Jaarstukken Trevianum Scholengroep

Transcriptie

1 Trevianum Scholengroep College van Bestuur Juni 2016

2 Inhoudsopgave Bestuursverslag Verslag Raad van Toezicht 4 Verslag College van Bestuur 6 Toekomstvisie 20 Jaarrekening Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 30 Balans per 31 december Staat van baten en lasten Kasstroomoverzicht Toelichting op balans 38 Niet in de balans opgenomen verplichtingen 44 Toelichting op de staat van baten en lasten 45 Bezoldiging bestuurders en toezichthouders 48 Nevenfuncties bestuurders en toezichthouders 49 Verantwoording geoormerkte subsidies OCW 50 Opgave verbonden partijen 51 Overige gegevens Voorstel resultaatbestemming 53 Gebeurtenissen na balansdatum 53 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 54 Gegevens rechtspersoon Gegevens rechtspersoon 56 Bijlagen 57 Financiële kengetallen en analyse Trevianum scholengroep 2

3 Bestuursverslag

4 Verslag Raad van Toezicht Op 22 december 2011 is statutair vastgelegd dat de stichting de organen College van Bestuur en Raad van Toezicht kent. Het bestuur van de Stichting is opgedragen aan het College van Bestuur en dit orgaan heeft alle bevoegdheden die tot het bevoegd gezag behoren en niet door wet of de statuten aan de Raad van Toezicht zijn toegekend. De Raad van Toezicht heeft tot taak integraal toezicht te houden op de verwezenlijking van de doelstellingen van de Stichting, het beleid van het College van Bestuur, de algemene gang van zaken in de Stichting en de door haar in stand gehouden scholen. Tot de taken en bevoegdheden van de Raad van Toezicht behoren onder andere: * het vaststellen van de begroting, de jaarrekening en het jaarverslag; * het vaststellen van de bestuursvisie, (meerjarig) beleidsplan en de bijbehorende (meerjaren) begroting; * het vervullen van het werkgeversschap van het College van Bestuur; * de benoeming van de leden van de Raad van Toezicht. Om haar taken te kunnen vervullen vergadert de Raad van Toezicht tenminste vier maal per jaar. In beginsel neemt het College van Bestuur deel aan de vergaderingen. Tevens is de bestuurssecretaris als ambtelijk secretaris aanwezig bij de vergaderingen. De Raad van Toezicht kan, indien zij dit wenselijk acht, ook zonder de aanwezigheid van het College van Bestuur vergaderen. Ten behoeve van de vergaderingen heeft de Raad van Toezicht afspraken gemaakt met het College van Bestuur over de wijze waarop informatie wordt verstrekt en welke informatie voor de Raad van Toezicht van belang is om haar taak naar behoren te kunnen vervullen. Stichting Trevianum neemt de governance Code Goed Onderwijsbestuur VO in acht. De VOraad heeft in het verslagjaar de eisen van de Governance code aangescherpt. Zes eisen van de code zijn verplicht gesteld voor leden van de VOraad. Deze eisen omvatten naast de publicatieplicht van een aantal (bestuurs)documenten en het jaarverslag, ook eisen over horizontale dialoog, belangenverstrengeling van bestuurders en toezichthouders en eisen over evaluatie van het bestuur. Binnen de stichting zijn de eisen verder uitgewerkt en ook zijn de vereiste documenten op de website van de scholengroep geplaatst. Naast deze strikte eisen zijn er ook richtlijnen gesteld over de taak en werkwijze, benoeming, evaluatie, belangenverstrengeling en deskundigheid van het bestuur en het interne toezicht, alsmede richtlijnen voor de horizontale dialoog en inzet externe accountant. Voor deze richtlijnen geldt het 'pas toe of leg uit'principe. Afwijkingen dienen besproken en vastgelegd te worden. De richtlijnen zijn in het verslagjaar besproken en worden toegepast. In schooljaar zijn evaluatiemomenten voor College van Bestuur en Raad van Toezicht gepland. De Raad van Toezicht bekijkt jaarlijks of de functie van de externe accountant aanbesteed dient te worden of niet. Voor het verslagjaar is gekozen voor handhaving van de huidige externe accountant. De Raad van Toezicht kent, voor de verdere invulling van het toezicht houden, het klankborden en het adviseren, twee auditcommissies: * onderwijs en personeel; * financiën. Trevianum scholengroep 4

5 De Raad van Toezicht wordt op deze wijze in staat gesteld zich een oordeel te vormen over: * onderwijskundige, personele en organisatorische ontwikkelingen van Trevianum scholengroep; * de beleidsplannen en de evaluatie daarvan binnen de scholengroep; * de begroting, jaarrekening, financiële (tussen)rapportages en treasury; * de (gevolgen van) regelgeving voor de scholengroep; * overige in en externe ontwikkelingen die van belang zijn voor de scholengroep; * de prestaties van de scholen van Stichting Trevianum; * de risico's van bedrijfsvoering van de scholen van Stichting Trevianum; * de continuïteit van de scholen van Stichting Trevianum; * de Governance van de instelling. Belangrijkste gesprekspunten in de vergaderingen van de Raad en de auditcommissies waren: * actuele ontwikkelingen in het onderwijs, landelijk, provinciaal en in de Westelijke Mijnstreek; * onderwijskwaliteit en resultaten; * Passend onderwijs; * ontwikkelingen krimp; * personele ontwikkelingen; * strategische visie en implementatie hiervan; * ontwikkelingen bestuur en directiemodel; * overgang twee naar éénbestuurdersmodel; * overleg met en rapportage door de externe accountant naar aanleiding van de jaarrekening 2014; * de begrotingen 2015 en 2016 inclusief formatieplan; * diverse aanbestedingstrajecten, waaronder kopieerapparatuur, energie en dakrenovatie; * uitvoering van diverse investeringsbesluiten, waaronder ICT; * diverse bankzaken, waaronder betalingsverkeer, beleggingen, aflossing lening en bankcontract; * contract arbodienst en ziekteverzuimbeleid; * opdrachtverstrekking accountant; * de Administratieve Organisatie en Interne Controle en het Treasurystatuut; * de governance Code Goed Onderwijsbestuur VO en de eisen van de VOraad; * de (financiële) ontwikkelingen, continuïteit en risicoanalyses en beheersing. De samenstelling van de Raad van Toezicht is in het verslagjaar niet gewijzigd. De Raad van Toezicht was aan het einde van het verslagjaar als volgt samengesteld: Dr. H.G.Th. van Geffen, voorzitter Drs. J.W.G. Zweipfenning Drs. S.J.G.L. Roberts Drs. F.H. Keijsers Dhr. A.A. Douven Drs. M.C.M. de Graaf Mr. G.D. Jongen Sittard, juni 2016 Raad van Toezicht Trevianum Trevianum scholengroep 5

