Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 31 oktober 2012

Transcriptie

1 Plaats : Houten, Bestuurszaal Van : uur Aanwezig : Water Natuurlijk G.P. Beugelink (hoogheemraad); mevrouw E. van der Vorm; G.J.P. Jansen; mevrouw L.A. Tutein Nolthenius; J.J.H.G.D. Karelse : CDA J.M. Verheul; J.G.M. Kromwijk; mevrouw M.L.A.A. de Bont : PvdA J.G.M. Reerink (hoogheemraad); mevrouw G.A. van der Nat : VVD mevrouw T. van der Stroom; H.A. ten Hove; R.D. Woittiez : AWP A.E. Jansen : Waterschap@inwonersbelangen P.M. Terpstra; E. Verkaik : ChristenUnie J.P. Verweij : SGP G. van Leeuwen : Bos- en Natuureigenaren mevrouw A.J. de Kruijf; : Agrariërs H.A.P. van der Maat (hoogheemraad); G. van den Hoeven; H. Schalkwijk : Bedrijven mevrouw W. Derks; N.J.M. Ypma Afwezig : P. Blokdijk (WN); E.J. Miltenburg (CDA, hoogheemraad); mevrouw J.A. Balkema (PvdA); mevrouw A. Hiemstra (AWP); mevrouw I.N. Faber (PVDD); W.H.J. de Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) Voorzitter : P.J.M. Poelmann (dijkgraaf) Secretaris : drs. E.Th. Meuleman Notulist : mevrouw C.H. Kemper (Notuleerservice Nederland) 1. Opening, vaststelling agenda en loting primus De voorzitter opent de vergadering. Er zijn afmeldingen ontvangen van de heren Blokdijk (WN), Miltenburg (CDA, hoogheemraad) en De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) en van de dames Balkema (PvdA), Hiemstra (AWP) en Faber (PVDD). Vaststellen agenda en loting primus De agenda wordt vastgesteld zoals die voorligt. Agendapunten 5A en 5B zullen in een besloten gedeelte van de vergadering worden behandeld. De loting van de primus komt uit op nummer 13: De heer Kromwijk (CDA). 2. Notulen vergadering a) Notulen vergaderingen algemeen bestuur d.d. 19 september 2012 en 25 september 2012 Er zijn geen wijzigingen. De verslagen worden ongewijzigd vastgesteld. Er zijn geen punten naar aanleiding van. b) Verkorte besluitenlijst vergaderingen algemeen bestuur d.d. 19 september 2012 en 25 september 2012 Er zijn geen wijzigingen en punten naar aanleiding van. c) Actiepuntenlijst vergaderingen BMZ, SKK en algemeen bestuur De toelichting op de actiepunten 113, 130, 132 en 144 is in de oplegnotitie opgenomen. De overige actiepunten hebben een latere datum dan vandaag. Mevrouw Tutein Nolthenius (WN) merkt op dat bij actiepunt 113 staat dat het imago-onderzoek wordt verschoven naar Wordt dat nu, gezien de politieke omstandigheden, 2015? De voorzitter geeft aan dat het aantreden van een nieuw bestuur waarschijnlijk nog wel later zal zijn dan 2015 als het regeerakkoord zoals dat is afgesproken wordt uitgevoerd. Dit punt neemt de voorzitter mee terug naar het college. Eventueel moet dit actiepunt worden aangepast. Mevrouw De Kruijf (Bos- en Natuureigenaren) geeft aan dat in de rondvraag van de vergadering van 19 september 2012 is toegezegd dat er een risicoanalyse zou worden uitgevoerd voor de watergebiedsplannen en dat de behandeling daarvan voor vandaag zou worden geagendeerd. Dit punt is niet in de actiepuntenlijst opgenomen. De voorzitter geeft aan dat dit actiepunt wel in uitvoering is, maar dat het niet is gelukt om het resultaat daarvan voor vandaag te agenderen. De informatie die wordt verzameld is ook bedoeld voor het onderzoeksbureau dat is ingeschakeld. Het voornemen is om dit punt op 13 november 2012 in de commissie SKK te bespreken. Het punt zal op de actiepuntenlijst worden opgenomen. Bestuurszaken / DM Pagina 1 van 8

