Beheer- en onderhoudsplan De Tollewaard

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beheer- en onderhoudsplan De Tollewaard"

Transcriptie

1 Beheer- en onderhoudsplan De Tollewaard Boskalis bv Project: 4 Maatregelen Zaaknummer: Documentnummer: NR-DOC -087-a Werkpakketcode: 3.3. Documentstatus: Ter acceptatie Versie: a Datum: Naam Paraaf Datum Opgesteld: S. Kuiper, S. Kossen, R. van 0 januari 0 Schijndel Getoetst: R.J. Jonker 0 januari 0 Getoetst: M. Balke 0 januari 0 Vrijgegeven: D.J. Zwemmer 0 januari 0

2 NR-DOC-087-a Geaccepteerd OG: Document historie Revisienummer. Revisie datum Aanpassingen 0a Concept 0b 3--0 Concept a Alle opmerkingen verwerkt, gereed voor verzending 0 januari 0 versie a

3 NR-DOC-087-a Inhoudsopgave Inleiding Kader Maatregel Uiterwaardvergraving De Tollewaard....3 Gebiedsbeschrijving Brondocumenten en gesprekken Leeswijzer... 9 Streefbeeld en uitgangspunten Streefbeeld Hoogwaterbescherming Ruimtelijke kwaliteit Natuur Cultuur Netwerken..... Belevingswaarde.... Randvoorwaarden en uitgangspunten..... Doelstellingen..... Regulier beheer en aanvullend beheer vanuit hoogwaterveiligheid Sedimentbeheer Beheerkosten Wet- en regelgeving Natuur Interventiewaarden methode Methode Toepassing deelgebied De Tollewaard Beheerruimte Beheer en onderhoud Algemeen Laaggelegen weide Algemeen Streefbeeld Vegetatiebeheer Beheer overige elementen Sedimentbeheer Ooibos Algemeen Streefbeeld Vegetatiebeheer Rivieroever Algemeen Streefbeeld Vegetatiebeheer Leggerwatergang Algemeen Streefbeeld Vegetatiebeheer Sedimentbeheer Waterpartijen en natuurvriendelijke oevers Algemeen Streefbeeld Vegetatiebeheer Klinkwetering en omgeving Algemeen Streefbeeld januari 0 versie a

4 NR-DOC-087-a Vegetatiebeheer Sedimentbeheer Zomerkade Algemeen Streefbeeld Vegetatiebeheer Sedimentbeheer Brug Algemeen Streefbeeld Vegetatiebeheer landhoofden Beheer kunstwerk Beheer overige elementen Sedimentbeheer Wegen en paden Algemeen Streefbeeld Beheer kunstwerken Sedimentbeheer Terreinmeubilair Algemeen Streefbeeld Beheer terreinmeubilair Extra beheereffecten buiten het gebied Inleiding Scheepvaart Aanzanding zomerbed Dwarsstroming Monitoring en risicobeheersing Inleiding Monitoring Risico-inventarisatie en risicobeheersing Kostenaspecten Inleiding Eenheidsprijzen verschillende maatregelen Kostenoverzicht De Tollewaard Bijlage : Definitief ontwerp Bijlage : Interventiekaart Bijlage 3: Inrichtingskaart Bijlage 4: Beheerverklaringen Bijlage 5: Tabel vegetatie-eenheden 4 Maatregelen... 5 Bijlage : Natuurdoeltypenkaart Bijlage 7: Beheereenhedenkaart Bijlage 8: Belanghebbende partijen per beheereenheid Bijlage 9: Kostentabel beheermaatregelen Uiterwaardvergraving Tollewaard Bijlage 0: Kostentabel monitoringsmaatregelen Uiterwaardvergraving Tollewaard januari 0 versie a

5 NR-DOC-087-a Inleiding. Kader In 993 en 995 hadden de Rijn en de Maas te kampen met zeer hoge waterstanden. Naar aanleiding van deze hoge waterstanden is gebleken dat de Rijntakken en de (bedijkte) Maas grotere hoeveelheden water af moeten kunnen voeren dan de hoeveelheid waarmee tot dusver rekening is gehouden. Omdat de dijken op de meeste plaatsen hierdoor niet aan de wettelijke veiligheidsnorm tegen overstromen voldoen, zijn maatregelen nodig. In 000 heeft het kabinet het Rijksprogramma Ruimte voor de Rivier gekozen als uitgangspunt voor een nieuwe aanpak van hoogwaterbescherming: in plaats van het verhogen en versterken van dijken, moet de rivier meer ruimte krijgen. Daarbij is als uitgangspunt genomen geen dijkversterking, tenzij. Dit Rijksprogramma heeft geleid tot de Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier (december 00, op januari 007 in werking getreden) die bestaat uit negenendertig samenhangende maatregelen, het Basispakket, dat de rivier meer ruimte moet geven. De doelstellingen die ten grondslag liggen aan PKB Ruimte voor de Rivier zijn: het vergroten van de veiligheid door het op het vereiste niveau brengen van de bescherming van het rivierengebied tegen overstromingen; het leveren van een bijdrage aan het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied. Het project 4 Maatregelen heeft betrekking op een viertal maatregelen uit het Basispakket, te weten:. uiterwaardvergraving Doorwerthse Waarden;. uiterwaardvergraving Middelwaard; 3. uiterwaardvergraving De Tollewaard; 4. obstakelverwijdering Elst. Dit Beheer- en Onderhoudsplan heeft betrekking op deelgebied Uiterwaardvergraving De Tollewaard. Figuur. Overzichtskaartje Uiterwaardvergraving De Tollewaard 5 0 januari 0 versie a

6 NR-DOC-087-a. Maatregel Uiterwaardvergraving De Tollewaard De Tollewaard is een open cultuurlandschap met agrarisch en industrieel gebruik. In het gebied liggen twee industrieterreinen (voormalige steenfabrieksterreinen) met toegangswegen. Kenmerkend zijn ook de restanten van een geul en een aantal waterpartijen. Vanuit het streefbeeld voor de Neder-Rijn is het maaiveld verlaagd waarmee de mogelijkheid is ontstaan voor moerasontwikkeling. De bestaande -in potentie aanwezige archeologische waarden en cultuurhistorisch waardevolle strang, rabatten, sluisjes en reliëf zijn zoveel mogelijk ontzien. In de uiterwaard bevindt zich een natuurlijke verlaging die bij de inrichting geaccentueerd is. Door deze maatregel neemt de geschiktheid van het gebied voor moerasvogels toe. De gebruiksfunctie is natuur in plaats van landbouw geworden. Door de waterstandverlagende ingreep zal de uiterwaard frequenter overstromen. De bereikbaarheid van beide voormalige steenfabrieksterreinen blijft op peil. De Uiterwaardvergraving De Tollewaard is het onderwerp van dit beheerplan. Voor deze maatregel is een ontwerpproces doorlopen, waarbij verschillende varianten zijn ontwikkeld om de veiligheid en de ruimtelijke kwaliteit in het gebied te verbeteren. Door Rijkswaterstaat-PDR is daaruit een voorkeursvariant gekozen. Deze is vanwege de weerstand vanuit belanghebbenden door Boskalis in samenspraak met die belanghebbenden aangepast tot een Integrale Variant, welke vervolgens door Rijkswaterstaat is geaccordeerd. De Integrale Variant omvat grotendeels dezelfde objecten als de VKV, in een op onderdelen andere ordening. In de ontwerpnota is het proces van de planaanpassing verder toegelicht. De Integrale Variant is door Boskalis in 0 verder uitgewerkt zijn tot een Definitief Ontwerp. De ingrepen worden vervolgens in de periode 0-03 uitgevoerd. Dit beheer- en onderhoudsplan maakt onderdeel uit van het Definitief Ontwerp en is geschreven voor de periode na voltooiing. Er is bij de beschrijving dus vanuit gegaan dat de werkzaamheden reeds zijn uitgevoerd. Het is bedoeld als onderbouwing voor het beheer en onderhoud, dat uitgevoerd zal worden door de terreinen objectbeherende organisaties. Een bijbehorend beheercontract geeft het beheer- en onderhoudsplan een juridische status. NB: Ten tijde van het opstellen van dit beheerplan waren nog geen beheercontracten opgesteld. Wel hebben de betrokken partijen de intentie aangegeven de aan hen toegewezen eenheden te beheren. Figuur.: Luchtfoto deelgebied De Tollewaard 0 januari 0 versie a

7 NR-DOC-087-a.3 Gebiedsbeschrijving Het deelgebied De Tollewaard ligt op de zuidelijke oever van de, ten noorden van Lienden en tegenover het dorp Remmerden (Figuur.). Het omvat het gebied tussen de primaire waterkering en de rivier Het deelgebied omvat slechts een klein deel van de gehele uiterwaard De Tollewaard wat verder strekt aan de westzijde van het deelgebied. Ten oosten van het gebied ligt de Middelwaard. Het gebied moet een natuurlijke uiterwaard gaan vormen, die tevens gebruikt kan worden voor extensieve recreatie, zoals het maken van ommetjes. In de uiterwaard liggen verschillende woningen en bedrijven op de terpen. Het Definitief Ontwerp is onderverdeeld in objecten. In dit beheerplan zijn soms objecten samengenomen of gesplitst, vanwege praktische overwegingen voor de beheerder. De nieuwe indeling van dit beheerplan is daarom in beheereenheden in plaats van in objecten (figuur.3). Het gebied is voor het beheer onder te verdelen in de volgende natuurlijke eenheden: laaggelegen weide, ooibos, de waterpartijen en natuurvriendelijke oevers en de rivieroever. Daarnaast liggen in het gebied een zomerkade, klinkwetering en twee terpen, met daarop enkele huizen en bedrijven. Door het gebied lopen verschillende paden en wegen en is terreinmeubilair aanwezig. De beheereenhedenkaart verbeeldt de ligging van de verschillende eenheden in het gebied. Figuur.3: Beheereenhedenkaart van deelgebied De Tollewaard 7 0 januari 0 versie a

8 NR-DOC-087-a Tabel geeft een overzicht van de eigenaar en de verantwoordelijken voor beheerder en onderhoud per beheereenheid. Tabel Overzicht eigenaar, beheerder en verantwoordelijke onderhoud per beheereenheid Beheereenheid Eigenaar Beheer Onderhoud Laaggelegen weide Ooibos Rivieroever Rijkswaterstaat Leggerwatergang Waterschap Rivierenland Waterschap Rivierenland Waterschap Rivierenland Waterpartijen en natuurvriendelijke oevers Klinkwetering en omgeving Zomerkade Waterschap Rivierenland Waterschap Rivierenland Waterschap Rivierenland Brug Gemeente Buren en/of Rijkswaterstaat Gemeente Buren en/of Rijkswaterstaat Gemeente Buren en/of Rijkswaterstaat Wegen en paden Terreinmeubilair / Nader te bepalen / Nader te bepalen / Nader te bepalen Verschillende partijen hanteren verschillende definities voor de gebruikte termen: beheer, onderhoud en monitoring. In dit beheer- en onderhoudsplan hanteren wij de volgende definities voor de genoemde begrippen: Beheer Onderhoud Monitoring bepalen, organisatie en coördinatie van activiteiten die nodig zijn om de doelen die gesteld zijn voor een beheereenheid te behalen is het totaal van fysieke activiteiten dat als doel heeft het in een aanvaardbare conditie houden of terugbrengen van een object teneinde de functionaliteit van het te onderhouden goed te borgen monitoring is het systematisch meten, op vooraf vastgestelde momentgen of intervallen, van bepaalde condities met als doel deze te volgen of te bewaken, zodat veranderingen zichtbaar worden.4 Brondocumenten en gesprekken De informatie uit dit rapport is deels afgeleid uit literatuur, deels is die ook tot stand gekomen op basis van gesprekken met de eigenaren en beoogd toekomstig beheerders van het deelgebied Elst. De rapporten die zijn gebruikt zijn (in willekeurige volgorde): Vraagspecificatie deel, Uiterwaardvergraving De Tollewaard. Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Dienst Oost-Nederland, 0. Stromingsweerstand vegetatie in uiterwaarden, Deel Handboek. RIZA rapport Arnhem, 003. Stromingsweerstand vegetatie in uiterwaarden, Deel Achtergronddocument. RIZA rapport Arnhem, januari 0 versie a

9 NR-DOC-087-a Rademakers, J, 0: Methodiek interventie-waarden. Een aanzet tot een generieke methodiek voor het vastleggen van de maximaal toelaatbare vegetatiedichtheid in uiterwaarden. Jos Rademakers Ecologie en Ontwikkeling, Oijen. Concept. Aangepast 4 december 0 Rademakers, J, 0: Optimalisatie tabel interventiewaarden Beheerplan Deventer. Jos Rademakers Ecologie en Ontwikkeling, Oijen. Handboek Natuurdoeltypen, Rapport expertisecentrum LNV nr. 00/00. Wageningen, 00. Definitief Ontwerp De Tollewaard, 4 Maatregelen. Boskalis, 0. Voor het opstellen van dit beheerplan is overleg gevoerd met de volgende belanghebbende partijen: Datum Organisatie Persoon Relatie -0-0 Rijkswaterstaat Oost Nederland Dhr. E. van Riel en dhr. E. de Rooij Eigenaar van delen van het gebied 09--0, -0-0 Dhr. W. Geraedts Beoogd eigenaar/beheerder van grote delen van het gebied, erfpachter van de rivieroever --0 Waterschap Rivierenland Mevr. K. Oosters-de Boer December 0 Groot onderhoud van de zomerkade, eigenaar en beheerder van de leggerwatergang en alle kunstwerken in deze watergang Gemeente Buren Dhr. H. Stam Nader te bepalen De betrokken partijen hebben aangegeven de intentie te hebben om de aan hen toegewezen elementen te beheren. Deze verklaringen zijn opgenomen in bijlage 4. In de toekomst zal het beheer en onderhoud vastgelegd worden in beheerovereenkomsten. Over het beheer van de nieuwe infrastructuur is nog geen overeenstemming bereikt en wordt nog nader overleg gevoerd tussen Rijkswaterstaat en de gemeente Buren..5 Leeswijzer Het eerste hoofdstuk van dit beheer- en onderhoudsplan van Uiterwaardvergraving De Tollewaard heeft het kader van de ontwikkelingen in het gebied en dit rapport geschetst. Hoofdstuk gaat verder in op de beoogde streefbeelden voor het gebied op het vlak van hoogwaterbescherming, ruimtelijke kwaliteit en natuur. Daarnaast worden ook de uitgangspunten en randvoorwaarden van het beheer beschreven en de gevolgde interventiewaardenmethodiek voor het bepalen van de maximaal toegestane vegetatie vanuit het oogpunt van hoogwaterveiligheid. Hoofdstuk 3 beschrijft het beheer per beheereenheid in het gebied, uitgesplitst in vegetatiebeheer, sedimentbeheer en het beheer van kunstwerken en terreinmeubilair. Het tijdelijk beheer tijdens de aanlegfase is beschreven in hoofdstuk 4. De monitoring, evaluatie en risico s van het beheer worden uiteengezet in hoofdstuk 5. Hoofdstuk tenslotte schetst een beeld van de kosten van het beheer en onderhoud zoals het in dit beheerplan is beschreven. In de bijlagen zijn tenslotte de verschillende kaarten opgenomen, zoals deze gebruikt zijn in dit rapport, de beheerverklaringen en de tabel met structuurtypen, zoals gehanteerd bij de interventiewaardenmethode. 9 0 januari 0 versie a

