Kwartaalrapportage

Transcriptie

1 Kwartaalrapportage INHOUD Inleiding Melders en Meldingen Winters baangebruik Hindergebieden in kaart Geluiden uit de omgeving Groot onderhoud Buitenveldertbaan Aanpassing klachten- en privacyreglement Aanpassing vertrekroutes voorbij Pampus BIJLAGE Meldingen en melders per plaats Begrippenlijst INLEIDING Dit is de eerste kwartaalrapportage over het gebruiksjaar 2010 van het Bewoners Aanspreekpunt Schiphol (Bas). Het beslaat de periode van tot en met ). In deze rapportage komen naast de gebruikelijke onderwerpen uit voorgaande rapportages de volgende onderwerpen aan bod: Wat was het effect van de langdurige winter op het baangebruik en het aantal meldingen; Het Rijk en Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) geven een reactie op de vraag in de vorige Kwartaalrapportage over een mogelijke herindeling van het luchtruim boven Hilversum; LVNL legt ook uit wat de stand van zaken is van de proef met nieuwe, vaste uitvliegroutes van de Zwanenburgbaan (36C); De vertrekroutes naar het oosten voorbij Pampus zijn aangepast In april vindt groot onderhoud plaats aan de Buitenveldertbaan (09-27); Het Klachtenreglement en de Privacyverklaring van Bas zijn aangepast in verband met de invoering van voice logging. Tot slot zal er vanaf deze Kwartaalrapportage bij elke rapportage een Begrippenlijst worden bijgevoegd, waarin cursief gedrukte woorden en begrippen nader zullen worden uitgelegd. Ook zal er vanaf deze Kwartaalrapportage elk kwartaal een bijlage te vinden zijn met alle meldingen per plaats.

2 MELDERS EN MELDINGEN Het aantal meldingen is in het eerste kwartaal van het gebruiksjaar 2010 gestegen ten opzichte van het vierde kwartaal van 2009 (zie tabel hieronder). In het vierde kwartaal van 2009 was er ook al een stijging te zien ten opzichte van de drie maanden daarvóór. Deze stijging had als meest waarschijnlijke oorzaak de stuurmaatregel die Amsterdam Airport Schiphol eind september 2009 nam (zie vierde Kwartaalrapportage en Jaarrapportage 2009). medium MELDERS EN MELDINGEN PER MEDIUM eerste kwartaal 2010 vierde kwartaal 2009 meldingen % melders meldingen % melders , ,5 992 Telefoon/ voic , , Post 162 0, ,7 156 Totaal: * * * het totaal aantal melders is minder dan de melders per medium opgeteld omdat één melder op meerdere manieren meldingen kan indienen De stijging van het aantal meldingen in het eerste kwartaal van 2010 heeft niet zo n duidelijke oorzaak als het kwartaal ervoor. Voor een verklaring moet gekeken worden naar het aantal melders dat meldingen heeft ingediend. In het eerste kwartaal van 2010 hebben in totaal mensen één of meer meldingen ingediend. Dat is veel minder dan de melders in het vierde kwartaal van het vorige gebruiksjaar. Onder hen waren vanwege de stuurmaatregel veel nieuwe melders. Dat verklaart het hogere aantal melders van telefonische of voic meldingen. Nieuwe melders bellen vaak in plaats van hun melding in te dienen via Het hogere aantal meldingen in het eerste kwartaal is dus gegenereerd door minder melders dan in het vorige kwartaal. Eén melder was in het eerste kwartaal goed voor meldingen. Nog twee andere melders dienden elk zo n meldingen in. Deze drie personen waren daarmee verantwoordelijk voor meer dan de helft van het totale aantal meldingen in het eerste kwartaal. Uit de grafiek hiernaast blijkt dat het 1700 aantal melders in 1500 het eerste kwartaal 1300 van het gebruiksjaar beter vergelijkbaar is met dat van 900 het eerste kwartaal van 2009, een jaar geleden. Het linker rode deel van de nov dec jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jan lijn geeft het eerste kwartaal van het gebruiksjaar weer; het rechter rode deel het eerste kwartaal van MELDERS PER MAAND Dat het aantal melders in het eerste kwartaal van 2010 beter vergelijkbaar is met dat van het eerste kwartaal 2009, is ook op te maken uit onderstaande tabel. In het eerste kwartaal van het gebruiksjaar 2010 waren er 872 melders die periodemeldingen, 497 die specifieke meldingen en 21 die overige meldingen indienden. In het eerste kwartaal van het gebruiksjaar 2009 waren dat er respectievelijk 948, 594 en 25. Het aantal meldingen is in het eerste kwartaal van 2010 ten opzichte van hetzelfde kwartaal van 2009 toegenomen. Vooral het aantal specifieke meldingen steeg sterk. Dat houdt verband met de hiervoor genoemde veelmelder(s). MELDINGEN PER KWARTAAL 2 eerste kwartaal 2010 eerste kwartaal 2009 Periode Specifiek Overig Periode Specifiek Overig Melders Meldingen

