Subsidieregeling leerlinggebonden financiering middelbaar beroepsonderwijs (mbo)

Transcriptie

1 Algemeen Verbindend Vrschrift BVE/Stelsel- 2005/51571 Betreft de nderwijssectr(en) Infrmatie CFI/ICO Berepsnderwijs en Vlwasseneneducatie bvh Subsidieregeling leerlinggebnden financiering middelbaar berepsnderwijs (mb) Bestemd vr schlen en instellingen in de bve-sectr. inwerkingtreding 1 januari 2006 Geldigheidsduur nbepaald Juridische grndslag Gelet p artikel 85a, eerste lid, van de Wet p het vrtgezet nderwijs en artikel van de Wet educatie en berepsnderwijs Officiële publicatie zie de Staatscurant van 30 december 2005, nummer 254 Relatie tt eerdere publicaties n.v.t. berepsnderwijs (mb) 1 / 25

2 De staatssecretaris van nderwijs, cultuur en wetenschap, Mede namens de minister van landbuw, natuur en vedselkwaliteit, Gelet p: artikel 4, eerste lid, van de Wet verige OCenW-subsidies en artikel van de Wet educatie en berepsnderwijs, Besluit Paragraaf 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsbepalingen In deze regeling wrdt verstaan nder: a. wet: de Wet educatie en berepsnderwijs; b. minister: de minister van nderwijs, cultuur en wetenschap en, vr zver het betreft het nderwijs aan een agrarisch pleidingscentrum als bedeld in artikel 1.1.1, nder b, van de wet, de Minister van Landbuw, Natuur en Vedselkwaliteit; c. berepspleiding: een berepspleiding als bedeld in artikel 7.2.2, eerste lid, nder a tt en met e, van de wet; d. deelnemer: de aan een instelling ingeschreven deelnemer die een berepspleiding vlgt waarvr het bevegde gezag een in instellingstijd verzrgd nderwijsprgramma heeft vastgesteld, dat, met inbegrip van de berepspraktijkvrming, een mvang van tenminste 300 uren per vlledig studiejaar mvat. e. instelling: een instelling als bedeld in artikel 1.1.1, nder b, en een hgeschl als bedeld in artikel van de wet; f. cmmissie vr de indicatiestelling: een cmmissie, als bedeld in artikel 28c van de Wet p de expertisecentra; g. landelijke cmmissie tezicht indicatiestelling: de cmmissie, bedeld in artikel 28e van de Wet p de expertisecentra; h. ministeriële cmmissie vr de indicatiestelling: de in artikel 28d van de Wet p de expertisecentra bedelde cmmissie; i. reginaal expertisecentrum: het centrum, bedeld in artikel 28b van de Wet p de expertisecentra; j. schl vr vs: een schl vr vrtgezet speciaal nderwijs f vr speciaal en vrtgezet speciaal nderwijs als bedeld in artikel 8 van de Wet p de expertisecentra; berepsnderwijs (mb) 2 / 25

3 k. subsidiejaar: de tijdsperide tussen 1 augustus van enig jaar en 1 augustus van het daarpvlgende jaar. Artikel 2 Delmschrijving Het del van deze regeling is het inveren van een leerlinggebnden budget vr aan een berepspleiding die de leeftijd van 30 jaar ng niet hebben bereikt, vr zver de cmmissie vr de indicatiestelling heeft beslten dat deze in aanmerking kmen vr een leerlinggebnden budget. Paragraaf 2 Aanvraag subsidie Artikel 3 Subsidieaanvrager Subsidie wrdt verleend aan instellingen ten beheve van een samenwerkingsverband van die instelling en een reginaal expertisecentrum f een schl vr vs. Artikel 4 Subsidieaanvraag 1. Het bevegd gezag van een instelling dient ten beheve van het in artikel 3 bedelde samenwerkingsverband, een subsidieaanvraag bij de minister in vr een bij die instelling ingeschreven deelnemer die p grnd van een besluit van de cmmissie vr de indicatiestelling f een besluit van de minister in aanmerking kmt vr een leerlinggebnden budget. 2. De aanvraag vr de subsidie geschiedt met gebruikmaking van het aanvraagfrmulier leerlinggebnden budget zals is vastgesteld in bijlage A bij deze regeling. 3. De aanvraag vr de subsidie gaat vergezeld van een samenwerkingsvereenkmst tussen de instelling en de schl vr vs f het reginale expertisecentrum terzake van de ambulante begeleiding die de schl vr vs f het reginale expertisecentrum geeft aan de deelnemer waarvr subsidie wrdt aangevraagd. 4. Een aanvraag wrdt geweigerd indien de deelnemer de leeftijd van 30 jaar heeft bereikt. berepsnderwijs (mb) 3 / 25

