Welke invloed heeft aard en stijl van feedback op zelfspraak, taakbeleving en prestaties bij tennisspelers?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Welke invloed heeft aard en stijl van feedback op zelfspraak, taakbeleving en prestaties bij tennisspelers?"

Transcriptie

1 Universiteit Gent Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Academiejaar de examenperiode Welke invloed heeft aard en stijl van feedback op zelfspraak, taakbeleving en prestaties bij tennisspelers? Masterproef neergelegd tot het behalen van de graad master in de psychologie, afstudeerrichting Klinische Psychologie door Gert-Jan De Muynck Promotor: Prof. Dr. Maarten Vansteenkiste

2 Abstract Vanuit de zelfdeterminatietheorie (Deci & Ryan, 2000) ging deze studie de invloed na van valentie (positief versus negatief) en communicatiestijl (autonomieondersteunend versus controlerend) op de doelen die tennisspelers ambiëren, de manier waarop ze hun sportbeoefening beleven, de zelfspraak die wordt gehanteerd, het doorzettingsvermogen die ze tonen en de prestaties die ze halen. Hiervoor werd een experimentele studie uitgevoerd (N = 120) waarbij de feedback die tennisspelers te horen kregen gemanipuleerd werd. Via MANOVA s en contrastanalyses kon aangetoond worden dat positieve feedback een gunstiger effect had dan negatieve feedback, net als een autonomie-ondersteunende communicatiestijl wenselijker was dan een controlerende. Vergelijking met een controleconditie maakte duidelijk dat de aanwezigheid van twee inhiberende factoren ondermijnend werkte, hoewel de aanwezigheid van twee faciliterende factoren geen bevorderende werking had. Combinatie van een faciliterende en inhiberende factor resulteerde eveneens in een nuleffect. Hiërarchische regressieanalyses gingen de mediërende rol na van psychologische basisbehoeften aan autonomie en competentie, alsook de ervaren druk. Dit maakte duidelijk dat de invloed van communicatiestijl op de uitkomstvariabelen gemedieerd werd door gevoelens van autonomie, terwijl competentiegevoelens en ervaren druk het effect van valentie medieerden. Tot slot wezen bijkomende hiërarchische regressieanalyses op een modererende rol van algemene competentiegevoelens en de mate waarin tennisspelers hun vertrouwde coach als autonomie-ondersteunend zagen. Daarmee werd de invloed van trainers op tennisspelers nogmaals onderstreept.!! I!!

3 Voorwoord Het schrijven van deze thesis was een werk van lange adem dat niet mogelijk zou geweest zijn zonder de steun en hulp van verschillende mensen. Vandaar dat ik deze personen graag nog eens uitdrukkelijk zou willen bedanken. Eerst en vooral wil ik Prof. Dr. Maarten Vansteenkiste bedanken. Hij maakte het mogelijk om in deze masterproef mijn passie voor sport en interesse in psychologie te combineren. Door deze combinatie kon ik steeds met volle overtuiging verder werken aan mijn scriptie. Ook dank ik hem graag voor de interessante overlegmomenten en de nuttige tussentijdse feedback. Dr. Nikos Zourbanos dank ik om mij een brede kennis inzake de zelfspraakliteratuur bij te brengen. Jochen Delrue ben ik dankbaar voor aanvullende inzichten en het nalezen van dit werkstuk. Heel veel dank gaat uiteraard uit naar de deelnemende tennisspelers, alsook de tennisclubs die me terreinen lieten huren aan een erg voordelig tarief. Hierbij wil ik graag Nico Verpoot bedanken omdat ik een ballenmachine voor meerdere maanden kon gebruiken. Daarnaast bedank ik van harte mijn ouders die deze universitaire studie mogelijk maakten. Verder dank ik hen en mijn vriendin Annelies voor hun onvoorwaardelijke steun. Tot slot gaat mijn dank uit naar mijn opa, André. Hij vervulde voor mij een belangrijke rol bij het aanvatten van de opleiding psychologie.!! II!!

4 !!! III! Inhoudsopgave ABSTRACT'...'I! VOORWOORD'...'II! INHOUDSOPGAVE'...'III! ZELFDETERMINATIETHEORIE'...'2! VOORWAARDEN!VOOR!OPTIMALE!ONTWIKKELING!...!2! HOE!DE!OMGEVING!DE!OPTIMALE!ONTWIKKELING!KAN!BEVORDEREN!...!4! Invloeden(vanuit(de(omgeving(over(verschillende(algemene(levensdomeinen(heen.(...(4! Invloeden(vanuit(de(omgeving(binnen(een(sportcontext.(...(5! Implicaties(voor(huidig(onderzoek.(...(7! BEHOEFTEBEVREDIGING!ALS!MOTOR!VAN!MOTIVATIE!...!7! ZELFSPRAAK'...'10! CONCEPTUALISATIE!...!10! Taxonomieën(van(zelfspraak.(...(10! Categorisatie!naargelang!de!oorsprong.!...!10! Categorisatie!naargelang!de!expressievorm.!...!11! Categorisatie!naargelang!de!inhoud.!...!12! ANTECEDENTEN!VAN!ZELFSPRAAK!...!14! GEVOLGEN!VAN!ZELFSPRAAK!...!16! HUIDIG'ONDERZOEK'...'18! GLOBALE!ONDERZOEKSDOELSTELLINGEN!...!18! MEERWAARDE!VAN!DE!HUIDIGE!STUDIE!...!19! SPECIFIEKE!HYPOTHESES!...!20! METHODE'...'22! DEELNEMERS!...!22! PROCEDURE!...!22! Chronologisch(verloop.(...(22! Gemanipuleerde(feedback.(...(26! INSTRUMENTEN!...!27! Voormeting.(...(27! Tijdens(de(Tennisoefening.(...(27! Nameting.(...(29! RESULTATEN'...'33! PRELIMINAIRE!ANALYSES!...!33! Achtergrondvariabelen.(...(33! Correlaties.(...(34! PRIMAIRE!ANALYSES!...!36! Onderzoeksvraag(1:(invloed(van(valentie(en(stijl(van(feedback.(...(36! Contrastanalyses.!...!40! Onderzoeksvraag(2:(mediatieanalyses.(...(42! Mediërende!rol!van!autonomie.!...!44! Mediërende!rol!van!competentie.!...!45! Mediërende!rol!van!ervaren!druk.!...!46! Onderzoeksvraag(3:(modererende(rol(van(preNcompetentie(en(autonomieN ondersteunende(coaching.(...(47! DISCUSSIE'...'53! DE!INVLOED!VAN!VALENTIE!EN!COMMUNICATIESTIJL!BIJ!HET!GEVEN!VAN!FEEDBACK!...!54! De(invloed(van(valentie(van(feedback.(...(54!

5 De(invloed(van(de(wijze(waarop(de(feedback(gecommuniceerd(werd.(...(55! De(invloed(van(de(interactie(tussen(valentie(en(de(communicatiewijze(van(feedback.(...(57! Moderatie(door(autonomieNondersteuning(van(de(coach(en(preNcompetentiegevoelens. (...(59! BEPERKINGEN!VAN!DE!HUIDIGE!STUDIE!...!60! Generalisatie.(...(60! Operationalisatie(en(rol(van(zelfspraak.(...(61! ENKELE!PRAKTISCHE!IMPLICATIES!...!62! CONCLUSIE!...!64! REFERENTIES'...'65! BIJLAGEN'...'70! Bijlage(1.(Gemanipuleerde(feedback(na(de(eerste(trial.(...(70! Bijlage(2.(Gemanipuleerde(feedback(na(de(tweede(trial.(...(71! Bijlage(3.(Meting(van(preNcompetentie.(...(72! Bijlage(4.(Meting(van(de(autonomieNondersteuning(van(de(trainer.(...(73! Bijlage(5.(Vliegtijden(in(seconden(met(bijhorende(tijdsfactoren.(...(74! Bijlage(6.(Voorbeeld(van(uitgetypte(audio.(...(75! Bijlage(7.(Meting(van(taakbeleving.(...(77! Bijlage(8.(Meting(van(het(dominant(prestatiedoel.(...(78! Bijlage(9.(Meting(van(zelfspraak(aan(de(hand(van(de(ASTIS.(...(79! Bijlage(10.(De(gebruikte(manipulatiecheck.(...(80!!! IV!!

6 Bij het bekijken van tenniswedstrijden, zij het van regionaal dan wel internationaal niveau, kan opgemerkt worden dat tennissers heel vaak tegen zichzelf praten. Ze geven zichzelf tactische of technische richtlijnen, roepen kom op!, of schelden zichzelf soms zelfs de huid vol om daarna hun racket tegen de grond te smakken. Dit is in zekere zin eigenaardig want uiteindelijk vertellen tennissers vaak dingen aan zichzelf die ze reeds wisten (Hatzigeorgiadis, Zourbanos, Galanis, & Theodorakis, 2011). Uit het feit dat tennissers, en bij uitbreiding vele sporters, dit echter vaak doen, blijkt dat dergelijke zelfspraak een functie moet hebben (Hardy, 2006). Willen ze hun prestatie verbeteren, zichzelf oppeppen, de ander destabiliseren of wordt het voor nog andere doeleinden gebruikt? Zo vinden mensen het doorgaans fijn om complimenten te krijgen, terwijl ze zich aangedaan voelen wanneer iemand hen beledigt. Maar wat als de complimenten of beledigingen van zichzelf komen: hebben ze dan hetzelfde effect? In deze masterproef wordt er een blik geworpen op mogelijke factoren die zelfspraak in de hand werken. Hierbij wordt de vraag gesteld of een coach via zijn coachingstijl een invloed uitoefent op de mate en het soort zelfspraak van tennisspelers. Gebaseerd op de Zelf-Determinatie Theorie (Deci & Ryan, 2000) zal worden onderzocht of er een verschil is in zelfspraak naargelang de coach de autonomie van zijn atleten ondersteunt dan wel ondermijnt. Zorgt een trainer die spreekt in termen van moeten (Vansteenkiste, Simons, Lens, Soenens, & Matos, 2005), in vergelijking met een trainer die meer gemotiveerd spreekt, voor een negatievere houding van de atleet naar zichzelf toe? Een tweede factor die een invloed kan hebben op zelfspraak is de valentie van feedback die men krijgt over de geleverde prestatie. Zo kan positieve feedback ervoor zorgen dat tennissers meer geloven in hun mogelijkheden, wat op zijn beurt een gunstig effect kan hebben op hun taakbeleving, gedrag en zelfspraak. Negatieve feedback kan daarentegen het vertrouwen van tennisspelers aantasten, met een negatieve impact op de beleving van tennisspelers, hun prestaties en de manier waarop ze zichzelf behandelen tot gevolg. Zal men hierdoor panikeren en zichzelf onvriendelijker behandelen, of haalt men er juist extra motivatie uit en moedigt men zichzelf aan?!! 1!!

