Richtlijnen voor Curriculumopbouw

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Richtlijnen voor Curriculumopbouw"

Transcriptie

1 Richtlijnen voor Curriculumopbouw

2 Inhoudsopgave: 1. Inleiding en doelstellingen pag Algemene regels in zake programmaopbouw op opleidingsniveau pag Zorg voor een coherent curriculum pag Opbouw van een opleiding pag Opbouw van een academische bacheloropleiding pag Opbouw van een verkorte bacheloropleiding pag Opbouw van een Schakelprogramma pag Opbouw van een Voorbereidingsprogramma pag Opbouw van een (initiële) Masteropleiding pag Opbouw van een Master-na-Masteropleiding pag Opbouw van een Specifieke Lerarenopleiding pag Opbouw van een Doctoraatsopleiding pag Opbouw van een Postgraduaatopleiding pag Opbouw van een opleiding Permanente Vorming pag Spreiding over de semesters pag Formele aspecten van de opleidingsfiche pag Opbouw van de structuur binnen de opleiding pag Opbouw van een afstudeerrichting pag Opbouw van een minor pag Opbouw van een profiel pag Richtlijnen voor de opbouw van studiedelen pag Studiedeel pag Aanbieding pag Inhoudelijke kenmerken van studiedelen pag Wat met de huidige varianten? pag Richtlijnen voor het begroten van studiepunten pag Studietijdberekening pag Studiepuntenberekening pag Richtlijnen voor SP van niet-vub-studiedelen pag Het hanteren van regels van volgtijdelijkheid pag Het hanteren van inschrijvingsvereisten pag De brug tussen de onder- en de bovenstructuur: de vereisten pag Het hanteren van studiedeellijsten pag Vereisten en vereistenregels pag Vereistengroep pag. 45

3 1. Inleiding en Doelstellingen Tengevolge de overschakeling naar het nieuwe studentenadministratiesysteem People Soft Campus Solutions (PSCS), gepland operationeel te zijn voor het academiejaar , is een actualisering van de vigerende richtlijnen aangaande de curriculumopbouw, rekening houdend met de functionaliteiten die in dit systeem voorzien zijn, aan de orde. De eerdere (eerste) versie van de Richtlijnen voor curriculumopbouw dateert van het academiejaar (goedkeuring RvB dd. 12/02/2008). Deze richtlijnen beogen toe te laten dat de betrokken facultaire opleidingsorganen op een uniforme en transparante wijze gestalte geven aan de curricula waarvoor zij de verantwoordelijkheid dragen, gebruik makend van het aangereikte begrippenkader en van de hierin opgesomde principes en mogelijkheden voor opbouw. De voornaamste wijzigingen voor de curriculumopbouw tengevolge van de invoering van PSCS betreffen: - Het niet langer hanteren van varianten van opleidingsonderdelen (studiedelen), - De curricula worden niet langer in studiejaren opgebouwd, wat impliceert dat de voortgang van de student(e) doorheen het betreffende studietraject dient vastgelegd te worden, gebruik makend van coherente regels van volgtijdelijkheid. - De automatisering van het curriculum. De decretale kaders omtrent curriculumopbouw worden gegeven in; - Het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen. - Het decreet van 30 april 2004 betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen en houdende dringende hogeronderwijsmaatregelen. Waar van toepassing wordt verwezen naar bepalingen opgenomen in het vigerende Algemene Onderwijsreglement van de VUB. Met betrekking tot de curriculumopbouw en de eventuele wijzigingen voor het academiejaar dient rekening gehouden te worden met het gegeven dat data vanuit de OPA/OMA-databank maximaal zullen worden gemigreerd naar PSCS; Voor een goed begrip van de wijze waarop en de impact van deze migratie wordt verwezen naar het document Migratiehandleiding voor de opleidingen/faculteiten, opgesteld door het CaLi-team met medewerking van de Cel Curriculum. Voor een volledig begrip van de in PSCS gebruikte termen wordt eveneens verwezen naar deze handleiding

4 2. Algemene Regels inzake programmaopbouw op opleidingsniveau. In de PSCS-terminologie stemt de opleiding overeen met het programma. Een programma is de entiteit waarvoor een student zich aanmeldt en uiteindelijk een specifiek diploma behaalt. Een programma kan worden gelijkgesteld aan de term opleiding bv. Master in de Psychologie. Concreet: Binnen de loopbanen bachelor, schakelprogramma, voorbereidingsprogramma, master, master-na-master, specifieke lerarenopleiding en postgraduaat bestaat 1 specifiek programma voor elke (bestaande) opleiding. Voorbeelden: Bachelor in de Psychologie Schakelprogramma Master in de Rechten Voorbereidingsprogramma Master in de Sociologie Master in de Chemie Postgraduaat in Sport, Economie en Communicatie Voor de loopbaan doctoraat, dat zowel de doctoraten als de doctoraatsopleidingen omvat, richten we één programma in per richting. De opsplitsing tussen het eigenlijke doctoraat en de doctoraatsopleiding wordt op plan-niveau gemaakt. Binnen de loopbaan permanente vorming worden programma s aangemaakt voor opleidingsreeksen die regelmatig terugkeren. Voor elke opleiding wordt een opleidingsprogramma vastgelegd dat bestaat uit een samenhangend geheel van studiedelen (=opleidingsonderdelen). In tabel 1 op pagina 5 vindt u het curriculumopbouwmodel met een schematische weergave van de verschillende opleidingstypes. Met uitzondering van de postgraduaatopleidingen en de schakel- en de voorbereidingsprogramma s, heeft elke opleiding een studieomvang van 60 studiepunten (SP) of een veelvoud daarvan. - Een bachelor-opleiding heeft een studieomvang van ten minste 180 SP. - Een master-opleiding heeft een studieomvang van ten minste 60 SP of een veelvoud hiervan. - Een master-na-master-opleiding heeft een studieomvang van ten minste 60 SP of een veelvoud hiervan. - De Specifieke Lerarenopleiding (SLO) heeft een studieomvang van 60 SP. - Een postgraduaatopleiding heeft een studieomvang van ten minste 20 SP. - Een schakelprogramma heeft een studieomvang van SP - De studieomvang van een voorbereidingsprogramma is vrij te kiezen

5 De studieomvang van elk studiedeel (= opleidingsonderdeel) wordt uitgedrukt in gehele studiepunten (SP). De studieomvang van een studiedeel (= opleidingsonderdeel) bedraagt decretaal ten minste 3SP, waarbij één SP overeenstemt met een studietijd van 25 à 30 uren. Dientengevolge stemt een opleidingsprogramma van 60 SP overeen met een totale studietijd tussen 1500 en 1800 uren. Voor elk opleidingsprogramma wordt door het instellingsbestuur een studietraject vastgelegd. Een studietraject bepaalt de modaliteiten inzake studieomvang, deliberatie en studievoortgangsbewaking: - bij wijze van een modeltraject voor een groep van studenten; - bij wijze van een geïndividualiseerd traject op grond van het dossier van de student. Een studietraject wordt voltijds en deeltijds aangeboden. Voor master na masteropleidingen wordt het studietraject ten minste deeltijds aangeboden. Voltijdse modeltrajecten stellen een student in staat om per academiejaar een studieprogramma te voltooien van ten minste 54 en ten hoogste 66 SP. Deeltijdse modeltrajecten stellen een student in staat om per academiejaar ten minste 27SP en ten hoogste 33SP te voltooien. In het opleidingsprogramma kunnen afstudeerrichtingen of profielen worden ingebouwd, evenals één of meerdere minors. In een eenjarige masteropleiding kan echter geen minor worden aangeboden. Elke masteropleiding wordt afgesloten met een masterproef, waarvan decretaal de studieomvang uitgedrukt in studiepunten gelijk is aan ten minste één vijfde van het totaal aantal studiepunten van het opleidingsprogramma, met een minimum van 15 studiepunten en een maximum van 30 studiepunten.

6 Curriculumopbouwmodel Academische BACHELOR 180 SP Vakken bachelorniveau (bepaald naar doelgroep) Een master OO in de bachelor is onmogelijk (art. 8 flexibiliseringsdecreet, hoofdstuk III), ook een uniek schakel-oo in de Bachelor is onmogelijk Mogelijkheid tot minor (belicht de essentie van een andere dan de eigen opleiding) Omvang minimaal 24 SP, maximaal 60 SP Afstudeerrichtingen (minimaal 30 SP verschillend stage mogelijk op te nemen als verschil ENKEL wanneer er verschillende doelstellingen/eindtermen voor zijn gedefinieerd) Profielen (minimaal 9 SP voor een verdere verdieping in het eigen studiegebied Professionele BACHELOR 180 SP Verkorte BACHELOR Voorbereidingsprogramma # SP (geen decretale regels) bestaat uit OO s van Bachelor-niveau Schakelprogramma min 45 max 90 SP Algemene wetenschappelijke competenties en wetenschappelijkdisciplinaire basiskennis bijbrengen Unieke schakeloo s of bacheloroo of de combinatie ervan MASTER min 60 SP of veelvoud Vakken masterniveau (bepaald naar doelgroep) (art. 58 structuurdecreet) Een bachelor OO in de master is mogelijk echter wel specifieke en omstandige motivatie noodzakelijk Mogelijkheid tot minor (belicht de essentie van een andere dan de eigen opleiding) Omvang minimaal 24 SP, maximaal 30 SP Afstudeerrichtingen (minimaal 30 SP verschillend, stage indien doelstellingen verschillend) Profiel (minimaal 9 SP voor een verdere verdieping in het eigen studiegebied) DOCTORAATS- OPLEIDING Binnen de Doctoral School wordt de doctoraatsopleiding georganiseerd onder de vorm van cursussen, workshops en andere activiteiten die de kennis en vaardigheden van doctorandi zowel verdiepen als verbreden.!". ManaMa min 60 SP of veelvoud bijkomend specialisatiejaar (advanced master) (hiervoor is ook een voorbereidingsprogramma mogelijk) POSTGRADUAAT - min 20 SP Mogelijkheid om specifieke/unieke OO s op te nemen Opleiding van permanente vorming, waarbij een consistent geheel wordt aangeboden. Een postgraduaat beoogt een verbreding/verdieping van de competenties verworven bij de voltooiing van de bachelor of master. Figuur 1: Curriculumopbouwmodel VUB

7 2.1 Zorg voor een coherent curriculum. Bij de opbouw van een opleidingstraject is het noodzakelijk dat bewaakt wordt dat het curriculum een coherent geheel vormt, waarbij er rekening wordt gehouden met de verschillende studiedelen, de inhouden van de werkvormen, de invloed van het onderzoeksdomein op de curriculumopbouw etc. Een coherent curriculum is een belangrijk instrument in de studievoortgangsbewaking. Het is belangrijk om rekening te houden met onderstaande elementen: Het fundament van een goed curriculum is een degelijke inhoudelijke basis, waarop vervolgens specialisaties worden gebouwd. Studiedelen krijgen daarom ook het label inleidend, verdiepend of gespecialiseerd mee (uitgesplitst per opleidingsniveau bachelor / master / postgraduaat / permanente vorming). Ook de volgtijdelijkheid van studiedelen (o.a. prerequisites en corequisites) hangt hiermee samen. De voltijdelijkheid van studiedelen moet logisch en overzichtelijk worden geformuleerd. De eindcompetenties van studiedelen moeten aansluiten bij de eindcompetenties van de opleiding in haar geheel. Variatie in de werkvormen is een meerwaarde voor het curriculum. Het curriculum moet zorgen voor een evenwicht waarbij studenten hun eigen interesses kunnen ontplooien binnen het kader van de algemene doelstellingen van de opleiding. In samenspraak met de Cel Kwaliteitszorg en Onderwijsinnovatie zal er op termijn getracht worden mogelijke inhoudelijke/onderwijskundige methoden/modellen uit te werken die de opbouw van een coherent curriculum ondersteunen Opbouw van een opleiding. Een opleiding dient niet langer te worden opgebouwd per studiejaar. De inschrijving van een student aan de VUB gebeurt dan ook niet langer op niveau van het studiejaar, maar op het opleidingsniveau. De registratie gebeurt binnen de huidige databanken nog in studiejaren, maar het nieuwe studenteninformatiesysteem zal aan dit probleem tegemoet komen. Gevolg van het loslaten van de studiejaren is een aanpassing aan de volgtijdelijkheid van de studiedelen. Meer hierover is terug te vinden onder het hoofdstuk Volgtijdelijkheid Opbouw van een Academische Bacheloropleiding. Binnen de academische bacheloropleiding krijgt de student een brede academische basisopleiding, met als bedoeling zich voor te bereiden op de te vervolgen en aansluitende academische masteropleiding.

8 Tabel 2. Opbouwfiche academische Bachelor Omvang: 180 SP Generieke vakken (de essentie van de eigen opleiding) vakken bachelorniveau (te bepalen naar doelgroep cfr. niveaudescriptoren in art. 58 structuurdecreet) een masterstudiedeel in de bachelor is onmogelijk (art. 8 flexibiliseringsdecreet, hoofdstuk III) een uniek schakelstudiedeel in de bachelor is onmogelijk (specificiteit van het schakelprogramma) Mogelijkheid tot minor (belicht de essentie van een andere dan de eigen opleiding) Minimaal 24 SP, maximaal 60 SP (meer info hierover bij minor (cfr. supra)) Afstudeerrichtingen (minimaal 30 SP verschillend stage mogelijk op te nemen als verschil ENKEL als er verschillende doelstellingen/eindtermen voor zijn gedefinieerd) Profiel: studieomvang minimaal 9 SP, verdiepend binnen het eigen domein. Decretale verplichtingen: verplichte publicatie in het Hoger OnderwijsRegister (HOR) en verplichte opname in de Databank Hoger Onderwijs (DHO) Studiebewijs: Diploma Bachelor en diplomasupplement + eventueel creditbewijs Taalvoorwaarden: Standaard Nederlands (maximaal 10 procent van de studiedelen kan gedoceerd worden in een andere taal) Bepalingen opgenomen in afdeling 9 van het Structuurdecreet. Indien een anderstalige bacheloropleiding wordt aangeboden is een Nederlandstalig equivalent vereist, eventueel binnen dezelfde provincie. Toelatingsvoorwaarden: Diploma secundair onderwijs (toelatingsexamen voor de Bachelor in de Geneeskunde) + alle andere decretale toelatingsvoorwaarden (art.9 Flexibiliseringsdecreet) Doorstroommogelijkheden: initiële masteropleiding(en). Eventueel een andere bacheloropleiding via verkorte bachelor (eventueel na minor) of via voorbereidingsprogramma of doorstroom naar de arbeidsmarkt. Decretale doelstellingen: De opleiding richt zich op de algemene vorming en op de verwerving van academische of artistieke kennis en competenties eigen aan het functioneren in een domein van de wetenschappen of van de kunsten. Academisch gerichte opleidingen zijn op wetenschappelijk onderzoek gebaseerd. Meer in het bijzonder hebben de academisch gerichte bachelorsopleidingen tot doel de studenten te brengen tot een niveau van kennis en competenties eigen aan het wetenschappelijk of artistiek functioneren in het algemeen en aan een specifiek domein van de wetenschappen of de kunsten in het bijzonder, dat als doelstelling heeft : het doorstromen naar een mastersopleiding. (decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen 04/04/2003) Visitatie: VLIR / Accreditatie: NVAO (om de 8 jaar) Beoordelingscriteria (niveau en oriëntatie) De opleidingsdoelstellingen zijn er in een academische bachelor op gericht de student te brengen tot: - Het beheersen van algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken van informatie, het vermogen tot kritische

9 reflectie, creativiteit, het kunnen uitvoeren van eenvoudige managementtaken, het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken en een ingesteldheid tot levenslang leren. - Het beheersen van algemene wetenschappelijke competenties als een onderzoekende houding, kennis hebben van onderzoeksmethoden en technieken en deze adequaat kunnen toepassen, het vermogen om de relevante data te verzamelen die een oordeelsvorming over maatschappelijke, wetenschappelijke en ethische vraagstukken kunnen sturen, een appreciatie van de onzekerheid, de ambiguïteit en de grenzen van de kennis en de vaardigheid tot het probleemgestuurd initiëren van onderzoek - Het begrip van de wetenschappelijk-disciplinaire basiskennis eigen aan een bepaald domein van de wetenschappen of de kunsten, een systematische kennis van de kernelementen van een discipline met inbegrip van het verwerven van coherent en gedetailleerde kennis deels geïnspireerd door de nieuwste ontwikkelingen van de discipline en een begrip van de structuur van het vakgebied (zoals decretaal omschreven) en de samenhang met andere vakgebieden. (uit: decreet 04/04/2003 en VLIR-VHLORA (2008) Handleiding onderwijsvisitaties, Deel 1, Pag. 21) 2.4. Opbouw van een Verkorte Bacheloropleiding. De opbouw van een Verkorte Bachelor is vergelijkbaar met deze van de academische bachelor zoals hierboven omschreven. Wanneer een student al een bachelor of master heeft behaald in een aanverwant studiegebied en de student wil daarnaast een andere bachelor of master volgen, dan is het mogelijk een verkort traject te volgen (indien de student voldoet aan de specifieke toelatingsvoorwaarden). Dat maakt het mogelijk om een ander bachelordiploma op een kortere termijn te behalen. Binnen PSCS zullen de verkorte bacheloropleidingen niet als afzonderlijke trajecten gedefinieerd worden. In de plaats daarvan worden er binnen de basisopleidingen vrijstellingen gedefinieerd. Tabel 3. Opbouwfiche Verkorte (academische) Bachelor Omvang: # SP (geen decretale bepalingen) Generieke vakken (de essentie van de eigen opleiding): idem academische Bachelor (Tabel 2) Afstudeerrichtingen: idem academische Bachelor Decretale verplichtingen: idem academische Bachelor Studiebewijs: idem academische Bachelor Taalvoorwaarden: idem academische Bachelor Toelatingsvoorwaarden: De verkorte Bachelor dient gezien te worden als een aangeboden academische Bachelor met naargelang de gevolgde (relevante) vooropleiding (kan zowel professioneel als academisch zijn) een (systematisch) aantal aangeboden!!

