BESLUIT TECHNISCHE BIJSTAND KANSEN VOOR WEST

Transcriptie

1 Gemeente Den Haag DSO/ RIS BESLUIT TECHNISCHE BIJSTAND KANSEN VOOR WEST HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS, Overwegende: - de uitvoering van het Haags Uitvoeringsplan Kansen voor West het besluit BSD/ Aanvragen Cofinancieringsfonds ronde maart 2015 Besluit: I. Dat het personeelsbudget voor 8 jaar van het programmabureau Europa & Fondsen bij DSO/Economie als cofinanciering wordt ingebracht voor een bedrag van ,-, waarvan ,- als subsidiabele kosten verantwoord zullen gaan worden. II. III. Dat er een bedrag van ,- wordt aangevraagd vanuit het Cofinancieringsfonds subsidies; hiertoe wordt separaat een besluit voorgelegd aan het college middels BSD/ Aanvragen Cofinancieringsfonds ronde maart Dat het college akkoord is met de geraamde uitgaven door het Haagse programmabureau Europa & Fondsen ten behoeve van het programma Kansen voor West II voor een bedrag van ,-. Den Haag, 14 april 2015 Het college van burgemeester en wethouders, de secretaris, de burgemeester, mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen

2 DSO/ TOELICHTING Inleiding De gemeente Den Haag is partner in het programma Kansen voor West 1. In dit economische programma is samen met vier provincies (Noord Holland, Zuid Holland, Flevoland en Utrecht) en de vier grote steden (Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag) geld vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) geprogrammeerd. Het programma Kansen voor West 1 is bijna afgelopen. Formeel liep het van 2007 tot en met 2013, maar er is een uitloop van twee jaar om de projecten af te ronden. Dit jaar vinden dus nog de nodige werkzaamheden plaats om tot een goed einde van Kansen voor West 1 te komen. Binnen Kansen voor West heeft elke partner een eigen programma met eigen accenten opgesteld. Voor Den Haag was in totaal 35 mln. aan Europese middelen beschikbaar voor projecten in de stad. Samen met de door Europa vereiste cofinanciering is voor ruim 100 mln. geïnvesteerd in de Haagse economie. Zo is een belangrijke financiële bijdrage geleverd aan de vernieuwing van de boulevard van Scheveningen, de verbouwing van het Mauritshuis en de start van The Hague Security Delta met een campus en stimuleringsregeling. Maar ook aan het bezoekerscentrum bij het Vredespaleis en het Living Lab van de Universiteit Leiden. Daarnaast is een Holdingfonds opgezet en operationeel gemaakt. Met dat financiële instrument vindt gerichte financiële ondersteuning van initiatieven plaats met behulp van leningen, participaties en garanties. De voorbereidingen voor de opvolger van het Kansen voor West I programma zijn bijna afgerond. Vlak voor de Kerst heeft de Europese Commissie het Operationeel Plan van de acht partners goedgekeurd. Dit plan was al op 14 januari 2014 door het college van B&W vastgesteld (RIS ). Na de goedkeuring van de Commissie volgt, net zoals dat bij het vorige Kansen voor West het geval was, een eigen Haags programma. Dat is het Haags Uitvoeringsplan dat tegelijkertijd met dit voorstel voor de technische bijstand ter vaststelling wordt voorgelegd. Het loket voor Kansen voor West gaat op1 april open. Het Kansen voor West II budget is fors gedaald. Daarmee is ook voor Den Haag minder Europees geld beschikbaar dan in de vorige periode het geval was. In het nieuwe programma zit voor 22 mln. aan EFRO middelen Om het programma uit te kunnen voeren levert Europa middelen mee. Dit worden de middelen voor technische bijstand genoemd. Ook deze Europese middelen moeten, net als bij het programmageld het geval is, gecofinancierd worden. In dit collegevoorstel zijn een opbouw van het budget en een inschatting van de uitgaven voor technische bijstand opgenomen. De begroting voor technische bijstand is sluitend. Organisatie/management van Kansen voor West II De coördinatie van het hele programma Kansen voor West II is in handen van Rotterdam. In de Europese terminologie worden zij aangeduid als de managementautoriteit. Rotterdam is daarmee coördinator en partner tegelijkertijd. Organisatorisch heeft Rotterdam die taken gesplitst. Met de vaststelling van het Haags Uitvoeringsplan geeft het college van B&W de randvoorwaarden mee voor de verdere uitvoering van het programma. De gemeente Den Haag heeft voor de uitvoering van het Haags Uitvoeringsplan een eigen programmabureau Europa & Fondsen binnen de afdeling Economie van Dienst Stedelijke Ontwikkeling. Het programmabureau is binnen het netwerk van de partners en samenwerkende (belangen) organisaties actief bij het verwerven van projecten. Door het stellen van gerichte vragen en het op maat geven van informatie over regelgeving in oriënterende gesprekken wordt in een zo vroeg mogelijk stadium nagegaan of de initiatieven passen binnen de doelstellingen van het programma. Daarnaast krijgt de aanvrager de informatie die nodig is voor het opstellen van een kwalitatief goede aanvraag.