6 Verslag College van Bestuur Trevianum is een scholengroep voor havo, atheneum en gymnasium met een wervingsgebied in en rond de Westelijke Mijnstreek in Limburg. De scholen zijn reeds decennia geworteld in deze regio. Missie en visie De scholengroep heeft in 2015 een nieuw schoolplan voor de periode opgesteld. Dit document geeft de richting en koers aan die Trevianum de komende jaren zal volgen. Leidend voor Trevianum is de missie, verwoord in het schoolplan: Jonge mensen van nu intellectueel en sociaalemotioneel toerusten voor de maatschappij van straks, dat zien wij als onze missie. Onze permanente opdracht is gelegen in het bevorderen van het welzijn van de jonge mensen die aan onze zorgen zijn toevertrouwd en die in deze wereld opgroeien. We willen ervoor zorgen dat onze leerlingen opgroeien tot volwassenen die leiding kunnen geven aan hun eigen leven in deze steeds veranderende wereld. Daarbij zien wij voor ons een dubbele taak weggelegd: een kwalificerende en socialiserende taak. Om te beginnen willen wij onze leerlingen brengen naar een niveau van kennis en vaardigheden dat recht doet aan hun talenten. Dat is onze kwalificerende taak. Daarnaast zijn onze inspanningen erop gericht onze leerlingen te helpen zich te ontwikkelen tot onafhankelijke jonge mensen die weten hoe ze het beste uit zichzelf kunnen halen en die ook weten dat voor het bereiken van resultaten het een meerwaarde heeft samen te werken met anderen. Dat zien wij als onze socialiserende taak. Daarnaast is ook de visie op identiteit van belang: Trevianum is een scholengroep voor bijzonder onderwijs op confessionele grondslag, met zijn wortels in de katholieke traditie. Hierbij vindt Trevianum inspiratie in het christelijkhumanistisch gedachtegoed, waarin men elkaar open en gastvrij benadert. Iedereen is welkom die deze identiteit respecteert. Trevianum wenst zich daarbij te binden aan: Respect, medemenselijkheid, tolerantie, ontwikkeling en bezieling. In de visie van Trevianum staat centraal: Elke leerling de moeite waard! Om voor elke leerling van betekenis te zijn, hem te zien, willen wij rechtdoen aan zijn capaciteiten en hem daarin bevestigen. Wij willen daartoe kwalitatief hoogwaardig onderwijs bieden in een inspirerende en veilige leeromgeving. Waarden staan in de visie van Trevianum centraal. In een uitwerking van de missie zijn op kwalificerend en socialiserend gebied van belang: leergierigheid, zelfvertrouwen, autonomie en eerlijkheid. Een drietal andere sociale waarden die Trevianum belangrijk vindt, zijn: vertrouwen, empathie en respect. De uitwerking van de visie op identiteit laat zien dat respect, medemenselijkheid, tolerantie, ontwikkeling en bezieling centrale waarden zijn die de scholengroep volgt. Trevianum scholengroep 6

7 Structuur van Trevianum De rechtspersoon van Trevianum scholengroep is de stichtingsvorm, opgericht in De statuten zijn in december 2011 gewijzigd en notarieel vastgelegd. Statutair kent de stichting twee organen: College van Bestuur en Raad van Toezicht. Het College van Bestuur vormt het bevoegd gezag. Dit orgaan vervult tevens de functie van werkgever en is verantwoording verschuldigd aan de Raad van Toezicht. In de loop van 2015 is de structuur en samenstelling van het bestuur gewijzigd. Per 1 augustus 2015 is er sprake van een éénhoofdig bestuur. De bestuurder wordt ondersteund door een bestuurssecretaris. Het management van de instelling wordt gevormd door drie onderwijsdirecteuren en de diensthoofden financiën, personeelsbeheer en administratie en facilitaire zaken. Met ingang van 1 augustus 2015 is er sprake van de volgende organisatiestructuur: De fundamenten voor deze structuur worden gevormd door drie zelfstandige scholen en twee stafdiensten, waarbij eenduidigheid van leidinggeven en verantwoordelijkheden laag in de organisatie beleggen belangrijke uitgangspunten zijn. De kleinste eenheid van aansturing binnen de onderwijslijn wordt gevormd door de onderwijskundige eenheid, inhoud gegeven door mentoren en docenten. De coördinator is leidinggevende van een onderwijskundige eenheid. Alles wat te maken heeft met de dagelijkse uitvoering van het onderwijs binnen de eenheid wordt aangestuurd door de coördinator. Een overzicht van onderwijskundige eenheden is weergegeven in bovenstaand organogram. De coördinator ontvangt leiding van de directeur die de verantwoordelijkheid draagt voor de school. Een belangrijke rol in de scholen spelen daarnaast de vaksecties waarin de kwaliteit van het onderwijs wordt bewaakt en gerealiseerd. Coördinatoren zijn primair georiënteerd op de zorg voor en begeleiding van leerlingen; een vaksectie is primair georiënteerd op de kwaliteit van het onderwijs. Door de structuur van coördinatoren en vaksecties is sprake van een matrixorganisatie. In het directieberaad worden beide lijnen op elkaar afgestemd. Trevianum scholengroep 7

8 Governance ontwikkelingen In 2011 is, mede in het kader van governance, de directiestructuur gewijzigd en is het model "Raad van Toezicht" en "College van Bestuur" gevormd. In het verslagjaar heeft de VOraad de Code Goed Onderwijsbestuur VO vastgesteld. Deze is van toepassing op de leden van de VOraad en de code is geen vrijblijvende zaak. Zes regels uit de genoemde code gelden als lidmaatschapseis van de VOraad. Onderdeel hiervan is bijvoorbeeld het publiceren van het jaarverslag en een aantal andere documenten op de website. De documenten zijn dan ook gepubliceerd. In de overgang naar het één bestuurdersmodel en in het kader van governance is evaluatie van het College van Bestuur uiteraard van groot belang. Er heeft in het verslagjaar twee keer een interne evaluatie van bestuurder en bestuurssecretaris plaatsgevonden. Ook heeft tweemaal een evaluatie plaatsgevonden tussen bestuurder en voorzitter Raad van Toezicht. Van groot belang bij governance is horizontale en verticale verantwoording. Horizontale verantwoording is inhoud gegeven met ouderklankbordgroepen voor havo, atheneum en gymnasium en een ouderraad voor de gehele scholengroep. De ouderraad ontvangt signalen van ouders en informeert de school over wat er leeft onder de ouders. Omgekeerd wordt de ouderraad geïnformeerd over wat er leeft in de schoolorganisatie en kan zij dit vervolgens uitdragen naar de ouders. De ouderraad kan de directie gevraagd en ongevraagd advies geven. De ouderraad fungeert ook als vraagbaak voor de ouders. Trevianum kent diverse klankbordgroepen, elke school heeft een klankbordgroep voor de onder en bovenbouw. Hiervoor is gekozen omdat onderwerpen die spelen sterk kunnen verschillen per schooltype en leerjaar. In het kader van verantwoording zijn uiteraard ook te noemen de activiteiten van de medezeggenschapsraden en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. Verticale verantwoording is afgelegd aan de Inspectie en CFIDUO. Apart aandachtspunt is transparantie van beleid en middelen, middels gestandaardiseerde rekenvellen voor begroting en jaarrekening. Inzet en gebruik van managementrapportages is hierbij noodzakelijk. De ontwikkeling van het financieel beleid is en wordt regelmatig besproken in de GMR en de auditcommissie financiën van de Raad van Toezicht. De ontwikkelingen op personeels en onderwijsvlak worden eveneens in de GMR besproken en in de auditcommissie onderwijs en personeel van de Raad van Toezicht. Hulpmiddel voor bewaking van kwaliteit en continuïteit van de organisatie zijn de AOIC (Administratieve Organisatie en Interne Controle) en het handboek AOIC. In het verslagjaar is de AOIC grondig aangepast in het kader van de overgang van twee naar één bestuurders. De vermelde procedures waarborgen een transparante bedrijfsvoering, borgen interne controle van processen en volgen de kwaliteitscyclus. Bestuursbetrokkenheid Het bestuur heeft op diverse deelterreinen kaders gesteld voor de ontwikkeling van de scholen. Op het gebied van onderwijs, personeel, kwaliteitszorg en financiën zijn velerlei initiatieven genomen en gerealiseerd. Leidend hierbij is het schoolplan Trevianum scholengroep 8

