Warming up. Lessen jongens/meisjes. Doel: - teamwork. Materiaal: - pilonnen - punten opplakken

Transcriptie

1 Warming up - teamwork - pilonnen - punten opplakken - Puntenloop De groepjes verzamelen punten door om de pilonnen heen te lopen. De spelers wisselen elkaar daarbij af. Regels: - elkaar aflossen in de wisselzone = perk - elke pilon heeft een aangegeven puntenwaarde - als groep punten optellen - 2-tal elkaar afwisselen / van het groepje mogen er steeds 2 tegelijk lopen - 3 minuten / 6 minuten - de groep mag kiezen welke pilonnen worden gelopen / elke pilon moet door de groep worden gerond, alvorens dezelfde mag worden genomen. - bal opspelen tijdens het lopen om de pilonnen - bespreek van te voren een tactiek. Welke manier is het snelst om zoveel mogelijk punten te halen? - om de pilonnen heen lopen en wisselen in het perk achter de lijn JM-W-1

2 Warming up - voetenwerk - controle over de bal vanuit een bewegende situatie - pilonnen - bakje met kaatsballen Slalom door de pilonnen. Aan het einde wordt een bal aangegooid, die teruggeplaatst moet worden in de handen van de aangooier. Om de pilon en weer achter aansluiten. Regels: - juiste richting beginnen met slalom - 2de persoon mag pas starten als de 1ste aan het eind van de slalom is - scoren in doel waar de aangooier in staat - schikken achter de bal - bal rolt uit de hand JM-W-2

3 Warming up - voetenwerk - vanuit de beweging bal zuiver terugspelen - pilonnen in omgangsbaan - bakjes met kaatsballen Bij elke pilon staat een bakje met ballen en een aangooier. De rest van de groep loopt achter elkaar bij de pilonnen langs en krijgt een bal aangespeeld. Deze wordt weer netjes bij de aangooier in de handen geretourneerd. Regels: - bal gemist, doorlopen naar de volgende om opstopping te voorkomen - verschillende ballen aangooien, rollende, hoge, stuiterende, snelle etc. - schikken achter de bal JM-W-3

4 Warming up - reactiesnelheid - bal opspelen - 4 pilonnen - kaatsballen De gehele groep loopt om de pilonnen en speelt steeds de bal omhoog. Op teken achteruit lopen, bij volgend teken weer vooruit, achteruit, vooruit etc. Regels: - als de bal valt met hooghouden, snel weer oppakken en weer aansluiten - bij signaal van de trainer houdt de laatste in de rij de bal vast en sprint om de groep heen en sluit vooraan. Herhalen tot iedereen is geweest. - bij signalen van de trainer kunnen ook andere opdrachten opgenoemd worden zoals; zitten, omdraaien, spring in de lucht, etc. - concentratie - voetenwerk voorwaarts-achterwaarts JM-W-4

5 Warming up - voetenwerk - sprintsnelheid - kracht - perklijnen - pilonnen 1. Loopvormen m.b.v. perklijnen: om de perken heen / vooruit-achteruit op de zijlijnen / heen en weer 2. Sprintwedstrijdje 2-tal lengte perk: wie tikt het eerste de uitgestoken hand van de trainer aan? 3. 2-tal elkaar over de perklijn duwen / trekken - huppelen of zijwaartse galop - lijnen aantikken met de hand - groepen wedstrijdje tegen elkaar - sprintoefeningen en krachtoefeningen na warmlopen en rekken - duidelijke tekens geven JM-W-5

6 Opslag - plat voorin plaatsen - pilonnen / opslagdoek - bakjes met ballen - Kaatsers verdelen over de drie perken. Voorin het perk is een gedeelte afgezet met pilonnen / opslagdoek - De kaatsers proberen de opgeslagen bal strak laag in dit vak te plaatsen - Spelvorm: probeer voor jezelf een eerst te pakken (4-7x opslaan) - links voorin plaatsen - rechts voorin plaatsen - opgooi dichtbij lichaam en iets meer naar achter - buigstrek actie aanpassen, bovenlichaam iets langer voorover - bij variaties aanloop en voetenstand iets aanpassen / idem iets aanpassen armzwaai JM-O-1

7 Opslag - diepe opslagbal achterin - pilonnen - bakjes ballen - De kaatsers verdelen zich over de perken. De kaatsers moeten proberen de bal achterin in het aangegeven vak te slaan. - Spelvorm: hoe vaak lukt het je zelf een eerst te halen (4-7x opslaan)? - links achterin plaatsen - rechts achterin plaatsen - telvorm met de groepen tegen elkaar - rechte doorzwaai - goed uitstrekken tijdens buig strek actie JM-O-2