4 Paragraaf 3 Overige subsidieverplichtingen Artikel 5 Handelingsplan 1. Binnen drie maanden na indiening van de aanvraag stelt het bevegd gezag van de instelling een handelingsplan p in vereenstemming met de deelnemer f de uder. Beide partijen ndertekenen het handelingsplan. 2. Het handelingsplan bevat tenminste infrmatie ver de vlgende nderwerpen: a. de maatregelen die de instelling treft met het g p het halen van de in de nderwijsvereenkmst gestelde delen in relatie tt de gestelde indicatie, b. de inzet van de ambulante begeleiding en c. een begrting van ksten gerelateerd aan de nder a en b genemde activiteiten. 3. In vereenstemming met de deelnemer f de uder evalueert het bevegd gezag van de instelling jaarlijks het handelingsplan en past dit zndig aan. Artikel 6 Samenwerkingsvereenkmst 1. De in artikel 4, derde lid, bedelde samenwerkingsvereenkmst vrziet erin dat iedere partij bij deze vereenkmst direct kan beschikken ver het vr haar bestemde bedrag, bedeld in artikel 9, eerste lid. 2. In de samenwerkingsvereenkmst wrdt dr partijen vastgelegd dat de in artikel 7 bedelde verplichting een gezamenlijke verantwrdelijkheid is en wrdt vrts vastgelegd dat de schl vr vs f het reginale expertisecentrum de taken en verplichtingen vrtvleiend uit artikel 12 p zich neemt. Artikel 7 Inlichtingen De instelling werkt mee aan dr f namens de minister ingestelde nderzeken die erp gericht zijn de minister inlichtingen te verschaffen ten beheve van de ntwikkeling, mnitring en evaluatie van het beleid in verband met deze regeling. berepsnderwijs (mb) 4 / 25

5 Paragraaf 4 Besluit, bedrag, uitkering en verantwrding subsidie Artikel 8 Besluit p de aanvraag 1. Subsidie wrdt verleend met ingang van de eerste dag van de maand vlgend p de maand waarin de subsidieaanvraag is ingediend. Indien de subsidieaanvraag is ingediend vrdat het nderwijs feitelijk is begnnen, wrdt subsidie verleend met ingang van de eerste dag van de maand waarin het nderwijs feitelijk is begnnen. 2. Subsidie wrdt behudens het derde lid verleend vr de duur van de dr de cmmissie vr de indicatiestelling expertisecentra verleende indicatiestelling. 3. De subsidie eindigt van rechtswege: a. indien de deelnemer tijdens een subsidiejaar de leeftijd van 30 jaar bereikt: aan het einde van het subsidiejaar; b. indien de deelnemer van leerweg f pleidingsniveau verandert: aan het einde van het subsidiejaar; c. indien de deelnemer de instelling verlaat f niet langer een pleiding vlgt als bedeld in tabel A: met ingang van de maand na het uitschrijven van de deelnemer. Artikel 9 Subsidiebedrag 1. Het subsidiebedrag wrdt vastgesteld aan de hand van de bedragen p jaarbasis zals verwerkt in nderstaande tabellen A en B, waarbij tabel A het bedrag bevat dat besteed wrdt dr de instelling en tabel B het bedrag bevat dat besteed wrdt dr het reginaal expertisecentrum f de schl vr vs die de ambulante begeleiding van de deelnemer verzrgt en die terzake daarvan de in artikel 4, derde lid, bedelde samenwerkingsvereenkmst met de instelling heeft geslten. berepsnderwijs (mb) 5 / 25

6 Tabel A Bedrag instellingen Telaatbaar verklaard tt nderwijs van BOL Assistent- en basisberepspleiding BBL Assistent- en basisberepspleiding BOL Vakpleiding, middenkader- en specialistenpleiding BBL Vakpleiding, middenkader- en specialistenpleiding Cluster 2 Dve Cluster 2 Slechthrende Cluster 2 Meervudig gehandicapte Cluster 3 Lichamelijk gehandicapte Cluster 3 Langdurig zieke met een lichamelijke handicap Cluster 3 Zeer meilijk lerende Cluster 3 Meervudig gehandicapte Cluster 4 Gedragsprblematiek berepsnderwijs (mb) 6 / 25

7 Tabel B Bedrag reginale expertisecentra en schlen vr vs t.b.v. ambulante begeleiding Telaatbaar verklaard tt nderwijs van BOL BBL Cluster 2 Dve Cluster 2 Slechthrende Cluster 2 Meervudig gehandicapte Cluster 3 Lichamelijk gehandicapte Cluster 3 Langdurig zieke met een lichamelijke handicap Cluster 3 Zeer meilijk lerende Cluster 3 Meervudig gehandicapte Cluster 4 Gedragsprblematiek Indien de deelnemer een pleiding vlgt in de berepspleidende leerweg waarvr het bevegd gezag een in instellingstijd verzrgd nderwijsprgramma heeft vastgesteld dat, met inbegrip van de berepspraktijkvrming, minder dan 850 uur per studiejaar mvat, wrdt de hgte van de subsidie in afwijking van het eerste lid vastgesteld aan de hand van de in dat lid genemde bedragen in de klm BBL. Artikel 10 Uitkering subsidie 1. De subsidie wrdt in jaarlijkse termijnen uitgekeerd, telkens in augustus van ieder jaar. 2. Indien de aanvraag niet tijdig vr 1 augustus van een jaar is gedaan, wrdt de eerste termijn uitgekeerd binnen 4 weken nadat de beslissing tt subsidieverlening is genmen. Artikel 11 Besteding, wijziging van de subsidie en verantwrding 1. De subsidie wrdt uitsluitend aangewend vr het del waarvr zij is verstrekt. 2. Indien het geval, bedeld in artikel 8, derde lid nder a, b f c zich vrdet meldt het bevegd gezag dit vr het einde van het studiejaar nderscheidenlijk binnen 4 weken na het uitschrijven van de deelnemer. De minister kan nadere aanwijzingen geven ver de wijze waarp deze melding dient te geschieden. 3. De verklaring van de accuntant bij de jaarrekening mvat tevens een rdeel ver de rechtmatige verkrijging en besteding van deze subsidie. 4. De subsidie wrdt verantwrd in de jaarrekening die betrekking heeft p het jaar waarin de subsidie is besteed. In de jaarrekening van het jaar waarin de subsidie ng berepsnderwijs (mb) 7 / 25

