Vrijstellingsprocedure artikel 19.1 WRO t.b.v. uitbreiding bedrijfspand Oude Kerkstraat 40 in Made (Jola)

Transcriptie

1 Aan de Raad Made, 29 april 2008 Raadsvergadering: juni 2008 Nummer raadsnota: 23 Onderwerp: Vrijstellingsprocedure artikel 19.1 WRO t.b.v. uitbreiding bedrijfspand Oude Kerkstraat 40 in Made (Jola) Portefeuillehouder: Bijlagen: Ter inzage: H.T.M. Bakker Ambtelijke coördinatie: afdeling Grondgebied Steller: Ron Smolders en Noortje Stremme 1. Raadsbesluit 1. Planschade-overeenkomst 2. Exploitatieovereenkomst 3. Ruimtelijke onderbouwing 4. Reactie op milieuaspecten Samenvatting: Akkoord gaan met het voorstel van het college van B&W voor het doorlopen van een vrijstellingsprocedure voor bijgevoegd plan op basis van artikel 19.1 WRO. VOORGESCHIEDENIS Begin 2006 heeft de familie Segeren contact opgenomen over uitbreiding van hun magazijnruimte op bedrijventerrein Stuivezand. De extra magazijnruimte voor enerzijds de Jola winkels van de heer en mevrouw Segeren en anderzijds de winkels van Van Dal Mode en Sengers van hun drie zonen is gepland aan de achterzijde van het huidige magazijn. Op 23 februari 2006 heeft Pehage Beleggingen BV (de BV van de familie Segeren die eigenaar is van de grond) een verzoek ingediend om de bestemming van het perceel H 7081 te wijzigen naar de bestemming bedrijfsdoeleinden. Het perceel is gelegen in het bestemmingsplan Buitengebied en is daarin bestemd tot Agrarisch kernrandgebied. In artikel 33 lid IV is bepaald dat het college van B&W de bevoegdheid heeft de bestemming van het perceel te wijzigen in de bestemming bedrijfsdoeleinden. Het verzoek voor deze bestemmingswijziging voor m2 op basis van artikel 11 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening is eind 2006 afgewezen door de provincie. Belangrijk argument daarbij was het ontbreken van een visie voor het bedrijventerrein en de omvang van het totale magazijn voor de twee bedrijven die men niet als twee bedrijven wilde zien. De enige opening die geboden werd, was een uitbreiding van 15% van het totale huidige kaveloppervlak (bestemmingswijziging voor m2). De bestemmingswijziging is niet mogelijk op basis van een wijzigingsprocedure (artikel 11 WRO), maar uitsluitend op basis van een vrijstellingsprocedure conform artikel 19 lid 1 van de Wet op de Ruimtelijke ordening.

