Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 20 april 2011

Transcriptie

1 Plaats : Houten, Bestuurszaal Van : uur Aanwezig : Water Natuurlijk G.P. Beugelink (hoogheemraad); mevrouw E. van der Vorm; G.J.P. Jansen; P. Blokdijk; mevrouw L.A. Tutein Nolthenius; mevrouw S. Lukács : CDA E.J. Miltenburg (hoogheemraad); J.M. Verheul; J.G.M. Kromwijk; mevrouw M.L.A.A. de Bont : PvdA J.G.M. Reerink (hoogheemraad); mevrouw J.A. Balkema; mevrouw G.A. van der Nat : VVD R.D. Woittiez; mevrouw T. van der Stroom; J.L.M.M. Damen : AWP mevrouw A. Hiemstra : Waterschap@inwonersbelangen H.B.G. Ketting; P.M. Terpstra : ChristenUnie J.P. Verweij : SGP G. van Leeuwen : PVDD mevrouw I.N. Faber : Bos- en Natuureigenaren W.H.J. de Beaufort; M.J. Glastra : Agrariërs H.A.P. van der Maat (hoogheemraad); G. van den Hoeven; H. Schalkwijk : Bedrijven B.P.W.M. Moors; N.J.M. Ypma Afwezig : G.J.P. Jansen (WN); A.E. Jansen (AWP) Voorzitter : P.J.M. Poelmann (dijkgraaf) Secretaris : drs. E.Th. Meuleman Notulist : mevrouw C.H. Kemper (Notuleerservice Nederland) 1. Opening, vaststelling agenda en loting primus De voorzitter opent de vergadering van het algemeen bestuur. Er zijn afmeldingen ontvangen van de heren A.E. Jansen (AWP) en G.J.P. Jansen (WN). Mevrouw Hiemstra (AWP) zal later arriveren. De voorzitter heet in het bijzonder de heer Weierink welkom. Hij neemt vandaag afscheid van het algemeen bestuur. De heer Versteeg die onbedoeld te laat is, neemt vandaag ook afscheid. Ook bijzonder welkom voor de dames Faber en Van der Stroom. Zij worden vandaag als nieuwe bestuursleden beëdigd. Vaststellen agenda en loting primus De agenda, zoals die voorligt, wordt vastgesteld. Omdat de heer Van der Steeg nog niet is gearriveerd, wordt eerst agendapunt 5 behandeld. De loting primus komt uit op nummer 17: de heer Van der Maat. 5. Notulen vergadering a) Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 17 februari 2011 Er zijn geen wijzigingen en punten 'naar aanleiding van'. Het verslag wordt vastgesteld. b) Verkorte besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 17 februari 2011 Er zijn geen wijzigingen en punten 'naar aanleiding van'. c) Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 1 maart 2011 Er zijn geen wijzigingen op het verslag. De heer Damen (VVD) deelt naar aanleiding van het verslag mee dat met ingang van de vergadering van 18 mei aanstaande het fractievoorzitterschap van de VVD zal worden overgenomen door de heer Woittiez. Het verslag wordt vastgesteld. d) Verkorte besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 1 maart 2011 Er zijn geen wijzigingen en punten 'naar aanleiding van'. e) Notulen gecombineerde vergadering commissies BMZ en SKK d.d. 23 maart 2011 Er zijn geen wijzigingen en punten 'naar aanleiding van'. Het verslag wordt vastgesteld. f) Actiepuntenlijst vergaderingen BMZ, SKK en algemeen bestuur Actiepunt 67. Staat als punt 7 op de agenda van vandaag. Punt kan worden verwijderd. Actiepunt 71. De aangepaste nota Strategisch Grondbeleid is geagendeerd voor de vergadering van 29 juni Bestuurszaken / Pagina 1 van 11

2 Mevrouw Van der Vorm (WN) geeft aan dat zij een actiepunt zou hebben verwacht over de nota Financiële grondslagen. In de vergadering van 1 maart 2011 is toegezegd dat de commissie BMZ op een later tijstip zal worden geïnformeerd over hoe de punten uit de nota, met uitzondering van die in paragrafen 3 en 4, worden gedekt. De heer Miltenburg bevestigt dat dit zo is. Het punt zal worden toegevoegd aan de actiepuntenlijst. 2. Afscheid van de heer W. van der Steeg (PVDD) en de heer G.H.J. Weierink (VVD) De voorzitter heet de heer Van der Steeg, die inmiddels is gearriveerd, welkom. In een persoonlijke toespraak herinnert de voorzitter aan de inzet en de specifieke kwaliteiten van de beide heren. Hij overhandigt beide heren een cadeau en bloemen. De heren Weierink en Van der Steeg willen graag een traditie in ere herstellen en bieden het algemeen bestuur een hensbeker aan. De hensbeker is nog in de maak en zal op een later tijdstip worden overhandigd. 3. Toelating mevrouw I.N. Faber (PVDD) en mevrouw T. van der Stroom (VVD); onderzoek geloofsbrieven De heren Blokdijk (WN), Kromwijk (CDA) en Ypma (Bedrijven) hebben de commissie voor het onderzoek van de geloofsbrieven gevormd conform artikel 6 van het Reglement van Orde. De heer Blokdijk doet namens de commissie verslag van het onderzoek naar de geloofsbrieven. Er zijn geen bezwaren gevonden en daarmee adviseert de commissie de beide dames toe te laten tot het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur besluit: Mevrouw Faber en mevrouw Van der Stroom toe te laten als leden van het algemeen bestuur van De Stichtse Rijnlanden. 4. Installatie nieuwe leden algemeen bestuur De dames Faber en Van der Stroom leggen staande, in handen van de voorzitter, de verklaring en belofte af. Hij feliciteert beide dames met hun benoeming. De voorzitter schorst de vergadering een moment om de heren Van der Steeg en Weierink en de dames Faber en Van der Stroom de hand te schudden. 6. Ingekomen stukken en mededelingen Mededelingen De voorzitter meldt dat met het halfstok hangen van de vlag ook De Stichtse Rijnlanden gehoor hebben gegeven aan de oproep van het Rijk om als overheid eer te bewijzen aan alle slachtoffers en nabestaanden van de aanslag in Alphen aan den Rijn. Daar vindt deze middag de herdenkingsdienst plaats. De vergadering neemt ter herdenking een moment van stilte in acht. Ingekomen stukken a) Notitie werkzaamheden Rekenkamercommissie De heer Glastra (Bos- en Natuureigenaren) vraagt hoe ruim hij onderwerp nummer 2 van de top 5 van onderzoeksonderwerpen moet zien. De heer De Beaufort legt namens de commissie uit dat dit letterlijk de onderwerpen zijn zoals die zijn aangemeld. Als het onderzoek daadwerkelijk uitgevoerd gaat worden, zal de exacte vraagstelling nader worden onderbouwd en genuanceerd. De voorzitter stelt vast dat het algemeen bestuur de notitie ter kennisneming aanneemt. Hij wenst de rekenkamer alle wijsheid bij het uitvoeren van het onderzoek. b) Ontwerpbegroting 2012 Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis. De voorzitter