Beheer- en onderhoudsplan Elst

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beheer- en onderhoudsplan Elst"

Transcriptie

1 Beheer- en onderhoudsplan Elst Boskalis bv Project: 4 Maatregelen Nederrijn Zaaknummer: Documentnummer: Werkpakketcode: Documentstatus: Versie: a Datum: 9 maart 01 Naam Paraaf Datum Opgesteld: S. Kuiper, R. van Schijndel, 9 maart 01 S. Kossen Getoetst: R.J. Jonker 9 maart 01 Getoetst: M. Balke 9 maart 01 Vrijgegeven: D.J. Zwemmer 9 maart 01 Geaccepteerd OG:

2 Document historie Revisienummer. Revisie datum Aanpassingen 0a Concept 0b Concept 1a Alle opmerkingen verwerkt, gereed voor verzending a Definitief 9 maart versie a

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Kader Maatregel Obstakelverwijdering Elst Gebiedsbeschrijving Brondocumenten en gesprekken Leeswijzer Streefbeeld en uitgangspunten Streefbeeld Hoogwaterbescherming Ruimtelijke kwaliteit Natuur Cultuur Netwerken Belevingswaarde.... Randvoorwaarden en uitgangspunten Doelstellingen Regulier beheer en aanvullend beheer vanuit hoogwaterveiligheid Sedimentbeheer Beheerkosten Wet- en regelgeving Natuur Interventiewaarden methode Methode Toepassing deelgebied Elst Beheerruimte Beheer en onderhoud Algemeen Ooibos Algemeen Streefbeeld Vegetatiebeheer Sedimentbeheer Laaggelegen weide Algemeen Streefbeeld Vegetatiebeheer Beheer overige elementen Sedimentbeheer Hooggelegen boomweide Algemeen Streefbeeld Vegetatiebeheer Rivieroever Algemeen Streefbeeld Vegetatiebeheer Sedimentbeheer Kades Algemeen Streefbeeld Vegetatiebeheer Beheer kunstwerk Sedimentbeheer maart versie a

4 3.7 Terp Algemeen Streefbeeld Vegetatiebeheer Beheer overige elementen Sedimentbeheer Watergang en natuurvriendelijke oevers Algemeen Streefbeeld Vegetatiebeheer Sedimentbeheer Langzaamverkeersbrug Algemeen Streefbeeld Beheer kunstwerken Sedimentbeheer Passantensteiger Algemeen Streefbeeld Beheer kunstwerken Sedimentbeheer Parkeerplaats Algemeen Wegen en paden Algemeen Streefbeeld Beheer wegen en paden Terreinmeubilair en kleine kunstwerken Algemeen Streefbeeld Beheer terreinmeubilair Beheer kleine kunstwerken Extra beheeropgaven buiten het beheergebied Inleiding Scheepvaart Aanzanding zomerbed Dwarsstroming... 0 Monitoring en risicobeheersing....1 Inleiding.... Monitoring Monitoring beheer en onderhoud kades, watergang en natuurvriendelijke oevers....3 Risico-inventarisatie en risicobeheersing... Kostenaspecten Inleiding Eenheidsprijzen verschillende maatregelen Beheerkosten Obstakelverwijdering Elst Bijlage 1: Definitief Ontwerp Bijlage : Interventiekaart Bijlage 3: Inrichtingskaart Bijlage 4: Beheerverklaringen Bijlage : Tabel vegetatie-eenheden 4 Maatregelen Nederrijn maart versie a

5 1 Bijlage : Natuurdoeltypenkaart... 9 Bijlage 7: Beheereenhedenkaart Bijlage 8: Belanghebbende partijen per beheereenheid Bijlage 9: Kostentabel beheermaatregelen Obstakelverwijdering Elst Bijlage 10: Kostentabel monitoringsmaatregelen Obstakelverwijdering Elst maart versie a

6 1 Inleiding 1.1 Kader In 1993 en 199 hadden de Rijn en de Maas te kampen met zeer hoge waterstanden. Naar aanleiding van deze hoge waterstanden is gebleken dat de Rijntakken en de (bedijkte) Maas grotere hoeveelheden water af moeten kunnen voeren dan de hoeveelheid waarmee tot dusver rekening is gehouden. Omdat de dijken op de meeste plaatsen hierdoor niet aan de wettelijke veiligheidsnorm tegen overstromen voldoen, zijn maatregelen nodig. In 000 heeft het kabinet het Rijksprogramma Ruimte voor de Rivier gekozen als uitgangspunt voor een nieuwe aanpak van hoogwaterbescherming: in plaats van het verhogen en versterken van dijken, moet de rivier meer ruimte krijgen. Daarbij is als uitgangspunt genomen geen dijkversterking, tenzij. Dit Rijksprogramma heeft geleid tot de Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier (december 00, op januari 007 in werking getreden) die bestaat uit negenendertig samenhangende maatregelen, het Basispakket, dat de rivier meer ruimte moet geven. De doelstellingen die ten grondslag liggen aan PKB Ruimte voor de Rivier zijn: het vergroten van de veiligheid door het op het vereiste niveau brengen van de bescherming van het rivierengebied tegen overstromingen; het leveren van een bijdrage aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied. Het project 4 Maatregelen Nederrijn heeft betrekking op een viertal maatregelen uit het Basispakket, te weten: 1. uiterwaardvergraving Doorwerthse Waarden;. uiterwaardvergraving Middelwaard; 3. uiterwaardvergraving De Tollewaard; 4. obstakelverwijdering Elst. Dit Beheer- en Onderhoudsplan heeft betrekking op deelgebied Obstakelverwijdering Elst. Figuur 1.1 Overzichtskaartje Obstakelverwijdering Elst 9 maart versie a

7 1. Maatregel Obstakelverwijdering Elst Ten aanzien van deze obstakelverwijdering Elst blijkt dat het terrein van de voormalige Machinistenschool en steenfabriek in de Elster Buitenwaarden bij extreem hoogwater een knelpunt vormt voor de afvoer van rivierwater. In totaal beslaat het terrein, hectare, een oppervlakte die zelfs bij extreem hoog water droog blijft. Het afgraven van het terrein, zoals een deel van de terp van de steenfabriek, biedt kansen om de Rijn meer ruimte te geven, zodat het water sneller wordt afgevoerd en daarmee bijdraagt aan de hoogwaterveiligheid. Het overvloedig Rijnwater kan zich zo via de Elster Buitenwaarden een weg banen naar de Amerongse Bovenpolder. Tevens geeft de verbinding van de Amerongse Bovenpolder en Elster Buitenwaarden de natuur andere kansen. De obstakelverwijdering Elst is het onderwerp van dit beheerplan. Voor deze maatregel is een ontwerpproces doorlopen, waarbij verschillende varianten zijn ontwikkeld om de veiligheid en de ruimtelijke kwaliteit in het gebied te verbeteren. Door Rijkswaterstaat-PDR is daaruit een voorkeursvariant gekozen. Deze bestaat uit meerdere ingrepen in het projectgebied, die door Boskalis in 011 verder uitgewerkt zijn tot een Definitief Ontwerp. De ingrepen worden vervolgens in de periode 01-0 uitgevoerd. Dit beheer- en onderhoudsplan maakt onderdeel uit van het Definitief Ontwerp en is geschreven voor de periode na voltooiing. Er is bij de beschrijving dus vanuit gegaan dat de werkzaamheden reeds zijn uitgevoerd. Het is bedoeld als onderbouwing voor het beheer en onderhoud, dat uitgevoerd zal worden door de terrein- en objectbeherende organisaties. Een bijbehorend beheercontract geeft het beheer- en onderhoudsplan een juridische status. NB: Ten tijde van het opstellen van dit beheerplan waren nog geen beheercontracten opgesteld. Wel zijn beheerverklaringen opgesteld, waarin de intentie tot beheer/onderhoud vastgelegd is. Figuur 1.: Luchtfoto deelgebied Elst, voor realisatie 1.3 Gebiedsbeschrijving Het deelgebied Elst ligt op de noordelijke oever van de Nederrijn, tussen het dorp Elst (Utr.) en de rivier (Figuur 1.1). Het omvat het gebied tussen de winterkade/stuwwal en de kribben in de rivier (de grens ligt bij de wortel van de kribben). Ten westen van het deelgebied Elst ligt de Amerongse Bovenpolder. De verbinding tussen de twee gebieden is open, zodat de gebieden op den duur in elkaar overlopen. Ten oosten van het gebied ligt de Elster Buitenwaard. Het gebied moet een natuurlijke uiterwaard gaan vormen, die tevens gebruikt kan worden voor extensieve recreatie, zoals het maken van ommetjes. Ook ligt in het gebied een passantensteiger die het gebied toegankelijk maakt voor recreanten vanaf de rivier. 7 9 maart versie a

8 Het Definitief Ontwerp is onderverdeeld in objecten. In dit beheerplan zijn soms objecten samengenomen of gesplitst, vanwege praktische overwegingen voor de beheerder. De nieuwe indeling van dit beheerplan is daarom in beheereenheden in plaats van in objecten (Figuur 1.3). Het gebied is voor het beheer en onderhoud onder te verdelen in de volgende natuurlijke beheereenheden: laaggelegen weide, hooggelegen boomweide, ooibos, de watergang en natuurvriendelijke oevers en de rivieroever (inclusief omgeving loswal) (Figuur 1.3). Daarnaast liggen in het gebied verschillende kades en een terp, met daarop de restanten van de oude steenfabriek (schoorsteen, betonvloer en oude olietank). Door het gebied lopen verschillende paden en liggen een langzaamverkeersbrug en een passantensteiger, voor het gebruik door recreanten. Een halfverharde toegangsweg loopt van een parkeerplaats aan de rand van het dorp naar de terp, met daarin een doorwaadbare plaats in de watergang voor de toegang van hulpdiensten en beheerders. Aan de noordzijde liggen verder een wadi en een speeltoestel, grenzend aan de parkeerplaats. Onderstaande beheereenhedenkaart verbeeldt de ligging van de verschillende beheereenheden in het gebied. Figuur 1.3 Beheereenhedenkaart van deelgebied Elst 8 9 maart versie a

9 Tabel 1 geeft een overzicht van de eigenaar en de verantwoordelijken voor beheerder en onderhoud per beheereenheid. Tabel 1 Overzicht eigenaar, beheerder en verantwoordelijke onderhoud per beheereenheid Beheereenheid Eigenaar Beheer Onderhoud Laaggelegen weide Utrechts Utrechts Landschap Utrechts Landschap Landschap Hooggelegen Utrechts Utrechts Landschap Utrechts Landschap boomweide Landschap Ooibos Utrechts Utrechts Landschap Utrechts Landschap Landschap Watergang en natuurvriendelijke Utrechts Landschap HDSR (watergang)/utrechts Landschap (oever) HDSR (watergang)/utrechts Landschap (oever) oevers Rivieroever Rijkswaterstaat Utrechts Landschap Utrechts Landschap Oost-NL; erfpacht Utrechts Landschap Kades Utrechts HDSR Utrechts Landschap/HDSR Landschap/HDSR Terp Utrechts Utrechts Landschap Utrechts Landschap Landschap Langzaamverkeersbr Utrechts Utrechts Landschap Utrechts Landschap ug Landschap Passantensteiger Gemeente Gemeente Rhenen Gemeente Rhenen Rhenen Parkeerplaats Gemeente Gemeente Rhenen Gemeente Rhenen Rhenen Wegen en paden Utrechts Landschap Utrechts Landschap Utrechts Landschap Terreinmeubilair Utrechts Landschap/HDSR/ particulier Utrechts Landschap/HDSR/particulier Utrechts Landschap/HDSR/particulier Verschillende partijen hanteren verschillende definities voor de gebruikte termen: beheer, onderhoud en monitoring. In dit beheer- en onderhoudsplan hanteren wij de volgende definities voor de genoemde begrippen: Beheer Onderhoud Monitoring bepalen, organisatie en coördinatie van activiteiten die nodig zijn om de doelen die gesteld zijn voor een beheereenheid te behalen is het totaal van fysieke activiteiten dat als doel heeft het in een aanvaardbare conditie houden of terugbrengen van een object teneinde de functionaliteit van het te onderhouden goed te borgen monitoring is het systematisch meten, op vooraf vastgestelde momentgen of intervallen, van bepaalde condities met als doel deze te volgen of te bewaken, zodat veranderingen zichtbaar worden 9 9 maart versie a

10 1.4 Brondocumenten en gesprekken De informatie uit dit rapport is deels afgeleid uit literatuur, deels is die ook tot stand gekomen op basis van gesprekken met de eigenaren en beoogd toekomstig beheerders van het deelgebied Elst. De rapporten die zijn gebruikt zijn (in willekeurige volgorde): Vraagspecificatie deel 1, Obstakelverwijdering Elst. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Dienst Oost-Nederland, 011. Stromingsweerstand vegetatie in uiterwaarden, Deel 1 Handboek. RIZA rapport Arnhem, 003. Stromingsweerstand vegetatie in uiterwaarden, Deel Achtergronddocument. RIZA rapport Arnhem, 003. Rademakers, J, 011: Methodiek interventie-waarden. Een aanzet tot een generieke methodiek voor het vastleggen van de maximaal toelaatbare vegetatiedichtheid in uiterwaarden. Jos Rademakers Ecologie en Ontwikkeling, Oijen. Concept. Aangepast 14 december 011 Rademakers, J, 011: Optimalisatie tabel interventiewaarden Beheerplan Deventer. Jos Rademakers Ecologie en Ontwikkeling, Oijen. Handboek Natuurdoeltypen, Rapport expertisecentrum LNV nr. 001/00. Wageningen, 001. Ontwerpnota Definitief Ontwerp Elst, Boskalis, 01. Voor het opstellen van dit beheerplan is overleg gevoerd met de volgende belanghebbende partijen: Datum Organisatie Persoon Relatie Rijkswaterstaat Oost Nederland Dhr. E. van Riel en dhr. E. de Rooij Eigenaar van delen van het gebied Utrechts Landschap Dhr. R. Blom en Dhr. H. Spitzen Toekomstig eigenaar/beheerder Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden (HDSR) Dhr. D. van de Waardt en Mevr. C. van Ackooij Zomerkade langs bebouwing en coupuren eigendom HDSR; kade langs rivier en watergang niet in eigendom HDSR Gemeente Rhenen Mevr. N. Smits Eigenaar, beheer en onderhoud van de parkeerplaats en passantensteiger Op 0 december 011 is daarnaast een gezamenlijke sessie belegd met het Utrechts Landschap en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden om tot onderlinge afstemming te komen over mogelijke knelpunten en om belemmeringen te overbruggen, met betrekking tot de kades, de watergang en natuurvriendelijke oevers. De voorlopige inrichting van het beheer en onderhoud is beschreven in dit beheerplan. Wellicht is het nodig dit na enkele jaren toch aan te passen. Afgesproken is dat voor het beheer van de kades, de watergang en natuurvriendelijke oevers, naast dit beheerplan een apart afsprakenkader opgesteld wordt tussen het Utrechts Landschap en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. De betrokken partijen hebben aangegeven de intentie te hebben om de aan hen toegewezen eenheden te beheren. Deze verklaringen zijn opgenomen in bijlage 4. In de toekomst zal het beheer en onderhoud vastgelegd worden in beheerovereenkomsten maart versie a

11 1. Leeswijzer Het eerste hoofdstuk van dit beheer- en onderhoudsplan van Obstakelverwijdering Elst heeft het kader van de ontwikkelingen in het gebied en dit rapport geschetst. Hoofdstuk gaat verder in op de beoogde streefbeelden voor het gebied op het vlak van hoogwaterbescherming, ruimtelijke kwaliteit en natuur. Daarnaast worden ook de uitgangspunten en randvoorwaarden van het beheer beschreven en de gevolgde interventiewaardenmethodiek voor het bepalen van de maximaal toegestane vegetatie vanuit het oogpunt van hoogwaterveiligheid. Hoofdstuk 3 beschrijft het beheer per beheereenheid in het gebied, uitgesplitst in vegetatiebeheer, sedimentbeheer en het beheer van kunstwerken en terreinmeubilair. Beheeropgaven die buiten het beheergebied ontstaan als gevolg van de maatregel Obstakelverwijdering Elst zijn beschreven in hoofdstuk 4. De monitoring, evaluatie en risico s van het beheer worden uiteengezet in hoofdstuk. Hoofdstuk tenslotte schetst een beeld van de kosten van het beheer en onderhoud zoals het in dit beheerplan is beschreven. In de bijlagen zijn tenslotte de verschillende kaarten opgenomen, zoals deze gebruikt zijn in dit rapport., de beheerverklaringen, de beheerkosten en de tabel met structuurtypen, zoals gehanteerd bij de interventiewaardenmethode maart versie a

12 Streefbeeld en uitgangspunten.1 Streefbeeld Voor de Obstakelverwijdering Elst zijn door Rijkswaterstaat in de vraagspecificatie de streefbeelden omschreven waaraan de inrichting van het gebied moet voldoen. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van deze streefbeelden..1.1 Hoogwaterbescherming Het project Obstakelverwijdering Elst dient de maatgevende hoogwaterstand te verlagen met tenminste cm ter hoogte van de Nederrijn bij km 91,0-917,0. De maatregel Elst moet daarbij de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied verbeteren en de landschappelijke, ecologische, aardkundige en cultuurhistorische waarden moeten behouden en/of ontwikkeld worden. Er moet ook een ecologische verbinding ingericht zijn voor grote zoogdieren en wild tussen de Amerongse Bovenpolder en de Elster Buitenwaard..1. Ruimtelijke kwaliteit Ruimtelijk doel van de obstakelverwijdering is dat het projectgebied ruimtelijk deel gaat uitmaken van de uiterwaarden aan weerszijden, de Amerongse Bovenpolder en de Elster Buitenwaard. Omdat de uiterwaard hier smal is, is het ruimtelijke effect van het afgraven van de hooggelegen terreinen extra groot. De kleine terp met schoorsteen, betonvloer en oude olietank blijft een herinnering aan het verleden, maar biedt ook kansen om op deze plek een nieuwe identiteit te ontwikkelen. Het zicht is vergroot, doordat de steenfabriek gesloopt is, het hoge bijbehorende terrein is afgegraven en doordat de hoge weide en de laaggelegen weide in samenhang zijn ontworpen (denk aan zichtlijn vanaf de provinciale weg over de langzaamverkeersbrug naar de schoorsteen op de terp). Een bescheiden netwerk van kleinschalige wandel- en fietspaden maken het gebied toegankelijk voor extensieve recreatie. Er is geïnvesteerd in het maken van groene achterkanten van de woningen, om het zicht op de achtertuinen vanaf de rivierzijde te verachten..1.3 Natuur In het natuurlandschap is het streven om een grote natuureenheid te maken. Het groene rivierlint wordt aaneengesloten want de Elster Buitenwaard en Amerongse Bovenpolder worden met elkaar verbonden. Er is sprake van kwel uit de stuwwal en dat levert bijzondere condities voor natuurontwikkeling op. De watergang is de verbindende schakel in de uiterwaard. De watergang is relatief smal, maar loopt kilometers lang parallel aan de Nederrijn. Beheerdoelstellingen van de Amerongse Bovenpolder zijn voor een belangrijk deel ook van toepassing voor deelgebied Elst. Te graven taluds in het natuurlandschap zijn flauw en lopen zo vloeiend mogelijk in elkaar over, met uitzondering van het talud tussen de hooggelegen boomweide en de laaggelegen weide; die is wel steil, om een scherpe overgang te maken tussen de stuwwal en de uiterwaard. Belangrijk is dat het talud tussen beide weiden niet begroeid raakt met bomen of struweel. Dit om ruim doorzicht te houden en te voorkomen dat het twee afzonderlijke gebieden worden. Dat zou de ruimtelijke samenhang verstoren..1.4 Cultuur De obstakelverwijdering heeft de ruimtelijke samenhang versterkt. Er is gestreefd naar een lineaire structuur, evenwijdig aan de rivier. Hierdoor komt de overgang van stuwwal naar rivier beter tot zijn recht. In het kort gesteld zijn er drie zones ontwikkeld: dichte wand van bebouwing langs de Elsterstraatweg/ Rijksstraatweg; halfdichte / transparante wand van schuurtjes en beplanting op de overgang van stuwwal naar rivier; de open uiterwaard. 1 9 maart versie a

13 Er zijn drie markante bouwkundige objecten. De schoorsteen (onder voorbehoud van handhaving), de molen en de langzaamverkeersbrug. Er is speciaal aandacht besteed aan het zicht naar en vanaf deze objecten. In oost-west richting is er een samenhang met de Amerongse Bovenpolder en de Elster Buitenwaarden: het projectgebied is geen afzonderlijke ruimtelijke eenheid maar maakt onderdeel uit van een groter geheel; enkele grote objecten liggen als eilanden in de uiterwaard (huis aan de Opslag, terp voormalige steenfabriek). Om de landschappelijke karakteristieken goed tot hun recht te laten komen is de beeldtaal van natuuren cultuurelementen van belang. Dit is bereikt door de (cultuurlijke) eilanden te laten contrasteren met de natuurlijke grazige omgeving. Ruimtelijke overgangen in het cultuurlandschap zijn steil gesneden en daardoor duidelijk zichtbaar. In de noord-zuid richting zijn structuurdragers benoemd om de overgang van stuwwal naar rivier te verbeelden. Er zijn zes zones onderscheiden. Elke zone kent zijn eigen vormentaal en karakteristieken. Deze zijn in het lengteprofiel gelijkvormig en met gelijke middelen vormgegeven. De verlaagde rivieroever vormt over grote lengte een nieuwe overgang tussen de rivier en de uiterwaard. Door het verwijderen van steenbestorting tussen de kribben en het verlagen van de rivieroever is de overgang zachter geworden en biedt een natuurlijker aanblik..1. Netwerken Het vergroten van de toegankelijkheid van het plangebied was een belangrijke doelstelling. De hoofdstructuur van netwerken kent twee structuren, namelijk evenwijdig aan de rivier en loodrecht op de rivier. Hierdoor is het mogelijk om verschillende ommetjes te wandelen. De voormalige steenfabriek is omgevormd tot terp waar (door derden) een horecavoorziening wordt ontwikkeld. Dit wordt een knooppunt voor extensieve recreatie vanaf het land en het water. De horecavoorziening moet strategisch gelokaliseerd worden. Uiteraard met een goed zicht op de rivier, maar ook op de passantensteiger en (voor zover mogelijk) de paden in de nabijheid. Hierdoor vindt er tevens sociale controle plaats. De verschillende routes komen op de terp uit. Om de rust in de uiterwaard te behouden is de terp niet bereikbaar voor auto s van bezoekers. Voor de bereikbaarheid van het gebied voor hulpdiensten en beheerders is een toegangsweg tot de terp aangelegd in het verlengde van de fabrieksweg. Er is een parkeerplaats aangelegd, met 30 parkeerplaatsen, nabij de Rijksstraatweg. In het routenetwerk zijn alle wandel- en fietsroutes zoveel mogelijk doorgaand, zodat er geen dode hoeken ontstaan..1. Belevingswaarde De belevingswaarde van het plangebied hangt met twee zaken samen: toegankelijkheid en zichtbaarheid. Het vergroten van de toegankelijkheid en zichtbaarheid komen optima forma bijeen nabij de fabrieksweg, waar een nieuwe (hoofd-)entree naar de uiterwaard wordt gecreëerd. Deze plek is markant omdat hier het bebouwingslint aan weerszijden van de Rijksstraatweg is onderbroken. Het versterken van het zicht naar de uiterwaard in combinatie met de entree was een belangrijke ontwerpopgave. Door het voormalige terrein van de Machinistenschool een scherpe rand te geven naar de uiterwaard komt de zonering het best tot zijn recht. De langzaamverkeersbrug vormt in meerdere opzichten een verbinding. Een letterlijke verbinding in de route naar de terp. Maar ook een figuurlijke verbinding tussen de stuwwal en de rivier, tussen dorp en buitengebied. Door de brug ook als een plek te definiëren waar vanaf het uitzicht prachtig is, is de brug een (ingetogen) balkon geworden en heeft het een extra betekenis gekregen. De brug is robuust van karakter en het materiaalgebruik past binnen de natuurlijke omgeving. De zichten in het plangebied hangen samen met de ruimtelijke zonering. In het gebied nabij de Rijksstraatweg/Elsterstraatweg zijn de zichten scherp begrensd. Deze zichten openen zich steeds verder richting de uiterwaard. Het zicht bij de rivier is het hoogtepunt, mede dankzij de buitenbocht in de rivier. 9 maart versie a

14 Figuur.1 Zichtlijnen deelgebied Elst. Randvoorwaarden en uitgangspunten..1 Doelstellingen Te allen tijde tijdens het beheer moet worden voldaan aan de doelstellingen op het gebied van hoogwaterveiligheid, natuur, hydrologie en ruimtelijke kwaliteit. De streefbeelden moeten in stand gehouden worden. De belangrijkste doelstellingen zijn: Het project Obstakelverwijdering Elst dient de maatgevende hoogwaterstand te verlagen met tenminste centimeter ter hoogte van de Neder-Rijn km 91,0-917,0. De natuurfunctie dient uitgebreid te worden. Het natuurlandschap dient functioneel en fysiek aan te sluiten op het natuurlandschap van de Amerongse Bovenpolder en de Elster Buitenwaard. De maatregel Elst dient de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied te verbeteren. Het open karakter van het rivierengebied dient gehandhaafd en versterkt te worden. De landschappelijke, ecologische, aardkundige en cultuurhistorische waarden dienen behouden en/of ontwikkeld te worden. Handhaven van de ontwatering en afwatering van het achterliggende gebied. De beoogde natuurdoeltypes zijn opgenomen in bijlage. De uitvoering van beheer en onderhoud moet plaatsvinden binnen de kaders die gesteld worden door het vigerende projectplan en vergunningen. Het beheerplan is zo opgesteld dat hier aan voldaan wordt. Het beheerplan (inclusief interventiekaart) is daarmee tevens een toetsinstrument, op basis waarvan een schouw uitgevoerd kan worden. De totale beheerruimte voor Elst is 0,14 cm. Dit is verwerkt in de interventiekaart. Dit betekent dat bij het beheer en onderhoud van Elst, de vegetatie niet mag verruigen ten opzichte van de interventiekaart. Mocht toch verruiging ontstaan, dan kan niet meer aan de werktaakstelling voor Elst en ook niet aan de werktaakstelling van de Tollewaard voldaan worden. De beheerruimte is daarmee beperkt en dient nauwkeurig gemonitord te worden door de beheerder maart versie a