3 Verloop melders per plaats In onderstaande figuur is het aantal melders per plaats weergegeven. De vermelde plaatsen zijn de plaatsen waar in het eerste kwartaal van 2009 tien of meer melders melding(en) hebben ingediend, ten opzichte van het aantal melders per plaats in het eerste kwartaal van MELDERS PER PLAATS BIJ PLAATSEN MET MEER DAN 10 MELDERS AM STERDAM HOOFDDORP AM STELVEEN CASTRICUM HAARLEM BADHOEVEDORP AALSM EER UITHOORN ALKM AAR SPAARNDAM ALM ERE HILVERSUM HEILOO NIEUW VENNEP LEIDEN OEGSTGEEST LANDSM EER UITGEEST ALPHEN AAN DEN RIJN BERGEN ZWANENBURG LISSE LEIM UIDEN KUDELSTAART LIM M EN VIJFHUIZEN eerste kwartaal gebruiksjaar 2010 eerste kwartaal gebruiksjaar 2009 Er is een duidelijke afname te zien van het aantal melders uit Castricum, Haarlem, Alkmaar, Uitgeest, Spaarndam, Vijfhuizen, Limmen, Santpoort-Noord en Beverwijk; allemaal plaatsen ten noordwesten van Schiphol. Een uitzondering vormt Heiloo waar het aantal melders met zo n 15% steeg. In Aalsmeer, Uithoorn, Leimuiden, Kudelstaart en Oegstgeest nam het aantal melders toe. Dit zijn allemaal plaatsen ten zuiden van Schiphol. 3 Mogelijke verklaringen Vergeleken met het eerste kwartaal van het gebruiksjaar 2009 is er ongeveer een kwart minder vanaf de Polderbaan (36L) naar het noorden gestart. Dit zou een verklaring kunnen zijn voor de afname van het aantal melders ten noordwesten van Schiphol. Wel is er ongeveer evenveel geland op de Polderbaan (18R) vanuit het noorden als een jaar terug. Een duidelijke verklaring voor de toename van het aantal melders ten zuiden van Schiphol is niet uit het baangebruik af te leiden. Het aantal starts vanaf de Aalsmeerbaan (18L) nam wel licht toe, maar het aantal landingen op dezelfde baan (36R) en het aantal starts en landingen op de Kaagbaan (06-24) waren lager dan in het eerste kwartaal van het gebruiksjaar Een verklaring voor de toename van het aantal melders uit plaatsen ten zuiden van Schiphol zou kunnen zijn, dat de stuurmaatregel die in het vierde kwartaal van 2009 werd genomen, een naijleffect heeft. Mensen hebben daardoor Bas weten te vinden. Zo zijn er in Uithoorn door zes melders melding(en) ingediend in het eerste kwartaal 2010 die zich ten tijde van de stuurmaatregel voor het eerst geregistreerd hebben bij Bas. Dit geldt ook voor drie melders uit Aalsmeer.

