ZZP ers: de toekomst voor een leefbare wijk?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ZZP ers: de toekomst voor een leefbare wijk?"

Transcriptie

1 2011 ZZP ers: de toekomst voor een leefbare wijk? Master thesis Planologie Brechtje Schildkamp Radboud Universiteit Nijmegen

2 ZZP ers: de toekomst voor een leefbare wijk? Onderzoek naar de manieren waarop ZZP ers in stedelijke woonwijken bijdragen aan de leefbaarheid van de wijk en de effecten van de realisering van vastgoedconcepten voor ZZP ers op de wijk. Foto s voorpagina Links: Kleine Loods Rechts: dewerkkamer.com Brechtje Schildkamp Nijmegen, Master thesis ter afronding van de opleiding Planologie aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Onderzoek uitgevoerd bij Seinpost Adviesbureau BV te Arnhem. Afstudeerbegeleider Radboud Universiteit dr. E. van der Krabben Afstudeerbegeleider Seinpost Adviesbureau BV: drs. L.B. Pijlman MBA

3 Samenvatting De laatste jaren zijn de oude stadswijken met leefbaarheidsproblemen volop in het nieuws. Een integrale aanpak, met aandacht voor de fysieke, sociale én economische pijler moet voor verbetering zorgen in deze wijken. Dit onderzoek richt zich op de inzet op de economische pijler. Door het stimuleren van de wijkeconomie wil men de leefbaarheid van de wijken vergroten. De wijkeconomie omvat in dit onderzoek alle zichtbare en onzichtbare kleinschalige (< 20 fulltime werknemers) bedrijvigheid gevestigd in de wijk, maar niet op bedrijventerreinen groter dan 3 ha, in stadsdeelwinkelcentra of behorend tot het kernwinkelapparaat of een kantorenconcentratie. Daarnaast is er in de laatste decennia een trend zichtbaar van een toename van het aantal zelfstandigen zonder personeel (ZZP ers). Hieronder worden ondernemers verstaan die buiten de ondernemer zelf - géén werkzame personen in dienst hebben, volledig zelfstandig zijn en niet werkzaam zijn in de landbouw, visserij, detailhandel of horeca. Bovendien zijn zij niet verbonden aan een franchise-formule of een keten. Vaak starten deze ondernemers met hun bedrijf vanuit huis, kortom in de woonwijk. Deze ZZP ers maken daarmee een groot deel uit van de totale wijkeconomie. Diverse instanties en onderzoekers zien kansen om met deze groep ondernemers de leefbaarheid te verbeteren, daarom wordt er onder andere geïnvesteerd in vastgoed voor ZZP ers. Deze gegevens hebben geleid tot de hoofdvraag van dit onderzoek. In hoeverre dragen ZZP ers en het realiseren van vastgoedconcepten voor ZZP ers bij aan een leefbare wijk en hoe kan deze (mogelijke) bijdrage vergroot worden? Om de mate van invloed te bepalen op de leefbaarheid van de wijk zijn diverse meetmodellen naast elkaar gelegd, waaronder de Leefbaarometer van het voormalig ministerie van VROM. Hieruit zijn zes dimensies naar voren gekomen die de mate van leefbaarheid in de wijk bepalen/beïnvloeden. Dit zijn: bevolkingssamenstelling, woningvoorraad, publieke ruimte, veiligheid, voorzieningen & bedrijvigheid en sociale samenhang. Vervolgens is gekeken op welke dimensies wijkeconomie en ZZP ers volgens de wetenschappelijke literatuur invloed kunnen hebben. Van vier dimensies wordt verondersteld dat ZZP ers hieraan een bijdrage kunnen leveren, namelijk publieke ruimte, veiligheid, voorzieningen & bedrijvigheid en sociale samenhang. Een aanvulling op deze vier dimensies werd gevonden in de bijdrage die ZZP ers kunnen leveren aan de levendigheid en reuring in de wijk. Om deze veronderstellingen te toetsen is een casestudie uitgevoerd in drie onderzoekswijken. Deze wijken zijn geselecteerd op basis van de aanwezigheid van bedrijfsvastgoed met een wijkfunctie gericht op ZZP ers. De opzet van het onderzoek is om onderscheid te maken tussen twee groepen ZZP ers: de thuiswerkende ZZP er en de ZZP er die werkzaam is vanuit speciaal bedrijfsvastgoed dat gericht is op ZZP ers. De geselecteerde wijken zijn de Transvaalbuurt in Amsterdam met daarin dewerkkamer.com, de wijk Mariahoeve en Marlot in Den Haag waarin de Kleine Loods is gevestigd en Malburgen-Oost in Arnhem met daarin het Bruishuis. Aan de hand van de gegevens uit het Handelsregister van de Kamer van Koophandel is vervolgens de wijkeconomie en het aantal ZZP ers in de wijk inzichtelijk gemaakt. De ZZP ers zijn vervolgens benaderd voor een online enquête waarin zij bevraagd zijn over de vier dimensies. In totaal hebben 94 ZZP ers de enquête volledig ingevuld. Deze respons is te laag om betrouwbare (95%) uitspraken te doen. De resultaten van dit onderzoek zijn daarom indicatief en geven een eerste inzicht in de bijdrage van ZZP ers. Daarnaast is het door deze lage respons niet mogelijk om onderscheid te maken naar type ZZP er. De resultaten hebben hierdoor betrekking op de totale groep ZZP ers. Deze worden per dimensie besproken. Sociale samenhang De bijdrage van de ZZP ers aan het vergroten van de sociale samenhang in de wijk blijkt beperkt. De meeste ZZP ers hebben weinig contacten met andere ZZP ers of ondernemers in de wijk. De lokale organisatiegraad is laag en daarnaast is er weinig sprake van samenwerking tussen de ZZP ers. Bijna 90% van de ZZP ers valt onder de groep met een kleine inzet voor de wijk. Deze ZZP ers nemen nooit, zelden of soms deel aan wijkactiviteiten of zijn nooit, zelden of soms betrokken bij het organiseren van dit soort activiteiten. Daarnaast blijkt dat de bedrijven van de ZZP ers over het algemeen niet functioneren als ontmoetingsplek voor de wijk.

4 Voorzieningen en bedrijvigheid De bijdrage van de ZZP ers aan het voorzieningenniveau in de wijk blijkt eveneens beperkt. De bedrijven functioneren over het algemeen niet als voorziening voor de wijk, dat blijkt onder andere uit de branche waarin men actief is. Daarnaast komen de klanten en de leveranciers van de ZZP ers veelal van buiten de wijk en zijn slechts enkele ondernemingen zichtbaar gevestigd in de wijk. Door hun zakelijke bestedingen en door gebruik te maken van andere voorzieningen in de wijk kunnen de ZZP ers het economisch draagvlak van deze voorzieningen vergroten. Uit de enquête blijkt echter dat dit niet het geval is. Zakelijke bestedingen worden buiten de wijk gedaan en voorzieningen in de wijk worden maar beperkt gebruikt vanuit de rol als ondernemer. Veiligheid Vanuit de dimensie veiligheid kan een positiever beeld worden geschetst van de bijdrage van de ZZP ers. De resultaten laten zien dat de ZZP er de sociale controle in de wijk vergroot door zijn of haar aanwezigheid overdag en het zicht vanuit de werkplek op de openbare ruimte. Daarnaast maken ZZP ers melding van overlast bij lokale autoriteiten en spreken de meeste ZZP ers overlastveroorzakers aan op hun gedrag. Tot slot blijkt de overlast die de ZZP ers zelf met hun onderneming veroorzaken beperkt. Publieke ruimte Vanuit de dimensie publieke ruimte gaat eveneens een positieve bijdrage uit van de ZZP ers. De meeste ZZP ers zorgen ervoor dat de openbare ruimte rond hun bedrijfsruimte schoon blijft. Daarnaast heeft een deel van de ZZP ers geïnvesteerd in hun pand vanuit zakelijke overwegingen. Hiermee hebben zij de fysieke uitstraling van de wijk verbeterd en dat heeft weer een positief effect op de leefbaarheid van de wijk. Levendigheid en reuring De meeste ZZP ers ontvangen nooit of slechts zelden klanten. Er is bij de meesten dus geen sprake van een inloopfunctie. Daarnaast blijken de ZZP ers zelf in de pauze ook geen rondje te wandelen door de wijk. Hierdoor zijn er door de aanwezigheid van de ZZP ers geen extra mensen zichtbaar aanwezig in de wijk, waardoor de bijdrage aan de levendigheid beperkt is. De belangrijkste conclusie van dit onderzoek is hiermee dat de bijdrage van ZZP ers aan de leefbaarheid van de wijk vooral zit in het vergroten van de veiligheid in de wijk en verbeteren van de publieke ruimte. Daarnaast is gekeken in hoeverre het realiseren van vastgoedconcepten voor ZZP ers de wijk aantrekkelijker maakt voor ZZP ers. De resultaten laten zien dat de behoefte aan dit type vastgoed en de faciliteiten die het biedt erg beperkt is. Het realiseren ervan zal daarom waarschijnlijk niet leiden tot een toename van het aantal ZZP ers in de wijk. ZZP ers laten zich in de locatiekeuze namelijk vooral leiden door de kwaliteit van de woonruimtes. Ten slotte blijkt uit de enquête dat de meeste ZZP ers niet bereid zijn om hun bijdrage te vergroten. Dat wordt vooral veroorzaakt door een gebrek aan tijd. Diegenen die wel bereid zijn, zoeken deze bijdrage vooral in activiteiten die dicht bij hun bedrijfsactiviteiten liggen. Naar aanleiding van deze conclusies en resultaten kan worden aanbevolen om bij het verbeteren van de leefbaarheid van de wijk, door het stimuleren van de wijkeconomie, zich niet alleen te concentreren op de groep ZZP ers, maar vooral in te zetten op ondernemers met een grote betrokkenheid bij de wijk. De ZZP ers zijn over het algemeen weinig betrokken bij de wijk en hun bijdrage aan de leefbaarheid blijkt gering. Indien men toch graag deze groep wil faciliteren moet voorafgaand aan de investeringen goed inzicht worden verkregen in de behoeften die aanwezig zijn in de wijk. Daarnaast moet men zich afvragen in hoeverre deze vraag niet kan worden opgevangen door commerciële partijen en in hoeverre de behoefte daadwerkelijk in de wijk moet worden gerealiseerd. Indien men de wijk aantrekkelijk wil maken voor ZZP ers is het vooral belangrijk om de woningvoorraad goed te onderhouden. De kwaliteit van de woonruimte is bepalend bij de vestigingskeuze van de ZZP er. Tot slot is het belangrijk dat de ZZP ers die wel een rol voor zichzelf weggelegd zien in het verbeteren van de leefbaarheid in de wijk zich gehoord voelen en hun initiatieven gesteund en gefaciliteerd worden.

