Prezi voor Leerkrachten in het Basisonderwijs

Transcriptie

1 Prezi voor Leerkrachten in het Basisonderwijs Naam Cursusnaam Cursuscode Sandra Broers Methoden en Strategieën voor Onderwijsontwerpen O22421 Door het inleveren van dit werkstuk verklaar ik dat het werkstuk eigen werk is en dat het vrij is van plagiaat.

2 Inhoudsopgave Samenvatting 2 Inleiding 3 Doelstellingenanalyse 4 Doelgroepanalyse 9 Deelnemers 9 Toepassingscontext 10 Instructiecontext 10 Instructiedoelen en toetsing 11 Instructieontwerp 15 Delivery system en media 15 Uitwerking 16 Formatieve evaluatie 23 Onderzoeksvragen 23 Methoden 23 Resultaten 24 Conclusies 28 Discussie 28 Reflectie 29 Referenties 31

3 2 Samenvatting In het basisonderwijs kunnen allerlei digitale middelen worden ingezet om het leren van kinderen te stimuleren en om hun leerprestaties te verbeteren. Hiervoor dienen de leerkrachten ICT-vaardigheden te bezitten. Van leerkrachten wordt verwacht dat ze zichzelf voortdurend professionaliseren, zoals het actief op zoek gaan naar nieuwe educatieve toepassingen en deze inzetten binnen het onderwijs. Een voorbeeld van een nieuwe toepassing is de tool Prezi, dat gezien wordt als een alternatief voor PowerPoint. Dit instructieontwerp heeft als doel dat een basisschoolleerkracht een presentatie kan maken met de tool Prezi en kan aangeven hoe hij Prezi functioneel inzet in de eigen klas. Binnen dit ontwerp wordt gebruik gemaakt van het model voor instructieontwerp van Dick, Carey en Carey (2009) en omvat analyses van de doelstellingen, de doelgroep, toepassingscontext en instructiecontext. Deze analyses vormen de basis voor een instructieontwerp waarin leer- en instructiedoelen en toets-taken worden geformuleerd. Deze leiden tot een uitwerking van een training van drie uur, waarin de deelnemers instructie krijgen, oefenen en een mindmap maken voor toepassingen in de eigen onderwijspraktijk. Het instructieontwerp is gecontroleerd op duidelijkheid en begrijpelijkheid, effectiviteit en uitvoerbaarheid door middel van een formatieve evaluatie met twee experts en drie basisschoolleerkrachten. Naar aanleiding van de evaluatie wordt geconcludeerd dat de instructie duidelijk, begrijpelijk en effectief is, maar nog niet uitvoerbaar. Verbeterpunten worden daarbij toegelicht. Tot slot wordt het rapport afgesloten met een persoonlijke reflectie, waarin nieuwe inzichten opgedaan bij het gebruiken van het model van Dick et al. (2009) worden beschreven.

4 3 Inleiding Kinderen groeien op in een digitale wereld. Door het internet en via social media hebben ze toegang tot een grote hoeveelheid informatie en kunnen ze gemakkelijk met elkaar communiceren. Op jonge leeftijd zijn kinderen al vertrouwd met mobiele apparaten, zoals tablets en smart-phones. Het belang van een duidelijke visie op de wijze waarop technologie in het basisonderwijs kan worden ingezet, is voor veel basisscholen duidelijk. Het Vier in balans model kan een hulpmiddel zijn om dit te verwezenlijken. Het model beschrijft vier bouwstenen die met elkaar in evenwicht moeten zijn om ICT in het onderwijs meer kans van slagen te geven. De eerste bouwsteen betreft de visie ten aanzien van ICT in het onderwijs. De tweede bouwsteen verwijst naar de deskundigheid van de leerkracht om onderwijsdoelen met ICT te bereiken. De derde bouwsteen is de digitale inhoud en toepassingen en de vierde bouwsteen betreft de ICT-infrastructuur (Brand-Gruwel, 2012). In het basisonderwijs kunnen allerlei digitale middelen worden ingezet om het leren van kinderen te stimuleren en om hun leerprestaties te verbeteren. Hiervoor dienen de leerkrachten ICTvaardigheden te bezitten. Van leerkrachten in het basisonderwijs wordt verwacht dat ze zichzelf voortdurend professionaliseren. De stichting Mediawijzer heeft een competentiemodel ontwikkeld waarin 10 competenties over kennis, vaardigheden en houding van leerkrachten ten aanzien van mediagebruik worden beschreven. Eén van de competenties is het gebruik van apparaten, software en toepassingen. Het hoogste niveau wordt als volgt geformuleerd: Volgt technologische ontwikkelingen op de voet en probeert de nieuwste technologieën uit. Is actief op zoek naar nieuwe educatieve toepassingen en zet deze in binnen het onderwijs. Creëert met deze toepassingen hoogwaardige content om de onderwijspraktijk te verrijken (Mediawijzer, 2013). In dit verslag wordt een instructieontwerp beschreven, die voldoet aan de verwachtingen die in deze competentie gesteld worden. Een voorbeeld van een nieuwe toepassing is de tool Prezi. Het wordt gezien als een alternatief voor PowerPoint. Bij een Prezi-presentatie wordt op één grote ondergrond een presentatie gemaakt en vervolgens wordt de route bepaald, waarbij men kan inzoomen voor details en uitzoomen voor overzicht. Als een leerkracht zich deze tool eigen gemaakt heeft, is hij 1 in staat om deze in te zetten in de eigen onderwijspraktijk. Belangrijk hierbij is dat de leerkracht weet wanneer de toepassing functioneel is. Dat hij weet wanneer de inzet van Prezi effectief is, zodat de kinderen er iets van leren. Dit leidt tot de volgende globale doelstellingen die in dit instructieontwerp centraal staan: 1. De basisschoolleerkracht kan een presentatie maken met de tool Prezi. 2. De basisschoolleerkracht kan aangeven hoe hij Prezi functioneel inzet in de eigen klas. Het instructieontwerp wordt beschreven aan de hand van het Systems Approach Model for Designing Instruction zoals beschreven door Dick et al. (2009). Dit model is gebaseerd op de leerpsychologische inzichten van Gagné en de daaruit afgeleide instructietheorie, waarin het onderscheid in soorten leerresultaten wordt benadrukt (Valcke, 2010). De globale doelstellingen in dit instructieontwerp zijn intellectuele vaardigheden, omdat de leerkracht het concept leert en verschillende stappen moet volgen en problemen moet oplossen om tot een eindresultaat te komen. Het leerresultaat van de tweede doelstelling is ook een attitude, omdat de leerkracht een keuze kan maken bij het inzetten 1 Overal in de tekst waar hij of zijn staat, kun je ook zij of haar lezen.