wijst op het opgenomen procedurevoorstel op de agenda en licht toe waarom dit is toegevoegd. De proceduretijd van De Stichtse Rijnlanden laat zich niet verenigen met de deadline van Het Waterschapshuis. Het college heeft de ontwerpbegroting nog niet besproken. Het voorstel is om tegelijk met de behandeling van dit stuk in de vergadering van de commissie SKK van 24 mei aanstaande ook de zienswijze van het college te bespreken en desgewenst aan te vullen. Indien noodzakelijk zou op dat moment overigens alsnog kunnen worden besloten de zienswijze op 29 juni 2011 tijdens de algemeen bestuursvergadering te behandelen. De heer Woittiez (VVD) vraagt of het is toegestaan deze nota te betrekken bij de behandeling van de Voorjaarsnota De voorzitter merkt op dat de behandeling van de begroting van Het Waterschapshuis nog moet plaatsvinden. Hij adviseert daarom rekening te houden met het feit dat het bij agendapunt 8 gaat over de voorjaarsnota en niet over de begroting. De voorzitter stelt vast dat de vergadering instemt met de voorgestelde procedure. Bestuurszaken / Pagina 2 van 11

3 c) Burap 2010-no. 2. De voorzitter merkt op dat de burap een informatief stuk is dat juist wel gebruikt kan worden bij de behandeling van de agendapunten 7 en 8. De heer Ypma (Bedrijven) geeft aan verbaasd te zijn over de toevoeging van de laatste alinea onder waterbeheer. Hij is van mening dat dit altijd al gebeurde. De voorzitter geeft aan dat er behoefte bestond om dit beleid met deze opmerking nog eens te bekrachtigen. Mevrouw Van der Vorm (WN) spreekt uit dat bij WN de verwachting bestaat dat bij de presentatie van het jaarverslag en de jaarrekening gemotiveerd zal worden waarom een groot deel van de resultaten niet is gehaald. In deze burap staat daarover geen uitleg. De heer Miltenburg geeft aan dat dit zal gebeuren. De voorzitter stelt vast dat de vergadering het stuk ter kennisgeving aanneemt. 7. Begrotingswijziging 2011 Eerste termijn De heer Verweij (CU) constateert dat het een prima voorstel is waarin de punten, ingebracht door de commissie, goed zijn verwerkt. De CU blijft wel van mening dat het investeringsvolume nog steeds te hoog is. De CU gaat akkoord met deze begrotingswijziging. Mevrouw Van der Nat (PvdA) geeft aan dat ook de PvdA zeer tevreden is over het voorliggende voorstel. Van belang is dat de doelstellingen niet gewijzigd zijn, maar dat het halen ervan is vertraagd. De PvdA spreekt haar waardering uit voor de wijze waarop de motie Hiemstra heeft geleid tot dit resultaat. Zij stemt in met deze begrotingswijziging. De heer Damen (VVD) sluit zich namens de VVD volledig aan bij de opmerkingen van de PvdA. Er zijn goede stappen gezet en de VVD stemt in met de begrotingswijziging. De heer Ypma (Bedrijven) geeft aan dat de Bedrijven instemmen met de begrotingswijziging. Zij wijzen wel op de ruime begrotingen voor de watergebiedsplannen en rioolvreemd water. De Bedrijven vragen zich af, nu er projecten worden doorgeschoven, wat de medewerkers gepland op deze projecten gaan doen. Er wordt aangenomen dat andere projecten die al vertraagd waren nu worden opgepakt. De heer Ypma mist het tijdschema van de vertraagde projecten. Tabel 2 geeft onvoldoende inzicht daarin. Mevrouw Van der Vorm (WN) geeft aan dat WN tevreden is over de resultaten. Van de temporisering van de uitvoering van de watergebiedsplannen is WN geen voorstander. Gezien de beperkte omvang daarvan kan WN instemmen met het voorstel. De heer Miltenburg wijst erop dat de uitwerking van de motie Hiemstra niet was bedoeld om bezuinigingen te realiseren. Wel is die op onderdelen uiteraard door het college gebruikt om te kijken waar er in relatie tot de ambities ruimte zou zitten voor bezuinigingen. Het kritische bekijken daarvan heeft zelfs geleid tot een hoger bedrag dan vanuit de commissie BMZ was geadviseerd. Dat extra geld is gebruikt om de baggerdotatie weer terug te brengen op het oude plan van 8 miljoen euro per jaar. De heer Miltenburg onderkent dat in het verleden ruim werd begroot en dat er vanuit veiligheid grote marges werden ingebouwd. Dat houdt dus in dat door de huidige wijze van begroten meer risico's worden gelopen, maar dat vindt het college nog steeds verantwoord. De vastgestelde watergebiedsplannen worden gewoon uitgevoerd. De Stichtse Rijnlanden is niet verplicht om watergebiedsplannen op te stellen. Wel is De Stichtse Rijnlanden verplicht om peilbesluiten te nemen. Voor sommige gebieden is het niet zinvol een heel watergebiedsplan op te stellen en zal het nemen van peilbesluiten voldoende zijn. Op deze manier kan het budget voor die gebieden dan ook beperkt blijven. De heer Reerink merkt op dat in relatie tot rioolvreemd water er optimalisatiestudies lopen. Daarover zal op een later tijdstip worden gerapporteerd. Stemverklaringen De heer Ketting (W@I) stemt niet in met punt 2 van het te nemen besluit. Wel met de punten 1, 3, 4 en 5. Het algemeen bestuur besluit vervolgens om: 1. In te stemmen met het voorgestelde pakket aan neerwaartse bijstellingen van de begroting 2011, ter grootte van totaal 3,5 miljoen euro. 2. In te stemmen met een verhoging van de dotatie aan de baggervoorziening met 1,334 miljoen euro in de jaren 2011, 2012 en Het begrote netto-kostenniveau 2011 dientengevolge te verlagen met 2,166 miljoen euro. 4. De begrote investeringsuitgaven 2011 te verlagen met 13,6 miljoen euro. 5. De begrote onttrekking aan de reserves in 2011 van 2,375 miljoen euro bij te stellen tot een begrote onttrekking aan de reserves van 0,209 miljoen euro. Bestuurszaken / Pagina 3 van 11

