14 APRIL Promen į**

Transcriptie

1 14 APRIL 2016 Promen į**

2 Inhoudsopgave 'if Beleidsbegroting 1. Inleiding 3 2. Uitgangspunten voor deze begroting 4 3. Financiering 6 4. Weerstandsvermogen en risicobeheersing 7 5. Onderhoud kapitaalgoederen 9 6. Rechtmatigheid Verbonden partijen 1 1 Begroting 2017 en Financiële meerjarenraming Begroting 2017 en Financiële meerjarenraming Uitgangspunten en toelichting Overige financiële overzichten 22 Bijlagen Bijlage 1 23 Primitieve begroting Promen

3 'áf Beleidsbegroting Promen Primitieve begroting Promen

4 1. Inleiding Op 1 januari 2015 is de Participatiewet (PW) ingevoerd. Deze wet is erop gericht om schotten tussen bestaande regelgeving op het terrein van Werk en Inkomen weg te nemen. De Wet werk en bijstand (Wwb) is samengevoegd met de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) en delen van de Wajong, die eerder door het UWV werd uitgevoerd. De instroom in de Wsw stopt, met als direct gevolg dat het aantal Wsw medewerkers vanaf 1 januari 2015 door natuurlijk uitstroom zal gaan dalen. De Wajong is alleen nog maar toegankelijk voor mensen die volledig en duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Dit veroorzaakt een groei in het uitkeringenbestand, naast de toegenomen werkloosheid als gevolg van de economische ontwikkelingen van de laatste jaren. Deze sterk veranderende situatie maakt nieuwe keuzes noodzakelijk op het gebied van de uitvoering van de Participatiewet. Met als uiteindelijk doel om zoveel mogelijk mensen te laten participeren tegen zo laag mogelijke kosten. In deze context is door Promen in samenwerking met de gemeenten een duurzaam model ontwikkeld dat door het bestuur in 2015 is vastgesteld. Dit duurzaam model is een meerjarenafspraak tussen de deelnemende gemeenten voor de periode , waarbij de expertise en infrastructuur van Promen zowel voor de Wsw als voor de nieuwe doelgroep van de Participatiewet wordt ingezet. Een nieuwe doelgroep van mensen met een loonwaarde tussen 20 en 80% van het wettelijk minimumloon. Waaronder de voormalige doelgroep Wsw (die niet valt onder de nieuwe doelgroep Beschut Werken) en de voormalige Wajong (Wajongeren die niet volledig en duurzaam ongeschikt zijn). De samenwerking tussen Promen en de gemeenten is hierbij cruciaal. Een gezamenlijke ambitie en commitment om zoveel mogelijk mensen uit de PW door middel van het beschikbare werk en de infrastructuur bij Promen naar zo regulier mogelijk werk te begeleiden. En door gemeentelijke werkkavels bij Promen onder te brengen, waardoor zowel de uitvoeringskosten als de uitkeringskosten kunnen worden verlaagd door het aanbieden van nieuwe werkarrangementen bij Promen. In 2016 zal het duurzaam model worden aangevuld met strategische keuzes voor de periode vanaf Zo ontstaat een duidelijk en breed gedragen perspectief waarnaar de komende jaren gericht kan worden toegewerkt. Primitieve begroting Promen

