma s. De organisatie moet wel een kapstok hebben om aan te geven waar zij voor staat; daar gaat het om bij strategie. Burgemeester Van Veldhuizen wil de commissie graag nadrukkelijk overtuigen van het feit dat het een grote prestatie is die in korte tijd en binnen het beschikbare budget geleverd is. De organisatieontwikkeling is opgeschreven door de eigen ambtenaren en komt van de werkvloer. De burgemeester bedankt de organisatie hiervoor. Wat de raad en het dualisme betreft is de Evaluatie dualisme van belang. 3 Middelen 3.I Financiële aspecten aanstaande raadsvergadering a. Begrotingswijzigingen.

4 GRIFFIE 4 De commissie heeft geen begrotingswijzigingen ontvangen, omdat de stukken nog aangepast moeten worden. De begrotingswijzigingen worden eerst in het college besproken en als deze doorgeleid moeten worden naar de commissie gebeurt dit na de verkiezingen. 3.III Rondvraag Middelen - 4 Openbare Orde en veiligheid 4.I Aanpak straatoverlast Samenvatting van de fractiestandpunten. PvdA (E. Ottens). De PvdA vindt dat als je regels stelt dat deze gehandhaafd moeten worden. Gevraagd wordt nu om extra regels om overlast aan te pakken, maar er zijn mogelijkheden die nu niet voldoende gebruikt worden. Er is begrip voor dat de politie niet overal tegelijk kan zijn, maar het stellen van meer regels creëert alleen schijnveiligheid wanneer dit niet gehandhaafd wordt. De PvdA erkent dat er overlast door hanggroepen ondervonden wordt in Hoorn en vindt ook dat hiertegen opgetreden moet worden. Over de omvang van de problematiek wordt in de notitie niets vermeld. Paragraaf drie geeft aan wat er momenteel tegen de overlast wordt gedaan, maar er staan geen cijfers in over de resultaten. Wat is het effect van regiocontrole? Hoe vaak wordt er een beroep op de politie gedaan? Wat is het effect van het bike-team? Hoe vaak heeft men de afgelopen twee jaar de gevraagde aanpassing van de Algemene Plaatselijke Verordening gemist? De beleidsnotitie zadelt de fractie met meer vragen op dan dat er hiervoor waren. De VVD wees in een prematuur persbericht al op het ontbreken van die criteria. In de commissie Stadsontwikkeling en Leefomgeving hebben mensen geklaagd over hangen in de buurt. Andere omwonenden hebben dit niet als vervelend ervaren. Hoe moet hiermee omgegaan worden? In een binnenstad/horecagebied is acceptabel wat voor de deur van een seniorencomplex niet acceptabel is. Dat onderscheid wordt in de notitie gemist. De Algemene Plaatselijke Verordening is vooral bedoeld om rechtsmiddelen te geven om tegen ongewenste zaken te kunnen optreden. In de ogen van de PvdA wordt de concrete bewijslast niet versterkt met de voorgestelde aanpassing van de Algemene Plaatselijke Verordening. De PvdA mist een steviger onderbouwing. Aan het einde van de notitie staat verder dat de politie, door gebrek aan menskracht, niet actief gaat handhaven. Waarvoor wordt dit instrument dan gevraagd? De heer Van Hilten (VVD) vraagt aan de heer Ottens hoe hij tegen de resul;taten van de leefbaarheidmonitor aan kijkt. Dat zijn ijkmomenten waaruit toch een aantal zaken opgemaakt kan worden. Hij vindt dat de PvdA op onderdelen heel naïef omgaat met deze notitie als het gaat om bijvoorbeeld signalering van de overlast. De heer Ottens (PvdA) ontkent niet dat er overlast is, dit wordt inderdaad ervaren, maar er zijn al instrumenten waarmee hier iets aan gedaan kan worden. De tendens is om alle overbodige regels te schrappen. Als je wat wil doen, moet je dit ook uitvoeren en handhaven. Anders is dit niet meer dan de zoveelste papieren regeling. D66 (L. Pinxten). D66 kan zich heel goed vinden in de voorgestelde aanpassing van de Algemene Plaatselijke Verordening. Ook als er niet voldoende menskracht is bij de politie om dit allemaal uit te voeren. De fractie ziet graag dat naast de politie ook de jongerenwerkers van Netwerk ingeschakeld worden. Volgens de fractie zijn de ouders de ideale insteek om te trachten tot ander gedrag bij de jongeren te komen. Dit wordt in de notitie gemist. De heer Ottens (PvdA) vraagt aan de heer Pinxten of voor het

