Vraag nr. 731 van 25 juli 2013 van FIENTJE MOERMAN

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Vraag nr. 731 van 25 juli 2013 van FIENTJE MOERMAN"

Filip Mulder
6 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 731 van 25 juli 2013 van FIENTJE MOERMAN Hoger Onderwijs - Taaltesten taalvakdocenten Het decreet van 13 juli 2012 betreffende de integratie van de academische hogeschoolopleidingen in de universiteiten past de taalregeling hoger onderwijs aan. Daarbij wordt een versoepeling van de bestaande taalregeling gekoppeld aan een aantal voorwaarden met betrekking tot het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs. Om de kwaliteit te garanderen van de opleidingsonderdelen die in een andere taal dan het Nederlands aangeboden worden, legt het decreet concrete eisen vast inzake e taalkennis van de leden van het onderwijzend en academisch personeel, die belast zijn met een onderwijsopdracht in een anderstalig opleidingsonderdeel. Van deze personeelsleden wordt verwacht dat zij niet enkel het academisch taaljargon beheersen, maar ook taalvaardig zijn in die zin dat in de betreffende taal op een taalkundig correcte wijze kan worden gecommuniceerd met studenten en dat de e kennis adequaat kan worden overgedragen. Voor het bepalen van het taalvaardigheidsniveau verwijst het decreet naar de zogenaamde ERK-niveaus die moeten worden behaald. Het ERK is het Gemeenschappelijk Europees Referentiekader voor Talen. Artikel 91novies van het Structuurdecreet legt de taalvoorwaarden vast voor elk lid van het onderwijzend en academisch personeel belast met een onderwijsopdracht. De personeelsleden waarop de en inzake kennis onderwijstaal van toepassing zijn (artikel 91novies, 1 van het structuurdecreet, zijn de volgende: - Academisch personeel: docenten, hoofddocenten, hoogleraren, gewoon hoogleraren en buitengewoon hoogleraren als titularis belast met een onderwijsopdracht; praktijkassistenten of praktijklectoren als titularis uitsluitend belast met taken van praktijk gebonden onderwijs; doctor-assistenten of gepromoveerde onderzoekers in vast of tijdelijk dienstverband van de universiteiten of van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek Vlaanderen, die benevens hun wetenschappelijke activiteiten, als titularis belast zijn met het verstrekken van onderwijs; - Onderwijzend personeel: praktijklectoren, hoofdpraktijklectoren, lectoren, hoofdlectoren, docenten, hoofddocenten, hoogleraren en gewoon hoogleraren als titularis belast met een onderwijsopdracht; praktijkassistenten als titularis uitsluitend belast met taken van praktijkgericht onderwijs; andere personeelsleden van groep 2 als titularis belast met een onderwijsopdracht. Tot de personeelsleden waarop de en inzake kennis van het Nederlands van toepassing zijn (artikel 91novies, 2 ) behoren alle anderstalige leden van het onderwijzend en academisch personeel die als titularis belast zijn met een onderwijsopdracht (= dezelfde categorieën als opgesomd in het vorige punt), maar geen opleidingsonderdelen in het Nederlands doceren.

2 Het e niveau van taalbeheersing kan als volgt worden aangetoond (artikel 91novies, 1 en 2 van het Structuurdecreet): - aan de hand van een bachelor- of masterdiploma of doctoraat behaald in de onderwijstaal waarin het betrokken personeelslid doceert, en dit in een instelling waarin die taal de onderwijstaal is; - aan de hand van een kwalificatie dat aangeeft dat het betrokken personeelslid het e ERK-niveau beheerst. In een gedetailleerde tabel gaf de minister de mogelijke combinaties aan: Taal diploma HO docent Onderwijstaal Opleidingsonderdeel Niveau kwalificatie onderwijstaal Niveau Kwalificatie bestuurstaal Niet-kunstopleidingen Nederlands Nederlands Nederlands Anderstalig C1 onderwijstaal Anderstalig Nederlands C1 Nederlands Anderstalig Anderstalig (=taal diploma) Anderstalig Anderstalig ( taal diploma Kunstopleidingen B1 Engels of Frans Nederlands Nederlands Nederlands Anderstalig B1 Engels of Frans Anderstalig Nederlands B1 Engels of Frans Anderstalig Anderstalig (=taal diploma) Anderstalig Anderstalig ( taal diploma B1 Engels of Frans Opleidingsonderdelen die een andere taal tot voorwerp hebben, worden overeenkomstig het decreet buiten beschouwing gelaten. Artikel 91novies, 1 en 2 van het Structuurdecreet stelt dat het e taalniveau moet worden aangetoond aan de hand van een kwalificatie. In een tabel somt de minister de en op die onderworpen zijn aan een zogenaamde marginale controle. De marginale controle bestaat erin: 1) de lijst na te gaan van personeelsleden en de aan hen gekoppelde en; 2) via steekproef na te gaan of het in het personeelsdossier van betrokken personeelslid aanwezig is. Met andere woorden: een uit onderstaande lijst wordt niet verder onderzocht op het e kwalificatieniveau.

