Plan van Aanpak Fietsparkeren Stadsdeel Zuid

Transcriptie

1 Versie: DB 11 december 2012 Bijlage(n): Auteur: Afdeling Beleidsrealisatie Fysiek Domein OR, Milieu, Economie en Kunst Plan van Aanpak Fietsparkeren Stadsdeel Zuid 1

2 Versie: DB 11 december 2012 Bijlage(n): Stadsdeel Zuid Auteur: Samenvatting En Zuid Ook! Uitgangspunten fietsgebruik: - Fietsen is gezond, geluidloos, goedkoop en vervuilt niet. Maatregelen op fietsparkeren moeten niet het fietsen ontmoedigen. - Fietsen in de openbare ruimte horen bij Amsterdam en zullen er altijd zijn. Geparkeerde fietsen zijn in ogen van sommige lelijk. Echter, maatregelen zullen zich in Zuid richten op die plekken waar het hinder of overlast geeft of doorstroming belemmert, niet op locaties waar dit puur vanuit esthetisch oogpunt mooier zou zijn. Uitgangspunten fietsparkeren: - De huidige subsidieregeling inpandige buurtstallingen wordt voortgezet. - Inrichtingsprincipes: rekken in woonstraten, nietjes waar dit visueel wenselijk is, vakken op bezoekerslocaties (inclusief koppen zijstraten) waar dit kan. Nieuw te plaatsen rekken hebben een lengte van 2.20 en daarmee is de hartmaat (dus per fiets) ruim 6 cm verruimd ten opzichte van de oude rekken. - Bewoners wordt het eenvoudiger gemaakt hun oude fiets in te leveren (pilot). - Verwijderen van wrakken en weesfietsen blijft afgestemd op de fietsparkeerdruk en de ruimte op straat. Capaciteit wrakken en weesfietsen verwijderen wordt verhoogd tov Inzet van een ander fietsparkeerregime vanuit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV), dmv parkeerduurbeperkingen en parkeerverboden. Waar deze worden ingezet, moet dit gepaard gaan met een duidelijk en intensief communicatietraject omdat het ingrijpt op de huidige manier van parkeren. - Communicatie over hinderlijk gedrag van fietsparkeren midden op de stoep gericht op overlastsituaties. - Fietsparkeren is een integraal onderdeel in ruimtelijke plannen. 2

3 Acties: Voortzetten bestaande maatregelen - Voortzetten subsidie inpandige buurtfietsen-stallingen - Bestaande werkwijze voor aanvraag rekken door bewoners - Actief zoeken naar en bemiddelen bij buurtstallinglocaties in de Noord-Pijp. Betrekken bewoners - Pilot stimuleren afgeven oude fietsen door bewoners - Afhankelijk van uitkomsten project Govert Flinckstraat uitrol bewoner stickeractie richting andere drukke buurten met actieve bewoners Communicatie - Communicatiecampagne over mogelijkheid afgifte oude fiets aan afvalpunten of grof vuil. - Bewustwordingscampagne over consequenties voor andere weggebruikers bij het hinderlijk parkeren op de stoep. (bijvoorbeeld bij drukke supermarktlocaties) - Dirk van de Broek Rijnstraat betrekking bij verwijzing van klanten naar de parkeerplekken aan de achterkant - Buurtfietsenstallingen promoten via de website Stadsdeel en stadsdeelkrant Maatregelen Openbare Ruimte - Mogelijkheid (onbewaakte) bezoekersstalling Jan van de Heijdenstraat onderzoeken - Uitgewerkt voorstel in een APV-besluit parkeerduurbeperkingen voor diverse locaties in Zuid - Extra handhavingsinzet op wrakken en weesfietsen - Onderwerp opstellen nieuwe, ruimere, definitie fietswrak inbrengen in de werkgroep harmonisatie handhaving - Realisatie kleinschalige aanpassingen openbare ruimte: Fietsvakken realiseren kop Hemonystraat (hoek Van Woustraat) Fietsvak realiseren AH amstelveenseweg Fietsvakken realiseren Roelof Hartplein bespreken aanpassing Cornelis Troostplein in winkeliersoverleg en mogelijk doorvoeren aanpassingen - Fietsvakken realiseren ten koste van het fietspad Sarphatipark Actie icm Centrale Stad - Ism stadsdeel Centrum werken aan een ruimere definitie fietswrak - Centrale Stad vragen de APV aan te passen op een parkeerduurbeperking ook buiten voorzieningen - De Centrale Stad actief volgen bij het formuleren van fietsparkeernormen en de bestemmingsplannen hierop aanpassen vóór

4 Versie: DB 11 december 2012 Bijlage(n): Stadsdeel Zuid Auteur: Inhoud Samenvatting Inleiding Aanleiding en doel Visie Afbakening Bestaand beleid Meerjarenplan fiets Stadsdeel Zuid De mening over fietsparkeren Mogelijkheden beperken fietsparkeeroverlast in de openbare ruimte Minder instroom van fietsen in de openbare ruimte Inpandige buurtfietsenstallingen Inpandige bezoekersstallingen Inpandig stallen bij utilitaire voorzieningen Inpandig stallen bij woningen Ontdoen van wrakken en weesfietsen Aanpassen van de openbare ruimte Vakken versus rekken / inrichtingsprincipes Aanvragen van fietsenrekken door bewoners Parkeerduurbeperking of parkeerverboden Afvoeren fietsen uit de openbare ruimte Handhaving Acties bewoners Fietsparkeerknelpunten De Noord-Pijp

5 5.1.1 Ontwikkelingen in de Noord-Pijp Knelpuntlocaties De Zuidas De Zuid-Pijp Rivierenbuurt Museumpleinbuurt Apollobuurt Hoofddorpplein en Schinkelbuurt Buitenveldert Overige locaties Communicatie Communicatiedoel: draagvlak, gedragsverandering en informeren Communicatieaanpak en -middelen Maatregelen en Financiën

6 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel Het fietsgebruik in Amsterdam neemt nog steeds toe. 9 van de 10 inwoners in Zuid heeft één of meer fietsen. Als we uit gaan van een gemiddelde van 1 fiets per inwoner, gaat dat over fietsen die voor een heel groot deel in de openbare ruimte geparkeerd staan! Van, naar en binnen de Amsterdamse binnenstad (het gebied binnen de ring, ten zuiden van het IJ) gebeurt 30% van de verplaatsingen met de fiets. Als men zich in de binnenstad zelf verplaatst, kiest zelfs 62% voor de fiets. De dienst IVV verwacht tot 2020 een groei van 10% van het fietsgebruik, waarbij de groei binnen, van en naar de binnenstad (dus ook een deel van Zuid) meer zal zijn dan de groei buiten de Amsterdamse Ring. Op diverse locaties in het stadsdeel is het teveel aan fietsen in de openbare ruimte reeds een probleem. Grote aantallen aan fietsen in de openbare ruimte zorgen ervoor dat voetgangers slecht over de stoep kunnen en beperken daarmee de veiligheid. Bewoners hebben voor hun fiets geen plek meer in het rek waardoor ze hun fiets niet vast kunnen maken. Uit het rapport Kwaliteit in de Openbare Ruimte 2010 blijkt dat inwoners van het stadsdeel een onvoldoende (5,8) geven voor de parkeermogelijkheden van de fiets. Zij zijn wel tevreden over de bereikbaarheid van het stadsdeel per fiets. Te veel ongebruikte fietsen in de openbare ruimte is ergernis nummer vier bij bewoners van het stadsdeel, na hondenpoep, vuil op straat en gaten in wegdekken. 6

