Kwartaalrapportage

Transcriptie

1 Kwartaalrapportage INHOUD Inleiding Melders en meldingen Baangebruik Hindergebieden in kaart Geluiden uit de omgeving BIJLAGE Meldingen en melders per plaats INLEIDING Dit is de rapportage over het tweede kwartaal van het gebruiksjaar 2010 ( tot en met ) van het Bewoners Aanspreekpunt Schiphol (Bas). In deze rapportage komen onder meer de volgende onderwerpen aan bod: Wat was het effect van het groot onderhoud aan de Buitenveldertbaan op het aantal melders en meldingen? Wat was het verloop van het aantal angstmelders en -meldingen na het ongeval met het Turkish Airlines vliegtuig in 2009 tot en met de herdenking een jaar later? Wat was het effect van de aswolk op het aantal melders en meldingen? Waarom werd er wel geluid gemeten tijdens het vliegverbod vanwege de aswolk? Over welke vluchten dienden de meeste melders meldingen in? Nieuwe ontwikkelingen bij hinderbeperkende maatregelen Minder vroeg afbuigend vliegverkeer door vertrek Fokker 50 bij KLM CityHopper Op de website van Bas is onder Publicaties een begrippenlijst opgenomen, waarin cursief gedrukte woorden en begrippen in deze rapportage worden uitgelegd. Klik hier om de begrippenlijst te openen AIRBUS A380 NAAR SCHIPHOL Het grootste verkeersvliegtuig ter wereld, de Airbus A380, voert op 15 juli voor het eerst een vlucht uit op Schiphol. Wilt u op de hoogte worden gehouden van het verwachte tijdstip van aankomst en vertrek van het toestel en van de te gebruiken starten landingsbaan, vink dan bij uw persoonlijke klantgegevens op (onder Meldingen -> Login) de hokjes Stuur nieuwsberichten en Stuur actueel nieuws aan.

2 MELDERS EN MELDINGEN Het aantal meldingen is in het tweede kwartaal van het gebruiksjaar 2010 flink gestegen ten opzichte van hetzelfde kwartaal van 2009 (zie tabel hieronder), ondanks het feit dat het vliegverkeer in een paar dagen vrijwel stillag als gevolg van de aswolk uit IJsland. Vooral het aantal meldingen via de website nam sterk toe, met 82,5%. Ook het aantal meldingen per brief en steeg. Het aantal meldingen dat per telefoon en voic werd ingediend, daalde daarentegen, met 34,4%. MELDERS EN MELDINGEN PER MEDIUM medium tweede kwartaal 2010 tweede kwartaal 2009 meldingen % melders meldingen % melders , ,6 687 telefoon/ voic , , post / , ,4 17 totaal * * * Het totaal aantal melders is minder dan de melders per medium opgeteld, omdat één melder op meerdere manieren meldingen kan indienen. Het hogere aantal meldingen in het tweede kwartaal van 2010 is gegenereerd door minder melders dan in hetzelfde kwartaal van het jaar ervoor: tegenover in het tweede kwartaal van Dit komt mede door de meldingen van veelmelders. Eén melder was in het tweede kwartaal verantwoordelijk voor meldingen. Een andere melder diende meldingen in. Deze twee personen waren hiermee verantwoordelijk voor bijna 48% van het totale aantal meldingen in het tweede kwartaal. Verdeling meldingen Een nadere analyse van de ingediende meldingen (zie tabel hieronder) laat zien dat vooral het aantal specifieke meldingen sterk is toegenomen. Dit verdubbelde bijna, van tot Deze werden wel ingediend door minder melders: 563 tegenover 729 in hetzelfde kwartaal van In tegenstelling tot de specifieke meldingen is het aantal periodemeldingen in het tweede kwartaal van 2010 gedaald ten opzichte van 2009: van tot Ook het aantal melders van periodemeldingen nam af, van tot 924. Het aantal overige meldingen bedroeg in het tweede kwartaal van tegen 210 in hetzelfde kwartaal van MELDERS EN MELDINGEN PER KWARTAAL tweede kwartaal 2010 tweede kwartaal 2009 periode specifiek overig periode specifiek overig melders meldingen tweede kwartaalrapportage