10 NR-DOC-087-a Streefbeeld en uitgangspunten. Streefbeeld Voor de Uiterwaardvergraving De Tollewaard zijn door Rijkswaterstaat in de vraagspecificatie de streefbeelden omschreven waaraan de inrichting van het gebied moet voldoen. Dit hoofdstuk geeft een overzicht van deze streefbeelden... Hoogwaterbescherming Het project De Tollewaard dient de maatgevende hoogwaterstand te verlagen met tenminste 7,0 centimeter ter hoogte van de Neder-Rijn km 90,7-9,7. De maatregel De Tollewaard moet daarbij de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied verbeteren en de landschappelijke, ecologische, aardkundige en cultuurhistorische waarden moeten behouden en/of ontwikkeld worden... Ruimtelijke kwaliteit De Tollewaard is een landschap met een rijke geschiedenis die voor een groot deel te danken is aan rivierprocessen. Maar niet alles was even mooi en goed. Doel van de rivierverruiming in De Tollewaard was om de bestaande landschappelijke kwaliteiten sprekender te maken. Daarvoor was het belangrijk om onderscheid te maken in de karakteristieken van bestaande watergangen, reliëf en wegen/paden. Voorkomen moest worden dat nieuwe elementen dissonanten zouden worden, ze moesten qua beeldtaal aansluiten op bestaande karakteristieken. Daarom zijn er geen grote geulen gegraven (zoals in de PKB werd voorgesteld) maar is de zomerkade op twee plaatsen verlaagd zodat bij hoogwater het water door de Tollewaard kan stromen. In de uiterwaard zelf zijn lokale gebiedskwaliteiten ontwikkeld: een strang is uitgegraven, bestaand microreliëf is zoveel mogelijk ontzien en de Klinkwetering heeft een natuurvriendelijke oever gekregen. Om de terpen bij hoogwater bereikbaar te houden is een nieuw element in De Tollewaard geïntroduceerd: een brug. Er waren een paar belangrijke aandachtspunten voor het ruimtelijk ontwerp van belang: Het plangebied is gelegen tussen een flauwe binnenbocht van de en de Marspolder. Deze polder was heel vroeger ook een uiterwaard. Aan weerszijden van de winterdijk zijn duidelijk de rivierkenmerken zoals een licht glooiend landschap zichtbaar. In de Tollewaard liggen twee bijzondere waterlopen: de Oude Rijn en de Klinkwetering; Belangrijke doelen voor het bereiken van ruimtelijk kwaliteit waren het creëren van meer samenhang in de uiterwaard, het behouden van voldoende bereikbaarheid van de twee terpen, het vergroten van de oeverdynamiek op de oeverstrook, het ruimtelijk inpassen van de twee terpen en het landschap in algemene beter beleefbaar en toegankelijk te maken; Het beter toegankelijk maken van de uiterwaard; De brug is een beeldbepalend element in De Tollewaard geworden, omdat het midden in de open ruimte ligt. Daarom is een passend ontwerp gemaakt. De brug is robuust van karakter en het materiaalgebruik past bij de natuurlijke omgeving. De brug is een samenhangend ruimtelijk element. Kleurgebruik is zeer terughoudend toegepast...3 Natuur In het natuurlandschap was het streven om een grote samenhangende natuureenheid te maken. Door het verlagen van de zomerkade bij de in- en uitstroomopening heeft de huidige landbouwfunctie plaatsgemaakt voor een meer natuurgericht beheer. Landbouw heeft daar wel een nevenfunctie bij. De bestaande microgradiënten in de Tollewaard waren aanleiding om een rijk palet aan natuurdoelen te realiseren; van stagnant water tot moerassen en vochtige graslanden en ooibossen. Nabij de westelijke terp is een kleine sloot vergraven en als een zogenaamde strang ingericht. Vroeger was op deze plek in de uiterwaard een dergelijke oude rivierloop die later tot een sloot versmald is. Door op deze wijze meer open water te graven is een stap gezet om ecologische doelstellingen op het gebied van natte natuur te realiseren (laag dynamisch) en zijn meer gradiënten ontstaan. De gehele uiterwaard, met uitzondering van de bedrijventerreinen, is begrensd als Natura000 gebied. 0 0 januari 0 versie a

11 NR-DOC-087-a..4 Cultuur De uiterwaardvergraving heeft de ruimtelijke samenhang versterkt. Er is naar gestreefd om een meer lineaire structuur te ontwikkelen, evenwijdig aan de rivier. In deze zones ligt een tweetal terpen als eilanden met daarop bedrijven. Van rivier richting stuwwal gaat het om de volgende zes zones: De verlaagde rivieroever vormt over grote lengte een nieuwe overgang van de rivier en de uiterwaard. Door het verwijderen van steenstort tussen de kribben en het verlagen is de overgang zachter dan in de oude situatie. Het biedt een natuurlijker aanblik; Twee grote terpen liggen als eilanden in de waard. De oostelijke terp is iets gestroomlijnd om de waterdoorvoer te vergemakkelijken. In de luwte is een glanshaverhooiland en een ooibos gerealiseerd; De laaggelegen weide met microgradiënten. Een natuurlijk beheer is wenselijk om een bloemrijke weiden te maken. Tussen de terpen en in de luwte van de winterdijk zijn natuurvriendelijke oevers ontwikkeld. Een gekromde, taps toelopende strang die in de open weide ligt. Door de noordelijke oever natuurvriendelijk in te richten (o.a. rietkraag) is de gebogen structuur duidelijk zichtbaar. De strang breekt de grote ruimte van de weide enigszins. Aan de voet van de winterdijk ligt de Klinkwetering en iets westelijker de Oude Rijnloop. Het verschil tussen beide watergangen is geaccentueerd door ze van een ander inrichtingsprincipe te voorzien. De Oude Rijn is een natuurlijke rivierloop, hier blijft het kwelmoeras de belangrijkste ruimtelijke en ecologische kwaliteit. Bij de gegraven Klinkwetering is de structuur van de bestaande rabatten tussen de dijk en de wetering aangevuld, echter onbeplant. Dit is op een wijze gedaan dat de kwel onder de dijk niet toeneemt. Ook door het aanbrengen van voldoende klei op de oevers van de klinkwetering wordt kwel onder de dijk voorkomen. Bij de inrichting is het onderscheid in de beeldtaal tussen natuur- en cultuur elementen van belang. Dat is bereikt door de (cultuurlijke) eilanden te laten contrasteren met de natuurlijke grazige omgeving. Ruimtelijke overgangen in het cultuurlandschap zijn steil gesneden en duidelijk zichtbaar. De terpen van de bedrijventerreinen hebben daarom een steil talud op de plekken waar die niet aan ooibos grenzen. Natuurlijke overgangen zijn vloeiend. De verlaagde rivieroever vormt over grote lengte een nieuwe overgang van de rivier naar de uiterwaard. Door het verwijderen van steenbestorting tussen de kribben en het verlagen is de overgang zachter dan in de oude situatie. Het biedt een natuurlijker aanblik. De zomerkade in de Tollewaard is op twee locaties geheel afgegraven...5 Netwerken De netwerken bestaan uit wegen en paden voor de bedrijven op de terpen en recreatief medegebruik voor fietsers en wandelaars. Doel was om een aantal insteekjes voor wandelaars te maken zodat er een ommetje gewandeld kan worden en de rivier bereikt kan worden. Ook is er over bijna de gehele lengte van De Tollewaard (oost-west) een alternatieve route voor de dijk voor langzaamverkeer ontwikkeld. Aanleiding daarvoor was het grote aantal gemotoriseerde verkeersbewegingen in verband met de bedrijvigheid op de terpen... Belevingswaarde De belevingswaarde van het plangebied hangt met twee zaken samen: toegankelijkheid en zichtbaarheid. De molen in de Marspolder en de kerktoren van Rhenen zijn markante objecten die van verre zichtbaar zijn. Dit zijn objecten waarbij met de inrichting van de routes rekening gehouden is. Ook het uitzicht vanaf de hoeken en bochten in de dijken en kaden zijn meegenomen in het ontwerp. 0 januari 0 versie a

12 NR-DOC-087-a. Randvoorwaarden en uitgangspunten.. Doelstellingen Te allen tijde tijdens het beheer moet worden voldaan aan de doelstellingen op het gebied van hoogwaterveiligheid, natuur en ruimtelijke kwaliteit. De streefbeelden moeten in stand gehouden worden. De belangrijkste doelstellingen zijn: Het project Uiterwaardvergraving De Tollewaard dient de maatgevende hoogwaterstand te verlagen met 7,0 cm op de bij km 90,7 9,7. De ruimtelijke kwaliteit van het projectgebied dient verbeterd te worden. De landschappelijke, ecologische, aardkundige en cultuurhistorische waarden dienen behouden en/of ontwikkeld te worden. De beoogde natuurdoeltypen zijn opgenomen in bijlage. De uitvoering van beheer en onderhoud moet plaatsvinden binnen de kaders die gesteld worden door het vigerende projectplan en vergunningen. Het beheerplan is zo opgesteld dat hier aan voldaan wordt. Het beheerplan (inclusief interventiekaart) is daarmee tevens een toetsinstrument, op basis waarvan een schouw uitgevoerd kan worden. De totale beheerruimte voor De Tollewaard is 0,7 cm. Dit is verwerkt in de interventiekaart. Dit betekent dat bij het beheer en onderhoud van de Tollewaard, de vegetatie niet mag verruigen ten opzichte van de interventiekaart. Mocht toch verruiging ontstaan, dan kan niet meer aan de werktaakstelling voor de Tollewaard en mogelijk ook niet aan de werktaakstelling van de bovenstroomse gebieden (Middelwaard en Doorwerthse waarden) voldaan worden. De beheerruimte is daarmee beperkt en dient nauwkeurig gemonitord te worden door de beheerder. Bij het beheer en onderhoud van kunstwerken dient tevens voldaan te worden aan de wettelijke eisen (bijv. Bbi melding, Wtr melding etc.)... Regulier beheer en aanvullend beheer vanuit hoogwaterveiligheid Bij het beheer van de uiterwaarden wordt een onderscheid gemaakt tussen regulier beheer, zoals dat wordt uitgevoerd om aan de natuurdoelstellingen, de instandhouding van kunstwerken, cultuurelementen en terreinmeubilair en aan wetgeving te voldoen. Daarnaast wordt ook aanvullend beheer toegepast om aan de eisen voor waterstanddaling uit het Programma Ruimte voor de Rivier te voldoen. Als basis voor het aanvullend beheer wordt de interventiekaart gebruikt (zie figuur.3), die aangeeft op welk moment tijdens het beheer ingegrepen moet worden om de hoogwaterveiligheid te waarborgen. In de beschrijving van het beheer per beheereenheid wordt onderscheid gemaakt tussen regulier en aanvullend beheer...3 Sedimentbeheer Voor het beheer van het sediment is het belangrijkste doel om te blijven voldoen aan de beoogde waterstanddaling (zie paragraaf..) en om de streefbeelden te handhaven. Als gevolg van de stroming in de rivier bij hoogwater kan zowel sedimentatie als erosie optreden. Er zijn morfologische modelberekeningen uitgevoerd voor de volgende scenario s: Debiet Bovenrijn bij Lobith (m3/s) Herhalingsfrequentie 4000 ± 0 dagen per jaar 000 /jr 0000 /0 jr 0000 (maatgevend hoogwater) /50 jr Uit de modelberekeningen (zie ontwerpnota Definitief Ontwerp, NR-RAP-07-d) blijkt dat het niveau van sedimentatie in het deelgebied verwaarloosbaar is. De vaargeul van de rivier valt niet binnen dit beheerplan. De in het gebied aanwezige kleiige grond welke vrijkomt bij de werkzaamheden wordt in de toekomstige situatie wederom toegepast als deklaag. Deze deklaag met grasbekleding wordt net als in de huidige situatie geacht voldoende erosiebestendig te zijn. Wel kunnen specifieke plekken gevoeliger zijn voor sedimentatie of erosie, vanwege stromingspatronen van de rivier. Per beheereenheid wordt vermeld wat de aandachtspunten met betrekking tot sedimentbeheer zijn. Ook is per eenheid vermeld welk sedimentbeheer vanuit de Keur of vanuit de dekking van leidingen nodig is. 0 januari 0 versie a

13 NR-DOC-087-a Bij De Tollewaard is erosie mogelijk in de uiterwaard. Bij de brugpijler is bodembescherming voorzien om erosie te voorkomen. Aandachtspunten in het beheer zijn het monitoren van de geul en de oostelijke ingang inclusief de toegangsweg richting de oostelijke terp na hoogwater...4 Beheerkosten De beheerkosten kunnen op twee manieren onderverdeeld worden. Enerzijds is er een scheiding aan geldstromen tussen het regulier beheer en het aanvullend beheer vanuit het Ruimte voor de Rivier programma. Voor het onderscheid tussen regulier en aanvullend beheer, zie paragraaf... Daarnaast kan ook onderscheid gemaakt worden tussen het beheer van de vegetatie en het beheer van het sediment in het gebied. De beschrijving per beheereenheid is daarom onderverdeeld naar vegetatie- en sedimentbeheer...5 Wet- en regelgeving Natuur In 0 is de flora en fauna in het gebied voor de start van de werkzaamheden geïnventariseerd. Uit deze inventarisatie blijkt dat in het plangebied een aantal streng beschermde soorten voor komen. Voor deze soorten is het plangebied na de inrichting geschikter geworden als leefgebied. Tijdens de werkzaamheden zijn maatregelen genomen om negatieve effecten te voorkomen of mitigeren. Het beheer dient uitgevoerd te worden conform een goedgekeurde gedragscode. Bijzondere aandacht is vereist voor de watergangen. Hierin komen beschermde vissen en de poelkikker voor. Werkzaamheden aan watergangen in de Tollewaard dienen onder voorwaarden plaats te vinden (niet werken bij watertemp. < 5 o C, te dempen watergangen eerst leegvissen en dieren overzetten in nieuwe watergangen). Ontheffing is niet nodig wanneer gewerkt wordt volgens een nader op te stellen werkprotocol. Eventueel kan een positieve afwijzing worden aangevraagd, dit is niet verplicht. Soort Kwalificatie Mitigatie/ontheffing Maatregelen Zwanebloem Tabel Nee Gewone dotterbloem Tabel Nee Grote kaardenbol Tabel Nee Oeverzwaluw N.v.t. Ja Werken buiten broedseizoen rond nestplaats, aanleg nieuwe nestmogelijkheden Steenuil N.v.t. Mogelijk, navragen bij onderzoekers Rosse woelmuis Tabel Nee Bosmuis Tabel Nee Bosspitsmuis Tabel Nee Dwergspitsmuis Tabel Nee Haas Tabel Nee Konijn Tabel Nee Ree Tabel Nee Kleine watersalamander Tabel Nee Bastaardkikker Tabel Nee Bruine kikker Tabel Nee Groene kikker spec. Tabel Nee Gewone pad Tabel Nee Poelkikker Tabel 3 Ja Werken buiten kwetsbare periodes, wegvangen en verplaatsen Bittervoorn Tabel 3 Ja Werken buiten kwetsbare periodes, wegvangen en verplaatsen 3 0 januari 0 versie a

14 NR-DOC-087-a Kleine modderkruiper Tabel Ja Werken buiten kwetsbare periodes, wegvangen en verplaatsen Rivierdonderpad Tabel Nee, geen aantasting Gewone dwergvleermuis Tabel 3 Nee, geen aantasting Laatvlieger Tabel 3 Nee, geen aantasting Meervleermuis Tabel 3 Nee, geen aantasting Watervleermuis Tabel 3 Nee, geen aantasting Rosse vleermuis Tabel 3 Nee, geen aantasting Tabel : Voorkomen beschermde soorten in deelgebied De Tollewaard Het gehele deelgebied De Tollewaard maakt onderdeel uit van het ontwerp Natura000-gebied Uiterwaarden Neder-Rijn. Ter hoogte van De Tollewaard is dit een Vogelrichtlijngebied. Dit beheer- en onderhoudsplan zal gebruikt worden als input voor het nog op te stellen beheerplan voor dit Natura000-gebied. Figuur. Ligging Ontwerp Natura000-gebied 'Uiterwaarden Neder-Rijn'.3 Interventiewaarden methode.3. Methode Om invulling te geven aan de eisen vanuit hoogwaterveiligheid is gekozen om gebruik te maken van de interventiewaarden-methode, zoals beschreven in de notities Methodiek interventie-waarden (Rademakers, 0) en Optimalisatie tabel interventiewaarden Beheerplan Deventer (Rademakers, 00) In deze artikelen is de gehanteerde methode uiteengezet die is toegepast in het beheer- en onderhoudsplan van het Ruimte voor de Rivier project Deventer. Deze beschrijving had tevens tot doel om als leidraad te dienen voor andere beheerplannen. De interventiewaarden-methode is gebaseerd op de hydraulische ruwheid van de vegetatie. De ruwheid is een maat voor de mate waarin de vegetatie de doorstroming van de rivier zal belemmeren. Zo zal een dichte heg een grotere opstuwing geven dan een open grasland. Bij het opstellen van de inrichtingskaart 4 0 januari 0 versie a

