Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016

Transcriptie

1 Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Tweede kwartaal april 2016 t/m 30 juni 2016 De maandelijkse nominale dekkingsgraad ultimo juni is 101,7% en is gedaald ten opzichte van eind maart (101,8%); De beleidsdekkingsgraad is gedaald van 108,8% naar 106,0%; Het beleggingsrendement is 3,5% in het tweede kwartaal en 6,9% voor het eerste half jaar. Het afgelopen kwartaal stegen alle categorieën in waarde; Het vermogen is gestegen van 7,62 miljard tot 7,89 miljard; De pensioenverplichtingen zijn gestegen van 7,49 miljard tot 7,76 miljard; Woord van de vicevoorzitters De financiële markten zijn in de eerste kwartalen van 2016 behoorlijk in beweging. Het positieve sentiment in aanloop naar het Britse referendum van 23 juni 2016 zorgde voor een stijging van de dekkingsgraad van het pensioenfonds. Deze stijging werd enkele dagen later vrijwel teniet gedaan toen de Britten met een kleine meerderheid voor een Brexit stemden. De Brexit heeft de afgelopen periode de volle aandacht van het bestuur gekregen. Naast dagelijkse updates over de ontwikkelingen van de financiële markten, heeft het bestuur meerdere malen gesproken over de mogelijke gevolgen van de Brexit. Het bestuur ziet momenteel geen reden om het strategische beleggingsbeleid van het pensioenfonds aan te passen en constateert dat er geen sprake is van een crisissituatie. Het onderwerp blijft uiteraard hoog op de bestuursagenda staan. Meer over de Brexit leest u in de nieuwsberichten op onze website. Het Algemeen Pensioenfonds KLM heeft momenteel een tekort. De dekkingsgraad ligt onder de vereiste dekkingsgraad van 123,3%. In de vergadering van april heeft het bestuur het herstelplan vastgesteld. Als de daling van de dekkingsgraad zich blijft voorzetten, bestaat de kans dat de beleidsdekkingsgraad eind september onder de dekkingsgraad uit komt die hoort bij het minimum vereist vermogen. Mocht dat zo zijn dan blijft het eerder vastgestelde herstelplan van kracht. Dit plan laat zien hoe het fonds binnen de wettelijk gestelde termijn tot 2026 op eigen kracht verwacht te herstellen. Een ander gevolg van de dalende beleidsdekkingsgraad is dat indexatie begin 2017 buitengewoon onwaarschijnlijk is en dat de kans op indexatie in de komende jaren zeer gering is. Van eventuele kortingen is vooralsnog geen sprake. Op termijn zijn echter ook kortingen niet uitgesloten indien de dalende trend zich over een langere periode voortzet. Gezien de huidige lastige marktomstandigheden was het beleggingsrendement van 3,5% een lichtpunt. We hopen uiteraard dat dit doorzet in het derde kwartaal. Verder is in het tweede kwartaal de jaarlijkse haalbaarheidstoets uitgevoerd. Met deze toets wordt bekeken of het verwachte pensioenresultaat aansluit bij de gewekte verwachting. Kortom: kan het fonds de verwachtingen waarmaken? De resultaten zijn in de bestuursvergadering van juni 1

2 besproken. De uitkomst van de toets lag binnen de door het fonds gestelde grenzen, wat betekent dat directe aanpassingen van het beleid niet nodig zijn. De resultaten worden gedeeld met DNB en de arbeidsvoorwaardelijke partijen van het KLM-grondpersoneel. In juni heeft het pensioenfonds het Pensioen gepubliceerd. Hiermee kan elke deelnemer in korte tijd een indruk krijgen van de pensioenregeling. In Laag 1 worden de aspecten op hoofdlijnen weergegeven. Laag 2 gaat iets dieper op de materie in en in Laag 3 staan alle relevante fondsdocumenten. Tot slot is het bestuur in het afgelopen kwartaal druk geweest met de afronding van het jaarverslag In de Focus die eind juli op de mat valt, leest u meer over hoe het bestuur het jaar 2015 (financieel) heeft afgerond. Ook leest u waar het fonds momenteel mee bezig is en krijgt u een vooruitblik naar de rest van Zo staan de beleggingen van het pensioenfonds nog altijd hoog op de agenda van het bestuur. Rekening houdend met de aanhoudend lage rente en beweeglijke financiële markten, onderzoekt het bestuur de mogelijkheden om het rendement te verbeteren. Daarbij worden verschillende beleggingscategorieën kritisch doorgelicht, zodat optimaal rendement wordt behaald onder de geldende omstandigheden. De optimalisatie van de beleggingsportefeuille komt na de zomer op de bestuursagenda. Arend de Jong Gerard Lagendaal 2

