PENSIOENBULLETIN. De kredietcrisis en FTK. Wat leert de kredietcrisis ons over het FTK risicomodel en de marktrente? INHOUD:
|
|
- Anna Groen
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 JANUARI 2009 NUMMER 1 PENSIOENBULLETIN Pensioeninformatie voor werkgevers en pensioenfondsen De kredietcrisis en FTK Wat leert de kredietcrisis ons over het FTK risicomodel en de marktrente? In de zomer van 2007 begon de kredietcrisis. Sindsdien is de turbulentie op de financiële markten groot en zijn zowel aandelenkoersen als kapitaalmarktrentes fors gedaald. Als gevolg hiervan daalden de dekkingsgraden van pensioenfondsen. Een groot aantal pensioenfondsen is hierdoor ultimo november 2008 in onderdekking geraakt. Dit proces is versterkt doordat de door de Nederlandsche Bank (DNB) voorgeschreven marktrente vooral in de lange looptijden opmerkelijk laag is als gevolg van afgenomen liquiditeit op de swapmarkt. In dit artikel gaan we in op dat laatste aspect. Tevens analyseren we waarom de door DNB binnen het Financieel Toetsingkader (FTK) vereiste solvabiliteitsbuffer voor negatieve marktrente-ontwikkelingen in 2008 ontoereikend is geweest. Wij maken hierbij onderscheid tussen het niveau van de rentestand en het curverisico. BEPALING DEKKINGSGRAAD De dekkingsgraad van pensioenfondsen is het quotiënt van het pensioenfondsvermogen en de marktwaarde van de pensioenfondsverplichtingen. Het pensioenfondsvermogen van een eigen beheer voerend pensioenfonds is gelijk aan de marktwaarde van alle beleggingen en liquide middelen verminderd met de schulden. Voor een herverzekerd pensioenfonds met een garantiecontract is het pensioenfondsvermogen gelijk aan de waarde van de vordering op de herverzekeraar vermeerderd met de waarde van de eigen bezittingen. De waarde van de pensioenfondsverplichtingen is gelijk aan de contante waarde van alle kasstromen die uit de opgebouwde pensioenaanspraken voortvloeien. Bij de berekening van de verwachte uitkeringen wordt rekening gehouden met sterftekansen en met mogelijk verwachte administratiekosten. Verwachte toekomstige pensioenopbouw en/of verwachte voorwaardelijke indexaties worden hierbij niet meegenomen. Binnen het FTK worden de uitkeringen contant gemaakt op basis van marktrentes die INHOUD: DE KREDIETCRISIS EN FTK EEN PENSIOENREGELING, TOTSTANDKOMING EN WIJZIGING
2 afhankelijk zijn van de looptijd. Doorgaans geldt hierbij: hoe langer de looptijd, hoe hoger de marktrente. De hoogte van de FTK-dekkingsgraad is mede afhankelijk van de ontwikkeling van de marktrentes. Omdat de waarde van het pensioenfondsvermogen meestal minder gevoelig is voor veranderingen in de rente, betekent een lagere rente voor veel pensioenfondsen bovendien een lagere dekkingsgraad. MARKTRENTE Vanaf het eind van de jaren 60 van de vorige eeuw werd de waarde van de verplichtingen voor pensioenfondsen bepaald met een vaste rekenrente van 4%. Verzekeraars hanteren sinds augustus 1999 voor nieuwe contracten zelfs een vaste rekenrente van 3%, omdat het gemiddelde staatsobligatierendement toen lager was dan 4%. De 4% rekenrente kon worden gerechtvaardigd aan de hand van: de toenmalige kapitaalmarktrente van 8%; het toenmalig historische inflatieniveau van 4%; het gegeven dat pensioenfondsen eind jaren 60 vrijwel alleen belegden in vastrentende waarden. In feite kon de rekenrente toen worden opgevat als een reële rente (marktrente gecorrigeerd voor inflatiedekking). Vanaf 2000 is deze situatie sterk veranderd. De kapitaalmarktrente is sterk gedaald (richting 4%) en een groot deel van de beleggingen bestaat niet meer uit vastrentende waarden, maar uit meer risicovollere beleggingen, zoals aandelen. Met de introductie van het FTK worden de verplichtingen voor pensioenfondsen met een marktrente verdisconteerd. Een goede marktrente voor de vaststelling van de waarde van pensioenverplichtingen is moeilijk te bepalen, omdat er geen echte (doorlopende) markt is voor pensioenverplichtingen. Bij het kiezen voor een marktrente is na veel discussie besloten de volgende uitgangspunten te hanteren: 1 de marktrente voor de waardering van de pensioenverplichtingen staat los van de samenstelling van de beleggingsportefeuille; 2 met onvoorwaardelijke uitkeringen wordt geen rekening gehouden. Aanvankelijk dacht DNB aan het disconteren met de rentes die de Nederlandse staat betaalt op haar leningen. Deze rente wordt als vrijwel risicoloos gezien omdat de Nederlandse staat altijd de belastingen kan verhogen om aan haar verplichtingen te voldoen. Een nadeel van het gebruik van de staatsrente is dat er niet op alle gewenste looptijden staatsleningen beschikbaar zijn om een representatieve rentecurve te construeren. Uiteindelijk heeft DNB als basis voor de discontering gekozen voor swaprentes. Deze rentes zijn dagelijks voor alle gewenste looptijden beschikbaar. Een swaprente is de vaste rente waarbij twee partijen met eenzelfde risicoprofiel bereid zijn om voor een bepaalde looptijd een korte variabele rente te verruilen (te swappen) tegen een lange(re) rente. Banken zijn belangrijke spelers op de swapmarkt. 2