5 4 van Prezi in de eigen klas, de school of voor eigen gebruik. In tabel 1 worden de globale doelstellingen en de bijbehorende leerdomeinen weergegeven. Tabel 1 De globale doelstellingen en de bijbehorende leerdomeinen van het instructieontwerp Prezi voor leerkrachten in het basisonderwijs Globale doelstelling Leerdomein De basisschoolleerkracht kan een presentatie maken met de tool Prezi. Intellectuele vaardigheid De basisschoolleerkracht kan aangeven hoe hij Prezi functioneel inzet in de eigen klas. Intellectuele vaardigheid Attitude Doelstellingenanalyse Voordat een basisschoolleerkracht de eerste globale doelstelling, een presentatie maken met de tool Prezi, kan behalen, zal hij eerst enkele subdoelen moeten behalen. De leerkracht zal een nieuwe Prezi voor moeten kunnen bereiden en de verschillende functies van het menu, zoals invoegen van teksten, afbeeldingen, video en vormen moeten kunnen gebruiken, om vervolgens te kunnen presenteren. Om deze subdoelen te kunnen behalen, is het nodig om verschillende onderliggende vaardigheden aan te leren, zoals typen op canvas, foto s en plaatjes invoegen en bewerken. Van enkele vaardigheden wordt verwacht dat de leerkracht deze al beheerst, voordat hij aan de instructie begint. In dit ontwerp is de veronderstelde voorkennis het bezitten van instrumentele digitale vaardigheden ( knoppen- en muisvaardig ), kunnen werken op het internet en kunnen mindmappen. In tabel 2 worden deze subdoelen met bijbehorende onderliggende vaardigheden en voorkennis weergegeven. Tabel 2 Een overzicht van de subdoelen, de onderliggende vaardigheden en voorkennis behorend bij de globale doelstelling, de basisschoolleerkracht kan een presentatie maken met de tool Prezi Subdoelen Onderliggende vaardigheden Voorkennis 1. Voorbereiden nieuwe Prezi Bezitten van instrumentele digitale vaardigheden ( knoppen- en muisvaardig ) Werken op het Internet 2. Werken met Transformation Tool 2.1 Verwijderen 2.2 Roteren 2.3 Verschalen Bezitten van instrumentele digitale vaardigheden ( knoppen- en muisvaardig ) 2.4 Verplaatsen 3. Invoegen teksten 3.1 Begrip canvas kennen Bezitten van instrumentele digitale

6 5 3.2 Typen op canvas 3.3 Bewerken met Transformation vaardigheden ( knoppen- en muisvaardig ) Tool 4. Invoegen afbeeldingen 4.1 Afbeelding kiezen uit eigen bestand of in Google Images Bezitten van instrumentele digitale vaardigheden ( knoppen- en muisvaardig ) 5. Toevoegen video 5.1 Film kiezen uit eigen bestand of in YouTube Bezitten van instrumentele digitale vaardigheden ( knoppen- en muisvaardig ) 6. Tekenen en vormen gebruiken 6.1 Symbool of vorm kiezen via menu Insert of Frames & Arrows Bezitten van instrumentele digitale vaardigheden ( knoppen- en muisvaardig ) 7. Aanbrengen pad verhaallijn 7.1 Bewerken met Path Sidebar Bezitten van instrumentele digitale vaardigheden ( knoppen- en muisvaardig ) Kunnen mindmappen 8. Presenteren Bezitten van instrumentele digitale vaardigheden ( knoppen- en muisvaardig ) en bezitten van presentatievaardigheden Voor de tweede globale doelstelling, de basisschoolleerkracht kan aangeven hoe hij Prezi functioneel inzet in de eigen klas, geldt ook dat de leerkracht eerst enkele vaardigheden moet leren en subdoelen moet behalen. Eerst zal hij leren hoe Prezi ingezet kan worden voor de kinderen tijdens een instructie, ter verduidelijking of als verwerking van een les. Daarnaast hoe Prezi bij naschoolse activiteiten, zoals een informatieavond voor ouders of vergadering met collega s, ingezet kan worden. Als de leerkracht zelf een Prezi kan maken, voorbeelden kan vinden op internet en kennis heeft van didactische werkvormen waarin Prezi gebruikt kan worden, is hij in staat Prezi in de eigen praktijk in te zetten. Vervolgens is hij in staat om de leerlingen Prezi te leren. Deze subdoelen met bijbehorende onderliggende vaardigheden en voorkennis worden in tabel 3 beschreven. Tabel 3 Een overzicht van de subdoelen, de onderliggende vaardigheden en voorkennis behorend bij de globale doelstelling, de basisschoolleerkracht kan aangeven hoe hij Prezi functioneel inzet in de eigen klas Subdoelen Onderliggende vaardigheden Voorkennis 9. Didactische werkvormen met Prezi erin verwerkt bedenken 9.1 Prezi inzetten tijdens instructie 9.2 Prezi inzetten tijdens Een presentatie maken met de tool Prezi Verschillende didactische werk-

7 6 10. Prezi-voorbeelden vinden op internet verwerking 9.3 Prezi inzetten bij naschoolse activiteiten vormen beheersen Een presentatie maken met de tool Prezi De relaties tussen de subdoelen, de onderliggende vaardigheden en de voorkennisvaardigheden uit tabel 2 en 3 worden in een stroomdiagram duidelijker. In figuur 1 en 2 worden de stroomdiagrammen weergegeven. Boven de stippellijn staan de vaardigheden die geleerd moeten worden en onder de stippellijn wordt de voorkennis, de vaardigheden die als beheerst worden beschouwd, weergegeven.

8 7 Presentatie uitvoeren met Prezi Voorbereiden nieuwe Prezi 1 Werken met Transformation Tool 2 Invoegen teksten 3 4 Invoegen afbeeldingen Toevoegen video Tekenen en vormen gebruiken Aanbrengen pad verhaallijn Presenteren 8 Verplaatsen 2.4 Verschalen Tekst bewerken 3.3 Film kiezen uit eigen bestand of in YouTube Roteren 2.2 Verwijderen 2.1 Typen op canvas 3.2 V Begrip canvas kennen 3.1 Afbeelding kiezen uit eigen bestand of in Google Images Symbool of vorm kiezen via menu Insert of Frames/ Arrows 6.1 Bewer werken met Path Sidebar voorkennis Werken op Kunnen Presentatievaardigheden het Internet mindmappen Bezitten van instrumentele digitale vaardigheden ( knoppen- en muisvaardig ) Figuur 1. Een weergave van de relaties tussen de verschillende subdoelen, de onderliggende vaardigheden en de voorkennis in een stroomdiagram, waardoor de eerste globale doelstelling, de basisschoolleerkracht kan een presentatie maken met de tool Prezi, verduidelijkt wordt.