5 GRIFFIE 5 inschakelen van Netwerk of ouders wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening nodig is. De heer Pinxten erkent dat dit niet nodig is, maar vindt het prima om een extra instrument te geven en vindt dit een goede toevoeging. CDA (J. van der Tuin). Het CDA merkt op dat het niet het doel van de Algemene Plaatselijke Verordening is om elk artikel dat er in staat te handhaven, maar om gereedschap te geven aan de verantwoordelijken in deze gemeente op het moment dat zij dat gereedschap nodig hebben. Hangjongeren kunnen afglijden naar criminaliteit. De heer Kamminga (GroenLinks) interrumpeert dat iemand die een auto rijdt ook een verkeersovertreding kan begaan en dat hangjongeren niet per definitie gekoppeld mogen worden aan criminaliteit. De heer Van der Tuin (CDA) wijst erop dat het niet gaat om jongeren die elkaar opzoeken, en dat het hier gaat om gereedschap dat in de beleving van de CDA-fractie hard nodig is. Het gaat er ook niet om of de politie capaciteit heeft om al de artikelen te handhaven. Het CDA gaat akkoord met wijziging van de APV. VVD (C. de Meij). De VVD is blij dat de politie handvatten krijgt om indien nodig op te kunnen treden. Wat de subjectieve toepassing (zonder redelijk doel) betreft: wanneer val je hier onder? Bedrijven en bewoners vragen om een stringentere handhaving en de fractie vindt dat er juist meer capaciteit beschikbaar moet komen, zodat de gedefinieerde regels zoveel mogelijk gehandhaafd kunnen worden. Dit om de geloofwaardigheid naar de bewoners toe te vergroten. Regels zijn er niet voor niets. Bij de eerstkomende mogelijkheid (de voorjaarsnota) wil de fractie extra capaciteit beschikbaar stellen om de handhaving op een hoger niveau te krijgen. OuderenUnie (A. van der Meer). De OuderenUnie constateert dat er nu gesproken wordt over het feit of straatoverlast beteugeld kan worden. De fractie begrijpt dat de maatregel die voorgesteld wordt in de Algemene Plaatselijke Verordening ervoor zorgt dat er bij ernstige overlast ingegrepen kan worden. Als er echter niet voldoende politie is om bij overlast te handhaven, dan heb je niet zoveel aan een extra regel in de Algemene Plaatselijke Verordening. Hoe staat het met de uitwerking van het op 14 december 2005 ondertekende convenant waarin Bureau Jeugdzorg, de politie, Stichting Netwerk, Algemeen maatschappelijk werk en de GGD verklaren aandacht te besteden aan de overlast van 12 tot 23 jarigen? De voorzitter constateert dat de heer A. van der Meer wil weten hoe de overlast bestreden wordt. Wat nu wordt voorgesteld is dat aan het aantal instrumenten er één toegevoegd wordt. Is de OuderenUnie hiervóór of tegen? De heer A. van der Meer (OuderenUnie) geeft aan dat alles moet helpen, dus een maatregel in de Algemene Plaatselijke Verordening opnemen is goed, maar dan niet met de daarin genoemde tijden. De OuderenUnie is vóór het opnemen van het voorgestelde artikel in de Algemene Plaatselijke Verordening. Hoorns Belang (J. Kamphuis). Hoorns Belang constateert een toevoeging op de Algemene Plaatselijke Verordening en vraagt zich af of de vorige een beetje te slapjes was. Over het algemeen is er extra personeel nodig om dergelijke plannen uit te voeren. Er is nu een gereedschapskist met instrumenten er in en dat blijkt te kort te zijn. Is het nu niet zo dat er van alles in zit waar men toch nooit wat mee doet? Hoorns Belang is vóór aanpassing van de APV als die aanpassing niet overbodig is. VOCH (C. van der Maat). De VOCH neemt aan dat de aanvulling voor de APV overgenomen is van een andere gemeente of van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Wat is de ervaring als dit nieuwe artikel toegevoegd wordt aan de APV? Mevrouw Van Diepen komt uit een praktijk waar men bezig is met het verzinnen van aanvullingen op regels. Zij heeft er ook ervaring mee om dit uit te leggen aan andere mensen. Het gaat er eigenlijk om of je constateert dat er sprake is van iets wat je wilt voorkomen en hoe je dat doet. Zij deelt het standpunt dat er een handvat moet zijn om iets te doen aan overlast die mensen ondervinden.

