Verlenging overeenkomst Combinatie Wmo en Jeugdhulp

Transcriptie

1 Openbaar Onderwerp Verlenging overeenkomst Combinatie Wmo en Jeugdhulp Programma Zorg & Welzijn Portefeuillehouder B. Frings Samenvatting Voor 2017 moeten de zorgaanbieders voor de nieuwe Wmo en Jeugdhulp opnieuw gecontracteerd worden. De contractering vindt plaats in regionaal verband. De besluitvorming in dit voorstel gaat over de verlenging van het contract met de Combinatie voor BW-nummer Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. MO10, Leonie Braks Datum ambtelijk voorstel 29 november 2016 Registratienummer Ter besluitvorming door het college Onder voorbehoud van vaststelling door regiogemeenten en verlening van volmacht door de regioburgemeesters bijgaande overeenkomst verlenging 2017 met de Combinatie vast te stellen voor Ter besluitvorming door de burgemeester Wethouder Bert Frings te machtigen om namens de gemeente Nijmegen de Overeenkomst verlenging Combinatie te tekenen. Steller Leonie Braks Paraaf akkoord Datum Alleen ter besluitvorming door het College Besluit B&W d.d. 13 december 2016 X Conform advies Aanhouden Anders, nl. nummer: 4.3 Bestuursagenda Paraaf akkoord Datum Portefeuillehouder CVS Verlenging Combinatie 2017 DEF (2)

2 1 Probleemstelling De contractering van de nieuwe Wmo en jeugdhulp was in 2015 en 2016 gericht op transitie en continuïteit van zorg tegelijkertijd met forse bezuinigingen. In de nota Kracht door Verbinding is vastgelegd dat we lokaal doen wat lokaal kan en regionaal wat regionaal moet. Uitgangspunt is dat we zoveel mogelijk ondersteuning en zorg zo licht en dichtbij mogelijk willen hebben. Specialistische, zwaardere zorg is beschikbaar op regionaal niveau met oog voor tijdige afschaling naar lichtere vormen van zorg. In 2015 is een inkoop- en subsidiemodel geïntroduceerd gericht op het ondersteunen van de lokale werkelijkheid van de verschillende gemeenten en tegelijkertijd de bundeling van de regionale krachten om een stevige positie te verkrijgen in het zorglandschap. In 2016 is dit model gecontinueerd. Tabel 1 Regionaal inkoop- en subsidiemodel Uitvoeren Inkopen Lokaal Regionaal Lokaal Regionaal Blok A Diensten: Inloop ontmoeting, belevingsgerichte dagbesteding ouderen en vervoer Blok B Wmo en Jeugdhulp Diensten: Ontwikkelingsgerichte dagbesteding, vervoer, kortdurend verblijf, ambulante trajecten, observatie en diagnostiek voor jeugd en volwassenen Blok C1 Jeugdhulp met verblijf Diensten: pleegzorg, gezinshuizen en residentiële jeugdhulp Blok C2 Jeugdhulp Diensten: jeugdbescherming en jeugdreclassering Beschermd Wonen (met regio Rivierenland) In 2017 blijft het model gehandhaafd en willen we een aantal verbeteringen doorvoeren in de contractering waarmee we verder invulling geven aan de inhoudelijke en financiële uitgangspunten uit Kracht door Verbinding. De belangrijkste veranderingen zijn: 1. Specialistische dagbesteding ouderen en kortdurend verblijf ouderen wordt overgeheveld naar de lokale inkoop (Blok A) om een verbinding met de lokale welzijnsvoorziening te maken. Bovendien bleek het onderscheid tussen basis- en specialistische dagbesteding voor ouderen in de praktijk niet goed werkbaar. 2. Dyslexie wordt apart aanbesteed zodat we de groei kunnen ombuigen middels plafonds. 3. We gaan nog meer sturen op een goede inbedding van zorgaanbieders in de lokale netwerken per gemeente/wijk. 4. We stoppen met de bovenregionale inkoop van complexe jeugdhulp (blok C) en bundelen dit nu met de regionale inkoop om een betere verbinding tot stand te brengen met de lokale netwerken. De bezuinigingen op jeugdhulp maken een meerjarig transformatiescenario noodzakelijk in de complexe jeugdhulp. Dit voorstel gaat over de verlenging van Blok B de Combinatie. In blok B hebben we op 2 manieren ingekocht: 1. Een raamcontract voor kleinschalige aanbieders, regionaal ongeveer Een contract met De Combinatie, een samenwerkingsverband van zorginstellingen. Dit contract gaat uit van een vast budget dat beschikbaar is voor de aanbieders. De aanbieders worden geacht in gezamenlijkheid de zorg te organiseren binnen dit budget. Onderhavig voorstel gaat over verlenging van dat contract in 2017.