9 8 De basisschoolleerkracht kan demonstreren hoe hij Prezi functioneel inzet in de eigen klas Didactische werkvormen met Prezi erin verwerkt bedenken Prezi-voorbeelden vinden op internet A Een verantwoorde keuze maken 9 10 Prezi inzetten bij naschoolse activiteiten 9.3 Prezi inzetten tijdens verwerking 9.2 Prezi inzetten tijdens instructie 9.1 voorkennis Verschillende didactische werkvormen beheersen Bezitten van instrumentele digitale vaardigheden Een presentatie maken met de tool Prezi Figuur 2. Een weergave van de relaties tussen de verschillende subdoelen, de onderliggende vaardigheden en de voorkennis in een stroomdiagram, waarin de tweede globale doelstelling, de basisschoolleerkracht kan aangeven hoe hij Prezi functioneel inzet in de eigen klas, verduidelijkt wordt.

10 9 Doelgroepanalyse Deelnemers De doelgroep waarvoor dit instructieontwerp wordt ontworpen, bestaat uit basisschoolleerkrachten van de groepen 1 tot en met 8 in Nederland. Deze leerkrachten willen op de hoogte blijven van de nieuwste tools en hun eigen digitale vaardigheden vergroten. Prezi is nog redelijk onbekend bij leerkrachten en ze willen zich deze tool eigen maken, zodat ze het direct in de klas of bij een naschoolse activiteit kunnen toepassen. De doelgroep is geanalyseerd met behulp van interviews en uit eigen ervaring. In tabel 4 wordt de analyse van deze doelgroep weergegeven. Tabel 4 Beschrijving van de leerkenmerken van de doelgroep die bestaat uit basisschoolleerkrachten Informatiecategorieën Kenmerken van de leerkrachten Instapniveau Leerkrachten maken gebruik van een computer en een digitaal schoolbord in de eigen klas. Voorkennis van het onderwerp De werking en toepassing van Prezi is redelijk onbekend. Het wordt af en toe door een collega in een vergadering of door een kind bij een spreekbeurt gebruikt. Het gebruik van PowerPoint bij een presentatie is wel bekend. Houding ten opzichte van de inhoud Leerkrachten willen weten hoe Prezi werkt. Kinderen maken steeds meer gebruik van Prezi, bijvoorbeeld bij het houden van een spreekbeurt. Leerkrachten willen dezelfde kennis hebben als de kinderen. Daarnaast willen ze weten hoe ze Prezi didactisch in kunnen zetten in hun lessen. Houding ten opzichte van de training Leerkrachten hebben behoefte aan een training met praktische waarde. Ze willen het graag direct in de klas toepassen. Motivatie ten opzichte van de instructie Leerkrachten willen graag een duidelijke, toepassingsgerichte instructie. Opleidings- en vaardighedenniveau De leerkrachten beschikken over een Hbo-niveau. Ze kennen hun competenties en ambities. Ze beschikken over basis ICT-vaardigheden en willen daarin persoonlijk groeien. Leervoorkeuren Leerkrachten hebben verschillende leervoorkeuren, zoals de kunst afkijken, participeren, kennis verwerven, oefenen en ontdekken (Van Bergen, 2012). Houding ten opzichte van de Leerkrachten melden zich vrijwillig aan voor de training, (cursus)organisatie/onderwijsinstelling hun houding is positief. Groepskenmerken De groep zal bestaan uit leerkrachten van verschillende leeftijden, zowel mannen als vrouwen en gelijkwaardig opleidingsniveau. De groepsgrootte zal afhangen van de

11 10 beschikbare ruimte en het aantal beschikbare computers op de trainingslocatie. Toepassingscontext De basisschoolleerkrachten passen het geleerde toe in hun eigen school, zowel tijdens de les aan kinderen als tijdens een informatieavond voor ouders of vergadering met collega s. Ze kunnen ook thuis met Prezi werken, omdat het een online tool is waarvoor alleen een account nodig is. Door de opgedane kennis van Prezi zijn de ICT-vaardigheden van de leerkrachten vergroot, waardoor de training valt onder de noemer deskundigheidsbevordering. Deze toepassingscontext wordt in tabel 5 beschreven. Tabel 5 Beschrijving van de toepassingscontext, waarbinnen basisschoolleerkrachten hun geleerde vaardigheden inzetten Informatiecategorieën Kenmerken van de leerkrachten Ondersteuning van leidinggevende/management onderdeel van de deskundigheidsbevordering van de leer- Deze training wordt door de scholen zelf betaald en is krachten. Fysieke aspecten van de omgeving De leerkrachten moeten de beschikking hebben over een computer met internetverbinding. Zij kunnen zowel op school als thuis met Prezi werken, omdat het een online tool is waarvoor je alleen een account nodig hebt. En ze kunnen het op school toepassen. Sociale aspecten van de omgeving Leerkrachten kunnen het geleerde individueel toepassen. Andere teamleden kunnen leren van leerkracht met nieuw opgedane kennis. Relevantie van vaardigheden voor de Leerkrachten blijven up-to-date met de nieuwe kennis, ze werkplek beschikken over dezelfde kennis en vaardigheden als hun leerlingen. Ze kunnen het geleerde direct toepassen in hun eigen werkplek. Instructiecontext De training wordt gegeven in een ruimte waarin de leerkrachten kunnen beschikken over een eigen computer of laptop met internetverbinding. Meest effectief is een klaslokaal, omdat de leerkrachten tijdens de training al kunnen ervaren hoe ze Prezi in kunnen zetten in hun eigen onderwijspraktijk. Deze instructiecontext wordt in tabel 6 beschreven. Tabel 6 Beschrijving van de instructiecontext waarbinnen basisschoolleerkrachten de training ontvangen Informatiecategorieën Kenmerken van de leerkrachten

