Het stelsel van degressieve opbouw. Martin Jonk Bachelorscriptie Studierichting: Actuariële Wetenschappen Begeleider: Agnes Joseph

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het stelsel van degressieve opbouw. Martin Jonk Bachelorscriptie Studierichting: Actuariële Wetenschappen Begeleider: Agnes Joseph"

Transcriptie

1 Het stelsel van degressieve opbouw Martin Jonk Bachelorscriptie Studierichting: Actuariële Wetenschappen Begeleider: Agnes Joseph

2 Inhoud 1. Inleiding Van doorsnee opbouw naar degressieve opbouw Het Nederlandse pensioenstelsel Pensioenregelingen De doorsneepremie Het stelsel van degressieve opbouw Overgang naar het stelsel van degressieve opbouw Opzet eigen onderzoek Overlevingstafels Rentetermijnstructuur Actuariële factoren Aanspraken Resultaten en analyse Overgangskosten Compensatie tot pensioenambitie Resultaten bij een willekeurig pensioenfonds Het opbouwpercentage onder degressieve opbouw Conclusie Bibliografie Bijlage... 17

3 1. Inleiding In januari 2010 presenteerde de commissie Goudswaard haar rapport Een sterke tweede pijler. In dit rapport onderzoekt de commissie de toekomstbestendigheid van de aanvullende pensioenen in Nederland. Volgens de commissie behoort het huidige Nederlandse pensioenstelsel tot een van de beste ter wereld. Het pensioenstelsel is echter niet voorbereid op de toekomst omdat door de vergrijzing en de stijgende levensverwachting de kosten in de toekomst flink zullen stijgen. In het verleden zijn al een aantal veranderingen doorgevoerd om de financiële houdbaarheid van de pensioenfondsen te verbeteren. Zo is in het begin van deze eeuw overgestapt van de eindloonregeling naar de voorwaardelijk geïndexeerde middelloonregeling. De indexatie van de opgebouwde rechten en de uitkeringen werd afhankelijk gemaakt van de dekkingsgraad van de pensioenfondsen (Goudswaard, Beetsma, Nijman & Schnabel, 2010, p ). In het rapport van de commissie wordt besproken welke veranderingen in de toekomst doorgevoerd moeten worden om te zorgen dat het Nederlandse pensioenstelsel bestand is tegen de toekomst. De doorsneepremie heeft als gevolg dat waardeoverdrachten ontstaan tussen deelnemers, dit kan volgens de commissie Goudswaard het pensioenstelsel kwetsbaar maken (Goudswaard, Beetsma, Nijman & Schnabel, 2010, p. 77). Er wordt bij pensioenfondsen een gelijk premiepercentage gehanteerd voor alle deelnemers, terwijl de actuarieel eerlijke premie voor jongeren lager is dan die voor ouderen omdat zij langer rendement over het ingelegde bedrag genieten. Jongeren betalen daardoor meer premie dan nodig is voor de aanspraak die ze opbouwen. Deelnemers die op latere leeftijd zelfstandig ondernemer worden hebben hier nadeel van. Zij betalen op jonge leeftijd te veel premie in verhouding met de rechten die ze opbouwen. Als ze daarna zelfstandige worden bouwen ze geen aanspraken meer op in het pensioenfonds en kunnen ze niet meer profiteren van de goedkope pensioenopbouw voor ouderen. Grote overdrachten van jong naar oud kunnen het draagvlak van het pensioenstelsel in gevaar brengen. De commissie Goudswaard beveelt daarom aan dat een stelsel van degressieve opbouw onderzocht wordt. De verplichte deelname dient bij dit stelsel gehandhaafd te worden. Bij een stelsel van degressieve opbouw zal er voor alle deelnemers nog steeds een gelijk premiepercentage gehanteerd worden, de opbouw zal echter afhankelijk worden gemaakt van de leeftijd. Dit wordt dan gelijk aan datgene wat actuarieel eerlijk is, op jonge leeftijd wordt daardoor meer opgebouwd. Dit type stelsel is nu niet mogelijk omdat volgens artikel 17 van de Pensioenwet de opbouw tijdsevenredig moet verlopen (Goudswaard, Beetsma, Nijman & Schnabel, 2010, p. 78). 1

4 In dit werkstuk wordt onderzocht wat de gevolgen zijn van de keuze voor een stelsel van degressieve opbouw. Er wordt berekend wat de kosten zijn van de overgang naar het stelsel van degressieve opbouw en op welke wijze deze overgang mogelijk gemaakt kan worden. Verder wordt er gekeken hoe afhankelijk de opbouwpercentages onder het stelsel van degressieve opbouw zijn van de rente en overlevingskansen. De berekeningen zijn beperkt tot het ouderdomspensioen van mannen. In paragraaf 2 wordt een literatuuronderzoek gedaan. Paragraaf 3 bevat de opzet van het onderzoek, hier wordt beschreven hoe de berekeningen voor het beantwoorden van de onderzoeksvraag opgezet zijn. De resultaten en analyse daarvan staan in paragraaf 4. Paragraaf 5 bevat de conclusie met de antwoorden op de verschillende deelvragen. 2

5 2. Van doorsnee opbouw naar degressieve opbouw Eerst wordt beschreven hoe het huidige Nederlandse pensioenstelsel werkt en welke pensioenregelingen er zijn. Daarna wordt bekeken wat de voordelen en nadelen zijn van de huidige doorsneepremie in combinatie met doorsnee opbouw. Ten slotte bespreken we de voordelen en nadelen van het stelsel van degressieve opbouw en hoe de overgang plaats zou kunnen vinden. 2.1 Het Nederlandse pensioenstelsel Het doel van het Nederlandse pensioenstelsel is om de deelnemers van een inkomen te voorzien in de jaren na de pensioengerechtigde leeftijd. De ambitie voor de pensioenuitkering is 70% van het laatstverdiende loon. Het Nederlandse pensioenstelsel bestaat volgens de commissie uit drie zogenoemde pijlers (Goudswaard, Beetsma, Nijman & Schnabel, 2010, p. 9-16). De eerste pijler is het basispensioen. Dit is geregeld in de Algemene Ouderdomswet (AOW). Het doel van deze wet is om ouderen een minimuminkomen te garanderen. De aanspraak op dit jaarlijks vastgestelde pensioen wordt gelijkmatig opgebouwd tussen 15 en 65 jaar door woonachtig te zijn in Nederland. Iemand die een tijd in het buitenland heeft gewoond, bouwt daardoor geen volledige AOW-aanspraak op. De AOW wordt gefinancierd op basis van het omslagstelsel. Over de eerste twee schijven van de inkomstenbelasting wordt een premie geheven voor de AOW. Gepensioneerden betalen hier vanaf 2011 ook steeds meer aan mee. De tweede belastingschijf wordt beperkt geïndexeerd zodat gepensioneerden sneller in de derde schijf terecht komen waardoor ze dan meer belasting betalen. De tweede pijler betreft het aanvullende pensioen via de werkgever. De opbouw van dit pensioen is vastgelegd in het arbeidsvoorwaardencontract. Als er een pensioenfonds is voor een bedrijfstak moeten alle werkgevers in deze bedrijfstak hun werknemers hier aan laten deelnemen, de zogenaamde verplichtstelling. Door deze verplichtstelling bouwt het merendeel van de Nederlanders aanvullend pensioen op. De kosten van het aanvullende pensioen komen voor rekening van de werkgever en vaak ook gedeeltelijk voor de werknemer. Zelfstandig ondernemers bouwen geen pensioen op in deze pijler en moeten zelf hun pensioen regelen in de derde pijler. In de derde pijler kan de deelnemer een vrijwillig pensioen opbouwen. Dit is een individuele keuze, nadelen hiervan zijn hogere uitvoeringskosten en minder solidariteit. Er is sprake van minder solidariteit omdat verzekeraars niet verplicht zijn klanten te accepteren en omdat ze onderscheid kunnen maken in hoeveel premie iemand moet betalen. Bij de aanvullende pensioenen is onderscheid te maken tussen Defined Benefit (DB) en Defined Contribution (DC). Bij DB-regelingen (eindloon, middelloon) is sprake van een gegarandeerde uitkering op de pensioenleeftijd. De uitkering vanaf de pensioenleeftijd is afhankelijk van het loon, het opbouwpercentage en het aantal dienstjaren. Bij DC-regelingen is alleen een premiepercentage 3

6 afgesproken. Van het ingelegde bedrag kan dan op de pensioenleeftijd een lijfrente gekocht worden. Bij deze laatste regeling wordt het risico dus neergelegd bij de deelnemer. 2.2 Pensioenregelingen Van de pensioensoorten die zijn beschreven in de vorige subparagraaf kwam tot het begin van deze eeuw de eindloonregeling het meest voor. Als gevolg van de dotcomcrisis is er overgestapt naar de middeloonregeling. In 2009 had meer dan 90% van de deelnemers een middelloonregeling (Goudswaard, Beetsma, Nijman & Schnabel, 2010, p. 15). Bij de eindloonregeling bouwt een deelnemer jaarlijks een aanspraak op van 1,75% (maximaal 2%) van het laatstverdiende loon. Na een diensttijd van 40 jaar kan een deelnemer dus aanspraak maken op 70% van het laatstverdiende loon. Deze 70% is inclusief de AOW, daarmee wordt rekening gehouden door aftrek van de franchise van het loon. Het grootste nadeel van dit systeem is dat het pensioen alleen gebaseerd is op het laatstverdiende salaris. Een salarisstijging betekent dat er over alle voorgaande jaren een stijging van de opbouw nodig is. De kosten hiervan worden de backservice genoemd. Omdat er sprake is van een doorsneepremie wordt door alle deelnemers meebetaald aan deze backservice. Dit systeem is gunstig voor deelnemers die op latere leeftijd een steil carrièreverloop hebben. Dit gaat echter ten koste van deelnemers met een vlak salarisverloop, zij betalen jaarlijks te veel premie. Naarmate een deelnemer ouder wordt, wordt ook de backservice steeds groter. Bij sterk stijgende salarissen kan dit erg hoge kosten met zich meebrengen. Mede hierdoor is afgestapt van de eindloonregeling ten gunste van de middelloonregeling. Bij de huidige middelloonregeling met voorwaardelijke indexatie wordt elk jaar hetzelfde vastgestelde percentage opgebouwd. Meestal is dit tussen de 2% en 2,25% (maximale opbouwpercentage in een middelloonregeling). Bij 40 dienstjaren bouwt een deelnemer dan ongeveer 80 tot 90% van het gemiddeld verdiende loon op (inclusief AOW). Dit zou overeen moeten komen met ongeveer 70% van het laatst verdiende loon. Omdat de aanspraak is gebaseerd op het gemiddelde loon moet deze geïndexeerd worden, de reële waarde van het loon neemt namelijk in het verloop van de tijd af als gevolg van inflatie. De indexatie is meestal afhankelijk gemaakt van de financiële positie van het pensioenfonds, bij een te lage dekkingsgraad wordt er niet geïndexeerd. Indien de dekkingsgraad daarna weer op een voldoende hoog niveau staat kan de indexatie alsnog worden toegekend. 4