7 Zelfdeterminatietheorie De zelfdeterminatietheorie (ZDT; Deci & Ryan, 2000) is erg nuttig bij het onderzoeken van hoe de omgeving een invloed heeft op de motivatie van personen. Deze motivatie oefent op zijn beurt een invloed uit op zaken als welzijn, prestatie, taakbeleving, doorzetting en dergelijke meer. De theorie verschilt van andere theorieën rond motivatie doordat onderscheid gemaakt wordt naargelang de kwaliteit en niet de kwantiteit van motivatie (Vansteenkiste, Lens, & Deci, 2006). Verder doet de theorie een uitspraak over de antecedenten van motivatie door zich te baseren op drie psychologische basisbehoeften: autonomie, competentie en verbondenheid. Voorwaarden voor Optimale Ontwikkeling Van belang bij de ZDT is de mate waarin mensen in staat zijn om hun basisbehoeftes te vervullen bij het nastreven en bereiken van hun doelen. Drie psychologische behoeftes staan hierbij centraal: autonomie, competentie en verbondenheid. Deze behoeftes zijn aangeboren, universeel en noodzakelijk voor de psychologische groei, integriteit en het welzijn. Enkel wanneer deze behoeftes bevredigd zijn, zullen personen intrinsiek gemotiveerd zijn. Dit is de meest wenselijke vorm van motivatie, waarbij personen een taak uitvoeren omwille van het plezier die ze bij de taak beleven. Onder competentie verstaat men een gevoel te hebben op een effectieve manier om te kunnen gaan met de omgeving en over de capaciteit te beschikken om gewenste uitkomsten te bereiken. Onder verbondenheid verstaat men de behoefte om bevredigende, ondersteunende sociale relaties te hebben. Als deze twee behoeftes bevredigd zijn, kan dat al zorgen voor partiële internalisatie of verinnerlijking van de redenen onderliggend aan het gedrag. Deze redenen zullen echter pas volledig geïnternaliseerd worden als ook de behoefte aan autonomie bevredigd is. Het gedrag is dan namelijk vrijwillig, en niet onder druk van anderen, uitgevoerd. Deci en Ryan (2000) veronderstellen bovendien dat satisfactie van deze behoeften rechtstreeks zorgt voor een verhoogd psychologisch en fysisch welzijn. Heel wat onderzoek bevestigt deze veronderstelling (bv. Adie, Duda, & Ntoumanis, 2008). Echter, het blijkt wel zo te zijn dat psychologische behoeftebevrediging pertinenter is in het begrijpen van promotie van welzijn dan in het verklaren van het uitblijven van onwelzijn (Sheldon & Bettencourt, 2002). Hiervoor vonden Bartholomew, Ntoumanis,!! 2!!

8 Ryan en Thogersen-Ntoumani (2011) een mogelijke verklaring. Zij merkten op dat lage scores voor behoeftebevrediging in tal van studies zowel gezien worden als een teken voor lage behoeftebevrediging als voor het aanwezig zijn van behoeftefrustratie. De auteurs argumenteren dat lage scores op metingen van behoeftebevrediging de intensiteit van behoeftefrustratie in onvoldoende mate meten. Bij frustratie zou het namelijk vooral over een ondermijnend effect moeten gaan. De behoeftes worden dan niet enkel niet voldaan, ze worden actief gefrustreerd (Vansteenkiste & Ryan, 2013). Toegepast op tennis kan het zijn dat een tennisspeler zich niet competent voelt omdat zijn oog-hand coördinatie zwak is, waardoor hij geen goede regelmaat aan de dag kan leggen. Dit komt overeen met een lage satisfactie van de behoefte aan competentie. Het kan echter ook zijn dat een tennisspeler zich niet competent voelt omdat de trainer heel erg kwaad en kritisch is over zijn spelniveau, wat overeenkomt met actieve frustratie van de behoefte aan competentie. Met andere woorden, een lage behoeftebevrediging enerzijds en behoeftefrustratie anderzijds zijn twee afzonderlijke constructen (Bartholomew et al., 2011). Dit brengt met zich mee dat ze beide, samen kunnen voorkomen in eenzelfde sportcontext. Binnen deze redenering kan zelfspraak de behoeftefrustratie vergroten, maar kan het ook dienen als middel om dergelijke frustratie te overkomen. Zo kan negatieve zelfspraak, waarbij een tennisspeler zichzelf verwijt voor sukkelaar of idioot, zorgen voor bijkomende frustratie van de behoefte aan competentie. Positieve, aanmoedigende zelfspraak ( komaan, ik kan het! ) kan daarentegen dienen als een manier om behoeftefrustratie te overkomen. Bovendien is het mogelijk dat zelfspraak geworteld is in behoeftefrustratie en er een wederkerig verband bestaat tussen beide. Volgens deze redenering zullen tennisspelers wiens behoeften gefrustreerd worden, zichzelf op een negatievere manier benaderen, wat leidt tot verdere frustratie van de basisbehoeften. Als dusdanig komt een negatieve cyclus tussen beide tot stand. Het omgekeerde geldt voor tennisspelers die positief worden benaderd. Hun basisbehoeften zullen worden bevredigd, wat leidt tot positieve zelfspraak en het tot stand komen van een positieve cyclus.!! 3!!

9 Hoe de Omgeving de Optimale Ontwikkeling Kan Bevorderen Deci en Ryan (2008) hebben aangetoond dat de basisbehoeften het mechanisme vormen waarlangs omgevingsfactoren een invloed uitoefenen op tal van uitkomsten zoals taakbeleving, welzijn, doorzettingsvermogen, Het is dan ook nuttig om na te gaan wat belangrijke personen in de omgeving kunnen doen om behoeftebevrediging te bevorderen en als dusdanig motivationele uitkomsten te optimaliseren. Invloeden vanuit de omgeving over verschillende algemene levensdomeinen heen. Deci, Koestner en Ryan (1999) toonden in een meta-analyse van experimentele studies aan hoe competentiegevoelens van personen beïnvloed kunnen worden door het geven van feedback. Ze vonden dat personen die positieve feedback kregen op een taak een hogere intrinsieke motivatie voor de taak rapporteerden dan personen die geen feedback kregen. Meer bepaald rapporteerden personen die positieve feedback kregen meer plezier/interesse in de taak en persisteerden ze langer wanneer ze de mogelijkheid hadden om ermee te stoppen. Verdere analyses toonden aan dat positieve feedback enkel gunstig was voor de intrinsieke motivatie wanneer die op een informerende manier werd gegeven. Bij een dergelijke stijl erkende men de goede prestatie, verschafte men keuze over hoe de taken uitgevoerd konden worden en benadrukte men interessante of uitdagende onderdelen van de taak. Tegenover een informationele stijl onderscheidden de auteurs een controlerende stijl, waarbij feedback gegeven werd in termen van moeten of zouden moeten. Positieve feedback die op deze manier gecommuniceerd werd, tastte de intrinsieke motivatie aan. De auteurs schreven de verschillende invloed van positieve feedback, naargelang de communicatiestijl, op intrinsieke motivatie toe aan de mate waarin de competentie van de personen werd ondersteund. Informationele positieve feedback bevestigde de competentie van participanten, waar controlerend taalgebruik dit naliet. Bovendien kan men veronderstellen dat een controlerende communicatiestijl de autonomiegevoelens ondermijnde. Het belang van de communicatiestijl kon door Vansteenkiste, Simons, Lens, Sheldon en Deci (2004) worden aangetoond. Zij vonden in een experimentele studie bij studenten van de hogeschool en universiteit dat men opdrachten beter autonomie-!! 4!!

10 ondersteunend dan controlerend kon formuleren (Studie 1 en Studie 2). Een instructie die termen bevatte als je kan, als je wil of we vragen je om, leidde tot beter conceptueel leren, grondigere verwerking van de leerstof, een hogere prestatie op een kennistest en meer vrije keuze gedrag dat verband hield met het thema van de les. Autonomie-ondersteunende en controlerende omgevingen hebben ook een verschillend effect op zelfspraak, een relevante kwestie voor deze masterproef. Hoewel later nog uitgebreid wordt stilgestaan bij zelfspraak geven we hier al mee dat Oliver, Markland, Hardy en Petherick (2008) vonden dat de zelfspraak van personen in een controlerende omgeving meer uitingen van negatieve emoties omvatte (bv. ik haat deze taak ) en dat deze personen ook vaker vloekten op zichzelf. Mensen in een autonomieondersteunende omgeving vertoonden daarentegen meer informationele (bv. zichzelf feedback geven en een strategie voorhouden) en positief emotionele zelfspraak (bv. ik voel me goed, deze taak is leuk ), terwijl ze minder boodschappen op een controlerende en negatief emotionele manier tot zichzelf richtten. Invloeden vanuit de omgeving binnen een sportcontext. In de sportcontext werd eveneens onderzocht hoe sleutelfiguren zoals de coach een invloed kunnen hebben op de motivatie van hun atleten en welke gevolgen dit had voor tal van uitkomsten. Bij het sportonderzoek vanuit de ZDT wordt voornamelijk gekeken naar uitkomsten die relevant zijn over de verschillende levensdomeinen heen zoals taakbeleving, doorzetting en prestaties. Sportspecifieke uitkomsten, zoals choking of zelfspraak, lijken hierbij vaak minder aandacht te krijgen. Competentiegevoelens van sporters staan onder invloed van feedback. Zo toonden Vallerand en Reid (1984; 1988) in een experimentele studie bij studenten lichamelijke opvoeding aan dat positieve feedback de waargenomen competentie verhoogde, wat leidde tot een toename in intrinsieke motivatie. Daarentegen liet negatieve feedback de waargenomen competentie afnemen, met een daling in intrinsieke motivatie tot gevolg. Deze bevindingen werden gerepliceerd en verder uitgebreid door Mouratidis, Vansteenkiste, Lens en Sideridis (2008). Deze onderzoekers toonden aan dat positieve feedback bijdroeg tot een hoger welzijn en de intentie om de taak te hernemen in de toekomst, doordat positieve feedback zorgde voor een toename in intrinsieke motivatie. Negatieve feedback daarentegen, hing volgens deze!! 5!!