15 Bij het beheer en onderhoud van kunstwerken dient tevens voldaan te worden aan de wettelijke eisen (bijv. Bbi melding, Wtr melding etc.)... Regulier beheer en aanvullend beheer vanuit hoogwaterveiligheid Bij het beheer van de uiterwaarden wordt een onderscheid gemaakt tussen regulier beheer, zoals dat wordt uitgevoerd om aan de natuurdoelstellingen, de instandhouding van kunstwerken, cultuurelementen en terreinmeubilair en aan wetgeving te voldoen. Daarnaast wordt ook aanvullend beheer toegepast om aan de eisen voor waterstanddaling uit het Programma Ruimte voor de Rivier te voldoen. Als basis voor het aanvullend beheer wordt de interventiekaart gebruikt (zie Figuur.4), die aangeeft op welk moment tijdens het beheer ingegrepen moet worden om de hoogwaterveiligheid te waarborgen. In de beschrijving van het beheer per beheereenheid wordt onderscheid gemaakt tussen regulier en aanvullend beheer...3 Sedimentbeheer Voor het beheer van het sediment is het belangrijkste doel om te blijven voldoen aan de beoogde waterstanddaling (zie paragraaf..1) en om de streefbeelden te handhaven. Als gevolg van de stroming in de rivier bij hoogwater kan zowel sedimentatie als erosie optreden. Er zijn morfologische modelberekeningen uitgevoerd voor de volgende scenario s: Debiet Bovenrijn bij Lobith (m3/s) Herhalingsfrequentie 4000 ± 0 dagen per jaar 000 1/jr /10 jr (maatgevend hoogwater) 1/10 jr Uit de modelberekeningen (zie ontwerpnota Definitief Ontwerp, NR-RAP-107-1d) blijkt dat het niveau van sedimentatie in het deelgebied verwaarloosbaar is. De vaargeul van de rivier valt niet binnen dit beheerplan. Wel kunnen specifieke plekken gevoeliger zijn voor sedimentatie of erosie, vanwege stromingspatronen van de rivier. Per beheereenheid wordt vermeld wat de aandachtspunten met betrekking tot sedimentbeheer zijn. Ook is per eenheid vermeld welk sedimentbeheer vanuit de Keur of vanuit de dekking van leidingen nodig is...4 Beheerkosten De beheerkosten kunnen op twee manieren onderverdeeld worden. Enerzijds is er een scheiding aan geldstromen tussen het regulier beheer en het aanvullend beheer vanuit het Ruimte voor de Rivier programma. Voor het onderscheid tussen regulier en aanvullend beheer, zie paragraaf... Daarnaast kan ook onderscheid gemaakt worden tussen het beheer van de vegetatie en het beheer van het sediment in het gebied. De beschrijving per beheereenheid is daarom onderverdeeld naar vegetatie- en sedimentbeheer... Wet- en regelgeving Natuur In 011 is de flora en fauna in het gebied voor de start van de werkzaamheden geïnventariseerd (volledige inventarisatie). Uit deze inventarisatie blijkt dat in het plangebied een aantal streng beschermde soorten voor komen. Voor deze soorten is het plangebied na de inrichting geschikter geworden als leefgebied. Tijdens de werkzaamheden zijn maatregelen genomen om negatieve effecten te voorkomen of mitigeren. Het beheer dient uitgevoerd te worden conform een goedgekeurde gedragscode. Bijzondere aandacht is vereist voor de Waterspitsmuis, welke in vrij grote aantallen voorkomt langs de waterloop. Er dient te allen tijde voldoende oevervegetatie aanwezig te blijven voor deze soort. In onderstaande tabel is aangegeven welke beschermde soorten in het gebied zijn aangetroffen. Tabel : Voorkomen beschermde soorten in deelgebied Elst Soort Kwalificatie Mitigatie/ontheffing Maatregelen Zwanebloem Tabel 1 Nee Grote kaardenbol Tabel 1 Nee IJsvogel N.v.t. Ja Werken buiten 1 9 maart versie a

16 broedseizoen rond nestplaats, aanleg nieuwe nestmogelijkheden Rosse woelmuis Tabel 1 Nee Bosmuis Tabel 1 Nee Bosspitsmuis Tabel 1 Nee Dwergspitsmuis Tabel 1 Nee Waterspitsmuis Tabel 3 Ja Omgevingscheck of voldoende functioneel leefgebied aanwezig blijft Bever Tabel 3 Nee, geen aantasting Kleine watersalamander Tabel 1 Nee Bastaardkikker Tabel 1 Nee Bruine kikker Tabel 1 Nee Groene kikker spec. Tabel 1 Nee Gewone pad Tabel 1 Nee Rugstreeppad Tabel 3 Ja Werken buiten kwetsbare periodes, wegvangen en verplaatsen Gewone dwergvleermuis Tabel 3 Ja Werken buiten kwetsbare periodes, bouw nieuw winterverblijf Laatvlieger Tabel 3 Ja Werken buiten kwetsbare periodes, bouw nieuw winterverblijf Watervleermuis Tabel 3 Ja Werken buiten kwetsbare periodes, bouw nieuw winterverblijf Rosse vleermuis Tabel 3 Nee, geen aantasting Een deel van het deelgebied Elst maakt onderdeel uit van het ontwerp Natura000-gebied Uiterwaarden Neder-Rijn. Ter hoogte van Elst is dit een Vogelrichtlijngebied. Dit beheer- en onderhoudsplan zal gebruikt worden als input voor het nog op te stellen beheerplan voor dit Natura000-gebied. In het plangebied komt het kwalificerende habitattype hardhoutooibossen voor. De habitatsubtypen zachthoutooibossen en moerasruigten komen wel in het plangebied voor, maar vormen geen kwalificerend habitat voor het Natura000-gebied uiterwaarden Neder-Rijn. In het gebied worden geen Habitatrichtlijnsoorten aangetroffen waarvoor de uiterwaarden Nederrijn als Natura000-gebied is aangewezen. In de directe nabijheid van het plangebied (Amerongse Bovenpolder) komen de kwalificerende broedvogelsoorten porseleinhoen en kwartelkoning voor. Na uitvoering van het project kunnen deze soorten zich ook in het plangebied vestigen. De ijsvogel is wel in het gebied aangetroffen. Ook hiervoor wordt een meer gunstige situatie gecreëerd. 1 9 maart versie a

17 Figuur. Ligging Ontwerp Natura000-gebied 'Uiterwaarden Neder-Rijn'.3 Interventiewaarden methode.3.1 Methode Om invulling te geven aan de eisen vanuit hoogwaterveiligheid is gekozen om gebruik te maken van de interventiewaarden-methode, zoals beschreven in de notities Methodiek interventie-waarden (Rademakers, 011) en Optimalisatie tabel interventiewaarden Beheerplan Deventer (Rademakers, 010) In deze artikelen is de gehanteerde methode uiteengezet die is toegepast in het beheer- en onderhoudsplan van het Ruimte voor de Rivier project Deventer. Deze beschrijving had tevens tot doel om als leidraad te dienen voor andere beheerplannen. De interventiewaarden-methode is gebaseerd op de hydraulische ruwheid van de vegetatie. De ruwheid is een maat voor de mate waarin de vegetatie de doorstroming van de rivier zal belemmeren. Zo zal een dichte heg een grotere opstuwing geven dan een open grasland. Bij het opstellen van de inrichtingskaart is de ruwheid gebruikt om de inrichting zo af te stemmen dat de benodigde waterstanddaling gehaald wordt. De interventiewaarden-methode wordt gebruikt om de speelruimte te bepalen die de beheerder heeft om de vegetatie in het gebied te beheren cq. onderhouden. De interventiekaart beschrijft dus de randvoorwaarden waarbinnen het beheer moet worden gevoerd. De methode is gebaseerd op twee kaarten: enerzijds de inrichtingskaart die aangeeft hoe de vegetatie er na de inrichting naar verwachting uit komt te zien. Deze inrichtingskaart is een vertaling van de vegetatie in het ontwerp in de vegetatieeenheden uit het Handboek Stromingsweerstand in Uiterwaarden (RIZA, 003). Daarnaast een interventiekaart, die aangeeft wat de maximaal toelaatbare ruwheid (in de vorm van vegetatiestructuurtypen) is, waarbij de beoogde waterstanddaling nog gerealiseerd kan worden. Het verschil tussen beide kaarten geeft de speelruimte aan die de beheerder heeft om af te wijken van de inrichtingskaart, zonder dat de hoogwaterveiligheid in het geding komt. De op de interventiekaart aangeduide interventiewaarden vormen daarbij ook het uitgangspunt voor de rivierkundige toetsingen en vergunningverlening (Waterwet) maart versie a

18 Als voorbeeld: op een grasland dat extensief begraasd wordt, kan een ontwikkeling van struweel plaatsvinden, wat vanuit ecologisch oogpunt waardevol is. Als dit gebied op de interventiekaart is aangegeven met het type productiegrasland betekent dit dat het vanuit hoogwaterveiligheid nodig is om het struweel toch weg te halen; het grasland moet dan voor de winter worden gemaaid tot maximaal cm hoog. Als het gebied op de interventiekaart echter is aangeduid als zachthoutooibos betekent dit dat een ontwikkeling van het grasland tot maximaal bos toegestaan is vanuit hoogwaterveiligheid. In dit geval kan de beheerder het struweel laten staan. In delen van het gebied die vanuit hoogwaterbescherming minder van belang zijn, kan het verschil tussen inrichtingskaart en interventiekaart groot zijn. Zo wordt een grasland (inrichtingskaart) op een overstromingsvrij gebied op de interventiekaart als zachthoutooibos aangegeven, de hoogste ruwheidsklasse, zodat er maximale speelruimte voor de beheerder is. In een deel van het gebied waar de grootte van de doorstroomcapaciteit kritiek is voor het realiseren van de beoogde waterstanddaling, zal de interventiekaart niet of nauwelijks afwijken van de vegetatie van de inrichtingskaart. De beheerder heeft hier (bijna) geen ruimte om af te wijken van de inrichtingskaart en er kunnen daardoor zelfs aanvullende eisen aan het beheer opgelegd worden, zoals in bovenstaand voorbeeld. Waar het regulier landgebruik niet of niet altijd garant kan staan voor het handhaven van de vegetatie op de interventiekaart zal periodiek aanvullend beheer (interventies) onvermijdelijk zijn. De vegetatie is onderverdeeld in een beperkt aantal klassen; vegetatie-eenheden. De tabel in bijlage toont de vegetatie-eenheden, zoals die bij de 4 maatregelen Nederrijn van belang zijn bij de uitwerking. Aan elke eenheid is een gemiddelde ruwheidswaarde van de vegetatie toegekend, gebaseerd op hydraulische studies die zijn beschreven in het Handboek stromingsweerstand in uiterwaarden (RIZA, 003). Elke vegetatie-eenheid omvat verschillende typen uit dit handboek en de ruwheid van de vegetatie-eenheid is gebaseerd op het type met de hoogste ruwheidswaarde. De R-code en K-waarde die hiermee overeenkomen zijn ook aangegeven. Van elke eenheid is vervolgens een ecologische omschrijving gegeven van hoe de vegetatie er waarschijnlijk uit komt te zien, gebaseerd op de condities in het gebied. Bij kritische ontwikkeling weerstandbepalende eigenschappen is aangegeven welke ontwikkeling van de vegetatie binnen deze eenheid de hoogwaterveiligheid in gevaar kan brengen; wat het risico is. Het optreden van een dergelijke kritische ontwikkeling betekent dus dat er ingegrepen moet worden. De interventiewaarde tenslotte geeft aan wat de maximaal toelaatbare vegetatiedichtheid is voor de klasse en welke maatregelen genomen moeten worden om te zorgen dat deze waarde niet overschreden wordt. Voor de 4 Maatregelen Nederrijn zijn de interventiekaarten opgesteld op basis van de hydraulische rivierkundige toetsing. In deze toetsing is onderzocht in hoeverre de ruwheid kan toenemen binnen de te realiseren waterstanddaling (werktaakstelling). In een eerste fase is de inrichtingskaart doorgerekend. Vervolgens is een hogere ruwheid ingevoerd voor alle gebieden, waar dit zonder rivierkundige consequenties mogelijk is (en dit binnen de inrichtings- en beheerkeuzes past). Zo zijn bijvoorbeeld alle terreindelen die niet onder water komen te staan bij hoogwater (dit zijn niet noodzakelijkerwijs terreinen waar een hoogwatervrije vergunning op rust),, opgenomen als het type met de hoogste vegetatiedichtheid; zachthoutooibos, omdat de doorstroming hier niet belemmerd kan worden..3. Toepassing deelgebied Elst De inrichtingskaart en de interventiekaart voor dit beheerplan zijn enigszins aangepast ten opzichte van de kaarten die in de hydraulische onderbouwing van het definitief Ontwerp zijn gebruikt. Op de kaarten in dit beheerplan zijn alleen die gebieden aangegeven, waarvoor in dit plan ook daadwerkelijk het beheer beschreven wordt. Ook op enkele andere punten wijken de kaarten af van de hydraulische onderbouwing, maar de afwijkingen zijn altijd hydraulisch gunstig maart versie a

19 Figuur.3: Inrichtingskaart Elst (zie ook bijlage 3) Figuur.4: Interventiekaart Elst (zie ook bijlage ) 19 9 maart versie a

20 Voor de hooggelegen boomweide zal in een later stadium in overleg met de beheerder bepaald worden waar de boomgroepen komen. Dit wordt onder andere gebaseerd op reeds aanwezige waardevolle bomen. Op deinrichtingskaart zijn daarom voorlopig geen boomgroepen opgenomen. Op de interventiekaart is ook nog geen rekening gehouden met de boomgroepen. Op de interventiekaart is daarom nog het structuurtype boomgaard hoogstam opgenomen, zoals dat in de voorkeursvariant van toepassing was. In de hydraulische onderbouwing bij het Definitief Ontwerp is de haag aan de noord- en westzijde van de hooggelegen boomweide niet opgenomen op de inrichtingskaart en de interventiekaart. Voor dit beheerplan is deze haag wel op de kaarten aangegeven. Omdat het op een stromingsluw terrein ligt, heeft dit geen hydraulische effecten..3.3 Beheerruimte De werktaakstelling van Elst is,0 cm. Op basis van hydraulische berekeningen is bepaald dat door een inrichting volgens de inrichtingskaart een waterstanddaling van,14 cm gerealiseerd wordt. Er wordt dus 8,14 cm extra waterstanddaling gerealiseerd ten opzichte van de taakstelling. Een waterstandsverlagende maatregel benedenstrooms heeft ook effect in bovenstrooms gelegen gebieden, in dit geval de Tollewaard. De overruimte in Elst wordt grotendeels ingezet om de werktaakstelling van de Tollewaard te realiseren. Voordat deze overruimte is ingezet, is eerst een interventiekaart voor Elst opgesteld. Deze levert een waterstandsdaling van,00 cm op. De overruimte die na inzet van de interventiekaart nog resteert ter plaatse van de Tollewaard (hier is de overruimte van Elst ongeveer gehalveerd vanwege het stuwkromme-effect) is volledig benut om de werktaakstelling van de Tollewaard te behalen. De beheerruimte voor Elst is dus gelijk aan het verschil tussen de interventie- en inrichtingskaart en is gelijk aan 0,14 cm. De totale beheerruimte voor Elst is daarmee dus 0,14 cm. Dit is verwerkt in de interventiekaart. Dit betekent dat bij het beheer en onderhoud van Elst, de vegetatie niet mag verruigen ten opzichte van de interventiekaart. Mocht toch verruiging ontstaan, dan kan niet meer aan de werktaakstelling voor Elst en ook niet aan de werktaakstelling van de Tollewaard voldaan worden. De beheerruimte is daarmee beperkt en dient nauwkeurig gemonitord te worden door de beheerder. Het beheerplan (inclusief de interventiekaart) zal gebruikt worden voor toetsing van het behalen van de taakstelling. 0 9 maart versie a

21 3 Beheer en onderhoud 3.1 Algemeen De beheereenheden laaggelegen weide, hooggelegen (boom)weide, terp, natuurvriendelijke oever, rivieroever en zomerkade bij de rivier worden alle extensief begraasd door grootvee, voor enkele eenheden met aanvullend maaibeheer. De naastgelegen Amerongse Bovenpolder en Elster Buitenwaard worden beide door het Utrechts Landschap beheerd met een kudde grootvee. Er zijn geen afrasteringen tussen het deelgebied Elst en beide andere gebieden, om te faciliteren dat de begrazing van de drie gebieden met dezelfde kudde grootvee kan plaatsvinden. Beheereenheden die niet begraasd worden zijn uitgerasterd. Jaarlijks na hoogwater wordt het gehele gebied geschouwd op erosie en indien nodig hersteld. Tijdens deze ronde wordt door de beheerder ook zwerfvuil dat is ingespoeld, verwijderd. In bijlage 7 is een kaart opgenomen met de te onderscheiden beheerseenheden. In bijlage 8 zijn de belanghebbende partijen per beheerseenheid opgenomen. 3. Ooibos 3..1 Algemeen Het ooibos ligt tegen de noord- en de westzijde van de terp, in de overstromingsluwte van de terp. Het ooibos grenst daarnaast aan de laaggelegen weide, de rivieroever en de zomerkade. Het ooibos bestaat deels uit hardhoutooibos (0, ha) en deels uit zachthoutooibos (0, ha). Er wordt in totaal 1,0 ha. ooibos gerealiseerd. Het ooibos wordt de eerste jaren na aanleg niet begraasd en is dus niet toegankelijk voor vee. Rondom het ooibos is daarom een raster geplaatst. Het beheer van het raster is beschreven in paragraaf 3. (terreinmeubilair). Onderdeel Eigendom Beheer Onderhoud Ooibos Utrechts Landschap Utrechts Landschap Utrechts Landschap 3.. Streefbeeld Het ooibos vervult in deze uiterwaard vooral de functie van een regelmatig langs de rivier terugkomend habitattype. Die functie krijgt het door de ontwikkeling van de natuurdoeltypen zachthoutooibos en hardhoutooibos. Daarnaast zorgt het noordelijk deel van het bos er voor dat het zicht vanaf de terp in de richting van de rivier getrokken wordt. Daarmee wordt de terp georiënteerd op de rivier. Er is 1,0 ha ooibos gerealiseerd. Een deel van het ooibos is opgehoogd, waardoor er verschillende overstromingsfrequenties ontstaan in het ooibos. Het ooibos ligt op een helling tussen terphoogte (9,0 +NAP) en de hoogte van de laaggelegen weide (7,0 +NAP), die niet wordt onderbroken door vlakke stukken. Op het hoogste gedeelte van het ooibos zijn eiken, iepen en essen aangeplant, waardoor op dit gedeelte een hardhoutooibos ontstaat. Het hardhoutooibos vormt een aaneengesloten bosstructuur. Op het lagere gedeelte is alleen de rand van het ooibos aangeplant, met bosplantsoen (met o.a. meidoorn, sleedoorn, wegedoorn, kardinaalsmuts en vogelkers). Op het overige gedeelte kan zich door regelmatige overstroming zachthoutooibos ontwikkelen. Uitgangspunt hierbij is dat ooibos ontstaat op die plaatsen, die eens in de tien jaar of vaker inunderen met rivierwater. Er is zodanig ingeplant, dat het aandeel hardhoutooibos 0% bedraagt. Doordat het ooibos is opgehoogd met niet te zandige grond, waardoor de ophoging voldoende vochtig blijft, en doordat de uiterwaard (en ooibos) regelmatig overstroomt, ontstaat hier een geschikt milieu voor de ontwikkeling van de gewenste natuurdoeltypen. Het gedeelte waarop de subtypen 'zachthoutooibos' en 'mantel rivierengebied' van toepassing zijn staat -door de geringere ophoging- bij een overstroming van de uiterwaard gedurende een langere periode onder water, waardoor deze natuurdoeltypen zich hier in voldoende mate kunnen ontwikkelen. 1 9 maart versie a

22 De subtypen 'hardhoutooibos' en 'bos van vochtige, voedselrijke gronden' liggen op de hogere delen van de ophoging, waardoor deze korter onder water staan. Daardoor kunnen deze natuurdoeltypen zich er in voldoende mate ontwikkelen Vegetatiebeheer Het ooibos bestaat uit de natuurdoeltypen zachthoutooibos (NDT 3.1), hardhoutooibos (NDT 3.1), bos van vochtige, voedselrijke gronden (NDT 3.) en mantel rivierengebied (NDT 3.3). Vanuit deze natuurdoeltypen is geen beheer vereist. Het ooibos moet de eerste jaren na aanplant uitgerasterd worden om het na aanplant te beschermen tegen vraat door grote grazers. De beheerder beoordeelt op welk moment de rasters verwijderd kunnen worden. Vanuit hoogwaterveiligheid is het ooibos op de interventiekaart opgenomen als structuurtype ooibos zie Figuur.4. Dit betekent dat het een gesloten bos mag zijn, met struiklaag en kruidenrijke ondergroei. Er zijn geen aanvullende beheermaatregelen nodig. Bij het beheer van het ooibos moet rekening gehouden worden met de zichtlijnen (zie Figuur.1). In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het vegetatiebeheer van deze beheereenheid: Onderdeel Regulier beheer Ooibos Alleen eerste jaren na aanplant beschermen tegen vraat door grote grazers; verwijderen rasters ter beoordeling beheerder; daarna geen beheer vereist Aanvullend beheer Type ooibos: geen maatregelen nodig 3..4 Sedimentbeheer Voor verschillende afvoeren zijn modelberekeningen uitgevoerd, hieruit blijkt het volgende. Stroomsnelheden in de uiterwaard rond het ooibos zijn bij afvoeren van 1000 en 1000 m3/s bij Lobith ongeveer 1 m/s en zijn daarmee groot genoeg om erosie van onbeschermde bodem te veroorzaken. Met name aan de zuidkant van het ooibos komen hoge afvoeren voor. Het beheer dient hier door middel van controles na hoogwaters rekening te houden met enige erosie. Indien nodig moeten herstelwerkzaamheden uitgevoerd worden. 3.3 Laaggelegen weide Algemeen De beheereenheid laaggelegen weide wordt enerzijds begrensd door de zomerkade aan de rivierzijde en aan de andere zijde door het bebouwd gebied van het dorp Elst en de hooggelegen (boom-)weide. De laaggelegen weide sluit aan de westzijde aan op het natuurgebied Amerongse Bovenpolder, en aan de oostzijde op de Elster Buitenwaarden. Binnen de laaggelegen weide liggen de beheereenheden ooibos, terp, watergang en langzaamverkeersbrug. Het beheer en onderhoud van deze beheereenheden wordt in afzonderlijke hoofdstukken beschreven. In het oostelijk deel van het gebied ligt een deel van de laaggelegen weide op particulier terrein. In de laaggelegen weide zijn een aantal voorzieningen opgenomen om de flora en fauna in het gebied meer kansen te bieden. Het gaat om een poel, oeverzwaluwwand, vleermuizenkelder en ijsvogelwand. Ook wordt een bosschage waar een nachtegaal broedt gehandhaafd. Ook zijn bij de herinrichting van de weide enkele bestaande bomen en bosschages gehandhaafd. Door de laaggelegen weide loopt een struinpad van het dorp naar de terp. Ook ligt er een halfverharde weg die door hulpdiensten gebruikt kan worden door de laaggelegen weide naar de terp. Deze weg kruist de watergang bij een doorwaadbare plaats. De weg kan ook gebruikt worden door de beheerder. Het struinpad en de weg voor hulpdiensten worden beschreven in paragraaf 3.1. Ten behoeve van de vestiging van een horecavoorziening op de terp, is een brandblusvoorziening aangelegd in de laaggelegen weide. De voorziening bestaat uit een betonput, een pvc leiding en een inlaatvoorziening in de watergang. Het beheer van deze brandblusvoorziening is beschreven in paragraaf 3.. Ook is een nutsleidingentracé gereserveerd waar zo nodig leidingen in gelegd kunnen worden. 9 maart versie a

23 De huidige rioolaansluiting van de steenfabriek (drukriool) wordt verlegd naar dit nieuwe tracé, ten behoeve van de toekomstige horecagelegenheid. De overige nutsvoorzieningen kunnen te zijner tijd ook in dit tracé worden gelegd. Het beheer van dit nutsleidingentracé maakt geen onderdeel uit van dit beheerplan. In de laaggelegen weide liggen twee nutsleidingen die eisen stellen aan het beheer. De HD-gasleiding (van de Gasunie) die vanaf de hooggelegen (boom-)weide richting de dam in de watergang loopt, dient voldoende dekking te behouden. Bij een maaiveldhoogte van 7,0m+ NAP is deze dekking gegarandeerd. Ook ligt er een persleiding van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) door de laaggelegen weide. Ook de dekking voor deze Asbest-Cement persleiding moet gehandhaafd blijven. Het beheer en onderhoud van beide leidingen is de verantwoordelijkheid van de leidingeigenaar en worden niet in dit beheer- en onderhoudsplan beschreven. Wel stellen deze soms randvoorwaarden aan het beheer van het gebied. De precieze ligging van beide leidingen staat aangegeven op de tekening van het Definitief Ontwerp, zie bijlage 1. Onderdeel Eigendom Beheer Onderhoud Laaggelegen weide Utrechts Landschap Utrechts Landschap Utrechts Landschap 3.3. Streefbeeld Voor het grootste gedeelte van de laaggelegen weide is een maaiveldhoogte gekozen van 7,0m + NAP. Omdat het westelijke gedeelte van de laaggelegen weide reeds fysiek en in functie aansloot op het bestaande natuurgebied Amerongse Bovenpolder, is ter plaatse van de overgang naar de Amerongse Bovenpolder geen grondwerk verricht bij de aanleg. Het gedeelte van de laaggelegen weide dat ten oosten van de Fabrieksweg ligt, is recentelijk door Utrechts Landschap opnieuw ingericht. De laaggelegen weide is voorzien van een deklaag van 0,m bestaande uit ter plaatse vrijgekomen kleiige grond. Door het afgraven van de lage weide is er aan de noordzijde een talud ontstaan tussen beide weiden van circa 1,m hoogte. Dit talud is voorzien van een deklaag van vrijgekomen kleiige grond. De hoge weide bestaat in de ondergrond uit zand en puin, waardoor de waterdruk bij een val na hoogwater onder de deklaag op het talud te hoog kan worden. Daarom is een 0,m dikke deklaag aangebracht onder een helling van 1:3 aangebracht. De deklaag is ingezaaid met graszaad waardoor de combinatie van klei met gras voldoende erosiebestendigheid biedt. De uiterwaard vormt één groot begrazingsgebied met de Amerongse Bovenpolder. Door deze begrazing kan echter niet volledig voldaan worden aan het gewenste beheer voor het habitattype Glanshaver- en Vossenstaarthooilanden. Dit habitattype gedijt namelijk het beste bij een maaibeheer waarbij het maaisel wordt afgevoerd. Volgens de vraagspecificatie dient het gewenste habitattype zoveel als mogelijk te worden gefaciliteerd. Dit wordt bereikt door de begrazing extensief te houden, waardoor er geen overbegrazing / overbemesting ontstaat. Om in de uiterwaard van Elst de ijsvogel (Natura 000-soort) de kans te geven om te nestelen, is er -ten oosten van de doorwaadbare plaats - op de zuidelijke oever van de watergang en een drietal andere locaties binnen het projectgebied een steilwand gecreëerd met behulp van de wortelkluiten van te verwijderen bomen. De wortelkluit van een aantal te verwijderen bomen is intact gehouden, door de stobben 'omver te duwen', waardoor de kleiige grond in de wortelkluit achter blijft. Deze stobben zijn naast elkaar -met de wortels gericht naar de watergang- op een steil gedeelte van de oever geplaatst. In de laaggelegen weide huist al een welkome gast; de nachtegaal. De nachtegaal leeft in de begroeiing direct ten zuiden van de hooggelegen (boom-)weide, net ten oosten van de poel. Deze begroeiing is gehandhaafd. In de laaggelegen weide is tevens een poel aangelegd, met een bodemdiepte van 4,0m +NAP. De oever aan de noordzijde is zodanig ingericht, dat de oeverzwaluw er kan nestelen. Er is een steile wand gecreëerd van zandige klei, met een hoogte van ± meter. De wand is nagenoeg verticaal en staat maximaal 0, meter uit het lood. 3 9 maart versie a