12 11 Kenmerken van de instructieomgeving Geschiktheid van de locatie m.b.t. instructiebehoeften Geschiktheid van de locatie m.b.t.de behoeften van de leerkrachten Simulatie van de werkplek De training kan in een klaslokaal gegeven worden of in een lokaal met computers. Elke leerkracht moet kunnen beschikken over een eigen computer of laptop met internetverbinding. In een klaslokaal of in een lokaal met computers met internetverbinding kunnen verschillende werkvormen worden ingezet, zoals klassikale presentatie, samenwerking in tweetallen, opdrachten maken en oefenen. De leerkrachten zijn vertrouwd met een klaslokaal. De instructieplek benadert zoveel mogelijk de plek waar de basisschoolleerkrachten de Prezi zullen gaan ontwerpen en gebruiken. Instructiedoelen en toetsing De volgende stap in het ontwerpproces van geschikte instructie is het formuleren van instructiedoelen en toetsingsinstrumenten. De globale doelstellingen, de subdoelen en de onderliggende vaardigheden die in het voorgaande hoofdstuk zijn beschreven, zullen worden vertaald naar instructiedoelen. Volgens Dick et al. (2009) bevatten instructiedoelen een beschrijving van de gewenste vaardigheid of het gedrag, de condities waaronder deze vaardigheid of gedrag vertoond worden en meetbare criteria waarop de gewenste vaardigheid of gedrag beoordeeld kan worden. In dit ontwerp geven de instructiedoelen de handelingsbekwaamheid van de basisschoolleerkrachten ten aanzien van kennis en toepassing van Prezi aan, door de beschrijving van de gewenste vaardigheden. De toetsing laat zien of een leerkracht een leerdoel daadwerkelijk behaald heeft. De trainer controleert dit en geeft feedback, dit kan zowel klassikaal als individueel. Ook kunnen de leerkrachten elkaar feedback geven als ze in tweetallen aan het werk zijn. Bij elk subdoel en elke onderliggende vaardigheid wordt een toets-taak geformuleerd. In tabel 7 worden de globale doelstellingen, de basisschoolleerkracht kan een presentatie maken met de tool Prezi en de basisschoolleerkracht kan aangeven hoe hij Prezi functioneel inzet in de eigen klas, vertaald in eindtermen voor zowel de instructiecontext als de toepassingscontext. Tabel 7 Weergave van de globale doelstellingen en de bijbehorende eindtermen in de instructiecontext en in de toepassingscontext Globale doelstelling Eindterm instructiecontext Eindterm toepassingscontext De basisschoolleerkracht kan een presentatie maken met de tool Prezi. De basisschoolleerkracht kan in een lokaal vergelijkbaar met eigen klaslokaal samen met een andere leerkracht een presentatie maken over De basisschoolleerkracht kan in de eigen klas een presentatie maken. Hij is in staat de verschillende functies van Prezi hierin te

13 12 De basisschoolleerkracht kan aangeven hoe hij Prezi functioneel inzet in de eigen klas. de eigen school. In de presentatie zijn de basale functies van Prezi verwerkt. De basisschoolleerkracht kan in een lokaal vergelijkbaar met eigen klaslokaal samen met de andere leerkrachten en de trainer een mindmap maken. Hierin staan de verschillende mogelijkheden hoe Prezi ingezet kan worden in de eigen onderwijspraktijk. verwerken. De basisschoolleerkracht kan in de eigen onderwijspraktijk momenten inbouwen waarin Prezi wordt gebruikt. Deze momenten worden vastgelegd in het eigen les- en werkrooster. Van elke globale doelstelling afzonderlijk worden de subdoelen vertaald in instructiedoelen. Deze doelen dragen bij aan het bereiken van de hierboven omschreven eindtermen. Ook de onderliggende vaardigheden die nodig zijn om een subdoel te behalen, worden vertaald naar instructiedoelen. Per omschreven vaardigheid wordt een toets-taak gemaakt. De geformuleerde toets-taken zijn criterion-referenced, het doel is om de vorderingen van de deelnemers vast te stellen en het leerproces te sturen. Bij de eerste globale doelstelling, de basisschoolleerkracht kan een presentatie maken met de tool Prezi, staat het leren beheersen van de verschillende functies in Prezi centraal. Het is de bedoeling dat de basisschoolleerkrachten in een nieuwe Prezi kunnen werken met de Transformation Tool, waarvoor ze moeten beschikken over de vaardigheden verwijderen, bewerken, roteren, verschalen en verplaatsen. Vervolgens teksten, afbeeldingen, video, tekeningen en vormen kunnen invoegen en het verhaallijn pad kunnen aanbrengen, waarvoor het nodig is dat de basisschoolleerkrachten vaardig zijn in het bewerken met Google Images, YouTube, het menu Insert of Frames & Arrows en de Path Sidebar. En als laatste de vaardigheid presenteren, waarbij Prezi een hulpmiddel is. In tabel 8 wordt de vertaalslag van deze subdoelen en onderliggende vaardigheden naar instructiedoelen beschreven en in de laatste kolom de bijbehorende toets-taken. Tabel 8 Weergave van de vertaling van subdoelen en onderliggende vaardigheden naar instructiedoelen behorende bij de globale doelstelling, de basisschoolleerkracht kan een presentatie maken met de tool Prezi, en de manier waarop het getoetst kan worden Subdoelen Instructiedoel Toets-taak 1. Voorbereiden De basisschoolleerkracht kan op Internet inloggen en een nieuwe Prezi openen op nieuwe Prezi Hiervoor maakt hij gebruik van een zelf aangemaakt inlogaccount voor Prezi. 2. Werken met Gegeven de Prezi over de eigen school, kan de Log in onder je eigen account en open een nieuwe Prezi.

14 13 Transformation basisschoolleerkracht daarin vier objecten verwijderen, roteren, verschalen en verplaatsen. Tool 2.1 Verwijderen Gegeven de Prezi over de eigen school, kan de basisschoolleerkracht daarin een object verwijderen. 2.2 Roteren Gegeven de Prezi over de eigen school, kan de basisschoolleerkracht daarin een object roteren 2.3 Verschalen Gegeven de Prezi over de eigen school, kan de basisschoolleerkracht daarin een object verschalen. 2.4 Verplaatsen Gegeven de Prezi over de eigen school, kan de basisschoolleerkracht daarin een object verplaatsen. 3. Invoegen teksten Gegeven de Prezi over de eigen school, kan de basisschoolleerkracht daarin drie teksten in verschillende lettertypen, lettergrootte en letterkleur op het canvas zetten. 3.1 Begrip Als de basisschoolleerkracht gevraagd wordt om canvas kennen het begrip canvas uit te leggen, kan hij een correcte uitleg geven. 3.2 Typen op Als de basisschoolleerkracht gevraagd wordt om canvas een tekst te typen op het canvas, kan hij daarvan een demonstratie geven. 3.3 Bewerken Als de basisschoolleerkracht gevraagd wordt om met Transformation Tool schillende lettertypen, lettergrootte en letterkleur een tekst te bewerken, kan hij deze in drie ver- op het canvas zetten. 4. Invoegen afbeeldingen basisschoolleerkracht daarin twee afbeeldingen Gegeven de Prezi over de eigen school, kan de zetten, één afbeelding uit het eigen bestand en een andere afbeelding uit Google Image. 4.1 Afbeelding Als de basisschoolleerkracht gevraagd wordt om kiezen uit eigen een afbeelding te selecteren, weet hij de juiste bestand of in manier om dit te doen. Google Images 5. Toevoegen video Gegeven de Prezi over de eigen school, kan de basisschoolleerkracht daarin een video in zijn Laat bij een object zien hoe je deze verwijdert. Roteer een object rechtsom tot het object op zijn kop staat. Verschaal een object twee keer kleiner dan het origineel. Verplaats een object van linksboven naar rechtsonder op het canvas. Leg aan een collega uit wat bedoeld wordt met het begrip canvas. Typ een stukje tekst waarin een beschrijving van het schoolgebouw waar je les geeft staat. Bewerk dit stukje tekst, zodanig dat er groene, schuin gedrukte letters als subtitle komen te staan. Selecteer een afbeelding uit je eigen bestand en eentje uit Google Images en plaats deze op het canvas.