7 2.3 De doorsneepremie Voor de financiering van het pensioen wordt vaak een doorsneepremie geheven. Elke actieve deelnemer betaalt hetzelfde percentage over de pensioengrondslag (pensioengevend salaris minus franchise). Alle deelnemers krijgen dan hetzelfde opbouwpercentage. Dit heeft tot gevolg dat er veel subsidiëring tussen de deelnemers ontstaat. Bonekamp (2007) noemt een aantal vormen van solidariteit in zijn artikel herverdeling in het ouderdomspensioen. Hieronder staan een paar van de door hem genoemde vormen van solidariteit. Vrouwen hebben een hogere levensverwachting dan mannen. Door de doorsneepremie ontstaat een subsidiëring van vrouwen door mannen. Jongere deelnemers betalen meer aan premie dan de rechten die ze opbouwen, kosten. Oudere deelnemers betalen juist minder premie dan wat ze actuarieel gezien, zouden moeten betalen. Werknemers die op latere leeftijd een steil carrièreverloop hebben. Omdat zij op jonge leeftijd een relatief laag salaris hebben, betalen ze dan een lage premie (in euro s ). Als ze later een steiler carrièreverloop dan gemiddeld hebben profiteren ze daarvan omdat ze dan een grotere jaarlijkse opbouw genieten tegen de lagere kosten. Hoger opgeleiden hebben een hogere gemiddelde levensverwachting dan lager opgeleiden. Zij profiteren dus van de doorsneepremie ten koste van de lager opgeleiden. Het verschil in levensverwachting tussen een hoog opgeleide man en een laag opgeleide man is bijna 5 jaar. Dit zorgt voor grote blijvende overdrachten. Dit wordt echter wel enigszins beperkt doordat mensen binnen een bedrijfstakpensioenfonds vaak dezelfde opleiding hebben. Werknemers die op latere leeftijd zelfstandig ondernemer worden kunnen niet profiteren van de relatief lage premie op hogere leeftijd. Zij moeten dan zelf hun pensioen regelen en betalen dan een hogere premie. Het zijn de laagopgeleide mannen met een vlak salarisverloop die het meeste nadeel van de doorsneepremie hebben. Dit is volgens de commissie Goudswaard een ongewenste vorm van solidariteit, omdat dit de institutionele toekomstbestendigheid van het pensioenstelsel in gevaar kan brengen. Wanneer bepaalde groepen blijvend benadeeld worden, zullen zij niet meer aan de regeling mee willen doen. Een voordeel van de doorsneepremie is dat voor alle bedrijven binnen een bedrijfstakpensioenfonds dezelfde premiedruk geldt ongeacht de leeftijd van hun werknemers. Hierdoor is het voor bedrijven niet mogelijk om de pensioenkosten te verlagen door werknemers te selecteren op basis van hun leeftijd (Boeijen, Jansen, Kortleve, & Tamerus, 2006, p ). 5

8 2.4 Het stelsel van degressieve opbouw De commissie Goudswaard stelt dat er een alternatief is voor de huidige doorsneesystematiek en zijn verschillende vormen van solidariteit. De doorsneepremie zou gekoppeld kunnen worden aan een stelsel van degressieve opbouw (Goudswaard, Beetsma, Nijman, & Schnabel, 2010, p ). Hierbij wordt de opbouw leeftijdsafhankelijk gemaakt. Voor de jongere deelnemers liggen de uitkeringen verder in de toekomst, daardoor kunnen de opgebouwde rechten relatief meer verdisconteerd worden. Op jongere leeftijd wordt dan procentueel meer opgebouwd. Omdat ervoor gekozen is om vast te houden aan de doorsneepremie betekent dit dat de procentuele opbouw van de pensioenaanspraken op jonge leeftijd hoger is en op oudere leeftijd lager. Er is geen sprake meer van teveel betalen op jonge leeftijd en te weinig op latere leeftijd. In de vorige subpargraaf zijn een aantal vormen van ongewenste solidariteit besproken. Het stelsel van degressieve opbouw vermindert een aantal van deze vormen. Laagopgeleide deelnemers beginnen veelal eerder met werken. Zij zullen dus profiteren van de hoge opbouw op jonge leeftijd, ze hoeven niet meer mee te betalen aan de dure opbouw van oudere hoogopgeleiden. Verder worden mensen met een steil carrièreverloop niet meer gesubsideerd door deelnemers met een vlak carrièreverloop. De nadelige effecten voor mensen die later zelfstandig ondernemer worden verdwijnen, dit verbetert mede de mobiliteit op de arbeidsmarkt. Een nadeel van het stelsel van degressieve opbouw is dat het uitstellen van de pensioenleeftijd minder oplevert dan nu het geval is. Het inkopen van aanspraken is relatief duur voor een deelnemer die dicht bij de pensioenleeftijd zit, met hetzelfde bedrag aan premie kan er daardoor minder ingekocht worden. Bovenberg en Boon (2010) laten in een berekening echter zien dat het effect op het uistellen van het pensioen klein is. Het uitstellen van de pensioenleeftijd met één jaar levert een verhoging van de aanspraak op van ongeveer 8%, hiervan is 2% afkomstig van de extra opbouw en 6% van de kortere uitkeringsperiode. Bij een overgang naar degressieve opbouw is de opbouw ongeveer 1% op 65-jarige leeftijd en levert het uitstellen van het pensioen voor één jaar in totaal nog steeds 7% verhoging van de aanspraak op (Bovenberg & Boon, 2010, p25-26). De invoering van dit stelsel kan echter wel een probleem zijn; er moet namelijk een aanzienlijk bedrag beschikbaar gesteld worden voor de overgang. Als het systeem van degressieve opbouw wordt ingevoerd zouden de deelnemers ouder dan 45 veel toekomstige opbouw mislopen. Daarom zal er voor bepaalde deelnemers een compensatieregeling ingevoerd moeten worden. Boeijen, Jansen, Kortleve, & Tamerus (2006, p. 161) hebben berekend dat dit voor pensioenfonds PGGM maximaal 19,5% van de dekkingsgraad zal kosten. Voor dit pensioenfonds is de overstap echter relatief duur omdat de gemiddelde leeftijd rond de 45 ligt. Rond die leeftijd ligt het omslagpunt van te veel betalen voor de opgebouwde aanspraak en te weinig betalen voor de opgebouwde aanspraak. 6

9 2.5 Overgang naar het stelsel van degressieve opbouw Bovenberg en Boon (2010, p ) stellen in Now is the time voor om de overgang naar het stelsel van degressieve opbouw tegelijkertijd met een ophoging van de AOW-leeftijd van 65 naar 67 te laten plaatsvinden. Tussen 2015 en 2026 zou elk jaar de pensioenleeftijd met twee maanden worden verhoogd. Deze versobering van de AOW brengt ook voor pensioenfondsen een kostenbesparing met zich mee omdat zij om fiscale redenen dezelfde pensioenleeftijd hanteren. Die kostenbesparing kan volgens Bovenberg en Boon gebruikt worden voor de overgang naar het systeem van degressieve opbouw. De generatie die het meest te verliezen heeft bij een overstap naar degressieve opbouw is de generatie die nu ongeveer 45 jaar is. Zij hebben hun hele leven teveel premie betaald voor wat ze opbouwen en zouden door de overstap niet meer kunnen profiteren van de goedkope opbouw op latere leeftijd. Zij komen na invoering van het stelsel van degressieve opbouw uit op ongeveer 85% van de pensioenambitie. Hierbij maken Bovenberg en Boon nog wel het voorbehoud dat dit minder is voor deelnemers die iets ouder zijn omdat zij vroeger aanspraken hebben opgebouwd onder het eindloonstelsel. In dit stelsel stijgt de opbouw mee met de salarisstijgingen van de deelnemer waardoor de aanspraken die op jonge leeftijd zijn opgebouwd meer waard zijn dan wanneer ze zouden zijn opgebouwd onder een middelloonstelsel (Bovenberg & Boon, 2010, p ). Hierdoor halen de groepen die in 2015 ouder zijn dan 53 jaar zonder compensatie toch hun pensioenambitie (Bovenberg & Boon, 2010, p. 49). Verder rekenen ze af met de stelling dat het stelsel van degressieve opbouw strijdig is met het recht op gelijke behandeling. Pensioenopbouw van twee deelnemers met verschillende leeftijden kun je namelijk niet vergelijken. Door de actuariële waarde van de pensioenopbouw te bepalen is dit wel mogelijk (Bovenberg & Boon, 2010, p ). In het huidige stelsel is sprake van een omslagelement. De premies die jonge deelnemers inleggen worden deels gebruikt om de opbouw van oudere deelnemers te financieren. Door de overstap naar degressieve opbouw wordt dit omslagelement uit de premie gehaald en kan er een verlaging van de premie plaatsvinden. Volgens Bovenberg en Boon zou er eventueel de eerste jaren voor gekozen kunnen worden deze besparing te gebruiken voor compensatie voor bepaalde leeftijdsgroepen (Bovenberg & Boon, 2010, p. 49). Het probleem bij de overgang naar het stelsel van degressieve opbouw is dus dat dit een grote kostenpost met zich meebrengt. In de volgende paragrafen wordt berekend hoe hoog deze kosten zijn en of deze wegvallen tegen de opbrengsten van een verhoging van de pensioenleeftijd. In de volgende paragraaf worden de grondslagen waar de berekeningen op gebaseerd zijn beschreven. Paragraaf 4 bevat de resultaten van deze berekeningen. 7