8 niet vlledig is besteed, wrdt aangegeven wat de stand is van de uitgaven in relatie tt de subsidie. Paragraaf 5 Wet p de Expertisecentra, Reginaal expertisecentrum, Cmmissie vr de indicatiestelling, ministeriële cmmissie vr de indicatiestelling en Landelijke cmmissie tezicht indicatiestelling Artikel 12 Algemeen De artikelen 8a, 28b, 28c met uitzndering van het derde lid, 28d en 28e van de Wet p de expertisecentra zijn van vereenkmstige tepassing met dien verstande dat: a. nder leerling wrdt verstaan deelnemer ; b. nder een schl als bedeld in de Wet p het primair nderwijs f de Wet p het vrtgezet nderwijs wrdt verstaan een instelling als bedeld in artikel 1, nder e, van de subsidieregeling leerlinggebnden financiering BVE ; c. wanneer in één van de in de aanhef genemde artikelen wrdt verwezen naar taken, bevegdheden f verplichtingen in een ander, in de aanhef genemd artikel, daarnder mede wrdt verstaan de taken, bevegdheden f verplichtingen die zijn tegekend p grnd van deze regeling, en d. het bepaalde in de artikelen 13 tt en met 15 in acht wrdt genmen. Artikel 13 Mandaat 1. Overeenkmstig het bepaalde in afdeling van de Algemene wet bestuursrecht, wrdt mandaat verleend aan: a. de cmmissie vr de indicatiestelling, tt het nemen van de besluiten, bedeld in de artikelen 12 en 14 junct artikel 28c van de Wet p de expertisecentra; b. de ministeriële cmmissie vr de indicatiestelling, tt het nemen van de besluiten, bedeld in artikel 12 junct artikel 28d van de Wet p de expertisecentra. c. De landelijke cmmissie tezicht indicatiestelling, tt het nemen van de besluiten, bedeld in artikel 12 junct artikel 28 e van de Wet p de expertisecentra. 2. De cmmissies, bedeld in het eerste lid, leven bij de uitefening van de gemandateerde bevegdheid de vrschriften, gesteld bij deze regeling na. berepsnderwijs (mb) 8 / 25

9 Artikel 14 Cmmissie vr de indicatiestelling 1. De cmmissie vr de indicatiestelling berdeelt alleen f een deelnemer in aanmerking kmt vr een leerlinggebnden budget. 2. In bijlage B bij deze regeling is het in artikel 28c, vierde lid, van de Wet p de expertisecentra bedelde aanmeldingsfrmulier pgenmen. 3. De geldigheidsduur van de indicatie is in vereenstemming met het daarver bepaalde in het Besluit leerlinggebnden financiering. Artikel 15 Criteria vr de indicatiestelling De indicatiecriteria bedeld in artikel 28c, achtste lid, van de Wet p de expertisecentra zijn de in de Regeling indicatiecriteria en aanmeldingsfrmulier leerlinggebnden financiering (LGF) genemde criteria vr zver daarvan niet in bijlage C bij deze regeling is afgeweken. Paragraaf 6 Sltbepalingen Artikel 16 Inveringsbepaling In afwijking van artikel 8, eerste lid, eerste vlzin, kan subsidie die is aangevraagd vr 1 maart 2006 wrden verleend met ingang van 1 januari Artikel 17 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari Artikel 18 Citeertitel Deze regeling wrdt aangehaald als: Subsidieregeling leerlinggebnden financiering MBO. berepsnderwijs (mb) 9 / 25

10 Deze regeling zal met de bijlagen en de telichting in de Staatscurant wrden geplaatst. De staatssecretaris van nderwijs, cultuur en wetenschap, drs. M. Rutte Telichting Inleiding In december 2004 heeft staatssecretaris Rutte aan de Tweede Kamer tegezegd m in de sectr Berepsnderwijs en Vlwasseneneducatie en daarbinnen in het berepsnderwijs, een leerlinggebnden financiering (LGF) in te veren vr gehandicapte, geïndiceerde. Deze leerlinggebnden financiering MBO (hierna: LGF-MBO) wrdt ingeverd in navlging van de sectren Primair en Vrtgezet nderwijs, waar de leerlinggebnden financiering in 2003 werd ingeverd. De LGF-MBO wrdt cnfrm de tezegging van staatssecretaris Rutte aan de Tweede Kamer ingeverd per 1 januari Omdat de tijd tussen de tezegging aan de Kamer en de tegezegde datum van inwerkingtreding niet lang geneg is m een traject van wetswijziging te drlpen, is ervr gekzen een tijdelijke vergangsregeling te ntwerpen, die inhudelijk vruitlpt p wat uiteindelijk per wet geregeld gaat wrden. Deze regeling is dus per definitie tijdelijk, vr een peride van naar verwachting twee jaar, van 1 januari 2006 tt 1 januari Per 1 januari 2008 dient de wijziging van de wet p de Expertisecentra (WEC) in werking te treden, die de LGF-MBO structureel regelt. Het uitgangspunt bij nderhavige tijdelijke regeling is zveel mgelijk aan te sluiten bij de systematiek van de leerlinggebnden financiering in het PO en VO. Dat betekent tegelijkertijd dat zveel mgelijk vruitgelpen wrdt p de in te veren definitieve wetswijziging waarbij de LGF-MBO structureel geregeld wrdt. Op die manier wrden de administratieve lasten vr uders, en instellingen zveel mgelijk beperkt. Het is immers niet prettig m na de invering van een tijdelijke regeling met een andere systematiek en met andere frmulieren te werken dan men gewn is in het PO en VO. Evenmin is het prettig m twee jaar na invering van een tijdelijke regeling, weer ver te meten stappen p een andere systematiek vanwege de invering van een structurele wetswijziging. Met nderhavige regeling wrdt daarm k begd de systematiek en werkwijze zveel mgelijk aan te sluiten p de al bestaande LGF. Een aantal ndergeschikte zaken wijken af vanwege de aard van deze tijdelijke subsidieregeling. Overigens vindt p dit mment een discussie plaats ver de herijking van de zrgstructuren binnen het funderend nderwijs. De uitkmsten hiervan kunnen leiden tt een aanpassing van de vrliggende regeling bij de vrmgeving van het wettelijk kader. De regeling is zwel bestemd vr de BVE-instellingen die ressrteren nder het ministerie van OCW als vr de AOC s. berepsnderwijs (mb) 10 / 25

