Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: samenwerkingsovereenkomst GGA regio 's-hertogenbosch 2016

Transcriptie

1 Onderwerp: samenwerkingsovereenkomst GGA regio 's-hertogenbosch 2016 Collegevoorstel Zaaknummer: Aanleiding / voorgeschiedenis Op 31 december 2015 loopt de huidige samenwerkingsovereenkomst voor de GGA (Gebiedsgerichte aanpak Verkeer en Vervoer) regio s-hertogenbosch af. Samenwerking leverde een meerwaarde op in de afgelopen periode en deze is verplicht om aanspraak te maken op financiële bijdragen uit de Brede Doeluitkering (cofinancieringsregeling) en eventuele extra middelen vanuit de provincie. Hierbij valt te denken aan o.a. subsidie voor 30 km en 60 km-zones, het toegankelijk maken van bushaltes en de fietsvoorzieningen D Oultremontweg. Uit een ambtelijke en bestuurlijke peiling bleek dat men het voortzetten van de samenwerking in de huidige lichte en informele vorm wenselijk vindt. Om die reden is afgesproken om de bestaande samenwerkingsafspraken te actualiseren en uit te werken voor de periode 1 januari 2016 tot en met 31 december Anders dan voorheen, waarbij een samenwerkingsovereenkomst werd getekend voor 4 jaar, wordt de nieuwe overeenkomst dus aangegaan voor 1 jaar. Reden hiervoor zijn de voorgenomen gemeentelijke fusies zoals die betreffende Veghel, Schijndel en Sint-Oedenrode, waardoor er veranderingen in de samenstelling van de betrokken partners worden verwacht. Feitelijke informatie De bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst bevat de hoofdlijnen en de belangrijkste afspraken. De uitwerking is opgenomen in de toelichting bij de overeenkomst. De toelichting is daarmee onderdeel van de samenwerkingsovereenkomst. Wijzigingsvoorstellen in de overeenkomst ten opzichte van de huidige periode: de samenwerkingsafspraken worden aangepast in de lijn van de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte, het provinciale verkeers- en vervoersplan, de regionale duurzame mobiliteitsvisie en de beleidsplannen van de deelnemende partijen. Die beleidsplannen zijn nu meer van strategisch niveau en worden gekoppeld met andere beleidsvelden zoals Ruimtelijke Ordening, Milieu en Economische Zaken; in alle regio s wordt steeds meer regionaal beleid ontwikkeld, als afgeleide van vaak al bestaande strategische documenten. Samen worden meer strategische onderwerpen opgepakt en tactisch en operationeel vertaald. Deze keuze leidde vaak tot intensivering van de regionale samenwerking en dat is verwerkt in de overeenkomst. De samenwerking geschiedt op basis van een bestuurlijk overleg, ambtelijk overleg en een agendacommissie. Coördinatie van de samenwerking is in handen van een zogenaamde GGA-coördinator die gefaciliteerd wordt door een van de deelnemende gemeenten. In onze regio is en blijft Suzanne van Brandwijk de GGA-coördinator. Zij wordt gefaciliteerd door de gemeente Haaren. Afweging Samenwerking levert een meerwaarde op en is verplicht om aanspraak te kunnen maken op financiële bijdragen van het Rijk en de provincie. Het voorstel is dan ook om de samenwerkingsovereenkomst voor de GGA (Gebiedsgerichte aanpak Verkeer en Vervoer) regio s-hertogenbosch voor 2016 aan te gaan. Inzet van middelen De geraamde jaarlijkse kosten (coördinatie- en werkbudget) voor de gemeente Heusden bedragen Deze kosten kunnen worden gedekt uit de reguliere budgetten voor abonnementen/bijdragen en diverse kosten van product 211 verkeer en vervoer. 1

2 Onderwerp: samenwerkingsovereenkomst GGA regio 's-hertogenbosch 2016 Zaaknummer: Risico's Dit voorstel heeft geen bijzondere risico s. De overeenkomsten in de GGA-regio s Noordoost, s-hertogenbosch en Midden-Brabant zijn inhoudelijk zo veel mogelijk op elkaar afgestemd. Procedure / volgstappen Op 19 november 2015 zal de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst door de portefeuillehouders van de betreffende gemeenten plaatsvinden. Voorgenomen besluit Het voorstel is om bijgaand besluit vast te stellen. 2

3 Onderwerp: samenwerkingsovereenkomst GGA regio 's-hertogenbosch 2016 BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 10 november 2015 besloten: Zaaknummer: de samenwerkingsovereenkomst GGA regio s-hertogenbosch voor de periode 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 aan te gaan. namens het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven 3

4 MACHTIGING De heer drs. J. Hamming, burgemeester van de gemeente Heusden, als zodanig die gemeente op grond van artikel 171 eerste lid van de Gemeentewet vertegenwoordigende, draagt hierbij de heer C.A.M. van Bokhoven, wethouder van de gemeente Heusden, op, om namens hem en ter uitvoering van het op 10 november 2015 door het college van Heusden genomen besluit, de samenwerkingsovereenkomst GGA regio s-hertogenbosch 2016 te ondertekenen. Heusden, 10 november 2015 De burgemeester voornoemd, drs. J. Hamming