4 6. Met inachtneming van hetgeen is besloten onder de punten 1, 2, 3, 4 en 5 de eerste begrotingswijziging 2011 vast te stellen. 8. Voorjaarsnota 2011 Eerste termijn Mevrouw Van der Vorm (WN) stelt namens haar fractie vast dat de teneur van deze voorjaarsnota 'terug naar de kerntaken' is. Het aangevoerde argument daarvoor zijn bezuinigingen. WN vindt dat ook de gebleken beperkingen van de organisatie om het Waterbeheerplan in de afgesproken tijd te halen een argument is. De nieuwe prioritering ligt vast in de lijsten in de voorjaarsnota en in de oplegnotitie. De basislijst in de oplegnotitie zou deel moeten uitmaken van de voorjaarsnota. Het op orde houden van de watersystemen, de dijken en de rwzi's valt onder de kerntaken. Die moeten ook voor WN voorop staan. De resultaatverplichting voor de KRW staat niet in de basislijst in de oplegnotitie, maar in lijst x. Daarmee geeft De Stichtse Rijnlanden onvoldoende invulling aan haar kerntaken. Die resultaatverplichting moet worden opgenomen in de basislijst. Met de gevraagde instemming met paragraaf 5.2 gaat WN akkoord, maar wel met de aanpassing wat betreft de KRW. De strategische keuzes in hoofdstuk 3 kan WN onderschrijven. Ook stemt men in met de uitwerking ervan. De ambitie van de uitwerking van de KRW uiterlijk 2015 blijft ook overeind. Dat heeft dus ook consequenties voor de prioritering. WN gaat akkoord met het financiële meerjarenperspectief in paragraaf 4.2. Wat in paragraaf staat, wordt als volgt uitgelegd: wat is afgesproken in het Waterbeheerplan blijft staan, maar de doelen zullen op een later tijdstip worden gerealiseerd. WN zou graag willen weten wat de nieuwe planning is. WN gaat ervan uit dat de overname van de muskusrattenbestrijding van andere waterschappen genoemd in paragraaf niet zal leiden tot extra kosten voor De Stichtse Rijnlanden. Hiermee worden dan niet de extra kosten bedoeld die ontstaan door de extra taken opgelegd vanuit het Rijk. Het onderzoek naar het muskusratbestendig maken van dijken zal onverminderd moeten doorgaan. Dit kan leiden tot een grote kostenbesparing in de toekomst. Vanuit het Rijk is daarvoor ook veel aandacht. De nieuwe systematiek met de drie investeringsniveaus zoals beschreven in paragraaf 5.2 vraagt om een frequentere rapportage dan tot nu toe met de buraps gebruikelijk is. Dat geeft te weinig mogelijkheden om zaken bij te stellen. WN stelt een viermaandelijkse rapportage voor. Deze rapportage kan kort zijn, maar moet wel aangeven in relatie tot grafiek 1 op pagina 20 wat de status is van de verschillende projecten. Mevrouw van der Vorm dient namens WN twee amendementen in. De amendementen zijn ondertekend door WN en maken deel uit van de beraadslagingen. [Opmerking: beide amendementen worden later in de vergadering ingetrokken.] Amendement (volgnummer 4) Toevoeging lijst basislijn aan Voorjaarsnota 2011 Dit amendement betreft het toevoegen van de lijst met projecten uit bijlage 2 van de oplegnotitie als lijst met projecten behorende bij de basislijn van grafiek 1 op pagina 20 van de Voorjaarsnota Amendement (volgnummer 5) Verplaatsen van KRW resultaatverplichtingen van Lijst x naar de basislijst in de Voorjaarsnota 2011 Dit amendement betreft het verplaatsen van project/doelstelling 9 uit lijst x in tabel 4 op pagina 22 naar de lijst met projecten die hoort bij de basislijn zoals genoemd in amendement met volgnummer 4. De heer Verheul (CDA) geeft aan dat de geschetste trend in deze voorjaarsnota, de wijze waarop wordt ingespeeld op de wijzingen in de samenleving, wordt ondersteund door het CDA. Het is tot nu toe een van de betere nota's van De Stichtse Rijnlanden. Het hanteren van de verschillende investeringsniveaus wordt als uitdagend gezien. Wel is het CDA van mening dat het taakstellende niveau van 38 miljoen euro, gezien het verleden, moeilijk zal kunnen worden gehaald. Om die reden zou het CDA ook een frequentere rapportage op prijs stellen. De financiële positie van De Stichtse Rijnlanden blijft goed. Er zijn nog steeds veel reserves en de grote risico's zijn afgedekt met verzekeringen. De informatie over de kostentoedeling, vooral over die na 2013, baart het CDA wel zorgen. Informatie hierover ziet het CDA graag snel tegemoet. De groene en blauwe diensten vormen een essentieel onderdeel van de KRW. Er zit weinig vooruitgang in het maken van afspraken hierover. Ook hierover ziet het CDA graag op korte termijn informatie tegemoet. Wat in de nota in hoofdstuk 3 staat over het veenweidegebied wordt als ongenuanceerd ervaren. De discussie hierover en over de belangrijke veranderingen die in dit gebied plaatsvinden, ziet het CDA met grote belangstelling tegemoet. Het CDA stemt in grote lijnen in met de nota. Mevrouw Van der Nat (PvdA) geeft aan dat de PvdA positief staat tegenover de nota en stemmen daarmee in. Er is waardering voor de wijze waarop de oplegnotie is aangepast. De externe omstandigheden veranderen snel en met deze nota wordt de blik nu veel meer naar buiten gericht. De PvdA kan zich goed vinden in het denken in scenario's. Bestuurszaken / Pagina 4 van 11

5 Over de wateropgave en het veenweidegebied is de nota niet helemaal duidelijk. De PvdA ziet ook de voorstellen en de discussie daarover met belangstelling tegemoet. De verschillende investeringsniveaus spreken de PvdA aan. Zo worden er niet teveel kapitaalslasten in de tarieven opgenomen. De PvdA ondersteunt de amendementen van WN. De heer Damen (VVD) spreekt namens zijn fractie waardering uit voor de nota en sluit zich aan bij de opmerkingen daarover van de PvdA. De nota is nu gericht op kerntaken, haalbaarheid en betaalbaarheid en op nieuwe ontwikkelingen voortkomend uit het bestuursakkoord. Voor de VVD blijft 38 miljoen euro taakstellend. De haalbaarheid baart de VVD wel zorgen en een frequentere rapportage daarover is, zoals eerder opgemerkt, wenselijk. De VVD gaat bij de uitvoering van projecten uit van een scherpere aansturing en begeleiding dan voorheen. Er is al eerder gevraagd om aandacht voor maatregelen vanuit het Deltaprogramma. Dat kan nu nog niet, maar dat verwacht de VVD wel bij de behandeling van de begroting voor Wat betreft de KRW zou De Stichtse Rijnlanden binnen het Waterbeheerplan mee moeten gaan met herijkingen door het Rijk. Dat wil zeggen dat temporiseren tot de mogelijkheden behoort. Temporiseren wil tenslotte niet zeggen, versoberen. Het veenweidegebied blijft ook de VVD zorgen baren. Op korte termijn overleggen met het nieuwe provinciebestuur is van belang om samen tot oplossingen te komen. De VVD roept op om te komen met de reden voor het mondjesmaat realiseren van natuurvriendelijke oevers. De calamiteitenoefeningen mogen meer aandacht krijgen. De VVD wijst nog eens op het belang van samenwerking met andere partijen