4 WINTERS BAANGEBRUIK In het eerste kwartaal van 2010 zijn er 6,1% minder vluchten uitgevoerd op Schiphol dan in het eerste kwartaal van Vanaf de Buitenveldertbaan (09) werd in het eerste kwartaal van 2010 echter ruim 35% méér gestart dan in het eerste kwartaal van Dit heeft voor een belangrijk deel te maken gehad met de langdurige periode met winterse neerslag in het eerste kwartaal van Als het sneeuwt, is de Polderbaan de eerste baan die buiten gebruik wordt gesteld om de beschikbare sneeuwruimcapaciteit zo goed mogelijk te kunnen inzetten. Dit komt omdat die baan veel verder van het centrale areaal afligt dan de andere banen. In plaats daarvan worden dan vaak de Buitenveldertbaan en de Zwanenburgbaan gebruikt. BANENSTELSEL SCHIPHOL Ook als er laaghangende bewolking en beperkt zicht is, en dat is er in de winter vaak, wordt de Buitenveldertbaan (09) vaker ingezet. Bij dat soort omstandigheden kan er (nog) niet parallel gestart worden vanaf de Polderbaan (36L) en Zwanenburgbaan (36C). In de toekomst zal het minder vaak nodig zijn om de Buitenveldertbaan in te zetten. Dit kunt u verderop in deze rapportage lezen (zie artikel Stand van zaken parallel starten onder Geluiden uit de omgeving). Het intensievere gebruik van de Buitenveldertbaan (09) voor starts heeft niet geleid tot een toename van het aantal melders uit Amstelveen en Amsterdam, zo is te zien in de tabel op pagina 3. Baangebruik De baangebruikpreferentie is in het eerste kwartaal van 2010 ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaande kwartaal. Hieronder zijn de eerste en tweede preferentie weergegeven. EERSTE TWEE PREFERENTIES, EERSTE KWARTAAL 2010 Piek vertrekkend verkeer Landen Starten 1 Starten 2 eerste preferentie 06 36L 36C tweede preferentie 18R 24 18L Piek inkomend verkeer Landen 1 Landen 2 Starten eerste preferentie 06 36R 36L tweede preferentie 18R 18C 24 4

5 AANTAL STARTS EN LANDINGEN PER GEBRUIKSRICHTING Baan landingen starts Totaal Helikopters Schiphol Oostbaan (04) Kaagbaan (06) Buitenveldertbaan (09) Zwanenburgbaan (18C) Aalsmeerbaan (18L) Polderbaan (18R) Schiphol Oostbaan (22) Kaagbaan (24) Buitenveldertbaan (27) Zwanenburgbaan (36C) Polderbaan (36L) Aalsmeerbaan (36R) Totaal STARTEND LANDEND (4%) Overig 4% (5%) 09 8% 24 44% (44%) (9%) (7%) 36R 7% (6%) Overig 27 7% 7% 06 20% (19%) (18%) 18L 20% 18C (17%) 17% de (25%) 36L 20% 36C 4% (4%) (41%) 18R 42% IN GRIJS AFGEBEELDE WAARDES ZIJN DE WAARDES VAN HET EERSTE KWARTAAL

6 HINDERGEBIEDEN IN KAART 6

7 HINDERGEBIEDEN IN KAART 7

8 GELUIDEN UIT DE OMGEVING Geen westelijke SID van Zwanenburgbaan In het eerste kwartaal van het gebruiksjaar 2010 zijn vragen binnengekomen, waarom er vanaf de Zwanenburgbaan (36C) over of dicht langs Spaarndam werd gevlogen op momenten dat de Polderbaan (36L) vanwege sneeuwval niet in gebruik was. Bas heeft deze vraag voorgelegd aan Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL). Dit is het antwoord van LVNL: In principe wordt de Polderbaan (36L) buiten de piekperioden bij noordelijk baangebruik als enige startbaan gebruikt en wordt de Zwanenburgbaan (36C) alleen in combinatie met de Polderbaan ingezet. Af en toe wordt de Zwanenburgbaan (36C) echter niet in combinatie met de Polderbaan (36L) gebruikt. Bij dit gebruik van baan 36C als enige startbaan volgt verkeer naar westelijke bestemmingen om veiligheidsredenen geen vaste vertrekroute (SID). Er bestaan zelfs geen SID s naar het westen van baan 36C. Dat is om te voorkomen dat er verwarring zou kunnen ontstaan bij het vóór vertrek selecteren van SID s door de vliegers in de cockpit. Hierdoor zouden vliegtuigen na de start van de Zwanenburgbaan (36C) naar het westen kunnen afdraaien in plaats van naar het oosten en zou een gevaarlijke situatie kunnen ontstaan, als op dat moment ook de Polderbaan (36L) als startbaan in gebruik is. Verkeer dat vanaf de Zwanenburgbaan (36C) start en naar het noordwesten vertrekt, krijgt in plaats daarvan een koersinstructie van LVNL in de vorm van een te volgen radiaal. Deze radiaal is zo gekozen dat Spaarndam zo veel mogelijk wordt ontzien. Dit is na na evaluatie van diverse varianten proefondervindelijk vastgesteld. RADIAAL 342 VAN RADIONAVIGATIEBAKEN SPL 8