5 Samenwerkingsovereenkomst GebiedsGerichte Aanpak Verkeer en Vervoer regio s-hertogenbosch Periode januari 2016 december 2016 Pagina 1 van 17

6 Samenwerkingsovereenkomst GebiedsGerichte Aanpak Verkeer en vervoer regio s-hertogenbosch (GGA) De ondergetekenden: 1. De gemeente Boxtel, dan wel voor zover het publiekrechtelijke bevoegdheden betreft, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel, handelende ingevolge het besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Boxtel van (datum), te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer H.G.J.M. van Wanrooij hierna te noemen: gemeente Boxtel. 2. De gemeente Haaren, dan wel voor zover het publiekrechtelijke bevoegdheden betreft, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaren, handelende ingevolge het besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Haaren van (datum), te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer H.M.J. van den Dungen, hierna te noemen: gemeente Haaren. 3. De gemeente s-hertogenbosch, dan wel voor zover het publiekrechtelijke bevoegdheden betreft, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente s-hertogenbosch, handelende ingevolge het besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente s-hertogenbosch van (datum), te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J. van Son hierna te noemen: gemeente s-hertogenbosch. 4. De gemeente Heusden, dan wel voor zover het publiekrechtelijke bevoegdheden betreft, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Heusden, handelende ingevolge het besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Heusden van (datum), te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer C.A.M. van Bokhoven, hierna te noemen: gemeente Heusden. 5. De gemeente Oss, dan wel voor zover het publiekrechtelijke bevoegdheden betreft, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oss, handelende ingevolge het besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Oss van (datum), te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer G.W.P. Wagemakers, hierna te noemen: gemeente Oss. 6. De gemeente Schijndel, dan wel voor zover het publiekrechtelijke bevoegdheden betreft, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schijndel, handelende ingevolge het besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Schijndel van (datum), te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer B.P.F. Claassen, hierna te noemen: gemeente Schijndel. 7. De gemeente Sint-Michielsgestel, dan wel voor zover het publiekrechtelijke bevoegdheden betreft, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel, handelende ingevolge het besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Michielsgestel van (datum), te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer A.W.L. van den Dungen, hierna te noemen: gemeente Sint-Michielsgestel. 2

7 8. De gemeente Sint-Oedenrode, dan wel voor zover het publiekrechtelijke bevoegdheden betreft, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Oedenrode, handelende ingevolge het besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Sint-Oedenrode van (datum), te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer A. van der Heijden, hierna te noemen: gemeente Sint-Oedenrode. 9. De gemeente Vught, dan wel voor zover het publiekrechtelijke bevoegdheden betreft, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vught, handelende ingevolge het besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Vught van (datum), te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer A.J.F. Potters, hierna te noemen: gemeente Vught. 10. De provincie Noord-Brabant, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer C.A. van der Maat, gemachtigd door de Commissaris van de Koning d.d.., handelende ter uitvoering van het besluit van Gedeputeerde Staten d.d..., hierna te noemen: de provincie. 11. De Minister van Infrastructuur en Milieu, handelende als bestuursorgaan, vertegenwoordigd door de Directeur Netwerkmanagement Zuid-Nederland van het Directoraat-Generaal van de Rijkswaterstaat, mevrouw ir. N.S. Bagchus-Winkel, hierna te noemen: de Staat. Hierna gezamenlijk te noemen: Partijen; 3

8 Overwegende: a. dat de Minister van Infrastructuur en Milieu de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte heeft vastgesteld en dat de provincie de essentiële onderdelen hiervan in acht dient te nemen in het provinciale verkeers- en vervoersplan als bedoeld in de Planwet Verkeer en Vervoer, hierna te noemen PVVP; b. dat de provincie, gelet op de Planwet Verkeer en Vervoer, voor haar grondgebied een PVVP moet opstellen, op grond waarvan de essentiële onderdelen hun doorwerking dienen te krijgen naar het verkeers- en vervoerbeleid van de gemeenten in de provincie; c. dat de provincie in het PVVP heeft aangegeven de uitvoering van (inter-) gemeentelijke projecten, passend binnen het PVVP, alsmede de regionale beleidsagenda zoals die door het bestuurlijk overleg is vastgesteld, te stimuleren en te faciliteren middels cofinanciering; d. dat de gemeenten, gelet op de Planwet Verkeer en Vervoer, zorg dragen voor het voeren van een samenhangend en uitvoeringsgericht verkeers- en vervoersbeleid, mede in overleg met de omringende gemeenten en andere partners; e. dat het, gelet op art. 12 van de Planwet Verkeer en Vervoer, wenselijk is dat partijen gebiedsgericht samenwerken bij de beleids- en planvorming en bij de uitvoering van het beleid op het gebied van verkeer en vervoer, zoals bij de concretisering en uitvoering van het PVVP; f. dat partijen met deze overeenkomst de intentie uitspreken om de geformuleerde inspanningsverplichtingen na te komen, voor zover deze de betrokkenen betreffen; g. dat de (centrum)gemeente s-hertogenbosch behalve aan deze samenwerking ook deelneemt aan het gezamenlijke overleg van de grote Brabantse steden (B5) met de provincie en dat deze gemeente een schakelfunctie vervult tussen beide processen. h. dat de Staat deelneemt aan de samenwerking als de beheerder van rijksinfrastructuur; met als belangrijkste doel om door middel informatie-uitwisseling over infrastructuurprojecten en afstemming van beheeractiviteiten met de regionale partners te komen tot een verbetering van de doorstroming, veiligheid en leefbaarheid op het totale wegennetwerk; i. dat de politieregio Oost-Brabant als handhavende instantie deelneemt aan de samenwerking op basis van Nul verkeersdoden Brabant; j. dat het wenselijk is om in deze overeenkomst, uitgaande van de eigen verantwoordelijkheid van partijen ten aanzien van het verkeer en vervoer, meerjarige afspraken te maken over gebiedsgerichte samenwerking teneinde te komen tot uitvoering van de regionale beleidsagenda en het PVVP door middel van infrastructurele en niet-infrastructurele projecten; 4