15 NR-DOC-087-a is de ruwheid gebruikt om de inrichting zo af te stemmen dat de benodigde waterstanddaling gehaald wordt. De interventiewaarden-methode wordt gebruikt om de speelruimte te bepalen die de beheerder heeft om de vegetatie in het gebied te beheren cq. onderhouden. De interventiekaart beschrijft dus de randvoorwaarden waarbinnen het beheer moet worden gevoerd. De methode is gebaseerd op twee kaarten: enerzijds deinrichtingskaart die aangeeft hoe de vegetatie er na de inrichting naar verwachting uit komt te zien. Daarnaast een interventiekaart, die aangeeft wat de maximaal toelaatbare ruwheid (in de vorm van vegetatiestructuurtypen) is, waarbij de beoogde waterstanddaling nog gerealiseerd kan worden. Het verschil tussen beide kaarten geeft de speelruimte aan die de beheerder heeft om af te wijken van de inrichtingskaart, zonder dat de hoogwaterveiligheid in het geding komt. De op de interventiekaart aangeduide interventiewaarden vormen daarbij ook het uitgangspunt voor de rivierkundige toetsingen en vergunningverlening (Waterwet). Als voorbeeld: op een grasland dat extensief begraasd wordt, kan een ontwikkeling van struweel plaatsvinden, wat vanuit ecologisch oogpunt waardevol is. Als dit gebied op de interventiekaart is aangegeven met het type productiegrasland betekent dit dat het vanuit hoogwaterveiligheid nodig is om het struweel toch weg te halen; het grasland moet dan voor de winter worden gemaaid tot maximaal cm hoog. Als het gebied op de interventiekaart echter is aangeduid als zachthoutooibos betekent dit dat een ontwikkeling van het grasland tot maximaal bos toegestaan is vanuit hoogwaterveiligheid. In dit geval kan de beheerder het struweel laten staan. In delen van het gebied die vanuit hoogwaterbescherming minder van belang zijn, kan het verschil tussen inrichtingskaart en interventiekaart groot zijn. Zo wordt een grasland (inrichtingskaart) op een overstromingsvrij gebied op de interventiekaart als zachthoutooibos aangegeven, de hoogste ruwheidsklasse, zodat er maximale speelruimte voor de beheerder is. In een deel van het gebied waar de grootte van de doorstroomcapaciteit kritiek is voor het realiseren van de beoogde waterstanddaling, zal de interventiekaart niet of nauwelijks afwijken van de vegetatie van deinrichtingskaart. De beheerder heeft hier (bijna) geen ruimte om af te wijken van deinrichtingskaart en er kunnen daardoor zelfs aanvullende eisen aan het beheer opgelegd worden, zoals in bovenstaand voorbeeld. Waar het regulier landgebruik niet of niet altijd garant kan staan voor het handhaven van de vegetatie op de interventiekaart zal periodiek aanvullend beheer (interventies) onvermijdelijk zijn. De vegetatie is onderverdeeld in een beperkt aantal klassen; vegetatie-eenheden. De tabel in bijlage 5 toont de vegetatie-eenheden, zoals die bij de 4 maatregelen van belang zijn bij de uitwerking. Aan elke eenheid is een gemiddelde ruwheidswaarde van de vegetatie toegekend, gebaseerd op hydraulische studies die zijn beschreven in het Handboek stromingsweerstand in uiterwaarden (RIZA, 003). Elke vegetatie-eenheid omvat verschillende typen uit dit handboek en de ruwheid van de vegetatie-eenheid is gebaseerd op het type met de hoogste ruwheidswaarde. De R-code en K-waarde die hiermee overeenkomen zijn ook aangegeven. Van elke eenheid is vervolgens een ecologische omschrijving gegeven van hoe de vegetatie er waarschijnlijk uit komt te zien, gebaseerd op de condities in het gebied. Bij kritische ontwikkeling weerstandbepalende eigenschappen is aangegeven welke ontwikkeling van de vegetatie binnen deze eenheid de hoogwaterveiligheid in gevaar kan brengen; wat het risico is. Het optreden van een dergelijke kritische ontwikkeling betekent dus dat er ingegrepen moet worden. De interventiewaarde tenslotte geeft aan wat de maximaal toelaatbare vegetatiedichtheid is voor de klasse en welke maatregelen genomen moeten worden om te zorgen dat deze waarde niet overschreden wordt. Voor de 4 Maatregelen zijn de interventiekaarten opgesteld op basis van de hydraulische rivierkundige toetsing. In deze toetsing is onderzocht in hoeverre de ruwheid kan toenemen binnen de te realiseren waterstanddaling (werktaakstelling). In een eerste fase is de inrichtingskaart doorgerekend. Vervolgens is een hogere ruwheid ingevoerd voor alle gebieden, waar dit zonder rivierkundige consequenties mogelijk is (en dit binnen de inrichtings- en beheerkeuzes past). Zo zijn bijvoorbeeld alle terreindelen die niet onder water komen te staan bij hoogwater (dit zijn niet noodzakelijkerwijs terreinen waar een hoogwatervrije vergunning op rust) opgenomen als het type met de hoogste vegetatiedichtheid; zachthoutooibos, omdat de doorstroming hier niet belemmerd kan worden. 5 0 januari 0 versie a

16 NR-DOC-087-a.3. Toepassing deelgebied De Tollewaard De inrichtingskaart en de interventiekaart voor dit beheerplan zijn enigszins aangepast ten opzichte van de kaarten die in de hydraulische onderbouwing van het definitief Ontwerp zijn gebruikt. Op de kaarten in dit beheerplan zijn alleen die gebieden aangegeven, waarvoor in dit plan ook daadwerkelijk het beheer beschreven wordt. Ook op enkele andere punten wijken de kaarten af van de hydraulische onderbouwing, maar de afwijkingen zijn altijd hydraulisch gunstig. De terpen zijn in dit beheerplan niet meegenomen en zijn daarom ook niet opgenomen op de inrichtingskaart en interventiekaart. Net voor het gemaal De Bonte Morgen is de leggergang op de interventiekaart aangepast naar structuurtype plassen in plaats van ooibos, omdat de leggerwatergang niet dicht mag groeien. Figuur.: Inrichtingskaart De Tollewaard (zie ook bijlage 3) 0 januari 0 versie a

17 NR-DOC-087-a Figuur.3Interventiekaart De Tollewaard (zie ook bijlage ).3.3 Beheerruimte De werktaakstelling van de Tollewaard is 7,0 cm. Een deel van de werktaakstelling van de Tollewaard wordt gerealiseerd door extra waterstanddaling te bereiken in de maatregel Elst (overruimte). Dit werkt ook bovenstrooms door. Op basis van hydraulische berekeningen is bepaald dat door een inrichting volgens de inrichtingskaart in de Tollewaard in combinatie met de maatregel Elst, een waterstanddaling van 7,39 cm in de Tollewaard gerealiseerd wordt. Er wordt dus 0,39 cm extra waterstanddaling gerealiseerd ten opzichte van de taakstelling. Eventuele aanpassingen in Elst zullen derhalve ook getoetst worden op hun effect op de Tollewaard. Een vegetatie die overeenkomt met de interventiekaart, levert een waterstanddaling van 7, cm op. Naast de 0,7 cm die is verwerkt in de interventiekaart, is dus nog 0, cm beheerruimte beschikbaar. Deze overruimte is echter niet los te zien van de overruimte in de naastgelegen gebieden. Als in één van de gebieden de overruimte benut wordt als beheerruimte, dan levert dat een verkleining op van de overruimte in het andere gebied. Er is voor gekozen de overruimte in de Doorwerthse waarden in te zetten, omdat daar geen beheerruimte is vanuit de inrichting van de Doorwerthse waarden. De overruimte ter plaatse van de Tollewaard kan daarmee niet ingezet worden voor het beheer. De totale beheerruimte voor De Tollewaard is daarmee dus 0,7 cm. Dit is verwerkt in de interventiekaart. Dit betekent dat bij het beheer en onderhoud van de Tollewaard, de vegetatie niet mag verruigen ten opzichte van de interventiekaart. Mocht toch verruiging ontstaan, dan kan niet meer aan de werktaakstelling voor de Tollewaard en mogelijk ook niet aan de werktaakstelling van de bovenstroomse gebieden (Middelwaard en Doorwerthse waarden) voldaan worden. De beheerruimte is daarmee beperkt en dient nauwkeurig gemonitord te worden door de beheerder. Het beheerplan (inclusief de interventiekaart) zal gebruikt worden voor toetsing van het behalen van de taakstelling. 7 0 januari 0 versie a

18 NR-DOC-087-a 3 Beheer en onderhoud 3. Algemeen De laaggelegen weide, de oude zomerkade, de flanken van de terpen en de rivieroever worden extensief begraasd door grootvee tijdens het groeiseizoen. Voor het gehele gebied kan één kudde gebruikt worden. In het winterseizoen wordt indien nodig gemaaid. volgt het beleid dat de kudde gescheiden gehouden wordt van mensen. Daarom is het wandel-/fietspad afgerasterd. Beheerseenheden die niet begraasd worden, zijn uitgerasterd. De oevers van de klinkwetering en omgeving worden begraasd door schapen, met eventueel aanvullend maaibeheer. De leggerwatergang is opgenomen in de legger Wateren van Waterschap Rivierenland. Het beheer en onderhoud wordt conform de Keur uitgevoerd. Jaarlijks na hoogwater wordt het gehele gebied geschouwd op erosie en indien nodig hersteld. Tijdens deze ronde wordt door de beheerder ook zwerfvuil, dat is ingespoeld, verwijderd. In bijlage 7 is een kaart opgenomen met de te onderscheiden beheereenheden. In bijlage 8 zijn de belanghebbende partijen per beheereenheid opgenomen. 3. Laaggelegen weide 3.. Algemeen De laaggelegen weide ligt tussen de primaire waterkering en de rivieroever en bestaat voornamelijk uit grasland. Ten westen van de oostelijke terp ligt een glooiing met daarop stroomdalgrasland. In de laaggelegen weide zijn ook delen van de voormalige zomerkade opgenomen; ten westen van de leggerwatergang en ten westen van de westelijke terp ligt een deel verlaagde kade, tussen de terpen ligt nu een verbindingsweg op de voormalige zomerkade. In de laaggelegen weide is daarnaast een vogeleiland aangelegd, met daarop verschillende voorzieningen voor fauna. In de laaggelegen weide liggen daarnaast een aantal andere beheerseenheden die in aparte paragrafen worden beschreven, namelijk ooibos, twee terpen (maken geen onderdeel uit van dit beheerplan), waterpartijen en natuurvriendelijke oevers, klinkwetering en omgeving, leggerwatergang, de brug en wegen en paden. In het ontwerp vormen de laaggelegen weide en de bestaande waterpartijen één object. Voor het beheerplan zijn de bestaande waterpartijen samengevoegd met de nieuw aangelegde waterpartijen in één beheereenheid en zijn beschreven in paragraaf 3.5. In deze paragraaf wordt alleen het beheer van de laaggelegen weide beschreven. Door de laaggelegen weide liggen verschillende leidingtracés (zie bijlage, Definitief Ontwerp). Er liggen gasleidingen naar de oostelijke terp en vanuit het oostelijk deel dwars door de weide naar de westelijke terp (takt aan ten oosten van het landhoofd). Ook ligt er een effluentleiding van Waterschap Rivierenland in het oostelijk deel van de weide naar de oostelijke terp. Naar de oostelijke terp liggen tevens twee kabels- en leidingensleuven en aan de westzijde van de brug loopt naar de westelijke terp ook een kabels- en leidingensleuf. Bij de aanleg is rekening gehouden met de eisen van de betreffende nutsbedrijven. Het beheer en onderhoud van kabels en leidingen ligt bij de leidingeigenaar en maakt geen onderdeel uit van dit beheerplan. Onderdeel Eigendom Beheer Onderhoud Laaggelegen weide Stichting Het Geldersch Stichting Het Geldersch 3.. Streefbeeld Om de doorstroming van het rivierwater bij overstroming van de uiterwaard te vergemakkelijken, is de verhoging in het maaiveld ten zuiden van de oostelijke terp verwijderd. Het maaiveld is er afgegraven tot,40m+nap. Om de doorstroming te verbeteren, zijn ter hoogte van de in de laaggelegen weide aanwezige waterplassen - enkele boomgroepen verwijderd. 8 0 januari 0 versie a

19 NR-DOC-087-a Ten westen van de waterplas die nabij de westelijke terp ligt, is daarna het maaiveld opgehoogd naar de omliggende maaiveldhoogte. De boomgroep is daar namelijk ontstaan, doordat de ondergrond te drassig was om te onderhouden, waardoor de begroeiing in het verleden vrij spel heeft gehad. (zware) begroeiing op deze plaats is echter onwenselijk. Op de oever van deze waterplas is een steilwand gecreëerd met behulp van de wortelkluiten van te verwijderen bomen. De wortelkluit van een aantal te verwijderen bomen is intact gehouden, door de stobben 'omver te duwen', waardoor de kleiige grond in de wortelkluit achtergebleven is. Deze stobben zijn naast elkaar -met de wortels gericht naar het water- op een steil gedeelte van de oever geplaatst. Indien nodig is er aangevuld met kleiige grond. Door het graven van een brede watergang aan de noord en westzijde van de waterplas nabij de westelijke terp aansluitend op de waterplas wordt een stuk van de laaggelegen weide geïsoleerd waardoor een eiland ontstaat. Dit eiland heeft als doel om een ongestoorde broedplaats voor vogels te maken waar de Vos niet kan komen. Het beheer wordt erop gericht dat er op dit eiland geen opgaande beplanting (bomen) komt. De watergang krijgt een breedte van 5-0m en een diepte van,0m zodat het eiland praktisch onbereikbaar wordt voor ongewenste fauna (vossen). Het eiland is voor beheer alleen toegankelijk met een bootje. Bestaande waterpartijen, sloten en greppels zijn gehandhaafd. De bestaande zomerkade die gelegen is binnen de grenzen van de laaggelegen weide is afgegraven tot de hoogte van het omliggende maaiveld. In het overige gedeelte van de laaggelegen weide heeft alleen grondbewerking plaatsgevonden om het gewenste reliëf te verkrijgen Vegetatiebeheer De laaggelegen weide bestaat uit de natuurdoeltypen nat, matig voedselrijk grasland/ zilverschoongrasland (NDT 3.3a), droogvallend water en pioniermoeras (NDT 3.4a) en Grote zeggenmoeras (NDT 3.4 e). De glooiing tegen de oostelijke terp bestaat uit natuurdoeltype bloemrijk grasland van het rivierengebied, glanshaver- en vossenstaarthooilanden (NDT 3.39a). Zilverschoongrasland en stroomdalgrasland worden (al dan niet jaarrond) extensief beweid (max. grootvee-eenheid per hectare) met periodiek (x in de 3 jaar) een maaibeurt. Maaisel wordt afgevoerd. Voor het beheer van het droogvallend water en pioniermoeras en grote zeggenmoeras is nietsdoen in veel gevallen voldoende. Bij droogvallend water en pioniermoeras kan ook extensieve begrazing toegepast worden. Bij het grote zeggenmoeras moet op den duur een twee- tot vierjaarlijkse herfstmaaibeurt worden toegepast om de opslag van houtige soorten te voorkomen. In dit beheerplan wordt voorgesteld om de laaggelegen weide inclusief glooiing tegen oostelijke terp extensief te beweiden, met periodiek (x per 3 jaar) een maaibeurt, waarbij het maaisel wordt afgevoerd. Voor de start van het hoogwaterseizoen (5 oktober) kan het nodig zijn om aanvullend te maaien vanuit hoogwaterveiligheid. Het vogeleiland vormt een uitzondering, er is geen toegang voor vee. Het eiland wordt (handmatig) gemaaid. Ook wordt ongeveer drie keer per jaar geïnspecteerd op sporen van vossen. Vanuit hoogwaterveiligheid is het grootste deel van de laaggelegen weide op de interventiekaart aangegeven als structuurtype natuurlijk grasland. Ook een deel van het vogeleiland is opgenomen als natuurlijk grasland. Dit betekent dat het een structuurrijk grasland moet zijn dat in het hoogwaterseizoen gemiddeld lager is dan 0 cm en vrij van houtige gewassen. Daarom moet jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen op 5 oktober gemaaid worden, tenzij de gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 0 cm is EN 95% van alle gras- en ruigtevegetaties korter is dan 0 cm. Een deel van de weide langs de winterkering, de taluds van de brug en de voormalige kade tussen de terpen zijn opgenomen als productiegrasland. Dit betekent dat gedurende het hoogwaterseizoen een gesloten grasland moet vormen dat vlaksgewijs lager is dan cm en vrij van houtige gewassen. Daarom moet jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen op 5 oktober gemaaid worden, tenzij de gehele vegetatie al korter is dan cm. 9 0 januari 0 versie a

20 NR-DOC-087-a Delen van de weide langs de westelijke waterpartij zijn opgenomen als riet en delen als open ruigte. Voor beide structuurtypen geldt dat het een structuurrijke kruidachtige vegetatie moet zijn, zonder houtige en/of verhoutende gewassen. Daarom moeten jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen (5 oktober) de delen waar Riet, Rietgras en Lisdodde in dichte gesloten vegetaties staan, gemaaid worden. Ook de opslag van houtige gewassen hoger dan 50 cm (kniehoogte) moet verwijderd worden. Een deel van het vogeleiland is opgenomen als structuurtype zegge. Dit betekent dat het een structuurrijke kruidachtige vegetatie moet zijn, zonder houtige en/of verhoutende gewassen. Daarom moeten jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen (5 oktober) de delen waar Riet, Rietgras en Lisdodde in dichte gesloten vegetaties staan, gemaaid worden. Ook de opslag van houtige gewassen hoger dan 50 cm (kniehoogte) moet verwijderd worden. Daarnaast liggen in de laaggelegen weide op verschillende plekken rijen bomen. Deze bomen moeten eens per 3 jaar gesnoeid worden. De bomen zijn aangeduid als laanbeplanting op de interventiekaart. Dit betekent dat het een open bomenopstand moet zijn zonder ondergroei, met daaronder een structuurrijke grazige vegetatie. Daarom moeten de stammen van bomen vrijgemaakt worden van e orde zijtakken onder het maximaal hoogwaterpeil ter plaatse. In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het vegetatiebeheer van deze beheereenheid: Onderdeel Regulier beheer Aanvullend beheer Laaggelegen weide (incl. wegen en paden) Extensieve begrazing door grootvee; zonodig incidenteel aanvullend maaien Type productiegrasland: jaarlijks voor 5 oktober maaien, tenzij vegetatie reeds over gehele oppervlakte korter is dan cm Type natuurlijk grasland: jaarlijks voor 5 oktober maaien, tenzij de gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 0 cm is EN 95% vegetatie reeds korter is dan 0 cm Type riet: jaarlijks voor 5 oktober delen met dichte gesloten vegetaties van Riet, Rietgras en Lisdodde maaien; opslag van houtige gewassen hoger dan 50 cm verwijderen Vogeleiland Bomenrijen Handmatig maaien; periodiek inspecteren op sporen van vossen (3x per jaar) Eens in de 3 jaar snoeien Type open ruigte: jaarlijks voor 5 oktober delen met dichte gesloten vegetaties van Riet, Rietgras en Lisdodde maaien; opslag van houtige gewassen hoger dan 50 cm verwijderen Type natuurlijk grasland: jaarlijks voor 5 oktober maaien, tenzij de gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 0 cm is EN 95% vegetatie reeds korter is dan 0 cm Type zegge: jaarlijks voor 5 oktober delen met dichte gesloten vegetaties van Riet, Rietgras en Lisdodde maaien; opslag van houtige gewassen hoger dan 50 cm verwijderen Type laanbeplanting: jaarlijks voor 5 oktober e orde zijtakken onder het max. hoogwaterpeil ter plekke verwijderen 0 0 januari 0 versie a