11 Del regeling De regeling heeft tt del het mgelijk te maken dat een deelnemer c.q. zijn/haar uders f verzrgers die vindt dat hij/zij beperkingen ndervindt bij de nderwijsdeelname als gevlg van een lichamelijke f verstandelijke beperking, een indicatie kan aanvragen m in aanmerking te kmen vr extra faciliteiten m deze beperkingen te verwinnen. De indicatie gebeurt dr een cmmissie vr de indicatiestelling die is verbnden aan een reginaal expertisecentrum f een schl vr speciaal nderwijs. Met de indicatiestelling van een deelnemer kan een BVE-instelling vervlgens een subsidie aanvragen p basis van deze regeling. Indien de deelnemer al ver een geldige indicatiestelling beschikt, b.v. mdat hij drstrmt uit b.v. het VO, dan kan deze indicatiestelling gebruikt wrden bij het aanvragen van de subsidie p grnd van deze regeling. De subsidie heeft als delen: a. het de BVE-instelling mgelijk te maken een extra inspanning ten beheve van de geïndiceerde deelnemer te verrichten; b. ambulante begeleiding vanuit een expertisecentrum f een schl vr vs te leveren. In een verplicht p te stellen handelingsplan meten deze delen gecncretiseerd wrden. Belangrijkste uitgangspunten regeling De WEC is het uitgangspunt vr deze regeling, en de systematiek van de LGF in PO/VO is dus k het uitgangspunt vr de systematiek van de LGF-MBO. Dat betekent het vlgende: De bedragen vr de LGF-MBO kmen zveel mgelijk vereen met de bedragen vr LGF in PO/VO. Afwijkingen hebben te maken met de eigenheid van de BVEsectr, niet met principiële keuzes. De systematiek dat een deelnemer ambulante begeleiding krijgt van een expertisecentrum f een schl vr speciaal nderwijs wrdt in deze regeling k vr het MBO ingeverd. Dat betekent k dat een deel van het subsidiebedrag dat aan een instelling vr berepsnderwijs ten beheve van een geïndiceerde deelnemer wrdt tegekend, vr die ambulante begeleiding dr het expertisecentrum f een schl vr vs bestemd is. De wijze van de indicatiestelling geschiedt identiek aan die in PO/VO. Behudens enkele kleine aanpassingen zijn de criteria vr de indicatiestelling gelijk aan de criteria vr PO/VO. De aanpassingen zijn verwrd in bijlage C bij de regeling en is het gevlg van de eigenheid van de BVE-sectr. Er dient vr iedere geïndiceerde deelnemer vr wie subsidie wrdt aangevraagd een handelingsplan te wrden pgesteld, waarin de instelling en de deelnemer afspraken maken ver de dr de instelling te treffen maatregelen en de inzet van de ambulante begeleiding. berepsnderwijs (mb) 11 / 25

12 Belangrijke verschillen met de regeling in PO/VO zijn De sectr BVE heeft geen speciaal nderwijs, en dus is de rugzak k niet bedeld m een keuze mgelijk te maken tussen regulier en speciaal nderwijs. Alle bepalingen in de Wet educatie en berepsnderwijs ver telating en telaatbaarheid blijven gewn van tepassing. De invering van de LGF-MBO det hieraan niet af f te. De leeftijdsgrens vr LGF is in PO/VO 20 jaar. In de BVE-sectr is gekzen vr een verhging naar 30 jaar, mdat de gemiddelde leeftijd van, zeker in BBL en deeltijd BOL, bven de 20 jaar is. Met deze leeftijdsgrens van 30 kan het grtste deel van de die dat ndig heeft een rugzak krijgen. Regeling vs. wet Niettemin is er een aantal specifieke aspecten aan een subsidieregeling zals deze. De belangrijkste is dat CFI niet rechtstreeks het vr ambulante begeleiding bestemde deel van de subsidie kan en mag uitbetalen aan het expertisecentrum f de schl vr vs die de ambulante begeleiding verzrgt. De juridische basis ntbreekt daarvr. Omdat het verplicht is de ambulante begeleiding bij een expertisecentrum f een schl vr vs in te kpen, is ervr gekzen een samenwerkingscnstructie tussen de BVEinstelling en het expertisecentrum f de schl vr vs verplicht te stellen. Deze verplichting kan kmen te vervallen als de wijziging van de WEC van kracht wrdt. Daarbinnen is het namelijk wel juridisch mgelijk het deel van de LGF dat bestemd is vr de ambulante begeleiding rechtstreeks aan het expertisecentrum f de schl vr vs uit te betalen. Artikelsgewijze telichting Artikel 1, nder d Op deze wijze is vastgelegd dat de leerlinggebnden financiering vr het berepsnderwijs aan deze leerwegen geldt en niet vr de vlwasseneneducatie. Artikel 4 De instelling en het reginaal expertisecentrum f de schl vr vs vrmen een samenwerkingsverband terzake van de ambulante begeleiding van de gehandicapte deelnemer. De instelling vegt de vereenkmst die betrekking heeft p deze samenwerking bij de subsidieaanvraag. Het kan vrkmen dat een instelling en een reginaal expertisecentrum f een schl vr vs samenwerken terzake van de ambulante begeleiding van meerdere gehandicapte. In dat geval kan wrden berepsnderwijs (mb) 12 / 25