24 Omdat er in de gesloopte steenfabriek verschillende soorten vleermuizen overwinterden, is er -direct ten noorden van de poel- een winterverblijf voor vleermuizen aangelegd, in de vorm van een kelder. De kelder is gemetseld van overblijvende stenen uit de gesloopte steenfabriek. De exacte afmetingen en randvoorwaarden voor de vleermuizenkelder zijn te vinden in de Ontwerpnota Definitief Ontwerp Elst, bijlage IV Vegetatiebeheer De laaggelegen weide is aangewezen als gebied met natuurdoeltype Bloemrijk grasland van het rivierengebied (NDT 3.39), waarbij zoveel als mogelijk invulling gegeven moet worden aan het habitattype Glanshaverhooiland (NDT 3.39b). Om het natuurdoeltype in stand te houden moet twee keer per jaar gemaaid worden, met eventueel nabeweiding. Uit kostenoverwegingen stellen wij voor om jaarrond te begrazen, waarbij indien nodig in het voorjaar 1x gemaaid wordt om de begroeiing te verschralen. Het maaisel moet dan afgevoerd worden. De begrazingsdruk moet extensief zijn, met maximaal 1 grootvee-eenheid per hectare. Ook de oevers van de poel worden met dit beheer meegenomen. Vanuit hoogwaterveiligheid is de laaggelegen weide op de interventiekaart aangegeven als structuurtype natuurlijk grasland. Dit betekent dat het een structuurrijk grasland moet zijn dat in het hoogwaterseizoen gemiddeld lager is dan 10 cm en vrij van houtige gewassen. Daarom moet jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen op 1 oktober gemaaid worden, tenzij de gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 10 cm is EN 9% van alle gras- en ruigtevegetaties korter is dan 0 cm. Het deel in de stromingsluwte van het hoogwatervrij terrein met boomweide en de oevers van de poel zijn aangeduid als ooibos. Dit betekent dat het maximaal een gesloten bos mag zijn, met struiklaag en kruidenrijke ondergroei. Er zijn geen aanvullende beheermaatregelen nodig. Het oostelijk deel van de laaggelegen weide ligt op particulier terrein. Op dit terrein kan het oude regulier beheer worden voortgezet. Vanuit hoogwaterveiligheid is dit deel op de interventiekaart aangegeven als structuurtype natuurlijk grasland. Dit betekent dat het een structuurrijk grasland moet zijn dat in het hoogwaterseizoen gemiddeld lager is dan 10 cm en vrij van houtige gewassen. Daarom moet jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen op 1 oktober gemaaid worden, tenzij de gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 10 cm is EN 9% van alle gras- en ruigtevegetaties korter is dan 0 cm. De poel dient 1 maal per 7 tot 10 jaar gefaseerd geschoond te worden waarbij tenminste % van de waterbodem en oeverbegroeiing onaangetast blijft. De poel is op de interventiekaart opgenomen als structuurtype plassen. Dit type moet in het winterhalfjaar kaal zijn en nog aanwezige vegetatieresten moeten kunnen wegspoelen bij een hoogwater. Om dit te bereiken zijn geen aanvullende beheermaatregelen nodig. Bij de herinrichting van de weide zijn enkele bestaande bomen en bosschages gehandhaafd, waaronder de bosschage waar de nachtegaal in broedt. De bomen en bosschages moeten door de beheerder worden gehandhaafd, op de wijze zoals deze na de inrichting zijn opgeleverd. Vanuit hoogwaterveiligheid is het bosje voor de nachtegaal op de interventiekaart opgenomen als ooibos (Figuur.4). Dit betekent dat het maximaal een gesloten bos mag zijn, met struiklaag en kruidenrijke ondergroei. Er zijn geen aanvullende beheermaatregelen nodig. Aan de oostelijke zijde van de weide, langs de watergang ligt bestaand opschot dat op de interventiekaart is opgenomen als laanbeplanting. Dit betekent dat het een open bomenopstand moet zijn zonder ondergroei, met daaronder een structuurrijke grazige vegetatie. Daarom moeten de stammen van bomen vrijgemaakt worden van e orde zijtakken onder het maximaal hoogwaterpeil ter plaatse. Aan beide zijden van de oevers van de watergang kan het beheer (van de watergang/oevers) uitgevoerd worden vanuit de laaggelegen weide. Om die reden moet aan beide zijden een strook van 4 meter breed obstakelvrij gehouden worden. 4 9 maart versie a

25 In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het vegetatiebeheer van deze beheereenheden: Onderdeel Regulier beheer Aanvullend beheer Laaggelegen weide Jaarrond extensief begrazen, indien Type natuurlijk grasland: jaarlijks voor (inclusief nodig in voorjaar 1x maaien en maaisel 1 oktober maaien, tenzij de struinpaden en oever van de poel) afvoeren; strook van 4 m uit oever watergang obstakelvrij houden (beide zijden) gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 10 cm is EN 9% vegetatie reeds korter is dan 0 cm Oostelijk deel weide in particulier eigendom Poel Bosje nachtegaal Opschot langs watergang (oostelijke zijde) Beheer voortzetten cf. oude situatie 1x per 7-10 jaar schonen, waarbij tenminste % van waterbodem en oeverbegroeiing onaangetast blijft Bosschage handhaven zoals na oplevering Opschot handhaven zoals na oplevering Type ooibos: geen aanvullende maatregelen nodig Type natuurlijk grasland: jaarlijks voor 1 oktober maaien, tenzij de gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 10 cm is EN 9% vegetatie reeds korter is dan 0 cm Type plassen: geen maatregelen nodig Type ooibos: geen aanvullende maatregelen nodig Type laanbeplanting: jaarlijks voor 1 oktober e orde zijtakken onder het max. hoogwaterpeil ter plekke verwijderen Beheer overige elementen De oeverzwaluwenwand is aan erosie onderhevig waardoor deze langzaam zal verdwijnen. Daarom kan het nodig zijn de wand om de paar jaar weer recht af te steken. Dit kan herhaald worden totdat de afstand tussen de poel en de wand meer dan meter bedraagt, daarna dient de wand opnieuw aangevuld te worden tot het oorspronkelijke niveau. Bomen en grote struiken en bomen op de wand dienen verwijderd te worden in verband met beworteling. De zone direct voor de wand dient tevens vrij te blijven van houtige gewassen. De vleermuiskelder wordt 1x per jaar geïnspecteerd om de vleermuizen niet teveel te verstoren. Om de jaar wordt een bouwkundige inspectie uitgevoerd. Voor de ijsvogelstobben is geen beheer nodig. De locaties van de ijsvogelstobben zijn tevens interessant voor vee om te gaan drinken zonder de rest van de oever te vertrappen. Het vee zorgt ook voor de nodige dynamiek om dat deel open te houden. Vandaar dat aanvullend beheer niet nodig is. Bij het uitvoeren van het beheer en onderhoud van deze elementen moet worden voldaan aan de wettelijke vereisten. In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het vegetatiebeheer van deze beheereenheden: Onderdeel Regulier beheer Aanvullend beheer Oeverzwaluwwand Om de paar jaar recht af steken in verband met erosie (tot afstand n.v.t. poel-wand meer dan m is); bomen en grote struiken verwijderen ivm beworteling; zone direct voor wand vrijhouden van houtige gewassen Vleermuiskelder 1x per jaar inspectie en eventueel herstel; 1x per jaar n.v.t. 9 maart versie a

26 bouwkundige inspectie IJsvogelstobben Geen beheer nodig n.v.t Sedimentbeheer Het behouden van voldoende dekking (NAP +7,0m) in de laaggelegen weide is belangrijk vanwege de aanwezigheid van de HD-gasleiding, de persleiding van het waterschap, het nutsleidingenstracé voor de terp en de leiding van de brandblusvoorziening. Ook is het behouden van voldoende dekking belangrijk vanwege een resterende verontreiniging in de bodem. Voor verschillende afvoeren zijn modelberekeningen uitgevoerd, hieruit blijkt het volgende. Bij afvoeren van m 3 /s bij Lobith en 1000 m 3 /s bij Lobith (maatgevend hoogwater), zullen de stroomsnelheden in de laaggelegen weide tussen de steenfabriek en de watergang ongeveer 1 m/s zijn. De stroomsnelheden zijn daarmee groot genoeg om erosie van onbeschermde bodem te veroorzaken. Grasland op kleiige bodem kan echter stroomsnelheden van een meter per seconde redelijk goed hebben en er is daarom geen gevaar voor beschadiging van objecten. Na hoogwaters moet gemonitord worden op erosie. Achter de zomerkade ten zuiden van de terp zijn stroomsnelheden boven 1 m/s aanwezig. Hier is een kleiige bodem aangebracht en gras. Bij maatgevend hoogwater (een afvoer van 1000 m3/s bij Lobith) kan hier lokaal erosie optreden. Na elk hoogwater moet daarom geschouwd worden en moeten indien nodig herstelwerkzaamheden worden uitgevoerd. Stroomafwaarts neemt de stroomsnelheid af en zal naar verwachting enige sedimentatie op de laaggelegen weide plaatsvinden. Er zijn hier niet direct problemen te verwachten op de laaggelegen weide m.b.t. bergingcapaciteit als gevolg van erosie en sedimentatie. Stroomsnelheden ter hoogte van de gasleiding in de laaggelegen weide zijn bij een afvoer van 1000m3/s bij Lobith (maatgevend hoogwater) hoog genoeg voor enige bodemerosie. Het is belangrijk om voldoende dekking te behouden op de gasleiding, daarom zijn in het ontwerp betonblokkenmatten toegepast. 3.4 Hooggelegen boomweide Algemeen De hooggelegen (boom-)weide grenst aan het bewoond gebied van de gemeente Elst. Het bestaat uit een aantal onderdelen, te weten maaiveld met natuurlijk grasland, boomweiden, pad, en haag en raster als afscherming naar de aanliggende tuinen. Door de hooggelegen boomweide loopt een halfverhard wandel- en fietspad naar de langzaamverkeersbrug. De ligging van de boomgroepen op het Definitief Ontwerp (bijlage 1) is indicatief. Het behoud van bestaande bomen zal in het veld bepaald worden in overleg met de beheerder het Utrechts Landschap. Tevens is er vanuit gemeente Rhenen de eis gesteld dat in het noordoosten van de hooggelegen weide een parkeervoorziening voor 30 auto s gerealiseerd diende te worden en dat een bestaande wadi en een nog te plaatsen speeltoestel in het ontwerp moesten worden ingepast. Naast de parkeerplaats liggen de wadi en het speeltoestel. Ook ligt er een veerooster bij de toegang van de parkeerplaats voor wandelaars/fietsers. Het beheer van de parkeerplaats wordt beschreven in paragraaf 3.11, het fiets- en wandelpad in paragraaf 3.1 en de rasters en het veerooster in paragraaf 3.. Het beheer van de wadi en het speeltoestel maken geen onderdeel uit van dit beheer- en onderhoudsplan. Langs de zuidrand van de hooggelegen boomweide ligt het tracé van een HD-gasleiding. Het beheer van de leiding ligt bij de leidingeigenaar en wordt niet beschreven in dit beheerplan. Onderdeel Eigendom Beheer Onderhoud Boomweide (incl. Utrechts Landschap Utrechts Landschap Utrechts Landschap hagen) 9 maart versie a

27 3.4. Streefbeeld De hoge weide vormt één van de verbindingen tussen het dorp en de uiterwaard. Het is een van de weinige plekken waar vanaf de N de rivier zichtbaar kan zijn. De schoorsteen van de voormalige steenfabriek is daarbij een opvallend element. De relatie weg-weide-uiterwaard met de elementen langzaam verkeersbrug en schoorsteen daarin, is leidend geweest in het ontwerp. De weide grenst aan de achterkant van tuinen. Zicht vanuit de tuinen op de rivier is een bijzonder gegeven, waar rekening mee gehouden is. De oppervlakte van de hooggelegen weide bedraagt grofweg,4 ha. De brug en boomweide liggen op dezelfde hoogte. Om reden van visuele aard heeft de brug voldoende hoogte boven de laaggelegen weide (er is een hoogte aangehouden waarbij een volwassene net onder de brug door kan lopen). Om dit te bereiken loopt het maaiveld vanaf de N naar het zuiden toe iets op: een halve meter, voor het oog nauwelijks zichtbaar. De huidige kade direct ten oosten van de hooggelegen boomweide is via de aangepaste coupure aangesloten op de hooggelegen boomweide, waarbij het kruinniveau minimaal 9,m+ NAP is. Hierdoor is het huidige beschermingsniveau van het gebied achter de bestaande kade gehandhaafd. De hoge weide is beplant met losse bomen en open boomgroepen (linde, noot, kers). Dit is ingegeven door de wens van de gemeente Rhenen, de toekomstige beheerder Utrechts Landschap en de bewoners van de Oudeweg langs het gebied. Door de losse, open structuur van bomen blijft het zicht vanuit de woningen over de rivier en uiterwaarden behouden, maar wordt tegelijkertijd vanuit het zuiden gezien de bebouwingsrand verzacht. Bestaande bomen, die gezien hun vorm en vitaliteit de moeite van het handhaven waard zijn zijn in de boomweide geïntegreerd. De precieze situering van bomen en boomgroepen was ten tijde van het schrijven van dit beheerplan nog niet bekend. Dit gebeurt in de uitvoeringsfase, op basis van die bestaande bomen en de gewenste zichtlijnen. Eén open ruimte is zo gesitueerd dat er vanaf de N een royaal zicht is op de uiterwaard en de schoorsteen. Deze ruimte is aan de oostzijde begrensd door een strak opgezette boomgroep van lindes (Tilia cordata) die de diversiteit aan bebouwing aan de oostzijde van de weide afgrenst. Hierin is ook de parkeerplaats opgenomen, zodat een dak van bomen boven de auto s het zicht hierop enigszins verzacht. Bomen staan te allen tijde op voldoende afstand van de gasleiding (afstand tussen bomen en leiding min.00 m.). Door de weide loopt een halfverhard pad voor wandelaars en fietsers dat de N, parkeerplaats en weide verbindt met de uiterwaard. Het pad eindigt in een brug die tegelijkertijd uitzichtpunt is. Pad en parkeerplaats zijn bewust niet gecombineerd om te voorkomen dat men over een parkeerplaats naar de uiterwaard moet lopen. In het noorden van de hooggelegen boomweide ligt een bestaande wadi. Daar is in het ontwerp rekening mee gehouden, door dat het in zijn geheel is opgenomen in de open zichtlijn vanaf de N richting de uiterwaard. De wadi valt nauwelijks op. De hoge weide is aan de west en noordzijde omgeven door een haag met raster. Deze vormt de afscheiding naar de naastliggende tuinen. Op verzoek van de bewoners is de bestaande haag tussen hoge weide en Fabrieksweg behouden. Voor de nieuwe hagen is één van de volgende soorten gebruikt; veldesdoorn (Acer campestre L.); beuk (fagus sylvatica); haagbeuk (carpinus betulus); liguster (ligustrum ovalifolium) of meidoorn (crataegus monogyna). Het overige deel van de hoge weide is afgescheiden van de naastliggende gronden door een eenvoudig en transparant veeraster. De parkeerplaats is buiten het raster geplaatst. De toegang voor fietsers en voetgangers is voorzien van een veerooster. Tussen de hooggelegen en laaggelegen weide ligt een talud van circa 1,m hoogte. Dit talud is ingezaaid met gras. De combinatie van gras en klei biedt voldoende erosiebestendigheid. 7 9 maart versie a

28 3.4.3 Vegetatiebeheer Boomweide De hoge boomweide bestaat voornamelijk uit natuurlijk grasland met boomgroepen. Aan de beheereenheid is het natuurdoeltype bloemrijk grasland, glanshaverhooiland/vossenstaarthooiland (NDT 3.39) toegekend. Om het natuurdoeltype in stand te houden moet twee keer per jaar gemaaid worden, met eventueel nabeweiding. Uit kostenoverwegingen stellen wij voor om jaarrond extensief te begrazen (max. 1GVE/ha), waarbij indien nodig 1x per jaar gemaaid wordt in de voorzomer om de begroeiing te verschralen. Het maaisel wordt afgevoerd. Als er bij dit beheer toch gras en ruigte ontstaan, moet dit eens in de 3 jaar teruggezet worden. Vanuit hoogwaterveiligheid is is het deel van de hooggelegen boomweide langs de bebouwing op de interventiekaart opgenomen als structuurtype ooibos. Dit betekent dat het een gesloten bos mag zijn, met struiklaag en kruidenrijke ondergroei. Er is geen aanvullend beheer nodig. Op de interventiekaart is nog geen rekening gehouden met de boomgroepen, omdat de ligging van de boomgroepen pas in een latere fase bepaald wordt. Op de interventiekaart is daarom nog het structuurtype boomgaard hoogstam opgenomen, zoals in de voorkeursvariant. Het deel langs de overgang naar de laaggelegen weide is gedeeltelijk aangeduid als natuurlijk grasland en deels als boomgaard hoogstam. Natuurlijk grasland moet een structuurrijk grasland zijn dat in het hoogwaterseizoen gemiddeld lager is dan 10 cm en vrij van houtige gewassen. Daarom moet jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen (1 oktober) gemaaid worden, tenzij de gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 10 cm is EN 9% van alle gras- en ruigtevegetaties korter is dan 0 cm. Het structuurtype boomgaard hoogstam moet een open bomenopstand zijn zonder ondergroei, met daaronder een structuurrijke grazige vegetatie, die in de winter gemiddeld lager is dan 10 cm. Daarom moeten jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen op 1 oktober gemaaid worden zodat de gemiddelde hoogte lager is dan 10 cm EN de gras- en ruigtevegetaties hoger dan 0 cm gemaaid worden, zodra hun gezamenlijke oppervlakte meer is dan %. Tevens moeten de stammen van bomen vrijgemaakt worden van e orde zijtakken onder het maximaal hoogwaterpeil ter plaatse. Boomgroepen De bomen moeten de eerste jaren na aanplant beschermd worden tegen vraat door grote grazers en indien nodig moet water gegeven worden. Dit is ter beoordeling van de beheerder. Tijdens het onderhoud zoals snoeiwerkzaamheden dient verstoring van broedvogels te worden voorkomen. Ook moet het zicht onder de bomen door open gehouden worden. Tijdens het ontwikkelingsbeheer worden daarom de volgende maatregelen uitgevoerd: Jaarlijks boomcontrole en inboeten bomen; Verruimen of vervangen van boombanden; Water geven in de eerste 3 jaar na aanplant; Voor de begeleidingssnoei moeten de bomen een keer per 3 jaar gesnoeid worden. Voor de verzorgingssnoei geldt: Jaarlijks verwijderen stam- en/of waterlot; Eens in de jaar snoeien van de bomen; Eens in de 3 jaar (of zo nodig vaker volgens VTA) uitvoeren van VTA controle. Bij hoogstamfruit geldt verder: Jaarlijks snoeien op behoudt en ontwikkeling van vruchthout. Voor aanvullend beheer zie de beschrijving bij boomweide. 8 9 maart versie a

29 Hagen De hagen worden eens per jaar (in augustus) gesnoeid. Verder geldt het volgende ontwikkelingsbeheer van een nieuwe haag (4 jaar): Jaarlijks boomcontrole en inboeten bomen; De haagvoet vrijhouden van onkruid voor een goede ontwikkeling van de haag; Water geven in het eerste jaar na aanplant; De nieuw aangeplante delen van de haag moeten eveneens de eerste jaren na aanplant beschermd worden tegen vraat door grote grazers. De maximale breedte van de haag bedraagt meter. Ook moet het zicht op de rivier vanaf de noordgrens van de hooggelegen boomweide het gehele jaar gewaarborgd worden. Daarom moet een maximale hoogte van 1 m gehandhaafd worden. De haag en bijbehorende rasters moeten in stand blijven, omdat het vee en wild niet vanuit de hooggelegen boomweide bij de achtergelegen woningen en de parkeerplaats mag komen. De haag is vanuit hoogwaterveiligheid op de interventiekaart opgenomen als structuurtype heggen. Heggen worden gelijkgesteld aan struweel en mogen gesloten struweel vormen met een kruidenrijke ondergroei. Daarvoor zijn geen aanvullende beheersmaatregelen nodig. In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het vegetatiebeheer van deze beheereenheden: Onderdeel Regulier beheer Aanvullend beheer Boomweide Weide: Jaarrond extensief begrazen; indien nodig in voorzomer 1x maaien; maaisel afvoeren; 1x per 3 jr gras en ruigte terugzetten Type ooibos: geen aanvullende maatregelen Type natuurlijk grasland: jaarlijks voor 1 oktober maaien, tenzij de gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 10 cm is EN 9% vegetatie reeds korter is dan 0 cm Boomgroepen Eerste jaren beschermen tegen vraat door grote grazers (ter beoordeling door beheerder) Ontwikkelingsbeheer (indien van toepassing): Jaarlijks boomcontrole en inboeten bomen; verruimen/vervangen boombanden; 1 e 3 jaar water geven Begeleidingssnoei: 1x per 3 jaar snoeien Verzorgingssnoei: jaarlijks verwijderen stam- en of waterlot; 1x per jaar snoeien; 1x per 3 jaar VTA controle (of vaker indien nodig vanuit VTA) Type boomgaard-hoogstam: jaarlijks voor 1 oktober maaien zodat de gemiddelde hoogte lager is dan 10 cm EN gras en ruigtes hoger dan 0 cm maaien zodra hun gezamenlijke oppervlakte groter is dan %; jaarlijks voor 1 okt e orde zijtakken onder het max. hoogwaterpeil verwijderen Zie bij boomweide 9 9 maart versie a

30 Haag 1x per jaar snoeien (augustus), haag maximaal m breed en 1m hoog; eerste jaren beschermen tegen vraat door grote grazers; Ontwikkelingsbeheer nieuwe haag: Jaarlijks boomcontrole en inboeten bomen; haagvoet vrijhouden van onkruid; water geven in eerste jaar na aanplant Type heggen: geen aanvullende maatregelen nodig 3. Rivieroever 3..1 Algemeen De rivieroever bestaat uit het gebied tussen de zomerkade en de rivier. De kribben maken geen onderdeel uit van de rivieroever, de grens ligt bij de wortel van de kribben. De rivieroever is over het volledige tracé, met uitzondering van het oostelijk gelegen kribvak, verlaagd. Het oostelijke kribvak bij De Opslag is opgevuld. De gemeente plaatst een veerooster in de weg tussen de loswal en het dorp, even ten noorden van de woning De Opslag. De omgeving van de loswal kan daarom ook begraasd worden en is meegenomen in de beheereenheid rivieroever. Een boothelling en vlonder van de bewoner van Opslag is verplaatst naar de rivieroever. Deze maken geen onderdeel uit van dit beheeren onderhoudsplan. De rivieroevers zijn ingericht als natuurvriendelijke oevers. Vanuit het programma Stroomlijn zijn reeds in 011 erfpacht- en samenwerkingsovereenkomsten gesloten tussen Rijkswaterstaat en de verschillende natuurbeherende organisaties, voor deelgebied Elst betreft dit het Utrechts Landschap. Afgesproken is dat het Utrechts Landschap voor een periode van 30 jaar erfpachter wordt van de natuurvriendelijke rivieroever. De beheerovereenkomst wordt eind 01 gesloten. Het beheer en onderhoud van de kribben wordt uitgevoerd door Rijkswaterstaat en valt buiten dit beheerplan. Onderdeel Eigendom Erfpacht 30 jaar Rivieroever Rijkswaterstaat Utrechts Oost-Nederland Landschap Beheer Utrechts Landschap Onderhoud Utrechts Landschap 3.. Streefbeeld De rivieroever bestaat uit kribben en zandstranden in de kribvakken. De rivieroever is over het volledige tracé, met uitzondering van het oostelijk gelegen kribvak, verlaagd. Het oostelijke kribvak bij de Opslag is opgevuld. De oevers zijn afgegraven om een ruimtelijk en netter beeld van de oevers te realiseren. Bij het afgraven is de aanwezige deklaag weg gegraven en is het losse zand direct achter de krib aan de oppervlakte gekomen. Omdat er kans is op erosie (waardoor de kribben achterloops zouden kunnen worden) is het zand met erosiebestendig materiaal afgedekt. Hiervoor is de aan het maaiveld aanwezige kleiige grond gebruikt. Rond de wortel van de krib is een breedte van m klei gehandhaafd. Als de hoogte van het maaiveld ver boven de hoogte van de krib uitstak is m horizontaal afgegraven en voorzien van 0, m nieuwe kleiige grond, waarna onder een helling van 1:10 op de afgegraven oever is aangesloten. De kleilaag is ingegraven zodat de wortel van de krib na uitvoering niet achterloops kan worden. Ook deze 1:10 helling is van 0, m nieuwe kleiige grond voorzien. Tussen de kribben is vanaf de teen van de kade naar de oever onder een variabele helling afgegraven, totdat aan de oever een peil van NAP + m is bereikt. Dit is gelijk aan het voorheen aanwezige maaiveldniveau en het stuwpeil op het riviervak. Aan die oever is na de ontgraving geen klei meer 30 9 maart versie a

31 aanwezig en is sprake van een zandstrandje. Ergens op dat zandstrandje zal een steilrandje ontstaan door de golfwerking in het kribvak. De omgeving loswal is gesitueerd in het meest oostelijk deel van de locatie Elst. Het kribvak bij de oostelijke woning was grotendeels circa 1 m diep ten opzichte van het stuwpeil, alleen in het midden was de diepte circa 1, m (peiling Boskalis, 011). Het kribvak is opgevuld met plaatselijk vrijgekomen kleiige bovengrond en afgedekt met 0,3 m zand om aan te sluiten bij de aangrenzende kribvakken. De hoogte tot waar is opgevuld is circa,8 m+ NAP, gelijk aan de aansluitende maaiveldniveaus. De bovengrond is vanaf de kant ingebracht, waarna voor een nieuwe lading klei over het eigen werk is gereden. Op deze wijze is enige verdichting van de bovengrond onder water bereikt. Omdat de verdichting beperkt is, wordt een eindhelling van 1:4 als nog stabiel aangemerkt. Het wandelpad is hier deels over het aangevulde kribvak gelegd om een grotere afstand tot de woning De Opslag te verkrijgen Vegetatiebeheer De rivieroever is ingericht als natuurdoeltype Nat, matig voedselrijk grasland (NDT 3.3), zilverschoongrasland. Om dit natuurdoeltype te beheren moet (al dan niet jaarrond) beweid worden. In dit beheerplan is uitgegaan van jaarrond begrazing door grootvee (extensief, maximaal 1 grootveeeenheid per hectare) met periodiek (1x in de 3 jaar) een maaibeurt. Maaisel wordt afgevoerd. Vanuit hoogwaterveiligheid is de rivieroever op de interventiekaart aangegeven als structuurtype natuurlijk grasland. Dit betekent dat het een structuurrijk grasland moet zijn dat in het hoogwaterseizoen gemiddeld lager is dan 10 cm en vrij van houtige gewassen. Daarom moet jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen op 1 oktober gemaaid worden, tenzij de gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 10 cm is EN 9% van alle gras- en ruigtevegetaties korter is dan 0 cm. Eventuele plantengroei van oeverplanten rond de steiger, moet verwijderd worden vanuit het oogpunt van bereikbaarheid en toegankelijkheid. Daarom stellen wij voor om 1x per jaar de vegetatie rond de steiger te maaien. Dit beheer kan meegenomen worden in het beheer van de rivieroever (zie ook paragraaf 3.10). In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het vegetatiebeheer van deze beheereenheid: Onderdeel Regulier beheer Aanvullend beheer Rivieroever Jaarrond extensieve begrazing door grootvee; 1x in 3 jaar maaien; maaisel afvoeren Type natuurlijk grasland: jaarlijks voor 1 oktober maaien, tenzij de gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 10 cm is EN 9% vegetatie reeds korter is dan 0 cm Oevervegetatie rond passantensteiger 1x per jaar oevervegetatie maaien Type natuurlijk grasland: jaarlijks voor 1 oktober maaien, tenzij de gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 10 cm is EN 9% vegetatie reeds korter is dan 0 cm 3..4 Sedimentbeheer Voor verschillende afvoeren zijn modelberekeningen uitgevoerd, hieruit blijkt het volgende. Stroomsnelheden langs de oevers en in de rivier zijn bij hoge afvoeren lager na uitvoering van de werkzaamheden dan in de referentiesituatie. Bij de zomerkade ten zuiden van de steenfabriek zijn stroomsnelheden aanwezig die enige erosie van een onbeschermde rivieroever tot gevolg kunnen hebben. Ten opzichte van de voorgaande situatie vinden praktisch geen veranderingen plaats en er zijn daarom geen aanvullende maatregelen getroffen in het ontwerp. De oever is voldoende beschermd. De kribben zijn rondom beschermd met kleiig materiaal. De aansluitingen van de kribben zijn zonodig aangevuld met kleiig materiaal. Het beheer dient door middel van controles na hoogwater rekening te houden met de kans op erosie en zal bestaan uit het uitvullen van mogelijke erosiegaten maart versie a

