OPENBAAR documentnummer Zaaknummer verwijsnummer

Transcriptie

1 Beslisnota GS OPENBAAR documentnummer Zaaknummer verwijsnummer * * onderwerp voorgesteld besluit Wijziging en openstelling Subsidieregeling cofinanciering voor het Operationeel Programma Zuid-Nederland i.v.m. OPZuid call koolstofarme economie - Wijzigen van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 door aanpassing van enkele bepalingen in hoofdstuk 20 'Bijzondere bepalingen voor het verstrekken van cofinanciering voor het Operationeel Programma Zuid-Nederland ' in verband met de huidige OPZuid call koolstofarme economie: thema bevordering duurzame energie. - Openstellen van de mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag voor subsidie in het kader van hoofdstuk 20 'Bijzondere bepalingen voor het verstrekken van cofinanciering voor het Operationeel Programma Zuid- Nederland ' van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 voor projecten binnen de OPZuid call koolstofarme economie van 15 juli 2019, vanaf 9.00 uur tot en met 27 september 2019, tot uur en vaststellen van het subsidieplafond op Dekking ten laste van budget Energietransitie: uit budgetjaar 2019, uit budgetjaar 2020 en ten laste van budget Europese cofinanciering uit budgetjaar Het budget Europese cofinanciering vooruitlopend op de 2e zomerconferentie beschikbaar stellen vanuit de investeringsagenda en dit bedrag meenemen in de zomernota richting PS. Openstelling vindt plaats onder het voorbehoud van goedkeuring door PS. - Besluiten publiceren in het Provinciaal Blad. aanleiding Met het voorstel voor wijziging en openstelling van de subsidieregeling cofinanciering OPZuid call koolstofarme economie bieden we ondernemers zicht op provinciale cofinanciering. Door aan te sluiten bij de werkwijze van Brabant worden partijen gestimuleerd OPZuid-aanvragen in te dienen. Voor de OPZuid-calls Logistiek en Maintenance is deze aanpak voor het eerst toegepast. Het aantal aanvragen is beduidend hoger: Bij 5 van de 20 aanvragen zijn Zeeuwse aanvragers penvoerder en bij 1 Brabantse aanvraag zijn geen penvoerende Zeeuwse bedrijven betrokken. De aard en omvang van de projecten is aanzienlijk. Vanwege dit resultaat willen we de aanpak ook voor deze OPZuid call invoeren. portefeuillehouder - portefeuille mevr. Drs. A. Pijpelink Europese fondsen paraaf afdelingshoofd paraaf portefeuillehouder paraaf secretaris voor agendering datum GS vergadering (in te vullen door agendakamer) Nee besluit GS paraaf secretaris voor uitvoering