21 NR-DOC-087-a 3..4 Beheer overige elementen Op het vogeleiland zijn verschillende voorzieningen opgenomen om de fauna te stimuleren. Het gaat om een steilwand die eventueel geschikt is voor oeverzwaluwen en een ijsvogelwand, die bestaat uit stobben van bomen, met klei in de wortels. Onderdeel Regulier beheer Aanvullend beheer Oeverzwaluwwand Aanvullen na afkalving door hoogwater n.v.t. IJsvogelstobben Geen beheer nodig n.v.t Sedimentbeheer Waterstanden behorende bij een afvoer van 0000 m3/s bij Lobith of hoger geven stroomsnelheden tot m/s bij de oostelijke ingang van de uiterwaard tussen de oostelijke terp en de marsdijk. De stroomsnelheid neemt daarna af bij het verbreden van de uiterwaard. Bij de brug wordt het water tussen de brugpijlers gestuwd, waardoor stroomsnelheden toenemen tot lokaal tot,3 m/s bij maatgevende afvoer (000 m3/s). Bij maatgevend hoogwater komen over de gehele lengte van de uiterwaard stroomsnelheden voor tot m/s en aan de oostelijke ingang van de uiterwaard tot,4 m/s zodat erosie van onbeschermde ondergrond kan optreden. Uit de verschilanalyse met de referentiesituatie blijken deze stroomsnelheden ook in de situatie voor realisatie voor te komen en slechts lokaal hoger te zijn. Door het terugbrengen van de oude bovenlaag en het aanbrengen van een grasbedekking is de bescherming van de bodem identiek als in de referentiesituatie. De stroomsnelheid is bij maatgevend hoogwater (000 m3/s) meer dan m/s bij het inlopen van de uiterwaard over de voormalige zomerkade tussen de twee terpen heen. Bij maatgevende afvoer is grasbekleding alleen mogelijk niet voldoende om erosie te voorkomen. Omdat uit de hydraulische analyse blijkt dat geen relevante sedimentatie zal optreden is voor de laaggelegen weide geen sedimentbeheer nodig. De eerste jaren na aanleg moet de erosie wel gemonitord worden. Dit geldt tevens voor het profiel van de leggerwatergang (zie paragraaf 3.5). Ter hoogte van de oostelijke terp lopen de stroomsnelheden nabij de teen van de marsdijk op tot m/s bij maatgevend hoog water (000 m3/s bij Lobith). De normale dijkbekleding van klei met grasdek is hiervoor afdoende. 3.3 Ooibos 3.3. Algemeen Aan de oostzijde van de westelijke terp (in de stromingsluwte) ligt ooibos. Het bos omzoomt gedeeltelijk de brug tussen de twee terpen. Het ooibos bestaat uit zowel hardhoutooibos als zachthoutooibos. In het ooibos zijn zandige plekken aangelegd op zonnige hellingen, die een geschikt habitat vormen voor o.a. slangen. Ook zijn een aantal stobben van gerooide bomen verwerkt in een stobbenwal, die een geschikt habitat vormt voor kleine zoogdieren. Ten zuiden van de westelijke terp aan de westelijke oever van de grote waterpartij wordt een bestaand bosje gehandhaafd. Onderdeel Eigendom Beheer Onderhoud Ooibos 3.3. Streefbeeld Op uitdrukkelijk verzoek van omwonenden is het ooibos, dat in de vraagspecificatie gepland was tegen de oostelijke terp, vervallen. In de oksel van de westelijke terp en de voormalige kade ligt een ooibos, waardoor het zich in de stromingsluwte van de rivier bevindt. Het ooibos is opgehoogd, waardoor er verschillende overstromingsfrequenties ontstaan in het ooibos. Daarbij is het volledige maaiveld onder helling gelegd, dus zonder onderbreking met vlakke stukken. De helling is opgespannen tussen de hoogte van de terp en de zomerkade, en de hoogte van de laaggelegen weide. Op het hoogste gedeelte van het ooibos staan eiken, iepen en essen, waardoor op dit gedeelte een hardhoutooibos ontstaat. 0 januari 0 versie a

22 NR-DOC-087-a Op het lagere gedeelte is alleen de rand van het ooibos aangeplant, met bosplantsoen. Op het overige gedeelte kan zich door regelmatige overstroming zachthoutooibos ontwikkelen. Uitgangspunt hierbij is dat ooibos ontstaat op die plaatsen, die eens in de tien jaar of vaker inunderen met rivierwater. Er is zodanig ingeplant, dat het aandeel hardhoutooibos tussen de 33% en de 50% ligt. Het bos vormt een aaneengesloten bosstructuur. De bosrand (mantel) bestaat uit de soorten meidoorn (Crataegus monogyna), sleedoorn (Prunus spinosa), wegedoorn (Rhamnus cathartica), kardinaalsmuts (Euonymus europaeus) en inheemse vogelkers (Prunus padus). In het ooibos is op enkele plaatsen meer zandige grond aan de oppervlakte aangebracht, ten behoeve van in de omgeving voorkomende fauna Vegetatiebeheer Het ooibos in de stromingsluwte van de terp bestaat uit de natuurdoeltypen zachthoutooibos (NDT 3.), bos van vochtige voedselrijke gronden (NDT 3.) en mantel rivierengebied (NDT 3.53). Vanuit deze natuurdoeltypen is geen beheer vereist. Het ooibos moet de eerste jaren na aanplant wel uitgerasterd worden om het de eerste jaren na aanplant te beschermen tegen vraat door grote grazers. Het moment van verwijderen van de rasters is ter beoordeling van de beheerder. Na verloop van tijd wordt door de beheerder geïnspecteerd of er voldoende zandige plekken zijn ontstaan. Indien nodig worden aanvullende maatregelen genomen. Vanuit hoogwaterveiligheid is het ooibos (incl. zanderige plekken) op de interventiekaart aangeduid als structuurtype ooibos. Dit betekent dat het een gesloten bos mag zijn, met struiklaag en kruidenrijke ondergroei. Er hoeven geen aanvullende beheermaatregelen genomen te worden. In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het vegetatiebeheer van deze beheereenheid: Onderdeel Regulier beheer Aanvullend beheer Ooibos Alleen eerste jaren na aanplant beschermen tegen vraat Type ooibos: Geen door grote grazers; daarna geen beheer vereist maatregelen nodig Zandige plekken Inspectie door beheerder en indien nodig herstelmaatregelen Type ooibos: Geen maatregelen nodig 3.4 Rivieroever 3.4. Algemeen De rivieroever wordt begrensd door de rivier aan één zijde en de laaggelegen weide en de terpen aan de andere zijde. De kribben maken geen onderdeel uit van dit beheerplan, de grens ligt bij de wortel van de krib. Op sommige plekken is rond de kribvoet klei aangebracht, om te beschermen tegen achterloopsheid van de kribben. De rivieroevers zijn ingericht als natuurvriendelijke oevers. Vanuit het programma Stroomlijn zijn reeds in 0 erfpacht- en samenwerkingsovereenkomsten gesloten tussen Rijkswaterstaat en de verschillende natuurbeherende organisaties, voor deelgebied De Tollewaard betreft dit de Stichting Het Geldersch. Afgesproken is dat het voor een periode van 30 jaar erfpachter wordt van de natuurvriendelijke rivieroever. De samenwerkingsovereenkomst is de voorloper van de beheerovereenkomst. De beheerovereenkomst wordt naar verwachting begin 0 gesloten. Het beheer en onderhoud van de kribben wordt uitgevoerd door Rijkswaterstaat en maakt geen onderdeel uit van dit beheerplan. Onderdeel Eigendom Erfpacht 30 jaar Beheer Onderhoud Rivieroever Rijkswaterstaat Oost- Nederland Stichting Het Geldersch Stichting Het Geldersch Rijkswaterstaat Oost- Nederland 0 januari 0 versie a

23 NR-DOC-087-a 3.4. Streefbeeld Bij het afgegraven op de oevers om een beter ruimtelijk beeld te verkrijgen, is de aanwezige kleilaag snel weg gegraven en kwam het losse zand direct achter de krib aan de oppervlakte. Dit zou mogelijk kunnen eroderen, waardoor de kribben achterloops zouden kunnen worden. Dit betrof een deel van de kribvakken aan de oost- en westzijde en tussen de beide steenfabrieksterpen. Om erosie van het zand tegen te gaan is het zand weer met klei afgedekt. Rond de wortel van de krib is een breedte van m gehandhaafd, of als de hoogte van het maaiveld ver boven de hoogte van de krib uitstak is m horizontaal afgegraven en voorzien van 0,5m klei, waarna onder een helling van :0 op de afgegraven oever is aangesloten. Ook deze :0 helling is van 0,5m klei/bovengrond voorzien. Vanaf de teen van de kade is naar de oever onder een variabele helling afgegraven, totdat aan de oever een peil van NAP + m is bereikt. Dit is gelijk aan het voorheen aanwezige maaiveldniveau en het stuwpeil op dit riviervak. Aan die oever is na de ontgraving geen klei meer aanwezig en is sprake van een zandstrandje. Ergens op dat zandstrandje is rond het stuwpeil een steilrandje ontstaan door de golfwerking in het kribvak Vegetatiebeheer De rivieroever is ingericht als natuurdoeltype Nat, matig voedselrijk grasland (NDT 3.3), zilverschoongrasland. Om dit natuurdoeltype te beheren moet (al dan niet jaarrond) beweid worden. In dit beheerplan is uitgegaan van begrazing door grootvee (extensief, maximaal grootvee-eenheid per hectare) met periodiek (x in de 3 jaar) een maaibeurt. Vanuit hoogwaterveiligheid is de rivieroever op de interventiekaart aangegeven als structuurtype natuurlijk grasland. Dit betekent dat het een structuurrijk grasland moet zijn dat in het hoogwaterseizoen gemiddeld lager is dan 0 cm en vrij van houtige gewassen. Daarom moet jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen op 5 oktober gemaaid worden, tenzij de gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 0 cm is EN 95% van alle gras- en ruigtevegetaties korter is dan 0 cm. In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het vegetatiebeheer van deze beheereenheid: Onderdeel Regulier beheer Rivieroever Extensieve begrazing door grootvee; x in 3 jaar maaien Aanvullend beheer Type natuurlijk grasland: jaarlijks voor 5 oktober maaien, tenzij de gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 0 cm is EN 95% vegetatie reeds korter is dan 0 cm 3.5 Leggerwatergang 3.5. Algemeen Van de naar de primaire kering loopt een primaire watergang die aansluit op de Oude Rijnloop in het achterliggend gebied. Deze watergang wordt in het beheerplan aangeduid als leggerwatergang. Aan de ligt een inlaatvoorziening, De Bonte Morgen. Het beheer van deze voorziening wordt in dit beheerplan niet meegenomen. Halverwege de primaire watergang ligt een dam met duiker. Aan beide zijden van de primaire watergang ligt een obstakelvrije onderhoudsstrook van 4 m breed. Het beheer van deze strook wordt meegenomen in de laaggelegen weide. Het struinpad aan de westzijde van de leggerwatergang kan tevens gebruikt worden door de beheerder van de leggerwatergang en het gemaal. De toegang voor de beheerder is gewaarborgd door middel van poorten. Onderdeel Eigendom Beheer Onderhoud Leggerwaterga ng Waterschap Rivierenland Waterschap Rivierenland Waterschap Rivierenland 3 0 januari 0 versie a

24 NR-DOC-087-a 3.5. Streefbeeld De leggerwatergang loopt van de rivier door de laaggelegen weide en loopt via een duiker onder de primaire kering naar het binnendijks gebied, waar de watergang aansluit op de Oude Rijnloop. Via het gemaal De Bonte Morgen aan de rivierzijde kan water in het gebied ingelaten worden. De watergang is als A-watergang opgenomen in de legger van Waterschap Rivierenland en was voor realisatie reeds aanwezig. De watergang varieert in breedte en is aan twee zijden begrensd door de weide Vegetatiebeheer De leggerwatergang valt onder de legger Wateren van het Waterschap Rivierenland en de doorstroming moet gegarandeerd blijven. Daarom moet voldaan worden aan de beheereisen, zoals deze zijn opgenomen in de Keur. Bij het uitvoeren van het beheer en onderhoud van de leggerwatergang moet worden voldaan aan de wettelijke vereisten. Vanuit hoogwaterveiligheid is de leggerwatergang op de interventiekaart aangeduid als structuurtype plassen. Dit type moet in het winterhalfjaar kaal zijn en nog aanwezige vegetatieresten moeten kunnen wegspoelen bij een hoogwater. Om dit te bereiken zijn geen aanvullende beheersmaatregelen nodig. In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het vegetatiebeheer van deze beheereenheid: Onderdeel Regulier beheer Aanvullend beheer Leggerwatergang Conform Keur Waterschap Rivierenland Type plassen: geen maatregelen nodig Sedimentbeheer Vanuit de functie van A-watergang in de legger, moet voldoende doorstroming door de leggerwatergang gegarandeerd blijven. Vanwege de frequentere inundatie is een toename van sedimentatie is deze watergang mogelijk. Monitoring (eerst jaarlijks, kan later mogelijk verminderd) is nodig om het verloop van de diepte van de watergang te volgen en om zonodig tijdig maatregelen te nemen. 3. Waterpartijen en natuurvriendelijke oevers 3.. Algemeen In de laaggelegen weide liggen verschillende waterpartijen met bijbehorende oevers. Deze zijn gedeeltelijk nieuw aangelegd, deels waren zij voorheen ook aanwezig. De nieuw aangelegde waterpartijen betreffen de waterpartij net ten zuiden van het ooibos en de oost-west georiënteerde strang, die onder de brug doorloopt. De nieuwe watergangen zijn natuurvriendelijk ingericht. Ook de noordelijke oevers van de voorheen reeds aanwezig waterpartijen zijn natuurvriendelijk ingericht (zie bijlage ). Langs de waterpartijen zijn op sommige plekken bestaande bomen gehandhaafd. De natuurvriendelijke oevers langs de klinkwetering maken onderdeel uit van de beheereenheid klinkwetering en omgeving, zie paragraaf 3.7. De leggerwatergang van de naar de primaire kering in het westelijk deel van het deelgebied is apart beschreven in paragraaf 3.5. Onderdeel Eigendom Beheer Onderhoud Waterpartijen Stichting Het Geldersch Stichting Het Geldersch Stichting Het Geldersch Natuurvriendelijke oevers Stichting Het Geldersch Stichting Het Geldersch Stichting Het Geldersch 4 0 januari 0 versie a

25 NR-DOC-087-a 3.. Streefbeeld In het ontwerp zijn bestaande waterpartijen gehandhaafd, met uitzondering van een kleinere waterpartij en moerassig gebied ten zuiden van de westelijke terp. Deze zijn nu opgenomen als onderdeel van de laaggelegen weide. In het Definitief Ontwerp is de brug bij de westelijke terp gepland, waardoor de nieuwe waterpartij (geïsoleerde strang) is verplaatst in zuidelijke richting. Hierdoor kon de toegangsweg die over de brug loopt worden aangesloten op de terp, en loopt zowel de strang als de klinkwetering onder de brug door. De strang is niet aangesloten op de waterplas daar westelijk van. Ook de waterpartij net ten zuiden van het ooibos tegen de westelijke terp is nieuw aangelegd. Beide nieuwe waterpartijen hebben een hebben een bodemhoogte van 5,0 m+nap, waardoor ze een waterdiepte hebben van,0 meter. De strang heeft aan de noordzijde een natuurvriendelijke oever. Ongeveer de helft van de oever is vlak, de andere helft loopt op onder een helling. Daardoor ontstaat er een geleidelijke overgang van zegge, naar riet, naar weide. De waterpartij nabij het ooibos bij de westelijke terp heeft aan de noordzijde een natuurvriendelijke oever van 0 meter breed. De steilere delen van de taluds van de nieuwe waterpartijen liggen onder :3, met een maximale diepte van,5m. De taluds en de bodem zijn met een kleilaag van m dikte uitgerust om invloed op de kwel naar het achterland te voorkomen. Daarmee is tevens erosie van de oevers en de bodem van de watergang voorkomen Vegetatiebeheer Alle waterpartijen, met uitzondering van de strang en de nieuwe waterpartij ten zuiden van het ooibos, bestaan uit het natuurdoeltype dynamisch rivierbegeleidend water (NDT 3.). Om dit natuurdoeltype in stand te houden is in principe geen beheer nodig. Daarbij is het wel noodzakelijk dat de rivier voor voldoende dynamiek zorgt. Indien dit niet het geval is kan gekozen worden om zeer extensief te baggeren/schonen. De strang en de nieuwe waterpartij ten zuiden van het ooibos bestaan uit het natuurdoeltype geïsoleerde strang (NDT 3.7). Alle natuurvriendelijke oevers zijn aangeduid als natuurdoeltype geïsoleerde meander (NDT 3.7). Voor beide varianten van dit natuurdoeltype in stand te houden is in principe geen beheer nodig indien de rivier voor voldoende dynamiek zorgt. Indien dat niet het geval is moet eens per 5-0 jaar in het najaar geschoond worden door nat baggeren, indien er sprake is van een te ver voortgeschreden verlanding of een te dikke organische sliblaag. Dit schonen moet gefaseerd plaatsvinden in ruimte en tijd. Variatie in de frequentie in een gebied is belangrijk, omdat de doelsoorten verschillende eisen stellen aan de vegetatieontwikkeling. Daarnaast moet ook een zwak glooiende oeverlijn in stand gehouden worden met veel vormvariatie, afgewisseld met steile oeverdelen. Vertrapping door vee moet voorkomen worden. In dit beheerplan wordt uitgegaan van extensief beheer van de natuurvriendelijke oevers en drassige delen door middel van begrazing en indien nodig aanvullend maaien. De overige oevers vormen de overgang van de laaggelegen weide met natuurdoeltype nat, matig voedselrijk grasland, Zilverschoongrasland en worden tevens met de weide mee beheerd. Vanuit hoogwaterveiligheid zijn alle waterpartijen, inclusief de strang, op de interventiekaart opgenomen als structuurtype plassen. Dit type moet in het winterhalfjaar kaal zijn en nog aanwezige vegetatieresten moeten kunnen wegspoelen bij een hoogwater. Om dit te bereiken zijn geen aanvullende beheermaatregelen nodig. De natuurvriendelijke oevers zijn opgenomen als structuurtype zegge. Dit betekent dat het een structuurrijke kruidachtige vegetatie moet zijn, zonder houtige en/of verhoutende gewassen. Daarom moeten jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen (5 oktober) de delen waar Riet, Rietgras en Lisdodde in dichte gesloten vegetaties staan, gemaaid worden. Ook de opslag van houtige gewassen hoger dan 50 cm (kniehoogte) moet verwijderd worden. 5 0 januari 0 versie a