5 Voorwoord "Als we wisten wat we deden, heette het geen onderzoek." Albert Einstein Na de nodige nieuwe invalshoeken, verassende inzichten en aanpassingen van de onderzoeksmethode ligt hier het resultaat van mijn onderzoek naar zelfstandigen zonder personeel als onderdeel van de wijkeconomie. Al maak je van te voren een goed onderzoeksplan, tijdens je onderzoek moet je dit plan blijven bijstellen. Niets is wat het vooraf lijkt, maar dat maakt onderzoek nu juist zo interessant. De afgelopen periode heb ik dan ook met erg veel plezier aan dit onderzoek gewerkt. Wijkeconomie is een onderwerp dat de laatste jaren volop in de belangstelling staat, maar toch is er op dit gebied nog veel kennis te winnen. Met mijn onderzoek hoop ik hieraan bij te dragen, door mij te richten op een opkomende groep ondernemers, de ZZP ers. Zijn zij de toekomst voor een leefbare wijk? Dit onderzoek heb ik uitgevoerd tijdens mijn stage bij Seinpost Adviesbureau BV in Arnhem. Tijdens deze periode heb ik tevens meegewerkt aan diverse projecten, waardoor ik mijzelf verder heb kunnen ontwikkelen en beter inzicht heb gekregen in de praktijk. Graag wil ik alle collega s bij Seinpost bedanken voor hun betrokkenheid en advies. In het bijzonder wil ik Lars Pijlman bedanken voor zijn begeleiding en feedback tijdens het hele proces. Daarnaast wil ik ook Erwin van der Krabben, begeleider vanuit de Radboud Universiteit, bedanken voor zijn reflectie en begeleiding. Een frisse blik houd je scherp. Tot slot wil ik alle ZZP ers die hebben deelgenomen aan het onderzoek hartelijk bedanken. Zonder hun bereidheid had dit onderzoek immers nooit kunnen plaatsvinden. Na zes jaar zit het studeren erop en nu kan het echte werk beginnen! Ik wens u veel plezier bij het lezen van mijn onderzoek. Brechtje Schildkamp Nijmegen, 3 juni 2011

6 Inhoudsopgave Inleiding Aanleiding Doel- en vraagstelling Onderzoeksmethode Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie Leeswijzer Leefbaarheid Het begrip leefbaarheid Leefbaarheid nader bekeken De Leefbaarometer De Leefbaarheidsbarometer Naar een eigen leefbaarheidsmodel Wijkeconomie Wat is wijkeconomie? De geschiedenis van wijkeconomie tot eind jaren De jaren 70 en De jaren 90 tot Huidige beleid ten aangezien van wijkeconomie Tijdsbalk wijkeconomie Wijkeconomie: diverse benaderingen Wat biedt de wijkeconomie voor de wijk? voor de ondernemer? voor de stad/regio? Wijkeconomie in relatie tot leefbaarheid Zelfstandigen zonder personeel Wat is een ZZP er? Trends in de samenleving De ZZP er in relatie tot wijkeconomie en leefbaarheid De ZZP er als onderdeel van de wijkeconomie De bijdrage van ZZP ers via wijkeconomie aan de leefbaarheid Groeimogelijkheden voor het aantal ZZP ers Vastgoedbehoefte van ZZP ers Onderzoeksmethodiek... 50

7 5.1 Onderzoekstype Onderzoeksopzet Selectiecriteria Operationaliseren van de leefbaarheidsdimensies Respons De steekproef in vergelijking met de onderzoekspopulatie Betrouwbaarheid en validiteit Transvaalbuurt in Amsterdam Buurt/wijkomschrijving Geografische afbakening Geschiedenis van de Transvaalbuurt De Transvaalbuurt anno Wijkeconomie in de Transvaalbuurt Flexkantoor dewerkkamer.com Mariahoeve en Marlot in Den Haag Buurt/wijkomschrijving Geografische afbakening De geschiedenis van Mariahoeve en Marlot Mariahoeve en Marlot anno Wijkeconomie in Mariahoeve en Marlot ZZP-kantoor Kleine Loods Malburgen-Oost in Arnhem Buurt/wijkomschrijving Geografische afbakening De geschiedenis van Malburgen-Oost Malburgen-Oost anno Wijkeconomie in Malburgen-Oost Het Bruishuis Resultaten De ZZP er nader bekeken De bijdrage van ZZP ers aan de sociale samenhang in de wijk Sociale samenhang: algemeen Sociale samenhang: inzet in de wijk Sociale samenhang: bedrijf als ontmoetingsplek Sociale samenhang: de conclusie De bijdrage van ZZP ers aan voorzieningen en bedrijvigheid in de wijk Voorzieningen en bedrijvigheid: het bedrijf als voorziening voor de wijk... 83

8 9.3.2 Voorzieningen en bedrijvigheid: bijdrage aan andere voorzieningen Voorzieningen en bedrijvigheid: de conclusie De bijdrage van ZZP ers aan de veiligheid in de wijk Veiligheid: sociale controle Veiligheid: overlastveroorzaker Veiligheid: de conclusie De bijdrage van ZZP ers aan de publieke ruimte in de wijk Publieke ruimte: schoon en heel Publieke ruimte: de conclusie De bijdrage van ZZP ers aan de levendigheid en reuring in de wijk Levendigheid en reuring Levendigheid en reuring: de conclusie Vastgoedconcepten voor ZZP ers Verhuisplannen van de ZZP ers Aantrekkelijkheid van de wijk Vastgoedconcepten voor ZZP ers: de conclusie Vergroten van de bijdrage van de ZZP ers Vergroten van de bijdrage Vergroten van de bijdrage: de conclusie Opvallende resultaten per wijk Opvallende resultaten uit de Transvaalbuurt Opvallende resultaten uit Mariahoeve en Marlot Opvallende resultaten uit Malburgen-Oost Opvallende resultaten per wijk: de conclusie Vergelijking naar branche Contacten in de wijk Inzet in de wijk De sociale controle Vergelijking naar branche: de conclusie Conclusies en discussie Conclusies Discussie Aanbevelingen Beleidsaanbevelingen Aanbevelingen voor verder onderzoek Literatuurlijst Bijlage 1 Indicatoren Leefbaarheid SRE

9 Bijlage 2 Indicatoren Leefbaarometer Bijlage 3 Indicatoren Leefbaarheidsbarometer K Bijlage 4 Begeleidende brief + enquête ZZP ers Bijlage 5 Resultaten Frequentietabellen achtergrondinformatie ZZP ers Frequentietabellen werksituatie ZZP ers Transvaalbuurt Mariahoeve en Marlot Malburgen-Oost Vergelijking naar branche

10 Lijst van tabellen, figuren en afbeeldingen Tabellen Tabel 2.1 Opbouw van de leefbaarheidsbarometer 22 Tabel 3.1 Meerwaarde wijkeconomie 37 Tabel 4.1 Gemiddeld aantal vestigingen en banen voor de periode Tabel 4.2 Gemiddeld aantal bedrijfsvestigingen naar omvang Tabel 4.3 Berekening omvang wijkeconomie 45 Tabel 4.4 Berekening aandeel eenpersoonsbedrijven van totale wijkeconomie 45 Tabel 5.1 Items voor meten bijdrage aan leefbaarheid 53 Tabel 5.2 Items voor effecten vastgoedconcepten en vergroten bijdrage 54 Tabel 5.3 Items voor achtergrondinformatie over de ZZP ers 55 Tabel 5.4 Vergelijking onderzoekspopulatie en totale steekproef naar branche 56 Tabel 5.5 Chi-kwadraat 57 Tabel 6.1 Berekening aandeel ZZP ers van totale wijkeconomie in de Transvaalbuurt 62 Tabel 6.2 ZZP ers naar branche in de Transvaalbuurt 62 Tabel 6.3 Aantal bedrijfsvestigingen in Tabel 7.1 Berekening aandeel ZZP ers van totale wijkeconomie in Mariahoeve en Marlot 68 Tabel 7.2 ZZP ers naar branche in Mariahoeve en Marlot 69 Tabel 8.1 Berekening aandeel ZZP ers van totale wijkeconomie in Malburgen-Oost 75 Tabel 8.2 ZZP ers naar branche in Malburgen-Oost 75 Tabel 9.1 Frequentie contacten in de wijk 79 Tabel 9.2 Aantal contacten in de wijk 79 Tabel 9.3 De gemiddelde scores voor uitspraken algemene sociale samenhang 79 Tabel 9.4 Percentage ZZP ers naar bijdrage 80 Tabel 9.5 Organisatiegraad ZZP ers 80 Tabel 9.6 Stellingen sociale samenhang 80 Tabel 9.7 Inzet in de wijk 81 Tabel 9.8 Gemiddelde scores op stellingen wijkinzet 81 Tabel 9.9 Inzet in de wijk naar percentages 81 Tabel 9.10 Bedrijf als ontmoetingsplek voor de wijk 82 Tabel 9.11 ZZP ers naar branche 83 Tabel 9.12 Zichtbaarheid bedrijfsvestiging 83 Tabel 9.13 Klanten uit de wijk en uit de stad 83 Tabel 9.14 Bestedingen van de ZZP ers 84 Tabel 9.15 Frequentie gebruik voorzieningen in de wijk 84 Tabel 9.16 Gebruik voorzieningen in de wijk voor klantenbezoek 85 Tabel 9.17 Leveranciers uit de wijk en uit de stad 85 Tabel 9.18 Aantal uren werkzaam in de wijk 86 Tabel 9.19 Zicht op openbare ruimte 86 Tabel 9.20 Aantal meldingen van overlast 86 Tabel 9.21 Nadere analyse van meldingen overlast 87 Tabel 9.22 Aanspreken overlastveroorzakers 87 Tabel 9.23 De ZZP er als overlastveroorzaker 87 Tabel 9.24 Schoonhouden van de openbare ruimte 88 Tabel 9.25 Eigendom bedrijfspand 89 Tabel 9.26 Investeringen bedrijfspand 89 Tabel 9.27 Investeringsbedrag bedrijfspand 89 Tabel 9.28 Aantal klantbezoeken per week 90 Tabel 9.29 Frequentie rondje door de wijk 90

11 Tabel 9.30 Verhuisplannen 90 Tabel 9.31 Belangrijkste redenen voor verhuisplannen 91 Tabel 9.32 Vestigingslocatie na verhuizing 91 Tabel 9.33 Type bedrijfsruimte na verhuizing 91 Tabel 9.34 Gemiddelde scores op behoefte faciliteiten 92 Tabel 9.35 Behoefte faciliteiten naar percentages 92 Tabel 9.36 Vestigingskeuze naar wijk 92 Tabel 9.37 Gemiddelde scores vergroten bijdrage 93 Tabel 9.38 Factoren die de inzet in de wijk bepalen 94 Tabel 10.1 Wijkeconomie en het aandeel van de ZZP ers 99 Tabel 0.1 Geslacht ZZP ers 130 Tabel 0.2 Woonachtig in de wijk 130 Tabel 0.3 Geboortejaar ZZP ers 130 Tabel 0.4 Hoogst voltooide opleiding 130 Tabel 0.5 Samenstelling huishouden ZZP ers 130 Tabel 0.6 Uren werkzaam als ZZP er 130 Tabel 0.7 Werksituatie ZZP er 131 Tabel 0.8 Inkomsten uit ander werk 131 Tabel 0.9 Startjaar ZZP-onderneming 131 Tabel 0.10 Vestigingsmotivatie ZZP ers 131 Tabel 0.11 Vergelijking onderzoekspopulatie en steekproef Transvaalbuurt naar branche 131 Tabel 0.12 Chi-kwadraat Transvaalbuurt 132 Tabel 0.13 Startjaar ZZP-onderneming Transvaalbuurt 132 Tabel 0.14 Klanten uit de Transvaalbuurt 132 Tabel 0.15 Leveranciers uit de Transvaalbuurt en Amsterdam 132 Tabel 0.16 Gebruik voorzieningen in de Transvaalbuurt voor klantenbezoek 132 Tabel 0.17 Nadere analyse meldingen overlast in de Transvaalbuurt 133 Tabel 0.18 Factoren die de inzet in de Transvaalbuurt bepalen 133 Tabel 0.19 Vergelijking onderzoekspopulatie en steekproef Mariahoeve en Marlot naar branche 133 Tabel 0.20 Chi-kwadraat Mariahoeve en Marlot 133 Tabel 0.21 Frequentie contacten en Mariahoeve en Marlot 134 Tabel 0.22 Aantal contacten in Mariahoeve en Marlot 134 Tabel 0.23 Zichtbaarheid bedrijfsvestiging Mariahoeve en Marlot 134 Tabel 0.24 Klanten uit Mariahoeve en Marlot 134 Tabel 0.25 Nadere analyse meldingen overlast Mariahoeve en Marlot 134 Tabel 0.26 Aanspreken overlastveroorzakers in Mariahoeve en Marlot 134 Tabel 0.27 Vergelijking onderzoekspopulatie en steekproef Malburgen-Oost 135 Tabel 0.28 Chi-kwadraat Malburgen-Oost 135 Tabel 0.29 Geboortejaar ZZP ers Malburgen-Oost 135 Tabel 0.30 Startjaar ZZP ers Malburgen-Oost 135 Tabel 0.31 Inkomsten uit ander werk Malburgen-Oost 136 Tabel 0.32 Organisatiegraad van de ZZP ers in Malburgen-Oost 136 Tabel 0.33 Frequentie gebruik voorzieningen in Malburgen-Oost 136 Tabel 0.34 Gebruik voorzieningen in Malburgen-Oost voor klantenbezoek 136 Tabel 0.35 Leveranciers uit Malburgen-Oost en Arnhem 136 Tabel 0.36 Nadere analyse van meldingen overlast in Malburgen-Oost 137 Tabel 0.37 Factoren die de inzet in Malburgen-Oost bepalen 137 Tabel 0.38 Frequentie contacten met buurtbewoners naar branche 137 Tabel 0.39 Frequentie contacten met andere ZZP ers naar branche 137 Tabel 0.40 Frequentie contacten met andere ondernemers naar branche 138

