DYNAMIEK VAN DE REGIONALE MARKTEN IS ER DRUK OP HET LAGERE SEGMENT VAN DE WONINGMARKT? Frank Vastmans

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DYNAMIEK VAN DE REGIONALE MARKTEN IS ER DRUK OP HET LAGERE SEGMENT VAN DE WONINGMARKT? Frank Vastmans"

Transcriptie

1 DYNAMIEK VAN DE REGIONALE MARKTEN IS ER DRUK OP HET LAGERE SEGMENT VAN DE WONINGMARKT? Frank Vastmans

2

3 DYNAMIEK VAN DE REGIONALE MARKTEN IS ER DRUK OP HET LAGERE SEGMENT VAN DE WONINGMARKT? Frank Vastmans Promotor: prof. dr. Erik Buyst Leuven, november 2016

4 Het Steunpunt Wonen is een samenwerkingsverband van de KU Leuven, de Universiteit Hasselt, de Universiteit Antwerpen en de Afdeling OTB Onderzoek voor de gebouwde omgeving van de TUD (Nederland). Binnen het Steunpunt verzamelen onderzoekers van verschillende wetenschappelijke disciplines objectieve gegevens over de woningmarkt en het woonbeleid. Via gedegen wetenschappelijke analyses wensen de onderzoekers bij te dragen tot een langetermijnvisie op het Vlaamse woonbeleid. Het Steunpunt Wonen wordt gefinancierd door de Vlaamse overheid, binnen het programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek Gelieve naar deze publicatie te verwijzen als volgt: Vastmans F. (2016), Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt?, Steunpunt Wonen, Leuven, 34 p. Voor meer informatie over deze publicatie In deze publicatie wordt de mening van de auteur weergegeven en niet die van de Vlaamse overheid. De Vlaamse overheid is niet aansprakelijk voor het gebruik dat kan worden gemaakt van de opgenomen gegevens. D/2016/4718/024 ISBN STEUNPUNT WONEN Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by mimeograph, film or any other means, without permission in writing from the publisher. p.a. Secretariaat Steunpunt Wonen HIVA - Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving Parkstraat 47 bus 5300, BE 3000 Leuven Deze publicatie is ook Dynamiek beschikbaar van de via regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 4

5 Inhoud Managementsamenvatting 1 Inleiding 3 1. Evolutie huisprijzen volgens perceelsgrootte en arrondissementen Overzicht Anno Evolutie tot Mogelijke verklaringen voor sterkere prijsstijging voor woningen op kleinere percelen Een tijdelijk verschillend verloop Koopkracht & Woonfiscaliteit Aantrekkingskracht van steden Druk op de onderkant van de woningmarkt De aanbodkant conclusie Verdeling van het vastgoedvermogen De rol van de hypothecaire intrestvoet, een breder perspectief Interesten en kapitaalaflossingen Housing capital Ongelijkheid in woningrijkdom en vastgoedvermogen Conclusie 23 Bijlagen 24 Bibliografie 29 Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? iii

6 Managementsamenvatting Momenteel splitst ADS (Algemene Directie Statistiek van de FOD Economie)de officiële verkoopprijzen van woningen standaard op tussen gewone woonhuizen en villa s. Door het feit dat er geen duidelijke afbakening is tussen gewone woonhuizen en villa s, en de gebruikte categorisering ervan verschilt doorheen de tijd, leiden deze data tot onduidelijke resultaten. Voor beide categorieën woningen zijn ook kwartielprijzen beschikbaar. Op die manier krijgt men een zicht op de prijsevolutie van de verschillende segmenten. De evolutie van de laagste kwartielprijs geeft zo de evolutie van het lagere segment weer, namelijk hoe de evolutie verloopt van de woningprijzen waarvoor 25% van de verkochte woningprijzen lager is en 75% van de verkoopprijzen hoger. Een dergelijke meeteenheid wordt echter beïnvloed door de compositie van de verkopen. Indien in een bepaalde periode meer kleinere, goedkopere woningen verkocht worden zal de prijs hierdoor dalen terwijl dit niet noodzakelijk wil zeggen dat de prijs van een kleine woning zelf gedaald is. In dit onderzoek staan daarom de prijsontwikkelingen van woningen volgens perceelsgrootte centraal en niet volgens kwartielprijzen en type woning. Er is een duidelijk verband tussen de perceelsgrootte van de woning en de prijscategorie van die woning. Het voordeel om de segmenten zo te benaderen, bijvoorbeeld de woningen op een kleine perceelsgrootte als proxy voor het segment van goedkopere en/of kleinere woningen, zorgt er dan voor dat een duidelijk onderscheid gemaakt kan worden in de evolutie van de algemene verkoopprijs door de opsplitsing in het compositie effect die de verschillende evolutie van het aantal verkopen tussen segmenten weergeeft en de prijsontwikkeling binnen eenzelfde segment. Prijzen van woningen op kleinere percelen zijn sinds 2000 opvallend sterker gestegen dan de prijzen van hun grotere tegenhangers. Tussen 1993 en 2000 kenden de woningen op grotere percelen de sterkste prijsstijging. De kleinere percelen vertonen zo een inhaalbeweging. Het effect is dus ten dele cyclisch, waarbij er teruggekeerd wordt naar een gemiddelde. De prijsstijgingen over de hele periode van zijn in hun geheel evenwel nog altijd sterker voor de lagere segmenten. De mogelijke verklaringen hiervoor zijn divers. Een mogelijke verklaring die consistent is met de gevonden prijsstijgingen tussen volgens perceelgrootte is dat het effect van de introductie van de woonbonus zich sterker afspeelt in de onderste segmenten. Dit komt omdat de woonbonus werkt met een plafond. Enkel de eerste schijf van afbetalingen (tussen euro per jaar voor een koppel) komt in aanmerking voor het voordeel. En eenzelfde absoluut voordeel leidt tot sterkere prijsstijgingen bij lagere woningprijzen dan bij hoge. De data suggereren ook dat het voornamelijk de stedelijke en centraal gelegen arrondissementen zijn waar de prijzen van woningen met een kleiner perceelsoppervlakte sterker gestegen zijn. Mogelijk opteren huishoudens in toenemende mate voor een centraal gelegen woning op een kleiner perceel in plaats van een woning op een groter maar meer afgelegen perceel. En toegenomen gezinsverdunning, met meer alleenstaanden en eenoudergezinnen, lijkt de demografische druk op de kleinere woning verder te vergroten. Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 1

7 Een laatste punt heeft betrekking op de verdeling van de ontleningscapaciteit van de huishoudens en de verdeling van de woningprijzen volgens woningkenmerken. Indien de interestvoet over een bepaalde periode sterk is gedaald, leidt dit niet alleen tot een substantiële verhoging van de ontleningscapaciteit van de huishoudens, maar eveneens tot een verhoogd verschil in ontleningscapaciteit tussen verschillende huishoudens. Het is echter niet zo dat dit toegenomen verschil in ontleningscapaciteit zich automatisch vertaalt in een groter absoluut prijsverschil tussen woningen van het goedkopere en duurdere segment omdat de prijsverschillen tussen woningen mede bepaald worden door de woningkenmerken en de bouwkosten van deze woningkenmerken. De bouwkosten zijn niet zo sterk gestegen, terwijl de prijzen van bouwgrond dan weer sterker stegen. In de mate dat de woningprijzen sterker blijven samenhangen rond de gemiddelde woningprijs terwijl de verdeling van de ontleningscapaciteit van huishoudens verder toeneemt, zal de woningprijs sterker stijgen in het lagere segment dan de ontleningscapaciteit van minder bemiddelde huishoudens en zo tot betaalbaarheidsproblemen leiden voor deze huishoudens. Het is echter zeer moeilijk om dergelijke hypothese te onderzoeken. Op basis van de beschikbare data is het moeilijk om te duiden welke factoren in welke mate de sterkere prijsstijgingen in het onderste segment van de woningmarkt verklaren. Waarschijnlijk is het combinatie van diverse verklaringen. Het is evenwel belangrijk om een beter inzicht te kunnen krijgen in deze verklaringen omdat de efficiëntie en effectiviteit van mogelijk te nemen beleidsopties om verdere sterkere prijsstijgingen in het onderste segment te voorkomen afhangen van de verklaring. In een laatste deel worden enkele inzichten met betrekking tot de evolutie van het vastgoedvermogen besproken. Is vastgoedvermogen een vorm van asset based welfare of eerder the engine of inequality (Stephens et al. 2015)? Hierbij werd vooral gekeken naar het effect van de prijsstijgingen van de kleinere woningen. Vanuit het standpunt van vastgoedvermogen kan men stellen dat de ongelijkheid hierdoor afneemt, omdat de eigenaars van kleinere woningen veelal minder vermogen hebben, maar vanwege de sterkere prijsstijgingen hun vermogen sterker hebben zien stijgen. Maar of is dit een goede zaak is, is de vraag. Dergelijke evolutie is immers nefast voor startende eigenaars. Is het voor hen nog mogelijk en betaalbaar om tot de woningmarkt toe te treden, en voornamelijk in het onderste segment? In het algemeen blijken de hogere woningprijzen en hogere leningsbedragen de betaalbaarheid voor de recente starters niet sterk onder druk te zetten op basis van een vergelijking tussen de woonsurvey van 2005 en het Grote Woononderzoek van 2013 (Heylen, 2016). Dit ligt in lijn met de verwachtingen omtrent de verklaringen van de woningprijs (Vastmans et al., 2014). Toch zijn er aandachtspunten. Hoewel betaalbaarheidsproblemen op basis van het resterend inkomen gelijk bleven, evolueerde de spreiding van de woonquote wel negatief, met meer huishoudens die een woonquote van boven de 30% hadden (Heylen, 2016). Bovendien telt vanuit het concept aankoopbetaalbaarheid ook het effect van de hypothecaire looptijden mee, en deze zijn gestegen (Vastmans et al., 2014). Voor huurders is het alvast zo dat zij niet van dit stijgend vastgoedvermogen hebben kunnen genieten en de ongelijkheid daar het sterkst is. Het lijkt alvast belangrijk verdere prijsontwikkelingen tussen de verschillende segmenten goed op te volgen. Want daar waar de algemene woningprijsstijgingen vooralsnog niet tot globale scheeftrekkingen op de woningmarkt geleid lijken te hebben in Vlaanderen, leidt een dure onderkant van de woningmarkt mogelijk wel tot fricties op de woningmarkt. Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 2