7 Oude Pijp Nieuwe Pijp Diamantbuurt Hoofddorpleinbuurt Schinkelbuurt Willemspark Museumkwartier/ Duivelseiland Stadionbuurt Apollobuurt Scheldebuurt IJselbuurt Rijnbuurt Station Zuid/ Buiteveldert-West Buitenveldert-Oost Zuid norm parkeermogelijkheden fiets (grijs is lager dan de norm) 4,8 5,5 5,8 5,5 5,8 5,9 5,9 6,2 6,4 5,8 5,3 5,9 6,9 7,2 5,8 5,9 verwijderen van fietswrakken (grijs is lager dan gemiddeld) 4,7 5,5 5,2 5,5 5,6 5,7 5,3 5,5 5,4 5,5 5,8 6,3 5,7 6,4 5,5 - Tabel 1: cijfers mbt fietsparkeren uit Kwaliteit Openbare Ruimte 2010 Stadsdeel Zuid, door O+S Fietsen is goed voor de mens en goed voor het stadsdeel want het maakt geen lawaai en veroorzaakt geen luchtverontreiniging. Nu er steeds meer fietsen worden verwacht in het stadsdeel, is het van belang de parkeerproblematiek een vaste plek in het parkeerbeleid te geven. Het doel van dit Plan van Aanpak is het inzichtelijk maken van de knelpunten en mogelijke maatregelen (bestaand én nieuw) en financiën die nodig zijn om het fietsparkeren in Zuid te verbeteren. 1.2 Visie Dat veel mensen fietsen en dat deze manier van transport nog steeds toeneemt, vindt ook stadsdeel Zuid een wenselijke ontwikkeling. Het is immers geluidloos, gezond en goedkoop en vervuilt niet. Met het fietsen komt echter het fietsparkeren en dat levert op steeds meer locaties problemen op. Visie: De fiets is een wenselijk transportmiddel want het is stil, schoon, gezond en goedkoop. De geparkeerde fiets hoort in het Amsterdamse straatbeeld en hoort bij het succes van de fiets. Acties gericht op fietsparkeren mogen niet in de weg staan aan een hoog fietsgebruik. Er zijn echter plekken waar de geparkeerde fiets voor hinder en overlastsituaties zorgt. De aanpak van fietsparkeren is vooral gericht op deze locaties. Dit zijn met name situaties waarin bewoners niet veilig kunnen parkeren of waar door het parkeergedrag andere weggebruikers worden gehinderd in het gebruik van de openbare ruimte. Acties zijn deels gericht op faciliteren van fietsparkeervoorzieningen. 7

8 Het faciliteren houdt onder meer in dat meer dan nu onderscheid gemaakt wordt in verschillende voorzieningen voor verschillende gebruikersgroepen, zoals het aanbrengen van fietsvakken in plaats van rekken op locaties waar veel bezoekers komen en het blijven ondersteunen van buurtfietsenstallingen. Lang niet overal kunnen helaas zomaar meer voorzieningen worden geplaatst omdat de openbare ruimte nu eenmaal beperkt is. Daarom gaan we ook wat vragen van de fietser. Het stadsdeel is van mening dat fietsers zich moeten realiseren dat zo maar overal parkeren gewoon niet meer kan nu er zoveel fietsen in onze openbare ruimte zijn. Communicatie-acties zijn hierbij een belangrijk middel. Handhaving op wrakken en weesfietsen blijft een belangrijke ondersteunende maatregel. 1.3 Afbakening De Rode Loper (De Ferdinand Bolstraat tussen de Ceintuurbaan en Stadhouderskade) krijgt zijn eigen plan van aanpak. Dit gebied is met de komst van de Noord-Zuid lijn sterk in ontwikkeling en verwacht wordt dat fietsparkeren hier een groot probleem gaat worden, zo ver dat het al niet is. Terwijl er daarnaast een bloeiende winkelstraat moet komen, waar de ruimte bij voorkeur gebruikt moet worden voor het publiek. Voor dit gebied wordt in het kader van de samenwerkingscoalitie Rode Loper (DIVV, stadsdeel Centrum en stadsdeel Zuid) een apart onderzoek naar fietsparkeren opgesteld. Omdat de Rode Loper niet geheel los gezien kan worden van de overige ontwikkelingen in de Noord-Pijp en de mogelijke fietsparkeeroplossingen, wordt het zijdelings in dit rapport betrokken. Op de volgende pagina de scopegrens voor het onderzoek van de samenwerkingscoalitie naar fietsparkeren in de Rode Loper. Voorlopige resultaten laten zien dat hier deeloplossingen gezocht moeten worden. Deels op straat, deels inpandig, inzet op bewonersstallingen en extra voorzieningen op het Marie Heinekenplein zijn deeloplossingen waaraan gedacht moet worden. Het definitieve rapport wordt begin 2013 verwacht. 8

9 9

10 2 Bestaand beleid 2.1 Meerjarenplan fiets Het meerjarenplan fiets van de (DIVV) is in oktober 2012 door B&W vastgesteld. Het beleid richt zich op OV-knooppunten, NS-stations en drukke bezoekerslocaties zoals de Rode Loper of het Leidseplein. Rode Loper: voor de Rode Loper (inclusief de Noord/Zuidlijn-stations in dit gebied) ontwikkelt de gemeente in samenwerking met de betrokken stadsdelen in 2012 een aanpak vergelijkbaar met het Leidseplein. (Dat houdt grofweg in APV-verboden, coaches, flexibele parkeervoorzieningen.) Dit maatregelenpakket moet tot en met extra fietsparkeerplekken op maaiveld opleveren (deels door flexibele capaciteit). Wat opvalt is dat vooruitlopend op het Plan van Aanpak Rode Loper (zie afbakening op blz 5) de oplossing door DIVV alleen gezocht wordt op het maaiveld. Dit is wel in lijn met het afstoten van kleine bewaakte inpandige fietspunten door DIVV omdat deze relatief te duur zijn. De Centrale Stad zet in op fietspunten 1 bij stations. Daarnaast wordt in het meerjarenplan fiets aandacht geschonken aan de harmonisatie van de handhaving (zowel interpretatie van de APV als de werkwijze) op verlaten fietsen door de stadsdelen. Het voordeel hierbij is tweedelig. Een eenduidige interpretatie van de APV, zoals van de begrippen hinder en verwaarloosde fiets zou voor het belang van de burger in elk stadsdeel hetzelfde moeten zijn. Daarnaast kan harmonisatie van het proces van de handhaving leiden tot stedelijke efficiency winst. In het Beleidskader fietsparkeren bij publiektrekkende bestemmingen (oktober 2007) is aangegeven dat de Dienst IVV primair verantwoordelijk is voor fietsparkeren bij stedelijke (= stadsdeel overstijgende) functies die veel publiek trekken (publiektrekkende bestemmingen). Stadsdelen zijn verantwoordelijk voor bewonersparkeren. Het verschil tussen bewoners en bezoekersparkeren zit hem enerzijds in locatie, anderzijds in stallingsduur en daarmee samenhangend de benodigde veiligheidsvoorzieningen. Bewoners zullen hun fiets lang stallen, overnacht, en hebben daarom voorzieningen nodig waar de fiets veilig aan bevestigd kan worden. Voor bezoekers geldt deze eis ook, maar in mindere mate. Zeker op die locaties waar vooral bezoekers komen (en weinig behoefte is van bewoners) kan het nuttig zijn om 1 De openbare fietsenstallingen van de gemeente Amsterdam heten fietspunten. Stallen is hier de eerste dag gratis, daarna geldt een oplopend tarief. 10