11 onderzoekers samen met minder voldoening na het vervolledigen van een taak, minder gunstige zelfevaluaties, minder vrije keuze gedrag en minder plezier. De invloed van positieve feedback op sportieve prestaties is minder duidelijk. Sommige studies vonden geen effect (Bindarwish & Tenenbaum, 2006), terwijl andere studies wezen op een gunstig effect van positieve feedback op prestatie (Escarti & Guzman, 1999). De communicatiestijl die de trainer aanneemt, is een tweede mechanisme waarlangs hij een belangrijke invloed kan hebben op zijn atleten. Zo vond men dat de perceptie van een trainer als meer autonomie-ondersteunend, samenhing met een grotere bevrediging van de behoeftes aan autonomie, competentie en verbondenheid (Adie et al., 2008). Deze bevrediging hing vervolgens samen met een groter welzijn van de atleten in kwestie. Daarentegen vonden deze auteurs dat atleten die aangaven weinig autonomie te ervaren, meer emotionele en fysieke uitputting rapporteerden in verband met hun sportbeoefening. Dit vormde een risico op onderpresteren, blessures, drop-out en op minder optimale trainingsresultaten (Adie et al., 2008). In een experimentele studie rond het aanleren van tai-bo bij studenten vonden Vansteenkiste et al. (2004) dat het voordelig was om instructies op een autonomie-ondersteunende manier te geven (Studie 3). Dit leidde onder meer tot een toename in autonome motivatie en een grotere doorzetting bij het verwerven en demonstreren van technieken. Bovendien bleken hun prestaties beter dan die van studenten die de opdracht op een controlerende manier hadden vernomen. Merk op dat ook de aard of valentie van de feedback (positief dan wel negatief) op een verschillende manier kan gecommuniceerd worden. Zo toonden Mouratidis, Lens, en Vansteenkiste (2010) in een groep van adolescente atleten aan dat correctieve feedback (d.w.z. de stellingen of boodschappen over hoe men zich kan verbeteren na een mindere prestatie of een fout) zowel op een autonomie-ondersteunende als dwingende wijze kon worden gecommuniceerd. In deze correlationele studie onderzochten Mouratidis et al. (2010) het samenspel van de behoeftes aan autonomie en competentie. Men vond hieromtrent dat feedback die ervaren werd als autonomieondersteunend sneller als legitiem werd gezien. Deze percepties van legitimiteit zorgden op hun beurt voor meer autonome vormen van motivatie, wat samenhing met sterkere intenties om door te zetten. Analoog met de bevindingen van Ryan (1982) vond men dat feedback die op een controlerende manier werd gecommuniceerd, ervaren werd als!! 6!!

12 directief, bedreigend en vernederend. Dit vergrootte de kans dat de feedback als unfair werd ervaren. Deze studie leert dat correctieve feedback niet per definitie een minder optimale vorm van motivatie met zich meebrengt. Integendeel, autonomieondersteunende correctieve feedback hangt samen met een grotere drang van de atleten om te trainen op hun zwakke punten. Implicaties voor huidig onderzoek. Gegeven bovenstaande bevindingen, zal in deze studie de valentie van feedback (positief dan wel negatief) alsook de stijl van de persoon die feedback geeft (autonomieondersteunend dan wel controlerend) gemanipuleerd worden. Als dusdanig zullen we de effecten van valentie en stijl, alsook hun interactie kunnen nagaan. De valentie van feedback zal worden gemanipuleerd door deelnemers aan de studie op het einde van een eerste opdracht te vertellen dat ze het goed of niet goed gedaan hadden. Om de stijl waarmee de deelnemers zullen worden benaderd te manipuleren, zal beroep gedaan worden op eerder onderzoek omtrent kenmerken van autonomie-ondersteunende omgevingen. Zo stelde Reeve (2002) dat men best kansen voor participatie en keuze aanbiedt of zorgt voor een betekenisvolle rationale wanneer de keuzemogelijkheden beperkt zijn. Verder is het aan te raden om negatieve gevoelens die gepaard gaan met het uitvoeren van moeilijke taken te erkennen. Controlerende contexten kunnen daarentegen gecreëerd worden door individuen onder druk te zetten om op een bepaalde manier te denken, voelen of handelen (Vansteenkiste et al., 2006). Behoeftebevrediging als Motor van Motivatie De zelfdeterminatietheorie maakt onderscheid naargelang de kwaliteit van motivatie. Hiertoe worden verschillende types motivatie naar voren geschoven. In eerste instantie werd een onderscheid gemaakt tussen twee types motivatie (Deci, 1971). Enerzijds had men intrinsieke motivatie, waarbij een activiteit wordt uitgevoerd omdat ze op zich interessant of plezierig is. Personen die tennis spelen omdat ze dat op zich plezierig vinden en zich hierin ten volle kunnen ontspannen vormen een voorbeeld van personen die intrinsiek gemotiveerd zijn. Anderzijds onderscheidde men extrinsieke motivatie waarbij men gedrag stelt om iets te bekomen dat niet inherent met het gedrag verbonden is. Tennisspelers die de sport beoefenen!! 7!!

13 omwille van de erkenning die ze kunnen krijgen na een overwinning, zijn een voorbeeld bij dit type motivatie. Deze spelers zullen tijdens het tennissen meer zorgen maken over wat anderen denken over hun prestatie, meer druk voelen en mede hierdoor minder plezier beleven aan het tennissen. In een tweede beweging (Deci & Ryan, 1985) werd extrinsieke motivatie onderverdeeld in verschillende subtypes omdat men vaststelde dat extrinsiek gemotiveerd gedrag niet noodzakelijk dwang en controle met zich meebracht. Als dusdanig verschillen de regulatietypes m.b.t. de mate waarin de redenen voor het gedrag geïnternaliseerd zijn. Op deze manier ontstaat een continuüm van motivatietypes lopende van types die een gebrek aan internalisatie van redenen onderliggend aan gedrag weerspiegelen tot types die een volledige internalisatie van deze redenen inhouden. Hiervan geven Deci en Ryan (2000) een duidelijk overzicht. Externe regulatie wordt gezien als de minst geïnternaliseerde vorm van motivatie. Hierbij stelt men een gedrag omwille van externe contingenties als straf en beloning. Tennissen om de erkenning die men na een overwinning kan verkrijgen, is hier een voorbeeld van. Dit heeft als gevolg dat er weinig behoud en transfer is van gedrag als de contingenties worden weggenomen. Het volgende regulatietype op het continuüm is introjectie. De contingenties komen bij deze vorm van regulatie niet meer van buitenaf, maar van zichzelf. De externe eisen zijn als het ware naar binnen geworpen (Assor, Roth, & Deci, 2004). Het gaat dus niet meer over beloning of straf, maar over gevoelens als fierheid en schuld of schaamte. De oorsprong van gedrag ligt bij deze vorm dus al in de persoon zelf, maar is nog niet volledig opgenomen binnen het normen- en waardenpatroon van de persoon in kwestie. Een voorbeeld is iemand die tennist omdat hij zich anders schuldig zou voelen omwille van zijn sedentaire levensstijl. Identificatie is al een meer geïnternaliseerde vorm van regulatie. Bij deze vorm herkennen en accepteren mensen de onderliggende waarde van een gedrag, wat een betere toewijding en prestatie met zich meebrengt. Een tennisspeler die tennist omdat hij dat belangrijk vindt voor zijn gezondheid is een voorbeeld van een persoon met dit regulatietype. Integratie, tot slot, is de meest geïnternaliseerde vorm van extrinsieke motivatie waarbij de identificaties ook nog eens geïntegreerd worden met andere aspecten van het zelf. Een voorbeeld is de persoon die tennis speelt omdat hij vindt dat voldoende lichaamsbeweging nastreven een fundamenteel aspect is van wie hij!! 8!!

14 is. De hierboven beschreven vormen van motivatie betreffen allen instanties van intentioneel gedrag. Dit wil zeggen: gedrag dat gericht is op het bereiken van een specifieke uitkomst. Ook als men extern gemotiveerd is, heeft men de intentie om het gedrag te stellen. Dat is anders bij amotivatie, een toestand waarbij mensen geen intentie hebben om een bepaald gedrag te stellen. Hierbij spreken Deci en Ryan (2000) over een compleet tekort aan zelfdeterminatie. Daarom plaatst men amotivatie ook helemaal aan het begin van het continuüm. Aan de hand van het voorgestelde continuüm kan het proces van internalisatie duidelijker worden voorgesteld. Binnen de ZDT wordt internalisatie gezien als een natuurlijke ontwikkelingstendens. Het is een actief proces waarin personen proberen om sociale vereisten te transformeren tot persoonlijk onderschreven waarden en zelfregulaties. Kortom, het is het proces dat het doorlopen van het continuüm voorstelt. Personen kunnen hierbij overgaan van de ene vorm van motivatie op de andere, zonder alle tussenliggende posities op het continuüm te doorlopen. Nu de voornaamste stellingen van de zelfdeterminatietheorie uiteengezet zijn, kan worden overgegaan naar het tweede centrale concept binnen deze masterproef: zelfspraak.!!! 9!!

15 Zelfspraak Conceptualisatie! Omvattende definitie. In de afgelopen jaren zijn er in de sportpsychologische literatuur meerdere definities van zelfspraak geformuleerd. De definitie van Hardy (2006) wordt hierbij frequent gebruikt omdat deze vrij omvattend is. Binnen deze visie wordt zelfspraak gezien als (a) verbalisaties of boodschappen geadresseerd aan zichzelf, (b) multidimensioneel van aard, (c) interpretatieve elementen bevattend, geassocieerd met de inhoud van de boodschappen, (d) min of meer dynamisch en (e) minstens twee functies voor de atleet vervullend: instructioneel en motivationeel. (Hardy, 2006; p. 84, eigen vertaling). Op basis van onderzoek naar de sociale invloeden op zelfspraak werd voorgesteld om nog een nieuwe component toe te voegen, namelijk dat zelfspraak beïnvloedbaar is door percepties en interpretaties van stimuli uit de sociale omgeving (Zourbanos, Hatzigeorgiadis, Tsiakaras, Chroni, & Theodorakis, 2010, p. 782). Zelfspraak betekent met andere woorden een conversatie met zichzelf, met als hoofddoel regulatie van gedrag (Diaz, 1992). Bovendien is het interpretatief van aard, wat betekent dat sporters zelfspraak gebruiken om waarnemingen en gevoelens te interpreteren (Hackford & Schwenkmezger, 1993). Het dynamische aspect wijst er op dat sporters soms een andere vorm van zelfspraak gebruiken bij identieke omstandigheden. Zo kan een tennisser na een ongelukkige misser de ene keer zichzelf verwijten voor onnozelaar!, terwijl hij zich de andere keer technisch bijstuurt. In lijn met de multidimensionele visie op zelfspraak worden de verschillende taxonomieën van zelfspraak voorgesteld in wat volgt. Taxonomieën van zelfspraak. Zelfspraak kan gecategoriseerd worden naargelang de oorsprong, de expressievorm en de inhoud (Hatzigeorigiadis, Zourbanos, Latinjak, & Theodorakis, in druk). Categorisatie naargelang de oorsprong. Met betrekking tot de oorsprong onderscheidt men inherente en strategische zelfspraak. Inherente zelfspraak omvat alle zaken die mensen tegen zichzelf zeggen!! 10!!