8 Inleiding Ieder huishouden heeft een huis nodig en liefst een dat zoveel mogelijk aansluit bij hun woonkeuze en woonvoorkeuren. Het budget legt uiteraard een beperking op en bepaalt welke woningen voor hen betaalbaar zijn. Het verklaren van woningprijsevoluties is dan ook een belangrijk gegeven. Een belangrijke bevinding is dat de woningmarkt niet bestaat, maar dat we veeleer dienen na te denken over een lappendeken van lokale/regionale woningmarkten en segmenten, waarbij verschillende dimensies een belangrijke rol spelen. Zo stelde Duncan Maclennan in 1982 al dat the housing market is really not a neoclassical exchange market, but is rather a set of overlapping submarkets differentiated by tenure, location, size and quality. Gezinnen dienen vele keuzes te maken wanneer zij besluiten te verhuizen naar een nieuwe woonst. Zo kiezen zij tussen het kopen of het huren van een woning, waarbij deze dichtbij de stad of op het platteland gelegen kan zijn en luxueus of bescheiden kan zijn. Hoewel de woningmarkt als dusdanig niet bestaat, hangen de lokale woningmarkten en segmenten wel in sterke mate met elkaar samen. Wanneer bijvoorbeeld de prijzen in één welbepaalde regio sterk toenemen kan dit ervoor zorgen dat huishoudens ervoor kiezen zich te vestigen in naburige regio s, wat de prijzen aldaar kan opdrijven. Meer algemeen vonden Helgers en Buyst (2014b) dat woningprijsontwikkelingen in België een typisch patroon volgen waarbij prijzen eerst stijgen/dalen in het centrum van het land, vooraleer deze stijgingen/dalingen geobserveerd worden in het oosten en het westen van het land. Hoewel de (gemiddelde) woningprijzen in een bepaalde regio dus (tijdelijk) kunnen afwijken van die in buurregio s, zullen zij op langere termijn altijd terugkeren naar een evenwichtswaarde. Deze evenwichtswaarde vinden we terug in de ontleningscapaciteit van huishoudens. Hoewel het in zekere zin voor de hand liggend is dat er een sterke samenhang bestaat tussen woningprijzen aan de ene kant en het bedrag dat huishoudens kunnen lenen aan de andere kant, aangezien de overgrote meerderheid namelijk leent om de aanschaf van een woning te financieren, vonden Damen, Vastmans & Buyst (2015) bovendien dat de ontleningscapaciteit de woningprijzen bepaalt en niet andersom. Het deel van het inkomen dat starters op de woningmarkt spenderen aan de afbetaling van hun woning verandert gemiddeld gezien dus niet doorheen de tijd en is eerder een startpunt (oorzaak) dan wel een eindpunt (gevolg) van de woningprijsontwikkeling. Naast de inkomensevolutie wordt de ontleningscapaciteit bepaald door een samenspel van enkele belangrijke macro economische variabelen, zoals interestvoeten en fiscale instrumenten. Ook zijn er diverse regionale analyses uitgevoerd binnen het Vlaams Gewest. Ondanks de regionale verschillen zijn de prijsevoluties zelf tussen de gewesten en binnen hetzelfde land redelijk gelijkaardig. De regionale verschillen (cross sectioneel) zijn relatief stabiel doorheen de tijd in vergelijking met de woningprijsstijgingen doorheen de tijd (longitudinaal). Helgers (2014a) vond dan ook dat de evolutie van de regionale inkomens op lange termijn de regionale woningprijzen verklaren. Ook voor nieuwbouw worden gelijkaardige tendensen vastgesteld. Vastmans et al. (2014) vonden dat de prijs van Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 3

9 nieuwbouw op het niveau van arrondissementen ook samenhangt met de regionale inkomens/ontleningscapaciteit van huishoudens, net zoals de prijzen van bestaande woningen. De waarde van grond wordt residueel bepaald. Het functioneert als het ware als een spons dat het gedeelte van het budget dat niet aan de constructie wordt besteedt, volledig opslorpt. Het verklaart alvast ook waarom nieuwbouw slechts in beperkte mate als een ventiel reageert op stijgende woningprijzen, of anders gezegd, waarom het aanbod prijsinelastisch is. Nieuwbouw zal niet goedkoper in de markt gezet kunnen worden in vergelijking met de prijs van bestaande woningen als de stijgende prijs van bouwgrond het comparatieve voordeel van nieuwbouw te niet doet. Dit wil niet zeggen dat er zich geen verschillen in regionale ontwikkeling voordoen. Figuur 1 illustreert dit. Er is een duidelijk verband tussen de prijsstijgingen van bouwgrond en de woningprijzen, zoals aangegeven. Maar er zijn ook verschillende sterkere stijging van West Vlaamse arrondissementen valt op en de beperkte stijging van arrondissementen die tegen de grens van Nederland liggen. Een mogelijke verklaring van de mindere stijgingen vinden we alvast bij de analyse van ruimtelijke arbitrage aan de grenzen (Helgers, 2015). De grote stijgingen in de Nederlandse woningprijzen in de jaren 90 van vorige eeuw zorgde voor spill overeffecten aan de grens en waarschijnlijk waren de woningprijzen in de grensarrondissementen in de beginjaren van deze eeuw daardoor al relatief hoog. Nu de prijsverschillen tussen beide grenzen terug beperkter zijn, speelt dit effect niet langer mee. In Zeeland stelt men een omgekeerde beweging vast waarbij Vlamingen uitwijken naar de goedkopere Nederlandse woningen over de grens. In die zin is het niet verwonderlijk dat de woningprijzen daarna minder sterk stijgen. Figuur 1 Gemiddelde prijsstijging jaren * ten opzichte van jaren * van bouwgrond (m²) en huizen, transacties met perceelsgrootte tussen m² volgens arrondissement, Vlaams Gewest * Teneinde voldoende transacties te hebben zijn de verkopen over een periode van 3 jaar genomen. Indien een gemiddelde immers gebaseerd is op een te kleine set van verkopen fluctueert dit gemiddelde zeer sterk omdat de waarde dan sterk beïnvloed wordt door individuele kenmerken. Bron: ADS Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 4

10 Verschillende regionale evoluties kunnen dus zowel persistent zijn als tijdelijk. De cyclische aard van deze laatste impliceert dat prijzen vervolgens terugkeren naar een gemiddelde. Het onderscheid is niet altijd gemakkelijk te maken, zeker niet indien de grootste prijsstijgingen verklaard worden door enkele macro economische factoren, waarbij de onderlinge verschillen in prijsevoluties minimaal lijken. Nochtans zijn deze verschillen wel belangrijk om te onderzoeken. Welke regio s worden relatief duurder? Stijgen de inkomens evenredig mee, of kan het eerder verklaard worden door het feit dat er een grotere schaarste is van woningen in bepaalde regio s vergeleken met andere? Om dit in detail na te gaan en om verbanden bloot te leggen zijn veelal microdata nodig, waarbij op individueel niveau de link gemaakt kan worden tussen kenmerken van huishoudens, woningen en prijzen. In dit onderzoeksrapport gebruiken we voornamelijk de data die ADS (Algemene Directie Statistiek) ter beschikking stelt waarbij de verkoopgegevens van woningprijzen (gewone woonhuizen, villa s, bouwgronden) per perceelscategorie gegeven worden. Voor appartementen is dit niet beschikbaar, aangezien het appartementsgebouw wel een perceel heeft, maar een individueel appartement niet. Op die manier kunnen we de evolutie van segmenten volgens perceelscategorie regionaal in kaart brengen. Aangezien de kleinere percelen behoren tot het goedkopere segment, en de grotere percelen tot het duurdere segment, geeft dit een indicatie van de verschillende evoluties tussen deze segmenten. Centraal in het eerste deel van de analyse staat dan ook een schets en mogelijke verklaringen van de verschillen tussen de prijsevoluties van woningen volgens perceelsgrootte. In het tweede deel gaan we na binnen een bredere context wat de impact hiervan is op de huishoudens. Stijgende woningprijzen hebben een invloed op de welvaart van huishoudens. Wat zijn de voor en nadelen? Of om het met de titel van Stehpens et al. (2015) weer te schetsen: Housing: Asset based Welfare or the Engine of Inequality? Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 5

11

12 1. Evolutie huisprijzen volgens perceelsgrootte en arrondissementen In eerste instantie was het opzet om op gemeenteniveau een analyse uit te voeren op de kwartielprijzen waarbij de verschillen in prijsevolutie geanalyseerd zouden worden voor het lagere segment (q25) en het hogere segment (q75). Een analyse van de woningprijzen op arrondissementsniveau blijkt echter robuuster, betrouwbaarder en biedt eveneens enkele voordelen. Zo zijn er voldoende verkopen per arrondissement voor de verschillende perceelsgroottes en deze verschillende perceelsgroottes geven een goed beeld van de verschillen in woningprijzen. De algemene verkoopstatistieken zijn op gemeenteniveau beschikbaar en geven dus een duidelijker beeld van regionale verschillen, maar zijn eerder problematisch om te gebruiken voor de oefening die in dit rapport centraal staat, namelijk het in beeld brengen van de verschillende segmenten. Daarvoor hebben de gemeentelijke verkoopcijfers immers twee nadelen. (1) Ze zijn sterk afhankelijk van de kenmerken van de verkochte woningen. In perioden dat een groter aandeel kleinere woningen verkocht zijn in een bepaalde gemeente, zal de gemiddelde woningprijs hierdoor lager zijn zonder dat dit iets zegt over de prijsevolutie van een gelijkaardige woning. Ook de percentiel en kwartielstatistieken worden hierdoor beïnvloed (10% 25%, 50% de mediaan, 75% en 90%). (2) Een tweede element dat meespeelt, zijn de subcategorieën gewone woonhuizen en villa s. Het was nuttigere geweest indien de diverse percentielen gegeven waren voor de combinatie van deze twee categorieën dan wel apart. De aparte indeling is immers niet zo informatief aangezien het ontbreekt aan duidelijke criteria waarop de indeling gebeurd is. Zo heeft er niet alleen tussen 2004 en 2005 een herclassificatie plaatsgevonden, maar kan men vermoeden dat er ook de jaren ervoor wijzigingen in de classificatie hebben plaatsgevonden. Hierdoor zijn tijdsevoluties binnen eenzelfde categorie niet duidelijk te meten. Voor de data op arrondissementsniveau, waarbij we de categorieën gewone woonhuizen en villa s samennemen per perceelscategorie stelt zich dit probleem niet. Bovendien stellen deze gegevens ons in staat om de gemiddelde prijsdaling beter te verklaren: zijn de woningprijzen gedaald omdat er meer woningen op kleinere perceelsoppervlakten verkocht zijn, of omdat de woningen binnen eenzelfde perceelsoppervlaktecategorie gedaald zijn? 1.1 Overzicht Anno Figuur 3 geeft weer dat de woningprijzen het hoogste zijn aan de kust (Brugge, Veurne) en anderzijds in de stedelijk en centraal gelegen gebieden in Vlaanderen (Halle Vilvoorde, Antwerpen, Leuven, Gent). De prijsverschillen hangen eveneens sterk samen met de verschillen in perceelsgroottes, zoals af te lezen valt uit tabel 1. Per oppervlaktecategorie stijgt de woningprijs met gemiddeld euro, met uitzondering van de laatste categorie (>1 500 m²). De gemiddelde perceelsgrootte in deze categorie bedraagt 39 are. Figuur 4 illustreert dat een gelijkaardige verdeling van woningprijzen tussen oppervlakteklassen gevonden wordt op arrondissementsniveau. Voor Leuven en Hasselt liggen de woningprijzen dichter bij elkaar. Voor Veurne zien we een grotere spreiding van de prijzen tussen de oppervlakteklassen. In de arrondissementen met de grootste steden (Antwerpen Gent Brugge Leuven) zien we dat de woningen op kleinere percelen duurder zijn dan elders. Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 7