5 0 2. Uitgangspunten voor d e z e begroting Deze begroting is opgesteld vanuit het uitgangspunt van het duurzaam m o d e l : een model d a t d e bestaande en krimpende SW-organisatie verder optimaliseert en tegelijkertijd d e o p g e b o u w d e infrastructuur en het uitgebreide netwerk van instellingen en bedrijven inzet voor d e re-integratie van d e nieuwe doelgroepen uit d e PW. Dit wordt vertaald in een jaarlijkse groeiende inzet van trajecten voor d e brede d o e l g r o e p van d e Participatiewet. Dit hoofduitgangspunt is, a a n g e v u l d met aannames r o n d o m lonen en salarissen en het effect van het als onderdeel van het duurzaam model afgesproken Optimalisatieplan SW , als volgt geconcretiseerd: 1. Voor d e Wsw wordt het a a n t a l arbeidsplaatsen berekend o p basis van het a a n t a l geprognosticeerde arbeidsplaatsen per ultimo 2016 minus d e a f b o u w van d e populatie door pensioneringen en natuurlijk verloop (2,5%). Ook wordt ervan uitgegaan d a t d e tijdelijke dienstverbanden grotendeels w o r d e n verlengd. 2. In d e personeelsplanning voor d e nieuwe doelgroep van d e Participatiewet wordt rekening g e h o u d e n met d e aantallen deelnemers en trajecten zoals o p g e n o m e n in het onlangs vastgestelde Ondernemingsplan 2016 (OP 2016; 270 deelnemers/ trajecten in 2017 geleidelijk o p l o p e n d naar 458 deelnemers/ trajecten in 2019). De aantallen deelnemers in 2018 en 2019 zijn nog onzeker. Dit hangt samen met het lopende strategietraject 2016 en d e behoeften en wensen van d e d e e l n e m e n d e gemeenten. 3. Voor d e vergoeding per arbeidsplaats SW wordt uitgegaan van een bedrag van ê per SE in Dit b e d r a g is als volgt o p g e b o u w d : Het b e d r a g per SE van ê zoals o p g e n o m e n in het Ondernemingsplan 2016 voor het jaar 2017 (incl. een jaarlijkse a f n a m e van ê 500 per SE voor d e jaren 2018 tot en met 2020). Deze a a n n a m e is gebaseerd o p d e laatste informatie over d e fictieve Wsw c o m p o n e n t in d e integratie-uitkering sociaal domein van d e g e m e e n t e n. De definitieve b e d r a g e n worden jaarlijks vastgesteld o p basis van d e werkelijke ontwikkeling van het m a c r o b u d g e t en d e werkelijk gerealiseerde landelijke uitstroom uit d e Wsw. Het b e d r a g a a n v e r w a c h t e loon- en prijscompensatie van ê 380 per SE, zoals t o e g e z e g d door het Ministerie en ter dekking van d e loonstijgingen ingevolge d e nieuwe Wsw CAO Deze loon- en prijscompensatie is een nieuw element in d e bekostiging van d e Wsw en een direct gevolg van d e nieuwe CAO afspraken. Het b e d r a g per SE in is vooralsnog gebaseerd o p d e eveneens in d e begroting o p g e n o m e n loonstijgingen over 2016 en Bij d e mei circulaire 2016 komt over beide c o m p o n e n t e n nieuwe informatie beschikbaar, die gebruikt zal w o r d e n bij d e opstelling van het Ondernemingsplan 2017 in het najaar van Voor d e omzet 2017 wordt rekening g e h o u d e n met een stijging van ^ verbetering van d e opbrengst per medewerker ten opzichte van het OP Deelnemers a a n d e PW trajecten dragen bij a a n d e omzet die binnen d e Wsw wordt g e m a a k t. De toerekening aan d e overige regelingen g a a t uit van gelijke opbrengsten per medewerker voor zowel d e Wsw als d e PW. Behalve vanuit deze toegerekende omzet vindt d e financiering van d e PW trajecten plaats uit trajectvergoedingen en eventuele loonkostensubsidies. De trajectvergoedingen zijn met ingang van 2017 volledig gebaseerd o p d e uitgangspunten van het in 2015 vastgestelde duurzaam model. Bij d e opstelling van het Ondernemingsplan 2017 zullen met betrekking tot d e aantallen en soorten trajecten maatwerk afspraken met d e g e m e e n t e n worden Primitieve begroting Promen

6 gemaakt. Daarmee neemt de behoefte aan een verdere uitsplitsing van kosten, opbrengsten en resultaten naar de te onderscheiden producten en diensten van Promen verder toe. In dit kader zal in april 2016 een ambtelijke werkgroep geformeerd, ter voorbereiding van het 'Ondernemingsplan 2017 nieuwe stijl'. 5. Met betrekking tot de lonen Wsw wordt uitgegaan van een stijging van ^ in Daarnaast is rekening gehouden met de effecten van het in de nieuwe Wet Tegemoetkomingen Loondomein opgenomen Lage Inkomensvoordeel (LIV). De verwachte loonstijgingen ingevolge de nieuwe Wsw CAO over 2018 en 2019 zijn evenals de daarop gebaseerde loon- en prijscompensatie nog niet verwerkt. 6. De ambtelijke salarissen van de niet doelgroep medewerkers zijn aangepast overeenkomstig de nieuwe CAO voor ambtenaren (0,4% in 201 7). De Sterwork salarissen voor de niet doelgroep medewerkers 2017 zijn berekend overeenkomstig de nieuwe Wsw CAO. Daarbij is tevens rekening gehouden met de in 2016 fors gestegen sectorpremie WW. De begroting 2017 en de financiële meerjarenraming 2018 tot en met 2020 zijn opgesteld volgens bovenstaande uitgangspunten en de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Toepassing van bovenstaande uitgangspunten resulteert in het volgende meerjaren beeld van de gemeentelijke bijdrage per gemeente. Gemeentelijke bijdrage exploitatietekort (x ê 1.000) Real OP 2016 Begr Begr Begr Begr Alphen aan den Rijn Capelle aan den IJssel Gouda Krimpen aan den IJssel Krimpenerwaard W addinxveen Zuidplas Bodegraven-Reeuwijk Totaal Promen Primitieve begroting Promen

7 3. Financiering In de begroting 2017 en de meerjarenraming 2018 t/m 2020 is uitgegaan van het financiële beleid van Promen zoals vastgelegd door het Algemeen Bestuur in het treasurystatuut Promen d.d. september Promen voldoet vanaf november 2015 volledig aan de Wet Verplicht Schatkistbankieren, waarbij decentrale overheden worden verplicht hun overtollige middelen aan te houden bij het Ministerie van Financiën. Op deze middelen wordt geen rente vergoed. Kasgeld limiet (x ê 1.000^) Stap Berekening bedragen 1e kw 2e kw 3e kw 4e kw 1 Vlottende schuld Vlottende middelen Netto vlottend M of overschot middelen (-) 4 Gemiddelde van (3) Kasgeldlimiet a Ruimte onder de kasgeldlimiet b Overschrijding van de kasgeldlimiet - Berekening kasgeldlimiet 7 Begrotingstotaal Percentageregeling 8,20% Kasgeldlimiet Renterisico norm (x ê 1.000^) Stap Variabelen Renterisico(norm) Renteherzieningen 2 Aflossingen Renterisico (1 +2) Renterisiconorm a Ruimte onder risiconorm b Overschrijding risiconorm Berekening renterisiconorm 4a Begrotingstotaal b Percentageregeling 20% 20% 20% 20% Renterisiconorm Primitieve begroting Promen