3 MELDERS EN MELDINGEN Meer angstmeldingen Kijken we naar het soort meldingen dat is ingediend (zie tabel hieronder), dan valt vooral de enorme stijging op van het aantal specifieke meldingen over angst. In het tweede kwartaal van 2010 waren dat er tegen in het tweede kwartaal van Deze werden ingediend door minder melders: 77 tegenover 99 het jaar ervóór. In mindere mate geldt hetzelfde voor het aantal specifieke meldingen over geluid. Ook dit nam toe, maar werd eveneens veroorzaakt door minder melders dan in het vergelijkbare kwartaal van vorig jaar. Het aantal periodemeldingen daalde voor geluid en angst en steeg licht voor vervuiling. Vanwege het toegenomen aantal angstmeldingen heeft Bas een analyse gemaakt van het verloop van het aantal angstmeldingen en melders vanaf het ongeval met het vliegtuig van Turkish Airlines in 2009 tot en met het tweede kwartaal van Verloop angstmeldingen na ongeval Turkish Airlines Op verongelukte een vliegtuig van Turkish Airlines kort voor de landing op de Polderbaan (18R). In de maand daarna ( 2009) werd door Bas een sterke stijging van het aantal angstmeldingen geregistreerd ten opzichte van de maanden ervóór. Vooral het aantal specifieke meldingen over angst steeg fors, van 153 in 2009 naar in, terwijl het aantal periodemeldingen over angst toenam van 111 tot 307. In de maanden daarna keerden de aantallen angstmeldingen weer terug te keren naar het niveau van vóór het ongeval. Maar vanaf juli 2009 steeg het aantal specifieke meldingen weer, met een piek in de maand 2010 (zie tabel hieronder), toen er specifieke angstmeldingen werden ingediend. SPECIFIEK PERIODE MELDINGEN EN MELDERS PER CATEGORIE tweede kwartaal 2010 tweede kwartaal 2009 meldingen melders meldingen melders geluid angst vervuiling totaal* tweede kwartaal 2010 tweede kwartaal 2009 meldingen melders meldingen melders geluid angst vervuiling totaal* * de totalen zijn lager dan de meldingen en melders per categorie opgeteld, omdat melders over meerdere categorieën meldingen kunnen indienen. ANGSTMELDINGEN meldingen specifieke meldingen periode meldingen nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr tweede kwartaalrapportage

4 Zoals hiervóór al is gemeld zijn de meldingen in het tweede kwartaal van 2010 door minder melders gedaan dan in hetzelfde kwartaal van het jaar ervóór. In onderstaande grafiek van het maandelijkse aantal angstmelders vanaf 2009 tot en met 2010 wordt het verloop getoond over de hele periode vanaf MELDERS DIE ANGSTMELDINGEN HEBBEN INGEDIEND angstmelders per maand feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan feb mrt apr Net als bij de specifieke meldingen over geluid blijkt ook bij de angstmeldingen een kleine groep veelmelders verantwoordelijk te zijn voor een groot deel van de meldingen. Van de specifieke angstmeldingen in het tweede kwartaal van 2010 werden er (95,5%) ingediend door drie personen. Eén van hen was verantwoorde-lijk voor (73,5%) van alle specifieke angstmeldingen in dat kwartaal. Daarnaast kan de piek in het aantal specifieke angstmeldingen in en 2010 ook te maken hebben gehad met de publiciteit rond twee gebeurtenissen in 2010: de start op 10 van een vliegtuig vanaf de taxibaan naast de Zwanenburgbaan (36C), in plaats van vanaf de startbaan, en de herdenking van het ongeval met het vliegtuig van Turkish Airlines op 25. De periodemeldingen over angst vertonen een veel gelijkmatiger beeld. Van 2009 tot en met 2010 werden gemiddeld 175 periodemeldingen per maand ingediend. MELDINGEN OVER VLUCHT ROYAL AIR MAROC In de volgende kwartaalrapportage van Bas, over het derde kwartaal van het gebruiksjaar 2010 (mei tot en met juli 2010), zal worden ingegaan op het aantal (angst)meldingen en melders over de vlucht van Royal Air Maroc op 6 juni. Dit vliegtuig maakte rond uur een voorzorgslanding op de Polderbaan (18R), nadat kort daarvóór bij het opstijgen van de Aalsmeerbaan (18L) ganzen in een van de motoren terecht waren gekomen. 4 tweede kwartaalrapportage