3 De 10 jaar-swaprentes zijn historisch gezien over de afgelopen 10 jaar gemiddeld circa 0,25% hoger geweest dan Nederlandse staatsrentes met een vergelijkbare looptijd. In het algemeen geldt dat een hogere rente een hoger risico inhoudt. Of dit dan betekent dat de swaprentes meer risico bevatten dan staatsrentes is onduidelijk. Disconteren met swaprentes betekent in ieder geval dat pensioenuitkeringen in de praktijk minder goudgerand geacht worden dan uitkeringen door de Nederlandse staat. ONTWIKKELINGEN 2008 In onderstaande grafiek worden de marktrentes op de laatste werkdag van 2007 en november 2008 weergegeven: Grafiek 1 Swap NL Staat Swap NL Staat Mede door liquiditeitsproblemen in de swapmarkt zijn de swaprentes voor lange looptijden in de afgelopen maanden meer gedaald dan rendementen op Nederlandse staatsobligaties. Hierdoor zijn de swaprentes onder de Nederlandse staatsrentes komen te liggen (zie grafiek 1). Dit heeft tot gevolg dat pensioenfondsen bovenop de sterke waardedaling van hun aandelenbeleggingen ook worden geraakt doordat swaprentes tot een niveau zijn gedaald dat lager is dan de vrijwel risicoloze rentes die gelden voor de Nederlandse staat. Inmiddels is er in de markt discussie ontstaan om de door DNB gehanteerde marktrentes aan te passen en deze meer te baseren op staatsrentes. Op dit moment zien wij echter binnen de Pensioenwet geen juridische aanknopingspunten voor pensioenfondsen om zelf een alternatieve marktrentecurve vast te stellen. We hebben een alternatieve marktrente echter wel nader geanalyseerd. Indien wij uitgaan van de Nederlandse staatsrentes voor rentestanden met een looptijd van meer 30 jaar dan levert dit voor een gemiddeld pensioenfonds een daling van de marktwaarde van de verplichtingen op van ongeveer 2,5%. 3
4 RENTERISICO Binnen het standaard risicomodel van het FTK dienen pensioenfondsen onder andere een financiële buffer aan te houden om de gevolgen van waardeveranderingen van hun vastrentende waarden en de waarde van de pensioenverplichtingen op te kunnen vangen. Bij de vaststelling van de hoogte van deze buffer houdt het standaardmodel rekening met: de rentegevoeligheid van de waarde van de pensioenverplichtingen; de rentegevoeligheid van de beleggingen; een zekerheidsniveau van 97,5% dat deze buffer niet binnen 1 jaar verdwijnt. Zoals eerder gesteld, valt in de praktijk een rentedaling negatief uit voor de dekkingsgraad van pensioenfondsen. In grafiek 2 geven wij weer welke (worst case) rentedaling door het standaardmodel ultimo 2007 werd verwacht. In deze grafiek is zowel de DNB-curve per 30 november 2008 als die van 31 december 2007 opgenomen. Ook is opgenomen het waarschijnlijkheidsgebied van de verwachte rente, zoals aangegeven door de standaardtoets per ultimo Grafiek 2 In grafiek 2 kunnen wij zien dat de marktrente (november 2008) waarmee binnen het FTK gerekend wordt sterk is gedaald (gemiddelde rentestand is gedaald met 1,4%), hetgeen bij een gemiddeld pensioenfonds (met een duratie van 20) heeft geleid tot een stijging van de pensioenverplichtingen met bijna 30%. Verder is te zien dat met name voor looptijden boven 21 jaar de daling van de marktrente veel forser is geweest dan waarin de standaard toets had voorzien. De kans hierop werd op voorhand kleiner dan 2,5% ingeschat. Een ander fenomeen dat nadere analyse behoeft is het zogenaamde curverisico. De standaardtoets gaat bij de berekening van de solvabiliteitsbuffer voor marktrentedalingen uit van een vereenvoudigd (duration) schattingsmodel. Het model levert redelijk correcte schattingen op van de marktwaardevoorziening bij een parallelle verschuiving van de rentecurve. De rentecurve is in 2008 echter niet parallel verschoven. Voor zeer korte respectievelijk langere looptijden is de daling van de rentestanden 4
5 (volgens DNB-curve) veel groter dan voor de (middel)korte looptijden. In de standaard toets wordt juist op basis van deze rentestanden het renterisico bepaald. De mogelijke waardestijging van de VPV is voor een gemiddeld pensioenfonds ultimo 2007 op basis van de standaardtoets zo'n 13 procent punt te laag vastgesteld. Voorbeeld: Marktwaarde VPV ultimo Marktwaarde eind november 2008 met: Exacte berekening 130 Benadering m.b.v. de methode in de standaard toets 117 De standaardtoets van het FTK heeft gegeven de renteontwikkeling in 2008 dus geleid tot onderschatting van het renterisico. Een standaard toets op de solvabiliteit van het pensioenfonds op basis van verwachte kasstromen en de volledige rente termijnstructuur in plaats van het (duration) schattingsmodel, zoals mogelijk in te voeren op 1 januari 2010, vormt naar onze mening een goede aanpassing van de solvabiliteitstoets. SLOT Een van de gevolgen van de kredietcrisis is de daling van de marktrente die gehanteerd wordt om de marktwaarde van de verplichtingen van pensioenfondsen te bepalen. De bijzondere daling van deze marktrente heeft de dekkingsgraadproblematiek voor pensioenfondsen vergroot. Uit onze analyse blijkt dat binnen het FTK de rentedaling in 2008 groter is geweest dan verwacht en dat het zogenaamde curve-risico niet gemodelleerd is binnen de huidige berekening van de solvabiliteitsbuffer voor het renterisico. Hoewel geen enkel pensioenfonds in de huidige economische situatie zit te wachten op een verzwaring van buffers, kan men zich afvragen of er geen herijking van de volatiliteit van de verwachte rentestanden dient plaats te vinden. Indien voor de vaststelling van de marktrente per looptijd wordt uitgegaan van de hoogste rentestand van de Nederlandse Staatscurve en de swapcurve, kan dit op korte termijn soelaas bieden voor de dekkingsgraad van pensioenfondsen. Op dit moment zien wij geen juridische aanknopingspunten dat pensioenfondsen zelfstandig de te hanteren rentecurve mogen wijzigen. Uit recente publicaties van DNB maken wij echter op dat DNB het huidige rentemodel heroverweegt en wellicht een andere rentecurve zal voorschrijven. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Jan Matthijssen tel of uw consultant bij Aon Consulting. 5