32 3. Kades 3..1 Algemeen De beheereenheid kades bestaat uit twee delen zomerkade en een coupure. De zomerkade ligt voor een deel langs de rivier, een ander deel ligt tegen de bebouwing van Elst aan. De coupure maakt onderdeel uit van de zomerkade langs de bebouwing (met een overstromingsfrequentie van 1/0) en kan bij hoogwater afgesloten worden. De toegangsweg richting de steenfabriek (de Fabrieksweg) kruist de primaire waterkering ter hoogte van Fabrieksweg nr door middel van een coupure. De coupure bestaat uit betonnen wanden aan beide zijden van de Fabrieksweg. De wand aan de oostelijke kant functioneert tevens als schutting voor de tuin van Fabrieksweg. De Fabrieksweg fungeert als toegangsweg voor hulpdiensten richting de terp. De verantwoordelijkheid van het dichten van de coupure ligt bij het HDSR. Het beheer en onderhoud van de Fabrieksweg is beschreven in paragraaf 3.1. De zomerkade bij de rivier is bij de herinrichting over het gehele tracé verlaagd. Over deze zomerkade loopt een struinpad. Het beheer van dit struinpad wordt beschreven in paragraaf 3.. Onderdeel Eigendom Beheer Onderhoud Zomerkade langs rivier Utrechts Landschap HDSR (schouw) Utrechts Landschap; behoudens groot onderhoud na ca. 1 jaar door HDSR Zomerkade langs bebouwing (incl. coupure) HDSR HDSR HDSR 3.. Streefbeeld Zomerkade bij de rivier: De zomerkade bij de rivier is over de gehele lengte verlaagd. Het tracé blijft hetzelfde. De nieuwe kruinhoogte van de zomerkade is in overleg met Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) bepaald. Hierbij is het uitgangspunt gehanteerd dat de overstromingsfrequentie niet mag toenemen. Om de toekomstige kadehoogte te bepalen is daarom een gedetailleerde inventarisatie gedaan van de kruinhoogten van de kade. De laagste bestaande hoogte is hierbij maatgevend geweest voor het bepalen van de kruinhoogte; de kruinhoogte ligt op 8,10m+ NAP. De zomerkade bestaat uit zandige klei over de hele hoogte. De kruin is m breed, het buitentalud is onder 1: en het binnentalud onder circa 1:3 afgewerkt. Op die diepte bestaat de kade ook uit een vergelijkbare zandige klei als aan de voormalige kruin. Na inzaaien met graszaad is weer een voldoende erosiebestendige kade ontstaan. Dit is afgeleid op basis van CUR rapport Natuurvriendelijke oevers en de voormalige kade die heeft bewezen met soortgelijke kleiige grond en grasbegroeiing erosiebestendig te zijn. De stabiliteit van de kade is voor het buitentalud berekend en blijkt bij uit NEN 740 afgeleide sterkteparameters verzekerd te zijn. Ook bij een volledig verzadigde kade, na een val van het bovenwater is de stabiliteit verzekerd. Zomerkade bij de bebouwing: De zomerkade direct ten oosten van de hooggelegen boomweide is via de aangepaste coupure aangesloten op de hooggelegen boomweide, waarbij het kruinniveau minimaal 9,m+ NAP is. Hierdoor is het beschermingsniveau van het gebied achter de bestaande kade gehandhaafd. De kade is niet afgegraven. Coupure De toegangsweg richting de steenfabriek (de Fabrieksweg) kruiste voorheen de primaire waterkering ter hoogte van Fabrieksweg nr door middel van een coupure. Deze coupure bestond uit een betonnen wand aan beide zijden van de Fabrieksweg. De betonnen wand was aan de westelijke kant aan de bovenzijde afgedekt met een bakstenen rollaag. De wand aan de oostelijke kant functioneerde tevens als schutting voor de tuin Fabrieksweg. 3 9 maart versie a

33 Verdere gegevens, met name de ondergrondse constructie, ontbreken. Het dichtzetten van de coupure gebeurde in het verleden door de fabriek waarbij een hoeveelheid klei tussen en tegen de betonnen wanden werd gestort. In de toekomstige situatie waar de steenfabriek is gesloopt blijft de Fabrieksweg bestaan en gaat deze functioneren als toegangsweg voor hulpdiensten richting de terp. De functionaliteit van de coupure blijft derhalve bestaan waarbij de verantwoordelijkheid van het dichten van de coupure is overgeheveld naar het HDSR. Ten zuiden van de bestaande coupure wordt een nieuwe coupure in de lijn van de kade geplaatst. De coupure bestaat uit betonnen wanden voorzien van schotbalksponningen geplaatst op een betonnen vloer. De hoogte van dewanden is gelijk aan de hoogte van de bestaande wand (ca 9,+ NAP). De opening tussen de wanden bedraagt circa 4,0m. Het dichtzetten van de coupure geschiedt door het plaatsen van rijen schotbalken, waartussen desgewenst een aanvulling van klei of zandzakken kan worden geplaatst Vegetatiebeheer Zomerkade bij de rivier De zomerkade (bij rivier) is niet aangewezen voor een specifiek natuurdoeltype, maar biedt wellicht goede condities voor stroomdalgrasland (Natuurdoeltype 3.39a). Dit natuurdoeltype kan beheerd worden door extensieve begrazing met indien nodig 1x per jaar in het voorjaar maaien. In overleg met het Utrechts Landschap en Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden stellen wij voor om deze kade mee te nemen in het beheer van de laaggelegen weide en de rivieroever en dus extensief te beweiden met grootvee. Ook indien nodig 1x per jaar in de voorzomer maaien. De eerste jaren na herinrichting wordt de kade ook in het najaar gemaaid (einde van het groeiseizoen) totdat de grasmat stevig en stabiel genoeg is. Door middel van monitoring wordt bepaald wanneer dit punt bereikt is. Maaisel zal worden afgevoerd door de eigenaar van de grond, hier het Utrechts Landschap. Vanuit het belang van de hoogwaterveiligheid is de zomerkade bij de rivier is op de interventiekaart opgenomen als productiegrasland. Dit betekent dat gedurende het hoogwaterseizoen een gesloten grasland moet vormen dat vlaksgewijs lager is dan cm en vrij van houtige gewassen. Daarom moet jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen op 1 oktober gemaaid worden, tenzij de gehele vegetatie al korter is dan cm. Jaarlijks wordt de conditie van de kade door de twee partijen samen gemonitord en wordt besproken wat wel en niet goed gaat met deze vorm van beheer en wat eventueel aangepast moet worden. Na enkele jaren is wellicht een aanpassing van het beheer nodig. Naast dit beheerplan wordt een apart afsprakenkader Utrechts Landschap HDSR opgesteld, waarin afspraken over het beheer en onderhoud van de kades, de watergang en natuurvriendelijke oever worden opgenomen. Ook afspraken over het afvoeren van maaisel dat de verantwoordelijkheid is van de eigenaar van de grond, wordt in dit afsprakenkader opgenomen. De zomerkade is opgenomen in de Keur van het Hoogheemraadschap, wat betekent dat het profiel en de bekleding van de kade in stand moeten blijven. Jaarlijks wordt de kade daarom geschouwd door het Hoogheemraadschap. Eventuele schade zal door de beheerder (Utrechts Landschap) hersteld moeten worden. Indien uit de monitoring blijkt dat er veel schade aan de grasmat ontstaat door het vee in de winter, kan besloten worden om de kade in de winterperiode (vanaf 1 september) uit te rasteren. Zomerkade bij de bebouwing De zomerkade (bij bebouwing) is opgenomen als onderdeel van de laaggelegen weide waarvoor het natuurdoeltype Bloemrijk grasland van het rivierengebied (NDT 3.39) gedefinieerd is, waarbij zoveel als mogelijk invulling gegeven moet worden aan het habitattype Glanshaverhooiland (NDT 3.39b). Om het natuurdoeltype in stand te houden moet twee keer per jaar gemaaid worden. Het beheer door het Hoogheemraadschap, dat bestaat uit twee maal per jaar maaien en afvoeren van het maaisel wordt voortgezet. De kade mag niet door vee betreden worden en is uitgerasterd. Op de interventiekaart is de zomerkade bij de bebouwing opgenomen als natuurlijk grasland maart versie a

34 Dit betekent dat het een structuurrijk grasland moet zijn dat in het hoogwaterseizoen gemiddeld lager is dan 10 cm en vrij van houtige gewassen. Daarom moet jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen op 1 oktober gemaaid worden, tenzij de gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 10 cm is EN 9% van alle gras- en ruigtevegetaties korter is dan 0 cm. De zomerkade langs de bebouwing en coupure is opgenomen in de Keur van het Hoogheemraadschap als overige waterkering (zomerkade). Dit betekent dat het profiel en de bekleding van de kades in stand moet blijven. Daarom vindt een keer per jaar een schouw door het waterschap plaats. Eventuele schade aan de zomerkade en coupure, moet door de beheerder hersteld worden. In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het vegetatiebeheer van deze beheereenheid: Onderdeel Regulier beheer Keur Aanvullend beheer Zomerkade (bij rivier) Zomerkade (bij bebouwing) Extensieve jaarrond begrazing met zo nodig 1x per jaar in voorzomer maaien; eerste jaren in najaar maaien; maaisel afvoeren x per jaar maaien; maaisel afvoeren 1x per jaar schouwen bekleding waterkering en indien nodig repareren 1x per jaar schouwen bekleding waterkering en indien nodig repareren Type productiegrasland: jaarlijks voor 1 oktober maaien, tenzij vegetatie reeds over gehele oppervlakte korter is dan cm Type natuurlijk grasland: jaarlijks voor 1 oktober maaien, tenzij de gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 10 cm is EN 9% vegetatie reeds korter is dan 0 cm 3..4 Beheer kunstwerk Coupure Het afdichten van de coupure bij hoogwater zal worden uitgevoerd worden door het Hoogheemraadschap. Het Hoogheemraadschap dient derhalve te beschikken over de hiervoor genoemde materialen (schotbalken en evt. opvulmateriaal, zoals zandzakken of klei) en het benodigde materieel om de kering te plaatsen. Het onderhoud bestaat uit een periodieke inspectie (jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen op 1 oktober) en indien nodig repareren van schades aan de betonnen wanden en de schotbalksponningen en vloer. Bij het uitvoeren van het beheer en onderhoud van de coupure en kades moet worden voldaan aan de wettelijke vereisten. 3.. Sedimentbeheer De zomerkade en coupure zijn opgenomen in de Keur van het Hoogheemraadschap; voor het sedimentbeheer moet aan de Keur voldaan worden. Jaarlijks vindt een schouw door het hoogheemraadschap plaats aan profiel en bekleding. Indien nodig moet het profiel hersteld worden. Voor verschillende afvoeren zijn modelberekeningen uitgevoerd, hieruit blijkt het volgende. Door het verlagen van de zomerkade ten zuiden van de terp ontstaat bij afvoeren van 10000m 3 /s bij Lobith en hoger, een overloop naar het lager gelegen achterland. Hierbij zijn de stroomsnelheden achter de kade in de orde 1 m/s en tot 1,3 m/s bij maatgevende afvoer. Hierdoor is er bij maatgevende afvoer kans op erosie. De kade is bedekt met kleiige grond en een grasbekleding ter bescherming. In het beheer dient rekening gehouden te worden met kans op erosie door controles na extreme hoogwaters. Stroomsnelheden nabij de hogere gronden zijn laag, erosie is daardoor afwezig. Er zijn geen knelpunten aanwezig. 3.7 Terp 34 9 maart versie a

35 3.7.1 Algemeen De beheereenheid terp betreft de reeds aanwezige terp, waarop de steenfabriek Elst jarenlang gevestigd is geweest. De steenfabriek is inmiddels buiten gebruik geraakt en is daarom gesloopt. De terp ligt in de laaggelegen weide en in de stromingsluwte van de terp ligt het ooibos. Enkele markante elementen van de steenfabriek zijn behouden. Het gaat om de schoorsteen, een deel van de oorspronkelijke betonvloer en de oude olietank. Van oude bakstenen uit de steenfabriek is een bankje gemetseld, dat uitkijkt over de rivier. Rondom de betonvloer, schoorsteen en olietank is een drain met kolken aangelegd, om de afwatering te waarborgen. Het beheer van de drain en kolken wordt beschreven in de paragraaf 3.. NB: op het moment van schrijven is nog niet duidelijk of de schoorsteen blijft staan. Voor dit beheerplan is er vanuit gegaan dat dit wel het geval is. Er bestaan plannen om op de terp in de toekomst een kleinschalige horecafunctie te realiseren. Hiermee is echter in dit beheer- en onderhoudsplan nog geen rekening gehouden. Ten behoeve van de vestiging van een horecavoorziening op de terp, is een brandblusvoorziening aangelegd in de laaggelegen weide. De voorziening bestaat uit een betonput, een pvc leiding en een inlaatvoorziening in de watergang. Het beheer van deze brandblusvoorziening is beschreven in paragraaf 3.. Om een eventuele horecabestemming mogelijk te maken, is tevens een nutsleidingentracé gereserveerd en een drukriool aangelegd. Het beheer van dit nutsleidingentracé en het drukriool maken geen onderdeel uit van dit beheerplan. De terp zal tevens dienen als hoogwatervluchtplaats. Struinpaden lopen vanaf de zomerkade, vanaf de langzaamverkeersbrug en de passantensteiger tot bovenop de terp. Een halfverharde weg voor hulpdiensten en beheerders is voorzien vanaf de parkeerplaats in de hooggelegen (boom)weide tot bovenop de terp. Het beheer en onderhoud van de struinpaden en halfverharde weg wordt niet in het huidige hoofdstuk beschreven, maar is opgenomen in paragraaf 3.1, wegen en paden. Onderdeel Eigendom Beheer Onderhoud Terp (incl. schoorsteen, betonvloer, Utrechts Utrechts Utrechts olietank en bank) Landschap Landschap Landschap 3.7. Streefbeeld De schoorsteen van de voormalige steenfabriek is een markant punt in het landschap dat behouden is om aan de wensen van de regio tegemoet te komen (indien financiering wordt geregeld). De steenfabriek is gesloopt, waarna de terp vlak is afgewerkt. Als herinnering aan de steenfabriek is een deel van de oorspronkelijke betonvloer en de olietank gehandhaafd, waardoor een footprint van de steenfabriek zichtbaar blijft. Doordat de terp hoger is dan de voorheen aanwezige terp en derhalve ook hoger dan de footprint, is rondom de te handhaven "footprint" een drain aangelegd, om het overtollige regenwater af te voeren richting de laaggelegen weide. Er zijn plannen om de terp in de toekomst een kleinschalige horecafunctie te geven. Er is daarom een nutstracé aangelegd voor elektra en waterleiding. De bestaande persleiding voor de afvoer van rioolwater is in het nieuwe nutstracé gelegd. Ter plaatse van de kruising met de watergang zijn drie mantelbuizen aangelegd. Tevens is er bij de aanleg van de terp een blusvoorziening gerealiseerd, in de vorm van een betonnen put die is aangesloten op een leiding die naar het oppervlaktewater ten oosten van de ontsluitingsweg loopt. Vanuit deze put kan het bluswater worden opgepompt. Om de terp toegankelijk te maken, zijn struinpaden vanaf de zomerkade en vanaf de langzaamverkeersbrug doorgetrokken tot bovenop de terp. Ook is een struinpad vanaf de passantensteiger tot bovenop het hoge gedeelte van de terp gecreëerd, waardoor de terp en de eventuele toekomstige horecagelegenheid ook vanaf deze steiger voor voetgangers bereikbaar is. Voor de toegang van de terp voor voertuigen is een halfverharde weg voorzien vanaf de Fabrieksweg, via een doorwaadbare plaats in de watergang, tot bovenop de terp. De ontsluitingsweg is (op verzoek 3 9 maart versie a

36 van de beheerders) verplaatst ten opzichte van het VKV, omdat die zo niet door de waardevolle natuur van de Amerongse Bovenpolder loopt. De weg loopt over de oorspronkelijke loop van de Fabrieksweg. Om visueel de functie van de langzaamverkeersbrug intact te laten, is in overleg met de beheerders ervoor gekozen om de kruising van de weg met de watergang uit te voeren als doorwaadbare plaats. De ontsluitingsweg is bestemd voor hulpdiensten (brandweer, ambulance en politie) en beheerders. De waterdiepte op de doorwaadbare plaats bedraagt 0,30 m 1, waardoor deze naast de hiervoor genoemde hulpdiensten ook voor de reguliere onderhoudsvoertuigen en de brandweer begaanbaar is. De hoge terp nabij de rivieroever bestaat uit een deel van het hoge voormalige steenfabrieksterrein op een niveau van 9,m + NAP. Daar wordt veel puin aangetroffen, waardoor een zekere doorlatendheid in de terp aanwezig is. Het talud van de terp is daarom afgewerkt met een toplaag met een dikte van een 0, m om opbarsten als gevolg van een val van het buitenwater na een hoogwater te voorkomen. De teen van het talud ligt op circa 7,0m+ NAP. De toplaag is ingezaaid met graszaad, waardoor de combinatie van klei met gras voldoende erosiebestendig is. De stabiliteit van het talud blijkt volgens de stabiliteitsberekening voldoende groot te zijn bij een talud onder 1:4 (stabiliteitsfactor 1,0). De lage waarde van de factor wordt vooral veroorzaakt door de hoge freatische lijn in de terp Vegetatiebeheer De terp moet bereikbaar zijn vanaf het omliggende weidegebied voor dieren, vanwege zijn functie als hoogwatervluchtplaats. Met uitzondering van de grens met het ooibos mogen daarom geen rasters geplaatst worden tijdens het hoogwaterseizoen (vanaf 1 okt). Aan de terp is geen natuurdoeltype toegekend. Omdat de terp bestaat uit grasland, kan de terp extensief beweid worden door grootvee, met dezelfde kudde als de omliggende beheereenheden. Vanuit hoogwaterveiligheid is het middelste deel van de terp op de interventiekaart aangeduid als structuurtype ooibos. Dit betekent dat het een gesloten bos mag zijn, met struiklaag en kruidenrijke ondergroei. Jaarlijks voor 1 oktober moeten delen waar struikvormige wilgen dichte gesloten vegetaties vormen gemaaid worden. De randen van de terp zijn opgenomen als structuurtype natuurlijk grasland. Dit betekent dat het een structuurrijk grasland moet zijn dat in het hoogwaterseizoen gemiddeld lager is dan 10 cm en vrij van houtige gewassen. Daarom moet jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen op 1 oktober gemaaid worden, tenzij de gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 10 cm is EN 9% van alle gras- en ruigtevegetaties korter is dan 0 cm. In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het vegetatiebeheer van deze beheereenheden: Onderdeel Regulier beheer Terp Jaarrond extensief beweiden Aanvullend beheer Type ooibos: Jaarlijks voor 1 okt dichte gesloten vegetaties van struikvormige wilgen maaien, tenzij deze niet aanwezig zijn Type natuurlijk grasland: jaarlijks voor 1 oktober maaien, tenzij de gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 10 cm is EN 9% vegetatie reeds korter is dan 0 cm Hoogwatervluchtplaats Terp moet vrij toegankelijk zijn tijdens hoogwaterseizoen (v.a. 1 okt) Beheer overige elementen 1 Op verzoek van de ambulancedienst wordt dit in het uitvoeringsontwerp teruggebracht naar 0, m, door de ligging van de weg cm te verhogen. 3 9 maart versie a

37 De schoorsteen, betonvloer, oude olietank en bankje moeten in stand gehouden worden volgens de situatie na oplevering. De wijze van instandhouding is ter bevinding van de beheerder Utrechts Landschap. Bij het uitvoeren van het beheer en onderhoud van deze elementen moet worden voldaan aan de wettelijke vereisten Sedimentbeheer Voor verschillende afvoeren zijn modelberekeningen uitgevoerd, hieruit blijkt het volgende. Aan de noordzijde op de kop van de terp treden stroomsnelheden op die groot genoeg zijn om erosie te veroorzaken. Omdat de terp met klei en gras is bekleed, is de terp beschermd tegen erosie. 3.8 Watergang en natuurvriendelijke oevers Algemeen De beheereenheid watergang en oevers bestaat uit de watergang die in Oost-West richting de laaggelegen weide doorkruist, met de daarbij behorende (natuurvriendelijke) oever aan de noordzijde. De natuurvriendelijke oever heeft een vaste diepte van 30 cm beneden waterpeil en wordt mede gevoed door kwelwater. De watergang is inclusief oevers ongeveer 1-40 m breed. De bodem van de watergang ligt op NAP +4, m. Aan beide zijden van de oevers kan het beheer uitgevoerd worden vanuit de laaggelegen weide. Om die reden moet aan beide zijden een strook van 4 meter breed obstakelvrij gehouden worden. Direct ten noorden van de huidige watergang ligt een asbest-cement persleiding van waterschap De Stichtse Rijnlanden. Ter hoogte van de aansluiting van de watergang op de watergang in de Amerongse Bovenpolder ligt een kruising met een HD-gasleiding. Het beheer van deze leidingen maakt geen onderdeel uit van dit beheerplan. Deze leidingen stellen echter wel eisen aan het beheer van de watergang en oever, in verband met de vereiste gronddekking op de leidingen. In de watergang liggen verschillende kleine kunstwerken (een stuw en duikers), die zijn beschreven in paragraaf 3.. De halfverharde toegangsweg naar de terp kruist de watergang in een doorwaadbare plaats. Het beheer van deze weg is beschreven in paragraaf 3.1. Onderdeel Eigendom Beheer Onderhoud Watergang Utrechts Landschap HDSR HDSR Natuurvriendelijke oever Utrechts Landschap Utrechts Landschap Utrechts Landschap 3.8. Streefbeeld Direct ten noorden van de huidige watergang ligt een asbest-cement persleiding van hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Deze leiding moet voldoende dekking blijven houden. Om die reden zijn watergang en natuurvriendelijke oever ten opzichte van het VKV naar het zuiden toe opgeschoven. De aansluitingen op de watergang in de Amerongse Bovenpolder en op de reeds aanwezige waterpartij aan de oostzijde zijn op de oorspronkelijk geplande locatie gerealiseerd. Het gevolg is dat de watergang met een natuurlijke slinger door de laaggelegen weide heen loopt. Tussen de watergang en de persleiding ligt de natuurvriendelijke oever die daarmee een wisselende breedte heeft (tussen 0 en maximaal 0 meter). Vanwege de gewenste natuur is een deel van de natuurvriendelijke oever vlak aangelegd. Hier zal min of meer een vast waterpeil van 0,30 m aanwezig zijn. De bodemhoogte van de nieuwe watergang is ter hoogte van de aansluiting op de bestaande watergang in de Amerongse Bovenpolder niet verlaagd. Dit in verband met de kruising met de HD-gasleiding. De bodemhoogte is hier gelijk gehouden aan de bodemhoogte in de Amerongse Bovenpolder. De taluds van de gegraven watergang moeten voldoende stabiel en erosiebestendig zijn. Op basis van de voorheen ook aanwezige deklaagdiktes is tegen erosie een bovengrond van 0, m dikte voldoende. Gezien de te verwachten stroomsnelheden tot 1m/sec bij hoogwater, moeten de taluds wel van een 37 9 maart versie a

38 begroeiing worden voorzien, waarvoor de deklaag met graszaad is ingezaaid. Op de bodem is geen klei aangebracht, zodat een zekere voeding door kwel optreedt, wat uit ecologische overwegingen gewenst is. De bodem van de watergang is afgedekt met een laag van minimaal 0, m dik van steenachtig, open materiaal (bijvoorbeeld puin of grind), dat een zekere weerstand tegen erosie heeft en voorkomt dat de sloot door kwelwater dat zand meevoert vol met zand komt te staan. De korreldiameter is afgestemd op de in de ondergrond aanwezige zandkorrel diameters. Indien toegestaan door het bevoegd gezag (i.v.m. Bbk) is voor de afdekking op de bodem gebroken puin (gradering 0/31.) toegepast. Omdat dit materiaal op korte afstand beschikbaar was, en er op die manier geen nieuwe delfstoffen nodig zijn, is dit een meer duurzame oplossing dan het toepassen van grind. De stijghoogte in de zandondergrond is volgens de geohydrologische studie circa m + NAP. Verwacht mag worden dat de waterstand in de watergang onder normale omstandigheden nagenoeg eenzelfde niveau zal bereiken. Dit komt ook overeen met het stuwpeil in dit rivierpand, zodat geen overspanningen aanwezig zijn en de stabiliteit van de taluds altijd verzekerd zal zijn. Door de wens om lichte kwel toe te staan in verband met de voeding van de Amerongse Bovenpolder met kwelwater en het ontstaan van kwelminnende vegetatie, is het peil verlaagd tot,80+ NAP. De stabiliteit van het talud van de watergang aan de zuidzijde is het steilst en de stabiliteitsfactor is daarvoor berekend. Bij een helling onder 1:, blijkt de stabiliteit voldoende verzekerd te zijn (stabiliteitsfactor 1,01). Ten behoeve van het reguleren van het peil, is in het benedenstroomse deel van de watergang - bij de overgang naar de Amerongse Bovenpolder - een stuw geplaatst. Het peil in de Amerongse Bovenpolder is lager dan het genoemde peil van,80 m+ NAP. Door het plaatsen van een stuw is het peil van,80m+ NAP richting de Elster Buitenwaard gewaarborgd en wordt het peil in de Amerongse Bovenpolder niet beïnvloed Vegetatiebeheer Watergang (incl. zuidelijke oever) De watergang is aangemerkt als natuurdoeltype Nevengeul (NDT 3.10). Om dit natuurdoeltype in stand te houden is geen beheer nodig. De watergang is daarnaast opgenomen in de Keur als primaire A- watergang. Vanuit de Keur gelden eisen voor de waterkwantiteit. Voorwerpen/materialen die de doorstroming belemmeren moeten verwijderd worden. Daarom moet een doorstroomprofiel van meter elk jaar in het najaar geschoond worden door middel van korven. Het maaisel moet daarbij afgevoerd worden door de eigenaar van de grond. In een aanvullend afsprakenkader worden hier nadere afspraken over gemaakt (zie pagina 7). Op de interventiekaart is de watergang opgenomen als structuurtype nevengeul. Dit type moet in het winterhalfjaar kaal zijn en nog aanwezige vegetatieresten moeten kunnen wegspoelen bij een hoogwater. Daarom moeten jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen (1 oktober) de overblijvende oeverplanten en alle houtige gewassen verwijderd worden. Bij het regulier beheer vanuit de Keur (jaarlijks schonen) is dit reeds geborgd, mits het om een maximale breedte van m gaat. Daarom is geen aanvullend beheer vereist. Indien het nodig is om een breedte van meer dan m te schonen, dan geldt dit als aanvullend beheer. De zuidelijke oever is steil en er is een hoogteverschil van 1, m. Dit hoogteverschil is te groot voor vee om te drinken, er is dus geen kans op vertrapping van de oever. Noordelijke oever De noordelijke oever is opgenomen als natuurdoeltype Geïsoleerde meander (NDT 3.17). Dit natuurdoeltype moet in stand gehouden worden door middel van periodiek schonen (1x per -0 jaar) om te ver gevorderde verlanding en/of de vorming van een te dikke sliblaag tegen te gaan. Dit schonen moet gefaseerd gebeuren in ruimte en tijd, omdat de doelsoorten verschillende eisen stellen aan de vegetatieontwikkeling. Daarnaast moet vertrapping door vee worden voorkomen maart versie a