9 k. dat bij de uitvoering van de gebiedsgerichte samenwerking waar mogelijk en wenselijk aansluiting wordt gezocht bij de samenwerking binnen de Agrifood Capital; l. dat bij de uitvoering van de gebiedsgerichte samenwerking nadrukkelijk de samenwerking wordt gezocht en indien mogelijk wordt aangegaan met de andere O s (naast overheid, ondernemers, onderwijs, en overige intermediairs); m. dat bij de planvorming en projectuitwerking een integrale aanpak wordt nagestreefd afgestemd op andere beleidsvelden in het fysiek domein, zoals ruimtelijke ordening milieu en economie; n. dat deze overeenkomst de voortzetting is van de Samenwerkingsovereenkomst GebiedsGerichte Aanpak Verkeer en Vervoer regio s-hertogenbosch, periode januari 2016-december 2016 ; 5

10 Partijen komen het volgende overeen: 1. Doel van de samenwerking 1.1 Partijen komen overeen om gedurende de duur van deze overeenkomst samen te werken om in de regio het provinciale en gemeentelijke verkeers- en vervoerbeleid tegen de achtergrond van het PVVP en de regionale duurzame mobiliteitsvisie, af te stemmen en ten uitvoer te brengen. Dit gebeurt mede door het realiseren van lokale en regionale projecten, die op een evenwichtige wijze bijdragen aan de bereikbaarheid, de verkeersveiligheid en de leefbaarheid in de regio. Partijen hanteren daarbij het motto lokaal wat lokaal kan en regionaal wat regionaal moet. 1.2 Deze samenwerking geschiedt op basis van gelijkwaardigheid. 1.3 Partijen brengen bij de uitvoering van het provinciale en gemeentelijke verkeers- en vervoerbeleid als bedoeld in het eerste lid nadrukkelijk een koppeling aan tussen verkeer en vervoer enerzijds en de gewenste ruimtelijk-economische ontwikkeling van de regio anderzijds, waarbij rekening wordt gehouden met relevante aspecten van ruimtelijke ordening, economie, milieu en natuur. 2. Organisatie 2.1 Ten behoeve van de samenwerking richten partijen een bestuurlijk overleg, een ambtelijk overleg, een bestuurlijke kopgroep en een agendacommissie in, en zullen partijen een externe GGA-coördinator aantrekken. 2.2 Een van de regiogemeenten zal namens de partijen zorgdragen voor de opdrachtverlening aan en facilitering van de GGA-coördinator. 2.3 Het bestuurlijk overleg is verantwoordelijk voor de afstemming van beleids- en planvorming en voor activiteiten en projecten die in het kader van deze samenwerking worden voorbereid en uitgevoerd, en is samengesteld uit de bestuurlijke vertegenwoordigers van de partijen. Waar mogelijk sluit het bestuurlijk overleg aan bij de overlegstructuur van de Agrifood Capital. 2.4 Het ambtelijk overleg wordt gevormd door een ambtelijke afspiegeling van het bestuurlijk overleg. Leden van het ambtelijk overleg zijn binnen hun eigen organisatie verantwoordelijk voor het voorbereiden en uitvoeren van de projecten die voorgedragen worden voor het Regionaal Uitvoeringsprogramma. Afstemming van de projecten en voorbereiding van dit Regionaal Uitvoeringsprogramma vindt plaats in het ambtelijk overleg. Daarnaast bereidt het ambtelijk overleg de bestuurlijke besluitvorming voor. De ambtelijke vertegenwoordiger van de provincie is tevens de provinciale regiocoördinator. Zo nodig worden op ambtelijk niveau thematische of projectmatige werkverbanden in het leven geroepen waarbij (maatschappelijke) organisaties, onderwijs, andere overheden en ondernemers betrokken kunnen worden. 2.5 De agendacommissie is verantwoordelijk voor de inhoudelijke en organisatorische voorbereiding van de vergaderingen van het bestuurlijke en ambtelijke overleg, alsmede voor het opstellen en bewaken van planningen en afspraken. 2.6 De GGA-coördinator is verantwoordelijk voor de (organisatie van) verslaglegging van het bestuurlijk en het ambtelijk overleg. 6