3 2 2 Juridische aspecten Het contract met de Combinatie is gesloten in 2015, verlengd in 2016 en kan nog eenmaal verlengd worden. Wethouder en contractmanagement hebben daartoe intensief overlegd met de Combinatie. Er zullen een aantal wezenlijke wijzigingen in het contract worden opgenomen (zie 4. Argumenten) die wederzijdse instemming vereisen. De regiogemeenten verlenen Wethouder Frings het volmacht om deze verlengingsovereenkomst te ondertekenen. 3 Doelstelling De gemeente heeft zorgplicht uit hoofde van de Wmo 2015 en de Jeugdwet. Hiertoe moeten ook voor 2017 zorgaanbieders gecontracteerd worden om de gevraagde diensten te leveren aan de inwoners van het Rijk van Nijmegen. De contractering moet bijdragen aan de kerndoelstellingen van de transitie zoals in de door de gemeenteraad vastgestelde beleidsnota Kracht door Verbinding : 1. Zorg dichtbij de burger organiseren 2. Gericht op zelfredzaamheid en eigen netwerk 3. 1 gezin, 1 afgestemd plan 4. Samenhang in het zorgaanbod 5. Stevige inbedding in het lokale veld 6. Zo licht mogelijk 7. Sneller afschalen 8. Preventief en collectief boven curatief en individueel 4 Argumenten We verlengen het contract met de Combinatie voor het 3 e en daarmee laatste jaar. De Combinatie levert de diensten ontwikkelingsgerichte dagbesteding, vervoer, kortdurend verblijf, ambulante trajecten, observatie en diagnostiek voor jeugd en volwassenen. De contractering in 2015 was geen laagste-prijs inkoop (economisch meest voordelig), maar een inkoop waarbij kwaliteit en samenwerking voorop stond bij de gunning. De Combinatie is in 2015 gecontracteerd met als achterliggende gedachte dat 1 samenwerkingsverband het grootste deel van de ambulante zorg levert. Uitgangspunt in 2015 was dat de Combinatie een vast budget ontvangt om daarvoor: 1. De zorg naar het lokale veld te brengen in gebiedsgebonden ambulante teams per gemeente, waar de werkers met elkaar en het voorveld goed samenwerken; 2. De zorg binnen een gezin optimaal op elkaar af te stemmen, door het hele palet van Wmo en jeugdhulp te bieden met casemanagement waar nodig. In 2015 en 2016 zijn door de Combinatie ambulante teams ingericht. De taken zijn als volgt geformuleerd: 1. Het leveren van zorg en ondersteuning, 2. het inrichten van de consultatie- en adviesfunctie voor verwijzers, 3. het organiseren van casusregie, op een manier die gebiedsgericht is, gekanteld, gericht op afschalen en uitgaande van voorliggende voorzieningen. In 2017 moeten de ambulante teams echt goed ingebed raken in de lokale netwerken en een krachtige verbinding maken met de sociale wijkteams. De lokale samenwerking moet gekleurd worden door de specifieke kansen en uitdagingen van het gebied (wijk of dorp). Een jonge wijk vraagt immers iets anders dan een vergrijzende wijk. In 2017 willen we dat die ontwikkeling doorzet en vorm krijgt in goede lokale plannen van sociale wijkteams en ambulante teams samen.