5 Verloop melders per woonplaats In onderstaande figuur is het aantal melders per plaats weergegeven. De vermelde plaatsen zijn de plaatsen waar in het tweede kwartaal van 2009 tien of meer melders melding(en) hebben ingediend, ten opzichte van het aantal melders per plaats in het tweede kwartaal van MELDERS PER WOONPLAATS AM STERDAM HOOFDDORP AM STELVEEN AALSM EER SPAARNDAM UITHOORN HAARLEM OEGSTGEEST ALM ERE ZWANENBURG BADHOEVEDORP HILVERSUM CASTRICUM NIEUW VENNEP LEIDEN DE KWAKEL RIJSENHOUT KUDELSTAART VELSERBROEK HEEM STEDE LISSE ZAANDAM LANDSM EER LEIM UIDEN HEILOO ALPHEN AAN DEN RIJN DIEM EN KROM M ENIE SANTPOORT NOORDWIJK BODEGRAVEN HALFWEG UITGEEST tweede kwartaal 2009 tweede kwartaal 2010 In een groot aantal plaatsen waar in het tweede kwartaal van 2009 tien of meer melders actief waren, is in hetzelfde kwartaal van 2010 een afname van het aantal melders te zien. Uitzonderingen zijn Hilversum, Leimuiden, Heiloo, Krommenie en Uitgeest. De toename van het aantal melders uit Heiloo, Krommenie en Uitgeest kan te maken hebben met het toegenomen gebruik van de Polderbaan (18R) als landingsbaan ten opzichte van de vergelijkbare periode in 2009 (zie Baangebruik). Tegenover de toename van het aantal melders in de vijf hiervóór genoemde plaatsen staat een daling in alle andere plaatsen met tien of meer melders in het tweede kwartaal van Deels is die afname mogelijk een gevolg van de daling van het aantal vliegtuigbewegingen (zie Baangebruik). Voor Amsterdam, Amstelveen en Diemen kan ook een relatie worden gelegd met het feit dat de Buitenveldertbaan (09-27) van 5 tot en met 29 buiten gebruik was vanwege groot onderhoud. 5 tweede kwartaalrapportage

6 Vluchten met meeste melders De hoogste aantallen melders over één specifieke vlucht werden in het tweede kwartaal van 2010 geregistreerd voor vluchten met Boeing 747 s. Dat komt overeen met het beeld in de Jaarrapportage van Bas over het gebruiksjaar Ook tijdens het gebruiksjaar 2009 dienden de meeste melders van specifieke meldingen, meldingen in over Boeing 747-vluchten die tijdens de laatste startpiek van de dag vanaf de Kaagbaan (24), tussen Hoofddorp en Nieuw- Vennep door, de Spijkerboorroute (SPY) volgden naar het noorden. Het gaat hier voornamelijk om intercontinentale vluchten naar het Verre Oosten (zie tabel hieronder). MELDERS PER VLUCHT melders type SID baan bestemming 1 13 B747 SPY 24 Hong Kong 2 11 B747 SPY 24 Shanghai 3 9 B747 SPY 24 Shanghai 4 8 B747 SPY 24 Shanghai 5 8 B747 BTS 18C Shanghai Ook de vijfde vlucht qua aantal melders in het tweede kwartaal van 2010 was een Boeing 747. Die startte niet vanaf de Kaagbaan (24), maar vanaf de Zwanenburgbaan (18C). De vertrekroute of Standard Instrument Departure (SID) van deze vlucht is echter vergelijkbaar met de Spijkerboorroute van de Kaagbaan (24). BAANGEBRUIK Er werden in het tweede kwartaal van ,4% minder vluchten uitgevoerd op Schiphol dan in het tweede kwartaal van 2009, namelijk versus Dit is een direct gevolg van de sluiting van het luchtruim vanwege de aswolk uit IJsland. Die zorgde er vanaf de namiddag van 15 tot 20 voor dat het vliegverkeer op Schiphol en veel andere West-Europese luchthavens vrijwel volledig tot stilstand kwam (zie onderstaande grafiek). Het effect daarvan op het aantal vliegtuigbewegingen op Schiphol in de maand wordt door Amsterdam Airport Schiphol (AAS) geschat op een afname van circa vluchten. AANTAL VLUCHTEN PER DAG IN APRIL Aantal vluchten tweede kwartaalrapportage