11 2.7 De GGA-coördinator en de provinciale regiocoördinator zijn samen verantwoordelijk voor de facilitering van het bestuurlijke en ambtelijke proces van afstemming, voorbereiding en uitvoering. 3. Proces 3.1 Als basis voor de samenwerking dient het PVVP, de dynamische beleidsagenda van de provincie, de strategische agenda van de Agrifood Capital en de mede daarvan afgeleide regionale duurzame mobiliteitsvisie. De regionale beleidsagenda wordt door het bestuurlijk overleg regelmatig (om de twee jaar) geactualiseerd. 3.2 Op grond van de regionale beleidsagenda stelt het bestuurlijk overleg jaarlijks in het tweede kwartaal een tweejarig maatregelenpakket vast. Dit maatregelenpakket bestaat uit lokale en regionale projecten die bijdragen aan het oplossen van regionale mobiliteitsproblemen. Deelnemende gemeenten stemmen dit meerjarig maatregelenpakket (vooraf en na besluitvorming door het bestuurlijk overleg) af met de gemeentelijke investeringsplannen en meerjarenbegroting. 3.3 Op grond van (de maatregelen die opgenomen zijn in) het tweejarig maatregelenpakket wordt jaarlijks door het bestuurlijk overleg een regionaal uitvoeringsprogramma samengesteld, afhankelijk van prioriteiten en financiën. Dit uitvoeringsprogramma bestaat uit lokale en regionale infrastructurele projecten en niet-infrastructurele projecten die bijdragen aan de bereikbaarheid, verkeersveiligheid en leefbaarheid in de regio. Gedurende de duur van deze overeenkomst gebeurt dit twee maal. 3.4 Het bestuurlijk overleg stelt jaarlijks een werkplan op, waarin naast werkafspraken ook de personele en financiële inzet van de partijen wordt vastgelegd. 4. Financiën 4.1 De lokale en regionale projecten worden gefinancierd uit gemeentelijke en provinciale middelen. 4.2 Voor de realisatie van projecten stelt de provincie cofinanciering beschikbaar. 4.3 De verdeling van deze middelen geschiedt op basis van de geldende provinciale Subsidieregeling Verkeer en Vervoer en wordt ondersteund door de Prioriteringsmethodiek PRIOR. 4.4 Provincie en gemeenten stellen jaarlijks een (werk)budget beschikbaar om de GGAcoördinator te financieren, alsmede een aantal ad hoc-acties. 4.5 De grootte van het budget uit artikel 4.4 wordt bepaald door het bestuurlijk overleg, en wordt voor de gemeenten gebaseerd op een bedrag per inwoner en voor de provincie op 20% van het totale coördinatie- en werkbudget (tot een maximum van ,- exclusief BTW). 4.6 Het (werk)budget wordt beheerd door de voorzitter van het bestuurlijk overleg en deze legt daarover jaarlijks verantwoording af aan het bestuurlijk overleg. 4.7 Uitgaven in het kader van projecten worden gedaan op basis van het inkoopbeleid en inkoopvoorwaarden van de budgethouder van het regionale werkbudget. 7

12 5. Duur van de overeenkomst 5.1 Deze overeenkomst treedt, na de ondertekening door partijen, in werking op 1 januari 2016, en eindigt op 31 december Partijen treden uiterlijk 10 maanden voor de laatstgenoemde datum in overleg over verlenging van deze overeenkomst. 5.2 De uitvoering van de overeenkomst wordt voorafgaand aan een mogelijke verlenging van twee jaar door partijen op hoofdlijnen geëvalueerd. Het bestuurlijk overleg stelt de evaluatie vast in het tweede jaar van de samenwerking. 6. Wijziging 6.1 Deze overeenkomst kan alleen met instemming van alle partijen worden gewijzigd. 6.2 Elke partij kan de andere partijen schriftelijk verzoeken de overeenkomst te wijzigen. Partijen treden binnen vier weken na een dergelijk verzoek in overleg over de voorgestelde wijziging van de overeenkomst. 6.3 De wijziging van deze overeenkomst behoeft schriftelijke toestemming van alle partijen. Pas indien schriftelijk toestemming van alle partijen is verkregen, treedt de wijziging in werking. Indien geen overeenstemming wordt bereikt kan het bepaalde in artikel 8 van toepassing worden verklaard. In voorkomende gevallen wordt de wijziging en de verklaring van toestemming in afschrift als bijlage aan deze overeenkomst gehecht. 7. Onvoorziene omstandigheden 7.1 Indien zich omstandigheden voordoen die bij het aangaan van deze overeenkomst niet waren voorzien en die een ongewijzigde voortzetting van deze overeenkomst niet rechtvaardigen zullen partijen in overleg treden over wijziging van deze overeenkomst. Partijen zullen overleg plegen, gericht op het bereiken van overeenstemming, om een vervangende regeling te treffen, waaraan op een zodanige wijze inhoud wordt gegeven dat de strekking van het desbetreffende voorschrift van deze overeenkomst zoveel mogelijk in stand blijft. 7.2 Artikel 6 is van toepassing op het wijzigen van de samenwerkingsovereenkomst. 8. Geschillen 8.1 Een verschil van inzicht tussen partijen over de toepassing van (de voorschriften c.q. nadere afspraak op grond van) deze overeenkomst zal zoveel mogelijk door middel van goed overleg tot een oplossing worden gebracht. 8.2 In het geval gemeenten en/of provincie desondanks niet tot een oplossing kunnen komen, zal het geschil worden voorgelegd aan door partijen te benoemen adviseurs ten behoeve van een bindend advies. In dat geval benoemen partijen gezamenlijk drie adviseurs. 8