10 3. Opzet eigen onderzoek In deze paragraaf worden de gegevens die worden gebruikt bij de berekening beschreven. Eerst worden de gehanteerde overlevingstafel en de rentetermijnstructuur beschreven. Daarna wordt beschreven hoe de actuariële factor is berekend en welke aanspraken er gebruikt zijn. De vergelijkingen van de verschillende scenario s zijn beperkt tot het ouderdomspensioen van mannen. 3.1 Overlevingstafels De te gebruiken overlevingstafels zijn afkomstig van het Actuarieel Genootschap (AG). In 2007 heeft het AG een prognosetafel gepubliceerd, de AG Zij heeft een trend in de sterftecijfers vastgesteld en op basis daarvan zijn de sterftecijfers voor de toekomst bepaald. De overlijdenskans is daardoor behalve afhankelijk van de leeftijd ook afhankelijk van het jaar waarin die leeftijd bereikt wordt. De prognosetafel wordt daardoor als het ware diagonaal doorlopen. De in de laatste jaren waargenomen sterftecijfers zijn lager dan de door het AG voorspelde cijfers, daarom is er besloten om een nieuwe prognosetafel te ontwikkelen. Deze nieuwe prognosetafel, AG , is gepubliceerd in augustus Rentetermijnstructuur In het verleden werd er voor de bepaling van de verplichtingen van pensioenfondsen vaak gerekend met een rekenrente van 4%. Door strengere regelgeving zijn pensioenfondsen nu verplicht dit waarderen te doen op basis van de actuele marktrente. Hiertoe publiceert De Nederlandsche Bank (DNB) maandelijks de nominale rentetermijnstructuur. Deze rentetermijnstructuur bestaat uit de spot rates voor de komende 60 jaar. De spot rate is de gemiddelde jaarlijkse rente gedurende de looptijd. DNB publiceert de rente voor de eerste 60 jaar, maar de pensioenverplichtingen kunnen verder dan 60 jaar in de toekomst liggen. Daarom wordt de rente na 60 jaar constant houden. Omdat de spot rate de gemiddelde jaarlijkse rente is over de looptijd, moet dit eerst worden omgerekend 5,0% 4,0% 3,0% 2,0% 1,0% 0,0% Figuur 1: De rentetermijnstructuur. RTS Spote rate Forward rate t naar de rente van jaar tot jaar. De rente van jaar tot jaar wordt de forward rate genoemd en is te bepalen met de formule: geldt dat. waarbij voor 8

11 3.3 Actuariële factoren Om de contante waarde van de pensioenaanspraken te bepalen moeten de actuariële factoren berekend worden. Een actuariële factor voor een ouderdomspensioen geeft de contante waarde van één euro pensioenaanspraak die vanaf de pensioenleeftijd levenslang wordt uitbetaald. Hierbij wordt verondersteld dat de pensioenuitkeringen aan het begin van het jaar plaatsvinden. De factor wordt berekend door alle uitkeringen vanaf de pensioenleeftijd te verdisconteren met de overlevingskansen en de rentetermijnstructuur of rekenrente. Om de actuariële waarde van de aanspraak te berekenen moet de aanspraak vermenigvuldigd worden met de factor. De voorziening kan berekend worden door dit voor alle deelnemers te doen en vervolgens alle deze waarden te sommeren. De voorziening geeft de totale waarde van alle toekomstige pensioenuitkeringen van een pensioenfonds. Voor het berekenen van de factoren wordt gebruikgemaakt van de rentetermijnstructuur per 31 december Omdat de factoren, vooral bij jonge leeftijden, erg gevoelig zijn voor de rente worden de resultaten ook nog berekend met een rekenrente van 3%. 3.4 Aanspraken In het onderzoek wordt onderzocht wat het gevolg voor de voorziening is wanneer de pensioenleeftijd verhoogt wordt en het stelsel van degressieve opbouw wordt ingevoerd. Om dit te berekenen moet eerst vastgesteld worden hoe de aanspraken zijn verdeeld over de leeftijden. Op de website van DNB (De Nederlandsche Bank, 2011) zijn een aantal statistieken verzameld over pensioenfondsen. Zo is er voor alle bedrijfstakpensioenfondsen samen aangegeven hoeveel actieve deelnemers, gewezen deelnemers en gepensioneerden er zijn per leeftijdscohort. Deze deelnemersaantallen worden in de berekeningen gelijkmatig verdeeld over de leeftijden binnen de verschillende cohorten. Voor het bepalen van de opgebouwde rechten worden een aantal veronderstellingen gemaakt. Ten eerste wordt aangenomen dat alle deelnemers beginnen met werken wanneer ze 25 jaar oud worden en onafgebroken doorgaan tot 65 jaar. Verder wordt een startsalaris van aangenomen dat elk jaar stijgt met 1,5% vanwege carrièreontwikkeling. Inflatie wordt buiten beschouwing gelaten en de franchise wordt daarom niet geïndexeerd. Voor elke leeftijd kan nu de pensioengrondslag berekend worden, dit is namelijk het salaris minus de franchise van Onder de huidige regeling bouwt een deelnemer jaarlijks 2,25% van de pensioengrondslag op zodat hij op 65-jarige leeftijd een pensioen heeft ter waarde van 90% van zijn gemiddelde loon. De totale pensioenaanspraken per leeftijd worden verkregen door de deelnemersaantallen per leeftijd te vermenigvuldigen met de opgebouwde rechten per leeftijd. 9

12 De rechten die worden opgebouwd onder het stelsel van degressieve opbouw worden bepaald door de premie te delen door de actuariële factor. Op deze manier wordt de actuarieel eerlijke opbouw voor deze deelnemer verkregen. De volledige grondslagen staan in tabel 1 van de bijlage. 10

13 4. Resultaten en analyse In deze paragraaf worden de resultaten besproken. In de eerste twee subparagrafen worden de kosten van de overgang naar het stelsel van degressieve opbouw en de compensatieregeling gepresenteerd. De resultaten in de eerste twee subparagrafen zijn gebaseerd op de statistieken van DNB. In subparagraaf 3 worden dezelfde resultaten, maar dan voor een willekeurig pensioenfonds, besproken. Ten slotte wordt er in subparagraaf 4 besproken hoe gevoelig het opbouwpercentage is voor de rentestand en de overlevingstafels. 4.1 Overgangskosten Figuur 2 laat het verloop zien van de opgebouwde rechten voor een man die onafgebroken werkt tussen 25 en 65. Hier is aan te zien dat er onder het stelsel van degressieve opbouw gedurende het hele leven een hogere aanspraak is opgebouwd. Dit betekent dat de voorziening onder een stelsel van degressieve opbouw hoger is dan onder het huidige stelsel van doorsnee opbouw. 100,00% 80,00% 60,00% 40,00% Wanneer de pensioenleeftijd voor iedereen onmiddellijk verhoogd wordt naar 67 levert dat een besparing op ter waarde van ongeveer 13,2% van de voorziening van de actieven. Wanneer vervolgens het stelsel van degressieve opbouw wordt ingevoerd, heeft dat tot gevolg dat sommige deelnemers minder gaan opbouwen en daardoor hun pensioenambitie niet meer kunnen bereiken (zie figuur 3 in de bijlage). Als iedereen zodanig gecompenseerd wordt dat ze hetzelfde pensioen kunnen bereiken als onder het huidige stelsel, brengt dit een kostenpost met zich mee ter grootte van 13,1% van de voorziening voor de actieven. Deze kosten zijn dus nagenoeg gelijk aan de opbrengsten van een onmiddellijke verhoging van de pensioenleeftijd. Wanneer de berekeningen worden uitgevoerd met een rekenrente van 3% blijkt dat de onmiddellijke verhoging van de pensioenleeftijd 12,6% oplevert en de invoering van het stelsel van degressieve opbouw 13,5% kost. In dit geval zou de verhoging van de pensioenleeftijd niet genoeg opleveren om de overgang mogelijk te maken, maar omdat het verschil tussen de kosten zo klein is zal dit alsnog mogelijk zijn door op andere onderdelen kosten te besparen. 20,00% 0,00% Doorsnee opbouw Degressieve opbouw Figuur 2: Opgebouwde rechten als percentage van het gemiddelde loon. 11

14 In de praktijk zal een onmiddellijke verhoging van de pensioenleeftijd waarschijnlijk niet te realiseren zijn. Bovenberg en Boon stellen voor om vanaf 2015 elk jaar de pensioenleeftijd met twee maanden te verhogen ( 2010, p ). Dit zal echter niet zo veel opleveren als een onmiddellijke verhoging naar 67 voor iedereen. Bij het berekenen van de voorziening worden de factoren voor niet gehele pensioenleeftijden bepaald door lineair te interpoleren tussen gehele pensioenleeftijden. De opbrengsten van deze verhoging van pensioenleeftijd zijn 5,9% van de voorziening van de actieven. Dit is te weinig om alle deelnemers volledig te compenseren. Daarvoor is 13,1 procent van de voorziening vereist. 4.2 Compensatie tot pensioenambitie Uit de vorige subparagraaf blijkt dat volledige compensatie meer kost dan dat het langzaam laten stijgen van de pensioenleeftijd oplevert. Er is echter ook een alternatieve manier van compensatie mogelijk. Zoals aangegeven door Bovenberg en Boon heeft de iets oudere generatie nog een gedeelte van het pensioen opgebouwd onder het eindloonstelsel, daardoor zijn de aanspraken die opgebouwd zijn op jonge leeftijd met hun loon meegestegen (2010, p ). Het pensioen dat zij werkelijk hebben opgebouwd is daarom hoger dan verwacht zou worden op basis van opbouw onder het middelloonstelsel. Door deze groep volledig te compenseren voor toekomstige opbouw die ze missen, komen ze boven hun pensioenambitie uit. De alternatieve manier van compenseren is om alleen die groepen te compenseren die door de overgang naar het stelsel van degressieve opbouw hun pensioenambitie niet meer kunnen halen. Volgens Bovenberg en Boon zullen deelnemers die in 2015 ouder dan 53 zijn hun pensioenambitie van 90% van het gemiddelde loon zonder compensatie kunnen halen (2010, p. 49). Om de kosten van deze regeling te berekenen wordt ervoor gekozen om iedereen die ouder is dan 53 in 2015 niet en iedereen die jonger is dan 53 in 2015 volledig te compenseren voor de toekomstige opbouw die ze de door de overgang missen. Het uitvoeren van deze compensatieregeling kost 7,4% van de voorziening voor actieven. Deze 7,4% is enigszins een overschatting omdat voor deelnemers die jonger dan 53 zijn in 2015 de gehele toekomstige opbouw gecompenseerd wordt. Hierbij wordt een mogelijk gedeelte dat ze hebben opgebouwd onder een eindloonregeling niet in beschouwing genomen, zij kunnen daardoor alsnog boven hun pensioenambitie uitkomen. De werkelijke kosten zullen dus iets lager dan 7,4% liggen en deze compensatieregeling kan dus uitgevoerd worden in combinatie met de verhoging van de pensioenleeftijd tussen 2015 en 2026, die 5,9% opbrengt. In tabel 2 en 3 van de bijlage staan alle resultaten samengevat op basis van de rentetermijnstructuur van 31 december 2010 en op basis van een rekenrente van 3%. 12