met het oog op effectiviteit en efficiëntie. Bij de VVD blijft de voorkeur bestaan voor een tussentijdse evaluatie van het Waterbeheerplan voor de behandeling van de begroting voor Met de voorgestelde strategieën in hoofdstuk 3 stemt de VVD in. De VVD stemt volledig in met deze nota. De heer Ketting (W@I) spreekt ook namens zijn fractie waardering uit voor de nota. Er is nu duidelijk gesneden in een aantal zaken dan wel getemporiseerd in de uitvoering ervan. Volgens W@I betekent deze voorjaarsnota ook een taakstellende bezuiniging van 3,5 miljoen euro per jaar voor de komende jaren. Het is goed zoals in hoofdstuk 3 staat dat er vanuit verschillende strategieën wordt gewerkt. W@I spreekt de hoop uit dat daarmee ook beter en zorgvuldiger kan worden begroot. Zoals met de investeringen nu wordt omgesprongen spreekt hen aan. W@I mist dat er binnen de investeringen al rekening wordt gehouden met de investering van 60 miljoen euro na 2015 voor de rwzi Utrecht. Zoals het nu in de nota staat zal er in 2016 tot en met miljoen per jaar moeten worden uitgegeven voor de realisatie van deze rwzi. Voor het veenweidegebied sluit W@I zich aan bij wat door het CDA, de PvdA en de VVD naar voren is gebracht. Wat betreft het amendement over de KRW ingebracht door WN stelt W@I dat het of zonder meer moet worden afgewezen, of dat WN moet aangegeven welk project/doelstelling er uit de basislijst naar lijst x gaat. De heer Verweij (CU) spreekt namens de CU complimenten uit voor de nota en de verbetering van de teksten. De CU is verrast dat het algemeen bestuur de nota niet vaststelt, maar ermee instemt. Dit met uitzondering van hoofdstuk 3 dat ter kennisneming wordt voorgelegd. De heer Verweij zal zich met het oog hierop beperken tot de hoofdstukken 4 en 5. Bij de ontwikkelingen in hoofdstuk 4 plaatst de CU een aantal kanttekeningen. De CU refereert in het kader van ontwikkelingssamenwerking aan haar nadrukkelijke pleidooi voor een grote bijdrage van De Stichtse Rijnlanden aan het oplossen van mondiale waterproblemen. In paragraaf over MVO vindt de CU niets over dit onderwerp. De CU roept op in de begroting voor 2012 daar wel aandacht aan te geven en de heer Verweij verwijst daarbij naar de moties die door het CDA binnen de landelijke politiek zijn ingediend. Recentelijk is er gesproken over het gemaal in de Hollandse IJssel en de wens om kosten te besparen voor waterafvoer naar het gebied van Hoogheemraadschap Rijnland. In deze nota staat niets over dit onderwerp. Ook daar zou bij de begroting voor 2012 aandacht aan moeten worden besteed. Op pagina 15 wordt ingegaan op besluitvorming over de Woerdersluis. Deze besluitvorming moet nog plaatsvinden, maar er wordt daar wel ingegaan op eventuele financiële consequenties, te weten, het eenmalig dekken uit de algemene reserve. Een dergelijk onderwerp hoort niet thuis in de voorjaarsnota en zou moeten worden geschrapt. Ook de inspanningen voor innovaties binnen De Stichtse Rijnlanden zijn zwaar onderbelicht. In paragraaf 5.2 wordt een taakstellend investeringsniveau voorgesteld. De CU vraagt om een uitleg wat hiermee wordt bedoeld in het licht van de taakstellende financiering die een stuk lager ligt dan de taakstellende investeringen. Voor de bovenste lijn in grafiek 1 op pagina 20 staat het college een autorisatie achteraf voor. De CU vraagt zich af wat het college daarmee precies bedoelt. Autorisatie zal moeten worden verleend vanuit de begroting, op zijn minst door daar een bepaalde systematiek in op te nemen die dan mede zal worden vastgesteld. De CU steunt ook de oproep door verschillende fracties tot een frequentere rapportage. Bestuurszaken / Pagina 5 van 11

6 Op kredieten is in het verleden jaarlijks ongeveer 10% aan subsidies binnengehaald. In deze nota wordt op geen enkele wijze over subsidies gesproken. Als de som van de begrotingen van de projecten op de basislijst wordt opgeteld, geeft dat gemiddeld 33,5 miljoen euro. Dat is het minimum investeringsniveau. De onderste lijn in grafiek 1 op pagina 20 laat een gemiddelde van 31,5 miljoen euro zien. Dat lijkt niet met elkaar in overeenstemming. De nieuwe insteek rond investeringen wordt door de CU zeker gewaardeerd. De praktijk zal uitwijzen wat het resultaat zal zijn. De heer Van Leeuwen (SGP) geeft aan dat de SGP de afgelopen twee jaar kritisch is geweest over en ontevreden met vergelijkbare nota's. Met deze nota is de SGP echter wel tevreden. Het college is daarmee goed op weg. De SGP heeft geconstateerd dat de organisatie zich prima heeft ingespannen om de informatie die het algemeen bestuur nodig heeft op de juiste wijze aan te dragen. Onder de druk van maatregelen opgelegd door de rijksoverheid was het blijkbaar mogelijk de bezuinigingen te realiseren, terwijl dit eerder op verzoek van het algemeen bestuur niet lukte. De SGP heeft nog twee wensen die in twee moties zijn vastgelegd. De moties zijn ondertekend door de SGP en maken deel uit van de beraadslagingen. [Opmerking: beide moties worden later in de vergadering ingetrokken.] Motie (volgnummer 6) Inhuur derden Deze motie draagt het college op om de kosten van inhuur van derden in het jaar 2012 met 50% te doen laten afnemen. Motie (volgnummer 7) Voorjaarsnota 2011 Deze motie betreft het verplaatsen van projecten/doelstellingen van de ene lijst naar de andere. De eerste twee projecten/doelstellingen uit de basislijst in de oplegnotitie verplaatsten naar lijst y, project/doelstelling 3 uit lijst y verplaatsen naar lijst x en de punten/doelstellingen 3 en 13 uit lijst x verplaatsen naar de basislijst. De onderbouwing van deze gewijzigde prioritering is eerder door de heer Van Leeuwen schriftelijk aan alle betrokkenen toegestuurd. Mevrouw Faber (PVDD) merkt op dat De Stichtse Rijnlanden zich geroepen voelt de muskusrattenbestrijding voor een groter gebied dan het eigen gebied op zich te nemen. Zij mist namens haar fractie in paragraaf onder Muskusrattenbestrijding de nadrukkelijke inzet op preventie. De heer Van den Hoeven (Agrariërs) sluit zich namens de Agrariërs aan bij de complimenten over de nota. Zij zijn ook blij met de lijsten met projecten/doelstellingen zoals die nu zijn opgenomen. Wel