11 minder fietsenrekken te plaatsen (en dus te kiezen voor andere voorzieningen), mede om vervuiling door weesfietsen en langstallen te voorkomen. Overigens is de ene bezoeker de andere niet: werkenden bijvoorbeeld zijn over het algemeen langer aanwezig dan winkelend publiek. 2.2 Stadsdeel Zuid In het Programakkoord is het volgende over fietsparkeren opgenomen: - Bewoners moeten hun auto, fiets of scooter sneller en minder rommelig kunnen parkeren. - Er komen meer fietsenstallingen, ook voor bezoekers. Het streven is vier nieuwe stallingen te vestigen. Sneller parkeren van de fiets zal overigens niet mogelijk zijn. In dit plan van aanpak ligt zeker niet de nadruk nog dichterbij de locatie te kunnen parkeren, want dichterbij dan huidig kan bijna niet. Fietsen staan tenslotte overal, of dit nu hinder oplevert of niet. Bepaalde maatregelen, zoals het verminderen van rekken ten gunste van vakken, zullen er zelfs voor zorgen dat gebruikers soms wat verder moeten lopen. Dat is inherent aan het proberen te reguleren van het fietsparkeren, waar er nu eenmaal niet overal voldoende plekken zijn. Wel worden maatregelen voorgesteld die de weesfietsen moeten beperken, waardoor er meer ruimte is voor in gebruik zijnde fietsen. Oud-Zuid en Zuideramstel hadden geen vastgesteld fietsparkeerbeleid. De huidige werkwijze is dat bij herinrichting fietsparkeerproblematiek wordt meegenomen. Per locatie wordt in dat geval bekeken wat en hoe groot de problemen zijn, en wat voor oplossingen op de locatie kan worden geboden. Daarnaast kunnen bewoners fietsenrekken aanvragen via het Meldpunt Openbare Ruimte. Rekken worden geplaatst indien er voldoende ruimte is en het stadsdeelbudget toereikend. Tevens dient overleg plaats te vinden met de bewoners voor wiens raam e.e.a. wordt geplaatst. 11

12 3 De mening over fietsparkeren Van eind augustus tot begin september 2012 hadden bewoners drie weken de tijd een enquête over fietsparkeren in te vullen. Deze enquête is uitgezet via het vaste panel van O+S en tevens is ermee geadverteerd in de stadsdeelkrant, via wijkcentra en met flyers op diverse publiekslocaties. Deze manier van enquêteren zorgt ervoor dat de uitkomst niet de uitkomst is van gemiddeld Zuid, omdat vooral mensen die geïnteresseerd zijn in of een mening hebben over fietsparkeren de enquête zullen invullen. Stadsdeel Zuid was mede op zoek naar deze mening. Het definitieve rapport van de Dienst Onderzoek en Statistiek met de uitkomst van de enquête worden gepubliceerd op In totaal hebben 676 inwoners van Zuid deelgenomen aan het onderzoek, 65% in het gebied Oud-Zuid en 35% in het gebied Zuideramstel. Nagenoeg iedereen die heeft meegedaan heeft zelf één of meer fietsen. Een aantal conclusies uit dit onderzoek zijn: - De helft van de geënquêteerden vindt de fietsparkeersituatie in eigen straat slecht. In de Oude en Nieuwe Pijp en de Apollobuurt is men het meest negatief, in Buitenveldert is men juist positief. Deze resultaten komen in het algemeen overeen met de resultaten uit het onderzoek kwaliteit openbare ruimte zoals opgenomen in 1.2 van deze nota. - De meest gemaakte opmerkingen hebben betrekking op het meer verwijderen van ongebruikte fietsen, meer beboeten of verwijderen van foutgeplaatste fietsen en het plaatsen van meer rekken. - Meer dan een kwart ergert zich héél erg (en geeft daarvoor maximale score) aan ongebruikte fietsen op straat. Daarnaast moet er meer rekening gehouden worden met de nieuwe fiets. Deze is tegenwoordig vaak breder of voorzien van een fietskrat en neemt zo meer ruimte in in een rek. Een deel van de geënquêteerden vindt dat autoparkeerplaatsen opgeheven kunnen worden ten gunste van fietsparkeren. De meeste fietsparkeerknelpunten ziet men in de Pijp. Daarnaast zijn de stations Zuid en Rai veel genoemd, en winkelstraten zoals de Beethovenstraat en de Van Woustraat. 12

13 Het instellen van een fietsparkeerverbod, een verbod op het fietsparkeren buiten rekken of vakken, vindt maar liefst 65% een goede maatregel. Enkele mensen die tegen zijn, zijn tegen omdat er niet voldoende parkeerplekken zijn. Slechts 38% is vóór het instellen van een parkeerduurbeperking, dat het wegknippen van fietsen efficiënter zou moeten maken: 52% is tegen. Tegenstanders vinden dit beperkend voor bewoners en vinden dat er al genoeg regels zijn. Slechts 10% van de geënquêteerden heeft wel eens een fiets achtergelaten op straat. Eén derde van deze mensen liet de fiets achter omdat ze niet wisten hoe ze er anders van af konden komen. 13

14 4 Mogelijkheden beperken fietsparkeeroverlast in de openbare ruimte Fietsparkeerknelpunten kunnen grofweg op drie manieren worden verminderd: - er worden minder fietsen in de openbare ruimte gestald (instroom beperken) - de openbare ruimte wordt aangepast aan de aantallen te stallen fietsen - overbodige / niet gebruikte fietsen wordt uit de openbare ruimte afgevoerd (uitstroom vergroten). 4.1 Minder instroom van fietsen in de openbare ruimte Aspecten die impact hebben op de instroom van fietsen in de openbare ruimte zijn: - inpandige buurtstallingen - inpandige bezoekersstallingen - inpandig stallen bij utilitaire voorzieningen - inpandig stallen bij woningen (privé-stalling of blokstalling) - zich ontdoen van niet gebruikte fietsen Inpandige buurtfietsenstallingen Inpandige buurtfietsenstallingen worden door het stadsdeel gestimuleerd middels een subsidieregeling inpandige fietsenstallingen. Het doel van de subsidieregeling is om het fietsgebruik aantrekkelijk te houden door het veilig kunnen stallen van een goede fiets en tevens om lokaal de fietsparkeerdruk in de openbare ruimte te verminderen. De exploitatie van een buurtfietsenstalling is over het algemeen nauwelijks rendabel, waardoor er geen geld is voor bijvoorbeeld het up-to-date houden van de stallingen, in zowel materiaal als veiligheid. Daar is de subsidieregeling voor bedoeld. Voor de subsidieregeling is structureel ,- per jaar beschikbaar. In deze bestuursperiode: - is de buurtstalling aan het Gerard Douplein geopend, door Stichting Werkprojecten Amsterdam (SWA); - is er een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd en een DB besluit genomen voor financiële ondersteuning voor het exploiteren van een nieuwe bewonersstalling in de Eerste Jan van der Heijdenstraat 103 door SWA. Deze stalling zal in 2013 openen. Mogelijk zouden in de toekomst de panden ernaast (deze zijn nu nog in gebruik) geschikt zijn voor een (onbewaakte) bezoekersstalling; 14