6 GRIFFIE 6 GroenLinks (J. Kamminga). GroenLinks vraagt zich af of het huidige instrumentarium werkelijk tekort schiet. Er zit nogal wat in de gereedschapskist. Een aantal dingen vraagt wat meer menskracht en wat meer inzet. Dat is begrijpelijk. De fractie heeft er een probleem mee dat deze regel zich op groepen richt, omdat een groep niet steeds dezelfde constante samenstelling heeft. Reactie van het college. Burgemeester Van Veldhuizen meldt dat er geen integrale notitie voorligt over de problematiek van hangjongeren. Het gaat over straatoverlast. Het college vraagt geen zaken waarvan zij zelf vindt dat deze niet echt nodig zijn. Op regionaal niveau wordt in negenentwintig gemeenten gekeken hoe beleid ontwikkeld kan worden en hoe met straatoverlast omgegaan moet worden. Hangjongeren komen inderdaad uit de leefbaarheidmonitor voor veel mensen als één van de topergernissen. Er zijn vier categorieën. Jongeren die vallen onder de eerste twee lichte categorieën kunnen indien nodig aangesproken worden door de jongerenwerker en eventueel stadswachten. Categorie drie begint zich te hechten op een bepaalde plek en wat er gebeurt loopt uit de hand. Bij categorie vier moet gedacht worden aan jeugdbendeachtige constructies. Deze laatste categorie is er niet in Hoorn. Om een goede integrale aanpak van hangproblematiek mogelijk te maken is van alles nodig (van jongerenwerker tot eventuele bestuurlijke boete en de politie als het heel erg wordt). Zich ophouden zonder een redelijk doel is niets nieuws, op verschillende plaatsen wordt dit al in de APV genoemd. In de praktijk blijkt dit een goed toetsbaar criterium te zijn. Het gaat dan over zaken waarbij mensen stelselmatig in hun nachtrust worden gestoord. Met deze maatregel kan dit probleem aangepakt worden. Het is nog geen gangbare praktijk, de gemeente loopt hiermee eerder in de voorhoede dan in de achterhoede. De burgemeester wil echter daadwerkelijk handhaven van de openbare orde, op een goede innovatieve manier met aandacht voor de repressieve en de preventieve kant. De maatregel is nodig om de politie in positie te brengen om, in relatief zeldzame maar zeer vervelende situaties, echt op te kunnen treden. De heer Molenaar constateert dat de vraag gesteld is of de politie dit extra instrument gemist heeft. Hier kan hij volmondig ja op antwoorden. Daar waar strafbare feiten worden gepleegd en die gemakkelijk te bewijzen zijn, is het voor de politie geen enkel probleem om daders te pakken. Er zijn echter voldoende situaties waar groepen jongeren bij elkaar zijn en waar strafbare feiten worden gepleegd die niet toe te dichten zijn aan een aanwijsbare dader. Hij noemt een aantal voorbeelden waar de politie nu weinig mee kan doen. Dit nieuwe artikel kan een oplossing zijn voor die situaties. Hij zou dit artikel graag in zijn gereedschapskist willen hebben. De voorzitter vraagt of de PvdA en GroenLinks inmiddels overtuigd zijn van de wenselijkheid van de aanvulling op de APV met dit artikel. De heer Kamminga (GroenLinks) meldt dat wat GroenLinks betreft dit artikel, onder verwijzing naar de eerder door de fractie geuite bedenkingen, in de APV opgenomen kan worden. De fractie vindt het wel nodig om dit artikel na een jaar te evalueren. De heer Ottens (PvdA) kan zich indenken dat de politie goed gereedschap voorhanden wil hebben. De fractie wil streven naar regels die goed toetsbaar en handhaafbaar zijn. Als zo duidelijk aangegeven wordt dat het artikel de afgelopen tijd gemist is, dan laat de PvdA zich overtuigen. Zo langzamerhand wordt de gereedschapskist wel erg groot en zwaar, maar de fractie gaat akkoord. Conclusie van de voorzitter. De voorzitter concludeert dat de commissie unaniem is in het standpunt dat de Algemene Plaatselijke Verordening op dit gebied kan worden aangepast.