16 zonder dat ze gepland of voorbereid zijn. Strategische zelfspraak daarentegen is het gebruik van signaalwoorden of uitdrukkingen die gepland zijn of systematisch worden gehanteerd als een mentale regulatiestrategie. Een voorbeeld hiervan is een coach of sportpsycholoog die spelers de opdracht geeft om telkens bal tegen zichzelf te zeggen wanneer de bal naar hen toekomt, om zo de focus op de bal te verhogen. Een vloek na een verloren punt daarentegen, is niet op voorhand gepland en dus onderdeel van inherente zelfspraak. Analoog aan het onderscheid tussen inherente en strategische zelfspraak worden twee globale onderzoeksstrategieën frequent gebruikt om zelfspraak in een sportcontext te bestuderen (Hatzigeorgiadis et al., in druk). Enerzijds doet men beroep op een experimentele benadering waarbij proefleiders zelfspraaktrainingen implementeren. Binnen een dergelijke opzet krijgen sommige deelnemers een zelfspraaktraining en anderen niet. Dit laat toe om de effecten van strategische zelfspraak te bestuderen. Anderzijds bestaan er studies zonder implementatie van een zelfspraaktraining, die doorgaans correlationeel van aard zijn. Hiermee wordt voornamelijk inherente zelfspraak bestudeerd. In het kader van deze masterproef zal inherente zelfspraak worden onderzocht door middel van een experimentele veldstudie. Meer bepaald zullen we omgevingsinvloeden (i.c. valentie en communicatiestijl van feedback) manipuleren om het effect ervan te bepalen op hetgeen tennisspelers spontaan tegen zichzelf zeggen. Categorisatie naargelang de expressievorm. Volgens deze indeling onderscheiden Theodorakis, Hatzigeorgiadis en Zourbanos (2012) interne van externe zelfspraak. De interne variant betreft zelfspraak in het hoofd van de atleet, terwijl de externe variant hoorbaar is. Analoog aan deze opdeling kunnen twee verschillende zelfspraakmetingen onderscheiden worden. Een eerste is het luidop denken protocol ( thinking aloud - Lodge, Tripp & Harte, 2000), dat zich voornamelijk richt op de externe zelfspraak. Hierbij worden participanten gevraagd om hun zelfspraak te verbaliseren tijdens het uitvoeren van een op voorhand bepaalde taak. Een tweede, veel gebruikte techniek, is gedachtenherinnering/- herkenning ( thought listing ). Lodge et al. (2000) beschrijven dit als een herinneringstechniek waarbij deelnemers achteraf worden bevraagd over de zelfspraak die ze gedurende een bepaalde periode ervoeren. Hiervoor doet men doorgaans beroep!! 11!!

17 op vragenlijsten. Doorheen de evolutie van de literatuur rond zelfspraak vond er een verschuiving plaats van studies die voornamelijk externe zelfspraak bestudeerden naar onderzoeken omtrent interne zelfspraak. De vroegste studies prefereerden externe zelfspraak omdat onderzoekers wilden nagaan of sporters effectief de aangeleerde zelfspraak hanteerden. Vanaf dit millennium bestudeert men echter frequenter interne zelfspraak, omdat proefpersonen het soms vreemd vinden om hun zelfspraak gedwongen te externaliseren (Masciana, Van Raalte, Brewer, Brandon, & Coughlin, 2001). Tot slot is het mogelijk beide technieken te combineren. Dit heeft als voordeel dat luidop denken de generatie van zelfspraak op een later moment faciliteert. In de huidige studie zal een combinatie van beide technieken worden gebruikt. Zo zullen tennisspelers gevraagd worden hun gedachten te externaliseren tijdens het uitvoeren van een tennisoefening. Dit zal worden opgenomen door middel van een voice recorder, bevestigd aan hun arm. Daarnaast zullen de tennisspelers op het einde van de oefening een vragenlijst invullen omtrent de zelfspraak die ze ervoeren tijdens de tennisopdracht. Categorisatie naargelang de inhoud. Een derde indeling van zelfspraak is inhoudelijk van aard (Hatzigeorgiadis et al., in druk). Deze maakt het onderscheid tussen positieve versus negatieve zelfspraak enerzijds en instructionele versus motivationele zelfspraak anderzijds. Binnen de valentiedimensie, die het meeste onderzoek heeft aangetrokken (Hardy, 2006), wordt positieve zelfspraak omschreven als zelfspraak geformuleerd als een vorm van waardering die de focus helpt te houden op het heden, i.p.v. de aandacht te richten op een verre toekomst of op fouten uit het verleden (Hardy, 2006; p. 84). Negatieve zelfspraak ziet Hardy, zich baserend op reeds bestaande definities (o.a. Moran, 1996), als een vorm van kritiek die hinderend is omdat het ongepast, irrationeel, contraproductief of angstopwekkend is (p. 84). Hatzigeorgiadis et al. (in druk) merken op dat de onderverdeling volgens valentie niet te verwarren is met een opdeling naar effect. Positieve zelfspraak is namelijk niet altijd bevorderend, want het kan de aandacht verslappen. Overeenkomstig is negatieve zelfspraak niet altijd hinderend; het kan evengoed een motiverende functie vervullen. Bijkomend onderzoek van Zourbanos, Hatzigeorgiadis, Chroni, Theodorakis en Papaioannou (2009) bracht een onderverdeling aan in de ruime categorieën van!! 12!!

18 positieve en negatieve zelfspraak. Voor elke categorie onderscheidden deze auteurs vier subtypes. Positieve zelfspraak bestond onder meer uit het subtype Oppeppen. Dit omvat stellingen om het energiepeil te verhogen en inspanningen te maximaliseren. Verder bevatte positieve zelfspraak boodschappen omtrent Zelfvertrouwen. Hierbij benadrukken atleten het vertrouwen in hun capaciteiten om met moeilijke situaties om te gaan. Het subtype Instructies hield zelfspraak in waarbij personen zichzelf technisch bijsturen of richtlijnen geven. Boodschappen met als doel om de eigen concentratie te verhogen, behoren ook tot deze categorie. Het laatste subtype dat werd ondergebracht bij positieve zelfspraak was Angstcontrole. Dit omvat stellingen om een optimale cognitieve of emotionele stemming te bereiken en angstsymptomen te overwinnen. Zourbanos et al. (2009) onderscheidden eveneens vier types van negatieve zelfspraak. Zorgen bestaat uit sociale vergelijking en negatieve evaluaties over de eigen prestatie. Verder bestond negatieve zelfspraak uit Somatische Klachten en Opgeven. Het eerste omvat boodschappen over vermoeidheid en onaangename lichaamservaringen, terwijl het tweede subtype stellingen over het stoppen met de activiteit inhoudt. Het laatste onderdeel van negatieve zelfspraak betrof Irrelevante gedachten. Gedachten die niets te maken hebben met de activiteit die wordt uitgevoerd. Met betrekking tot de valentiedimensie kon onderzoek aantonen dat sporters voornamelijk positieve zelfspraak hanteerden (Hardy, Gammage, & Hall, 2001). Specifiek voor tennisspelers vonden Van Raalte, Brewer, Rivera en Petitpas (1994) echter dat negatieve zelfspraak frequenter was op jonge leeftijd. Een bevinding die later ook bij volwassenen vastgesteld werd (Van Raalte, Cornelius, Brewer, & Hatten, 2000). Deze onderzoekers maakten gebruik van een observationele zelfspraakmeting, wat een invloed zou kunnen hebben op de bekomen resultaten. Het zou kunnen dat positieve zelfspraak voornamelijk intern werd geuit, waardoor het niet kon gecapteerd worden met de gebruikte methode. In overeenstemming met deze veronderstelling vonden Hardy, Hall en Hardy (2005) in hun onderzoek dat de grootste proportie zelfspraak inderdaad intern gebeurde. Een tweede onderverdeling binnen de categorisatie naar inhoud richt zich op de functie van zelfspraak. Hatzigeorgiadis et al. (2011) geven aan wat instructionele en motivationele zelfspraak inhouden. Zo stellen ze dat instructionele zelfspraak gaat over signaalwoorden om de aandacht te richten en omtrent techniek, tactiek en kinesthetische!! 13!!

19 eigenschappen van een vaardigheid. Motivationele zelfspraak wordt volgens deze auteurs gebruikt om zich op te peppen, inspanningen te maximaliseren, vertrouwen op te bouwen en een positief gemoed te creëren. Op basis van deze definities kan men vermoeden dat instructionele zelfspraak het meest geschikt is om specifieke vaardigheden aan te leren of bij te sturen, terwijl de motivationele variant beter lijkt om vertrouwen op te bouwen. Een laatste indeling van zelfspraak naargelang de inhoud wordt voorgesteld door Oliver, Markland en Hardy (2010). Zij maken het onderscheid tussen informationele en controlerende zelfspraak, een indeling die een duidelijke relatie vertoont met de ZDT. Zo stellen ze, op basis van het werk van Vansteenkiste et al. (2006), dat informationele zelfspraak het eigen perspectief benadrukt, mogelijkheden voor keuze en zelf-initiatie biedt, een rationale geeft wanneer keuze beperkt is, het gebruik van contingenties om gedrag te motiveren minimaliseert en positieve feedback geeft. Men zou dus kunnen stellen dat personen via deze vorm van zelfspraak een autonomie-ondersteunende omgeving voor zichzelf creëren. Anderzijds wordt controlerende zelfspraak gezien als een manier waarop personen zichzelf onder druk zetten om op een bepaalde manier te denken, voelen of handelen. Met andere woorden, men vormt een controlerende omgeving voor zichzelf met behulp van controlerende zelfspraak. Antecedenten van Zelfspraak Onderzoek naar de antecedenten van zelfspraak is schaars (Hatzigeorgiadis et al., in druk). Bovendien wijzen deze onderzoekers erop dat de meeste bevindingen omtrent de antecedenten van zelfspraak correlationeel van aard zijn. Voorzichtigheid is dus geboden bij de interpretatie van deze bevindingen. Hardy, Oliver en Tod (2009) stellen voor om de antecedenten van zelfspraak onder te brengen in twee groepen: persoonlijke en situationele antecedenten. Hatzigeorgiadis et al. (in druk) voegen daar nog een groep aan toe; namelijk antecedenten m.b.t. de sociale omgeving. Persoonlijke antecedenten omvatten factoren die inherent zijn aan de persoon. Een voorbeeld is het doel dat een tennisspeler nastreeft tijdens een wedstrijd. Onder situationele antecedenten verstaat men factoren uit de omgeving, waarbij geen andere personen betrokken zijn. Een voorbeeld is een aankomend matchpunt in tennis. Het zou kunnen dat tennisspelers zichzelf anders!! 14!!