2 Informerend deel 3. Ingekomen stukken en mededelingen Ingekomen stukken a) Brief VBC van 24 juni 2012 inzake vissterfte omgeving Houten en de beantwoording van de brief door het college. b) Brief VBC van 29 juni 2012 inzake Visstandbeheerplan Lopikerwaard en de beantwoording van de brief door het college. De heer Beugelink stelt voor bovenstaande brieven te agenderen voor de commissie SKK, dan kan er uitgebreider bij worden stilgestaan. Daarbij zal dan ook de vraag van de PVDD over visstroperij, actiepunt 142, worden meegenomen. De heer Terpstra merkt op dat in de eerste brief wordt geschreven dat de vissterfte wordt veroorzaakt door mestuitspoeling. In de brief van De Stichtse Rijnlanden wordt daar niet op ingegaan. Hij vraagt of dit punt en het voorkomen van mestuitspoeling ook bij de bespreking kunnen worden meegenomen. De heer Woittiez (VVD) geeft aan dat het behandelen van dergelijke brieven in de commissie SKK alleen opportuun is als het gaat over beleidsmatige of politiek-bestuurlijke zaken. De heer Beugelink merkt op dat de brief is gericht aan het algemeen bestuur. Er is discussie over het uitzetten van vis bij een calamiteit. De vraag is wat een calamiteit is. In het visbeleidsplan is opgenomen hoe bij een calamiteit moet worden gehandeld. In het bedoelde geval heeft een bepaalde interpretatie plaatsgevonden. Dat vormt de aanleiding om een en ander in de commissie te bespreken. De heer Woittiez (VVD) verzoekt het college dan wel aan te geven waar het probleem zit, zodat in de commissie SKK ook over dat voorstel kan worden gepraat. c) bericht van De Beekhoeve inzake de 13 e penning. De voorzitter geeft aan dat dit onderwerp zal worden besproken in de commissie SKK van 15 november Deze heffing is onderdeel van het grondbeleid en wordt daarom binnen de commissie SKK behandeld. d) Brief beëindiging werkzaamheden algemeen bestuur van mevrouw I. Faber van 14 oktober De voorzitter merkt op dat in de brief staat dat waarschijnlijk mevrouw Bodewitz haar gaat opvolgen. Mevrouw Bodewitz staat wel 13 plaatsen lager op de lijst. Er moet een verklaring komen van alle personen boven haar op de lijst dat die geen aanspraak maken op de zetel. Pas als die verklaringen er zijn, kan mevrouw Bodewitz worden beëdigd. Tijdens de vergadering uitgedeeld a) Een aangepaste versie van het stuk met nummer voor agendapunt 4A/B. Als nummer van het agendapunt is per abuis 5 in plaats van 4A/B vermeld. b) Nieuwsbrieven oktober 2012, nr. 2 en oktober 2012, nr. 4 van De Stichtse Rijnlanden. Mededelingen Mededelingen door de heer Reerink: De Stichtse Rijnlanden heeft vandaag het heugelijke bericht gekregen dat voor het schaalproject met Nereda in Utrecht een subsidie van maximaal 1,07 miljoen euro wordt verkregen van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Het algemeen bestuur feliciteert het college met het verkrijgen van deze subsidie. Opiniërend deel De voorzitter merkt op dat de heer Verweij (CU) de zaal zal verlaten bij de behandeling van en besluitvorming over agendapunten 5A en 5B. Hij heeft aangegeven als medewerker van Rijkswaterstaat hieraan niet te willen deelnemen. Voor de behandeling van agendapunten 4A en 4B draagt de voorzitter het voorzitterschap over aan de heer Beugelink. De heer Poelmann is plaatsvervangend portefeuillehouder voor agendapunt 4A en 4B. 4a. Samenwerking belastingen waterschap en gemeenten Eerste termijn Mevrouw Van der Vorm (WN) vraagt een korte schorsing om de wijzigingen in de aangepaste versie van het stuk bij dit agendapunt te kunnen lezen. De voorzitter schorst de vergadering voor vijf minuten. Mevrouw Van der Vorm (WN) geeft aan dat na de toelichting in de commissie en met het voorliggende stuk, er een gedegen voorstel ligt voor het nieuwe samenwerkingsverband. Zoals het er nu uitziet, verwacht WN geen grote risico's meer zodra het samenwerkingsverband is opgericht en in werking is getreden. Voor het proces naar de daadwerkelijke oprichting toe en het op 1 januari 2014 kunnen starten met de belastingheffing en -inning zijn de procesrisico's bekend. Deze worden door het college als middelgroot gekwalificeerd. Een financiële onderbouwing van Bestuurszaken / DM Pagina 2 van 8