7 Er werden op die dagen veel minder specifieke en periodemeldingen ingediend dan op de andere dagen in, zoals blijkt uit onderstaande grafiek van de specifieke meldingen in. AANTAL SPECIFIEKE MELDINGEN PER DAG IN APRIL Aantal specifieke meldingen Zonder de aswolk zou het aantal vluchten ongeveer gelijk zijn geweest aan het aantal in het tweede kwartaal van En het aantal meldingen waarschijnlijk hoger. Vooral de Buitenveldertbaan (09-27) is in het tweede kwartaal van 2010 minder gebruikt dan in hetzelfde kwartaal van Dit heeft te maken met het groot onderhoud dat van 5 tot en met aan deze baan plaatsvond. Hierdoor nam zowel het aantal starts als het aantal landingen op de Buitenveldertbaan (09-27) af: van bij elkaar in het tweede kwartaal van 2009 naar in het tweede kwartaal van 2010 (-33%). Het afgenomen gebruik van de Buitenveldertbaan (09-27) was er waarschijnlijk mede oorzaak van dat het aantal melders uit Amsterdam, Amstelveen en Diemen in het tweede kwartaal van 2010 lager was dan in dezelfde periode van 2009 (zie de tabel Melders per plaats op pag. 5). 7 tweede kwartaalrapportage

8 BANENSTELSEL SCHIPHOL STARTS EN LANDINGEN PER GEBRUIKSRICHTING Baan: Landend: Startend: Totaal: Helicopters Schiphol Oostbaan (04) Kaagbaan (06) Buitenveldertbaan (09) Zwanenburgbaan (18C) Aalsmeerbaan (18L) Polderbaan (18R) Schiphol Oostbaan (22) Kaagbaan (24) Buitenveldertbaan (27) Zwanenburgbaan (36C) Polderbaan (36L) Aalsmeerbaan (36R) Totaal: De Polderbaan (18R) is als enige landingsbaan meer ingezet in vergelijking met het tweede kwartaal In die periode werd hierop keer geland; in hetzelfde kwartaal van keer. Dit wordt verklaard door de wind die in het tweede kwartaal van 2010 voornamelijk uit zuidelijke richtingen kwam. Er zijn altijd ook andere factoren die een rol spelen in het baangebruik. 8 tweede kwartaalrapportage

9 STARTEND PERCENTAGES STARTEND EN LANDEND VERKEER LANDEND (30%) 36L; 30% 18L; 13% (14%) 06; 25% (26%) 18C; 15% (15%) 36C; 8% (8%) 36R; 12% (13%) 09; 3% (4%) overig; 4% 27; 8% (11%) 24; 42% (40%) (4%) (29%) 18R; 33% overig; 7% (6%) In grijs afgebeelde waardes zijn de waardes van het tweede kwartaal 2009 Baangebruikpreferentie De baangebruikpreferentie is in het tweede kwartaal van 2010 ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Hiernaast zijn de eerste en tweede preferentie weergegeven. EERSTE TWEE PREFERENTIES, TWEEDE KWARTAAL 2010 piek vertrekkend verkeer landen starten 1 starten 2 eerste preferentie 06 36L 36C tweede preferentie 18R 24 18L piek inkomend verkeer landen 1 landen 2 starten eerste preferentie 06 36R 36L tweede preferentie 18R 18C 18L 9 tweede kwartaalrapportage