3 Ontwikkelingen financiële markten In het begin van het kwartaal leek het sentiment op de financiële markten te verbeteren door beter dan verwachte macro-economische data. Later in het kwartaal stonden de financiële markten onder druk door zorgen over de Chinese economie en dalende winstprognoses van ondernemingen. Ook zorgden uitspraken van leden van de Amerikaanse centrale bank (Fed) voor sterke koersuitslagen. De leden van de Fed gaven aan dat de financiële markt de kans op een renteverhoging op de korte termijn onderschat. De onverwachte uitslag van het Brexit referendum in het Verenigd Koninkrijk zorgde voor flinke negatieve reacties op de financiële markten. Het was vooral de rente die reageerde door flink te dalen op de uitslag van het Brexit referendum. De bewegelijkheid was aanzienlijk maar het effect op de aandelenmarkten viel uiteindelijk mee. Aandelenmarkten daalden fors op het nieuws maar herstelden tegen het einde van het kwartaal. De langlopende rente in de Eurozone daalde over het kwartaal van 1,02% naar 0,87%. De wereldwijde aandelenindex steeg met ongeveer 0,3%. Het sentiment blijft zwak. De langlopende rente daalde in de laatste week van juni met 0,2%. Hier was geen herstel te zien. Economische groeiverwachtingen werden neerwaarts bijgesteld. De markt verwacht hierdoor dat de Europese Centrale Bank het stimuleringsbeleid langer voortzet. Het Britse pond daalde op het nieuws 11,5% ten opzichte van de Amerikaanse dollar en ruim 8% ten opzichte van de euro. Financiële positie Algemeen Pensioenfonds KLM De beleidsdekkingsgraad is vanaf 1 januari 2015 door DNB gedefinieerd als parameter waarop pensioenfondsen hun beleid baseren. De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de maandelijkse nominale dekkingsgraden van de laatste twaalf maandeinden. De beleidsdekkingsgraad bedraagt 106,0% per eind juni De waarde van het vermogen is gestegen tot 7,8 miljard. De maandelijkse nominale dekkingsgraad per eind juni 2016 is 101,7%. De dekkingsgraad daalde, ondanks het positieve beleggingsrendement op de bezittingen, door de gedaalde rente die leidde tot een toename van de verplichtingen Eind tweede kwartaal Eind eerste kwartaal Eind vierde kwartaal Beleidsdekkingsgraad 106,0% 108,8% 111,1% Maandelijkse 101,7% 101,8% 109,2% dekkingsgraad Vermogen 7,89 miljard 7,62 miljard 7,39 miljard Verplichtingen 7,76 miljard 7,49 miljard 6,77 miljard Nominale rente 1,05% 1,21% 1,69% Dekkingsgraad en herstelplan Volgens wettelijke richtlijnen moeten pensioenfondsen bepaalde extra reserves aanhouden die als buffer kunnen dienen in slechte tijden. Het nieuw Financieel Toetsingskader leidt ertoe dat pensioenfondsen hogere buffers moeten aanhouden dan voorheen. De wettelijk vereiste buffer voor ons fonds bedraagt nu 23,3%. De wettelijk vereiste dekkingsgraad komt hierdoor op 123,3%. De huidige beleidsdekkingsgraad ligt onder de vereiste strategische dekkingsgraad, hiermee verkeert 3

4 ons fonds in een tekortsituatie. De Nederlandsche Bank (DNB) is hierover geïnformeerd. Het fonds heeft vóór 1 april 2016 een geactualiseerd herstelplan ingediend. Het herstelplan is door DNB goedgekeurd. Dezelfde wettelijke richtlijnen geven ook aan welk vermogen een pensioenfonds minimaal moet hebben. Deze minimaal vereiste dekkingsgraad is momenteel 104,2%. De volgende grafiek geeft aan: Verloop van de beleidsdekkingsgraad vanaf 2015 en vóór 2015, de maandelijkse nominale dekkingsgraad en de (minimaal) vereiste dekkingsgraad volgens het Financieel Toetsingskader (FTK). 130% Verloop dekkingsgraden 120% 110% 100% 90% 31-dec mrt jun sep dec mrt jun sep dec mrt jun-16 nominale dekkingsgraad (DNB) vereiste nominale dekkingsgraad (DNB strategisch) minimaal vereiste dekkingsgraad (DNB) beleidsdekkingsgraad tot 2015 beleidsdekkingsgraad vanaf 2015 De beleidsdekkingsgraad op basis van de door DNB gehanteerde rente is eind juni %. 4

5 Waarde beleggingen en waarde pensioenverplichtingen In de grafiek is het verloop van de waarde van de beleggingen, de waarde van de pensioenverplichtingen en de door DNB gehanteerde rentetermijnstructuur weergegeven. 8,5 5,0% 8,0 4,5% 7,5 7,0 6,5 6,0 5,5 5,0 4,5 4,0% 3,5% 3,0% 2,5% 2,0% 1,5% 4,0 1,0% 3,5 0,5% 31-dec mrt jun sep dec mrt jun-12 Mrd 30-sep dec mrt jun sep dec mrt jun sep dec mrt jun sep dec mrt jun-16 Waarde beleggingen in miljarden (linker as) Waarde pensioenverplichtingen in miljarden (linker as) DNB-Rente (rechter as) Balans In de balans is aangegeven wat de waarde is van zowel de bezittingen als de verplichtingen van ons fonds. Aan de activa-zijde staan de bezittingen. Aan de passiva-zijde zijn de verplichtingen weergegeven. Activa Verkorte balans Passiva Aandelen 3.077,4 Marktwaarde nominale verplichtingen 7.756,0 Obligaties 3.887,5 Reserves 131,9 Vastgoed 761,3 Valutaderivaten/Liquide middelen -42,7 Renteswaps 191,9 Saldo overige activa/passiva 12,5 totaal 7.887,9 totaal 7.887,9 5