13 vlstaan met het maken van één samenwerkingsvereenkmst terzake van de ambulante begeleiding van meerdere gehandicapte. Het adres vr het indienen van de subsidieaanvraag is: CFI Pstbus ML Zetermeer Artikel 5 Deze vrziening sluit zveel als mgelijk aan p de regeling leerlinggebnden financiering in het primair en vrtgezet nderwijs (LGF/PO-VO) (Wet van 28 nvember 2002 tt wijziging van de Wet p de expertisecentra, de Wet p het primair nderwijs en de Wet p het vrtgezet nderwijs in verband met de invering van een leerlinggebnden financiering en de vrming van reginale expertisecentra, Staatsblad 2002, 631). Artikel 6 In artikel 6 staan de verplicht p te nemen zaken in de samenwerkingsvereenkmst mschreven. Daarnaast staat het partijen vrij datgene in de samenwerkingsvereenkmst te regelen wat zij wenselijk vinden. Gedacht zu kunnen wrden aan het pnemen van een bepaling in de samenwerkingsvereenkmst ver de samenwerking en infrmatieuitwisseling tussen enerzijds de accuntant van de instelling en anderzijds de accuntant van de schl vr vs f het reginaal expertisecentrum inzake de rechtmatige besteding van de middelen. Artikel 9 Overeenkmstig de LGF/PO-VO bestaat de leerlinggebnden financiering in het berepsnderwijs (LGF/MBO) uit twee gedeelten. Een gedeelte (vermeld in tabel A) is bestemd vr de subsidie aanvragende instelling. Het andere gedeelte (vermeld in tabel B) is bestemd vr het reginaal expertisecentrum f de schl vr vs die de ambulante begeleiding van de deelnemer verzrgt. Cnfrm het bepaalde in artikel 6 van deze regeling zal de samenwerkingsvereenkmst tussen de instelling en het reginaal expertisecentrum f de schl vr vs erin meten vrzien dat beiden aanstnds meten kunnen beschikken ver het vr ieder van hen bestemde bedrag. Vr het gemak wrden in nderstaande tabel de ttaalbedragen van de rugzak gegeven (dus de bedragen die instelling en reginaal expertisecentrum f de schl vr vs ntvangen pgeteld) berepsnderwijs (mb) 13 / 25

14 Tabel ttaalbedragen Telaatbaar verklaard tt nderwijs van nderstaand cluster BOL Assistent- en basisberepspleiding BBL en deeltijd BOL Assistent- en basisberepspleiding BOL Vakpleiding, middenkader- en specialistenpleiding BBL en deeltijd BOL Vakpleiding, middenkader- en specialistenpleiding Cluster 2 Dve Cluster 2 Slechthrende Cluster 2 Meervudig gehandicapte Cluster 3 Lichamelijk gehandicapte Cluster 3 Langdurig zieke met een lichamelijke handicap Cluster 3 Zeer meilijk lerende Cluster 3 Meervudig gehandicapte Cluster 4 Gedragsprblematiek Artikel 11 Overeenkmstig de OCenW-Richtlijnen Jaarverslaggeving wrdt in de jaarrekening de aan het verslagjaar te te rekenen subsidie herkenbaar als bate verantwrd, en wrden de lasten verwerkt binnen de daarte bestemde psten. De subsidie wrdt pgenmen in bijlage D2 bij de jaarrekening nder het nderdeel: Germerkte subsidies. Als een subsidie besteed wrdt in twee achtereenvlgende jaren, met k vr elk van die jaren het in dat jaar bestede bedrag verantwrd wrden. berepsnderwijs (mb) 14 / 25