39 In overleg met Utrechts Landschap en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden wordt voorgesteld om de natuurvriendelijke oever mee te nemen in het extensieve begrazingsbeheer van de aanliggende laaggelegen weide. Jaarlijks wordt de conditie van de natuurvriendelijke oever door de twee partijen samen gemonitord en wordt besproken wat wel en niet goed gaat met deze vorm van beheer en wat eventueel aangepast moet worden. Na enkele jaren is wellicht een aanpassing van het beheer nodig. Naast dit beheerplan wordt een apart afsprakenkader Utrechts Landschap HDSR opgesteld, waarin afspraken over het beheer en onderhoud van de kades, de watergang en natuurvriendelijke oever worden opgenomen. Ook afspraken over het afvoeren van maaisel dat de verantwoordelijkheid is van de eigenaar van de grond, wordt in dit afsprakenkader opgenomen. Vanuit hoogwaterveiligheid is de noordelijke natuurvriendelijke oever op de interventiekaart aangegeven als structuurtype zegge. Dit betekent dat het een structuurrijke kruidachtige vegetatie moet zijn, zonder houtige en/of verhoutende gewassen. Daarom moeten jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen (1 oktober) de delen waar Riet, Rietgras en Lisdodde in dichte gesloten vegetaties staan, gemaaid worden. Ook de opslag van houtige gewassen hoger dan 0 cm (kniehoogte) moet verwijderd worden. In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het vegetatiebeheer van deze beheereenheid: Onderdeel Regulier beheer Keur Aanvullend beheer Watergang (incl. zuidelijke oever) Noordelijke (natuurvriendelijke) oever 1x per jaar in najaar korven; maaisel afvoeren Extensieve jaarrond begrazing; monitoring Jaarlijks korven in het najaar (doorstroomprofiel m); maaisel afvoeren Type Nevengeul: jaarlijks voor 1 oktober overblijvende oeverplanten en alle houtige gewassen verwijderen, indien breedte meer dan m bedraagt; maaisel afvoeren n.v.t. Type zegge: jaarlijks voor 1 oktober delen met dichte gesloten vegetaties van Riet, Rietgras en Lisdodde maaien; opslag van houtige gewassen hoger dan 0 cm verwijderen Sedimentbeheer De watergang moet jaarlijks geschoond worden om de doorstroming te garanderen (beschreven onder vegetatiebeheer). De dekking van de HD-gasleiding en de (AC)-persleiding dient behouden te blijven (zie paragraaf 3.3.). Voor verschillende afvoeren zijn modelberekeningen uitgevoerd, hieruit blijkt het volgende. Bij afvoeren van 1000 m3/s en m3/s bij Lobith, komen stroomsnelheden in de watergang voor van ongeveer 1 m/s. Afvoeren in de orde grootte van 1m/s kunnen voor erosie van de bodem en oever van de watergang zorgen. De watergang wordt op een natuurlijke manier beheerd, waarbij erosie in zekere mate wordt toegestaan. Bij de jaarlijkse gezamenlijke monitoringsronde door het Utrechts Landschap en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden wordt ook een eventuele erosie van de watergang en/of oevers meegenomen en indien nodig hersteld. 3.9 Langzaamverkeersbrug Algemeen De langzaamverkeersbrug verbindt de laaggelegen weide met de hoge weide en zorgt er voor dat de laaggelegen weide en de terp vanaf de N en het dorp Elst bereikbaar zijn voor wandelaars en fietsers. Ook is de brug geschikt voor mindervaliden. Daartoe overspant hij een watergang en vangt hij het hoogteverschil op tussen hoge en lage weide. Daarnaast heeft de langzaamverkeersbrug de functie van uitzichtpunt. Het ontwerp van de brug heeft een relatie met de locatie en vormgeving van de hoge weide en met de ligging van de terp en de schoorsteen daarop. De brug is dan ook in samenhang met de hoge weide ontworpen maart versie a

40 Aan het begin en eind van de brug liggen veeroosters om te voorkomen dat de kudde grootvee op de brug terecht komt. Het beheer en onderhoud van de veeroosters, wordt beschreven in paragraaf 3.. De langzaamverkeersbrug maakt onderdeel uit van de halfverharde weg voor fietsers en voetgangers die van de parkeerplaats naar de terp loopt. Op de brug is een bankje aangebracht dat dient als uitkijkpunt. Het beheer van de halfverharde weg is opgenomen in paragraaf Onderdeel Eigendom Beheer Onderhoud Langzaamverkeersbrug Utrechts Landschap Utrechts Landschap Utrechts Landschap 3.9. Streefbeeld Door Boskalis is een ontwerp voor de langzaamverkeersbrug opgesteld. Voor een verdere uitwerking wordt uitgegaan van de praktische kennis van onderaannemers. Ten tijde van het schrijven van dit beheerplan was die verdere uitwerking nog niet bekend. Hieronder volgt een beschrijving van het ontwerp door Boskalis. Bezien vanaf de uiterwaard vormt de brug, zonder al te nadrukkelijk te zijn, een accent in de rand van de stuwwal c.q. de rand van de bebouwing van Elst. Bezien vanaf de hoge weide is de brug op subtiele wijze zichtbaar vanaf de parkeerplaats zodat bezoekers aangetrokken worden om vanaf hier, via de brug, naar de uiterwaard te lopen. Door de keuze van vorm, materiaalgebruik en oriëntatie van de brug past de brug in de omgeving. Overspanning: De bruglengte bedraagt 1,0 m, gemeten vanaf de kruin van het talud van de hooggelegen weide waar de brug begint. De overspanningen bedragen 11,00 m. Dit is zo gekozen dat de steunpunten niet in de waterbodem staan en de watergang wordt overspannen. De ligging van de watergang is dusdanig gekozen dat de Asbest-Cement leiding in de naastgelegen weide centrisch tussen de steunpunten is gelegen. Dit is gedaan om het risico op schade aan de Asbest-Cement leiding als gevolg van installatie van de fundering te minimaliseren.. Figuur 3.1 Langzaamverkeersbrug Hoogteligging: 40 9 maart versie a

41 De brug en hooggelegen weide liggen op dezelfde hoogte. Om reden van visuele aard is het echter belangrijk dat de brug voldoende hoogte krijgt boven de laaggelegen weide: er is een hoogte aangehouden waarbij een volwassene net onder de brug door kan lopen. Op de hoge weide loopt het maaiveld vanaf de N naar het zuiden toe iets op: een halve meter, voor het oog nauwelijks zichtbaar. Dat betekent dat het brugdek, waar deze aanlandt op de hooggelegen weide op gelijke hoogte is gelegen (9, m+ NAP). De brug loopt naar het zuiden toe iets op naar een niveau van 10,00 m+ NAP. Dit hoogteverschil is zo gering dat het in het beeld niet opvalt maar wel zorgt dat het einde van de brug voldoende hoog boven maaiveld ligt. Zo kan in redelijkheid worden gesteld dat het een uitzichtpunt is. Dat de brug iets oploopt zorgt ervoor, samen met de hoogte van relingen en het zitelement, dat de brug vanaf de parkeerplaats, onder de bomen door, op een subtiele manier zichtbaar is. Locatie en Oriëntatie: De ligging van het pad dat loopt van de parkeerplaats naar de brug is ingegeven door het ontwerp van de hoge weide met daarin de parkeerplaats, speelvoorziening en wadi. Pad en brug liggen in elkaars verlengde, ook om vanaf de parkeerplaats onder de bomen door de blik naar de brug te trekken. De lengterichting van de brug is georiënteerd op de schoorsteen. Aan het einde van de brug is een driehoekige vorm gecreëerd. Een van de lange zijden van die driehoek is uitgevoerd als afrit. De andere lange zijde ligt in het verlengde van het pad over de hoge weide. De extra ruimte die op deze wijze ontstaan is, heeft de functie van uitzichtpunt. Functionaliteit: De brug is ontworpen voor voetgangers,fietsers en mindervaliden. De breedte van het dek bedraagt op iedere snede minimaal 3.00 m met uitzondering daar waar de op- en afrit komt, naar het einde toe breder wordend tot circa,00 m. Daarnaast ligt de afrit met een breedte van 1,80m. Naast de trap ligt een helling die gebruikt kan worden door mensen met rolstoelen en kinderwagenshet einde van de trap is uitgevoerd als veekering. Op het gedeelte dat dienst doet als uitzichtpunt staat een langgerekte bank in de vorm van een balk (dat wil zeggen zonder leuningen). Op de bank en op het uitzichtpunt kunnen minimaal personen een plek vinden, zonder elkaar in de weg te staan/zitten. De langzaamverkeersbrug loopt, naar het zuiden toe, iets omhoog. Daarmee ligt het uitzichtpunt hoger dan het aan de hooggelegen weide gelegen punt (opstappunt van de brug). Het hoogste punt van het brugdek ligt niet hoger dan het hoogste niveau van de hooggelegen weide. Het uitzichtpunt biedt vrij uitzicht over de uiterwaard en de rivier. Materiaalgebruik: De brug markeert de overgang van cultuurlandschap (hooggelegen boomweide) naar de robuuste natuur van de uiterwaarden en de rivier. Die overgang krijgt in het ontwerp vorm door het horizontale deel van de brug, dat op niveau van de hoge weide ligt, uit te voeren in een houten brugdek met houten leuningen en de trap naar beneden in robuust hout. De fundatie van de brug bestaat uit betonnen palen. Het brugdek bestaat uit stalen liggers met houten delen (daarmee is tevens de afwatering van het brugdek zeker gesteld). Ook de leuningen zijn van hout. De leuningen lopen door tot en met de veeroosters zodat deze hun functionaliteit behouden zonder dat daar aanvullende hekjes en palen voor nodig zijn. Pijlers brug De pijlers van de brug staan in de taluds van de watergang. De te verwachten stroomsnelheid bedraagt tussen 0, en 1 m/sec. Omdat de begroeiing van de taluds gewenst is, maar onder water en onder de brug problemen geeft, zijn de pijlers in een taludverdediging gezet. Daarvoor zijn betonblokkenmatten tot 3 m uit de pijler, over de volle taludhoogte van het steilere deel en tot minimaal de brugbreedte aangebracht en met klei in gestrooid. Volgens het CUR rapport natuurvriendelijke oevers kan kale klei snelheden tot 1 m/s voor korte duur opvangen. Er valt niet uit te sluiten dat stroomsnelheden van 1 m/s voor langere duur optreden. Daarom is gekozen voor betonblokmatten, welke grotere stroomsnelheden gedurende een lange tijd aan kunnen maart versie a

42 Voor informatie van de langzaamverkeersbrug zoals materialisering, kleurgebruik e.d. verwijzen wij u naar het constructief ontwerp Beheer kunstwerken Het beheer en onderhoud van de brug kan onderverdeeld worden in cyclisch beheer, beheer voor de exploitatie van de brug en maatregelen die in de toekomst genomen moeten worden naar aanleiding van inspecties. Het cyclisch beheer omvat het reinigen van het rijvalk, het zichtwerk (trap, leuningen, dekdelen), en de stalen liggers. Dit preventief beheer wordt jaarlijks uitgevoerd ter voorkoming van schades. In een cyclus van telkens 1 jaar zullen de stalen liggers opnieuw geschilderd worden. Vervangen van slijtlaag op de rijvlakken zal eens per 10 jaar gebeuren. De houten dekplanken en leuningen worden 1x per jaar vervangen, de stalen liggers 1x in de 0 jaar. Een periodieke inspectie van de gehele brug wordt 1x per 3 jaar uitgevoerd. Na ijsgang zal bovendien de onderbouw (palen en taludbescherming) extra geïnspecteerd moeten worden. Naar verwachting komt dit ongeveer 1x per 10 jaar voor. Als uit inspectie (1x per 3 jaar) blijkt dat dit nodig is, zal de verf op de leuningen en ook van de stalen liggers lokaal bijgewerkt worden (gemiddeld 1x per jaar). Ook worden lokaal boutverbindingen vastgezet op het brugdek, worden de taluds/taludbekleding lokaal gerepareerd en wordt de slijtlaag gerepareerd. Betonschade aan de pijlers als gevolg van ijsgang zal gerepareerd en gesaneerd moeten worden. Naar verwachting komt dit ongeveer 1x per 10 jaar voor. Bij het uitvoeren van het beheer en onderhoud van de langzaamverkeersbrug moet worden voldaan aan de wettelijke vereisten. In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het beheer van dit object: In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het beheer van dit object: Object Langzaamverkeersbrug Regulier beheer Cyclisch Reinigen rijvlak, leuningen, zichtwerk (1x/ jr) Reinigen stalen liggers (1x/jr) Vervangen slijtlaag brugdek (1x/10 jr) Vervangen stalen liggers (1x/0 jr) Herschilderen stalen liggers (1x/1 jr) Vervangen houten leuningen (1x/ jr) Vervangen houten dekplanken (1x/ jr) Exploitatie Periodiek inspecteren gehele brug (1x/3jr) Inspecteren onderbouw na ijsgang (1x /10 jr) Toekomstige eenmalige maatregelen nav inspecties Herstel slijtlaag brugdek (1x / jr) Lokaal boutverbindingen vastzetten/vervangen (1x /3jr) Lokaal bijwerken verf/coating op stalen liggers (1x/ jr) Repareren schades aan houten onderdelen (brugdek/leuningen) (1x/jr) 4 9 maart versie a

43 Repareren en saneren betonschades pijlers na ijsgang (1x/10 jr) Repareren taluds/taludbekleding (1x/10 jr) Sedimentbeheer Voor verschillende afvoeren zijn modelberekeningen uitgevoerd, hieruit blijkt het volgende. De langzaamverkeersbrug krijgt te maken met stroomsnelheden rond 1 á 1,3 m/s. De peilers / palen kunnen dit goed hebben. De bodem rond de peilers wordt beschermd met een betonblokkenmat. Verdere maatregelen zijn niet nodig Passantensteiger Algemeen De passantensteiger is gelegen direct ten zuidoosten van de hoge terp. De passantensteiger faciliteert de toegankelijkheid van voetgangers en het ontsluiten van scheepvaartverkeer. De steiger zal drijvend worden uitgevoerd. De hoofdafmetingen bedragen 40 x meter. De passantensteiger wordt in de winter verwijderd. Onderdeel Eigendom Beheer Onderhoud Passantensteiger Gemeente Rhenen Gemeente Rhenen Gemeente Rhenen Streefbeeld Voor de passantensteiger is uitgegaan van de ontwerpen en de praktische kennis van onderaannemers. Ten tijde van het schrijven van dit beheerplan was de verdere uitwerking nog niet bekend. De passantensteiger faciliteert de toegankelijkheid van voetgangers en het ontsluiten van scheepvaartverkeer. De steiger is drijvend uitgevoerd. De hoofdafmetingen van het drijvende gedeelte bedragen 40 x meter. Door een loopbrug wordt de toegang voor voetgangers tot de terp en tot de steiger gefaciliteerd. Locatie en Oriëntatie Het object passantensteiger ligt direct ten zuidoosten van de hoge terp. Aan de steiger kunnen meerdere schepen in langsrichting afmeren direct aan de steiger. Indien schepen parallel afmeren dan biedt de fysieke afstand tot de vaargeul (ca 30 meter) dusdanig veel ruimte dat er bij parallel afmeren geen hinder voor de scheepvaart te verwachten is. Voor de aanleg van de passantensteiger is het kribvak uitgediept. De bodemdiepte aan de voorzijde van de steiger bedraagt minimaal meter onder stuwpeil hetgeen bij het maatgevende scheepstype een gewenste marge van 0, meter biedt. Schepen met een diepgang van 1, meter kunnen dus zonder problemen afmeren aan de steiger. Zichtbaarheid en veiligheid Vanaf de terp is de passantensteiger goed zichtbaar. De passantensteiger is gelegen tussen kribben en is daardoor goed zichtbaar vanaf de vaarweg. Door toepassing van hoge stalen palen waar de steiger tegenaan is afgemeerd, is de zichtbaarheid vergroot. Voor informatie van de passantensteiger zoals materialisering, kleurgebruik e.d. verwijzen wij u naar het constructief ontwerp Beheer kunstwerken Om de constructie van de passantensteiger in stand te houden, stellen wij voor de passantensteiger x per jaar te schouwen en daarnaast 1x per jaar een technische inspectie uit te voeren. Indien nodig moeten herstelwerkzaamheden uitgevoerd worden. Een keer per jaar moet de passantensteiger gereinigd worden en 1x per 7 jaar geschilderd. Naar verwachting moeten verwijderbare onderdelen na ongeveer jaar vervangen worden. De levensduur van de niet-verwijderbare onderdelen bedraagt 0 jaar maart versie a

44 Eventuele plantengroei van oeverplanten rond de steiger, moet verwijderd worden vanuit het oogpunt van bereikbaarheid en toegankelijkheid. Daarom stellen wij voor om 1x per jaar de vegetatie rond de steiger te maaien. Dit beheer kan meegenomen worden in het beheer van de rivieroever. Naar verwachting zal de bereikbaarheid van de steiger niet belemmerd worden door waterplanten, door de aanwezigheid van stroming in de rivier. Een keer per twee jaar wordt geïnspecteerd dat er nog voldoende diepgang is voor de passantensteiger,de passantensteiger wordt in de winter verwijderd en wordt vervoerd over water. Bij het uitvoeren van het beheer en onderhoud van de passantensteiger moet worden voldaan aan de wettelijke vereisten. In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het beheer van deze beheereenheid: Onderdeel Passantensteiger Oevervegetatie rond steiger Regulier beheer x per jaar schouw en 1 x per jaar een technische inspectie en bijbehorend onderhoud uitvoeren; 1x per jaar reinigen; 1 x per 7 jaar schilderen (indien nodig); 1x per jaar inspectie bodemdiepte; jaarlijks verwijderen passantensteiger voor hoogwaterseizoen 1x per jaar maaien oevervegetatie rond steiger Sedimentbeheer De bodem van de rivier rond de passantensteiger moet voldoende diep zijn. We verwachten dat er geen baggerwerkzaamheden nodig zijn. De verwachting is dat door het baggeren van de vaargeul een dynamisch evenwicht ontstaat, waardoor ter plaatse van de passantensteiger geen toename van sediment optreedt Parkeerplaats Algemeen In de noordoostelijke hoek van de boomweide ligt een parkeerplaats.de parkeerplaats is in eigendom en beheer bij de gemeente Rhenen. Op het moment van schrijven van dit beheer- en onderhoudsplan was het ontwerp van de parkeerplaats nog in ontwikkeling. Het beheer en onderhoud wordt daarom niet in dit beheerplan beschreven, maar zal in een later stadium worden toegevoegd. Onderdeel Eigendom Beheer Onderhoud Parkeerplaats (incl. Gemeente Rhenen Gemeente Rhenen Gemeente Rhenen bomen en hagen) 44 9 maart versie a

45 3.1 Wegen en paden Algemeen Om de toegankelijkheid van de uiterwaard vanuit het dorp Elst mogelijk te maken lopen op een aantal locaties wegen / paden de uiterwaard in. De beheereenheid wegen en paden bestaat uit een halfverharde toegangsweg, een halfverhard fiets-/voetpad en een aantal struinpaden. De Fabrieksweg,, maakt geen onderdeel uit van dit beheer- en onderhoudsplan. Vanaf de parkeerplaats op de hooggelegen (boom)weide loopt een voet-/fietspad via de langzaamverkeersbrug naar de terp. Parallel aan dit voet-/fietspad ligt een halfverharde toegangsweg voor hulpdiensten naar de terp. Deze weg kan ook gebruikt worden door de beheerders van het gebied. De weg kruist de watergang in een doorwaadbare plaats. Voor wandelaars loopt er door de uiterwaard een aantal struinpaden. Een struinpad loopt vanaf de weg de Opslag in het oosten over de zomerkade naar de terp. Het andere struinpad loopt vanuit de Amerongse Bovenpolder over de zomerkade naar de terp. Ook is een struinpad gecreëerd vanaf de aan te leggen passantensteiger naar de terp, zodat de uiterwaard ook vanaf de passantensteiger voor voetgangers toegankelijk wordt. De in- en uitgangen van de struinpaden die alleen voor wandelaars zijn bedoeld, zijn dusdanig vormgegeven dat gemotoriseerd verkeer, ruiters, fietsers en vee hier geen gebruik van kunnen maken. Dit onderdeel is verder uitgewerkt in het hoofdstuk terreinmeubilair. Onderdeel Eigendom Beheer Onderhoud Fabrieksweg (verhard Utrechts Landschap Utrechts Landschap Utrechts Landschap deel tot aan doorwaadbare plaats) Halfverharde Utrechts Landschap Utrechts Landschap Utrechts Landschap toegangsweg terp (hulpdiensten) met doorwaadbare plaats Halfverhard Utrechts Landschap Utrechts Landschap Utrechts Landschap wandel/fietspad van langzaamverkeersbrug naar terp Struinpaden Utrechts Landschap Utrechts Landschap Utrechts Landschap 3.1. Streefbeeld Om de uiterwaard toegankelijk te maken vanuit het dorp Elst zijn er op drie plaatsen toegangen gemaakt: Een vanaf De Opslag, een fiets/voetpad vanaf de N/hoge weide en een beheerders- /brandweerweg vanaf de Fabrieksweg. Zowel het voet-/fietspad als de weg De Opslag zijn toegankelijk voor recreanten. De weg voor beheerders en hulpdiensten is afgesloten door een hek. De Opslag De meest oostelijke toegang, De Opslag, is een bestaande weg die gehandhaafd blijft. Ter plaatse van de toegang tot de uiterwaard is De Opslag voorzien van een veekerende constructie. Fiets/voetpad Het halfverharde fiets-/voetpad vanaf de hoge weide loopt via een langzaamverkeersbrug met geïntegreerd uitzichtpunt naar de terp. Tot de brug is dit pad is 3,00 meter breed (zelfde breedte als de brug), vanaf de brug tot aan de terp,00 meter (aansluitend aan de breedte van de trap). De verhardingsconstructie bestaat uit een halve meter metselwerkgranulaat (fractie 0/31,) met bijmenging van cement-korrelmix. Het metselwerkgranulaat is direct op de klei aangebracht -zonder scheiding- waardoor een goede verbinding ontstaat met de ondergrond. Dit maakt de constructie voldoende erosiebestendig voor het geval de uiterwaard overstroomt. De wegconstructie is opgesloten, 4 9 maart versie a

46 door aan weerszijden de berm goed in de klei te zetten (dikte 0, meter, die ook over de taluds doorloopt). Bermen en taluds zijn met graszaad ingezaaid. Beheerdersweg De halfverharde beheerdersweg loopt vanaf de huidige Fabrieksweg ter hoogte van woning nummer a- via een nieuwe coupure in de zomerkade en een doorwaadbare plaats in de watergang, naar de terp. De weg is 3,0 meter breed, met uitzondering van de doorwaadbare plaats. Hier is de weg 4,00 meter breed. De weg is opgebouwd uit een laag van 0,0 meter dik menggranulaat (fractie 0/31,), die direct op de klei is aangebracht. Deze verharding zal bij inundatie echter veel erosie kunnen vertonen en de puinverharding is door bijmenging van cement-korrelmix vorm gegeven. Deze mix is direct op de klei aangereden in een dikte van 0, m. Het is belangrijk dat de wegconstructie goed is opgesloten. Aan weerszijden is de berm goed in de klei gezet tot aan de verharding, waarbij een dikte van 0, m is toegepast, die ook over de taluds doorloopt. Bermen en taluds zijn met graszaad ingezaaid. Als taludhelling van het lage talud is een helling van 1: toegepast. Bij de voor de verhoging geprojecteerde taludhoogten is deze helling altijd stabiel. Ter plaatse van de watergang is (ten behoeve van het passeerbaar maken voor onderhoudsvoertuigen en hulpdiensten) een doorwaadbare plaats gemaakt. De verharding hiervan is van grasbetonsteen die permanent, maximaal 30 centimeter onder water staat. De grasbetonstenen zijn aangebracht op een fundering van menggranulaat en zijn ingeveegd met klei, om ongewenste erosie te voorkomen. Een begroeiing is hier namelijk niet mogelijk. Door de beheerdersweg via de doorwaadbare plaats de watergang te laten kruisen, wordt de continuïteit van de watergang niet onderbroken. De doorwaadbare plaats is voorzien van betonnen duikers met een diameter van 00 mm aan beide zijde voorzien van een taludbuis. Struinpaden Voor wandelaars loopt er door de uiterwaard een aantal struinpaden. Dit zijn stroken gemaaid gras van 1, meter breed, zonder verdere voorzieningen. De struinpaden liggen op de zomerkade en worden aangesloten op mogelijk toekomstige struinpaden in de Amerongse Bovenpolder (west) en de Elster Buitenwaarden (oost). Ook is er een struinpad gecreëerd vanaf de aan te leggen passantensteiger naar de terp, zodat de uiterwaard ook vanaf de passantensteiger voor voetgangers toegankelijk is. Het struinpad dat tussen de woning De Opslag en de rivier loopt is in zuidelijker richting verschoven, opdat de bewoners van De Opslag minder inkijk ondervinden van de wandelaars op het struinpad Beheer wegen en paden De struinpaden (1, m breedte) betreffen uitgemaaide graspaden die het hele jaar door toegankelijk zijn voor wandelaars. Daarvoor worden ze twee keer per jaar gemaaid, in het voor- en najaar. Het voet-/fietspad dat in halfverharding is uitgevoerd, moet geschikt blijven voor wandel- en fietsverkeer. Daarom wordt 1x per jaar geïnspecteerd en klein onderhoud uitgevoerd. De halfverharde weg moet toegankelijk zijn en blijven voor beheerders en hulpdiensten. De halfverharde weg wordt 1x per jaar geïnspecteerd op insporing en kuilvorming. Indien nodig wordt de weg hersteld. Tijdens en direct na een vorstperiode kunnen de halfverhardingen niet belast worden, omdat de constructie dan nog verzadigd is met water, en er grote kans op spoorvorming is bij belasting van de constructie. Belasting door motorvoertuigen en fietsers dient voorkomen te worden. Dit geldt tevens na een periode van overstroming van de halfverhardingen in de uiterwaard. Bij het uitvoeren van het beheer en onderhoud van de wegen en paden moet worden voldaan aan de wettelijke vereisten. In uitvoeringsontwerp te reduceren naar cm op verzoek van de ambulancedienst; 4 9 maart versie a

47 In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het beheer van deze beheereenheid: Onderdeel Struinpaden Halfverharde weg Halfverhard wandel- /fietspad Regulier beheer Maaien van struinpaden, x per jaar in het voor- en najaar. Inspectie en klein onderhoud, o.a. herstel insporing, 1 x per jaar; geen belasting na vorstperiode/overstromingsperiode Inspectie en klein onderhoud, 1 x per jaar; geen belasting na vorstperiode/overstromingsperiode 3. Terreinmeubilair en kleine kunstwerken 3..1 Algemeen In het deelgebied Elst ligt een beperkt aantal rasters, veeroosters en klaphekken. De kaart van het Definitief Ontwerp in bijlage 1 geeft de ligging van de rasters en veeroosters in het gebied weer. Een raster schermt de haag en parkeerplaats in de hooggelegen boomweide af voor vee en schermt de laaggelegen weide in het noordoosten af van het dorp. In het oosten van het gebied is de loswal afgerasterd en is een bestaand schapengaas raster gehandhaafd. De eerste jaren na aanplant worden het ooibos en de boomgroepen in de hooggelegen weide afgerasterd tegen vraat door groot vee. De beheerder beoordeelt wanneer de rasters verwijderd kunnen worden. Veeroosters zijn gebruikt om de langzaamverkeersbrug en de passantensteiger ontoegankelijk te maken voor vee en ruiters. De in- en uitgangen van de wandel- en fietspaden zijn voorzien van een paaltje, zodat gemotoriseerd verkeer en ruiters geen gebruik kunnen maken van de paden. In het gebied ligt daarnaast een aantal duikers. Aan de westzijde ligt een duiker in de dam over de watergang. Ter hoogte van de doorwaadbare plaats in de watergang ligt daarnaast een vierdubbele duiker met taludbuizen. De ligging van de duikers is aangegeven op de DO tekening in bijlage 1. Om het peil van het water in de watergang te kunnen reguleren is in de watergang, bij de overgang naar de Amerongse Bovenpolder, een stuw geplaatst. Ten behoeve van de op de terp te realiseren horecavoorziening wordt een brandblusvoorziening gerealiseerd met een minimale capaciteit van 0 m3 per uur. Deze voorziening bestaat uit een betonnen put, afgesloten met een gietijzeren wegneembaar deksel. Deze put is naast de halverharde weg voor hulpdiensten tegen de terp aan gelegen. Zie bijlage maart versie a