9 Dit schoolplan is op strategisch, tactisch en operationeel niveau uitgewerkt in beleid van de scholengroep en de scholen. Zowel de jaarlijkse begroting als het formatieplan voor het schooljaar kennen een opbouw waarbij eerst de doelen voor de planperiode worden weergegeven en vervolgens wordt met cijfers, zowel financieel als personele inzet, aangegeven waar menskracht en middelen worden ingezet om de doelen voor de planperiode te realiseren. De doelen zijn uiteraard gebaseerd op het schoolplan en daarnaast op evaluaties en interventies van de afgelopen planperiodes en nieuwe ontwikkelingen. Evaluatie van de realisatie van jaarbegroting (jaarrekening) en van het formatieplan is het sluitstuk van het sluiten van de kwaliteitscirkel, weliswaar achteraf. Evaluatie van beleid, gedurende het proces, wordt door gesprekken van de bestuurder met de directeuren gerealiseerd. In de overlegstructuur bestuurder en directeuren zijn hiervoor tweewekelijkse bilaterale overleggen ingevoerd. In de tussenliggende weken is een algemeen directieoverleg gepland. De overlegstructuur tussen bestuurder en diensthoofden voorziet in een wekelijks overleg. Op deze wijze bestuurt het bestuur op planmatige wijze, uitgaande van het schoolplan, het strategisch beleid en de jaarlijkse plannen van scholen. Daarnaast geeft het bestuur ontwikkelpunten aan voor de diverse scholen en de scholengroep. In genoemde plannen en periodiek overleg met het management wordt dit uitgewerkt op bovengenoemde beleidsterreinen. Onder meer de volgende onderwerpen zijn in het verslagjaar uitgewerkt: * passend onderwijs en Samenwerkingsverband Westelijke Mijnstreek VO * afstemming passend onderwijs in de regio ZuidLimburg * doorontwikkeling zorg en begeleiding * opbrengstgericht werken * verbeteren indicatoren opbrengstenkaarten * lesbezoeken door het management * omgaan met verschillen in de klas * ICT in het onderwijs * binnen en buiten de klas leren * ontwikkeling onderwijskwaliteit * versterken topsport infrastructuur * optimaliseren gesprekscyclus * introductieprogramma nieuwe/startende docenten * gezondheidsmanagement en vitaliteit * deskundigheidsbevordering en scholing * (eerstegraads) opleidingstrajecten * inrichten gebouwbeheerssysteem * risicoanalyses en beheersing * prognose krimp en maatregelen hiervoor * verbeteren financiële positie Onderwijskundige ontwikkelingen De scholengroep biedt onderwijs aan voor havo, atheneum en gymnasium. Met als doel het onderwijs af te stemmen op de huidige maatschappij en jongeren is in het verslagjaar een aantal stappen gezet. Trevianum scholengroep 9

10 In het gymnasium zijn programma's van Challenge en Odyssee, die erop gericht zijn om de excellente jongeren nog meer uit te dagen, verder geïmplementeerd. Verder is het Cambridgeprogramma steeds verder geïmplementeerd in het atheneum en gymnasium. De leerlingen kunnen kiezen voor een versterkt programma Engelse taal en internationaal erkende examens doen. Gezien het grote aantal leerlingen dat voor dit programma kiest, kan worden gesproken van een succes. In het verslagjaar is daarnaast wederom veel aandacht besteed aan de resultaten in alle vakken maar vooral de kernvakken Nederlands, Engels en Wiskunde. Ook is er volop aandacht besteed aan opbrengst en prestatiegericht leren en de kwaliteit van het onderwijsleerproces. Een belangrijk programma is het scherp monitoren van resultaten in alle scholen en alle jaarlagen en het frequent bespreken hiervan in vaksecties. Daarnaast is voor de verbetering van het rendement onderbouw havo de structuur van een concept van de kansklas voor zwakkere leerlingen gecontinueerd. Evaluatie leert dat de resultaten zeer positief zijn en bijdragen aan de verbetering van het rendement van de onderbouw. Op ICTgebied is geïnvesteerd in digitaal leren in de klas en in scholing van docenten. Om op elk moment en in elk lokaal leerlingen de mogelijkheid te bieden voor digitaal leren is geïnvesteerd in nieuwe beamers en computers in de lokalen. Ook wordt ontwikkeling van eigen (digitaal) lesmateriaal door docenten gestimuleerd en ter hand genomen. Daarnaast is in het verslagjaar geïnvesteerd in de realisatie van een nieuw toetslokaal, waarin bij meer dan 60 leerlingen tegelijkertijd toetsen afgenomen kunnen worden. De ontwikkelingen op ICTterrein zijn voor Trevianum een belangrijk thema. Immers de leefomgeving van de huidige jeugd wordt sterk gedomineerd door digitale leermogelijkheden en social media. Trevianum wil op dit vlak een gepast antwoord geven op nieuwe vormen van leren, zoals ook de overheid deze nastreeft. De VOraad heeft dit opgenomen in een sectorakkoord en verder verwoord in VO2020 en Leerling Een van de speerpunten van onderwijskundige ontwikkelingen, het binnen en buiten de klas leren, zal de komende jaren doorontwikkeld worden. In 2014 is het Samenwerkingsverband Westelijke Mijnstreek VO Passend Onderwijs opgericht. Trevianum scholengroep is hierbij aangesloten. In de aanloop naar de formele ingang van Passend Onderwijs heeft Trevianum zorg en begeleiding verder ontwikkeld teneinde in het nieuwe construct van Passend Onderwijs een passend zorgprofiel aan te bieden. Dit zal de komende jaren verder vorm gegeven worden. In 2015 is extra geïnvesteerd in de ondersteuningsstructuur op school. Het samenwerkingsverband heeft hiertoe extra middelen voor de scholen beschikbaar gesteld. Deze ondersteuningsstructuur zal de komende jaren verder doorontwikkeld worden. Het marktaandeel van de scholengroep is sinds 2013 gegroeid. Het leerlingenaantal in was wederom hoger dan door de gehanteerde meerjarenprognose, gebaseerd op demografische cijfers en marktaandeel in het wervingsgebied, werd aangegeven. Voor een belangrijk gedeelte wordt de groei veroorzaakt door een toename van het aantal topsportleerlingen en de ontwikkeling van de Sportzone in de Westelijke Mijnstreek. Beklemtoond dient te worden dat de demografische ontwikkeling zal resulteren in een lagere instroom van leerlingen en dat derhalve het totaal aantal leerlingen zal gaan dalen. Trevianum scholengroep 10