8 0 4, W e e r s t a n d s v e r m o g e n e n r i s i c o b e h e e r s i n g In d e c e m b e r 2015 is d e nieuwe Nota weerstandsvermogen, reserves en voorzieningen vastgesteld door het Algemeen Bestuur. Deze nota zal voortaan een vast onderdeel vormen van d e P&C cyclus van Promen. In d e nota wordt een onderscheid g e m a a k t tussen d e bedrijfsrisico's van Promen (de interne risico's) en d e subsidierisico's van d e gemeenschappelijke regeling (de externe risico's). De bedrijfsrisico's dienen g e d e k t te w o r d e n uit het weerstandsvermogen van Promen en d e subsidierisico's uit het weerstandsvermogen van d e d e e l n e m e n d e g e m e e n t e n. Onder het weerstandsvermogen van Promen wordt het vermogen verstaan o m toekomstige tegenvallers o p te v a n g e n, zonder d a t een dergelijke tegenvaller directe consequenties heeft voor het huidige beleid e n / of d e d a a r a a n verbonden activiteiten. Het weerstandsvermogen is van belang voor d e m a t e waarin risico's, waarvoor g e e n voorzieningen zijn getroffen of waarvoor g e e n verzekeringen zijn afgesloten, kunnen w o r d e n o p g e v a n g e n. Het weerstandsvermogen van Promen bestaat uit d e relatie tussen:» d e weerstandscapaciteit, zijnde d e middelen en mogelijkheden waarover Promen kan beschikken o m niet begrote kosten te dekken en;» alle risico's w a a r v o o r g e e n voorzieningen zijn g e v o r m d of die niet tot afwaardering van activa hebben geleid en die van materiële betekenis zijn in relatie tot het balanstotaal of d e financiële positie. In dit kader is allereerst een risico-inventarisatie uitgevoerd. Dit zijn d e risico's die voortvloeien uit d e bedrijfsmatige activiteiten van d e vier bedrijfsonderdelen van Promen (Productie Binnen, Groepsdetacheringen, Groen & Schoon en het Talentontwikkelbedrijf). Deze risico's w o r d e n beïnvloed door enerzijds d e marktrisico's en anderzijds door d e onzekere ontwikkeling van de o m v a n g van het a a n t a l plaatsingen en trajecten door g e m e e n t e n bij Promen. De instandhouding of verhoging van d e netto t o e g e v o e g d e w a a r d e (NTW) is cruciaal. In d e meerjarenbegroting is d e NTW zo realistisch mogelijk begroot. O m dit te realiseren zijn aanzienlijke inspanningen noodzakelijk. In dit licht is d e Marketing en Sales functie in het afgelopen jaar verder versterkt en gecentraliseerd. De risico's zijn geclassificeerd naar risicobedrag en d e kans dat een risico zich zal v o o r d o e n. Voor d e risicobedragen is uitgegaan van een maximum van 20% van d e omzet per bedrijf aangevuld met een b e d r a g a a n onvoorziene kosten van ê voor Promen breed. De kans d a t een dergelijk risico zich zal voordoen wordt voor d e NTW van Productie Binnen hoog ingeschat (75%), voor d e NTW van d e a n d e r e bedrijven g e m i d d e l d (50%) en voor d e kosten klein (25%). Deze verschillen worden met n a m e veroorzaakt door het feit d a t bij Groen & Schoon, Groepsdetacheringen en het Talentontwikkelbedrijf gewerkt wordt met meerjarige contracten w a a r o p tijdig kan w o r d e n geanticipeerd, terwijl dit bij Productie Binnen (nog) nauwelijks het geval is. Deze inschatting van risico's en beheersmaatregelen is overigens een m o m e n t o p n a m e. Over d e gehele linie wordt gewerkt a a n het verhogen van het a a n d e e l meerjarige contracten en het tijdig anticiperen o p het verlengen van deze c o n t r a c t e n. Indien alle geïdentificeerde risico's zich gelijktijdig en in d e maximale o m v a n g voor d o e n is een b e d r a g van ê 2,4 mln. b e n o d i g d. Dit zal in d e praktijk echter niet het geval zijn, zodat het reserveren van maximumbedrag niet noodzakelijk is. Rekening houdend met d e e e r d e r g e n o e m d e kansen/ waarschijnlijkheden van optreden, is een m a x i m u m b e d r a g a a n b e n o d i g d weerstandsvermogen berekend van ruim ê 1,1 mln. De beschikbare weerstandscapaciteit kan worden g e v o n d e n in d e exploitatie, stille reserves en het vrij beschikbare deel van het eigen v e r m o g e n. Binnen Promen zijn er Primitieve begroting Promen