6 Een pensioenregeling, totstandkoming en wijziging Pensioenregelingen komen tot stand. Van tijd tot tijd worden ze gewijzigd. Hoe doe je dat, wie zijn er betrokken, wat zijn de spelregels? Waaraan is een individuele werknemer gebonden? Aan een (wijziging van een) pensioenregeling die door de ondernemingsraad is geaccordeerd of bij CAO is overeengekomen of één die uitgevoerd wordt door een verplicht gesteld bedrijfstakpensioenfonds? Heeft een collectieve wijziging van de pensioenregeling ook nog effect op gewezen deelnemers en pensioengerechtigden? PENSIOENREGELING Werkgever en werknemers komen een pensioenregeling overeen en leggen deze vast in de pensioenovereenkomst. In Nederland geldt bij overeenkomsten het adagium: overeenkomsten moeten nageleefd worden. Ook over wijzigingen in de pensioenregeling moeten werkgever en werknemers overeenstemming bereiken. Een pensioenregeling kan niet zomaar eenzijdig gewijzigd worden. De wet stelt hier eisen aan. Deze zijn voor collectief tot stand gekomen pensioenregelingen zwaarder dan met individuele werknemers overeengekomen regelingen. INDIVIDUELE WERKNEMER Als een werkgever een pensioenregeling overeenkomt met een individuele werknemer moet de werkgever voor een wijziging overeenstemming bereiken met deze werknemer. De werknemer kan een voorstel om te wijzigen niet zomaar weigeren. Hij dient zich daarbij te gedragen als goed werknemer. Dat betekent dat de werknemer redelijk en billijk moet zijn als de werkgever, door veranderde omstandigheden gedwongen, met een wijzigingsvoorstel komt. Het wijzigingsvoorstel moet gezien die veranderde omstandigheden wel redelijk zijn. Het adagium dat overeenkomsten nageleefd moeten worden kan de werkgever met een beroep op goed werknemerschap opzij schuiven. ONDERNEMINGSRAAD De ondernemingsraad heeft het instemmingsrecht voor een pensioenregeling die voor alle werknemers of een groep van de werknemers geldt. De ondernemingsraad heeft geen instemmingsrecht indien de pensioenregeling inhoudelijk is geregeld in een collectieve arbeidsovereenkomst (CAO). De ondernemingsraad heeft geen instemmingsrecht als de werkgever de pensioenregeling bij een pensioenfonds onderbrengt. De gedachte achter deze uitzondering is dat de werknemersvertegenwoordigers in het pensioenfondsbestuur de belangen van de werknemers voldoende waarborgen. Deze gedachte gaat niet meer op nu met de invoering van de Pensioenwet duidelijk is geworden dat het primaat van de pensioenregeling bij de sociale partners ligt. Een pensioenfonds is "slechts" uitvoerder van de pensioenregeling. 6
7 Een (wijziging van een) groepspensioenregeling die de ondernemingsraad overeenkomt met de werkgever, bindt niet de individuele werknemer. De werkgever heeft voor doorwerking in zijn individuele arbeidsovereenkomst de instemming van de individuele werknemers nodig. De werknemer kan bij indiensttreding al instemmen met in de toekomst door de ondernemingsraad geaccordeerde wijzigingen van de pensioenregeling. Deze instemming kan ook gegeven worden op het moment van wijziging zelf. Heeft de werkgever geen individuele instemming van de werknemer dan kan hij onder voorwaarden zonder instemming van de werknemer de groepspensioenregeling wijzigen. De eisen hiervoor zijn zwaarder dan bij een pensioenregeling die met een individuele werknemer (zie hierboven) is overeengekomen. Zo moet de werkgever dit eenzijdige wijzigingsbeding schriftelijk in de pensioenovereenkomst opnemen. Tevens dient er sprake te zijn van een zodanig zwaarwichtig belang van de werkgever dat het belang van de werknemer dat door de wijziging zou worden geschaad daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken. De achterliggende gedachte bij dit beding is een evenwicht te vinden tussen de belangen van de werkgever en de werknemer. De werknemer heeft er belang bij dat de werkgever niet zonder zijn instemming wijzigingen aanbrengt in de pensioenregeling. Het belang van de werkgever is het collectief kunnen ordenen van de arbeidsvoorwaarden. Zou de werkgever individueel toestemming van alle werknemers moeten vragen dan zou dit te kostbaar en tijdrovend zijn. Bovendien zou dit op de duur kunnen leiden tot de ongewenste situatie van een per werknemer verschillende pensioenregeling. Verzuimt een werkgever een dergelijk wijzigingsbeding op te nemen dan kan hij proberen de pensioenafspraken niet uit te voeren met als grond dat handhaving "in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn". De eis van onaanvaardbaarheid is een hele zware eis. CAO Vakbonden en werkgever(s)(verenigingen) kunnen de pensioenregeling ook overeenkomen in een CAO. De werkgever die een CAO sluit of lid is van een werkgeversvereniging die partij is bij een CAO is verplicht tot naleving van de bij CAO overeengekomen pensioenregeling. Hetzelfde geldt voor de werknemer die lid is van een vakbond die partij is bij de CAO. Is een werknemer geen lid van een vakbond die partij is bij de CAO, dan is de werknemer niet gebonden aan de CAO. De werkgever is wel verplicht de CAO toe te passen op ongeorganiseerde werknemers. De werkgever doet dit vaak door de CAO te incorporeren in de individuele arbeidsovereenkomst met deze niet-georganiseerde werknemers. Daardoor werken de CAO en ook de wijzigingen in de CAO direct door in de individuele arbeidsovereenkomst. De individuele niet-georganiseerde werknemer geeft hiermee op voorhand instemming met bij CAO overeengekomen wijzigingen in de pensioenregeling. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) kan een CAO algemeen verbindend verklaren voor een hele bedrijfstak. Het gevolg is dat ook ongeorganiseerde werknemers en werkgevers aan de bij CAO overeengekomen (wijziging van de) pensioenregeling gebonden zijn. De individuele georganiseerde en ongeorganiseerde werknemers hebben dan niet het individuele recht een (wijziging van de) pensioenregeling te weigeren. 7