4 3 Een zoektocht binnen de Combinatie is naar de organisatorische aspecten van het ambulante team: welke disciplines moeten erin zitten, hoe is de lijn naar de moederorganisatie georganiseerd, hoeveel uren zijn de professionals beschikbaar in de wijk, hoe verloopt het contact met wijkteams, scholen en huisartsen enz. Kernvraagstuk is welke professionals echt in de kern van het wijknetwerk moeten zitten en dus veel aanwezig moeten zijn en welke disciplines meer invliegbaar kunnen zijn vanwege een kleinere vraag van cliënten of zeer specifieke expertise. Een inhoudelijke wijziging in de contractverlenging ten opzichte van 2016 is dat de specialistische dagbesteding ouderen en kortdurend verblijf ouderen wordt overgeheveld naar de lokale inkoop (Blok A) om een verbinding met de lokale welzijnsvoorziening te maken. Bovendien bleek het onderscheid tussen basis- en specialistische dagbesteding voor ouderen in de praktijk niet goed werkbaar. Daarnaast zijn er wijzigingen in de bouwstenen, dat is ons productenboek. Deze wijzigingen zijn tot stand gebracht na inventarisatie van knelpunten bij zorgaanbieders, sociale wijkteams en gemeentelijke backoffices. Het betreft aanscherpingen in de beschrijvingen, toevoegen van ontbrekende bouwstenen en samenvoeging van gelijkwaardige bouwstenen. Toegevoegd aan het contract zijn 3 innovatieprojecten in het domein jeugd. Dit zijn projecten die bijdragen aan vroeg signalering van de problematiek van kinderen, expertise beschikbaar maken voor het voorveld en betere toeleiding naar zware zorg waar nodig. Passende Kinderopvang versterkt de kennis bij de kinderopvang, De School Als Vindplaats op scholen en Specialistische Ondersteuning Huisartsen bij huisartsen op het gebied van jeugd-ggz. Passende kinderopvang en De School Als Vindplaats werden voorheen gesubsidieerd vanuit Nijmegen. Uit business cases blijkt dat het zinvolle preventieve activiteiten zijn die zwaardere zorg op termijn kunnen voorkomen. De Gemeente Wijchen voerde het project Specialistische Ondersteuning Huisartsen Ggz uit met positieve resultaten. Alle 3 de projecten worden verder regionaal uitgerold. Tenslotte is er een wijziging aangebracht in het budget en de verdeling van de middelen binnen de Combinatie. Deze wordt toegelicht in de paragraaf financiën. Voor de contractering van 2018 kan geen verlenging meer plaats vinden van de Combinatie. We gaan evalueren hoe de samenwerking tussen wijkteams en ambulante teams van de Combinatie verloopt, hoe de gewenste doorontwikkeling eruit moet zien en welke contractvorm daarbij het beste aansluit. Dit heeft ook een relatie met de kleine aanbieders die we gecontracteerd hebben voor dezelfde zorg in blok B. 5 Klimaat Dit voorstel heeft geen consequenties voor het klimaat. 6 Financiën Financiële kader - integratie uitkering sociaal domein voor Wmo en Jeugdhulp De integratie uitkering sociaal domein voor Wmo en Jeugdhulp van de regiogemeenten vormt het budgettaire kader voor de regionale contractering Wmo en Jeugd. In het collegevoorstel Regionale contractering Wmo en Jeugdhulp 2017 hebben we de meerjarenontwikkeling van deze middelen in beeld gebracht. In 2017 is het regionale rijksbudget Wmo en Jeugd 102 mln (Jeugd 62 mln en Wmo 40 mln). De septembercirculaire voor 2017 resulteert in een regionale korting van 4 miljoen ( 2 miljoen op Wmo en 2 miljoen op Jeugdbudget), - 3,9% ten opzichte van Het budget voor