15 - wordt er in het najaar 2012 (momenteel) onderzoek gedaan naar een stalling in de voormalige garage naast het Zuiderbad. Dit zou een stalling voor medewerkers van het Rijksmuseum moeten worden; - is een nieuwe buurtstalling geopend door exploitant De Stalling aan de Swalmstraat 2a. Hiervoor is mede gebruik gemaakt van de hiervoor genoemde subsidieregeling. Tevens heeft deze exploitant de intentie om in 2013 een nieuwe stalling te openen in de Van Ostadestraat; - zijn acht bestaande buurtstallingen opgeknapt met subsidie van het stadsdeel. Drie van deze stallingen zijn overgenomen door SWA. Deze drie stallingen waren anders waarschijnlijk opgeheven. Op de kaart op de volgende pagina zijn de aanwezige buurtfietsenstallingen opgenomen. Tevens zijn hier de fietspunten op aangegeven. Fietspunten zijn de bezoekersstallingen van de gemeente waar mensen de eerste 24 uur gratis kunnen parkeren. Daarna geldt een oplopend tarief. Langer stallen wordt dus relatief steeds duurder, waardoor men het kort stallen stimuleert en zo veel mogelijk gebruik maakt van de beperkte plekken. De maximale parkeerduur op een fietspunt is 14 dagen. Het stadsdeel geeft over het algemeen geen sturing aan de locaties van de buurtstallingen (met uitzondering van Gerard Douplein en Eerste Jan van der Heijdenstraat in verband met grote drukte in de Noord-Pijp). De stallinghouder is namelijk zelf verantwoordelijk voor het exploitatieresultaat en zal dus zelf onderzoek moeten doen naar een locatie met voldoende klanten in de buurt. Als we de kaart vergelijken met de cijfers over parkeermogelijkheden (tabel 1 pagina 5) zien we dat over het algemeen de stallingen zich daar vestigen waar de problemen het grootst zijn. Er zitten veel stallingen in de Oude en Nieuwe Pijp en de Rivierenbuurt. De Hoofddorppleinbuurt en Schinkelbuurt blijven daarop wat achter. Er zijn geen buurtstallingen in Buitenveldert en prinses Irenebuurt, maar hier is gezien de opzet van de wijken (veel ruimte en veel blokstallingen en tuinen) geen noodzaak toe. Buurtstallingen zijn een deeloplossing voor de Noord-pijp en met name het gebied rondom de Rode Loper. Het is daarom wenselijk dat het stadsdeel blijft zoeken naar mogelijke geschikte locaties voor buurtstallingen in deze buurt. Zonder hierbij overigens het beheer over te nemen. Maar het stadsdeel is regelmatig op de hoogte van leegstaande panden die mogelijk geschikt zouden zijn en kan hiervoor proberen een geschikte match te vinden. Actie: De subsidieregeling inpandige fietsenstallingen wordt voortgezet. Actie: Buurtfietsenstallingen promoten via de website Stadsdeel en stadsdeelkrant. Actie: Actief zoeken naar aanvullende buurtstallinglocaties in de Noord-Pijp. 15

16 16

17 4.1.2 Inpandige bezoekersstallingen Beleid van de Centrale Stad (meerjarenplan fiets ) is dat alleen de grote fietspunten blijven bestaan en de kleinere worden afgestoten. Focus ligt op fietspunten bij stations. De stallingen zijn nu bemand en de eerste 24 uur stallen is gratis. Bewaakte fietspunten zijn relatief duur en daarnaast blijken veel fietspunten slecht bezocht. Omdat er op dit moment geen kleine fietspunten in Zuid zijn heeft dat geen directe consequenties in ons stadsdeel. Het voormalig fietspunt op de Govert Flinckstraat werd niet goed bezocht en is reeds enkele jaren gewijzigd naar een bewonersstalling. Het gewijzigde beleid kan wel consequenties hebben voor de rode loper, waar één van de deeloplossingen een (onbewaakte) bezoekersstalling zou kunnen zijn, waar IVV vooralsnog aangeeft de oplossingen in het maaiveld te willen zoeken. Te denken valt dan aan de stalling Eerste Jan van der Heijdenstraat waar de ruimte ernaast in gebruik zal worden genomen voor een bewonersstalling. Mogelijk kan dit een veilige stalling worden voor gebruikers van de Noord-Zuid lijn (de ingang ligt op ongeveer 100 meter loopafstand) die langer dan een paar uur hun fiets moeten stallen. IVV zou hier bij betrokken moeten worden, aangezien zij het primaat hebben bij bezoekersstallingen én aangesloten zou moeten worden bij tarieven, stijl en communicatiekanalen van de reeds bestaande fietspunten. Echter een samenwerking met andere partijen (zoals SWA) behoort ook tot de mogelijkheden. Actie: haalbaarheidsonderzoek (onbewaakte) inpandige bezoekersstalling Jan van der Heijdenstraat. Inpandige ondergrondse bezoekersstallingen Ondergrondse stallingen zijn zeer duur in aanleg en komen daardoor momenteel niet in aanmerking als oplossing voor de fietsparkeerproblematiek. Zeker omdat de stallingen niet altijd even goed gebruikt worden. Het blijkt dat mensen een lichte aversie hebben tegen het ondergronds stallen waar dit niet per sé hoeft, stallingen worden als onveilig, onhandig of onprettig ervaren. Dit geldt in mindere mate voor stallingen bij bijvoorbeeld stations, waar de voorzieningen dusdanig groot zijn dat er voor een makkelijke toegang (locatie en hellingshoek) gekozen kan worden én waar bezoekers over het algemeen de gehele dag stallen. Er is door het stadsdeel onderzoek gedaan naar een ondergrondse stalling dicht bij de halte Ceintuurbaan van de Noord-Zuidlijn en de Albert Cuypmarkt. Geschat wordt dat dit gerealiseerd kan worden voor ruim 3 miljoen euro voor 400 plekken. De ingangen zullen met de beperkte ruimte, een stuk steiler worden dan bijvoorbeeld de stalling bij Station Zuid. De hoge kosten, de nieuwe beleidshouding van IVV die geen ondergrondse stallingen meer gaat financieren, en de krappe inpassing ter plekke zijn redenen om in ieder geval deze stalling niet verder te ambiëren. Andere ondergrondse fietsstallingen zijn momenteel niet voorzien, muv de ondergrondse stalling op de Zuidas (Mahlerplein). 17