10 HINDERGEBIEDEN IN KAART 10 tweede kwartaalrapportage

11 11 tweede kwartaalrapportage

12 GELUIDEN UIT DE OMGEVING In het tweede kwartaal van 2010 heeft Bas onder meer vragen gekregen over het feit, dat er in de dagen toen er geen vliegverkeer was, toch door het geluidmeetsysteem NOMOS geluid werd geregistreerd. Daarnaast wilden diverse omwonenden weten, hoe het met bepaalde hinderbeperkende maatregelen staat. Hieronder gaan we op deze vragen in. Hoe weet NOMOS uiteindelijk welke vlucht bij welk geluid hoort? Als het NOMOS systeem bepaalt dat er sprake is van vliegtuiggeluid, kijkt het systeem of zich op het moment dat het geluidsniveau het maximum bereikt, een vliegtuig bevindt binnen de straal van de meetpost. Is dit het geval, dan wordt dat vliegtuig gekoppeld aan het gemeten geluid en opgeslagen in de NOMOS database. Geen vliegverkeer, toch geluidmetingen Verschillende bewoners hebben zich afgevraagd, waarom de staafjes van de geluidmetingen van NOMOS op bezoekbas.nl toch bleven bewegen, toen er vanwege de IJslandse aswolk vrijwel geen vliegverkeer was. NOMOS microfoon NOMOS staat voor Noise Monitoring System. Het is het geluidmeetsysteem van Schiphol dat op een objectieve manier het vliegtuiggeluid in de omgeving van Schiphol meet. Het beschikt over 29 geluidmeetposten die bestaan uit een mast van 6 tot 10 meter met daarop een microfoon. Deze meet permanent al het geluid in de omgeving van de meetpost, in een straal die varieert van 2,5 tot 5 kilometer. De microfoon vangt naast vliegtuiggeluid ook andere geluiden op, bijvoorbeeld van voorbij rijdende vuilniswagens, glasbakken die geleegd worden en het vuurwerk op oudejaarsavond. Daarom bewogen de staafjes van NOMOS Online op bezoekbas.nl ook toen er vrijwel geen vliegverkeer was. Op basis van een aantal criteria bepaalt het systeem vervolgens of er sprake is van vliegtuiggeluid of niet. Zo moet het geluid onder meer boven een bepaalde hoogte uitkomen, ook wel drempelwaarde genoemd. Deze drempelwaarde is van belang, omdat vastgesteld moet worden dat het gemeten geluid boven het achtergrondgeluid uitkomt dat op de plaats van de meetpost bestaat. Dat is het geluid dat veroorzaakt wordt door bijvoorbeeld de wind, langsrijdend autoverkeer of bouwwerkzaamheden. Deze drempelwaarde is gemiddeld 10 decibel hoger dan het gemiddelde achtergrondniveau en verschilt per meetpost. Een meetpost in de buurt van een druk schoolplein zal overdag een hoger achtergrondniveau registreren dan een meetpost in een landelijke omgeving. De drempelwaarde wordt vastgesteld voor vier verschillende periodes van het etmaal, omdat het achtergrondgeluid s nachts over het algemeen lager is dan overdag. Geluid onder de drempelwaarde wordt door NOMOS wel gemeten, maar niet gekoppeld aan een vliegtuig. Geluid dat boven de drempelwaarde uit komt, moet voldoen aan diverse criteria die kenmerkend zijn voor vliegtuiggeluid. Dit betreft bijvoorbeeld de manier waarop het niveau van het geluid toe- en afneemt en de tijdsduur van de periode waarin het geluid zich boven de drempelwaarde bevindt. In deze database kan men onder meer, onder Geluid in perspectief, bekijken, hoeveel metingen van vliegtuiggeluid en van welk niveau in een bepaalde periode door welke meetpost van NOMOS zijn geregistreerd. Hieruit blijkt dat er tussen 16 en , toen er als gevolg van de aswolk vrijwel geen vliegverkeer mogelijk was op Schiphol, veel minder metingen van vliegtuiggeluid zijn geregistreerd dan in dezelfde periode van Van 16 tot en met werden er door alle meetposten van NOMOS samen vele honderden metingen van vliegtuiggeluid geregistreerd; in dezelfde periode van 2010, ten tijde van de aswolk, maar enkele tientallen (zie onderstaande illustraties). AANTAL METINGEN - 16 T/M 20 APRIL 2010 AANTAL METINGEN - 16 T/M 20 APRIL 2009 db (A) db (A) 12 tweede kwartaalrapportage

