GEMEENTERAAD VALKENBURG AAN DE GEUL

Transcriptie

1 GEMEENTERAAD VALKENBURG AAN DE GEUL RAADSADVIESCOMMISSIE ECONOMIE FINANCIEN EN TOERISME en RECREATIE Verslag van de vergadering de dato 15 oktober 2014 Voorzitter van de commissie Commissiegriffier : De heer J. Blom : Dhr. A. Hoeberigs Leden Aanw Leden Aanw Leden Aanw N. Dauven X M. Knubben X A. Hidding X W. Weerts X J. Mlodzick P. Zwakenberg X P. Wester P. van Oers X R. Wezeman E. Ruijgers X X H. Trimbos X S. Savelsbergh-Auf den Kamp X W. Beckers E. Silverentand X X J. Hendrikx J. Smeets X X Aanwezig/uitgenodigd: wethouders J. Vermeer en R. Meijers. Voor de vergadering is een uitnodiging uitgegaan waarbij de volgende agendapunten zijn vermeld: 1. Opening en mededelingen. 2. Spreekrecht burgers. 3. Vaststelling van de agenda en aanmelden onderwerpen voor de rondvraag. 4. Raadsplanner. 5. Vaststellen van het verslag van de commissie EFT de dato 10 september Actielijst. 7. Voorstel college betreffende nieuwe nota Kampeerbeleid Voorstel college betreffende restauratie en consolidatie stadsmuur Halderpark. 9. Voorstel college betreffende voor kennisgeving aannemen rapport Kritische Prestatie Indicatoren (KPI). 10. Bespreekpunten: schrijven Silverentand Hoveniers inzake noodklok Kasteel Oost stand van zaken WSW Licom stand van zaken peuterspeelzalen stand van zaken toekomstvisie stand van zaken leefbaarheid/zelfsturing 11. Gewestelijke aangelegenheden. 12. Rondvraag. 13. Sluiting. 1. Opening en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Van Oers. 1

2 2. Spreekrecht burgers. Namens de Recron heeft de heer Verkooijen zich aangemeld voor het spreekrecht. De inbreng van de heer Verkooijen is als bijlage bij het verslag gevoegd. 3.Vaststelling van de agenda. Aanmelden punten voor de rondvraag. Ten aanzien van de agenda brengt de voorzitter het volgende in: zoals ook gisteren al in de commissie SOB is aangekondigd wordt voorgesteld ermee in te stemmen als bespreekpunt toe te voegen de presentatie van de begroting door wethouder Meijers en deze presentatie te houden aan het begin van deze vergadering; het bespreekpunt schrijven van Silverentand Hoveniers inzake noodklok Kasteel Oost opnieuw aan te houden. Belangrijke redenen voor het verder opschuiven van bespreking zijn: 1. het lopende overleg met de kandidaat-koper(s); 2. de lopende pachtprocedure bij de rechtbank. Zoals algemeen bekend wordt er in de openbaarheid niet gesproken over zaken die onder de rechter zijn. 3. een info-bulletin is in bewerking/voorbereiding. Dit bulletin eind zal deze week nog kunnen uitgaan, anders begin volgende week. De heer Trimbos zegt dat de fractie VVD in juli 2014 een artikel 41 brief heeft ingediend met het verzoek raadsbreed te worden geïnformeerd over de stand van zaken ten aanzien van Kasteel Oost. Het college heeft daarop geantwoord bereid te zijn de raad daar informatief over te zullen informeren. Na het zomerreces heeft het college het presidium verzocht om uitstel tot 7 oktober. Daarin heeft het presidium toegestemd. Omdat 7 oktober inmiddels verstreken is verzoekt de fractie de wethouder om nadere informatie. De griffier zegt dat de redenen van het college om verzoek tot uitstel nog onverkort van toepassing zijn. De heer Trimbos blijft bij zijn standpunt dat 7 oktober inmiddels gepasseerd is. De raad kan niet blijven wachten, men heeft immers het recht te worden geïnformeerd. Namens de portefeuillehouder antwoordt wethouder Vermeer dat er redenen zijn om de raad pas na de collegevergadering van dinsdag a.s. te informeren middels een raadsinformatiebulletin. Zelf kent hij die informatie overigens niet. Mevrouw Savelsbergh-Auf den Kamp zegt dat de fractie PGP het raadinformatiebulletin wil afwachten. Zij stemt derhalve in met het verzoek van de voorzitter om het bespreekpunt vanavond niet te behandelen. De heer Knubben had het charmant gevonden als het college de informatie die tot dusver beschikbaar was in ieder geval voor deze commissievergadering had verstrekt. Als dat per se niet in de openbaarheid kan gebeuren dan had de wethouder nu in beslotenheid informatie kunnen verstrekken. En dan had de commissie zelf kunnen uitmaken of die informatie al dan niet besloten had moeten blijven. De heer Trimbos zegt dat ook de fractie VVD zich gehouden heeft aan de afspraak van het embargo over de informatieoverdracht. Hij vindt dat het embargo naar de raad toe opgeheven mag worden want hij wil hier binnen zijn fractie over kunnen spreken. In de wandelgangen heeft de heer Weerts begrepen dat dit dossier onder de rechter zit. Dit zal dan ook de reden zijn waarom het niet mogelijk is hier in openbaarheid over te spreken. De fractie AB sluit zich daar volledig bij aan. De heer Knubben zegt dat als dit dossier daadwerkelijk onder de rechter is en dat dit de reden is waarom hier niet in openbaarheid over gesproken kan worden, dan is het aan de wethouder om dit nadrukkelijk kenbaar te maken aan de raad en deze commissie. En niet zoals nu het geval is een en 2