15 14 Prezi toevoegen en achter een tekst plaatsen. 5.1 Film kiezen Als de basisschoolleerkracht gevraagd wordt om uit eigen bestand of in om dit te doen. een film te selecteren, weet hij de juiste manier YouTube 6. Tekenen en vormen gebruiken basisschoolleerkracht daarin pijlen trekken tus- Gegeven de Prezi over de eigen school, kan de sen teksten, afbeeldingen en video. Hij kan een stuk tekst markeren en een cirkel trekken om een belangrijke zin of object. 6.1 Symbool of Als de basisschoolleerkracht gevraagd wordt om vorm kiezen via een pijl en een cirkel te selecteren, weet hij de menu Insert of juiste manier om dit te doen. Frames & Arrows 7. Aanbrengen pad Gegeven de Prezi over de eigen school, kan de verhaallijn basisschoolleerkracht daarin een verhaallijn aanbrengen tussen de teksten, afbeeldingen en video. 7.1 Bewerken Als de basisschoolleerkracht gevraagd wordt om met Path Sidebalijn, dan weet hij de juiste manier om dit te doen. drie onderdelen te selecteren voor zijn verhaal- 8. Presenteren Gegeven de Prezi over de eigen school, kan de basisschoolleerkracht de presentatie uitvoeren voor de andere leerkrachten in de trainingsgroep. Selecteer een video van YouTube en plaats deze op het canvas. Maak een dikgedrukte pijl tussen een stukje tekst en een afbeelding. Markeer dit stukje tekst in een gele kleur en trek er een cirkel omheen. Maak een pad voor je verhaallijn tussen drie onderdelen. Laat je Prezi zien aan de andere leerkrachten in de trainingsgroep. Bij de tweede globale doelstelling, de basisschoolleerkracht kan aangeven hoe hij Prezi functioneel inzet in de eigen klas, staat het kunnen toepassen van Prezi centraal. Het is de bedoeling dat de basisschoolleerkrachten didactische werkvormen met Prezi erin verwerkt kunnen uitvoeren en Prezi-voorbeelden kunnen vinden op het Internet. Hiervoor moeten ze beschikken over de vaardigheden om te bedenken hoe Prezi ingezet kan worden tijdens een instructie, een verwerking en naschoolse activiteiten. In tabel 9 wordt de vertaalslag van deze subdoelen en onderliggende vaardigheden naar instructiedoelen beschreven en in de laatste kolom de bijbehorende toets-taken. Tabel 9 Weergave van de vertaling van subdoelen en onderliggende vaardigheden naar instructiedoelen behorende bij de globale doelstelling, de basisschoolleerkracht kan aangeven hoe hij Prezi functioneel inzet in de eigen klas, en de manier waarop het getoetst kan worden

16 15 Subdoel Instructiedoel Toets-taak 9. Didactische werkvormen met Prezi erin verwerkt bedenken 9.1 Prezi inzetten tijdens instructie 9.2 Prezi inzetten tijdens verwerking 9.3 Prezi inzetten bij naschoolse activiteiten 10. Prezi-voorbeelden vinden op internet De basisschoolleerkracht kan in een lokaal vergelijkbaar met eigen klaslokaal samen met de andere leerkrachten en de trainer een mindmap maken. Hierin staan de verschillende mogelijkheden hoe Prezi ingezet kan worden in de eigen onderwijspraktijk. Als de basisschoolleerkracht gevraagd wordt om op te schrijven hoe Prezi in een instructie ingezet kan worden, kan hij twee voorbeelden geven. Als de basisschoolleerkracht gevraagd wordt om op te schrijven hoe Prezi tijdens een verwerking ingezet kan worden, kan hij twee voorbeelden geven. Als de basisschoolleerkracht gevraagd wordt om op te schrijven hoe Prezi tijdens naschoolse activiteiten ingezet kan worden, kan hij twee voorbeelden geven. Als de basisschoolleerkracht gevraagd wordt om twee Prezi-lessen over biologie en geschiedenis op te zoeken op internet, kan hij deze op de juiste manier vinden en laten zien aan de andere leerkrachten in de trainingsgroep. Noem twee instructiemomenten waarbij je Prezi in kunt zetten. Noem twee verwerkingsmomenten waarbij je Prezi in kunt zetten. Noem twee naschoolse activiteiten waarbij je Prezi in kunt zetten. Geef de URL van een Prezi-les over biologie en de URL van een Prezi-les over geschiedenis. Instructieontwerp Delivery system en media Voor het instructieontwerp is op basis van gegevens uit de instructieanalyse gekozen voor een traditioneel model, een trainer met een groep basisschoolleerkrachten als lerenden in een klaslokaal of in een lokaal met computers met internetverbinding als delivery system. Bij deze keuze zijn de volgende aspecten bepalend geweest: - De leerbehoeften van de deelnemers. Veel basisschoolleerkrachten vinden het prettig om samen te leren, van elkaar te leren en ideeën met elkaar uit te wisselen. Bij een andere opzet van deze training, zoals een online training, is dit niet van toepassing. Bovendien is een dergelijke opzet meer vrijblijvend, waardoor de kans ontstaat dat leerkrachten de training uit gaan stellen. Een bijeenkomst op een vastgesteld moment ervaren ze als prettiger en effectiever en het is motiverender om in een groep te leren dan alleen achter de computer. - De aard van de aan te leren vaardigheid. Omdat er vooral intellectuele vaardigheden worden geleerd waarbij vaak meer dan één goed antwoord mogelijk is, is gekozen voor een interactief medium zoals