15 4.3 Resultaten bij een willekeurig pensioenfonds Uit de vorige twee subparagrafen blijkt dat een overgang naar het stelsel van degressieve opbouw goed mogelijk is in combinatie met een verhoging van de pensioenleeftijd. Deze berekeningen zijn echter gebaseerd op een verdeling van de deelnemersaantallen zoals gegeven door de DNB en de veronderstelling dat iedereen onafgebroken werkt en dus ook onafgebroken pensioen heeft opgebouwd. Omdat dit in werkelijkheid niet het geval is, zijn de berekeningen ook nog uitgevoerd op basis van het opgebouwde ouderdomspensioenrechten van een willekeurig pensioenfonds. De resultaten hiervan zijn gegeven in tabel 4 en 5 in de bijlage. Deze resultaten vertonen geen opvallende afwijkingen met de resultaten uit de vorige twee subparagrafen. 4.4 Het opbouwpercentage onder degressieve opbouw Wanneer het stelsel van degressieve opbouw wordt ingevoerd zal het opbouwpercentage afhankelijk worden van de actuariële factor. Deze factor is erg gevoelig is voor veranderingen van de rente en de overlevingstafel. In deze subparagraaf wordt onderzocht hoe groot de gevolgen voor het opbouwpercentage zijn bij een verandering van de rente of de overlevingstafel. De opbouwpercentages zijn berekend op basis van een aantal verschillende rentetermijnstructuren en rentepercentages. In figuur 4 van de bijlage is te zien dat vooral de opbouwpercentages van jonge deelnemers erg gevoelig zijn voor de rente, zo is het opbouwpercentage van een 25-jarige tussen 31 december 2010 en 31 maart 2011 gestegen van circa 4% tot circa 4,75%. Figuur 5 geeft de gevolgen van een renteschok van een half procentpunt omhoog en omlaag. Om te zorgen dat het opbouwpercentage niet al te veel fluctueert, kan ervoor gekozen worden om gebruik te maken van een gedempte rente. Een gedempte rente is de gemiddelde rente over een bepaalde termijn, zoals 5 of 10 jaar. Deze methode wordt onder het huidige stelsel vaak gebruikt bij het vaststellen van de premie. Door het gebruiken van een gedempte rente zullen de opbouwpercentages minder hevig fluctueren als gevolg van veranderingen van de rente. Behalve voor de rente is het opbouwpercentage ook gevoelig voor de overlevingskansen. Omdat deze naar verwachting in de toekomst steeds beter worden heeft dit als gevolg dat de factoren groter worden en de opbouwpercentages lager. In figuur 6 zijn de gevolgen weergegeven van een overgang van de AG naar de AG Door deze verandering van de overlevingstafel zal het opbouwpercentage met ongeveer 10% dalen. Dit is alleen op te lossen door de pensioenleeftijd te verhogen of een hoger premiepercentage in te voeren. 13

16 5. Conclusie Uit de resultaten blijkt dat de kosten van een overgang naar het stelsel van degressieve opbouw ongeveer 13% van de voorziening bedragen. Een eenmalige verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 levert een kostenbesparing op die ongeveer gelijk is aan 13% van de voorziening. De kosten van de overgang naar het stelsel van degressieve opbouw kunnen daar dus door worden opgevangen. Een onmiddellijke verhoging van de pensioenleeftijd naar 67 is waarschijnlijk niet te realiseren. Daarom is ook het voorstel van Bovenberg en Boon doorgerekend. Een verhoging van de pensioenleeftijd tussen 2015 en 2026 waarbij elk jaar de pensioenleeftijd twee maanden hoger wordt levert 6% van de voorziening op. In 2015 kan dan ook het stelsel van degressieve opbouw ingevoerd worden waarbij alleen deelnemers die hun pensioenambitie niet meer kunnen halen, als gevolg van de invoering van het stelsel van degressieve opbouw, compensatie krijgen. Deze compensatie kost ongeveer 7% van de voorziening. Een overgang naar het stelsel van degressieve opbouw zou dus samen kunnen vallen met een verhoging van de pensioenleeftijd. Daarnaast blijkt dat de opbouwpercentages erg gevoelig zijn voor de rente. Dit kan echter verminderd worden door gebruik te maken van een gedempte rente. Omdat de actuariële factoren ook gevoelig zijn voor een stijging van de overlevingskansen wordt die meegenomen in de opbouwpercentages. Een stijgende levensverwachting leidt daarom bij gelijkblijvende premie en gelijkblijvende pensioenleeftijd tot lager opbouwpercentage en dus ook een lagere pensioenambitie. Het stelsel van degressieve opbouw kent veel voordelen ten opzichte van het huidige stelsel. Sommige vormen van ongewenste solidariteit verdwijnen of verminderen. Zo zullen laagopgeleiden die doorgaans op jonge leeftijd beginnen met werken onder het stelsel van degressieve opbouw een hoger, namelijk actuarieel eerlijk, pensioen opbouwen. Daarnaast zullen deelnemers die op oudere leeftijd zzp er worden of om andere redenen niet meer deelnemen aan een pensioenfonds een eerlijker pensioen overhouden. Dit verbetert de mobiliteit op de arbeidsmarkt. Een nadeel van het nieuwe stelsel is dat de prikkel om langer door te werken kleiner wordt, deze neemt echter maar met 12,5% af. De overheid zou de overgang naar het stelsel van degressieve opbouw mogelijk moeten maken, dit stelsel is eerlijker dan het huidige stelsel. Omdat het omslagelement uit de aanvullende pensioenen verwijderd wordt kan dan ook het premiepercentage omlaag. In juni 2011 is het pensioenakkoord bekend gemaakt. Vanaf 2020 zal de AOW-leeftijd naar 66 jaar gaan. Daarna wordt deze gekoppeld aan de levensverwachting. De AOW-leeftijd zal daardoor in 2025 naar 67 gaan. Dit akkoord is een stap in de goede richting, de koppeling van de AOW-leeftijd aan de levensverwachting betekent een verbetering voor de financiële houdbaarheid van het pensioenstelsel. Er wordt echter niets gedaan tegen de ongewenste solidariteit die het draagvlak van het pensioenstelsel in gevaar kan brengen. Als er was gekozen voor invoering van het stelsel van 14

17 degressieve opbouw had de compensatieregeling gefinancierd kunnen worden uit de kostenbesparing als gevolg van de verhoogde pensioenleeftijd. De vraag is echter in hoeverre de betrokkenen zouden instemmen met een overgang naar het nieuwe stelsel. De verhoging van de pensioenleeftijd is niet zonder veel weerstand ontvangen. Als de groep die 53 of ouder is in 2015 geen compensatie krijgt bij een overgang naar het stelsel van degressieve opbouw zal zij hier waarschijnlijk weinig begrip voor hebben. Dus hoewel dit het perfecte moment zou zijn voor een overgang naar het stelsel van degressieve opbouw is deze overgang waarschijnlijk politiek niet haalbaar. 15

18 Bibliografie Ambachtsheer, K. (2008). VS en Canada hebben interesse in goed pensioenstelsel. De actuaris, november, Ambachtsheer, K. (2008). Why We Need a Pension Revolution. Canadian Public Policy, Vol. XXXIV, Boeijen, T., Jansen, C., Kortleve, C., & Tamerus, J. (2006). Leeftijdsolidariteit in de doorsneepremie. In S. van der Lecq, & O. Steenbeek (Red.), Kosten en baten van collectieve pensioensystemen (pp ). Deventer: Kluwer. Bonekamp, J. (2007). Herverdeling in het ouderdomspensioen. Economisch Statistische Berichten, Bovenberg, L., & Boon, B. (2010). Now is the time, overstap naar degressieve pensioenopbouw nu wenselijk en mogelijk. NEA Paper 36. De Nederlandsche Bank. (2011). Toezichtgegevens pensioenfondsen. Opgeroepen op Mei 12, 2011, van De Nederlandsche Bank: Goudswaard, K., Beetsma, R., Nijman, T., & Schnabel, P. (2010). Een sterke tweede pijler. Den Haag: Commissie Toekomstbestendigheid Aanvullende Pensioenregelingen. Ponds, E. (2005). Individuele keuze in een collectief pensioen. VBA Journaal nr. 4, winter 2005, van Zijp, P., van Broekhoven, H., Attema, J., Roodenburg - Berkhout, L., de Mik, H., Schulteis, T., et al. (2010). Prognosetafel Utrecht: AG&AI. 16

19 Bijlage Gehanteerde grondslagen Sterftecijfers Rente AG prognosetafel met berekeningsjaar Rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door DNB. Startsalaris Salarisontwikkeling per jaar 1,50% Franchise Opbouwpercentage 2,25% Overig: -Deelnemers werken onafgebroken tussen 25 en 65. -Alle aanspraken zijn ouderdomspensioenaanspraken van mannen. -Deelnemersaantallen afkomstig van DNB, deelnemers aan bedrijfstakpensioenfondsen. Tabel 1: Gehanteerde grondslagen. 105,0% Bereikbare pensioenambitie zonder compensatieregeling 100,0% 95,0% 90,0% 85,0% 80,0% 75,0% Figuur 3: Bereikbare pensioenambitie bij overgang van middelloonstelsel met doorsneeopbouw naar middelloonstelsel met degressieve opbouw. Variant RTS Rekenrente 3% Pensioenleeftijd ,0% 100,0% Pensioenleeftijd 66 93,3% 93,6% Pensioenleeftijd 67 86,8% 87,4% Pensioenleeftijd 67 "vertraagd" 94,1% 94,1% Pensioenleeftijd 67 i.c.m volledige compensatie 99,9% 100,9% Pensioenleeftijd 67 vertraagd i.c.m volledige compensatie 107,2% 107,6% Pensioenleeftijd 67 vertraagd i.c.m alternatieve compensatieregeling 101,6% 102,0% Tabel 2: Voorzieningen van de verschillende varianten als percentage van de huidige voorziening. 17