3 deze risico s kan, zoals het college aangeeft, niet goed worden gegeven. Op de procesrisico's die bekend zijn, zal in ieder geval worden gestuurd zodat die kunnen worden beheerst. WN stelt een regelmatige terugkoppeling over de voortgang van de planning tot aan de daadwerkelijke oprichting op prijs. Om die reden dient WN een amendement in. Amendement volgnummer 16 Titel Het algemeen bestuur van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden in vergadering bijeen op 31 oktober 2012 Ter behandeling van het voorstel aan het algemeen bestuur met nummer inzake Oprichting regionaal samenwerkingsverband belastingen aan bovengenoemd besluit toe te voegen 7. het algemeen bestuur ten minste ieder kwartaal te informeren over de voortgang van de oprichting van het samenwerkingsverband belastingen en bij afwijking van de planning (start belastingheffing en -inning per 1 januari 2014) aan te geven wat de financiële en andere consequenties hiervan zijn. Toelichting In het bedrijfsplan is een aantal risico's benoemd dat ertoe kan leiden dat de nieuwe belastingorganisatie niet per 1 januari 2014 kan starten met het heffen en innen van belastingen. In het voorstel van het college worden deze risico's middelgroot ingeschat. Tegelijkertijd geeft het college aan de financiële consequenties van dit risico niet te kunnen ramen, maar wel te zullen sturen op beheersen c.q. voorkomen van dit risico. Het niet kunnen heffen en innen van belastingen kan aanzienlijke financiële consequenties hebben. In het licht van het streven naar de nullijn is het goed om als algemeen bestuur mogelijke financiële consequenties vroeg in beeld te hebben zodat waar nodig kan worden bijgestuurd. Het amendement is ondertekend door WN en maakt deel uit van de beraadslagingen. Mevrouw Van der Stroom (VVD) constateert dat de besprekingen over dit onderwerp veel helderheid hebben gebracht. De VVD complimenteert het college met de voortvarendheid waarmee is gehandeld om een samenwerkingsverband op te zetten nadat bekend was dat verdere samenwerking met Limburg geen optie meer was. De VVD vindt de samenwerking een goede keuze: - Vanuit maatschappelijk oogpunt, omdat wordt voorkomen dat overheden dubbel werk doen. - Om financiële redenen, hoewel het voordeel voor De Stichtse Rijnlanden, overigens om begrijpelijke redenen, niet zo hoog is. De verwachting is wel dat het voordeel groter zal worden als meer gemeenten toetreden. - Vanuit bestuurlijk oogpunt, omdat daarmee samenwerking met gemeenten gemakkelijker tot stand kan worden gebracht. De VVD is blij met bijlage 7 waarin de belangrijkste vragen, met antwoorden nog eens op een rij zijn gezet. De VVD is tevreden over het opnemen van haar voorstel om de organisatie zo lean en mean mogelijk te maken. In relatie tot het verzoek in het amendement ingediend door WN, vraagt de VVD of er geen mogelijkheden zijn om de bedoelde rapportage mee te nemen in de gebruikelijke rapportage over de planning-en-controlcyclus. Het verzoek om rapportage op zich is een goed voorstel. De heer Jansen (AWP) geeft aan dat het bevreemdt dat een waterschap dat ooit is opgericht om belastingen te heffen, die heffing uitbesteedt. Maar dat is nu wel de bestaande situatie. Er komt nu een consortium dat de heffing en inning op efficiënte wijze gaat regelen. Het is wel verbazingwekkend dat er geen visie is binnen de waterschapswereld op hoe in Nederland voor alle waterschappen samen de heffing en inning van belastingen zo efficiënt mogelijk zou kunnen plaatsvinden. Wat de financiële consequenties betreft, wekt het verbazing dat alleen op de kosten en niet op de opbrengsten wordt ingegaan. Dit terwijl belastingen vooral zijn gericht op de opbrengsten. Een overschrijding van de kosten is niet zo belangrijk als daarmee de opbrengsten naar 100% kunnen worden gebracht. Het percentage niet-betalers is in de herinnering van de AWP ongeveer 3%. In de huidige economische situatie is de verwachting dat dit percentage alleen maar zal toenemen. Het is verstandig voor de nieuwe organisatie om niet alleen te sturen op kosten, maar ook op opbrengsten. Bestuurszaken / DM Pagina 3 van 8