18 4.1.3 Inpandig stallen bij utilitaire voorzieningen Per 1 januari 2012 is de eis tot het realiseren van fietsvoorzieningen (inpandig of op eigen terrein) bij utiliteitsgebouwen uit het bouwbesluit gehaald. Het blijft noodzakelijk dat utiliteitsvoorzieningen hun eigen fietsparkeervoorzieningen blijven realiseren, omdat anders de druk op de openbare ruimte nog groter wordt. Dit kan worden opgevangen door de eis in bestemmingplannen op te nemen. Deze parkeernormen zouden in de bestemmingsplannen beter op de situatie/locatie afgestemd kunnen worden en dus beter maatwerk leveren dan vanuit het bouwbesluit geboden kon worden. Tot 1 januari 2017 geldt het overgangsrecht, dus blijven de eisen tot het realiseren van fietsvoorzieningen uit het Bouwbesluit 2003 van toepassing, zolang er nog geen nieuwe eisen in de bestemmingsplannen zijn opgenomen. De Centrale Stad neemt in de komende jaren het voortouw tot het opstellen van Amsterdamse Fietsparkeernormen die in bestemmingsplannen opgenomen kunnen worden waarbij speciaal aandacht zal zijn voor: - De mogelijkheid om collectieve stallingen toe te passen. Collectieve stallingen kunnen in bepaalde gevallen (bijvoorbeeld bij hoogbouw) een goedkope en bovendien aantrekkelijke voorziening voor bewoners zijn. - De toegankelijkheid van stallingen. Regelmatig wordt er gemakshalve op straat geparkeerd, omdat de beschikbare stalling niet goed toegankelijk is. - Het parkeren van afwijkende modellen zoals bakfietsen en scooters. Actie: De Centrale Stad actief volgen bij het formuleren van fietsparkeernormen en de bestemmingsplannen hierop aanpassen vóór Inpandig stallen bij woningen De fietsenberging bij nieuwbouwwoningen, stond vanaf 2003 niet meer als eis in het Bouwbesluit met als gevolg dat er nauwelijks meer woningen met bergingen werden gebouwd. Daarom is de eis in het Bouwbesluit 2012 weer opgenomen. Dit is een positieve ontwikkeling. Het zal gezien de lange levensduur van bebouwing echter lang duren voordat dit daadwerkelijk effect heeft op de openbare ruimte. De maatregel zal wel direct effect hebben op locaties waar sloop-nieuwbouw van complexen plaatsvindt en bij nieuwbouw projecten zoals het Havenstraatterrein en de Zuidas Ontdoen van wrakken en weesfietsen In het onderzoek naar achtergelaten fietsen van stadsdeel Centrum blijkt dat 26% van de bewoners een fiets achterlaat omdat ze niet weten hoe ze er van af moeten komen. In de enquête van Zuid was dit zelfs 35%. Met 1000-den wrakken en weesfietsen in het stadsdeel wordt veel gewonnen wanneer dit deel van de mensen wordt gestimuleerd hun eigen oude fiets weg te brengen of af te geven. Daarnaast is het afgeven van de fiets aan 18

19 de reiniging goedkoper dan het verwijderen door handhaving (ivm stickeren, registreren en afvoeren naar en bewaren bij het Fietsdepot) en ook daarom wenselijk. Op dit moment mogen oude fietsen afgegeven worden aan het grof vuil en bij de zes afvalpunten die Amsterdam rijk is. Het blijkt dat niet veel mensen dit ook daadwerkelijk weten. Het staat wel op onze website, maar betere communicatie hierover is wenselijk. Een gehoorde klacht is ook dat bij het afval geplaatste fietsen niet altijd worden meegenomen door de reiniging. Fietsen die op slot staan mógen namelijk ook niet worden meegenomen door de reiniging. Daarnaast moeten de inzamelaars de fietsen wel herkennen als grof vuil. Grof vuil mag niet bij een ondergrondse container worden geplaatst, maar moet langs de kant van de weg worden aangeboden. In Amsterdam is een fiets daarmee nauwelijks herkenbaar door de inzamelaar als grof vuil. Er wordt een pilot opgezet om het makkelijker te maken de oude fiets af te geven. Deze zal in 2013 plaatsvinden. Het projectplan moet nog uitgewerkt worden, maar mogelijk is de pilot tweeledig: - Aansluiting bij de grofvuilophaaldagen. Mensen kunnen hun fietsen op grofvuildagen met een makkelijk verkrijgbare sticker in verband met de herkenning achter laten. Niet op slot uiteraard. - Een locatie in een drukke wijk wordt (een dagdeel?) opengesteld zodat mensen hun fiets in kunnen leveren. Er wordt daarbij ook gekeken naar de resultaten zoals die in Centrum worden geboekt (waar men moet bellen voor het afgeven van een fiets) en eerder acties zoals Tour de Wrak. Actie: Communicatiecampagne over mogelijkheid afgifte oude fiets aan afvalpunten of grof vuil. Actie: Pilot makkelijker afgeven oude fietsen door bewoners 4.2 Aanpassen van de openbare ruimte Wanneer het aantal fietsen in de openbare ruimte te groot voor de inrichting van de openbare ruimte, kan soms actie in de openbare ruimte worden genomen. - vakken versus rekken - aanvragen van fietsenrekken door bewoners - parkeerduurbeperking of parkeerverboden Vakken versus rekken / inrichtingsprincipes Per strekkende meter passen in een rek meer fietsen dan in een vak. Het wonderbaarlijke aan fietsenrekken is echter dat hoe veel je er ook neer zet, ze altijd vol zijn. Vakken zijn daarom beter op plekken waar veel bezoekers komen. 19

20 Deze plekken worden nagenoeg niet gebruikt door langparkeerders en daarmee zijn de plekken voor bezoekers, kortparkeerders beschikbaar (voordeel 1). Al enige jaren wordt het fietsvak gebruikt op diverse plekken in de stad. Vooral in stadsdeel Centrum, maar bijvoorbeeld ook op het Gerard Douplein. Er zijn vooral positieve ervaringen mee. Mensen blijken fietsen in eerste instantie netjes naast elkaar te zetten bij aanwezigheid van een vak. Dit geeft sturing aan het gebruik van de openbare ruimte. De looprichting wordt daarmee vrij gehouden (voordeel 2). Pas als het te druk wordt met fietsen, wordt het fietsparkeren ondanks het vak weer rommelig. Het stadsdeel zal vaker vakken toe gaan passen daar waar bezoekersparkeren de boventoon voert. Ondanks dat elk plan zijn eigen ruimtelijke mogelijkheden en onmogelijkheden zal hebben, omdat elk gebied een andere bezoeker, ruimte en functie heeft, zal per herinrichting of plan naar de beste mogelijkheden ter plekke gekeken moeten worden. Desalniettemin kan in de algemeenheid van de volgende inrichtingsprincipes worden uitgegaan: Winkelstraten/bezoekerslocaties Op de koppen van de zijstraten van winkelstraten realisatie van fietsvakken in plaats van rekken, met een nietje voor en achter om omvallen en het domino-effect te voorkomen. Er moet dan wel voldoende ruimte zijn om verder de straat in een rek neer te zetten, zodat bewoners hun fiets nog steeds veilig kunnen stallen. Ook op andere bezoekerslocaties hebben vakken de voorkeur. Pleinen Vakken en nietjes zullen op pleinen een gecombineerde oplossing bieden. Nietjes, omdat op pleinen aandacht zal zijn voor de uitstraling. Wanneer pleinen een bezoekersaantrekkende werking hebben zullen er vooral vakken moeten zijn, waarbij bewonersparkeren in rekken inde zijstraten dient plaats te vinden. Bewonersstraten In straten staan rekken met mogelijkheid de fiets vast te maken. Hoeveel is afhankelijk van de ruimte ter plaatste en de parkeerdruk. Soms zijn het er niet genoeg, zoals in de Noord-Pijp, waar de beperkte ruimte dit gewoonweg niet toelaat. In straten worden over het algemeen alleen nietjes en vakken toegepast waar de woningen worden onderbroken door een publieksvoorzieningen zoals een (sport)school, een bibliotheek of een theater. Als er op nu nieuwe rekken worden geplaatst, worden rekken geplaatst met een iets ruimere hartmaat dan de oude (bestaande) rekken. Deze zijn hiermee beter geschikt voor de nieuwe, bredere fietsen. Dit betekent wel dat ze meer ruimte op straat innemen Aanvragen van fietsenrekken door bewoners Als er in woonstraten weinig plek is, kunnen bewoners die graag een extra fietsenrek willen dat aanvragen bij het Meldpunt Openbare Ruimte. Dat is de huidige werkwijze en deze zal worden voortgezet. Een rek wordt in principe in een woonstraat geplaatst indien: 20