48 Op de terp zijn een drain en kolken aangelegd, om te zorgen voor voldoende afwatering van de behouden elementen van de oude steenfabriek. Onderdeel Eigendom Beheer Onderhoud Rasters Utrechts Landschap / particulier Utrechts Landschap / particulier Utrechts Landschap / particulier Veeroosters Utrechts Landschap Utrechts Landschap Utrechts Landschap Paaltjes ingangen Utrechts Landschap Utrechts Landschap Utrechts Landschap wandelpaden Duikers Utrechts Landschap/HDSR Utrechts Landschap/HDSR Utrechts Landschap/HDSR Stuw HDSR HDSR HDSR Brandblusvoorziening Utrechts Landschap Utrechts Landschap Utrechts Landschap Drain en kolken Utrechts Landschap Utrechts Landschap Utrechts Landschap 3.. Streefbeeld Rasters, veeroosters, paaltjes ingang wandelpaden: De nieuwe rasters zijn eenvoudig en transparant. Het veeraster bestaat uit houten palen met een diameter van 8-10 cm, die op een onderlinge afstand van 4 meter staan, gecombineerd met twee puntdraden. Enkele bestaande schapenrasters zijn gehandhaafd. De exacte kenmerken van veeroosters en paaltjes waren ten tijde van het schrijven van dit beheerplan niet bekend. Deze worden in een latere fase bepaald. Duikers: De doorwaadbare plaats is voorzien van betonnen duikers met een diameter van 00 mm aan beide zijde voorzien van een taludbuis. De duiker aan de westzijde van de watergang is een bestaande duiker die een diameter heeft van 900 mm. Stuw: De stuw is een schotbalkstuw, die bestaat uit houten damplanken, de doorlaatcapaciteit is afgestemd op de minimale hoeveelheid kwel in de watergang, namelijk ± 0 l/s. Achter de stuw wordt een bodem- /taludbescherming aangebracht door middel van een betonblokkenmat. Vanwege de geringe stroomsnelheid wordt niet verwacht dat trekvissen de stuw zullen willen passeren. Om deze reden wordt de stuw niet vispasseerbaar gemaakt. De stuw kan door het aanpassen van het aantal schotbalken worden verhoogd of verlaagd zodat het peil en het debiet kan worden gereguleerd. Brandblusvoorziening: De put van de brandblusvoorziening wordt gevoed middels een pvc leiding DN 0, die het water vanuit de watergang aan de noordzijde naar de put laat toestromen. Ter plaatse van de instromingsmonding is een betonnen inlaat gecreëerd. De betonnen put is bereikbaar via het toegangspad naar de terp. Er is naast de betonnen put een opstelplaats van grasbetontegels gecreëerd voor een pompwagen van de brandweer. Drain en kolken op terp: Rond de behouden elementen op de terp zijn een drain en kolken aangelegd voor de afwatering Beheer terreinmeubilair Het is voldoende om de rasters x per jaar te inspecteren en indien nodig te herstellen. De veeroosters en paaltjes kunnen 1x per jaar geïnspecteerd worden en indien nodig kan klein onderhoud uitgevoerd worden. Vanuit hoogwaterveiligheid moet voor het hoogwaterseizoen (v.a. 1 okt) vegetatie verwijderd worden uit de rasters en na het hoogwaterseizoen worden ingespoelde vegetatieresten uit de rasters verwijderd maart versie a

49 3..4 Beheer kleine kunstwerken Duikers De staat van de duikers wordt tijdens het korven van de watergang geschouwd. Het korven vindt jaarlijks in het najaar plaats. Het verwijderen van obstakels uit de duikers die de doorgang belemmeren kan meegenomen worden met het korven van de watergang. Ongeveer 1x per jaar moet de laag slib uit de duikers verwijderd worden. Naar verwachting zullen de duikers na 40-0 jaar vervangen of gerepareerd moeten worden. Stuw De staat van de stuw wordt tijdens het korven van de watergang geschouwd. Het korven vindt jaarlijks in het najaar plaats. Het verwijderen van obstakels ter hoogte van de stuw, die de doorgang belemmeren, kan worden meegenomen met het korven van de watergang. Naar verwachting dient de stuw na 40-0 jaar vervangen of gerepareerd te worden. Brandblusvoorziening Voor de brandblusvoorziening zijn de volgende beheeractiviteiten nodig. De toegang tot de betonput moet x per jaar gecontroleerd worden. Nagegaan dient te worden of het gietijzeren deksel open en dicht kan. Twee keer per jaar moet de inlaat geïnspecteerd worden op eventuele vervuiling en plantengroei. De vervuiling/plantengroei moet verwijderd worden. Ook moet de locatie van de betonput twee keer per jaar gecontroleerd worden op bereikbaarheid. Deze moet bereikbaar zijn voor een pompwagen van de brandweer. Nagegaan dient te worden of de opstelplaats geschikt is voor het opstellen van een pompwagen van de brandweer. Eventuele belemmerend beplanting dient verwijderd te worden. Drain en kolken Rond de behouden elementen van de steenfabriek liggen een drain en kolken voor de afwatering. De drain wordt elke jaar doorgespoten. Daarnaast worden de kolken x per jaar leeggeschept. Bij het beheer van deze elementen moet worden voldaan aan de wettelijke vereisten. In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het beheer van deze beheereenheid: Onderdeel Regulier beheer Aanvullend beheer Rasters Inspectie en klein onderhoud, x per jaar Begroeiing uit rasters halen voor het hoogwaterseizoen (v.a. 1 okt); voorjaar: ingespoelde vegetatie verwijderen Veeroosters en paaltjes Inspectie en klein onderhoud, 1x per jaar n.v.t. Duikers Jaarlijks schouwen en verwijderen n.v.t. obstakels (tijdens korven watergang); 1x per jaar slib verwijderen; na 40-0 jaar vervanging of reparatie Stuw Jaarlijks schouwen en verwijderen n.v.t. obstakels (tijdens korven watergang); vervanging of reparatie na 40-0 jaar Brandblusvoorziening Controle toegang tot betonput x per jaar (deksel open en dicht); Inspectie en verwijdering vervuiling/plantengroei uit inlaat, x per jaar; controle bereikbaarheid betonput x per jaar en indien nodig beplanting verwijderen n.v.t. Drain en kolken (afwatering van de oude steenfabriekselementen) 1x per jaar doorspuiten drain; x per jaar leegscheppen kolken n.v.t maart versie a

50 4 Extra beheeropgaven buiten het beheergebied 4.1 Inleiding Bij de uitvoering van rivierverruimende maatregelen is het mogelijk dat effecten optreden buiten het deelgebied zelf, die voor beheerders elders van belang zijn. Als gevolg van de maatregel Obstakelverwijdering Elst zijn geen effecten te verwachten op het beheer van de vaargeul en er zijn ook geen kunstwerken die door deze maatregel worden beïnvloed. Wel zijn kleine beheergevolgen voor de nautisch beheerder van belang, als gevolg van het optreden van dwarsstroming. 4. Scheepvaart 4..1 Aanzanding zomerbed De uitvoering van maatregelen in de uiterwaarden, kan effect hebben op de aanzanding van het zomerbed. Aanzanding hoeft echter geen problemen voor de scheepvaart op te leveren. Indien dit wel het geval is, moet aanvullend gebaggerd worden; het zogenaamde baggerbezwaar. Om te beoordelen wat de effecten zijn voor de scheepvaart wordt naar twee normen gekeken: Voor dit traject geldt een minimale vaardiepte van 3, meter. Hierbij wordt uitgegaan van de waterstand behorende bij een Bovenrijn-afvoer van 3.00 m3/s. Al het sediment dat in de vaargeul van 80 m breed boven deze hoogte ligt dient weggebaggerd te worden. De breedtegemiddelde vaardiepte moet 4,9 meter zijn (o.b.v. een Bovenrijn-afvoer van 3.00 m3/s). Dit is de minimale vaardiepte + 40% i.v.m. kielspeling. Bij dit doorstroomprofiel is er voldoende ruimte om de waterverplaatsing als gevolg van de scheepvaart op te vangen. Uit het morfologische onderzoek blijkt dat de effecten beperkt zijn. Zowel voor de huidige situatie als voor de situatie na de verwijdering van de knelpunten bij Elst is de vaardiepte overal groter dan de gegarandeerde minimale vaardiepte van 3, m en de breedtegemiddelde vaardiepte van 4,9 m. Baggerwerk als gevolg van de rivierverruiming is bij Elst niet nodig. 4.. Dwarsstroming Als gevolg van de maatregel zal het stromingsgedrag in het zomerbed wijzigen vanaf het moment dat de verlaagde zomerkade overstroomt en de uiterwaard gaat mee stromen. Op de locaties waar water de uiterwaarden in- of uitstroomt, kan dwarsstroming optreden. De scheepvaart heeft last van dwarsstroming wanneer deze plotseling optreedt en daarom worden er eisen gesteld aan de grootte van de dwarsstroming. De grootste effecten treden op bij in- en uitstroomopeningen van nevengeulen totdat bankfull niveau wordt bereikt. Daarna gaat de hele uiterwaard in principe mee stromen en neemt de kans op plotseling optredende dwarsstroming af. Bij Elst is er geen sprake van nevengeulen. In feite wordt over een vrij lang traject de oever/zomerkade verlaagd en zou plotseling optredende dwarsstroming geen probleem moeten zijn. Omdat er wel veel rivierverruiming optreedt en er meer water de uiterwaard instroomt t.o.v. de referentiesituatie is er voor deze locatie toch gekeken wat de effecten van dwarsstroming zijn. Hieruit blijkt dat er bij een Bovenrijn-afvoer van.000 m 3 /s vrijwel geen verschillen zijn tussen de referentiesituatie en de toekomstige situatie bij Elst. De grootte van de dwarsstroming is over het algemeen lager dan 0,1 m/s. Op een enkele plek is deze hoger met een uitschieter van 0,1 m/s. Dit geldt zowel voor de huidige als de toekomstige situatie. Bij een Bovenrijn-afvoer van m 3 /s zijn grotere verschillen te zien tussen de referentiesituatie en DO Elst. De piek is bij DO Elst t.o.v. de huidige situatie toegenomen tot boven de 0,1 m/s. Deze locatie is zichtbaar in Figuur 4.1 en wordt weergegeven door de oranje pijl bij Elst. Ondanks dat deze dwarsstroming in de richting van de uiterwaard wijst en daardoor minder gevaarlijk is (richting zomerbed bestaat de mogelijkheid dat schepen in aanvaring kunnen komen met tegenliggers), is dit wel een aandachtspunt voor de beheerder. 0 9 maart versie a

51 Voor de nautisch beheerder is het van belang om bij hoge afvoeren de schippers te waarschuwen voor mogelijke effecten van dwarsstroming ter plaatse van Elst. Dit is vooral in de eerste jaren na realisatie van belang, totdat schippers de situatie enkele hoogwaterperiodes hebben ervaren. Figuur 4.1 Dwarsstroming bij een afvoer bij Lobith van 9000 m3/s 1 9 maart versie a

52 Monitoring en risicobeheersing.1 Inleiding Na de realisatiefase moet de conditie van het gebied gemonitord worden. Paragraaf. geeft een overzicht van de taken/ (financiële) verantwoordelijkheden van de betrokken partijen. Daarnaast kunnen voor het beheer en onderhoud verschillende risico s geïdentificeerd worden. In paragraaf.3 worden deze risico s beschreven, inclusief de maatregelen die uitgevoerd kunnen worden om het betreffende risico te beheersen.. Monitoring Bij oplevering van het de Obstakelverwijdering Elst wordt de revisie verstrekt, die dient als uitgangssituatie. De verantwoordelijkheden met betrekking tot monitoring zijn als volgt verdeeld tussen de betrokken partijen: Rijkswaterstaat Financieel verantwoordelijk voor het uit te voeren sedimentbeheer Zesjaarlijkse controle cyclus van de vegetatie op basis van ecotopenkartering. Doel is om te verifiëren of de interventiewaarden niet overschreden worden. Aanvullend kunnen veldbezoeken worden uitgevoerd ten behoeve van toezicht en handhaving. Jaarlijkse monitoringkribben (maakt geen onderdeel uit van dit beheerplan) Utrechts Landschap Zesjaarlijks monitoring uitvoeren om te bepalen of de taakstelling niet overschreden wordt, inclusief rapportage en gebaseerd op de ecotopenkaarten gemaakt door Rijkswaterstaat Jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen (1 oktober) monitoring van de vegetatie, zodat de interventiewaarden niet worden overschreden Jaarlijkse schouw op erosie en eventueel herstel en verwijderen zwerfvuil van de beheereenheden: laaggelegen weide, hooggelegen boomweide, ooibos, natuurvriendelijke oever, rivieroever, kade bij rivier, terp, langzaamverkeersbrug, wegen en paden, en terreinmeubilair (gedeeltelijk) Monitoring beheer en onderhoud van de kade bij de rivier, de watergang en natuurvriendelijke oevers gezamenlijk met het Utrechts Landschap, gebaseerd op een apart op te stellen afsprakenkader, zie ook paragraaf 1.4. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Monitoring beheer en onderhoud van de kade bij de rivier, de watergang en natuurvriendelijke oevers gezamenlijk met het Utrechts Landschap, gebaseerd op een apart op te stellen afsprakenkader, zie ook paragraaf Jaarlijkse schouw op erosie en eventueel herstel en verwijderen zwerfvuil van de beheereenheden: watergang, kade, terreinmeubilair (gedeeltelijk) Gemeente Rhenen Jaarlijks schouw op erosie en eventueel herstel en verwijderen zwerfvuil van de beheereenheden: parkeerplaats en passantensteiger Gasunie Monitoring van de dekking van de gasleiding na elk hoogwaterseizoen. Naast deze monitoringstaken is een aantal inspectie- en schouwmaatregelen geïdentificeerd voor de afzonderlijke beheereenheden (hoofdstuk 3). Tabel 3 toont een overzicht van deze schouw- en of inspectiemaatregelen. Ook is benoemd wie de verantwoordelijke partij is. 9 maart versie a

53 Voor de monitoring van het gebied is een apart kostenoverzicht opgesteld dat is opgenomen in bijlage 10. De inspectie- en schouwmaatregelen zijn reeds opgenomen in het kostenoverzicht van de beheermaatregelen (bijlage 9) en zijn derhalve niet meegenomen in het kostenoverzicht van de monitoring. 3 9 maart versie a

54 Tabel 3 Inspectie- en schouwmaatregelen per beheereenheid Beheereenheid Onderdeel Inspectie/schouwmaatregel Verantwoordelijke Ooibos ooibos Controle na hoogwaters op Utrechts Landschap erosie Laaggelegen weide weide n.v.t. Utrechts Landschap oeverzwaluwwand n.v.t. Utrechts Landschap vleermuiskelder 1x per jaar inspecteren; 1x Utrechts Landschap per jaar bouwkundige inspectie ijsvogelwand n.v.t. Utrechts Landschap Hooggelegen weide na elk maatgevend Utrechts Landschap boomweide hoogwater monitoren Boomgroepen Jaarlijks boomcontrole; 1x Utrechts Landschap per 3 jaar VTA controle (of vaker indien nodig) Hagen Jaarlijks boomcontrole Utrechts Landschap Rivieroever Rivieroever controle na hoogwaters op Utrechts Landschap erosie (deel achter kribben) Terp Terp n.v.t. Utrechts Landschap Schoorsteen n.v.t. Utrechts Landschap Betonvloer n.v.t. Utrechts Landschap Olietank n.v.t. Utrechts Landschap Bank n.v.t. Utrechts Landschap Watergang en natuurvriendelijke oevers Watergang Gezamenlijke jaarlijkse monitoring van beheer/onderhoud door UL en HDSR Utrechts Landschap/HDSR noordelijke oever Gezamenlijke jaarlijkse monitoring van beheer/onderhoud door UL en HDSR zuidelijke oever Gezamenlijke jaarlijkse monitoring van beheer/onderhoud door UL en HDSR Kades zomerkade bij rivier 1x per jaar schouwen bekleding waterkering; gezamenlijke jaarlijkse monitoring van beheer/onderhoud door UL en HDSR; controle op erosie na extreme hoogwaters; monitoren sterkte grasmat eerste jaren na aanplant zomerkade bij 1x per jaar schouwen bebouwing bekleding waterkering coupure 1x per jaar voor start hoogwaterseizoen (1 okt.) periodieke inspectie en schouw Langzaamverkeersbrug Langzaamverkeersbrug (incl. bank) Periodieke inspectie hele brug (1x/3 jr); inspecteren onderbouw na ijsgang (1x10 jr) Utrechts Landschap/HDSR Utrechts Landschap/HDSR HDSR (gezamenlijke monitoring: HDSR en Utrechts Landschap) HDSR HDSR Utrechts Landschap Passantensteiger Passantensteiger x per jaar schouwen; 1x Gemeente Rhenen 4 9 maart versie a

55 per jaar technische inspectie; 1x per jaar inspectie voldoende diepgang Parkeerplaats Parkeerplaats nog niet bekend Gemeente Rhenen Wegen en paden Halfverharde weg voor 1x per jaar inspectie Utrechts Landschap hulpdiensten Halfverhard wandel- 1x per jaar inspectie Utrechts Landschap /fietspad Struinpaden n.v.t. Utrechts Landschap Terreinmeubilair en kleine kunstwerken rasters x per jaar inspectie Utrechts Landschap/particulier Veeroosters 1x per jaar inspectie Utrechts Landschap Paaltjes 1x per jaar inspectie Utrechts Landschap Duikers 1x per jaar schouwen Utrechts Landschap (constructief)/hdsr (doorstroomprofiel) Stuw 1x per jaar schouwen HDSR brandblusvoorziening Toegang betonput x per Utrechts Landschap jaar controleren; inlaat x per jaar inspecteren; bereikbaarheid x per jaar controleren drain en kolken n.v.t. Utrechts Landschap..1 Monitoring beheer en onderhoud kades, watergang en natuurvriendelijke oevers Voor het beheer en onderhoud van de zomerkade bij de rivier en de watergang en natuurvriendelijke oevers, is het beheer in overleg met Utrechts Landschap en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden opgesteld. Beide partijen zijn overeengekomen dat het beheer en onderhoud van genoemde elementen jaarlijks samen gemonitord zal worden, om te bezien of geen nadelige gevolgen zullen optreden. Hiervoor wordt een aanvullend afsprakenkader opgesteld tussen beide partijen. Voor het houden van deze vinger aan de pols dient een extra budget gereserveerd te worden, dat bijvoorbeeld ondergebracht kan worden in het groenfonds..3 Risico-inventarisatie en risicobeheersing Risico 1: Door de bezuinigingen op het natuurbeheer krijgen de terreinbeherende organisaties de financiering van het beheer niet rond, waardoor zij geen langjarige afspraak met Rijkswaterstaat kunnen maken. Beheermaatregel: Rijkswaterstaat en beheerders maken een afspraak voor een periode van drie tot vijf jaar waarin de beheerder het beheer met beperkte middelen uitvoert. De beheerder monitort de ontwikkeling van het gebied op basis van de ecotopenkartering van Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat verzorgt toezicht en handhaving. In deze afspraak is het beheer vooral op doelen vastgelegd, en zijn de beheerders vrijgelaten in de keuze van middelen om hier zo efficiënt als mogelijk is aan te voldoen. Na drie jaar wordt dit gezamenlijk geëvalueerd. De twee jaren daarna worden gebruikt om tot een meer definitieve afspraak voor de langere termijn te komen. In de afspraak is een risicobudget gereserveerd om tijdens deze periode en nog enige tijd daarna onverwachte situaties door bijvoorbeeld extreme weer- en watersituaties aan te kunnen pakken. Risico : De inrichtings- en beheersmaatregelen zoals die in het kader van dit Ruimte voor de Rivier-programma worden ontwikkeld komen niet overeen met de visie die ontwikkeld wordt vanuit het Rijkswaterstaat-project Stroomlijn. Dit kan ertoe leiden dat beheerders binnen korte tijd weer met aanpassing van 9 maart versie a

56 Beheersmaatregel: Risico 3: Beheersmaatregel: Risico 4: Beheersmaatregel: Risico : Beheersmaatregel: Risico : Beheersmaatregel: plannen vanuit Rijkswaterstaat geconfronteerd worden. Tevens kan dit ertoe leiden dat inrichtingselementen die nu worden gehandhaafd of aangelegd dan alsnog of direct weer moeten worden verwijderd. Nadere afstemming door Rijkswaterstaat tussen het Project 4Maatregelen Nederrijn, PDR en Stroomlijn teneinde vast te stellen op welke locaties en voor welke elementen dit risico daadwerkelijk optreedt. In Stroomlijn wordt vastgelegd dat landschapselementen die vanuit de RvdR-doelstelling ruimtelijke kwaliteit worden gehandhaafd ook in de toekomst in stand kunnen blijven, danwel dat deze alsnog niet worden aangelegd/gehandhaafd. Aanwijzingsbesluit en Beheerplan Natura000- gebied Uiterwaarden Nederrijn wijkt wezenlijk af van het ontwerp-aanwijzingsbesluit en het concept-beheerplan, onder invloed van de komende nieuwe natuurwetgeving. Rijkswaterstaat volgt dit besluitvormingsproces actief om zicht te krijgen op welke natuurdoelstellingen en deelgebieden dit kan spelen. Indien dit beeld ontstaat wordt door Rijkswaterstaat nagegaan in hoeverre planaanpassingen noodzakelijk en mogelijk zijn. Extreme waterniveaus en stroomsterktes danwel extreme periodes van droogte waardoor het gebied zich niet ontwikkelt zoals is beoogd en schade aan kades en andere elementen kan optreden. Gezamenlijke schouw beheerder en Rijkswaterstaat, en gezamenlijk opzetten van herstelplan. Zonder extreme water- en weerssituaties ontwikkelt het gebied zich anders dan verwacht werd. In de eerste jaren na overdracht een jaarlijkse gezamenlijke schouw van terreinbeheerder en Rijkswaterstaat teneinde de ontwikkeling te monitoren. Zonodig passen de partijen het plan en/of het beheer in onderlinge overeenstemming aan. Door Rijkswaterstaat worden de aanpassingen aan het plan en/of het beheer vastgelegd. Rijkswaterstaat reserveert een risicobudget, bijvoorbeeld apart te zetten bij het Groenfonds, om eventueel noodzakelijke aanpassingen mogelijk te maken. (Potentieel) conflicterende wensen tussen beheerders van belendende beheerelementen, waardoor effectiviteit en efficiëntie onder druk komt. De relevante organisaties, te weten: Utrechts Landschap en HDSR, leggen afsprakenkaders vast, aanvullend aan dit beheerplan,; Jaarlijks in ieder geval de eerste jaren (daarna kan frequentie omlaag) monitoren Utrechts Landschap en HDSR de elementen die in het afsprakenkader zijn vastgelegd en passen zonodig inrichting of beheer aan. Monitoring en eventueel aangepaste afspraken worden vastgelegd en afgestemd met Rijkswaterstaat. 9 maart versie a

57 Kostenaspecten.1 Inleiding Om de beheerkosten te kunnen bepalen zijn per beheermaatregel de eenheidsprijzen bepaald. Deze eenheidsprijzen worden vervolgens vermenigvuldigd met de oppervlaktes van de desbetreffende beheereenheid. De eenheidsprijzen zijn als volgt bepaald: Kunstwerken: uit database van GWWkosten.nl Overige eenheidsprijzen zijn op basis van expert judgement bepaald door kostendeskundigen. De financiering van de beheerkosten, zoals in dit hoofdstuk beschreven is ten tijde van het schrijven van dit beheerplan onvoldoende duidelijk. Bij het vastleggen van het beheer in beheercontracten zullen ook de financieringsstromen verder uitgewerkt worden.. Eenheidsprijzen verschillende maatregelen Soort Vegetatiebeheer Maatregelen Eenheid Eenheidsprijs ( ) Afvoeren en storten maaisel: stortkosten (geen transportkosten, zitten vaak bij de maatregel. ton Boomstammen vrijhouden van e orde zijtakken (tot max. hoogwaterniveau) voor hoogwaterseizoen (1 oktober): snoeien vanaf de grond tot 4,00 m. st 4.7 Dichte rietvegetaties maaien voor winter, inclusief maaisel afvoeren. m 0.08 Houtige opslag (eenjarig hout) verwijderen (grasland) en afvoeren materiaal. m 0.0 Jaarrond extensief begrazen (weide) en evt. aanvullend 1x maaien en afvoeren maaisel. m 0.0 Korven watergang (doorstroomprofiel m): uitmaaien nat gedeelte van watergang zonder oeververdediging, materiaal op kant deponeren. Maaien bermen/taluds halfverhard voet/fietspad: maaibreedte max. 1,0 uit kant verharding, maaisel kneuzen en laaten liggen. m 0.0 M 0.0 Maaien en afvoeren maaisel voor hoogwaterseizoen (voor 1 oktober). m 0.00 Maaien grasland op waterkering: maaien taluds, maaisel verzamelen en afvoeren, geen obstakels. m 0.0 Maaien struinpaden 1, m breed (gras), inclusief maaisel afvoeren. M 0.08 Moerasvegetatie maaien en afvoeren. m Opkronen bomen tot m vrije stam. st. Snoeien haag 1x per jaar: twee zijkanten en bovenkant, haag > 1,0 m. m 1.0 Snoeien meidoornstruiken: hoogte tot,00 m, incl. afvoeren snoeihout. st 3.0 Strook grasland (4m breed) obstakelvrij houden, exclusief afvoeren maaisel. m 0.00 Verwijderen bomen en struiken op oeverzwaluwwand: vellen, geen wortels verwijderen, diameter tot 0 cm, inclusief afvoeren materiaal. st 1.0 Verwijderen houtige gewassen hoger dan 0 cm en afvoeren materiaal. m 0.0 Verwijderen oeverplanten en houtige gewassen uit watergang voor winter, inclusief materiaal afvoeren. m maart versie a

58 Soort Maatregelen Zone voor oeverzwaluwwand vrijhouden van houtige gewassen: maaien gewas, gras, ruigte opslag, inclusief afvoeren materiaal. Inspectie vegetatie Eenheid Eenheidsprijs ( ) m dag 1000 Sedimentbeheer Aanvullen sediment boven bijvoorbeeld leidingen: lev en aanbrengen zand. m Aanvullen oeverzwaluwwand (m lang, m hoog) met kleihoudend zand: machinaal, incl. levering. m Afvoeren en storten slib etc (van baggeren): stortkosten (geen transportkosten, zitten vaak bij de maatregel. ton Herstel vertrapping oever: met teelaarde. m Inspectie erosie bodem dag 1000 Inspectie kleilaag aan achterkant kribben (00 m/h). m 0.0 Recht afsteken oeverzwaluwwand (m hoog, kleihoudend zand): machinaal. m 1.0 Schade aan waterkering herstellen: lev en aanbrengen klei. m Schonen poel (met instandhouding van % waterbodem en oeverbegroeiing). m.0 Schonen watergang (1x per -0 jaar): op de kant spreiden. m3.00 Schonen watergang, nat baggeren (1x per -0 jaar) gefaseerd: op de kant spreiden. m3 7.0 Schonen vaargeul m3 7.0 Beheer kunstwerken en verhardingen Jaarlijkse schouw waterkering (00 m/h). m 0.0 Inspectie en klein herstel constructie duiker. st Inspectie en klein onderhoud afsluitende klep in coupure. st 7.00 Inspectie en klein onderhoud coupure (1 keer per jaar). st Inspectie en klein onderhoud grasbetonstenen 4m breed 30 cm onder water (doorwaadbare plaats). m 1.00 Inspectie en klein onderhoud halfverharding m 0.7 Verwijderen obstakels voor doorstroming uit duiker. st reinigen verharding x per jaar m 0. reinigen berm x per jaar m 0. maaien bermstrook 1m x per jaar m 0.07 gedeeltelijk herstraten m.08 Beheer terreinmeubilair Inspectie en klein onderhoud eenvoudige rasters incl vuilverwijdering(paal en draad). m 1.00 Groot onderhoud bank = vervangen bank. st Inspectie en klein onderhoud afvalbak en bank: gerekend met stuks/dag. st 7.00 Inspectie en klein onderhoud klaphekken: gerekend met stuks/dag. st 0.00 Inspectie en klein onderhoud schapengaas. m 1.00 Inspectie en klein onderhoud toegangshek: gerekend met stuks/dag. st maart versie a