8 VERPLICHTSTELLING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS Vakbonden komen ook vaak een pensioenregeling overeen die ondergebracht wordt bij een bedrijfstakpensioenfonds. De minister van SZW kan deelneming aan een bedrijfstakpensioenfonds verplicht stellen voor een hele bedrijfstak. Deelname aan de pensioenregeling vloeit direct voort uit de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds. Wijzigingen in de pensioenregeling van het verplicht gestelde bedrijfstakpensioenfonds werken direct door. Een CAO heeft een geldigheidsduur van maximaal 5 jaar. De horizon van pensioenregelingen ligt verder dan 5 jaar. De verplichtstellingsbeschikking voor verplichte onderbrenging in een bedrijfstakpensioenfonds is dan ook een welkome aanvulling op het algemeen verbindend verklaren van een CAO. WIE IS GEBONDEN AAN EEN COLLECTIEVE WIJZIGING VAN DE PENSIOENREGELING? Een collectieve wijziging van een pensioenregeling bindt de werknemers die nog actief deelnemen aan de pensioenregeling. Hun partners en kinderen zijn ook gebonden aan een wijziging. Interessant is de vraag wat er gebeurt als de werknemer uit dienst is. Kan een wijziging van de pensioenregeling gewezen deelnemers of pensioengerechtigden raken? En verder: kan een wijziging van de pensioenregeling ook hun (gewezen) partners en kinderen binden? Het uitgangspunt is dat de pensioenovereenkomst is uitgewerkt; een collectieve wijziging van de in de pensioenovereenkomst vastgelegde pensioenregeling heeft geen effect als de werknemer uit dienst is. De Pensioenwet maakt in de wetsgeschiedenis een uitzondering voorzover er sprake is van voorwaardelijke toeslagen. Het argument is dat er nog geen sprake is van opgebouwde aanspraken. Ook voor (gedeeltelijke) arbeidsongeschikten aan wie is toegezegd dat na ontslag hun pensioenopbouw (gedeeltelijk) wordt voortgezet, geldt dat deze opbouw nog niet gerealiseerd is. De conclusie is dan ook dat de pensioenovereenkomst alleen uitgewerkt is voorzover er opgebouwde pensioenaanspraken zijn. Vindt er na ontslag nog verdere opbouw van pensioenaanspraken plaats dan ijlt de pensioenovereenkomst nog na. Gevolg is dat een collectieve wijziging van een pensioenregeling op genoemde punten ook werking kan hebben voor gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en hun (gewezen) partners en kinderen. Voor de duidelijkheid kan dit ook expliciet in de overeengekomen pensioenregeling opgenomen worden. PENSIOENWET De Pensioenwet noemt verder ook enkele punten die van belang zijn bij de wijziging van een pensioenregeling. De Pensioenwet noemt expliciet dat: een eenzijdige wijziging alleen kan plaatsvinden als een pensioenwijzigingsbeding is opgenomen in de pensioenovereenkomst (zie boven); een wijziging van de pensioenovereenkomst geen betrekking mag hebben op opgebouwde pensioenaanspraken. 8
9 CONCLUSIE Voor het opstellen of wijzigingen van een pensioenregeling moet een werkgever eerst kijken welke spelers op het speelveld actief zijn om te weten aan welke spelregels hij zich moet houden. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met mr. Roelant Smit tel of uw consultant bij Aon Consulting. REDACTIE Allard van der Meer (eindredactie) Ron van Harten Gitta Junius (secretariaat) Bart Mol Ton Roebroek Roelant Smit CONTACT Gitta Junius PB-PC@aon.nl AUTEURS Roelant Smit Jan Matthijssen Dit bulletin is met grote zorg samengesteld door Aon Consulting Nederland C.V. Niettemin kunnen zich incidenteel onvolkomenheden voordoen. De inhoud van dit bulletin is slechts bedoeld als informatie en dient dan ook niet gezien te worden als advies. Aon Consulting Nederland C.V. aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade die direct of indirect voortvloeit uit het gebruik van deze informatie. Vermenigvuldiging van deze publicatie of overname van de inhoud kan onder bronvermelding vrijelijk plaatsvinden. NUMMER 1 JANURI aa
Impact van de Pensioenwet
JUNI 2009 NUMMER 6 JAARGANG 7 EB NUAlgemene opiniërende informatie over Employee Benefits Impact van de Pensioenwet op uw HR processen De Pensioenwet is sinds 1 januari 2007 van kracht. Diverse media hebben
Nadere informatieKwartaalbericht. 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015. Samenvatting cijfers per 31 december 2014
Kwartaalbericht 4e kwartaal 2014 Den Haag, 30 januari 2015 Samenvatting cijfers per 31 december 2014 Dekkingsgraad: 111,5% Beleidsdekkingsgraad: 112,6% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2014: 27,6%
Nadere informatiePENSIOENBULLETIN. Kredietcrisis. raakt ook volledig herverzekerde INHOUD:
MEI 2009 NUMMER 3 JAARGANG 49 PENSIOENBULLETIN Pensioeninformatie voor werkgevers en pensioenfondsen Kredietcrisis raakt ook volledig herverzekerde pensioenfondsen Onder het Financieel Toetsingskader (FTK)
Nadere informatieAddendum. Ultimate Forward Rate
Addendum Ultimate Forward Rate Wilt u meer weten over renterisico s, swaps en swaptions? Neem dan contact op met uw Account-CIO of met onze balansmanagement adviseurs Bas Scholten via bas.schoiten@achmea.ni
Nadere informatie3e kwartaal 2015 Den Haag, 19 oktober 2015
Kwartaalbericht 3e kwartaal 2015 Den Haag, 19 oktober 2015 Samenvatting cijfers per 30 september 2015 Dekkingsgraad (UFR): 99,3% Beleidsdekkingsgraad: 107,1% Belegd vermogen: 19,5 miljard Rendement 2015
Nadere informatieKwartaalbericht. 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015. Samenvatting cijfers per 30 juni 2015
Kwartaalbericht 2e kwartaal 2015 Den Haag, 14 juli 2015 Samenvatting cijfers per 30 juni 2015 Dekkingsgraad (UFR): 108,3% Beleidsdekkingsgraad: 110,0% Belegd vermogen: 19,6 miljard Rendement 2015 1 e halfjaar:
Nadere informatieSamenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2012-1 juli 2012 t/m 30 september 2012 Samenvatting: positief sentiment en gewijzigde rekenrente (UFR) stuwen dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad
Nadere informatiePensioeninformatie voor werkgevers en pensioenfondsen
JULI 2008 NUMMER 4 JAARGANG 48 PENSIOENBULLETIN Pensioeninformatie voor werkgevers en pensioenfondsen Invloed van marktrente op pensioen In onze pensioenwereld is iedereen er inmiddels wel van doordrongen
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2012 t/m ultimo juni Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m ultimo juni 2012 Samenvatting: Nominale dekkingsgraad gedaald van 107,6% naar 101,9% Beleggingsrendement is 1,6%
Nadere informatieMarktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013.
Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 31 maart 2014: 128,6%, een toename van 3,3%-punt ten opzichte van 31 december 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4
Nadere informatie2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017
Kwartaalbericht 2e kwartaal 2017 Den Haag, juli 2017 Samenvatting cijfers per 30 juni 2017 Dekkingsgraad (UFR): 104,9% Beleidsdekkingsgraad: 101,8% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m juni:
Nadere informatie4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016
Kwartaalbericht 4e kwartaal 2015 Den Haag, 21 januari 2016 Samenvatting cijfers per 31 december 2015 Dekkingsgraad (UFR): 100,5% Beleidsdekkingsgraad: 104,4% Belegd vermogen: 19,9 miljard Rendement 4 e
Nadere informatieOntwikkelingen in 2012
1 Jaarbericht 2012 Ontwikkelingen in 2012 2012 was, in alle opzichten, weer een bewogen jaar. We kregen onder meer te maken met hectische ontwikkelingen op de financiële markten, met veranderingen in de
Nadere informatieDekkingsgraad 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012.
Kwartaalbericht 2012 Samenvatting 121,8% per 30 september 2012, toename van 9,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2012. Meer informatie over de dekkingsgraad vindt u op de website. Beleggingsrendement 4,2%
Nadere informatieDe Ultimate Forward Rate Methodiek
De Ultimate Forward Rate Methodiek Notitie van het Actuarieel Genootschap 23 augustus 2012 Inleiding Voor het zomerreces heeft de Tweede Kamer een aantal debatten gevoerd over de Hoofdlijnennota herziening
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM. Tweede kwartaal april 2012 t/m 30 juni Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2012-1 april 2012 t/m 30 juni 2012 Samenvatting: Lage rente drukt dekkingsgraad Nominale dekkingsgraad is gedaald van 110,0% naar 105,1% Beleggingsrendement
Nadere informatieStichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart Stand van zaken SVG. 1 van 21
Stichting Voorzieningsfonds Getronics 9 maart 2016 Stand van zaken SVG 1 van 21 Programma Pensioenfonds SVG Financiële positie SVG Terugblik 2015 Vooruitblik 2016 Derivaten Vragen 2 van 21 Pensioenfonds
Nadere informatieMarktwaardedekkingsgraad per 30 september ,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013.
Kwartaalbericht 2013 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2013 122,8%, een toename van 1,3%-punt ten opzichte van 30 juni 2013. Meer informatie vindt u op de website. Beleggingsrendement
Nadere informatie3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017
Kwartaalbericht 3e kwartaal 2017 Den Haag, oktober 2017 Samenvatting cijfers per 30 september 2017 Dekkingsgraad (UFR): 106,4% Beleidsdekkingsgraad: 103,5% Belegd vermogen: 23,9 miljard Rendement 2017
Nadere informatie1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017
Kwartaalbericht 1e kwartaal 2017 Den Haag, april 2017 Samenvatting cijfers per 31 maart 2017 Dekkingsgraad (UFR): 103,3% Beleidsdekkingsgraad: 100,4% Belegd vermogen: 23,5 miljard Rendement 2017 t/m maart:
Nadere informatieGevolgen marktwaardering verplichtingen op beleid pensioenfondsen
Gevolgen marktwaardering verplichtingen op beleid pensioenfondsen Inleiding Op dit moment wordt bij pensioenfondsen veel onderzoek gedaan naar de beleidseffecten van het waarderen van pensioenverplichtingen
Nadere informatie1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016
Kwartaalbericht 1e kwartaal 2016 Den Haag, 20 april 2016 Samenvatting cijfers per 31 maart 2016 Dekkingsgraad (UFR): 97,7% Beleidsdekkingsgraad: 102,0% Belegd vermogen: 21,9 miljard Rendement 1 e kwartaal
Nadere informatieDatum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630
Pensioenfonds Productschappen Bezoekadres Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Postadres Postbus 3042 2280 GA Rijswijk Telefoon 070 4138630 Fax 070 4138650 E-mail info@pbodnl Website wwwpbodnl KvK
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind maart 2017 is 112,6% en is gestegen ten opzichte
Nadere informatieStichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari 2015. Stand van zaken SVG. 1 van 19
Stichting Voorzieningsfonds Getronics 11 februari 2015 Stand van zaken SVG 1 van 19 Programma Pensioenfonds SVG Financiële positie SVG Terugblik 2014 Vooruitblik 2015 Vragen 2 van 19 Pensioenfonds SVG
Nadere informatiePensioeninformatie voor werkgevers en pensioenfondsen. Verhoging van de AOW-leeftijd
JULI 2009 NUMMER 4 JAARGANG 49 PENSIOENBULLETIN Pensioeninformatie voor werkgevers en pensioenfondsen Verhoging van de AOW-leeftijd In juni 2008 presenteerde de commissie Bakker haar advies Naar een toekomst
Nadere informatieRegeling parameters pensioenfondsen. Artikel 1. Artikel 2. Regeling parameters pensioenfondsen
Regeling parameters pensioenfondsen Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 december 2006, nr. AV/ PB/2006/102565b, tot vaststelling van de parameters voor pensioenfondsen
Nadere informatiedatum onze referentie uw referentie doorkiesnummer 15-11-2010 0523 288420
Aan: alle actieve deelnemers alle gewezen deelnemers alle pensioengerechtigden datum onze referentie uw referentie doorkiesnummer 15-11-2010 0523 288420 Betreft: de risico s van het pensioenfonds voor
Nadere informatie2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016
Kwartaalbericht 2e kwartaal 2016 Den Haag, juli 2016 Samenvatting cijfers per 30 juni 2016 Dekkingsgraad (UFR): 99,0% Beleidsdekkingsgraad: 99,6% Belegd vermogen: 23,3 miljard Rendement 1 e halfjaar 2016:
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo september is gedaald ten opzichte van eind juni; De beleidsdekkingsgraad
Nadere informatieONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN
ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN 1 GEVOLGEN DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN 2 REKENRENTE,
Nadere informatiePersbericht. Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011
Persbericht Kwartaalbericht: vierde kwartaal 2011 Hoofdpunten: Dekkingsgraad van 94% is te laag: aanvullende maatregelen nodig Beschikbaar vermogen stijgt met ruim 11 miljard Door gedaalde rente nemen
Nadere informatieSPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >
2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Verkort jaarverslag 2013 > 2013 was voor SPNG een jaar van grote veranderingen. Eind 2012 liep het herverzekeringscontract met Nationale-Nederlanden
Nadere informatieGeef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds
Geef pensioen de aandacht die het verdient Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Vijf mythes over pensioen Over pensioenen zijn meerdere mythes in omloop. Het is belangrijk om te weten hoe het wel zit. De
Nadere informatieBelanghebbendenvergadering. 24 september 2015
Belanghebbendenvergadering 24 september 2015 Agenda 1. Opening 2. Actuele ontwikkelingen Ballast Nedam N.V. 3. Jaarverslag 2014 4. Nieuwe pensioenregelgeving en herstelplan 5. Toekomst pensioenfonds 6.