3 DSO/ Het dagelijks bestuur van Kansen voor West wordt gevormd door een adviesgroep onder leiding van wethouder KIJO. In deze adviesgroep zitten niet alleen gemeentelijke directeuren; Ook werkgevers en kennisinstellingen zijn vertegenwoordigd. Het eerder genoemde programmabureau verzorgt de noodzakelijke ondersteuning. Het Haags Uitvoeringsplan bestaat uit een stedelijk en een regionaal gedeelte. Voor het stedelijk gedeelte (45,5 %) is het Haags college van B&W de gedelegeerde managementautoriteit. Het andere deel van het Haags Uitvoeringsprogramma is geoormerkt als regionaal (54,5 %). Dat betekent dat voor dit gedeelte niet de gemeente Den Haag maar de gemeente Rotterdam de uiteindelijke beschikking afgeeft. Dit betekent overigens niet dat het regionale deel van het programma ook in de regio wordt geïnvesteerd. Uitgangspunt is dat alle middelen die zijn verbonden aan het Haags Uitvoeringsplan aan de gemeente Den Haag ten goede komen. Rotterdam laat zich ondersteunen door Flevoland. Dit is ook voor de technische bijstand van belang, omdat Rotterdam en Flevoland voor deze taak budget van ons krijgen dat meer is dan wij vanuit Europa voor technische bijstand ontvangen. Voor de inhoudelijke afweging bij het beschikken van projecten zijn voor de prioriteiten innovatie en koolstofarme economie deskundigencommissies gevormd. De leden van de adviesgroep en de deskundigencommissie beoordelen de projecten op basis van landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria namelijk: a. de mate waarin deze passen binnen de doelstellingen van het Operationeel Programma; b. de mate van innovativiteit; c. de kwaliteit van de businesscase; d. de kwaliteit van de aanvraag, en e. de mate waarin deze bijdragen aan duurzame ontwikkeling. Schematisch ziet de organisatie/het management van Kansen voor West II er als volgt uit: Haags Uitvoeringsplan Kansen voor West Vaststelling: College van B&W Den Haag Dagelijks bestuur: Adviesgroep Den Haag Beleidsinhoudelijke ondersteuning: Programmabureau Europa & Fondsen Den Haag Stedelijk Programma Regionaal Programma Management Autoriteit: College van B&W Den Haag Management Autoriteit: College van B&W Rotterdam Advies: Adviesgroep Den Haag Advies: Deskundigencommissies (op innovatie en koolstofarm, dus ook deels op stedelijk terrein) Technische ondersteuning: Kansen voor West Den Haag Technische ondersteuning: Kansen voor West Flevoland