12 Tabel 0.41 Aantal contacten met andere ZZP ers in de wijk naar branche 138 Tabel 0.42 Aantal contacten met andere ondernemers in de wijk naar branche 138 Tabel 0.43 Gemiddelde scores op wijkinzet naar branche 138 Tabel 0.44 Aantal uren werkzaam in de wijk naar branche 139 Tabel 0.45 Zicht op openbare ruimte naar branche 139 Tabel 0.46 Nadere analyse van meldingen overlast naar branche 139 Tabel 0.47 Nadere analyse van meldingen overlast naar branche 139 Tabel 0.48 Aanspreken overlastveroorzakers naar branche 139 Figuren Figuur 1.1 Conceptueel model 15 Figuur 2.1 Schematische weergave van de factoren van leefbaarheid 18 Figuur 2.2 Perspectives on human-environment fit 19 Figuur 2.3 Schematische opzet van de leefbaarometer 20 Figuur 2.4 SCP-model 21 Figuur 2.5 Seinpost-model 22 Figuur 2.6 Eigen leefbaarheidsmodel 23 Figuur 3.1 Het meten van de wijkeconomie 26 Figuur 3.2 Krachtwijkenbeleid ten opzichte van bestaand beleid 32 Figuur 3.3 Tijdsbalk wijkeconomie 33 Figuur 3.4 Categorisering aanpak wijkeconomie 34 Figuur 4.1 Branches waarin ZZP ers actief zijn 41 Figuur 4.2 Gemiddelde omvang bedrijven Figuur 4.3 De dimensies van leefbaarheid waar de ZZP er mogelijk invloed op heeft 47 Figuur 5.1 Conceptueel model 50 Figuur 5.2 Dataverzameling 51 Figuur 5.3 Selectie van de cases 52 Figuur 6.1 ZZP ers in de Transvaalbuurt naar branche 63 Figuur 7.1 ZZP ers in Mariahoeve en Marlot naar branche 69 Figuur 8.1 ZZP ers in Malburgen-Oost naar branche 76 Figuur 10.1 Dimensies van de leefbaarheid waar de ZZP er mogelijk invloed op heeft 100 Figuur 10.2 De positieve bijdrage van ZZP ers aan de leefbaarheid 102 Afbeeldingen Afbeelding 6.1 Begrenzing Transvaalbuurt 59 Afbeelding 6.2 Impressie Transvaalbuurt 61 Afbeelding 6.3 Impressie dewerkkamer.com 64 Afbeelding 7.1 Begrenzing Mariahoeve en Marlot 65 Afbeelding 7.2 Impressie Mariahoeve en Marlot 67 Afbeelding 7.3 Impressie Kleine Loods 71 Afbeelding 8.1 Begrenzing Malburgen-Oost 72 Afbeelding 8.2 Impressie Malburgen-Oost 74 Afbeelding 8.3 Impressie het Bruishuis 77

13 Inleiding In veel oude stadswijken in Nederland kampt men met leefbaarheidsproblemen en verloedering. Bij de herstructurering en aanpak van deze wijken is jarenlang vooral ingezet op de fysieke pijler en zijn de sociale en de economische pijler onderbelicht geweest (Bulterman, Van Klink, & Schutjens, 2007; Ouwehand & Van Meijeren, 2006). Inmiddels is gebleken dat een pure fysieke aanpak van wijken tot weinig verandering heeft geleid. De aanpak van oude stadswijken dient gepaard te gaan met sociale en economische ingrepen om echte veranderingen in deze wijken te kunnen bewerkstelligen (Nicis, 2008). Ook in het landelijk beleid is deze veranderde denkwijze zichtbaar, voor het eerst in de derde versie van het Grotestedenbeleid (GSB lll), maar ook in het huidige Krachtwijkenbeleid (Hagens, Van der Krabben, Kooijman, Harmelink, Van der Hoek, & Loman, 2009). Dit beleid heeft zich tot doel gesteld de leefbaarheid in de wijken te verbeteren, door een integrale wijkaanpak. 1.1 Aanleiding De aandacht voor de economische pijler in de wijkaanpak is mede voortgekomen uit het advies Stad en Stijging (2006) van de VROM-raad. Hierin adviseert de VROM-raad bedrijvigheid terug te laten keren in de wijken, omdat dit volgens de raad grote voordelen kan hebben. Het biedt de gelegenheid om jeugd op jonge leeftijd met werk in aanraking te laten komen. De aanwezigheid van bedrijven versterkt bovendien de levendigheid en vitaliteit van de wijk. De raad pleit ervoor om de ruimte voor bedrijvigheid in stadswijken zoveel mogelijk te behouden, en waar mogelijk zelfs uit te breiden. * + Bepaalde vormen van kleinschalige bedrijvigheid laten zich goed mengen met wonen en voorzieningen in stadswijken. (VROM-raad, 2006, p. 34) Ook voor startende ondernemers ziet de VROM-raad grote kansen in de wijk. Het gaat hierbij vaak om zelfstandigen zonder personeel, kortweg ZZP ers. Kloosterman ziet het belang van deze groep ondernemers eveneens toenemen. Het gegeven dat wonen en werken steeds meer naar elkaar toe groeien, zorgt voor een grote verandering voor de wijkeconomie (Buurtalliantie, 2009). In de afgelopen jaren is het aantal ZZP ers in Nederland behoorlijk toegenomen (Kösters, 2009a), al is er sinds medio 2009 weer een lichte afname zichtbaar (Kösters & De Vries, 2010). In het derde kwartaal van 2009 waren er zo n ZZP ers werkzaam (Kösters & De Vries, 2010). Verschillende instanties en onderzoekers zien kansen om met deze groep ondernemers de wijkeconomie van oude stadswijken te verbeteren om tot beter leefbare wijken te komen. Meer ZZP ers in de wijk betekent meer mensen die overdag aanwezig zijn, wat de veiligheid, de koopkracht en wellicht de werkgelegenheid bevordert (Buurtalliantie, 2009). De SEV (in Kloosterman & Poppegaai, 2010) pleit voor het optimaal benutten van het economisch potentieel van ZZP ers. ZZP ers zijn nu nog te vaak onzichtbaar in de wijk, maar door het creëren van publieke ontmoetings- en vergaderplekken zorg je voor levendigheid en bedrijvigheid in de wijk. Afgelopen jaar is er een kritisch onderzoek gepubliceerd van het Planbureau voor de Leefomgeving over de relatie tussen bedrijvigheid en leefbaarheid. Uit dit onderzoek is gebleken dat bedrijvigheid in de wijk vaak een negatief effect heeft op leefbaarheid, behalve als het gaat om kleinschalige detailhandel (Planbureau voor de Leefomgeving, 2010). Bij ZZP ers gaat het altijd om kleinschalige bedrijvigheid, alleen niet om detailhandel, maar wellicht bieden deze ondernemers toch mogelijkheden voor de verbetering van de leefbaarheid van de wijk. Dat de overheid potentie ziet in deze groep ondernemers blijkt uit het feit dat het ministerie van Economische Zaken zes miljoen euro heeft uitgetrokken in 2009 voor het realiseren van acht ambitieuze projecten voor ZZP ers in diverse steden. Het gaat om projecten zoals het oprichten van een ondernemershuis, de bouw van netwerkkantoren voor ZZP ers gericht op samenwerking met kennisinstellingen en het ombouwen van leegstaande panden waar startende ondernemers laagdrempelig gebruik van kunnen maken voor huisvesting, coaching en begeleiding. Het doel van deze projecten is het stimuleren van ondernemerschap, Brechtje Schildkamp Radboud Universiteit Nijmegen 13

14 scholing en investeringen in de wijk, om uiteindelijk tot een betere wijk te komen (Ministerie van Economische Zaken, 2009). 1.2 Doel- en vraagstelling Men kan stellen dat er momenteel veel wordt geïnvesteerd in ZZP ers in relatie tot wijkeconomie en leefbaarheid. Interessant is om te zien of ZZP ers daadwerkelijk een bijdrage kunnen leveren aan de leefbaarheid van een wijk zoals verondersteld wordt in de wetenschappelijke literatuur. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen twee type ZZP ers: de thuiswerkende ZZP er en de ZZP er die vooral gebruik maakt van nieuwe vastgoedconcepten, zoals woon-werkwoningen, bedrijfsverzamelgebouwen en ZZPontmoetingsplekken, verder te noemen vastgoedconcepten voor ZZP ers. Het effect van de realisatie van deze gebouwen op de leefbaarheid van de wijk is nog niet nader onderzocht. Dit gegeven heeft tot het volgende onderzoeksdoel en de volgende onderzoeksvragen geleid: Onderzoeksdoel: Inzicht krijgen in de manieren waarop ZZP ers in stedelijke woonwijken bijdragen aan de leefbaarheid van die wijk en de effecten van het realiseren van vastgoedconcepten voor ZZP ers. Hoofdvraag: In hoeverre dragen ZZP ers en het realiseren van vastgoedconcepten voor ZZP ers bij aan een leefbare wijk en hoe kan deze (mogelijke) bijdrage vergroot worden? Theoretische deelvragen: - Wat wordt verstaan onder leefbaarheid/een leefbare wijk? - Welke variabelen/indicatoren bepalen de leefbaarheid van een wijk? - Wat wordt verstaan onder wijkeconomie? - Op welke manier draagt wijkeconomie bij aan leefbaarheid? - Wat wordt verstaan onder ZZP ers? - Welke betekenis hebben ZZP ers voor de wijkeconomie en aansluitend de leefbaarheid in de wijk? - Aan welke vastgoedconcepten hebben ZZP ers behoefte? Empirische deelvragen: - Wat is de omvang van de wijkeconomie in de geselecteerde wijken? - Wat is het aandeel van de ZZP ers in de lokale economie van de wijk? - In hoeverre draagt de aanwezigheid van thuiswerkende ZZP ers, als onderdeel van de wijkeconomie, bij aan een leefbare wijk? - In hoeverre draagt de aanwezigheid van ZZP ers die voornamelijk werkzaam zijn in nieuwe vastgoedconcepten, als onderdeel van de wijkeconomie, bij aan een leefbare wijk? - In hoeverre zorgt de realisatie van deze vastgoedconcepten voor ZZP ers voor behoud of toename van de aanwezigheid van ZZP ers in de wijk? - Hoe kan de bijdrage van ZZP ers aan de leefbaarheid van de wijk vergroot worden? 1.3 Onderzoeksmethode Onderstaand conceptueel model geeft de veronderstelde verbanden weer die in dit onderzoek worden onderzocht. Het onderzoek is grofweg in te delen in drie onderdelen. Ten eerste de mate van invloed van thuiswerkende ZZP ers, als onderdeel van de totale wijkeconomie, op de leefbaarheid van de wijk. Ten tweede de invloed van ZZP ers die vooral gebruik maken van nieuwe vastgoedconcepten, als onderdeel van de totale wijkeconomie, op de leefbaarheid van de wijk. Door deze twee verbanden naast elkaar te leggen kan men een vergelijking tussen beide groepen maken. Ten slotte het effect van het realiseren van bedrijfsvastgoed voor ZZP ers op de aanwezigheid van ZZP ers in de wijk. Leidt de realisatie van kleinschalig bedrijfsvastgoed tot meer Brechtje Schildkamp Radboud Universiteit Nijmegen 14