3 ander in het vage laten en zeggen dat de raad wordt geïnformeerd middels een raadsinformatiebulletin. Er zijn afspraken gemaakt en die moeten nagekomen worden. Uit de reacties maakt de voorzitter op dat de meerderheid van deze commissie bereid is het raadsinformatiebulletin af te wachten. Mevrouw Hidding zegt dat de fractie D66 zich aansluit bij de woorden van de heer Knubben. De heer Trimbos wil graag weten wie voor en wie tegen behandeling is. De griffer zegt dat de betreffende wethouder vanavond niet aanwezig is. Hij vraagt zich derhalve af wie de juiste informatie moet verstekken. Wethouder Vermeer of wethouder Meijers? Los van de uitslag van de stemming voor of tegen geeft de heer Weerts aan dat de fractie AB niet wenst deel te nemen aan het bespreken van een onderwerk dat onder de rechter ligt. Indien het dossier vanavond besproken wordt dan zal de fractie de zaal verlaten. Hij hoopt dat ook andere fracties dat zullen doen. Uiteraard is de heer Trimbos het met de heer Weerts eens dat een dossier dat onder de rechter ligt niet in de openbaarheid besproken kan worden. Maar zelfs die informatie heeft de raad niet. Mevrouw Savelsbergh-Auf den Kamp sluit zich aan bij de woorden van de heer Weerts. Omstreeks 19:11 uur schorst de voorzitter de vergadering. Omstreeks 19:13 uur heropent de voorzitter de vergadering. Hij geeft het woord aan wethouder Vermeer. Wethouder Vermeer wil nogmaals herhalen dat hij niet beschikt over de inhoudelijke informatie hieromtrent. Op het moment dat hij aantrad als wethouder heeft hij namelijk afstand gedaan van dit dossier. Hem werd gevraagd uit te leggen waarom het college dit bespreekpunt vanavond niet wil behandelen. De reden daarvan is dat het dossier onder de rechter ligt. Hij attendeert de commissie op het feit dat als iets bij de rechter ligt er twee partijen bestaan. Nu in de openbaarheid over dit dossier spreken zou een van de partijen kunnen schaden en dat moet niemand willen. De heer Trimbos vindt dat het college dit van tevoren had moeten aangeven. Dan was deze discussie niet nodig geweest. De heer Knubben wil hier graag nog een opmerking over maken. In het presidium is zeer nadrukkelijk gezegd dat het dossier onder de rechter ligt en dat er na de door de heer Trimbos genoemde datum nadere informatie zou volgen, waarbij het college aangaf te verwachten dat er op die datum verdere informatie zou zijn waardoor de zaak niet meer onder de rechter zou vallen. Dan was het keurig en netjes geweest als het college de raad had geïnformeerd waardoor voorkomen had kunnen worden dat een punt dat door het presidium op de agenda is geplaats nu van de agenda wordt afgevoerd. De voorzitter beaamt dat het geen schoonheidsprijs verdient. Het bespreekpunt wordt vanavond niet behandeld. De heer Dauven verzoekt de voorzitter om agendapunt 7 aangaande het Kampeerbeleid naar voren te halen zodat de aanwezige toeschouwers niet al te lang hoeven te wachten op de behandeling van dit raadsvoorstel. De voorzitter zegt dat zojuist besloten is om eerst de presentatie van de begroting te laten plaatsvinden en aansluitend het raadsvoorstel aangaande het kampeerbeleid te behandelen. Verder wordt de agenda vastgesteld conform het aangeboden concept. Er is een vraag ingediend voor de rondvraag. 3

4 De voorzitter geeft het woord aan wethouder Meijers met het verzoek de begroting te presenteren. Wethouder Meijers presenteert de begroting De bij de presentatie gebruikte power point is als bijlage bij het verslag gevoegd. 4. Raadsplanner Er zijn geen zaken te melden. 5. Vaststellen van het verslag van de commissie EFT de dato 10 september Naar aanleiding van het aangeboden conceptverslag zijn geen op- of aanmerkingen ontvangen. Het verslag wordt vastgesteld conform het aangeboden concept. 6. Actielijst. Er zijn geen punten voor de actielijst. 7. Voorstel college betreffende nieuwe nota Kampeerbeleid Eerste termijn. De heer Trimbos zegt de fractie VVD niet kan instemmen met de wijze waarop de voorliggende nota is opgesteld. Voor wat betreft punt 1 - het kamperen bij de boer met een maximum van 15 kampeerplaatsen en een maximum van 4 "bij de boer" locaties stemt de fractie in. Dit geldt ook voor punt 5 waar het gaat om glamping. Uiteraard dienen de boa's handhavend op te treden tegen wildkamperen. En dit geldt ook voor camperaars. De fractie is tegen de punten 2 en 4. De fractie wenst geen camperplaats gerealiseerd te zien in de kern van Valkenburg. Ook wenst de fractie tijdens grote wielerevenementen geen tijdelijke camperplaats gerealiseerd zien, ook niet nabij de finish en ook niet - mocht iemand op dat idee komen - op een deel van de parkeerplaats van het Casino. En hiermee continueert de fractie haar standpunt in deze zoals dit - tijdens de commissievergadering van 27 november door de toenmalige fractievoorzitter prima verwoord werd. Hij citeert: Dat hij zich kan beperken tot het verhaal dat hier verteld is door de RECRON. Hij beperkt zich tot het belangrijkste punt en dat is dat wat de gemeente in elk geval nooit kan of mag doen is initiatieven ontplooien die op enigerlei wijze kunnen leiden tot concurrentie van bestaande ondernemers. Dat kan echt niet". De gegevens van de Recron, NKC en het CVO die gezamenlijk optrekken bij de ontwikkeling van overnachtingsplaatsen waarbij de exploitatie in handen van de ondernemer is en blijft, tonen aan dat er geen sprake is van een capaciteitsprobleem, ook niet tijdens grote wielerevenementen. Het wildkamperen dient tegengegaan te worden. Handhaving dient strak te zijn. De camperaar dient het advies van de Boa's op te volgen. Men krijgt een flyer met daarop aangegeven waar de 7 beschikbare kampeerbedrijven liggen, een duidelijke plattegrond. Via een belronde informeren de kampeerbedrijven elkaar waar nog plaats is. Boa's kunnen gebruik maken van deze informatie. En dan nog het volgende, als gesteld wordt dat camperaars bij de finish willen staan wil dat nog niet zeggen dat de gemeente daarop moet reageren, vooral niet omdat men weet dat de reguliere camping nog plaatsen te over heeft. Men heeft reeds speciale camperplaatsen ontwikkeld voor die camperaars die alleen voor het overnachten wensen te betalen en niet voor servicevoorzieningen en/of recreatieve voorzieningen. Die plaats kost voor een gemiddeld gezin 15,00 per nacht, inclusief 6% btw en 1,38 toeristenbelasting voor personen vanaf 6 jaar (in de gemeente Gulpen- Wittem is dit vanaf 14 jaar). Tenslotte nog dit, zo als de raadsnota nota bene zelf vermeldt onder punt 8, is er een zichtbare afname in het aantal overnachtingen bij kampeerbedrijven. In 2002 waren dat er , in