2 Nu de gemeenteraad op 20 december 2007 heeft besloten om akkoord te gaan met één van de vier gepresenteerde modellen, is de kans groter geworden dat de provincie akkoord wil gaan met een bestemmingswijziging. De familie Segeren vindt het risico te groot, dat de omvang van de magazijnruimte voor de twee bedrijven voor de provincie opnieuw aanleiding is om het wijzigingsverzoek voor een perceel van m2 af te wijzen. Om die reden blijven zij opteren voor een bestemmingswijziging voor een perceel van m2. Voor de vrijstellingsprocedure op basis van artikel 19.1 WRO heeft Compositie 5 de noodzakelijke Ruimtelijke onderbouwing opgesteld. Tevens zijn de benodigde onderzoeken uitgevoerd. WAT IS ER AAN DE HAND? De heer en mevrouw Segeren exploiteren al vele decennia een textielbedrijf Marja Textiel BV onder de winkelformule Jola. Het aantal winkels is geleidelijk aan uitgebreid tot het huidige aantal van ruim 50. Deze groei van het aantal winkels gaat nog steeds door. Daarnaast hebben de drie zonen van de heer en mevrouw Segeren enkele jaren geleden de exploitatie van een ander textielbedrijf overgenomen van hun ouders. Het gaat daarbij om drie kledingwinkels onder de naam Sengers en ruim 20 winkels onder de naam Van Dal Mode. Ook het aantal winkels onder deze formules zal de komende jaren nog verder worden uitgebreid. De groei van de ondernemingen betekent dat beide bedrijven behoefte hebben aan uitbreiding van de magazijnruimte. WAT WILLEN WE BEREIKEN? In het kader van de werkgelegenheid zouden wij de textielbedrijven van de familie Segeren graag behouden voor onze gemeente. Daarnaast sponsoren zij ook meerdere verenigingen binnen onze gemeente. De gevraagde uitbreiding van het magazijn past in de visie voor bedrijventerrein Stuivezand. De vier gepresenteerde modellen voor een nieuwe visie zijn op 20 december 2007 goedgekeurd door de gemeenteraad. Daarbij dient dit jaar nog de definitieve visie te worden vastgesteld, maar dat is voor dit verzoek niet van belang, omdat de uitbreiding past in alle modellen. HOE PAST DIT BINNEN BELEID EN WETGEVING? In de bijgevoegde ruimtelijke onderbouwing is beoordeeld of de bouwplannen op basis van het bestaande beleid en de bestaande wetgeving mogelijk is. De ruimtelijke onderbouwing bestaat uit de gebruikelijke onderdelen, waaronder een gebiedsprofiel, een projectprofiel en een beoordeling van de verschillende aspecten (beleid, milieu, aanwezige waarden etc.) Daarnaast worden er in de ruimtelijke onderbouwing nog specifieke eisen gesteld aan de op te richten bebouwing. De ruimtelijke onderbouwing wordt als voldoende beschouwd. In de ruimtelijke onderbouwing is geconstateerd, dat een aantal aspecten nader onderzocht moesten worden. Over de opmerkingen over de onderzoeksrapporten en andere milieuaspecten wordt verwezen naar de bijlage. HOE GAAN WE DIT DOEN? Door het opstarten van een vrijstellingsprocedure op basis van artikel 19.1 WRO. 2

3 WIE ZIJN DE BETROKKEN PARTIJEN? De betrokken partijen zijn de aanvrager en zijn omgeving. Het oorspronkelijke verzoek voor uitbreiding van de bedrijfsbestemming op een perceel van m2 heeft t.b.v. de door de provincie afgewezen artikel 11 WRO-procedure reeds ter inzage gelegen. Op dat moment zijn geen bezwaren ingediend. Er komen ook zelden klachten over deze onderneming binnen, zodat sprake lijkt van een goede relatie met de omgeving. WAAR MOETEN WE OP LETTEN? Voor het opstarten van de procedure dient een planschadeovereenkomst en een exploitatieovereenkomst te worden afgesloten. In de exploitatieovereenkomst zijn de door de gemeente vastgestelde bedragen aan bovenwijkse voorzieningen en het fonds rood voor groen opgenomen. Daarnaast worden naast de gebruikelijke legeskosten de door onze gemeente gemaakte uren vergoed. WAT HEBBEN WE HIERVOOR NODIG? Een handtekening van de ondernemers op de hierboven vermelde overeenkomsten. HOE GAAN WE COMMUNICEREN? De vier gepresenteerde modellen voor een nieuwe visie voor bedrijventerrein Stuivezand zijn op 4 december 2007 gepresenteerd aan alle betrokkene van het bedrijventerrein. Zij hebben er op dat moment kennis van kunnen nemen dat de locatie achter het bestaande magazijn van de familie Segeren de bestemming Bedrijfsdoeleinden krijgt. Voor het doorlopen van vrijstellingsprocedure op basis van artikel 19.1 WRO is het niet gebruikelijk om daarvoor een afzonderlijke informatiebijeenkomst te organiseren. Zoals gebruikelijk wordt via t Carillon gepubliceerd dat deze vrijstellingsprocedure wordt opgestart en dat men de bijgevoegde stukken kan inzien. Tijdens de procedure kan men zienswijzen indienen en eventueel in een later stadium bezwaren of nog later beroep bij de rechtbank. Belanghebbenden hebben hiermee mijn inziens voldoende inspraak. WAT IS HET ADVIES VAN COMMISSIE De commissie Grondgebiedzaken heeft het voorstel in de vergadering van 3 juni jl. besproken en adviseert positief. Burgemeester en wethouders van Drimmelen, mr. C.M.G.H. Wortel Secretaris drs. G.L.C.M. de Kok Burgemeester 3