26 NR-DOC-087-a In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het vegetatiebeheer van deze beheereenheid: Onderdeel Regulier beheer Aanvullend beheer Waterpartijen, incl. strang baggeren in het najaar (x per 5-0 jaar) bij verlanding/te dikke sliblaag Type plassen: geen maatregelen nodig Natuurvriendelijke Extensieve beweiding door grootvee; indien nodig Type zegge: jaarlijks voor 5 oevers aanvullend maaien oktober delen met dichte gesloten vegetaties van Riet, Rietgras en Lisdodde maaien; opslag van houtige gewassen hoger dan 50 cm verwijderen Overige oevers Extensieve beweiding door grootvee; periodiek (x per 3 jaar) maaien Type natuurlijk grasland: jaarlijks voor 5 oktober maaien, tenzij de gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 0 cm is EN 95% vegetatie reeds korter is dan 0 cm 3.7 Klinkwetering en omgeving 3.7. Algemeen De klinkwetering en omgeving betreft de watergang Klinkwetering die evenwijdig aan de primaire kering loopt, en de strook tussen die klinkwetering en de primaire kering. In de strook tussen de klinkwetering en de kering ligt een rabattenstructuur met grasland. Het westelijk deel was al bestaand, het oostelijk deel is nieuw ingericht. De klinkwetering heeft geen waterstaatkundige functie meer en heeft een natuurdoel gekregen. Onderdeel Eigendom Beheer Onderhoud Klinkwetering Stichting Het en omgeving Geldersch 3.7. Streefbeeld De bestaande Klinkwetering is daar waar deze nog niet breder was dan meter- verbreed en heeft natuurvriendelijke oevers gekregen. De noordelijke oever is daar waar de klinkwetering verbreed isvoorzien van een natuurvriendelijke oever. Deze oever ligt nagenoeg horizontaal, met een waterdiepte van ca. 30 cm. Hierdoor zal er op deze oever een zeggenvegetatie ontstaan. Door het toepassen van voldoende klei wordt voorkomen dat de kwel achter de primaire kering toeneemt. Ten zuiden van de klinkwetering is de bestaande rabattenstructuur uitgebreid, door de aanleg van nieuwe rabatten tussen de klinkwetering en de dijk. Vanwege de mogelijk negatieve invloed op de waterkering, is er voor de aanleg van de rabatten niet ontgraven. De rabattenstructuur is aangebracht door middel van kleine langwerpige ophogingen. De klinkwetering heeft ook ter plaatse van de kruising met de nieuw aan te leggen brug, zijn voormalige profiel behouden. De steilere delen van de taluds van de klinkwetering liggen onder een helling van :3, met een maximale diepte van,5m. De taluds en de bodem zijn met een kleilaag van m dikte uitgerust om teveel invloed op de kwel naar het achterland te voorkomen. Daarmee is tevens erosie van de oevers en de bodem van de watergang voorkomen. 0 januari 0 versie a

27 NR-DOC-087-a Vegetatiebeheer De gehele klinkwetering en omgeving is uitgerasterd en wordt als aparte eenheid beheerd. Aan de klinkwetering zelf is het natuurdoeltype dynamisch rivierbegeleidend water (NDT 3.) toegekend. Om dit natuurdoeltype in stand te houden is in principe geen beheer nodig. Daarbij is het wel noodzakelijk dat de rivier voor voldoende dynamiek zorgt. Indien dit niet het geval is kan gekozen worden om zeer extensief te baggeren/schonen. De watergangen zelf kunnen bij sterke verlanding en/of verruiging extensief gebaggerd worden, bijvoorbeeld eens per 5-0 jaar. De watergangen moeten dan in het najaar geschoond worden door nat baggeren. Dit schonen moet gefaseerd plaatsvinden in ruimte en tijd. Variatie in de frequentie en oppervlakte in een gebied is belangrijk, omdat de doelsoorten verschillende eisen stellen aan de vegetatieontwikkeling. Daarnaast moet ook een zwak glooiende oeverlijn in stand gehouden worden met veel vormvariatie, afgewisseld met steile oeverdelen. De natuurvriendelijke oevers zijn aangeduid als natuurdoeltype geïsoleerde meander (NDT 3.7) en moeras (NDT 3.4). Om dit natuurdoeltype in stand te houden is in principe geen beheer nodig. Het grootste deel van de rabattenstructuur is opgenomen als nat, matig voedselrijk grasland (NDT 3.3). In dit beheerplan wordt uitgegaan van begrazingsbeheer door schapen toegepast op de rabattenstructuur. In principe volstaat dit om het natuurdoeltype matig voedselrijk grasland in stand te houden. Beheer met ander vee is niet wenselijk omdat de kans op vertrapping van de oevers dan te groot is. Vanuit hoogwaterveiligheid is het water van de klinkwetering op de interventiekaart aangeduid als structuurtype plassen. Dit type moet in het winterhalfjaar kaal zijn en nog aanwezige vegetatieresten moeten kunnen wegspoelen bij een hoogwater. Om dit te bereiken zijn geen aanvullende beheermaatregelen nodig. De oevers van de klinkwetering en de rabattenstructuur zijn op de interventiekaart aangegeven als structuurtype zegge. Dit betekent dat het een structuurrijke kruidachtige vegetatie moet zijn, zonder houtige en/of verhoutende gewassen. Daarom moeten jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen (5 oktober) de delen waar Riet, Rietgras en Lisdodde in dichte gesloten vegetaties staan, gemaaid worden. Ook de opslag van houtige gewassen hoger dan 50 cm (kniehoogte) moet verwijderd worden. De strook grasland tussen de rabattenstructuur en de primaire waterkering is op de interventiekaart grotendeels opgenomen als structuurtype productiegrasland. Dit betekent dat gedurende het hoogwaterseizoen een gesloten grasland moet vormen dat vlaksgewijs lager is dan cm en vrij van houtige gewassen. Daarom moet jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen op 5 oktober gemaaid worden, tenzij de gehele vegetatie al korter is dan cm. In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het vegetatiebeheer van deze beheereenheid: Onderdeel Regulier beheer Aanvullend beheer Klinkwetering Geen beheer nodig, tenzij Type plassen: geen maatregelen nodig onvoldoende rivierdynamiek, dan extensief baggeren/schonen Oevers klinkwetering Begrazing met schapen Type zegge: jaarlijks voor 5 oktober delen met dichte gesloten vegetaties van Riet, Rietgras en Lisdodde maaien; opslag van houtige gewassen hoger dan 50 cm verwijderen Rabattenstructuur Begrazing met schapen Type productiegrasland: jaarlijks voor 5 oktober maaien, tenzij vegetatie reeds over gehele oppervlakte korter is dan cm 7 0 januari 0 versie a

28 NR-DOC-087-a Sedimentbeheer Vanuit cultuurhistorisch oogpunt is het belangrijk dat de watergang niet dichtslibt met sediment. Aangezien de Klinkwetering in de stroomrichting ligt wordt aanslibben niet verwacht. 3.8 Zomerkade 3.8. Algemeen De oorspronkelijke zomerkade is grotendeels afgegraven (nadat de nieuwe zomerkade is aangelegd). Deze voormalige zomerkade heeft zijn waterkerende functie verloren en valt daarmee buiten de Keur. De voormalige zomerkade is opgenomen in de beheereenheid laaggelegen weide (paragraaf 3.) en maakt geen onderdeel uit van de beheereenheid zomerkade. In het westen van het gebied is een nieuwe zomerkade aangelegd om het achterliggende gebied te beschermen. Deze zomerkade loopt door in het grotere gebied De Tollewaard. De zomerkade zal opgenomen worden in de legger. Onder de zomerkade is een duiker met terugslagklep en schotbalk aangebracht. Ook is daarbij een kwelscherm aangebracht. Het beheer en onderhoud van de duiker is beschreven in paragraaf 3.. Onderdeel Eigendom Beheer Onderhoud Zomerkade particulier particulier Waterschap Rivierenland 3.8. Streefbeeld De nieuwe kade is aan de westzijde aangelegd, tussen de primaire waterkering en de te handhaven delen van de bestaande kade. De kruinbreedte is,5m, het binnen- en het buitentalud is onder :4 geprojecteerd. Daarbij is een maatgevende deklaag van m siltige klei aanwezig. De stabiliteit van de kade is voor het talud berekend na een val van het buitenwater tot de teen van de kade, waardoor in de kade nog een hoge freatische lijn aanwezig is. Het :4 talud blijkt bij uit NEN 740 afgeleide sterkteparameters verzekerd te zijn. De stabiliteitsfactor in de eindsituatie na snel vallend water is, Vegetatiebeheer Aan de nieuwe zomerkade is het natuurdoeltype nat, matig voedselrijk grasland (NDT 3.3) toegekend. Deze kade is afgerasterd en wordt beheerd door middel van maaien (maaisel afvoeren) of door begrazing met schapen. Een combinatie is ook mogelijk. Vanuit hoogwaterveiligheid is de nieuwe zomerkade aan de westzijde op de interventiekaart aangegeven als structuurtype natuurlijk grasland. Dit betekent dat het een structuurrijk grasland moet zijn dat in het hoogwaterseizoen gemiddeld lager is dan 0 cm en vrij van houtige gewassen. Daarom moet jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen op 5 oktober gemaaid worden, tenzij de gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 0 cm is EN 95% van alle gras- en ruigtevegetaties korter is dan 0 cm. In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het vegetatiebeheer van deze beheereenheid: Onderdeel Regulier beheer Aanvullend beheer Nieuwe zomerkade Maaien en maaisel afvoeren, beweiding met schapen of een combinatie Type natuurlijk grasland: jaarlijks voor 5 oktober maaien, tenzij de gemiddelde lengte van de vegetatie reeds 0 cm is EN 95% vegetatie reeds korter is dan 0 cm Sedimentbeheer De nieuwe zomerkade valt onder de Keur van het waterschap Rivierenland. Voor het sedimentbeheer moet aan de Keur voldaan worden. Daarom zal het Waterschap Rivierenland de kade jaarlijks inspecteren op profiel en bekleding. 8 0 januari 0 versie a

29 NR-DOC-087-a 3.9 Brug 3.9. Algemeen Van de primaire waterkering naar de westelijke terp is een brug aangelegd, om de terpen ook bereikbaar te houden met hoogwater (beide terpen zijn daarvoor verbonden middels een weg langs de tussenliggende zomerkade). De westelijke terp is op de primaire kering ontsloten door een brug. Deze brug is begaanbaar en functioneel bij de maatgevende hoogwaterstand, de onderzijde van het brugdek is gelegen boven het MHW. De oostelijke terp wordt ontsloten door een weg over de oostelijke zomerkade. De op de brug aan te leggen weg zal van het type erftoegangsweg type II zijn, de wegdekbreedte van de brug bedraagt 5,5 meter. De brug is geschikt voor vrachtverkeer, inclusief de 0 Tons dieplader van firma Den Boer. Aan beide zijden van het brugdek zal een leuning worden geplaatst welke in staat is voertuigen te keren. De totale lengte van de brug bedraagt 3 meter. De brug bestaat uit steunpunten (pijlers), en landhoofden (in de terpen gefundeerd). Het brugdek en de pijlers zijn in beton uitgevoerd. Ter plaatse van de watergang komen de pijlers in de watergang te staan. Deze pijlers zijn afgestort met stortsteen, enerzijds ter bescherming tegen uitspoelen, anderzijds is het een plek om groen te ontwikkelen. Onder aan de brugpeilers zijn 0 nestkasten aangebracht voor boerenzwaluwen. Onderdeel Eigendom Beheer Onderhoud Brug Gemeente Buren en/of Gemeente Buren en/of Gemeente Buren (constructie, Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat brugdek en weg op brugdek) 3.9. Streefbeeld Locatie en Oriëntatie Vanaf de zuidzijde bezien overspant de brug de bestaande klinkwetering welke aan de zuidzijde tegen de huidige primaire waterkering is gelegen. Ook overspant de brug de nieuw gerealiseerde watergang. De brug is aan beide zijden gefundeerd op een landhoofd welke is gelegen in een terp met een talud in brugrichting van op. Dit talud wordt bekleed met betonnen blokken. Zichtbaarheid en veiligheid De brug wordt beschouwd als een bouwwerk geen gebouw zijnde. De vormgeving van de brug is rechttoe rechtaan sober, robuust en daardoor doeltreffend Vegetatiebeheer landhoofden De landhoofden van de brug zijn begroeid met gras. Vanwege stabiliteit is begrazing niet wenselijk en moeten ze jaarlijks gemaaid worden. Vanuit hoogwaterveiligheid zijn de landhoofden van de brug op de interventiekaart aangegeven als structuurtype productiegrasland. Dit betekent dat gedurende het hoogwaterseizoen een gesloten grasland moet vormen dat vlaksgewijs lager is dan cm en vrij van houtige gewassen. Daarom moet jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen op 5 oktober gemaaid worden, tenzij de gehele vegetatie al korter is dan cm. In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het vegetatiebeheer van deze beheereenheid: Onderdeel Regulier beheer Landhoofden Maaibeheer Aanvullend beheer Type productiegrasland: jaarlijks voor 5 oktober maaien, tenzij vegetatie reeds over gehele oppervlakte korter is dan cm 9 0 januari 0 versie a

30 NR-DOC-087-a Beheer kunstwerk Het beheer en onderhoud van de brug kan onderverdeeld worden in cyclisch beheer, beheer voor de exploitatie van de brug en maatregelen die in de toekomst genomen moeten worden naar aanleiding van inspecties. Het cyclisch beheer omvat het jaarlijks reinigen van goten en rijvlakken, straatkolken en zichtwerken. Een keer per drie jaar wordt graffiti verwijderd. Een keer per 8 jaar, wordt het verfsysteem op de stalen leuningen herschilderd. In een cyclus van telkens 5 jaar zullen de asfaltbeton rijvlakken vervangen worden. zullen de stalen liggers opnieuw geschilderd worden. Vervangen van slijtlaag op de rijvlakken zal eens per 0 jaar gebeuren. Voegovergangsconstructies en stootblokken aan het einde van het dek worden één keer per 5 jaar vervangen. Dan worden tevens de aanzetten opgehaald (rijvlak asfaltbeton en stootplaten).de stalen leuningen worden één keer per 0 jaar vervangen en de oplegblokken één keer per 50 jaar. De taludbekleding wordt een keer per 40 jaar herstraat. Een periodieke technische inspectie van de gehele brug wordt x per 5 jaar uitgevoerd. Na ijsgang zal bovendien de onderbouw (palen en taludbescherming) extra geïnspecteerd moeten worden. Naar verwachting komt dit ongeveer x per 0 jaar voor. Jaarlijks wordt een visuele inspectie uitgevoerd. Als uit inspectie blijkt dat dit nodig is, zal de verf op de stalen leuningen lokaal bijgewerkt worden (gemiddeld x per 5 jaar). Ook worden worden betonschades gerepareerd en gesaneerd (x/5 jaar voor de gehele brug en gemiddeld x/0 jaar aan de pijlers na ijsgang). Bij het uitvoeren van het beheer en onderhoud van de brug moet worden voldaan aan de wettelijke vereisten. In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het beheer van dit object: Object Brug Regulier beheer Cyclisch Reinigen goten en rijvlakken (x/jr) Reinigen straatkolken (bij landhoofden) (x/jr) Reinigen zichtwerk/verwijderen graffiti (x/3jr) Vervangen asfaltbeton rijvlakken (x/5 jr) Herschilderen verfsysteem op stalen leuningen (x/8jr) Vervangen voegovergangsconstructies en stootblokken aan einde dek (x/5 jr) Ophalen aanzetten (rijvlak asfaltbeton en stootplaten, x per 5 jaar) Vervangen stalen leuningen (x/0 jr) Vervangen oplegblokken (x/50 jr) Herstraten taludbekleding (x per 40 jaar) Exploitatie Visuele inspectie (x per jaar) Periodiek technisch inspecteren gehele doorlaatwerk (x/5jr) Inspecteren onderbouw na ijsgang (x/0 jr) Toekomstige eenmalige maatregelen nav inspecties Lokaal bijwerken verfsysteem op stalen leuningen (x/3 jr) Repareren en saneren betonschades (gehele object, regulier) (x/5 jr) Repareren en saneren betonschades (pijlers, na ijsgang) (x/0 jr) 30 0 januari 0 versie a