20 Kosten en opbrengsten RTS Rekenrente 3% Verhoging pensioenleeftijd van 65 naar 67-13,2% -12,6% Volledige compensatie bij invoer degressieve opbouw 13,1% 13,5% Verhoging pensioenleeftijd van 65 naar 67, van 2015 tot 2026 elk jaar 2 maanden verhoging -5,9% -5,9% Compensatie voor deelnemers jonger dan 53 in 2015 bij invoer degressieve opbouw 7,4% 7,9% Tabel 3: Kosten van de verschillende verhogingen en compensatieregelingen als percentage van de huidige voorziening. Variant RTS Rekenrente 3% Pensioenleeftijd ,0% 100,0% Pensioenleeftijd 67 86,8% 87,4% Pensioenleeftijd 67 "vertraagd" 93,8% 93,8% Pensioenleeftijd 67 i.c.m volledige compensatie 100,3% 101,1% Pensioenleeftijd 67 vertraagd i.c.m alternatieve compensatieregeling 100,2% 100,3% Tabel 4: Voorzieningen als percentage van de huidige voorziening. De berekeningen zijn gebaseerd op werkelijke opgebouwde rechten van een willekeurig pensioenfonds. Kosten en opbrengsten RTS Rekenrente 3% Verhoging pensioenleeftijd van 65 naar 67-13,2% -12,6% Volledige compensatie bij invoer degressieve opbouw 13,5% 13,7% Verhoging pensioenleeftijd van 65 naar 67, van 2015 tot 2026 elk jaar 2 maanden verhoging -6,2% -6,2% Compensatie voor deelnemers jonger dan 53 in 2015 bij invoer degressieve opbouw 6,4% 6,5% Tabel 5: Kosten als percentage van de huidige voorziening. De berekeningen zijn gebaseerd op werkelijke opgebouwde rechten van een willekeurig pensioenfonds. 5,00% 4,50% 4,00% 3,50% 3,00% 2,50% 2,00% 1,50% 1,00% 0,50% 0,00% Figuur 4: Opbouwpercentages onder het stelsel van degressieve opbouw bij verschillende rentetermijnstructuren. 18

21 5,00% 4,50% 4,00% 3,50% 3,00% 2,50% 2,00% 1,50% 1,00% 0,50% 0,00% ,5% 3,0% 3,5% Figuur 5: Hier zijn de gevolgen te zien van een renteschok van 0,5% omhoog of 0,5% omlaag. 4,00% 3,50% 3,00% 2,50% 2,00% 1,50% 1,00% AG 2005 RR 3% AG 2010 RR 3% 0,50% 0,00% Figuur 6: In deze grafiek is te zien wat de gevolgen zijn van een overgang op de nieuwe sterftetafel. 19

WELKE PENSIOENREGELING IS TOEKOMSTBESTENDIG? Huidige regelingen & recente ontwikkelingen Stacey René & Hans Kennis.

WELKE PENSIOENREGELING IS TOEKOMSTBESTENDIG? Huidige regelingen & recente ontwikkelingen Stacey René & Hans Kennis. WELKE PENSIOENREGELING IS TOEKOMSTBESTENDIG? Huidige regelingen & recente ontwikkelingen Stacey René & Hans Kennis 29 oktober 2015 Agenda Welke pensioenstelsels zijn er? Wat is de houdbaarheid van het

Nadere informatie

Risicoverdeling en ambitieniveau in bestaande pensioencontracten

Risicoverdeling en ambitieniveau in bestaande pensioencontracten Risicoverdeling en ambitieniveau in bestaande pensioencontracten artikel Inleiding Reeds geruime tijd wordt een maatschappelijke discussie gevoerd over de toekomst van het Nederlandse pensioenstelsel.

Nadere informatie

Versobering van de fiscale pensioenopbouw

Versobering van de fiscale pensioenopbouw Versobering van de fiscale pensioenopbouw 1. Hoofdlijnen van het wetsvoorstel Als het aan het kabinet ligt, dan wordt het Witteveenkader op drie manieren aangepast: verhoging van de pensioenrichtleeftijd,

Nadere informatie

De fiscale aspecten van het pensioenakkoord: het is lastiger dan het lijkt. Workshop 9 mei 2012

De fiscale aspecten van het pensioenakkoord: het is lastiger dan het lijkt. Workshop 9 mei 2012 De fiscale aspecten van het pensioenakkoord: het is lastiger dan het lijkt Workshop 9 mei 2012 Programma De aanleiding en het pensioenakkoord op hoofdlijnen Aanpassingsmechanismes Fiscale pensioenkader

Nadere informatie

ALV CDAV Brabant 3 oktober 2015

ALV CDAV Brabant 3 oktober 2015 Vrouw en Pensioen anno 2015 e.v. Balans tussen werk, zorg en invloed ALV CDAV Brabant 3 oktober 2015 Mr. Caroline Jones Groeneweg RB Even voorstellen 3 pijlers Nederlands pensioenstelsel 3.Privé 2.De werkgever

Nadere informatie

3.4. Verplichtstelling en maximale hoogte van het pensioen

3.4. Verplichtstelling en maximale hoogte van het pensioen Bij een eindloonregeling bouwt u veel meer pensioen op als u gedurende uw werkzame leven behoorlijk carrière maakt (lees salarisstijgingen ontvangt). Want u ontvangt het pensioen over uw laatste en dus

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland

Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland Human Resources Stichting Pensioenfonds Nederland Toelichting Witteveenkader II en nieuw Financieel Toetsingskader 30 september 2014 kantoor Amsterdam Identifier Presentatie Seminar DNB 28 en 30 mei 2013

Nadere informatie

De doorsneepremie toegelicht

De doorsneepremie toegelicht Pensioenfederatie Prinses Margrietplantsoen 90 2595 BR Den Haag Postbus 93158 2509 AD Den Haag T +31 (0)70 76 20 220 info@pensioenfederatie.nl www.pensioenfederatie.nl De doorsneepremie toegelicht KvK

Nadere informatie

Een sterke tweede pijler Naar een toekomstbestendig stelsel van aanvullende pensioenen

Een sterke tweede pijler Naar een toekomstbestendig stelsel van aanvullende pensioenen Een sterke tweede pijler Naar een toekomstbestendig stelsel van aanvullende pensioenen Commissie Toekomstbestendigheid Aanvullende Pensioenregelingen Prof. dr. K.P. Goudswaard (voorzitter) Prof. dr. R.M.W.J.

Nadere informatie

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN

ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN ONDERWERP PRESENTATIE IS EEN STELSELWIJZIGING IN BELANG VAN U ALS DEELNEMER? GENOEMDE ONTWIKKELINGEN / PROBLEMEN OM ONS PENSIOEN STELSEL TE WIJZIGEN 1 GEVOLGEN DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELINGEN 2 REKENRENTE,

Nadere informatie

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen.

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Premiebeleid 1. Definities Kostendekkende Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Gedempte Premie gebaseerd op gemiddelde rente curves, waardoor de invloed van

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering

Nadere informatie

RBS pensioen update. Van premie tot pensioen

RBS pensioen update. Van premie tot pensioen RBS pensioen update Van premie tot pensioen Hoe is uw pensioen opgebouwd? Waarom zitten veel pensioenfondsen nu in de problemen? Hoe ziet de toekomst van pensioen in Nederland eruit? In deze RBS Pensioen

Nadere informatie

De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij

De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij De beschikbare premieregeling: de feiten op een rij 3 De beschikbare premieregeling In Nederland bestaan grofweg twee categorieën pensioenregelingen: beschikbare premieregelingen enerzijds en middelloon-

Nadere informatie

Tentamen Pensioenactuariaat 1, 18-1-2007

Tentamen Pensioenactuariaat 1, 18-1-2007 Tentamen Pensioenactuariaat 1, 18-1-2007 Op dit tentamen kun je 100 punten halen : 25 pt Opgave A, óf je eindcijfer van de opdrachten tijdens het collegeblok. Het maimum van de twee scores is geldig, dus

Nadere informatie

Gelden de kortingen op het pensioen per en voor beide regelingen?

Gelden de kortingen op het pensioen per en voor beide regelingen? Veelgestelde vragen DE KORTINGEN Gelden de kortingen op het pensioen per 1-9-2016 en 1-3-2017 voor beide regelingen? Ja, de kortingen gelden zowel voor de middelloon als de CDC regeling, ongeacht het afgesproken

Nadere informatie

NIEUWE PENSIOENREGELING VOOR MILITAIREN.

NIEUWE PENSIOENREGELING VOOR MILITAIREN. NIEUWE PENSIOENREGELING VOOR MILITAIREN. Dit onderhandelaarsresultaat bevat ook afspraken over een nieuwe pensioenregeling voor militairen. Als dit resultaat wordt goedgekeurd zal er per 1 januari 2019

Nadere informatie

Van gegarandeerd pensioen naar een pensioenspaarpot

Van gegarandeerd pensioen naar een pensioenspaarpot Van gegarandeerd pensioen naar een pensioenspaarpot Ons pensioenstelsel is van oudsher een stelsel dat voor werknemers zekerheden biedt. Met zekerheden wordt hier verstaan: de werknemer weet al ruim voor

Nadere informatie

Consequen;es WiDeveenkader en nftk

Consequen;es WiDeveenkader en nftk Consequen;es WiDeveenkader en nftk In opdracht van FNV- Kiem. Maatmensberekeningen die genera;e- effecten inzichtelijk maken. Drs. Diede Panneman AAG Drs. H. van Dijk AAG 10 oktober 2014 SV 2014 1000 Copyright

Nadere informatie

PENSIOENLEEFTIJD IN BEWEGING: HET SPEELVELD VAN DE OR Scoren met medezeggenschap. 18 mei 2017

PENSIOENLEEFTIJD IN BEWEGING: HET SPEELVELD VAN DE OR Scoren met medezeggenschap. 18 mei 2017 PENSIOENLEEFTIJD IN BEWEGING: HET SPEELVELD VAN DE OR Scoren met medezeggenschap 18 mei 2017 Montae Sinds 1997 Vestigingen in Rijswijk, Eindhoven en Willemstad (Curacao) 70 medewerkers Pensioenadvies aan

Nadere informatie

Een nieuwe pensioenregeling

Een nieuwe pensioenregeling Een nieuwe pensioenregeling De pensioenregeling van Pensioenfonds voor de Accountancy wordt per 1 januari 2015 aangepast. Het bestuur heeft inmiddels de hoofdlijnen van de nieuwe regeling vastgesteld.

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt bij pensionering.

Nadere informatie

7. Hoe zit het met eventuele negatieve effecten op het pensioen?

7. Hoe zit het met eventuele negatieve effecten op het pensioen? Antwoorden op vragen over nieuwe pensioenstelsel militairen Het onderhandelaarsresultaat van 20 augustus 2018 bevat afspraken over een nieuwe pensioenregeling voor militairen. Defensie heeft verschillende

Nadere informatie

Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari 2015. Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur

Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari 2015. Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur Nieuwe pensioenregeling vanaf 1 januari 2015 Jan Raaijmakers Aad van der Tak Michel Stok Voorzitter Manager Pensioenfonds Extern actuarieel adviseur Agenda 1. Rol klankbordgroep 2. Waarom een nieuwe pensioenregeling?