21 - er voldoende ruimte op de stoep is (standaardregel is dat er 1.50 m doorloopruimte over moet blijven); - de bewoner voor wiens raam het rek moet komen geen onoverkomelijke bezwaren heeft; - er voldoende financiële middelen bij het stadsdeel beschikbaar zijn; - er noodzaak is. Dit laatste is ter beoordeling aan de wijkbeheerder. Het kan ook zo zijn dat er te veel weesfietsen in de overige rekken aanwezig zijn en het beter is die vaker te verwijderen oid. Eind 2012 heeft er een inhaalslag plaatsgevonden, waarbij er 200 fietsrekken zijn besteld, verspreid over de drie rayons (muv de Zuidas). Het bijplaatsen (en deels vervangen) hiervan zal voor het grootste deel in 2013 plaatsvinden Parkeerduurbeperking of parkeerverboden Op diverse locaties in de stad is een parkeerduurbeperking (art 4.27 lid 2a van de APV) voor de fiets ingesteld. Dit varieert van één (Leidseplein) tot zes weken (winkelstraten in Oost en West). Dit houdt in dat (alle) fietsen hier maximaal zo lang mogen parkeren, daarna kunnen ze worden verwijderd en afgevoerd naar het fietsdepot. Het aantonen van de parkeerduur gebeurt met tie-wraps of stickers. Een parkeerduurbeperking is met name een instrument dat kan worden ingezet om het efficiënt gebruik van voorzieningen te reguleren: Wanneer de fietsparkeervoorzieningen altijd vol zijn: 1. meer voorzieningen indien mogelijk en wenselijk 2. handhaven op wrakken en weesfietsen 3. parkeerduurbeperking invoeren zodat efficiënter kan worden gehandhaafd Voor- en nadeel parkeerduurbeperking Het verschil met de huidige manier van handhaven, waarbij ook na stickering fietsen worden verwijderd, is dat met het instellen van een parkeerduurbeperking in principe op álle fietsen gehandhaafd kan worden, niet alleen op zichtbaar verweesde fietsen. Zonder parkeerduurbeperking kan alleen gehandhaafd worden op fietsen die zichtbaar niet meer in gebruik zijn. Dat zijn in de praktijk fietsen met meerdere gebreken. Met een parkeerduurbeperking maak je de te stickeren groep een stuk groter. Het voordeel is daarmee dat de handhaving efficiënter wordt. Er kunnen méér fietsen in één stickerronde worden verwijderd. Dit maakt meer plekken vrij voor fietsen die daadwerkelijk gebruikt worden en geeft daarmee meer stallingsruimte voor bewoners en bezoekers. Bezoekers zullen over het algemeen hun fiets kort stallen, bewoners stallen hun fiets soms langer. Het nadeel van een parkeerduurbeperking is dat bewoners die hun fiets langer willen stallen dan de aangegeven periode, bijvoorbeeld wanneer ze op vakantie gaan, er voor moeten zorgen dat hun fiets tijdelijk ergens anders geparkeerd wordt. Anders lopen ze het risico hun fiets later bij het Fietspunt op te moeten halen. In de APV is het zodanig opgenomen dat de parkeerduurbeperking alleen geldt voor fietsen ín een voorziening. Dit zou aangepast moeten worden, want dat houdt in dat juist 21

22 de meest hinderlijke fietsen (namelijk buiten de rekken) nog steeds niet sneller verwijderd kunnen worden. Wanneer er voldoende parkeervoorzieningen zijn maar er toch buiten de voorzieningen wordt geparkeerd, en dit hinderlijke situaties op kan leveren, kan een parkeerverbod (art 4.27 lid 3 vd APV) buiten de voorzieningen worden ingesteld. Op dit moment is dat bijvoorbeeld ingesteld voor het Leidseplein en het Centraal Station. Een parkeerverbod kan alleen worden ingesteld daar waar voldoende aanbod is van parkeervoorzieningen. Deze voorziening hoeven echter niet direct voor de deur te liggen. Een parkeerverbod is met name een instrument dat kan worden ingezet om de chaos en onveiligheid van hinderlijk geparkeerde fietsen te reguleren: Voorkomen van overlast: 1. parkeervakken realiseren indien mogelijk 2. communicatie en handhaven op hinderlijk geparkeerde fietsen 3. parkeerverbod buiten de parkeervoorzieningen om gebruik van de voorzieningen te bevorderen (alleen bij voldoende aanbod van parkeervoorzieningen) Er lijkt wel draagvlak te zijn voor een fietsparkeerverbod. Van de 690 personen die de enquête hebben ingevuld, vind maar liefst 65% een parkeerverbod een goed idee. Daarentegen is een nipte meerderheid (52%) tégen een parkeerduurbeperking. Omdat een meerderheid wel is voor strenger handhaven op weesfietsen, en omdat een parkeerduurbeperking deze handhaving efficiënter maakt, zullen wij toch een voorstel doen voor het instellen van een parkeerduurbeperking in een beperkt aantal straten. Niet in bewonersstraten, maar alleen in specifiek aangewezen fietsvoorzieningen waar ook veel bezoek parkeert en/of straten met overlast. Op die locaties is dit een proportionele maatregel. Een parkeerduurbeperking betekent ten slotte meer ruimte voor mensen die hun fiets met regelmaat gebruiken (zowel bewoners als bezoekers). Er wordt in 2013 een voorstel APV-besluit parkeerduurbeperking opgesteld voor drukke locaties zoals bepaalde winkelstraten. Mogelijk valt daarbij de keuze op de volgende straten (inclusief koppen zijstraten): - De Rijnstraat boven de Vrijheidslaan en de Van Woustraat. - De Eerste van der Helststraat en Gerard Douplein - Ferdinand Bolstraat - Beethovenstraat - Kruispunt (pleintje) Amstelveenseweg / Zeilstraat Met het opstellen van het APV besluit wordt de keuze voor deze of andere straten nader uitgewerkt en hierbij zal ook het APV-parkeerverbod buiten de voorzieningen worden onderzocht. Ook de parkeertermijn zal dan definitief bepaald worden. Wordt dat zes weken (in aansluiting bij stadsdelen Oost en West) of korter, zoals in de enquête door bewoners wordt aangegeven. We zullen de betreffende winkeliersverenigingen nauw betrekken bij het op te stellen APV-besluit. 22