5 4 Nijmegen bedraagt 58,6 miljoen ( 36,8 miljoen jeugd en 21,9 miljoen Wmo). De Nijmeegse korting bedraagt voor jeugd en Wmo samen 2,2 miljoen, - 3,5% ten opzichte van We proberen binnen budget te blijven door de onzekerheid over de uitgaven te reduceren met contracten met vaste budgetten en plafonds. Het gaat om de vaste bijdrage aan de combinatie in dit voorstel en de plafonds voor dyslexie (collegevoorstel Regionale contractering Wmo en Jeugdhulp 2017 ). In onderstaande tabel een overzicht van de beschikbare middelen in 2017 en de budgetten die we hebben weggezet. In * miljoen Regionaal Gemeente Nijmegen Jeugd Wmo Totaal Jeugd Wmo Totaal Decentralisatie uitkering 62,0 40,0 102,0 36,8 21,9 58,6 jeugd en Wmo Eigen bijdrage en 1,9 1,9 1,2 1,2 thuisbegeleiding Totaal middelen 62,0 41,9 103,9 36,8 23,1 59,9 Uitgaven Blok B Combinatie 17,2 * 8,7 26,0 10,3 5,7 16,0 Blok B plafondbedrag 1,6-1,6 0,7-0,7 dyslexie Overige regionale en lokale uitgaven pm pm pm pm pm pm * incl 0,5 mln innovatiesubsidie Door afronding zijn er kleine verschillen in de tellingen Met de vaste budgetten aan de combinatie en de plafondbedragen dyslexie hebben we regionaal 27% en voor Nijmegen 28% van de middelen ingezet. We kunnen nu nog niet aangeven hoe we onder aan de streep uitkomen. De aanbesteding/subsidieverlening met de zorgpartijen jeugdhulp met verblijf (C1) en jeugdbescherming en reclassering (C2) is nog niet afgerond. We leggen de uitkomst hiervan nog in een collegevoorstel voor. Ook op de gunning van de (nieuwe) kleine aanbieders en van de dyslexiezorg komen we nog in een voorstel terug. We zullen bovenstaande tabel in deze voorstellen steeds aanvullen met nieuwe prognoses. Bekostigingsmodel Voor de Combinatie hanteren we het bekostigingsmodel van een vast budget (lump-sum). Een vast budget is het bekostigingsmodel wat het preventief werken het meeste stimuleert. Er zit immers geen productieprikkel in om zoveel mogelijk zorg te leveren. Het geeft de aanbieders de ruimte om te doen wat nodig is. Dat kan dus bij voorkeur een preventieve activiteit zijn of een kortere behandelduur. We vragen de aanbieders van de Combinatie om de beweging te maken richting wijkgerichte zorg. We vragen ook om (beschikkingsvrije) preventieve activiteiten- en collectieve activiteiten te ontplooien gericht op het bevorderen van participatie en inclusie en het besparen van kosten doordat minder individuele zorg nodig is. Door inrichting van het berichtenverkeer zijn we beter in staat de uitnutting van het vaste budget te monitoren per gemeente. Als gedurende 2017 blijkt dat budgetten te snel worden uitgeput en bijvoorbeeld tot te lange wachtlijsten leiden dan treden de gemeenten in overleg met de

6 5 aanbieders om een analyse te maken en maatregelen te nemen om tekorten te voorkomen. Mocht dat niet lukken en zijn er extra middelen nodig voor de zorg dan is het aan de afzonderlijke gemeenten of ook financiële aanvullingen worden toegekend. Dat zal mede afhangen van de bestemde reserves en begrotingskaders van de afzonderlijke regiogemeenten. Uit de laatste prognoses van 2016 blijkt dat met name de Licht Verstandelijke Gehandicapte Jeugd meer zorg nodig heeft. Aanbieders voeren daarvoor nu een casusanalyse uit. Een tegenovergesteld risico is dat de productie zich verplaatst naar de kleinschalige aanbieders en het combinatiebudget