4 De heer Ypma (Bedrijven) vindt dat de richting die wordt opgegaan de wenselijke richting is. De Stichtse Rijnlanden zou in dit verband wel wat meer ambities mogen hebben. Die ambities zouden ook in het voorstel moeten worden opgenomen. De gegevens waarom door de Bedrijven is gevraagd om de ambitie neer te kunnen zetten, zijn niet geleverd. Dat geldt ook voor de vraag over de benchmarkgegevens. Dat is jammer. Daarmee had het voorstel inhoudelijk meer body kunnen krijgen. Het lean en mean inrichten van de organisatie zou in het besluit zelf moeten worden opgenomen en niet in een algemeen stuk. Een randvoorwaarde is dat de kosten niet hoger mogen zijn dan die nu zijn. Dat is niet ambitieus. Ambitieus is dat de kosten lager moeten worden en een voordeel van euro is daarom veel te laag. Door de gevolgen van deelname door andere gemeenten op te nemen, had een dergelijke ambitie ook in beeld kunnen worden gebracht. Een visie op hoe de nieuwe organisatie moet gaan werken en daarmee de mogelijkheden om ook die organisatie te kunnen sturen, ontbreken. De kengetallen geven aan dat binnen waterschapsland De Stichtse Rijnlanden niet de duurste en niet de goedkoopste is als het gaat over kosten rond de belastingen. De ambitie zou moeten zijn om de goedkoopste te worden. De Bedrijven hebben nog een aantal vragen en opmerkingen. Mutaties zouden door burgers maar één keer hoeven te worden ingediend en die zouden dan gelden voor alle belastingsoorten. Is dat zo? De huisvesting zou marktconform moeten zijn. Dat zegt niet zoveel voor een locatie naast het centraal station in Utrecht. De marktconforme prijzen zijn daar per definitie hoog. Een samenwerkingsverband wil ook zeggen dat bepaalde gegevens gemeenschappelijke gegevens zullen zijn. Dat zou betekenen dat er geen extra WOZ-kosten hoeven te worden betaald. Welke acties onderneemt De Stichtse Rijnlanden om dat ook bij het ministerie van Binnenlandse Zaken voor elkaar te krijgen? De heffingstechnoloog van het samenwerkingsverband wordt ondergebracht bij de groep Handhaving en Vergunningverlening binnen De Stichtse Rijnlanden. Is dat logisch en begrijpelijk? Volgens de Bedrijven zou het digitale klantconcept binnen twee jaar geregeld moeten zijn. Daarna kan dan de formatiereductie plaatsvinden. In hoeverre heeft De Stichtse Rijnlanden te maken met een sociaal plan? De heer Verweij (CU) is van mening dat er een goed voorstel ligt dat complimenten verdient. Er ligt nog wel een uitdaging in het breder gaan samenwerken en het liefst met alle gemeenten in het beheergebied van De Stichtse Rijnlanden. De CU is van mening dat als er in de aanloop naar dit voorstel eerder informatie was verstrekt aan de commissie BMZ over keuzes en alternatieven, het proces wat soepeler zou zijn verlopen. De CU zou daarover ook graag de mening van de andere fracties willen horen. Voor de toekomst kan dit van belang zijn. Op de vraag over de kaderstelling voor de bestuurders van De Stichtse Rijnlanden staat een antwoord in bijlage 7. De CU gaat het echter om de concrete kaders die worden meegegeven. De CU vraagt om in het traject voor de echte start van de samenwerking als college voorstellen te doen met concrete kaders. Daarvoor geeft de CU al een aantal punten als richting mee: - Het sturen op een meerjarenraming met jaarlijks dalende perceptiekosten. - Het streven naar een samenwerking beheergebied De Stichtse Rijnlanden breed om zo meer efficiencyvoordeel te behalen. - Het terugkoppelen van voornemens over grote ICT-projecten naar het algemeen bestuur voordat daarover besluiten worden genomen. Bij