9 Stand van zaken Parallel starten De afgelopen tijd zijn ook veel vragen binnengekomen hoe het staat met het parallel starten van de Polderbaan (36L) en de Zwanenburgbaan (36C). Het werken aan een oplossing voor het vraagstuk parallel starten vordert gestaag, meld de LVNL. Het gelijktijdig op vaste vertrekroutes (SID s) onafhankelijk starten vanaf de Polderbaan (36L) en de Zwanenburgbaan (36C) vindt inmiddels al enige tijd plaats bij een horizontaal zicht van meer dan 5 kilometer en een wolkenbasis boven de 1000 ft (dit is circa 300 meter). Dit is de tweede stap op weg naar parallel starten met SID s met minimale zichtomstandigheden. Om onder die minimale zichtomstandigheden toch parallel te kunnen starten van de banen 36L en 36C of 18C (Zwanenburgbaan) en 18L (Aalsmeerbaan) wordt voor de luchtverkeersleiders het grondradarsysteem uitgebreid met hulpmiddelen, zodat het gebrek aan visuele waarneming voldoende wordt gecompenseerd. Inmiddels zijn de luchtverkeersleiders voor deze ingrijpende verandering van de werkwijze in de simulator getraind en zijn de daar opgedane ervaringen geëvalueerd. Aan de aan het licht gekomen knelpuntjes wordt nu gewerkt. Wanneer die zijn opgelost kan, bij wind uit noordelijke richting, ook bij minder dan 5 kilometer zicht onafhankelijk parallel naar het noorden worden gestart. Dan hoeft er steeds minder te worden uitgeweken naar een andere baancombinatie tijdens een piek in het uitgaande verkeer, bijvoorbeeld met de Buitenveldertbaan (09). VERTREKROUTES ZWANENBURGBAAN (36C) Na deze eerste fase voltrekt zich de tweede fase van het werken aan een oplossing voor parallel starten : het optimaliseren van de ligging van de nieuwe SID s (zie afbeelding) van de Zwanenburgbaan met het oog op geluidhinder. Daar waar de eerste fase het toelaat, zijn het overleg en de onderzoeken in fase twee al gestart. Dit gebeurt in overleg met een focusgroep bestaande uit bestuurders en bewoners uit de betrokken woongebieden en experts van Luchtverkeersleiding Nederland, KLM en de luchthaven Schiphol, onder leiding van de CROS. In deze focusgroep is onlangs overeenstemming bereikt over een aangepaste ligging van de SID, waardoor deze meer tussen Badhoevedorp en Zwanenburg komt te liggen. Voorgesteld zal worden om deze aanpassing zodra dit mogelijk is, als experiment in de praktijk te gaan toetsen op de effecten ervan. Deze verlegging heeft als doel Zwanenburg meer te ontzien.er loopt ook nog een onderzoek naar de effecten van het verleggen van het punt waarop de eerste rechterbocht in het pad van de SID s wordt ingezet. Een verlegging van dit punt zou Badhoevedorp mogelijk meer kunnen ontzien. Andere onderzochte varianten, zoals een verlegging van de bocht in de SID naar het zuiden, bleken of veel meer hinder op te leveren op andere plaatsen of gepaard te gaan met een onaanvaardbaar verlies van capaciteit. 9