13 In figuur 4 zijn de arrondissementen geordend volgens gemiddelde woningprijs. Zo is de gemiddelde woningprijs net iets hoger in Maaseik dan in Hasselt. Toch zien we dat voor elke perceelsklasse de woningprijs in Maaseik lager is dan deze van zijn evenknie in Hasselt. Voor Turnhout en Mechelen vinden we een gelijkaardige vaststelling. De verdeling van de woningen over de verschillende perceelsklassen is hier dan ook belangrijk. Figuur 5 toont dat in Maaseik minder dan 7% van de woningen die verkocht worden een perceelsoppervlakte onder de 3 are hebbende gemiddelde perceelsoppervlakte is er 13,36 are. Voor Turnhout is dit 12,13 are. Aan de andere kant van de figuur zien we Oostende waar de gemiddelde perceelsoppervlakte van verkochte huizen 4,8 are bedraagt. Het gemiddelde van verkochte woningen voor heel Vlaanderen bedraagt 7,95 are. De mediaangrootte is niet gekend, maar ligt een stuk lager. In bijna alle arrondissementen ligt het aandeel verkochte woningen op een perceel kleiner dan 6 are boven de 50%. Figuur 2 Arrondissementen in Vlaams Gewest Bron: AGIV (Agentschap voor Geografische Informatie Vlaanderen) Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 8

14 Figuur 3 Gemiddelde woningprijs, per arrondissement, Vlaams Gewest, Bron: ADS Figuur 4 Gemiddelde woningprijs, per arrondissement, per perceelsgrootte, Vlaams Gewest, Bron: ADS Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 9

15 Figuur 5 Aandeel verkopen per perceelsklasse per arrondissement, Vlaams Gewest, Bron: ADS 1.2 Evolutie tot Indien we de prijzen van de periode vergelijken met de gemiddelde prijzen in , zien we dat de woningen op kleinere perceelsoppervlakten opvallend sterker gestegen zijn in prijs. Tabel 1 toont dit voor het Vlaams Gewest in zijn geheel. Figuur 4 geeft meer detail per arrondissement. De toename in de kleinere perceelscategorieën is niet in alle arrondissementen aanwezig. Het zijn voornamelijk de meer centraal gelegen arrondissementen, en deze met de grotere centrumsteden waar de stijging van de kleinere perceelscategorieën het meest uitgesproken is. Tabel 1 Gemiddelde woningprijs Vlaams Gewest volgens perceelsoppervlakte Perceelsoppervlakte (in euro) (in euro) % stijging Totaal m m m m m m Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 10

16 Figuur 6 Prijsstijging per arrondissement per perceelsklasse, Vlaams Gewest, versus Bron: ADS 1.3 Mogelijke verklaringen voor sterkere prijsstijging voor woningen op kleinere percelen Indien we meer in detail gaan inzoomen, zien we dat de stijging van de woningprijzen van de kleinere categorieën recent is. In de periode tekenden de woningen op grotere percelen de sterkste stijgingen op, na 2000 zijn het voornamelijk de woningen op kleinere percelen. Wat zijn de mogelijke verklaringen? Tabel 2 Prijsstijging, volgens perceelsgrootte en diverse perioden, Vlaams Gewest, (in %) (in %) (in %) (in %) (in %) (in %) Huis gemiddeld m m m m m m Bron: ADS Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 11

17 Figuur 7 Woningprijsevolutie volgens perceelsgrootte, Vlaams Gewest (index = 2000) Bron: ADS Een tijdelijk verschillend verloop Woningmarkten hangen samen. Woningen op kleinere percelen, zijn sinds 2000 opvallend sterker gestegen dan hun grotere tegenhangers. Tussen 1993 en 2000 lieten de woningen op grotere percelen grotere prijsstijgingen optekenen. De kleinere percelen vertonen zo een inhaalbeweging. Het effect is dus ten dele cyclisch, waarbij er teruggekeerd wordt naar een gemiddelde. De prijsstijgingen over de hele periode van zijn in hun geheel evenwel nog altijd sterker voor de lagere segmenten. De verklaringen hiervoor zijn divers Koopkracht & Woonfiscaliteit De woonfiscaliteit speelt een belangrijke rol in de ontleningscapaciteit, en zo dus ook in de verklaring van de woningprijs. In 2005 werd de woonbonus geïntroduceerd wat een substantiële verhoging was van het fiscaal voordeel voor de eigen woning. Hogere inkomens genieten daar in grotere mate van dan lagere inkomens, aangezien het voordeel mede bepaald werd door het marginaal belastingtarief. 1 Dit neemt niet weg dat de impact op de prijzen procentueel gezien het grootst is in de lagere segmenten. De woonbonus is immers geplafonneerd en voor de meeste woningen zal de aangegane hypotheeklening voldoende groot zijn om dit bedrag maximaal te benutten. Hierdoor kan de woningprijs van elke woningcategorie dus ongeveer met een vast bedrag stijgen. Voor de goedkopere woningen zorgt dit voor een procentueel sterkere stijging. Eenzelfde stijging in absolute termen zorgt immers 1 Sinds de regionalisering van de woonbonus in 2015 is het een vast tarief. Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 12

18 voor een dubbel zo grote procentuele stijging bij goedkopere woningen in vergelijking met woningen waarvan de waarde dubbel zo groot is. Zo zal een woning die van euro naar euro stijgt, een prijsstijging van 20% optekenen terwijl eenzelfde absolute prijsstijging van euro naar euro een prijsstijging van 10% oplevert. Tabel 3 laat dit zeer duidelijk zien. Bij de introductie van de woonbonus was er een algemene prijsstijging, maar veel nadrukkelijker bij de woningen op kleinere percelen ( ). In het jaar erna ( ), zien we dit verschil afzwakken waarna de woningprijsevolutie van een gelijkaardig verloop kent. De woonbonus heeft op die manier een andere impact op de verdeling van de woningprijzen dan bijvoorbeeld de hypotheekrenteaftrek in Nederland, de aftrekpost voor de bezitters van een eigen huis die hypotheekrente betalen. Bij deze laatste genieten de eigenaars van duurdere woningen in absolute termen van een groter voordeel. In relatieve termen in verhouding met de woningprijs is het voordeel van de hypotheekrenteaftrek voor elke woning echter gelijk waardoor de prijsimpact van een dergelijk voordeel procentueel gelijkaardig is. Naast de ontleningscapaciteit speelt voor het hogere segment immers ook het vermogen een belangrijke rol. Het vermogen en de verwachte aangroei van het vermogen worden net als het inkomen weliswaar door dezelfde macro economische factoren beïnvloed, maar vertalen zich blijkbaar op een meer volatiele manier in de woningprijs. De grotere percelen lijken dan ook sterker de impact van de economische cycli te weerspiegelen. We zien een sterkere stijging in economische gunstige tijden maar een sterkere daling van de hogere segmenten begin 1980 bij de tweede oliecrisis, in 2001 toen de internetzeepbel tot de dotcom crisis leidde en na de kredietcrisis in Het feit dat het lagere segment minder sterk reageert op crisissen kan verklaard worden doordat crisissen net een hogere druk zetten op de lagere segmenten, waardoor de prijseffecten daar beperkt blijven. Maar eveneens kan men veronderstellen dat de hogere segmenten net voor de crisissen sterker gestegen zijn waardoor de correctie in die segmenten sterker is. Tabel 3 Jaarlijkse prijsstijging, volgens perceelsgrootte, Vlaams Gewest (in %) (in %) (in %) (in %) (in %) Huis gemiddeld m m m m m m Bron: ADS Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 13

19 Figuur 8 Woningprijsevolutie volgens perceelsgrootte, Vlaams Gewest (in euro s) Bron: ADS Aantrekkingskracht van steden De steden hebben aan aantrekkingskracht gewonnen. Een belangrijk element voor de betaalbaarheid van wonen is dat er een gedifferentieerd aanbod van woningen is, met dito prijsdifferentiatie zodat die enigszins overeenstemt met de inkomensverdeling. In de mate dat kapitaalkrachtigere jonge tweeverdienende starters zich in toenemende mate op hetzelfde vraagsegment richten als minder bemiddelde gegadigden, zal dit tot verdringingseffecten leiden. Dit speelt zowel binnen als tussen gemeenten. Binnen steden wordt het gentrificatieproces omschreven als een heropwaardering waarbij initieel minder dure locaties in toenemende mate bewoond worden door hogere inkomens met dito prijseffecten. Tussen gemeenten zien we gelijkaardige verschillen. Bepaalde gemeenten kunnen winnen aan aantrekkingskracht. In de mate dat huishoudens in grotere mate de meer centraal gelegen gemeenten met kleinere wooneenheden verkiezen boven meer landelijk gelegen gemeenten met grotere percelen zal dit ertoe leiden dat de woningen op kleinere percelensterker stijgen in waarde. Het is echter moeilijk om met data op arrondissementsniveau deze tendensen goed te duiden Druk op de onderkant van de woningmarkt Wat betreft het inkomen kan men veronderstellen dat de evolutie van de verschillende inkomenskwartielen gelijkaardig is aan de hand van de resultaten van Horemans et al. (2011). Het is echter zeer moeilijk om een goede evolutie van de inkomensverdeling te schetsen, maar hun resultaat geeft als algemene conclusie mee dat het aannemelijk is te veronderstellen dat de inkomensongelijkheid niet Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 14