7 GRIFFIE 7 Commissieadvies: Het onderwerp is een meningvormende bespreking, maar de uitwerking kan t.z.v. als B-stuk naar de raad. 4.II Rondvraag OOV De heer Mulder (Hoorns Belang) heeft vanavond een ontvangen dat met ingang van 16 februari a.s. de growshop zal worden gesloten. Hij constateert echter dat dit maar voor één jaar geldt en vraagt zich af hoe hiermee omgegaan wordt. Burgemeester Van Veldhuizen geeft aan dat het de ondernemer veel geld kost om een jaar dicht te gaan. Het is voor de eerste keer in Nederland dat het gelukt is om een growshop te laten sluiten. Hij is hier heel blij mee en denkt dat dit richtingaanwijzende jurisprudentie is, ook voor andere plekken. CDA (J. van der Tuin). Het CDA heeft klachten ontvangen over crossen op de Gildeweg. Het zijn geen georganiseerde straatraces, maar in de praktijk begint dit er wel op te lijken. Burgemeester Van Veldhuizen vraagt om buiten de vergadering de plaats, tijd, frequentie en bron door te geven, dan kan hier concreet naar gekeken worden. VVD (C. de Meij). De VVD geeft aan dat in de Tweede Kamer een discussie plaatsgevonden heeft over cameratoezicht. Dit heeft geresulteerd in een wetswijziging die het mogelijk maakt om cameratoezicht in een wat bredere zin mogelijk te maken. De VVD vraagt het college om het initiatief te nemen om de APV op dit onderwerp aan te passen, waardoor ook cameratoezicht op bedrijventerreinen dan wel parkeerterreinen mogelijk gemaakt wordt. De heer Van der Tuin (CDA) vraagt welk type cameratoezicht de VVD dan in gedachten heeft. De VVD heeft gesproken met een aantal bedrijven op het Westfrisiaterrein en aangegeven is dat het uitsluitend ophangen van een camera geen zoden aan de dijk zet. Er moeten meer maatregelen genomen worden, zodat datgene dat opgenomen wordt ook afgelezen kan worden. Burgemeester Van Veldhuizen geeft aan dat het verzoek om camera s al jaren boven de politieke markt hangt, maar dat afgewacht moet worden wat het volgende college en de volgende raad ons brengt. Het is belangrijk om een principieel en goed onderscheid te maken tussen wat de gemeentewet nu mogelijk maakt op het gebied van openbare orde. Wat betreft bedrijventerreinen gaat het meer om camera s die ter bescherming van eigendommen dienen. Binnen beperkte grenzen kan iedere particulier dat al doen. In andere plaatsen in Nederland bestaan hiervoor betere constructies. In het IOVO is dit ook besproken en er wordt gekeken of dit ook hier ingevoerd kan worden. De heer Van Hilten (VVD) vraagt of hij goed begrijpt dat de burgemeester aangeeft dat intern het project opgepakt wordt en dat dit te zijner tijd weer terugkomt in de nieuwe raad. De burgemeester geeft aan dat dit het geval is. De voorzitter sluit het onderwerp af onder verwijzing naar de latere agendering en het feit dat dit een rondvraag is, en geen bespreking van het onderwerp. De heer Kamminga (GroenLinks) heeft uit de krant vernomen dat een discussie plaatsvindt bij de brandweer van Drechterland. Ook de brandweer van Hoorn wordt hierin genoemd, die snel paraat was in Schellinkhout. Is het college ook bij deze discussie betrokken en wanneer komt dit in de raad? Niet zo lang geleden is hier gesproken over de dekking die de brandweer heeft in Hoorn en dat hier problemen zijn. De eigen zaakjes zijn nog niet goed op orde en om dan bij de buren te gaan blussen gaat

8 GRIFFIE 8 misschien te ver. Burgemeester Van Veldhuizen geeft aan dat het college hier, met gepaste terughoudendheid, nog een besluit over zal nemen. Over het niet op orde hebben van zaken bij de brandweer wordt een discussie gevoerd, maar Hoorn staat nog steeds op de tweede plaats van de negenentwintig gemeenten wat betreft de kwaliteit. Met de concurrentie vergeleken gaat het goed met onze brandweer, maar er wordt nog steeds niet helemaal voldaan aan alle wettelijke minimumnormen. Als het college ja zegt, zal dit gedaan worden op kostenbasis. Er wordt niet gratis gereden. 