10 Vliegen boven Hilversum, hoe nu, wat straks. Bas heeft in het vorige gebruiksjaar veel vragen gekregen uit Hilversum en omgeving over veranderingen, nu al en mogelijk in de toekomst, in de verkeersstromen van het luchtverkeer van en naar Schiphol en van en naar Lelystad Airport. De vragenstellers tonen zich bezorgd over een toename van het luchtverkeer boven Hilversum en omgeving en over toenemende geluidhinder. Deze vragen heeft Bas voorgelegd aan LVNL. Hieronder volgt de reactie en toelichting van LVNL. Van wijzigingen in de afhandeling van het luchtverkeer is tot 11 maart 2010 geen sprake geweest. Per die datum is er een voor de luchtvaart belangrijke wijziging in de luchtruimtestructuur van het hogere Nederlandse luchtruim van kracht geworden. Deze aanpassing zorgt voor een belangrijke verbetering in de afhandeling van de verkeersstromen van en naar het aangrenzende Duitse luchtruim. De effecten van deze aanpassing voor het gebied van het Gooi zijn echter niet of nauwelijks waarneembaar. Dit omdat in de praktijk het luchtverkeer van en naar het oosten al heel vaak de paden volgde die nu structureel worden gevlogen en het alleen hoger vliegende vliegtuigen betreft (zie het artikel Aanpassing vertrekroutes voorbij Pampus in deze kwartaalrapportage). Op dit moment zijn en worden binnen afzienbare termijn geen andere wijzigingen voorzien. BOEING 737 Er wordt dus niet anders over Hilversum en omgeving gevlogen dan voorheen. Dit zou kunnen veranderen wanneer de ontwikkeling van Lelystad Airport in gang wordt gezet in vervolg op de besluitvorming door de rijksoverheid die heeft plaats gevonden. De rijksoverheid heeft een zogenoemd Aanwijzingsbesluit genomen dat de verlenging van de start- en landingsbaan van Lelystad Airport mogelijk maakt. Met deze verlenging mag de luchthaven 5000 extra vluchten per jaar afhandelen. Het gaat hier om vluchten met vliegtuigen van het type Boeing 737 en qua capaciteit vergelijkbare typen. Voor deze uitbreiding zijn aangepaste vertrekroutes en naderingsprocedures ontwikkeld. Bij het ontwerpen ervan is uitgegaan van drie doelen: waar mogelijk woongebieden vermijden, het voorkomen van knelpunten met het Schiphol-verkeer en ruimte bieden voor de toegestane uitbreiding van het Lelystad-verkeer. Los daarvan is door de zogenoemde Tafel van Alders voorgesteld het aantal vliegtuigbewegingen op Schiphol tot 2020 te beperken tot Omdat een marktvraag van bewegingen in 2020 werd verwacht, is voorgesteld vluchten naar Lelystad Airport en vluchten naar Eindhoven Airport uit te plaatsen. Of dit gebeurt en zo ja, wanneer is nog onderwerp van, politieke, besluitvorming. Met het oog op de verre toekomst, voorbij 2020, studeert LVNL in het licht van Europese ontwikkelingen op een andere indeling van het Nederlandse luchtruim. Daarbij zijn de huidige luchtruimen rond de luchthavens Schiphol, Rotterdam Airport, Lelystad Airport en van de voormalige luchtmachtbasis Soesterberg op de tekentafel tot één luchtruim gemaakt. Een dergelijke luchtruimindeling moet het mogelijk maken om, samen met nieuwe technologie aan boord van vliegtuigen, de groei van het luchtverkeer te kunnen opvangen die wellicht na 2020 zou kunnen optreden. Het gaat hier uitsluitend om verkennende studies, die voorlopig nog niet het stadium van besluitvorming hebben bereikt. Wanneer dat het geval zou worden zal een uitgebreide inspraakprocedure voorafgaan aan de wets-wijziging die nodig is voor de aanpassing van de luchtruimtestructuur. 10 VLIEGVELD LELYSTAD