20 benaderden bij een matchbal dan bij het eerste punt van de wedstrijd. Met factoren uit de sociale omgeving wordt verwezen naar een invloed die wordt uitgeoefend door personen uit de omgeving. Zo zou het kunnen dat de zelfspraak van tennisspelers verschilt naargelang hun coach hen prees dan wel kritisch toesprak. Binnen de categorie van de persoonlijke antecedenten zijn de motivationele oriëntaties het meest frequent bestudeerd (Hatzigeorgiadis et al., in druk). Zo vonden Hatzigeorgiadis en Biddle (1999) dat personen die zich focussen op een taak en op het verbeteren van zichzelf, minder gedachten rond opgave ervoeren, ongeacht de waargenomen competentie. Bovendien vonden deze onderzoekers een positieve relatie tussen het gericht zijn op normatief gebaseerde prestaties en sociale vergelijking enerzijds en het ervaren van gedachten rond opgeven anderzijds. Dit laatste verband kon echter enkel worden vastgesteld bij personen met een lagere waargenomen competentie. Met betrekking tot de situationele antecedenten stellen Hatzigeorgiadis et al. (in druk) dat onderzoek zich vooral richt op pre-competitie-angst en het verloop van prestaties. Hatzigeorgiadis en Biddle (2008) vonden dat deze vorm van angst matig correleerde met negatieve zelfspraak, terwijl er geen verband gevonden werd tussen zelfspraak en somatische angst. De matige correlatie lijkt een gevolg van het feit dat gedachten kunnen wijzigen naargelang het verloop van competitie. Zo kon men aantonen dat negatieve zelfspraak vaak volgde in situaties waarbij de eigenlijke prestatie ver verwijderd lag van het vooropgestelde doel. Een laatste situationele antecedent is het wedstrijdverloop, wat nauw samenhangt met prestatie-doel discrepanties, daar winnen zo goed als altijd een doel van atleten is. Hieromtrent is er evidentie dat volwassen tennisspelers vaak negatieve zelfspraak vertonen na een foute opslag of een verloren punt, terwijl men positieve zelfspraak vaker stelt bij het tegemoet gaan van bepaalde uitdagingen in een wedstrijd. Zo wordt deze zelfspraak vaak geobserveerd voor aanvang van het retourneren van de opslag (Van Raalte et al., 2000). Tot slot bestaan er antecedenten omtrent de sociale omgeving. Interpersoonlijke theorieën stellen dat individuen zichzelf behandelen zoals significante anderen hen hebben behandeld (Benjamin, 1996a). Zo kan men verwachten dat trainers die op een autonomie-ondersteunende manier met hun atleten omgaan, informationele zelfspraak ontlokken. Atleten, van trainers die controlerend optreden daarentegen, hebben een grotere kans om controlerende zelfspraak te vertonen. Bovendien stellen Theodorakis et!! 15!!

21 al. (2012) dat met name negatieve zelfspraak vatbaar is voor sociale invloeden. Ze toonden in een correlationeel onderzoek dat atleten met een ondersteunende trainer vaker positieve zelfspraak hanteerden, terwijl ze zichzelf minder vaak negatief toespraken. Negatief gedrag van trainers hing daarentegen samen met heel wat meer negatieve zelfspraak bij hun atleten. Dergelijk trainersgedrag ging eveneens gepaard met meer positieve zelfspraak, zij het in mindere mate (Zourbanos et al., 2010). Daarnaast deze auteurs in een experimentele studie bij studenten aan dat positief gedrag van de proefleider negatieve zelfspraak deed dalen, terwijl negatief gedrag positieve zelfspraak liet afnemen. Een tweede factor uit de sociale omgeving met een invloed op zelfspraak is het motivationeel klimaat waarbinnen een training/wedstrijd plaatsvindt. Hieromtrent is gevonden dat een klimaat gericht op het beheersen van vaardigheden en persoonlijke verbetering, verbonden was met meer positieve en minder negatieve zelfspraak. Een klimaat gericht op het beter doen dan anderen hing daarentegen samen met een toename in negatieve zelfspraak (Hatzigeorgiadis et al., in druk). Gevolgen van Zelfspraak Over het algemeen zijn er met behulp van correlationele veldstudies omtrent inherente zelfspraak geen consistente resultaten gevonden tussen deze vorm van zelfspraak en prestatie. Dit kan te wijten zijn aan verschillen in conceptualisatie van zelfspraak, verschillen in de manier waarop prestatie gemeten werd of aan de onmogelijkheid om causaliteit na te gaan in dit soort studies. Experimentele studies waarbij gebruik gemaakt werd van een zelfspraaktraining toonden namelijk aan dat strategische zelfspraak effectief was bij het verbeteren van prestatie (Theodorakis et al., 2012). Een meta-analyse omtrent het effect van zelfspraak op prestatie toonde aan dat zelfspraak gemiddeld gezien een matig effect had op prestaties (d =.48). Dit effect werd niet gemodereerd door de leeftijd of het vaardigheidsniveau van de sporters. Het type zelfspraak dat werd onderzocht had daarentegen wel een modererend effect. Studies rond strategische zelfspraak vonden een sterk effect op prestatie (d =.80), terwijl studies naar inherente zelfspraak slechts een gemiddeld effect vonden (d =.37). De correlationele veldstudies bij tennissers door Van Raalte en collega s focusten zich op het effect van positieve en negatieve zelfspraak (Van Raalte et al., 1994; 2000). Zij vonden dat bij jongeren positieve zelfspraak niet verbonden was met!! 16!!

22 prestaties, terwijl negatieve zelfspraak vaak een samenhang vertoonde met mindere prestaties. Bij volwassenen vond men daarentegen geen samenhang tussen zelfspraak (ongeacht het type) en prestaties. De onderzoekers stelden dat volwassenen al hebben leren omgaan met de effecten van negatieve zelfspraak. Hoewel in deze studies geen effect werd gevonden van positieve zelfspraak, rapporteerde Hardy (2006) in een review dat laboratoriumstudies sterkere evidentie opleverden voor het gebruik van positieve zelfspraak. Verder toonden Tod, Hardy en Oliver (2011) in hun review dat het gebruik van positieve zelfspraak een samenhang vertoonde met betere prestaties. Negatieve zelfspraak was volgens deze review echter niet nadelig. Hiervoor verwezen de onderzoekers naar een mogelijke verklaring die reeds door Van Raalte et al. (1994) werd aangehaald, namelijk dat sommige atleten hun negatieve zelfspraak als motiverend zien. Tot slot stellen Tod et al. (2011) dat weinig onderzoek de effecten van positieve en negatieve zelfspraak vergelijkt. Studies die dit wel deden, leverden bovendien inconsistente resultaten op. Veel onderzoek naar de effecten van zelfspraak focussen sterk of exclusief op de prestatie. Er zijn echter meer uitkomsten die door zelfspraak voorspeld zouden kunnen worden. Eén daarvan is taakbeleving. De invloed van zelfspraak op deze uitkomstvariabele werd onderzocht door Oliver et al. (2010). Zij baseerden zich hiervoor op het onderscheid tussen informationele en controlerende zelfspraak. Men kon aantonen dat informationele zelfspraak samenhing met een positievere gemoedstoestand. Merk op dat dit in overeenstemming is met ZDT aangezien dit type zelfspraak de autonomie verhoogt en gevoelens van competentie versterkt. In dezelfde studie vond men bovendien dat studenten die zichzelf controlerend benaderden een minder optimale gemoedstoestand rapporteerden en meer angst ervoeren.!! 17!!

23 Huidig Onderzoek! Globale Onderzoeksdoelstellingen In deze experimentele veldstudie zal onderzocht worden wat de invloed is van de valentie (positief versus negatief) en communicatiestijl (autonomie-ondersteunend versus controlerend) bij het geven van feedback op meerdere uitkomsten, namelijk geambieerde doelen, taakbeleving, soort en mate van zelfspraak, prestaties en de mate van volharding of persistentie van competitieve tennisspelers. Tabel 1 geeft een overzicht van hoe de verschillende uitkomstmaten zijn opgebouwd. Daarnaast zal worden ingegaan op de verklarende rol die gevoelens van autonomie, competentie en ervaren druk hierbij spelen. Tot slot zal worden onderzocht of er een invloed is van de mate waarin tennisspelers hun trainer als autonomie-ondersteunend ervaren, alsook van de algemene competentiegevoelens die tennisspelers voorafgaand aan de oefening ervoeren. Met name zal de modererende rol bestudeerd worden die deze variabelen kunnen spelen binnen de relatie tussen valentie en stijl van feedback enerzijds en de uitkomstvariabelen anderzijds. Voorafgaand aan de proef zullen achtergrondgegevens verzameld worden en zullen de tennisspelers aangeven in welke mate ze hun coach als autonomieondersteunend ervaren en hoe competent ze zich voelen als tennisspeler. In een tweede fase zal een tennisoefening met ballenmachine uitgevoerd worden, waarbij de proefleider fictieve feedback zal geven aan de participanten. Deze feedback kan zowel positief als negatief zijn, onafhankelijk van de eigenlijke prestatie van het individu. Bovendien is er een verschil in de manier waarop de feedback gegeven zal worden. De ene groep participanten zal de feedback vernemen op een autonomie-ondersteunende manier, terwijl de feedback bij de andere groep controlerend geformuleerd zal worden. Als dusdanig worden vier experimentele feedbackcondities gecreëerd door het kruisen van valentie met communicatiewijze. Er zal ook een controleconditie gevormd worden, waarin geen feedback gegeven wordt. Tijdens de tennisoefening zullen de tennisspelers gevraagd worden om hun gedachten te externaliseren. Deze verbalisaties worden opgenomen, maar de analyse van deze gegevens valt buiten het bestek van deze scriptie. Onmiddellijk nadat de tennisoefening voltooid is, zullen de uitkomstvariabelen door middel van een nameting bepaald worden.!! 18!!

