2 e informatieavond Binnenstad, Ruimte voor iedereen De Lindenberg d.d. 21 juni 2016

Transcriptie

1 2 e informatieavond Binnenstad, Ruimte voor iedereen De Lindenberg d.d. 21 juni Opening en welkom door Vincent Cantrijn, onafhankelijk gespreksleider Vincent Cantrijn heet de aanwezigen van harte welkom om uur. Het is de tweede informatieavond 'Binnenstad, Ruimte voor iedereen'. De eerste avond zijn er veel suggesties, knelpunten, tips en droompunten ingeleverd. Dat heeft geleid tot 673 verschillende opmerkingen. Het team van de gemeente Nijmegen is ermee aan de slag gegaan. Er ontstonden knelpunten en tegenstrijdige belangen. Vanuit die dilemma s is het gemeentelijk projectteam gaan nadenken over mogelijke oplossingen en die zijn gebundeld in drie scenario s. Hij licht kort de opzet van de avond toe. 2. Interview met Ben van Hees, wethouder Binnenstad De vorige keer ging het over van alles en nog wat. De basis van het totale proces is een raadsmotie 'Ruimte voor iedereen', die vooral op mobiliteit en verkeer betrekking had. Wat betekende dat voor het proces van de laatste maanden? Wethouder Ben van Hees: Het zijn 672 ideeën. De raad heeft meerdere moties ingediend. De ene motie zei 'autoluw', de andere motie zei 'autovrij', de derde motie zei het moet meer toegankelijk zijn voor bewoners en bezoekers, een beter verblijfsgebied. Dat is heel wat bij elkaar in zo'n binnenstad. Het moet dus goed onderzocht worden en dat doe je niet 1, 2, 3 van doe maar wat. Als je ziet hoeveel plannen er de laatste 30 jaar wel niet geweest zijn voor de Waalkade, voor de binnenstad, voor de verkeersafwikkeling, hoeveel ideeën, hoeveel avonden. We willen het nu wel goed doen en niet de verkeerde verwachtingen wekken. Via onderzoek wordt gekeken wat de grootste gemeenschappelijke deler in de stad is om van daaruit te kijken hoe het aangepakt moet worden. Wat er nu uit komt zal misschien pas aan het eind van het jaar goed afgerond zijn. Het is iets waar de gemeente de komende 10, 20 jaar aan vastzit. Als de auto's uit de Van Welderenstraat moeten, kan dat, maar daar zit je een groot aantal jaren aan vast. De Bloemerstraat is heringericht, maar daar gaat nog steeds verkeer doorheen. Als daar stringentere maatregelen genomen worden, zit je daar een hele lange tijd aan vast en het kost veel geld. Het college heeft afgesproken het heel serieus op te pakken en de tijd ervoor te nemen. Er zijn geen randvoorwaarden gesteld. De vorige keer was dat duidelijk. Sommige mensen waren teleurgesteld, zij dachten dat de gemeente met een visie zou komen en nu werd gevraagd: 'Wat vinden jullie?' Wethouder Ben van Hees: Nu zijn er 672 ideeën gekomen. Als je met een visie komt, hoef je misschien niet meer te gaan praten. Die ideeën zijn geclusterd. Ambtelijk is er heel erg hard aan gewerkt. Daar zijn 24 dilemma's uitgekomen en daar zijn 3 thema s/opzetten uitgekomen waarbij nadrukkelijk aangegeven moet worden dat het niet de bedoeling is dat het 1, 2 of 3 wordt. Het zijn dilemma s, dat bleek de vorige keer al. Vanuit de doelgroepen en verschillende belangen kijkt iedereen op een andere manier naar de binnenstad. Is dat lastig voor jou als wethouder? Wethouder Ben van Hees: Mensen komen langs, ik heb spreekuur, ik loop veel in de stad en ik hoor dingen. Ik kan niet zomaar als wethouder zeggen: ik ga dit of dat doen. Dat soort dingen moeten door college en de raad vastgesteld worden. Dit college, deze raad, neemt de burgers heel serieus. Het betekent niet dat iedereen gelijk krijgt. Mensen komen met ideeën, willen dat hun eigen idee bewaarheid wordt, maar er zijn veel voorwaarden in de stad waar rekening mee gehouden moet worden. Het is een moeilijk proces om tot een eenheid te komen. Je bent gestart met een raadsmotie, op dit moment is het ambtelijke projectteam onder jouw leiding daarmee bezig. Kijkt de raad over je schouder