11 De mate waarin deze krimp zal plaatsvinden is moeilijk te voorspellen door de stijging van het marktaandeel en groei van het aantal LOOTleerlingen. De komende jaren zal de krimp en de ontwikkeling van de leerlingenaantallen goed gemonitord dienen te worden, teneinde te kunnen anticiperen op eventuele personele en materiële gevolgen. Onderwijskwaliteit Trevianum wil kwalitatief hoogwaardig onderwijs bieden in een inspirerende en veilige leeromgeving. Hiertoe heeft Trevianum zich de komende jaren een aantal doelen gesteld. Deze doelen zijn verwoord in het schoolplan : * verbeteren van aansluitproblematiek VO en HBO/WO; * terugdringen van voortijdig schoolverlaten; * verder ontwikkelen van elektronische leeromgeving en leren middels ICT; * binnen en buiten de klas leren; * verbeteren onderwijsresultaten en ontwikkeling toetsing; * uitbouwen van internationaliseringsactiviteiten; * ontwikkelen van verschillende systemen van ondersteunen en excelleren. In het verslagjaar is geïnvesteerd in ontwikkeling van een extra toetsruimte, ontwikkeling en implementatie nieuwe toetssysteem (RTTI), scholing van docenten en directie, ontwikkeling binnen en buiten de klas leren. Om deze doelen te realiseren zijn de prestatieboxgelden ingezet en wel Personele ontwikkelingen In het verslagjaar 2015 hebben verschillende ontwikkelingen op personeelsgebied plaatsgevonden. Het tweehoofdig bestuur is omgezet naar een éénhoofdig bestuur. Bij de directie is de directeur havo benoemd tot directeur gymnasium. De vrijvallende plaats op de havo is ingevuld door een extern aangetrokken directeur. Door de demografische krimp is de laatste jaren het aantal leerlingen verminderd, weliswaar met een stabilisatie in de laatste jaren. Omdat de grootte van de personele formatie direct gekoppeld is aan de overheidsinkomsten, gebaseerd op leerlingenaantallen, is de personele formatie sterk afhankelijk van marktaandeel van de scholengroep en demografische cijfers. De dalende trend van leerlingenaantallen in de demografische krimp en een hoger marktaandeel kunnen komende periode grotere schommelingen in personele bezetting veroorzaken. De daling van de personele formatie kan door uitstroom ongelijkmatig over vaksecties zijn verdeeld. Hierdoor kunnen kwalitatieve fricties ontstaan. Teneinde te kunnen anticiperen op eventuele financiële gevolgen van de krimp is er in 2015 gezorgd voor een flexibele schil van docenten. De nieuwe docenten krijgen de komende jaren de mogelijkheid zich binnen Trevianum te ontwikkelen, daarbij rekening houdende met de nieuwe wet en regelgeving. Trevianum scholengroep 11

12 Per 1 juli 2015 geldt de nieuwe Wet Werk en Zekerheid, voorheen Flexwet. De Wet werk en zekerheid versterkt de rechtspositie van flexwerkers. Ontslag wordt sneller, goedkoper en eerlijker. En de WW is er op gericht om mensen weer snel aan het werk te krijgen. Voor het onderwijs is met name van belang dat medewerkers eerder recht hebben op een vaste aanstelling en dat verwacht wordt dat de bovenwettelijke WWuitkering wordt versoberd. Deze ontwikkelingen zijn onderwerp van gesprek aan de caoonderhandelingstafel. Doel is om in de loop van een nieuwe cao te hebben. Er zijn drie variabelen die komende jaren zorgvuldig moeten worden gemonitord. Dat zijn de bekostiging, de leerlingendaling en de uitstroom van personeel. Resultaat zal zijn dat jaarlijks begroot wordt of de uitstroom van het personeel en de daling van leerlingenaantallen in evenwicht zijn en of de bekostiging van het personeel afdoende is. Tevens is het noodzakelijk in kaart te brengen en te houden of de komende jaren docenten met de juiste bevoegdheden worden aangetrokken om kwalitatieve fricties te voorkomen. Daarnaast is verdere scholing van zittend personeel relevant. Het beeld van drie, vier jaren geleden was dat de leerlingdaling gelijk op zou gaan met de uitstroom van personeel, maar dat beeld is gewijzigd. Vanaf 2013 is een andere trend ingetreden. De ontwikkeling van de leerlingenaantallen en de ontwikkeling van het natuurlijk verloop vertonen geen gelijke tred meer. Afgelopen jaren hebben een groot aantal medewerkers de scholen verlaten en is het leerlingaantal vrijwel gelijk gebleven. Resultaat is dat er afgelopen twee jaren een vrij grote groep nieuwe docenten is aangetrokken. Voor 2016 en 2017 is de prognose dat het aantal leerlingen niet fors daalt en dat een aantal docenten met pensioen gaat. Dit betekent wederom vraag naar docenten. Dat betekent dat Trevianum een relatief grote vraag naar personeel heeft gekend en kent. Voor de periode is de verwachting geheel anders. Het natuurlijk verloop in die jaren is vrij gering terwijl de leerlingendaling vrij sterk is. Dat betekent dat de vraag naar personeel zal afnemen. Het is dan ook zaak om op korte termijn verder beleid te formuleren om deze gewijzigde trends het hoofd te bieden. Een voldoende grote flexibele schil of andere oplossingen zijn de komende twee tot drie jaren noodzakelijk teneinde de uitstroom vanaf 2018 door leerlingendalingen te kunnen opvangen. In formatieplannen zal dit nauwkeurig in beeld worden gebracht. De formatie schommelt nogal gedurende een schooljaar. Dit wordt vaak veroorzaakt door ziektevervanging in enige maand of extra uitgegeven taken. Het is van belang elk jaar een peilmoment te kiezen om de ontwikkeling van de formatie in de loop der jaren te kunnen volgen. Trevianum scholengroep 12