13 Boeing 777 Hinderbeperkende maatregelen: plussen en minnen Vaste bochtstraal Uithoorn De inwoners van Uithoorn en De Kwakel zijn in juni geïnformeerd, dat het aangekondigde experiment met het vliegen van een zogenoemde vaste bochtstraal op de vertrekroute van de Aalsmeerbaan (18L) naar het oosten niet doorgaat. In 2008 is tijdens een bijeenkomst met vertegenwoordigers van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL), de gemeente Uithoorn en bewoners voorgesteld, toestemming te vragen voor een experiment met een vaste bochtstraal voor de vertrekroute van de Aalsmeerbaan (18L) naar het oosten. Hierbij zouden vliegtuigen na de start de vertrekroute in de lucht nauwgezet volgen, waardoor er minder over Uithoorn en De Kwakel wordt uitgewaaierd. Daardoor zouden minder inwoners last hebben van geluidhinder. De eerste testen voor de vaste bochtstraal op deze route verliepen veelbelovend. Op dat moment voerde KLM al bijna een jaar met succes een experiment met een vaste bochtstraal op de vertrekroute tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep uit. Maar na uitgebreid vervolgonderzoek bleek dat deze manier van vliegen op de route bij Uithoorn niet voor alle vliegtuigtypes haalbaar is. Met name grotere vliegtuigen, zoals de Boeing , hebben moeite met het vliegen van een vaste bochtstraal op deze route. Omdat wettelijk is voorgeschreven dat alle vliegtuigtypes alle vliegroutes altijd veilig moeten kunnen vliegen, hebben de luchtvaartpartijen in goed overleg met de betrokken gemeenten helaas moeten besluiten om het experiment met de vaste bochtstraal bij Uithoorn niet voort te zetten. Meer informatie over de technische kant van dit besluit is te vinden op de website van de Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol (CROS), Het voorgenomen experiment met een vaste bochtstraal op de vertrekroute van de Aalsmeerbaan (18L) naar het oosten maakte deel uit van een groter pakket aan hinderbeperkende maatregelen voor de Schiphol-regio die al zijn of nog worden uitgevoerd. Een andere maatregel uit dit pakket (CROS Pilot 3b) wordt uitgebreid en een derde hinderbeperkende maatregel (maatregel 17) wordt tijdelijk verlengd. CROS pilot 3b+ De maatregel die wordt uitgebreid, betreft de vaste bochtstraal op de route van de Kaagbaan (24) tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep door naar het noorden. Voor vliegtuigen van KLM van het type Boeing 737 is deze maatregel dit jaar definitief ingevoerd. In heeft de plenaire vergadering van de CROS positief geadviseerd om deze maatregel als experiment uit te breiden naar de andere vliegtuigtypes van KLM en ook naar die van andere luchtvaartmaatschappijen. Dit wordt CROS pilot 3b+ genoemd. Als de Minister van Verkeer en Waterstaat instemt met dit advies, zal dit experiment waarschijnlijk op 1 november 2010 starten. Het zal een jaar duren en daarna, net als het eerdere experiment met de vaste bochtstraal voor de Boeing 737 vliegtuigen van KLM, uitgebreid worden geëvalueerd. Afgesproken is dat de reeds betrokken bewonersgroeperingen en wijkraden in de gemeente Haarlemmermeer opnieuw nauw bij deze evaluatie zullen worden betrokken. Ook is afgesproken dat tijdens het experiment in de wijk Floriande van Hoofddorp, die deels onder de vaste bochtstraal ligt, een tijdelijke, mobiele geluidmeetpost komt. Voor meer informatie over CROS Pilot 3b+, zie Maatregel 17 De tijdelijke maatregel die opnieuw wordt verlengd, heeft betrekking op de nachtelijke vertrek- en naderings-procedures. De nachtperiode duurt in de wet- en regelgeving voor Schiphol van tot uur. In die periode mogen in principe alleen de Polderbaan (18R- 36L) en de Kaagbaan (06-24) worden ingezet en gelden voor zowel vertrekkende als binnenkomende vluchten regels voor nachtelijk routegebruik. Sinds worden deze nachtelijke vertrek- en naderingsroutes en procedures gevolgd tot uur in plaats van tot uur. Dit is maatregel 17 uit het convenant hinderbeperking korte termijn dat is afge-sproken aan de Tafel van Alders. Doel van deze maatregel is om de geluidbelasting zodanig te verplaatsen dat per saldo minder mensen hinder ondervinden en in hun slaap worden gestoord. Vliegtuigen volgen momenteel tot uur nachtelijke vertrekroutes in plaats van de vertrekroutes voor de dagperiode. Deze veroorzaken minder hinder. De maatregel heeft ook betrekking op binnenkomend verkeer. Dat volgt nu tot uur in plaats van tot uur de geluidbeperkende nachtnaderingsprocedures. Hierbij volgen de vliegtuigen de speciale vaste nachtnaderingsroutes met zogenoemde CDA s, ook wel aangeduid met glijvluchten. Deze maatregel is tijdelijk van aard. De nachtprocedures leveren een lagere capaciteit dan de procedures voor de dagperiode. De maatregel leidt daardoor tot vertragingen in de ochtend. Maatregel 17 wordt met zes maanden verlengd tot 5 mei Voor een overzicht van alle hinderbeperkende maatregelen zie (onder Achtergrondinformatie) of 13 tweede kwartaalrapportage