11 GROOT ONDERHOUD BUITENVELDERTBAAN Van 5 april tot naar verwachting 2 mei 2010 is de Buitenveldertbaan (baan 09-27) buiten gebruik voor groot onderhoud. Het vliegverkeer zal gedurende die periode op de andere banen worden afgehandeld. De Buitenveldertbaan wordt normaal gesproken bij harde wind uit westelijke richting ingezet voor landend verkeer (baan 27). Bij wind uit oostelijke richting kan de baan (09) worden gebruikt voor vertrekkende vliegtuigen. Ook kan de Buitenveldertbaan bij verminderd zicht en/of een lage wolkenbasis in combinatie met andere banen worden ingezet. Tevens wordt de Buitenveldertbaan ingezet indien er geen andere banen beschikbaar of bruikbaar zijn. Tijdens de onderhoudswerkzaamheden aan de Buitenveldertbaan zullen bij harde westenwind de Kaagbaan (baan 24) en de Schiphol-Oostbaan (baan 22) worden ingezet voor landend verkeer vanuit het oosten.bij oostenwind kan het nodig zijn de Kaagbaan (baan 06) in te zetten voor startend verkeer naar het oosten. In deze beide gevallen kunnen de bebouwde gebieden van Amsterdam en Amstelveen meer geluidsoverlast ervaren. Welke banen ten tijde van de onderhoudswerkzaamheden daadwerkelijk worden ingezet wordt bepaald door het verkeersaanbod, het actuele weer en de actuele operationele omstandigheden. Onderhoud Start- en landingsbanen worden zeer intensief gebruikt. Door het veelvuldig starten en landen van vliegtuigen treedt slijtage en verontreiniging op. Om het vliegverkeer veilig te kunnen laten plaatsvinden en de baan in goede staat te houden heeft iedere start- en landingsbaan regelmatig onderhoud nodig. Werkzaamheden Bij groot onderhoud is een baan enkele weken achter elkaar uit gebruik. Er worden werkzaamheden uitgevoerd zoals het vervangen van het asfalt, het aanbrengen van een nieuwe anti-skidlaag die de baan stroef maakt, het vervangen van baanverlichting en het vervangen van de riolering onder de baan. Groot onderhoud van een baan vindt ongeveer eens in de zeven jaar plaats. Uitlopen van weersomstandigheden Het weer is van invloed op de onderhoudswerkzaamheden. Bij slechte weersomstandigheden kunnen de werkzaamheden uitlopen. Actuele informatie Actuele informatie over het baangebruik en de voortgang van het groot onderhoud is te vinden op: BUITENVELDERTBAAN 11

12 AANPASSING KLACHTEN- EN PRIVACYREGLEMENT Het Klachtenreglement en de Privacyverklaring van Bas zijn onlangs aangepast in verband met het feit dat telefoongesprekken naar Bas sinds 19 februari standaard worden opgenomen. Dit wordt gedaan om eventuele klachten over de klachtenafhandeling door Bas-medewerkers en telefonische bedreigingen te kunnen onderzoeken. De tekst die bellers te horen krijgen, als zij naar Bas bellen, is eveneens aangepast. Bellers krijgen direct te horen dat het gesprek wordt opgenomen. Het nieuwe Klachtenreglement en de Privacyverklaring van Bas zijn te vinden op onder Publicaties. Klik op de onderstaande afbeeldingen om het klachtenregelement of de privacyverklaring in.pdf formaat te downloaden KLACHTENREGELEMENT PRIVACYVERKLARING AANPASSING VERTREKROUTES VOORBIJ PAMPUS Tot en met 14 april is het mogelijk om te reageren op een ontwerpwijziging van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol. Dit heeft te maken met de wijziging van een aantal vertrekroutes naar het oosten als gevolg van de herindeling van het luchtruim tussen Amsterdam, het Ruhrgebied en Frankfurt. Op 11 maart 2010 is deze herindeling in werking getreden. Doel hiervan is de verkeersstromen tussen Nederland en Duitsland te optimaliseren, door het creëren van kortere routes. Dit moet leiden tot brandstof- en kostenbesparingen voor luchtvaartmaatschappijen en een reductie van de CO2 uitstoot door vliegtuigen. Daarnaast levert het een bijdrage aan het versterken van de concurrentiepositie van de Nederlandse luchtvaart. Daarom was de herindeling al aangekondigd in de Luchtvaartnota die het kabinet in april 2009 heeft uitgebracht. De herindeling heeft als gevolg dat voorbij het punt Pampus bij Muiden een aantal uitvliegroutes van Schiphol is gesplitst, zodat deze aansluiten op de gewijzigde routes boven Nederland. Bij dat punt zitten vliegtuigen op een hoogte van 2 tot 3 km. Gezien deze hoogte verwacht het ministerie van Verkeer en Waterstaat, dat hiervoor berekeningen heeft laten uitvoeren, dat het effect van de wijzigingen op de grond gering zal zijn. VOORBEELD ROUTEWIJZIGING TER HOOGTE VAN PAMPUS Tot en met 14 april is er gelegenheid voor het geven van een reactie (zienswijze) op de ontwerpwijziging. Alle informatie daarover is te vinden op 12