24 Tabel 1. Opbouw van de verschillende uitkomstmaten.! Taakbeleving Geambieerde doelen Gedragsmaten Zelfspraak Plezier/Interesse Taaktoenaderingsdoelen Prestatie Positief Autonomie Taakvermijdingsdoelen Persistentie Negatief Competentie Ervaren druk Prestatietoenaderingsdoelen Prestatievermijdingsdoelen Meerwaarde van de Huidige Studie De grootste meerwaarde van het huidige onderzoek is gelegen in het feit dat een experimentele studie wordt uitgevoerd. Een experimenteel design laat toe om de causaliteit van verbanden te achterhalen. Als dusdanig kan de huidige studie een goede aanvulling zijn op reeds bestaand onderzoek. Het grootste deel van de studies binnen de ZDT zijn namelijk correlationeel van aard en zeker binnen een sportcontext zijn er weinig experimentele studies voorhanden. Bovendien wordt zelfspraak als een uitkomstvariabele opgenomen, een sportspecifieke uitkomst die nog niet veel aandacht kreeg binnen de literatuur rond de ZDT. Wat betreft de zelfspraakliteratuur wezen Hatzigeorgiadis, (in druk) er reeds op dat het gros van de bevindingen omtrent de antecedenten van zelfspraak correlationeel van aard zijn. De huidige studie laat toe de causale invloed op zelfspraak te bepalen van zowel valentie van feedback als de manier waarop de feedback wordt gecommuniceerd. Daarnaast wordt in deze studie inherente zelfspraak bestudeerd, een onderdeel dat tot op heden minder aandacht heeft gekregen binnen de zelfspraakliteratuur. De poging om de ecologische validiteit van de studie te maximaliseren is een andere meerwaarde van het huidige onderzoek. Elke participant krijgt de mogelijkheid de proef uit te voeren op de tennisterreinen waar ze zelf doorgaans trainen. Hoewel het gebruik van een ballenmachine onvermijdelijk is om ervoor te zorgen dat elke tennisspeler exact dezelfde tennisoefening kreeg aangeboden, wordt de machine zodanig afgesteld dat een realistische tennisrally gesimuleerd wordt. Participanten krijgen zowel forehands als backhands aangeboden en de moeilijkheidsgraad van de oefening wordt aangepast aan hun klassement. Rustpauzes zijn overeenkomstig de toegestane rustpauzes binnen een tenniswedstrijd. Tot slot wordt de feedback gegeven!! 19!!

WORKSHOP Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat

WORKSHOP Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Partner in de Hogeschool-Universiteit Brussel - Huart Hamoirlaan 136-1030 Brussel WORKSHOP Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat Joris Lambrechts Hans

Nadere informatie

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden

Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden Stap 3 Leeractiviteiten begeleiden Bij het begeleiden van leeractiviteiten kun je twee aspecten aan het gedrag van leerkrachten onderscheiden, namelijk het pedagogisch handelen en het didactisch handelen.

Nadere informatie

Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat. Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen

Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat. Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen WORKSHOP Opvoedingsondersteuning van ouders in jeugdsportclubs Je kind kan winnen, los van het wedstrijdresultaat. Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Deze workshop is het resultaat van het PWO-project

Nadere informatie

Ouders & Clubs: één doel?!

Ouders & Clubs: één doel?! Ouders & Clubs: één doel?! Workshop Opvoedingsondersteuning van ouders in jeugdsportclubs Zorg dat je kind wint, los van het resultaat! Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Kenniscentrum Hoger Instituut

Nadere informatie

For Love or Money? Vrijwilligers motiveren op lange termijn

For Love or Money? Vrijwilligers motiveren op lange termijn For Love or Money? Vrijwilligers motiveren op lange termijn Dr. Jemima Bidee Ontbijtsessies CJP/BILL, 2014 12-12-2014 pag. 1 Intro 12-12-2014 pag. 2 Intro Koecomfort: technologie, benadering Individuele

Nadere informatie

Zelfsturend leren met een puberbrein

Zelfsturend leren met een puberbrein Zelfsturend leren met een puberbrein Jacqueline Saalmink In het hedendaagse voortgezet onderwijs wordt een groot beroep gedaan op zelfsturend leren. Leerlingen moeten hiervoor beschikken over vaardigheden

Nadere informatie

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015

Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken. Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Welke ruimte en skills hebben leerlingen nodig om bevlogen en gemotiveerd te werken Astrid van den Hurk 22 januari 2015 Doelen Zicht op basisbehoeftes van leerlingen om gemotiveerd te kunnen werken; Zelfdeterminatietheorie

Nadere informatie

Motivatie van leerlingen Motivationeel leerklimaat

Motivatie van leerlingen Motivationeel leerklimaat Gwen Weeldenburg test Test Motivatie van leerlingen Motivationeel leerklimaat Onderwijs is gericht op het leren van leerlingen te optimaliseren door het leren te richten en met name te faciliteren Beoordelen

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

De menselijke maat: Een wetenschappelijke onderbouwing Gerben Westerhof & Ernst Bohlmeijer

De menselijke maat: Een wetenschappelijke onderbouwing Gerben Westerhof & Ernst Bohlmeijer De menselijke maat: Een wetenschappelijke onderbouwing Gerben Westerhof & Ernst Bohlmeijer 1 Een praktijkvoorbeeld De verzorgende helpt de bewoner zich aan te kleden en pakt de deodorant. Bewoner: Ga weg

Nadere informatie

Motivatie: presteren? Of toch maar leren?

Motivatie: presteren? Of toch maar leren? Arjan van Dam Motivatie: presteren? Of toch maar leren? Een van de lastigste opgaven van managers is werken met medewerkers die niet gemotiveerd zijn. Op zoek naar de oorzaken van het gebrek aan motivatie,

Nadere informatie

WERKT FEEDBACK BESMETTEND? EEN EXPERIMENTELE STUDIE BIJ TENNISSPELERS

WERKT FEEDBACK BESMETTEND? EEN EXPERIMENTELE STUDIE BIJ TENNISSPELERS WERKT FEEDBACK BESMETTEND? EEN EXPERIMENTELE STUDIE BIJ TENNISSPELERS Aantal woorden: 14303 Julie Cornelissen Studentennummer: 01100507 Promotor: Prof. dr. Maarten Vansteenkiste Begeleider: drs. Gert-Jan

Nadere informatie

SAMENVATTING (Summary in Dutch)

SAMENVATTING (Summary in Dutch) SAMENVATTING (Summary in Dutch) Taal speelt een belangrijke rol in ons dagelijks leven. Het is een van de meest centrale aspecten bij de interactie tussen mensen. Ons taalgebruik wordt beïnvloed door onze

Nadere informatie

Inner Game. Tennis Workshop

Inner Game. Tennis Workshop Inner Game Tennis Workshop Inner Game Tennis Workshop De Inner Game Tennis Workshop zal zowel sporters als niet sporters, leden en niet leden van My HealthClub een waarvolle ervaring meegeven. Een positieve

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Interactionistische perspectieven benadrukken dat de persoon en zijn of haar omgeving voortdurend in interactie zijn en samen een systeem vormen. Dit idee van integratie

Nadere informatie

Motivatie. Motivatie verhogen

Motivatie. Motivatie verhogen Motivatie verhogen Inleiding: Spanning is een woord dat meestal negatief bekeken wordt. Het wordt dan gezien als stress of faalangst. Toch is dit niet correct. Er zijn heel wat voorbeelden te vinden waarbij

Nadere informatie

Voorstellen. Topsport 1. Naam 2. Coachervaring 3. Ervaring met mentale begeleiding 4. Wat voor type coach bent u? Voorstellen

Voorstellen. Topsport 1. Naam 2. Coachervaring 3. Ervaring met mentale begeleiding 4. Wat voor type coach bent u? Voorstellen Voorstellen Coachen: Aansluiten op Motivatie-stijl Rogier Hoorn sport- & prestatiepsycholoog VSPN drs. Rogier Hoorn sport- en prestatiepsycholoog VSPN SportsMind.nl Sinds 2003 praktijk Bussum en Papendal

Nadere informatie

ZELF-DETERMINATIE THEORIE EN PSYCHISCH WELZIJN

ZELF-DETERMINATIE THEORIE EN PSYCHISCH WELZIJN ZELF-DETERMINATIE THEORIE EN PSYCHISCH WELZIJN Prof. Dr. Inge Antrop Dr. Katrijn Brenning MSc. Lana De Clercq Prof. Dr. Sarah De Pauw Ph.D. Lisa Dieleman Prof. Dr. Patrick Luyten Ph.D. Elien Mabbe Dr.

Nadere informatie

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en

het laagste niveau van psychologisch functioneren direct voordat de eerste bestraling begint. Zowel angstgevoelens als depressieve symptomen en Samenvatting In de laatste 20 jaar is er veel onderzoek gedaan naar de psychosociale gevolgen van kanker. Een goede zaak want aandacht voor kanker, een ziekte waar iedereen in zijn of haar leven wel eens

Nadere informatie

Voorstellen. Topsport 1. Naam 2. Coachervaring 3. Ervaring met mentale begeleiding 4. Wat voor type coach bent u? Voorstellen

Voorstellen. Topsport 1. Naam 2. Coachervaring 3. Ervaring met mentale begeleiding 4. Wat voor type coach bent u? Voorstellen Voorstellen Coachen: Aansluiten op Motivatie-stijl Rogier Hoorn sport- & prestatiepsycholoog VSPN drs. Rogier Hoorn sport- en prestatiepsycholoog VSPN SportsMind.nl Sinds 2003 praktijk Bussum en Papendal

Nadere informatie

Moetivatie of goesting? Hoe een optimale motivatie te bevorderen bij studenten

Moetivatie of goesting? Hoe een optimale motivatie te bevorderen bij studenten Moetivatie of goesting? Hoe een optimale motivatie te bevorderen bij studenten Jolene van der Kaap-Deeder Nathalie Aelterman Maarten Vansteenkiste Universiteit Gent Eline Sierens Arteveldehogeschool Gent

Nadere informatie

Infosessie& Workshop Opvoedingsondersteuningvan oudersin jeugdsportclubs

Infosessie& Workshop Opvoedingsondersteuningvan oudersin jeugdsportclubs Infosessie& Workshop Opvoedingsondersteuningvan oudersin jeugdsportclubs Zorgdatje kind wint, los van het resultaat! Aanleiding onderzoek Sportclub Ouder Kind 2 Aanleiding onderzoek Sportclub Ouder Kind

Nadere informatie

De (mogelijke) rol van LO in het stimuleren van fysieke activiteit

De (mogelijke) rol van LO in het stimuleren van fysieke activiteit De (mogelijke) rol van LO in het stimuleren van fysieke activiteit Een beknopt overzicht van studies Menno Slingerland Lars Borghouts Matthijs Hesselink Lichamelijke Opvoeding als aspirine? Claims voor

Nadere informatie

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! 29/11/2017. Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! 29/11/2017. Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! Maarten Andriessen Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen 1 MOTIVATIE? 4 Motivatie quotes Case (poll 1)

Nadere informatie

Huiswerk, het huis uit!