20 veranderd is in de periode De meest redelijke hypothese is dan dat de inkomens van diverse inkomenscategorieën een gelijkaardige stijging kenden. De demografische evolutie kan hierbij wel een belangrijke rol spelen. Op basis van de Lipro gegevens die de Studiedienst Vlaamse Regering ons ter beschikking stelde zien we dat anno 2010 ongeveer een derde van de huishoudens tussen 30 en 60 jaar gevormd wordt door alleenstaanden en eenpersoonshuishoudens, waar dit in 1997 voor een vierde van de huishoudens het geval was. Men kan dan ook verwachten dat de vraag naar kleinere woningen hierdoor voor een prijsverhogend effect zorgt. Al dient men bij deze demografische druk ook rekening te houden met het feit dat deze huishoudens slechts over één inkomen beschikken, waardoor de ontleningscapaciteit eerder verlaagt dan verhoogt. Het is niet duidelijk wat het gezamenlijk effect van beide factoren samen grotere demografische vraag vanwege gezinsverdunning en beperkter budget vanwege één inkomen op de woningprijs is De aanbodkant Tot dusver is altijd gekeken naar elementen van de koopkracht van huishoudens. Verschillen in inkomens verklaren verschillen in woningprijzen. Dit is voornamelijk bekeken vanuit de vraagkant. Huishoudens vergelijken hierbij diverse woningen en hun prijzen om op die manier de woning te kopen die het best past bij hun preferenties, gegeven de woningprijs. Een woning is echter niet statisch. Een groot deel van de woningen wordt gerenoveerd na de aankoop opdat deze aan de woonwensen voldoen van de huishoudens. Dit zorgt ervoor dat woningenprijzen ook onderling samenhangen vanwege hun woningkenmerken. Een niet gerenoveerde woning hangt qua prijs samen met een gerenoveerde woning. Hier spelen niet langer de macro economische ontwikkelingen mee van inkomens, intrestvoeten en woonfiscaliteit, maar worden de woningprijsverschillen verklaard vanuit de verschillen in woningkenmerken Hedonische prijsanalyse Hedonische prijsmodellen kunnen de waarde van onderliggende kenmerken en liggingsvariabelen schatten. Dergelijke hedonische prijsmodellen kunnen op basis van diverse modellen geschat worden. Eén daarvan is de constructiekostmethode. De woning is daarbij de som van deconstructie vermeerderd met de bouwgrond. Dergelijke methode kan niet enkel toegepast worden op nieuwbouw, maar ook voor bestaande woningen, waarbij de prijs van een woning dan uitgedrukt wordt in woningkenmerken en liggingsvariabelen die mee de waarde van het perceel bepalen. Volgens De Haan et al. (2013) is de constructiemethode volgens de economische logica het meest geschikte hedonische prijsmodel om evoluties te schetsen. Een essentieel punt in deze benadering is namelijk dat de waarde van de woningkenmerken doorheen de tijd anders veranderen dan de ligginsvariabelen. Voor dergelijke hedonische prijsanalyses zijn gedetailleerde data nodig over langere tijdsperiodes. Deze zijn niet beschikbaar, maar een algemeen beeld kan wel geschetst worden op basis van twee variabelen, namelijk grond en structuur. Voor Vlaanderen is het alvast zo dat de prijs van bouwgrond veel sterker gestegen is dan de prijs van de structuur, waarbij we de evolutie van de bouwkost meten via de ABEX index De residuele waardebepaling van bouwgrond Vastmans et al. (2014) stelt dat de koopkracht van wonen en de ontleningscapaciteit van huishoudens eveneens de prijs van nieuwbouw verklaart. De waarde van grond wordt dan residueel bepaald. Het Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 15

21 functioneert als het ware als een spons dat het gedeelte van het budget dat niet aan de constructie wordt besteedt, volledig opslorpt. Figuur 9 geeft dit weer. De evolutie van de woningprijzen op de bestaande koopmarkt volgt namelijk de evolutie van de prijzen van nieuwbouw, die hier benaderd zijn door de prijs van een perceel volgens jaar en de constructiekost, een bepaald bedrag waarbij de jaarlijkse evoluties afhangen van de toegepaste ABEX index. Zoals de grafiek duidelijk aangeeft is bouwgrond sterker gestegen dan de bouwkost. Dit is niet onlogisch aangezien de prijs van bouwgrond een investeringsgoed is en de constructiekost bepaald wordt in een economische markt van reproduceerbare goederen. Daar waar de ABEX index in grote lijnen overeenkomt met de economische groei, en zo de stijging van het inkomen zien we dat de prijs van bouwgrond veel sterker is kunnen stijgen, voornamelijk door de daling van de hypothecaire intrestvoet. Ook hier zien we dezelfde tendens waarbij de grotere en duurdere percelen voor 2000 sterker stegen, en na 2000 de kleinere percelen. We zien eveneens een shift in het aandeel van de verkopen naar deze kleinere percelen. Figuur 9 Vergelijking prijs nieuwbouw als som van bouwgrond en bouwkosten en prijs bestaande eengezinswoningen, oppervlakteklasse woningen en bouwgrond (3 5 are), ABEX*, Vlaamse Gewest Bron: ADS, ABEX, eigen berekening Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 16

22 Tabel 4 Jaarlijkse prijsstijging bouwgrond per m², volgens perceelsgrootte, Vlaams Gewest Aandeel in verkoop voor 2000 (in %) aandeel in verkoop na 2000 (in %) prijs m² 2013 (in %) (in %) Totaal m m m m m m Bron: ADS (in euro) Kan men veronderstellen dat de constructiemethode ook toepasbaar is op de bestaande woningvoorraad? Volgens de residuele waardebepaling kan men dan veronderstellen dat bij een woning van lagere kwaliteit een hoger aandeel van zijn prijs in bouwgrond zit, en dus ook in grotere mate de stijging van bouwgrond gevolgd heeft. Kwalitatieve woningen, waar het aandeel van de structuur (grootte en kwaliteit van de woning zelf) belangrijker is, zouden volgens de logica van de constructiemethode in mindere mate gestegen zijn. Tabel 5 geeft dit weer. De verouderde woning volgt de eerder aangegeven prijsstijgingen. Bouwgrond is voor de kleinere percelen ongeveer gestegen met 200% tussen 2000 en 2013 ( zie tabel 4). De Abex index die de evolutie van de bouwkost (structuur) weergeeft is in dezelfde periode met 45% gestegen, waar we in de tabel voor de eenvoud van berekening 50% als benadering hebben genomen. Hieruit volgt dat de woningprijs met 125% gestegen is, opdat de sommen zouden kloppen. Dit komt overeen met de gemiddelde prijsstijging voor de periode van 2000 tot 2013 (zie tabel 2 ). Deze eenvoudige illustratie toont dat de constructiemethode mogelijk ook toegepast kan worden op de bestaande woningen. Tabel 5 Illustratie constructiemethode toegepast op bestaande woningen Verouderde woning Kwalitatieve woning Bouwgrond Structuur Totaal Bouwgrond Structuur Totaal 2000 (in euro) = = Stijging (in %) (in euro) = = De kwalitatieve woning is echter minder sterk gestegen in prijs volgens dezelfde logica, namelijk slechts 100%. Dit is niet onaannemelijk. Huishoudens die een woning kopen hebben veelal verschillende alternatieven. Eén alternatief is het kopen van een te renoveren woning versus het kopen van een woning die kwalitatief in orde is. Stel dat de renovatiekost anno euro was om de verouderde woning in tabel 5 te verbouwen tot een kwalitatieve woning. Het lijkt dan niet aannemelijk dat die kwalitatieve woning even sterk zou stijgen in prijs als de verouderde woning. Dezelfde prijsstijging van 125% zou hebben geleid tot een woningprijs van euro. Huishoudens hebben dan anno 2013 nog altijd de goedkopere optie om een verouderde woning te renoveren tot een kwalitatieve woning, aankoopprijs van euro verhoogd met een renovatiekost van euro (namelijk de oorspronkelijke euro verhoogd met 50%).Hierdoor ontstaat er een samenhang tussen woningprijzen die niet door de verdeling van de koopkracht van huishoudens bepaald is (de vraagkant), maar door de samenhang en preferenties van woningkenmerken en de mogelijkheden van renovatie. Tabel 5 illustreert dat in de veronderstelling dat stijgingen van de waarde van de bouwgrond Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 17

23 van een woning hetzelfde zijn voor alle woningen, en de stijging van de bouwkost eveneens, de woningprijsevolutie van diezelfde woningen toch kan verschillen. Door het feit dat de bouwkost minder sterk gestegen is dan de woningprijzen kan dit mee verklaren waarom de verdeling van de woningprijzen sterker samenplakt. En in de mate dat de verschillende woningen sterker rond hun gemiddelde samenhangen betekent dit dat de hogere woningprijzen minder sterk stijgen, en de lagere woningprijzen sterker Conclusie Op basis van de beschikbare data is het moeilijk om te duiden welke factoren de sterkere prijsstijgingen in het onderste segment van de woningmarkt verklaren. Waarschijnlijk is het combinatie van diverse verklaringen. Een mogelijke verklaring die consistent is met de gevonden prijsstijgingen tussen volgens perceel is dat het effect van de introductie van de woonbonus zich sterker afspeelt in de onderste segmenten. Dit komt omdat de woonbonus werkt met een plafond. Enkel de eerste schijf van afbetalingen (tussen euro per jaar voor een koppel) komt in aanmerking voor het voordeel. En eenzelfde absoluut voordeel leidt tot sterkere prijsstijgingen bij lagere woningprijzen dan bij hoge. De data suggereren ook dat het voornamelijk de stedelijke en centraal gelegen arrondissementen zijn waar de prijzen van woningen met een kleiner perceelsoppervlakte sterker gestegen zijn. Mogelijk opteren huishoudens in toenemende mate voor een kleinere centraal gelegen woning in plaats van een woning op een groter maar meer afgelegen perceel. Een toegenomen gezinsverdunning, met meer alleenstaanden en eenoudergezinnen, lijkt de demografische druk op de kleinere woning verder te vergroten. Een laatste punt heeft betrekking op de verdeling van de ontleningscapaciteit van de huishoudens en de verdeling van de woningprijzen volgens woningkenmerken. Indien de interestvoet over een bepaalde periode sterk is gedaald, leidt dit niet alleen tot een substantiële verhoging van de ontleningscapaciteit van de huishoudens, maar eveneens tot een verhoogd verschil in ontleningscapaciteit tussen verschillende huishoudens. Het is echter niet zo dat dit toegenomen verschil in ontleningscapaciteit zich automatisch vertaalt in een groter absoluut prijsverschil tussen woningen van het goedkopere en duurdere segment omdat de prijsverschillen tussen woningen mede bepaald worden door de woningkenmerken en de bouwkosten van deze woningkenmerken. De bouwkosten zijn niet zo sterk gestegen, terwijl de prijzen van bouwgrond dan weer sterker stegen. In de mate dat de woningprijzen sterker blijven samenhangen rond de gemiddelde woningprijs terwijl de verdeling van de ontleningscapaciteit van huishoudens verder toeneemt, zal de woningprijs sterker stijgen in het lagere segment dan de ontleningscapaciteit van minder bemiddelde huishoudens en zo tot betaalbaarheidsproblemen leiden voor deze huishoudens. Het is echter zeer moeilijk om dergelijke hypothese aan te tonen. Het is evenwel belangrijk om een beter inzicht te kunnen krijgen in deze verklaringen omdat de efficiëntie en effectiviteit van mogelijk te nemen beleidsopties om verdere sterkere prijsstijgingen in het onderste segment te voorkomen afhangen van de verklaring. Demografische druk van kleinere huishoudens kan opgevangen worden door een verhoogd aanbod van kleinere woningen, maar een sterkere prijsstijging van de kleinere gezinswoning vanwege de woonbonus zal waarschijnlijk niet zo gemakkelijk opgevangen door een verhoogd aanbod omdat niet het tekort aan woningen maar de Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 18