13 Bij gebrek aan overeenstemming zal elke partij afzonderlijk een adviseur benoemen die gezamenlijk drie adviseurs zullen benoemen die het ontstane geschil door een bindend advies zullen beslechten. 8.3 Met deze samenwerkingsovereenkomst geen in rechte afdwingbare rechten en verplichtingen in het leven geroepen. 9. Bijlagen 9.1 De volgende bijlagen maken integraal onderdeel uit van deze samenwerkingsovereenkomst: - Toelichting bij samenwerkingsovereenkomst 2016 GGA-regio s-hertogenbosch 9.2 In het geval van strijdigheid tussen de bijlagen enerzijds en de bepalingen van samenwerking anderzijds, prevaleren de bepalingen van deze samenwerkingsovereenkomst. 9

14 Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en getekend: De gemeente Boxtel, namens deze, portefeuillehouder H.G.J.M van Wanrooij; De gemeente Haaren, namens deze, portefeuillehouder H.M.J. van den Dungen; De gemeente s-hertogenbosch, namens deze, portefeuillehouder J. van Son; De gemeente Heusden, namens deze, portefeuillehouder C.A.M. van Bokhoven; De gemeente Oss, namens deze, portefeuillehouder G.W.P Wagemakers; De gemeente Schijndel, namens deze, portefeuillehouder B.P.F. Claassen; De gemeente Sint-Michielsgestel, namens deze, portefeuillehouder A.W.L. van den Dungen; De gemeente Sint-Oedenrode, namens deze, portefeuillehouder A. van der Heijden; 10

15 De gemeente Vught, namens deze, portefeuillehouder A.J.F. Potters; De provincie Noord-Brabant, namens deze, lid Gedeputeerde Staten Provincie Noord- Brabant, C.A van der Maat; De Minister van Infrastructuur en Milieu, namens deze de Directeur Netwerkmanagement Zuid-Nederland van het Directoraat-Generaal van de Rijkswaterstaat, ir. N.S. Bagchus- Winkel; 11

16 Bijlage Toelichting bij samenwerkingsovereenkomst 2016 GGA-regio s-hertogenbosch Deelnemende partijen Aan de GGA-regio s-hertogenbosch nemen de volgende gemeenten deel: Boxtel, Haaren, s-hertogenbosch, Heusden, Sint-Michielsgestel, Sint-Oedenrode, Oss, Schijndel en Vught. Naast deze 9 gemeenten nemen Rijkswaterstaat Zuid-Nederland, de provincie Noord-Brabant en de politie Regio Brabant-Noord structureel deel. De samenwerkende partijen zitten als gelijkwaardige partners aan tafel. Samen geven zij invulling aan de gemaakte afspraken in samenwerkingsovereenkomst 2016, zowel ambtelijk als bestuurlijk. Binnen de GGA werken ook maatschappelijke organisatie mee, die op projectbasis betrokken zijn bij en/of zitting hebben in de werkgroepen. Voorbeelden hiervan zijn VVN, de Fietsersbond en de Kamer van Koophandel. Ook zal samenwerking worden gezocht met onderwijs, ondernemers, andere overheden en overige intermediairs. Meerwaarde samenwerking Samenwerking is onontbeerlijk. Mobiliteitsproblemen zijn niet door gemeenten afzonderlijk op te lossen. Er is een gezamenlijke aanpak nodig. Samenwerking leidt tot extra uitvoeringskracht en tot integrale oplossingen, omdat driekwart van alle autoverplaatsingen plaatsvindt binnen een afstand van dertig kilometer, oftewel op regionale schaal. Het gaat hierbij om verkeer op provinciale, gemeentelijke én rijkswegen. Het is essentieel om met deze drie overheidslagen en belangrijke partners aan mobiliteit te werken, dit doen we al vanaf 2001 met succes. Reizigers vragen om acceptabele en betrouwbare reistijden van deur tot deur, tegen redelijke kosten. Daarbij moeten ze de keuze hebben uit meerdere vervoerswijzen. Dat vraagt om een integrale aanpak waarbij weg-, spoor- en waternetwerken in samenhang worden bekeken. Ook vervoerswijzen als openbaar vervoer, (vracht)auto, fiets en goederen over water en spoor moeten als geheel worden beschouwd en goed op elkaar aansluiten. De aanpak van mobiliteitsproblemen vraagt dan ook om een integrale benadering en een goede afstemming tussen de verschillende overheden, maar óók de andere O s: onderwijs, ondernemers en (maatschappelijke) organisaties. Het zoeken naar oplossingen en het uitvoeren ervan is een gedeelde verantwoordelijkheid van de verschillende overheden. Bovendien is het nodig om bij het zoeken naar integrale oplossingen, waar nodig, ook andere beleidsvelden te betrekken zoals ruimtelijke ordening, milieu, economie en zorg. De bijbehorende ambities van de samenwerking luiden als volgt: De GGA is een platform voor samenwerking, informatie-uitwisseling en beleidsafstemming op het gebied van mobiliteit; De GGA voert samen verkeers- en vervoersprojecten uit. Het motto is: lokaal wat lokaal kan en regionaal waar dat nodig is; De regionale samenwerking legt het accent op de informatie-uitwisseling en beleidsafstemming, zowel horizontaal tussen de deelnemende gemeenten als verticale informatie-/kennisverstrekking met en door provincie en rijk. De voordelen van GGA die ook in eerdere evaluaties zijn genoemd blijven: Er worden gezamenlijk complexe activiteiten opgepakt (b.v. verkeersmodel). Er wordt beter onderling afgestemd. Er wordt geïnformeerd over beleidsvoorbereiding bij de provincie. Er komen diverse gemeentelijke thema s aan de orde.. Er wordt informatie uitgewisseld door alle GGA-partners/belangenbehartigers. Bundeling van activiteiten leidt tot een efficiënte inzet van kennis, mensen en middelen. Er wordt vanuit een integrale benadering aan verkeer en vervoer gewerkt. Integraal omdat naast een lokale benadering nadrukkelijk de regionale scope wordt gehanteerd, de samenwerking met de (maatschappelijke) organisaties en andere O s wordt opgezocht waarbij ook andere beleidsvelden als ruimtelijke ordening, economie en milieu worden betrokken. 12