17 16 een trainer. Deze kan feedback en hulp aan de deelnemers veranderen op basis van vragen van leerkrachten en de manier waarop ze de te leren vaardigheden uitvoeren, waardoor er een adaptief aspect in deze training zit. - Het gegeven dat dit instructieontwerp in een bepaalde organisatie uitvoerbaar moet zijn. Dit instructieontwerp moet onder andere gegeven kunnen worden in het gebouw van de SAD in Wassenaar. Dit is een schooladviesdienst die verschillende diensten levert en activiteiten verzorgt, waaronder nascholingsbijeenkomsten (SAD Wassenaar, 2013). De ruimte in dit gebouw is vergelijkbaar met een klaslokaal en dat is vertrouwd, basisschoolleerkrachten ervaren in de instructiecontext al hoe ze na de training het geleerde in hun eigen context kunnen toepassen. De training wordt op één dagdeel gegeven en duurt in totaal 3 uur. De training wordt in zeven clusters verdeeld en per cluster krijgen de basisschoolleerkrachten eerst klassikale uitleg en gaan daarna in tweetallen aan de slag. Hierbij ontvangen ze direct feedback van de trainer en van medelerenden. De trainer maakt gebruik van de media het internet en Prezi en de voorzieningen die aanwezig zijn in het klaslokaal of vergelijkbare ruimte met computers of laptops met internetverbinding. Uitwerking De instructiedoelen zijn geclusterd, zodat er een logische samenhang is in de presentatie van de inhoud en participatie van de deelnemers en er een logische opeenvolging van clusters is. De verschillende clusters richten zich op de vaardigheden die nodig zijn om uiteindelijk een presentatie met Prezi te kunnen maken en om in de eigen onderwijspraktijk momenten in te kunnen bouwen waarin Prezi wordt gebruikt. In het eerste cluster wordt eerst de voorkennis aangegeven, er wordt verondersteld dat de basisschoolleerkrachten knoppen- en muisvaardig zijn en kunnen werken op het internet, waarna een nieuwe Prezi wordt voorbereid. In het tweede cluster komt het werken met de Transformation Tool aan bod, waarin een object wordt verwijderd, geroteerd, verschaald en verplaatst. In het derde cluster wordt het begrip canvas uitgelegd en wordt tekst getypt en bewerkt met de Transformation Tool. Het vierde cluster omvat de onderliggende vaardigheden van de drie subdoelen invoegen van afbeeldingen, toevoegen van een video en tekenen en vormen gebruiken. Deze vaardigheden zijn aan elkaar verwant en kunnen daarom in één cluster worden samengepakt. Het vijfde cluster omvat de subdoelen aanbrengen pad verhaallijn en presenteren. In het zesde cluster wordt voorkennis activeren (werken met Prezi) en didactische werkvormen met Prezi erin verwerkt bedacht voor instructie, verwerking en naschoolse activiteiten. En in het laatste cluster worden Prezi-voorbeelden vinden op internet gezocht. In tabel 10 wordt dit weergegeven. Tabel 10 Weergave van de clustering van de instructiedoelen binnen de globale doelstellingen, de basisschoolleerkracht kan een presentatie maken met de tool Prezi en de basisschoolleerkracht kan aangeven hoe hij Prezi functioneel inzet in de eigen klas Cluster Instructiedoelen Samenvatting instructiedoelen Tijdsduur 1 1 Voorkennis activeren en voorbereiden nieuwe Prezi 15 minuten 2 2.1, 2.2, 2.3, 2.4 Werken met Transformation Tool: verwijderen, roteren, verschalen en verplaatsen 15 minuten

18 , 3.2, 3.3 Invoegen teksten door te typen op het canvas en bewerken 40 minuten met Transformation Tool 4 4.1, 5.1, 6.1 Invoegen van afbeeldingen, video, symbolen en vormen 40 minuten 5 7.1, 8 Aanbrengen pad verhaallijn voor presentatie en deze 40 minuten presenteren 6 9.1, 9.2, 9.3 Voorkennis activeren en didactische werkvormen met 15 minuten Prezi erin verwerkt bedenken, tijdens instructie, verwerking en naschoolse activiteiten 7 10 Prezi-voorbeelden vinden op internet 15 minuten In tabel 11 wordt een algemene beschrijving gegeven van de componenten voorbereidende activiteiten, het assessment en de vervolgactiviteiten van de instructiestrategie in dit ontwerp. Bij de voorbereidende activiteiten speelt het motiveren van de basisschoolleerkrachten een belangrijke rol, dat Dick et al. (2009) beschrijven aan de hand van de aspecten aandacht, relevantie, vertrouwen in eigen kunnen en tevredenheid met het geleerde uit het ARCS-model van J. Keller (1987). Naast het motiveren worden tijdens de voorbereidende activiteiten de leerdoelen geformuleerd en wordt verteld welke voorkennis voor deze training wordt verondersteld. Bij het assessment wordt beschreven waar de pretest, de oefentoets, de posttest en de groepering en leermiddelen uit bestaan. Bij de vervolgactiviteiten wordt de inhoud van een geheugensteun beschreven en hoe transfer van de geleerde vaardigheden plaats kan vinden. Tabel 11 Algemene beschrijving van de voorbereidende activiteiten, assessment, vervolgactiviteiten van de instructiestrategie Voorbereidende activiteiten Motivatie Aandacht trekken van de leerkrachten door een Prezi te laten zien. Relevantie wordt aangetoond door het verschil van een presentatie met een PowerPoint aan te geven. Het vertrouwen wordt vergroot door de vergelijking te trekken met mindmappen. De tevredenheid wordt vergroot, doordat het geleerde na de training meteen toepasbaar kan zijn in de eigen onderwijspraktijk. Huiswerk: usb-stick meenemen met daarop informatie over de eigen school, afbeeldingen/foto s van de school en/of van jezelf. Doelen De leerkrachten wordt verteld dat ze aan het einde van deze training samen met een andere leerkracht een presentatie hebben gemaakt over de eigen school. In deze presentatie zijn de basale functies van Prezi verwerkt. En dat ze aan het einde van deze training samen met de andere leerkrachten en de trainer een mindmap hebben gemaakt, waarin de verschillende mogelijkheden staan hoe Prezi ingezet kan worden in de eigen onderwijspraktijk. Voorkennis De leerkrachten beschikken over de benodigde voorkennis, namelijk bezitten van instrumentele digitale vaardigheden ( knoppen- en muisvaardig ), kunnen werken op

19 18 het Internet, verschillende didactische werkvormen beheersen en mindmappen. De trainer vertelt aan het begin van de training dat dit bekend verondersteld wordt. Groepering en De voorbereidende activiteiten worden met de hele groep uitgevoerd, waarbij gebruik wordt gemaakt van een digibord en Prezi op het internet. leermiddelen Assessment Pretest Benodigde voorkennis is aanwezig, omdat deze bij de basisvaardigheden van de vakinhoudelijke en didactische competentie van een basisschoolleerkracht hoort. Er wordt dan ook geen pretest afgenomen. Oefentest Tijdens het maken van een Prezi in tweetallen loopt de trainer rond en geeft indien nodig aanvullende instructie en/of feedback. De vaardigheden worden getoetst door mondelinge vragen van de trainer en de trainer observeert de deelnemers, waarbij hij een observatielijst gebruikt. Daarnaast een beoordelingsformulier voor de leerkrachten om een presentatie van een leerkracht te beoordelen. Posttest Evaluatie/vragenlijst die de deelnemende leerkrachten enkele weken na de training ontvangen. Groepering en In tweetallen worden de vaardigheden geoefend, op de computer of laptop met internetverbinding. leermiddelen Vervolgactiviteiten Geheugensteuheden staan uitgewerkt. Ze krijgen een lesbrief (papieren of een online versie?) mee De leerkrachten krijgen de link naar een website waarop de aangeleerde vaardig- met de belangrijkste stappen. En ze nemen de gemaakte mindmap in de training mee. Transfer De basisschoolleerkracht kan in de eigen klas een presentatie maken. Hij is in staat de verschillende functies van Prezi hierin te verwerken. De basisschoolleerkracht kan in de eigen onderwijspraktijk momenten inbouwen waarin Prezi wordt gebruikt. Deze momenten worden vastgelegd in het eigen les- en werkrooster. Om deze toepassingsdoelen te realiseren, krijgen de deelnemers na afloop van de training nog huiswerk mee. (Ligt hier nog een rol voor de trainer of kan je ook zeggen dat deelnemers elkaar helpen om het geleerde in de praktijk toe te passen. Of de leidinggevende?) Groepering en De vervolgactiviteiten vinden individueel in de eigen klas of school plaats. De leermiddelen zijn de geheugensteunen, computer of laptop, internet, leermiddelen digibord. Hierna volgt een inhoudelijke weergave van de verschillende clusters, waarbij de presentatie van de inhoud en de participatie van de deelnemers/leerkrachten beschreven worden. Bij de presentatie van de inhoud worden per instructiedoel de inhoud en voorbeelden beschreven en bij de participatie van de deelnemers worden per instructiedoel de oefeningen en activiteiten en beschreven en de vorm van feedback. Aan het einde worden de groepering en leermiddelen beschreven, omdat deze binnen een cluster hetzelfde zijn voor elk instructiedoel. De tabellen 12 tot en met 18 geven hier achtereenvolgens per cluster een uitgebreid overzicht van.