24 betalingscapaciteit het probleem vormt. In de mate dat een verhoogde aantrekkingskracht van centrumsteden hogere inkomens aantrekt leidt dit waarschijnlijk tot een verdringing van minder kapitaalkrachtige huishoudens naar meer perifere gebieden. Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 19

25 2. Verdeling van het vastgoedvermogen Wat zegt de literatuur over de invloed van stijgende woningprijzen en het verschil in prijsstijgingen tussen segmenten? Stijgende woningprijzen hebben het vastgoedvermogen van vele huishoudens sterk doen toenemen. Daar waar traditioneel gekeken werd naar het inkomen, krijgt vastgoed nu ook meer aandacht als onderdeel van de welvaart van huishoudens. Asset based welfare or the Engine of inequality? was de titel van Stephens et al. (2015). Ansell (2013) bekijkt eigenaarschap als een vorm van zelfgerealiseerd private verzekering tegen werk en inkomensverlies. Zorgt de waarde van het huis voor een appeltje voor de dorst van zij die een woning hebben? Maar is dit ten nadele van de jongere generatie? In dit deel gaan we dieper in op de evolutie van de woningprijzen. Eerst bespreken we de algemene evolutie, vervolgens zoomen we in op de evolutie van de verschillende segmenten. 2.1 De rol van de hypothecaire intrestvoet, een breder perspectief Leiden sterk stijgende woningprijzen tot een intergenerationele transfer van jong naar oud, van kopers naar verkopers? Niet noodzakelijk. Daartoe bespreken we de rol van de hypothecaire interestvoet Interesten en kapitaalaflossingen De lagere intrestvoeten zorgen binnen de hypotheekafbetaling voor een substitutie van intrestafbetalingen naar kapitaalafbetalingen. Een eenvoudig voorbeeld illustreert dit. Een gezin dat start met een maandelijkse hypothecaire afbetaling van euro over 20 jaar betaalt in totaal euro af over deze periode. Wat is de relatie van deze som van afbetalingen met de woningprijs. Voor deze reeks afbetalingen krijgt men een lening van euro bij een intrestvoet van 14,5%, euro bij een intrestvoet van 4,5% en euro bij een hypothecaire intrestvoet van 2,2%. Dit is ongeveer de evolutie van de intrestvoet van de laatste 33 jaar: 14% in 1982, 4,5% anno 2005 en 2,5% anno 2015, dus de impact van de dalende hypothecaire intrestvoet, naast de nominale inkomensgroei is zeer belangrijk. Lage intrestvoeten en hoge kapitaalaflossingen zijn dus communicerende vaten in de woningmarkt. Uiteraard heeft dit ervoor gezorgd dat bestaande eigenaars hun vastgoedvermogen zagen stijgen. Maar dit maakt het niet onaantrekkelijk voor jonge huishoudens om een woning te kopen. Immers, voor dezelfde maandelijkse afbetalingen betalen zij nu een groter deel kapitaal af, en behouden zij op het einde van hypotheekaflossingen een woning die meer waard is vergeleken met een woning in een periode van hoge intrestvoeten. Een eerste opmerkelijke vaststelling is dus dat dergelijke hogere schulden impliceren dat een huishouden op het einde van de rit een groot woningkapitaal heeft opgebouwd. Hoge kapitaalaflossingen zijn dus voordelig voor zover de hypotheekafbetalingen gelijk blijven, dus voor zover daar lagere intrestafbetalingen tegenover staan. Op die manier heeft eigenaarschap via hypotheekfinanciering voor een grote woningprijsstijging gezorgd. Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 20

26 Dit is wat het woningprijsmodel van Vastmans et al. (2014) illustreert aan de hand van de koopkracht voor wonen, en waar Damen et al. (2014) de internationale empirische evidentie voor hebben aangetoond. Deze koopkracht wordt bepaald door het inkomen, hypothecaire intrestvoeten, woonfiscaliteit en de hypotheekmarkt in het algemeen. Het extra budget dat vrijkomt vanwege een goedkopere hypotheekfinanciering wordt opgebruikt door extra kapitaal te lenen. Met betrekking tot de prijs van bouwgrond vinden we dan voornamelijk dat het koopbudget eveneens de prijs van bouwgrond bepaalt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de uitstaande hypotheekschuld van huishoudens in ,5 miljard euro bedraagt in België, of rond de 50% van het BBP, waar dit in 2000 slechts 70 miljard euro bedroeg, 27,8% van het BBP. Naast het effect van de interestvoet was er ook de introductie van de woonbonus in 2005 en fiscale incentives voor energiebesparende maatregelen tussen 2009 en 2011 die de uitstaande schulden van huishoudens deden stijgen (Financial stability Review 2012). Er zijn ook aandachtspunten met betrekking tot deze hogere schulden (zie bv. de bespreking over overdraagbare en meeneembare hypotheken, portable and assumable mortgages, deel 3 woonfiscaliteit studie, Vastmans et al., 2014). Het is echter zo dat het niet zozeer de stijgende schuld zoals die naar voren komt uit de geaggregeerde gegevens die direct aanleiding geven tot bezorgdheid over de schuldgraad van huishoudens Housing capital De shift van intrestafbetalingen naar kapitaalaflossingen in de woningprijs is ook interessant in het licht van Thomas Picketty s recente boek Kapitaal in de 21 ste eeuw (2014). Hij stelt dat ongelijkheid zal toenemen wanneer de rate of return on capital (r) groter is dan de economische groei (g). Toegepast op de woningmarkt volgens de formule van de woningprijs zoals beschreven in Vastmans et al. (2014) geeft dit volgende resultaten voor de waarde van vastgoed: Indien we veronderstellen dat de economische groei gelijk is aan de inkomensgroei, zien we dat beiden gelijk evolueren. Een dalende hypothecaire intrestvoet, of toegenomen fiscale woonvoordelen zullen de woningprijs dan sterker doen stijgen dan de economische groei. Sinds 1983 zien we een algemene daling van de hypothecaire interestvoeten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de cijfers van Piketty (2014) weergeven dat voor UK en Frankrijk sinds begin jaren 1980 het residentieel kapitaal het sterkst is beginnen stijgen, dat nu meer dan de helft van het nationaal kapitaal uitmaakt. Recent trends in both capital wealth and income are driven almost entirely by housing, with underlying mechanisms quite different from those emphasized in Capital (Rognlie 2014). De vraag is echter in welke mate dit de ongelijkheid heeft doen toenemen. Het aandeel eigenaars in België is van 38,9% in 1947 geleidelijk gestegen tot 66,2% in Dit geeft aan dat de grootste groep mensen van deze groei in residentieel vermogen heeft kunnen genieten. Wat betreft housing capital lijkt een aparte analyse dan ook nodig. Naast de diverse vragen tot verder onderzoek, lijkt een eerste voorlopige conclusie dat housing capital sterk gestegen is maar dat dit niet noodzakelijk de woningongelijkheid tussen eigenaars heeft vergroot. Het lijkt wel waarschijnlijk dat de kloof tussen huurders en eigenaars hierdoor vergroot is. Dynamiek van de regionale markten. Is er druk op het lagere segment van de woningmarkt? 21

Deel 1 werking van de woningmarkt. Studiedag Woonfiscaliteit 24 juni 2014 / Campus Sint Lucas Brussel

Deel 1 werking van de woningmarkt. Studiedag Woonfiscaliteit 24 juni 2014 / Campus Sint Lucas Brussel Deel 1 werking van de woningmarkt Frank vastmans CES Studiedag Woonfiscaliteit 24 juni 2014 / Campus Sint Lucas Brussel overzicht een goed begrip van de woningmarkt helpt om ideeën rond het hervormen van

Nadere informatie

Sociale huurmarktwaarden

Sociale huurmarktwaarden Sociale huurmarktwaarden Frank Vastmans, CES KU Leuven www.steunpuntwonen.be Boekvoorstelling De Economie van de woningmarkt Onderzoekseenheid Economie FEB KU Leuven Steunpunt Wonen studienamiddag De woningmarkt,

Nadere informatie

Deel IV, Profielschetsen van 13 centrumsteden

Deel IV, Profielschetsen van 13 centrumsteden Onderzoeks- en vormingsopdracht Vastgoedprijzen en woningaanbod in de centrumsteden Deel IV, Profielschetsen van 13 centrumsteden Frank Vastmans In opdracht van Agentschap voor Binnenlands Bestuur Team

Nadere informatie

Trends op de Vlaamse woningmarkt

Trends op de Vlaamse woningmarkt Trends op de Vlaamse woningmarkt Sien Winters KU Leuven - HIVA Studiedag Wonen in Vlaanderen anno 2013. Wat leert ons het Grote Woononderzoek 2013 Brussel, Vlaams Parlement, De Schelp 3 maart 2015 www.steunpuntwonen.be

Nadere informatie

Een verklaring voor de prijsevolutie van woningen en de implicaties voor de toekomst

Een verklaring voor de prijsevolutie van woningen en de implicaties voor de toekomst Een verklaring voor de prijsevolutie van woningen en de implicaties voor de toekomst dr. Sven Damen Post-doctoraal onderzoeker Inhoud Prijsverloop Verklarende factoren Overwaardering Verkoopsindicatoren

Nadere informatie

Woningprijzen in Vlaanderen. Paul de Vries OTB TU Delft (NL) Sien Winters HIVA K.U.Leuven

Woningprijzen in Vlaanderen. Paul de Vries OTB TU Delft (NL) Sien Winters HIVA K.U.Leuven Woningprijzen in Vlaanderen Paul de Vries OTB TU Delft (NL) Sien Winters HIVA K.U.Leuven De ontwikkeling van de woningprijs Een indruk van de achterliggende factoren Paul de Vries Voorstellen Onderzoeksinstituut

Nadere informatie

Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen

Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen Onderzoek naar de woonfiscaliteit in Vlaanderen Voorwoord Geert Goeyvaerts, Marietta Haffner, Kristof Heylen, Katleen Van den Broeck, Frank Vastmans (coördinator) en Sien Winters Promotor: Erik Buyst Onderzoek

Nadere informatie

DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING

DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING CONFEDERATIE VAN IMMOBILIENBEROEPEN VLAANDEREN Kortrijksesteenweg 1005, 9000 Gent www.cibweb.be DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING De benchmark voor de evolutie

Nadere informatie

Marktevoluties België: nieuwbouw - bestaande woningen Toenemend belang betaalbaarheid

Marktevoluties België: nieuwbouw - bestaande woningen Toenemend belang betaalbaarheid Marktevoluties België: nieuwbouw - bestaande woningen Toenemend belang betaalbaarheid Roel Helgers Centrum voor Economische Studiën KU Leuven 15 e isolatiedag 18 september 2014 Antwerpen R. Helgers (CES,

Nadere informatie

Geluidshinder nadelig voor de verkoopprijs van woningen

Geluidshinder nadelig voor de verkoopprijs van woningen pagina 1 van 5 Intro Minder woningen verkocht Prijsontwikkeling ERA-KU Leuven Vastgoedindex geeft inzicht in de werkelijke prijsontwikkeling De negatieve invloed van lawaai op de prijs van een woning Reistijden

Nadere informatie

BETAALBAARHEID WONEN

BETAALBAARHEID WONEN BETAALBAARHEID WONEN 113 Deel I. Socio-economische gegevens Haaltert Haaltert gemiddeld inkomen per inwoner gemiddelde verkoopprijs woonhuizen 27.300 22.300 17.300 12.300 7.300 192.000 172.000 152.000

Nadere informatie

BETAALBAARHEID WONEN

BETAALBAARHEID WONEN BETAALBAARHEID WONEN 112 Deel I. Socio-economische gegevens gemiddeld inkomen per inwoner gemiddelde verkoopprijs woonhuizen 28.100 23.100 18.100 13.100 8.100 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN DE MARKT

EVOLUTIE VAN DE MARKT Notarisbarometer VASTGOED www.notaris.be 2016 Barometer 31 VASTGOEDACTIVITEIT IN 106,4 106,8 101,7 103,4 105,9 102,8 98,9 101,4 99,2 105,0 105,3 104,7 115,4 112,1 111,8 118,0 116,1 127,0 124,7 127,9 115,8

Nadere informatie

De evolutie en tendensen op regionaal en provinciaal niveau worden verderop in deze barometer besproken.

