CNV Onderwijs gaat voor behoud van expertise

Transcriptie

1 CNV Onderwijs gaat voor behoud van expertise Zoals bekend heeft de minister van OCW grote bezuinigingen aangekondigd op passend onderwijs. CNV Onderwijs is en blijft het oneens met die bezuinigingen en voert daartegen via politieke weg nog steeds verzet. CNV Onderwijs heeft echter wel de verantwoordelijkheid op zich genomen om afspraken te maken over het opvangen van de personele gevolgen van de bezuinigingen, als deze toch (of ten dele) doorgang vinden. Hierover heeft CNV Onderwijs samen met de vakbonden AVS en CMHF overleg gevoerd met de minister van OCW, de PO-raad, de VO-raad en de AOC-raad. Voor al deze partijen staat voorop dat de bestaande expertise uit het (voortgezet) speciaal onderwijs behouden blijft voor het onderwijs en dat gedwongen ontslag zoveel mogelijk wordt voorkomen. De gemaakte afspraken zijn vastgelegd in het Convenant mobiliteit passend onderwijs, dat door de minister van OCW, de drie vakbonden en de drie werkgeversorganisaties wordt ondertekend en vervolgens wordt gepubliceerd in de Staatscourant. Om welke mensen gaat het? Om goed in beeld te krijgen welke personeelsleden in het (v)so met ontslag worden bedreigd, heeft het ministerie van OCW een uitgebreide inventarisatie laten maken. Hieruit blijkt dat als gevolg van de bezuinigingen op passend onderwijs maximaal 5100 mensen met ontslag worden bedreigd. Dit aantal zal waarschijnlijk lager zijn, omdat veel schoolbesturen hebben aangegeven mogelijkheden te zien het personeelsbestand te verminderen door onder andere natuurlijk verloop, beëindiging van het inhuren van personeel en door vrijwillige interne of externe mobiliteit. Daarmee zal het verwachte aantal mensen dat met ontslag wordt bedreigd rond de 3500 uitkomen. Om deze ontslagen te voorkomen heeft CNV Onderwijs de verantwoordelijkheid genomen om met de minister van OCW en de drie werkgeversorganisaties afspraken te maken over scholing, mobiliteit en middelen hiervoor. Uit de inventarisatie blijkt vervolgens dat dit met name ambulant begeleiders, onderwijsgevend personeel in het (v)so en onderwijsondersteunend personeel treft. Daarnaast wordt een klein deel van de medisch specialisten en directie/management met ontslag bedreigd. De arbeidsmarkt Voor wat betreft de arbeidsmarkt bestaan er grote regionale verschillen. Er zijn regio s met een grote vraag naar onderwijspersoneel door uitstroom en verwachte ontwikkelingen van leerlingenaantallen, maar er zijn ook regio s waar de bezuinigingen samenvallen met krimp, verevening en leerlingendaling. Daarom zijn de afspraken gericht op behoud van expertise in het onderwijs door de doorstroom binnen het primair onderwijs (regulier en speciaal) en naar de sectoren voortgezet onderwijs (vo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo) te

2 faciliteren. Een nauwe en goede samenwerking binnen en tussen de samenwerkingsverbanden is hierbij een vereiste. In regio s waar weinig vacatureruimte is binnen de diverse onderwijssectoren zal de mobiliteit zijn gericht op sectoren buiten het onderwijs of op het zelfstandig ondernemerschap. Welke afspraken zijn gemaakt? Om te bereiken dat zoveel mogelijk mensen van werk naar werk worden begeleid zijn er afspraken op verschillende niveaus gemaakt. Om deze afspraken te realiseren stelt het ministerie van OCW aan schoolbesturen met scholen voor (v)so middelen beschikbaar voor mobiliteitsbevorderende maatregelen. Deze middelen bedragen in miljoen, in miljoen en in miljoen. De gemaakte afspraken bieden een kader voor het verdere Decentraal Georganiseerd Overleg (DGO) tussen de vakbonden en de schoolbesturen. De mobiliteitsmiddelen kunnen worden uitgebreid met aanvullende middelen, zoals reserves van een schoolbestuur. A. Afspraken op het niveau van de individuele werknemer De individuele werknemer is zelf verantwoordelijk voor zijn loopbaan en de maatregelen zijn er dan ook primair op gericht om de werknemer van werk naar werk te begeleiden. - Het schoolbestuur heeft de mogelijkheid om de werknemer maximaal 2000,- ter beschikking te stellen als persoonlijk budget voor bijvoorbeeld loopbaanadvies, gesprekken en coaching. - Het schoolbestuur stelt de individuele werknemer in staat zichzelf te scholen voor een baan binnen het onderwijs, buiten het onderwijs of voor het opstarten van een eigen bedrijf. - Eenmalig kan de helft van het budget van de Lerarenbeurs aanvraagtermijn 2012 voor po, (v)so en vo worden ingezet voor met ontslag bedreigd personeel uit het (v)so met een onderwijsbevoegdheid. - In DGO kan een vrijwillige vertrekregeling voor individuele (v)so werknemers worden afgesproken om daarmee werkgelegenheid of mobiliteit te bevorderen. B. Afspraken op het niveau van de schoolbesturen met scholen voor (v)so Schoolbesturen hebben als werkgever de verantwoordelijkheid om de individuele werknemer te faciliteren. - Het schoolbestuur bevordert de mobiliteit binnen en buiten de eigen organisatie, waarbij het Participatiefonds ondersteuning biedt. Het schoolbestuur ontvangt hiervoor incidentele mobiliteitsmiddelen. - Het schoolbestuur geeft de individuele werknemer de ruimte om zich te scholen en om op zoek te gaan naar ander werk. C. Afspraken op het niveau van de samenwerkingsverbanden passend onderwijs Om het nieuwe stelsel van passend onderwijs vorm te kunnen geven is de expertise van ambulant begeleiders en (v)so personeel hard nodig. Omdat vacatures te verwachten zijn in het regulier onderwijs dienen binnen het samenwerkingsverband afspraken te worden gemaakt tussen het regulier en (voortgezet) speciaal onderwijs over vacaturebeleid. - Tot het schooljaar 2015/2016 blijven de resterende middelen voor ambulante begeleiding (43%) besteed worden aan de inzet van ambulante begeleiders, die vanuit het (v)so de ambulante begeleiding verzorgden.