10 vrijstellingen binnen de volledige Bachelor waardoor een verkort programma kan worden weergegeven (het dient natuurlijk wel om aanverwante studiegebieden te gaan en de student dient aan de toelatingsvoorwaarden te voldoen). Doorstroommogelijkheden: idem academische Bachelor Decretale doelstellingen: idem academische Bachelor Visitatie: VLIR / Accreditatie: NVAO (om de 8 jaar) De opleidingsdoelstellingen (beoordelingscriteria) zijn in een verkorte academische bachelor gelijk aan degene zoals omschreven bij de academische bachelor Opbouw van een Schakelprogramma. Een schakelprogramma (min. 45 SP en max. 90 SP) kan worden opgelegd aan een student die zich wenst in te schrijven voor een masteropleiding op grond van een in het professioneel hoger onderwijs uitgereikt bachelordiploma. Het programma beoogt de in het artikel 58 paragraaf 2, 2 van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen bedoelde algemene wetenschappelijke competenties en wetenschappelijke-disciplinaire basiskennis bij te brengen. Een schakelprogramma bestaat uit bachelorstudiedelen of unieke schakelstudiedelen. Overname van schakelstudiedelen in de reguliere opleidingsprogramma s is gelet op de specifieke doelstellingen van een schakelprogramma niet toegestaan. Tabel 4. Opbouwfiche Schakelprogramma Omvang: minimaal 45 SP maximaal 90 SP Generieke vakken vakken bachelorniveau unieke studiedelen (te bepalen naar doelgroep) Decretale verplichtingen: verplichte publicatie in het Hoger OnderwijsRegister (HOR) en verplichte opname in de Databank Hoger Onderwijs (DHO) Studiebewijs: Getuigschrift Taalvoorwaarden: idem aan de taal gebruikt in de masteropleiding die volgt op het schakelprogramma Toelatingsvoorwaarden: Professionele Bachelor Doorstroommogelijkheden: De voorziene specifieke initiële masteropleiding Visitatie / Accreditatie: samen met de masteropleiding waartoe het schakelprogramma is opgesteld Opbouw van een Voorbereidingsprogramma. Een voorbereidingsprogramma kan worden opgelegd aan een student die niet in het bezit is van een academisch diploma dat rechtstreeks toelating verleent tot de masteropleiding " "

11 waarvoor hij wenst in te schrijven (de student dient wel aan de nodige toelatingsvoorwaarden voor het voorbereidingsprogramma te voldoen alvorens hij mag inschrijven). Ook een voorbereidingsprogramma voor een ManaMa is mogelijk. Decretaal wordt geen minimale en maximale omvang van het voorbereidingsprogramma vastgelegd. Indien de omvang ervan het toelaat, kan desgevallend een voorbereidingsprogramma gelijktijdig met de masteropleiding waarvoor het gecreëerd werd, worden doorlopen. Bij het volgen van de combinatie van voorbereidingsprogramma en een andere opleiding, dient de student te voldoen aan de voorwaarden voor gecombineerd te mogen inschrijven.de specifieke VUB-reglementering hieromtrent is terug te vinden in het onderwijsreglement. Tabel 5. Opbouwfiche Voorbereidingsprogramma Omvang: # SP (geen decretale bepalingen) Generieke vakken vakken bachelorniveau (of masterniveau indien het een voorbereidingsprogramma voor een ManaMa betreft) Decretale verplichtingen: verplichte publicatie in het Hoger OnderwijsRegister (HOR) en verplichte opname in de Databank Hoger Onderwijs (DHO) Studiebewijs: Getuigschrift Taalvoorwaarden: idem aan de taal gebruikt in de masteropleiding die volgt op het voorbereidingsprogramma Toelatingsvoorwaarden: Academische Bachelor (of Master indien het een voorbereidingsprogramma voor een ManaMa betreft) Doorstroommogelijkheden: De voorziene specifieke (initiële) masteropleiding Visitatie / Accreditatie: samen met de masteropleiding waartoe het voorbereidingsprogramma is opgesteld Opbouw van een (initiële) Master-opleiding. Een masteropleiding is een één- of tweejarige (en in uitzonderlijke gevallen meer dan twee jaar durende) opleiding volgens de bachelor-masterstructuur (bama) en volgt na de (academische) bacheloropleiding. Om een masteropleiding succesvol te voltooien is het maken en desgevallend presenteren van een masterproef een essentieel onderdeel. Tabel 6. Opbouwfiche (initiële) Master Omvang: n x 60 SP Generieke vakken (de essentie van de eigen opleiding) vakken masterniveau (bepaald naar doelgroep cfr. niveaudescriptoren in art. 58 structuurdecreet) een bachelorstudiedeel in de master is mogelijk, echter wel specifieke en omstandige motivatie noodzakelijk Mogelijkheid tot minor (enkel in een meerjarige master) (belicht de essentie van een andere dan de eigen opleiding)

12 Minimaal 24 SP, maximaal 30 SP (meer info hierover bij minor (cfr. supra)) Afstudeerrichtingen: minimaal 30 SP verschillend Profiel: studieomvang minimaal 9 SP, verdiepend binnen het eigen domein. Decretale verplichtingen: verplichte publicatie in het Hoger OnderwijsRegister (HOR) en verplichte opname in de Databank Hoger Onderwijs (DHO) Studiebewijs: Diploma Master en diplomasupplement + eventueel creditbewijs Taalvoorwaarden: Standaard Nederlands zie afdeling 9 van het Structuurdecreet. Indien een anderstalige master wordt aangeboden is een Nederlandstalig equivalent vereist, eventueel binnen dezelfde provincie. Deze vereiste geldt niet voor International Course Programmes of Erasmus Mundus masteropleidingen. Toelatingsvoorwaarden: Academische Bachelor, of indien van toepassing het voorbereidingsprogramma of schakelprogramma Doorstroommogelijkheden (standaard): arbeidsmarkt, master-na-masteropleiding, doctoraat, postgraduaat Decretale doelstellingen: De mastersopleidingen hebben tot doel de studenten te brengen tot een gevorderd niveau van kennis en competenties eigen aan het wetenschappelijk of artistiek functioneren in het algemeen en aan een specifiek domein van de wetenschappen of de kunsten in het bijzonder, dat noodzakelijk is voor de autonome beoefening van de wetenschappen of de kunsten of voor de aanwending van wetenschappelijke of artistieke kennis in de zelfstandige uitoefening van een beroep of groep van beroepen. Een mastersopleiding wordt afgesloten met een masterproef, waarvan de studieomvang uitgedrukt in studiepunten gelijk is aan ten minste één vijfde van het totaal aantal studiepunten van het opleidingsprogramma, met een minimum van 15 studiepunten en een maximum van 30 studiepunten. Visitatie: VLIR / Accreditatie: NVAO (om de 8 jaar), gelijktijdig met de overeenstemmende bacheloropleiding Beoordelingscriteria (niveau en oriëntatie) De opleidingsdoelstellingen zijn erop gericht de student te brengen tot: - Het beheersen van algemene competenties op een gevorderd niveau, als het vermogen om op een wetenschappelijke wijze te denken en te handelen, het om kunnen gaan met complexe problemen, het kunnen reflecteren op het eigen denken en werken en het kunnen vertalen van die reflectie naar de ontwikkeling van meer adequate oplossingen, het vermogen tot het communiceren van het eigen onderzoek en probleemoplossingen met vakgenoten en leken en het vermogen tot oordeelsvorming in een onzekere context - Het beheersen van algemene wetenschappelijke competenties op een gevorderd niveau het kunnen gebruiken van methoden en technieken in onderzoek, het kunnen ontwerpen van onderzoek, het kunnen toepassen van paradigma s in het domein van de wetenschappen of kunsten en het kunnen aanduiden van de grenzen van paradigma s het vermogen tot originaliteit en creativiteit met het oog op het continu uitbreiden van de kennis en inzichten en het samen kunnen werken in een multidisciplinaire omgeving - Een gevorderd begrip en inzicht in de wetenschappelijk-disciplinaire kennis eigen aan een bepaald domein van de wetenschappen of de kunsten, inzicht hebben in de nieuwste kennis van het vakgebied of delen ervan, in staat zijn om de wijze waarop de theorievorming beweegt te volgen en te interpreteren,

13 in staat zijn om in een of enkele delen van het vakgebied een originele bijdrage aan de kennis te leveren en het bezitten van specifieke bij het vakgebied horende vaardigheden als ontwerpen, onderzoeken, analyseren en diagnosticeren - Hetzij het beheersen van de competenties nodig voor het zelfstandig kunnen verrichten van wetenschappelijk onderzoek of de zelfstandige beoefening van de kunsten op het niveau van een beginnend onderzoeker of kunstenaar, hetzij het beheersen van de algemene en specifieke beroepsgerichte competenties nodig voor de zelfstandige aanwending van wetenschappelijke of artistieke kennis op het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. (uit: decreet 04/04/2003 en VLIR-VHLORA (2008) Handleiding onderwijsvisitaties, Deel 1, Pag. 21) 2.8. Opbouw van een Master-na-Masteropleiding. Een ManaMa opleiding is gericht op het oplossen van wetenschapsmethodologische problemen en nieuwe (fundamentele of praktijkgerichte) wetenschappelijke of artistieke vragen. Om een masteropleiding succesvol te voltooien is het maken en desgevallend presenteren van een masterproef een essentieel onderdeel. Tabel 7. Opbouwfiche Master na Master Omvang: n x 60 SP (meestal 60 SP) Generieke vakken: vakken masterniveau (in principe betreft het vakken van een gespecialiseerd niveau) Decretale verplichtingen: verplichte publicatie in het Hoger OnderwijsRegister (HOR) en verplichte opname in de Databank Hoger Onderwijs (DHO) Studiebewijs: Diploma Master en diplomasupplement + eventueel creditbewijs Taalvoorwaarden: geen specifieke taalvoorwaarden Toelatingsvoorwaarden: Initiële Master, voorbereidingsprogramma mogelijk Doorstroommogelijkheden (standaard): arbeidsmarkt, doctoraat Visitatie: VLIR / Accreditatie: NVAO (om de 8 jaar) 2.9. Opbouw van een Specifieke Lerarenopleiding. De Specifieke Lerarenopleiding kan worden aangeboden - als een aansluitende opleiding bij een academische basisopleiding; - als een gedeeltelijk ingebouwde opleiding als afstudeerrichting van een academische basisopleiding (ingebouwd in een masteropleiding van 120 studiepunten); - of als een aparte opleiding voor wie vanuit een beroepsuitoefening het diploma wil behalen.

14 Omvang: 60 SP Inhoud: de SLO bevat een theoretische component van 30 SP mastervakken en een praktijkcomponent van 30 SP specifieke lerarenopleiding vakken Decretale verplichtingen: verplichte opname in de Databank Hoger Onderwijs (DHO) Studiebewijs: Diploma Leraar in het Secundair Onderwijs groep 2 Taalvoorwaarden: Standaard Nederlands zie hiervoor de rubriek onderwijstaal of voor verdere richtlijnen gelieve het Decreet betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs van 4 april 2003 te raadplegen. Indien een anderstalige master wordt aangeboden is een Nederlandstalig equivalent vereist, eventueel binnen dezelfde provincie. Deze vereiste geldt niet voor International Course Programmes of Erasmus Mundus masteropleidingen. Toelatingsvoorwaarden: Houders van een masterdiploma kunnen zich rechtsreeks inschrijven voor de specifieke lerarenopleiding. Daarnaast gelden volgende toelatingsvoorwaarden voor kandidaten die nog geen houder zijn van een masterdiploma: - Houders van een academisch bachelordiploma kunnen zich inschrijven in de specifieke lerarenopleiding samen met een inschrijving in een masteropleiding. - Houders van een professioneel bachelordiploma die inschrijven voor een schakelprogramma met het oog op het volgen van een masteropleiding, kunnen een inschrijving nemen voor de specifieke lerarenopleiding samen met de inschrijving voor het schakelprogramma of samen met de inschrijving voor de masteropleiding. - Studenten die op grond van de bepalingen uit het flexibiliseringsdecreet gelijktijdig mogen inschrijven voor een bacheloropleiding en een masteropleiding, kunnen ook een inschrijving nemen voor de specifieke lerarenopleiding. In geval van een gecombineerde inschrijving kan het diploma van leraar pas uitgereikt worden ná het behalen van de mastergraad. Doorstroommogelijkheden (standaard): arbeidsmarkt, master-na-masteropleiding, doctoraat, postgraduaat Visitatie: VLIR. Er is geen accreditatie voorzien van de SLO s. Decretale doelstellingen: Het opleidingsprogramma is gestoeld op de basiscompetenties en het beroepsprofiel van de leraar secundair onderwijs,zoals vastgelegd door de Vlaamse regering. Het gaat om het geheel van kennis, vaardigheden en attitudes waarover een beginnend leraar moet beschikken Opbouw van een Doctoraatsopleiding. Voor de algemene opbouw van doctoraatsopleidingen verwijzen we naar het besluit inzake het inrichten van Doctoraatsopleidingen aan de VUB en naar het Doctoral Schools Reglement van de Vrije Universiteit Brussel. Meer informatie is te vinden op: De Doctoraatsopleiding is in principe niet verplicht. De faculteiten kunnen evenwel beslissen om de opleiding of delen ervan verplicht te stellen, op basis van een geschiktheidsonderzoek van het individuele dossier van de kandidaat-doctorandus. De faculteit blijft dus bevoegd voor de toelating tot het doctoraat. Het eventuele verplichte opleidingspakket zal dan een voorwaarde zijn om te kunnen worden toegelaten tot de verdediging van het doctoraatsproefschrift. De faculteit kan een maximale termijn voorzien waarbinnen dit opleidingspakket moet worden afgelegd.