9 0 nagenoeg geen activa met stille reserves aanwezig die op korte termijn kunnen worden verkocht zonder dat de continuïteit van de bedrijfsvoering in het geding komt. Daarnaast zijn de gevormde voorzieningen door hun aard niet vrij beschikbaar en zijn de bestemmingsreserves door het bestuur geoormerkt voor specifieke beleidsdoelstellingen. Het vrij beschikbare eigen vermogen per 31 december 2015 bedraagt ê 1,1 mln. Dit bedrag kan op basis van de vorengenoemde risico-analyse in ieder geval dienen als buffer voor grote financiële tegenvallers inzake de uitvoering van activiteiten van Promen. De ratio 'weerstandscapaciteit/ risico's voor Promen' is derhalve 100/S. Financiële kengetallen (x ê 1.000= OP 2016 Begroting a. netto schuldquote 5% n.v.t. 5% 1b. netto schuldquote 5% n.v.t. 5% gecorrigeerd 2. solvabiliteitsratio 20% n.v.t. 20% 3. grondexploitatie; n.v.t. n.v.t. n.v.t. 4. structurele exploitatieruimte 0% n.v.t. 0% 5. belastingcapaciteit n.v.t. n.v.t. n.v.t. Primitieve begroting Promen

10 5. Onderhoud kapitaalgoederen Het beleid van Promen voor 'kapitaalgoederen' en 'infrastructuur' is deze in stand te houden in een vorm die passend is bij de bedrijfsvoering en medewerkers een veilige en passende werkomgeving te bieden. Promen heeft daartoe op drie locaties gebouwen in gebruik:» Locatie Zuider IJsseldijk 46, Gouda» Locatie Marconistraat 4, Gouda» Locatie Mient 3-5-7, Capelle aan den IJssel Door een accent op het naar buiten plaatsen van doelgroepmedewerkers wordt het aantal locaties en de infrastructuur steeds aangepast. Het Groen en Schoon bedrijf is momenteel gehuisvest aan de Marconistraat. Medio 2016 loopt de huurtermijn af en zal Groen en Schoon in het pand aan de Zuider IJsseldijk worden gehuisvest. Dit proces wordt door een projectteam begeleid. Het gebouw aan de Zuider IJsseldijk is volledig in eigendom. Het pand aan de Mient in Capelle aan den IJssel wordt gehuurd. Het onderhoud van het pand in Capelle aan den IJssel is voor rekening van Promen. De staat van onderhoud is slecht en naar verwachting wordt het pand op termijn gesloopt. Daarom is er voor gekozen op die locatie slechts correctief onderhoud uit te voeren. In 2016 zal een projectteam worden geformeerd om tot een passende huisvesting in 2017 te komen. In 2015 heeft het bestuur middels de Nota weerstandsvermogen, reserves en voorzieningen tot instelling van een onderhoudsvoorziening besloten. Deze onderhoudsvoorziening is gevormd op basis van het geactualiseerde meerjarenonderhoudsplan. Voortaan zal de uitvoering van de onderhoudsactiviteiten volledig worden gebaseerd op dit geactualiseerde meerjarenonderhoudsplan. Op deze wijze wordt bereikt dat de per definitie cyclische uitgaven van het onderhoud gelijkmatig in de tijd kunnen worden verdeeld. Primitieve begroting Promen

11 0 6. Rechtmatigheid Het Algemeen Bestuur heeft het geactualiseerde controleprotocol, het normenkader alsmede de bijgestelde Financiële Verordening ex artikel 212 van de gemeentewet in december 2015 vastgesteld. Jaarlijks wordt beoordeeld in hoeverre actualisering van deze kaders aanpassing behoeven wegens relevante wijzigingen in de wet- en regelgeving. In deze meerjarenraming wordt uitgegaan van bestendiging van voornoemd beleid en kaders. Promen beschikt over een sterke verbijzonderde interne controle (VIC) functie. Op basis van een uitgebreid programma worden periodiek audits uitgevoerd op de kwaliteit van de uitgevoerde interne controles, een systematiek waarop ook door de externe accountant wordt gesteund. De VIC bevindingen en de bevindingen van de externe accountant worden teruggelegd in de organisatie, waarna de herstelacties worden gemonitord en het MT, de Audit Commissie en het Bestuur worden geïnformeerd over de voortgang. Na de herstructurering van de organisatie is de focus bij Promen nu in toenemende mate gericht op het werken aan en het inrichten van efficiëntere, snellere en kwalitatief betere processen. In de informatievoorziening worden voor medewerkers in passende ICT voorzieningen op de werkplek en een technisch juiste infrastructuur voorzien. Promen maakt voor de informatievoorziening gebruik van bedrijfsbrede systemen, waarvoor op de functie afgestemde toegang wordt verleend. Er is sprake van de volgende bedrijfsbrede systemen:» Iw3: personeelsinformatie en gegevens over zowel de doelgroep als de niet doelgroep medewerkers;» Exact: financiële en bedrijf administratieve gegevens. In 2015 heeft een verdere uitbreiding van het Iw3 systeem met een mutatiemodule plaatsgevonden (digitalisering van de mutatie aanlevering en verwerking). Een soortgelijke uitbreiding is thans eveneens voor het Exact systeem in voorbereiding (digitalisering van inkoop- en het factuurverwerkingsproces). Intern was in 2015 veel aandacht voor het verder verbeteren van de rapportages aan MT, gemeenten en het bestuur. Dit verbeterproces zal in 2016 verder worden geïntensiveerd en waarbij de focus in het bijzonder zal worden gericht op de HRM rapportages. Primitieve begroting Promen