mee? Begeleiden zij het proces of staan zij straks in een keer voor een plan? Wethouder Ben van Hees: De raad wil betrokken zijn. Alle fracties is gevraagd mensen te leveren. Vorige week zijn zij met ambtenaren naar twee steden geweest, Eindhoven en 's Hertogenbosch om te kijken hoe daar zaken opgelost worden. Kijk over je eigen grenzen heen. Ik ga zelf nog met wat mensen naar Zwolle. De raad doet mee. Kijkt over de schouders mee, wil ook weten hoe de stand van zaken is. De raad houdt de vinger aan de pols. Ik ben ook met het fietsparkeren bezig, ook daar zijn er bewonersgroepen uit de binnenstad die hierover meedenken. Wat hier eind van het jaar uit komt zal heel belangrijk zijn. Eind van het jaar. Zit er een tijdspanne in dat voor het eind van het jaar er een voorstel moet liggen? 1

2 Wethouder Ben van Hees: Het zal misschien een voorstel worden met drie richtingen. De moties waren al van vorig jaar. Eind van het jaar moet tot een stuk afronding gekomen worden. 3. Toelichting door Paul Goedknegt, stedenbouwkundige gemeente Nijmegen VRAGEN EN OPMERKINGEN NAAR AANLEIDING VAN DE PRESENTATIE: Is het gele gebied helemaal voetgangersgebied? Wat mag daar wel? Paul Goedknegt: Het blijft altijd toegankelijk voor bewoners. Het is primair bedoeld als voetgangersgebied, zoals nu ook op andere delen van de binnenstad. De parkeergarages blijven toegankelijk. Het belangrijkste is dat de intensiteit zodanig afneemt dat er meer kans is om het in te richten voor voetgangers en fietsers en het over te laten aan de bewoners. En de leveranciers? Paul Goedknegt: Dat gaat hetzelfde als nu. Ik hoor een paar keer het vergelijk met s Hertogenbosch. 's Hertogenbosch is nog steeds bereikbaar voor het laden en lossen en om er te komen. Ook zijn er drie grote garages in de binnenstad. Ik zie het vergelijk niet met een volledig vrij voetgangersgebied. Paul Goedknegt: In scenario 3 is dat ook het geval. Daar is de Kelfkensbosgarage, Casino en het Molenpoortdak. Daar buiten zal er meer gefaciliteerd worden. De Wedren wordt geïntensiveerd. Er komt meer parkeergelegenheid buiten de singel. De druk die er nu is, wordt verminderd. Het kan extreem, zoals in scenario 2. Daar kan alleen gebruik gemaakt worden van de Kelfkensbosgarage. 's Hertogenbosch is dus een vergelijking met scenario 3. Bij het OV wordt bij de Burchtstraat aangegeven dat het daar moet zijn in verband met de toegankelijkheid voor mensen die slecht ter been zijn. Waarom is datzelfde argument niet gebruikt voor het autoverkeer wat nu geweerd wordt. Paul Goedknegt: Dat is een belangrijk aandachtspunt Als er parkeergelegenheid buiten het centrum komt, moet er goed OV zijn. Zeker omdat er mensen zijn die moeilijk kunnen lopen. Hoe zit het met bevoorrading in scenario 2 en 3? Paul Goedknegt: Er zijn accentverschillen. Nu vindt er bevoorrading plaats met tijdschema s. In scenario 3 wordt bekeken of er meer gedoogd kan worden. Op een andere manier met bevoorrading omgaan. Wethouder Ben van Hees: In scenario 3 staat een dikke blauwe lijn, het OV. Het zou een elektrische wagen kunnen worden tot aan Plein 1944 en de doorgaande lijn zou over de Kronenburgersingel gelegd kunnen worden. Wat wordt verstaan onder een fietsstraat? Paul Goedknegt: Het is een geasfalteerde weg, waar de fiets in twee richtingen mag fietsen en waar de auto te gast is. (voorbeeld: Hatertseveldweg) De Van Welderenstraat is een soort fietsstraat, daar wordt gedoogd dat aan beide kanten gefietst wordt. Wordt deze heringericht? Paul Goedknegt: Inderdaad. In het gele gebied mag de bewoner komen, bevoorrading is genoemd. Bij zo n voorbeeld hoort ook een regeling van hoe ondernemers zichzelf moeten bevoorraden, hoe ze met hun klanten om moeten gaan en hoe de relatie met de bewoners is. Je kunt elkaar vinden als je het op de juiste manier met elkaar bespreekt. Het is nu onduidelijk hoe de ondernemer daar binnen kan functioneren. Een tweede zorgpunt is, dat behalve de bevoorradingstijden er ook andere momenten zin dat auto s de stad in moeten. De regeling hoort er bij om het te verkopen. Verder alle complimenten. Paul Goedknegt: Als het traject een stap verder is, zal daarover met stakeholders gesproken worden. 