2 Beslisnota GS overwegingen en advies motivering besluit Het Europees programma OPZuid is een programma waarmee de zuidelijke provincies Limburg, Noord-Brabant en Zeeland gezamenlijk streven naar economische structuurversterking door innovaties in MKB-bedrijven in (inter-)nationale clusters. Dit voorjaar is een efficiëntere aanpak geïntroduceerd voor de - inmiddels gesloten- OPZuid-calls Logistiek en Maintenance. Met deze aanpak sluiten we aan bij de aanpak van Noord-Brabant. Daarin zijn twee administratieve procedures teruggebracht tot één. De eerste ervaringen met deze aanpak zijn positief. We zien een toename aan Zeeuwse aanvragen: in 6 van de 20 aanvragen zijn Zeeuwse aanvragers betrokken, waarvan in 5 gevallen penvoerderschap. Besluitvorming over de toekenning van deze OPZuid-middelen, door een onafhankelijke Deskundigencommissie, wordt in augustus verwacht. Omdat de deadline voor de nieuwe OPZuid call 'bevordering duurzame energie' al eind september is en aanvragers vroegtijdig helderheid over beschikbaarheid van Zeeuwse cofinanciering willen hebben, wordt continuering van deze aanpak voorgesteld. 1. Wijziging doorvoeren van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 door het aanpassen van enkele bepalingen in hoofdstuk 20 Bijzondere bepalingen voor het verstrekken van cofinanciering voor het Operationeel Programma Zuid-Nederland Deze regeling draagt er zorg voor dat de voorwaarden van OPZuid tevens voor de cofinanciering in Zeeland gelden, conform hetgeen in het Convenant Uitvoeringsprogramma OPZuid is vastgelegd in art. 6.5: Provinciale cofinanciering wordt verstrekt onder dezelfde voorwaarden als de EFRO middelen en de Rijks cofinanciering. In verband met de OPZuid call koolstofarme economie heeft de Managementautoriteit besloten tot het wijzigen van enkele bepalingen van de Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland met betrekking tot koolstofarme economie. In navolging daarvan dienen enkele bepalingen in hoofdstuk 20 'Bijzondere bepalingen voor het verstrekken van cofinanciering voor het Operationeel Programma Zuid-Nederland van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 overeenkomstig te worden gewijzigd. Daarnaast wordt voorgesteld om de werkwijze uit de praktijk, dat iedere provincie slechts cofinanciering verstrekt voor de subsidiabele kosten gemaakt door deelnemers aan het project die zijn gevestigd in de eigen provincie, dan wel door deelnemers aan het project die zijn gevestigd buiten de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg voor zover hun bijdrage aan het project ten goede komt aan de eigen provincie, te formaliseren in hoofdstuk 20. Ook dit leidt tot enkele wijzigingen in hoofdstuk 20 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland Openstellen van de mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag voor subsidie in het kader van hoofdstuk 20 'Bijzondere bepalingen voor het verstrekken van cofinanciering voor het Operationeel Programma Zuid Nederland van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 voor projecten waarbij het merendeel van de activiteiten gericht is op de slimme uitrol van innovatieve koolstofarme technologieën en instrumenten ten gunste van de gebouwde omgeving en vaststellen van een bijbehorend subsidieplafond. De insteek is dat voor elke call binnen OPZuid een afzonderlijk openstellingsbesluit m.b.t. de Zeeuwse cofinanciering opgesteld wordt. Door de aanpak per call vindt budgetbewaking plaats. In de nu voorliggende openstelling voor cofinanciering van de OPZuid call bevordering duurzame energie, lopend van 15 juli 2019, vanaf 9:00 uur tot en met 27 september 2019, tot uur is voor deze call max beschikbaar uit het totale cofinancieringsbudget van vanuit bestaand budget uit Energietransitie en vanuit budget Europese cofinanciering De hoogte van de provinciale cofinanciering is maximaal 10% van de subsidiabele kosten. Mogelijke aanpassingen in deze aanpak kunnen worden doorgevoerd in het openstellingsbesluit voor cofinanciering van toekomstige OPZuid-calls. Opstellen mandaat aan Stimulus Programmamanagement ter uitvoering van de administratieve afhandeling van de Zeeuwse cofinanciering. In het Convenant Uitvoeringsprogramma OPZuid wordt aangegeven dat Stimulus Programmamanagement het OPZuid programma uitvoert. Tot nu toe heeft Provincie Zeeland de eigen cofinanciering zelf administratief geregeld en stemt de Provincie met Stimulus af om de communicatie te stroomlijnen naar de aanvrager. Om de 2

3 administratieve last verder te verlagen heeft uw college reeds besloten om de mandaatverlening aan Stimulus Programmamanagement verder uit te werken, zodat zij de afhandeling van het Zeeuwse cofinancieringsdeel naast de OPZuid-subsidie tegelijkertijd en parallel uit kunnen voeren. Het overleg hierover is opgestart en het mandaatbesluit wordt voorbereid om aan u voor te leggen. Door het formaliseren van de beschikbaarstelling van provinciale cofinanciering en het verlichten van de regelgeving en administratieve last in het aanvraagproces wordt de drempel voor partijen verlaagd om een OPZuid subsidieaanvraag in te dienen. Door meer (gehonoreerde) aanvragen is Zeeland in staat een stevige bijdrage te leveren aan de economische structuurversterking van de regio. Uit de eerste ervaring met de calls Logistiek en Maintenance blijkt dat deze aanpak positieve effecten teweeg brengt. Door instemming met dit voorstel kunnen we dit d.m.v. openstellingsbesluiten voor andere OPZuid-calls ook toepassen en vergelijken of deze positieve effecten gecontinueerd kunnen worden. Afwijking t.o.v. provinciale doelstellingen en/of beleid bestuurlijke planning en doorlooptijd indien van toepassing consequenties besluit financiële consequenties Voorgesteld wordt om beschikbaar te stellen ten behoeve van de openstelling bevordering duurzame energie. Een bedrag van is afkomstig uit de opgave Energietransitie (budget 79347), waarvan beschikbaar is voor Het resterende deel van is beschikbaar in De begroting 2020 is echter nog niet vastgesteld, waardoor we deze middelen slechts kunnen openstellen onder het voorbehoud van goedkeuring van de begroting 2020 door Provinciale Staten. Dit voorbehoud is opgenomen in het openstellingsbesluit. Daarnaast wordt voorgesteld om ten laste te brengen van de activiteit Europese Cofinanciering begrotingsjaar Naast dat de begroting 2020 nog niet is vastgesteld, dienen deze middelen nog via de zomernota te worden voorgelegd aan Provinciale Staten. De dekking hiervan verloopt via de investeringsagenda. Ook deze middelen kunnen worden meegenomen in de openstelling, maar eveneens onder het voorbehoud dat deze beschikbaar worden gesteld door Provinciale Staten. Indien met bijgaand voorstel wordt ingestemd, betekend dat er in de (2 e ) zomerconferentie geen afweging meer kan worden gemaakt op de en dat deze dus wordt meegenomen in de zomernota richting PS. Het opstellen en de uitvoering van de mandaatregeling door Stimulus valt onder de afspraken met Stimulus over de technische bijstand en heeft geen financiële consequenties. juridische consequenties De subsidieregeling cofinanciering voor het Operationeel Programma Zuid-Nederland is opgenomen in hoofdstuk 20 van het Algemeen Subsidiebesluit Zeeland De regeling past daarmee in de provinciale subsidiestructuur Asv/Asb. In verband met de huidige OPZuid call koolstofarme economie en het formaliseren van de onder punt 1 van deze nota genoemde werkwijze worden middels voorliggend besluit enkele wijzigingen aangebracht in hoofdstuk 20. personele consequenties en inhuur Er is geen externe inhuur nodig. voor een bedrag van 0,00. inkoop & aanbesteding Inkoop is niet van toepassing. 3