12 7. Verbonden partijen 0 Promen is een gemeenschappelijke regeling van deelnemende gemeenten en daarmee een openbaar lichaam. Promen is enig aandeelhouder van Promen Holding BV, die vervolgens enig aandeelhouder is van:» Sterwork BV» Prowork BV» Protalenten BV In deze BV's worden nieuwe medewerkers aangenomen om zo flexibeler te zijn in de inzet van personeel. In Sterwork zijn de niet-doelgroep medewerkers ondergebracht, in Prowork de medewerkers uit re-integratietrajecten. Deze medewerkers worden tegen kostprijs bij Promen gedetacheerd. In Protalenten vinden geen activiteiten plaats. Primitieve begroting Promen

13 'áf Primitieve begroting Promen 2017 en Financiële meerjarenraming Primitieve begroting Promen

14 8. Primitieve begroting Promen 2017 en Financiële meerjarenraming bedragen x ^1.000 Realisatie OP 2016 Begr Begr Begr Begr Program m a Wsw Gemeentelijke bijdrage per arbeidsplaats Compensatie LPO Bonus Begeleid W erken Omzet Individuele detachering Omzet Groepsdetachering Omzet Groen Omzet Schoon Omzet Productie Binnen Omzet W sw Toerekening omzet aan Overige regelingen Totaal omzet W sw Kosten W sw personeel Kosten begeleid werken Kosten niet-doelgroep personeel Overige bedrijfskosten Bijzondere baten en lasten Totaal bedrijfslasten W sw Financiële baten en lasten Toevoeging/vrijval reserves Resultaat Wsw Program m a Overige Regelingen Omzet Trajecten (BWT / overige) Omzet Trajecten (W OC) Omzet overige trajecten (incl. W wb) Omzet trainingen Omzet trajecten, trainingen en overige Toegerekende omzet Overige Regelingen Totaal omzet overige regelingen Vergoeding loonkosten W iw Totaal omzet overige regelingen Kosten W iw personeel Kosten Prowork personeel Kosten niet-doelgroep personeel (OvR) Overige bedrijfskosten (OvR) Totaal bedrijfslasten Overige regelingen Verrekening resultaat met gemeenten Resultaat Overige regelingen Resultaat Wsw + Overige regelingen Gemeentelijke bijdrage exploitatie tekort Resultaat Promen Primitieve begroting Promen

15 9. Uitgangspunten en toelichting Primitieve begroting Promen 2017 en Financiële meerjarenraming Personeel Wsw Voor de personeelsplanning Wsw wordt uitgegaan van een afbouw van de huidige WSW-populatie door pensioneringen en natuurlijk verloop ad. 2,5%. Het aantal pensioneringen verschilt per bedrijfsonderdeel per jaar en bedraagt gemiddeld 2,2% over de periode 2017 t/m Daarnaast wordt ervan uitgegaan dat tijdelijke dienstverbanden grotendeels worden verlengd. Wsw-medewerkers per Real. OP Begr. Begr. Begr. Begr. bedrijfsonderdeel (SE) Begeleid Werken 94,7 90,8 89,9 87,9 85,1 81,5 Individuele detachering 156,2 153,4 154,3 148,7 142,4 136,8 Groepsdetachering 211,7 228,0 212,3 206,9 197,1 188,2 Groen 192,7 185,6 175,4 168,4 161,2 155,2 Schoon 119,2 116,8 108,8 102,8 96,9 92,6 Productie Binnen 354,4 313,2 287,6 269,6 255,3 240,7 Staf 70,5 65,2 58,9 52,5 48,2 44,0 Totaal Promen 1.199, , , ,8 986,3 939,0 Voor 2016 en 2017 wordt ervan uitgegaan dat ca. 25 medewerkers een positieve stap op de werkladder zullen maken. Personeel Overige regelingen In de personeelsplanning overige regelingen wordt rekening gehouden met de uitvoering van onderstaande Participatiewet trajecten. De aantallen trajecten zijn in de basis conform de aantallen trajecten van het duurzaam model. In het duurzaam model was geen rekening gehouden met de uitvoering van WOC trajecten die korter en minder intensief zijn dan de Bouwen aan een Werkende Toekomst (BWT) trajecten. Eén BWT traject staat in verhouding tot 5 WOC trajecten. OP Aantal trajecten duurzaam model Aantal BWT trajecten regulier Aantal BWT trajecten intensief Aantal WOC trajecten Totaal trajecten BWT + WOC In de personeelsplanning is voor BWT-trajecten rekening gehouden met een traject duur van 6-9 maanden en een werkweek van uur productief. Voor WOC-trajecten is rekening gehouden met een traject duur van 8 weken en een werkweek van 15 uur productief. Primitieve begroting Promen