31 NR-DOC-087-a Beheer overige elementen De nestkasten voor de boerenzwaluw onder de brug worden periodiek geïnspecteerd (indicatie: x per jaar) en in geval van schade vervangen. Bij het uitvoeren van het beheer en onderhoud van de nestkasten moet worden voldaan aan de wettelijke vereisten Sedimentbeheer Rondom de brugpijler nabij de westelijke terp loopt de stroomsnelheid op tot,3 m/s bij maatgevende afvoer (000 m3/s bij Lobith). Een kleidek met grasbekleding is niet afdoende om erosie te voorkomen. Er is aanvullende bodemverdediging voorzien in de vorm van een blokkenmat op het talud van de kop en rondom de pijlers een steenbestorting. 3.0 Wegen en paden 3.0. Algemeen In het gebied liggen verschillende wegen en paden. Voor wandelaars is het westelijk deel van het gebied toegankelijk via een struinpad, langs de leggerwatergang en over de voormalige zomerkade. Het struinpad loopt daarna het achterliggende gebied in. Dit struinpad wordt tevens gebruikt voor het beheer en onderhoud van de leggerwatergang en het gemaal De Bonte Morgen. Er ligt ook een struinpad van de bandijk naar de rivieroever aan de oostzijde van het gebied. Door de laaggelegen weide loopt parallel aan de primaire kering bovendien een wandel-/fietspad. Om wandelaars en vee gescheiden te houden zijn de struinpaden en het wandel-/fietspad uitgerasterd. Ter hoogte van de duiker in de primaire watergang is een doorgang gemaakt waar wandelaars en vee elkaar kruisen. Op deze plek zijn klaphekken en poorten voorzien. Ook bij het gemaal is een poort aangebracht. Het beheer van rasters en klaphekken is beschreven in paragraaf 3.. De terpen worden over de tussengelegen voormalige zomerkade verbonden door een nieuwe weg voor calamiteitenverkeer. De calamiteitenverkeer. De oostelijke terp is over maaiveld aan de oostzijde bereikbaar vanaf de primaire kering. Tevens ligt er naar kering. Tevens ligt er naar de oostelijke terp een aantakking voor lokaal verkeer (3,5m breed, niet geschikt voor vrachtverkeer). geschikt voor vrachtverkeer). Deze weg zal worden beheerd door de bewoners van de terp en maakt geen onderdeel uit van dit geen onderdeel uit van dit beheerplan. De westelijke terp is door middel van een nieuwe brug verbonden met de primaire kering. verbonden met de primaire kering. De onderverdeling van de wegen, is aangegeven in Figuur 3.. De nummers in de tabel corresponderen met de nummers in de figuur. Onderdeel Eigendom Beheer Onderhoud Struinpad westzijde Struinpad oostzijde Wandel- /fietspad Landhoofd zuid (zie paragraaf 3.9) (zie paragraaf 3.9) (zie paragraaf 3.9) () Landhoofd (zie paragraaf 3.9) (zie paragraaf 3.9) (zie paragraaf 3.9) noord (3) Weg op (zie paragraaf 3.9) (zie paragraaf 3.9) (zie paragraaf 3.9) brugdek () Eentree (nader af te stemmen) (nader af te stemmen) (nader af te stemmen) westelijke terp (4) Verbindingsweg (nader af te stemmen) (nader af te stemmen) (nader af te stemmen) langs westelijke terp (5) Verbindingsweg tussen terpen () (nader af te stemmen) (nader af te stemmen) (nader af te stemmen) Verbindingsweg 3 0 januari 0 versie a

32 NR-DOC-087-a langs oostelijke terp (7) Wegen op oostelijke terp (8) Ontsluitingsweg naar oostelijke terp (9) Aantakking lokaal verkeer oostelijke terp (0) (nader af te stemmen) (nader af te stemmen) (nader af te stemmen) (nader af te stemmen) (nader af te stemmen) (nader af te stemmen) Bewoners (maakt geen onderdeel uit van dit beheerplan) Bewoners (maakt geen onderdeel uit van dit beheerplan) Bewoners (maakt geen onderdeel uit van dit beheerplan) Figuur 3. Schematische weergave wegdelen 3.0. Streefbeeld De ontsluitingsstructuur van de uiterwaard is in het Definitief Ontwerp gewijzigd ten opzichte van de vraagspecificatie. Er zijn minder struin-/fietspaden en de ontsluiting voor het verkeer van en naar de terpen is gewijzigd. De brug sluit aan op de westelijke terp. De weg is 5,5 meter breed op de brug en,0 meter breed op de rest van het tracé. Er loopt een ontsluitingsweg op maaiveldniveau van de primaire waterkering naar de oostelijke terp. Bij hoog water moeten de gebruikers van de oostelijke terp via de weg op de zomerkade via de westelijke terp over de brug naar de dijk. De weg is ontworpen als erftoegangsweg type II volgens het Handboek Wegontwerp, met uitzondering van de wegbreedte. De wegbreedte is op verzoek van de gebruikers van de terp groter dan voor een Erftoegangsweg type II strikt noodzakelijk is. De weg tussen de terpen is smaller en voorzien van enkele passeerstroken. Om een fietsommetje door de uiterwaard mogelijk te maken is een fietspad aangelegd dat via een bruggetje nabij een bestaand sluisje in de klinkwetering loopt, langs de klinkwetering richting het oosten en bij de oprit van de oostelijke ontsluitingsweg weer omhoog. In het Definitief Ontwerp ligt een struinpad, dat loopt langs de leggerwatergang richting de inlaatvoorziening, over de voormalige zomerkade Beheer kunstwerken 3 0 januari 0 versie a

33 NR-DOC-087-a Destruinpaden zijn,5 m breed en zijn gemaaid uit gras. Deze zijnhet gehele jaar toegankelijk voor wandelaars. Destruinpaden worden -x per jaar gemaaid, in het voor- en najaar. De ruimte tussen de rasters is aangepast aan de breedte van de maaimachine van het. Het wandel-/fietspad bestaat uit halfverharding. Het pad wordt jaarlijks geïnspecteerd en indien nodig hersteld. Alle wegen in deelgebied De Tollewaard, bestaan uit asfvaltverharding, erftoegangsweg type II. Dit komt overeen met wegtype 4 uit de CROW Beheerkostensystematiek. Voor deze wegen is uitgegaan van onderhoudscyclus 4. De verharding wordt jaarlijks gereinigd, waarbij tevens de bermen gemaaid worden en bosschages onderhouden worden. Twee keer per jaar wordt de berm gereinigd en wordt de e meter van de bermstrook gemaaid. Gladheidbestrijding wordt gemiddeld ongeveer 5x per jaar uitgevoerd. De geschatte levensduur van de brug is 00 jaar. Gedurende deze periode wordt 3x een volledige oppervlakbehandeling uitgevoerd en worden x gedeeltelijk sporen gevuld. Scheuren worden x gevuld in deze periode. Rehabilitatie van de brug vindt plaats aan het eind van de levensduur. Bij het uitvoeren van het beheer en onderhoud van de wegen en paden moet worden voldaan aan de wettelijke vereisten. In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het beheer van deze beheereenheid: Onderdeel Struinpaden Wandel-/fietspad Wegen Regulier beheer Maaien van struinpaden, - x per jaar in het voor- en najaar Inspectie en klein onderhoud, x per jaar Regulier klein onderhoud: Jaarlijks reinigen verharding, maaien berm en onderhoud bosschages; x per jaar reinigen berm en maaien e meter bermstrook; 5x per jaar gladheidsbestrijding Groot onderhoud: tijdens levensduur (38 jaar) x gedeeltelijk scheuren vullen, x gedeeltelijk sporen vullen, 3x volledige oppervlakbehandeling en rehabilitatie aan eind levensduur Sedimentbeheer De stroomsnelheden zijn ter hoogte van de oostelijke weg bij de opgang naar de terp tot 0,5 m/s hoger dan in de referentiesituatie. Bij maatgevende afvoer (000 m3/s) kan hier erosie optreden van de bodem. Ter plaatse van de toegangsweg naar de terp is een bodemverdediging toegepast in de bermen van de weg en voor het talud van de terp. Daarnaast dient hier rekening gehouden te worden in het beheer met controle en eventueel uitvullen van spoelgaten na hoogwater. 3. Terreinmeubilair 3.. Algemeen Op verschillende plaatsen in het deelgebied zijn beheereenheden voorzien van rasters. Voor de locatie van de rasters en bijbehorende klaphekken, poorten, afsluitpaaltjes en veeroosters, zie bijlage, definitief ontwerp. Om vee en wandelaars gescheiden te houden zijn destruinpaden en het wandel-/fietspad uitgerasterd. Ook het ooibos en de verharde delen van de terpen zijn uitgerasterd. Wel zijn doorgangen gemaakt waar vee en mensen elkaar kunnen kruisen, door toepassing van klaphekken en poorten. Door middel van poorten zijn ook het gemaal De Bonte Morgen en de leggerwatergang bereikbaar gehouden voor het beheer en onderhoud door het waterschap januari 0 versie a

34 NR-DOC-087-a Ten zuiden van de oostelijke terp ligt een duiker met terugslagklep, met daarin een rooster om vuil tegen te houden, die in verbinding staat met een put op de oostelijke terp en gebruikt wordt voor de afwatering van de terp. Net ten westen van de brug ligt in de klinkwetering een bestaande stuw. In de leggerwatergang ligt een duiker in de gronddam, waar het struinpad overheen loopt. Deze duiker was reeds aanwezig en is gehandhaafd. Op twee plekken waar het wandel-/fietspad watergangen kruist worden duikers aangebracht, één ten zuiden van de oostelijke terp en één ter plaatse van de stuw in de klinkwetering, net ten westen van de brug. In de nieuwe zomerkade is ook een nieuwe duiker aangebracht, in combinatie met een kwelscherm. De duiker bevat een terugslagklep en een schotbalk. Geldersch zal op verschillende plaatsen informatieborden plaatsen en zorgdragen voor beheer en onderhoud hiervan. Onderdeel Eigendom Beheer Onderhoud Rasters Stichting Het Geldersch Stichting Het Geldersch Klaphekken Poorten Afsluitpaaltjes Duikers in sloten in weide Duiker in leggerwatergang Duiker in zomerkade Bebording Waterschap Rivierenland Stichting Het Geldersch Stichting Het Geldersch Stichting Het Geldersch Stichting Het Geldersch Waterschap Rivierenland (doorstroomprofiel); Stichting Het Geldersch (vuil) Stichting Het Geldersch Stichting Het Geldersch Stichting Het Geldersch Stichting Het Geldersch Stichting Het Geldersch (constructie) particulier particulier particulier Stichting Het Geldersch Stichting Het Geldersch 3.. Streefbeeld De ruimte tussen de rasters rond de struinpaden en het wandel-/fietspad is aangepast aan de breedte van de maaimachine van de Beheer terreinmeubilair Het is voldoende om de rasters x per jaar te inspecteren en indien nodig te herstellen. De poorten, klaphekken en veeroosters kunnen x per jaar geïnspecteerd worden. Indien nodig kan klein onderhoud uitgevoerd worden. Vanuit hoogwaterveiligheid moet voor het hoogwaterseizoen (5 oktober) vegetatie verwijderd worden uit de rasters, poorten en klaphekken en na het hoogwaterseizoen worden ingespoelde vegetatieresten verwijderd januari 0 versie a

35 NR-DOC-087-a Duikers De staat van de duikers wordt jaarlijks geschouwd. Indien nodig worden obstakels uit de duikers die de doorgang belemmeren, verwijderd. Ongeveer x per 5 jaar moet de laag slib uit de duikers verwijderd worden. Naar verwachting zullen de duikers na 40-0 jaar vervangen of gerepareerd moeten worden. Bij het uitvoeren van het beheer en onderhoud aan het terreinmeubilair moet worden voldaan aan de wettelijke vereisten. In onderstaande tabel zijn specifieke maatregelen benoemd met betrekking tot het beheer van deze beheereenheid: Onderdeel Regulier beheer Aanvullend beheer Rasters Inspectie en klein onderhoud, x per jaar Begroeiing uit rasters halen voor het hoogwaterseizoen (5 okt); voorjaar: ingespoelde vegetatie verwijderen Klaphekken Inspectie en klein onderhoud (x per jaar) Poorten Inspectie en klein onderhoud (x per jaar) Afsluitpaaltjes Inspectie en klein onderhoud (x per jaar) Duikers Inspectie en vuilverwijdering, x per jaar; slibverwijdering x per 5 jaar Begroeiing uit klaphekken halen voor het hoogwaterseizoen (5 okt); voorjaar: ingespoelde vegetatie verwijderen Begroeiing uit poort halen voor het hoogwaterseizoen (5 okt); voorjaar: ingespoelde vegetatie verwijderen n.v.t. n.v.t januari 0 versie a

36 NR-DOC-087-a 4 Extra beheereffecten buiten het gebied 4. Inleiding Bij de uitvoering van rivierverruimende maatregelen is het mogelijk dat effecten optreden buiten het deelgebied zelf, die voor beheerders elders van belang zijn. Als gevolg van de maatregel Uiterwaardvergraving De Tollewaard zijn geen effecten te verwachten voor het beheer van kunstwerken en van de vaargeul als gevolg van deze maatregel. Wel is er een zeer klein lokaal gevolg voor het beheer van de diepte van de vaargeul en zijn er kleine beheergevolgen voor de nautisch beheerder, als gevolg van het optreden van dwarsstroming. 4. Scheepvaart 4.. Aanzanding zomerbed De uitvoering van maatregelen in de uiterwaarden, kan effect hebben op de aanzanding van het zomerbed. Aanzanding hoeft echter geen problemen voor de scheepvaart op te leveren. Indien dit wel het geval is, moet aanvullend gebaggerd worden; het zogenaamde baggerbezwaar. Om te beoordelen wat de effecten zijn voor de scheepvaart wordt naar twee normen gekeken: Voor dit traject geldt een minimale vaardiepte van 3,5 meter. Hierbij wordt uitgegaan van de waterstand behorende bij een Bovenrijn-afvoer van m3/s. Al het sediment dat in de vaargeul van 80 m breed boven deze hoogte ligt dient weggebaggerd te worden. De breedtegemiddelde vaardiepte moet 4,9 meter zijn (o.b.v. een Bovenrijn-afvoer van m3/s). Dit is de minimale vaardiepte + 40% i.v.m. kielspeling. Bij dit doorstroomprofiel is er voldoende ruimte om de waterverplaatsing als gevolg van de scheepvaart op te vangen. Uit het morfologische onderzoek blijkt dat de effecten beperkt zijn. Zowel voor de huidige situatie als voor de situatie na uitvoering van de maatregel De Tollewaard is de vaardiepte overal groter dan de gegarandeerde minimale vaardiepte van 3,5 m en de breedtegemiddelde vaardiepte van 4,9 m. Baggerwerk als gevolg van de rivierverruiming is bij De Tollewaard niet nodig. 4.. Dwarsstroming Als gevolg van de maatregel zal het stromingsgedrag in het zomerbed wijzigen vanaf het moment dat het maaiveld ter plaatse van de verwijderde zomerkade overstroomt en de uiterwaard mee gaat stromen. Op de locaties waar water de uiterwaarden in- of uitstroomt treedt dwarsstroming op. De scheepvaart heeft last van dwarsstroming wanneer deze plotseling optreedt en daarom worden er eisen gesteld aan de grootte van de dwarsstroming. De grootste effecten treden op bij in- en uitstroomopeningen van nevengeulen totdat een bankfull niveau wordt bereikt. Daarna gaan steeds grotere delen van de uiterwaard meestromen en neemt de kans op plotseling optredende dwarsstroming af. Bij De Tollewaard is er geen sprake van nevengeulen die aan het zomerbed aantakken. In feite wordt over een vrij lang traject de oever verlaagd en de zomerkade deels verwijderd en zal er geen sprake zijn van plotseling optredende dwarsstroming. Omdat er in de toekomstige situatie meer water de uiterwaard instroomt t.o.v. de referentiesituatie is er voor de Tollewaard wel gekeken wat de effecten van dwarsstroming zijn. Over het algemeen blijft bij verschillende afvoerniveaus de dwarsstroming beperkt tot 0,5 m/s. Alleen bij een afvoer van tot m 3 /s en bij.000 m 3 /s is er bij de instroom respectievelijk de uitstroom sprake van een toename van de dwarsstroming ten opzichte van de huidige situatie tot een niveau van meer dan 0,5 m/s. Deze is in beide gevallen richting de rivier gericht. Optimalisatie zonder grote afwijkingen op de vraagspecificatie is alleen mogelijk bij de uitstroom. In het hydraulisch rapport is een voorstel gedaan voor een mitigatiemaatregel. Deze heeft geen invloed op het beheer van het gebied. 3 0 januari 0 versie a

37 NR-DOC-087-a Voor de nautisch beheerder is het van belang om bij hoge afvoeren de schippers te waarschuwen voor mogelijke effecten van dwarsstroming. Dit is vooral in de eerste jaren na realisatie van belang, totdat schippers de situatie enkele hoogwaterperiodes hebben ervaren. Figuur 4. Grootte, richting en locatie van dwarsstroming voor DO Tollewaard bij een Bovenrijn-afvoer van 000m3/s 37 0 januari 0 versie a