23 Daarnaast willen we gaan testen of een parkeerduurbeperking ook heel beperkt kan gelden, dus niet voor een heel straat(deel) maar bijvoorbeeld alleen voor een bijzonder drukke winkel. Het voordeel van zo een beperkte duurbeperking is dat de bewoners verder in de straat geen last hebben van de parkeerduurbeperking (als ze bijvoorbeeld lang op vakantie gaan). Daarnaast wordt op de Zuidas, rondom station Zuid, een parkeerverbod buiten de voorzieningen ingesteld en een parkeerduurbeperking. Het voorstel hier is een beperking van twee weken in te stellen, dit sluit aan bij de parkeerduurbeperking op het Centraal Station. In de toekomst, wanneer de werkzaamheden rondom station Rai hun definitieve vorm krijgen, zal ook hier een parkeerverbod buiten de voorzieningen worden opgesteld. Zie hiervoor ook 6.2. Een streng fietsparkeerregime dient uitgebreid te worden gecommuniceerd. Daar waar een fietsparkeerverbod wordt ingesteld, moet ook rekening worden gehouden met een overgangsperiode met bijvoorbeeld fietscoaches. Actie: Centrale Stad vragen de APV aan te passen op een parkeerduurbeperking ook buiten voorzieningen. Actie: uitgewerkt voorstel in een APV-besluit parkeerduurbeperkingen voor diverse locaties in Zuid 4.3 Afvoeren fietsen uit de openbare ruimte Handhaving Handhaving op weesfietsen en wrakken Gevoelsmatig denken mensen dat handhaving op weesfietsen en fietswrakken dé oplossing is voor het parkeerknelpunten probleem. Uit de fietsparkeerdrukmeting Oude Pijp van 2008 blijkt dat dit niet altijd het geval is, daar zijn de aantallen fietsen (dus gebruikte fietsen) gewoon te groot voor. Toch leidt een overmaat aan fietswrakken en weesfietsen tot veel irritatie bij bewoners en ondernemers. Het ziet er onverzorgd uit, men ergert zich aan het feit dat een gewone fiets niet geparkeerd kan worden omdat er wrakken schots en scheef aan de rekken zijn vastgemaakt, of duidelijk ongebruikte fietsen de plekken innemen. En een rommelige straat leidt onvermijdelijk tot meer rommel. Fietswrak- en weesfietsacties zijn kostbaar want arbeidsintensief, maar hebben een belangrijke ondersteunende functie, doordat het fietsparkeerprobleem beheersbaar houdt en zichtbare handhaving het naleefgedrag bevordert. En alhoewel het in de drukste wijken niet dé oplossing zal zijn voor het fietsprobleem, levert het wel lucht op en kan het op plekken net het verschil maken. Zo n 5 tot 10% van de fietsen zijn niet gebruikte fietsen. Wrakken zijn fietsen waarvan de economische waarde lager is dan het kost om ze op te knappen. Een definitie van fietswrak is opgenomen in het Uitvoeringsbesluit 23

24 Afvalstoffenverordening. Een fiets zonder zadel of een fiets met twee lekke banden is dus niet opeens een wrak. Wrakken mogen zonder meer door het stadsdeel worden verwijderd en worden direct als afval afgevoerd (dus zonder tussenkomst van het Fietsdepot). Weesfietsen zijn fietsen die door mensen zijn achtergelaten en niet meer worden gebruikt. Deze fietsen mogen niet zonder meer worden weggehaald. Deze fietsen, die zichtbare kenmerken hebben dat ze naar alle waarschijnlijkheid niet meer worden gebruikt, worden gestickerd waarna de fietsen na twee weken alsnog kunnen worden verwijderd. De fietsen gaan naar het Fietsdepot, waar eigenaren ze alsnog, tegen vergoeding, op kunnen halen. Dit laatste gebeurt in 0,07% van de gevallen. Tot slot zijn er nog de fout of hinderlijk geparkeerde fietsen en de fietsen die in rekken of straten staan waar onderhoud plaats vindt. Gevaarlijk geplaatste fietsen kunnen onmiddellijk worden verwijderd. Wanneer onderhoud plaats vindt, of rekken worden vervangen en dergelijke, wordt minimaal twee weken van te voren met borden aangegeven wanneer daar niet geparkeerd mag worden. Als hier toch fietsen staan in de betreffende periode, worden deze weggeknipt. Van deze categorie fietsen wordt 28% weer bij het Fietsdepot opgehaald danwel thuisbezorgd. Handhaving op wrakken en weesfietsen vindt gebiedsgericht plaats: er wordt meer gehandhaafd in drukke en krappe wijken. Inzet is daarnaast ook afhankelijk van klachten van bewoners. In 2011 is extra inzet gepleegd op de handhaving en zijn er fietsen weggeknipt. In 2012 is de handhaving weer op regulier niveau voortgezet, waarbij verwacht wordt een fietsen te verwijderen. Gezien het aantal weesfietsen op straat is extra handhaving wenselijk. Deze extra inzet moet zich vooral gaan richten op de grootste knelpunten zoals de Noord-Pijp en andere bezoekerslocaties. Met afdeling Handhaving wordt in het kader van het Handhavingsprogramma 2013 en de daarbij behorende prioritering besproken of de extra capaciteit binnen reguliere handhavingsbudgetten bekostigd kan worden. Een voorstel hiertoe wordt uiteindelijk opgenomen in het handhavingsprogramma Actie: Extra handhavingsinzet op wrakken en weesfietsen Anders handhaven? Omdat er in 2010 maar 0.07% van de weesfietsen zijn opgehaald bij het Fietsdepot (voormalig AFAC) is binnen stadsdeel Zuid met de vraag gespeeld wat de voor- en nadelen zijn van het direct als afval afvoeren van weesfietsen in plaats van verplaatsen naar het Fietsdepot. Direct afvoeren is namelijk in capaciteit veel goedkoper dan afvoeren naar de het fietsdepot. Wettelijk mag dit nu niet, maar gezien de 0,07% aan opgehaalde weesfietsen, lijk je hier maar weinig bewoners mee te benadelen. Een ruimere definitie van het woord wrak zodat veel meer weesfietsen hier ook onder vallen zou hier een oplossing voor zijn. Uit een onderzoek van stadsdeel Centrum blijkt 24