15 ZZP ers in de wijk? En wat doet dat vervolgens met de leefbaarheid in de wijk? Het conceptueel model is een visualisatie van deze drie onderdelen. Figuur 1.1 Conceptueel model Dit zal worden onderzocht aan de hand van een meervoudige casestudie, waarvoor drie wijken met speciaal bedrijfsvastgoed voor ZZP ers zijn geselecteerd. Een meervoudige casestudie is een onderzoek waarbij meerdere cases intensief worden geanalyseerd gedurende een bepaalde periode, middels diverse gegevensbronnen, binnen de context van de case (Stokking, 2010). Een belangrijk kenmerk van casestudies is dat er diverse methoden van dataverzameling worden gebruikt, waardoor de cases uit verschillende invalshoeken kunnen worden geanalyseerd (Boeije, 2005). Het onderzoek start met een omschrijving van de geselecteerde wijken met daarin, naast een algemene beschrijving ook een beschrijving van de leefbaarheidssituatie en cijfers over de omvang van de wijkeconomie en het aantal ZZP ers dat actief is in de wijk. Het tweede deel van het onderzoek bestaat uit een kwantitatief onderzoek. De ZZP ers in de drie onderzoekswijken zij benaderd voor een online enquête. Hierin zijn vragen opgenomen die de mate van invloed van de ZZP ers op de leefbaarheid in de wijk inzichtelijk maken. 1.4 Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie Maatschappelijke relevantie Vanaf 2000 is de aandacht voor het verbeteren van stedelijke woonwijken door middel van het stimuleren van bedrijvigheid in wijken aanzienlijk toegenomen. Men zet in op een integrale aanpak waar aandacht is voor fysieke, sociale én economische factoren (Raspe et al., 2010). Een onderdeel van de economische aanpak is het realiseren van woon-werkwoningen, bedrijfsverzamelgebouwen en ZZP-ontmoetingsplekken met het achterliggende idee dat hiermee de leefbaarheid van de wijk zal toenemen. ZZP ers zijn op deze manier zichtbaar aanwezig in de wijk en kunnen een positieve bijdrage leveren aan de koopkracht van de wijk, bedrijvigheid en het veiligheidsgevoel in de wijk (Buurtalliantie, 2009). Vanuit gemeenten, overheid en woningcorporaties wordt er naar aanleiding van het huidige beleid momenteel veel geïnvesteerd in vastgoedconcepten voor ZZP ers. Inzicht in de effecten van deze investeringen zijn derhalve interessant. Hebben de investeringen wel het gewenste effect of kan men zich beter op andere zaken gaan richten? Daarnaast kan dit onderzoek ook nieuwe inzichten bieden op de herstructurering en aanpak van oude stadswijken in relatie tot wijkeconomie door nader onderzoek te doen naar het vergroten van het (mogelijke) effect. Wetenschappelijke relevantie Er wordt momenteel veel onderzoek gedaan naar wijkeconomie, maar een specifiek onderzoek gericht op ZZP ers ontbreekt nog. Dit is opvallend gezien het feit dat het aantal ZZP ers in Nederland behoorlijk is toegenomen in de afgelopen jaren (Kösters, 2009a) en het gegeven dat ruim driekwart van alle startende ondernemers met zijn bedrijf start vanuit huis (Pijlman et al., 2010). Veel ZZP ers beginnen dus met hun activiteiten in de (woon)wijk. Het belang van deze groep ondernemers voor de huidige samenleving is steeds Brechtje Schildkamp Radboud Universiteit Nijmegen 15

16 meer aan het toenemen (Hagens et al., 2009). Dit onderzoek richt zich geheel op deze specifieke groep van ondernemers, waardoor het nieuwe inzichten kan opleveren in het onderzoek naar de effecten van wijkeconomie. Zeker met het recentelijk gepubliceerde kritische rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (Raspe et al., 2010) in het achterhoofd is het interessant om nader in te zoomen op de ZZP er. Mogelijk biedt deze ondernemer kansen voor de toekomstige wijk. In de bestaande wetenschappelijke literatuur wordt al gerefereerd aan de ZZP er als kansrijke ondernemer voor het verbeteren van de wijkeconomie en daaropvolgend de leefbaarheid in de wijk. ZZP ers zijn sterk wijkgeoriënteerd en zullen diensten en goederen, mede door hun fysieke aanwezigheid overdag, afnemen in de wijk, wat een gunstig effect heeft op de lokale economie (Kloosterman & Poppegaai, 2010). Tevens zal de aanwezigheid van deze werkenden een positief effect hebben op het aantal kleine ondersteunende bedrijven en horeca in de wijk. Het draagvlak voor deze functies zal met de aanwezigheid van ZZP ers toenemen, wat leidt tot sterker gemengde wijken (Van Dinteren, 2010). Deze wijken staan vaak bekend als prettige, levendige wijken. In de literatuur wordt eveneens verondersteld dat ZZP ers door hun aanwezigheid overdag kunnen zorgen voor meer veiligheid in de wijk (Buurtalliantie, 2009). De sociale controle zou door de aanwezigheid van ZZP ers vergroot worden, wat zorgt voor een positieve bijdrage aan de veiligheidsbeleving. Daarnaast veronderstelt Buurtalliantie (2009) dat ZZP ers kunnen bijdragen aan de koopkracht van de wijk en wellicht aan de werkgelegenheid. Schreuders en Poppegaai (2010) stellen dat wanneer een wijk goed weet in te spelen op de wensen en behoeften van de ZZP ers, die wijk een grotere rol zal gaan spelen in het dagelijks leven van een ZZP er. Een toenemend aantal ZZP ers heeft naast de werkplek thuis ook steeds meer behoefte aan professionele werkplekken met bijvoorbeeld vergadervoorzieningen. Door het faciliteren van deze behoeften, maak je de wijk aantrekkelijker voor ZZP ers (Kloosterman & Poppegaai, 2010) wat een groei van het aantal ZZP ers in de wijk zou kunnen betekenen. Bovenstaande veronderstellingen worden tot op heden niet ondersteund door wetenschappelijk onderzoek. Zij worden aangenomen op basis van redeneringen, maar zijn niet getoetst op basis van empirisch onderzoek. Dit onderzoek zal zich derhalve richten op deze toetsing aan de hand van een drietal cases in Nederland. 1.5 Leeswijzer Het onderzoek start met een uiteenzetting van de wetenschappelijke literatuur met in hoofdstuk 2 aandacht voor het begrip leefbaarheid. Wat wordt er onder dit begrip verstaan en welke indicatoren bepalen de leefbaarheid van de wijk? In hoofdstuk 3 staat de wijkeconomie centraal. De geschiedenis van de wijkeconomie en de diverse benaderingen van wijkeconomie komen onder andere in dit hoofdstuk aan bod om vervolgens in hoofdstuk 4 te komen tot een analyse van de ZZP ers in relatie tot wijkeconomie en de leefbaarheid in de wijk. In hoofdstuk 5 wordt de onderzoeksmethodiek besproken die in dit onderzoek is toegepast. Vervolgens worden in hoofdstuk 6 tot en met 8 de drie onderzoekswijken nader toegelicht. Hier wordt ingegaan op de geografische afbakening van de wijk, de geschiedenis, de huidige situatie en het ZZP-kantoor dat in de wijk gevestigd is. De resultaten van de enquête onder de ZZP ers in deze drie onderzoekswijken worden besproken in hoofdstuk 9. In hoofdstuk 10 komen de conclusies die voortkomen uit deze resultaten aan bod en tot slot worden in hoofdstuk 11 beleidsaanbevelingen gedaan en aanbevelingen voor verder onderzoek. Brechtje Schildkamp Radboud Universiteit Nijmegen 16

17 2 Leefbaarheid Met het huidige krachtwijkenbeleid probeert de overheid door middel van een integrale wijkaanpak de leefbaarheidsproblemen in de stadswijken te verminderen. Alvorens op dit beleid in te gaan is het belangrijk om vast te stellen wat er verstaan wordt onder leefbaarheid. In dit hoofdstuk zal daarom eerst aandacht worden besteed aan het begrip leefbaarheid en daarnaast zal er worden ingegaan op de verschillende modellen en meetmethoden van leefbaarheid, om ten slotte te komen tot een eigen model met facetten ofwel dimensies die de mate van leefbaarheid bepalen en waarop de overheid probeert, door middel van beleid, invloed op uit te oefenen. 2.1 Het begrip leefbaarheid Leefbaarheid is geen eenvoudig of eenduidig begrip. Het wordt gezien als een containerbegrip dat voor iedereen een andere betekenis kan hebben, afhankelijk van de gekozen invalshoek (Leidelmeijer & Van Kamp, 2003; RIGO, 2004). Dit is goed te zien aan het enorme scala van definities dat in omloop is. Het weerspiegelt de veelzijdigheid en complexiteit van het begrip. Marsman en Leidelmeijer (2001) zien leefbaarheid als de waardering van de woonomgeving door de bewoners, terwijl Duyvendak en Veldboer (2000) leefbaarheid zien als binding aan de wijk, welbevinden en sociale netwerken. In verschillende definities heeft leefbaarheid een negatieve bijklank gekregen. Leefbaarheid wordt dan gezien als alles wat er mis kan zijn met de leefomgeving van mensen, vooral in de grote steden (RIGO, 2004). Overeenkomstig in alle definities is dat leefbaarheid betrekking heeft op de kwaliteit en de waardering van de leefomgeving (Leidelmeijer & Van Kamp, 2003). Dat er geen eenduidige definitie is, is volgens sommige experts geen probleem (RIVM-verslag workshop 2002, in Leidelmeijer & Van Kamp, 2003) het draait immers om het doel: het verbeteren, differentiëren, begrijpen, ontwerpen, et cetera. Het ontbreken van een definitie hoeft geen barrière te vormen voor het behalen van dit doel. Er zijn simpelweg diverse facetten die betrekking hebben op het kwaliteitsbegrip leefbaarheid. Leefbaarheid is namelijk een multi-dimensioneel begrip (RIGO, 2004). Het Planbureau voor de Leefomgeving raadt het streven naar de ultieme definitie van leefbaarheid af, evenals een definitieve lijst van kenmerken. Beter is het om keuzes te maken in de breedte en diepte van wat onder leefbaarheid wordt verstaan * + en daarover expliciet te zijn. (PON, 2009, p.3) Bovendien is het belangrijk om te beseffen dat het begrip leefbaarheid een grote subjectieve kant heeft. Een minder valide oudere heeft immers andere oordelen en wensen ten aanzien van de leefbaarheid dan een werkende jonge vrouw met drie kinderen (Seinpost Adviesbureau BV., 2009, p. 7). Leefbaarheid wordt derhalve niet alleen bepaald door objectieve factoren, maar ook door subjectieve factoren die elkaar daarbij beïnvloeden. Naast het begrip leefbaarheid worden ook regelmatig verwante begrippen zoals quality of life, kwaliteit van de leefomgeving, welbevinden van burgers en duurzaamheid gebruikt (PON, 2009). Al deze begrippen hebben betrekking op de verhouding tussen mens en leefomgeving (PON, 2009). 2.2 Leefbaarheid nader bekeken In de afgelopen jaren hebben diverse instanties getracht het begrip leefbaarheid verder uit te kristalliseren. Er zijn bijvoorbeeld verschillende methoden ontwikkeld om de leefbaarheid in een wijk of buurt te meten. In dit hoofdstuk zal aan de hand van een uiteenzetting van modellen, wetenschappelijke literatuur en meetmethoden op het gebied van leefbaarheid een eigen model worden gepresenteerd die de leidraad zal vormen in dit onderzoek. Bij voorbaat kan al gezegd worden dat ook dit model niet uitputtend zal zijn, maar getracht wordt een zo volledig mogelijk en onderbouwd beeld geven van het complexe leefbaarheidsbegrip. In de periode mei 2009 tot januari 2011 heeft het PON, een kennisinstituut voor onderzoek en advies, onderzoek gedaan naar leefbaarheid en haar diverse facetten in opdracht van de provincie Noord-Brabant. In dit onderzoek heeft het PON leefbaarheid gedefinieerd als: de meetlat die aangeeft of het goed toeven is in de buurt (PON, 2009, p. 2). Voor het onderzoek heeft het PON diverse definities van leefbaarheid bestudeerd en Brechtje Schildkamp Radboud Universiteit Nijmegen 17