17 Samenhang in samenwerking De regio werkt in het jaar 2016 verder aan de ontwikkeling van het regionaal maatregelenpakket. Dit maatregelenpakket bestaat uit lokale en regionale projecten die bijdragen aan het oplossen van regionale mobiliteitsproblemen. Dit betreft infrastructurele en niet-infrastructurele projecten. Nietinfrastructurele projecten zijn de zogenaamde mensgerichte maatregelen, die betrekking hebben op verkeersveiligheidsprojecten. De vulling van het regionaal maatregelenpakket vindt plaats vanuit de regionale beleidsagenda (wordt tweejaarlijks herzien), de essentiële onderdelen van het PVVP, regionale plannen en de plannen van de afzonderlijke deelnemers aan de GGA. Voor de regionale afstemming t.a.v. de beleidsagenda worden er regionale uitwerkingen gemaakt van de verschillende beleidsterreinen. Uit het regionale maatregelenpakket wordt jaarlijks een regionaal uitvoeringsprogramma (RUP) samengesteld, afhankelijk van gezamenlijk gestelde prioriteiten en beschikbare financiën. Voor het jaarlijkse bestuurlijk vastgestelde regionale uitvoeringsprogramma ontvangt de GGA-regio provinciale cofinanciering. Voor de projecten in het uitvoeringsprogramma dienen voldoende gemeentelijke middelen gereserveerd te zijn. Rollen en verantwoordelijkheden GGA-partners De samenwerkende partijen zitten als gelijkwaardige partners aan tafel. Samen geven zij jaarlijks uitwerking aan het regionale beleid en uitvoeringsprogramma en de activiteiten uit het werkplan. Hierna worden in het kort de rollen en verantwoordelijkheden van de partners aangegeven. De concrete uitwerking op taakniveau wordt jaarlijks vastgelegd in het werkplan. Gemeente De gemeente neemt deel als verantwoordelijke voor verkeer- en vervoer binnen de gemeentegrenzen en voor grens overstijgende aspecten op basis van de zorgplicht uit de planwet Verkeer en Vervoer. Onderdeel van de zorgplicht is medewerking verlenen aan regionale samenwerking die bijdraagt aan de uitvoering van de essentiële onderdelen van het PVVP+ en de regionale duurzame mobiliteitsvisie. De gemeente s-hertogenbosch neemt behalve aan deze samenwerking ook deel aan het gezamenlijk overleg van de grote Brabantse steden (B5) met de provincie, en vervult een schakelfunctie tussen beide processen. De gemeente s-hertogenbosch signaleert vanuit haar schakelfunctie bijvoorbeeld overlap in projecten en kansen voor samenwerking en synergie. Provincie De provincie neemt deel als verantwoordelijke voor verkeer- en vervoer binnen de provincie op basis van de planverplichting uit de planwet Verkeer en Vervoer. Onderdeel van de planverplichting is regionale samenwerking die bijdraagt aan de uitvoering van de essentiële onderdelen van de nota Mobiliteit. Onderdeel van de planverplichting is dat de provincie kaderstellend is door het opstellen van het PVVP met als belangrijk onderdeel daarvan het verdelen van de gedecentraliseerde rijksgelden (BDU). Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat Zuid Nederland neemt deel als beheerder van rijksinfrastructuur in het gebied. RWS zal met behulp van kennisoverdracht en informatie stimuleren dat alle samenwerkingspartners, RWS incluis, toegroeien naar het gebruiken van eenzelfde cyclisch programmeringsproces, met als doel dat tijdig voldoende informatie én budget bestaat voor maatregelen die nodig zijn voor een robuust, veilig en toekomstvast totaal-(wegen)netwerk. Op het gebied van beheer zal RWS blijven stimuleren dat alle samenwerkingspartners, RWS incluis, tijdig afstemmen over werkzaamheden of andere bijzondere omstandigheden, met als doel dat de weggebruiker goed geïnformeerd is en zo min mogelijk hinder ondervindt. 13