15 De voertaal van de Doctoral Schools en de Doctoraatsopleiding is in principe het Engels. De Doctoraatsopleiding bestaat uit 60 studiepunten. Het opleidingspakket wordt individueel samengesteld en zal er voor elke doctorandus anders uitzien. Het programma bestaat uit 4 componenten: reguliere studiedelen, doctoral seminars, onderzoeksactiviteiten en de doctoraatsverdediging. De Doctoraatsopleiding wordt in samenwerking met de Universiteit Gent georganiseerd. Dit betekent concreet dat VUB-doctorandi kunnen deelnemen aan alle activiteiten van UGent en vice versa. Deelname aan reguliere studiedelen is voor beide groepen gratis (behalve studiedelen van programma s met verhoogd studiegeld). Doctorandi die 60 studiepunten hebben behaald en het doctoraatsproefschrift met succes verdedigd hebben, zullen het getuigschrift van de Doctoraatsopleiding ontvangen, naast het diploma dat de graad van doctor verleent. Doctorandi die geen 60 studiepunten hebben behaald en/of geen succesvolle verdediging achter de rug hebben, ontvangen op vraag een attest van de gevolgde activiteiten in het kader van de Doctoraatsopleiding Opbouw van een Postgraduaatopleiding. Een postgraduaatopleiding is een opleiding van permanente vorming, waarbij een consistent geheel van studiedelen met een studieomvang van minstens 20 SP wordt aangeboden. Het gaat om opleidingstrajecten die in het kader van de verdere professionele vorming, een verbreding of verdieping beogen bij de competenties verworven bij de voltooiing van een Bachelor- of Masteropleiding. Tabel 8. Opbouwfiche Postgraduaat Omvang: minimaal 20 SP Generieke vakken: mogelijkheid om specifieke studiedelen te definiëren die enkel in postgraduaatopleidingen worden aangeboden Decretale verplichtingen: verplichte opname in de Databank Hoger Onderwijs (DHO) Studiebewijs: Postgraduaatgetuigschrift, kan door de VUB uitgereikt worden na de succesvolle voltooiing van het volledige opleidingstraject. Taalvoorwaarden: geen specifieke taalvoorwaarden Toelatingsvoorwaarden: Academische Bachelor of Master Doorstroommogelijkheden (standaard): arbeidsmarkt Opbouw van een opleiding Permanente Vorming. In het kader van permanente vorming kunnen opleidingstrajecten met het oog op de bij- en nascholing georganiseerd worden waarvoor geen omvangsvereisten of specifieke taalvoorwaarden bestaan. Het kan gaan omkortlopende of langere professionele en praktijkgerichte vormingen waarbij na afloop de deelnemer een getuigschrift (na geslaagd examen) of een deelnameattest kan ontvangen Richtlijnen voor de spreiding over de semesters Het opleidingsprogramma dient opgebouwd te worden in functie van het semestersysteem. De belasting, de moeilijkheidsgraad en de werkvormen dienen per semester in evenwicht te zijn.

16 In principe bevat een opleidingsprogramma enkel semesterstudiedelen, waarvan het examen wordt georganiseerd in de examenperiode volgend op het semester waarin het studiedeel werd onderwezen. Studiedelen met specifieke werkvormen en/of opleidingsdoelen kunnen op gemotiveerd verzoek over twee semesters georganiseerd worden, zijnde een jaarstudiedeel. Na het eerste semester worden deze als onvoltooid beschouwd. Het examen wordt georganiseerd in de tweede examenperiode van de eerste zittijd. Indien het programma voorziet dat in het eerste semester en/of tweede semester van het academiejaar voor een bepaald aantal studiepunten keuzestudiedelen dienen worden ingevuld, dan kan de student de bevoegde facultaire instantie schriftelijk, al dan niet elektronisch, verzoeken de voorgestelde spreiding van de keuzeopleidingsstudiedelen te wijzigen. Elke faculteit legt hiervoor de nodige modaliteiten vast in de aanvullende facultaire onderwijsregeling. (Zie Onderwijsreglement) Decretaal zijn we verplicht een modeltraject voor de normstudent weer te geven met indeling in studiejaren. Dit zal voorgesteld worden op de website aan de hand van een handmatig opgesteld sjabloon (in opbouw) aangezien bij een schottenloze opbouw dit niet automatisch in de rapportage zit (zie later: Richtlijnen voor het publiceren van een modeltraject) Formele aspecten van de opleidingsfiche Voor elke opleiding wordt een opleidingsfiche opgemaakt, waarin volgende gegevens worden opgenomen: Tabel 9. Formele aspecten van de opleidingsfiche. Graad, kwalificatie en Studiebekrachtiging van een bachelor-, masteropleiding eventuele specificatie en doctoraat gebeurt aan de hand van een diploma waarin de belangrijkste identificatiegegevens van de student en de opleiding worden weergegeven. Voor bijkomende informatie is een diplomasupplement voorzien waarbij de inhoud ook vast ligt bij Besluit van de Vlaamse regering. Daarnaast kunnen creditbewijzen/getuigschriften worden afgeleverd voor studenten die geslaagd zijn voor een examen/opleiding waarvoor geen diploma wordt uitgereikt. Op een diploma/getuigschrift kan de volledige benaming van een opleiding worden teruggevonden. Deze benaming bestaat uit verschillende componenten: Graad: bachelor, master, postgraduaat,... Kwalificatie: in de Biologie, in de Pedagogische Wetenschappen,... Eventueel ook een Specificatie, wanneer er een toevoeging is aan de naam: of arts, of science, of laws, of medicine die bij decreet werden vastgelegd. # #

17 Eventuele afstudeerrichtingen Gebruikte onderwijstaal Inhoud/doelstellingen van de opleiding Opleidingsprogramma/ indeling in studiedelen Begin- en eindcompetenties Organisatie modeltraject Specifiek opleidingstraject voor werkstudenten Tot slot kan ook nog de formele beroepstitel worden vermeld: ingenieur, arts (ook decretaal bepaald). Een afstudeerrichting is een specialisatie binnen een opleiding die wordt opgenomen in het Hoger Onderwijsregister (HOR) en die ook vermeld staat op het diploma. Voor de concrete opbouw van een afstudeerrichting zie paragraaf 3.1. De onderwijstaal in Vlaamse universiteiten is het Nederlands. In de bachelor en de master kan eventueel voor enkele studiedelen een andere taal worden gebruikt. (zie structuurdecreet voor meer info hierover) De inhoud/doelstellingen van een opleiding staan beschreven bij de richtlijnen voor de opbouw van opleidingen (decretale minimumvereisten). Specifieke eindtermen en doelstellingen kunnen tot het niveau van profiel en minor worden geformuleerd. Een coherent, logisch opgebouwd volgens regels van volgtijdelijkheid, en samenhangend geheel van hoorcolleges, praktische werkvormen, zelfstudieactiviteiten en evaluatiemogelijkheden dat aansluit bij de vereiste begincompetenties van de student en waarvan hij/zij door het nastreven van de vereiste doelstellingen de eindcompetenties kan verwerven zodat het desbetreffende diploma/getuigschrift kan worden uitgereikt. Begincompetenties zijn de basisvereisten waaraan een student dient te voldoen vooraleer hij een opleiding aanvangt. De eindcompetenties zijn de competenties (kennis, vaardigheden en attitudes) die van de student verwacht worden wanneer hij het opleidingsprogramma met vrucht heeft doorlopen. Elke bachelor- en masteropleiding biedt een modeltraject aan. Een modeltraject is het standaard- of normaal programma voor de modale student. Voor een bacheloropleiding bijvoorbeeld bedraagt dit 180 studiepunten, opgedeeld in 3 pakketten van ongeveer 60 SP. Een normale studiebelasting van een voltijds student bedraagt 60 SP. Echter elke student kan maximaal 66 studiepunten opnemen in zijn jaarprogramma, daarboven spreken we over een IST of individueel studietraject. Het studietraject "werken en studeren" is bedoeld voor studenten die door een voltijdse baan (of een gelijkwaardige activiteit), niet aan de normale dagcolleges kunnen deelnemen. In uitzonderlijke gevallen kunnen ook werkzoekenden tot dit traject toegelaten worden. Het tijdstip en de aard van de invulling van de werkvormen verschillen van de reguliere studietrajecten.

18 Bijzondere vooropleidingsvereisten Specifieke regels waaronder vermindering van studieomvang kan worden toegestaan Aansluitingen en vervolgopleidingen Deze trajecten zijn evenwel inhoudelijk identiek aan die van de dagstudenten. Hierdoor wordt een identiek diploma uitgereikt als dat van een dagstudent. Om aan een van de Vlaamse hogeronderwijsopleidingen te gaan studeren, moet je aan een aantal voorwaarden voldoen. Deze toelatingsvoorwaarden verschillen naargelang de opleiding Meestal is een relevant diploma (en een taaltest) die de student in staat stelt om de opleiding te kunnen starten voldoende (hij voldoet aan de begincompetenties). Daarnaast zijn er bepaalde opleidingen waarvoor decretaal een toelatingsproef vereist is. Tot slot kan een student eventueel toegelaten worden tot een opleiding wanneer aan de hand van zijn toelatingsdossier met eerder verworven competenties of kwalificaties de student in staat wordt geacht de opleiding te kunnen starten. Vrijstellingen voor bepaalde studiedelen kunnen gevraagd worden op basis van eerder/elders verworven kwalificaties of competenties (EVK of EVC). Niet-Vlaamse studenten dienen dan weer een admission application procedure te starten om te worden toegelaten of om een vermindering in studieomvang te verkrijgen. aansluitingen en vervolgopleidingen Voor elke Bachelor (afstudeerrichting binnen BA) wordt bepaald: a) MA-opleiding(en) die er rechtstreeks op volg(en)t; b) MA-opleiding(en) die erop aansluiten na een schakel- of een voorbereidingsprogramma; c) ev. geen vervolgopleiding. Voor elke Master wordt bepaald: a) BA met specifieke opleidingskenmerken waarop MA-opleiding rechtstreeks aansluit; b) BA met specifieke opleidingskenmerken na een voorbereidingsprogramma; c) BA met specifieke opleidingskenmerken na een schakelprogramma; d) ev. MA-opleiding die er rechtstreeks op volgt, eventueel na een bekwaamheids- en geschiktheidsonderzoek; e) ev. MA-opleiding die erop volgt na het volgen van een voorbereidingsprogramma en eventueel een bekwaamheids- en geschiktheidsonderzoek. Voor elke Master na Master wordt bepaald: a) MA-opleiding(en) waarop MA-opleiding aansluit, eventueel na een bekwaamheids- en geschiktheidsonderzoek; b) ev. andere MA-opleiding na het volgen van een

19 voorbereidingsprogramma en eventueel een bekwaamheids- en geschiktheidsonderzoek. De eventuele wijzigingen aan opleidingsfiches worden jaarlijks goedgekeurd door de Onderwijsraad. Wijzigingen ten gevolge van de goedkeuring van het Hoger Onderwijsregister kunnen worden doorgevoerd zonder het volgen van deze procedure.!!

20 3. Richtlijnen voor het opbouwen van de structuur binnen de opleiding In PSCS wordt de structuur binnen de opleiding zichtbaar gemaakt via het plan enerzijds, en via de bijhorende vereisten.. Het plan is het formele traject dat de student afwerkt om het diploma te verwerven. Factoren die leiden tot een specifiek plan: Generiek/basisprogramma Afstudeerrichting Minor Profiel Of elke combinatie van bovenstaande(n) Het betreft in feite elke doorstroom/-uitstroommogelijkheid van een opleiding.verkorte trajecten worden niet als afzonderlijk plan ingericht! (wordt opgevangen door het aangeven van vrijstellingen ten opzichte van het basistraject). Voor een volledig begrip: cfr. Migratiehandleiding voor de opleidingen/faculteiten, pag. 23 e.v.). Er zullen tevens lege plannen gecreëerd worden voor loopbanen/programma s zonder afgelijnd studietraject, bv. voor de creditcontracten en voor uitwisselingsprogramma s Opbouw van een afstudeerrichting. Indien afstudeerrichtingen worden aangeboden moeten deze onderling minimaal 30 SP verschillen. De stage kan voor differentiatie in aanmerking worden genomen indien duidelijk blijkt dat de student per afstudeerrichting andere doelstellingen en eindtermen verwerft. Voor de differentiatie tussen twee of meer afstudeerrichtingen binnen de master mogen maximaal 3 SP van de masterproef in aanmerking worden genomen Opbouw van een minor. De minor is VUB-gebonden en vormt een groepering/ blok van studiedelen die de essentie van een andere dan de eigen opleiding belicht. In deze zin biedt de minor een verbreding buiten het eigen vakgebied aan (mogelijk in zowel de bachelor als de meerjarige master). Indien de minor op bachelorniveau wordt gesitueerd laat hij toe dat de student zich relatief gemakkelijk kan heroriënteren naar een andere (initiële) master waarop de aangeboden minor aansluit en desgevallend naar de bacheloropleiding waaruit de minor werd gelicht. Wanneer de minor wordt aangeboden op het masterniveau, dan wordt weliswaar de verbreding buiten het eigen vakgebied aangetoond, maar is een heroriëntering naar een andere master ondergeschikt aan het bekomen van bekwaamheden die als een zinvolle aanvulling " "

21 van het generieke traject worden ervaren. Om de eigenheid van de feitelijke opleiding te bewaren, kan een minor enkel in een meerjarige masteropleiding worden aangeboden. De studiedelen die samen de minor vormen, zowel in een bachelor- als in een masteropleiding, behoren tot een andere bachelor- of masteropleiding. Minors worden aanvaard vanaf een omvang van 24 SP. Ze kunnen in de bachelor een maximum van 60 SP en in de meerjarige master een maximum van 30 SP niet overschrijden, anders wordt de relevantie van de eigen opleiding te veel in vraag gesteld. Het is ten zeerste aangewezen dat de minor in alle opleidingen waarin hij voorkomt dezelfde omvang heeft en dus ook uit hetzelfde aantal SP bestaat want dit zal ten goede komen aan het opmaken van de studiedeellijsten Opbouw van een profiel. Een profiel is de weergave van een samenhangend geheel van studiedelen van ten minste 9 SP met als doel te komen tot een bepaald niveau van specialisatie binnen de opleiding. Het profiel is VUB-gebonden en kent geen maximum aantal SP dat het dient te omvatten.

22 4. Richtlijnen voor de opbouw van studiedelen Decretaal wordt een opleidingsonderdeel gedefinieerd als een afgebakend geheel van onderwijs, leer- en evaluatieactiviteiten dat gericht is op het verwerven van welomschreven competenties betreffende kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes. 4.1 Studiedeel In de nomenclatuur van het nieuwe studenteninformatiesysteem PSCS wordt een opleidingsonderdeel gelijkgesteld met de term studiedeel. Een studiedeel hangt nauw samen met de begrippen Aanbieding, Onderdeel en Studieactiviteit. Een studiedeel bevat (enkel) basisinformatie van een vak. Hier wordt in hoofdorde gekoppeld met: De titel Studiepunten Totale studietijd Tweede zittijd Een studiedeel krijgt één titel, die geldt in alle opleidingen waarin het studiedeel wordt aangeboden. De titel van het studiedeel dient in principe opgesteld te zijn in de onderwijstaal waarin het wordt gedoceerd. Wanneer een wijziging van de eindcompetenties/leerresultaten en/of van de omvang, uitgedrukt in studiepunten, van het studiedeel wordt doorgevoerd, kan dit aanleiding geven tot een wijziging van de titel. De aanduiding van de omvang van een studiedeel wordt uitgedrukt in studiepunten en is de resultante van de omzetting van de studietijd. Decretaal stemt 1 studiepunt (SP) overeen met 25 à 30 uren studietijd. Decretaal kan de omvang van een studiedeel/opleidingsonderdeel niet kleiner zijn dan 3 SP. De aanduiding in uren van de begrootte tijd die een normstudent nodig heeft voor de onderwijs- en studieactiviteiten verbonden aan een studiedeel te verwerken. De studietijd is het gevolg van de verrekening van de uren HOC, WPO en ZELF volgens het coëfficiëntensysteem opgenomen in het vigerende onderwijsreglement (cfr. werkvormen) De aanduiding dat gezien de aard van het betreffende studiedeel niet voorzien wordt in een tweede zittijd, bvb. bij een stage;

23 studiedeelkenmerken inzake onderwijstaal, samenwerkingsakkoord, uitdovend karakter en tentamen. Onderwijstaal De aanduiding van de taal of van de talen waarin het studiedeel wordt gedoceerd. De inrichting van de studiedelen gedoceerd in een andere taal dan het Nederlands dient te gebeuren conform de bepalingen van art. 91 van het structuurdecreet van 4/4/2003, waarbij de verhouding met de studiedelen gedoceerd in het Nederlands dient bewaakt. Interuniversitair Het betreft de aanduiding dat het studiedeel interuniversitair wordt georganiseerd of kadert binnen een opleiding onder samenwerkingsakkoord. Eén van de volgende statussen kan worden toegekend aan een studiedeel: niet onder samenwerkingsakkoord, onder interuniversitair akkoord, onder Erasmusakkoord, onder akkoord trainingsprogramma. De bedoeling hiervan is om een studiedeel een label te kunnen meegeven dat als informatief signaal dient voor ontlening door andere faculteiten enerzijds, en voor inschrijving door studenten anderzijds. Tentamen Uitdovend studiedeel De aanduiding dat in het geval het een jaarstudiedeel betreft, er voorzien wordt in het afleggen van een tentamen. Dit label wordt gebruikt wanneer beslist wordt een studiedeel niet langer in te richten, en het nog één academiejaar inschrijvingsmogelijkheid zal bieden voor bissers. Ontlenende faculteiten/opleidingen dienen als gevolg hiervan het nodige te ondernemen om de curricula hieraan aan te passen Desgevallend kunnen onderwerpen worden aangeduid: Onderwerpen studiedeel Onderwerpen zijn thema s die binnen een studiedeel kunnen gelden. Indien ze een invloed hebben op het verdere verloop/volgtijdelijkheid van het studietraject of indien ze in het studierooster verduidelijking kunnen bieden, is het nuttig deze te voorzien. Bvb. bachelorpaper-onderwerp A geeft toegang tot master-minor A, bachelorpaper-onderwerp B geeft toegang tot master-minor B, enz. Hierdoor is het niet nodig om voor de onderwerpen telkens aparte studiedelen aan te maken om dergelijke koppeling te kunnen maken.