heffingen hoort een communicatie naar de burger over wat er met het geld gebeurt. Gespreide betaling moet voor de burger mogelijk blijven. De overeenkomst met BsGW moet worden opgezegd. Op welk moment zal dat gebeuren en is daarvoor een besluit van het algemeen bestuur nodig? De heer Terpstra (W@I) geeft aan dat W@I het een goed voorstel vindt. W@I zou zeker ook, zoals dat door anderen al is aangegeven, targets voor de inkomsten en de perceptiekosten willen zien. Het kwijtscheldingsbeleid bij gemeenten is wat soepeler dan bij De Stichtse Rijnlanden. De Stichtse Rijnlanden moet wel zijn eigen kwijtscheldingsbeleid houden. De heer Schalkwijk (Agrariërs) geeft aan dat de Agrariërs zich kunnen vinden in de samenwerking. Wel is het jammer dat de voordelen marginaal zijn. De Agrariërs zijn het niet eens met de CU dat de commissie BMZ of het algemeen bestuur eerder betrokken moet worden bij het proces. Het college heeft een eigen verantwoordelijkheid in het uitzetten van een bepaalde koers. De projectkosten van euro worden uit de algemene reserve betaald. Het zou wellicht wat chiquer zijn om die ten laste te brengen van het voordelige resultaat 2014/2015. Bestuurszaken / DM Pagina 4 van 8

5 Mevrouw Van der Nat (PvdA) is van mening dat er de mogelijkheid is geweest om uitgebreid te kunnen spreken over dit onderwerp in de commissie BMZ. De PvdA is ook van mening dat er goed is geluisterd naar de commissie en dat de gewenste antwoorden ook zijn gegeven. Inhoudelijk is het een goed stuk en de PvdA is blij met de goed onderbouwde keuzes die zijn gemaakt. De PvdA hecht veel waarde aan de samenwerking met gemeenten. Die samenwerking kan de komende tijd ook niet genoeg worden aangetrokken. De heer Van Leeuwen (SGP) stemt in met de opmerkingen van de PvdA en de VVD. Het amendement lijkt een goed voorstel om ieder kwartaal te worden geïnformeerd over de voortgang. De SGP proeft wel wat achterdocht. Daarnaast zou dit amendement een precedentwerking kunnen hebben. Het zou kunnen betekenen dat over iedere majeure investering of ander majeur belang afzonderlijk zou moeten worden gerapporteerd. Dat maakt de belasting voor het algemeen bestuur alleen maar groter. Volgens de SGP moet een bestuurder worden afgerekend op de momenten die ertoe doen: bij de begroting, jaarrekening en de burappen. Er moet vertrouwen zijn dat het college dit project op een goede manier uitvoert op basis van het stuk dat hier ligt. De kaders waar de CU het over heeft staan volgens de SGP al voldoende in het stuk. Als er al meer of concretere kaders zouden moeten komen, vraagt de SGP zich af of die dan in dit voorstel zouden moeten staan. De heer Kromwijk (CDA) geeft aan dat het CDA van mening is dat het college de commissie BMZ en het algemeen bestuur goed heeft meegenomen in het proces naar dit besluit toe. De informatieachterstand is met een extra commissievergadering opgelost. De fractie kan instemmen met dit goede besluit. De heer Poelmann zegt dat het college er ook trots op is om dit voorstel zo voor te kunnen leggen aan het algemeen bestuur, terwijl de opdracht was om met Limburg te blijven samenwerken. Aan die opdracht is hard gewerkt, maar uiteindelijk bleek het niet mogelijk de samenwerking op een geschikte manier voort te zetten. Op 29 februari 2012 zijn tijdens een themabijeenkomst van de commissie BMZ de aanwezigen uitgebreid geïnformeerd over de historie en over de voorgenomen route voor een locale samenwerking. In augustus 2012 lag er daarna een compleet voorstel. Dat is wellicht wat snel gegaan, maar de terugkoppeling op 29 februari 2012 had het college het vertrouwen gegeven dat het op de goede weg was. Het tussentijds voorleggen van varianten en keuzes aan het algemeen bestuur heeft het college niet nodig gevonden. Dat punt was al gepasseerd. De afspraak was eigenlijk al dat met