4 Bijlage Reactie op milieuaspecten Het rapport luchtkwaliteit is ter controle naar het SRE gestuurd. Zij hebben aangegeven dat het onderzoek op de volgende punten aangepast moet worden: - aanpassing aan de Wet luchtkwaliteit; - onderbouwing van de wijze waarop het aantal parkeerplaatsen t.b.v. de uitbreiding van het bedrijfsgebouw berekend is; - toetsing van de berekeningsresultaten aan de Wet luchtkwaliteit. Het onderzoeksbureau heeft opdracht gekregen om het rapport hierop aan te passen. Het rapport archeologie en cultuurhistorie is voorgelegd aan de regioarcheoloog en zij adviseert het definitieve rapport, met inbegrip van de door haar gemaakte opmerkingen, goed te keuren. Zij onderschrijft het advies dat vervolgonderzoek op het plangebied niet noodzakelijk is. Indien onverhoopt toch archeologische waarden worden aangetroffen, dienen deze gemeld te worden bij de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschappen en Monumentenzorg. Het rapport flora & fauna is beoordeeld en daarover is geconstateerd dat de voorgenomen ingreep geen negatieve of te verwaarlozen effect zal hebben op beschermde gebieden. Een ontheffing is dan ook niet nodig ten aanzien van categorie 1 soorten. Zorgplicht geldt wel. Het aspect akoestiek of wegverkeerslawaai speelt in dit geval geen rol, aangezien het bedrijf zelf geen geluidsgevoelige functie is. Hiervoor hoeft geen onderzoek uitgevoerd te worden. Het rapport bodemkwaliteit is beoordeeld door onze interne specialist. Geconstateerd wordt dat er geen belemmeringen zijn voor de voorgestane ontwikkeling. Over de noodzakelijke afstanden tot de woonomgeving is geconstateerd dat er een hindercirkel geldt van 30 meter vanuit het bedrijf (categorie 2). Binnen deze cirkel bevinden zich geen hindergevoelige functies. Geconcludeerd wordt dat dit aspect geen belemmeringen met zich mee brengt voor de voorgestane ontwikkeling. Over externe veiligheid (BEVI) is op basis van de bij onze gemeente bekende gegevens gecontroleerd of er BEVI bedrijven in de nabijheid gehuisvest zijn. Dit is niet het geval. Geconcludeerd kan worden dat vanuit het aspect externe veiligheid geen belemmeringen zijn voor het voorgestane initiatief. Wel wordt opgemerkt dat de genoemde bedrijfscategorie moet zijn: groothandel in overige consumentenartikelen. Watertoets p.m. 4

5 De raad van de gemeente Drimmelen; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. juni 2008; gelet op de vrijstellingsprocedure artikel 19.1 WRO t.b.v. uitbreiding bedrijfspand Oude Kerkstraat 40 in Made (Jola) ; B e s l u i t : Akkoord te gaan met het voorstel van het college van B&W voor het doorlopen van een vrijstellingsprocedure voor bijgevoegd plan op basis van artikel 19.1 WRO. Made, 26 juni 2008 De raad voornoemd, Griffier, Voorzitter, mr. M.J.N. Schetters-Schuurbiers drs. G.L.C.M. de Kok 5