bestaat er de zorg dat de organisatie zich bij het uitvoeren van de projecten alleen zal richten op de basislijst. De heer Verhoeven pleit om lijst x en y niet uit het oog te verliezen. Als zich kansen voordoen om projecten van deze lijsten uit te voeren, bijvoorbeeld doordat zich subsidiemogelijkheden of wijzigingen in wetgeving voordoen, moet daar wel snel op worden ingesprongen. Tussen de projecten op de lijsten moet dan op dat moment worden geschoven. Het al maar niet realiseren van bijvoorbeeld het project voor natuurvriendelijke oevers, heeft volgens de Agrariërs te maken met het niet snel genoeg inspringen van de organisatie op mogelijkheden die zich voordoen en de bereidheid van ingezetenen om mee te werken. Over de problematiek van het veenweidegebied maken de Agrariërs zich ernstig zorgen. De Stichtse Rijnlanden moet niet zelf het initiatief nemen, maar zou moeten wachten tot de provincie hier op inspringt. Met wat daar dan uit voortkomt, moet het Waterbeheerplan worden aangepast. De heer Van den Hoeven verwijst in dit verband naar de norm voor het waterpeil van 60 cm in het veenweidegebied. In relatie tot de meerjarenbegroting maken de Agrariërs zich zorgen over de stijging van de kosten voor de categorie ongebouwd na Deze stijging zou vergelijkbaar moeten zijn met die voor de andere categorieën. Daarvoor vragen zij aandacht. De heer Ypma (Bedrijven) vindt namens de Bedrijven dat de realistischer planningen en de bezuinigingen in de voorjaarsnota goede uitgangspunten vormen. Toch zijn de Bedrijven van mening dat de investeringen te hoog zijn en de begroting te ruim is voor het beheersgebied van De Stichtse Rijnlanden. Een betere fasering en planning gericht op de primaire taken zullen meer bezuinigingen mogelijk maken. Daarbij hoort een investeringsvolume van 21 tot 25 miljoen euro voor de berekening van de kapitaalslasten. Het gaat niet meer over ambitie, maar over nut en noodzaak. Wat het veenweidegebied betreft, is nog niet duidelijk wat er gaat gebeuren. Dit vooral in relatie tot de herijking van de EHS. Onder de kop rwzi Utrecht op pagina 12 wordt de mogelijkheid genoemd dat grond voor woningbouw zou kunnen worden verkocht. Dit zal de bedrijfsvoering ter plaatse niet ten goede komen. In relatie tot de kering in de Hollandse IJssel moet niet de weg van de minste weerstand worden gekozen. Dijkringen kunnen ook worden omgelegd in het geval van knelpunten. Er moet in De Energiefabriek geen afval worden vergast. Daarvoor heeft De Stichtse Rijnlanden onvoldoende kennis. Mogelijk kan wel in samenwerking met het bedrijfsleven lokaal biogas Bestuurszaken / Pagina 6 van 11

7 worden opgewekt voor eigen benutting. Project nummer 16 afvalwaterbehandeling Rijnenburg kan uit lijst y worden geschrapt. Daar gebeurt voorlopig niets. Geen extra waterberging in de Hollandse IJssel wordt door de Bedrijven niet begrepen. Daarvoor waren de uiterwaarden toch bedoeld. Het verloren gaan van een dergelijke functie vanwege de aanwezigheid van zeldzame planten valt niet te begrijpen. Wat gebeurt er dan met wateroverlast vanuit de Oude Rijn? Een belangrijk uitgangspunt voor de Bedrijven is dat er naar moet worden gestreefd om de tarieven naar beneden te krijgen. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) merkt op dat met deze voorjaarsnota werk is gemaakt van een andere manier van werken waarbij prioritering en temporisering voorop staan. De Bos- en Natuureigenaren missen wel de analyse van hoe de organisatie het gestelde waar gaat maken. Daarom vinden zij ook dat een korte kwartaalrapportage kan helpen om elkaar bij de les te houden en de doelen te halen. Als de nota invloed heeft op de werkwijze van de organisatie wordt men daar graag over geïnformeerd. Het werken met de verschillende niveaus van investeringsuitgaven vormt een uitdaging. De Bos- en Natuureigenaren zijn benieuwd naar het resultaat. In de projecten/doelstellingen staat de droogtebestrijding in lijst y. De bestaande terreinen worden door de eigenaren beheerd volgens door de provincie vastgestelde doelen. De waterhuishouding moet dus afdoende zijn om die doelen te kunnen realiseren. Dat wil zeggen dat het onderwerp droogtebestrijding in de basislijst zou moeten staan. Dat geldt vooral voor de topgebieden en de gebieden die onder Natura 2000 vallen. De eisen voor deze gebieden zijn zelfs door Europa via het Rijk opgelegd aan de provincies. De heer Miltenburg zal de positieve opmerkingen over de rapportage doorgeven aan de ambtelijke staf. Hij gaat in op de verschillende lijsten met projecten/doelstellingen en de wens van een aantal fracties om in de prioritering te schuiven. Voor het college bestaat er tussen de basislijst en lijst x geen enkel verschil in prioriteit. Op beide lijsten zal voor 100% worden ingezet. Echter, de ervaring heeft geleerd dat ondanks een inzet van 100% niet alles wordt gehaald zoals gewenst. Dit ligt soms aan interne, maar vaak ook aan externe omstandigheden. De beide lijsten zullen bij publicatie op het internet dan ook worden samengevoegd. Een inzet van 100% op de projecten/doelstellingen op beide lijsten wil dus niet zeggen dat alle investeringen daarvoor ook zullen worden gedaan. De investeringen voor beide lijsten bedragen ongeveer 38 miljoen euro in 2011, de middelste lijn in grafiek 1 op pagina 20. Het op ervaring gebaseerde daadwerkelijke investeringsniveau dat daarbij hoort, bedraagt ongeveer 31 miljoen euro in Dat is de onderste lijn in de grafiek. Om te voorkomen dat de tarieven voor de waterschapsbelasting te hoog worden, wordt met de bedragen van de onderste lijn, de werkelijke kapitaalslasten, gerekend. Het gaat over een rekenmodel waarop de tarieven worden gebaseerd. De ambitie wordt gevormd door de projecten/doelstellingen uit de basislijs en lijst x. Mevrouw Hiemstra (AWP) arriveert om uur. De heer Miltenburg vervolgt zijn betoog. Mocht de organisatie erin slagen om wel de hele investering van 38 miljoen euro te halen, dan komt het college in de loop van het jaar daar bij het algemeen bestuur op terug. Lijst y heeft volgens het college een lagere prioriteit dan de beide andere lijsten. De heer Miltenburg vraagt om voor