14 MINDER VROEG AFBUIGEND VERKEER DOOR VERTREK FOKKER 50 Eind heeft KLM CityHopper haar laatste Fokker 50-propellervliegtuigen vervangen door straalvliegtuigen. In werd in het eerste nummer van de elektronische nieuwsbrief van Bas (zie onder Publicaties) gemeld, dat dit een voordeel zou kunnen hebben voor omwonenden van Schiphol. Omdat ze minder snel zijn dan straalvliegtuigen en zodoende door volgend startend straalverkeer van dezelfde startbaan ingehaald kunnen worden, mogen propeller-vliegtuigen vaak direct na de start van de luchtverkeersleiding afbuigen en op lagere hoogte (onder de voet, ongeveer 1 km) de vastgestelde luchtverkeerweg verlaten. Ze komen dan soms al vrij laag over woongebieden. Wettelijk is dat toegestaan. Voor straalvliegtuigen gelden andere regels. Die mogen overdag door Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) onder de voet (ongeveer 1 km) alleen de luchtverkeerweg uitgestuurd worden, als dat nodig is voor een veilige en doelmatige afwikkeling van het vliegverkeer. Daarbij geldt een maximum van 3% van alle starts overdag per jaar. s Nachts ligt die grens op voet (ongeveer 3 km), maar mag dat alleen om veiligheidsredenen en is het maximum 0,05%. Verwacht werd, dat er voortaan minder propellervliegtuigen direct na de start zouden uitdraaien en op lagere hoogte over dichtbij gelegen plaatsen vliegen nu de Fokker 50 uit de vloot van KLM CityHopper is verdwenen. Om te kijken of dat inderdaad al merkbaar is, heeft Bas een steekproef genomen en binnen een cirkel van ongeveer één kilometer in de oksel van de vertrekroutes van de Kaagbaan (24) naar het oosten en zuiden (zie afbeelding) gekeken, hoeveel vroeg afbuigend verkeer er in de maand 2010 was in vergelijking met dezelfde maand in In onderstaande tabel is te zien dat er in 2010 op de uitvliegroutes van de Kaagbaan naar het oosten en zuiden ruim 89% minder vroeg afbuigend verkeer was dan in Dit is vooral toe te schrijven aan de afname van het Fokker 50 propellerverkeer van en naar Schiphol. De eerste cijfers over de maand 2010 wijzen dus inderdaad uit, dat het verdwijnen van de Fokker 50 voor omwonenden van Schiphol een positief effect heeft. VROEG AFBUIGEND VERKEER KAAGBAAN (24) Fokker % 86 83% Ander propellerverkeer 0 0% 2 2% Straalvliegtuigen 10 91% 15 15% Totaal % % 14 tweede kwartaalrapportage