de gemeenten Utrecht en De Bilt aan de slag zou worden gegaan. Het zou wellicht ideaal zijn om een De Stichtse Rijnlandenbrede deelname van gemeenten te hebben. Dat is ook wel het streven. Het uitgangspunt is echter geweest om eerst het geheel op te zetten samen met Utrecht en De Bilt zodat er voor andere gemeenten een kant-en-klare regeling ligt om op in te stappen. Er staan ook al gemeenten te trappelen om meer te mogen doen. Er werd opgemerkt dat er geen waterschappenbrede visie zou zijn op samenwerking op dit gebied. Het Bestuursakkoord Water geeft nadrukkelijk richting aan het samenwerken in de waterketen, maar ook aan het samenwerken op belastinggebied. De Stichtse Rijnlanden heeft nadrukkelijk de voorliggende keuze gemaakt omdat er de meeste winst mee valt te behalen. Niet alle waterschappen maken dezelfde keuze. Als de bevoegdheid voor het heffen van belastingen ligt bij het waterschap, dan mag het waterschap ook beslissen hoe dat wordt ingevuld. De keuze van De Stichtse Rijnlanden past binnen de landelijke lijn voor samenwerking met anderen. Het college heeft geen bezwaar tegen een bestuur dat vraagt om rapportage. Het algemeen bestuur is er ook voor om het college te controleren. Wel is het college er voorstander van om de rapportage in te passen in andere rapportages en er geen afzonderlijke rapportage van te maken. Het college wil het amendement overnemen, maar het college zal er wel voor zorgen dat de rapportage op een zo efficiënt mogelijke wijze gebeurt. Een gevoel van wantrouwen achter het indienen van dit amendement wordt door het college niet herkend. De heer Van Leeuwen (SGP) wijst erop dat het de SGP vooral ging om de precedentwerking. Als voor alles zo zou moeten worden gerapporteerd, ontstaat een onwerkbare situatie. De heer Poelmann onderkent dat dit wellicht mogelijk is, maar het gaat hier over een onderwerp dat het komende jaar spannende momenten gaat kennen. Er moet tenslotte een organisatie van ongeveer 130 personen worden opgezet. De rapportage zal niet ingewikkelder worden gemaakt dan WN heeft bedoeld. Met het sturen op opbrengsten is het college het volledig eens. De SMART targets zijn typisch zaken die het komende jaar aan de orde komen. Uiteraard heeft een organisatie SMART targets nodig. Een aantal is er al benoemd in de businesscase en die worden het komende jaar uitgewerkt. Daarover zal ook worden gerapporteerd. De besparing is wellicht niet zo groot, maar een voortzetting van de samenwerking met Limburg zou tonnen duurder zijn geworden. Dat bedrag zou ook in de overwegingen bij de opmerking over te weinig ambitie moeten worden meegenomen. Daarnaast is er conservatief geraamd en zijn er geen overspannen targets opgenomen voor de besparingen. Wat voorligt is reëel en uitvoerbaar. In de toekomst zou samenwerking met andere gemeenten tot nog meer besparing kunnen leiden. Voor die samenwerking ligt er ook al een routemap klaar. Bestuurszaken / DM Pagina 5 van 8

6 Voor De Stichtse Rijnlanden is er geen sociaal plan nodig. De mensen kunnen allemaal worden geplaatst. Mutaties door burgers hoeven maar één keer te worden doorgegeven. Die gelden dan voor alle vormen van belasting. Op andere vragen van de Bedrijven heeft het college nu niet direct een antwoord. Die worden meegenomen door het college en dat zal kijken wat daarmee kan worden gedaan. Een van de twee leden die De Stichtse Rijnlanden zal afvaardigen naar het bestuur van de gemeenschappelijke regeling, zal als onafhankelijk voorzitter functioneren. Het ander lid zal namens De Stichtse Rijnlanden in het bestuur zitten. De kaders moeten vooral aan dat lid worden meegegeven. Bij de kaders kan het college zich wel voorstellen dat die gaan in de richting die de CU aangeeft. Die opmerkingen zullen ook worden meegenomen. Over de heffing zal er een brief uitgaan van De