18 Politie Politie Regio Oost-Brabant neemt aan de GGA-samenwerking deel op basis van Nul verkeersdoden Brabant in de rol van handhaver. De politie beschouwt de handhaving echter wel als sluitstuk en adviseert en stimuleert waar kan aan de voorkant van het proces, zodat verkeershandhaving zo veel mogelijk achterwege kan blijven. Als deelnemer wordt op deze wijze vorm en uitvoering gegeven aan het BABW (Besluit Administratieve Bepalingen inzake het Wegverkeer bevat de voorschriften voor de wegbeheerder ten aanzien van de inrichting, bebording en belijning van de wegen, verantwoordelijkheden en procedures). Met als doel een (nog) betere afstemming tussen verkeershandhaving en wegbeheer. De politie ondertekent de onderhavige samenwerkingsovereenkomst niet, maar continueert de samenwerking op basis van Nul verkeersdoden Brabant. Maatschappelijke organisaties Maatschappelijke organisaties vervullen een (on-)gevraagde adviesfunctie en participeren actief in relevante projecten, bijv. opstellen regionaal fietsplan (Fietsersbond), verkeersveiligheidsnota (VVN). De overige O s Verkeer en vervoer zoekt actief de samenwerking met de andere O s, te weten overheid, ondernemers, onderwijs en overige intermediairs. Deze O s hebben meegewerkt aan de totstandkoming van de duurzame mobiliteitsvisie en worden waar mogelijk en/of gewenst gevraagd om advies. Op projectniveau kunnen zij actief participeren. Regionale organisatie De regionale overlegstructuur is als volgt georganiseerd: Bestuurlijk overleg Ambtelijk overleg Agendacommissie Bestuurlijke kopgroep Agrifood Capital Projecten en werkgroepen Regionale ondersteuning. Deze staan hieronder verder beschreven. Bestuurlijk Overleg Het bestuurlijk overleg wordt gevormd door de gemeentelijke portefeuillehouders verkeer en vervoer en bestuurlijke vertegenwoordigers van provincie, RWS en politie. Het bestuurlijk overleg vindt zo vaak als nodig is plaats, met een minimum van vier maal per jaar. Het bestuurlijk overleg draagt de eindverantwoordelijkheid voor de activiteiten en maatregelen die in het kader van de GGA worden ontwikkeld. In het bestuurlijk overleg wordt informatie uitgewisseld, beleid op elkaar afgestemd, worden afspraken gemaakt over gezamenlijke projecten, accordeert men de voorstellen die zijn voorbereid door het Ambtelijk Overleg en legt men indien noodzakelijk de voorstellen ter besluitvorming voor aan de verschillende besturen. De formele beslissingsbevoegdheid ligt bij de colleges en raden van de deelnemende gemeenten en provincie. Indien de deelnemers van het bestuurlijk overleg van de GGA-regio het regionale uitvoeringsprogramma niet unaniem vaststellen, stellen Gedeputeerde Staten het programma vast. Daarbij de projecten waarover geen regionale overeenstemming is bereikt, getoetst worden aan de doelstellingen van het provinciaal verkeers- en vervoersplan en de daarbij behorende beleidsaccenten van de Dynamische BeleidsAgenda. 14

19 Ambtelijk Overleg Het ambtelijk overleg komt zo vaak als nodig is bijeen. Er worden 8 vergaderingen per jaar ingepland met een minimum van 6 bijeenkomsten per jaar. In deze vergaderingen ligt de nadruk op informatieuitwisseling, voorbereiding vergaderingen bestuurlijk overleg, afstemming tussen werkgroepen en terugkoppeling uit het bestuurlijk overleg. De taken zijn voorbereiding beleid, uitwerking binnen en afstemming met het eigen bestuur, voorbereiding vergaderingen bestuurlijk overleg, afstemming tussen werkgroepen, terugkoppeling naar bestuurlijk overleg; Agendacommissie De agendacommissie bestaat uit vier personen: de voorzitter, de regiocoördinator van de provincie, een lid van het ambtelijk overleg en de GGA-coördinator. De agendacommissie bereidt het bestuurlijk en ambtelijk overleg voor en bewaakt de voortgang van samenwerking. Er worden 4 vergaderingen per jaar ingepland. Bestuurlijke kopgroep De bestuurlijke kopgroep geeft sturing aan het thema bereikbaarheid en mobiliteit binnen de Agrifoodcapital, ondersteund door de GGA-coördinatoren als themamanager. De Bestuurlijke kopgroep bestaat momenteel uit de GGA-voorzitters van de regio s-hertogenbosch en Noordoost, aangevuld met de wethouders uit Vught en Uden. Projecten en werkgroepen Het ontwikkelen van bovenlokale projecten en het uitvoeren van deze projecten gebeurt zowel in het ambtelijk overleg, als in specifieke werkgroepen, die per project in het leven kunnen worden geroepen. Regionale ondersteuning Binnen de GGA-regio s-hertogenbosch vervult de GGA-coördinator een centrale rol. De coördinator is de spil tussen de samenwerkende gemeenten en andere partijen. Samen met de regiocoördinator van de provincie wordt de samenwerking gefaciliteerd en worden projecten voorbereid en afspraken gemaakt over hoe het voorgenomen provinciaal beleid- en afgeleide activiteiten in GGA-regio s-hertogenbosch kunnen worden weggezet. De GGA-coördinator is verantwoordelijk voor het samenwerkingsproces, het opstellen en bewaken van het activiteitenprogramma, het ondersteunen van werkgroepen, het opbouwen en onderhouden van het netwerk, het komen tot het regionale maatregelenpakket met jaarlijks uitvoeringsprogramma en het secretariaat. De coördinator neemt in principe niet deel aan projecten en werkgroepen. Indien de GGA dit wel wenst, zal voor deelname aan werkgroepen/projecten extra opdracht worden verleend. De regiocoördinator van de provincie is het aanspreekpunt binnen de provincie voor alles wat met de regionale samenwerking samenhangt. De regiocoördinator neemt deel aan de ambtelijke en bestuurlijke overleggen en het agendaoverleg en treedt hier op als relatiebeheerder vanuit de provincie. Voor specifieke zaken legt hij/zij contact tussen GGA en betreffende provinciale ambtenaren en/of bestuurders. 15