Nadere informatie

Wijziging CDC-regeling TBI

Wijziging CDC-regeling TBI Wijziging CDC-regeling TBI Voorlichtingssessie tijdens deelnemersvergadering Stichting Pensioenfonds TBI 18 november 2014 Copyright 2014 Sprenkels & Verschuren. Geen enkele reproductie van het document

Nadere informatie

- 1. afschaffing van doorsneepremiesystematiek

- 1. afschaffing van doorsneepremiesystematiek Aan de besturen van VNO-NCW, MKB, LTO, Bouwend Nederland, FNV, CNV, VCP, HZC Aan de leden van de commissie SZW en/of pensioenwoordvoerders politieke partijen 2 e Kamer 29 mei 2017 Mevrouw, Mijnheer, De

Nadere informatie

PRINCIPE-AKKOORD PENSIOEN VOOR DE TECHNIEK

PRINCIPE-AKKOORD PENSIOEN VOOR DE TECHNIEK PRINCIPE-AKKOORD PENSIOEN VOOR DE TECHNIEK Werknemers- en werkgevers-organisaties in de Metaal en Techniek en Metalektro, samenwerkend in de Stichting Vakraad Metaal en Techniek en de Stichting Raad van

Nadere informatie

De doorsneepremie ZO DENKEN WIJ ER OVER. De doorsneepremie. De doorsneepremie

De doorsneepremie ZO DENKEN WIJ ER OVER. De doorsneepremie. De doorsneepremie Zo denken wij er over is een uitgave van ABP Corporate Communicatie. Voor meer informatie verwijzen wij u naar www.abp.nl. september 2007 ZO DENKEN WIJ ER OVER Collectief versus individueel Juridische

Nadere informatie

1 Inleiding. Wanneer ga jij met pensioen Versie: 4 17-07-2015 Pagina: 3 van 7

1 Inleiding. Wanneer ga jij met pensioen Versie: 4 17-07-2015 Pagina: 3 van 7 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3 2 AOW-gerechtigde leeftijd... 4 2.1 Algemeen... 4 2.2 Verhoging van 65 naar 67... 4 2.3 Verdere verhoging op basis van de levensverwachting... 4 3 Pensioenleeftijd... 6 3.1

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. AT&T Pensioenreglement. Bijlage met tabellen

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. AT&T Pensioenreglement. Bijlage met tabellen Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland AT&T Pensioenreglement Bijlage met tabellen Versie 11 Inwerkingtreding 1 januari 2019 Goedgekeurd 14 december 2018 Tabellen Deze tabellen zijn geldig van 1 januari

Nadere informatie

BLAUWDRUK VOOR EEN TRANSPARANT, UITVOERBAAR EN TOEKOMSTBESTENDIG PENSIOENSTELSEL; POSITION PAPER AEGON NEDERLAND

BLAUWDRUK VOOR EEN TRANSPARANT, UITVOERBAAR EN TOEKOMSTBESTENDIG PENSIOENSTELSEL; POSITION PAPER AEGON NEDERLAND BLAUWDRUK VOOR EEN TRANSPARANT, UITVOERBAAR EN TOEKOMSTBESTENDIG PENSIOENSTELSEL; POSITION PAPER AEGON NEDERLAND I. Inleiding Al geruime tijd discussiëren we in Nederland over de toekomst van ons pensioenstelsel.

Nadere informatie

Pensioenactualiteiten

Pensioenactualiteiten Pensioenactualiteiten Medezeggenschap Waterbedrijven, Waterschappen, Netwerkbedrijven 16-05-2013 Agenda Dekkingsgraad en financiële positie fonds Wijzigingen in 2012 Ontwikkelingen en gevolgen voor ABP

Nadere informatie

7. Bouw ik nu meer/minder op? Bij Coop Pensioenfonds bouwt u 1,64% op (2016). Bij BPFL gaat u 1,875% opbouwen (2016).*

7. Bouw ik nu meer/minder op? Bij Coop Pensioenfonds bouwt u 1,64% op (2016). Bij BPFL gaat u 1,875% opbouwen (2016).* Beste lezer, Dit overzicht met veelgestelde vragen hebben wij opgesteld naar aanleiding van de brief d.d. 10 november 2016 over de liquidatie van Coop Pensioenfonds. Heeft u een vraag die hier niet tussenstaat

Nadere informatie

PENSIOEN ACTIE- EN AANDACHTSPUNTEN Hans Kennis. 24 september 2015

PENSIOEN ACTIE- EN AANDACHTSPUNTEN Hans Kennis. 24 september 2015 PENSIOEN ACTIE- EN AANDACHTSPUNTEN Hans Kennis 24 september 2015 Pensioen ALGEMEEN 1 e pijler OVERHEID AOW ANW 2 e pijler WERKGEVER Pensioen 3 e pijler ZELF Lijfrente Banksparen 2 Een jaar geleden... Pensioen

Nadere informatie

Ballast Nedam Pensioenfonds. Informatiebijeenkomst Premievrijen en gepensioneerden. Theo Bruijninckx 1 november 2004

Ballast Nedam Pensioenfonds. Informatiebijeenkomst Premievrijen en gepensioneerden. Theo Bruijninckx 1 november 2004 Ballast Nedam Pensioenfonds Informatiebijeenkomst Premievrijen en gepensioneerden Theo Bruijninckx 1 november 2004 Onderwerpen Agendapunt 1: Jaarverslag 2003 Overzicht 2003 Herstelplan 2002 Agendapunt

Nadere informatie

PENSIOEN: WELKE WIJZIGINGEN KOMEN ER AAN? Oktober 2013

PENSIOEN: WELKE WIJZIGINGEN KOMEN ER AAN? Oktober 2013 PENSIOEN: WELKE WIJZIGINGEN KOMEN ER AAN? Oktober 2013 Wie beslist? Werkgever & werknemers spreken nieuwe regeling af Pensioenfonds voert de regeling uit bestuurslid 2 Waar gaan we het over hebben? 1.

Nadere informatie

Update! WIJZIGINGEN PENSIOENREGELING PER 1 JANUARI 2015. bpfhibin.nl

Update! WIJZIGINGEN PENSIOENREGELING PER 1 JANUARI 2015. bpfhibin.nl Update! bpfhibin.nl stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de handel in bouwmaterialen December 2014 Kunt u uw werknemers uitleggen wat er per 1 januari 2015 is veranderd aan hun pensioen? WIJZIGINGEN

Nadere informatie

Wanneer ga jij met pensioen?

Wanneer ga jij met pensioen? Wanneer ga jij met pensioen? Inhoudsopgave Inleiding... 3 1 AOW-gerechtigde leeftijd... 4 1.1 Algemeen... 4 1.2 Verhoging van 65 naar 67... 4 1.3 Verdere verhoging op basis van de levensverwachting...

Nadere informatie

Bijlage I bij besluit CPP M inzake beschikbarepremieregelingen

Bijlage I bij besluit CPP M inzake beschikbarepremieregelingen Bijlage I bij besluit CPP2007-552M inzake beschikbare-premieregelingen 1 Bijlage I bij besluit CPP2007-552M inzake beschikbarepremieregelingen Aanwijzing als bedoeld in onderdeel 2.3 Staffels met uitgangspunten,

Nadere informatie

1. Definities Zuivere Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen.

1. Definities Zuivere Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Premiebeleid 1. Definities Zuivere Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen. Gedempte premie Premie gebaseerd op gemiddelde rente curves, waardoor

Nadere informatie

Heftige effecten van de versobering van het fiscale kader voor pensioenopbouw

Heftige effecten van de versobering van het fiscale kader voor pensioenopbouw Heftige effecten van de versobering van het fiscale kader voor pensioenopbouw Om inzicht te krijgen in wat de financiele gevolgen zijn voor de versobering van de pensioenopbouw vanaf 2014, inclusief het

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat u moet weten over uw pensioen Op het Uniform Pensioenoverzicht staan de bedragen die u ontvangt bij pensionering

Nadere informatie

Vragen & Antwoorden over BudgetControle

Vragen & Antwoorden over BudgetControle Vragen & Antwoorden over BudgetControle Wat is BudgetControle bij het Zwitserleven i-pensioen Middelloon? BudgetControle is een optie op het i-pensioen Middelloon. De overeengekomen Middelloonregeling

Nadere informatie

Vragen & Antwoorden over BudgetControle

Vragen & Antwoorden over BudgetControle Vragen & Antwoorden over BudgetControle Wat is BudgetControle bij het Zwitserleven i-pensioen Middelloon? BudgetControle is een optie op het i-pensioen Middelloon. De overeengekomen Middelloonregeling

Nadere informatie

Aanpassing pensioenregeling een must. Presentatie: Marcel Brussee / voorzitter SPH Kees Lekkerkerker / directeur HRM

Aanpassing pensioenregeling een must. Presentatie: Marcel Brussee / voorzitter SPH Kees Lekkerkerker / directeur HRM Aanpassing pensioenregeling een must Presentatie: Marcel Brussee / voorzitter SPH Kees Lekkerkerker / directeur HRM 1 Aanpassing pensioenregeling een must Inhoud Marcel Brussee: Achtergrond wijzigingen

Nadere informatie

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 90801 2509 LV Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE 2513AA22XA Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4

Nadere informatie

Pensioenen Oktober 2015

Pensioenen Oktober 2015 Pensioenen Oktober 2015 Agenda Waarom deze bijeenkomst? Waarom Pensioenfonds PGB? Pensioenregelingen 2016 Volgende stappen Vragen 2 Waarom deze bijeenkomst? Informeren over veranderingen op pensioengebied

Nadere informatie

INFOSESSIES PENSIOENEN - 20, 22 en 26 november Infosessies PENSIOENEN en 26 november door Peter Boonen en Jan Lodewijks

INFOSESSIES PENSIOENEN - 20, 22 en 26 november Infosessies PENSIOENEN en 26 november door Peter Boonen en Jan Lodewijks Infosessies PENSIOENEN 2012 20-22 en 26 november 2012 door Peter Boonen en Jan Lodewijks 1 AGENDA Toelichting huidige situatie Septemberpakket en Regeerakkoord Overleg met vakorganisaties Communicatie

Nadere informatie

WAAR EEN WIL IS, IS EEN WEG Afschaffen van de doorsneesystematiek: wie gaat dat betalen?

WAAR EEN WIL IS, IS EEN WEG Afschaffen van de doorsneesystematiek: wie gaat dat betalen? WAAR EEN WIL IS, IS EEN WEG Afschaffen van de doorsneesystematiek: wie gaat dat betalen? Dit position statement begint het vraagstuk van het afschaffen van de doorsneesystematiek aan de achterkant : vanuit

Nadere informatie

NIEUWE PENSIOENREGELING VOOR MILITAIREN.