5 nog (inclusief het WK wielrennen) en per 1 augustus 2014 waren dat er Kortom, minder dan in dezelfde periode in De fractie VVD is voor vrij ondernemerschap, maar dan wel in te vullen door die ondernemers die er hun brood mee verdienen en die ook de veiligheid in dit economisch segment het beste kunnen waarborgen. Geen gemeente en geen particulieren die graantje willen meepikken. De gemeente onderneemt niet, de gemeente faciliteert. Graag een reactie van de wethouder. Tot zover in eerste termijn. De heer Knubben zegt dat in 2013 over het kampeerbeleid al een hele discussie is gevoerd. De nu voorliggende raadsnota is merendeels een kopie van de oude nota die gold tot en met De fractie CDA kan zich met de meeste onderdelen verenigen, maar als het gaat over de noodzaak van al dan geen camperplaatsen sluit hij aan bij de woorden van de heer Trimbos. Camperplaatsen wenst de fractie te zien op de reguliere campings en niet nog een aparte camperplaats in het centrum of aan de rand van het centrum. De argumenten die door de Recron naar voren zijn gebracht en die de campinghouders aan de raad heeft laten weten zijn steekhoudend als het gaat over de krimp van de markt, de concurrentie en de voldoende plekken die beschikbaar zijn op de reguliere campings. Op verschillende campings zijn die plekken zelfs al speciaal voor campers ingericht. De nota lezende vraagt hij zich dan ook af waarom de camperhouders zelf zeggen een aparte camping te willen in de vrije natuur c.q. sector. Hierover staat in de nota overigens geen onderbouwing, er wordt alleen een percentage genoemd van 38%. En dat is zeker geen meerderheid, dus wat dat betreft is dit geen aanleiding om het te doen vanwege de mening van de camperhouders. Wat dat onderdeel betreft is de fractie in ieder geval tegen. Voor wat betreft de grote evenementen vindt de fractie dat dit in principe moet worden opgevangen door de bestaande campings. Mocht blijken dat er dergelijke evenementen in Valkenburg plaatsvinden waarbij het aanbod wordt overschreden, dan zou men moeten kijken of de eigen parkeerplaats bij het Casino dat is immers geen Casino-parkeerplaats meer maar een eigen parkeerplaats een overloop zou kunnen betekenen. Maar alleen dan als voorspelbaar is dat de bestaande campings de vloed niet kunnen opvangen. De fractie CDA staat achter alle andere zaken die in de nota worden genoemd. Dat heeft de fractie in 2008 ook al laten weten. Tot zover in eerste termijn. Mevrouw Savelsbergh-Auf den Kamp zegt dat in de voorliggende raadsnota een vijftal aandachtpunten c.q. wijzigingen worden benoemd die uit de evaluatie van de nota Kampeerbeleid naar voren zijn gekomen. Punt 1 Kamperen bij de boer. De fractie PGP is het eens met het ongewijzigd voortzetten van het bestaande beleid. Het aantal kamperen bij de boer locaties blijft maximaal 4, het aantal kampeerplaatsen per locatie blijft beperkt tot maximaal 15. Punt 2 Permanente camperplaats. Tijdens de EFT commissievergadering van 27 november 2013 werd dit aandachtspunt uitgebreid besproken. Door de wethouder werd toegezegd dat het college de opmerkingen die naar voren zijn gebracht zou verwerken in het definitieve raadsvoorstel. Het college heeft daarop tijdens haar vergadering van 3 december 2013 besloten de mogelijkheid om een permanente camperplaats te realiseren in Valkenburg aan de Geul te verwijderen uit de raadsnota en de kampeernota. De fractie was dan ook zeer verbaasd en onaangenaam verrast vast te moeten stellen, dat in thans voorliggende raadsnota en nota Kampeerbeleid nog steeds is opgenomen dat de mogelijkheid wordt gecreëerd voor de realisatie van één permanente camperplaats. Om welk valide argument wordt geen uitvoering gegeven aan het collegebesluit? Tijdens de commissievergadering van 27 november 2013 heeft de fractie duidelijk kenbaar gemaakt tegenstander te zijn van het realiseren van een aparte permanente camperplaats binnen de gemeente. Feit is dat de totale kampeermarkt in Nederland afneemt. Binnen deze krimpende markt is een daling van de traditionele kampeerder en een stijging van het aantal camperbezitters waar te nemen. Om marktaandeel te behouden en een gezonde toekomst te waarborgen werd door een 5

6 deel van de reguliere campinghouders fors geïnvesteerd in speciale camperovernachtingsplekken. Het realiseren van een aparte permanente camperplaats leidt automatisch tot minder bezetting bij deze bedrijven. Dit gaat uiteindelijk ten koste van de kwaliteit van de reguliere campings terwijl juist een toename van de kwaliteit kan zorgen voor een toename van gasten. Indien de stijgende populariteit van de camper hierom vraagt dient uitbreiding van het aantal permanente camperovernachtingsplekken plaats te vinden op de huidige reguliere campings. Punt 4 Tijdelijke en beperkte camperplaats. Om tijdens internationale wielerevenementen opstoppingen te voorkomen en de openbare orde en veiligheid te waarborgen is in de nota Kampeerbeleid opgenomen dat het college middels verlenen van ontheffing van de APV een tijdelijke en beperkte camperplaats mogelijk maakt. Niet duidelijk is welke terreinen binnen de thans voorliggende nota kampeerbeleid worden aangewezen als tijdelijke en beperkte camperplaats. Is het college voornemens om uitsluitend de parkeerplaats bovenaan de Cauberg naast Holland Casino aan te wijzen, of komen terreinen van particulieren hier ook voor in aanmerking? Wat betreft de aandachtpunten handhavend optreden boa s en plaatsing van glampingtenten onder de punten 3 en 5 heeft de fractie PGP vooralsnog geen opmerkingen. Tot zover in eerste termijn. De heer Wezeman zegt dat de Kampeernota wederom ter bespreking voorligt. Er zijn kleine aanpassingen gedaan, maar desondanks zit de fractie D66 met dezelfde vragen en opmerkingen. Kamperen bij de boer. Dat er eisen worden gesteld aan het kamperen bij de boer is begrijpelijk, maar in plaats van het direct stellen van het maximum aantal kamperen bij de boer ziet de fractie liever een spreidingsbeleid door de gemeente, waarbij elke cassis apart wordt behandeld. De fractie staat nog steeds kritisch tegenover het creëren van een camperplaats in de kern Valkenburg. In de statistieken komt duidelijk naar voren dat de kampeermarkt aanzienlijk aan het krimpen is. De campinghouders in Valkenburg hebben het al moeilijk genoeg. Moet er dan ook nog een camperplaats gerealiseerd worden, terwijl verschillende campinghouders op deze markt inspringen? Voor de fractie D66 is dit antwoord duidelijk: tegen. Bovendien is het discutabel of een dergelijke camperplaats wel wenselijk is met betrekking tot overlast, vervuiling en veiligheid. De doelstelling, dat er extra ingezet wordt op handhaving is een mooi uitgangsprincipe. Regels zijn er niet voor niets, vooral met het oog op de veiligheid, overlast en milieu. Graag zou hij van de wethouder willen vernemen hoeveel boa s er op dit moment bij de gemeente in dienst zijn. Wat gaan de boa s extra doen? Is het realistisch dat de boa s hier tijd voor hebben binnen het huidige takenpakket? Is het überhaupt haalbaar of komen er op termijn extra boa s bij? De evenementencamperplaats. Als hij de nota bestudeert dan komt hij tot een heel andere conclusie. Namelijk, dat er bij handhaving een probleem ligt en geen capaciteitsprobleem. Hij citeert uit de nota: Vervolgens blijkt dat een deel van de camperbezitters niet doorrijd naar een reguliere camping en toch zijn camper naast de weg of de berm parkeert. Dan komt hij tot de conclusie dat handhaving meer tools en middelen nodig heeft om dit aan te pakken. Is de wethouder het hiermee eens? In hoeverre is de capaciteit op de reguliere campings niet toereikend? Glamping. Deze trant is landelijk en ook internationaal al langer zichtbaar. Dat dit voor een toeristengemeente als Valkenburg aan de Geul nu pas aan de orde komt is vreemd. Desalniettemin is het goed om hiermee aan de slag te gaan. Uitgangspunt van de fractie D66 is dat de gemeente Valkenburg aan de Geul een houding moet hebben van ja, ja, mits en meedenken met de 6