20 Werkplan en evaluatie De regio werkt met een voortschrijdend werkplan. In dit werkplan worden de GGA-activiteiten van het betreffende jaar concreet uitgewerkt en de inzet van de partners wordt weergegeven. Aan dit werkplan wordt de begroting gekoppeld. Het omvat een overzicht van reguliere en specifieke activiteiten met de globale planning en verwachte urenbesteding. Dit werkplan wordt jaarlijks bijgesteld en in de eerste vergadering van het bestuurlijk overleg vastgesteld. Jaarlijks wordt de samenwerking op hoofdlijnen geëvalueerd. Projectmatig werken Binnen de GGA regio s-hertogenbosch wordt enerzijds informatie uitgewisseld en beleid afgestemd, anderzijds concreet uitvoering gegeven aan projecten. Gemeenten en/of deelnemende organisaties kunnen zelfstandig, in samenwerking met enkelen of in gezamenlijkheid projecten uitvoeren. Zogenaamde gezamenlijke projecten zijn bovenlokaal van aard en staan in beginsel benoemd in het werkplan dat jaarlijks door het bestuurlijk overleg wordt vastgesteld. Ook kunnen deze projecten in het jaarlijks uitvoeringsprogramma van de GGA-regio worden opgenomen. Nieuwe gezamenlijke projecten kunnen zowel een beleidsmatig als een uitvoerend onderwerp betreffen. Deze projecten kunnen ook tussentijds door de deelnemende partners worden aangedragen. Het bestuurlijk overleg beslist of deze aanvullende projecten al dan niet worden uitgevoerd of worden uitgesteld tot het volgende werkplan. Indien het gewenst is dat een aanvullend project snel start, kan het noodzakelijk zijn dat een bestaand project niet doorgaat of wordt uitgesteld (bijvoorbeeld uit capaciteitsoverwegingen). Regionaal werkbudget Het werkbudget van de GGA-regio s-hertogenbosch heeft als doel activiteiten die de gebiedsgerichte samenwerking verkeer en vervoer stimuleren in organisatorisch of projectmatig opzicht financieel mogelijk te maken. Te denken valt aan onderzoek ten behoeve van een werkgroep of project, inhuur van menskracht voor een werkgroep of project, excursie deelnemers GGA etc. Jaarlijks stelt het bestuurlijk overleg in het werkplan en begroting vast welke activiteiten uit het werkbudget betaald kunnen worden. Aan het einde van het jaar volgt een verantwoording van de uitgegeven gelden en een verwachting voor het jaar erop (concept werkplan met bijbehorende begroting).hierover wordt achteraf verantwoording afgelegd, en wordt een factuur gestuurd naar alle gemeenten op basis van inwoneraantallen. Per project wordt bekeken hoe de kosten over de verschillende partijen verdeeld moeten worden. Elke deelnemende partij is in principe bereid om een financiële bijdrage te leveren, ook aan projecten van meer algemene aard. In eerste instantie zal daarvoor het werkbudget worden ingezet. Financiering GGA-coördinator De loon- en werkplekkosten voor de coördinator worden door de -gemeenten en provincie gezamenlijk betaald. De verdeling van de kosten onder de gemeenten is naar rato van het aantal inwoners. De provincie draagt bij in de kosten voor de externe coördinator, te weten jaarlijks 20% van het totaal aan gemaakte coördinatiekosten tot een maximum van euro exclusief BTW. De GGA-coördinator wordt gehuisvest bij een van de deelnemende gemeenten. Het Bestuurlijk Overleg besluit in onderling overleg welke gemeente zorgdraagt voor de opdrachtverlening aan en de facilitering van de GGA-coördinator. 16

21 Werkbudget en coördinatiebudget Verdeling coördinatiebudget met bijdrage provincie coördinatiebudget 2014* 2015* 2016* Gemeenten Provincie Totaal *Jaarlijks te wijzigen op basis van de inflatiecorrectie, geschat op 2% gemiddeld per jaar inwoners inwoners % coördinatiebudget s-hertogenbosch % Oss % Heusden % Boxtel % Sint-Michielsgestel % Vught % Schijndel % Sint-Oedenrode % Haaren % Provincie 20% Totaal gemeenten % Verdeling werkbudget zonder bijdrage provincie 2016 Inwoners inwoners % werkbudget s-hertogenbosch % Oss % Heusden % Boxtel % Sint-Michielsgestel % Vught % Schijndel % Sint-Oedenrode % Haaren % Totaal %