16 0 Voor de verdeling van de trajecten over de bedrijfsonderdelen is voor reken gehouden onderstaande verdeling:» Individuele detachering: ca. 5-8%» Groepsdetachering: ca % «Groen: ca %,» Schoon: ca. 15%» Productie Binnen: ca % Pw-medewerkers per Real. OP Begr. Begr. Begr. Begr. bedrijfsonderdeel (FTE) Individuele detachering 4,5 7,2 6,0 6,0 6,0 6,0 Groepsdetachering 16,4 17,4 20,2 27,7 36,1 36,1 Groen 11,3 23,0 20,2 27,7 36,1 36,1 Schoon 4,9 11,5 10,1 13,9 18,0 18,0 Productie Binnen 31,0 19,1 23,7 28,4 33,7 33,7 Staf 0, Totaal Promen 68,9 78,2 80,2 103,7 129,9 129,9 Programma Wsw Gemeentelijke bijdrage per arbeidsplaats Vanaf 2017 zal voor de post 'Wsw-subsidie' de term 'gemeentelijke bijdrage per arbeidsplaats' worden gebruikt. Voor de bijdrage per arbeidsplaats wordt uitgegaan van een bedrag van ê per SE in 2017 exclusief loon-/prijscompensatie. Voor de jaren daarna wordt een afname verondersteld van ê 500 per jaar. Vanaf 2016 wordt, overeenkomstig de met het Ministerie gemaakte afspraken, een loon en prijscompensatie (LPO) verwacht ter grootte van de stijging van de Wsw CAO lonen: 0 ^ voor 2016 en ^ voor De totale verwachte bijdrage per SE bedraagt ê (ê LPO 2016 ad. ê LPO 2017 ad. ê 250). Real OP Bedrag per SE ê ê ê ê ê ê Compensatie LPO Bedrag per S E v oorgaand jaar ê ê ê ê ê ê Korting ê -212 ê -500 ê -500 ê -500 ê -500 ê -500 Compensatie LPO ê - ê - ê 250 ê - ê - ê - Totaal ê ê ê ê ê ê De aanname over het SE bedrag in 2016 is gebaseerd op de laatste informatie over de fictieve Wsw component in de integratie-uitkering sociaal domein van de gemeenten. De definitieve bedragen worden jaarlijks vastgesteld op basis van de werkelijke ontwikkeling van het macro budget en de werkelijk gerealiseerde landelijke uitstroom uit de Wsw. Bij de mei circulaire 2016 komt daarover nieuwe informatie beschikbaar, die gebruikt zal worden bij de opstelling van het Ondernemingsplan 2017 in het najaar van De verwachte aantallen arbeidsplaatsen per gemeente zijn opgenomen in bijlage 1. Primitieve begroting Promen

17 0 Omzet Wsw Voor de omzet 2017 wordt rekening gehouden met een stijging van ^ de opbrengst per medewerker ten opzichte van OP2016. verbetering van Medewerkers vanuit de overige regelingen dragen bij aan de omzet die binnen de Wsw wordt gemaakt. De toerekening aan de overige regelingen gaat uit van gelijke opbrengsten per medewerker I productief uur voor zowel de Wsw als de Pw. Loonkosten Wsw (x ê 1.000) Loonkosten Voorziening verlofstuwmeren Lage Inkomensvoordeel Totaal loonkosten Wsw Real. OP Begr De loonkosten Wsw stijgen als gevolg van de wijzigingen in de Wsw cao. Daar tegenover staat de daling van pensioenpremie. In de meerjarenbegroting zijn onderstaande effecten van wijzigingen in de Wsw cao opgenomen:» Stijging eindejaarsuitkering van 3% naar 3,75% (vanaf 2016)» Cao verhoging per van ^» Cao verhoging per van ^ Daarnaast is voor 2017 rekening gehouden met een effect van ê 800k met betrekking tot de nieuwe Wet Tegemoetkomingen Loondomein: het Lage Inkomensvoordeel (LIV). Deze regeling geldt voor medewerkers die tot 120% van het Wettelijk Minimum Loon verdienen. Door de stijging van Cao lonen Wsw zal het aantal medewerkers waarvoor deze regeling geldt naar verwachting afnemen in de jaren daarna. Overige personeelskosten Wsw Real. OP Begr. (x ê 1.000) Totaal De overige personeelskosten zullen kosten dalen naar rato van de omvang van het SWpersoneelsbestand. Ten aanzien van de kosten voor collectief vervoer wordt verwacht dat deze zullen dalen tot ca. ê 25k in 2017 (2015 was ê 222k). Primitieve begroting Promen

18 0 Kosten begeleid werken De subsidie loonwaarde voor begeleid werken bedraagt de komende jaren ca. ê per SE, conform de jaarcijfers Kosten niet-doelgroep personeel (x ê 1.000) Real. OP Begr Loonkosten ambtenaren Loonkosten Sterwork Doorberekening ov. regelingen Loonkosten niet-doelgroep Overige personeelskosten Totaal = inclusief inhuur personeel De loonkosten niet-doelgroep stijgen (per fte) ten opzichte van het OP2016 door: - Hogere loonkosten ambtenaren (3% per 1 januari 2016 en 0,4% per 1 januari 2017) en Sterwork (zie ontwikkelingen Wsw cao). - Hogere sociale lasten Sterwork (vanwege de stijging sectorpremie WW). - Invoering van het Individueel Keuze Budget ambtenaren (ê 75k, deze wordt gedekt vanuit de vrijval van de reservering van het resultaat 2015). Voor de formatie niet-doelgroep is rekening gehouden met een beperkte daling van het aantal dienstverbanden vanwege pensioneringen. In het OP 2016 was rekening gehouden met extra formatie voor de uitvoering van PWtrajecten: 2 trajectbegeleiders, 2 afdelingsmanagers en 2 voorlieden voor Groepsdetachering en Groen en Schoon (totaal 4,3 FTE). Vanaf 2017 is rekening gehouden met ca. 1,9 FTE formatie met betrekking tot PW-trajecten. Formatie niet-doelgroep Real. OP Begr Totaal Promen (incl. inhuur) 106,9 110,22 106,5 Primitieve begroting Promen