3 Een behaald aan een CVO na het volgen van een opleiding andere talen met één van de volgende richtgraden Een bachelor- of masterdiploma in de taal- en letterkunde of toegepaste taalkunde of gelijkwaardig waarin voor de desbetreffende onderwijstaal de link met het benodigde ERK-niveau duidelijk aangetoond wordt TOEFL- Een ERK- Beheersing onderwijstaal niveau C1 Richtgraad 4 (= Effectiveness C1) ERK- Beheersing Nederlands niveau B2 Richtgraad 3 (= Vantage B2) OK OK OK TOEFL IBT: globale score minimum 110 Een IELTS- Globale score minimum 7 Een ITACE- OK Getuigschriften uitgereikt door leden van ALTE Engels-Cambridge ESOL Ten minste CAE (Certificate of Advanced English) met een globale score van minimum 67 Frans DALF C1 (Diplôme approfondi de langue française) Nederlands CNaVT profiel PAT (profiel academische taalvaardigheid) CNaVT profiel PTHO (profiel taalvaardigheid hoger onderwijs) Beheersing Frans of Engels ERK-niveau B1 Richtgraad 2 (= Treshold B1) TOEFL IBT : globale score minimum 57 Globale minimum 4 score Ten minste PET (Preliminary English Test) op niveau B1 DELF B1 (Diplôme d études en langue française) De ITACE-test wordt voorlopig aanvaard op deze lijst. Het Q mark label, uitgereikt door ALTE, moet worden verworven in de loop van het academiejaar Indien het Q Mark label niet verworven is voor de start van het academiejaar , dan wordt de ITACE-test in bovenstaande lijst geschrapt. De versie van de ITACE-test die gebruikt wordt voor het verwerven van het Q-mark label, is de versie die gehanteerd moet worden voor het testen van het personeel van de hogescholen en universiteiten. Andere en kunnen eveneens in aanmerking genomen worden na screening door de regeringscommissarissen (daarbij moet de link met het e ERK-niveau duidelijk aangetoond worden, en dit zowel op het gebied van schrijven, lezen, luisteren en spreken).

4 Er wordt geen rekening gehouden met een eventuele geldigheidsduur van de en. Eenmaal het ERK-niveau is aangetoond door een, wordt dit vermoed aanwezig te zijn. De bepaling inzake de taalregeling treedt in werking met ingang van het academiejaar Concreet betekent dit dat alle titularissen die opleidingsonderdelen doceren in een andere onderwijstaal dan het Nederlands een op ERK-niveau C1 (voor de kunstopleidingen ERK-niveau B1 Frans of Engels) moeten hebben bij de start van het academiejaar (of uiterlijk op het moment dat het anderstalig opleidingsonderdeel gedoceerd wordt). Ook moeten alle anderstalige docenten die minder dan drie jaar aangesteld zijn voor de start van het academiejaar of alle anderstalige docenten die willen worden benoemd vanaf het academiejaar over een attest Nederlands op ERK-niveau B2 beschikken. In het geval een personeelslid niet tijdig beschikt over het e, dan kan hij/zij ook met ingang van het academiejaar niet (langer) doceren in de desbetreffende taal. Inzake de start van het academiejaar heb ik volgende vragen. 1. a) Hoeveel professoren en docenten en andere personeelsleden geven les in een andere taal en moeten over het e ERK-niveau beschikken, per instelling, per taal en per functie? b) Hoeveel professoren, docenten en andere personeelsleden dienen blijk te geven van de e inzake kennis van het Nederlands? 2. Hoeveel personen moeten worden getest, in absolute cijfers, per instelling, per taal en per functie? 3. Hoeveel personen zijn vrijgesteld op grond van de decretale EVC, in absolute cijfers, per instelling, per taal en per functie? 4. Hoeveel personen hebben de test afgelegd, per instelling, per taal en per functie en wat was het resultaat daarvan? 5. Welke testen werden afgenomen in de verschillende instellingen? 6. Wat is het behaalde niveau na afname van de testen per instelling? ANTWOORD Als bijlage vindt u voor wat betreft de onderwijstaal (e ERK-niveau = C1 of B1 voor de kunstopleidingen) de volgende gegevens, zowel voor de hogescholen als voor de universiteiten: - het aantal personeelsleden dat een bepaald ERK-niveau moet bereiken (= het aantal personeelsleden die les geven in een andere taal en over het e ERK-niveau moeten beschikken); - het aantal personeelsleden dat een voldoend geacht diploma heeft; - het aantal personeelsleden dat in het kader van een taalregeling een nodig heeft (= het verschil tussen de 1 ste en 2 de rij); - het aantal personeelsleden dat reeds in het bezit is van het benodigde ; - het aantal personeelsleden dat een taaltest dient af te leggen (= het verschil tussen de 3 de en 4 de rij). Deze gegevens geven een antwoord op uw vragen 1a), 2 en 3. Ik beschik niet over een opsplitsing van de gegevens naar taal en functie. Wel is het zo dat voor wat betreft de onderwijstaal het hoofdzakelijk gaat over Engels en in een beperkt aantal gevallen over Frans (in hoofdzaak bij de Hogere Zeevaartschool).

5 Ik kan op dit ogenblik geen up-to-date antwoord geven op uw andere vragen (1a, 4, 5 en 6). Binnen de hoger onderwijsinstellingen wordt er momenteel hard gewerkt om zoveel mogelijk personeelsleden te laten testen en om de resultaten te verwerken. De gegevens wijzigen dan ook dagelijks. BIJLAGEN - tabel onderwijstaal regeringscommissarissen hogescholen - tabel onderwijstaal regeringscommissarissen universiteiten

Vergelijkbare documenten

Vraag nr. 731 van 25 juli 2013 van FIENTJE MOERMAN

VLAAMS PARLEMENT SCHRIFTELIJKE VRAGEN PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL Vraag nr. 731 van 25 juli 2013 van FIENTJE MOERMAN Hoger Onderwijs - Taaltesten taalvakdocenten