5 Bestuurszaken 5.I SOW in liquidatie: advies m.b.t. raadsonderzoek naar de afwikkeling SOW. Samenvatting van de fractiestandpunten. CDA (J. van der Tuin). Het CDA is tot de conclusie gekomen dat een verder onderzoek geldverspilling is. GroenLinks (H. Bakker). GroenLinks wil niet de liquidatie van het SOW ter discussie stellen, maar denkt wel dat het goed is om te kijken wat hieruit te leren valt. Er wordt niet gedacht aan een diepgaand onderzoek. De heer Van Hilten (VVD) merkt op dat het positieve en het negatieve saldo van de afvloeiingsregeling niet gebudgetteerd is. Als dit het enige is dat niet direct meegenomen is in het financiële plaatje, dan valt dit onder de kop lerende organisatie. PvdA (E. Ottens). De PvdA ziet wel graag dat de raad een onderzoek uitvoert, omdat hier inderdaad van geleerd kan worden. Er zijn nog veel gemeenschappelijke regelingen en het is goed om te weten hoe die op een goede en verstandige manier aangestuurd kunnen worden. Deze regelingen staan op forse afstand van de raad en daardoor is de controlerende functie buitengewoon gering. Hoe kan hier door een raad beter in geopereerd worden? Heeft de raad hier misschien ook onvoldoende duidelijke kaders gesteld of signalen gegeven? Er is een sociaal statuut vastgesteld en op 19 april 2004 in het algemeen bestuur behandeld. Dit statuut is in de raad niet langs geweest. Het statuut heet mens volgt werk. Er gaan echter alleen maar mensen de andere kant op, en niet naar de gemeenten voor werk zoals wel is afgesproken. De fractie wil geen duur onderzoek, maar wel een onderzoek, bijvoorbeeld door de rekenkamer. Gedacht wordt aan een kleinschalig onderzoek dat voor de zomervakantie afgerond kan zijn. De heer Van Hilten (VVD) vraagt welke elementen de PvdA bij de onderzoeksopdracht voor ogen heeft. Die opdracht moet dan ook nog concreet opgesteld worden. De heer Ottens (PvdA) antwoordt dat gedacht wordt aan kaderstelling door de gemeenteraad, de procesgang, de besluitvorming en de vraag of de raad hier steeds bij betrokken is geweest. De voorzitter merkt op dat in de raad uitvoerig over de aspecten gesproken is, die nu door de PvdA aan de orde gesteld worden. Door de portefeuillehouder is duidelijk uiteengezet dat het de gemeenteraden zelf zijn geweest die de kaders hebben gesteld ten aanzien van bijvoorbeeld de datum van opheffing. De heer Ottens (PvdA) was niet aanwezig op de bijeenkomst van 15 november 2005 en heeft in het verslag gelezen dat de raad een sociaal statuut heeft vastgesteld. Dit is niet waar, omdat het sociaal statuut vastgesteld is op 19 april 2004 in het Algemeen Bestuur van het SOW. Het is nooit in de raad geweest. Hij wil nu weten hoe dit soort zaken in de toekomst verbeterd kan worden. Dit is de reden dat de PvdA een evaluatief onderzoek wil uitvoeren. De voorzitter constateert dat van de drie fracties die de vorige keer vóór het onderzoek waren er nu nog twee over zijn (PvdA en GroenLinks). Vorige keer heeft een aantal

9 GRIFFIE 9 fracties gezegd geen behoefte te hebben aan dit onderzoek. Hebben zij nog steeds dezelfde mening? OuderenUnie (A. van der Meer). De OuderenUnie is van mening veranderd. Op 15 november 2005 dacht een aantal grote fracties dat er correcties zouden plaatsvinden op de eindafrekening. De eindafrekening heeft de fractie verbaasd. Als nu gekozen wordt voor een onderzoek hiernaar, dan zou er sprake zijn van een opschortend onderzoek. Hier heeft de fractie geen behoefte aan. De fractie denkt nu wel aan een evaluerend onderzoek achteraf om vast te leggen hoe een en ander is gegaan. Overigens kan de heer Van der Meer zich wel herinneren dat het sociaal statuut in de raad aan de orde geweest is. Als men naar de feitelijke regels van de inhoud van het sociaal statuut kijkt, dan heeft de heer Ottens wel gelijk. Voornamelijk wat betreft de werknemers die elders onderdak zouden moeten krijgen. Dit moet nog zijn beslag krijgen en zou dus een punt van onderzoek kunnen zijn. De OuderenUnie is vóór een evaluerend onderzoek. Conclusie van de voorzitter. De voorzitter concludeert dat een meerderheid van de commissie tegen een onderzoek is. Dan moet verder geconstateerd worden dat, uitgaande van de standpunten van de fracties in deze adviescommissie, een meerderheid van de raad geen behoefte zal hebben aan een dergelijk onderzoek. Het raadsbesluit dat op basis van deze discussie door de griffie zal worden opgesteld, zal dat conceptbesluit inhouden. Commissieadvies: De commissie adviseert in meerderheid om geen evaluerend onderzoek naar de afwikkeling van de liquidatie van het SOW in te stellen. 