7 ondernemers en de burgers binnen de gemeente, zoals ook al vaker is aangegeven tijdens de behandeling over de kernoverleggen. Vertrouwen op de eigen kracht van de mensen. In hoeverre voldoet de huidige regelgeving aan het principe van glamping? Tot zover in eerste termijn. De heer Weerts hoorde de heer Wezeman in het begin van zijn betoog zeggen dat de fractie D66 het begrijpelijk vindt dat er eisen worden gesteld aan het kamperen bij de boer is. Verder gaf hij aan dat de fractie het goed vindt dat er aanpassingen plaatsvinden, maar dat daar geen getallen bij genoemd moeten worden. Is de fractie D66 bereid om de maximering van 15 standplaatsen los te laten? De heer Wezeman heeft het niet over de 15 standplaatsen gehad, maar over de 4 locaties kamperen bij de boer. Dat heeft de heer Weerts dan verkeerd begrepen. De heer Dauven zegt dat de fractie AB geen principiële bezwaren heeft ten aanzien van de nu voorliggende raadsnota. Wel wil hij enkele overwegingen meegeven. Op pagina 1 van 5 worden 5 belangrijke aandachtspunten genoemd. Graag voegt hij hier een 6 e punt aan toe, namelijk hoe om te gaan met ontwikkelingen op de markt waarbij particulieren hun tuin aanbieden als kampeerplaats. Hierbij verwijst hij naar de website campinmygarden.com. Op dit moment vindt men op betreffende site slechts een aanbieding in de gemeente Valkenburg aan de Geul, maar hij is bang dat als beleid omtrent dit fenomeen uitblijft er meer zullen volgen. Voor wat betreft de overige 5 belangrijke aandachtspunten heeft hij de volgende opmerkingen. Onder punt 2 wordt gepleit voor een permanente camperplaats. Dit omdat uit een rapportage van het NKC is gebleken dat 38% van de camperbezitters liever naar een camperplaats gaat dan naar een camping. Daarnaast wijst het betreffende onderzoek uit dat camperbezitters 40% meer per persoon per dag uitgeven. Deze cijfers liegen er niet om en de gemeente moet er inderdaad voor zorgen dat er middels een permanente camperplaats meer camperaars naar de gemeente komen. Ware het niet, dat het Kenniscentrum voor Toerisme naar aanleiding van een continu vakantieonderzoek uitgevoerd in 2010 met genuanceerde cijfers komt. Zo zou een kamperend gezin per persoon per dag zelfs meer uitgeven. Hij vraagt het college derhalve kennis te nemen van het voornoemde onderzoek en de voorliggende nota waar nodig hierop aan te passen. Verder wordt in de nota geen locatie genoemd voor een dergelijke camperplaats. Daarnaast geven verschillende campinghouders aan dat op hun camping al een camperplaats aanwezig is en dat de totale capaciteit hiervan toereikend is voor de gemeente Valkenburg aan de Geul. Hij vraagt het college derhalve de mogelijkheid te onderzoeken om de huidige campings met een camperplaats de camperplaats juridisch gezien te scheiden van de camping. Op die manier ontstaan er 2 verschillende bedrijven en kan de camperplaats zelfs door een andere partij worden geëxploiteerd. De gecreëerde camperplaats kan de bedrijfsvoering- en overnachtingsplaats aanpassen op de wensen en behoeften van mensen met een standalone camper, waarmee juridisch gezien invulling wordt gegeven aan de wens van het college om de camperplaats te realiseren. Punt 4 aangaande het overloopterrein bij grote wielerevenementen geniet de volledige steun van de fractie AB. Onder punt 3 geeft het college aan dat de boa s handhavend zullen optreden tegen wildkamperen. De fractie AB heeft op 23 september jl. een art. 41 brief aangaande het handhavingsbeleid ingediend. Tot dusver heeft hij nog een antwoordbrief van het college mogen ontvangen. Tot zover in eerste termijn. De heer Knubben vraagt wat het standpunt van de fractie AB is. Een aparte camperplaats ja of nee? Want dit blijkt niet duidelijk uit het betoog van de heer Dauven. De heer Dauven zegt dat de fractie AB de mogelijkheden om een camperplaats te realiseren op de huidige campings wil onderzoeken. Verder wil de fractie dat de nota wordt aangepast aan de hand 7

8 van het onderzoek van het Kenniscentrum voor Toerisme. Daarna zal men de nota opnieuw moeten bekijken. Volgens de Knubben komt dit erop neer dat een aparte camperplaats in het centrum niet nodig is. Dat beaamt de heer Dauven. De campinghouders geven op dit moment immers aan dat dit niet nodig is omdat de capaciteit toereikend is. De heer Knubben vraagt of de fractie AB het daarmee eens is. De heer Dauven zegt dat dit nader onderzocht moet worden en dat vraagt de fractie nu aan het college. De voorzitter geeft het woord aan wethouder Vermeer voor zijn reactie op de inbreng in eerste termijn. Wethouder Vermeer antwoordt dat in dit dossier zowel ambtelijk als bestuurlijk nogal wat tijd en energie is gestopt want dit soort zaken dient men serieus te nemen, evenals alle andere zaken. Hij dank de heer Verkooijen voor zijn betoog en begrijpt elk woord van hem. Want de heer Verkooijen komt op voor de mensen waar hij voor staat. Samen met de ambtenaren van economische zaken heeft het college de campings bezocht. Tijdens die locatiebezoeken heeft men mogen zien hoe de campinghouders hun zaken voor elkaar hebben. Zij bieden een schitterend product aan. Het is vreemd dat iemand die is opgegroeid in Valkenburg eigenlijk nooit op de campings komt en die gelegenheid heeft het college nu wel gehad. Daar is zeker een compliment op zijn plaats want als het gaat over het product Valkenburg hoeft men zich niet te schamen voor de campinghouders. Als men dat meemaakt gaat men de kwestie niet meer als fractievoorzitter van een oppositiepartij benaderen maar bestuurlijk en hij meent er goed aan te doen om de mogelijkheden zoals deze er liggen, zoals ze overwogen moeten worden en serieus te nemen zijn in elk geval aan de raad voor te leggen. Want bij het schrijven van de nota heeft het college zich terdege gerealiseerd dat men een kritische commissie zal tegenkomen. Als een fractie zegt dat deze raadsnota geen hamerstuk wordt betekend dit dat de discussie wordt overgedaan in de raadsvergadering. Dat heeft het college zich gerealiseerd maar dat neemt niet weg dat men vindt dat de mogelijkheden zoals ze er liggen - met de bijbehorende argumenten - in een nota verwerkt moeten worden. Hij hoopt dat de commissie dat met hem eens is. Dat de fracties daar vervolgens kritische vragen over stelt doet hem deugt want er is goed gekeken naar het werk wat is verzet. Een lange inleiding voor een korte beantwoording van de vragen. Eerst de inbreng van de heer Trimbos. Namens het college heeft hij zojuist een betoog gehouden als oppositie, waarbij andere gereedschappen worden gebruikt dan dat men de zaken bestuurlijk moet bekijken. Het kan best zijn dat het college de nota niet duidelijk genoeg geschreven heeft maar het is niet de bedoeling dat de gemeente een camperplaats gaat realiseren en daar vervolgens aan de poort gaat staan om die campingplaatsen te verhuren en toeristenbelasting te innen. Als men de gemeente ziet als een concurrent die gaat ondernemen, dat doet de gemeente niet en dat mag en wil het college niet. De heer Trimbos zei dat het aan de gemeente is om te faciliteren. Met het nu voorliggende plan faciliteert de gemeente. De heer Knubben sprak over 38%. Dit percentage is genoemd in de Kampeernota. De heer Knubben is een goede rekenaar en heeft ontdekt dat 38% geen meerderheid is. Maar het gaat niet om een meerderheid die iets wil waar de minderheid tegen is of andersom. 38% is het aandeel van de camperhouders die niet op een camping willen staan. Hoop doet leven want er is onderzoek gedaan naar 10% en hij zal zich moeten neerleggen bij de resultaten van dat onderzoek. Het blijkt 10% van de camperhouders niet veel uit te maken, want als zij op een camping terecht kunnen dan maken 8