13 MELDINGEN EN MELDERS PER WOONPLAATS specifiek periode overige woonplaats totaal nacht melders 13 AALSMEER AALSMEERDERBRUG AARLANDERVEEN ABCOUDE AERDENHOUT AKERSLOOT ALKMAAR ALMERE ALPHEN AAN DEN RIJN AMERSFOORT AMSTELVEEN AMSTERDAM ANKEVEEN ASSENDELFT AVENHORN BAAMBRUGGE BAARN BADHOEVEDORP BENNEBROEK BENTHUIZEN BERGEN BERKEL EN RODENRIJS BEVERWIJK BILTHOVEN BLARICUM BLOEMENDAAL BODEGRAVEN BOSKOOP BREUKELEN BROEK IN WATERLAND BROEK OP LANGEDIJK BUSSUM CASTRICUM CRUQUIUS DE KWAKEL DE RIJP DE WOUDE DELFT DEN HAAG DIEMEN

14 MELDINGEN EN MELDERS PER WOONPLAATS specifiek periode overige woonplaats totaal nacht melders DOORN DRIEHUIS DRONTEN EEMNES EGMOND AAN DEN HOEF ERMELO GROOTSCHERMER HAARLEM HAARLEMMERLIEDE HALFWEG HAZERSWOUDE DORP HEEMSKERK HEEMSTEDE HEERHUGOWAARD HEILOO HILLEGOM HILVERSUM HOENDERLOO HOOFDDORP HOORN HUIZEN ILPENDAM JISP KOCKENGEN KORTENHOEF KROMMENIE KUDELSTAART LANDSMEER LAREN LEIDEN LEIDERDORP LEIMUIDEN LELYSTAD LIJNDEN LIMMEN LISSE MAARSSEN MAARTENSDIJK MIJDRECHT

15 MELDINGEN EN MELDERS PER WOONPLAATS specifiek periode overige woonplaats totaal nacht melders MUIDERBERG NAARDEN NES A/D AMSTEL NIEUW VENNEP NIEUWKOOP NIEUWVEEN NOORDWIJK NOORDWIJKERHOUT OEGSTGEEST OOST-GRAFTDIJK OOSTHUIZEN OOSTKNOLLENDAM OOSTZAAN OTERLEEK OUD ADE OUDE MEER OUDE WETERING OUDERKERK AAN DE AMSTEL OVERVEEN PURMEREND RIJNSATERWOUDE RIJNSBURG RIJSENHOUT RIJSWIJK ZH SANTPOORT-NOORD SANTPOORT-ZUID SASSENHEIM SCHAGEN SINT PANCRAS SOEST SPAARNDAM SWIFTERBANT TER AAR UITGEEST UITHOORN VALKENBURG VELSEN-ZUID VELSERBROEK VIJFHUIZEN

16 MELDINGEN EN MELDERS PER WOONPLAATS specifiek periode overige woonplaats totaal nacht melders VINKEVEEN VOGELENZANG VOLENDAM VOORBURG VOORHOUT VOORSCHOTEN VOORTHUIZEN WADDINXVEEN WARDER WARMOND WASSENAAR WATERGANG WEESP WESTERBORK WESTKNOLLENDAM WESTZAAN WIJK AAN ZEE WILNIS WOERDEN WORMER WORMERVEER WOUDENBERG ZAANDAM ZANDVOORT ZEEWOLDE ZEGVELD ZOETERMEER ZWAANSHOEK ZWAMMERDAM ZWANENBURG onbekend * onbekend zijn meldingen waarbij er geen informatie over de woonplaats van de melder is vastgelegd. 16