13 Aan de hand van onderstaande tabellen en grafieken wordt inzicht gegeven in de ontwikkeling van de formatie (inclusief ziekte en vervangingen). tabel ontwikkeling formatie (fte) gemiddeld per kalenderjaar (inclusief ziekte en vervangingen) personeel tabel ontwikkeling formatie (fte) en leerlingen (x 10 ll.) bovenste lijn: leerlingenaantallen onderste lijn: formatie tabel ontwikkeling formatie OP (fte) en leerlingen (x 10 ll.) (bron: begroting 2016) bovenste lijn: leerlingenaantallen middelste lijn: benodigde formatie OP (o.b.v. ratio 0,0542 OP/ll) onderste lijn: formatie OP (o.b.v. natuurlijk verloop) Trevianum scholengroep 13

14 Zoals reeds aangegeven is de ontwikkeling van de netto formatie van belang voor het verzetten van alle werkzaamheden. Bijgaand een tabel die de ontwikkeling hiervan aangeeft. (exclusief schoonmaak, vervanging, bapo, projecten, overige) leerlingaantal directie *) OP OOP totaal *) In 2011 is het governancemodel ontwikkeld. Met ingang van 2011 is het College van Bestuur in dit overzicht niet vermeld. Bovenstaande tabel geeft de inzetbare formatie directie, OP en OOP per start van enig schooljaar weer. tabel ontwikkeling inzetbare OP, OOP, directie (fte) op peildatum 1 oktober Een kernthema van het personeelsbeleid van de scholengroep is de ontwikkeling van professionaliteit. Immers, professionaliteit is voor kennisinstellingen een topprioriteit. Alle medewerkers moeten in de gelegenheid worden gesteld hun talenten optimaal te ontplooien en de verworven bekwaamheden te onderhouden gedurende hun loopbaan. Trevianum scholengroep zet fors in op scholing van medewerkers. In het verslagjaar is veel aandacht besteed aan verdere professionalisering en ontwikkeling van het (midden)management. Als startpunt is gekozen voor individuele ontwikkelassessments. Daarna is een gezamenlijke maatwerkscholing gevolgd, verzorgd door een externe instelling. Naast collectieve scholing is maatwerk voorzien voor het (midden)management. Het maatwerk omvat coaching en individuele scholingstrajecten. Het behalen van uitstekende onderwijsresultaten is een van de doelstellingen van de scholengroep. Van groot belang hierbij is toetsing. In 2014 is gestart met een scholing toetsen en beoordelen, een module uit een Master opleiding. In 2015 is gestart met oriëntatie op het gebruik van taxonomiecodes bij toetsing. In 2016 zal dit verder worden geïmplementeerd. Mede door de verlate uitstroom van de "babyboom"generatie in de komende jaren is het noodzakelijk duidelijk in kaart te houden waar kwalitatieve knelpunten ontstaan, vooral in de docentenformatie. De ervaring is dat met name eerstegraads docenten niet op de vrije arbeidsmarkt kunnen worden aangetrokken. De scholengroep heeft dan ook de conclusie getrokken dat scholing van eigen personeel noodzakelijk is. Trevianum geeft, in samenwerking met andere besturen, een programma inhoud dat tot doel heeft docenten te stimuleren eerstegraads studies te volgen en/of een tweede bevoegdheid te behalen. Van de lerarenbeurs wordt door docenten relatief vaak gebruik gemaakt voor scholingen voor een bevoegdheid. Trevianum stimuleert dit in hoge mate gezien voornoemde problematiek. Uiteraard zijn uitstekend opgeleide en bevoegde docenten een basisvoorwaarde voor de kennisinstelling Trevianum. Trevianum scholengroep 14

15 In het kader van het beloningsbeleid voor docenten, de functiemix, is in 2011 een procedure gevolgd om docenten een hogere beloning toe te kennen. Uiteraard is dit gericht op de landelijke normen voor de functiemix, maar veel meer nog heeft Trevianum deze procedure gevolgd om collegae beter te waarderen en te belonen en het vak van docent aantrekkelijker te maken. In 2011 zijn de normen voor de functiemix gerealiseerd. Op 1 oktober 2014 dient Trevianum de voor 2014 gestelde streefpercentages van de functiemix bereikt te hebben. Uit een landelijk onderzoek van het ministerie van OCW (voorjaar 2013) is gebleken dat de VOscholen in totaal ruim 80 miljoen tekort komen om de voor 2014 afgesproken functiemixpercentages te halen. Naar aanleiding hiervan is in samenwerking met de vakbonden een rekentool ontwikkeld om zo iedere school inzicht te verschaffen in de haalbaarheid van de functiemix. Voor Trevianum is in 2014 gebleken dat de functiemixpercentages, zoals opgesteld door het ministerie van OCW, op termijn financieel niet haalbaar zullen zijn. Derhalve heeft Trevianum eind september 2014 in overleg met de PMR nieuwe maatwerkafspraken gemaakt. De oorspronkelijke en nieuwe streefpercentages en de realisatie hiervan zijn in onderstaande tabel weergegeven. In 2015 zijn de afgesproken percentages eveneens gerealiseerd. Functiemix leraren Trevianum (aandeel leraren per salarisschaal in fte) (Bron: Salarisschaal Startmeting 2008 Norm 2011 Norm 2014 (OCW) Norm 2014 (afspr.pmr) Realisatie 2011 Realisatie 2014 Realisatie 2015 (verw.1 okt.) LB 44,80% 41,80% 23,80% 35,00% 28,00% 25,20% 28,50% LC 17,00% 19,00% 27,00% 20,00% 31,50% 23,00% 20,60% LD 38,20% 39,20% 49,20% 45,00% 40,60% 51,90% 50,90% Door diverse (fiscale) maatregelen wordt de leeftijd waarop personeelsleden met pensioen gaan, steeds hoger. Naast een verandering in de uitstroomprognoses dwingt dit de onderwijssector, in het bijzonder Trevianum, tot een herdefiniëring van levensfasebewust personeelsbeleid. Hierbij dient steeds meer rekening gehouden te worden met de levensfase waarin medewerkers verkeren en met factoren die in bepaalde levensfasen de overhand hebben voor de betrokken medewerkers. Verdere ontwikkeling van beleid op dit terrein is noodzakelijk. Ontslagbeleid Voor het beheersen van uitkeringen na ontslag is beleid noodzakelijk. Trevianum heeft de nodige activiteiten verricht bij uitstroom van personeel. In het verslagjaar 2015 zijn de volgende activiteiten verricht: * beëindiging/niet verlengen tijdelijke dienstverbanden * detachering van personeel aan andere schoolbesturen * interne invulling vacatureruimte en vervangingen * bij uitstroom personeel monitoren en stimuleren bij het vinden van een nieuwe/andere werkkring * opname (onbetaald) verlof * inzet flankerend beleid. Trevianum scholengroep 15