4 Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 9 juli 2019, kenmerk [ ], houdende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland Gedeputeerde staten van Zeeland - overwegende dat voor verstrekking van cofinanciering voor het Operationeel Programma Zuid-Nederland bijzondere bepalingen in het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 benodigd zijn; - overwegende dat deze bijzondere bepalingen bij besluit van gedeputeerde staten van 16 april 2019, nr (Pb 2019, nr. 2969) zijn opgenomen in hoofdstuk 20 'Bijzondere bepalingen voor het verstrekken van cofinanciering voor het Operationeel Programma Zuid-Nederland van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013; - overwegende dat de Managementautoriteit heeft besloten tot het wijzigen van de Subsidieregeling Operationeel Programma Zuid-Nederland vanwege het advies van het Comité van Toezicht om de investeringsprioriteit 4F Koolstofarme economie opnieuw open te stellen; - overwegende dat gedeputeerde staten in navolging daarvan enkele bepalingen in hoofdstuk 20 'Bijzondere bepalingen voor het verstrekken van cofinanciering voor het Operationeel Programma Zuid-Nederland van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 wensen te wijzigen; - overwegende dat gedeputeerde staten daarnaast de werkwijze uit de praktijk, dat iedere provincie slechts cofinanciering verstrekt voor de subsidiabele kosten gemaakt door deelnemers aan het project die zijn gevestigd in de eigen provincie, dan wel door deelnemers aan het project die zijn gevestigd buiten de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg voor zover hun bijdrage aan het project ten goede komt aan de eigen provincie, wensen te formaliseren in hoofdstuk 20 'Bijzondere bepalingen voor het verstrekken van cofinanciering voor het Operationeel Programma Zuid- Nederland van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013; - gelet op artikel 8 van de Algemene subsidieverordening Zeeland 2013; besluiten vast te stellen de navolgende wijziging van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013: Artikel I Het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 wordt als volgt gewijzigd:

5 A. Artikel 20.1 wordt als volgt gewijzigd: 1. onderdeel c komt te luiden: c) gebouwde omgeving: gebied dat door aaneengesloten bebouwing een overwegend woon-, werk-, recreatie- of verblijfsfunctie heeft een daadwerkelijk als zodanig wordt gebruikt; 2. onderdeel h komt te luiden: h) slimme uitrol: testen, demonstreren en eerste toepassing in een operationele omgeving; B. Artikel 20.3 komt te luiden: Artikel 20.3 Subsidiabele activiteiten Subsidie kan worden verstrekt voor projecten: a. gericht op versterking van het innovatiesysteem, binnen de technologiedomeinen: i. Logistiek; ii. Maintenance; iii. Biobased; b. gericht op het versterken van het valorisatievermogen van het MKB; c. gericht op duurzame versterking van het systeem waarbinnen arbeidsvraag- en aanbod op elkaar worden afgestemd; d. waarbij het merendeel van de activiteiten gericht is op de slimme uitrol van innovatieve koolstofarme technologieën en instrumenten ten gunste van de gebouwde omgeving. C. Artikel 20.5, eerste lid, komt te luiden: 1. Om voor subsidie, als bedoeld in artikel 20.3, in aanmerking te komen, wordt voldaan aan het vereiste dat het project wordt uitgevoerd in Zuid-Nederland en de resultaten van het project ten goede komen aan de provincie Zeeland. D. Artikel 20.6 komt te luiden: Artikel 20.6 Subsidiabele kosten Onverminderd het bepaalde in artikel van dit besluit, zijn de kosten als vermeld in artikel 2.4 van de Subsidieregeling OPZuid subsidiabel, voor zover die kosten worden gemaakt door deelnemers aan het project die zijn gevestigd in de provincie Zeeland, dan wel door deelnemers aan het project die zijn gevestigd buiten de provincies Zeeland, Noord-Brabant en Limburg voor zover hun bijdrage aan het project ten goede komt aan de provincie Zeeland. E.