24 In vergelijking met OPA/OMA zullen in PSCS niet langer varianten van studiedelen worden gehanteerd. Waar vroeger deze varianten werden gecreëerd naar aanleiding van een andere omvang (uitgedrukt in studiepunten), zullen voortaan hiervoor ofwel nieuwe studiedelen worden ingericht, ofwel nieuwe aanbiedingen behorend bij een bestaand studiedeel. Dit biedt een aantal voordelen, waaronder deze aangaande de bepalingen van volgtijdelijkheid en de mogelijkheid tot een correcte aflevering van diplomasupplementen en creditbewijzen. De inrichting als afzonderlijk studiedeel biedt ook de mogelijkheid om de titel te verfijnen. Het huidige probleem van oneigenlijke varianten (varianten met hetzelfde aantal studiepunten en dezelfde eindcompetenties die omwille van een verschil in onderwijspraktijk of doelgroep toch als afzonderlijke opleidingsonderdelen in OPA/OMA zijn opgenomen) wordt ook opgeheven. Zie hiervoor 4.4., De huidige OPA/OMA-data zullen, tijdens de migratie naar PSCS, zorgvuldig dienen gecontroleerd te worden op deze aspecten. Voor elk studiedeel wordt een studiedeelfiche opgemaakt waarin formele en inhoudelijke gegevens worden opgenomen. De invulling en eventuele wijzigingen aan studiedeelfiches worden jaarlijks, voor aanvang van het academiejaar, goedgekeurd door de bevoegde facultaire instanties. 4.2 Aanbieding: Elk studiedeel heeft in PSCS één of meerdere aanbiedingen. De aanbieding specificeert de wijze van aanbieden van het studiedeel. Er kan voor één studiedeel meer dan één aanbieding ingericht worden indien er een specifieke (andere) manier van aanbieden (lespraktijk) is voor een welbepaalde doelgroep. Voor de werkstudenten zal bijvoorbeeld steeds een afzonderlijke aanbieding ingericht worden (en dus géén afzonderlijk studiedeel!). Op het niveau van de aanbieding worden gekoppeld: Studiegidsnummer Onderwijsgroep (~studiegebied); Vakgebied Het studiegidsnummer vormt één van de belangrijkste zoekmechanismen voor het onderwijsaanbod. Het bestaat uit 10 karakters/posities, waarbij - positie 1: aanduiding opleidingsniveau (cfr. supra) - positie 2 tem. 7: sequentiële nummering, wordt op automatische wijze ingevuld - positie 8: niveau (cfr. infra) - positie 9: examencontract (cfr. infra) positie 10: werkstudenten (cfr. infra) Deze aanduiding geeft het studiegebied weer (uit een gedefinieerde lijst) waartoe dit studiedeel behoort. Aan elk studiedeel wordt een vakgebied gekoppeld. De vakgebieden zijn de gebieden waarin onderwijs wordt aangeboden binnen de academische organisatie en vormen in feite een subject list of themalijst. Het is één van de belangrijkste zoekfuncties voor studenten binnen PSCS én voor de koppeling van

25 studiedelen/studieactiviteiten. Faculteit (of DOCBE of IDLO) en Vakgroep verantwoordelijk voor het onderwijs loopbaan (waaraan in hoofdorde verbonden, niet uitsluitend) De aanduiding van de faculteit, en binnen die faculteit de vakgroep die verantwoordelijk is voor de inrichting van het studiedeel. In het geval een studiedeel uit een opleiding wordt ontleend blijft de aanduiding van faculteit en vakgroep die verantwoordelijk is voor de inrichting ervan, ongewijzigd. De aanduiding van het type opleiding waartoe het studiedeel in hoofdorde behoort. Worden onderscheiden: - Bachelor - Schakelprogramma - Voorbereidingsprogramma - Master - Master-na-master - Specifieke lerarenopleiding - Doctoraat (incl. doctoraatsopleiding) - Postgraduaat - Permanente vorming De loopbaan studiedeel wordt aangegeven op plaats 1 van het studiegidsnummer. Semester De aanduiding dat het studiedeel in het 1 ste of 2 de semester wordt ingericht, dan wel dat het over het ganse academiejaar wordt ingericht. inschrijvingsvereisten (oa. volgtijdelijkheid maar bv. ook statuut werkstudent vereist ) : de volgtijdelijkheid/inschrijvingsvereisten zullen per aanbieding ingericht (moeten) worden. Dit laat differentiatie toe waar gewenst. Er is wel hergebruik van regels mogelijk. Op dergelijke wijze zal ook ingesteld worden dat enkel werkstudenten in activiteiten behorend tot aanbiedingen voor werkstudenten terecht kunnen, maar geen reguliere studenten. Merk op dat op het niveau van een aanbieding dus niet gekoppeld wordt met een studieprogramma of studieplan! Dit gebeurt pas bij het vastleggen van de vereisten voor een welbepaald plan/programma. Voor elke aanbieding wordt tevens een studiegidsnummer bepaald (~code). De codering van vakken gebeurt dus niet op het studiedeelniveau, maar op het niveau van een aanbieding. (Een aanbieding voor werkstudenten heeft dus steeds een ander studiegidsnummer dan de basisaanbieding.)

26 plaats 1: opleidingsniveau 1 = bachelor 2 = schakelprogramma 3 = voorbereidingsprogramma 4 = master 5 = specifieke lerarenopleiding 6 = master-na-master 7 = doctoraatsopleiding 8 = postgraduaat 9 = permanente vorming plaats 2, 3, 4, 5, 6, 7: sequentiële nummering Het gaat om een uniek nummer, dat automatisch toegekend zal worden. plaats 8: niveau Niveau Deze aanduiding typeert het studiedeel in functie van de inhoud en de vereiste voorkennis. Het niveau kan bijgevolg gehanteerd worden om de volgtijdelijkheid van de opleiding op te bouwen. Het niveau van een studiedeel wordt aangegeven op plaats 8 van het studiegidsnummer. Volgende niveau s worden gehanteerd: Niveau A Inleidend in een Bachelor-opleiding: het betreft studiedelen die volgens het modeltraject normaal in het eerste deel van het modeltraject van de bachelor gevolgd worden, en waarvoor enkel de aanvangscompetenties vereist zijn die onderdeel uitmaken van de algemene toelatingsvoorwaarden tot de bachelor (de eindcompetenties van het hoger secundair onderwijs); # #

27 indien een studiedeel, dat volgens het modeltraject voorzien wordt in het eerste deel van de bachelor, in twee subdelen wordt opgesplitst (spreiding van een studiedeel over 2 semesters) dan kunnen beide opleidingsonderdelen beschouwd worden als inleidend; na het eerste deel van het modeltraject kunnen ook inleidende studiedelen verschijnen. In dat geval mag er geen enkele specifieke pre- of corequisite opgelegd worden. Er kan wel een algemeen niveau van rijpheid opgelegd worden. Dit niveau wordt uitgedrukt in een reeds verworven aantal studiepunten; deze studiedelen kunnen toegankelijk zijn voor studenten uit verschillende opleidingen. Niveau B Verdiepend in een Bachelor-opleiding: het betreft studiedelen die volgens het modeltraject in principe behoren tot het programma van het 2de deel van de bachelor; meestal sluiten deze studiedelen aan bij inleidende studiedelen of zijn er duidelijke volgtijdelijkheidsregels bepaald aan de hand van studiedelen uit het 1ste of 2de deel van het modeltraject van de bachelor; in dit niveau wordt de sequentie waarin de studiedelen dienen gevolgd te worden bepaald door de aanduidingen t.a.v. volgtijdelijkheidsregels; deze studiedelen zijn meestal enkel toegankelijk voor studenten uit aanverwante opleidingen of voor studenten die reeds een behoorlijk pakket (omvang te bepalen) studiedelen volgden afkomstig uit het vakgebied waar dit studiedeel inhoudelijk toe behoort. Niveau C Gespecialiseerd in een Bacheloropleiding: het betreft studiedelen die volgens

28 Niveau D Niveau E Niveau F het modeltraject in principe behoren tot het 3de deel van de bachelor; deze studiedelen sluiten aan bij verdiepende studiedelen en hebben de volgtijdelijkheidsregelsdie behoren tot deze groep; deze studiedelen zijn meestal enkel toegankelijk voor studenten uit nauw aanverwante opleidingen. Inleidend in een Master-opleiding: Een masteropleiding met een brede instroom of een tweejarige master kan inleidende en verdiepende studiedelen omvatten. Het niveau van inleidend en verdiepend is hier evenwel niet gelijk aan de invulling ervan die wordt gehanteerd op het bachelorniveau. Hier moet uitgegaan worden van een niveau van aanvangscompetenties dat gelijk is aan de eindcompetenties van een bachelor. Indien hier volgtijdelijkheidsregelsgebruikt worden refereren deze naar studiedelen uit de bacheloropleiding. Verdiepend in een Master-opleiding: in dit niveau wordt de sequentie waarin de studiedelen dienen gevolgd te worden bepaald door de aanduidingen t.a.v. volgtijdelijkheidsregels. Gespecialiseerd in een Master-opleiding: deze studiedelen sluiten aan bij verdiepende studiedelen en hebben de volgtijdelijkheidsregelsdie behoren tot deze groep. Niveau G Inleidend op postgraduaatniveau. Niveau H Verdiepend op postgraduaatniveau Niveau I Gespecialiseerd op postgraduaatniveau Niveau J Inleidend op niveau permanente vorming Niveau K Verdiepend op niveau permanente vorming Niveau L Gespecialiseerd op niveau permanente vorming plaats 9: examencontract Examencontract De aanduiding dat de aanbieding al dan niet openstaat voor inschrijving onder examencontract.

29 Decretaal dient de weigering om het studiedeel via examencontract te kunnen volgen gemotiveerd te worden. De waarde op plaats 9 van het studiegidsnummer geeft aan of het studiedeel al (E) dan niet (N) onder examencontract kan worden gevolgd. plaats 10: werkstudenten Werkstudenten Staat deze aanbieiding uitsluitend open voor werkstudenten ja/nee? Het onderwijsaanbod voor werkstudenten wordt opgebouwd vanuit een verschil in lesactiviteiten, en dus gebeur op niveau van de aanbieding een aanduiding dat deze openstaat voor werkstudenten (via studiegidsnummer). W = aanbieding uitsluitend voor werkstudenten R = aanbieding voor reguliere studenten (en zal eveneens voor werkstudenten toegankelijk zijn) Het studiegidsnummer vormt (naast het vakgebied) één van de belangrijkste zoekmechanismen voor het onderwijsaanbod. Verder kunnen ook andere mechanismen binnen het systeem, zoals de inschrijvingsvereisten en de vereisten gebruik maken van het studiegidsnummer. Om al deze redenen werd voor een betekenisvolle invulling van het studiegidsnummer gekozen Inhoudelijke kenmerken van studiedelen. Naast de formele aspecten van de studiedeelfiche, dient eveneens informatie verstrekt omtrent een aantal inhoudelijke aspecten. De inhoudelijke beschrijving wordt door de titularis ingevuld en jaarlijks door de faculteitsraad goedgekeurd. Tabel 10. Inhoudelijke aspecten van de studiedeelfiche. Eindcompetenties De beschrijving van hetgeen verwacht wordt dat het studiedeel de student in het geheel van zijn opleidingscurriculum heeft bijgebracht. Voor het formuleren van eindcompetenties werd een werkdocument opgezet vanuit de Cel Kwaliteitszorg en Onderwijsinnovatie, met ondermeer volgende gegevens van de eindcompetenties: Omschrijving!!

30 Soorten leerresultaten Componenten en concreet leerdoel Do s & Don ts Competentiegericht leren in een flexibele omgeving Eindcompetenties formuleren: stappenplan (meer info zie werkdocument eindcompetenties formuleren (Swaenepoel, 2010)) AANDACHTSPUNTEN Neem geen leeractiviteit in de eindcompetenties op; enkel het van de studenten verwachte eindrestultaat is hier belangrijk. Duid in een eindcompetentie slechts één beheersingsniveau aan. Geef in een eindcompetentie het hoogste beheersingsniveau weer. Gebruik actieve werkwoorden. Combineer inhouden van dezelfde categorie en niveau als ze verband houden met elkaar en slaan op hetzelfde beheersingsniveau. Formuleer leerdoelen in positieve zin. Plaats leerdoelen in een doordachte volgorde. Aanbevolen voorkennis De inhoudelijke beschrijving van de gewenste begincompetenties om het studiedeel te kunnen aanvatten. Het betreft hier geen opsomming van de gedefinieerde volgtijdelijkheid die een verplicht karakter heeft, maar een inhoudelijke toelichting van de voorkennis die wenselijk is om het OO succesvol te voltooien. Die evenwel consistent moet zijn met de volgtijdelijkheid uitgedrukt door de gehanteerde pre- en co-requisites. Inhoud Bondige omschrijving (200-tal woorden) (!) Opgepast: deze tekst zal in het creditbewijs worden Studiemateriaal opgenomen Een beschrijving van zowel het verplicht als het aanvullend studiemateriaal. Bvb. boeken, readers, artikels, beeld- of audiomateriaal, databanken, Wijze van examineren De beschrijving van hoe de evaluatie van het opleidingsonderdeel gebeurd bij de studenten. 1. WAT wordt geëvalueerd? (wat is de te kennen leerstof) 2. HOE wordt er geëvalueerd? (paper, labo s, mondeling examen (+ hoeveel voorbereidingstijd), schriftelijk examen open vragen, schriftelijk examen MCQ, combinatie,...) " "

31 3. HOE worden de punten berekend? Aantal punten per deelaspect (bvb. 1/4 voor paper, 3/4 voor MC) Vermelden van de examenvormen: Mondeling Schriftelijk Mondeling met voorbereiding Labo examen Praktisch examen Andere Dit wordt indien nodig afzonderlijk voor de eerste en de tweede zit vermeld. Bijkomende informatie (!) Alles over normering (evalueren) MOET eveneens in het desbetreffende Nederlandstalige veld staan (taal van de onderwijsinstelling), zelfs bij een studiedeel dat volledig in een andere taal dan het Nederlands wordt gedoceerd, dit om in- en externe beroepsprocedures te vermijden. Een veld waarin de titularis bijkomende informatie kan opnemen die niet meteen onder één van de onderscheiden rubrieken kan worden gepubliceerd. Decretaal is voorzien in de mogelijkheid dat de student op zijn verzoek in het bezit wordt gesteld van de Engelse vertaling van het studiebekrachtigingsdocument dat hem in het Nederlands werd uitgereikt. Dit impliceert dat de volledige studiedeelfiche ook in het Engels moet beschikbaar zijn. Elke stemgerechtigde titularis dient in een vertaling te voorzien. Naast de studiebekrachtigingsdocumenten zal deze informatie ook worden weergegeven bij het publiceren van de studiedeelfiches en programma s via de VUB-website. De beschikbaarheid van deze Engelstalige informatie is ook relevant in het kader van het bekomen van het Europese ECTS-label Wat met de huidige varianten? Zoals reeds gesteld werd: Het concept variant zoals we dit nu kennen, moet verdwijnen. Dergelijk subniveau bestaat immers niet binnen PSCS. Voor elk van de bestaande varianten zal afgewogen moeten worden of ze binnen PSCS ingericht worden (1) als een afzonderlijk nieuw studiedeel of (2) als extra aanbieding van een ander bestaand studiedeel. Hoewel men voor de technische opvolging van deze omzettingsoefening van de migratiedatabank afhankelijk is, kan het inhoudelijk werk hieromtrent alvast aanvatten. Op die manier zal alle vereiste informatie ter beschikking zijn zodra de aanpassingen kunnen gebeuren in de migratie-databank.