38 NR-DOC-087-a 5 Monitoring en risicobeheersing 5. Inleiding Na de realisatiefase moet de conditie van het gebied gemonitord worden. Paragraaf 5. geeft een overzicht van de taken/ (financiële) verantwoordelijkheden van de betrokken partijen. Daarnaast kunnen voor het beheer en onderhoud verschillende risico s geïdentificeerd worden. In paragraaf 5.3 worden deze risico s beschreven, inclusief de maatregelen die uitgevoerd kunnen worden om het betreffende risico te beheersen. 5. Monitoring Bij oplevering van het de Uiterwaardvergraving De Tollewaard wordt de revisie verstrekt, die dient als uitgangssituatie. De verantwoordelijkheden met betrekking tot monitoring zijn als volgt verdeeld tussen de betrokken partijen: Rijkswaterstaat Financieel verantwoordelijk voor het uit te voeren sedimentbeheer Zesjaarlijkse controle cyclus van de vegetatie op basis van ecotopenkartering. Doel is om te verifiëren of de interventiewaarden niet overschreden worden. Aanvullend kunnen veldbezoeken worden uitgevoerd ten behoeve van toezicht en handhaving. Jaarlijkse monitoring kribben (maakt geen onderdeel uit van dit beheerplan) Jaarlijkse monitoring dwarsstroming Zesjaarlijks monitoring uitvoeren om te bepalen of de taakstelling niet overschreden wordt, inclusief rapportage en gebaseerd op de ecotopenkaarten gemaakt door Rijkswaterstaat Jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen (5 oktober) monitoring van de vegetatie, zodat de interventiewaarden niet worden overschreden Jaarlijkse schouw op erosie en eventueel herstel en verwijderen zwerfvuil van de beheereenheden: laaggelegen weide (m.u.v. particuliere terreinen), ooibos, rivieroever, waterpartijen en natuurvriendelijke oevers, klinkwetering en omgeving, paden, terreinmeubilair. Gemeente Buren Jaarlijkse schouw op erosie en eventueel herstel en verwijderen zwerfvuil van de beheereenheden: wegen en brug (nog nader te bepalen of verantwoordelijkheid bij de Gemeente Buren of bij Rijkswaterstaat komt te liggen) Particulier (op particulier terrein)jaarlijks voor de start van het hoogwaterseizoen, monitoring van de vegetatie, zodat de interventiewaarden niet worden overschreden Jaarlijkse schouw op erosie en eventueel herstel en verwijderen zwerfvuil van de particuliere terreinen (waaronder de zomerkade). Gasunie Monitoring van de dekking van de gasleiding na elk hoogwaterseizoen Over het beheer en onderhoud van de wegen en paden in het gebied is nog geen overeenstemming bereikt tussen de betrokken partijen. In de beheercontracten zal dit vastgelegd worden. De monitoring van wegen en paden komt bij de betrokken beheerder te liggen. Ook over het beheer van de brug is nog geen overeenstemming bereikt tussen Rijkswaterstaat en de Gemeente Buren. Naast deze monitoringstaken is een aantal inspectie- en schouwmaatregelen geïdentificeerd voor de afzonderlijke beheereenheden (hoofdstuk 3). Tabel 3 toont een overzicht van deze schouw- en of inspectiemaatregelen. Ook is benoemd wie de verantwoordelijke partij is januari 0 versie a

39 NR-DOC-087-a Voor de monitoring van het gebied is een apart kostenoverzicht opgesteld dat is opgenomen in bijlage 0. De inspectie- en schouwmaatregelen zijn reeds opgenomen in het kostenoverzicht van de beheermaatregelen (bijlage 9) en zijn derhalve niet meegenomen in het kostenoverzicht van de monitoring. Tabel 3 Inspectie- en schouwmaatregelen per beheereenheid Beheereenheid Onderdeel Schouw- Verantwoordelijke /inspectiemaatregel Ooibos Ooibos n.v.t. Zandige plekken Inspectie door beheerder op ontstaan voldoende zandige plekken (na verloop van tijd) Laaggelegen weide Weide n.v.t. ; particulier Vogeleiland Periodieke inspectie op sporen van vossen (3x per jaar) Voormalige kade tussen terpen Erosie monitoren Oeverzwaluwwand n.v.t. IJsvogelstobben n.v.t. Rivieroever Rivieroever n.v.t. Waterpartijen en natuurvriendelijke oevers Waterpartijen n.v.t. natuurvriendelijke oevers n.v.t. Overige oevers n.v.t. Drassig gebied op vogeleiland Periodieke inspectie op sporen van vossen (3x per jaar) Leggerwatergang Leggerwatergang n.v.t. Waterschap Rivierenland Klinkwetering en omgeving Klinkwetering en omgeving n.v.t. Zomerkade Zomerkade Inspectie op profiel en bekleding kade (x per jaar) Waterschap Rivierenland Brug Gehele brug periodieke inspectie gehele doorlaatwerk (x/5jr) Onderbouw Nestkasten boerenzwaluw inspectie onderbouw na ijsgang (x/0jr) Periodieke inspectie (x per jaar) Gemeente Buren of Rijkswaterstaat (nader te bepalen) Gemeente Buren of Rijkswaterstaat (nader te bepalen) Gemeente Buren of Rijkswaterstaat (nader te bepalen) Wegen en paden Struinpaden n.v.t. wandel-/fietspad x per jaar inspectie 39 0 januari 0 versie a

40 NR-DOC-087-a Terreinmeubilair en kleine kunstwerken Wegen Inspectie op spoelgaten na hoogwaters Gemeente Buren of Rijkswaterstaat (nader te bepalen) Rasters x per jaar inspectie Klaphekken x per jaar inspectie Veeroosters x per jaar inspectie Afsluitpaaltjes x per jaar inspectie Duiker met terugslagklep en vuilrooster x per jaar schouwen Duiker x per jaar schouwen Bebording x per jaar inspectie 5.3 Risico-inventarisatie en risicobeheersing De volgende risico s voor de uitvoering van het beheer en onderhoud zoals beschreven in dit beheerplan en mogelijke beheersmaatregelen zijn geïnventariseerd: Risico : Beheermaatregel: Risico : Beheersmaatregel: Risico 3: Door de bezuinigingen op het natuurbeheer krijgen de terreinbeherende organisaties de financiering van het beheer niet rond, waardoor zij geen langjarige afspraak met Rijkswaterstaat kunnen maken. Rijkswaterstaat en beheerders maken een afspraak voor een periode van drie tot vijf jaar waarin de beheerder het beheer met beperkte middelen uitvoert. De beheerder monitort de ontwikkeling van het gebied op basis van de ecotopenkartering van Rijkswaterstaat. Rijkswaterstaat verzorgt toezicht en handhaving. In deze afspraak is het beheer vooral op doelen vastgelegd, en zijn de beheerders vrijgelaten in de keuze van middelen om hier zo efficiënt als mogelijk is aan te voldoen. Na drie jaar wordt dit gezamenlijk geëvalueerd. De twee jaren daarna worden gebruikt om tot een meer definitieve afspraak voor de langere termijn te komen. In de afspraak is een risicobudget gereserveerd om tijdens deze periode en nog enige tijd daarna onverwachte situaties door bijvoorbeeld extreme weer- en watersituaties aan te kunnen pakken. De inrichtings- en beheersmaatregelen zoals die in het kader van dit RuimtevoordeRivierprogramma worden ontwikkeld komen niet overeen met de visie die ontwikkeld wordt vanuit het Rijkswaterstaat-project Stroomlijn. Dit kan ertoe leiden dat beheerders binnen korte tijd weer met aanpassing van plannen vanuit Rijkswaterstaat geconfronteerd worden. Tevens kan dit ertoe leiden dat inrichtingselementen die nu worden gehandhaafd of aangelegd dan alsnog of direct weer moeten worden verwijderd. Nadere afstemming door Rijkswaterstaat tussen het Project 4Maatregelen, PDR en Stroomlijn teneinde vast te stellen op welke locaties en voor welke elementen dit risico daadwerkelijk optreedt. In Stroomlijn wordt vastgeleggen dat landschapselementen die vanuit de RvdR-doelstelling ruimtelijke kwaliteit worden gehandhaafd ook in de toekomst in stand kunnen blijven, danwel dat deze alsnog niet worden aangelegd/gehandhaafd. Aanwijzingsbesluit en Beheerplan Natura000- gebied Uiterwaarden wijkt wezenlijk af van het ontwerp-aanwijzingsbesluit en het 40 0 januari 0 versie a

41 NR-DOC-087-a Beheersmaatregel: Risico 4: Beheersmaatregel: Risico 5: Beheersmaatregel: Risico : Beheersmaatregel: concept-beheerplan, onder invloed van de komende nieuwe natuurwetgeving. Rijkswaterstaat volgt dit besluitvormingsproces actief om zicht te krijgen op welke natuurdoelstellingen en deelgebieden dit kan spelen. Indien dit beeld ontstaat wordt door Rijkswaterstaat nagegaan in hoeverre planaanpassingen noodzakelijk en mogelijk zijn. Extreme waterniveaus en stroomsterktes danwel extreme periodes van droogte waardoor het gebied zich niet ontwikkelt zoals is beoogd en schade aan kades en andere elementen kan optreden. Gezamenlijke schouw beheerder en Rijkswaterstaat, en gezamenlijk opzetten van herstelplan. Zonder extreme water- en weerssituaties ontwikkelt het gebied zich anders dan verwacht werd. In de eerste jaren na overdracht een jaarlijkse gezamenlijke schouw van terreinbeheerder en Rijkswaterstaat teneinde de ontwikkeling te monitoren. Zonodig passen de partijen het plan en/of het beheer in onderlinge overeenstemming aan. Door Rijkswaterstaat worden de aanpassingen aan het plan en/of het beheer vastgelegd. Rijkswaterstaat reserveert een risicobudget, bijvoorbeeld apart te zetten bij het Groenfonds, om eventueel noodzakelijke aanpassingen mogelijk te maken. (Potentieel) conflicterende wensen tussen beheerders van belendende beheerelementen, waardoor effectiviteit en efficiëntie onder druk komt. De relevante organisaties, te weten: Geldersch en Waterschap Rivierenland; Geldersch en een evt. particuliere eigenaar leggen afsprakenkaders vast aanvullend aan dit beheerplan. Jaarlijks (in ieder geval de eerste jaren, daarna kan frequentie omlaag) monitoren Geldersch & Waterschap Rivierenland en Geldersch & een particuliere eigenaar de elementen die in het afsprakenkader zijn vastgelegd en passen zonodig inrichting of beheer aan. Risico 7: Beheersmaatregel: Risico 8: Beheersmaatregel: Risico 9: Beheersmaatregel: Vanuit het Ministerie wordt het uitgangspunt van beheer door terreinbeherende instanties losgelaten, ten gunste van voortgaand agrarisch gebruik en beheer. Van essentieel belang is de situatie waarin de uiterwaarden de winter in gaan. Rijkswaterstaat start gesprekken met geïnteresseerde agrarische beheerders en gaat na of zij aan deze eis zouden kunnen voldoen, en hoe. Op basis daarvan ontwikkelt Rijkswaterstaat een selectieprocedure om de reeds aangekochte gronden in pacht uit te kunnen geven. Element hierin kan zijn een eerste recht voor de voormalige eigenaar/pachter. Niet alle gronden kunnen worden verworven, waardoor beheerseenheden versnipperen en met meer beheerders afspraken noodzakelijk zijn. Minnelijk: Rijkswaterstaat proberen overeenkomst te sluiten met de beheerdersdat beheer conform voorliggend plan zal worden uitgevoerd; indien dit niet mogelijk is of dit teveel knelpunten oplevert zal Rijkswaterstaat onteigening inzetten om deze gronden alsnog te verwerven. Meer sedimentatie in leggerwatergang achter het inlaatwerk Bonte Morgen dan verwacht, waardoor Rivierenland hier substantieel vaker moet baggeren. Waterschap Rivierenland monitort de waterdiepte jaarlijks;na 5 jaar wordt de ontwikkeling met Rijkswaterstaat geevalueerd; Rijkswaterstaat legt een risicobudget vast om bij tegenvallende ontwikkelingen maatregelen te kunnen nemen. 4 0 januari 0 versie a

42 NR-DOC-087-a Risico 0: Beheersmaatregel: Geen beheerder voor de nieuwe infrastructuur naar en tussen de terpen Rijkswaterstaat/gemeente voert nader (bestuurlijk) overleg/afstemming tussen Rijkswaterstaat en gemeente; 4 0 januari 0 versie a

43 NR-DOC-087-a Kostenaspecten. Inleiding Om de beheerkosten te kunnen bepalen zijn per beheermaatregel de eenheidsprijzen bepaald. Deze eenheidsprijzen worden vervolgens vermenigvuldigd met de oppervlaktes van de desbetreffende beheereenheid. De eenheidsprijzen zijn als volgt bepaald: Kunstwerken: uit database van GWWkosten.nl Overige eenheidsprijzen zijn op basis van expert judgement bepaald door kostendeskundigen. De financiering van de beheerkosten, zoals in dit hoofdstuk beschreven is ten tijde van het schrijven van dit beheerplan onvoldoende duidelijk. Bij het vastleggen van het beheer in beheercontracten zullen ook de financieringsstromen verder uitgewerkt worden.. Eenheidsprijzen verschillende maatregelen Soort Vegetatiebeheer Maatregelen Eenheid Eenheidsprijs ( ) Afvoeren en storten maaisel: stortkosten (geen transportkosten, zitten vaak bij de maatregel. ton Boomstammen vrijhouden van e orde zijtakken (tot max. hoogwaterniveau) voor hoogwaterseizoen (5 oktober): snoeien vanaf de grond tot 4,00 m. st 4.75 Dichte rietvegetaties maaien voor winter, inclusief maaisel afvoeren. m 0.08 Houtige opslag (eenjarig hout) verwijderen (grasland) en afvoeren materiaal. m 0.05 Jaarrond extensief begrazen (weide) en evt. aanvullend x maaien en afvoeren maaisel. m 0.0 Korven watergang (doorstroomprofiel 5 m): uitmaaien nat gedeelte van watergang zonder oeververdediging, materiaal op kant deponeren. Maaien bermen/taluds halfverhard voet/fietspad: maaibreedte max.,50 uit kant verharding, maaisel kneuzen en laaten liggen. m m 0.05 Maaien en afvoeren maaisel voor hoogwaterseizoen (voor 5 oktober). m Maaien grasland op waterkering: maaien taluds, maaisel verzamelen en afvoeren, geen obstakels. m Maaien struinpaden,5 m breed (gras), inclusief maaisel afvoeren. m 0.08 Moerasvegetatie maaien en afvoeren. m Opkronen bomen tot m vrije stam. st.5 Snoeien haag x per jaar: twee zijkanten en bovenkant, haag >,50 m. m.50 Snoeien meidoornstruiken: hoogte tot 5,00 m, incl. afvoeren snoeihout. st 3.50 Strook grasland (4m breed) obstakelvrij houden, exclusief afvoeren maaisel. m Verwijderen bomen en struiken op oeverzwaluwwand: vellen, geen wortels verwijderen, diameter tot 0 cm, inclusief afvoeren materiaal. st.50 Verwijderen houtige gewassen hoger dan 50 cm en afvoeren materiaal. m 0.05 Verwijderen oeverplanten en houtige gewassen uit watergang voor winter, inclusief materiaal afvoeren. m januari 0 versie a

44 NR-DOC-087-a Soort Maatregelen Zone voor oeverzwaluwwand vrijhouden van houtige gewassen: maaien gewas, gras, ruigte opslag, inclusief afvoeren materiaal. Inspectie vegetatie Eenheid Eenheidsprijs ( ) m dag 000 Sedimentbeheer Aanvullen sediment boven bijvoorbeeld leidingen: lev en aanbrengen zand. m Aanvullen oeverzwaluwwand (m lang, m hoog) met kleihoudend zand: machinaal, incl. levering. m Afvoeren en storten slib etc (van baggeren): stortkosten (geen transportkosten, zitten vaak bij de maatregel. ton Herstel vertrapping oever: met teelaarde. m Inspectie erosie bodem dag 000 Inspectie kleilaag aan achterkant kribben (500 m/h). m 0.0 Recht afsteken oeverzwaluwwand (m hoog, kleihoudend zand): machinaal. m.50 Schade aan waterkering herstellen: lev en aanbrengen klei. m Schonen poel (met instandhouding van 5% waterbodem en oeverbegroeiing). m.50 Schonen watergang (x per 5-0 jaar): op de kant spreiden. m Schonen watergang, nat baggeren (x per 5-0 jaar) gefaseerd: op de kant spreiden. m Beheer kunstwerken en verhardingen Jaarlijkse schouw waterkering (500 m/h). m 0.0 Inspectie en klein herstel constructie duiker. st Inspectie en klein onderhoud afsluitende klep in coupure. st Inspectie en klein onderhoud coupure ( keer per jaar). st Inspectie en klein onderhoud grasbetonstenen 4m breed 30 cm onder water (doorwaadbare plaats). m 5.00 Inspectie en klein onderhoud halfverharding m 0.7 Verwijderen obstakels voor doorstroming uit duiker. st reinigen verharding x per jaar m 0. reinigen berm x per jaar m 0.3 maaien bermstrook m x per jaar m 0.07 gedeeltelijk herstraten m.08 Beheer terreinmeubilair Verwijderen vegetatie uit terreinmeubilair ivm hoogwaterveiligheid dag 000 Inspectie en klein onderhoud eenvoudige rasters incl vuilverwijdering(paal en draad). m.00 Groot onderhoud bank = vervangen bank. st Inspectie en klein onderhoud afvalbak en bank: gerekend met stuks/dag. st Inspectie en klein onderhoud klaphekken: gerekend met 5 stuks/dag. st Inspectie en klein onderhoud schapengaas. m januari 0 versie a