4 DSO/ Begroting technische bijstand De belangrijkste activiteiten, die worden uitgevoerd met de technische bijstand zijn: - Initiëren en faciliteren van projectvoorstellen vanuit de economische visie van Den Haag passend binnen het Operationeel Programma Kansen voor West; - Het ontwikkelen en toepassen van een goed systeem van projectselectie; - Adequate en tijdige controles op de tussentijdse verantwoording van de middelenbesteding, inclusief controle op de uitvoering van stimuleringsregelingen; - Het correct afwikkelen van de eindverslagen en afrekeningen van de projecten en daarmee definitief vast stellen van de subsidies. Bijkomende activiteiten zijn: - Regulier programmabeheer, communicatie, jaarverslaglegging en budgetbewaking; - Communicatie met en voor de begunstigden en het grote publiek, zoals open kijkdagen en voorlichtingsdagen organiseren (waaronder een startdag); - Overleg met de Certificeringsautoriteit (ministerie van EZ) en de Auditautoriteit (ministerie van Financiën) en eventueel het verzorgen van de verweren; - Afstemming en overleg voor synergie in de uitvoering en op de inhoud van de programma s met: de andere EFRO managementautoriteiten; ministeries; uitvoerders van andere Europese programma s en van aanpalende nationale en regionale programma s; - Evaluaties over de effectiviteit van het programma; - Training en opleiding in samenwerking met de andere Operationele Programma s. - Beheer van het holdingfonds en het beheer van eventuele stimuleringsregelingen. Het programmabureau Europa & Fondsen is momenteel ook verantwoordelijk voor de afronding van het Kansen voor West 1 programma. Binnen dat programma is dekking voor technische bijstand begroot tot en met Onderstaande begroting beslaat de periode (8 jaar). Budget ( ) In 1. Technische Bijstand EFRO Den Haag Regulier personeel DSO/Economie Bijdrage Cofinancieringsfonds Totaal Ad 1: In totaal krijgt de gemeente Den Haag vanuit Europa de beschikking over ,- aan EFROmiddelen. Als technische bijstand ontvangen wij ongeveer 4% van dat bedrag. Ad 2: In de begroting van de gemeente Den Haag is dekking aanwezig voor het aantal werkuren van de betrokken medewerkers * het uurtarief waarmee de apparaatsbegroting sluit. Zie bijlage 1 voor de inzet van uren door het programmabureau (één na laatste kolom, voor 8 jaar in totaal uren). Het uurtarief voor deze medewerkers is voor ,- per uur. Ad 3: Een separaat besluit wordt voorgelegd aan het college middels BSD/ Aanvragen Cofinancieringsfonds ronde maart 2015

5 DSO/ Geraamde uitgaven ( ) In 1. Technische bijstand regionaal gedeelte Subsidiabel regulier personeel DSO/Economie Niet-subsidiabel regulier personeel DSO/Economie Fondsgerelateerde kosten Advies/(tijdelijke) ondersteuning/acc. kosten Communicatie/website Netwerkvorming/opleidingen/cursussen Totaal Ad 1: Vanuit EFRO krijgt Den Haag de beschikking over aan dekking voor technische bijstand. Dit bedrag moet door cofinanciering door Den Haag worden verdubbeld. Het totale bedrag aan technische bijstand is daarmee Hiervan is voor de ondersteuning van het regionale gedeelte van ons Haags Uitvoeringsplan (inclusief managementautoriteit). Afgesproken is dat de vier managementautoriteiten van de vier landsdelige operationele programma's nauw gaan samenwerken en uniformeren. Dat zal leiden tot een gezamenlijk toetsingskader, ICT-systeem en administratieve organisaties. De uitvoeringsprocedures worden gelijkgeschakeld en zijn volledig digitaal. Ook de afgesproken vergoeding hiervoor zit in dit bedrag. Ad 2: De post regulier personeel wordt berekend door het aantal aan het project bestede uren te vermenigvuldigen met een per medewerker bepaald individueel uurtarief, berekend op basis van bruto jaarloon, vermeerderd met een opslag van 32% voor werkgeverslasten, waarna over dat bedrag 15% aan overheadkosten wordt berekend en dat bedrag vervolgens door uur op basis van een 40-urige werkweek wordt gedeeld. Deze post vormt de cofinanciering van DSO aan dit programma. Zie bijlage 1 voor de berekening en bijlage 2 voor de vastgestelde rekenmethode (artikel ). Ad 3) De kosten voor personeel zijn hoger dan mag worden opgevoerd voor het programma Kansen voor West. Om aansluiting te blijven houden met de eigen gemeentelijke begroting maken we daarom onderscheid tussen een subsidiabel deel aan personele uitgaven en een niet-subsidiabel deel. Bij elkaar opgeteld is dit bedrag even groot als dat aan de budgetkant aan dekking wordt opgevoerd. Ad 4: De Gemeente Den Haag heeft sinds de oprichting van de stichting Holding Economische Investeringen Den Haag (HEID) een nieuw financieel instrumentarium ter beschikking waarmee gericht en over een langere periode revolverend geïnvesteerd kan worden in de economische ontwikkeling van de stad. Dit budget is bedoeld om de aanwas van nieuwe fondsen mogelijk te maken. Hiermee wordt niet de fondsmanager betaald. Deze kosten worden gedragen door het fonds zelf bij voldoende omzet. Ad 5 t/m 7: Deze posten zijn ingeschat op basis van de uitgaven van Kansen voor West 1. Het geld voor de technische bijstand zal jaarlijks worden begroot als onderdeel van de begrotingsvoorbereiding. Daarbij zal een zo reëel mogelijk inschatting worden gedaan om mogelijk onderbesteding te voorkomen.