32 Factoren die kunnen meespelen in dit omzetproces zijn: indien er een verschil in studiepunten is steeds nieuw studiedeel: studiepunten worden immers op het niveau van het studiedeel gekoppeld. In een volgende stap dient afgewogen te worden of een nieuwe titel/aanpassing van de titel in dit geval vereist is. Binnen Oma.Opa was er immers geen differentiatie mogelijk tussen de titel van het basisopleidingsonderdeel en de variant. Door binnen PSCS een nieuw studiedeel te creëren voor de vroegere variant, kan dit nu wel gebeuren. Het lijkt ook logisch dat een verschil in studiepunten tot een verschil in eindcompetenties leidt, en dus een gewijzigde titel met zich meebrengt. Dit kan een volledig andere titel betekenen, maar eventueel ook een minder drastische wijziging door een verduidelijking, een accent, een nuance aan te brengen. indien een verschil in titel wenselijk is nieuw studiedeel, want de omschrijvingen worden op studiedeelniveau gekoppeld. indien er een verschil in inhoud en eindcompetenties is nieuw studiedeel. De beschrijving van de eindcompetenties gebeurt in de opleidingsonderdeelfiche, die aan een studiedeel gekoppeld is. indien er enkel een verschil is in de lespraktijk, maar het aantal studiepunten en de eindcompetenties zijn gelijk extra aanbieding. Indien de contacturen anders zijn voor de onderdelen van de tweede aanbieding, kan dit op studieactiviteitniveau aangepast worden via gekoppelde studieactiviteiten. indien er geen verschil is in studiepunten, noch in inhoud en eindcompetenties, maar het vak wordt aangeboden in het eerste semester en nogmaals identiek in het tweede semester extra aanbieding want de semesterindeling wordt op aanbiedingsniveau gekoppeld.

33 5. Richtlijnen voor het begroten van studiepunten 5.1. Studietijdberekening Studiepunten worden berekend op basis van het aantal contacturen onderwijs- en studieactiviteiten. Deze worden omgezet in studietijd die een modale student nodig heeft om het studiedeel te beheersen via een omzettingstabel (coëfficiëntensysteem). Op termijn zal er in samenspraak met de cel Kwaliteitszorg en Onderwijsinnovatie nagegaan worden hoe de verschillende werk- en lesvormen kunnen worden geherdefinieerd. Deze aanpassingen zullen hand in hand gaan met de nodige inhoudelijke en onderwijskundige verbeteringen. Volgende werkvormen worden voor het ogenblik gehanteerd. HOC Een hoorcollege (HOC) is een werkvorm waarin de docent samen met haar/zijn studenten op een gestructureerde manier (domeinspecifieke) leerinhouden behandeld. Dit met als doel de studenten onder andere kennis en inzicht in de leerinhoud te laten verwerven, alsook hen in staat stellen hoofd- en bijzaken te onderscheiden. Hoorcolleges zijn geschikt om in plenaire vorm met grotere groepen te organiseren. Mondelinge uiteenzettingen van de docent worden idealiter afgewisseld met (inter)actieve elementen waarbij de studenten actief bezig zijn met het verwerken en toepassen van de leerinhoud. Voorbeelden van (inter)actieve elementen zijn: het stellen van vragen, het inventariseren van meningen en het bediscussiëren van stellingen of voorbeelden. WPO Werkcolleges, practica en oefeningen (WPO) zijn werkvormen waarin studenten actief aan de slag gaan met theoretische alsook praktische leertaken. De docent/assistent fungeert als begeleider die de studenten gericht ondersteunt, motiveert en feedback geeft. De studenten kunnen -individueel en/of in samenwerking met anderen- oefenen, inzichten verwerven en vaardigheden ontwikkelen door o.a. door het oplossen van problemen (al dan niet vanuit de praktijk), door het leren werken in nieuwe situaties, door terreinwerk, etc. ZELF Zelfstudie en externe werkvormen (ZELF) is een werkvorm waarbij de nadruk wordt gelegd op contactonafhankelijke activiteiten waar de student hoofdzakelijk zelfstandig inzicht verwerft, oefent, vaardigheden ontwikkelt en toepast. Dit kan gebeuren door activiteiten uit te voeren in reële situaties, meestal buiten de campus (bv. stages) of door eigen activiteiten op te zetten (bv. masterproef). De docent/assistent ondersteunt de student en begeleidt haar/hem. Voor HOC en WPO is er een vork voorzien waarbinnen de omzettingscoëfficient kan variëren. Onderstaande tabel (tabel 12) geeft de berekening van de studietijd weer per werkvorm. De berekening is verschillend naargelang het gaat om een bacheloropleiding of een masteropleiding. Een coëfficiënt 1 betekent dat er geen of zeer weinig voorbereidingstijd wordt verwacht. En ook achteraf wordt er geen extra inspanning verwacht van de student.

34 Een coëfficiënt 4 betekent dat er een grote inspanning van de student wordt verwacht ter voorbereiding van de werkvorm en/of bij de verwerking ervan. Tabel 11. VUB Coëfficiëntensysteem studietijdberekening. Activiteitsvormen: bachelor master HOC (hoorcolleges) WPO (werkcollege, practica en oefeningen) ZELF (zelfstandige en Reëel aantal uren studietijd: (factor) 1 externe werkvormen) Om de (hierboven berekende) studietijd, om te zetten naar studiepunten, maken we gebruik van deze omzettingstabel (tabel 12) gebaseerd op de decretale grenswaarden. Tabel 12. Omzettingstabel volgens decreet (basisfactor laag 25ST per studiepunt, basisfactor hoog 30ST per studiepunt). SP ST (laag) ST (hoog)

35 Concreet ziet de studiepuntenberekening er dus als volgt uit. SP staat voor studiepunten, ST voor studietijd en HOC, WPO en ZELF voor de werkvormen. De tabel geeft de waarden van drie studiedelen weer. Tabel 13. Voorbeeld begroten van studietijd. SP ST HOC WPO ZELF SD SD SD Het eerste studiedeel (SD 1) bestaat uit 39 uren hoorcollege en 26 uren practica. Voor de omzetting van HOC gebruiken we factor 3 (de gemiddelde zwaarte van een bachelorstudiedeel zie tabel 11) en voor de omzetting van de WPO 26 gebruiken we factor 2 (komt overeen met een gemiddeld WPO). De studietijd ziet er dus als volgt uit: SD 1: (39 x 3) + (26 x 2) = 169 SD 2: (24 x 3) + 15 (reëel aantal uren) = 87 SD 3: 120 (reëel aantal uren) = 120 De studietijd wordt dan omgezet naar studiepunten door gebruik te maken van tabel 12: SD 1: 169 ST 6SP SD 2: 87 ST 3SP SD 3: 120 ST 4 SP In uitzonderlijke gevallen kan het gebeuren dat de flexibele coëfficiënt niet voldoet om de reële studietijd en studiepunten weer te geven. Deze motivatie moet opgenomen worden in de OWR-format voor programmawijzigingen én in de studiedeelfiche Studiepuntenberekening. Een bijkomend probleem dat werd gerapporteerd is dit van de uiteindelijke studiepuntenbepaling in de praktijk. Het blijkt dat docenten de vork goed respecteren, maar dat het opgegeven aantal uren HOC (en soms ook WPO) in het uurrooster niet altijd overeenstemt met de werkelijk gedoceerde uren. Het is belangrijk dat het opgegeven aantal uren ook werkelijk wordt gedoceerd omdat dit ook zo in de roostering van de studieactiviteiten wordt opgenomen.

36 5.3. Richtlijnen voor SP van niet-vub-studiedelen Wanneer er gewerkt wordt met partnerinstellingen moeten we rekening houden met een ander gebruik van studiepuntenbepalingen. In partnerinstellingen (bijvoorbeeld de ULB) wordt er ook gewerkt met 2SP (in sommige instellingen ook 1SP). Terwijl wij decretaal gebonden zijn aan het gebruik van minimaal 3SP per studiedeel. Dit hoeft echter geen grote problemen op te leveren aangezien alle SP in Europa gekoppeld zijn aan het ECTS (European Credit Transfer System). Bij de omzetting van studiepunten van partnerinstellingen wordt gekeken naar het aantal credits dat een partnerinstelling daadwerkelijk toekent aan een studiedeel. Concreet voor de databank betekent dit dat er aan externe studiedelen een waarde van minder dan 3SP kan worden gekoppeld (Let op: alleen mogelijk voor externe studiedelen). De VUBadministratie zal dan ook het werkelijke aantal studiepunten overnemen. # #

37 6. Het hanteren van regels van volgtijdelijkheid. Het curriculum van een opleiding wordt logisch opgebouwd volgens progressief na te streven eindcompetenties die een duidelijke inhoudelijke volgtijdelijkheid inhoudt. Deze volgtijdelijkheid is een noodzaak voor de inhoudelijke en administratieve studietrajectbegeleiding én voor de automatisering van het curriculum. In dit deel wordt ingegaan op de mogelijkheden binnen PSCS om vorm te geven aan de regels van volgtijdelijkheid. Zoals reeds in de inleiding aangegeven, zal een curriculum binnen dit nieuwe studentenadminstratiesysteem schottenloos worden opgebouwd. De inschrijvingsvereisten zijn in PSCS voorwaarden die aan een aanbieding van een studiedeel gekoppeld kunnen worden, waaraan een student dient te voldoen alvorens hij/zij op een (studieactiviteit behorend bij de aanbieding van dit) studiedeel kan inschrijven. Het betreft in feite vakgebonden toelatingsvoorwaarden. Het mechanisme van de inschrijvingsvereisten biedt bovendien uitgebreidere mogelijkheden dan de volgtijdelijkheidsbepalingen die we momenteel binnen Oma.Opa hanteren. Naast preen corequisites bestaat immers ook de mogelijkheid om met niveaus te werken, een bepaald aantal verworven studiepunten op te leggen, de inschrijving in een specifiek programma/plan als vereist te stellen enz. Verder gebruiken we dit mechanisme ook om aanbiedingen die expliciet voor werkstudenten bedoeld zijn, enkel toegankelijk te maken voor studenten die als werkstudent geregistreerd staan. Een student staat als werkstudent geregistreerd als hij/zij naast een inschrijving in een opleidingsspecifiek programma en plan, ook ingeschreven staat in het plan werkstudent. We gebruiken hierbij een curriculumgegeven als persoonskenmerk, maar dit is de enige manier om bepaalde vakken/lessen enkel toegankelijk te maken voor werkstudenten. Bovendien voorkomt deze werkwijze een dubbele inrichting op het niveau van de studiedelen. Hoewel inschrijvingsvereisten per aanbieding van een studiedeel in te stellen zijn, bepalen ze de doorstroommogelijkheden van een gehele opleiding. Het is dan ook erg belangrijk de doorstroom in eerste instantie uit te tekenen voor het geheel van de opleiding (bachelor of master of ), maar deze daarna te definiëren voor elk individueel studiedeel! Dit is namelijk de enige manier waarop ze ingevoerd kunnen worden binnen PSCS. Men dient steeds goed voor ogen te houden dat de aftoetsing van deze inschrijvingsvereisten binnen PSCS volledig geautomatiseerd verloopt. Eens per aanbieding vastligt wat de inschrijvingsvereisten zijn, zal elke student die een inschrijving tracht te nemen op een (studieactiviteit behorend bij de aanbieding van dit) studiedeel, aan deze regels onderworpen worden. Het systeem zal de studenten uitsluiten voor inschrijving indien ze niet voldoen aan de gestelde voorwaarden. Er kunnen manueel afwijkingen toegestaan worden voor een individuele student, maar dit betreft een uitzonderingsmaatregel. In de eerste plaats dient ervoor gezorgd te worden dat elke doelgroep die straks een inschrijving nodig heeft voor een (studieactiviteit behorend bij de aanbieding van dit) studiedeel, afgedekt wordt binnen de

38 vastgelegde inschrijvingsvereisten. Dit is een belangrijk aandachtspunt bij ontlening of hergebruik van basisstudiedelen in schakel- en voorbereidingsprogramma s! 6.1. Het hanteren van inschrijvingsvereisten. Door het hanteren van inschrijvingsvereisten wordt de volgtijdelijkheid op het niveau de aanbieding van studiedelen vastgelegd. De inschrijvingsvereisten bepalen zo de volgorde waarin de student zich kan inschrijven voor (studieactiviteiten behorend bij) aanbiedingen van studiedelen in functie van het al geslaagd zijn voor één of meerdere studiedelen. Het betreft in feite vakgebonden toelatingsvoorwaarden. Er kunnen verschillende soorten volgtijdelijkheid en combinaties ervan - worden gehanteerd: 1. Op basis van inhoud (pre- en corequisites) 2. Op basis van behaalde studiepunten (al dan niet op een bepaald niveau) 3. Op basis van een afgewerkte studiedeellijst 4. Op basis van een inschrijving in een bepaald programma of plan 5. Op basis van niveau Op basis van inhoud: De requisites vormen het belangrijkste instrument om de doorstroom van het studietraject te bepalen. Ze kunnen, waar nodig, gehanteerd worden via soepele combinaties van en en of (groeperingen). We onderscheiden prerequisites en corequisites: Prerequisite: is een studiedeel waarvan de student dient aangetoond te hebben dat hij de competenties eraan verbonden op voldoende wijze beheerst vooraleer hij een ander studiedeel kan aanvatten. De student heeft voor een studiedeel een verworven credit behaald (minimaal 10/20 voor de studieactiviteit examen) of de student heeft voor een studiedeel een toegestane onvoldoende behaald die het voorwerp heeft uitgemaakt van een deliberatie waarbij de student werd geslaagd verklaard. Corequisite: is een studiedeel dat, indien nog niet verworven, gelijktijdig (in hetzelfde academiejaar) met dit studiedeel gevolgd moet worden. Combinaties van pre- en corequisites: Er kunnen soepele combinaties gemaakt worden van pre-en corequisites door het gebruik van haakjes alsook de connectoren EN en OF. Dergelijke combinaties geven heel wat mogelijkheden, maar men dient er wel over te waken dat: de connectoren die binnen de haakjes gebruikt wordt steeds dezelfde zijn, en bijgevolg dus ook de connectoren buiten de haakjes. Dus wel (V of W) en X en Y maar niet (V of W) en X of (Y en Z) ; er niet meerdere haakjes na elkaar gebruikt worden. Dus niet ((V of W) en X) of (Y en Z) maar wel wel (V en X) of (W en X) of (Y en Z). Het strikte karakter van de requisites, en van de prerequisite in het bijzonder, vraagt om een doelbewust en spaarzaam gebruik ervan. Gezien binnen het nieuwe

39 studenteninformatiesysteem de requisites op een geautomatiseerde wijze zullen gehanteerd worden, dient men, naast het stellen van requisites voor elk individueel studiedeel, bijzondere aandacht te hebben voor: het geheel van requisites over het programma en de plannen heen, opdat de doorlooptijd van het studietraject niet in het gedrang komt; binnen elk plan dient het geheel van requisites op elkaar afgestemd te zijn en het geheel van alle plannen behorend bij één programma dienen evenwichtig opgebouwd te zijn naar het gebruik van requisites. Studenten kunnen per academiejaar niet inschrijven voor een aanbieding van een studiedeel waarvan het prerequisite nog niet werd verworven in het voorgaande academiejaar. Bij corequisites dienen de studenten in eenzelfde academiejaar voor beide (of meerdere) studiedelen te zijn ingeschreven. Het bepalen van equivalenten voor de gestelde volgtijdelijkheid in geval het studiedeel ontleend wordt door een andere (basis)opleiding. Er bestaan ook mogelijkheden om in de toekenning van de requisites als volgt rekening te houden met de niveaus (zie hieronder en pag. 19, tabel 10 ): Inleidend studiedeel op bachelorniveau: geen prerequisites mogelijk Inleidendstudiedeel op bachelorniveau: eventueel corequisite mogelijk Verdiepend studiedeel op bachelorniveau: prerequisites mogelijk Verdiepend studiedeel op bachelorniveau: corequisites mogelijk Gespecialiseerd studiedeel: prerequisites wenselijk Gespecialiseerd studiedeel: corequisites mogelijk Voor de masterproef, stage of bachelorpaper kunnen steeds pre- en/of corequisites aangeduid worden. Gezien deze zich meestal op een gespecialiseerd niveau bevinden, is het gebruik van pre s en co s dan ook aan te raden. Echter daarnaast is het belangrijk te weten dat voor masterproef, stage of papers ook gebruik gemaakt kan worden van volgtijdelijkheid op basis van behaalde studiepunten. Op basis van verworven studiepunten: Een inschrijvingsvereiste kan afdwingen dat X aantal studiepunten verworven dienen te zijn alvorens een inschrijving kan genomen worden op een (studieactiviteit behorend bij de aanbieding van) studiedeel A. Het aantal verworven studiepunten kan afgedwongen worden in het algemeen, of binnen een specifiek programma/plan. Op basis van een afgewerkte studiedeellijst. Een afgewerkte studiedeellijst (zie hieronder) kan als inschrijvingsvoorwaarde gelden voor een aanbieding van een studiedeel (het is echter raadzaam om dit enkel op gespecialiseerd niveau te doen). Deze maatregel kan gebruikt worden om bachelorpapers of masterproeven enkel toe te staan als de student voldoende voorkennis heeft. OPGELET: Hou bij het gebruik van deze inschrijvingsvereiste rekening dat een vlotte doorstroom van het studietraject dient verzekerd te worden. Een afgewerkte studiedeellijst kan enkel een inschrijvingsvereiste zijn voor een bepaald studiedeel, niet voor een studiedeellijst.!!