18 aan de hand van deze definities een lijst van factoren opgesteld die meespelen in de beoordeling van leefbaarheid: 1. De bevolkingssamenstelling: opbouw en samenhang. 2. Wonen en woonomgeving: de kwaliteit en tevredenheid over de woning en de woonomgeving. 3. Welzijn: de kwaliteit en het gebruik van welzijnsvoorzieningen en activiteiten. 4. Voorzieningen: de kwaliteit en kwantiteit van winkel- en horecavoorzieningen. 5. Cultuur en sport: de mate waarin aan cultuur- en sportbeoefening kan worden gedaan. 6. Relatie burger-overheid: hoe gaat men met elkaar om. 7. Veiligheid: de objectieve veiligheid en hoe die ervaren wordt. 8. Verkeer en vervoer: de mobiliteit en vervoersmogelijkheden. 9. Recreatie: de mogelijkheden om in de directe omgeving te kunnen recreëren. 10. Werk en bedrijvigheid: de economische vitaliteit van de leefomgeving. 11. Natuur en milieu: de groene kwaliteit van de leefomgeving. 12. Relatie bebouwde kom buitengebied: wordt de verdere omgeving ook tot de leefomgeving gerekend? (PON, 2009, pp. 3-4) Het samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) heeft eveneens gezocht naar een manier om leefbaarheid in beeld te brengen. In de handleiding die men naar aanleiding van dit onderzoek heeft opgesteld, geeft het SRE de volgende definitie van leefbaarheid: een combinatie van fysieke en sociale factoren die bepalend is voor de kwaliteit van de leefomgeving (Boode, 2007, p. 5). In deze definitie is een duidelijke tweedeling zichtbaar; van fysieke en sociale factoren. Deze factoren worden vervolgens opgesplitst in objectieve, ofwel tastbare leefomgeving, en subjectieve, beleving en niet-tastbare leefomgeving, aspecten. Fysiek Sociaal Objectief Subjectief Objectief Subjectief Figuur 2.1 Schematische weergave van de factoren van leefbaarheid Bron: Boode, 2007, p.8 Ten slotte zijn aan deze factoren en aspecten indicatoren gehangen. Een weergave van deze indicatoren is te vinden in bijlage 1. Een deel van deze indicatoren zal worden ingevuld aan de hand van beleidsdocumenten, het andere deel door middel van enquêtes. Gezamenlijk bepalen zij de score van een gebied op leefbaarheid. Ketelaar (In Thorborg, Leidelmeijer & Dassen, 2006) onderscheidt eveneens het sociale en het fysieke domein van leefbaarheid, maar vult dit aan met twee andere subdomeinen met als argument dat bepaalde zaken niet puur fysiek of sociaal zijn. Er is sprake van een wisselwerking tussen beide domeinen en dit leidt tot vier subdomeinen: 1. Sociale kenmerken (huishoudsamenstelling, mate van heterogeniteit en stabiliteit, het sociale klimaat en de sociaal-economische opbouw); 2. Functionele kenmerken (aanwezigheid van c.q. afstand tot verschillende voorzieningen); 3. Fysieke kenmerken: kenmerken van de woningen (bijvoorbeeld type woningen, grootte, eigendomsverhouding) en stedenbouwkundige aspecten (onder andere stapeling, verkaveling en dichtheid van de bebouwing); 4. Leefklimaatkenmerken: aspecten tussen fysiek en sociaal, als verpaupering, criminaliteit, woongedrag, overlast van bedrijven, verkeershinder, privacy/sociale controle, aangevuld met onder Brechtje Schildkamp Radboud Universiteit Nijmegen 18

19 andere klimatologische kenmerken en mentale kenmerken. (Ketelaar in Thorborg, Leidelmeijer & Dassen, 2006, pp ) Blom (2010) heeft onderzoek gedaan in de Stedenwijk in Almere naar de relatie wijkeconomie en leefbaarheid. Voor het formuleren van een definitie van leefbaarheid heeft zij literatuur bestudeerd en diverse experts geïnterviewd. Blom komt in haar onderzoek tot de conclusie dat leefbaarheid te maken heeft met prettig wonen. Prettig wonen wordt bepaald door de aanwezigheid van voorzieningen en ontmoetingsplekken in de wijk, door de mate van levendigheid en de wijkinzet. In de wetenschappelijke literatuur zijn kortom diverse lijstjes gemaakt die het begrip leefbaarheid moeten verduidelijken en meetbaar moeten maken. Twee meetmethoden van leefbaarheid zullen nu uitgebreid aan bod komen De Leefbaarometer In 2008 publiceerden de onderzoeksbureaus Rigo Research en Advies BV en de Stichting Atlas voor Gemeenten in opdracht van het voormalig ministerie van VROM de Leefbaarometer (VROM, 2008). De Leefbaarometer is een instrument om de leefbaarheid in buurten en wijken te monitoren op basis van de beleving en het woongedrag van bewoners (Leidelmeijer, Marlet, Van Iersel, Van Woerkens & Van der Reijden, 2008). Het doel van het instrument is om de vorderingen van de wijkaanpak te kunnen monitoren door middel van kaarten die de leefbaarheidssituatie weergeven van de Nederlandse wijken op diverse niveaus (VROM, 2009). De Leefbaarometer heeft twee belangrijke kenmerken. Ten eerste onderscheidt het zich op het geografisch schaalniveau waarop het de metingen uitvoert. De gegevens zijn namelijk beschikbaar op zes positie postcodegebieden (6PPC-gebieden). Ten tweede wordt zowel een objectieve benadering, het woongedrag van bewoners, als een subjectieve benadering, de oordelen van bewoners, gehanteerd in het onderzoek vanuit de drie hoofddimensies: veiligheid, fysiek en sociaal (Leidelmeijer et al., 2008). De gedachte over leefbaarheid die ten grondslag ligt aan dit instrument is dat leefbaarheid betrekking heeft op de omgeving. De omgeving wordt gezien als een object, waar vanuit menselijk perspectief naar wordt gekeken. Dit menselijk perspectief vormt een betekenis in termen van leefbaarheid. Deze gedachte komt voort uit het rapport van Leidelmeijer en Kamp (2003). Zij ontwikkelden het volgende figuur om leefbaarheid en de relatie met de omgeving weer te geven: Figuur 2.2 Perspectives on human-environment fit Bron: Leidelmeijer & Van Kamp, 2003, p.58 De begrippen liveability en environmental quality of life in het figuur gaan beiden over de afstemming tussen mens en omgeving, maar ze hebben een andere invalshoek. Liveability heeft betrekking op de mate waarin de omgeving aansluit bij de wensen en behoeften van mensen, terwijl environmental quality of life gericht is op de uitwerking van de omgeving op de levenskwaliteit. Leefbaarheid wordt in de Leefbaarometer dan ook omschreven als: De mate waarin de omgeving aansluit bij de eisen en wensen die er door de mens aan worden gesteld (VROM, 2009). Bij de bepaling van de indicatoren die betrekking hebben op de leefbaarheid en de relevante omgevingsaspecten liepen Leidelmeijer et al. tijdens de ontwikkeling van het instrument tegen het probleem aan dat er in de literatuur geen uitputtend lijstje beschikbaar is. Mitchell (In Leidelmeijer et al., 2008) suggereerde zelfs dat alle aspecten van de omgeving en alle kenmerken van de mens van invloed zijn op de afstemming tussen mens en leefomgeving. Leidelmeijer et al. kwamen dan ook tot de conclusie dat Brechtje Schildkamp Radboud Universiteit Nijmegen 19

20 leefbaarheid zowel betrekking heeft op de gebouwde omgeving, de natuurlijke omgeving en de sociale omgeving als de culturele en economische omgeving waarin de bewoners leven. In het onderzoek is de grens getrokken bij psychologische (persoonlijkheidseigenschappen) en biologische (genen) factoren. Deze hebben geen plek gekregen in de Leefbaarometer omdat zij toegespitst zijn op individuele personen en huishoudens. De focus van de Leefbaarometer ligt hierdoor vooral op de aspecten van leefbaarheid in relatie met de woonomgeving (Leidelmeijer et al., 2008). Daarnaast hebben de ontwikkelaars geworsteld met de causaliteit van de verbanden. Aantonen van een causale relatie is niet eenvoudig bij een dynamische relatie tussen mens en omgeving. De mens beïnvloedt immers de omgeving, maar ook dat geldt ook andersom (Leidelmeijer et al., 2008) en daarnaast zijn diverse aspecten ook weer van invloed op elkaar. De causaliteit in veel leefbaarheidsonderzoek moet dan ook vaak noodgedwongen leunen op theorie of plausibiliteit (Leidelmeijer et al., 2008, p. 20). Over het algemeen kan hierbij worden gesteld dat naarmate verklarende variabelen en te verklaren variabelen een directere relatie hebben, de kans groter is dat het vastgestelde verband causaal is (Leidelmeijer et al., 2008). Voorafgaand aan de publicatie van de Leefbaarometer hebben de ontwikkelaars uitgebreid onderzoek uitgevoerd naar de waarde die mensen hechten aan een leefbare woonomgeving. Dit onderzoek is uitgevoerd langs twee sporen: het objectieve spoor, ofwel het woongedrag van bewoners en het subjectieve spoor, de oordelen van bewoners. De conclusie van dit onderzoek was dat beide sporen maar weinig van elkaar verschillen. (Leefbaarheids-)beleving en (woon-)gedrag van de bewoners van een wijk blijken in belangrijke mate met elkaar te corresponderen en grotendeels afhankelijk te zijn van dezelfde omgevingskenmerken. Als die omgevingskenmerken ongunstig zijn, zijn mensen ontevreden over hun woonomgeving (beleving) wat er uiteindelijk toe leidt dat ze weg willen (beleving en latent gedrag) of daadwerkelijk weggaan (gedrag) uit de wijk. Bovendien zijn er weinig mensen van buiten de wijk die in een dergelijke wijk willen wonen ( vermeden gedrag). (Leidelmeijer et al., 2008, p. 97) De combinatie van beide sporen heeft de ontwikkelaars een set aan indicatoren opgeleverd die gezamenlijk een goed en gedetailleerd beeld geven van de leefbaarheid in een begrensd gebied (Leidelmeijer et al., 2008). Een overzicht van deze indicatoren is opgenomen in bijlage 2. De Leefbaarometer onderbouwt zijn oordeel op basis van een vijftigtal indicatoren, met gewichten, gebaseerd op brede omgevingscondities. Figuur 2.3 Schematische opzet van de leefbaarometer Bron: Leidelmeijer et al., 2008, p.128 Brechtje Schildkamp Radboud Universiteit Nijmegen 20