4. In groepen uiteen rondom de drie scenario's Vincent Cantrijn: Er komen drie groepen in de zaal te staan met de drie scenario's. Ambtenaren zullen vragen beantwoorden. De aanwezigen krijgen gekleurde stickers. Deze stickers kunnen op de verschillende scenario's geplakt worden. Hiervoor is een half uur uitgetrokken. 2

3 Rood/oranje stickers geven een bedreiging aan. Groen/blauwe stickers geven een kans aan. Gele stickers geven aan dat er iets gemist wordt. De stickers kunnen voorzien worden van opmerkingen/statements. Daarna wordt gekeken wat de grote rode draad is. 5. Vragen/antwoorden/reacties/opmerkingen naar aanleiding van de scenario's Groep 1, wat is de rode draad? Antwoord: De rode draag was het OV. Men ziet wel wat in een ander vorm van bussen, maar er blijft altijd een discussie over toegankelijkheid. Hoe zorg je ervoor dat iedereen overal kan komen, ook de mensen die slecht ter been zijn. Dit geldt niet alleen voor het OV, maar ook op andere manieren. De grote bussen over de Burchtstraat en Waalkade is een punt van zorg. Was er een duidelijke voorkeur? Antwoord: Ik zie het nog niet direct. Groep 2, wat valt jou op over de bus, het OV? Antwoord: Het ging met name over de fiets en de aandacht voor de bewoners. Er is niet veel gesproken over het OV. Groep 3, wat valt bij jou op over het OV? Antwoord: Er zijn twee opmerkingen over gemaakt. Wat gaat er allemaal ontstaan als er meer fietsers in de binnenstad komen en de openbare ruimte gaan vullen. Er werd ook aangedragen na te denken over de busdienst per seizoen te wisselen. Winter en zomerdienst. Was er in groep 3 eenduidigheid over de Waalkade en de Burchtstraat wat de bus betreft? Antwoord: Daar is niet expliciet over gesproken. Het ging meer over de inrichting van de openbare ruimte. Wat sprak mensen aan? Antwoord: De fietsstraat sprak aan, niet zozeer de uitvoering daarvan; waarom moet het asfalt zijn? Historische routes benadrukken en dat soort zaken zaten meer in de kansensfeer. Het verzoek om de bussen op de Waalkade te behouden, voor de oudere bezoekers aan de Waalkade. Er is ook iemand die pleit voor het OV op een binnenring. Er zijn mensen die willen de Waalkade groen hebben, maar er zijn er ook die de Waalkade niet groep willen hebben, maar laat het zoals het is. Was de fietsstraat helder bij groep 2? Hoe werd daar op gereageerd? Antwoord: De fietsstraat is prima als het fietsparkeren daarin meegenomen wordt. Bewoners ondervinden veel overlast van geparkeerde fietsen. Men ondervindt geen gehoor bij de gemeente. In de ringstraten is een probleem, de straat is te druk, fietsen onder de grond en auto s weg op bepaalde plaatsen. Dat zou een oplossing zijn? U woont in de Van Welderenstraat? Bent u bereid uw fiets ergens anders neer te zetten? Ik heb mijn fiets in de kelder staan. In de presentatie was te zien dat er in de Van Welderenstraat fietsen aan de rechterkant staan en aan de overkant een terrasafscherming. Dat schuurt? Antwoord: Dat werd bevestigd, maar het is erger als men vermoed had. Als je de auto op afstand zet, waarom de fiets dan niet? De fietser is niet bereid een stuk te gaan lopen. Opmerking: De gemeente zou er keuzes in moeten maken, je kunt niet fietsen, terrassen en voetgangers in één gebied hebben. Opmerking: Er wonen mensen in de stad, de stad moet leven, maar dan moet je ook zorgen en handhaven. De fietsenkelder onder Plein 1944 kan niet gebruikt worden omdat die niet 24-uur per dag open is. 3