59 Soort Maatregelen Eenheid Eenheidsprijs ( ) Inspectie en klein onderhoud veeroosters met paaltje (tegen gemotoriseerd verkeer). st Inspectie en klein onderhoud veeroosters. st Legen afvalbak: gerekend met 10 stuks/dag. st 0.00 Parkeerplaats Parkeerplaats herstraten verharding; 1% v.h.opp.; 10% nieuw materiaal; 3x in 4 jaar, daarna vervanging, BSS. Parkeerplaats gladheidbestrijding buiten beschouwing gelaten, i.v.m. groot aantal variabelen. m 17.4 n.v.t. Parkeerplaats onkruidbestrijding (vakken en rijbaan), borstelen (vooraan de tractor), tot 3 x per jaar. m 0.30 Parkeerplaats vegen (vakken en rijbaan), met middelzware machine, ook preventief 1 tot 4 x per jaar. m 0.0 Parkeerplaats: inderhoud gras (rechthoek tpv 40 bomen, de rest niet)(1 tot x maaien per jaar). m 0.04 Parkeerplaats: onderhoud bomen (in gazon of bermgras?). st 9.99 Parkeerplaats: onderhoud hagen aan weerszijde van de P-plaats, hoogte < 1,0 m (3-zijdig) (1 tot x knippen per jaar). m.0 Passantensteiger 1 x per jaar een technische inspectie en bijbehorend onderhoud uitvoeren. 1 1, x per jaar maaien water- en oevervegetatie rond steiger. m x per jaar reinigen. 1, Bodemdiepte op peil houden: 1x per jaar peilen en indien nodig bodempeil herstellen. 1 1,00.00 Levensduur niet verwijderbare onderdelen bedraagd 0 jaar. 1 47,00.00 Verwijderen steiger in de winter jaar 000 Vervanging verwijderbare onderdelen. 1 1,00.00 * Bij materiaal afvoeren: transportafstand tot km..3 Beheerkosten Obstakelverwijdering Elst Op basis van bovenstaande eenheidsprijzen is een totaal beheerkostenoverzicht gemaakt voor de maatregel Obstakelverwijdering Elst. Dit overzicht is opgenomen in bijlage maart versie a

60 7 Bijlage 1: Definitief Ontwerp NR-TEK-SIT-173-B 0 9 maart versie a

61 CA +.30 P a 44 a LEGENDA: a 7 4 4a Oude Weg 3 a 9 1c 10 W.I.U. 1b 1a Molenweg Bosweg 9 9a 9b 11 38a 38 3c 40 38b a Paardenkop PROJECTGRENS GASLEIDING " (GASUNIE) P P RIOOLPERSLEIDING AC 40mm (HDSR) NIEUW TRACE NUTSLEIDINGEN STRUINPAD (1.0m GEMAAID GRAS) 18 AFRASTERING, PUNTDRADEN, PALEN 0.08, LANG 1.80m H.O.H. 4.00m a Franseweg 19 AFRASTERING SCHAPENGAAS HAAG MANTEL OOIBOS STOBBEWAL VEEROOSTER 118 KLEIIGE BOVENGROND PUIN P P P P P P DAM MET DUIKER 900mm HANDHAVEN BOSRAND OOIBOS (MANTEL) MEIDOORN, SLEEDOORN, WEGEDOORN, KARDINAALMUTS EN VOGELKERS DUBBELE RIJ, AFSTAND 0.0m PLANTAFSTAND 0.m T.P.V. GASLEIDING WATERGANG HANDHAVEN E AANSLUITEN OP HOOGTE AMERONGSE BOVENPOLDER +.18 AANSLUITEN OP HOOGTE AMERONGSE BOVENPOLDER KADE VERLAGEN NAAR +8.10m KRUINBREEDTE.00m +7.0 P +.00 LAAGGELEGEN WEIDE ONDERHOUDSPAD OBSTAKELVRIJE BREEDTE.00m RIVIEROEVER VERLAGEN +4.0 OEVER WATERGANG BEKLEDEN MET 0.0m KLEIIGE GROND VLEERMUIZENKELDER AANBRENGEN HARDHOUT OOIBOS OPP 39 m SOORTEN: EIK, IEP, ES WILDVERBAND, GROEPEN 1- EX PER SOORT PLANTAFSTAND H.O.H. 1.0m P POEL F F AS WATERGANG ZIE LENGTEPROFIEL LAAGGELEGEN WEIDE KRIB HANDHAVEN 11 STEILE WAND TBV OEVERZWALUW E Oude Weg : :3 P P P P +7.0 LAAGGELEGEN WEIDE (+7.0) EGALISEREN MET OPP. RELIEF +/- 0.10m EN INZAAIEN LAAGGELEGEN WEIDE (+7.0) EGALISEREN MET OPP. RELIEF +/- 0.10m EN INZAAIEN PERSLEIDING HDSR ZIE LENGTEPROFIEL HOGE TERP (+9.0) +7.0 LAGE TERP (+7.00/+7.0) a HAAG. DUBBELE RIJ, AFSTAND 0.40m PLANTAFSTAND 0.30m 31a 1: ELSTERSTRAATWEG schoorsteen 31b NIEUWE NUTSLEIDINGENSTROOK, BREED 1.00m DRUKRIOOL PE 3mm MET VOEDING- EN SIGNAALKABEL ELECTRA, WATER (MANTELBUIZEN PE 110mm TPV KRUISING WATERGANG) D D HANDHAVEN DEEL BETONVLOER SCHOORSTEEN EN OLIETANK Z N 8b 8c 8d WANDEL-FIETSPAD.00m PUIN, DIK 0.0m olietank BESTAANDE POMPPUT DRUKRIOLERING HERGEBRUIKEN BANK RIVIEROEVER VERLAGEN e 33a 33b HOOGGELEGEN WEIDE ±9.00 LOSSE BOMEN EN GROEPEN MET GEBRUIK MAKEN VAN BESTAANDE EXEMPLAREN IN HET VELD UITZETTEN LINDE, EIK EN KERS AANVULLEN LANGZAAMVERKEERSBRUG ONTSLUITINGSWEG 3.0m PUIN, DIK 0.0 1:4 1: : KRIB HANDHAVEN +9. 1: ± DRIJVENDE PASSANTENSTEIGER 40.00x.00m +9. Fabrieksweg P P P P P P G 1: AANSLUITEN OP BESTAANDE HOOGTE A A PVC 0mm BODEM KRIBVAK VERLAGEN NAAR B B AANSLUITEN OP HOOGTE BESTAAND NATUURGEBIED +7. 1:3 a COUPURE EN POORT AANBRENGEN 1:3 ONTSLUITINGSWEG, 4.00m GRASBETONTEGELS IN BETON, DIK 0.m x DUIKER BETON 00mm MET TALUDBUIZEN L=.00m B.O.K UITSTROOMBAK BETONPUT 1000x1000mm MET DEKSEL T.B.V. BLUSWATER BRANDWEER 1: PAKEERVOORZIENING 1: NADER IN TE VULLEN WANDEL-FIETSPAD 3.00m PUIN, DIK 0.0m 1 Bosweg IJSVOGELWAND (STOBBE MET KLUIT OP OEVER) BESTAANDE WATERPARTIJ KRIB HANDHAVEN 4 37 RIVIEROEVER VERLAGEN ELSTERSTRAATWEG KADE VERLAGEN NAAR +8.10m KRUINBREEDTE.00m 7 4 P P RIVIEROEVER VERLAGEN +.00 MIN. 0.0m KLEI AANBRENGEN (ZIE DETAIL AANSLUITEN OP BESTAAND RASTER a 30 7 KRIB HANDHAVEN 30a 30b BOOTHELLING HERSTELLEN Vissersweg a 1a AFRASTERING MET SCHAPENGAAS, HOOG 1.00m PALEN 100mm, LANG 3,00m H.O.H. 3,00m BESTAAND VLONDER VERPLAATSEN P Vissersweg De Opslag 7 P De Opslag 3 Vissersweg a 9 3b Houweg Vissersweg 19 kerk Rijksstraatweg a 7 Kerk W.I.U. 7a 7b Houweg 1 44 a 18 3 W.I.U. 4 9a A W.I.U Larekamp W.I.U. Houweg a Wildemanstraat Het Bosje a 38a P P P 41 41a b 38b 38c De Kievit Larekamp Larekamp De Kievit 3 1 3a 7 1a Het Bosje 4 1b Rijksstraatweg 8 P P 0 4 W.I.U. W.I.U. 7 7a GRASBETONSTEEN 74 BETONBLOKKENMATTEN kerk 4 Tabaksweg Schoolweg 8 9 a HARDHOUT OOIBOS NIEUWE BOOM BESTAANDE BOOM RIVIEROEVER LAAGGELEGEN WEIDE HOOGGELEGEN WEIDE OOIBOS WATER KADE 19 Tabaksweg Schoolweg 7 7 a 119a Schoolweg 1 Rijksstraatweg Irenestraat 9 83a m Neder Rijn 91 Neder Rijn Boskalis bv

62 8 Bijlage : Interventiekaart NR-TEK-SIT--A 1 9 maart versie a

63 G a 4 4a a Oude Weg 11 Molenweg Bosweg 9b 9a 9 38a 40 38b a a 14 VERKLARING OOIBOS P P W.I.U. Oude Weg 8a a ELSTERSTRAATWEG 31b 33 33a 33b 8b 8c 8d 8e Bosweg Vissersweg 3b c Vissersweg A Houweg De Kievit De Kievit BOOMGAARD HOOGSTAM ZEGGE NATUURLIJK GRASLAND PRODUCTIE GRASLAND kerk Houweg Wildemanstraat Larekamp 33 4 NEVENGEUL PLASSEN P Fabrieksweg 37 4 a P P ELSTERSTRAATWEG a 30 30a 30b Vissersweg a 1a 7 Vissersweg Houweg W.I.U Larekamp W.I.U. 39 W.I.U. 37 W.I.U Het Bosje Larekamp Het Bosje 1 HEGGEN LAANBEPLANTING a 3 Rijksstraatweg a 7 7a 7b 9 9a 31 3 Kerk a a 41 41a 41b b a a 7 1a 1 3 De Opslag 38b 38c Rijksstraat 4 38a P 917 De Opslag Neder Rijn m m Boskalis bv

64 9 Bijlage 3: Inrichtingskaart NR-TEK-SIT-18-A 9 maart versie a

65 G a 4 4a a Oude Weg 11 Molenweg Bosweg 9b 9a 9 38a 40 38b a a 14 VERKLARING OOIBOS W.I.U Oude Weg 1 8a a 1 ELSTERSTRAATWEG 31b 33 33a 33b 8b 8c 8d 8e Bosweg Vissersweg 3b c Vissersweg A Houweg De Kievit De Kievit ZEGGE VERHARD TERREIN NATUURLIJK GRASLAND PRODUCTIE GRASLAND kerk Houweg Wildemanstraat Larekamp 33 4 NEVENGEUL PLASSEN Fabrieksweg a ELSTERSTRAATWEG a 30 30a 30b Vissersweg a 1a 7 Vissersweg Houweg W.I.U Larekamp W.I.U. 39 W.I.U. 37 W.I.U Het Bosje Larekamp Het Bosje 1 HEGGEN LAANBEPLANTING a 3 Rijksstraatweg a 7 7a 7b 9 9a 31 3 Kerk schoorsteen olietank a a 41 41a 41b b a a 7 1a 1 3 De Opslag 38b 38c Rijksstraat 4 38a De Opslag Neder Rijn m m Boskalis bv

66 10 Bijlage 4: Beheerverklaringen Overzicht instemming beheerders Obstakelverwijdering Elst Stichting Het Utrechts Landschap heeft in de diverse bijeenkomsten van de ABG en in het overleg over het beheerplan aangegeven het toekomstige natuurgebied te willen beheren. Op basis van de gevoerde gesprekken is bijgevoegde verklaring opgesteld. Deze is nog niet bevestigd. Utrechts Landschap verklaart betrokken te zijn geweest bij het opstellen van het Beheerplan Obstakelverwijdering Elst en is in principe bereid om de aan haar toegewezen objecten te beheren na realisatie. Hierbij moeten de volgende zaken nog geregeld en uitgewerkt worden voordat het beheer daadwerkelijk overgenomen kan worden: A Voldoende zekerheid over financiering van de beschreven beheerstaken; B Effectuering van de principe-afspraken met Rijkswaterstaat over het beheer van de rivieroever; C Nader inzicht in en afhechting van de consequenties van het Stroomlijn-project van Rijkswaterstaat voor inrichting en beheer van het plangebied; D Nadere afstemming met Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden over de raakvlakken met betrekking tot de natuurvriendelijke oever en de zomerkade; E Nadere afstemming met de gemeente Rhenen over de raakvlakken met het parkeerterrein en de definitieve begrenzing van het gebied aan de noordzijde; F Een vastgesteld bestemmingsplan met daarin de mogelijkheid voor de ontwikkeling van een kleinschalige horeca-voorziening op de terp; G Vastgestelde vergunbaarheid in het kader van de Natuurbeschermingswet voor de recreatieve elementen in het plan; Boskalis spant zich in om de punten die binnen haar bereik liggen te realiseren gedurende de looptijd van het project, waar nodig in samenwerking met Rijkswaterstaat en andere betrokkenen zoals overige beheerders van andere objecten binnen het plangebied. Gedurende 01 wordt driemaandelijks de voortgang met betrekking tot deze punten doorgesproken tussen Utrechts Landschap, Rijkswaterstaat en Boskalis. In het vierde kwartaal van 01, voor aanvang van de werkzaamheden, wordt gezamenlijk en zonodig op bestuurlijk niveau vastgesteld of er voldoende vertrouwen is dat het project na realisatie definitief kan worden overgedragen, danwel dat er een andere, eventuele tijdelijke oplossing voorhanden is. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden heeft in de gevoerde overleggen aangegeven de aan haar toegewezen elementen te beheren vanuit de wezenlijke betekenis van deze elementen voor het waterbeheer. Op basis van de gevoerde gesprekken is bijgevoegde verklaring opgesteld. Deze is nog niet bevestigd. 3 9 maart versie a

67 Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden verklaart betrokken te zijn geweest bij het opstellen van het Beheerplan Obstakelverwijdering Elst en is in principe bereid om de aan haar toegewezen objecten te beheren na realisatie. Hierbij moeten de volgende zaken nog geregeld en uitgewerkt worden voordat het beheer daadwerkelijk overgenomen kan worden: A Nadere afstemming met Stichting Utrechts Landschap over de raakvlakken met betrekking tot de natuurvriendelijke oever en de zomerkade; B Overeenstemming met Boskalis over de te plaatsen coupure in de toegangsweg voor beheerders en hulpdiensten; C. Een vergunde situatie; Boskalis spant zich in om de punten die binnen haar bereik liggen te realiseren gedurende de looptijd van het project, waar nodig in samenwerking met Rijkswaterstaat en andere betrokkenen zoals overige beheerders van andere objecten binnen het plangebied. Gedurende 01 wordt driemaandelijks de voortgang met betrekking tot deze punten doorgesproken tussen HDSR, Rijkswaterstaat en Boskalis. In het vierde kwartaal van 01, voor aanvang van de werkzaamheden, wordt gezamenlijk en zonodig op bestuurlijk niveau vastgesteld of er voldoende vertrouwen is dat het project na realisatie definitief kan worden overgedragen, danwel dat er een andere, eventuele tijdelijke oplossing voorhanden is. De gemeente Rhenen heeft in en op basis van het bestuurlijke overleg van 7 november 011, bevestigd in de brief van de gemeente (wethouder van den Berg) aan PDR ( ir.i.j. De Boer) d.d. 0 demcember 011, aangegeven de aan haar toegewezen elementen te willen beheren. Op basis van de gevoerde gesprekken is bijgevoegde verklaring opgesteld. Deze is op 19 januari 01 per mail bevestigd. De gemeente Rhenen verklaart betrokken te zijn geweest bij het opstellen van het Beheerplan Obstakelverwijdering Elst en is in principe bereid om de aan haar toegewezen objecten te beheren na realisatie. Hierbij moeten de volgende zaken nog geregeld en uitgewerkt worden voordat het beheer daadwerkelijk overgenomen kan worden: A Actualisering van het beheerplan op basis van de aangepaste ontsluiting en inrichting van het parkeerterrein zoals deze in het ontwerp-bestemmingsplan zal worden opgenomen; B Nadere afstemming met Stichting Utrechts Landschap over de raakvlakken met betrekking tot de begrenzing en inrichting rond het parkeerterrein; C Overeenstemming met Rijkswaterstaat over de overdracht van gronden onder de parkeerplaats voorzover nu niet in bezit van de gemeente en van de Fabrieksweg voorzover deze nu nog in bezit is van Rijkswaterstaat; D Gemeentelijke instemming met het definitieve ontwerp van de passantensteiger; E. Een vastgesteld en onherroepelijk bestemmingsplan en een overigens ook verder vergunde situatie; F Gemeentelijke instemming met het definitieve beheerplan. Boskalis spant zich in om de punten die binnen haar bereik liggen te realiseren gedurende de looptijd van het project, waar nodig in samenwerking met Rijkswaterstaat en andere betrokkenen zoals overige beheerders van andere objecten binnen het plangebied. Gedurende 01 wordt driemaandelijks de voortgang met betrekking tot deze punten doorgesproken tussen gemeente Rhenen, Rijkswaterstaat en Boskalis. In het vierde kwartaal van 01, voor aanvang van de werkzaamheden, wordt gezamenlijk en zonodig op bestuurlijk niveau vastgesteld of er voldoende vertrouwen is dat het project na realisatie definitief kan worden overgedragen, danwel dat er een andere, eventuele tijdelijke oplossing voorhanden is. 4 9 maart versie a

68 11 Bijlage : Tabel vegetatie-eenheden 4 Maatregelen Nederrijn

69 9 maart versie a

70 7 9 maart versie a

71 8 9 maart versie a

Samenvatting PlanMER, obstakelverwijdering Elst

Samenvatting PlanMER, obstakelverwijdering Elst 2 21 mei 2012 versie 1a Document historie Revisienummer. Revisie datum Aanpassingen 0a 13 april 2012 Eerste concept 1a 21 mei 2011 Alle opmerkingen verwerkt 3 21 mei 2012 versie 1a 1 Samenvatting Voor

Nadere informatie

Beheer- en onderhoudsplan Middelwaard

Beheer- en onderhoudsplan Middelwaard Document historie Revisienummer. Revisie datum Aanpassingen 0a 07-12-2011 Eerste concept 0b 13-12-2011 Concept voor beheerders 1a 20-01-2012 Alle opmerkingen verwerkt, gereed voor verzending 2a 09-03-2012

Nadere informatie

Beheer- en onderhoudsplan De Tollewaard

Beheer- en onderhoudsplan De Tollewaard Beheer- en onderhoudsplan De Tollewaard Boskalis bv Project: 4 Maatregelen Zaaknummer: 3035845 Documentnummer: NR-DOC -087-a Werkpakketcode: 3.3. Documentstatus: Ter acceptatie Versie: a Datum: -03-0 Naam

Nadere informatie

Witteveen+Bos, RW /torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning

Witteveen+Bos, RW /torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning 2 Witteveen+Bos, RW1809-303-20/torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning BIJLAGE O1-4 PROJECTBESCHRIJVING 1. PROJECTBESCHRIJVING 1.1. Aanleiding De hoogwatersituaties

Nadere informatie

Rivierverruiming Uiterwaarden Neder-Rijn

Rivierverruiming Uiterwaarden Neder-Rijn Nieuwsbrief Jaargang 1 Nummer 1 Maart 2010 Rivierverruiming Uiterwaarden Neder-Rijn Beste bewoner, Alstublieft. We bieden u de eerste nieuwsbrief aan over rivierverruiming in de uiterwaarden van de Neder-Rijn.

Nadere informatie

Rapportage hydraulisch en morfologisch onderzoek DO Elst

Rapportage hydraulisch en morfologisch onderzoek DO Elst 2 9 maart 2012 versie2a Document historie Revisienummer. Revisie datum Aanpassingen 0a 24 oktober 2011 Eerste concept 0b 12 december 2011 Tweede concept 0c 15 december 2011 Opmerkingen DJZ verwerkt. 1a

Nadere informatie

Ruimte voor de Rivier / Obstakelverwijdering Nederrijn Elst, gemeente Rhenen

Ruimte voor de Rivier / Obstakelverwijdering Nederrijn Elst, gemeente Rhenen Ruimte voor de Rivier / Obstakelverwijdering Nederrijn Elst, gemeente Rhenen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 oktober 2012 / rapportnummer 2705 57 1. Oordeel over het MER Boskalis werkt

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu M.E.R.-BEOORDELINGSNOTITIE STROOMLI]N MAAS, FASE 3, TRANCHE $ Deelgebied Lithse Ham Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Datum

Nadere informatie

1 Verslag 2 effectbepaling Rivierkundige effecten Via15 Depots Scherpekamp

1 Verslag 2 effectbepaling Rivierkundige effecten Via15 Depots Scherpekamp 1 Verslag 2 effectbepaling Rivierkundige effecten Via15 26/08/15 06-83 98 30 64 claus@uflow.nl www.uflow.nl Hoenloseweg 3 8121 DS Olst Aan: Mevr. I. Dibbets, Dhr. F. Berben Cc Mevr. S. Malakouti Rijkswaterstaat

Nadere informatie

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014 Onderwerp : Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk Projectnummer : 211x07649 Datum : 22 mei 2015, aangepaste versie van 25 maart 2015. Van : Ruud Tak Bij het toestaan van een

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

notitie Grondbank GMG 1. INLEIDING

notitie Grondbank GMG 1. INLEIDING notitie Witteveen+Bos van Twickelostraat 2 postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 www.witteveenbos.nl onderwerp project opdrachtgever projectcode referentie opgemaakt

Nadere informatie

Rapportage Morfologische effecten deelproject De Tollewaard

Rapportage Morfologische effecten deelproject De Tollewaard Rapportage Morfologische effecten deelproject De Tollewaard NR-RAP-104 2 9 maart 2012 versie 2a Rapportage Morfologische effecten deelproject De Tollewaard NR-RAP-104 Document historie Revisienummer. Revisie

Nadere informatie

Ruimte voor de Rivier Nederrijn Obstakelverwijdering machinistenschool Elst

Ruimte voor de Rivier Nederrijn Obstakelverwijdering machinistenschool Elst Ruimte voor de Rivier Nederrijn Obstakelverwijdering machinistenschool Elst Projectplan ex. artikel 5.4, lid 1 Waterwet Ontwerpbesluit Pagina 1 van 27 Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 1.1. Aanleiding...3

Nadere informatie

Knelpunten van de Natuurzoom.

Knelpunten van de Natuurzoom. Knelpunten van de Natuurzoom. Deze knelpunten komen voort uit het eindrapport van oktober 2014 Uitvoeringsplan Natuurboog Amsterdam ZuidOost van Dienstlandelijk Gebied Ministerie van Economische Zaken.

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu M.E.RBEOORDELINGSNOTITIE STROOMLIJN MAAS, DEELGEBIED 3, TRANCHE 1 Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Datum RWS-2016/4724 Onderwerp

Nadere informatie

Hydraulische beoordeling nieuwe waterkering Alexander, Roermond. WAQUA-simulaties ten behoeve van Waterwetaanvraag

Hydraulische beoordeling nieuwe waterkering Alexander, Roermond. WAQUA-simulaties ten behoeve van Waterwetaanvraag nieuwe waterkering Alexander, Roermond WAQUA-simulaties ten behoeve van Waterwetaanvraag i Datum 17 maart 2014 Status Concept, versie 0.2 Project P0056.9 Naam Paraaf Datum Auteur Drs. R.C. Agtersloot 17-03-2014

Nadere informatie

Zonnepark HVS Goes ENECO Landschappelijke inpassing identificatie Planstatus projectnummer: datum: status: 040550.20160211.00 08-12- 2016 definitief opdrachtleider: Ir J.J. van den Berg auteur: Ir. J.J.

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het verwijderen van een brug en het aanleggen van een dam met duiker op de locatie bij Gruttostraat 1 in Benschop

Watervergunning. Voor het verwijderen van een brug en het aanleggen van een dam met duiker op de locatie bij Gruttostraat 1 in Benschop Watervergunning Voor het verwijderen van een brug en het aanleggen van een dam met duiker op de locatie bij Gruttostraat 1 in Benschop Datum 14 juli 2017 Zaaknummer 13919 Poldermolen 2 Postbus 550 3990

Nadere informatie

Plan ontwikkeling Natuurbegraafplaats Maasbree

Plan ontwikkeling Natuurbegraafplaats Maasbree Plan ontwikkeling Natuurbegraafplaats Maasbree Plan ontwikkeling Natuurbegraafplaats Maasbree Rapportnummer: 13-26602-B-M-GP Dossiernummer: M20642.02 Naam opdrachtgever: Opstellers: Kellerberg Bosgoed

Nadere informatie

Rivierkundige berekeningen Randwijkse Waard Rivierkundige analyse

Rivierkundige berekeningen Randwijkse Waard Rivierkundige analyse Rivierkundige berekeningen Randwijkse Waard 9T5318.A0 Definitief 24 maart 2010 A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND B.V. KUST & RIVIEREN Barbarossastraat 35 Postbus 151 6500 AD Nijmegen (024) 328 42 84 Telefoon

Nadere informatie

Bijlage 1. Toelichting Aanvraag Omgevingsvergunning Stroomlijn Nederrijn en Lek spoor 1 Molenwaard

Bijlage 1. Toelichting Aanvraag Omgevingsvergunning Stroomlijn Nederrijn en Lek spoor 1 Molenwaard Bijlage 1. Toelichting Aanvraag Omgevingsvergunning Stroomlijn Nederrijn en Lek spoor 1 Molenwaard Onderwerp Dit document betreft de aanvraag voor het werkzaamheden in de uiterwaarden van de gemeente Molenwaard.