NIEUWE PENSIOENREGELING VOOR MILITAIREN. NIEUWE PENSIOENREGELING VOOR MILITAIREN. Dit onderhandelaarsresultaat bevat ook afspraken over een nieuwe pensioenregeling voor militairen. Als dit resultaat wordt goedgekeurd zal er met terugwerkende

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. AT&T Pensioenreglement. Bijlage met tabellen

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. AT&T Pensioenreglement. Bijlage met tabellen Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland AT&T Pensioenreglement Bijlage met tabellen Versie 10 Inwerkingtreding 1 januari 2017 Goedgekeurd 10 februari 2017 Tabellen Deze tabellen zijn geldig van 1 januari

Nadere informatie

PENSIOEN Gemakkelijker kunnen we het...

PENSIOEN Gemakkelijker kunnen we het... PENSIOEN Gemakkelijker kunnen we het... Venlo, 29 februari 2012 Pensioen diverse actualiteiten 1. Wat houdt pensioenakkoord voor AOW in 2. Gevolgen voor pensioen 3. Hoe werkt uitstellen pensioendatum 4.

Nadere informatie

Pensioenregeling Stichting pensioenfonds Groothandel Vegro

Pensioenregeling Stichting pensioenfonds Groothandel Vegro Pensioenregeling Stichting pensioenfonds Groothandel Vegro december 2006 Paulien Siegman Redenen voor een nieuwe Pensioenwet Reden wijziging: veroudering en onoverzichtelijkheid PSW Nieuwe Pensioenwet

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN Voorzieningen en pensioenen (toets 2)

OEFENOPGAVEN Voorzieningen en pensioenen (toets 2) OEFENOPGAVEN Voorzieningen en pensioenen (toets 2) Opgave 1 Mevrouw H. (geb. datum 15-12-1960) bouwt sinds 1 januari 1983 pensioen op bij het pensioenfonds MPF, dat per 1 januari 2011 overgeschakeld is

Nadere informatie

Presentatie met uitleg per slide

Presentatie met uitleg per slide Presentatie met uitleg per slide 1 Terug- en vooruitblik In het principe cao-akkoord van december 2012 hebben we afspraken gemaakt over de noodzaak van een nieuwe en toekomstbestendige pensioenregeling

Nadere informatie

Bij de opstelling van de notitie is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de positie van de VCP, waarbij ANBO is aangesloten.

Bij de opstelling van de notitie is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de positie van de VCP, waarbij ANBO is aangesloten. 26 juni 2018 ANBO s visie op pensioen PA-26062018 w.reijn@anbo.nl Inleiding ANBO speelt een actieve rol in de pensioendiscussie. In deze position paper pensioenen staan de uitgangspunten die ANBO hanteert

Nadere informatie

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN?

WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN? WAT SPEELT ER ROND UW PENSIOEN BIJ SPUN? Bijeenkomst voor pensioengerechtigden Dick Vis, voorzitter Stichting Pensioenfonds Urenco Nederland 20 september 2016 Agenda 1. Samenvatting jaarverslag 2015 2.

Nadere informatie

Ballast Nedam Pensioenfonds. Deelnemersvergadering. Theo Bruijninckx 22 september 2004

Ballast Nedam Pensioenfonds. Deelnemersvergadering. Theo Bruijninckx 22 september 2004 Ballast Nedam Pensioenfonds Deelnemersvergadering Theo Bruijninckx 22 september 2004 Onderwerpen Agendapunt 4: Jaarverslag 2003 Overzicht 2003 Herstelplan 2002 Agendapunt 6: Wijziging bijsparen Agendapunt

Nadere informatie

Wet verhoging AOW en pensioenrichtleeftijd (Wet VAP) Verhoging AOW leeftijd vanaf 2013 Verhoging pensioenleeftijd vanaf 2014 Overgangsrecht?

Wet verhoging AOW en pensioenrichtleeftijd (Wet VAP) Verhoging AOW leeftijd vanaf 2013 Verhoging pensioenleeftijd vanaf 2014 Overgangsrecht? De Toekomst van pensioen VVPJ 26 februari 2013 Wet verhoging AOW en pensioenrichtleeftijd Aan welke knoppen kun je nog draaien? Nieuw premieovereenkomstenbesluit Ben Schuurman Wet verhoging AOW en pensioenrichtleeftijd

Nadere informatie

Zorgplicht en verantwoordelijkheid

Zorgplicht en verantwoordelijkheid Zorgplicht en verantwoordelijkheid Het pensioen van de DGA Frank van der Heijden, Pensioenspecialist Agenda Wetsvoorstel AOW Commissie Goudswaard Historie Pensioen BV Pensioenbewustzijn van de DGA Standaard

Nadere informatie

Een nieuwe pensioenregeling

Een nieuwe pensioenregeling Een nieuwe pensioenregeling Agenda Stand van zaken financiële situatie Pensioen in het kort Waarom is de pensioenregeling veranderd? Wat is er veranderd? Stand van zaken financiële situatie Dekkingsgraad?

Nadere informatie

JOUW PENSIOEN VERANDERT Jij kiest je pensioenregeling

JOUW PENSIOEN VERANDERT Jij kiest je pensioenregeling JOUW PENSIOEN VERANDERT Jij kiest je pensioenregeling INHOUD 2 Wie voert de pensioenregeling uit? Het pensioengebouw in Nederland De pensioenregelingen van RELX in Nederland Vergelijking CDC en IDC Welke

Nadere informatie

Overgang naar Bpf Detailhandel 27 September 2017

Overgang naar Bpf Detailhandel 27 September 2017 Overgang naar Bpf Detailhandel 27 September 2017 Agenda Overgang naar Pensioenfonds Detailhandel Aanleiding Uitgangspunten voor samenwerking Conclusies Besluit Sociale Partners In het kort: Pensioenfondsen

Nadere informatie

Via deze brief krijgt u verdere (achtergrond)informatie over de huidige situatie en wat dit voor uw pensioen betekent.

Via deze brief krijgt u verdere (achtergrond)informatie over de huidige situatie en wat dit voor uw pensioen betekent. Naam Adres Postcode + woonplaats Land ONDERWERP: SITUATIE PENSIOENFONDS ROCKWOOL EN MOGELIJKE VERLAGING VAN UW PENSIOEN BIJLAGEN: EVALUATIEMOMENTEN IN HERSTELPLAN, ONTWIKKELING DEKKINGSGRAAD, DEKKINGSGRAAD

Nadere informatie

Eén nieuw pensioen voor de Techniek

Eén nieuw pensioen voor de Techniek Eén nieuw pensioen voor de Techniek Vakbonden en werkgeversorganisaties (sociale partners) in de sectoren Metaal & Techniek en Metalektro zijn het op 25 september 2014 eens geworden over een nieuwe pensioenregeling

Nadere informatie

Welkom. Informatiebijeenkomst Unisys Combi Pensioen

Welkom. Informatiebijeenkomst Unisys Combi Pensioen Welkom Informatiebijeenkomst Combi Pensioen Oktober November 2012 Programma 1. SPUN 2. High lights presentatie 3. Huidige pensioenregeling 4. Nieuwe pensioenregeling ( Combi pensioen) 5. Maatmannen 6.

Nadere informatie

Deel 1: Afschaffing doorsneepremie fundamentele wijziging in pensioenstelsel

Deel 1: Afschaffing doorsneepremie fundamentele wijziging in pensioenstelsel Pagina 1 van 7 KABINET GAAT DOOR MET VERNIEUWING PENSIOENSTELSEL Minister Koolmees van SZW heeft in zijn brief van 1 februari 2019 aan de Tweede Kamer aangegeven welke stappen het kabinet wil zetten richting

Nadere informatie

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst> Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u inzicht in wat

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. AT&T Pensioenreglement. Bijlage met tabellen

Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland. AT&T Pensioenreglement. Bijlage met tabellen Stichting Pensioenfonds AT&T Nederland AT&T Pensioenreglement Bijlage met tabellen Versie 9 Inwerkingtreding 1 januari 2016 Goedgekeurd 9 december 2015 Tabellen Deze tabellen zijn geldig van 1 januari

Nadere informatie

1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen?

1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen? 1. Waarom moet het pensioenfonds ANWB extra maatregelen nemen? Het pensioenfonds staat er financieel niet goed voor. De twee belangrijkste oorzaken: 1. Nederlanders worden steeds ouder. Met name de laatste

Nadere informatie

14 december Pensioenen in Vandena van der Meer

14 december Pensioenen in Vandena van der Meer 14 december 2017 Pensioenen in 2018 P L U S.. E E N V O O R U I T B L I K Vandena van der Meer Agenda De zin en onzin van pensioen Pensioenleeftijd 68 jaar Plannen van het nieuwe kabinet Pensioenen in

Nadere informatie

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer 15-2-2012 20120215 N.W. Dijkhuizen 630 Pensioenfonds Productschappen Bezoekadres Laan van Zuid Hoorn 165 2289 DD Rijswijk Postadres Postbus 3042 2280 GA Rijswijk Telefoon 070 4138630 Fax 070 4138650 E-mail info@pbodnl Website wwwpbodnl KvK

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst voor aangesloten werkgevers. April 2012

Informatiebijeenkomst voor aangesloten werkgevers. April 2012 Informatiebijeenkomst voor aangesloten werkgevers April 2012 Agenda Kenmerken SPNG Aanleiding Uitgangspunten en ondernomen stappen Wijzigingen in de regeling en premie Intermezzo: de pensioendriehoek Stappen

Nadere informatie

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Het Uniform Pensioenoverzicht geeft u duidelijkheid over wat u krijgt

Nadere informatie

Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid CPB Notitie 10 juni 2011 Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. CPB Notitie Aan: Ministerie van SZW Centraal Planbureau Van Stolkweg

Nadere informatie

Rapport. AWVN Pensioenbenchmark 2015

Rapport. AWVN Pensioenbenchmark 2015 Rapport AWVN Pensioenbenchmark 2015 1 Inhoudsopgave Inleiding... 4 Totaal... 5 Bedrijfstakpensioenfondsen... 8 Ondernemingspensioenfondsen... 11 Opdrachtgever: AWVN Samensteller: Ian Lendering Telefoon:

Nadere informatie

AANVULLENDE PENSIOENREGELING

AANVULLENDE PENSIOENREGELING AANVULLENDE PENSIOENREGELING Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Agrarische en Voedselvoorzieningshandel Uw pensioen is onze zorg. Inleiding Voor u ligt de brochure over de aanvullende pensioenregelingen

Nadere informatie

Pensioen Informatie sessie

Pensioen Informatie sessie Pensioen Informatie sessie Pensioenreglement B Oktober 2013 Voorbehoud De tekst in deze presentatie is louter ter informatie bedoeld. Er kunnen dan ook geen rechten aan worden ontleend. Bij onduidelijkheden

Nadere informatie

Pensioen vanaf.. Impact sociaal akkoord op pensioenregelingen. drs. Rajish Sagoenie, Actuaris AG. Aon Hewitt Consulting Retirement Actuarial Services

Pensioen vanaf.. Impact sociaal akkoord op pensioenregelingen. drs. Rajish Sagoenie, Actuaris AG. Aon Hewitt Consulting Retirement Actuarial Services Pensioen vanaf.. Impact sociaal akkoord op pensioenregelingen drs. Rajish Sagoenie, Actuaris AG Agenda Waarom Pensioenakkoord? Inhoud Pensioenakkoord Wat doen we ermee? Oplossingsrichtingen Hoe nu verder?