de voorjaarsnota niet in te zetten op specifieke onderwerpen op de lijsten. Herprioritering van projecten/doelstellingen op lijst y kunnen bij het vaststellen van de begroting later dit jaar worden meegenomen. Als zich onverwacht kansen voordoen voor de onderwerpen op lijst y zal het college een voorstel hierover aan het algemeen bestuur voorleggen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld over het kunnen krijgen van subsidie. Het college deelt niet de mening van de Bedrijven dat een investeringsniveau van 25 miljoen euro per jaar voldoende is. De heer Van Leeuwen (SGP) merkt op dat met de voorjaarsnota wel de piketpaaltjes voor de begroting later dit jaar worden geslagen. De prioritering is nu dus wel aan de orde. De SGP begrijpt niet waarom er, gezien de gelijkheid van de basislijst en lijst x, twee lijsten zijn aangeboden. De heer Miltenburg legt uit hoe dit is ontstaan. Hij verzekert nogmaals dat er geen verschil is tussen de lijsten en dat die zullen worden samengevoegd. De boodschap dat het algemeen bestuur frequenter geïnformeerd wil worden over de status van de projecten/doelstellingen is aangekomen. Het college blijft komen met twee bestuursrapportages per jaar. Daarnaast zal worden uitgezocht wat de beste manier en frequentie is om over de projecten te rapporteren. Het gaat daarbij om een korte rapportage over de status van de projecten/doelstellingen. Het college heeft zelf ook behoefte aan deze rapportage. De heer Miltenburg is het met het algemeen bestuur eens dat De Stichtse Rijnlanden de blik nu meer naar buiten richten. Dat is goed, omdat er in de buitenwereld veel verandert. Hierdoor moet er ook meer op de toekomst worden geanticipeerd. Dat is in deze voorjaarsnota gedaan. De Stichtse Rijnlanden heeft ook te maken met het effect op het natuurbeleid van de provincie die weer de maatregelen van het Rijk uitvoert. Zoals in de nota staat, zal dit jaar nog het beleid voor het veenweidegebied worden besproken binnen het algemeen bestuur. Het is daarbij vanzelfsprekend dat Bestuurszaken / Pagina 7 van 11

8 alle partners die invloed hebben op het beleid binnen het gebied eerst worden geraadpleegd. Een diepgaande discussie daarover is nu niet op zijn plaats. Daarvoor ontbreekt de informatie. Voor het overschot op de begroting van 2010 is nagegaan welk deel structureel en welk deel incidenteel is. De structurele zaken werken ook door in deze voorjaarsnota en de begrotingen in de toekomst. Met subsidies werd in het verleden geen rekening gehouden. Hoewel die incidenteel zijn, is daarvoor nu toch structureel een bedrag opgenomen. Het is dus niet zo dat in de toekomst problemen gaan ontstaan om te bezuinigen, omdat de bezuinigingen nu alleen op incidentele posten betrekking zouden hebben. Het standpunt van de CU over ontwikkelingssamenwerking is bij het college bekend. Het is niet bekend of er draagvlak is binnen het algemeen bestuur om 1% van de begroting voor waterproblemen in de derde wereld aan te wenden. Dit punt kan ook bij de begrotingsbehandeling naar voren worden gebracht. De gemiddelde drooglegging voor het veenweidegebied ligt vast in het Waterbeheerplan. Het eigen plan zal niet zomaar worden losgelaten voor de norm van de provincie. In de watergebiedsplannen worden per gebied de problemen vastgelegd en worden eventueel peilbesluiten met specifieke peilen genomen. Deze problematiek zal ook weer bij de bespreking van het veenweidegebied aan de orde komen. De kostentoedeling staat op de lijst van te behandelen onderwerpen. In september 2011 zal de kostentoedeling weer worden vastgesteld. Vooraf zal die aan de commissie BMZ worden voorgelegd. Hoe dat uit zal pakken voor de categorie ongebouwd is nog niet duidelijk. Voor deze categorie kunnen nog wel steeds de reserves worden ingezet om de tarieven te drukken. De landelijke evaluatie van de kostentoedeling moet in 2014 leiden tot een landelijke kostentoedeling opgelegd vanuit het Rijk. De gevolgen daarvan voor de categorie ongebouwd zijn niet duidelijk. De heer Beugelink wijst als voorbeeld voor het proactief handelen voor zaken die de ruimtelijke ordening betreffen op het Eiland van Schalkwijk. Hier worden de plannen van de gemeente Houten met die van het watergebiedsplan in elkaar geschoven. Over innovatie staat inderdaad weinig in de voorjaarsnota. In de begroting later dit jaar zal daar uitgebreider bij worden stilgestaan. In relatie tot de verdroging verwijst de heer Beugelink naar de punten 3 en 13 in lijst x: het waterregime sluit optimaal aan bij de functies van het gebeid. De argumenten bij deze punten overtuigen echter niet dat het gaat over de verdroging. De zorg voor Natura 2000-gebieden valt onder een wettelijke verplichting. Zo ook de zorg voor de topgebieden die onder de EHS vallen. Aan de voorgeschreven waterregimes wordt zo goed mogelijk voldaan. Voor de subtopgebieden in de provincie Utrecht zijn de ambities erg hoog gesteld. Met alle maatregelen is het daar vaak niet mogelijk de verdroging terug te draaien. Voor de betreffende gebieden zal het natuurdoeltype moeten worden bijgesteld. De regeling voor open water in het veenweidegebied bleek niet te werken en die is nu herzien. Deze nieuwe regeling zou ook van invloed kunnen zijn op de groenblauwe diensten. De heer Reerink refereert voor de opmerking over de Woerdersluis aan het gesprek met Rijnland. In dit gesprek probeert men het onderhoud van deze sluis te koppelen aan het opknappen van de primaire kering. Om die reden staat hierover weinig vermeld. Het financieringsvoorstel legt het college te zijner tijd voor aan het algemeen bestuur. Voor de rwzi Utrecht wordt nu het masterplan opgesteld. Wat er daarna gebeurt, komt terug in de discussie aan de hand van het masterplan. Voor de rwzi Utrecht is in het verleden al geld gereserveerd. Er is al lang rekening gehouden met vervanging. Hoe de verdeling van de te investeren miljoenen in de toekomst gaat, kan de heer Reerink niet direct aangeven. De heer Miltenburg vult aan dat deze voorjaarsnota zich richt op 2012 met een doorkijk voor de jaren daarna tot De rwzi Utrecht valt buiten het bestek van deze planperiode. Omdat het een grote investering