25 dat hier ook draagvlak onder bewoners voor is. Reeds bekend is dat in ieder geval Stadsdeel Centrum ook een groot voorstander is van een verruimde definitie. Er wordt momenteel, in samenwerking met alle stadsdelen, gewerkt aan een vereenvoudiging en vooral harmonisatie van werkwijzes en handhavingsregimes in de gehele stad. Dit zou de handhaving efficiënter en goedkoper moeten maken, en eenduidigheid voor de burger geven. Een nieuwe ruimere definitie van het woord wrak zou daarom alleen gemaakt moeten worden in gezamenlijk verband. De werkgroep harmonisatie handhaving is hier een juiste ingang voor. Een gezamenlijk gedragen nieuwe definitie zou vervolgens in de afzonderlijke Uitvoeringsregelingen Afvalstoffenverordening van de stadsdelen opgenomen moeten worden. Actie: Onderwerp opstellen nieuwe, ruimere, definitie fietswrak inbrengen in de werkgroep harmonisatie handhaving. Handhaving op fout geparkeerde fietsen Dan zijn er nog de hinderlijk geplaatste fietsen. Ook uit de open antwoorden die gegeven zijn in de enquête blijkt dat mensen zich ergeren aan losse, slecht geparkeerde fietsen en de mening is dat het stadsdeel hier veel strenger op zou moeten handhaven. Het is echter niet verboden een fiets buiten een parkeervoorziening te plaatsen. Wanneer fietsen hinderlijk en gevaarlijk worden geparkeerd dan zou het stadsdeel ze op basis van de APV mogen verwijderen. In de praktijk blijkt handhaven lastig, want de ene fiets staat hinderlijk terwijl die ernaast misschien nog net wel goed staat. De grens is niet heel zwart wit. Dit is vooral een gedragsprobleem. Gezien de beperkte handhavingscapaciteit, die bij voorkeur ingezet wordt op het knippen van wrakken en weesfietsen, zouden we bij het hinderlijk parkeren de verantwoordelijkheid bewust willen leggen bij de veroorzakers. Er wordt een bewustwordingscampagne gestart, met nadruk op bepaalde knelpunten, die fietsers (en scooterrijders) zich bewust moeten maken van de consequenties voor andere weggebruikers als ze hun fiets of scooter midden op de stoep of voor de ingang parkeren. Mogelijk zou zo n campagne afgesloten kunnen worden met een handhavingsactie. Actie: Bewustwordingscampagne over consequenties voor andere weggebruikers bij het hinderlijk parkeren op de stoep. 25

26 4.3.2 Acties bewoners Op dit moment wordt in de Govert Flinckstraat in de Oude Pijp een project uitgevoerd waarbij bewoners zelf fietsen mogen stickeren. Het voordeel hiervan is dat bewoners zelf vaak precies weten welke fietsen er al lang ongebruikt staan. Bovendien geeft het bewoners die zich ergeren aan fietsen in hun omgeving een duidelijk middel hier zelf iets mee te doen. Tot slot voelen bewoners zich mogelijk meer aangesproken door hun medebewoners om iets aan hun afgedankte fiets te doen, dan door het stadsdeel. Er zijn twee aandachtspunten bij deze vorm van handhaving: - het inbouwen van de zekerheid dat alle fietsen ook daadwerkelijk twee weken zijn gestickerd voordat ze geknipt worden. De handhavers zullen nog steeds zelf moeten stickeren. De bewonersstickers zijn daarmee niet het juridische middel, maar dienen als seintje richting fietseigenaren, en als duidelijk zichtbaar hulpmiddel voor de handhavers. - de mogelijkheid dat niet zichtbaar verwaarloosde fietsen, maar juiste fietsen die er nog goed uit zien, gestickerd worden en worden verwijderd. Als een gebied niet is aangewezen als gebied met parkeerduurbeperking, mogen goed uitziende fietsen, ook al staan deze er langer dan twee weken ongebruikt, niet worden verwijderd. Aangezien het instellen van een parkeerduurbeperking niet wenselijk is in een woonstraat, moet hier goed op gelet worden. Hiervan moeten ook bewoners op de hoogte worden gebracht omdat zij moeten snappen waarom bepaalde fietsen, ondanks dat ze door bewoners worden gestickerd, misschien toch niet worden verwijderd. Actie: Afhankelijk van uitkomsten project Govert Flinckstraat mogelijk uitrol bewoner stickeractie richting andere drukke buurten met actieve bewoners. 26

27 5 Fietsparkeerknelpunten 5.1 De Noord-Pijp Ontwikkelingen in de Noord-Pijp De Noord-Pijp krijgt met de komst van de Noord-Zuid lijn twee metro-ingangen op de Ferdinand Bolstraat. Niet alleen zorgt de nieuwe metrolijn voor meer verkeer, ook zal het de wijk een extra economische boost geven, waardoor ook extra bezoek verwacht wordt die níet met de metro komen. Meer fietsparkeerplekken zijn noodzakelijk, maar ook meer ruimte op de stoep voor alle bezoekers. Een andere ontwikkeling is de realisatie van ondergrondse afvalcontainers in de komende jaren. In de Noord-Pijp met zijn smalle straten komen deze voor een groot deel te liggen op de koppen van de straten omdat anders de ophaalwagen hier moeilijk bij kan. De koppen waar nu ook vaak fietsenrekken staan. De ondergrondse parkeergarage Boerenwetering (met als het gevolg het verdwijnen van autoparkeerplaatsen in de openbare ruimte) is in ontwikkeling en dit zal samen met de overige ontwikkelingen leiden tot een ander verkeerscirculatieplan. Dit plan zorgt mogelijk voor enkele doodlopende straten die voor een deel gebruikt kunnen worden (afhankelijk van de locatie) voor fietsparkeren. Kortom: In de Noord-Pijp, met name het westelijke deel, zijn heel veel ruimtelijke ontwikkelingen gaande, die allemaal invloed hebben op elkaar en de schaarse openbare ruimte. In alle plannen dient rekening gehouden worden met de realisatie van voldoende fietsparkeerplekken, als onderdeel van het realiseren van een bereikbare en leefbare Noord-Pijp. Actie: In de ruimtelijke plannen die in de komende járen worden uitgevoerd, (herinrichting openbare ruimte ihkv verdwijnen autoparkeerplaatsen OR vanwege de Boerenwetering, gewijzigde verkeerscirculatie) fietsparkeren zwaarwegende aandacht geven. 27

28 5.1.2 Knelpuntlocaties Uitsnede uit plattegrond bij de enquête fietsparkeren Zuid: knelpuntenlocaties aangewezen door geënquêteerden. De Noord-Pijp heeft het grootste fietsparkeerprobleem van Zuid. Met zijn centrumfunctie en smalle straatjes, het Quartier Latin van Amsterdam, kan dat bijna niet anders. Bewoners klikken door de hele Noord-Pijp locaties aan die ze als knelpunt ervaren. Locaties die eruit springen zijn de Ferdinand Bolstraat inclusief Picoplein en Marie Heinekenplein (hier wordt een apart plan van aanpak voor opgesteld, zie ook 1.3), de Eerste van der Helststraat tot en met het Gerard Douplein, en een klein cluster op de hoek Van Woustraat / Hemonyplein. Aangedragen oplossingen zijn beboeten van hinderlijk parkeren, meer rekken en meer wrakken/weesfietsen verwijderen. Om het gebied in het geheel te ontlasten wil het stadsdeel rondom het gebied extra ruimte voor fietsparkeren. Dit om fietsers een alternatief te bieden voordat ze drukke locaties als Picoplein of Gerard Douplein bereiken. Te denken valt aan het Marie Heinekenplein, de westzijde van de Albert Cuypstraat en het Sarphatipark. Op dit moment zijn er nog stallingsplekken op de Albert Cuypstraat voor de Etos. Deze worden in de toekomst, bij de afronding van de werkzaamheden, verwijderd omdat hier een tramhalte komt. Dán is er de mogelijkheid om meer fietsrekken westelijk te plaatsen. Dit zou ten koste gaan van autoparkeerplekken, maar gezien de ontwikkeling van de Boerenweteringgarage, kan dit worden gecompenseerd. 28