Nadere informatie

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever Inhoudelijke overwegingen Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever Directoraat-generaal Natuur Behandeld door A. de Noord T 050 750 8333 F 050 750 8399 a.denoord@mineleni.nl Bijlage nummer

Nadere informatie

LIGGING. topografische kaart. ligging in het veld

LIGGING. topografische kaart. ligging in het veld LIGGING Recreatiebedrijf Landgoed Moerslag 32 is gesitueerd ten zuiden van de kern Moerslag. Zie de markering in de topografische kaart hieronder en de luchtfoto rechts. topografische kaart ligging in

Nadere informatie

Het groeiende beek concept

Het groeiende beek concept Het groeiende beek concept Een ontwikkelingsstrategie voor de Wilderbeek Aanleiding In juni 07 is de Wilderbeek verlegd ten behoeve van de aanleg van de A73. De Wilderbeek kent over het traject langs de

Nadere informatie

Bijlandse Waard. Herinrichting voor veiligheid, natuur en beleving

Bijlandse Waard. Herinrichting voor veiligheid, natuur en beleving Bijlandse Waard Herinrichting voor veiligheid, natuur en beleving Mogelijkheden voor recreatie Het centrale deel van de Bijlandse Waard wordt een stil gebied om flora en fauna te beschermen. De randen

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen RvR Project Vier Maatregelen Nederrijn; deelgebied Tollewaard

Inhoudelijke overwegingen RvR Project Vier Maatregelen Nederrijn; deelgebied Tollewaard Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG www.rijksoverheid.nl/eleni Bijlage nummer 1 Horend bij Vergunning Nb-wet 1998 Onze referentie Contactpersoon Inhoudelijke overwegingen RvR Project Vier Maatregelen Nederrijn;

Nadere informatie

Doel van de informatiebijeenkomst

Doel van de informatiebijeenkomst Zomerbedverlaging Beneden-IJssel Jacqueline Bulsink Informatiebijeenkomst 12 oktober 2011 Doel van de informatiebijeenkomst Informeren over resultaten planstudie Zomerbedverlaging Beneden- IJssel Gelegenheid

Nadere informatie

VISIE INRICHTING EN BEHEER VAN DE ROSANDEPOLDER

VISIE INRICHTING EN BEHEER VAN DE ROSANDEPOLDER VISIE INRICHTING EN BEHEER VAN DE ROSANDEPOLDER Mei 2003 Opgesteld door de Stichting Werkgroep Oosterbeekse Uiterwaard (WOU) De WOU zet zich in om de Rosandepolder te behouden en te beschermen tegen zinloos

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu M.E.RBEOORDELINGSNOTITIE STROOMLI]N MAAS, DEELGEBIED 3, TRANCHE 3 Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS-2017/8211 Onderwerp

Nadere informatie

6.3 DEELGEBIED 3: BOS & ROTTE

6.3 DEELGEBIED 3: BOS & ROTTE 6.3 DEELGEBIED 3: BOS & ROTTE Ruimtelijke beschrijving inpassing Het deelgebied Bos en Rotte bestaat uit de volgende trajecten: tunnelmond Grindweg/Bergweg-Zuid, de landtunnel Lage Bergse Bos en de tunnelmond

Nadere informatie

Gemeente Zwolle. Morfologisch gevoeligheidsonderzoek Westenholte. Witteveen+Bos. Willemskade postbus 2397.

Gemeente Zwolle. Morfologisch gevoeligheidsonderzoek Westenholte. Witteveen+Bos. Willemskade postbus 2397. Gemeente Zwolle Morfologisch gevoeligheidsonderzoek Westenholte Willemskade 19-20 postbus 2397 3000 CJ Rotterdam telefoon 010 244 28 00 telefax 010 244 28 88 Gemeente Zwolle Morfologisch gevoeligheidsonderzoek

Nadere informatie

Bermenplan Assen. Definitief

Bermenplan Assen. Definitief Definitief Opdrachtgever: Opdrachtgever: Gemeente Assen Gemeente Mevrouw Assen ing. M. van Lommel Mevrouw M. Postbus van Lommel 30018 Noordersingel 940033 RA Assen 9401 JW T Assen 0592-366911 F 0592-366595

Nadere informatie

INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT

INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT INRICHTINGSVISIE ANNA S HOEVE CONCEPT INHOUD kenschets geschiedenis veranderingen ambities visie in varianten uitwerking geschiedenis KENSCHETS Forse, gegraven waterpartijen KENSCHETS Berg van Dudok KENSCHETS

Nadere informatie

PlanMER Obstakelverwijdering Elst

PlanMER Obstakelverwijdering Elst PlanMER Obstakelverwijdering Elst Milieueffectrapportage Boskalis bv Project: 4 Maatregelen Nederrijn Zaaknummer: 31035845 Documentnummer: NR-RAP -000 Werkpakketcode: Documentstatus: Concept Versie: 1.a

Nadere informatie

Vechtpark Hardenberg Schetsontwerpen Baalder uiterwaard & Radewijkerbeek. 5 juli 2016

Vechtpark Hardenberg Schetsontwerpen Baalder uiterwaard & Radewijkerbeek. 5 juli 2016 Vechtpark Hardenberg Schetsontwerpen Baalder uiterwaard & Radewijkerbeek 5 juli 2016 Programma 1. Welkom en inleiding (Pieter Jelle Damsté) 2. Aanleiding (Pieter Jelle Damsté) 3. Terugblik ontwerpproces

Nadere informatie

Ruimte voor de Waal - Nijmegen Verificatie Ruimtelijk Plan Hydraulica

Ruimte voor de Waal - Nijmegen Verificatie Ruimtelijk Plan Hydraulica Ruimte voor de Waal - Nijmegen Verificatie Ruimtelijk Plan Hydraulica Gemeente Nijmegen 1 oktober 2010 Definitief rapport 9V0718.05 A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND B.V. KUST & RIVIEREN Barbarossastraat

Nadere informatie

Pierikstraat 16 Gaanderen

Pierikstraat 16 Gaanderen Pierikstraat 16 Gaanderen Inrichtingsplan Pierikstraat 16 te Gaanderen Onderdeel van de bestemmingswijziging VOF Wisselink Loonbedrijf Colofon Hoog-Keppel : 7 juli 2014 Rapportnummer : 1414 Projectnummer

Nadere informatie

Aanvraag vergunning Ruimte voor de Rivierproject Vier Maatregelen Nederrijn: deelgebied steenfabriek Elst

Aanvraag vergunning Ruimte voor de Rivierproject Vier Maatregelen Nederrijn: deelgebied steenfabriek Elst Aanvraag vergunning Ruimte voor de Rivierproject Vier Maatregelen Nederrijn: deelgebied steenfabriek Elst Behandeld door mr. J.J. Griep T 070 888 3209 F 070 888 3250 j.j.griep@mineleni.nl Datum 22 januari

Nadere informatie

Zomerbedverlaging Beneden-IJssel. Kampen

Zomerbedverlaging Beneden-IJssel. Kampen Zomerbedverlaging Beneden-IJssel Notitie Samenhang RvRmaatregelen rond Zwolle en Kampen 20 mei 2010 Samenvatting In deze notitie wordt de relatie en samenhang tussen de maatregelen van Ruimte voor de Rivier

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Toelichting landschappelijke inpassing. Uiterdijk 33 Zoelen

GEMEENTE BUREN. Toelichting landschappelijke inpassing. Uiterdijk 33 Zoelen GEMEENTE BUREN Toelichting landschappelijke inpassing Uiterdijk 33 Zoelen Toelichting landschappelijke inpassing Projectnr.061-083 / november 2016 INHOUD 1. INLEIDING... 2 1.1. Aanleiding... 2 1.2. Planlocatie...

Nadere informatie

GEMEENTE ASTEN. Toelichting landschappelijke inpassing Achtermijterbaan 1 Heusden

GEMEENTE ASTEN. Toelichting landschappelijke inpassing Achtermijterbaan 1 Heusden GEMEENTE ASTEN Toelichting landschappelijke inpassing Achtermijterbaan 1 Heusden Toelichting landschappelijke inpassing Achtermijterbaan 1 Heusden Projectnr.122-029 / nov2016 INHOUD 1. INLEIDING... 2 1.1.

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 16 december 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-009185 - gemeente Ede Activiteit : Wijzigen

Nadere informatie

Compensatieplan. natuurcompensatie. parkeren De Heimolen. juli 2015

Compensatieplan. natuurcompensatie. parkeren De Heimolen. juli 2015 Compensatieplan natuurcompensatie parkeren De Heimolen juli 2015 Inhoudsopgave: 1. Inleiding 2. Omschrijving verlies aan ecologische waarde. 3. Ruimtelijke begrenzing bestaand en de fysieke compensatie

Nadere informatie

De noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart

De noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart De noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart Notitie met betrekking tot de te verwachten effecten op de noordse woelmuis en de waterspitsmuis door de aanleg van natuurvriendelijke

Nadere informatie

Nee, tenzij toets Uiterwaarden Elst

Nee, tenzij toets Uiterwaarden Elst Nee, tenzij toets Uiterwaarden Elst toetsing effecten inrichtingsplan op de EHS Definitief Grontmij Nederland B.V. Houten, 10 mei 2012 Verantwoording Titel : Nee, tenzij toets Uiterwaarden Elst Subtitel

Nadere informatie

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 Briefrapport van: ons kenmerk: SAB Arnhem B.V. KUEN/80685 datum: 30 januari 2009 betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 aanleiding en methode Aan de Bloksteegweg 1, te Borne (gemeente Borne)

Nadere informatie

Nieuwe Uitslag van Putten

Nieuwe Uitslag van Putten Beleidslijn Grote Rivieren voor de Willemspolder De gemeente Spijkenisse werkt aan een nieuw bestemmingsplan voor het Buitengebied Zuidoost. Dit bestemmingsplan is deels conserverend van aard, deels worden

Nadere informatie

1 Inleiding. Notitie / Memo

1 Inleiding. Notitie / Memo Notitie / Memo HaskoningDHV Nederland B.V. Transport & Planning Onderwerp: Landschappelijke onderbouwing plaatsing geluidschermen A1 Apeldoorn Datum: 9 mei 2017 Ons kenmerk: T&PBD2624N002F0.1 Classificatie:

Nadere informatie

Bomen in water, gemeente Heerde

Bomen in water, gemeente Heerde Behoort bij het ontwerpbesluit van burgemeester en wethouders van Heerde van 22-03-2017 Bomen in water, gemeente Heerde Ruimtelijke onderbouwing Concept, 30 januari 2017 Bomen in water, gemeente Heerde

Nadere informatie

De Oude Weg Elst. Wonen in de Amerongse Bovenpolder. 3 Royale kavels met luxe vrijstaande villa s

De Oude Weg Elst. Wonen in de Amerongse Bovenpolder. 3 Royale kavels met luxe vrijstaande villa s De Oude Weg Elst Wonen in de Amerongse Bovenpolder 3 Royale kavels met luxe vrijstaande villa s Riant WOnen Tussen de bossen van de Utrechtse Heuvelrug en de uiterwaarden van de Nederrijn ligt het sfeervolle

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikel 2.7 lid 2 en 3, artikel 2.8 lid 3 en lid 9 en artikel 1.13 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit

Nadere informatie

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse memo aan: van: OG ZAND/ZON/130372 c.c.: datum: 22 augustus 2013 betreft: Achterweg 48, Lisse INLEIDING Bij alle ruimtelijke ingrepen moet rekening gehouden worden met de aanwezige natuurwaarden in en om

Nadere informatie

Rivierkundige beoordeling Gendtse Polder

Rivierkundige beoordeling Gendtse Polder Rivierkundige beoordeling Gendtse Polder Provincie Gelderland juli 2014 Concept Rivierkundige beoordeling Gendtse Polder dossier : BD2962-101-100 registratienummer : RDC_BD2962-101_M20140716_NL04500_c0.1

Nadere informatie

Natuurontwikkeling en kwaliteitsinvestering landschap

Natuurontwikkeling en kwaliteitsinvestering landschap Natuurontwikkeling en kwaliteitsinvestering landschap ONTWIKKELING NATUURZONE SPORTPARK ELSKENS OOSTERHOUT DATUM: augustus 2014, Landschapsplan en kwaliteitsinvestering Landschap kenmerk: ontwerp-bestemmingsplan

Nadere informatie

Rapportage hydraulisch en morfologisch onderzoek DO Middelwaard

Rapportage hydraulisch en morfologisch onderzoek DO Middelwaard 2 9 maart 2012- versie 2a Document historie Revisienummer. Revisie datum Aanpassingen 0a 24 oktober 2011 Eerste concept 0b 10 december 2011 Tweede concept 0c 15 december 2011 Derde concept 1a 23 december

Nadere informatie

Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien.

Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien. Ooibossen Definitie Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien. Ooi is een oud woord voor nat terrein nabij een rivier Deze bossen worden voortdurend blootgesteld

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor

Nadere informatie

16041 LANDSCHAP SCHOOTJESBAAN 2 RIEL 8 APRIL 2016

16041 LANDSCHAP SCHOOTJESBAAN 2 RIEL 8 APRIL 2016 16041 LANDSCHAP SCHOOTJESBAAN 2 RIEL 8 APRIL 2016 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1 LANDSCHAPPELIJKE INPASSING SCHOOTJESBAAN 2 TE RIEL

Nadere informatie

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept a Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Colofon Deze samenvatting is een uitgave van de

Nadere informatie

Ruimte voor rivier en bever in De Schellen, deel II

Ruimte voor rivier en bever in De Schellen, deel II Ruimte voor rivier en bever in De Schellen, deel II Notitie met aanvullingen op een eerder mitigatieplan 2011, Vilmar Dijkstra Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Waterschap Groot Salland

Nadere informatie

WATERVERGUNNING Datum Zaaknummer

WATERVERGUNNING Datum Zaaknummer WATERVERGUNNING Voor het aanleggen van een tijdelijke dam met duikers op de locatie Landschapsbaan in Vleuten Datum 13 oktober 2017 Zaaknummer 18014 INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1 BESLUIT...3 HOOFDSTUK 2 VOORSCHRIFTEN...4

Nadere informatie

Peter Verkade. Herinrichting Ghoybos CONCEPT INRICHTINGSPLAN. Opdrachtgever: Gemeente Kaag en Braassem Onderdeel: Concept inrichtingsplan

Peter Verkade. Herinrichting Ghoybos CONCEPT INRICHTINGSPLAN. Opdrachtgever: Gemeente Kaag en Braassem Onderdeel: Concept inrichtingsplan Herinrichting Ghoybos CONCEPT INRICHTINGSPLAN LEGENDA GROEN Bomen, te handhaven Bomen, nieuw aan te planten Bosbeplanting, spontane ontwikkeling en/of aanplanten Struweel, spontane ontwikkeling en/of aanplanten,

Nadere informatie

Rivierkundig advies plan Eilanden 3.0 Stadsblokken- Meinerswijk

Rivierkundig advies plan Eilanden 3.0 Stadsblokken- Meinerswijk RWS BEDRIJFSVERTROUWELIJK Eusebiusbuitensingel 66 6828 HZ Arnhem Postbus 2232 3500 GE Utrecht T 088 797 49 00 www.rijkswaterstaat.nl Rivierkundig advies plan Eilanden 3.0 Stadsblokken- Meinerswijk Relevante

Nadere informatie

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn memo aan: van: c.c.: Inge Eising Gemeente Utrechtse Heuvelrug Mariël Gerritsen Pieter Birkhoff Van Wijnen Groep N.V. datum: 14 december 2015 betreft: Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg

Nadere informatie

: landschappelijke inpassing Achter de Pastorie, Melderslo. Advies. Inleiding. Datum : 30 mei 2011 Opdrachtgever : Gemeente Horst aan de Maas

: landschappelijke inpassing Achter de Pastorie, Melderslo. Advies. Inleiding. Datum : 30 mei 2011 Opdrachtgever : Gemeente Horst aan de Maas Advies : landschappelijke inpassing Achter de Pastorie, Melderslo Datum : 30 mei 2011 Opdrachtgever : Gemeente Horst aan de Maas Ter attentie van Projectnummer : Commissie LKM : 211x05071 Opgesteld door

Nadere informatie

Definitief ontwerp. Rapportage. Stroomlijn perceel 5 - IJssel Zaaknummer:

Definitief ontwerp. Rapportage. Stroomlijn perceel 5 - IJssel Zaaknummer: Rapportage Definitief ontwerp Stroomlijn perceel 5 - IJssel Kenmerk 31091368-TECM-TEKE-00151-20150408-KT-ontwerp 13110_De Staat_GemKampen V2 Datum 26 maart 2015 Revisienummer 1 Revisiedatum 26 maart 2015

Nadere informatie

Overwegingen definitief besluit Wet natuurbescherming project Stroomlijn Nederrijn en Lek, spoor 6

Overwegingen definitief besluit Wet natuurbescherming project Stroomlijn Nederrijn en Lek, spoor 6 Overwegingen definitief besluit Wet natuurbescherming project Stroomlijn Nederrijn en Lek, spoor 6 Behandeld door T 070 379 7976 F 088 223 3334 Datum 20 juli 2017 Bijlage nummer 1 Horend bij kenmerk 17118551

Nadere informatie

GROENCOMPENSATIEPLAN DE VERBORGEN KAMER BRAAMWEG 1 ARNHEM

GROENCOMPENSATIEPLAN DE VERBORGEN KAMER BRAAMWEG 1 ARNHEM GROENCOMPENSATIEPLAN DE VERBORGEN KAMER BRAAMWEG 1 ARNHEM Groencompensatieplan Braamweg 1 Arnhem, i.o.v. Giesbers Arnhem 1 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding Giesbers Arnhem is voornemens het plangebied De Verborgen

Nadere informatie

AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING VOOR PROGRAMMA STROOMLIJN

AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING VOOR PROGRAMMA STROOMLIJN D151873397 AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING VOOR PROGRAMMA STROOMLIJN LET OP: Op deze aanvraag is de rijkscoördinatieregeling van toepassing, contactpersoon in uw gemeente is dhr. W. van de Lest. Onderwerp

Nadere informatie

Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid, FF/75C/2012/0341

Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid, FF/75C/2012/0341 Notitie Concept Contactpersoon Benjamin Flierman Datum 8 mei 2013 Aanvullende informatie mitigatie Steenuil en Huismus IJsseldelta-Zuid, FF/75C/2012/0341 In het kader van de Flora- en faunawet ontheffingsaanvraag

Nadere informatie

N.v.t. Nee (art. 5) Natuur. Riet en Ruigte. Stadsweide Roermond. Maaien. Waterstaat Stroomvoerend rivierbed. Nee (art. 9) N.v.t. Natuur. Nee (art.

N.v.t. Nee (art. 5) Natuur. Riet en Ruigte. Stadsweide Roermond. Maaien. Waterstaat Stroomvoerend rivierbed. Nee (art. 9) N.v.t. Natuur. Nee (art. ONDERWERP Bestemmingsplan check DO 9 DATUM 21-03-2016 VAN Simone Loohuizen In uiterwaarde 9 is het volgende bestemminsplan vigerend: Bestemmingsplan, aan de noordkant van de uiterwaarde In tabel 1 is per

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

RWSZ Beslissing m.e.r.-beoordelingsnotitie Programma Stroomlijn in de uiterwaarden van de IJssel (deelgebied 5) tranche 4.

RWSZ Beslissing m.e.r.-beoordelingsnotitie Programma Stroomlijn in de uiterwaarden van de IJssel (deelgebied 5) tranche 4. Contactpersoon C. Veldman medewerker advisering christel.veldman@rws.nl Ons kenmerk RWSZ2017-00003697 Beslissing m.e.r.-beoordelingsnotitie Programma Stroomlijn in de uiterwaarden van de IJssel (deelgebied

Nadere informatie

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt CONCEPT Omgevingsdienst Regio Utrecht juli 2012 kenmerk/ opgesteld door beoordeeld door Ronald Jansen Dagmar Storm INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding...

Nadere informatie

Om in aanmerking te komen voor een beoordeling op basis van Artikel 6d moet de verlaging van waterstanden ten minste 1 cm bedragen.

Om in aanmerking te komen voor een beoordeling op basis van Artikel 6d moet de verlaging van waterstanden ten minste 1 cm bedragen. Afgedrukt: 21 februari 2014 Project : Ontwerp landgoederen Ossenwaard Datum : 17 februari 2014 Onderwerp : Resultaten van de berekeningen Van : Anne Wijbenga; Joana Vieira da Silva Aan : M. van Berkel

Nadere informatie

VAN ERVE NATUURONDERZOEK

VAN ERVE NATUURONDERZOEK ONDERZOEK KAMSALAMANDER IN DELEN VAN NATUURGEBIED DE BRAND Juni 2014 VAN ERVE NATUURONDERZOEK ONDERZOEK KAMSALAMANDER IN DELEN VAN NATUURGEBIED DE BRAND Inleiding Het natuurgebied De Brand is aangewezen

Nadere informatie

1. Uitbreiding EHS met 73 ha door particuliere natuurrealisatie

1. Uitbreiding EHS met 73 ha door particuliere natuurrealisatie Versie 25/08 Voor de voorselectie dient te worden voldaan aan de volgende criteria 1. Uitbreiding EHS met 73 ha door particuliere natuurrealisatie - u dient eigenaar of erfpachter van de gronden in de

Nadere informatie

STEDEBOUWKUNDIGE ANALYSE EN ADVIES LIEFHOVENDIJK 2, LINSCHOTEN

STEDEBOUWKUNDIGE ANALYSE EN ADVIES LIEFHOVENDIJK 2, LINSCHOTEN STEDEBOUWKUNDIGE ANALYSE EN ADVIES LIEFHOVENDIJK 2, LINSCHOTEN M A R I E K E V I S S E R G E M E E N T E M O N T F O O R T, V E R S I E 2, 8 S E P T E M B E R 2 0 1 6 Liefhovendijk Lange Linschoten De

Nadere informatie

* * Omgevingsvergunning * * Aanvraagnummer (OLO) :

* * Omgevingsvergunning * * Aanvraagnummer (OLO) : *16-0435795* *16-0435795* Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2015-0609 Aanvraagnummer (OLO) : 2068731 Aanvrager : ARCADIS Nederland Onderwerp : het vellen/rooien van houtgewas en het kappen van bomen Locatie

Nadere informatie

Uitwerking landschapsplan. Landschapsplan A13/A16 Rotterdam Versie F mei 2015

Uitwerking landschapsplan. Landschapsplan A13/A16 Rotterdam Versie F mei 2015 6. Uitwerking landschapsplan Landschapsplan A13/A16 Rotterdam Versie F mei 2015 69 Deelgebied 2: Intermezzo Detail aansluiting Ankie Verbeek-Ohrlaan Deelgebied 1: Polder Deelgebied 3: Bos en Rotte Detail

Nadere informatie

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap

1.2 landschap, natuur en recreatie. Landschap 1.2 landschap, natuur en recreatie Landschap Radio Kootwijk vormt een belangrijke schakel in een aaneengesloten open tot halfopen droog tot vochtig stuifzand- en heidegebied dat zich uitstrekt van het

Nadere informatie

Aanleiding van het onderzoek Wat is een quickscan

Aanleiding van het onderzoek Wat is een quickscan Correspondentie gegevens Projectgegevens Datum : 26 oktober 2015 Projectlocatie : Lindelaan 2b, Dordrecht Opgesteld door : Ing. P. Otte Betreft : FF- wet Quickscan Projectnummer : 1554 Contactpersonen

Nadere informatie

voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS

voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS Archimedesweg 1 W.N. van der Heeden postadres: postbus 156 2300 AD Leiden telefoon (071) 3 063 063 Versie / Oplage: telefax (071) 5 123 916

Nadere informatie

Hydraulische toetsing Dijkverlegging Westenholte. Verslag van hydraulische toetsing variant Hanken Dijkverlegging Westenholte.

Hydraulische toetsing Dijkverlegging Westenholte. Verslag van hydraulische toetsing variant Hanken Dijkverlegging Westenholte. Hydraulische toetsing Dijkverlegging Westenholte Verslag van hydraulische toetsing variant Hanken Dijkverlegging Westenholte. Ir. N.G.M van den Brink, 25 januari 2008 Inhoudsopgave........................................................................................

Nadere informatie

bes U t Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

bes U t Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu bes U t RWS Oost-Nederland Eusebiusbuitensïngel 66 6828 HZ Arnhem Postbus 25 6200 MA Maastricht T 088-7974900 www.rijkswaterstaat. fl1 18 mei 2017

Nadere informatie

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst

Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Project: 16M8038 Onderwerp: Oplegnotitie NNN-gebied, IJsselzone, Veerweg Olst Datum: 15 maart 2018 Auteur: Ing. D. van der Veen (ecoloog LievenseCSO) Bestemd

Nadere informatie

Passende beoordeling Ruimte voor de Rivier uiterwaarden Nederrijn

Passende beoordeling Ruimte voor de Rivier uiterwaarden Nederrijn Passende beoordeling Ruimte voor de Rivier uiterwaarden Nederrijn Deelgebied Middelwaard Definitief Boskalis Grontmij Nederland B.V. Houten, 5 maart 2012 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Aanleiding...

Nadere informatie

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Quick scan ecologie Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel Samenvatting Inhoud H 01 Aanleiding Voor de Mientweg 5 en Mientweg 29 te Lutjewinkel wordt een ruimtelijke ontwikkeling voorbereidt. Het gaat om de ontwikkeling

Nadere informatie

Kaart zonneveld Farm Frites gebiedsvisie

Kaart zonneveld Farm Frites gebiedsvisie Kaart zonneveld Farm Frites gebiedsvisie Groene randen Gezien de ligging van het zonneveld is gekozen voor een open uitstraling, de randen worden verzacht met een groen blauwe structuur. Royale watergangen

Nadere informatie

Ruimte voor de Rivier Nederrijn - Tollewaard

Ruimte voor de Rivier Nederrijn - Tollewaard Ruimte voor de Rivier Nederrijn - Tollewaard Projectplan ex. artikel 5.4, lid 1 Waterwet Ontwerpbesluit Datum 03-07-2012 Pagina 1 van 27 Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 1.1. Aanleiding...3 1.2. Projectplanplicht...3

Nadere informatie

KASSABON ENERGIEOPBRENGST ha zonneveld- 155 GWh/jaar. aantal huishoudens: LANDSCHAPPELIJKE INVESTERING. kosten aankoop/aanleg: LAAG

KASSABON ENERGIEOPBRENGST ha zonneveld- 155 GWh/jaar. aantal huishoudens: LANDSCHAPPELIJKE INVESTERING. kosten aankoop/aanleg: LAAG ENERGIE VOOROP Het scenario energie voorop gaat uit van een maximale energieopbrengst binnen de wettelijke kaders en bestaat uit winden zonne-energie. De gemeenteraad heeft expliciet gevraagd om zo n maximale

Nadere informatie

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum:

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum: HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum: 14-4-2009 Huidige situatie De locatie maakt deel uit van het ontwikkelingsgebied Heerenveen Noordoost; een langgerekt gebied tussen grofweg de

Nadere informatie

WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD.

WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD. WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD. In onderstaande werkprotocollen geeft de tabel aan waneer de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. In de tabel wordt

Nadere informatie

' I 6300 HERZIEN VEGETATIEBEHEER VOOR DE KAVELS U 81 EN U 82 IN HET NATUURTERREIN "DE WILDWALLEN" door. J. Hoogesteger H.J. Drost

' I 6300 HERZIEN VEGETATIEBEHEER VOOR DE KAVELS U 81 EN U 82 IN HET NATUURTERREIN DE WILDWALLEN door. J. Hoogesteger H.J. Drost BIBLIOTHEEK RIJKSDII:rJ:jT VOOR oe IJSSECM~~~POLD RS W E R K D O C U M E N T HERZIEN VEGETATIEBEHEER VOOR DE KAVELS U 81 EN U 82 IN HET NATUURTERREIN "DE WILDWALLEN" door J. Hoogesteger H.J. Drost 1980-326

Nadere informatie

26 Aanbrengen van grond bij een waterkering

26 Aanbrengen van grond bij een waterkering 26 Aanbrengen van grond bij een waterkering 26.1 Inleiding In dit hoofdstuk staat het aanbrengen van grond bij waterkeringen centraal. Onder deze handeling wordt verstaan: - opvullen van gaten en kuilen;

Nadere informatie

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning Notitie Contactpersoon Hanneke Oudega (telefoon: +31 65 46 80 79 5 / email: hanneke.oudega@tauw.nl) Datum 21 februari 2012 Kenmerk N002-4798963OJT-evp-V03-NL Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk

Nadere informatie

11 Beplanting bij oppervlaktewater

11 Beplanting bij oppervlaktewater 11 Beplanting bij oppervlaktewater 11.1 Inleiding In dit hoofdstuk staat het aanbrengen en het verwijderen van beplanting naast en in de watergang centraal. Het aanbrengen en/of het verwijderen van beplanting

Nadere informatie

Landschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch

Landschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch Landschappelijke inpassing Kruisweg 44, Herkenbosch Aanleiding en ligging plangebied Dhr. van de Venne heeft aan de Hammerstraat enkele boogkassen liggen. Deze liggen er al 10 jaar en dienen te worden

Nadere informatie