Symposium Bedrijvigheid en Leefbaarheid in stedelijke woonwijken 19 april 2010 De Haagse Lobby, Den Haag

Symposium Bedrijvigheid en Leefbaarheid in stedelijke woonwijken 19 april 2010 De Haagse Lobby, Den Haag Otto Raspe Anet Weterings Martijn van den Berge Frank van Oort Gerard Marlet (Atlas voor Gemeenten) Veronique Schutjens (Economische Geografie, UU) Wouter Steenbeek (Sociologie, UU) Symposium Bedrijvigheid

Nadere informatie

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting

Een brede kijk op onderwijskwaliteit Samenvatting Een brede kijk op onderwijskwaliteit E e n o n d e r z o e k n a a r p e r c e p t i e s o p o n d e r w i j s k w a l i t e i t b i n n e n S t i c h t i n g U N 1 E K Samenvatting Hester Hill-Veen, Erasmus

Nadere informatie

Wijkmonitor leefbaarheid Harderwijk, de resultaten van de eerste en de tweede meting vergeleken

Wijkmonitor leefbaarheid Harderwijk, de resultaten van de eerste en de tweede meting vergeleken Wijkmonitor leefbaarheid Harderwijk, de resultaten van de eerste en de tweede meting vergeleken Afdeling Vastgoed en Wonen 10 december 2013 1 Toelichting In november 2013 is een geactualiseerde versie

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Resultaten USP-Bewonersscan, meting 2015

Resultaten USP-Bewonersscan, meting 2015 Resultaten USP-Bewonersscan, meting 2015 In de periode half mei/ half juli 2015 heeft USP Marketing Consultancy in opdracht van Volkshuisvesting opnieuw een bewonersonderzoek gedaan naar de tevredenheid

Nadere informatie

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID

De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID SECONDANT #1 MAART 2011 53 De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID door Maartje Timmermans en Miranda Witvliet De auteurs werken als onderzoeker bij

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Tussenmeting 2015 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, oktober

Nadere informatie

e werkende wijk Een studie naar de effecten die kleinschalige bedrijvigheid op de leefbaarheid in een wijk kan hebben.

e werkende wijk Een studie naar de effecten die kleinschalige bedrijvigheid op de leefbaarheid in een wijk kan hebben. e werkende wijk Een studie naar de effecten die kleinschalige bedrijvigheid op de leefbaarheid in een wijk kan hebben. P5 presentatie - Marloes Stokvis - 1353284 - studio Urban Regeneration - 27 juni 2013

Nadere informatie

Kwaliteit van het Openbaar Groen. Onderzoeksplan

Kwaliteit van het Openbaar Groen. Onderzoeksplan Kwaliteit van het Openbaar Groen Onderzoeksplan Rekenkamercommissie Haarlem Postbus 511 2003 PB Haarlem 023-511 30 38 https://gemeentebestuur.haarlem.nl/informatie-over/rekenkamercommissie/ rekenkamercommissie@haarlem.nl

Nadere informatie

Thema s Omdat de resultaten en cijfers op wijkniveau erg uiteenlopen in onderwerp, is ervoor gekozen om deze onder te verdelen in 9 thema s:

Thema s Omdat de resultaten en cijfers op wijkniveau erg uiteenlopen in onderwerp, is ervoor gekozen om deze onder te verdelen in 9 thema s: Hoe is de wijkanalyse tot stand gekomen? Monitor Hilversum Begin december 2017 is de vragenlijst Monitor Hilversum naar 10.400 Hilversummers verstuurd. In totaal werden er 109 vragen voorgelegd over uiteenlopende

Nadere informatie

Meting economisch klimaat, november 2013

Meting economisch klimaat, november 2013 Meting economisch klimaat, november 2013 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers,

Nadere informatie

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en

13.6. Onderzoeksresultaten: Betekenis voor verander- en Inhoudsopgave Dankwoord 5 Lijst van gebruikte Afkortingen 9 Lijst van figuren 15 Lijst van tabellen 16 1. Algemene inleiding 19 1.1. Inspiraties voor het onderzoek 24 1.2. Praktische relevantie van het

Nadere informatie

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan.

De gegevens die worden gebruikt door de benchmark worden door de gemeente zelf aangeleverd. De burgerpeiling levert een deel van deze gegevens aan. Burgerpeiling 2013 Eind 2013 is onder 2000 inwoners van de gemeente Noordoostpolder een enquete verspreid ten behoeve van de benchmark waarstaatjegemeente.nl. De enquete vormt een onderdeel van de benchmark.

Nadere informatie

Feiten over. Veiligheidsbeleving. in de gemeente Arnhem

Feiten over. Veiligheidsbeleving. in de gemeente Arnhem Feiten over Veiligheidsbeleving in de gemeente Arnhem Feiten over Veiligheidsbeleving in de gemeente Arnhem Voor burgers speelt het persoonlijke gevoel van veiligheid een belangrijke rol. Dit gevoel wordt

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Werkgelegenheidsonderzoek 2011 Provincie Groningen Provincie Groningen Drs. Eelco Westerhof

Nadere informatie

Bedrijventerrein De Mient (Capelle a/d IJssel) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Bedrijventerrein De Mient (Capelle a/d IJssel) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter Bedrijventerrein De Mient (Capelle a/d IJssel) Maatschappelijke waarde Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter Bedrijventerrein De Mient, gemeente Capelle a/d IJssel A. Inleiding Deze factsheet geeft

Nadere informatie

i ii Òiî i î >> i ÈÒî-Òi`i iî" Òä i Gebiedsvisie Hollands Spoor en omgeving

i ii Òiî i î >> i ÈÒî-Òi`i iî Òä i Gebiedsvisie Hollands Spoor en omgeving i ii Òiî i î >> i ÈÒî-Òi`i iî" Òä i Gebiedsvisie T P E C N O C Hollands Spoor en omgeving mei 2008 2 Inleiding 1 Straatnamenkaart 1 Inleiding Voorwoord Voor u ligt de Gebiedsvisie Hollands Spoor en omgeving.

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam

Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam Factsheet bedrijventerrein Spaanse Polder, Gemeente Rotterdam/Schiedam A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van

Nadere informatie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie

Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie Eerste effectmeting van de training ouderverstoting voor professionals in opdracht van De FamilieAcademie 1 Samenvatting In opdracht van de FamilieAcademie is een eerste effectmeting gedaan naar de training

Nadere informatie

De vragen zullen gewaardeerd worden op een schaal van 1 tot 10, waarbij 1 zeer slecht en 10 uitstekend is.

De vragen zullen gewaardeerd worden op een schaal van 1 tot 10, waarbij 1 zeer slecht en 10 uitstekend is. Enquête Kort Haarlem In totaal hebben 151 mensen de enquête teruggestuurd, dit is een goede respons voor deze steekproef. Deze mensen zijn ingedeeld in vier gebieden binnen de wijk Kort Haarlem: - Witte

Nadere informatie

Huidig economisch klimaat

Huidig economisch klimaat Huidig economisch klimaat 1.1 Beschrijving respondenten Er hebben 956 ondernemers meegedaan aan het onderzoek, een respons van 38. De helft van de respondenten is zzp er (465 ondernemers, 49). Het aandeel

Nadere informatie

Tweede monitor Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen

Tweede monitor Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen Tweede monitor Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid Provincie Groningen Onderzoeksverantwoording Inleiding Met het Uitvoeringsprogramma Leefbaarheid 2016-2020 en de Reserve Leefbaarheid Krimpgebieden zet

Nadere informatie

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West

Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West Station Nieuwe Meer Het internationale & inclusieve woon- en werkgebied van Nieuw West 2030 Station Nieuwe Meer is niet alleen een nieuwe metrostation verbonden met Schiphol, Hoofddorp, Zuidas en de Amsterdamse

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg

Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg Factsheet bedrijventerrein Pothof, Gemeente Rozenburg A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van de maatschappelijke en economische

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase 2014-2015 VT-DT ONDERZOEKSVERSLAG 1 Bijlage 5c Beoordelingsformulier onderzoeksverslag

Nadere informatie

Werkbelevingsonderzoek 2013

Werkbelevingsonderzoek 2013 Werkbelevingsonderzoek 2013 voorbeeldrapport Den Haag, 17 september 2014 Ipso Facto beleidsonderzoek Raamweg 21, Postbus 82042, 2508EA Den Haag. Telefoon 070-3260456. Reg.K.v.K. Den Haag: 546.221.31. BTW-nummer:

Nadere informatie

Bedrijventerrein Kethelvaart (Schiedam) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Bedrijventerrein Kethelvaart (Schiedam) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter Bedrijventerrein Kethelvaart (Schiedam) Maatschappelijke waarde Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter Factsheet bedrijventerrein Kethelvaart Gemeente Schiedam 1. FACTSHEET BEDRIJVENTERREIN KETHELVAART,

Nadere informatie

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht Houten 2016

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht Houten 2016 Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht 2016 De Monitor Sociale Kracht: 7 pijlers Participatie De Monitor Sociale Kracht gaat uit van de beredeneerde veronderstelling dat de sociale kracht van

Nadere informatie

Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck

Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck Samenvatting ontwikkeling monitor sociaal domein Cranendonck 2016-2017 Inhoud Voorwoord... 3 Doelstellingen monitor sociaal domein... 3 Meetbare doelstellingen... 4 Rol van raad en college... 4 Visie,

Nadere informatie

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking, G. Waverijn & M. Rijken, NIVEL, januari

Nadere informatie

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

Werkgelegenheidsonderzoek 2010 2010 pr ov i nc i e g r oni ng e n Wer kgel egenhei dsonder zoek Eenanal ysevandeont wi kkel i ngen i ndewer kgel egenhei di nde pr ovi nci egr oni ngen Werkgelegenheidsonderzoek 2010 Werkgelegenheidsonderzoek

Nadere informatie

De Kracht van de Wijk. Belang van wijkeconomie voor de leefbaarheid in Amsterdamse Krachtwijken

De Kracht van de Wijk. Belang van wijkeconomie voor de leefbaarheid in Amsterdamse Krachtwijken De Kracht van de Wijk Belang van wijkeconomie voor de leefbaarheid in Amsterdamse Krachtwijken Inleiding Nederland telt een groot aantal (stedelijke) wijken waarin de kwaliteit van de leefomgeving flink