Nadere informatie

Notitie Indexatiedepots en toekomstbestendig indexeren in het nieuwe FTK

Notitie Indexatiedepots en toekomstbestendig indexeren in het nieuwe FTK Notitie Indexatiedepots en toekomstbestendig indexeren in het nieuwe FTK Utrecht, 22 juni 2015 Koninklijk Actuarieel Genootschap Postbus 2433 3500 GK UTRECHT 1. Inleiding Onder het oude FTK-regime kon

Nadere informatie

Het Garantie pensioen met vaste collectieve premie

Het Garantie pensioen met vaste collectieve premie Het Garantie pensioen met vaste collectieve premie Inhoudsopgave Het Garantie pensioen met vaste collectieve premie van Delta Lloyd Waarom Collectief Defined Contribution? 5 Wat is het? 5 De kracht van

Nadere informatie

Verslag Mandema Update mei 2014

Verslag Mandema Update mei 2014 Verslag Mandema Update mei 2014 Terwijl de leden van de Eerste Kamer zich op 20 mei jl. bogen over de Wet verlaging maximumopbouw- en premiepercentages pensioen, kregen onze relaties te horen wat de consequenties

Nadere informatie

WAT U ALS WERKNEMER WILT WETEN OVER DE ABP-PENSIOENREGELING

WAT U ALS WERKNEMER WILT WETEN OVER DE ABP-PENSIOENREGELING WAT U ALS WERKNEMER WILT WETEN OVER DE ABP-PENSIOENREGELING 1- Waarom heeft het ABP een herstelplan opgesteld? ABP is, evenals vele andere pensioenfondsen, zwaar geraakt door de crisis op de financiële

Nadere informatie

Geef elke Nederlander een persoonlijke pensioenrekening. Position paper: Toekomst pensioenstelsel

Geef elke Nederlander een persoonlijke pensioenrekening. Position paper: Toekomst pensioenstelsel Geef elke Nederlander een persoonlijke pensioenrekening Position paper: Toekomst pensioenstelsel Publicatiedatum: juni 2016 Autoriteit Financiële Markten De AFM maakt zich sterk voor eerlijke en transparante

Nadere informatie

Marktanalyse. Algemene benchmark Pensioen, 2014 AWVN

Marktanalyse. Algemene benchmark Pensioen, 2014 AWVN Marktanalyse Algemene benchmark Pensioen, 2014 AWVN AWVN Bezuidenhoutseweg 12 Postbus 93050 2509 AB Den Haag AWVN-werkgeverslijn: Telefoon 070 850 86 00 E-mail werkgeverslijn@awvn.nl Internet www.awvn.nl

Nadere informatie

2020 in de (fiscale) praktijk. Amsterdam, 8 november 2016 Jan-Olivier Kuijkhoven

2020 in de (fiscale) praktijk. Amsterdam, 8 november 2016 Jan-Olivier Kuijkhoven 2020 in de (fiscale) praktijk Amsterdam, 8 november 2016 Jan-Olivier Kuijkhoven Inhoud 1. Hoe hoog is de maximale gelijkblijvende premie in 2020 2. Gelijkblijvende premie inzetten voor degressief middelloon

Nadere informatie

Fiscale aspecten pensioenmaatregelen

Fiscale aspecten pensioenmaatregelen www.pwc.nl Fiscale aspecten pensioenmaatregelen regeerakkoord Studiebijeenkomst Vereniging voor Pensioenrecht 21 november 2012 Agenda 1. Aanleiding 2. Ontwikkelingen wet- en regelgeving pensioen 3. Wet

Nadere informatie

Vragen en antwoorden nieuwe regeling PMT, versie werkgevers

Vragen en antwoorden nieuwe regeling PMT, versie werkgevers Vragen en antwoorden nieuwe regeling PMT, versie werkgevers Hieronder treft u vragen en antwoorden over de nieuwe regeling aan. Staat uw vraag er niet bij, stuur dan een mail aan uw werkgeversconsulent.

Nadere informatie

Pensioen Informatiebijeenkomsten GDF SUEZ E&P Nederland B.V. donderdag 5 februari 2015 Fabricom Den Helder dinsdag 10 februari 2015 Helihaven Den

Pensioen Informatiebijeenkomsten GDF SUEZ E&P Nederland B.V. donderdag 5 februari 2015 Fabricom Den Helder dinsdag 10 februari 2015 Helihaven Den Pensioen Informatiebijeenkomsten GDF SUEZ E&P Nederland B.V. donderdag 5 februari 2015 Fabricom Den Helder dinsdag 10 februari 2015 Helihaven Den Helder woensdag 11 februari 2015 Kantoor Zoetermeer dinsdag

Nadere informatie

PENSIOENEN ONDER DRUK

PENSIOENEN ONDER DRUK PENSIOENEN ONDER DRUK Ronald Beelaard rbeelaardgmailcom Lang geleden Onderwerpen Introductie pensioenstelsel Hoe bouwt een pensioen op Dekkingsgraad, rente en inflatie Oorzaken van het zware weer

Nadere informatie

Hoe hoog is de ANW-uitkering?... 4. Hoogte ANW-uitkering... 4. Verzekerd bedrag ANW Hiaat 2015... 4. Kostendelersnorm ANW... 5

Hoe hoog is de ANW-uitkering?... 4. Hoogte ANW-uitkering... 4. Verzekerd bedrag ANW Hiaat 2015... 4. Kostendelersnorm ANW... 5 INHOUD Minimale AOW Franchises 2015... 2 Opbouwpercentages 2015... 2 Aftopping Boven 100.000,-... 3 ANW Uitkeringen 2015... 4 Hoe hoog is de ANW-uitkering?... 4 Hoogte ANW-uitkering... 4 Verzekerd bedrag

Nadere informatie

Pensioen in beweging. Lenteakkoord 2012, Hoofdlijnennota herziening FTK en Septemberpakket

Pensioen in beweging. Lenteakkoord 2012, Hoofdlijnennota herziening FTK en Septemberpakket Pensioen in beweging Lenteakkoord 2012, Hoofdlijnennota herziening FTK en Septemberpakket Deelnemersvergadering Stichting Pensioenfonds Ballast Nedam door Peter Janssen 27 september 2012 2012 Towers Watson.

Nadere informatie

Toelichting Pensioen Akkoord Regeling 2015

Toelichting Pensioen Akkoord Regeling 2015 Toelichting Pensioen Akkoord Regeling 2015 Programma Wrap up proces tot op heden Achtergronden Proces Nieuwe regeling 2015 Impact van Pensioenregeling Vervolg traject Vragen en antwoorden 2 Wrap up: Achtergronden

Nadere informatie

Doorsneesystematiek. in pensioenen onder druk? CPB Policy Brief 2014/01. Marcel Lever Jan Bonenkamp Ryanne Cox. Dit is een uitgave van:

Doorsneesystematiek. in pensioenen onder druk? CPB Policy Brief 2014/01. Marcel Lever Jan Bonenkamp Ryanne Cox. Dit is een uitgave van: Dit is een uitgave van: Herverdeling Aanpassing tussen jong kost tot en oud fors 100 miljard Centraal Planbureau Postbus 80510 2508 GM Den Haag t (070) 3383 380 Januari 2014 ISBN 978-90-5833-626-2 CPB

Nadere informatie

Deelnemersvergadering Stichting Pensioenfonds TBI

Deelnemersvergadering Stichting Pensioenfonds TBI Deelnemersvergadering Stichting Pensioenfonds TBI Pensioenactualiteiten Robert Deddens 19 november 2013 Copyright 2012 Sprenkels & Verschuren. Geen enkele reproductie van het document of een deel van het

Nadere informatie

Overzicht en kerncijfers pensioenregelingen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie

Overzicht en kerncijfers pensioenregelingen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Overzicht en kerncijfers pensioenregelingen Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Baksteenindustrie (BPF Baksteen) is opgericht op 1-4-1957.

Nadere informatie

Pensioengrens 100.000 / opbouw 1,75% Aardverschuiving op komst. Amsterdam, 20 juni 2013

Pensioengrens 100.000 / opbouw 1,75% Aardverschuiving op komst. Amsterdam, 20 juni 2013 Pensioengrens 100.000 / opbouw 1,75% Aardverschuiving op komst Amsterdam, 20 juni 2013 Het Pensioenlandschap in vogelvlucht Algemene ontwikkelingen: wederkerige intergenerationele solidariteit wordt eenzijdig

Nadere informatie

Fiscale hervorming pensioenopbouw 2015

Fiscale hervorming pensioenopbouw 2015 Fiscale hervorming pensioenopbouw 2015 De parlementaire behandeling van de fiscale hervorming van de pensioenen is afgerond. Op dinsdag 27 mei is de Eerste Kamer in meerderheid akkoord gegaan met de plannen

Nadere informatie

Het uitgangspunt bij de totstandkoming van de nieuwe pensioenregeling was: te komen tot een nieuwe, betaalbare en duurzame pensioenregeling voor AZL.

Het uitgangspunt bij de totstandkoming van de nieuwe pensioenregeling was: te komen tot een nieuwe, betaalbare en duurzame pensioenregeling voor AZL. AZL NV Pensioenregeling met ingang van 2013 Het uitgangspunt bij de totstandkoming van de nieuwe pensioenregeling was: te komen tot een nieuwe, betaalbare en duurzame pensioenregeling voor AZL. We kunnen

Nadere informatie

26 september Pensioenen in Hans Kennis

26 september Pensioenen in Hans Kennis 26 september 2017 Pensioenen in 2018 P L U S.. E E N V O O R S P E L L I N G Hans Kennis Agenda De zin en onzin van pensioen Pensioenleeftijd 68 jaar Plannen van het nieuwe kabinet Pensioenen in 2020?

Nadere informatie