De evolutie en tendensen op regionaal en provinciaal niveau worden verderop in deze barometer besproken. NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T1 2017 Barometer 32 VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË De index van de vastgoedactiviteit klimt in het 1 ste trimester van 2017 naar een nieuw record: 128,36 punten.

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE 2018 Deze kustbarometer geeft een inzicht in de evolutie van de vastgoedactiviteit en de prijzen voor appartementen aan de kust. In deze barometer bekijken

Nadere informatie

De vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen in de notariskantoren.

De vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen in de notariskantoren. NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE S1 2017 VASTGOEDACTIVITEIT AAN DE KUST De vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen

Nadere informatie

Geert Goeyvaerts & Erik Buyst

Geert Goeyvaerts & Erik Buyst VIVES BRIEFING 2019/01 De impact van de btwverlaging naar 6% op sloop en heropbouw Geert Goeyvaerts & Erik Buyst KU Leuven, Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen, Steunpunt Wonen KU Leuven, Faculteit

Nadere informatie

Is wonen in Vlaanderen betaalbaar?

Is wonen in Vlaanderen betaalbaar? Is wonen in Vlaanderen betaalbaar? Boek uitgegeven bij Garant Redactie: Sien Winters Auteurs: Sien Winters, Kristof Heylen, Marietta Haffner, Pascal De Decker, Frank Vastmans, Erik Buyst Boekvoorstelling

Nadere informatie

Is wonen in Vlaanderen betaalbaar? Een korte duiding bij het boek. Sien Winters

Is wonen in Vlaanderen betaalbaar? Een korte duiding bij het boek. Sien Winters Is wonen in Vlaanderen betaalbaar? Een korte duiding bij het boek Sien Winters Inhoud 1. De achtergrond 2. Het boek 3. Het beleid I. DE ACHTERGROND Woningprijzen Nominale prijzen van gewone woonhuizen

Nadere informatie

Is wonen in Vlaanderen betaalbaar? Kristof Heylen, HIVA, KULeuven Steunpunt Ruimte en Wonen

Is wonen in Vlaanderen betaalbaar? Kristof Heylen, HIVA, KULeuven Steunpunt Ruimte en Wonen Is wonen in Vlaanderen betaalbaar? Methodologie, vaststellingen, t evoluties Boekvoorstelling 21 december 2010 Kristof Heylen, HIVA, KULeuven Steunpunt Ruimte en Wonen Inhoud Definitie Methodologie Woonquote

Nadere informatie

Vastgoed is een bron van een kapitaalstroom met een jaarlijks debiet van vermoedelijk omtrent 1/3 BBP Vastgoed is zowel voor particulieren als voor

Vastgoed is een bron van een kapitaalstroom met een jaarlijks debiet van vermoedelijk omtrent 1/3 BBP Vastgoed is zowel voor particulieren als voor Vastgoed is een bron van een kapitaalstroom met een jaarlijks debiet van vermoedelijk omtrent 1/3 BBP Vastgoed is zowel voor particulieren als voor bedrijven vaak de grootste financiële investering ooit

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Verantwoordelijke uitgever: Erik Van Tricht, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, Bergstraat, 30-34 - 1000 Brussel Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen VASTGOEDACTIVITEIT

Nadere informatie

30 3 DE TRIMESTER 2016

30 3 DE TRIMESTER 2016 Verantwoordelijke uitgever: Erik Van Tricht, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, Bergstraat, 30-34 - 1000 Notarisbarometer Vastgoed VASTGOEDACTIVITEIT IN T/3 Juli - september 2016 n 30 3

Nadere informatie

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 9 April - juni Trimester 2 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie A Vastgoedactiviteit

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 oktober 2012

PERSBERICHT Brussel, 24 oktober 2012 PERSBERICHT Brussel, 24 oktober 2012 De regionale inkomensverschillen onder de loep Hoe verhoudt de inkomensevolutie zich ten opzichte van de inflatie? In welke regio liggen de gemiddelde inkomens het

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE IN

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE IN NOTARISBAROMETER LANDBOUWGRONDEN WWW.NOTARIS.BE S1 2018 Deze Notarisbarometer zoomt in op de gemiddelde prijzen van landbouwgronden in België. Onder landbouwgronden worden de gronden beschouwd waarop gewassen

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017

PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017 PERSBERICHT Brussel, 26 juni 2017 Vastgoedprijsindex 1ste kwartaal 2017 Volgens voorlopige cijfers bedroeg het jaarlijkse inflatiecijfer voor de vastgoedprijzen 5,4% in het eerste kwartaal van 2017 tegenover

Nadere informatie

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB). NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T3 2017 Barometer 34 MACRO-ECONOMISCH Het consumentenvertrouwen trekt sinds juli terug aan, de indicator stijgt van -2 in juni naar 2 in juli en bereikte hiermee

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de stadsdelen

Ontwikkelingen in de stadsdelen 21 14 In de eerste drie kwartalen van 14 is het totaal aantal transacties met een stijging van 4% sterk toegenomen ten opzichte van de eerste drie kwartalen van 1. De markt lijkt bezig met een sterke opleving.

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016

PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016 PERSBERICHT Brussel, 26 september 2016 Vastgoedprijsindex 2de kwartaal 2016 o Volgens voorlopige cijfers bedraagt de geschatte jaarlijkse inflatie van de vastgoedprijzen 2,4% in het tweede kwartaal 2016

Nadere informatie

Vastgoed April - juni 2016 VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 105,3 105,0. Op macro-economisch niveau

Vastgoed April - juni 2016 VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 105,3 105,0. Op macro-economisch niveau Verantwoordelijke uitgever: Erik Van Tricht, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, Bergstraat, 30-34 - 1000 Notarisbarometer 29 n Vastgoed April - juni 2016 T/2 2DE TRIMESTER 2016 www.notaris.be

Nadere informatie

Grote Woononderzoek Deelmarkten, woonkosten en betaalbaarheid

Grote Woononderzoek Deelmarkten, woonkosten en betaalbaarheid Grote Woononderzoek 2013 Deelmarkten, woonkosten en betaalbaarheid Kristof Heylen HIVA - KU Leuven Studiedag Wonen in Vlaanderen anno 2013. De resultaten van het grote woononderzoek 2013 Brussel, Vlaams

Nadere informatie

T NOTARISBAROMETER VASTGOED. Barometer 33

T NOTARISBAROMETER VASTGOED. Barometer 33 NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T2 2017 Barometer 33 INHOUD: In het kort... 2 Vastgoedactiviteit in België... 2 Prijsevolutie van het residentieel vastgoed in België... 2 Op macro economisch niveau...

Nadere informatie

Buy-to-let verandert spelregels woningmarkt Maartje Martens HousingAnalysis

Buy-to-let verandert spelregels woningmarkt Maartje Martens HousingAnalysis De Woningmarkt Draait Door _Ruimte en Wonen_ Almere_21 juni 2018 Buy-to-let verandert spelregels woningmarkt Maartje Martens HousingAnalysis Enkele vooronderstellingen koopwoningmarkt..die niet meer kloppen

Nadere informatie

De Amsterdamse woningmarkt: voorzichtige stabilisatie

De Amsterdamse woningmarkt: voorzichtige stabilisatie De Amsterdamse woningmarkt: voorzichtige stabilisatie De problemen op de wereldwijde financiële markten hebben de economie inmiddels meer dan twee jaar in haar greep. Vanaf oktober 28 zijn de gevolgen

Nadere informatie

WONINGPRIJZEN: WONINGPRIJS- MECHANISME & MARKTEVENWICHTEN De logica, nood en valkuilen van betaalbaarheid als woningprijs determinant

WONINGPRIJZEN: WONINGPRIJS- MECHANISME & MARKTEVENWICHTEN De logica, nood en valkuilen van betaalbaarheid als woningprijs determinant WONINGPRIJZEN: WONINGPRIJS- MECHANISME & MARKTEVENWICHTEN De logica, nood en valkuilen van betaalbaarheid als woningprijs determinant Frank Vastmans, Erik Buyst, Roel Helgers & Sven Damen WONINGPRIJZEN:

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de stadsdelen

Ontwikkelingen in de stadsdelen 26 De Amsterdamse woningmarkt is vanaf 28 stevig geraakt door de economische crisis. Het dieptepunt op de woningmarkt werd bereikt in het eerste kwartaal van 29. De jaren 21 en 2 lieten aanvankelijk tekenen

Nadere informatie

Prijzen houden stand, maar de activiteit daalt. derde trimester met 5,1% naar beneden ten opzichte van de derde trimester van 2009.