Nadere informatie

Het Croqqer Cookbook: krijg samen meer voor elkaar

Het Croqqer Cookbook: krijg samen meer voor elkaar Het Croqqer Cookbook: krijg samen meer voor elkaar door Rob van de Star Inhoudsopgave Voorwoord...3 Hoe willen we werken?...4 De stem van onze "klant"...5 De buurt als ons anker...6 Copyright 2014, Croqqer

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014 Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 214 Willemstad, Maart 214 Inleiding In juni 214 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) de bedrijven benaderd met vragenlijsten op Curaçao. Doel van deze

Nadere informatie

Bedrijventerrein Kapelpolder (Maassluis) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter

Bedrijventerrein Kapelpolder (Maassluis) Maatschappelijke waarde. Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter Bedrijventerrein Kapelpolder (Maassluis) Maatschappelijke Met de Kamer van Koophandel weet je wel beter Bedrijventerrein Kapelpolder, gemeente Maassluis A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht

Nadere informatie

De Nieuwe Ontwikkelaar, 20 april 2005. Willem Sulsters (WSA)

De Nieuwe Ontwikkelaar, 20 april 2005. Willem Sulsters (WSA) De Nieuwe Ontwikkelaar, 20 april 2005 Geert Ten Hertog (Staedion) ontwikkeligsmanager uitvoeringsfase Willem Sulsters (WSA) procesmanager wijkplan Inhoud Dichtbij de stad en het Zuiderpark Transvaal Wijkplan

Nadere informatie

LoopbaanIndicator. Voor een duurzame loopbaanplanning

LoopbaanIndicator. Voor een duurzame loopbaanplanning LoopbaanIndicator Voor een duurzame loopbaanplanning 1. Inleiding LoopbaanIndicator wordt ingezet om alle relevante waarden rondom menselijke inzetbaarheid gestructureerd en genormeerd in kaart te brengen,

Nadere informatie

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING

trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING trntrtrtr V td L O\'ERLASTMETINGEN IN DE GRAVII\TNESTEEG EN OMGEVING : COLOFON St. INTRAVAL Postadres: Postbus 1781 9701 BT Groningen E-mail info@intraval.nl Kantoor Groningen: Kantoor Rotterdam: St. Jansstraat

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Kromme Gouwe, Gemeente Gouda

Factsheet bedrijventerrein Kromme Gouwe, Gemeente Gouda Factsheet bedrijventerrein Kromme Gouwe, Gemeente Gouda Factsheet bedrijventerrein Kromme Gouwe, Gemeente Gouda A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van de maatschappelijke en economische

Nadere informatie

Digitaal Panel Noord

Digitaal Panel Noord Ondernemersklimaat Eerste meting ondernemers Projectnummer: 11239 In opdracht van: Stadsdeel Noord Drs. Rogier van der Groep Dr. Esther Jakobs Oudezijds Voorburgwal 300 Postbus 658 1012 GL Amsterdam 1000

Nadere informatie

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015!

Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Voorstellen voor onderzoekspresentaties Mbo Onderzoeksdag Presenteer je eigen onderzoek op de Mbo Onderzoeksdag op 12 november 2015! Indienen van een voorstel kan tot en met 15 mei 2015 via e-mailadres:

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas

Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas Factsheet bedrijventerrein Mijlpolder, Gemeente Binnenmaas A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van de maatschappelijke en economische

Nadere informatie

Onderzoeksplan. Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel

Onderzoeksplan. Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel Onderzoeksplan Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel Onderzoeksplan Onderbesteding in de provincies Gelderland en Overijssel Rekenkamer Oost-Nederland, Juni 2007 Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving

Waardering van leefbaarheid en woonomgeving Waardering van leefbaarheid en woonomgeving Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 In de Eemsdelta zijn verschillende ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de leefbaarheid.

Nadere informatie

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success

Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Rapportage sociaal-emotionele ontwikkeling Playing for Success Leercentrum Nijmegen Oberon, november 2012 1 Inleiding Playing for Success heeft, naast het verhogen van de taal- en rekenprestaties van de

Nadere informatie

Wat zijn de te verwachten leefbaarheidseffecten. indien wordt besloten tot realisatie van de unilocatie in Urmond (Bramert-Noord),

Wat zijn de te verwachten leefbaarheidseffecten. indien wordt besloten tot realisatie van de unilocatie in Urmond (Bramert-Noord), Wat zijn de te verwachten leefbaarheidseffecten in Berg a/d Maas en Urmond, indien wordt besloten tot realisatie van de unilocatie in Urmond (Bramert-Noord), waarbij de huidige schoollocaties In Berg a/d

Nadere informatie

Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel

Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel Factsheet bedrijventerrein Stormpolder, Gemeente Krimpen aan de IJssel A. Inleiding Deze factsheet geeft een bondig overzicht van

Nadere informatie

SOCIALE KRACHT BUNNIK 2017

SOCIALE KRACHT BUNNIK 2017 SOCIALE KRACHT BUNNIK 2017 Wat is de Monitor Sociale Kracht? Brede burgerpeiling over o.a. sociaal domein, leefbaarheid, veiligheid Belevingsonderzoek, naast cijferbronnen Gericht op: benutten wat er al

Nadere informatie

Landelijk cliëntervaringsonderzoek

Landelijk cliëntervaringsonderzoek Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3

Nadere informatie

Woningcorporaties en voorzieningen

Woningcorporaties en voorzieningen Een onderzoek naar de wijze waarop herstructureringscorporaties aankijken tegen en investeren in vastgoed met een voorzieningenfunctie ten behoeve van de leefbaarheid Woningcorporaties en voorzieningen

Nadere informatie

Verhuisplannen en woonvoorkeuren

Verhuisplannen en woonvoorkeuren Verhuisplannen en woonvoorkeuren Burgerpeiling Woon- en Leefbaarheidsmonitor Eemsdelta 2015 Bevolkingsdaling ontstaat niet alleen door demografische ontwikkelingen, zoals ontgroening en vergrijzing of

Nadere informatie

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid

Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Onderzoek naar de evalueerbaarheid van gemeentelijk beleid Plan van aanpak Rekenkamer Maastricht februari 2007 1 1. Achtergrond en aanleiding 1 De gemeente Maastricht wil maatschappelijke doelen bereiken.

Nadere informatie

Samenvatting. De Kvk en IKE hebben de onderzoeksresultaten aangeboden aan het College van B&W van Etten- Leur.

Samenvatting. De Kvk en IKE hebben de onderzoeksresultaten aangeboden aan het College van B&W van Etten- Leur. JJuunni i 22 Uitkomsten Ruimtebehoefteonderzoek Gemeente Etten-Leur Samenvatting De provincie Noord-Brabant en de gemeente Etten-Leur zijn een onderzoek gestart naar de meest geschikte locatie voor een

Nadere informatie

Op zoek naar ruimtelijke interventies ter verbetering van de ruimtelijke en sociale structuur van

Op zoek naar ruimtelijke interventies ter verbetering van de ruimtelijke en sociale structuur van Joël Eichler b1168754 TU Delft Urbanism Urban Regeneration Studio Op zoek naar ruimtelijke interventies ter verbetering van de ruimtelijke en sociale structuur van vroeg naoorlogse woonwijken. Introductie

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch)

Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) Nederlandse samenvatting (Summary in Dutch) 159 Ouders spelen een cruciale rol in het ondersteunen van participatie van kinderen [1]. Participatie, door de Wereldgezondheidsorganisatie gedefinieerd als

Nadere informatie

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen

Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen Hoge werktevredenheid geen garantie voor doorwerken tot pensioen 11 Meeste werknemers tevreden met het werk Acht op de tien werknemers (zeer) tevreden met hun werk Vrouwen vaker tevreden dan mannen Werknemers

Nadere informatie

Groningers zetten zich in voor leefbaarheid in dorp of wijk

Groningers zetten zich in voor leefbaarheid in dorp of wijk Groningers zetten zich in voor leefbaarheid in dorp of wijk De samenleving verandert. Bewoners pakken steeds meer zelf op en gemeenten geven meer ruimte aan lokale bewonersinitiatieven (CMO STAMM, 2015).

Nadere informatie

Leerlingtevredenheidsonderzoek

Leerlingtevredenheidsonderzoek Rapportage Leerlingtevredenheidsonderzoek De Meentschool - Afdeling SO In opdracht van Contactpersoon De Meentschool - Afdeling SO de heer A. Bosscher Utrecht, juni 2015 DUO Onderwijsonderzoek drs. Vincent

Nadere informatie

Is bevolkingskrimp een ramp of biedt het ook kansen?! Willy Doorn Burgemeester gemeente Landerd Mei 2010

Is bevolkingskrimp een ramp of biedt het ook kansen?! Willy Doorn Burgemeester gemeente Landerd Mei 2010 Is bevolkingskrimp een ramp of biedt het ook kansen?! Willy Doorn Burgemeester gemeente Landerd Mei 2010 Opbouw verhaal Wie ben ik Aanleiding onderzoek Pilotgemeente vergrijzing- en ontgroeningscan PON

Nadere informatie

Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak

Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak Advies van de Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak De Wetenschappelijke Commissie Wijkaanpak is in 2010 ingesteld door de Minister van Wonen, Wijken en Integratie met als opdracht de Minister te adviseren

Nadere informatie

Wijkbezoeken. persoonlijke contacten persoonlijke meningen

Wijkbezoeken. persoonlijke contacten persoonlijke meningen persoonlijke contacten persoonlijke meningen gemeente nijmegen directie strategie en projecten februari 2003 Inhoudsopgave 1 Vooraf 3 1.1 Sterke wijken, sociale stad 3 1.2 onderzoek 3 2 Resultaten 5 2.1

Nadere informatie

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015

Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Resultaten Conjuntuurenquête jaar 2015 Willemstad, Mei 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Methodologie... 3 Resultaten conjunctuurenquête... 3 Concluderende opmerkingen... 17 1 CBS Curaçao mei 2016 Inleiding

Nadere informatie

De invloed van investeringen in de openbare ruimte op de waardeverandering van woningen

De invloed van investeringen in de openbare ruimte op de waardeverandering van woningen De invloed van investeringen in de openbare ruimte op de waardeverandering van woningen De Hedonic Price methode toegepast op geherstructureerde wijken in Rotterdam Lombardijen en Haarlemmermeer Dennis

Nadere informatie

Uitslag enquête zzp ers

Uitslag enquête zzp ers Uitslag enquête zzp ers 2015 Inleiding bladzijde: 2 In Voorschoten is de trend waarneembaar van een toenemend aantal inwoners dat een eigen bedrijf vanuit de eigen woning is gestart. Dé zzp er (zelfstandige

Nadere informatie

Buurtenquête Stevenfenne

Buurtenquête Stevenfenne Buurtenquête Stevenfenne Aanleiding De gemeente Enschede wil bewoners meer zeggenschap geven over het onderhoud en de veiligheid in de eigen buurt. Daarom is besloten om voor alle buurten in Enschede een

Nadere informatie

Resultaten ondernemers enquête starters en ZZP-ers Land van Heusden en Altena

Resultaten ondernemers enquête starters en ZZP-ers Land van Heusden en Altena Resultaten ondernemers enquête starters en ZZP-ers Land van Heusden en Altena Samenvatting Ondernemersenquête Land van Heusden en Altena 2016 Bedrijvenkring Altena (BKA), Netwerkplatform Ondernemend Altena

Nadere informatie

Leefbaarheid: Een onderzoek naar de stand van zaken in Velve-Lindenhof en de rol van individuele kenmerken