20 19 Tabel 12 Beschrijving van presentatie van de inhoud en de participatie van de deelnemers van cluster 1, voorkennis activeren en voorbereiden nieuwe Prezi 1. De basisschoolleerkracht kan op Internet inloggen en een nieuwe Prezi openen op Hiervoor maakt hij gebruik van een zelf aangemaakt inlogaccount voor Prezi. Presentatie van de inhoud Inhoud De trainer vertelt kort de werking van Prezi: wat is het, wat zijn de voordelen, waarom zou je dit gebruiken? Dan laat hij laat zien hoe je een nieuwe Prezi kunt openen op internet. Voorkennis wordt geactiveerd door de link met mindmappen te leggen. Voorbeelden De trainer doet het voor en laat een voorbeeld zien aan de hand van een fictief persoon. Participatie van de deelnemers Oefeningen en activiteiten De leerkrachten krijgen klassikaal een uitleg over de werking van Prezi. Daarna maken ze zelf een account aan. Feedback De trainer loopt rond, observeert en geeft mondelinge feedback Groepering en leermiddelen Eerst met de gehele groep kijken en luisteren, vervolgens werken de leerkrachten individueel op een computer of laptop met internetverbinding. Ze zijn gekoppeld aan een andere leerkracht, waarmee ze kunnen overleggen. Tabel 13 Beschrijving van presentatie van de inhoud en de participatie van de deelnemers van cluster 2, werken met Transformation Tool: verwijderen, roteren, verschalen en verplaatsen 2. Gegeven de Prezi over de eigen school, kan de basisschoolleerkracht daarin vier objecten verwijderen, roteren, verschalen en verplaatsen. Presentatie van de inhoud Inhoud De trainer laat zien hoe de Transformation Tool werkt in een nieuwe Prezi. Hiervoor opent hij een nieuwe Prezi en kiest een bestaande template, door een voorbeeld aan te klikken en op de button use template te klikken. Voorbeelden In de nieuwe Prezi worden vier objecten bewerkt. De eerste wordt verwijderd, de tweede wordt linksom geroteerd, de derde wordt twee keer groter verschaald en de vierde wordt van rechtsboven naar linksonder verplaatst. Participatie van de deelnemers Oefeningen en activiteiten De leerkrachten krijgen klassikaal een uitleg over de werking van de Transformation Tool. Daarna doen ze dat zelf in een nieuwe

21 20 Feedback Groepering en leermiddelen Prezi. Ze kiezen zelf een template en bewerken vier objecten. De trainer loopt rond, observeert en geeft mondelinge feedback. De leerkrachten kunnen elkaar helpen. De leerkrachten werken individueel op een computer of laptop met internetverbinding. Ze zijn gekoppeld aan een andere leerkracht, waarmee ze kunnen overleggen. Ze kunnen gebruik maken van het voorbeeld van de trainer. Tabel 14 Beschrijving van presentatie van de inhoud en de participatie van de deelnemers van cluster 3, invoegen teksten door te typen op het canvas en bewerken met Transformation 3. Gegeven de Prezi over de eigen school, kan de basisschoolleerkracht daarin drie teksten in verschillende lettertypen, lettergrootte en letterkleur op het canvas zetten. Presentatie van de inhoud Inhoud De trainer vertelt waarom de leerkrachten een usb-stick mee moesten nemen met daarop informatie over de eigen school, afbeeldingen/foto s van de school en/of van henzelf. De bedoeling is een Prezi te maken voor een informatieavond, bijvoorbeeld aan het begin van het nieuwe schooljaar. De trainer laat in een lege Prezi zien wat het canvas is en hoe je teksten op het canvas zet en deze kunt bewerken. Voorbeelden De trainer typt in een nieuwe Prezi met als titel de informatieavond een stuk tekst over een school en laat zien hoe je de lettertypen, lettergrootte en letterkleur kunt veranderen. Er komt een stuk tekst in roze, vet gedrukte letters als body te staan. Participatie van de deelnemers Oefeningen en activiteiten De leerkrachten typen een stuk tekst over hun eigen school (items die genoemd kunnen worden zijn naam en plaats, aantal leerlingen/groepen/leerkrachten, soort onderwijs, gehanteerde methoden etc.). Feedback De trainer loopt rond, observeert en geeft mondelinge feedback. De leerkrachten kunnen elkaar helpen. Groepering en leermiddelen De leerkrachten werken individueel op een computer of laptop met internetverbinding. Ze zijn gekoppeld aan een andere leerkracht, waarmee ze kunnen overleggen. Ze kunnen gebruik maken van het voorbeeld van de trainer. Tabel 15 Beschrijving van presentatie van de inhoud en de participatie van de deelnemers van cluster 4, invoegen van afbeeldingen, video, symbolen en vormen