Prijzen houden stand, maar de activiteit daalt. derde trimester met 5,1% naar beneden ten opzichte van de derde trimester van 2009. Vastgoed, familie, vennootschappen juli - september Trimester 3-21 www.notaris.be 1. Index van de vastgoed-activiteit in België n 6 12 12 11 18,2 11 1 11,1 11,6 1 99,2 1 99,7 99,8 94,3 94,4 94,1 1 9 86,3

Nadere informatie

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Woonstad. Stad Genk Publicatie Stedenbouwkundige vergunningen

Voor meer cijfers, zie  beleidsdomein Woonstad. Stad Genk Publicatie Stedenbouwkundige vergunningen De cijfers over het aantal stedenbouwkundige vergunningen zijn gebaseerd op de inzameling via de gemeenten of de Vlaamse Overheid, en worden verwerkt en gepubliceerd door de FOD Economie. De gegevens voor

Nadere informatie

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007

Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007 Bijlage I: Woningmarktcijfers 4 e kwartaal 2007 De prijs van de gemiddelde verkochte woning stijgt met 1,2% in het 4 e kwartaal van 2007. De stijging van de prijs per m 2 is met 0,3% veel lager. De stijging

Nadere informatie

Betaalbaarheid van het residentieel vastgoed in functie van het inkomen

Betaalbaarheid van het residentieel vastgoed in functie van het inkomen Betaalbaarheid van het residentieel vastgoed in functie van het inkomen Auteur: Frank Maet Belfius Research Op basis van de vastgoedprijsdata per gemeente en de statistische reeksen m.b.t. de fiscale inkomens

Nadere informatie

Wonen in multifunctionele woonkernen

Wonen in multifunctionele woonkernen Herziening RSL2 Ontwerp 27 november 2017 Wonen in multifunctionele woonkernen Inleiding Kernnota Thema s Stadsdelen & Deelruimten Prioritaire Projecten 101 Wonen in multifunctionele woonkernen B. Bestaande

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2015

PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2015 PERSBERICHT Brussel, 25 maart 2015 Residentiële vastgoedprijsindex 4e kwartaal 2014 o De Belgische residentiële vastgoedprijsindex steeg in het vierde kwartaal van 2014 met 1,0% ten opzichte van het vorige

Nadere informatie

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Woonstad. Stad Genk Publicatie Stedenbouwkundige vergunningen

Voor meer cijfers, zie  beleidsdomein Woonstad. Stad Genk Publicatie Stedenbouwkundige vergunningen De cijfers over het aantal stedenbouwkundige vergunningen zijn gebaseerd op de inzameling via de gemeenten of de Vlaamse Overheid, en worden verwerkt en gepubliceerd door de FOD Economie. De gegevens voor

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014 n 20 T/1 5 jaar www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 99,2 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 102,8 94,1 94,9 98,9

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER T VASTGOED. Barometer 41 SAMENVATTING VASTGOEDACTIVITEIT PRIJSEVOLUTIE OVER 5 JAAR. Inflatie

NOTARISBAROMETER T VASTGOED. Barometer 41   SAMENVATTING VASTGOEDACTIVITEIT PRIJSEVOLUTIE OVER 5 JAAR. Inflatie NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T2 2019 Barometer 41 SAMENVATTING VASTGOEDACTIVITEIT PRIJSEVOLUTIE OVER 1 JAAR PRIJSEVOLUTIE OVER 5 JAAR Inflatie 2 CONTENU Hypothecaire leningen... 4 Vastgoedactiviteit...

Nadere informatie

Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester. De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart

Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester. De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart I. Vastgoedactiviteit in België Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart In het 2de trimester van 2013 waren er in ons

Nadere informatie

Subsidies bij sociale koopwoningen. Behoefte aan sociale koop

Subsidies bij sociale koopwoningen. Behoefte aan sociale koop Subsidies bij sociale koopwoningen Behoefte aan sociale koop Dr. Kristof Heylen HIVA - KULeuven Vlaamse Woonraad 11-12-2015 www.steunpuntwonen.be Doel van studie Subsidies sociale koop Zicht krijgen op

Nadere informatie

En de prijzen zullen ze verder stijgen?

En de prijzen zullen ze verder stijgen? En de prijzen zullen ze verder stijgen? Paul de Vries, /TUDelft, Nederland Publieksmoment Woonbeleidsplan Vlaanderen, Brussel, 29 november 2011 Delft University of Technology Challenge the future De prijzen

Nadere informatie

Starters op de koopwoningmarkt na de crisis

Starters op de koopwoningmarkt na de crisis Starters op de koopwoningmarkt na de Samenvatting Tijdens de deed het Kadaster onderzoek naar starters op de koopwoningmarkt. Nu de koopwoningmarkt aantrekt en de prijzen stijgen, is de vraag hoe koopstarters

Nadere informatie

Bijlage I Analyse Woningmarkt

Bijlage I Analyse Woningmarkt NVM Bijlage I Analyse Woningmarkt 2e kwartaal 2010 NVM Data & Research 8-7-2010 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 TRANSACTIES Aantal Verkopen Het totale aantal

Nadere informatie

Stijging woningoverdrachten

Stijging woningoverdrachten Stijging woningoverdrachten Positieve noot: meer transacties In het tweede kwartaal wisselden 34.628 woningen van eigenaar, een stijging van 17,3% ten opzichte van een jaar geleden. Op jaarbasis gaat het

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de stadsdelen

Ontwikkelingen in de stadsdelen 27 De Amsterdamse woningmarkt werd vanaf 28 stevig geraakt door de economische crisis. Het dieptepunt op de woningmarkt werd bereikt in het eerste kwartaal van 29. De jaren 21 en 211 lieten aanvankelijk

Nadere informatie

notarisbarometer 101,6 99, ,2 99,8 94,1 Belgisch vastgoed zet de economische crisis een hak

notarisbarometer 101,6 99, ,2 99,8 94,1 Belgisch vastgoed zet de economische crisis een hak notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 11 Oktober - december Trimester 4 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie

Nadere informatie

The Impact of the Interest and Capital Mortgage Deduction on Homeownership in Belgium: A Differencein-Difference

The Impact of the Interest and Capital Mortgage Deduction on Homeownership in Belgium: A Differencein-Difference Spoor A2a: The Impact of the Interest and Capital Mortgage Deduction on Homeownership in Belgium: A Differencein-Difference Approach UGent Faculteit Economie en Bedrijfskunde 2014 Algemeen secretariaat

Nadere informatie

NVM-Betaalbaarheidsanalyse. 2000-Q1 tot en met 2014-Q4

NVM-Betaalbaarheidsanalyse. 2000-Q1 tot en met 2014-Q4 NVM-Betaalbaarheidsanalyse 2000-Q1 tot en met 2014-Q4 NVM Data & Research 15 januari 2015 1 Samenvatting De (theoretische) betaalbaarheidsindex maakt in het vierde kwartaal van 2014 nog steeds een opwaartse

Nadere informatie

notarisbarometer Belgisch vastgoed blijft betrouwbaar Vastgoedactiviteit in België 106,4 106,8 102,8 102,6 94,9

notarisbarometer Belgisch vastgoed blijft betrouwbaar Vastgoedactiviteit in België  106,4 106,8 102,8 102,6 94,9 notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 13 April - juni Trimester 2 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie A Vastgoedactiviteit

Nadere informatie

Verkoop door woningcorporaties

Verkoop door woningcorporaties 2 14 Ruim 22.000 corporatiewoningen verkocht Vanaf 199 tot en met de eerste helft van 14 hebben de woningcorporaties ruim 22.000 bestaande woningen verkocht aan particulieren. Het aantal verkopen kwam

Nadere informatie

Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2008

Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2008 Bijlage I: Woningmarktcijfers 1 e kwartaal 2008 De prijs van de gemiddelde verkochte woning stijgt met 0,4% in het 1e kwartaal van 2008. De stijging van de prijs per m2 is met 0,7% iets hoger. De stijging

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014 Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014 n 23 T/4 www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 99,7 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 102,8 94,1 94,9 98,9 101,4

Nadere informatie

Woningmarkt landelijk 2018 (KW3)

Woningmarkt landelijk 2018 (KW3) In het derde kwartaal van 218 werden volgens het CBS/Kadaster 56.921 woningen verkocht. Dat is 7,3% minder dan in het derde kwartaal van 217 en 7,5% meer dan in het tweede kwartaal van 218. De verkoop

Nadere informatie

POLEN BELGIË LUXEMBURG FRANKRIJK GRENZEN VERLEGGEN

POLEN BELGIË LUXEMBURG FRANKRIJK GRENZEN VERLEGGEN BELGIË POLEN FRANKRIJK LUXEMBURG GRENZEN VERLEGGEN JAARVERSLAG 2017 I. KANTOORMARKT IN BELGIË A. BRUSSEL MARKTANALYSE : BELGIË 2017 was een boeiend en cruciaal jaar voor de Brusselse kantoormarkt. Als

Nadere informatie

De evolutie van de woonsituatie in Vlaanderen in de periode

De evolutie van de woonsituatie in Vlaanderen in de periode De evolutie van de woonsituatie in Vlaanderen in de periode 24-29 Resultaten EU-SILC enquête Kristof Heylen HIVA, KULeuven www.steunpuntwonen.be Woonsituatie: evolutie 1976-25 Bronnen: SEP, PSBH, SEE en

Nadere informatie

een zeer lage prijs (bron FOD Economie). 1 De grote stijging zou te wijten zijn aan de verkoop van een zeer groot perceel/groot aantal percelen aan

een zeer lage prijs (bron FOD Economie). 1 De grote stijging zou te wijten zijn aan de verkoop van een zeer groot perceel/groot aantal percelen aan De statistieken over de vastgoedprijzen zijn gebaseerd op gegevens afkomstig van het Kadaster van de FOD Financiën en betreffen de verkopen die onderworpen zijn aan het stelsel van registratierechten.

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Verantwoordelijke uitgever: Erik Van Tricht, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, Bergstraat, 30-34 - 1000 Brussel Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen VASTGOEDACTIVITEIT

Nadere informatie

Wie kopen er hypotheekloos?

Wie kopen er hypotheekloos? 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 Wie kopen er hypotheekloos? Auteurs: Frank van der Harst, Paul de Vries Datum: 28 juni 2017

Nadere informatie

Meest interessante vastgoedprijzen in Zuid-West-Vlaanderen

Meest interessante vastgoedprijzen in Zuid-West-Vlaanderen West-Vlaanderen Werkt 4, 2006 Regioscan Meest interessante vastgoedprijzen in Zuid-West-Vlaanderen Lieselot Denorme sociaaleconomisch beleid, WES Is vastgoed in West-Vlaanderen nog betaalbaar? Dit hangt

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - september 2015

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - september 2015 Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - september 2015 n 26 T/3 www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 103,4 105,9 94,1 94,9 102,8 98,9

Nadere informatie

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen

De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België Samenvatting en kernboodschappen De evolutie van de sociale situatie en de sociale bescherming in België 2018 Samenvatting en kernboodschappen September 2018 ANNEX 6 : NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING EN KERNBOODSCHAPPEN VAN DE ANALYSE

Nadere informatie

Wonen in multifunctionele woonkernen

Wonen in multifunctionele woonkernen Herziening RSL2 Ontwerp 7 maart 2017 Wonen in multifunctionele woonkernen Inleiding Kernnota Thema s Stadsdelen & Deelruimten Prioritaire Projecten 99 Wonen in multifunctionele woonkernen B. Bestaande

Nadere informatie

'Huurprijzen en huurrendementen: nieuwe gegevens en nieuwe inzichten'

'Huurprijzen en huurrendementen: nieuwe gegevens en nieuwe inzichten' 'Huurprijzen en huurrendementen: nieuwe gegevens en nieuwe inzichten' Studienamiddag 'Focus op de private huur in beleid en onderzoek' Brussel, Herman Teirlinckgebouw, 11 januari 2018 Frank Vastmans, KU

Nadere informatie

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA

De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA De jonge uitkeringstrekkers ten laste van de RVA Vooraf Door de aanbevelingen van de Europese Unie is de aandacht momenteel vooral gericht op de werkgelegenheidsgraad van de oudere uitkeringstrekkers.