15 Deze regeling berust p de Wet verige nderwijssubsidies. Daarmee zijn de subsidiebepalingen van de AWB k van tepassing p deze regeling. Dat hudt in dat als achteraf gecnstateerd wrdt dat de subsidieverlening in strijd was met de vrwaarden van de regeling f dat subsidievrwaarden niet zijn nageleefd, de subsidie lager kan wrden vastgesteld. Artikel 12 Dr deze kppelbepaling zijn de hier genemde artikelen in de Wet p de expertisecentra van vereenkmstige tepassing vr het berepsnderwijs. Vr zver afwijkingen nvermijdbaar zijn, staan die in de artikelen 12 t/m 15 van deze regeling. Artikel 13 In artikel 12 is verwezen naar een aantal artikelen uit de Wet p de expertisecentra. Laatstgenemde artikelen regelen de taken van het reginaal expertisecentrum (REC) en van de aldaar genemde cmmissies, en de schl vr vs. Op grnd van de samenwerkingsvereenkmst en de mandaatbepaling van artikel 13 kunnen de schl, het REC en deze cmmissies de taken, die zij nu ten beheve van de leerlinggebnden financiering in het PO en VO uitveren, óók ten beheve van de leerlinggebnden financiering in het berepsnderwijs uitveren. Buiten het mandaat vallen eventuele besluiten p bezwaar tegen besluiten van de cmmissie vr de indicatiestelling. Daarm zal in deze gevallen de minister beslissen p het bezwaarschrift. Overigens laat dit nverlet dat de minister eerst beslist na het advies van de cmmissie, bedeld in artikel 28b, achtste lid, van de Wet p de expertisecentra (de BAC). Op deze wijze wrdt tch zveel mgelijk aansluiting bereikt bij de LGF/PO-VO regeling. Artikel 14, eerste lid De LGF/PO-VO regeling is mede pgezet vanuit het uitgangspunt dat in deze sectr speciaal nderwijs bestaat. In het berepsnderwijs ntbreekt het speciaal nderwijs. Daarm is in het eerste lid van artikel 14 bepaald dat de cmmissie vr de indicatiestelling berdeelt f een deelnemer in aanmerking kmt vr een leerlinggebnden budget. Artikel 14, tweede lid Uiteraard geldt het in bijlage B pgenmen aanmeldingsfrmulier alleen vr de nderhavige LGF/MBO regeling. Het aanmeldingsfrmulier is zveel mgelijk gelijk aan het aanmeldingsfrmulier waarnaar artikel 28c, vierde lid, van de Wet p de expertisecentra verwijst (het aanmeldingsfrmulier LGF/PO-VO). Op nderdelen is de regeling evenwel aangepast aan de situatie in het berepsnderwijs. berepsnderwijs (mb) 15 / 25

16 Artikel 15 Het is de bedeling dat de Regeling indicatiecriteria en aanmeldingsfrmulier leerlinggebnden financiering zveel mgelijk geldt vr de LGF-MBO. Vr zver aanpassingen ndzakelijk zijn vanwege de eigenheid van de LGF-MBO zijn deze in bijlage C gefrmuleerd. Een van die aanpassingen betreft artikel 12 van de Regeling indicatiecriteria en aameldingsfrmulier leerlinggebnden financiering. In dit artikel zijn de beperkingen in de nderwijsparticipatie vastgelegd. Deze beperkingen zijn speciaal geschreven vr leerlingen in het PO en VO en kunnen niet znder meer van vereenkmstige tepassing wrden verklaard p het berepsnderwijs. Daarm zijn vr het berepsnderwijs nieuwe beperkingen in de nderwijsparticipatie gefrmuleerd. Deze nieuwe beperkingen zijn vastgelegd in bijlage C bij deze regeling. Artikel 16 Naar verwachting zullen de eerste aanvragen vr subsidie p grnd van deze regeling pas in januari f februari 2006 kunnen wrden ingediend. Vr de die feitelijk al p 1 januari 2006 met het nderwijs zijn begnnen, wrdt dan de subsidie verleend vanaf 1 januari Bijlage A Regeistratie en subsidie aanvraag geïndiceerde in het mb Telichting Met dit frmulier kan een BVE instelling (en een AOC vr wat betreft het MBO-deel) als subsidientvanger aanmelden vr wie p basis van een berdeling dr een cmmissie vr indicatiestelling (artikel 14 van de subsidieregeling leerlinggebnden financiering MBO / artikel 28c van de WEC) een budget beschikbaar is. Als sprake is van een eerste inschrijving van de deelnemer bij uw instelling, wrdt met ingang van de eerste dag van de maand vlgend p de aanvraag ( zie artikel 8 van de subsidieregeling leerlinggebnden financiering) het recht p het budget verkregen, en vervlgens een subsidie dr mij vastgesteld. Geïndiceerde meten daarm tijdig aangemeld wrden. Meldingen wrden niet met terugwerkende kracht verwerkt. Het meldingsfrmulier heeft het frmuliernummer CFI en is met ingang van 23 december 2005 te dwnladen via f, dr middel van plaketiket nr. CFI aan te vragen bij CFI, Pstbus 606, 2700 ML Zetermeer. Indien een deelnemer middels dit frmulier is aangemeld en a. p uw instelling ingeschreven blijft staan en b. geen wijzigingen ptreden in de geleverde gegevens c. de leeftijd van 30 jaar ng niet heeft bereikt berepsnderwijs (mb) 16 / 25

17 heft u de deelnemer met ingang van het nieuwe subsidiejaar niet pnieuw aan te melden. Zlang de indicatiestelling van de deelnemer geldig blijft, wrdt de bekstiging vrtgezet. Vr wijzigingen in pleidingsniveau en/f leerweg en/f vr de uitschrijving van de deelnemer dient de instelling gebruik te maken van een specifiek frmulier (een terugmeldingsfrmulier vr wijzigingen in de registratie van de gegevens van de geïndiceerde deelnemer). Over het frmulier en de daarbij behrende telichting zal de instelling afznderlijk wrden geïnfrmeerd. Als een deelnemer, aan wie een deelnemergebnden budget is tegekend, van instelling verandert, met de nieuwe instelling een nieuwe aanvraag indienen m in aanmerking te kmen vr een subsidie. Daarvr geldt dezelfde prcedure als bij een deelnemer, die vr het eerst bij een instelling wrdt ingeschreven. Lees vr het invullen van dit frmulier eerst de subsidieregeling leerlinggebnden financiering MBO. Onvlledig ingevulde frmulieren kunnen niet in behandeling wrden genmen. Dat geldt k bij het niet inzenden van de samenwerkingsvereenkmst. Op basis van dit frmulier zal aan de instelling de subsidie van artikel 9 (het ttaal van Tabel A en B) van de subsidieregeling leerlinggebnden financiering MBO wrden tegekend. De instelling zelf dient p basis van de samenwerkingsvereenkmst de subsidie behrend bij artikel 9 Tabel B aan het reginnaal expertisecentrum f de VSO schl ver te maken. Deze verbeking zal in de cntrle dr de instellingsaccuntant wrden meegenmen. berepsnderwijs (mb) 17 / 25