40 Op basis van een inschrijving in een bepaald programma of plan. Als (onderdeel van een) inschrijvingsvereiste kan gelden dat een student dient ingeschreven te zijn in een specifiek programma of plan. Dit kan vooral handig zijn in geval van hergebruik van studiedelen uit een bacheloropleiding in een schakel-of voorbereidingsprogramma. Indien voor een aanbieding van een studiedeel uit een bacheloropleiding pre-of corequisites gelden, maar dezelfde aanbieding van dit studiedeel komt ook voor in het schakel-of voorbereidingsprogramma waar deze pre- en of corequisites geen deel van uitmaken, kunnen deze inschrijvingsvereisten als volgt worden samengesteld: voldoen aan de pre-en/of corequisites OF ingeschreven zijn in schakelprogramma X of voorbereidingsprogramma Y. Op basis van niveau. Ook het niveau toegekend aan een studiedeel (inleidend, verdiepend gespecialiseerd per bachelor, master, postgraduaat, permanente vorming) kan worden gehanteerd (8 e karakter binnen het studiegidsnummer). Hierdoor kan binnen een inschrijvingsvereiste afgedwongen worden dat: - X aantal studiepunten van een bepaald niveau verworven dient te zijn alvorens een inschrijving kan genomen worden op een (studieactiviteit behorend bij de aanbieding van) studiedeel A, - X aantal studiedelen van een bepaald niveau verworven dient te zijn alvorens een inschrijving kan genomen worden op een (studieactiviteit behorend bij de aanbieding) van studiedeel A. Combinatie van bovenstaanden Elk van bovenstaande mogelijkheden kan op soepele wijze gecombineerd worden. De combinaties komen uiteindelijk onder één keopel te hangen, en het is deze die gekoppeld wordt aan de aanbieding van een studiedeel De brug tussen de onder- en de bovenstructuur: de vereisten. Via de vereisten wordt een koppeling gelegd tussen de bovenstructuur van het curriculum, met name een programma en een plan; de onderstructuur van het curriculum, met name de studiedelen; de resultaten van de individuele student. De vereisten worden binnen PSCS beheerd binnen de module academic advisement : " "

41 Binnen de vereisten leggen we de regels tot afstuderen vast voor een specifiek plan binnen een bepaald programma. Vervolgens kunnen we meten of een student hieraan voldoet. Studenten kunnen aan deze regels voldoen door in te schrijven voor studieactiviteiten (= de jaarlijkse inroostering van de studiedelen) en resultaten te verwerven voor de studiedelen die binnen de vereisten worden gehanteerd. Academic advisement geeft dus een antwoord op de vragen: aan welke eisen heeft de student reeds/nog voldaan? (= meten studievoortgang) is een student klaar met zijn opleiding? (= goedkeuren afstuderen) Daarnaast kunnen we dankzij deze module ook antwoorden op de vraag: waar staat een student voor als hij overstapt van plan A naar plan B? (= what if - rapportering) Binnen Oma.Opa zijn deze vereisten voor een stuk vergelijkbaar met de programma-opbouw binnen de onderwijsprogramma s. De grote verschillen zijn echter dat binnen PSCS niet met een indeling in studiejaren gewerkt wordt; een soepelere opbouw mogelijk is; een duidelijkere opbouw mogelijk is; een duidelijke opbouw, met samenhang en definiëring op alle niveaus absoluut vereist is! De vereisten zullen binnen PSCS namelijk niet alleen aan de student tonen welk inhoud hij/zij moet afwerken met het oog op het verwerven van een diploma, ze zullen ook geautomatiseerd afgetoetst worden met het oog op deliberatie en afstuderen. Deze aftoetsing kan maar gebeuren indien het absoluut duidelijk is wat de inhoud (voor het geheel en per cluster), de omvang (eveneens voor het geheel en per cluster) en de overige regels binnen deze vereisten zijn. Er wordt binnen de vereisten met diverse niveaus gewerkt: de studiedeellijst: studiedeellijsten brengen studiedelen samen op vaste of variabele wijze. Er kan een vaste, afgelijnde oplijsting van studiedelen gemaakt worden, waarvoor dan binnen het vereiste-niveau een regel kan ingesteld worden (bv. minimaal x aantal studiepunten af te werken). Een variabele studiedeellijst kan

42 ingesteld worden door gebruik te maken van jokertekens. Op die manier kan breder gewerkt worden zonder een volledige opsomming te moeten maken. de vereiste: deze vormen een subniveau onder vereistengroep en bieden zo de mogelijkheid om deelverzamelingen van eisen te maken. Op die manier kunnen clusters gecreëerd worden om de samenhang/opbouw binnen een plan duidelijk te maken. Binnen deze clusters kunnen studiedelen en studiedeellijsten op diverse manieren samengebracht worden, en kan voor elk ervan een specifieke regel opgezet worden. de vereistengroep: dit is het hoogste niveau. Het gaat hierbij om de volledige verzameling van eisen die leiden tot het voltooien van een bepaald plan en programma, en dus tot het verwerven van een specifiek diploma. Schematisch kan dit als volgt voorgesteld worden: Noteer tot slot nog dat vereisten en vereistengroepen kunnen opgezet worden voor algemeen gebruik binnen academic advisement, maar ook voor individuele studenten (indien zij afwijken van de algemene samenstelling) Het hanteren van studiedeellijsten. De studiedeellijst is een containerbegrip. Het betreft een verzameling van studiedelen waarmee op het niveau van de vereiste verdere regels en voorwaarden gedefinieerd worden. De opbouw van studiedeellijsten kan op 2 manieren gebeuren: via een exhaustieve opsomming van studiedelen met behulp van jokertekens kan verwezen worden naar studiedelen binnen o een onderwijsgroep; o een vakgebied ;

43 o een bepaald type studiegidsnummer. Met dit mechanisme kunnen we verwijzingen maken naar studiedelen van een bepaald opleidingsniveau (= karakter 1 van het studiegidsnummer) en/of een bepaald niveau (= karakter 8 van het studiegidsnummer). Het gebruik van het jokerteken kan erg handig zijn bij de definiëring van keuzevakken. Op het niveau van een studiedeellijst worden volgende gegevens verzameld/ingericht: de titel van de studiedeellijst, alsook een eventuele korte (!) verduidelijkende tekst. Het is hierbij belangrijk dat deze informatie altijd geldt voor de studiedeellijst. Een algemene beschrijving, die enkel naar de inhoud van de lijst verwijst, en niet naar het gebruik van deze lijst binnen een plan of een programma, is aangeraden. Studiedeellijsten kunnen namelijk hergebruikt worden binnen diverse vereisten en vereistengroepen. Dit kan erg werkbesparend zijn. Een voorbeeld: thema x, inleiding frans, ; in geval van exhaustieve opsomming: de opsomming van de gebruikte studiedelen; in geval van gebruik van het jokerteken: definitie van het gebruik van het jokerteken in functie van onderwijsgroep, vakgebied of type studiegidsnummer. Met deze methodiek kan elk vast teken uit bv. het studiegidsnummer vervangen worden door een jokerteken, zodat enkel nog rekening gehouden wordt met de gewenste karakater. Bijvoorbeeld om naar alle studiedelen van het niveau inleidend bachelor te verwijzen, worden karakters 1 tot en met 7 alsook 9 en 10 met een jokerteken gevuld (een sterretje), terwijl op de 8 e plaats de letter A (die inleidend bachelor vertegenwoordigt) vastgezet wordt. Nog dit: studiedeellijsten worden pas ingericht vanaf dat er minimaal 2 studiedelen opgenomen worden. Het heeft geen nut om een studiedeellijst te maken voor 1 studiedeel. Op het niveau van de vereisteregel kan je immers een studiedeellijst of een individueel studiedeel koppelen. Specifieke aandachtspunten bij het opmaken van een studiedeellijst zijn: - Het gaat om een inhoudelijke clustering van studiedelen; - Verplichte en keuzestudiedelen dienen in afzonderlijke studiedeellijsten te worden opgenomen. De studiedeellijst is immers een containerbegrip: op het niveau van de vereiste wordt opgezet hoeveel studiepunten/-delen uit dit geheel moeten afgewerkt worden (= bepaling verwijst naar geheel of gedeelte), zonder verder onderscheid/deelverzamelingen te kunnen maken. - Indien studiedeellijsten ontleend worden voor het gebruik in andere opleidingen dan deze waarvoor de studiedeellijst oorspronkelijk werd ingericht, dan moeten de studiedeellijsten integraal ontleend worden, zonder wijzigingen aan te brengen; Vereisten en vereistenregel.

44 Via een vereiste wordt een cluster binnen een vereistengroep aangegeven, een programmablok als het ware. Dit gebeurt door gebruik te maken van studiedeellijsten en hiervoor specifieke regels en voorwaarden te definiëren. Een vereiste wordt als volgt opgezet: Voor het geheel van de vereiste/cluster/programmablok worden volgende gegevens verzameld/ingericht: de titel en de eventuele korte verduidelijkende tekst behorend bij deze cluster. In dit geval wordt aangeraden de tekst te specificeren in functie van het gebruik binnen een bepaald plan. Deze informatie wordt ook in SelfService weergegeven wanneer studenten getoond wordt hoe het plan/programma is opgebouwd; de voorwaarden die eventueel gelden voor de gehele cluster inzake minimum aantal te verwerven studiepunten en minimum aantal studiedelen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat dergelijke voorwaarden ook per studiedeellijst instelbaar zijn. Op het niveau van de studiedeellijst zijn deze instellingen ook absoluut noodzakelijk, terwijl ze hier optioneel zijn. Er zouden immers conflicten tussen beiden kunnen ontstaan. Daarom wordt aangeraden maximaal gebruik te maken van de voorwaarden die ingesteld worden voor studiedeellijsten, en het clusterniveau slechts in uitzonderlijke gevallen te benutten. Als onderdeel van een vereiste/cluster/programmablok, wordt vervolgens minimaal één vereisteregel aangemaakt. Deze vereisteregel is het mechanisme om een studiedeellijst of een studiedeel te gaan gebruiken binnen een vereiste. Hierbij kan gebruik gemaakt worden van: ofwel een individueel studiedeel; ofwel een enkelvoudige/gewone studiedeellijst; ofwel een bewerkte studiedeellijst, die het resultaat is van een bepaalde manier van samenbrengen van meerdere studiedeellijsten:

Richtlijnen voor Curriculumopbouw

Richtlijnen voor Curriculumopbouw Richtlijnen voor Curriculumopbouw Richtlijnen Curriculumopbouw goedgekeurd Raad van Bestuur d.d. 23/04/2013 Page 1 DOZ/Curriculumbeheer Richtlijnen Curriculumopbouw Page 1 Inhoudstafel 1. Inleiding en

Nadere informatie

Besluit inzake het inrichten van de Doctoraatsopleiding Vrije Universiteit Brussel

Besluit inzake het inrichten van de Doctoraatsopleiding Vrije Universiteit Brussel Besluit inzake het inrichten van de Doctoraatsopleiding Vrije Universiteit Brussel Gelet op het decreet van 12 juni 1991 betreffende de universiteiten in de Vlaamse Gemeenschap, zoals gewijzigd, verder

Nadere informatie

Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen UITGANGSPUNTEN

Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen UITGANGSPUNTEN Gedragscode Onderwijstaal Universiteit Antwerpen (Raad van Bestuur, 23 april 2013, 27 mei 2014, 31 maart 2015, 12 april 2016, 28 maart 2017 en 27 maart 2018) UITGANGSPUNTEN De Universiteit Antwerpen wenst

Nadere informatie

Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding

Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding Decretale context De aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- of masteropleiding

Nadere informatie

ONTWERP VAN DECREET. betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN

ONTWERP VAN DECREET. betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN Zitting 2008-2009 25 maart 2009 ONTWERP VAN DECREET betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN Zie: 2158 (2008-2009) Nr. 1: Ontwerp van decreet 5571 OND 2 AMENDEMENT Nr. 1 Artikel 7 In a), tweede

Nadere informatie

Bijzondere examenreglementen

Bijzondere examenreglementen Bijzondere examenreglementen Versie goedgekeurd door de Academische raad d.d. 14.05.2007 Examenreglement van de K.U.Leuven 2007-2008 Onderafdeling 1 - Bijzondere bepalingen in verband met de verhandeling

Nadere informatie

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 februari 2008;

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 februari 2008; Ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 juni 2004 tot vaststelling van de vorm van de diploma's en de inhoud van het bijhorend diplomasupplement

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 2013-2014

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 2013-2014 1 ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 2013-2014 Voor de leesbaarheid van de tekst wordt enkel de mannelijke persoonsvorm gebruikt. De bepalingen over (kandidaat-)studenten gelden uiteraard zonder genderonderscheid.

Nadere informatie

Handleiding voor het samenstellen van een individueel collegerooster

Handleiding voor het samenstellen van een individueel collegerooster Handleiding voor het samenstellen van een individueel collegerooster voor studenten van campus Brussel en campus Parnas Academiejaar 2014-2015 1. Waar vind ik de inhoud van mijn vakken? Kies in de programmagids

Nadere informatie

FAQ Frequently Asked Questions Master na master Notariaat

FAQ Frequently Asked Questions Master na master Notariaat FAQ Frequently Asked Questions Master na master Notariaat TOELATINGSVOORWAARDEN... 1 INSCHRIJVING... 2 STUDIETRAJECT... 2 STAGE... 4 WERKEN EN STUDEREN... 4 CURSUSMATERIAAL... 5 LESSENROOSTER... 5 EXAMENS...

Nadere informatie

Hoger onderwijs in Vlaanderen. Informatiebrochure 2012

Hoger onderwijs in Vlaanderen. Informatiebrochure 2012 Hoger onderwijs in Vlaanderen Informatiebrochure 2012 Inhoud Inleiding...2 Soorten instellingen...3 Soorten opleidingen...3 Nieuw vanaf 2013-2014: integratie academische hogeschoolopleidingen in de universiteiten...5

Nadere informatie

! " #" $ % & $ & "! ' ( ) & ) & ) * + *,+ *,+ + -.& / 0 (

!  # $ % & $ & ! ' ( ) & ) & ) * + *,+ *,+ + -.& / 0 ( De tekst in cursief is het Aanvullend facultair reglement betreffende het doctoraat in de wetenschappen en het doctoraat in de toegepaste biologische wetenschappen De bijzondere bepalingen en criteria

Nadere informatie

Ontwikkelingen in het hoger onderwijs

Ontwikkelingen in het hoger onderwijs Ontwikkelingen in het hoger onderwijs Liesbeth Hens Departement Onderwijs en Vorming Hoger Onderwijsbeleid liesbeth.hens@ond.vlaanderen.be SLO bachelor na bachelor master na master Professionele bachelor

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 2015-2016

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 2015-2016 1 ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 2015-2016 Voor de leesbaarheid van de tekst wordt enkel de mannelijke persoonsvorm gebruikt. De bepalingen over (kandidaat-)studenten gelden uiteraard zonder genderonderscheid.