onvoldoende wordt benut. Dit risico is het grootst voor de Wmo en een belangrijke maatregel daarbij is de toeleiding door de sociale wijkteams. Het is van belang dat zij bij gelijke geschiktheid van zorgaanbieder toeleiden naar de Combinatie. Budget Combinatie Het vaste budget van 26 miljoen voor de Combinatie is gebaseerd op de realisatie van productie in 2015 en een onderhandeling. In 2015 en 2016 hadden we ook een vast budget maar daarbij nog een veiligheidsmarge van 10%: als er meer dan 10% overproductie was dan betaalden we bij, als er minder dan 10% onderproductie was dan haalden we budget terug. Die veiligheidsmarge laten we nu los na 2 jaar, omdat we meer inzicht in de realisatie hebben en beter prognoses kunnen maken. De eerste jaren na de transitie was dat nog niet mogelijk. Daarnaast zijn er een aantal mutaties ten opzichte van 2015 en 2016 waarvan we financiële effecten hieronder weergeven: De overheveling van de specialistische dagbesteding ouderen naar Blok A. Dit zorgt voor een afname van het inkoopbedrag met de combinatie, effect - 3 ton Indexering van het budget 2017 met 1,5 %, effect + 4 ton Aanpassing van een aantal tarieven, waaronder specialistische dagbesteding, effect + 4 ton Zorgleveranciers die in 2017 uit de combinatie stappen, effect - 4 ton. Per saldo heffen bovenstaande plussen en minnen elkaar min of meer op. Het totaalbudget 2017 is daarmee min of meer vergelijkbaar met voorgaande jaren. In onderstaande tabel geven we aan hoe het budget 2017 zich verhoudt tot de realisatie 2015 en de prognose 2016 op basis van de derde kwartaalcijfers 2016: In mln Realisatie 2015 Prognose 2016 Budget 2017 Wmo 8,5 9,2 8,8 Jeugdhulp 17,0 17,5 16,7 Innovatie Voorheen aparte lokale subsidies Voorheen aparte lokale subsidies Totaal 25,5 26,7 26,0 Door afronding zijn er kleine verschillen in de tellingen 0,5

7 6 Uit bovenstaande tabel blijkt dat het budget 2017 krapper dan de prognose 2016 is. Daar zit voor de Combinatie een uitdaging om door slim zorg in te zetten te besparen conform de doelstellingen van een vast budget. Binnen de Combinatie wordt het budget verdeeld over 7 onderdelen. Voor elk onderdeel is het budget vast. En daarnaast is er een innovatiebudget van , dit budget werd voorheen ingezet door Nijmegen en Wijchen als aparte subsidies. Uiteindelijk moeten het volledig reguliere activiteiten worden maar daarvoor is het nu nog te vroeg. Nr Instelling of Groep instellingen Primaire Sector Bedrag 1 Ribw, Pluryn, Driestroom, s-heerenloo, Wmo (B1) Unik 2 Ribw, Pluryn, Driestroom, s-heerenloo, Wmo (B2) Unik, ZZG en Zozijn Pluryn, UniK, De Driestroom, en s- Heerenloo. J-LVB, J&O en Ggz productie van deze instellingen vallen in dit budget. Jeugd LVB Entrea. J&O, Wmo productie en R75. J&O Instellingsbudget Karakter J-Ggz Instellingsbudget Pro-Persona J-Ggz Instellingsbudget Iriszorg J-Ggz Innovatiebudget In bijlage 3 van de Overeenkomst verlenging (zie bijlagen) staan de bouwstenen benoemd. Dit zijn de diensten die geleverd worden voor het budget. De omvang van het budget is gebaseerd op de productierealisatie 2015 en een onderhandeling. We zetten het budget nu voor 1 jaar vast. Voor 2018 moet een nieuwe aanbesteding plaatsvinden voor blok B. Budget per gemeente Elke gemeente legt zijn aandeel in in het budget van de Combinatie naar rato van de realisatie in zijn gemeente. Dit aandeel wordt uiteindelijk gebaseerd op de definitieve productierealisatie 2016 per gemeente. Daarmee maken de bijdrage per gemeente zo actueel mogelijk. In onderstaande tabel hebben we een voorlopige verdeling van de combinatiebudgetten 2017 opgenomen. Deze is gebaseerd op het aandeel per gemeente in de geleverde zorg 2015: in Jeugd Wmo Totaal in % Berg en Dal % Beuningen % Druten % Heumen %