Stichtse Rijnlanden en niet van het samenwerkingsverband. Daarbij zal ook worden gecommuniceerd over welk doel de belastingen dienen. Daaraan verandert niets, maar kan hooguit nog iets worden verbeterd. Hierover bestaat ook met Utrecht en De Bilt overeenstemming. Iedere partner behoudt zijn eigen gezicht naar de belastingbetaler. Gespreide betaling is nu ook al mogelijk en dat zal zo blijven. Het college beschouwt het besluit van vandaag als machtiging om de overeenkomst met BsGW op te zeggen. Die opzegging moet voor 31 december 2012 zijn geregeld. Het uitgangspunt is dat de overeenkomst met een jaar wordt verlengd en wat De Stichtse Rijnlanden betreft onder dezelfde voorwaarden. Het kwijtscheldingsbeleid voor De Stichtse Rijnlanden is door het algemeen bestuur vastgesteld. Dat is het beleid dat voor de belastingen van De Stichtse Rijnlanden ook zo blijft. Voor alle belastingzaken wordt het beleid vastgesteld door het algemeen bestuur en wordt het uitgevoerd door het samenwerkingsverband. Het niet ten laste brengen van de euro van de algemene reserve is een ingewikkeld punt. Waar ook voor wordt gekozen, het bedrag zal altijd ergens moeten worden ondergebracht. Wellicht kan dat op een andere manier, maar dit is wel de meest praktische manier. De omvang van de algemene reserve zorgt ervoor dat het ook verantwoord is dit bedrag ten laste te brengen van die reserve. Het college bedankt de fracties voor alle complimenten. Het college schaart zich ook achter de redenen die de VVD aanvoert voor waarom het huidige voorstel een goede keuze is. Tweede termijn Mevrouw De Kruijf (Bos- en Natuureigenaren) vraagt zich af of het opzeggen van de huidige overeenkomst niet expliciet zou moeten worden opgenomen in het besluit. De heer Poelmann geeft aan dat dat misschien wel zo is, maar de overeenkomst loopt officieel ook af. Het was een overeenkomst voor een beperkt aantal jaren. Er is door de organisatie wel naar gekeken en de mening was dat zou kunnen worden volstaan met de melding nu. Vanuit praktisch oogpunt stelt de heer Poelmann voor dat, omdat er al zoveel over is gesproken, de mededeling op zich voldoende zou moeten zijn. De heer Verweij (CU) bedankt de heer Poelmann voor de heldere verwoording van het punt over de kaderstelling. Het is zinvol om de verwachtingen vooraf met elkaar te delen zodat het algemeen bestuur niet achteraf voor verassingen komt te staan. De voorzitter sluit de beraadslagingen. De behandeling van de agendapunten 5A en 5B vinden in beslotenheid plaats. De heer Beugelink vervult ook voor deze agendapunten het voorzitterschap. De heer Verweij (CU) verlaat de vergadering om uur. 5a. Overdracht Gekanaliseerde Hollandse IJssel Voor dit agendapunt is een afzonderlijk verslag gemaakt. vormend deel 5b. Overdracht Gekanaliseerde Hollandse IJssel Over dit besluit is een afzonderlijk verslag gemaakt. De heer Verweij (CU) voegt zich om uur weer bij de vergadering. De voorzitter schorst de vergadering voor vijf minuten. 4b. Samenwerking belastingen waterschap en gemeenten De voorzitter vraagt of er behoefte is om het amendement in stemming te brengen, gezien de toezegging van het college. Mevrouw Van der Vorm (WN) heeft begrepen dat het college de inhoud van het amendement overneemt. Daarmee is er geen behoefte meer aan een stemming. Bestuurszaken / DM Pagina 6 van 8