16 Ziekteverzuim Het ziekteverzuim heeft zich de laatste jaren als volgt ontwikkeld: verzuimpercentage 8,00% 6,00% 4,00% 2,00% 0,00% Trevianum heeft de afgelopen jaren geïnvesteerd in verlaging van het ziekteverzuim. In 2014 is het casemanagement herzien en ook de arbodienst gewijzigd. Verantwoordelijk voor het casemanagement is de leidinggevende. Ook is er meer aandacht gekomen voor preventie en vitaliteit van personeel. Mede door het herziene casemanagement is er een lager ziekteverzuim (2015: 3,07%). Materiële ontwikkelingen Trevianum scholengroep heeft sinds 2012 bezuinigd op de investeringen in het gebouw en inventaris, gezien de ontwikkeling van de financiële situatie. Door verbetering van de financiële situatie is ruimte ontstaan voor investeringen. In 2013 en 2014 is geïnvesteerd in het gebouwbeheerssysteem. In 2015 zijn de daken aan de Bradleystraat gerenoveerd en is er geïnvesteerd in het aangezicht van het gebouw aan de Bradleystraat, de gevelplaten zijn vernieuwd. Daarnaast is in de loop van 2014 ook de kopieerapparatuur opnieuw aanbesteed. In 2015 is dit proces volledig afgerond. In 2012 is gestart met het toekennen van budgetten aan budgethouders. De beschikkingsbevoegdheid van middelen wordt door budgethouders gewaardeerd en men is zorgvuldig met de middelen omgesprongen hetgeen zelfs heeft geleid tot onderbesteding. Het niet volledig benutten van de materiële budgetten heeft ook in 2015 aanzienlijk bijgedragen tot het positieve resultaat van Kwaliteitszorg De doelstellingen van het schoolplan zijn uitgewerkt in jaarlijkse plannen voor de verschillende scholen en het College van Bestuur. In de plannen wordt gewerkt met de kwaliteitscyclus: "plandocheckact". Vervolgens is de planvorming vertaald in personele en materiële budgetten. Strategische planvorming, verwoord in het schoolplan en uitgewerkt in jaarlijkse plannen, verwoord in begroting en formatieplan, zijn leidend bij de inzet van middelen. De verbeteracties betreffen de opbrengsten, het didactisch proces, het (remediërend) leerstofaanbod en de toetsing. Ten behoeve van de verbetering van de kwaliteit van de toetsen functioneert een werkgroep die het verbeterproces per vak stuurt. In het algemeen mag gesteld worden dat de sterkere nadruk op analyses van de opbrengsten als basis voor de verbeteringen tot een omslag in de schoolcultuur heeft bijgedragen. De professionele kracht van individuele docenten werd meer gericht op het belang van het collectief en het bewustzijn van resultaatverantwoording. Trevianum scholengroep 16

17 Samenwerkingsverbanden Voor het Voortgezet Algemeen Volwassenenonderwijs (VAVO) heeft Trevianum afspraken gemaakt met ROC's. Dit betreft (gezakte) leerlingen van het voortgezet onderwijs die alleen de nietbehaalde vakken over hoeven te doen. Het aantal VAVO leerlingen bedraagt in het verslagjaar: ROC Leeuwenborgh Arcus College schooljaar 2014/2015 schooljaar 2015/ Trevianum participeert in het Samenwerkingsverband Westelijke Mijnstreek VO. Dit samenwerkingsverband regelt de leerlingenzorg voor de regio en is formeel augustus 2014 ingericht. Trevianum is een Topsporttalentschool (voorheen LOOTschool genaamd). Hiertoe maakt de scholengroep deel uit van een landelijk samenwerkingsverband. Provinciaal en regionaal vervult Trevianum een voortrekkersrol op het terrein van bewegingsonderwijs. Op het vlak van internationalisering werkt de scholengroep samen met diverse buitenlandse partners. In het kader van opleiden van aankomende docenten werkt de scholengroep samen met diverse lerarenopleidingen. Jaarlijks zijn 35 tot 40 leraren in opleiding actief binnen de scholen. Trevianum is niet alleen een opleidingsschool, maar maakt ook deel uit van het samenwerkingsverband "Academische Opleidingsschool Limburg". Naast praktijkgericht onderzoek bevordert de academische opleidingsschool ook de schoolontwikkeling en innovatie. Met basisscholen en onderwijsinstellingen in het MBO, HBO en WO worden intensieve contacten onderhouden. Bij vele nieuwe lokale ontwikkelingen is Trevianum nauw betrokken. Trevianum heeft het convenant VSV Zuid Limburg ondertekend en neemt dan ook deel aan diverse projecten op dit vlak. Afhandeling van klachten Met ingang van 2013 wordt gebruik gemaakt van een andere klachtencommissie dan voorheen. In het verslagjaar zijn geen klachten binnengekomen bij de externe vertrouwenspersonen of klachtencommissie. Uiteraard gaan zaken wel eens verkeerd, maar deze zijn binnen de organisatie en naar tevredenheid van betrokkenen afgehandeld. Treasurybeleid Trevianum heeft in 2011 het treasurystatuut gewijzigd. Hierin wordt onder meer, mede gebaseerd op de Regeling Beleggen en Belenen 2010, op contractbasis geregeld hoe door een externe partij een deel van de middelen van Trevianum wordt belegd. Door afwaardering van de ratings van waardepapieren is het in toenemende mate problematisch te voldoen aan de Regeling Beleggen en Belenen 2010 en vastrentende waarden met een hoog rendement aan te kopen. Dit kan gevolgen hebben voor het portefeuillerendement en de samenstelling van de portefeuille. Trevianum scholengroep 17

18 Het beheer van beleggingen is tot 1 januari 2015 contractueel in handen gelegd van Schretlen. Per 1 januari 2015 is het beheer overgenomen door de Rabobank, dit als gevolg van het besluit van de Rabobank om de dienstverlening van de Rabobank en haar dochter Schretlen & Co volledig te integreren. Een ander deel van de middelen wordt aangehouden op spaarrekeningen en zo mogelijk deposito's. Voor een optimaal rendement vergelijkt Trevianum periodiek het aanbod van de banken. Trevianum belegt, conform de Regeling Beleggen en Belenen 2010, in staats en bedrijfsobligaties. Het risicoprofiel van Trevianum is zeer defensief. De looptijd van de obligaties varieert van 2015 t/m De obligaties zijn verdeeld over veel verschillende debiteuren teneinde het debiteurenrisico te beperken. De omvang ultimo 2015 bedraagt Administratieve Organisatie en Interne Controle Voor 2012 is een AOIC, omvattende statuten, procuratieregeling en treasurystatuut opgesteld. Voor diverse uitvoeringsregelingen is een handboek AOIC opgesteld. Jaarlijks worden de AOIC en de procedures geëvalueerd en indien noodzakelijk aangepast. Gekeken wordt hierbij naar wijziging in wet en regelgeving, organisatiestructuur en werkbaarheid in de praktijk. De wijzigingen worden besproken met de Raad van Toezicht. Onderdeel van deze AOIC zijn het treasurystatuut en de procuratieregeling. Dit in het kader van risicobeheersing en de kwaliteitscyclus. In 2014 is tevens een frauderisicoanalyse en beheersing uitgevoerd. Tweejaarlijks vindt er een evaluatie plaats. Financiën De staat van baten en lasten 2015 geeft de volgende resultaten: Resultaat Dit positieve resultaat is van belang voor het verder structureel gezond worden van de financiën van de scholengroep. Benchmarking met landelijke cijfers, normen van de inspectie maar vooral de door Trevianum opgestelde risicoanalyse tonen aan dat de financiële kengetallen van de scholengroep dienen te verbeteren. Dit is mogelijk door het eigen vermogen te vergroten. Voorgesteld wordt dan ook het totale resultaat toe te voegen aan het eigen vermogen. Overigens blijkt uit een verschillenanalyse dat dit resultaat grotendeels wordt veroorzaakt door onderbesteding in de materiële uitgaven en personele lasten als gevolg van een geringer ziekteverzuim en onttrekking en vrijval van personele voorzieningen. Een cijfermatige analyse van de verschillen tussen begroting en jaarrekening is als bijlage opgenomen. Voor een nadere analyse van de financiële positie verwijzen wij u naar de hierna opgenomen continuïteitsparagraaf. Trevianum scholengroep 18