Nadere informatieMarktwaarde van de pensioenverplichtingen in het tweede kwartaal gestegen van 15.941 miljoen naar 16.893 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).
Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 juni 2014 129,5%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 31 maart 2014. Over de eerste zes maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december Samenvatting: stijgende aandelen
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Vierde kwartaal 2013-1 oktober 2013 t/m 31 december 2013 Samenvatting: stijgende aandelen Nominale dekkingsgraad gestegen van 120,6% naar 123,0% Reële
Nadere informatie30 september /LJ/AH. FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie. FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie
Postadres Postbus 9208, 3506 GE Utrecht Team Pensioenen T 0900 9690 (lokaal tarief) F 030 66 30 000 wwwfnvbondgenotennl Datum 30 september 2015 008/LJ/AH Onderwerp FNV-beleid bij vaststellen van de pensioenpremie
Nadere informatieHet speelveld van de medezeggenschap bij wijziging pensioenregeling. Bijeenkomst VVA, 30 mei 2013 Nicolette Opdam
Het speelveld van de medezeggenschap bij wijziging pensioenregeling Bijeenkomst VVA, 30 mei 2013 Nicolette Opdam Inhoud presentatie Pensioen de basisdocumenten De pensioenovereenkomst De uitvoeringsovereenkomst
Nadere informatieVerslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016
Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Op woensdagmiddag 9 maart, aansluitend aan de jaarbijeenkomst van de Vereniging Gepensioneerden Getronics (VGG), organiseerde Stichting Voorzieningsfonds Getronics
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2015 t/m 30 juni 2015
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 De maand dekkingsgraad ultimo juni is sterk gestegen t.o.v eind maart De beleidsdekkingsgraad is gedaald van
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2016 t/m 30 september 2016
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2016-1 juli 2016 t/m 30 september 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo september is 102,4% en is gestegen ten opzichte van eind juni
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 105,7% naar 110,5%; De beleidsdekkingsgraad
Nadere informatieVoorwaardelijke indexatie sneuvelt bij liquidatie pensioenfonds
Voorwaardelijke indexatie sneuvelt bij liquidatie pensioenfonds 1 Midden 2004 is de productie van een bedrijf in Nederland beëindigd en verplaatst naar fabrieken in België. Daarbij werden circa 140 mensen
Nadere informatieBeleggingen institutionele beleggers in 2004 met 8,1 procent omhoog
Publicatiedatum CBS-website Centraal Bureau voor de Statistiek 9 december 25 Beleggingen institutionele beleggers in 24 met 8,1 procent omhoog drs. J.L. Gebraad Centraal Bureau voor de Statistiek, Voorburg/Heerlen,
Nadere informatieKorte termijn: onnodig korten van rechten voorkomen. Lange termijn: naar een nieuw FTK op basis van nieuwe pensioencontracten
Korte termijn: onnodig korten van rechten voorkomen Lange termijn: naar een nieuw FTK op basis van nieuwe pensioencontracten De daling van de dekkingsgraden heeft de afgelopen weken een uitgebreide discussie
Nadere informatieSector : 1 Samensteller(s) : Jan Bonenkamp en Harry ter Rele Nummer : 1/2009/01 Datum : 13 februari 2009
CPB Memorandum Sector : 1 Samensteller(s) : Jan Bonenkamp en Harry ter Rele Nummer : 1/2009/01 Datum : 13 februari 2009 Verhoging AOW-leeftijd en dekkingsgraad pensioenen Dit memorandum beoogt te verduidelijken
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015. Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede kwartaal 2015-1 april 2015 t/m 30 juni 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gestegen van 105,7% naar 115,4%. Dit komt
Nadere informatieDe financiële situatie van Pensioenfonds UWV vanaf 31 augustus 2014
De financiële situatie van Pensioenfonds UWV vanaf 31 ustus 2014 Op 31 ustus 2014 liep het kortetermijnherstelplan van Pensioenfonds UWV af. Tegen de verwachting in heeft het pensioenfonds de pensioenen
Nadere informatieStichting Pensioenfonds Medisch Specialisten. Vermogensbeheer SPMS. 17 november 2014
Stichting Pensioenfonds Medisch Specialisten Vermogensbeheer SPMS 17 november 2014 Structuur SPMS (vermogensbeheer) Bestuur SPMS F&C (verantwoord beleggen) Ortec (ALM studie) Bestuursbureau Investment
Nadere informatieGelden de kortingen op het pensioen per en voor beide regelingen?