18 MODEL MELDINGSFORMULIER 1 Gegevens instelling BRIN-nummer Naam Adres Pstcde en plaats. Cntactpersn Naam. Telefnnummer. 2 Gegevens deelnemer Geef aan sinds wanneer de deelnemer nderwijs vlgt aan uw instelling. inschrijving (dd-mm-jjjj) Geef gebrtejaar en gebrtemaand p van de deelnemer..... jaar.... maand Via klm typering nderwijs wrdt dr de subsidientvanger aangegeven f er sprake is van - een vltijds deelnemer BOL f - een deeltijds deelnemer BOL f - een BBL deelnemer. Er kan slechts 1 regel wrden ingevuld. In de verige klmmen wrdt het pleidingsniveau, waarin de deelnemer nderwijs vlgt, ingevuld. De gegevens van deze klmmen dienen vereen te kmen met de gegevens van de afgeslten nderwijsvereenkmst tussen instelling en deelnemer. Typering nderwijs Niveau 1 Niveau 2 Niveau 3 Niveau 4 BOL vltijds BOL deeltijds BBL 3 Gegevens indicatie CvI-nummer van de deelnemer van indicatiestelling (dd-mm-jjjj) Gegevens in geval van herindicatie Is de deelnemer sinds de invering van Leerling/ Deelnemergebnden financiering al eens eerder geïndiceerd? berepsnderwijs (mb) 18 / 25

19 [ ] Nee [ ] Ja Vul hiernder het vrige CvI-nummer van de deelnemer in. Vrige CvI-nummer van de deelnemer Type indicatiestelling Tt welke grep behrt de deelnemer vlgens de Cmmissie van indicatiestelling. Aankruisen Cluster 2 [ ] Dve [ ] Slechthrende [ ] Meervudig gehandicapte Cluster 3 [ ] Langdurig zieke met een lichamelijke handicap [ ] Lichamelijk gehandicapte [ ] Zeer meilijk lerende [ ] Meervudig gehandicapte Cluster 4 [ ] Gedragsprblematiek 6 Ondertekening en bijlage Het bevegd gezag verklaart de pgevraagde gegevens vlledig en naar waarheid te hebben ingevuld.. Bevegd gezag nummer Naam bevegd gezag. Naam. Plaats. Handtekening. Bijlage: (samenwerkingsvereenkmst) berepsnderwijs (mb) 19 / 25

20 Aanmeldingsfrmulier Bijlage B AANMELDING VOOR Leerlinggebnden financiering in het Middelbaar Berepsnderwijs (BOL BBL) (vr eerste indicatie en vr herindicatie) AANMELDINGSFORMULIER VOOR DE DEELNEMER BESTEMD VOOR DE COMMISSIE VOOR DE INDICATIESTELLING VAN HET REGIONAAL EXPERTISECENTRUM berepsnderwijs (mb) 20 / 25

21 Wat zijn de gegevens van de deelnemer die wrdt aangemeld? Wat is de achternaam van de deelnemer? Wat zijn de vrnamen van de deelnemer? Is de deelnemer een man f een vruw Wanneer is de deelnemer gebren? Wat is de wnplaats en de pstcde van de deelnemer? Als de deelnemer nderwijs vlgt, p welke schl wrdt dit nderwijs gevlgd? Welk leerjaar / studiejaar van de pleiding vlgt de deelnemer nu? Naar wie meten wij de pst sturen ver de aanmelding? Deelnemer Ja / nee naam en vrletters straat en huisnummer pstcde en plaats land (telefnnummer) Ouder(s)/ verzrger(s) Ja / nee naam en vrletters straat en huisnummer pstcde en plaats land (telefnnummer) Vgd / ander Ja / nee naam en vrletters straat en huisnummer pstcde en plaats land (telefnnummer) berepsnderwijs (mb) 21 / 25

22 Waarm heeft de deelnemer speciale hulp ndig p het MBO? Wat zijn de prblemen? Welke hulp heeft de deelnemer al gekregen? Is de deelnemer al eerder aangemeld vr een indicatie? Ja / nee Z ja: bij welke Cmmissie vr de Indicatiestelling? Z ja, gaat het m een herindicatie? Wie det de aanmelding en wanneer? aanmelding Naam deelnemer Handtekening deelnemer Als een f beide uders tekenen: Naam/namen uder(s) / vgd(es) Handtekening uder(s) / vgd(es) berepsnderwijs (mb) 22 / 25