19 Overige bedrijfskosten Real. OP Begr. (x ê 1.000) Afschrijvingskosten Huren Huuropbrengsten Onderhoudskosten Toevoeging voorz. groot onderhoud Energieverbruik Belastingen en verzekeringen Accountants- en advieskosten Indirecte productiekosten Kantine Kosten verhuizing Capelle Schadevergoedingen Toevoeging voorz. dubieuze debiteuren Overige Subtotaal Doorbelasting naar overige regelingen Totaal overige bedrijfskosten De voornaamste ontwikkelingen ten aanzien van de overige bedrijfskosten zijn in de begroting verwerkt: - Wijzigingen in de huur en verhuur van panden (verhuizing Marconistraat en opbrengst verhuur WOC). - De vorming van de voorziening groot onderhoud. - De kosten verhuizing locatie Capelle aan den IJssel: ê 100k; deze kosten worden gedekt vanuit de vrijval van de huisvestingsreserve. Bijzondere baten en lasten Bijzondere baten en lasten (x ê 1.000) Bijzondere baten Sectorgelden Overige Bijzondere lasten Transitievergoedingen Onvoorzien Overige Saldo bijzondere baten en lasten Real. OP Begr " Primitieve begroting Promen

20 Toevoeging/vrijval reserves 0 Mutaties reserves (x ê 1.000) Real. OP Begr Vrijval I toevoeging groot onderhoud Vrijval reorganisatiereserve Vrijval huisvestingsreserve Totaal mutaties reserves Primitieve begroting Promen

21 Programma overige regelingen Omzet trajecten, trainingen en overige Aantallen trajecten Real OP Aantal BWT trajecten regulier Aantal BWT trajecten intensief Aantal WOC trajecten 400 Trajectvergoeding per traject Real OP BWT regulier ê ê ê BWT intensief ê ê ê WOC ê 700 ê 700 Omzet trajecten (x ê 1.000) Omzet trajecten BWT Omzet trajecten WOC Overige trajecten (incl. Wwb) Trainingen (VCA) Inleenvergoedingen Totaal omzet trajecten Real. OP Begr Toegerekende omzet Overige regelingen Medewerkers vanuit de overige regelingen dragen bij aan de omzet die binnen het programma Wsw wordt gerealiseerd. Vanuit de Wsw wordt de omzet toegerekend aan de overige regelingen. Kosten Wiw personeel Voor de verloning van Wiw personeel is rekening gehouden met een kostenpost van ê 400k in Deze loonkosten worden doorberekend aan de betreffende gemeenten. Kosten Prowork personeel Voor de tijdelijke indienstname van Prowork personeel is rekening gehouden met een jaarlijkse kostenpost van ê 150k (ca. 10 medewerkers voor uur per week tegen minimum loon). Kosten niet-doelgroep personeel overige regelingen (x ê 1.000) Real. OP Begr Kosten niet-doelgroep Op basis van het aantal PW-medewerkers per bedrijfsonderdeel zijn bovenstaande kosten niet-doelgroep begroot ten aanzien van: - kosten voor begeleiding vanuit het Talentontwikkelbedrijf - kosten voor begeleiding op de werkvloer (afdelingsmanagers I voorlieden) - kosten voor dekking overhead (directie, personeels- I financiële administratie e.d.) Primitieve begroting Promen

22 0 Overige bedrijfskosten overige regelingen (x ê 1.000) Real OP 2016 Begr Totaal vervoer en werkkleding Totaal bedrijfs-iwerkplekkosten Overige bedrijfskosten ov. regelingen Op basis van het aantal PW-medewerkers per bedrijfsonderdeel zijn bovenstaande doorbelastingen van vervoer, werkkleding en overige bedrijfs-iwerkplekkosten begroot. Primitieve begroting Promen

23 10. Overige financiële overzichten Overzicht reserves en voorzieningen bedragen x #1000 Algemene Huisv est ings- Reserves reserve reserve Stand per Toevoegingen - - Onttrekkingen Stand per Voorziening Voorziening Voorziening kosten ex her groot Voorzieningen werknemers structurering onderhoud Stand per Toevoegingen Onttrekkingen Stand per Investeringen Voor 2017 wordt een totaalbedrag aan investeringen verwacht van ê 500k tot ê 600k. Uitgangspunt voor de jaren t m 2020 is dat sprake is van vervangingsinvesteringen, waardoor de jaarlijkse afschrijvingslasten gelijk blijven. Primitieve begroting Promen