Veelgestelde vragen DE KORTINGEN Gelden de kortingen op het pensioen per 1-9-2016 en 1-3-2017 voor beide regelingen? Ja, de kortingen gelden zowel voor de middelloon als de CDC regeling, ongeacht het afgesproken
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1. Eerste kwartaal januari 2017 t/m 31 maart Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds Vliegend Personeel KLM 1 Eerste kwartaal 2017-1 januari 2017 t/m 31 maart 2017 Samenvatting: De beleidsdekkingsgraad is gestegen van 114,6% naar 117,4%. Het beleggingsrendement
Nadere informatieVerkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill
Verkort jaarverslag 2017 Pensioenfonds Cargill Pensioenfonds Cargill 2017 in beeld Wat zijn de belangrijkste ontwikkelingen van 2017 van Pensioenfonds Cargill? U leest het in dit verkort jaarverslag. Financiële
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2017-1 juli 2017 t/m 30 september 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind september 2017 is 117,8% en is gestegen ten opzichte
Nadere informatiePENSIOENBULLETIN. Informatie in het indexatielabel. Geeft de informatie in het indexatielabel voldoende inzicht? INHOUD:
MEI 2008 NUMMER 3 PENSIOENBULLETIN Pensioeninformatie voor werkgevers en pensioenfondsen Informatie in het indexatielabel Geeft de informatie in het indexatielabel voldoende inzicht? Een belangrijk onderdeel
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal juli 2014 t/m 30 september 2014
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Derde kwartaal 2014-1 juli 2014 t/m 30 september 2014 Nominale dekkingsgraad is gedaald van 123,1% naar 117,0% Beleggingsrendement is 1,8%, Obligaties stegen
Nadere informatieStichting Pensioenfonds SABIC
Stichting Pensioenfonds SABIC Presentatie SPF tijdens algemene ledenvergadering VGSE 15 april 2010 Jan van den Berg, voorzitter SPF 1 Programma 1. Algemeen 2. Situatie SPF eind 2008 3. Ontwikkelingen SPF
Nadere informatieUw pensioen bij SPOA. Deelnemersbijeenkomst 8 november 2016
Uw pensioen bij SPOA Deelnemersbijeenkomst 8 november 2016 Agenda De pensioenregeling van SPOA Dekkingsgraad: Korten of niet? Premie voldoende voor pensioendoel? Uw pensioenoverzicht: wat staat er nu op?
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015. Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Derde kwartaal 2015-1 juli 2015 t/m 30 september 2015 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is fors gedaald van 115,4% naar 103,7%. Dit
Nadere informatieKwartaalbericht 2015. Samenvatting ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q3. Kwartaalbericht 3e kwartaal 2015 1
Kwartaalbericht 2015 Samenvatting ING CDC Pensioenfonds communiceert over de resultaten van Q3 Als je werkt bij ING Bank voert ING CDC Pensioenfonds vanaf 1 januari 2014* jouw huidige pensioenregeling
Nadere informatiePersbericht ABP, vierde kwartaal 2008
Persbericht ABP, vierde kwartaal 2008 Hoofdpunten Dekkingsgraad ultimo 2008 90% Dalende rente belangrijkste oorzaak gedaalde dekkingsgraad ABP werkt aan herstelplan Heerlen, 29 januari 2009 Sinds het einde
Nadere informatie2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram
02 verkort in beeld 03 Ontwikkelingen 05 08 10 Pensioenen Beleggingen Organogram Aantal deelnemers dat pensioen opbouwt Aantal personen dat een ouderdomspensioen ontvangt Aantal deelnemers met slapende
Nadere informatieBetreft: De Ultimate Forward Rate Methodiek / Notitie van het AG
De heer dr. P.H. Omtzigt Rapporteur Pensioenen Europa namens de Regering en de Tweede Kamer Postbus 20018 2500 EA 's Gravenhage Utrecht, 23 augustus 2012 Betreft: De Ultimate Forward Rate Methodiek / Notitie
Nadere informatieWaardeoverdracht van VPTech naar Pensioenfonds Vegro
Waardeoverdracht van VPTech naar Pensioenfonds Vegro Doel: overdracht van de aanspraken vroegpensioen (OP/PP 61-64 jaar) naar SPGV (pens. > 65 jaar) VPTech: tot 2011 collectieve w.o. / individuele w.o.
Nadere informatieLevensverzekeraars reduceren renterisico met derivaten
Levensverzekeringen worden in de regel voor een lange periode afgesloten. De rente speelt hierdoor voor levensverzekeraars een belangrijke rol. Bij een rentedaling daalt het eigen vermogen van deze sector
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Parnassusplein 5 T 070 333
Nadere informatieDe Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM
De Nederlandsche Bank NV T.a.v. de heer S. Keereweer AA Postbus 98 1000 AB AMSTERDAM Wormerveer, 12 december 2011 Betreft: Herstelplan Stichting Pensioenfonds De Fracties Geachte heer Keereweer, De dekkingsgraad
Nadere informatieHet wijzigen van een pensioenregeling; stand van zaken
Het wijzigen van een pensioenregeling; stand van zaken Bij een werkgever kan om diverse redenen de behoefte ontstaan om de met zijn werknemers overeengekomen pensioenregeling te wijzigen. De vraag die
Nadere informatiePensioeninformatiebijeenkomst over herstelplan 2009
Pensioenbijeenkomst herstelplan 2009 Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (PGB) over herstelplan 2009 juli 2009 Inleiding Waarom 5 pensioenbijeenkomsten? ernstige situatie met grote gevolgen voor
Nadere informatie3e kwartaal 2016 Den Haag, oktober 2016
Kwartaalbericht 3e kwartaal 2016 Den Haag, oktober 2016 Samenvatting cijfers per 30 september 2016 Dekkingsgraad (UFR): 99,7% Beleidsdekkingsgraad: 99,1% Belegd vermogen: 24,3 miljard Rendement 2016 t/m
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad eind juni 2017 is 115,7% en is gestegen ten opzichte van
Nadere informatieTien Punten voor het Financieel Toetsingskader
Het Nederlandse pensioenstelsel is niet zonder meer toekomstbestendig. De vergrijzing van de samenleving betekent dat de kosten steeds verder oplopen. Daarnaast vergroot de toegenomen nadruk op aandelenbeleggingen
Nadere informatieVerzekeraar of Algemeen Pensioenfonds? Pensioen
Verzekeraar of Algemeen Pensioenfonds? Pensioen Het Een algemeen pensioenfonds als alternatief voor uw salaris-diensttijdregeling. Hard of zacht pensioen? Het grote verschil met een pensioenregeling via
Nadere informatieOnline Seminar Pensioen
Online Seminar Pensioen mr. Allard Bekius 23 april 2018 Inhoudsopgave 1. Verplichte deelneming pensioenfonds 2. Wijziging van de pensioenregeling 3. Het pensioenontslagbeding 4. Wijziging van de WOR 5.