23 De cmmissie vr de indicatiestelling heeft meer gegevens ndig m een beslissing te kunnen nemen. In bijlage 1 vindt u een verzicht. Wilt u aankruisen van welke schl u hulp ndig heeft? Wilt u k aankruisen welke gegevens u heeft en deze meesturen? Bijlage 1 Schl vr Ndzakelijke infrmatie Dve (DV) audilgisch nderzek, sms k lgpedisch en psychdiagnstisch nderzek Deelnemers die df zijn en een verstandelijke handicap hebben (DV-MG) audilgisch en psychdiagnstisch nderzek sms k lgpedisch nderzek Slechthrende (SH) audilgisch nderzek sms k lgpedisch f psychdiagnstisch nderzek nderwijskundig rapprt (als de deelnemer naar schl gaat) en eventueel gegevens uit de zrgsectr Deelnemers die slechthrend zijn en een verstandelijke handicap hebben (SH-MG) audilgisch en psychdiagnstisch nderzek sms k lgpedisch nderzek Deelnemers met een verstandelijke handicap / die zeer meilijk lerend zijn (ZMLK) psychdiagnstisch nderzek (gericht p intelligentie en sms sciale redzaamheid) sms k nderwijskundig rapprt (als de deelnemer naar schl gaat) en eventueel gegevens uit de zrgsectr f een medische verklaring dat er sprake is van het syndrm van Dwn Langdurig zieke (LZK) medisch en psychdiagnstisch nderzek (geen IQ-test ndzakelijk) nderwijskundig rapprt (als de deelnemer naar schl gaat) en eventueel gegevens uit de zrgsectr effect van handelingsplannen van zrgverleners f gegevens ver zelfredzaamheid Lichamelijk gehandicapte (LG) medisch en psychdiagnstisch nderzek (geen IQ-test ndzakelijk) nderwijskundig rapprt (als de deelnemer naar schl gaat) en eventueel gegevens uit de zrgsectr effect van handelingsplannen van zrgverleners f gegevens ver zelfredzaamheid Deelnemers met een lichamelijke en een verstandelijke handicap (LG-MG) medisch en psychdiagnstisch nderzek (gericht p intelligentie) gegevens ver het verzuim ( in nderwijskundig rapprt f gegevens zrgverleners) f gegevens ver zelfredzaamheid Deelnemers met psychiatrische prblemen en / f ernstige gedragsprblemen (cluster 4) Psychdiagnstisch en/f psychiatrisch nderzek sms nderzekgegevens van het maatschappelijk werk gegevens uit de jeugdzrg en/f kinderpsychiatrie ver de hulpverlening nderwijskundig rapprt (als de deelnemer naar schl gaat) en eventueel gegevens uit de zrgsectr berepsnderwijs (mb) 23 / 25

24 Deelnemers met een strnis uit het autisme spectrum (Van welk cluster heeft de deelnemer hulp ndig?) vrnamelijk taal- en cmmunicatieprblemen: cluster 2 vrnamelijk zeer vertraagde ntwikkeling: cluster 3 vrnamelijk taalprblemen in cmbinatie met mtrische prblemen: cluster 3 vrnamelijk gedrags- en cmmunicatieprblemen: cluster 4 berepsnderwijs (mb) 24 / 25

25 Bijlage C BIJ DE SUBSIDIEREGELING LEERLINGGEBONDEN FINANCIERING MBO 1. Andere begrippen Zals is bepaald in artikel 15 van de Subsidieregeling leerlinggebnden financiering MBO zijn de criteria aan de hand waarvan de cmmissie vr de indicatiestelling met berdelen f een deelnemer in het mb in aanmerking kmt vr een leerlinggebnden budget, de criteria die zijn pgenmen in de Regeling indicatiecriteria en aanmeldingsfrmulier leerlinggebnden financiering. Vr een ged begrip wrdt ng pgemerkt, dat de Regeling indicatiecriteria en aanmeldingsfrmulier leerlinggebnden financiering begrippen hanteert die in het mb niet gebruikt wrden. Dat betekent: a. waar in de regeling wrdt gesprken van een leerling is telaatbaar tt cluster.. f de leerling die vr cluster.. is aangemeld f wrden van gelijke strekking, gaat het bij de indicatiestelling in het mb m vr wie berdeeld met wrden f zij recht hebben p leerlinggebnden financiering met ambulante begeleiding vanuit het nderwijs uit een bepaald cluster. b. als er wrdt gesprken ver uders, vgden f verzrgers dan, gaat het hier m de deelnemer f diens uders, vgden f verzrgers; c. vr kinderpsychiatrische vrziening f Jeugdbescherming dient een psychiatrische vrziening te wrden gelezen en vr jeugdzrg dient GGZ te wrden gelezen. 2. Artikelen die niet van tepassing zijn Vanwege de eigenheid van de MBO sectr zijn in een aantal gevallen de criteria vr indicatiestelling van de Regeling indicatiecriteria en aanmeldingsfrmulier leerlinggebnden financiering niet van tepassing. Dat betreft de criteria vr indicatiestelling neergelegd in de vlgende artikelen: Artikel 5 Artikel 7, tweede lid nder b Artikel 8, tweede lid nder a Artikel 9, tweede lid nder a Artikel 12, eerste lid nder a 3. Tensltte Tensltte wrdt ng aandacht gevraagd vr het aanmeldingsfrmulier vr de indicatiestelling. De MBO sectr dient hiervr het frmulier te gebruiken dat is pgenmen als bijlage B bij de subsidieregeling leerlinggebnden financiering MBO. Het frmulier dat nu is bijgevegd bij de Regeling indicatiecriteria en aanmeldingsfrmulier leerlinggebnden financiering geldt dus niet vr de MBO sectr. berepsnderwijs (mb) 25 / 25