3 - Daarbij geldt dat in schooljaar 2013/2014 het resterende geld voor ambulante begeleiding bij de (v)so school blijft, tenzij er afspraken zijn gemaakt tussen de (v)so school en het samenwerkingsverband over de overdracht van personeel (opting out). - In schooljaar 2014/2015 gaat het resterende geld voor ambulante begeleiding naar het samenwerkingsverband passend onderwijs. Het samenwerkingsverband heeft, als er geen afspraken zijn gemaakt over het overnemen van ambulant begeleiders voor de 43% van de middelen voor ambulante begeleiding, een herbestedingsverplichting voor deze middelen bij de (v)so scho(o)l(en) waar men eerder ambulante begeleiding van ontving. - Vanaf schooljaar 2015/2016 kan het samenwerkingsverband zelf de inzet van de middelen voor ambulante begeleiding bepalen. D. Afspraken op regionaal niveau Omdat het niet binnen alle samenwerkingsverbanden mogelijk zal zijn om het (v)so personeel van werk naar werk te begeleiden zullen er regionaal ook sectoroverstijgende afspraken moeten worden gemaakt met de andere onderwijssectoren en met sectoren buiten het onderwijs. Hierbij zullen de (bestaande) regionale arbeidsmarktplatforms worden ingezet om vraag en aanbod bij elkaar te brengen, eventueel via tijdelijke regionale mobiliteitspoules. Onderwijsvacatures worden bij de regionale arbeidsmarktplatforms gemeld, er worden afspraken gemaakt met opleidingen voor scholingstrajecten op maat en er worden voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd voor schoolbesturen met (v)so-scholen en individuele werknemers over de arbeidsmarktpositie. Het Participatiefonds speelt hierin ook een belangrijke rol. E. Afspraken op landelijk niveau - Alle partijen van het Convenant hebben een inspanningsverplichting om de expertise voor het onderwijs te behouden door zoveel mogelijk (v)so-personeel dat met ontslag wordt bedreigd te benoemen in vacatures in het regulier onderwijs. - Het Ministerie van OCW verdeelt in 2012 de 30 miljoen mobiliteitsmiddelen generiek over alle (v)so-schoolbesturen naar rato van de bezuiniging voor dat bestuur. - De 20 miljoen in 2013 en de 10 miljoen in 2014 worden specifiek ingezet in regio s waar het moeilijker is om personeel te herplaatsen door de arbeidsmarktsituatie. - De middelen die schoolbesturen in alle sectoren de komende jaren ontvangen voor professionalisering en prestatiebeloning kunnen worden ingezet voor een professionaliseringsslag van het zittende personeel in het omgaan met verschillen tussen leerlingen in de groep. Ook kan men deze middelen bundelen op samenwerkingsverbandniveau en daaruit personeel uit het (v)so benoemen voor begeleiding en coaching van collega s uit het regulier onderwijs. - Er worden op landelijk niveau maatwerktrajecten afgesproken voor eventuele omscholing naar ander sectoren. - Met de MBO-raad wordt aanvullend overleg gevoerd over het herplaatsen van (v)so-personeel en ambulant begeleiders in het mbo. Monitoring van de gemaakte afspraken

4 De Convenantpartijen gaan de gemaakte afspraken strak monitoren in een landelijke monitor in samenwerking met het Participatiefonds en in een begeleidingscommissie. Er komen tussenmetingen per kwartaal, waarbij specifiek de gevolgen van de bezuinigingen op passend onderwijs in kaart worden gebracht en de effecten van de ingezette maatregelen van het flankerend en mobiliteitsbeleid worden gemeten. Hierover wordt tussen partijen ieder kwartaal overleg gevoerd, waarbij ook steeds wordt bekeken of een en ander bijstelling behoeft of dat middelen gerichter moeten worden ingezet. Wij horen graag uw mening CNV Onderwijs wil graag weten of u kunt instemmen met de gemaakte afspraken om de personele gevolgen op te vangen. Dit laat onverlet dat wij tegen de bezuinigingen passend onderwijs zijn en dat wij dat ook in onze politieke lobby blijven benadrukken. U kunt digitaal uw stem uitbrengen over de gemaakte afspraken op onze site tot en met 22 januari Ga hiervoor naar Personeelsbijeenkomsten in het land Vanaf 10 januari 2012 zal CNV Onderwijs een vijftal personeelsbijeenkomsten over dit Convenant en de mobiliteitsafspraken op diverse locaties houden. Op onze site vindt u binnenkort de exacte plaatsen en tijden van deze bijeenkomsten. Patrick Banis, bestuurder PO Anja Bartholomeus, beleidsmedewerker

5