4 Groep 1, fietsstraten, openbare ruimte, kwam dat aan de orde? Antwoord: De fietsstraat niet, maar de verkamering en het fietsparkeren is op een aantal stickers teruggevonden. Opmerking: Als je verkamert, beneden de vier woningen, hoef je niet te zorgen voor een plek binnenshuis voor de fietsen. Opmerking: Er zijn wel fietsenstallingen, Mariënburg en Plein 1944, maar deze zijn niet voor bewoners beschikbaar omdat ze 's nachts niet open zijn. Je kunt 's ochtends om 7.00 uur je fiets er niet uit halen om naar je werk te fietsen. Opmerking: Er komen steeds meer fietsenrekken, maar als er een fietsenrek neergezet wordt, is deze heel snel gevuld met een fiets. Die fietsen blijven soms dagen in het rek staan. Is het niet mogelijk om op bepaalde fietsenrekken een parkeertijd toe te wijzen zodat het fietsenrekken voor winkelend publiek worden. Groep 3, wat handhaaf je en hoe los je het in de openbare ruimte op? Antwoord: De inrichting van de openbare ruimte, zeker voor fietsers, het is een verrommeling die daardoor ontstaat. Groep 3, de autobereikbaarheid en parkeren, hoe kwam dat terug? Antwoord: Er staat weinig over auto's. Er is één briefje: als de auto's weg moeten blijven, meer OV en meer fietsers. Groep 1, hoe kwam dat bij jou terug? Antwoord: Aan de ene kant zijn er mensen die zeggen laat het zitten zoals het zit. De auto in de binnenstad is belangrijk voor mij als ondernemer. Daarnaast zijn er ook mensen die zeggen eindelijk de weg en rust. Die spanning zit er in. Groep 3, hoe was het bij jou? Antwoord: Een aantal mensen sprak over laden en lossen. Wat nadrukkelijk aan de orde kwam is de bereikbaarheid voor kort bezoek. Dat moet gefaciliteerd worden. Opmerking: Als je automobilisten buiten het centrum wil laten parkeren, moet je ervoor zorgen dat mensen makkelijk naar centrum kunnen komen. Voorstel is een ongelijkvloerse kruising voor voetgangers over de Oranjesingel. Er moet goed naar de verbindingen gekeken worden. Ik kom vanuit de milieubeweging. Er is altijd gezegd je moet buiten de singels parkeren, maar je moet het wel aantrekkelijk maken. Daar horen goede voorzieningen bij, een bloemenstalletje of andere voorzieningen waardoor de parkeerplaats aantrekkelijk wordt. Voor mij is het scenario waarbij het centrum helemaal voetgangersgebied wordt, het beste. Groep 3, het voetgangersgebied zat in je scenario goed verwoord. Hoe is dat in je groep besproken? Antwoord: Wat de mensen met name bezighoudt is hoe ga je om met het laden en lossen. Voetgangersgebied vergroten is helder, maar wat betekent het voor de maatregelen? Een van de kritiekpunten was het is mooi wat wordt voorgesteld, maar het staat en valt met de regelgeving. Wie was voorstander van een groot voetgangersgebied? Antwoord: Het spreekt aan omdat er dan meer mogelijkheden zijn voor de voetganger om overal te komen. Het hoeft het gebruik van de auto van bewoners en bezoekers niet uit te sluiten. Kan het op een andere manier ondersteunend worden opgelost? Antwoord: Zeker. Het is een trend dat de voetganger en fietser meer ruimte krijgen in de binnenstad en dat de auto daar automatisch moet wegblijven. Het meest progressieve scenario sprak aan, met kleinschalig vervoer in de binnenstad, zodat er meer ruimte ontstaat voor andere groepen. Wie was helemaal tegenovergesteld? Beperk het voetgangersgebied zoveel mogelijk. Antwoord: Als ondernemer krijg ik niet eens een vergunning om in de stad bij mijn pand te komen. Er is een bovenwoning in het pand naast mij. Deze bewoner komt om de dag met zijn auto in de binnenstad, haalt er een tasje uit en rijdt vervolgens de stad uit. Uw angst is, dat als het voetgangersgebied groter is, het helemaal lastig wordt? 4