9 zij daar gebruik van. En als zij een vrije plaats vinden dan is dat ook goed. Blijft 52% over en die camperhouders maakt het wel iets uit. Die mensen willen per se niet op een camperplaats staan. De heer Knubben zou graag willen weten wat voor een onderzoek dit geweest is. Is dit zo uit de mauw geschut of hoe moet hij dit verder zien? Er wordt immers niet verwezen naar degene die het onderzoek heeft uitgevoerd. Dus hij heeft hier enkele vraagtekens bij. Daar staat tegenover dat als men het heeft over 38% - als dit al waar is - dan heeft 100% van de huidige campinghouders daar een hele andere gedachte over. Daar heeft wethouder Vermeer geen onderzoek naar gedaan. Het lijkt de heer Knubben verstandig om dit wel in het onderzoek te betrekken. In de nota komt dit niet duidelijk naar voren. Overigens moet hij constateren dat men te maken heeft met twee VVD fracties. Een VVD fractie van vóór de coalitie en een VVD fractie van na de coalitie, met twee verschillende opvattingen. Hij begrijpt niet goed dat de wethouder van de VVD die daar heel nadrukkelijk een standpunt over heeft ingenomen in november 2013 nu in een andere positie daar een totaal tegenovergestelde mening over neerlegt. Dat is onbegrijpelijk. Wethouder Vermeer antwoordt dat het onderzoek is uitgevoerd door de branchevereniging van camperhouders. Die organisatie is neutraal want de camperhouders zijn hun eigen leden. Men heeft niet te maken met twee VVD fracties maar in de oppositie kijkt men op een bepaalde manier tegen zaken aan. Staat men in het dal dan is de berg hoog, staat men op de berg dan is het dal diep. Daar zit een half jaar tussen en het kan zijn dat de heer Knubben in dat halve jaar niets heeft bijgeleerd maar hij wel. De heer Knubben wil hieraan toevoegen dat de nu voorliggende nota er in november ook al lag. De nota is destijds besproken en toen heeft de meerderheid van de raad gezegd geen aparte camperplaatsen te willen. Het is nogal vreemd dat het college zich daar niets van aantrekt en geadviseerd door de ambtenaren zegt dat men zich daar niets van aantrekt en vervolgens een ongewijzigde nota aan de raad voorgelegd terwijl de raad al zeer nadrukkelijk heeft uitgesproken dat men dat niet wil. Dit vindt wethouder Vermeer een vreemde opmerking want het college trekt zich niet zomaar niets aan van een eerder ingenomen standpunt. Hier ligt een concept voor van een nieuwe nota. In die nieuwe nota is opnieuw naar alle situaties gekeken. Nu geeft de heer Knubben aan dat men nooit meer kan terugkomen op een eerder genomen besluit. Volgens de heer Knubben is het geen nieuwe nota. Het is letterlijk dezelfde nota die de raad ook al aan het einde van 2013 heeft gekregen. Toen heeft de raad besloten om de nota niet meer te behandel voor de verkiezingen. Dus wat dat betreft is het de grootste onzin. Wethouder Vermeer antwoordt dat dit niet waar is. De oude Kampeernota vigeert tot en met 2014 en met ingang van 1 januari 2015 is er een nieuwe nota. Als het zo is dat 90% van de tekst van de huidige nota hetzelfde is als de nieuwe nota dan betekent dit dat het college het werk de vorige keer ook goed gedaan heeft. De heer Trimbos zegt dat de fractie VVD een continuïteit in insteek, houding en aanpak van dit item heeft gekozen, voor en na de verkiezingen. Daar zit geen verschil in. Het klopt dat de fractievoorzitter van destijds nu wethouder is, hierdoor heeft hij een ander takenpakket waardoor hij de zaken anders bekijkt. De heer Dauven zegt dat de wethouder aangaf dat het NKC een onderzoek heeft gedaan en dat daar mooie cijfers uit komen. Echter, het NKC is de branchevereniging van camperhouders en dan kan men net zo goed de slager zijn eigen vlees laten keuren. Omdat de wethouder zojuist aangaf dat de voorliggende nota een concept is herhaald hij zijn verzoek om het onderzoek dat is uitgevoerd door het Kenniscentrum voor Toerisme eveneens mee te nemen in deze nota en de nota daarop te herzien. 9