6 Beleggingsresultaten gewicht % apr - jun jan - jun Obligaties 49,3% 4,1% 9,0% Aandelen 39,0% 1,9% -0,1% Vastgoed 9,6% 0,5% 1,7% Rente afdekking 2,6% 0,6% 2,1% Aandelen afdekking 0,0% 0,0% 0,0% Valuta afdekking -0,6% 0,0% 0,0% Liquide middelen 0,1% Totaal 100,0% 3,5% 6,9% In het tweede kwartaal daalde de rente, dit zorgde voor positieve rendementen op de obligaties. Aanleiding voor de gedaalde rente was de gedaalde inflatieverwachting en onzekerheid na Brexit. Aandelen stegen op verbetering van macro-economische data. De beleggingsportefeuille is afgelopen kwartaal met 3,5% en voor het jaar met 6,9% in waarde gestegen. Lange termijn cumulatief beleggingsrendement Onderstaande grafiek geeft het nominale en reële cumulatieve rendement van ons pensioenfonds weer sinds Het rendement vanaf 1998 tot en met het afgelopen kwartaal bedroeg 6,1% op jaarbasis. Cumulatief rendement Q % p. jaar 4.1% p. jaar Nominaal rendement Reëel rendement 6

7 Het nominale rendement is het rendement dat is behaald op de beleggingsportefeuille, uitgedrukt in de toename van euro s. Als gevolg van inflatie zal de koopkracht van de beleggingsportefeuille inclusief het aangegroeide kapitaal (nominale rendement) minder groot zijn. Het reële rendement is het nominale rendement na aftrek van de invloed van inflatie. Ontwikkeling Voorziening pensioenverplichtingen In het tweede kwartaal steeg de waarde van de nominale pensioenverplichtingen met 268,4 miljoen euro (3,6%) tot een bedrag van 7,76 miljard euro. De mutatie is onder te verdelen in de volgende oorzaken (bedragen in miljoenen euro): Pensioenopbouw actieve deelnemers 41,1 (0,5%) Onttrekkingen voor pensioenuitkeringen -37,0 (-0,5%) Indexeren van pensioenaanspraken 0,0 (0,0%) Het wijzigen van de rentetermijnstructuur 276,7 (3,8%) Rentetoevoeging -1,0 (0,0%) Overige -11,4 (-0,2%) Totaal 268,4 (3,6%) Netto pensioenregeling Het pensioenfonds biedt een netto pensioenregeling aan voor deelnemers met een pensioengevend loon boven (niveau 2016). Voor het netto pensioen wordt belegd volgens een passend risicoprofiel. Deelnemers aan de netto pensioenregeling ontvangen apart bericht over de beleggingen in deze pensioenregeling. Noot: de cijfers uit dit kwartaalbericht zijn voorlopige cijfers 7

8 Bijlage Aantallen deelnemers, pensioengerechtigden en premievrije polishouders Eind 2015 Eind 2014 Eind 2013 Eind 2012 Deelnemers Pensioengerechtigden Premievrije polishouders Totaal Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van het fonds is gericht op het veiligstellen van de pensioenafspraken binnen aanvaardbare risicogrenzen. Het bestuur heeft de beleggingen verspreid over verschillende beleggingscategorieën (aandelen, obligaties en vastgoed). Binnen de verschillende beleggingscategorieën wordt gespreid naar regio s en subcategorieën. Het bestuur houdt met dit beleid rekening met het valutarisico, renterisico en het neerwaartse risico van aandelen en vastgoed. Begrippenlijst Maandelijkse nominale dekkingsgraad: de verhouding tussen het vermogen en de verplichtingen (de toekomstige pensioenuitkeringen) van het pensioenfonds aan het eind van de maand. Beleidsdekkingsgraad: het gemiddelde van de nominale dekkingsgraden in de twaalf maanden voorafgaand aan het moment van vaststelling. Vereiste nominale dekkingsgraad: afgeleide van het vereist vermogen van het pensioenfonds, voorgeschreven door de Pensioenwet (Financieel Toetsingskader). Komt de dekkingsgraad van het fonds onder de vereiste grens, dan is er sprake van een reservetekort. Minimaal vereiste dekkingsgraad: 104,3 %. Is de dekkingsgraad van het fonds lager dan de minimaal vereiste dekkingsgraad, dan is er sprake van een dekkingstekort. Vragen of opmerkingen over dit kwartaalbericht? Mail naar communicatie@blueskygroup.nl 8