8 Opslag - opslagbal tussenin plaatsen - lijnen / pilonnen in het perk - bakjes ballen - De kaatsers verdelen zich over de perken. De kaatsers proberen in het aangegeven middelste vak van het perk op te slaan. - Spelvorm: hoe vaak lukt je dit van de 10x? - perkspeler voorin zetten, bedoeling over hem heen slaan - tussen beide perkspelers in plaatsen, spelvorm: hoe vaak sla je een zitbal? - links / rechts tussenin plaatsen - basistechniek - uitproberen welke slag je nodig hebt om de bal in het middelste vak te krijgen JM-O-3

9 Opslag zuiver, constant en gevarieerd kunnen opslaan - perken met extra lijnen / pilonnen - bakjes ballen Er zijn 4 opslagopdrachten, opklimmend in moeilijkheid - Na 3x goed opslaan opschuiven naar volgende perk - Perk 1: de opslagbal in het perk opslaan - Perk 2: de opslagbal laag strak voorin opslaan - Perk 3: diep achterin opslaan - Perk 4: recht opslaan in half / smal perk - Wie haalt het einde? - bij 2 achtereenvolgende missers perk terug - na 2x goed opslaan opschuiven, bij 1 misser terug - je mag beginnen bij het onderdeel naar keuze - je mag je eigen volgorde bepalen - basistechniek - opgooi en armzwaai aanpassen aan doel van de opslagbal - concentratie JM-O-4

10 Opslag - diepe opslagbal achterin - doorlopen en 2e bal keren / retourneren tot in perk - perken met pilonnen halverwege perk - bakjes ballen - Je slaat de bal achterin en loopt door om de door de perkspeler mooi teruggeslagen bal te keren en daarmee de kaats zo klein mogelijk te houden of bal retour te slaan in het perk voor 2 punten - Spelvorm: hoe vaak lukt het je te scoren / hoe vaak lukt het de kaats klein te houden (<8 m) -- in het perk staat een aangooier voor de 2e bal i.p.v. perkspeler - basistechniek - meteen doorlopen na opslaan JM-O-5

11 Uitslag - gericht recht uitslaan - pilonnen voor vakken - bakjes met ballen - De aangooier gooit een bal naar de speler in het perk - De perkspelers proberen de bal recht naar het vak achter de opslaglijn te slaan - De bovenlijnspeler keert / retourneert de uitgeslagen bal - vaste kaats neerleggen ( doel perk voorbij slaan, doel bovenlijnspeler retourslaan tot voor de kaats; afspraak is mooi uit binnen bereik bovenlijnspeler, dan spelen om de kaats) - i.p.v. aangooien mooi opslaan - basistechniek - raakpunt voor de schouder - 3 pas instappen - correcte armzwaai en doorzwaai JM-U-1

12 Uitslag - zicht op de bal verbeteren, elke bal verwerken tot punten of kaats, niets laten zitten - pilonnen om half perk aan te geven - bakjes met ballen - Perkspeler slaat vanuit afgesproken vak voorin / achterin alle ballen uit van de minimaal 3 opslagers - Doorwisselen van perkspeler na 5 à 6 minuten - na 5 zitballen perkspeler wisselen met degene die de zitbal maakte - perkspeler verdedigt gehele perk - schikken onder de bal - raakpunt voor de schouder JM-U-2

13 Uitslag - plaatsen links en rechts - poorten / grote pilonnen / doelen - De kaatsers verdelen zich over de 2 perken. Er staan 2 aangooiers voor de perken. De aangooier gooit een bal naar de kaatsers in de perken, deze kaatsers proberen de bal te plaatsen in de aangegeven doelen. - Spelvorm: hoe vaak lukt dit en welke groep het eerst? - een kaatser als keerder in de goal zetten - na uitslaan omlopen naar andere perk, zodat links en rechts slaan steeds wordt afgewisseld - lichaam naar de bal toe schikken - voet draaien naar de kant waar de bal heen moet JM-U-3

14 Uitslag - uitslaan - na uitlopen 2e actie in het veld = keren of retourslaan - dubbele bakjes met ballen - pilonnen - De kaatser krijgt een bal aangegooid en slaat deze uit. Na deze bal loopt de uitslager het perk uit en krijgt een tweede bal aangegooid. De uitslager moet deze bal ook proberen te verwerken (zo snel mogelijk keren / verder slaan tot dikke kaats / bovenslaan) - tweede bal tussen pilonnen scoren - 2e aangooier vervangen door retourneerder op de boven, 1ste bal uitslaan richting de boven, terugkerende bal van de boven weer verwerken door de uitlopende uitslager - schikken onder de bal - voetenwerk JM-U-4