10 Wethouder Vermeer antwoordt dat de vergelijking met een slager die zijn eigen vlees keurt niet opgaat. Want dat de brancheorganisatie van camperhouders bij hun eigen leden gaat inventariseren wat men het liefst wil is een enquête en zij kiezen geen partij voor een eigen camperplaats. Want zij geven zelfs aan dat 52% van hun eigen leden geen camperplaats wil, die mensen willen gewoon op een camping staan en daar gebruik maken van de luxe, de service, de gezelligheid en de veiligheid. En daar willen zij graag voor betalen. Dus de brancheorganisatie heeft geen mening, zij geven alleen de percentages aan van wat hun eigen leden willen. De heer Dauven vindt dat als een ander onderzoek die percentages een stuk genuanceerder neerlegt het de taak van het college is om de verschillende onderzoeken te vergelijken. Nu begrijpt de heer Knubben het helemaal niet meer. Want de wethouder geeft aan dat uit de percentages waar de vereniging van camperhouders over spreekt blijkt dat de meerderheid zegt dat men gewoon op de campings wil staan. Waarom komt het college dan met een voorstel naar de raad om een aparte camperplaats te creëren? Wethouder Vermeer begrijpt dat de heer Knubben het niet snapt. Maar als er een onderzoek is gedaan waaruit blijkt dat 80% van de mensen graag biefstuk eet, betekent dit dat niemand meer een pizza krijgt? De heer Knubben heeft het over de vraag wat verstandig beleid is. Hij stelt voor dat de wethouder niet al te veel woorden vuilmaakt aan deze nota want hij merkt toch dat de meerderheid van de fracties nadrukkelijk zegt dit niet te willen. Neem deze nota terug, herschrijf hem en zorg dat er bij de raadsvergadering een andere nota op tafel ligt. Wethouder Vermeer gaat er vanuit dat de heer Knubben alleen namens de fractie CDA spreekt. Want als hij in een fractie zat zou hij een andere fractie niet voor hem laten spreken. Mevrouw Savelsbergh-Auf den Kamp wil graag ingaan op hetgeen de heer Knubben zojuist zei. Als er in de nota een permanente camperplaats mogelijk blijft dan zal de fractie PGP tegen de nota stemmen. Volgens de heer Dauven is een permanente camperplaats mogelijk maar dan wel op een camping die dat op dit moment al biedt. De heer Trimbos heeft namens de fractie VVD al in eerste termijn aangegeven dat de nu voorliggende nota onaanvaardbaar is. De heer Wezeman sluit zich aan bij de woorden van de heer Trimbos. Ook de fractie D66 gaat niet akkoord met de nota zoals deze nu voorligt. Wethouder Vermeer antwoordt dat deze commissie alleen kan besluiten dat de nota niet als hamerstuk naar de raad kan, want vanavond worden geen nota s goedgekeurd. Wie zegt dat het college per se iets wil? Want hij heeft van tevoren aangegeven dat het college zich verplicht gevoeld heeft om alle voors en tegens aan de raad voor te leggen, naar aanleiding van de gegevens die men heeft kunnen verzamelen en naar aanleiding van de gesprekken die met elkaar gevoerd zijn. Een campinghouder lid van de Recron heeft aangegeven dat hij de camperplaats die de gemeente straks misschien ergens mogelijk maakt best wil exploiteren. Nu wil de commissie niet eens meer een antwoord op de gestelde vragen. En daar staat hij van te kijken. De heer Knubben gelooft zijn oren niet als hij de wethouder hoort zeggen dat het college eigenlijk niets wil en dat het college gewoon alle mogelijke argumenten en voorstellen op tafel wil leggen. Hier ligt toch een nota waarin van de raad wordt gevraagd om die te onderschrijven? Dit is toch een collegevoorstel? Of is dit iets wat het college in het midden heeft gegooid en dat de raad maar moet zien wat men daarmee doet? Wethouder Vermeer antwoordt dat de heer Knubben de grootse pleitbezorger is van hetgeen hij nu gaat zeggen. Namelijk dat de raad de baas is. Het college legt een nota aan de raad voor waarvan men denkt dat het een goede nota is. Maar de raad beslist. 10

11 De heer Knubben zegt dat als de wethouder luistert naar de geluiden van deze commissie dan weet hij ook hoe de raad straks zal reageren. Wethouder Vermeer begrijpt dat hij de overige vragen niet meer hoeft te beantwoorden. De voorzitter merkt op dat de wethouder zojuist aangaf dat het college de nota wellicht niet duidelijk genoeg geschreven heeft. Hij stelt derhalve voor dat de wethouder deze nota terugneemt en herschrijft zodat een en ander duidelijk wordt. De wethouder kent de gevoelens van deze commissie. Volgens wethouder Vermeer is er sprake van een misvatting want hij heeft niet gezegd dat het college de nota niet goed omschreven heeft. De voorzitter antwoordt dat de wethouder aangaf dat de nota misschien niet duidelijk was. Dat ontkent wethouder Vermeer. Mocht de commissie dit begrepen hebben dan neemt hij zijn woorden terug want hij zegt niet dat het college de nota niet goed omschreven heeft. Op de vraag van de wethouder of hij de overige vragen niet meer hoeft te beantwoorden zegt mevrouw Savelsbergh-Auf den Kamp dat zij de antwoorden op haar vragen graag wil horen. Wethouder Vermeer zal de vragen van de fractie PGP beantwoorden. Het was geenszins de bedoeling om de fractie PGP onaangenaam te verrassen, want het college probeert immers beleid te maken. In de aanloop daarnaar vinden onderzoeken en gesprekken plaats en het college probeert om dit alles mee te wegen. Dit is immers de plicht van het college. Mevrouw Savelsbergh-Auf den Kamp zegt dat het er niet om gaat dat de wethouder zich verontschuldigt over het feit dat de fractie PGP onaangenaam verrast is. Maar er ligt nu een nota voor die is gebaseerd op de evaluatie van de nota Kampeerbeleid Dit is dezelfde nota dan de nota die als vorige conceptnota voorlag. Daarvan heeft het college besloten om de permanente camperplaats te schrappen. En nu op dezelfde evaluatie van de nota Kampeerbeleid komt de permanente camperplaats er weer in. Wat is er in de tussentijd gebeurd? Wethouder Vermeer antwoordt dat er in de tussentijd is nagedacht en er is onderzoek gedaan. Zeker vanuit zijn eigen portefeuille economie moet hij rekening houden met alle ondernemers. Mevrouw Savelsbergh-Auf den Kamp vraagt of het college destijds bij het nemen van het besluit geen rekening heeft gehouden met de ondernemers. Dat weet wethouder Vermeer niet want toen was hij geen lid van het college. Mevrouw Savelsbergh-Auf den Kamp gaat er vanuit dat het college dat toen wel gedaan heeft. Wethouder Vermeer antwoordt dat het huidige college heeft geprobeerd te kijken naar de belangen van alle ondernemers. Het college vindt het onderzoek dat is uitgevoerd representatief. Uit dit onderzoek blijkt dat 38% van de camperbezitters niet naar een camping gaat en dat betekent dat er voor die 38% van de camperbezitters die naar Valkenburg willen komen hier geen plaats is. Dat betekent dat er toeristen zij die om die reden niet naar Valkenburg komen. Als het college het idee had dat er sprake is van concurrentie van de huidige campinghouders dan is hij tegen het idee van zijn eigen portefeuille. Want 10% van de camperhouders maakt het niet uit. Dus de gemeente maakt een kans dat die mensen terechtkomen op een van de reguliere campings in Valkenburg. 52% van de camperhouders wil per se niet op zo n openbare camperplaats staan en zij gaan naar een reguliere camping. Kortom, met dit idee veroorzaakt het college geen concurrentie. Mevrouw Savelsbergh-Auf den Kampt vindt dit een leuk betoog. Maar diezelfde cijfers waren toen ook al bekend en het college gaat van dezelfde cijfers uit. Het college heeft destijds het besluit genomen om de camperplaatsen uit de nota te verwijderen. Waarom wordt dit nu weer in de nota gezet? Er zijn immers geen aanvullende argumenten. 11