betreft, wordt die hier toch al wel genoemd. De heer Reerink merkt op dat naar de verwerking van het slib uit De Energiefabriek eerst onderzoek zal worden gedaan naar wat technisch en economisch haalbaar en verstandig is. De discussie hierover komt nog terug bij het algemeen bestuur. De voorzitter gaat in op de ambitie van het Waterbeheerplan. Met de veranderingen in de buitenwereld wordt steeds gekeken of de ambitie in het Waterbeheerplan nog wel passend is. Het college is van mening dat het plan nog niet hoeft te worden bijgesteld. De doelen blijven dus overeind. De tijdlijn die vastligt in het Waterbeheerplan en die ook tot de ambitie kan worden gerekend, wijzigt wel door het temporiseren van de uitvoering van projecten en het uitstellen van plannen veroorzaakt door derden. Mevrouw Van der Vorm (WN) merkt op dat de vraag van WN nu juist ging over hoe de tijdlijn wijzigt. Wanneer wordt het halen van de doelen nu voorzien? De voorzitter geeft aan dat dit bij de tussentijdse evaluatie van het Waterbeheerplan aan de orde zal komen. Bestuurszaken / Pagina 8 van 11

9 Het uitgangspunt bij de muskusrattenbestrijding is dat er geen extra kosten hoeven te worden gemaakt door De Stichtse Rijnlanden bij het uitvoeren van die taak voor andere waterschappen. Of dit ook echt zo zal uitwerken, is nog niet duidelijk. Het muskusratbestendig maken van kades en dijken is standaardbeleid waar dat kan. Overleg met de betreffende gedeputeerden van de provincie over onder andere het veenweidegebied staat op de agenda. Het uitgangspunt is om goede afspraken met elkaar te maken. De Deltacommissie werkt toe naar het nemen van beslissingen in Dat heeft dus geen gevolgen voor de planperiode waarover het hier gaat. De voorzitter is van mening dat De Stichtse Rijnlanden internationaal gezien al heel veel doet, zonder dat het heel veel kost. Zo wordt binnenkort ook weer samen met anderen meegewerkt aan een project in Bangladesh. Kennis en kunde wordt hier ingebracht. Voor de keringen langs de Hollandse IJssel ligt er nu een advies van drie provincies en vijf waterschappen gericht aan de staatssecretaris over hoe om te gaan met de problematiek van de te lage dijken. De eerste optie in dit advies is niet om de dijken te gaan verhogen of om aan een ander tracé te denken. Het voorstel is om met behoud van de huidige compartimentering te gaan kijken of de hele Randstad niet op een hoger, dus veiliger niveau kan worden gebracht. Voor de plannen binnen de polder Rijnenburg is de gemeente Utrecht leidend. De gebiedsontwikkeling gaat weliswaar langzamer, maar dat betekent dus dat zaken nog wel doorlopen. De voorzitter schorst de vergadering voor overleg over de amendementen en moties en hervat de vergadering na vijftien minuten. De heer Miltenburg benoemt nog een keer de eerder gedane toezeggingen in relatie tot de amendementen met de volgnummers 4 en 5: het samenvoegen van de basislijst en lijst x tot één lijst en het publiceren van de nieuwe lijst op de website van De Stichtse Rijnlanden als onderdeel van de voorjaarsnota. Hij verzoekt WN te overwegen om met deze toezeggingen de amendementen in te trekken. Mevrouw Van der Vorm (WN) geeft aan dat met deze toezeggingen er geen reden meer is om de amendementen te handhaven. WN trekt de amendementen in. De voorzitter concludeert dat daarmee de amendementen geen onderdeel meer uitmaken van de beraadslagingen. De voorzitter gaat in op motie met volgnummer 6. Hij licht toe dat het inhuren van derden over het algemeen gebeurt, omdat er taken moeten worden uitgevoerd die specifiek zijn of waarvoor op het betreffende moment de mensen, door bijvoorbeeld ziektes of vacatures, ontbreken. De muskusrattenbestrijding kent pieken. De extra mensen die daarvoor nodig zijn, zijn ook niet in vaste dienst. De tekst van de motie vindt het college daarom wat kort door de bocht. Anderzijds betreffen de hoge kosten voor inhuur van derden ook een onderwerp dat bij het college leeft. Het voorstel is dat de SGP haar motie aanhoudt en dat het college met een notitie over de inhuur van derden komt. Hier kan dan eerst een discussie over worden gevoerd. Na de discussie kan de motie alsnog worden ingediend. De heer Reerink gaat in op motie met volgnummer 7. Hij legt uit wat de rede is waarom de twee projecten over goed watersysteembeheer op de basislijst staan en niet naar lijst y kunnen. Aan de GOP Stadsbuitengracht liggen bestuurlijke afspraken met de gemeente Utrecht ten grondslag. Hier kan De Stichtse Rijnlanden niet omheen. Het werk voor deze projecten wordt ook al uitgevoerd. De GOP kunstwerken is een verzamelproject van een aantal wezenlijke zaken die voor andere projecten van belang zijn. Het niet uitvoeren hiervan brengt de uitvoering van andere projecten in gevaar. Het college ontraadt de moties. De heer Van Leeuwen (SGP) trekt op basis van de uitleg en de toezegging dat de basislijst en lijst x worden samengevoegd de motie met volgnummer 7 in. Motie met volgnummer 6 wordt ook ingetrokken. De SGP heeft voldoende vertrouwen in de toezegging van de notitie over de inhuur van derden. De voorzitter concludeert dat daarmee de moties geen onderdeel meer uitmaken van de beraadslagingen. Tweede termijn De heer Ketting (W@I) geeft aan dat het optimisme van W@I over de voorjaarsnota door de beantwoording van de vragen weer is getemperd. In de toelichting klinken aarzelingen door. De opmerkingen over dat dit een voorjaarsnota is en dat straks alles wordt vastgesteld in de begroting stoort W@I. De ervaring leert dat bij de begroting wordt gezegd dat aanvullingen en wijzigingen moeten worden aangedragen bij de behandeling van de voorjaarsnota, zodat die kunnen worden meegenomen in de begroting. Er worden nu door het algemeen bestuur zaken aangedragen die in de begroting kunnen worden verwerkt. Ook nu wordt door het college weer gezegd dat die maar bij de begrotingsbehandeling moeten worden ingebracht. Dat is niet gepast. De voorjaarsnota is bedoeld om de piketpaaltjes uit te zetten, om de randvoorwaarden vast te stellen en de plafonds te benoemen. Er wordt uitgegaan van een investeringsplafond van 31 miljoen euro voor het vaststellen van de kapitaalslasten, maar even gemakkelijk kunnen de Bestuurszaken / Pagina 9 van 11