5.III Rondvraag bestuurszaken - 6 Stukken ter kennisname en ingekomen stukken 6.1 Spoorboekje Bedreigingen jegens lokale bestuurders Brief d.d. 2 februari van het bestuur van de stedenband Hoorn-Pribram met een Stedenbandvisie n.a.v. de stadsvisie Hoorn PvdA (E. Ottens). De PvdA houdt een warm pleidooi om wat meer naar die wereld te kijken, omdat deze gemeente wel erg naar binnen kijkt. Het is heel erg goed om een paar projecten in landen in Oost Europa, of iets verder, te hebben. 6.4 Brief d.d. 13 januari 2006 van mevrouw M. Verhulp met een klacht over burgerzaken/dienstverlening. Hoorns Belang (J. Kamphuis). Hoorns Belang vindt dit een vervelende gang van zaken en wil graag weten wat het college hier aan doet. Burgemeester Van Veldhuizen zegt toe om de fractie van de afwikkeling op de hoogte te stellen, met inachtneming van de privacy

10 GRIFFIE 10 van betrokkenen. OuderenUnie (A. van der Meer) zegt dat het gaat om het in rekening brengen van kosten, omdat iemand thuis bezocht is. Het gebeurt echter wel vaker dat ouderen thuis worden bezocht en hier geen kosten voor in rekening gebracht worden. In dit geval had het ook onder huisbezoek ouderen kunnen vallen. 6.5 Brief d.d. 14 december 2005 van de Nationaal coördinator terrorismebestrijding m.b.t. het alerteringssysteem terrorismebestrijding. 7. Verslag van de vergadering 18 januari 2006 incl. het besloten gedeelte Het verslag van de vergadering van 18 januari 2006, inclusief het verslag van het besloten gedeelte, wordt vastgesteld. 8. Termijnagenda commissie Bestuur en Middelen Hoorns Belang (M. Mulder). Hoorns Belang merkt op dat het niet duidelijk is of men een jaarverslag van de Hoor- en adviescommissie Bezwaarschriften van 2004 óf 2005 kan verwachten. De voorzitter merkt op dat de meest recente versie aan de orde komt. De heer Hoek (secretaris) wil, aangezien dit de laatste vergadering is van deze bestuursperiode, even stilstaan bij het vele werk dat de voorzitter heeft gedaan. Hij had hier ook de heer S. van der Meer als voorzitter van de Auditcommissie bij willen betrekken. De heer Van der Meer is er helaas niet, daarom zal hier een ander moment voor gezocht worden. De heer Hoek geeft het woord aan mevrouw Kamphuis om zich even namens de commissie tot de voorzitter de heer Commandeur te richten. Mevrouw Kamphuis (Hoorns Belang) bedankt de heer Commandeur als steun en toeverlaat van deze commissie. De heer Commandeur is al dertig jaar in de plaatselijke politiek actief. Grotendeels als raadslid, maar ook een periode als wethouder. Sinds de invoering van het duale stelsel, vier jaar geleden, is hij technisch voorzitter van deze commissie. Dit gaat hem heel goed af. Hij weet met humor en relativeringsvermogen ingewikkelde zaken tot de basis terug te brengen. Hij is altijd rustig, duidelijk en goed gehumeurd. De uitleg van het BTW Compensatiefonds door wethouder Van Es aan de hand van een voorbeeld met de nieuwe schoenen van mevrouw Commandeur zal haar altijd bij blijven. Het zal niet gemakkelijk zijn om een waardige opvolger voor de heer Commandeur te vinden. Namens haar collega s overhandigt mevrouw Kamphuis de heer Commandeur een klein blijk van waardering voor het geweldige werk dat hij heeft verricht. De voorzitter bedankt mevrouw Kamphuis voor haar vriendelijke woorden. Hij heeft de afgelopen zittingsperiode heel boeiend gevonden, ook als commissievoorzitter en waarnemend raadsvoorzitter. Hij heeft met dank aan de commissie het werk hier met plezier kunnen doen en bedankt ook alle mensen die de commissie ondersteunen. Alle randvoorwaarden om samen vruchtbaar bezig te zijn, zijn de afgelopen jaren vervuld en hij wenst de commissie dat dit de volgende periode minstens even leuk, even vruchtbaar en zinvol gaat worden. 9. Sluiting Hiermee sluit hij de vergadering om uur.