12 Wethouder Vermeer heeft zojuist de aanvullende argumenten genoemd: vooruitschrijdend inzicht. Het college heeft de overweging opnieuw gemaakt. Er is sprake van een nieuwe nota die per 1 januari 2015 ingaat en het college vond dat men dit moest meenemen. Nogmaals, de raad is de baas maar het is aan hem om de uitgangspunten zoals verwoord in de nota te verdedigen en de gestelde vragen te beantwoorden. Hiermee zijn de vragen van de fractie PGP beantwoord en de andere fracties zijn af van zijn beantwoording. Mevrouw Savelsbergh-Auf den Kamp had nog een vraag gesteld over de tijdelijke en beperkte camperplaatsen. Namelijk welke terreinen daarvoor worden aangewezen. Wethouder Vermeer antwoordt dat door het college niet gedacht wordt aan een bepaalde plek. Dit is in de nota gezet omdat bij een vorig groot wielerevenement paniek is ontstaan omdat de camperhouders de aanwijzingen van de boa s niet bleken op te volgen. Politie, boa s en alle andere hulpverleners hebben te maken met een evenement dat niet stilstaat. De renners komen eraan. Verder heeft men te maken met heel veel publiek en veel verantwoordelijkheden. Dus die mensen hebben hun handen vol. Destijds hebben zij zonder toestemming hun eigen wet moeten overtreden en de camperhouders die bleven rondrijden omdat ze toch bij de finish wilden staan, om veiligheidsredenen een weiland ingeduwd. Als de raad straks zegt dat de veiligheid niets uitmaakt dan is dat aan de raad, maar het enige wat het college hiermee wil bereiken dat als er dadelijk weer overdruk is de boa s en de politie niet hun eigen wetten hoeven te overtreden. Dan is er een terrein aangewezen, afhankelijk van welk evenement, de locatie van de finish, etc. En dan heeft men de mogelijkheid om daarheen uit te wijken. Dat is de bedoeling van deze paragraaf in de nota. Men vraagt daar meteen bij of dit ook bij particulieren kan. Het liefst zou het college hen doorsturen naar de campings, maar daar zijn de camperhouders al drie keer langsgereden. Als de nood het hoogst is, is de redding nabij. Dus als het moet ook bij een particulier als hij daar plaats voor heeft. De heer Dauven hoorde de wethouder zeggen dat de andere fracties afzien van beantwoording maar de fractie AB wil de antwoorden van de wethouder graag horen. De heer Trimbos vindt het belangrijk wat een commissie als deze doet. Hij sluit zich aan bij de woorden van de heer Knubben die zegt dat de tendens vrij uniform is en dat de fracties de nu voorliggende nota niet zullen accepteren. Om toch op een zinvolle manier te eindigen de vraag aan de wethouder om de nota die niet geaccepteerd wordt te herschrijven voordat deze naar de raad gaat want anders spendeert de raad daar voor niets tijd aan. In zijn betoog had de heer Wezeman al gesproken over de boa s. De wethouder komt daar nu op terug middels de vragen van de fractie PGP. Hij begrijpt dat er wat dat betreft een handhavingsprobleem is en geen camperprobleem. Daar is wethouder Vermeer het niet mee eens. De heer Wezeman hoorde de wethouder zeggen dat de camperhouders wild parkeren, dus is er een probleem qua handhaving en niet qua campers. Wethouder Vermeer vraagt welke oplossing de heer Wezeman voor dit probleem ziet. Voor het organiseren van een wielerevenement moet men al aan veel eisen voldoen. Dan moet men om de 100 meter twee boa s neerzetten want men weet niet waar het gebeurt. Het is geen handhavingsprobleem, zo wil hij het niet zien. Het enige wat met de tijdelijke camperplaats beoogd is, is dat als er paniek is de hulpverleners hun eigen wet niet willen overtreden. Zij willen gewoon geregeld zien dat zij de campers naar een overloopplaats kunnen delegeren omdat het peloton er aankomt. Dus de heer Wezeman moet dit zien als een tijdelijke parkeerplaats? Dat beaamt wethouder Vermeer. Want volgens hem is de overloop niet bedoeld om te overnachten. Het gaat erom om de druk en de paniek weg te halen, dat is de reden. 12

13 De heer Dauven vroeg naar het kamperen bij de boer en of dit ook bij particulieren kan. Dat moet de gemeente zien te voorkomen. Als de overbuurjongen met zijn nieuwe vriendin in de tuin wil staan om te ruiken aan kamperen, dan kan het college niet voorkomen dat zij daar hun tentje opzetten, maar particuliere campingplaatsen verhuren is niet de bedoeling. Het is toegewezen aan de branche, de enige uitzondering die gemaakt is is kamperen bij de boer. Als het over B&B s gaat dan zijn er een hele hoop particulieren die een kamer met ontbijt aanbieden. Ook dit is een concurrent van de hoteliers, de regulieren B&B s en de campinghouders. Een aantal ambtenaren zit daar nu bovenop en proberen boven water te halen waar men in de gemeente Valkenburg aan de Geul een kamer kan huren met ontbijt. Want die mensen dragen geen BTW en geen toeristenbelasting af. Achter de illegaliteit van dit soort praktijken om een centje bij te verdienen probeert het college te komen, in kaart te brengen en te bestrijden. De heer Trimbos zegt dat de wethouder hier het probleem van airbnb s aanhaalt. In de gemeente Valkenburg aan de Geul zijn dit er 70. Dit is een toenemend probleem. Hij wil dit graag in een breder kader plaatsen want het gaat vanavond over de Kampeernota en niet over paracommerciële activiteiten, activiteiten die een concurrent zijn op de reguliere ondernemers van het MKB. Of het nu campinghouders zijn of hoteliers, daar dient over gesproken te worden maar niet op dit moment want nu gaat het over de Kampeernota. Dat beaamt wethouder Vermeer maar hij hoopt dat de heer Vermeer hem toestaat dat hij dit als voorbeeld neemt. Want wat hij wil zeggen is dat daar nu naar gezocht wordt en dat het college dit straks naar voren brengt, voorzien van antwoorden op de vragen. De heer Weerts zegt dat de wethouder in zijn betoog aangaf dat er treinen aankomen, dat het peloton daar voor moet stoppen - zelf vindt hij dit geen probleem - dat de campers een terrein op moeten maar dat zij daar niet blijven overnachten. Was dit een verspreking of hoe moet hij dit zien? Want anders adviseert hij het college om dit niet in het Kampeerbeleid op te nemen maar in de APV een overloopterrein te regelen. Want dan is men klaar. Wethouder Vermeer kent de APV niet uit zijn hoofd en de mogelijkheden ook niet. Hij kan wel toezeggen dat het college zal kijken of het mogelijk is dit anders te regelen. Maar de gemeente moet aan de vraag van de hulpverleners tegemoetkomen. Want het college heeft dit niet verzonnen en er woont geen familielid op een leuke plaats die een weiland wil verhuren. De vraag komt van de hulpverleners af en het college wil ervoor zorgen dat de zij de mogelijkheid hebben zodat zij hun eigen wetten niet hoeven te overtreden. Nogmaals, als de raad dit niets vindt dan is dat zo. Als het gaat over veiligheid laat hij zich graag door de hulpverleners adviseren, daar verzint hij zelf geen zaken voor. Verder sprak de heer Dauven over een camperplaats juridisch scheiden van een reguliere camping. Waarom niet? Het college vindt het prima als het mogelijk is om de 38% van de camperaars die op een vrije camperplaats willen staan te vangen door het realiseren van een aparte camperplaats welke in eigendom is van de huidige campinghouder. Want het concurrentieaspect telt niet mee. In de gesprekken die zijn gevoerd met Recron en de campinghouders heeft het college zelfs gezegd dat men als gemeente nog steeds vindt dat men die 38% Valkenburg niet voorbij moet laten rijden. Dit denkt het college door de bril gekeken van de andere ondernemers want er zijn ook restauranthouders, groenteboeren, bakkers, etc. die daar omzet door kunnen genereren. En dat wil het college hen niet afnemen. Dus als straks een plek gevonden wordt waar de campers kunnen komen te staan dan moet die plek geëxploiteerd worden. En dat gaat de gemeente niet doen, daar is een ondernemer voor nodig. Dat zou bijvoorbeeld een BV of VOF kunnen zijn van de gezamenlijke campinghouders. Als is dit ingewikkeld. Want hij kan zich voorstellen dat ze zeggen dat zij daar niet aan beginnen, maar het kan een mogelijkheid zijn. Dus als men met dit idee komt dan is het college daar niet tegen. Het kan natuurlijk ook zijn dat een campinghouder zegt dat het terrein onder in zijn handbereik ligt en dat hij exploitant wil worden van een camperplaats. Het college vindt dat de gemeente dit niet onmogelijk moet maken. En dat is de bedoening hiervan. Er is nog geen plek gevonden want anders zou die in deze nota staan. Het is ook niet zo dat de gemeente dit wil exploiteren. Het staat in de nota omdat het college dit niet als concurrent ziet, al hoopt hij dat men zich daar niet in vergist. De heer Trimbos heeft vanavond van alle kanten gehoord dat er geen capaciteitsprobleem is. Dat blijkt uit alle gevoerde gesprekken. Hij is het met de fractie D66 eens dat het op dat moment geen 13