19 Financiële kengetallen van Trevianum, ook als bijlage opgenomen: Kengetallen Trevianum rentabiliteit **) 4,98% 1,78% 6,75% 1,14% 4,11% 1,49% solvabiliteit (eigen /totaal vermogen) 0,48 0,41 0,39 0,33 0,33 0,39 solvabiliteit 2 (eigen vermogen + voorzieningen/ totaal vermogen) 0,63 0,59 0,55 0,52 0,49 0,53 liquiditeit (current ratio) 1,84 1,58 1,39 1,04 0,51 0,60 kapitalisatiefactor 50% 49% 46% 36% 30% 31% weerstandsvermogentotaal reserves 30,06% 25,98% 23,69% 16,97% 15,93% 19,36% weerstandsvermogenalgemene res. 27,76% 23,44% 20,95% 13,84% 12,08% 14,62% **) Rentabiliteit exclusief incidentele baten in 2013 was 2,42 % Analyse van het resultaat: 1. De totale baten zijn hoger dan begroot: ruim wordt veroorzaakt door verhoging van de lumpsum, zijnde een verhoging als gevolg van salarisverhogingen in 2015 en een uitkering uit het gemeentefonds. ruim is veroorzaakt door extra bijdragen samenwerkingsverband. ruim is veroorzaakt door extra opbrengsten verkoop obligaties. 2. In 2015 zijn de personele lasten lager door minder inzet vervangingskosten als gevolg van een lager ziekteverzuim. Een verlagend effect op de personele lasten hebben de vrijval en onttrekking aan de personele voorzieningen (ca ) alsmede de lagere pensioenlasten. Na aftrek van deze posten bedraagt het reguliere resultaat personele inzet ca In feite wordt dit resultaat veroorzaakt door het later inzetten van de formatie volgend uit de aanvullende begroting voorjaar In 2015 zijn de aanschafkosten van leermiddelen ca lager dan begroot door het nieuw leermiddelenbeleid (door gefaseerde opbouw nieuwe leermiddelen zullen kosten gaan stijgen). 4. In 2015 zijn de materiële budgetten wederom niet volledig besteed (ca. 75%), te denken valt hierbij aan energie, leerling en personele activiteiten, sectiebudgetten, scholingsbudget en beheerslasten. Daarnaast is er bezuinigd op de administratie en beheerslasten, o.a. drukwerk, telefonie, abonnementen. Voor een uitgebreide analyse van het resultaat verwijzen wij naar pagina 67. Continuïteitsparagraaf Met ingang van het verslagjaar 2013 heeft de overheid onderwijsinstellingen verplicht om in het jaarverslag een continuïteitsparagraaf op te nemen. Doel van deze continuïteitsparagraaf is het creëren van een betere informatiepositie, beter inzicht geven in toekomstige ontwikkelingen om goed onderbouwde keuzes te kunnen maken, waardoor effectief en efficiënt geanticipeerd kan worden op de toekomst. Naast financieel inzicht in de komende 3 jaar dient deze continuïniteitsparagraaf ook inzicht te geven in de formatie, financieringsstructuur, organisatiestructuur, risicobeheersing en te nemen maatregelen en de administratieve organisatie/interne controle. Deze toekomstvisie is in de volgende paragraaf cijfermatig onderbouwd en toegelicht. Trevianum scholengroep 19

20 Toekomstvisie Meerjarenperspectief Belangrijk kader voor het meerjarenperspectief is de demografische ontwikkelingen in Limburg en dan specifieker in de Westelijke Mijnstreek. Deze ontwikkelingen voorzien al geruimere tijd een krimpscenario dat komende jaren actueler wordt. Echt grote leerlingendaling is de afgelopen jaren nog niet het geval geweest voor Trevianum, terwijl prognoses uit 2011 en 2012 dat wel voorspelden. Trevianum heeft een groter marktaandeel verworven waardoor het leerlingenaantal de afgelopen twee jaren niet verder is gedaald, maar gestabiliseerd. Er wordt echter wel een demografische krimp voor de komende jaren voorzien en Trevianum dient hierop te anticiperen. Mede op basis van krimpscenario's is het "Visietraject Trevianum " gestart. Resultaat is een wijziging van de organisatiestructuur. Met ingang van schooljaar is deze gewijzigde organisatiestructuur geïmplementeerd. Om te verwachten financiële risico's voldoende te kunnen opvangen is de afgelopen jaren met succes de vermogenspositie van Trevianum verbeterd. Kengetallen In het jaarverslag worden de navolgende kengetallen opgenomen Leerlingaantallen (01.10 jaar t) Personele bezetting in fte (01.10 jaar t) 219,66 207,66 202,54 199,05 Directie en bestuur 7,00 5,00 5,00 5,00 Onderwijzend personeel *) 164,61 154,36 150,19 148,18 Onderwijsondersteunend personeel 39,09 39,82 38,87 37,99 Schoonmaakpersoneel 8,96 8,48 8,48 7,88 *) De personele formatie per is incl. vervangingen. Per zijn deze niet meegenomen. Trendbreuk Na 2018 zal, volgens prognose, het leerlingenaantal in twee stappen fors afnemen en dalen naar In 2020 wordt verwacht dat bij de scholen krap 2500 leerlingen ingeschreven staan. Feitelijk kent de scholengroep de afgelopen jaren een vrij stabiel leerlingenaantal. Tot 2018 is een lichte krimp voorzien. Na 2018 zal deze fors versnellen. Aandacht voor de jaren 2019 tot en met 2021 is dan ook dringend noodzakelijk. Daarbij van belang zullen zijn de uitstroom van personeel, de flexibele schil, ruimte in de begroting en het weerstandsvermogen. Trevianum scholengroep 20