Nadere informatie

NVM-Betaalbaarheidsanalyse. 2000-Q1 tot en met 2012-Q1

NVM-Betaalbaarheidsanalyse. 2000-Q1 tot en met 2012-Q1 NVM-Betaalbaarheidsanalyse 2000-Q1 tot en met 2012-Q1 NVM Data & Research 2 april 2012 Inhoudsopgave 1 Samenvatting... 3 2 Inleiding: beschrijving van de gebruikte betaalbaarheidsindicatoren en grafieken...

Nadere informatie

NVM-Betaalbaarheidsanalyse. 2000-Q1 tot en met 2014-Q3

NVM-Betaalbaarheidsanalyse. 2000-Q1 tot en met 2014-Q3 NVM-Betaalbaarheidsanalyse 2000-Q1 tot en met 2014-Q3 NVM Data & Research 9 oktober 2014 1 Samenvatting De (theoretische) betaalbaarheidsindex maakt in het derde kwartaal van 2014 een zeer sterke opwaartse

Nadere informatie

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens Bierings, H., Schmitt, J., van der Valk, J., Vanderbiesen, W., & Goutsmet, D. (2017).

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER 2018

NOTARISBAROMETER 2018 NOTARISBAROMETER 2018 1 Perscommuniqué - Brussel, 22 januari 2019 Embargo tot 22.01.2019, 10u. Gemiddelde prijs voor een woonhuis met bijna 5 procent gestegen In 2018 is de prijs voor een woonhuis in België

Nadere informatie

plage-lestijden onderwijzer

plage-lestijden onderwijzer plage-lestijden onderwijzer Schooljaar 2010-2011 - Schooljaar 2011-2012 Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi

Nadere informatie

Volkshuisvesting naar Weens voorbeeld als antwoord op de wooncrisis

Volkshuisvesting naar Weens voorbeeld als antwoord op de wooncrisis Volkshuisvesting naar Weens voorbeeld als antwoord op de wooncrisis Studiedienst PVDA Limburg Stefanie Kerckhoven 1. De crisis op de woningmarkt... 2 1.1 Voor wie is kopen nog betaalbaar?... 2 1.2 Van

Nadere informatie

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE. 0. KENGETALLEN Brugge Midden- West-Vlaanderen Oostende Westhoek Zuid- West-Vlaanderen West- Vlaanderen Vlaams Gewest Totale bevolking (01/01/2008) 275.599 233.200 149.287 213.729 278.672 1.150.487 6.161.600

Nadere informatie

86,3 87,7 +1,66% -8,62%

86,3 87,7 +1,66% -8,62% Vastgoed, familie, vennootschappen januari maart Trimester 1-21 www.notaris.be 1. Index van de vastgoedactiviteit in België n 4 12 12 11 18,2 11 1 94,3 11,1 11,6 94,4 99,2 1, 99,7 1 86,3 9 87,7 9 8 27

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER: VASTGOEDPRIJZEN IN DE VLAAMSE PROVINCIEHOOFDSTEDEN

NOTARISBAROMETER: VASTGOEDPRIJZEN IN DE VLAAMSE PROVINCIEHOOFDSTEDEN Perscommuniqué - Brussel, 21 februari 2019 NOTARISBAROMETER: VASTGOEDPRIJZEN IN DE VLAAMSE PROVINCIEHOOFDSTEDEN De Federatie van het Notariaat (Fednot) brengt voor het eerst een barometer uit met de prijzen

Nadere informatie

Persbericht woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2018 NVM afdeling t Gooi. Huizen, 11 oktober Geachte heer, mevrouw,

Persbericht woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2018 NVM afdeling t Gooi. Huizen, 11 oktober Geachte heer, mevrouw, Persbericht woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2018 NVM afdeling t Gooi Huizen, 11 oktober 2018 Geachte heer, mevrouw, Donderdag 11 oktober 2018, zijn na 10.00 uur de marktcijfers bekend gemaakt van het 3

Nadere informatie

ONTWIKKELING KOOPMARKT DEN HAAG EN HAAGLANDEN, 1 e helft 2009 EN 3 E KWARTAAL 2009

ONTWIKKELING KOOPMARKT DEN HAAG EN HAAGLANDEN, 1 e helft 2009 EN 3 E KWARTAAL 2009 Onderzoeksrapport Directie Beleid, Stafafdeling Onderzoek ONTWIKKELING KOOPMARKT DEN HAAG EN HAAGLANDEN, 1 e helft 2009 EN 3 E KWARTAAL 2009 COLOFON Uitgave Gemeente Den Haag DSO / Beleid / Onderzoek December

Nadere informatie

Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008

Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008 Bijlage I: Woningmarktcijfers 3 e kwartaal 2008 De prijs van de gemiddelde verkochte woning daalt met -0,3% licht in het 3 e kwartaal van 2008. De prijs per m 2 stijgt daarentegen licht met 0,3%. De prijsontwikkeling

Nadere informatie

GEMIDDELDE PRIJZEN EVOLUTIE 2017 S1 2018

GEMIDDELDE PRIJZEN EVOLUTIE 2017 S1 2018 NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE S1 2018 OVERZICHT ACTIVITEIT EVOLUTIE S1 2017 S1 2018 GEMIDDELDE PRIJZEN EVOLUTIE 2017 S1 2018 VASTGOEDACTIVITEIT AAN DE KUST De index voor de vastgoedactiviteit

Nadere informatie

Regionale verdeling van de vastgoedactiviteit

Regionale verdeling van de vastgoedactiviteit notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D n 1 Juli - september Trimester 3-211 Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen A Vastgoedactiviteit

Nadere informatie

Profielschets Leuven 1 PROFIELSCHETS LEUVEN

Profielschets Leuven 1 PROFIELSCHETS LEUVEN Profielschets Leuven 1 PROFIELSCHETS LEUVEN Contents Leuven in tabellen en figuren... 4 Identikit inwoner en woning... 4 Identikit inwoner... 4 Identikit woningen... 4 Inwoners in detail... 5 Bevolkingspiramide...

Nadere informatie

Steeds meer bewoners vier grote steden verlaten hun stad

Steeds meer bewoners vier grote steden verlaten hun stad Steeds meer bewoners vier grote steden verlaten hun stad 23 juli 2018 Paul de Vries en Frank van der Harst Bewoners in de vier grote steden verhuizen steeds meer naar buurtgemeenten buiten de stad. De

Nadere informatie

Profielschets Hasselt

Profielschets Hasselt Profielschets Hasselt Contents Hasselt in tabellen en figuren... 4 Identikit inwoner en woning... 4 Identikit inwoner... 4 Identikit woningen... 4 Inwoners in detail... 5 Bevolkingspiramide... 5 evolutie

Nadere informatie

Prijzen en prijsvorming op de residentiële vastgoedmarkt

Prijzen en prijsvorming op de residentiële vastgoedmarkt Prijzen en prijsvorming op de residentiële vastgoedmarkt 20 april 2017 Prof. Dr. Nancy Huyghebaert Professor of Corporate Finance Introductie Introductie Evolutie residentiële vastgoedprijzen in de wereld

Nadere informatie

Profielschets Mechelen

Profielschets Mechelen Profielschets Mechelen Contents Mechelen in tabellen en figuren... 4 Identikit inwoner en woning... 4 Identikit inwoner... 4 Identikit woningen... 4 Inwoners in detail... 5 Bevolkingspiramide... 5 evolutie

Nadere informatie

Marktontwikkeling koopwoningen

Marktontwikkeling koopwoningen 15 De Europese Schuldencrisis laat zijn sporen na In de vorige uitgave van WOON Amsterdam, najaar 2011, concludeerden we: Het is de onzekerheid over de toekomst die de markt afremt. Als het gaat om de

Nadere informatie

Profielschets Brugge PROFIELSCHETS BRUGGE

Profielschets Brugge PROFIELSCHETS BRUGGE Profielschets Brugge PROFIELSCHETS BRUGGE Contents Brugge in tabellen en figuren... Identikit inwoner en woning... Identikit inwoner... Identikit woningen... Inwoners in detail... 5 Bevolkingspiramide...

Nadere informatie

DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2014 : DATA FOD ECONOMIE 1 INLEIDING

DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2014 : DATA FOD ECONOMIE 1 INLEIDING CONFEDERATIE VAN IMMOBILIENBEROEPEN VLAANDEREN Kortrijksesteenweg 1005, 9000 Gent www.cibweb.be DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2014 : DATA FOD ECONOMIE 1 INLEIDING De benchmark voor de

Nadere informatie

Profielschets Turnhout

Profielschets Turnhout Profielschets Turnhout Contents Turnhout in tabellen en figuren... 4 Identikit inwoner en woning... 4 Identikit inwoner... 4 Identikit woningen... 4 Inwoners in detail... 5 Bevolkingspiramide... 5 evolutie

Nadere informatie

Marktontwikkeling koopwoningen

Marktontwikkeling koopwoningen 7 0,0 0, 0,20 0, 0,10 0,05 0,00 16 201 Het dieptepunt voorbij In 2012 werd de Amsterdamse woningmarkt hard geraakt door de Europese Schuldencrisis. De Amsterdamse woningmarkt verloor in 2012 in toenemende

Nadere informatie

Regionale Analyse. Alkmaar e.o. NVM regio (noord) Kennemerland. 4 e kwartaal , Alkmaar

Regionale Analyse. Alkmaar e.o. NVM regio (noord) Kennemerland. 4 e kwartaal , Alkmaar Regionale Analyse Alkmaar e.o. NVM regio (noord) Kennemerland 4 e kwartaal 2018 10-1-2019, Alkmaar 1 Welkom bij regionale analyse van de regio (noord) Kennemerland*. Deze rapportage is gemaakt door VLIEG

Nadere informatie

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken.

Te weinig verschil Verschil tussen de hoogte van uitkeringen en loon is belangrijk. Het moet de moeite waard zijn om te gaan werken. Hoofdstuk 4 Inkomen Paragraaf 4.1 De inkomensverschillen Waardoor ontstaan inkomens verschillen. Inkomensverschillen ontstaan door: Opleiding Verantwoordelijkheid Machtspositie Onregelmatigheid of gevaar

Nadere informatie

Profielschets Gent PROFIELSCHETS GENT

Profielschets Gent PROFIELSCHETS GENT Profielschets Gent PROFIELSCHETS GENT Contents Gent in tabellen en figuren... 4 Identikit inwoner en woning... 4 Identikit inwoner... 4 Identikit woningen... 4 Inwoners in detail... 5 Bevolkingspiramide...

Nadere informatie