15 Uitslag - schikken, bal strak slaan - bakje ballen - Ene van 2-tal gooit te kort aan en loopt steeds klein stukje achteruit voor het aangooien van de volgende bal - De ander schikt achter de bal en slaat de bal recht over de aangooier - zonder handschoen als tikoefening - in handen spelen van 3e speler - schikken - vroeg raakpunt voor - te kort aangooien JM-U-5

16 Eindspel spelen om de kaats - ballen - kaatsen - De opslagpartij probeert de kaats te behouden (opslaan - keren voor de kaats - retourslaan tot voor de kaats) - De perkpartij probeert de kaats voorbij te slaan (uitslaan - keren voor de kaats - retour voorbij de kaats) - Het- 2-tal dat de kaats wint, krijgt 2 punten Regels: - de veldbreedte is maximaal een half veld / eigen perk + perken aan weerszijden - puntentelling; elk eerst begint bij wisselende kaats: kaats verplaatsen, afhankelijk van wie het vorige punt won - blijf op de techniek letten! - probeer zoveel mogelijk te plaatsen - maak afspraken over te geven opslagbal - kies bewust voor een perkopstelling JM-E-1

17 Eindspel - reactiesnelheid - voetenwerk - plaatsen van de bal - tennisballen - Kaatstennis - 2 teams staan tegenover elkaar in een vak. Het is de bedoeling om de bal over te slaan en proberen punten te maken in het vak van de tegenstander - alleen met links slaan - bal moet steeds stuiten voor het slaan - alleen punten te verdienen als het team de opslag heeft - nethoogte varieren - als de tegenpartij de bal met het opslaan voor de middellijn slaat is de bal voor en krijgt het andere team een punt - als de bal over het vak wordt geslagen gaan de punten naar het andere team - als de bal op de lijn komt is de bal IN! JM-E-2

18 Eindspel - bovenlijnspel retourneren - tussenspel keren en retourneren - ballen - kaatsen - Bovenlijnspel - De opslager slaat de bal naar het perk en de perkspeler slaat de bal naar de boven. De bovenspeler retourneert de bal tot voor de kaats maar de uitgelopen perkspeler probeert de bal weer voorbij de kaats te slaan. Lukt dit dan heeft het perk 2 punten, zo niet dan heeft de opslag 2 punten. Regels: - opslager geeft een mooie bal - perkspeler slaat mooi en recht uit in gebied achter de opslag - veldbreedte maximaal een half veld / eigen perk en perken weerszijden - kaats groter of kleiner maken - alleen naar de rechter- of linker kant retourneren - na zoveel punten te bovenspeler wisselen, iedereen een keer op de boven - instappen naar de bal en plaatsen van de bal - blijf op de techniek letten JM-E-3

19 Eindspel - uitslagspel 2 partijen - zuiver uitslaan - teamafspraken - bakjes ballen - pilonnen / doppen voor gebiedsafbakening - Scoor met je partij zoveel mogelijk punten door de opgegooide bal uit te slaan in het aangegeven vak - De bal, die niet in het vak terechtkomt wordt eerst opgehaald door de speler, die de bal sloeg Regels: - verdeel de taken aangooien en uitslaan in je ploeg - uitslaan vanuit het perk - waar de bal heen rolt geldt - speler in het vak, die de bal moet vangen rechtstreeks of met 1 stuit en vervolgens in bakje doet voor puntentellen - uitslaan naar andere vak: links / rechts scoren - zuiver recht uitslaan - fouten willen herstellen JM-E-4

20 Eindspel - in 3-3 partijvorm spelen - toepassing opslag, uitslag en tussenspeltechnieken - teamafspraken over opstelling en toe te passen actie - 1 bal - 4 kaatsen - Speel 3-3 in een volledig veld met zaalregels opslag per eerst en perkposities wisselen Regels: - opslager per eerst / perkposities doorschuiven - met 4 kaatsen wisselen, niet verspeelde kaatsen gaan mee naar een volgend eerst veldkaatsregels - werken op tijd met 1-puntstelling, om de 10 punten doorwisselen van functie - toepassing technieken - afspraken maken over veldverdeling en acties JM-E-5