8 7 in Jeugd Wmo Totaal in % Mook/Middelaar % Nijmegen % Wijchen % Eindtotaal % Voor het innovatiebudget van stellen we een definitieve verdeling voor. Deze baseren we op het aandeel van de gemeenten in de integratie uitkering sociaal domein jeugd Dit levert de volgende verdeling op: in Jeugd In % Berg en Dal % Beuningen % Druten % Heumen % Mook/Middelaar % Nijmegen % Wijchen % Eindtotaal % Het Nijmeegs aandeel bedraagt voorlopig aandeel contract combinatie en definitief aandeel innovatiebudget, in totaal Participatie en Communicatie Cliënten In de aanloop naar de contractering hebben we gesprekken gevoerd met vertegenwoordigers van cliëntenraden uit de regio. Op deze manier zijn er veel signalen en aandachtspunten opgehaald. Het partnership model maakt dat we niet hoeven te wachten op nieuwe contracten on nieuwe eisen door te voeren, we zijn continu in gesprek met de aanbieders. In bijlage B Ontwikkelagenda staan een aantal onderwerpen die ook aansluiten bij de signalen van cliënten, zoals het onderwerp personele wisselingen, wachttijden en tijdigheid in de toeleiding. Opgemerkt moet worden dat elke aanbieder van de Combinatie zelf ook vanuit de wet een medezeggenschapsregeling moet hebben en we zien dat de cliëntenparticipatie serieus is ingevuld. Regiogemeenten De regiogemeenten werken samen aan de inkoop en uitvoering van Wmo en Jeugdhulp. Daarvoor zijn de volgende structuren ingericht: 1. Er is een regionaal ondersteuningsbureau (ROB) voor de contractering en het contractmanagement 2. Er is een regionale coördinator lokale toegang om de krachten te bundelen rond de sociale wijkteams en andere toeleiders 3. Wethouders, hoofden van de gemeentelijke uitvoering, beleid en financiën stemmen af in regionale overleggen.

9 8 8 Uitvoering en evaluatie Met de Combinatie vinden reguliere contractmanagementgesprekken plaats waarin wordt besproken hoe het loopt met de levering van zorg aan cliënten en hoe het staat met diverse afspraken, samenwerking in het veld en de uitnutting van het budget. 9 Risico Risico s zijn er op het vak van betaalbaarheid, toegankelijkheid en kwaliteit. Betaalbaarheid De betaalbaarheid komt onder druk, omdat de bezuinigingen van de rijksmiddelen nog niet structureel zijn doorgevoerd in de hele keten van informele en collectieve hulp tot individuele maatwerkvoorzieningen. De transformatie is ingezet maar moet nog verder worden doorgevoerd. We proberen de onzekerheid over de uitgaven te reduceren met vaste budgetten. Met uitzondering van het innovatiebudget, is de verdeling van het budget per gemeente nog niet definitief. Het aandeel per gemeente baseren we op de realisatie De bijstelling van de budgetten leidt tot herverdeeleffecten waarvan we de omvang nog niet kunnen inschatten. Door inrichting van het berichtenverkeer zijn we beter in staat de uitnutting te monitoren en tijdig in gesprek te gaan met de aanbieders en toeleiders om maatregelen te treffen. Het is echter geen automatisme dat we binnen de vaste budgetten