15 MELDINGEN EN MELDERS PER PLAATS MELDERS EN MELDINGEN PER PLAATS A T/M D specifiek periode overige woonplaats totaal nacht melders AALSMEER AALSMEERDERBRUG AARLANDERVEEN ABCOUDE AERDENHOUT AKERSLOOT ALKMAAR ALMERE ALPHEN AAN DEN RIJN AMSTELVEEN AMSTERDAM ANKEVEEN ASSENDELFT AVENHORN BAAMBRUGGE BAARN BADHOEVEDORP BENNEBROEK BENTHUIZEN BERGEN BEVERWIJK BILTHOVEN BLOEMENDAAL BODEGRAVEN BOSCH EN DUIN BOVENKARSPEL BREUKELEN BUSSUM CASTRICUM CRUQUIUS DE KWAKEL DE RIJP DE WOUDE DE ZILK DEN HAAG DIEMEN DOORN DRIEHUIS DRIEHUIZEN DRONTEN tweede kwartaalrapportage

16 MELDERS EN MELDINGEN PER PLAATS D T/M L specifiek periode overige woonplaats totaal nacht melders DUIVENDRECHT EDAM EEMNES EGMOND AAN DEN HOEF FINSTERWOLDE HAARLEM HALFWEG HARMELEN HAZERSWOUDE DORP HEEMSKERK HEEMSTEDE HEERHUGOWAARD HEILOO HILLEGOM HILVERSUM HOENDERLOO HOOFDDORP HOORN HUIZEN IJMUIDEN ILPENDAM KAAG KATWIJK KOCKENGEN KOOG AAN DE ZAAN KORTENHOEF KROMMENIE KUDELSTAART LANDSMEER LAREN LEIDEN LEIDERDORP LEIMUIDEN LELYSTAD LIJNDEN LIMMEN LISSE LOENEN A/D VECHT LOENERSLOOT LOOSDRECHT tweede kwartaalrapportage

17 MELDERS EN MELDINGEN PER PLAATS M T/M V specifiek periode overige woonplaats totaal nacht melders MAARSSEN MIJDRECHT MUIDERBERG NAARDEN NEDERH DEN BERG NES A/D AMSTEL NIEUW VENNEP NIEUWKOOP NIEUWVEEN NOORDWIJK NOOTDORP OEGSTGEEST OOSTHUIZEN OOSTKNOLLENDAM OOSTZAAN OTERLEEK OUDE MEER OUDE WETERING OUDERKERK AAN DE AMSTEL OUDERKERK AAN DEN IJSSEL OVERVEEN PURMEREND REEUWIJK RHENEN RIJNSATERWOUDE RIJNSBURG RIJSENHOUT ROELOFARENDSVEEN SANTPOORT-NOORD SANTPOORT-ZUID SASSENHEIM SCHIPHOL SOEST SPAARNDAM SPAARNDAM WEST TER AAR TWELLO UITGEEST UITHOORN VELSEN-ZUID tweede kwartaalrapportage

18 MELDERS EN MELDINGEN PER PLAATS V T/M Z specifiek periode overige woonplaats totaal nacht melders VELSERBROEK VENHUIZEN VIJFHUIZEN VINKEVEEN VOGELENZANG VOORBURG VOORHOUT VOORSCHOTEN WARDER WARMOND WASSENAAR WEESP WESTZAAN WETERINGBRUG WIJK AAN ZEE WOERDEN WORMER ZAANDAM ZAANDIJK ZANDVOORT ZEEWOLDE ZEVENHOVEN ZOETERMEER ZWAANSHOEK ZWANENBURG ONBEKEND* * onbekend zijn meldingen waarbij er geen informatie over de woonplaats van de melder is vastgelegd. vormgeving - AV tweede kwartaalrapportage