14 probleem van de camperaar is, het is een probleem van het handhaven van de openbare orde. Hij is het met de heer Weerts eens dat het college dit probleem via de APV moet regelen in plaats van via de Kampeernota. De heer Dauven is het met de heer Trimbos eens dat er geen capaciteitsprobleem is. Daarom zegt de fractie AB dat er campings zijn die eigenlijk al camperexploitant zijn, maar dit hoort nu nog bij de camping. In eerste termijn heeft hij voorgesteld om deze zaken juridisch van elkaar te scheiden zodat men richting de andere gemeenten kan zeggen dat de gemeente Valkenburg aan de Geul ook een camperplaats heeft. Bovendien zijn de campinghouders dan ook tevreden. Kortom, dit is een goede oplossing voor het probleem. Wethouder Vermeer antwoordt dat men hem goed genoeg kent om te weten dat hij niet naar de andere gemeenten gaat. Nogmaals, het heeft gewoon te maken met een stroom bezoekers c.q. een stroom toeristen die de gemeente Valkenburg aan de Geul nu niet aandoen. Het college heeft gemeend om daar de deur voor open te maken. En zo ligt het voor. De heer Knubben constateert dat 62% van de camperhouders in het onderzoek zegt dat men het prima vindt om op een camping te staan. In het onderzoek staat nergens vermeld dat de 38% de gemeente Valkenburg aan de Geul voorbij gaan. Als zij alleen de mogelijkheid hebben om hun camper op campings neer te zetten dan zullen zij ook naar Valkenburg blijven komen. Het is niet zo dat 38% de gemeente Valkenburg aan de Geul voorbij gaat. Om een bijdrage in de tweede termijn te voorkomen zegt hij nu alvast dat de fractie CDA vindt dat deze raadsnota niet als hamerstuk naar de raad kan. Hij adviseert de wethouder en het college om de discutabele punten uit de nota te halen zodat er een zinvolle besluitvorming kan plaatsvinden bij de raadsvergadering. Wethouder Vermeer antwoordt dat alle vragen beantwoord zijn. De heer Dauven had nog een vraag gesteld aangaande de artikel 41 brief die de fractie op 23 september aan het college heeft gezonden. Deze brief is nog niet beantwoord. Wethouder Vermeer antwoordt dat hij die brief in de snelheid niet boven water heeft kunnen halen en daarom kent hij de inhoud daar niet van. Hij wil graag weten welke brief de heer Dauven bedoelt - dat kan via de - dan zorgt hij ervoor dat de brief wordt beantwoord. De heer Dauven zegt dat het college in de voorliggende nota onder punt 3 aangeeft dat er handhavend wordt opgetreden tegen wildkampeerders. Dat juicht de fractie AB toe maar het Rijk heeft met Prinsjesdag beslis dat de gemeenten dat zelf moeten bekostigen en dat de gemeenten geen subsidies meer krijgen voor het opleiden van boa s en overige handhavingscapaciteit. Vandaar zijn vraag of het college zijn mening deelt, dat dit tot verloedering kan leiden. Zeker omdat de gemeente ook bezig is met de decentralisatie van de zorg. Daarnaast dit is een aanvulling op zijn artikel 41 brief is het zo dat minister Opstelten heeft voorgesteld om alle gelden die met handhaving worden opgehaald te centraliseren. De fractie is bang dat alle geld dat wordt opgehaald naar de Randstad gaat en niet meer naar de gemeenten terwijl de gemeenten daar nu vanwege het nieuwe beleid wel geld in moeten stoppen. Wethouder Vermeer deelt de zorgen van de heer Dauven. Maar daar staat tegenover de presentatie die wethouder Meijers gegeven heeft, want de gemeente bekostigt de boa s zelf. En als het geld er is om 30 boa s in te huren dan kan dat gewoon. Het belang van handhaving is binnen het college erg groot, ambtelijk ook. De organisatie is gebaseerd op inwoners en niet op 1.1 miljoen overnachtingen, de dagjesmensen en alle evenementen. Wat dat betreft heeft de gemeente qua handhaving een grotere zorg dan een vergelijkbare gemeente qua inwonersaantallen. Dat is de heer Dauven duidelijk. Hij verwacht dat het college nog zal toelichten hoe men aan de financiële middelen komt. Tot dit jaar betaalt het Rijk de opleidings- en trainingskosten. Het is voor de gemeente vervelend dat dit op hun af komt. Het is belangrijk om daar samen de schouders onder te zetten. 14