blijven want de behoefte aan zorg valt niet helemaal te sturen. Als de maatregelen onvoldoende effect sorteren dan doen we een beroep op de bestemde reserve Wmo/Jeugd F058. Deze bestemde reserve heeft in Nijmegen een saldo van 9,3 miljoen (incl. besluitvorming slotwijziging 2016 en incl. onttrekking tijdelijke uitbreiding formatie SWT van 0,5 mln in 2017). Als deze reserve uitgeput dreigt te raken omdat in 2017 blijkt dat budgetten en plafonds te snel worden uitgeput zullen we binnen het programma Zorg en Welzijn maatregelen nemen om dreigende tekorten op te vangen. Het tegenovergestelde risico op budgettekort is het risico dat het budget onvoldoende wordt benut. Dit risico is het grootst voor de Wmo en een belangrijke maatregel daarbij is de toeleiding door de sociale wijkteams. Het is van belang dat zij bij gelijke geschiktheid van zorgaanbieder toeleiden naar de Combinatie. Zie ook de volgende paragraaf over toegankelijkheid. Toegankelijkheid De toegankelijkheid vormt een risico voor de betaalbaarheid en kwaliteit. Enerzijds als de toeleiding onvoldoende slaagt in het vinden van lichte oplossingen en teveel blijft doorverwijzen naar zorg. Anderzijds als de toeleiding naar zorg verstopt raakt en de problematiek van burgers verergert gedurende de wachttijd. Van groot belang is dat de toeleiding passend toeleidt: zo licht als mogelijk, zo zwaar als nodig en met de juiste snelheid. Deels hebben de gemeenten grip op de toeleiding zoals de sociale wijkteams en de regieteams, deel liggen die buiten de directe aansturing zoals huisartsen en jeugdartsen. In de contractering vragen we van zorgaanbieders om te ondersteunen in de toeleiding door consultatie en advies te leveren en hun expertise in te brengen (beschikbaarheidsfunctie). De afzonderlijke gemeenten zijn verantwoordelijk voor het sturen op de toeleiding en de totstandkoming van een sterk lokaal netwerk tussen aanbieders, sociale wijkteam, huisartsen, welzijnswerk en onderwijs. Kwaliteit Als gemeenten zijn wij verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wmo 2015 en de Jeugdwet. We zijn daarmee ook verantwoordelijk voor de kwaliteit van de zorg en het toezicht daarop. Wij hebben verschillende instrumenten om de kwaliteit van Wmo- en Jeugdhulpvoorzieningen te borgen. Deels gaat het om bestaande (wettelijk verplichte), deels om nieuwe instrumenten en deels om ontwikkelingstrajecten. De landelijke jeugdinspecties houden toezicht op de uitvoering van de Jeugdwet en het toezicht op de Wmo hebben we uitbesteed aan de GGD Gelderland

10 9 Zuid. Het kwaliteitsbeleid en de kwaliteitsmonitoring zijn volop in ontwikkeling. Daarbij staat de cliënt centraal. Risico s op kwaliteit worden ingeperkt door de wettelijke eisen waar zorgaanbieders aan moeten voldoen bijvoorbeeld het opleidingsniveau van personeel, afhandeling van incidenten- en klachten en cliëntenparticipatie. Zeker bij Jeugdhulp zijn deze wettelijke eisen zeer uitgebreid. In de contracten worden deze eisen herhaald. Monitoring van kwaliteit vindt plaats door contractmanagementgesprekken, cliëntervaringsonderzoeken en kwaliteitscontroles. Het regionale toezicht en handhaving krijgen vorm door middel van een fraudemeldpunt, onderzoeken en inspecties. Bijlagen: - Overeenkomst Verlenging 2017 Regio Gemeente Nijmegen o Bijlage A: budget per Onderdeel o Bijlage B: Ontwikkelagenda o Bijlage C: Bouwstenen 2017