21 Ontwikkeling leerlingenaantallen De demografische cijfers in ZuidLimburg kennen een dalende tendens. Ook de Westelijke Mijnstreek heeft hiermee te maken. De afgelopen jaren heeft Trevianum per saldo dan ook te maken gekregen met een daling van het leerlingenaantal. Deze daling is lager geweest dan in eerste instantie was geprognosticeerd, als gevolg van: * een groeiend marktaandeel in de regio Westelijke Mijnstreek; * een hogere instroom van LOOTleerlingen; * hogere aanmeldingen in de eerste klassen; * een hogere instroom in de leerjaren 2 t/m 6. Ondanks stabilisering van de leerlingenaantallen afgelopen jaar is de tendens echter duidelijk dalend, zoals blijkt uit de tabel op de vorige pagina. Basis hiervan zijn prognoses die voor de komende jaren eerst een lichte en daarna een forse daling prognosticeren. Ontwikkeling formatie Trevianum is een kennisinstelling waar bijna 300 personeelsleden bij betrokken zijn. Deze medewerkers zijn verantwoordelijk voor het opleiden van jonge mensen en het leveren van goede prestaties en kwaliteit van de scholen en de organisatie. Belangrijk hiervoor zijn goed opgeleid personeel en (eerstegraads) bevoegde docenten. In de afgelopen jaren is de personele inzet verminderd vanwege de lastige financiële positie waarin Trevianum zich op dat moment bevond. Deze daling van de formatie werd mede mogelijk gemaakt door tijdelijke aanpassing van het taakbeleid in met als gevolg een lagere formatie onderwijzend personeel. Daarnaast is er een lagere formatie onderwijsondersteunend personeel gerealiseerd. Ook is de formatie CvB en directie verminderd met in totaal twee fte. Deze laatste twee interventies zijn structureel. Dit is mede ingegeven door de krimp en als uitwerking van "Trevianum ". Vanaf het schooljaar 2014/2015 zijn hernieuwde afspraken gemaakt met de GMR over de personele inzet van onderwijzend personeel en is verder een commissie taakbeleid ingericht teneinde de inzet van docenten, vertaald in de normjaartaak, te moderniseren. Daarnaast dient in naleving van de caovo en de aanpassing van de regeling onderwijstijd in het voorjaar 2015 een transitieplan te worden vastgesteld, in overleg met en na instemming van de P(G)MR. In dit transitieplan, van oude regelingen naar een nieuwe planning, staan in ieder geval de gevolgen voor: * werkgelegenheidsbehoud; * lessentabel; * taakbeleid; * spreiding lesweken; * klassengrootte; * werkdruk. Afhankelijk van de vernieuwde normjaartaak van docenten wordt dit transitieplan verder inhoud gegeven. Tot die tijd blijven de huidige regelingen gehandhaafd (onder gelijke omstandigheden). Demografische ontwikkelingen, een groter marktaandeel in het verslagjaar en een aangepast taakbeleid vergen komende periode een zorgvuldig monitoren van de inzet aan personeel. Daar komt bij dat de nieuwe Wet Werk en Zekerheid bij eventuele vermindering van formatie nieuwe en extra eisen stelt aan de werkgever. Trevianum scholengroep 21

22 Financieel meerjarenperspectief RAMING BALANS: ACTIVA Vaste activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen Effecten Liquide middelen *) TOTAAL ACTIVA PASSIVA Eigen vermogen Algemene reserve Bestemmingsreserve publiek Bestemmingsreserve privaat Bestemmingsfonds publiek Bestemmingsfonds privaat Voorzieningen Langlopende schulden *) Kortlopende schulden TOTAAL PASSIVA *) De langlopende lening is in 2015 volledig afgelost, resteert nog de investeringssubsidies. Bovenstaande meerjarenraming van de financiële positie van Trevianum is een gevolg van de verwachte ontwikkeling van de exploitatieresultaten en de liquiditeitspositie van Trevianum zoals is aangegeven in de in november 2015 goedgekeurde begroting Hierbij wordt opgemerkt dat een aantal doelsubsidies op de langere termijn wel zijn aangekondigd maar nog niet definitief zijn toegekend door de overheid. Deze bedragen zijn niet opgenomen in deze opstelling. Trevianum scholengroep 22

23 Financiële positie De financiële positie van Trevianum is de afgelopen jaren sterk verbeterd door enerzijds de extra incidentele middelen die Trevianum van het ministerie van OCW heeft ontvangen en anderzijds door de bezuinigingen die de afgelopen jaren gerealiseerd zijn. Relevante kengetallen, in dit opzicht, zijn: * de liquiditeit is reeds enige jaren groter dan 1; * de solvabiliteit (eigen vermogen t.o.v. totaal vermogen) is de afgelopen jaren verbeterd; * de rentabiliteit is sinds 2012 positief; * het weerstandsvermogen is gestegen en hoger dan de door Trevianum gestelde minimum norm van 25%, maar nog een heel eind onder de maximum norm van 40%. Mutaties in reserves en voorzieningen De verwachte mutaties in reserves en voorzieningen zijn de komende jaren met name: * onttrekking aan de personele voorzieningen, zijnde betaling WWen WGAuitkeringen; opname verlof in het kader van duurzame inzetbaarheid en spaarverlof; * dotaties aan de voorzieningen, zijnde te verwachten WW en WGAuitkeringen alsmede opbouw verlof in het kader van duurzame inzetbaarheid en spaarverlof; * onttrekking aan de bestemmingsreserve BAPO door opname gespaard verlof; * de te verwachten toekomstige exploitatieresultaten zullen toegevoegd dan wel onttrokken worden aan de algemene reserve. Voor het overige zijn er geen significante mutaties te verwachten. Investeringen De komende jaren is er financiële investeringsruimte voor ICT, leermiddelen en onderhoud gebouwen. De afgelopen jaren is geïnvesteerd in ICT door herinrichting van het serverpark en aanschaf van laptops. De komende jaren zal dit verder uitgebreid worden met vervanging van pc's, smartboarden en digitale beamers. Tevens zal er ook geïnvesteerd worden in wifi en binnen en buiten de klas leren. Deze investeringen zijn noodzakelijk om een onderwijsomgeving te bieden die een antwoord geeft op de vormen van leren, zoals beschreven in VO2020 en Leerling In 2013 en 2014 is het gebouwbeheerssysteem vernieuwd en geïmplementeerd. In 2015 is het dak van het gebouw aan de Bradleystraat gerenoveerd en de gevelbekleding vernieuwd. In 2016 en 2017 is onderhoud aan de sporthal "Kleesjhal" gepland. Een kengetal dat een indicatie is voor de mate waarin risico's kunnen worden opgevangen is het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen is het vermogen dat beschikbaar is om in financieel slechte omstandigheden aan de verplichtingen te voldoen en continuïteitsproblemen te voorkomen. Het weerstandsvermogen wordt uitgedrukt in een percentage van het eigen vermogen t.o.v. de totale baten. Trevianum heeft voor de komende jaren de meest belangrijkste risico's in kaart gebracht. Aan de hand van dit risicoprofiel is bepaald dat het weerstandsvermogen 25 tot 40% dient te zijn. Sinds 2012 is het weerstandsvermogen gestegen. Zowel het weerstandsvermogen van het totale eigen vermogen als het weerstandsvermogen van de vrij besteedbare algemene reserve zijn groter dan 25%. Trevianum scholengroep 23