Nadere informatie

Een bachelor- of masterdiploma behalen

Een bachelor- of masterdiploma behalen WERKEN EN STUDEREN Ben je al aan het werk maar wil je een nieuwe uitdaging aangaan en professioneel een andere weg inslaan? Heb je vroeger niet de kans gekregen of genomen om verder te studeren maar wil

Nadere informatie

Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven

Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven vzw Associatie K.U.Leuven Schapenstraat 34, B-3000 Leuven Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven Goedgekeurd op de Raad van bestuur van 16.06.2006 met ingang van het academiejaar 2006-2007 1. Definities

Nadere informatie

Kan de minister voor de studierichting Bachelor in de Verpleegkunde volgende vragen beantwoorden.

Kan de minister voor de studierichting Bachelor in de Verpleegkunde volgende vragen beantwoorden. SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 168 van GRIET COPPÉ datum: 23 december 2014 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Bachelor in de Verpleegkunde - In- en

Nadere informatie

Omvorming naar de masteropleidingen

Omvorming naar de masteropleidingen Omvorming naar de masteropleidingen Data van indiening van de ingevulde formulieren: Dit beperkt formulier op 4 oktober 2002 Uitgebreider formulier (met o.m. de doelstellingen en eindtermen) uiterlijk

Nadere informatie

VLIR-ADVIES BETREFFENDE DE STUDIEGELDEN VOOR DIPLOMA- EN CREDITCONTRACTEN VOOR HET ACADEMIEJAAR 2011-2012

VLIR-ADVIES BETREFFENDE DE STUDIEGELDEN VOOR DIPLOMA- EN CREDITCONTRACTEN VOOR HET ACADEMIEJAAR 2011-2012 VLIR-ADVIES BETREFFENDE DE STUDIEGELDEN VOOR DIPLOMA- EN CREDITCONTRACTEN VOOR HET ACADEMIEJAAR 2011-2012 1. HET DECREET In de artikels tot en met 60 van het decreet van 30 april 2004 betreffende de flexibilisering

Nadere informatie

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING

ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING ERKENNING NIEUWE OPLEIDING VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS TOETS NIEUWE OPLEIDING Opzet en structuur De sjabloon van het aanvraagdossier

Nadere informatie

Stap. Studieadviespunt Gent. Handleiding bij de PowerPoint-presentatie Flexibilisering 2008-2009

Stap. Studieadviespunt Gent. Handleiding bij de PowerPoint-presentatie Flexibilisering 2008-2009 de Stap Studieadviespunt Gent Klein Raamhof 8, 9000 Gent Tel. 09 233 75 15 - Fax 09 224 15 65 mail: info@destapgent.be website: www.destapgent.be Handleiding bij de PowerPoint-presentatie Flexibilisering

Nadere informatie

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN COMMISSIE HOGER ONDERWIJS VLAANDEREN SJABLOON AANVRAAGDOSSIER AMBTSHALVE GEREGISTREERDE INSTELLINGEN MACRODOELMATIGHEIDSTOETS M.H.O. OP TOETS NIEUWE OPLEIDING Opzet en structuur Dit sjabloon met richtlijnen

Nadere informatie

EXAMENCONTRACT VOOR HET VERWERVEN VAN EEN DIPLOMA

EXAMENCONTRACT VOOR HET VERWERVEN VAN EEN DIPLOMA EXAMENCONTRACT VOOR HET VERWERVEN VAN EEN DIPLOMA TUSSEN DE ONDERGETEKENDEN, De Vrije Universiteit Brussel met zetel te 1050 Brussel, Pleinlaan 2, die rechtspersoonlijkheid geniet bij wet van 28 mei 1970

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 1 ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 2012-2013 INHOUD TITEL I. Toepassingsgebied, definities en algemene bepalingen Hoofdstuk I. Toepassingsgebied Hoofdstuk II. Definities Hoofdstuk III. - Algemene Bepalingen

Nadere informatie

AFWIJKENDE TOELATING AUHL Reglement

AFWIJKENDE TOELATING AUHL Reglement AFWIJKENDE TOELATING AUHL Reglement Goedgekeurd door de RvB AUHL op 12.11.2013 Situering Dit reglement geeft uitvoering aan artikel 65 van het structuurdecreet van 4 april 2003 en aan artikel 49, 2 van

Nadere informatie

Doctoraatsreglement van de FPPW

Doctoraatsreglement van de FPPW FACULTEIT PSYCHOLOGIE EN PEDAGOGISCHE WETENSCHAPPEN Doctoraatsreglement van de FPPW Unaniem goedgekeurd door de Faculteitsraad op 17 september 2014 1. Inleiding Dit reglement bevat faculteitsspecifieke

Nadere informatie

FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Laarbeeklaan Brussel AANVULLEND FACULTAIR DOCTORAATSREGLEMENT

FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Laarbeeklaan Brussel AANVULLEND FACULTAIR DOCTORAATSREGLEMENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Laarbeeklaan 103 1090 Brussel AANVULLEND FACULTAIR DOCTORAATSREGLEMENT Dit document is een aanvulling op het Centraal Reglement voor de toekenning

Nadere informatie

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Oordeel bij de aanvraag tot inrichting van een anderstalige equivalente initiële bachelor- of masteropleiding (Codex Hoger Onderwijs dd. 20 december 2013, deel 2. Structuur

Nadere informatie

Handleiding onderwijsvisitaties VLIR-VLHORA tabellen

Handleiding onderwijsvisitaties VLIR-VLHORA tabellen Handleiding onderwijsvisitaties VLIR-VLHORA tabellen Naar aanleiding van de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen zijn de tabellen met betrekking tot de len en de studieduur voor het onderwijsvisitatieprotocol

Nadere informatie

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Oordeel bij de aanvraag tot inrichting van een anderstalige equivalente initiële bachelor- of masteropleiding (Codex Hoger Onderwijs dd. 20 december 2013, deel 2. Structuur

Nadere informatie

Zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur van 3 juli 2007, 1 juli 2008, 23 juni 2009 en 22 juni INHOUD

Zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur van 3 juli 2007, 1 juli 2008, 23 juni 2009 en 22 juni INHOUD ONDERWIJSREGLEMENT Zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur van 3 juli 2007, 1 juli 2008, 23 juni 2009 en 22 juni 2010. I. Algemene bepalingen INHOUD II. III. IV. Definities Indeling van het academiejaar

Nadere informatie

Handleiding onderwijsvisitaties VLIR-VLHORA tabellen

Handleiding onderwijsvisitaties VLIR-VLHORA tabellen Handleiding onderwijsvisitaties VLIR-VLHORA tabellen Naar aanleiding van de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen zijn de tabellen met betrekking tot de len en de studieduur voor het onderwijsvisitatieprotocol

Nadere informatie

Omvorming naar de masteropleidingen

Omvorming naar de masteropleidingen Omvorming naar de masteropleidingen Data van indiening van de ingevulde formulieren: Dit beperkt formulier op 4 oktober 2002 Uitgebreider formulier (met o.m. de doelstellingen en eindtermen) uiterlijk

Nadere informatie

Een bachelor- of masterdiploma behalen

Een bachelor- of masterdiploma behalen Werken en studeren Ben je al aan het werk maar wil je een nieuwe uitdaging aangaan en professioneel een andere weg inslaan? Heb je vroeger niet de kans gekregen of genomen om verder te studeren maar wil

Nadere informatie

ALGEMENE ONDERWIJSREGELING ERASMUSHOGESCHOOL BRUSSEL

ALGEMENE ONDERWIJSREGELING ERASMUSHOGESCHOOL BRUSSEL ALGEMENE ONDERWIJSREGELING ERASMUSHOGESCHOOL BRUSSEL 2008-2009 1 Inhoudstafel Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen Hoofdstuk 2: Definities Hoofdstuk 3: Organisatie van het academiejaar Hoofdstuk 4: Organisatie

Nadere informatie

Werken en studeren aan de Vrije Universiteit Brussel. WERKEN & STUDEREN Studiebegeleidingscentrum - SBC

Werken en studeren aan de Vrije Universiteit Brussel. WERKEN & STUDEREN Studiebegeleidingscentrum - SBC Werken en studeren aan de Vrije Universiteit Brussel Overzicht Studiebegeleidingscentrum BaMa woordenboek Studeren aan de VUB Je eigen traject Eerste Hulp Bij Studeren - EHBS Praktische info Studiebegeleidingscentrum

Nadere informatie

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Oordeel bij de aanvraag tot inrichting van een anderstalige equivalente initiële bachelor- of masteropleiding (Codex Hoger Onderwijs dd. 20 december 2013, deel 2. Structuur

Nadere informatie

Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven en reglement algemene voorschriften inzake vrijstellingen

Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven en reglement algemene voorschriften inzake vrijstellingen vzw Associatie K.U.Leuven Schapenstraat 34, B-3000 Leuven Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven en reglement algemene voorschriften inzake vrijstellingen Goedgekeurd op de Raad van bestuur van 15.02.2008

Nadere informatie

FAQ Frequently Asked Questions Master na master Notariaat

FAQ Frequently Asked Questions Master na master Notariaat FAQ Frequently Asked Questions Master na master Notariaat Toelatingsvoorwaarden... 1 Inschrijving... 2 Studietraject... 3 Stage... 4 Werken en studeren... 5 Cursusmateriaal... 5 Lessenrooster... 6 Examens...

Nadere informatie

1.4. Studentennummer: de persoonlijke studentencode vermeld in de databank van de instelling.

1.4. Studentennummer: de persoonlijke studentencode vermeld in de databank van de instelling. Bijlage 1 bij het besluit van de Vlaamse Regering van.../.../... tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 december 2014 tot vaststelling van de vorm van het hogeronderwijsdiploma en

Nadere informatie

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel

Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel Rapport alumni-enquête 2016 Vrije Universiteit Brussel 1 Inleiding Naar aanleiding van het nieuwe kwaliteitszorgsysteem dat werd ingevoerd bij de opschorting van de opleidingsvisitaties, werd beslist om

Nadere informatie

ONDERWIJSREGLEMENT met facultaire aanvullingen PE

ONDERWIJSREGLEMENT met facultaire aanvullingen PE ONDERWIJSREGLEMENT met facultaire aanvullingen PE Zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur van 3 juli 2007, 1 juli 2008, 23 juni 2009, 22 juni 2010,24 mei 2011 en 5 juli 2011. I. Algemene bepalingen

Nadere informatie

Leidraad voor aanvragen van vrijstellingen (EVK)

Leidraad voor aanvragen van vrijstellingen (EVK) Leidraad voor aanvragen van vrijstellingen (EVK) GEZ Gezondheidszorg Departement Gezondheidszorg Campus Oude Luikerbaan 79 3500 Hasselt Verantwoordelijke EVK Ann Bancken (ann.bancken@khlim.be) Academiejaar

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 1 ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 2017-2018 Voor de leesbaarheid van de tekst wordt enkel de mannelijke persoonsvorm gebruikt. De bepalingen over (kandidaat-)studenten gelden uiteraard zonder genderonderscheid.

Nadere informatie

INNOVEREND ONDERNEMEN

INNOVEREND ONDERNEMEN ACADEMISCH PROGRAMMA INTERUNIVERSITAIR POSTGRADUAAT INNOVEREND ONDERNEMEN VOOR INGENIEURS Innovate Create Design Geef de wereld van morgen mee vorm Het Postgraduaat Innoverend Ondernemen voor ingenieurs

Nadere informatie

OVERZICHT. Inleiding... 4 Organisatie van het hoger onderwijs in Vlaanderen... 5 Tabel 1: Aantal inschrijvingen in het hoger onderwijs...

OVERZICHT. Inleiding... 4 Organisatie van het hoger onderwijs in Vlaanderen... 5 Tabel 1: Aantal inschrijvingen in het hoger onderwijs... HOGER ONDERWIJS IN CIJFERS - BEKNOPT /////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// ACADEMIEJAAR 2016-2017 OVERZICHT Inleiding...

Nadere informatie

Ouderinfo-avond Flexibel hoger onderwijs: creditsysteem en studievoortgangsbewaking

Ouderinfo-avond Flexibel hoger onderwijs: creditsysteem en studievoortgangsbewaking Ouderinfo-avond 25-10-2016 Flexibel hoger onderwijs: creditsysteem en studievoortgangsbewaking Inleiding Doel is volgende begrippen toe te lichten o o o o Studiepunten Centraal in alle begrippen Leerkrediet

Nadere informatie

Vraag nr. 41 van 17 oktober 2012 van LODE VEREECK

Vraag nr. 41 van 17 oktober 2012 van LODE VEREECK VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 41 van 17 oktober 2012 van LODE VEREECK Hoger onderwijs Kostprijs De materiële

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 1 ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 2018-2019 Voor de leesbaarheid van de tekst wordt enkel de mannelijke persoonsvorm gebruikt. De bepalingen over (kandidaat-)studenten gelden uiteraard zonder genderonderscheid.

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 1 ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 2018-2019 Voor de leesbaarheid van de tekst wordt enkel de mannelijke persoonsvorm gebruikt. De bepalingen over (kandidaat-)studenten gelden uiteraard zonder genderonderscheid.

Nadere informatie

EEN INSPIRERENDE LERAAR IS BREED GEORIËNTEERD

EEN INSPIRERENDE LERAAR IS BREED GEORIËNTEERD Dans Muziek Drama Een kunstenaarscarrière en een onderwijsopdracht gaan hand in hand. De Specifieke lerarenopleidingen Dans, Drama en Muziek betekenen meer dan alleen een pedagogisch diploma. Je leert

Nadere informatie

Specifieke lerarenopleiding maatschappijwetenschappen en filosofie

Specifieke lerarenopleiding maatschappijwetenschappen en filosofie Specifieke lerarenopleiding maatschappijwetenschappen en filosofie www.soc.kuleuven.be/slo Waarom kiezen voor de specifieke lerarenopleiding (SLO)? Deel jij graag je kennis met anderen? Spreek je graag

Nadere informatie

BRUGGEN BOUWEN TUSSEN SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS: DE ONDERWIJSLOOPBAAN VAN JONGEREN. VLOR 24 oktober 2018

BRUGGEN BOUWEN TUSSEN SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS: DE ONDERWIJSLOOPBAAN VAN JONGEREN. VLOR 24 oktober 2018 BRUGGEN BOUWEN TUSSEN SECUNDAIR EN HOGER ONDERWIJS: DE ONDERWIJSLOOPBAAN VAN JONGEREN VLOR 24 oktober 2018 Samenvatting 1. De structuur van het hoger onderwijs 2. Aspecten van de onderwijsloopbaan: Flexibilisering

Nadere informatie

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Oordeel bij de aanvraag tot inrichting van een anderstalige equivalente initiële bachelor- of masteropleiding (Codex Hoger Onderwijs dd. 20 december 2013, deel 2. Structuur

Nadere informatie

Infobundel voor (kandidaat-)studenten die een vrijstelling willen aanvragen op basis van eerder verworven kwalificaties (EVK)

Infobundel voor (kandidaat-)studenten die een vrijstelling willen aanvragen op basis van eerder verworven kwalificaties (EVK) Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs: kleuteronderwijs J.Gerardstraat 18 9040 Sint-Amandsberg Infobundel voor (kandidaat-)studenten die een vrijstelling willen aanvragen op basis van eerder verworven

Nadere informatie

Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs. Studieomvangvermindering Werkstudenten Voor een diploma bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs

Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs. Studieomvangvermindering Werkstudenten Voor een diploma bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs Studieomvangvermindering Werkstudenten Voor een diploma bachelor in het onderwijs: secundair onderwijs 2014-2015 Arteveldehogeschool Bachelor in het onderwijs:

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 1 ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 2018-2019 Voor de leesbaarheid van de tekst wordt enkel de mannelijke persoonsvorm gebruikt. De bepalingen over (kandidaat-)studenten gelden uiteraard zonder genderonderscheid.