24 0 Bijlage 1: Aantal arbeidsplaatsen per gemeente Voor de verwachte aantallen arbeidsplaatsen Wsw per gemeente wordt uitgegaan van een afbouw van de huidige WSW-populatie door pensioneringen en natuurlijk verloop (2,5/S). Het aantal pensioneringen verschilt per gemeente per jaar en bedraagt gemiddeld 2,2/S over de periode 2017 t m Daarnaast wordt ervan uitgegaan dat tijdelijke dienstverbanden grotendeels worden verlengd. Aantal arbeidsplaatsen Wsw (SE) Real. OP Begr. Begr. Begr. Begr. per gemeente Promen Alphen aan den Rijn 32,5 31,5 30,6 28,6 27,2 26,5 Capelle aan den IJssel 241,5 234,3 218,9 208,9 198,5 187,1 Gouda 441,9 429,6 391,9 372,2 353,5 338,5 Krimpen aan den IJssel 99,2 97,2 88,1 85,3 82,2 78,6 Krimpenerwaard 137,0 128,9 124,1 117,5 111,3 105,8 Waddi nxveen 90,9 86,2 83,1 80,4 77,4 74,1 Zuidplas 85,2 83,8 76,3 71,3 66,9 63,3 Overige gemeenten 71,4 61,4 74,3 72,4 69,3 65,0 Totaal Promen 1.199, , , ,8 986,3 938,9 Vanaf 2017 vervalt de verrekensystematiek van SE's met buitengemeenten andere SWbedrijven. De effecten van toerekening van deze arbeidsplaatsen aan één of meerdere centrumgemeenten binnen Promen zullen na besluitvorming hierover) in het OP2017 worden verwerkt. Onderstaand zijn de door te betalen SE's opgenomen op basis van de huidige verrekensystematiek Aantal door te betalen Real. OP Begr. Begr. Begr. Begr. arbeidsplaatsen Wsw (SE) per gemeente Capelle aan den IJssel 64,4 63,4 60,6 58,2 55,3 52,0 Gouda 4,1 4,0 3,9 3,8 3,7 3,6 Krimpen aan den IJssel 6,8 6,7 5,4 4,8 4,7 4,5 Krimpenerwaard 2,5 1,7 2,2 2,2 2,1 2,1 Waddi nxveen 0,8 1,8 0,8 0,8 0,7 0,7 Zuidplas 4,2 3,7 3,6 3,5 3,5 3,4 Totaal 82,8 81,3 76,6 73,3 70,0 66,4 Primitieve begroting Promen

25 Gemeentelijke bijdrage per arbeidsplaats 0 Uitgaande van de eerder genoemde ontwikkelingen in aantallen arbeidsplaatsen (binnen en buiten Promen) en de bijdrage per arbeidsplaats zijn onderstaande benodigde Wsw budgetten per gemeente 1 berekend. Real OP Bedrag per SE excl. LPO ê ê ê ê ê ê Gemeentelijke bijdrage per ê ê ê ê ê ê arbeidsplaats (SE) incl. LPO Totaal gemeentelijke bijdrage Real. OP Begr. Begr. Begr. Begr. per arbeidsplaats (SE) Promen Excl. LPO (x ê 1.000) Alphen aan den Rijn Capelle aan den IJssel Gouda Krimpen aan den IJssel Krimpenerwaard Waddi nxveen Zuidplas Overige gemeenten Totaal Promen Compensatie LPO Promen Real. OP Begr. Begr. Begr. Begr. (x ê 1.000) Alphen aan den Rijn Capelle aan den IJssel Gouda Krimpen aan den IJssel Krimpenerwaard Waddi nxveen Zuidplas Overige gemeenten Totaal Promen Door te betalen arbeidsplaatsen Real. OP Begr. Begr. Begr. Begr. buiten Promen Incl. LPO (x ê 1.000) Capelle aan den IJssel Gouda Krimpen aan den IJssel Krimpenerwaard W addinxveen Zuidplas Totaal Promen Voor Alphen aan den Rijn: exclusief de arbeidsplaatsen binnen SWA. Hierover zijn geen gegevens bekend bij Promen. Primitieve begroting Promen

26 0 Benodigd Wsw budget gemeenten Incl. LPO (x ê 1.000) Real OP 2016 Begr Begr Begr Begr Alphen aan den Rijn Capelle aan den IJssel Gouda Krimpen aan den IJssel Krimpenerwaard W addinxveen Zuidplas Totaal Promen De benodigde Wsw budgetten zijn hoger dan de voorlopige Wsw budgetten (fictieve Wsw component in de integratie-uitkering sociaal domein) 2017 tot en met Dit verschil wordt in belangrijke mate verklaard door de opgenomen LPO compensatie van ca. ľ/s per jaar. Daarnaast gaat het Rijk uit van een gemiddelde natuurlijke uitstroom van ca. 2,9/S. In de personeelsplanning van Promen is rekening gehouden met een natuurlijke uitstroom van 2,5/S. Het verschil in aanname van natuurlijke uitstroom resulteert in een tekort van ca. ê 60k voor 2017 en ca. ê 400k per jaar voor 2018 t m 2020 voor Promen totaal. De verschillen per gemeente zijn vooralsnog niet vast te stellen doordat de Wsw budgetten 2017 tot en met 2020 aan de hand van generieke afbouwpercentages door het Rijk zijn berekend. Het risico bestaat dat gemeenten hun aandeel in bovengenoemde tekorten uit eigen middelen dienen te financieren. Bij de mei circulaire 2016 komt nieuwe informatie beschikbaar over de Wsw budgetten, die gebruikt zal worden bij de opstelling van het Ondernemingsplan 2017 in het najaar van Gemeentelijke bijdrage exploitatietekort Op basis de verwachte aantallen arbeidsplaatsen per gemeente zijn onderstaande de gemeentelijke bijdragen in het exploitatietekort per gemeente opgenomen. Gemeentelijke bijdrage exploitatietekort (x ê 1.000) Real OP 2016 Begr Begr Begr Begr Alphen aan den Rijn Capelle aan den IJssel Gouda Krimpen aan den IJssel Krimpenerwaard Waddinxveen Zuidplas Bodegraven-Reeuwijk Totaal Promen Primitieve begroting Promen