Huiswerk, het huis uit! Huiswerk, het huis uit! Een explorerend onderzoek naar de effecten van studiebegeleiding op attitudes en gedragsdeterminanten en de bijdrage van de sociale- en leeromgeving aan deze effecten Samenvatting

Nadere informatie

SWPBS: meer dan behaviorisme? W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g

SWPBS: meer dan behaviorisme? W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g SWPBS: meer dan behaviorisme? Programma Welkom & intro: de kern Pedagogische kwaliteit: de opdracht & keuzes in de uitvoering Theoretische kaders De functie & kwaliteit van feedback Belonen/ erkennen/

Nadere informatie

Het effect van doelstellingen

Het effect van doelstellingen Het effect van doelstellingen Inleiding Goalsetting of het stellen van doelen is een van de meest populaire motivatietechnieken om de prestatie te bevorderen. In eerste instantie werd er vooral onderzoek

Nadere informatie

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING

DUTCH SUMMARY NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING 205 Het is niet zonder reden dat autoriteiten wereldwijd aandacht besteden aan programma s en interventies om mensen meer te laten bewegen. Sportactiviteiten van gemiddelde tot

Nadere informatie

Appendix A Checklist voor visible learning inside *

Appendix A Checklist voor visible learning inside * Appendix A Checklist voor visible learning inside * * Op www.bazalt.nl/lerenzichtbaarmaken kunt u dit formulier downloaden en vervolgens printen. Het is belangrijk dat de medewerkers van de school deze

Nadere informatie

INHOUD. Inleiding 11. Hoofdstuk 1. Algemene coachfilosofie 17. Hoofdstuk 2. De beleving van de coach 55

INHOUD. Inleiding 11. Hoofdstuk 1. Algemene coachfilosofie 17. Hoofdstuk 2. De beleving van de coach 55 INHOUD Inleiding 11 Hoofdstuk 1. Algemene coachfilosofie 17 1. Coachen van jeugd: een roeping, een gave of een taak zoals een ander? 18 2. Jouw persoonlijke coachfilosofie 19 3. Kies een coachstijl 22

Nadere informatie

Het belang van de relatie. Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking

Het belang van de relatie. Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking Het belang van de relatie Onderzoek naar werkalliantie bij jongeren met een licht verstandelijke beperking Hoe zou je in één woord werkalliantie omschrijven bij jongeren met een LVB? Programma en doelen

Nadere informatie

STIMULEREN TOT PERFECTIE : EEN EXPERIMENTELE STUDIE OVER HET EFFECT OP HET MOTIVATIONEEL EN COGNITIEF FUNCTIONEREN

STIMULEREN TOT PERFECTIE : EEN EXPERIMENTELE STUDIE OVER HET EFFECT OP HET MOTIVATIONEEL EN COGNITIEF FUNCTIONEREN Academiejaar 2014-2015 Tweedesemesterexamenperiode STIMULEREN TOT PERFECTIE : EEN EXPERIMENTELE STUDIE OVER HET EFFECT OP HET MOTIVATIONEEL EN COGNITIEF FUNCTIONEREN Masterproef II neergelegd tot het behalen

Nadere informatie

Noodondersteunend opvoeden van kinderen en jongeren met CP: Inzichten vanuit zelfdeterminatietheorie

Noodondersteunend opvoeden van kinderen en jongeren met CP: Inzichten vanuit zelfdeterminatietheorie VAKGROEP ORTHOPEDAGOGIEK VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEIDS- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE Noodondersteunend opvoeden van kinderen en jongeren met CP: Inzichten vanuit zelfdeterminatietheorie Dra. Lisa

Nadere informatie

Zorg dat je kind wint, los van het resultaat! Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen

Zorg dat je kind wint, los van het resultaat! Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Infosessie Opvoedingsondersteuning van ouders in jeugdsportclubs Zorg dat je kind wint, los van het resultaat! Deze infosessie is het resultaat van het PWO-project van de HUB Ouders en jeugdsport: geen

Nadere informatie

Universiteit Gent Faculteit psychologie en Pedagogische wetenschappen Academiejaar de examenperiode

Universiteit Gent Faculteit psychologie en Pedagogische wetenschappen Academiejaar de examenperiode Universiteit Gent Faculteit psychologie en Pedagogische wetenschappen Academiejaar 2015 2016 2 de examenperiode To Cheat or not to Cheat? De Effecten van Herhaald Succes of Falen op Motivatie, Wedstrijdbeleving

Nadere informatie

Dr. An Bogaerts PortaAL Expertisecentrum voor Gezond Bewegen KU Leuven

Dr. An Bogaerts PortaAL Expertisecentrum voor Gezond Bewegen KU Leuven Motiveren van niet-actieve senioren wat is de rol van de bewegingsambassadeur? Dr. An Bogaerts PortaAL Expertisecentrum voor Gezond Bewegen KU Leuven PortaAL Poort naar een Actieve Levensstijl Expertise

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Motivatie van de recreationele loper

Motivatie van de recreationele loper Motivatie van de recreationele loper een introductie in de zelfdeterminatietheorie Jeroen Meganck Jeroen@spoc.be S.P.O.C. KU Leuven 6/10/2013 (c) Jeroen Meganck, 2013 1 Inhoud Rationale Definities Motivatie

Nadere informatie

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! MOTIVATIE? 12/06/2019

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! MOTIVATIE? 12/06/2019 Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! Maarten Andriessen 1 Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen 2 MOTIVATIE? 3 3 1 Motivatie in het leven

Nadere informatie

Samenvatting (in Dutch)

Samenvatting (in Dutch) Summary Samenvatting (in Dutch) Motivatie is een veelgebruikte term, ook in het dagelijks leven. Iedereen heeft een bepaald beeld bij het concept motivatie, maar vaak loopt de perceptie hiervan uiteen.

Nadere informatie

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! 15/04/2018. Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen

Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! 15/04/2018. Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen Wat als een wortel niet meer helpt?! Of, hoe mensen écht motiveren! Maarten Andriessen Inleiding Inzicht in motivatie Motivatie concreet Inzichten toepassen 1 MOTIVATIE? 4 Motivatie quotes Case (poll 1)

Nadere informatie

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)

Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich

Nadere informatie

ogen en oren open! Luister je wel?

ogen en oren open! Luister je wel? ogen en oren open! Luister je wel? 1 Verbale communicatie met jonge spelers Communiceren met jonge spelers is een vaardigheid die je van nature moet hebben. Je kunt het of je kunt het niet. Die uitspraak

Nadere informatie

Valorisatieverslag. Master thesis Onderwijswetenschappen

Valorisatieverslag. Master thesis Onderwijswetenschappen Valorisatieverslag Master thesis Onderwijswetenschappen 2017-2018 Student: Marianne den Hertog Studentnummer: 4159616 Datum: 25-06-2018 Lesgeven aan (hoog)begaafde leerlingen in de reguliere klas Hoe kunnen

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT IJSHOCKEYTRAINER/COACH 1 (Teambegeleider) LEIDERSCHAP

KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT IJSHOCKEYTRAINER/COACH 1 (Teambegeleider) LEIDERSCHAP KWALIFICATIESTRUCTUUR SPORT 2012 IJSHOCKEYTRAINER/COACH 1 (Teambegeleider) 1.3.2. LEIDERSCHAP LEIDERSCHAPSSTIJLEN U bent als teambegeleider/sportleider één van de centrale aanspreekpunten van het team.

Nadere informatie

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan

Leren/coachen van meisjes - Dingen om bij stil te staan De ontwikkeling van vrouwen en meisjes in het rugby heeft de afgelopen jaren flink aan momentum gewonnen en de beslissing om zowel heren als dames uit te laten komen op het sevenstoernooi van de Olympische

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) Parenting Support in Community Settings: Parental needs and effectiveness of the Home-Start program J.J. Asscher Samenvatting (Dutch summary) Ouders spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van kinderen.

Nadere informatie

Een blik vanuit de bewegingspsychologie. Filip Boen

Een blik vanuit de bewegingspsychologie. Filip Boen Een blik vanuit de bewegingspsychologie Waarom is het moeilijk om sedentairen te activeren? Welke drempels moeten overwonnen worden? En hoe pak je dit best aan? Filip Boen Studiedag FaBeR en ISB Niet-actieve

Nadere informatie

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden?

Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Hoe goed of slecht beleeft men de EOT-regeling? Hoe evolueert deze beleving in de eerste 30 maanden? Auteur: Ruben Brondeel i.s.m. Prof. A. Buysse Onderzoeksvraag Tijdens het proces van een echtscheiding

Nadere informatie

Hoe de KVV-jeugdwerking meer op maat maken van het kind?

Hoe de KVV-jeugdwerking meer op maat maken van het kind? Hoe de KVV-jeugdwerking meer op maat maken van het kind? rudy@heavymental.be www.heavymental.be Waarom sporten kinderen? sport geeft kinderen tal van voordelen - wekt gevoelens op van fitheid en gezondheid

Nadere informatie

INLEIDING DE KLEINE PRINS MOTIVATIE ZET MENSEN IN BEWEGING

INLEIDING DE KLEINE PRINS MOTIVATIE ZET MENSEN IN BEWEGING (GEEN) GOESTING?! INLEIDING ABC VAN MOTIVATIE LEREN OP SCHOOL, EEN AANGENAME EN BOEIENDE ACTIVITEIT? OPVOEDEN IS ROEKELOZE IMPROVISATIE LATER IS NOG LANG EEN VOL HOOFD DE WEG KWIJT TEN SLOTTE INLEIDING

Nadere informatie

Weerzin tegen lezen of weer zin om te lezen?

Weerzin tegen lezen of weer zin om te lezen? Weerzin tegen lezen of weer zin om te lezen? Roel van Steensel Vrije Universiteit Amsterdam Erasmus Universiteit Rotterdam Deze lezing Waar komt de motivatie om te lezen vandaan? Hoe hangt motivatie samen

Nadere informatie

Pedagogische sessie: Motivatie verhogen

Pedagogische sessie: Motivatie verhogen INHOUD 1 Moetivatie of motivatie... 2 1.1 Waarom doen we wat we doen?... 2 1.1.1 Waarom... 2 1.1.2 Oplossing... 2 1.1.3 Gevolgen... 2 1.2 Soorten motivatie... 3 1.2.1 Opdracht: Een goede reden om les te

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Het managen van weerstand van consumenten tegen innovaties De afgelopen decennia zijn er veel nieuwe technologische producten en diensten geïntroduceerd op de

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Burnout, een toestand van mentale uitputting door chronische stress in de werksituatie, vormt een ernstig maatschappelijk probleem dat momenteel veel aandacht krijgt. In

Nadere informatie

de 9 mentale vaardigheden van een succesvolle atleet Topsport Limburg Sittard, 28 maart 2012 drs. Joep Teeken, VSPN -sportpsycholoog

de 9 mentale vaardigheden van een succesvolle atleet Topsport Limburg Sittard, 28 maart 2012 drs. Joep Teeken, VSPN -sportpsycholoog de 9 mentale vaardigheden van een succesvolle atleet Topsport Limburg Sittard, 28 maart 2012 drs. Joep Teeken, VSPN -sportpsycholoog doel inzicht krijgen in het belang van en ervaren van mentale vaardigheden

Nadere informatie

Ouders & Clubs: één doel?!

Ouders & Clubs: één doel?! Ouders & Clubs: één doel?! Infosessie Opvoedingsondersteuning van ouders in jeugdsportclubs Zorg dat je kind wint, los van het resultaat! Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen Kenniscentrum Hoger Instituut

Nadere informatie

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een

de jaren van de vorige eeuw lag de focus op de beschrijving van stressreacties en onderzoek van de (karakteristieken van) stimuli die een Samenvatting Werkstress bij verpleegkundigen is al jaren wereldwijd een probleem. Werkstress kan negatieve gevolgen hebben voor de geestelijke en lichamelijke gezondheid en kan het plezier in het werk

Nadere informatie

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz

Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Moral Misfits. The Role of Moral Judgments and Emotions in Derogating Other Groups C. Wirtz Mensen die als afwijkend worden gezien zijn vaak het slachtoffer van vooroordelen, sociale uitsluiting, en discriminatie.