17 BEGRIPPENLIJST aanwijzingsbesluit anti-skidlaag baangebruik baangebruikpreferentie CROS eerste preferentie gebruiksjaar gebruiksrichting handhavingspunt Jaarrapportage Klachtenreglement kwartaal kwartaalrapportage Luchthavenverkeerbesluit Schiphol Luchtvaartnota medium melder Besluit van de rijksoverheid over het toegestane gebruik van een luchthaven. Laag die een baan stroef maakt. Dit is nodig voor een veilige afhandeling van opstijgende en landende vliegtuigen. Wijze waarop de start- en landingsbanen worden ingezet om het vliegverkeer op af te handelen Voorkeursvolgorde van manieren van baangebruik. Deze wordt bepaald door: - veiligheid van het luchtverkeer - capaciteit - geluidhinder voor de omgeving De Commissie Regionaal Overleg luchthaven Schiphol is een overlegorgaan van bewoners, bestuurders en de luchtvaartpartijen dat onder andere overlegt over maatregelen om vermijdbare hinder te beperken. De wijze van het inzetten van de banen in een bepaalde periode die de eerste voorkeur heeft. Periode van 1 tot 1 De richting waarin een start- of landingsbaan gebruikt wordt. Deze wordt aangeduid met de eerste twee cijfers van de kompasrichting. Starten 24 wil dus zeggen starten richting het zuidoosten koers 239 (afgerond 240) Punt waarvoor een berekende grenswaarde voor geluidbelasting op jaarbasis geldt. Rapportage over een gebruiksjaar Reglement waarin staat hoe Bas meldingen en vragen afhandelt. Eén kwart van het gebruiksjaar: - eerste kwartaal 1 tot 1 februari - tweede kwartaal 1 februari tot 1 mei - derde kwartaal 1 mei tot 1 augustus - vierde kwartaal 1 augustus tot 1 Rapportage over één kwartaal van het gebruiksjaar Besluit uit de Wet luchtvaart die het gebruik van de luchthaven Schiphol bepaalt. Visie van het kabinet op de Nederlandse luchtvaart voor de komende twintig jaar. Indienwijze van een melding zijnde: - website - telefoon of voic - post (fax of brief) Persoon die bij Bas een melding indient of heeft ingediend. 17

18 BEGRIPPENLIJST melding overige melding Pampus (PAM) Parallel starten periodemelding Privacyverklaring Radiaal SID specifieke melding stuurmaatregel Tafel van Alders tweede preferentie veelmelder Mededeling van overlast ondervonden door vliegverkeer van of naar luchthaven Schiphol onderscheiden in drie types: - specifieke melding - periodepelding - overige melding Melding die geen betrekking heeft op een specifieke of periodemelding. Navigatie radiobaken tussen Weesp en Almere. Baken wordt door vliegers gebruikt om te navigeren. Het gelijktijdig in gebruik zijn van twee startbanen die evenwijdig aan elkaar liggen. Melding van een aaneengesloten periode van overlast op één dag. Verklaring waarin staat hoe Bas met naam- en adresgegevens van melders omgaat. Denkbeeldige rechte lijn vanuit een navigatie radiobaken die vliegtuigen kunnen volgen. Radialen worden aangegeven met graden van de kompasroos. Standaard vertrekroute (Standard Instrument Departure) SID s zijn vooraf vastgelegde vertrekroutes die de luchthaven aansluiten op de hogere luchtverkeerswegen. Melding van overlast van één specifieke vliegbeweging. Het dusdanig inzetten van start- en landingsbanen dat een dreigende overschrijding van de handhavingspunten wordt voorkomen. Overlegtafel over de toekomst van de luchthavens Lelystad, Eindhoven en Schiphol en hun omgeving onder leiding van de heer Alders. De wijze van het inzetten van de banen die in een bepaalde periode de tweede voorkeur heeft. Een melder die meer dan 100 meldingen indient per gebruiksjaar. 18