Nadere informatie

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL

Nadere informatie

Onderwijsregeling, Examenregeling en. Rechtspositieregeling. voor studenten PXL-MAD. academiejaar 2015-2016

Onderwijsregeling, Examenregeling en. Rechtspositieregeling. voor studenten PXL-MAD. academiejaar 2015-2016 Onderwijsregeling, Examenregeling en Rechtspositieregeling voor studenten PXL-MAD academiejaar 2015-2016 Goedgekeurd door de School of Arts op 17 juni 2015. Onder voorbehoud van goedkeuring door de Raad

Nadere informatie

Leerkrediet 2011 2012

Leerkrediet 2011 2012 2011 WAT IS HET LEERKREDIET? Het leerkrediet trad in werking in 2008-2009. Dit betekent dat elke student bij zijn eerste inschrijving een rugzak met 140 meekrijgt. De student gebruikt bij zijn inschrijving

Nadere informatie

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN BELGISCH STAATSBLAD 12.10.2004 MONITEUR BELGE 71039 GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN VLAAMSE GEMEENSCHAP COMMUNAUTE FLAMANDE

Nadere informatie

Deel 1 SCHOOLBEVOLKING. Hoofdstuk 5 : Hoger onderwijs

Deel 1 SCHOOLBEVOLKING. Hoofdstuk 5 : Hoger onderwijs Deel 1 SCHOOLBEVOLKING 1 Hoofdstuk 5 : Hoger onderwijs LEIDRAAD NAAR DE TABELLEN 1. Contracten Aantal inschrijvingen per soort contract... 223 2. Diplomacontracten Aantal inschrijvingen met een diplomacontract

Nadere informatie

Inschrijvingsreglement Academiejaar 2011-2012

Inschrijvingsreglement Academiejaar 2011-2012 Inschrijvingsreglement Academiejaar 2011-2012 05/07/2011-1 Inhoud Hoofdstuk I. Kader en Definities...4 Hoofdstuk II. Inschrijvingen en studiecontracten...5 Afdeling 1. Inschrijvingen... 5 Artikel 1. -

Nadere informatie

Bachelor in de wijsbegeerte: 10 opties voor je toekomst

Bachelor in de wijsbegeerte: 10 opties voor je toekomst HOGER INSTITUUT VOOR WIJSBEGEERTE Bachelor in de wijsbegeerte: 10 opties voor je toekomst Combineer filosofie met een andere opleiding (rechten, sociologie, psychologie, geschiedenis ) Beste (toekomstige)

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING voor de studenten van de UHasselt en de tul

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING voor de studenten van de UHasselt en de tul ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING voor de studenten van de UHasselt en de tul Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de Universiteit Hasselt, juli 2004, juni en juli 2005, juni 2006, juni 2007, juli 2008

Nadere informatie

Je reisgids. De nieuwe onderwijs- en examenregeling 2005-2006

Je reisgids. De nieuwe onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Je reisgids De nieuwe onderwijs- en examenregeling 2005-2006 Met alles wat je moet weten over: je inschrijving en het studiegeld de samenstelling van je studieprogramma examens en beraadslaging begeleiding

Nadere informatie

Leerkrediet

Leerkrediet Wat is het leerkrediet? Het leerkrediet trad in werking in 2008-2009. Dit betekent dat elke student bij zijn eerste inschrijving een rugzak met 140 meekrijgt. De student gebruikt bij zijn inschrijving

Nadere informatie

betreffende het onderwijs XXVI

betreffende het onderwijs XXVI ingediend op 744 (2015-2016) Nr. 3 18 mei 2016 (2015-2016) Amendementen op het ontwerp van decreet betreffende het onderwijs XXVI Documenten in het dossier: 744 (2015-2016) Nr. 1: Ontwerp van decreet Nr.

Nadere informatie

VERKORTE BACHELOR VERPLEEGKUNDE NA VROEDKUNDE PXL-HEALTHCARE WERKEN & STUDEREN

VERKORTE BACHELOR VERPLEEGKUNDE NA VROEDKUNDE PXL-HEALTHCARE WERKEN & STUDEREN VERKORTE BACHELOR VERPLEEGKUNDE NA VROEDKUNDE PXL-HEALTHCARE 2018-2019 WERKEN & STUDEREN WELKOMSTWOORD ALGEMEEN DIRECTEUR Hogeschool PXL is een warme en kwaliteitsvolle hogeschool: ondernemend, netwerkend,

Nadere informatie

Indeling hoger onderwijs

Indeling hoger onderwijs achelor & master Sinds enkele jaren is de structuur van het hoger onderwijs in België afgestemd op die van andere Europese landen. Hierdoor kan je makkelijker switchen tussen hogescholen en universiteiten

Nadere informatie

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur d.d. 1 april Opleidingsraden. reglement

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur d.d. 1 april Opleidingsraden. reglement Opleidingsraden reglement REGLEMENT OPLEIDINGSRADEN Zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 1 april 2014. INHOUDSTABEL Hoofdstuk I: Definities en toepassingsgebied Hoofdstuk II: Samenstelling van

Nadere informatie

INFOSESSIE DOCTORAATSPORTFOLIO

INFOSESSIE DOCTORAATSPORTFOLIO INFOSESSIE DOCTORAATSPORTFOLIO Welkom Waarom zijn we hier vandaag? Reglementair kader? Ø Artikel 27(a) van het Centraal Reglement voor de Toekenning van de Academische Graad van Doctor: De Vrije Universiteit

Nadere informatie

Ontwerp Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen April 2004

Ontwerp Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen April 2004 Ontwerp Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs Vlaanderen April 2004 Lange Voorhout 20 Postbus 556 2501 CN Den Haag P.O. Box 556 2501 CN The Hague The Netherlands T +31 (0)70 312 2300 F +31

Nadere informatie

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS

COMMISSIE HOGER ONDERWIJS COMMISSIE HOGER ONDERWIJS SJABLOON T.B.V. DE AANVRAGENDE INSTELLINGEN EN VLIR EN VLHORA VOOR AANVRAAGDOSSIER MACRODOELMATIGHEIDSTOETS M.H.O. OP TOETS NIEUWE OPLEIDING /VRIJSTELLING VERPLICHTE AFBOUW Opzet

Nadere informatie

ONDERWIJSREGLEMENT 2013-2014 VAN LUCA SCHOOL OF ARTS

ONDERWIJSREGLEMENT 2013-2014 VAN LUCA SCHOOL OF ARTS ONDERWIJSREGLEMENT 2013-2014 VAN LUCA SCHOOL OF ARTS 2 Vooraf Dit onderwijs- en examenreglement is ondergeschikt aan de decretale bepalingen in verband met het hoger onderwijs en hun uitvoeringsbepalingen.

Nadere informatie

GIT regels

GIT regels GIT regels 2017-2018 A. Basisprincipe We streven naar een maximale responsabilisering van de student. De student dient er zelf over te waken een haalbaar studieprogramma samen te stellen. De student die

Nadere informatie

FACULTEIT DER LETTEREN EN WIJSBEGEERTE MASTERPROEF GESCHIEDENIS REGLEMENT

FACULTEIT DER LETTEREN EN WIJSBEGEERTE MASTERPROEF GESCHIEDENIS REGLEMENT FACULTEIT DER LETTEREN EN WIJSBEGEERTE MASTERPROEF GESCHIEDENIS REGLEMENT ACADEMIEJAAR 2013-2014 INHOUD 1. De plaats van de Masterproef in de opleiding 3 2. Toelatingsvoorwaarden 3 3. Het onderwerp van

Nadere informatie

Inschrijvingsreglement Academiejaar 2010-2011

Inschrijvingsreglement Academiejaar 2010-2011 Inschrijvingsreglement Academiejaar 2010-2011 Penvoerder Studentenbeleid Versie 15.09.2010 Advies IFW 01.04.2010 Advies Studentenraad 19.04.2010 Advies Onderwijsraad 19.05.2010 Advies Onderwijsraad betreffende

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT VAN LUCA SCHOOL OF ARTS

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT VAN LUCA SCHOOL OF ARTS ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 2017-2018 VAN LUCA SCHOOL OF ARTS 1 Inhoudsopgave Vooraf TITEL I: ONDERWIJSREGLEMENT Afdeling 1. Toelatingsvoorwaarden Afdeling 2. Inschrijvingsregels 2.1. Inschrijvingsregels

Nadere informatie

IV. Bijzondere vooropleidingseisen en bijkomende inschrijvingsvoorwaarden voor een bachelorsopleiding

IV. Bijzondere vooropleidingseisen en bijkomende inschrijvingsvoorwaarden voor een bachelorsopleiding = = = ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING voor de studenten van de UHasselt en de tul= Goedgekeurd door de Raad van Bestuur van de Universiteit Hasselt, juli 2004, juni en juli 2005, juni 2006, juni 2007 Goedgekeurd

Nadere informatie

Infosessie voor ouders. 1 juli 2019

Infosessie voor ouders. 1 juli 2019 Infosessie voor ouders 1 juli 2019 Programma Studeren aan de KULeuven door Koen Paes (dienst studentenbegeleiding) Studentenleven door Daphne Certyn (VTK) Wat na de ijkingstoets? door Koen Paes Vooraf

Nadere informatie

FISCAAL RECHT KENNIS PRAKTIJK INNOVATIE IMPLEMENTATIE

FISCAAL RECHT KENNIS PRAKTIJK INNOVATIE IMPLEMENTATIE ACADEMISCH PROGRAMMA POSTGRADUAAT FISCAAL RECHT KENNIS PRAKTIJK INNOVATIE IMPLEMENTATIE INHOUD POSTGRADUAAT FISCAAL RECHT MODULE FISCALE RECHTSVAKKEN Pagina 2 tot 7 POSTGRADUAAT FISCAAL RECHT SUMMERSCHOOL

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 1 ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT 2016-2017 Voor de leesbaarheid van de tekst wordt enkel de mannelijke persoonsvorm gebruikt. De bepalingen over (kandidaat-)studenten gelden uiteraard zonder genderonderscheid.

Nadere informatie

Specifieke leraren - opleiding economie

Specifieke leraren - opleiding economie COMBINEER MET BACHELOR / MASTER Specifieke leraren - opleiding economie Leuven Brussel Antwerpen Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Welkom aan de KU Leuven, de grootste en oudste universiteit

Nadere informatie

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE MASTEROPLEIDING FILOSOFIE 120 EC (WIJSBEGEERTE VAN EEN BEPAALD WETENSCHAPSGEBIED) FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN 2016-2017 Deel

Nadere informatie

Lees onderstaande richtlijnen grondig door vooraleer je aanvraag in te dienen! Je kan slechts één dossier, per opleiding, per academiejaar indienen.

Lees onderstaande richtlijnen grondig door vooraleer je aanvraag in te dienen! Je kan slechts één dossier, per opleiding, per academiejaar indienen. Lees onderstaande richtlijnen grondig door vooraleer je aanvraag in te dienen! DEADLINE VOOR HET INDIENEN VAN JE DOSSIER Je kan slechts één dossier, per opleiding, per academiejaar indienen. Je vraagt

Nadere informatie

Specifieke lerarenopleiding economie

Specifieke lerarenopleiding economie Specifieke lerarenopleiding economie Leuven Brussel Antwerpen Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen Welkom aan de KU Leuven, de grootste en oudste universiteit van België. Je kunt hier je studietraject

Nadere informatie

Wat na het secundair onderwijs?

Wat na het secundair onderwijs? Wat na het secundair onderwijs? Inhoud 1. Kiezen 3. Andere opleidingen 4. 7 de specialisatiejaren bso en Se-n-se 5. En nu informatie zoeken 1. Kiezen Neem je Begin op TIJD Jezelf verkennen Aanbod verkennen

Nadere informatie

Vraag nr. 731 van 25 juli 2013 van FIENTJE MOERMAN

Vraag nr. 731 van 25 juli 2013 van FIENTJE MOERMAN VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 731 van 25 juli 2013 van FIENTJE MOERMAN Hoger Onderwijs - Taaltesten taalvakdocenten

Nadere informatie

De directie van het centrum kan vrijstellingen van opleidingsonderdelen (modules) verlenen. Deze kunnen leiden tot studieduurverkorting.

De directie van het centrum kan vrijstellingen van opleidingsonderdelen (modules) verlenen. Deze kunnen leiden tot studieduurverkorting. Vrijstellingsprocedure SLO De directie van het centrum kan vrijstellingen van opleidingsonderdelen (modules) verlenen. Deze kunnen leiden tot studieduurverkorting. Vrijstelling van een module resulteert

Nadere informatie

Specifieke lerarenopleiding

Specifieke lerarenopleiding Aanvraag tot vrijstelling van een of meerdere modules. Algemene informatie De directie van het centrum kan vrijstellingen van opleidingsonderdelen (modules) verlenen. Deze kunnen leiden tot studieduurverkorting.

Nadere informatie

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen Oordeel bij de aanvraag tot inrichting van een anderstalige equivalente initiële bachelor- of masteropleiding (Codex Hoger Onderwijs dd. 20 december 2013, deel 2. Structuur

Nadere informatie

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april Opleidingsraden. reglement

Reglement opleidingsraden zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april Opleidingsraden. reglement Opleidingsraden reglement REGLEMENT OPLEIDINGSRADEN Zoals goedgekeurd door de Raad van Bestuur op 24 april 2012 INHOUDSTABEL Hoofdstuk I: Definities en toepassingsgebied Hoofdstuk II: Samenstelling van

Nadere informatie

HOGER ONDERWIJS IN VLAANDEREN. Informatiebrochure 2014

HOGER ONDERWIJS IN VLAANDEREN. Informatiebrochure 2014 HOGER ONDERWIJS IN VLAANDEREN Informatiebrochure 2014 2 Mijenko Bernfest istock Thinkstock Mijenko Bernfest istock Thinkstock Inhoud 4 Inleiding 6 Organisatie van het hoger onderwijs 6 Instellingen 6 Opleidingen

Nadere informatie

AANVULLEND ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE,

AANVULLEND ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE, 1 AANVULLEND ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE, 2018-2019 Voor de leesbaarheid van de tekst wordt enkel de mannelijke persoonsvorm gebruikt. De bepalingen over (kandidaat-)studenten

Nadere informatie

REGLEMENT HOUDENDE PROCEDURES INZAKE CURRICULUMBEHEER

REGLEMENT HOUDENDE PROCEDURES INZAKE CURRICULUMBEHEER 1 REGLEMENT HOUDENDE PROCEDURES INZAKE CURRICULUMBEHEER INHOUDSTAFEL Hoofdstuk I: Definities Hoofdstuk II: Onderwijsprocedures Hoofdstuk III: Slotbepalingen 2 Het Reglement houdende procedures inzake curriculumbeheer

Nadere informatie

Master of science in de bedrijfskunde. Onthaal

Master of science in de bedrijfskunde. Onthaal Master of science in de bedrijfskunde Overzicht Wie-is-wie Achtergrond van de opleiding Programma-opbouw Onderzoekspaper / masterproef Programma op maat Praktische zaken Studiebegeleiding Contactgegevens

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT academiejaar 2009-2010

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT academiejaar 2009-2010 KATHOLIEKE HOGESCHOOL BRUGGE-OOSTENDE ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT academiejaar 2009-2010 Preambule pagina 3 TITEL I BEGRIPSBEPALINGEN 4 TITEL II ONDERWIJSREGELING 10 Afdeling 1. Toetredingsovereenkomsten

Nadere informatie

STUDIEGIDS (v. 3.0) INLEIDING

STUDIEGIDS (v. 3.0) INLEIDING STUDIEGIDS (v. 3.0) DEZE STUDIEGIDS GEEFT EEN OVERZICHT VAN DE OPLEIDINGEN EN DE VOORWAARDEN. VANAF 2014 KUNNEN SOMMIGE COLLEGES VIA INTERNET GEVOLGD WORDEN. ANDERE COLLEGES VEREISEN DAT DE STUDENT DE

Nadere informatie

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING 2016-2017 Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen Master Filosofie (120 EC) Deze onderwijs- en examenregeling (OER-FFTR) treedt in werking op 1 september

Nadere informatie