5 Antwoord: Het wordt lastig. Bedrijven die aan de rand van het voetgangersgebied zitten, zijn makkelijker bereikbaar voor de bezoekers. Je krijgt een verschuiving van de binnenstad naar de rand. Misschien zijn er meer overeenkomsten dan verschillen. Als het beter geregeld wordt kan het dan samen gaan? Antwoord: Dat zou kunnen. Je kunt binnen de singel kort parkeren doen en buiten de singel lang parkeren. Opmerking: De woorden van de wethouder waren dat als dit beleid uitgevoerd wordt, het een beleid is voor een langere periode. Als je kijkt naar de historische waarde van de stad en je kijkt naar de toenemende mobiliteit, kun je dan wel blijven hinken op die twee gedachten: voetgangers en fietsers en nog steeds de auto. Dat is heel moeilijk. Dat is de opgave voor de raad die er een besluit over moet nemen. Wat is nog meer opgevallen binnen de groepen? Antwoord: 30 kilometer is overal groen, die snelheid hoort bij de binnenstad. Er moet nergens 50 km in de binnenstad gereden worden. Wordt dit gedeeld? Antwoord: Er wordt harder gereden in de binnenstad. Antwoord: Er moet een bepaalde vorm van mobiliteit van auto en of bus in de binnenstad zijn, danwel een pendelbusje danwel bepaalde structuren in stand houden. In groep 3 heeft niemand echt gezegd dat het autovrij moet zijn. Antwoord: Wat opvalt over de fietsenstallingen is dat mensen niet weten dat onder Doornroosje een fietsenstalling is voor 4000 fietsen. Hierover moet meer duidelijkheid komen. In alle scenario s wil men meer groen zien. Wat nieuw is, is het Molenpoortdak als groene plek, een stadstuin. Is dat een raar idee? Antwoord: Wie gaat daar zitten? - Het is een progressief idee. - Dan krijg je nog meer auto's op de weg. - Van wie is het Molenpoortdak? (niet van de gemeente) De Mariënburggarage of Eiermarktgarage alleen voor bewoners. Hoe wordt daar over gedacht? Antwoord: Ik heb daar heel veel moeite mee. De Eiermarkt is ideaal voor gehandicapten die in het centrum van de stad willen zijn. Het is irritant dat in een scenario meteen alle garages voor bewoners worden. De Eiermarkt is een superplek voor gasten van de stad. Verdeel het netjes. - Dan zou ik een oranje sticker plakken. Wij wonen bij de Eiermarktgarage. Als dat de enige garage is die open blijft, krijg je daar alle verkeersbewegingen en je kunt er niet eens draaien. Bewoners zijn ook een belangrijke partij. - Het is afhankelijk van waar men woont, maar hij zou zijn vrouw s avonds daar niet de auto laten parkeren. - Als er visite van buiten de stad komt, parkeren ze in de Marienburggarage. Als alles afgesloten wordt voor bewoners, kunnen de bewoners geen visite meer ontvangen. De Keizer Karelgarage is een mogelijkheid, maar niet voor mensen die slecht ter been zijn. 6. Afronding met Piet Otten Scenariodenken voldoet aan de verwachtingen. Er ontstaan interessante discussies. Er komt van alles op jullie af, kansen, bedreigingen en je proeft een aantal tegengestelde meningen. Piet Otten: Hier waren we naar op zoek. Er zijn relatief weinig gele stickers gebruikt, er wordt dus weinig gemist. Een scenariomodel brengt effecten met zich mee. Alle scenario's, deelscenario's en dilemma's brengen effecten met zich mee. Die effecten zullen goed in kaart gebracht worden en worden teruggekoppeld naar college en raad. Als de raad voor een scenario kiest, moet duidelijk zijn wat de effecten zijn. Hoe gaan jullie verder? Het is de raad die een antwoord moet krijgen op hun motie en uiteindelijk een besluit moet nemen. Wat kunnen de mensen die nu aanwezig zijn na de zomervakantie verwachten? 5

6 Piet Otten: Eind september/begin oktober worden de aanwezigen weer uitgenodigd om te praten over vervolmaakte scenario s met effecten. Wellicht hetgeen ook voorgelegd wordt aan raad en college. De mensen zullen graag willen horen wat de gemeente ervan vindt. Piet Otten: Wij gaan er niets van vinden, wij gaan een drietal scenario s voorstellen met de bijbehorende effecten. Wat vandaag getoond is, is het denkbeeld. Met de klankbordgroep/ raadsdelegatie wordt het proces verder aangescherpt. Ideeën of opmerkingen kunnen doorgegeven worden aan p.otten@nijmegen.nl. 6. Afsluiting om uur. 6