Leefbaarheid: Een onderzoek naar de stand van zaken in Velve-Lindenhof en de rol van individuele kenmerken Leefbaarheid: Een onderzoek naar de stand van zaken in Velve-Lindenhof en de rol van individuele kenmerken Marlou Sommer Oldenzaal, januari 2010 Leefbaarheid: een onderzoek naar de stand van zaken in Velve-Lindenhof

Nadere informatie

drenthe rapportage september 2016 leefbaarheid

drenthe rapportage september 2016 leefbaarheid kennis. onderzoek. advies drenthe rapportage september 2016 Hoe tevreden is het Drents panel over leven in Drenthe en hoe ervaren zij de gevolgen van bevolkingskrimp op de? vooraf Drenthe heeft te maken

Nadere informatie

Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 2016 Analyse

Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 2016 Analyse Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 21 Analyse Figuur 1: subwijken Gesworen Hoek Inleiding Met ingang van 214 voeren we 1 keer per 2 jaar de wijktoets uit in de gemeente Tilburg. De wijktoets is een

Nadere informatie

Handleiding projectplan

Handleiding projectplan Handleiding projectplan Een hulpmiddel bij het uitwerken van het meest Duurzame Plan van Twenterand Opgesteld door (NAAM) d.d. (DATUM) 0. Voorwoord...3 1. Aanleiding...3 2. Huidige situatie dorp, wijk,

Nadere informatie

Werkend leren in de jeugdhulpverlening

Werkend leren in de jeugdhulpverlening Werkend leren in de jeugdhulpverlening en welzijnssector Nulmeting Samenvatting Een onderzoek in opdracht van Sectorfonds Welzijn Bernadette Holmes-Wijnker Jaap Bouwmeester B2796 Leiden, 1 oktober 2003

Nadere informatie

Floriade Almere 2022 juli 2018

Floriade Almere 2022 juli 2018 Floriade Almere 2022 juli 2018 INLEIDING AANLEIDING ONDERZOEK In Almere vindt in 2022 de Floriade plaats. Deze zevende editie van de wereldtuinbouwtentoonstelling staat in het teken van Growing Green Cities,

Nadere informatie

Beleving Theaterfestival Boulevard 2012 Onderzoeksrapportage. Life is Wonderful

Beleving Theaterfestival Boulevard 2012 Onderzoeksrapportage. Life is Wonderful Postbus 450 5600 AL Eindhoven +31 (0)40-84 89 280 www.dynamic-concepts.nl info@dynamic-concepts.nl Beleving Theaterfestival Boulevard Life is Wonderful Dynamic Concepts consultancy Eindhoven Copyright

Nadere informatie

Thema s Omdat de resultaten en cijfers op wijkniveau erg uiteenlopen in onderwerp, is ervoor gekozen om deze onder te verdelen in 9 thema s:

Thema s Omdat de resultaten en cijfers op wijkniveau erg uiteenlopen in onderwerp, is ervoor gekozen om deze onder te verdelen in 9 thema s: Hoe is de wijkanalyse tot stand gekomen? Monitor Hilversum Begin december 2017 is de vragenlijst Monitor Hilversum naar 10.400 Hilversummers verstuurd. In totaal werden er 109 vragen voorgelegd over uiteenlopende

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen In het oostelijk deel van s-hertogenbosch ligt, midden in de polder, een nieuwe woonwijk: de Groote Wielen. In totaal komen er ongeveer 4.350 woningen, daarvan

Nadere informatie

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention

De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention De invloed van Vertrouwen, Relatietevredenheid en Commitment op Customer retention Samenvatting Wesley Brandes MSc Introductie Het succes van CRM is volgens Bauer, Grether en Leach (2002) afhankelijk van

Nadere informatie

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Faculteit Educatie Instituut voor Leraar en School Feedforward en beoordeling Afstudeeronderzoek eindfase studiejaar 2014-2015 VT-DT Feedforwardformulier afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen 2013-2016 Beginmeting 2014 Portret samenwerkingsverband P029 Opdrachtgever: ministerie van OCW Utrecht, september

Nadere informatie

MKBA VAN EEN GOED BEGIN NAAR STRUCTUREEL SUCCES!

MKBA VAN EEN GOED BEGIN NAAR STRUCTUREEL SUCCES! MKBA VAN EEN GOED BEGIN NAAR STRUCTUREEL SUCCES! MKBA: VAN EEN GOED BEGIN NAAR STRUCTUREEL SUCCES! U heeft een mooi project om laaggeletterde werkzoekenden op te leiden en zo hun kansen op de arbeidsmarkt

Nadere informatie

Jongeren aan het werk in de BIZ

Jongeren aan het werk in de BIZ Jongeren aan het werk in de BIZ Een advies voor het creëren van banen voor jongeren in Haagse bedrijven investeringszones Den Haag, juni 2017 In een notendop Er liggen kansen op werk voor jongeren bij

Nadere informatie

Een fris schoolgebouw

Een fris schoolgebouw School: Bedrijf: Titel project: 1. De opdracht Een fris schoolgebouw Opdrachtgever De opdrachtgever is 'Waarborgfonds & Kenniscentrum Ruimte-OK'. Situatie In Nederland staan ongeveer 9.000 schoolgebouwen,

Nadere informatie

Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht. Rapportage. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht

Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht. Rapportage. Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht Enquête Revitalisering Bedrijventerrein Overvecht Rapportage Uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Utrecht Uitgevoerd door: ETIN Adviseurs s-hertogenbosch, mei 2009 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 1.1 Populatie

Nadere informatie

Wijkeconomie: j ondernemers centraal. Inhoud. Joost Hagens. Herma Harmelink. Nicis-onderzoek: relatie wijkeconomie & vastgoed.

Wijkeconomie: j ondernemers centraal. Inhoud. Joost Hagens. Herma Harmelink. Nicis-onderzoek: relatie wijkeconomie & vastgoed. Wijkeconomie: j ondernemers centraal Joost Hagens Herma Harmelink 3 november 2009 Inhoud Nicis-onderzoek: relatie wijkeconomie & vastgoed Tips voor meer economie in de wijk 1 Nicis-onderzoek Relatie wijkeconomie

Nadere informatie

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015

Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Resultaten conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2015 Inleiding Chris M. Jager In mei en juni 2015 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) een groot aantal bedrijven benaderd met vragenlijsten. Doel

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte- Stadsmonitor -thema Openbare Ruimte- Modules Samenvatting 1 Beeldkwaliteit stad 2 Beeld van openbare ruimte in buurt 4 Onderhoud openbare ruimte 10 Bronnen 19 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek

Nadere informatie

Wijkenmonitor Westerkoog

Wijkenmonitor Westerkoog Wijkenmonitor 2015 Inhoud 1 Inleiding 2 Leefomgeving 3 Capaciteiten 4 Meedoen 5 Sociale Binding 6 Verantwoording Leeswijzer Dit rapport bestaat uit 5 hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk geeft een samenvattend

Nadere informatie

MKB in grote steden: aanhaken bij het landelijke beeld

MKB in grote steden: aanhaken bij het landelijke beeld M200903 MKB in grote steden: aanhaken bij het landelijke beeld drs. M. van Leeuwen Zoetermeer, februari 2009 Grootstedelijk MKB Uit eerder onderzoek van EIM 1 blijkt dat het vertrouwen van het MKB in de

Nadere informatie

Bedrijf in de buurt. 1 Inleiding. Gerard Marlet

Bedrijf in de buurt. 1 Inleiding. Gerard Marlet Bedrijf in de buurt Gerard Marlet Wat is het belang van bedrijvigheid in de wijk voor de leefbaarheid? Om die vraag te beantwoorden is de bedrijfsdynamiek in de wijk in verband gebracht met de ontwikkeling

Nadere informatie

Woningcorporatie 2020: Professionalisering Communicatie. Uitkomsten benchmarkonderzoek 2012

Woningcorporatie 2020: Professionalisering Communicatie. Uitkomsten benchmarkonderzoek 2012 Woningcorporatie 2020: Professionalisering Communicatie Uitkomsten benchmarkonderzoek 2012 Between-us, 2012 Voorwoord Met vijftien jaar ervaring in de corporatiebranche heeft Between-us een solide inzicht

Nadere informatie

Samenvatting. Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6

Samenvatting. Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6 Samenvatting Scores Interactie Informatiewaarde Werkrelevantie Totale waardering 8,5 8,4 8,9 8,6 Zowel uit de beoordelingen in de vorm van een rapportcijfer als de aanvullende opmerkingen, blijkt dat de

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

Aanleiding voor het onderzoek

Aanleiding voor het onderzoek Aanleiding voor het onderzoek Gemeente Heerlen, juni 2013, alle zondagen koopzondag; wekelijkse koopzondag Centrum gestart m.i.v. september 2013 Heroverweging wekelijkse koopzondag in 2015 Breed gedragen

Nadere informatie

Monitor Krachtwijken 2010 Amsterdam

Monitor Krachtwijken 2010 Amsterdam Monitor Krachtwijken 2010 maart 2011 Inhoud Inhoud: pagina Programma wijkeconomie 3 Inleiding 4 Stand van zaken 2010 5 Vestigingen 5 Starters 6 Opheffingen 7 Sectorverdeling 8 Gemiddelde leeftijd ondernemingen

Nadere informatie

Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016

Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016 Navolgbaarheid bij kwalitatief onderzoek: consistentie van vraagstelling tot eindrapportaged van de Ven Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016 Piet Verschuren en Hans Doorewaard (2015)

Nadere informatie

28 SPECIAL>> VEILIG ONDERNEMEN juli-augustus 2008. INTERVIEW Onderzoek naar invloed van wijkeconomie voor de leefbaarheid. Krachtwijken.

28 SPECIAL>> VEILIG ONDERNEMEN juli-augustus 2008. INTERVIEW Onderzoek naar invloed van wijkeconomie voor de leefbaarheid. Krachtwijken. 28 SPECIAL>> VEILIG ONDERNEMEN juli-augustus 2008 INTERVIEW Onderzoek naar invloed van wijkeconomie voor de leefbaarheid Ondernemer moet Krachtwijken steuntje in de rug geven secondant #3/4 juli-augustus

Nadere informatie

WijkWijzer Deel 1: de problemen

WijkWijzer Deel 1: de problemen WijkWijzer Deel 1: de problemen Ondiep, Utrecht overlast dronken mensen overlast door drugsgebruik overlast jongeren vernieling openbare werken rommel op straat overlast van omwonenden auto-inbraak fietsendiefstal

Nadere informatie

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016

Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen. Rapportage derde meting juni 2016 Draagvlakmonitor huisvesting vluchtelingen Rapportage derde meting juni 2016 Introductie Waarom dit onderzoek? Zijn Nederlanders de afgelopen maanden anders gaan denken over de opvang van vluchtelingen

Nadere informatie

Leefbaarheid en Veiligheid Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007

Leefbaarheid en Veiligheid Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007 Leefbaarheid en Veiligheid Hengelo 2007 Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007 COLOFON Uitgave Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie Gemeente Hengelo Hazenweg 121 Postbus 18,

Nadere informatie

Bijlage 8. Enquête. Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag

Bijlage 8. Enquête. Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag Bijlage 8 Enquête Analyse- en Oplossingsrichtingenfase MIRT-onderzoek Bereikbaarheid Rotterdam Den Haag documenttitel: BIJLAGE 8 ENQUÊTE ANALYSE- EN OPLOSSINGSRICHTINGENFASE MIRT-ONDERZOEK BEREIKBAARHEID

Nadere informatie