22 21 4. Gegeven de Prezi over de eigen school, kan de basisschoolleerkracht daarin twee afbeeldingen zetten, één afbeelding uit het eigen bestand en een andere afbeelding uit Google Image. Hij kan een video in zijn Prezi toevoegen en achter een tekst plaatsen. Hij kan pijlen trekken tussen teksten, afbeeldingen en video. Hij kan een stuk tekst markeren en een cirkel trekken om een belangrijke zin of object. Presentatie van de inhoud Inhoud De trainer laat zien dat je naast tekst ook afbeeldingen, foto s, video in kunt voegen en dat je deze achter een tekst kunt plaatsen. Ook laat hij zien dat je pijlen kunt trekken tussen teksten, afbeeldingen en video en een stuk tekst kunt markeren en een cirkel kunt trekken om een belangrijke zin of object. Voorbeelden De trainer typt een stuk tekst in de Prezi met als titel de informatieavond over een voorbeeld van een dag en laat zien hoe je hier een afbeelding, video en vorm aan toe kunt voegen en kunt markeren. Participatie van de deelnemers Oefeningen en activiteiten De leerkrachten selecteren een afbeelding uit hun eigen bestand en eentje uit Google Images en plaatsen deze op het canvas. Vervolgens selecteren ze een video van YouTube en plaatsen deze op het canvas. Daarna maken ze een dikgedrukte pijl tussen een stukje tekst en een afbeelding en markeren ze dit stukje tekst in een zelfgekozen kleur en trekken er een cirkel omheen. Feedback De trainer loopt rond, observeert en geeft mondelinge feedback. De leerkrachten kunnen elkaar helpen. Groepering en leermiddelen De leerkrachten werken individueel op een computer of laptop met internetverbinding. Ze zijn gekoppeld aan een andere leerkracht, waarmee ze kunnen overleggen. Ze kunnen gebruik maken van het voorbeeld van de trainer. Tabel 16 Beschrijving van presentatie van de inhoud en de participatie van de deelnemers van cluster 5, aanbrengen pad verhaallijn voor presentatie en deze presenteren 5. Gegeven de Prezi over de eigen school, kan de basisschoolleerkracht daarin een verhaallijn aanbrengen tussen de teksten, afbeeldingen en video en de presentatie uitvoeren voor de andere leerkrachten in de trainingsgroep. Presentatie van de inhoud Inhoud Voorbeelden De trainer laat zien hoe een pad voor een verhaallijn wordt gemaakt. Hij laat dit zien door een pad te trekken tussen drie onderdelen van de Prezi met als titel de informatieavond. Dan demon-

23 22 Participatie van de deelnemers Oefeningen en activiteiten Feedback Groepering en leermiddelen streert hij hoe men Prezi kan gebruiken als hulpmiddel bij een presentatie. De leerkrachten brengen zelf een verhaallijn in hun Prezi met als titel de informatieavond aan door een pad te trekken tussen verschillende objecten op hun canvas. Eén van de leerkrachten laat aan de hele groep zien hoe zijn verhaallijn loopt. De trainer loopt rond, observeert en geeft mondelinge feedback. De leerkrachten kunnen elkaar helpen. De leerkrachten werken individueel op een computer of laptop met internetverbinding. Ze zijn gekoppeld aan een andere leerkracht, waarmee ze kunnen overleggen. Ze kunnen gebruik maken van het voorbeeld van de trainer. Tabel 17 Beschrijving van presentatie van de inhoud en de participatie van de deelnemers van cluster 6, voorkennis activeren en didactische werkvormen met Prezi erin verwerkt bedenken, tijdens instructie, verwerking en naschoolse activiteiten 6. De basisschoolleerkracht kan in een lokaal vergelijkbaar met eigen klaslokaal samen met de andere leerkrachten en de trainer een mindmap maken. Hierin staan de verschillende mogelijkheden hoe Prezi ingezet kan worden in de eigen onderwijspraktijk. Presentatie van de inhoud Inhoud Samen met de leerkrachten maakt de trainer een mindmap met de verschillende mogelijkheden. Een constructief gedeelte waarbij de trainer met de leerkrachten tot een mindmap komt met verschillende mogelijkheden. De hoofdpunten staan hier al in vermeld: instructie, verwerking, naschoolse activiteiten. Voorbeelden Voorbeelden hiervan zijn: Prezi als ondersteuning inzetten tijdens een les op het digibord, Prezi gebruiken om een mindmap te maken tijdens een klassengesprek, Prezi inzetten tijdens een les woordenschat, Prezi als presentatietool tijdens een spreekbeurt. De trainer maakt hierbij ook gebruik van de ideeën van de leerkrachten. Participatie van de deelnemers Oefeningen en activiteiten De leerkrachten gaan met elkaar en de trainer bedenken hoe en wanneer je Prezi in de eigen onderwijspraktijk in kunt zetten. Feedback De trainer moedigt aan, helpt op weg, zodat er uiteindelijk bij de drie verschillende momenten minstens twee mogelijkheden zijn benoemd en waarvan duidelijk is wanneer je die in kunt zetten.

24 23 Groepering en leermiddelen Met de gehele groep kijken, luisteren en meedenken, zodat de mindmap op het digibord gevuld wordt. Tabel 18 Beschrijving van presentatie van de inhoud en de participatie van de deelnemers van cluster 7, Prezivoorbeelden vinden op internet 7. Als de basisschoolleerkracht gevraagd wordt om twee Prezi-lessen over biologie en geschiedenis op te zoeken op internet, kan hij deze op de juiste manier vinden en laten zien aan de andere leerkrachten in de trainingsgroep. Presentatie van de inhoud Inhoud De trainer vertelt dat je onder de button explore kunt zoeken naar bestaande Prezi s die de makers delen met andere gebruikers van Prezi. Voorbeelden De trainer laat in zien hoe je voorbeelden zoekt. Hij zoekt naar een reken- en taalactiviteit. Participatie van de deelnemers Oefeningen en activiteiten De leerkrachten gaan op internet voorbeeldlessen zoeken en noteren de URL van een Prezi-les over biologie en de URL van een Prezi-les over geschiedenis. Feedback De trainer loopt rond, observeert en geeft mondelinge feedback. De leerkrachten kunnen elkaar helpen. Groepering en leermiddelen De leerkrachten werken individueel op een computer of laptop met internetverbinding. Ze zijn gekoppeld aan een andere leerkracht, waarmee ze kunnen overleggen. Ze kunnen gebruik maken van het voorbeeld van de trainer. Formatieve evaluatie Onderzoeksvragen De volgende stap in het ontwerpproces is de formatieve evaluatie. Het doel hiervan is het identificeren van verbeterpunten van het tot nu toe ontwikkelde instructiemateriaal (Dick et al., 2009). De formatieve evaluatie wordt uitgevoerd met enkele basisschoolleerkrachten en experts. Hierbij staan drie onderzoeksvragen centraal: 1. Is het instructieontwerp duidelijk en begrijpelijk? 2. Is het instructieontwerp effectief? 3. Is het instructieontwerp uitvoerbaar? Methoden Deelnemers. Voor de eerste fase in de formatieve evaluatie, de één-op-één evaluatie, zijn drie basisschoolleerkrachten benaderd. Bij de selectie van deze leerkrachten zijn verschillende criteria gehanteerd, waardoor de onderzoeksgroep een representatieve afspiegeling vormt van de doelgroep voor dit instructieontwerp. De gehanteerde criteria waren: werkzaam zijn op verschillende basisscho-