10 kapitaalslasten oplopen tot 38 miljoen euro. Over de gevolgen daarvan, zeker naar de toekomst toe, wordt te gemakkelijk heengestapt. De gang van zaken rond het tweede deel van actie Storm vormt de aanleiding om drie jaar lang een extra dotatie aan de baggervoorziening te doen van ruim 1,3 miljoen euro per jaar. Over drie jaar komen er niet alleen nieuwe kosten voor actie Storm, maar komt ook de nieuwe rwzi Utrecht in beeld. Hoewel er al wel is gereserveerd vraagt zich af wat er op tegen is om het geld dat nu naar het baggerfonds gaat ook te reserveren voor de rwzi Utrecht. Hoewel het uitgangspunt is dat zaken niet voor zich uit worden geschoven, gebeurt dit wel. Daarnaast worden tot 2015 ook de reserves opgemaakt. stemt niet tegen de voorjaarsnota, maar is wel huiverig voor alle mitsen en maren in de toelichting van het college op de voorjaarsnota. De heer Ketting merkt op dat het samenvoegen van de basislijst volgens hem een investeringsniveau van 42 miljoen euro oplevert en niet van 38 miljoen euro. Met miljoenen wordt te gemakkelijk heen en weer geschoven. De heer Terpstra vult aan dat zijn fractie graag een overzicht zou willen hebben van de grote investeringen die de komende jaren te verwachten zijn en hoe daarop wordt geanticipeerd. Mevrouw Hiemstra (AWP) was niet aanwezig tijdens de behandeling van de voorjaarsnota in de eerste termijn. Zij complimenteert het college met het investeringsniveau zoals dat is opgenomen in de nota. De heer Ypma (Bedrijven) komt terug op de investeringen voor de ontwikkelingen in de polder Rijnenburg. In het licht van de temporisering daar kan hij nog steeds de 3 en 7 miljoen euro in 2013 en 2014 niet plaatsen. Daarnaast merkt hij op dat een investeringsprogramma nooit gebaseerd kan zijn op wat een organisatie aan kan, maar gebaseerd moet zijn op wat er nodig is. Mevrouw Tutein Nolthenius (WN) verlaat de vergadering om uur. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) vraagt in relatie tot de verdroging om in de begroting expliciet aandacht te geven aan de topgebieden en de gebieden die onder Natura 2000 vallen. De uitkomsten van het overleg met de provincie kunnen dan ook daarin worden meegenomen. De heer Miltenburg bevestigt dat in de voorjaarsnota de piketpaaltjes worden uitgezet. Ook is het algemeen bestuur gerechtigd het college met moties opdracht te geven zaken in de begroting op te nemen. Hij protesteert tegen de opmerking over het zaken voor zich uitschuiven. Zaken voor de toekomst, die eigenlijk niet in de planperiode van deze voorjaarsnota vallen, zoals de rwzi Utrecht, worden toch benoemd. Ook worden de gevolgen van de actie Storm volledig in de exploitatie opgenomen en niet gekapitaliseerd. Zo worden de lasten hiervan niet naar de toekomst doorgeschoven. Ook is vooruitzien het toch weer doteren aan het baggerfonds. De bagger moet toch worden opgeruimd en het is nu goedkoop om dit werk in te kopen. De zaken die hier door het algemeen bestuur naar voren zijn gebracht, worden bij het opstellen van de begroting wel degelijk in beschouwing genomen. Het overzicht van de grote investeringen wordt door de heer Miltenburg toegezegd. Ook zal dit jaar al worden gestart met frequentere rapportages, zodat voor 2012 helder is wat daarvan precies wordt verwacht. De heer Beugelink zegt toe dat in de begroting uitvoeriger dan in de voorjaarsnota zal worden ingegaan op de verdroging van natuurgebieden. Dit zijn tenslotte verplichte zaken. De voorzitter sluit de beraadslagingen en stelt voor om in punt 3 van het voorstel, zoals dat is opgenomen in de oplegnotitie een aanpassing te doen ter verduidelijking: 'investeringsplanning' vervangen door 'het geplande investeringsvolume'. De vergadering stemt hier mee in. Er zijn geen stemverklaringen. Het algemeen bestuur besluit vervolgens om: 1. Kennis te nemen van de relevante externe ontwikkelingen en de bijbehorende inzichten in strategische keuzen zoals verwoord in hoofdstuk In te stemmen met de doorvertalingen hiervan per thema en bijbehorende programma s zoals verwoord in hoofdstuk 4 en deze als uitgangspunten te hanteren voor het beleid in de begrotingsjaren In te stemmen met de in paragraaf 5.2 omschreven systematiek betreffende een te autoriseren investeringsniveau en een in de kapitaallasten door te berekenen investeringsniveau. Bestuurszaken / Pagina 10 van 11

11 4. De meerjarenraming, het geplande investeringsvolume alsmede het daarop gebaseerde, in paragraaf 4.2 (tabel 3) voor 2012 in beeld gebrachte kostenniveau, als uitgangspunt te nemen voor het opstellen van de ontwerpbegroting Rondvraag De voorzitter gaat in op de droogte en de gevolgen die dit kan hebben voor het gebied van De Stichtse Rijnlanden. Door het te verwachten neerslagtekort in de komende vijftien dagen zal het droogterecord van 1976 waarschijnlijk worden geëvenaard. De heer Schalkwijk (Agrariërs) merkt op dat aannemings- en baggerbedrijf Ekelschot B.V. in najaar van 2010 financieel in de problemen is gekomen. Het bedrijf heeft wel een doorstart gemaakt, maar de onderaannemers zijn met een schade van ongeveer 4 miljoen euro blijven zitten. Een aantal van die aannemers heeft de heer Schalkwijk aangesproken, omdat gebleken is dat Ekelschot toch weer voor De Stichtse Rijnlanden werkzaamheden verricht. Dit terwijl de onderaannemers voor de werken verricht voor De Stichtse Rijnlanden geen geld hebben ontvangen. De heer Schalkwijk verzoekt het college kritisch te zijn op dergelijke zaken. De voorzitter zegt toe dat de opmerkingen ter harte worden genomen. Als het nodig mocht zijn, komt het college hier nog op terug. De heer Ketting (W@I) verzoekt om voor de volgende vergadering de verkiezing van een nieuwe plaatsvervangend voorzitter voor de commissie SKK op de agenda te zetten. De voorzitter vraagt mevrouw Van der Vorm daarin het initiatief te nemen. Zij gaat daarmee akkoord. 10. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering. Vastgesteld in de openbare vergadering van 18 mei 2011, Voorzitter, w.g. P.J.M. Poelmann Secretaris, w.g. drs. E.Th. Meuleman Bestuurszaken / Pagina 11 van 11