Nadere informatie

Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top

Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top Jacques van Rossum Positief coachen brengt talenten dichter bij de top Bij talentontwikkeling gaat het om kwaliteiten en mogelijkheden van jonge sporters, zoals in het vorige hoofdstuk is beschreven. Maar

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

Coach-scan: een feedback tool voor (beginnende) coaches. Tamara GoudenKansen.eu

Coach-scan: een feedback tool voor (beginnende) coaches. Tamara GoudenKansen.eu Coach-scan: een feedback tool voor (beginnende) coaches Tamara Kramer Tamara.Kramer@han.nl @Tamara_Kramer GoudenKansen.eu Voorstellen Tamara Onderzoeker/promovendus Talentidentificatie tennis Coaches Veel

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch)

Samenvatting (Dutch) Samenvatting (Dutch) 162 Hier zal een korte samenvatting gegeven worden van de resultaten van het onderzoek gepresenteerd in dit proefschrift. Affect, Gemoedstoestand en Informatieverwerking Om te overleven

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20566 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Wit, Frank R.C. de Title: The paradox of intragroup conflict Issue Date: 2013-02-28

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

NLcoach Workshop: Trainer - Sportouder een bijzondere relatie 9 december Ivo Spanjersberg Sportpsycholoog

NLcoach Workshop: Trainer - Sportouder een bijzondere relatie 9 december Ivo Spanjersberg Sportpsycholoog NLcoach Workshop: Trainer - Sportouder een bijzondere relatie 9 december 2016 Ivo Spanjersberg Sportpsycholoog Programma vandaag 1. Introductie, doelen, werkwijze 2. Warming-up: stellingen a.d.h.v. filmpjes

Nadere informatie

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd

het minder belangrijk om ergens bij te horen en belangrijker om elkaar te helpen en hulp te ontvangen, terwijl het omgekeerde patroon gevonden werd Samenvatting Het onderzoek dat in dit proefschrift wordt gepresenteerd is een verkenning van de samenhang tussen de motivatie, gerepresenteerd door persoonlijke doelen, en de kwaliteit van het samenwerkend

Nadere informatie

BAMBEA BewegeninAmsterdammet

BAMBEA BewegeninAmsterdammet BAMBEA BewegeninAmsterdammet Nicky Nibbeling, Joey van der Bie, Ben Kröse Beacons en Marije Baart De La Faille-Deutekom Hogeschool van Amsterdam Speerpunt UrbanVitality Aanleiding Fysieke inactiviteit

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Verhogen van leerlingmotivatie. bij wereldoriëntatie / kernconcepten door motivatie-ondersteunend leerkrachtengedrag

Verhogen van leerlingmotivatie. bij wereldoriëntatie / kernconcepten door motivatie-ondersteunend leerkrachtengedrag Astrid van den Hurk & Kris Verbeeck Verhogen van leerlingmotivatie bij wereldoriëntatie / kernconcepten door motivatie-ondersteunend leerkrachtengedrag Najaar 2013 Programma Opening en welkom Deelname

Nadere informatie

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae

Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae Dutch Summary Acknowledgements Curriculum Vitae 184 Welbevinden en hoofdpijn bij adolescenten: de rol van zelfregulatie In dit proefschrift is de rol van zelfregulatie processen voor het welbevinden van

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten

Samenvatting. Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten Samenvatting Leeftijd en Psychologisch Contractbreuk in Relatie tot Werkuitkomsten De beroepsbevolking in Nederland, maar ook in andere westerse landen, vergrijst in een rap tempo. Terwijl er minder kinderen

Nadere informatie

Progressie & motivatie bij jonge sporters: hoe draagt de coach bij?

Progressie & motivatie bij jonge sporters: hoe draagt de coach bij? Arenberggebouw Arenbergstraat 5 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 Fax: 02 209 47 15 Progressie & motivatie bij jonge sporters: hoe draagt de coach bij? AUTEURS DRS. REYNDERS B., DR. DE BACKER M. REDACTEUR

Nadere informatie

Motieven en persoonlijkheid. Waarom doen mensen de dingen die ze doen?

Motieven en persoonlijkheid. Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motieven en persoonlijkheid Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motivatie psychologen vragen: Waarom doen mensen de dingen die ze doen? Motivatiepsychologen zoeken naar de motieven, de drijfveren

Nadere informatie

Summary & Samenvatting. Samenvatting

Summary & Samenvatting. Samenvatting Samenvatting De meeste studies na rampen richten zich op de psychische problemen van getroffenen zoals post-traumatische stress stoornis (PTSS), depressie en angst. Naast deze gezondheidsgevolgen van psychische

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven.

Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie. Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven. * Cerebrale parese en de overgang naar de adolescentie Beloop van het functioneren, zelfwaardering en kwaliteit van leven In dit proefschrift worden de resultaten van de PERRIN CP 9-16 jaar studie (Longitudinale

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN?

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? INLEIDING PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? Om uitstekende vaardigheden te ontwikkelen zijn niet alleen talent en mogelijkheden

Nadere informatie

Welkom bij de workshop Fanatiek begonnen. En nu volhouden. Matijs van den Eijnden 13 mei 2019

Welkom bij de workshop Fanatiek begonnen. En nu volhouden. Matijs van den Eijnden 13 mei 2019 Welkom bij de workshop Fanatiek begonnen. En nu volhouden. Matijs van den Eijnden 13 mei 2019 FANATIEK BEGONNEN... en nu volhouden toch? Matijs van den Eijnden Fysiotherapeut / manueel therapeut docent

Nadere informatie

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling.

Functieprofiel. Leraar. op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE. Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. Functieprofiel Leraar op OBS Het Toverkruid LA, 1,0 FTE Aanstelling voor een jaar welke bij goed functioneren kan leiden tot een vaste aanstelling. April 2018 Specifieke competenties teamlid OBS Het Toverkruid

Nadere informatie

Work Engagement Scan

Work Engagement Scan Voorbeeld Groepsoverzicht 1 Work Engagement Scan Organisatie Y PiCompany BV T 030 20 40 800 E info@picompany.nl Over de Work Engagement Scan 2 Weten hoe bevlogen mensen zijn Bevlogen werknemers presteren

Nadere informatie

WAT BEPAALT DE MAXIMALE PRESTATIE? HET HOOFD? Bert Van Poucke

WAT BEPAALT DE MAXIMALE PRESTATIE? HET HOOFD? Bert Van Poucke WAT BEPAALT DE MAXIMALE PRESTATIE? HET HOOFD? Bert Van Poucke Analyse 4 pijlers belangrijk om optimale prestaties te leveren: 1) de fysieke pijler (incl. technisch en tactisch) 2) de mentale pijler 3)

Nadere informatie

Cover Page. Author: Beuzekom, Martie van Title: Latent risk factors in operating theatres and intensive care units Issue Date:

Cover Page. Author: Beuzekom, Martie van Title: Latent risk factors in operating theatres and intensive care units Issue Date: Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/19916 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Beuzekom, Martie van Title: Latent risk factors in operating theatres and intensive

Nadere informatie

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.

rapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen. Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst

Nadere informatie

Motivatie door eigenaarschap

Motivatie door eigenaarschap Motivatie door eigenaarschap Piet BUYSE & Maaike VERSTRAETE BaNaBa SchoolONtwikkeling 2 3 4 Denk terug aan een concreet moment waarop jij je helemaal niet gemotiveerd voelde om een activiteit te doen.

Nadere informatie

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit

Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Keeping Youth in Play: the Effects of Sports-Based Interventions in the Prevention of Juvenile Delinquency A. Spruit Dutch summary De financiële en maatschappelijke kosten van jeugdcriminaliteit zijn

Nadere informatie

Onderzoek naar vrijwilligerswerk in de sport voor jongeren die leven in maatschappelijk kwetsbare situaties. Kansen tot ontwikkeling?

Onderzoek naar vrijwilligerswerk in de sport voor jongeren die leven in maatschappelijk kwetsbare situaties. Kansen tot ontwikkeling? Onderzoek naar vrijwilligerswerk in de sport voor jongeren die leven in maatschappelijk kwetsbare situaties. Kansen tot ontwikkeling? Doctoraatproefschrift Evi Buelens, onderzoeksgroep Sport & Society,

Nadere informatie

Jouw motivatie. Excellent gemotiveerd. Waarom? Excellent gemotiveerd 2014. Hoe creëer je een omgeving waarin leerlingen willen excelleren?

Jouw motivatie. Excellent gemotiveerd. Waarom? Excellent gemotiveerd 2014. Hoe creëer je een omgeving waarin leerlingen willen excelleren? Excellent gemotiveerd Excellent gemotiveerd Hoe creëer je een omgeving waarin leerlingen willen excelleren? Motivatie volgens Deci en Ryan Feedback geven met 3 vragen Zelf oefenen Sandra Elzinga Sandra@betaonderwijsopmaat.nl

Nadere informatie

De rol van interactiestijl van consulenten en invloed op de werkzoekende

De rol van interactiestijl van consulenten en invloed op de werkzoekende Design Charles & Ray Eames - Hang it all Vitra De rol van interactiestijl van consulenten en invloed op de werkzoekende Ludo Struyven SV Café Live De terugkeer van persoonlijk contact in de sociale zekerheid,

Nadere informatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie

Thema. Kernelementen. Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Thema Kernelementen Emoties Puber- en kinderemotie Eenduidige communicatie Tips voor de trainer: Werken met mensen is werken met emotie. Leer emoties als signaal te herkennen, maar niet als leidraad te

Nadere informatie

2013-2017. Huiswerkbeleid

2013-2017. Huiswerkbeleid 01-017 Huiswerkbeleid Inhoudsopgave Beschrijving doelgroep Visie op onderwijs Basisvisie Leerinhouden/Activiteiten De voor- en nadelen van het geven van huiswerk Voordelen Nadelen Richtlijnen voor het

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) * 132 Baby s die te vroeg geboren worden (bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken) hebben een verhoogd risico op zowel ernstige ontwikkelingproblemen (zoals mentale

Nadere informatie

Sportdeelname van jongeren met gedragsproblemen

Sportdeelname van jongeren met gedragsproblemen Sportdeelname van jongeren met gedragsproblemen ONDERZOEK DREMPELS BETEKENIS VOORWAARDEN Remo Mombarg en Jan Willem Bruining (RUG/HIS) Koen Breedveld en Wouter Nootebos (Mulier Instituut) Saskia van Doorsselaer

Nadere informatie