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal oktober 2013 t/m 31 december 2013
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2013-1 oktober 2013 t/m 31 december 2013 Nominale dekkingsgraad is gestegen van 120,3% naar 122,1% Beleggingsrendement is 1,6%, aandelen stegen
Nadere informatie2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG
2011 in het kort TOELICHTING OP HET JAARVERSLAG 1 Toelichting op het jaarverslag In het jaarverslag legt het pensioenfonds uitgebreid verantwoording af over de ontwikkelingen, besluiten en gebeurtenissen
Nadere informatieLater AOW en pensioen
Pensioenflits Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie + Verkort jaarverslag Juli 2017 De Pensioenflits is een uitgave van uw Bedrijfstakpensioenfonds voor de Betonproductenindustrie
Nadere informatieExtra informatie pensioenverlaging
Extra informatie pensioenverlaging Wat is de invloed van de verlaging op mijn netto pensioen? Als u nog niet met pensioen bent, kunnen we u nu niet zeggen hoe uw netto pensioen
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Vierde kwartaal 2017-1 oktober 2017 t/m 31 december 2017 Samenvatting: De (12 maands)beleidsdekkingsgraad is gestegen van 112,7% eind september 2017 naar 115,3%
Nadere informatieTweede Kamer der Staten-Generaal
Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 013 Wijziging van de Pensioenwet en enige andere wetten (Verzamelwet pensioenen 2012) Nr. 3 MEMORIE VAN TOELICHTING ALGEMEEN Dit wetsvoorstel
Nadere informatieRBS pensioen update. Van premie tot pensioen
RBS pensioen update Van premie tot pensioen Hoe is uw pensioen opgebouwd? Waarom zitten veel pensioenfondsen nu in de problemen? Hoe ziet de toekomst van pensioen in Nederland eruit? In deze RBS Pensioen
Nadere informatieKWARTAALVERSLAG. Philips Pensioenfonds. 1. In het kort. 2. Financiële positie Philips Pensioenfonds 1/5 DERDE KWARTAAL 2015
KWARTAALVERSLAG DERDE KWARTAAL 2015 1. In het kort De beleidsdekkingsgraad per 30 september 2015 bedroeg 112,6% Het rendement van 1 juli tot en met 30 september 2015 bedroeg -1,6% Het pensioenvermogen
Nadere informatiePensioenambitie onder druk?
JAARGANG JULI 2010 NUMMER 4 PENSIOENBULLETIN Pensioeninformatie voor werkgevers en pensioenfondsen Pensioenambitie onder druk? Op 4 juni maakten de sociale partners in hun pensioenakkoord afspraken over
Nadere informatie2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE
> Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4
Nadere informatieMarktwaarde van de pensioenverplichtingen in het derde kwartaal gestegen van 16.893 miljoen naar 17.810 miljoen ( 15.008 miljoen ultimo Q4 2013).
Kwartaalbericht 2014 Samenvatting Marktwaardedekkingsgraad per 30 september 2014 130,4%, een toename van 0,9%-punt ten opzichte van 30 juni 2014. Over de eerste negen maanden steeg de marktwaardedekkingsgraad
Nadere informatieHOOFDLIJNEN HERSTELPLAN PGB 2009-2014 MAART 2009 PENSIOENFONDS VOOR DE GRAFISCHE BEDRIJVEN
HOOFDLIJNEN HERSTELPLAN PGB 2009-2014 MAART 2009 PENSIOENFONDS VOOR DE GRAFISCHE BEDRIJVEN VOORWOORD HERSTELPLAN PGB 2009-2014 Al genomen maatregelen: meer zekerheid in beleggingsbeleid Premieverhoging:
Nadere informatieHelp, pensioenregels (weer) op de schop?! Mr. Marin van Esterik CPL
Help, pensioenregels (weer) op de schop?! Mr. Marin van Esterik CPL Onderwerpen 1. Pensioen, wat is pensioen? 2. Wijziging Wet op de ondernemingsraden 3. Outsourcing vanuit zorg en overheid OR (opeens)
Nadere informatieKwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016
Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal 2016-1 april 2016 t/m 30 juni 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo juni is 101,7% en is gedaald ten opzichte van eind maart (101,8%);
Nadere informatiestichting pensioenfonds wonen
stichting pensioenfonds wonen Verkort Jaarverslag 2007 Kerncijfers Aantallen per 31-12 2007 2006 Werkgevers 4.331 4.161 Deelnemers 33.009 31.705 Gewezen deelnemers 70.948 62.860 Gepensioneerden 8.468 7.735
Nadere informatieCPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen
CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen Centraal Planbureau Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den Haag Postbus 80510 2508 GM
Nadere informatieCPB Notitie. Samenvatting. Ministerie van SZW. Aan: Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen
CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Datum: 30 januari 2017 Betreft: Effecten van bodem in rekenrente voor pensioenfondsen Centraal Planbureau Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den Haag Postbus 80510 2508 GM
Nadere informatieInflatiegids. Invloed van inflatie op pensioenen. Deel 2. Inflatie in het kader van een Nederlands Pensioenfonds
Inflatiegids Inflatie in het kader van een Nederlands Pensioenfonds Deel 2 Invloed van inflatie op pensioenen Inflatie betreft de stijging van het algemeen prijspeil, ofwel de waardevermindering van het
Nadere informatieRESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL. Vraag 1
RESULTATEN ENQUÊTE CONSULTATIE NIEUW FTK ACTUARIEEL Vraag 1 Onder het huidige FTK krijgen pensioenfondsen te maken met de zogenaamde beleggings -spagaat: aan de ene kant kan er weinig risico worden genomen
Nadere informatiePensioenen Oktober 2015
Pensioenen Oktober 2015 Agenda Waarom deze bijeenkomst? Waarom Pensioenfonds PGB? Pensioenregelingen 2016 Volgende stappen Vragen 2 Waarom deze bijeenkomst? Informeren over veranderingen op pensioengebied
Nadere informatieKwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel. Tweede kwartaal april 2017 t/m 30 juni Samenvatting:
Kwartaalbericht Pensioenfonds KLM-Cabinepersoneel Tweede 2017-1 april 2017 t/m 30 juni 2017 Samenvatting: De maandelijkse nominale dekkingsgraad is gestegen van 110,5% naar 113,6%; De beleidsdekkingsgraad
Nadere informatieDNB-intern. 27 januari Volledig herverzekerde fondsen 2011/ Vinken, W.C.M. Geacht bestuur,
Toezicht Pensioenfondsen en beleggingsondernemingen Amsterdam Postbus 98 1000 AB Amsterdam DNB-intern Volledig herverzekerde fondsen 27 januari 2011 Uw kenmerk Behandeld door Vinken, W.C.M. Doorkiesnummer
Nadere informatie