6 Artikel komt te luiden: Artikel Subsidiehoogte 1. De hoogte van de subsidies, bedoeld in artikel 20.3, aanhef en onderdeel a, bedraagt maximaal 15% van de subsidiabele kosten tot een maximum van ,-. 2. De hoogte van de subsidies, bedoeld in artikel 20.3, aanhef en onderdeel d, bedraagt maximaal 10% van de subsidiabele kosten tot een maximum van ,-. 3. Onverminderd het voorgaande lid, wordt, indien sprake is van staatssteun en: a. het project past binnen een van de vrijstellingen van de algemene groepsvrijstellingsverordening als bedoeld in de artikelen 2.3, tweede lid, 4.3, tweede lid, of 5.3, tweede lid van de Subsidieregeling OP Zuid, maximaal slechts een zodanig bedrag aan subsidies verstrekt dat het van toepassing zijnde percentage uit de algemene groepsvrijstellingsverordening niet wordt overschreden; b. geen van de vrijstellingen uit onderdeel a van toepassing is, maximaal slechts een zodanig bedrag aan subsidies verstrekt dat voor het totale bedrag aan overheidsbijdragen over een periode van drie belastingjaren het maximumbedrag aan de-minimissteun niet wordt overschreden. Artikel II Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst. Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 9 juli Drs. J.M.M. Polman, voorzitter A.W. Smit, secretaris Uitgegeven [datum] De secretaris, A.W. Smit

7 Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende openstelling en vaststelling subsidieplafond cofinanciering OP-zuid Koolstofarme economie Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland van 9 juli 2019, kenmerk [xxxx], aangaande het vaststellen van een subsidieplafond en het openstellen van de mogelijkheid tot het indienen van een aanvraag voor subsidie in het kader van hoofdstuk 20 'Bijzondere bepalingen voor het verstrekken van cofinanciering voor het Operationeel Programma Zuid-Nederland ' van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 voor projecten waarbij het merendeel van de activiteiten gericht is op de slimme uitrol van innovatieve koolstofarme technologieën en instrumenten ten gunste van de gebouwde omgeving. Gedeputeerde staten van Zeeland - overwegende dat voor verstrekking van subsidie in het kader van hoofdstuk 20 'Bijzondere bepalingen voor het verstrekken van cofinanciering voor het Operationeel Programma Zuid- Nederland ' van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013 voor projecten waarbij het merendeel van de activiteiten gericht is op de slimme uitrol van innovatieve koolstofarme technologieën en instrumenten ten gunste van de gebouwde omgeving een openstellingsperiode en een subsidieplafond dient te worden vastgesteld; - overwegende dat subsidies worden verleend met een begrotingsvoorbehoud, zolang en voor zover de begroting nog niet door provinciale staten is vastgesteld; - gelet op de artikelen 20.7, tweede lid, en 20.9 van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013; besluiten: Artikel I Aanvragen voor het verstrekken van subsidie voor projecten waarbij het merendeel van de activiteiten gericht is op de slimme uitrol van innovatieve koolstofarme technologieën en instrumenten ten gunste van de gebouwde omgeving als bedoeld in artikel 20.3, onderdeel d, van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013, kunnen worden ingediend binnen de tenderperiode van 15 juli 2019, vanaf uur tot en met 27 september 2019, tot uur. Artikel II

8 Het subsidieplafond voor het verstrekken van subsidie voor projecten waarbij het merendeel van de activiteiten gericht is op de slimme uitrol van innovatieve koolstofarme technologieën en instrumenten ten gunste van de gebouwde omgeving als bedoeld in artikel 20.3, onderdeel d, van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland 2013, voor de tenderperiode, genoemd in artikel I, bedraagt ,-. Artikel III De vaststelling van de begroting door provinciale staten kan leiden tot een verlaging van het subsidieplafond. Indien de binnen de tenderperiode ingediende volledige subsidieaanvragen het verlaagde subsidieplafond te boven gaan, wordt het beschikbare bedrag verdeeld overeenkomstig artikel van het Algemeen subsidiebesluit Zeeland Artikel IV Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst. Aldus vastgesteld in de vergadering van gedeputeerde staten van 9 juli Drs. J.M.M. Polman, voorzitter A.W. Smit, secretaris Uitgegeven [datum] De secretaris, A.W. Smit