7 Het algemeen bestuur besluit met algemene stemmen om: 1. in te stemmen met het besluit om samen met de gemeenten Utrecht en De Bilt een regionale belastingorganisatie op te richten, deze de vorm te geven van een openbaar lichaam en deze materieel vanaf 1 juli 2013 een deel van de uitvoerende belastingtaken en formeel vanaf 1 januari 2014, alle uitvoerende belastingtaken te laten uitvoeren en in te richten conform de voorstellen, uitgewerkt in het bedrijfsplan regionale belastingorganisatie BghU d.d ; 2. in te stemmen met het becijferde financiële kader voor de regionale belastingorganisatie van , de becijferde bijdrage daarin van ons waterschap groot en de voorgestelde verdeelsleutel om dit bedrag als deelnemers van de belastingorganisatie op te brengen; 3. toestemming te verlenen voor het besluit om het openbaar lichaam Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) op te richten en in te stemmen met de voorgestelde samenstelling van AB en DB en de zeggenschapsverhouding in beide besturen; 4. in te stemmen met de projectbegroting voor de vervolgfase van en de voor onze organisatie berekende bijdrage ter dekking van deze kosten ad beschikbaar te stellen; 5. de regeling Bijzonder Georganiseerd overleg vorming Belastingorganisatie gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht vast te stellen, dit onder het voorbehoud van instemming van de eigen commissie voor georganiseerd overleg; 6. kennis te nemen van het Implementatieplan en de daarin opgenomen aanpak en bevoegdheidsverdeling voor het transformatieproces. De heer Beugelink draagt het voorzitterschap weer over aan de heer Poelmann. 6. Peilbesluit Haarrijn Het algemeen bestuur besluit met algemene stemmen om het peilbesluit Haarrijn uit 2012 en de bijbehorende inspraaknotitie vast te stellen. 7. Peilbesluit Eiland van Schalkwijk Het algemeen bestuur besluit met algemene stemmen om het peilbesluit Eiland van Schalkwijk 2012 en de bijbehorende inspraaknotitie vast te stellen. 8. Projectplan Grechtkade Oost Het algemeen bestuur besluit met algemene stemmen om het projectplan Grechtkade Oost en de bijbehorende inspraaknotitie vast te stellen. 9. Projectplan Integraal Plan Enkele Wiericke Het algemeen bestuur besluit met algemene stemmen om het projectplan Integraal Plan Enkele Wiericke vast te stellen. Bestuurszaken / DM Pagina 7 van 8

8 10. Rondvraag De heer Poelmann brengt de Zuid-Hollandse Waterschapsdag die op 8 november 2012 wordt gehouden van 9.30 tot uur onder de aandacht van het algemeen bestuur. De gastheer voor die dag is De Stichtse Rijnlanden en de locatie is Fort Wierickerschans. De heer Poelmann gaat in op het rapport van de commissie Schoon Schip Noord-Holland in het kader van zijn bestuurlijke rol daar in het verleden. Het onderzoek heeft voor hem geen gevolgen. De heer Verkaik (W@I) geeft aan dat hij nog al wat vragen heeft gehad over de publicaties van verleende vergunningen. Het is niet mogelijk voor betrokkenen om digitaal kennis te nemen van de inhoud. Daarvoor moeten betrokkenen naar het kantoor van De Stichtse Rijnlanden komen. Zou dat niet wat uitgebreider op de website kunnen worden gepubliceerd? De heer Reerink zegt toe dat het hoofd van de afdeling contact op zal nemen met de heer Verkaik om het probleem te bespreken. Die kan dan eventueel ook maatregelen nemen om een en ander te verbeteren. De heer Beugelink geeft aan dat op 1 november 2012 de laatste hand zal worden gelegd aan het evaluatierapport van het project Tax-i. Als het rapport beschikbaar is, zal het aan het algemeen bestuur worden toegestuurd. Of het rapport nog moet worden besproken zal later blijken. De Stichting Het Waterschapshuis zal op 1 december 2012 overgaan in de Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis. Als zich daarbij belangwekkende zaken voordoen, zal het algemeen bestuur daarvan op de hoogte worden gebracht. De heer Beugelink refereert aan de gesprekken met de fruittelers over het hoge gehalte captan in het oppervlaktewater. Op 13 december 2012 zal een convenant over het juiste gebruik van bestrijdingsmiddelen door de fruittelers worden getekend. 11. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering. Vastgesteld in de openbare vergadering van 19 december 2012, Voorzitter, P.J.M. Poelmann Secretaris, drs. E.Th. Meuleman Bestuurszaken / DM Pagina 8 van 8