45 NR-DOC-087-a Soort Maatregelen Eenheid Eenheidsprijs ( ) Inspectie en klein onderhoud toegangshek: gerekend met 5 stuks/dag. st 0.00 Inspectie en klein onderhoud veeroosters met paaltje (tegen gemotoriseerd verkeer). st Inspectie en klein onderhoud veeroosters. st Legen afvalbak: gerekend met 0 stuks/dag. st Inspectie nestkasten dag 000 Parkeerplaats Parkeerplaats herstraten verharding; 5% v.h.opp.; 0% nieuw materiaal; 3x in 4 jaar, daarna vervanging, BSS. Parkeerplaats gladheidbestrijding buiten beschouwing gelaten, i.v.m. groot aantal variabelen. m 7.4 n.v.t. Parkeerplaats onkruidbestrijding (vakken en rijbaan), borstelen (vooraan de tractor), tot 3 x per jaar. m 0.30 Parkeerplaats vegen (vakken en rijbaan), met middelzware machine, ook preventief tot 4 x per jaar. m 0.05 Parkeerplaats: inderhoud gras (rechthoek tpv 40 bomen, de rest niet)( tot x maaien per jaar). m 0.04 Parkeerplaats: onderhoud bomen (in gazon of bermgras?). st 9.99 Parkeerplaats: onderhoud hagen aan weerszijde van de P-plaats, hoogte <,50 m (3-zijdig) ( tot x knippen per jaar). m.0 Passantensteiger x per 5 jaar een technische inspectie en bijbehorend onderhoud uitvoeren., x per jaar maaien water- en oevervegetatie rond steiger. m 0.08 x per jaar reinigen., Bodemdiepte op peil houden: x per jaar peilen en indien nodig bodempeil herstellen., Levensduur niet verwijderbare onderdelen bedraagd 50 jaar. 47, Verwijderen steiger in de winter (excl. stallingskosten) 5000 Vervanging verwijderbare onderdelen., * Bij materiaal afvoeren: transportafstand tot 5 km. Voor het storten van maaisel/bagger is een schatting gemaakt van het vrijkomende gewicht. Voor het storten is een prijs van 40 euro/ton aangehouden. Hoeveel het storten van het maaisel daadwerkelijk gaat kosten is afhankelijk van de uiteindelijke verwerker/afnemer. Wanneer het maaisel kan worden ingezet als biobrandstof en/of voedsel voor dieren kunnen de kosten aanzienlijk lager uitpakken en mogelijk worden omgezet in baten..3 Kostenoverzicht De Tollewaard Op basis van bovenstaande eenheidsprijzen is een totaal beheerkostenoverzicht gemaakt voor de maatregel Uiterwaardverlaging De Tollewaard. Dit overzicht is opgenomen in bijlage 9. In Bijlage 0 is een overzicht opgenomen van de monitoringskosten voor de maatregel Uiterwaardvergraving De Tollewaard januari 0 versie a

46 NR-DOC-087-a 7 Bijlage : Definitief ontwerp NR-TEK-SIT-9/97/98-B 4 0 januari 0 versie a

47 RT VERPLAATSEN ANAF KRUIN DIJK) RIVIEROEVER VERLAGEN Neder Rijn LEGENDA: PROJECTGRENS GASLEIDING " (NUON) EFFLUENTLEIDING PVC 35 (WSRL) NIEUW TRACE NUTSLEIDINGEN STRUINPAD (.50m GEMAAID GRAS) BESTAANDE AFRASTERING EN POORT NIEUWE AFRASTERING HAAG MANTEL OOIBOS STOBBEWAL VEEROOSTER KLEIIGE BOVENGROND HALFVERHARDING AANBRENGEN DUIKER 500 B.O.B. SLOOTBODEM +0.m T.P.V. KRUIN VOORZIEN VAN KWELSCHERM ASFALT BETONBLOKKENMAT F F AANBRENGEN UITSTROOMBAK INCL. SCHOTBALKSPONNING KADE ONTGRAVEN TOT MAAIVELD STORTSTEEN MAAIVELD VERLAGEN LAAGTE AANVULLEN AANBRENGEN UITSTROOMBAK INCL. SCHOTBALKSPONNING HARDHOUT OOIBOS NATUURVRIENDELIJKE OEVER BOOM HANDHAVEN BOOM PLANTEN HARDHOUT OOIBOS OPP 395 m SOORTEN: EIK, IEP, ES WILDVERBAND, GROEPEN 5-5 EX PER SOORT PLANTAFSTAND H.O.H..50m 7a LAAGTE AANVULLEN 9 PASSEERPLAATS J N J VOGELEILAND WATERPARTIJ HANDHAVEN IJSVOGELWAND GASLEIDING HANDHAVEN STEILE WAND T.B.V OEVERZWALUW (ZIE PRINCIPEDETAIL) POORT VERPLAATSEN (VANAF KRUIN DIJK) AANLEGGEN SLOOT ZODAT EILAND ONTSTAAT BODEMHOOGTE DAM M M D D C C L L AANBRENGEN DUIKER 500 B.O.B. SLOOTBODEM +0.m T.P.V. KRUIN VOORZIEN VAN KWELSCHERM F F AANBRENGEN UITSTROOMBAK INCL. SCHOTBALKSPONNING AANBRENGEN UITSTROOMBAK INCL. SCHOTBALKSPONNING 7 3 BESTAANDE STUW m NIEUWE BRUG (3m) ONDERZIJDE BRUG VOORZIEN VAN NESTKASTEN VOOR DE BOERENZWALUW (TOTAAL 0 STUKS) WANDEL-FIETSPAD HALFVERHARDING BREED.00m Boskalis bv

48 HARDHOUT OOIBOS OPP 395 m SOORTEN: EIK, IEP, ES WILDVERBAND, GROEPEN 5-5 EX PER SOORT PLANTAFSTAND H.O.H..50m RIVIEROEVER VERLAGEN BOSRAND OOIBOS (MANTEL) MEIDOORN, SLEEDOORN, WEGEDOORN, KARDINAALMUTS EN VOGELKERS DUBBELE RIJ, AFSTAND 0.50m PLANTAFSTAND 0.5m PASSEERPLAATS 4 LEGENDA: PROJECTGRENS GASLEIDING " (NUON) EFFLUENTLEIDING PVC 35 (WSRL) NIEUW TRACE NUTSLEIDINGEN STRUINPAD (.50m GEMAAID GRAS) BESTAANDE AFRASTERING EN POORT NIEUWE AFRASTERING HAAG MANTEL OOIBOS STOBBEWAL VEEROOSTER KLEIIGE BOVENGROND HALFVERHARDING ASFALT BETONBLOKKENMAT 39 STORTSTEEN 7a RIVIEROEVER VERLAGEN Neder Rijn 37 MAAIVELD VERLAGEN 9 PASSEERPLAATS LAAGTE AANVULLEN N N ENKELE ZANDIGE OPEN PLEKKEN OP ZUIDHELLING T.B.V. SLANGEN B B 35 HARDHOUT OOIBOS NATUURVRIENDELIJKE OEVER BOOM HANDHAVEN BOOM PLANTEN RIVIEROEVER VERLAGEN GASLEIDING HANDHAVEN PASSEERPLAATS +9.0 D D C C L L K K WATERPARTIJ HANDHAVEN WATERPARTIJ HANDHAVEN EFFLUENTLEIDING PVC 35 VERVANGEN DOOR PE 400 (ELASTISCH LEGGEN) 5.00 Neder Rijn WATERPARTIJ HANDHAVEN NIEUWE BRUG (3m) ONDERZIJDE BRUG VOORZIEN VAN NESTKASTEN VOOR DE BOERENZWALUW (TOTAAL 0 STUKS) VERPLAATSEN PAARDENBAK 9 WANDEL-FIETSPAD HALFVERHARDING BREED.00m 3a 5 3 UITSTROOMVOORZIENING, VOORZIEN VAN TERUGSLAGKLEP EN VUILROOSTER E E 9a H H KLINKWETERING HANDHAVEN AANBRENGEN DAM MET DUIKER BETON 500mm L=7.00m B.O.B. SLOOTBODEM +0.0m m 8 3 P P DUIKER HANDHAVEN WATERPARTIJ HANDHAVEN 0 Boskalis bv

49 VERVANGEN DOOR PE 400 (ELASTISCH LEGGEN) 9 Neder Rijn Neder Rijn 3a a Nede Neder Rijn 47 IN BERM WEG EN TALUD TERP GRASBETONTEGELS AANBRENGEN 45 KADE ONTGRAVEN TOT MAAIVELD (± +7.00) DUIKER HANDHAVEN 8 WATERPARTIJ HANDHAVEN WANDEL-FIETSPAD HALFVERHARDING, BREED.00m A A RIVIEROEVER VERLAGEN Neder Rijn LEGENDA: PROJECTGRENS GASLEIDING " (NUON) EFFLUENTLEIDING PVC 35 (WSRL) NIEUW TRACE NUTSLEIDINGEN STRUINPAD (.50m GEMAAID GRAS) BESTAANDE AFRASTERING EN POORT NIEUWE AFRASTERING HAAG MANTEL OOIBOS STOBBEWAL VEEROOSTER KLEIIGE BOVENGROND HALFVERHARDING ASFALT BETONBLOKKENMAT STORTSTEEN MAAIVELD VERLAGEN LAAGTE AANVULLEN AFSLUITPAAL RIVIEROEVER VERLAGEN HARDHOUT OOIBOS NATUURVRIENDELIJKE OEVER BOOM HANDHAVEN BOOM PLANTEN AANSLUITEN OP BESTAANDE AFRASTERING bos m Boskalis bv

50 NR-DOC-087-a 8 Bijlage : Interventiekaart NR-TEK-SIT-3-A 47 0 januari 0 versie a

51 3 7 7a Neder Rijn Neder Rijn 9 bos Neder Rijn Neder Rijn 3 3a 9a 9 5 Neder Rijn Rijnbandijk Neder Rijn bos 7 Drosseweg Drosseweg bos Waaiweg a Beemdsestraat bos Bontemorgen Bontemorgen a Langewei Langewei Rijnbandijk Verhuizensestraat 3 Langewei Berkenweg a 37 De Stichtse Rand a 9 Berkenweg De Stichtse Rand a 5 7 Stokweg Stokweg Stokweg trafo a Remmerden b a 9b Remmerden Remmerden a 8 30b Remmerden a a 9 trafo 98 Remmerden 48 9f Addenshoeve Addenshoeve W.I.U. W.I.U Steenoven b trafo b 4a 4c a a/b 4 STEENOVEN a Tasveld 3 0a 0b 7a/h a VERKLARING NATUURLIJK GRASLAND PLASSEN OOIBOS PRODUCTIE GRASLAND HEGGEN LAANBEPLANTING ZEGGE OPEN RUIGTE RIET m Boskalis bv m

52 NR-DOC-087-a 9 Bijlage 3: Inrichtingskaart NR-TEK-SIT-9-A 48 0 januari 0 versie a

53 VERKLARING HEGGEN NATUURLIJK GRASLAND PLASSEN OOIBOS PRODUCTIE GRASLAND LAANBEPLANTING ZEGGE OPEN RUIGTE RIET VERHARD TERREIN 3 7 7a Neder Rijn Neder Rijn 9 bos Neder Rijn Neder Rijn 3 3a 9a 9 5 k Neder Rijn bos 7 Drosseweg Drosseweg bos Waaiweg a Beemdsestraat bos Bontemorgen Bontemorgen a Langewei Langewei k Verhuizensestraat 3 Langewei Berkenweg a 37 De Stichtse Rand a 9 Berkenweg De Stichtse Rand a 5 7 Stokweg Stokweg Stokweg trafo a Remmerden b a 9b Remmerden Remmerden a 8 30b Remmerden a a 9 trafo 98 Remmerden 48 9f Addenshoeve Addenshoeve W.I.U. W.I.U Steenoven b trafo b 4a 4c a a/b 4 STEENOVEN a Tasveld 3 0a 0b 7a/h a m Boskalis bv m

54 NR-DOC-087-a 0 Bijlage 4: Beheerverklaringen Overzicht instemming beheerders De Tollewaard heeft in de diverse bijeenkomsten van de ABG en in het overleg over het beheerplan aangegeven het toekomstige natuurgebied in principe te willen beheren. Op basis van de gevoerde gesprekken is bijgevoegde verklaring opgesteld. Deze is nog niet bevestigd. De verklaart betrokken te zijn geweest bij het opstellen van de Beheerplannen Uiterwaardverlaging Tollewaard, Uiterwaardverlaging Middelwaard en Uiterwaardverlaging Doorwerthse Waarden en is in principe bereid om de aan haar toegewezen objecten te beheren na realisatie. Hierbij moeten de volgende zaken nog geregeld en uitgewerkt worden voordat het beheer daadwerkelijk overgenomen kan worden: A Voldoende zekerheid over financiering van de beschreven beheerstaken; B Effectuering van de principe-afspraken met Rijkswaterstaat over het beheer van de rivieroever; C Nader inzicht in en afhechting van de consequenties van het Stroomlijn-project van Rijkswaterstaat voor inrichting en beheer van het plangebied; D Nadere afstemming met Waterschap Rivierenland over de raakvlakken met betrekking tot de primaire waterkering en de leggerwatergang, alsmede de bereikbaarheid van het inlaatwerk Bonte Morgen. E Nadere afstemming met de heer Timmer als eigenaar van grond onder het beoogde pad tussen de steenfabriek in de Doorwerthse Waarden en de paden rond Kasteel Doorwerth; F Vastgestelde vergunbaarheid van de plannen; Boskalis spant zich in om de punten die binnen haar bereik liggen te realiseren gedurende de looptijd van het project, waar nodig in samenwerking met Rijkswaterstaat en andere betrokkenen zoals overige beheerders van andere objecten binnen het plangebied. Gedurende 0 wordt driemaandelijks de voortgang met betrekking tot deze punten doorgesproken tussen Het Geldersch, Rijkswaterstaat en Boskalis. In het vierde kwartaal van 0, voor aanvang van de werkzaamheden, wordt gezamenlijk en zonodig op bestuurlijk niveau vastgesteld of er voldoende vertrouwen is dat het project na realisatie definitief kan worden overgedragen, danwel dat er een andere, eventuele tijdelijke oplossing voorhanden is. De gemeente Buren heeft nog niet aangegeven de infrastructuur in De Tollewaard te willen beheren. Er vindt nog nader overleg plaats. De gemeente Buren verklaart betrokken te zijn geweest bij het opstellen van de Beheerplannen Uiterwaardverlaging Tollewaard en Uiterwaardverlaging Middelwaard en is in principe bereid om de aan haar toegewezen objecten te beheren na realisatie. Hierbij moeten de volgende zaken nog geregeld en uitgewerkt worden voordat het beheer daadwerkelijk overgenomen kan worden: A Nadere afstemming inclusief financiële overeenkomsten met Rijkswaterstaat en bedrijven op de terpen over beheer en dagelijks onderhoud van de nieuwe infrastructuur in de Tollewaard; B Een vergunde situatie januari 0 versie a

55 NR-DOC-087-a Boskalis spant zich in om de punten die binnen haar bereik liggen te realiseren gedurende de looptijd van het project, waar nodig in samenwerking met Rijkswaterstaat en andere betrokkenen zoals overige beheerders van andere objecten binnen het plangebied. Gedurende 0 wordt driemaandelijks de voortgang met betrekking tot deze punten doorgesproken tussen gemeente Buren, Rijkswaterstaat en Boskalis. In het vierde kwartaal van 0, voor aanvang van de werkzaamheden, wordt gezamenlijk en zonodig op bestuurlijk niveau vastgesteld of er voldoende vertrouwen is dat het project na realisatie definitief kan worden overgedragen, danwel dat er een andere, eventuele tijdelijke oplossing voorhanden is januari 0 versie a

56 Bijlage 5: Tabel vegetatie-eenheden 4 Maatregelen

57 NR-DOC-087-a 5 0 januari 0 versie a

58 NR-DOC-087-a 53 0 januari 0 versie a

59 NR-DOC-087-a 54 0 januari 0 versie a

Beheer- en onderhoudsplan Middelwaard

Beheer- en onderhoudsplan Middelwaard Document historie Revisienummer. Revisie datum Aanpassingen 0a 07-12-2011 Eerste concept 0b 13-12-2011 Concept voor beheerders 1a 20-01-2012 Alle opmerkingen verwerkt, gereed voor verzending 2a 09-03-2012

Nadere informatie

Beheer- en onderhoudsplan Elst

Beheer- en onderhoudsplan Elst Beheer- en onderhoudsplan Elst Boskalis bv Project: 4 Maatregelen Nederrijn Zaaknummer: 310384 Documentnummer: Werkpakketcode: 3.3.1 Documentstatus: Versie: a Datum: 9 maart 01 Naam Paraaf Datum Opgesteld:

Nadere informatie

Witteveen+Bos, RW /torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning

Witteveen+Bos, RW /torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning 2 Witteveen+Bos, RW1809-303-20/torm/027 definitief d.d. 26 maart 2012, toelichting aanvraag watervergunning BIJLAGE O1-4 PROJECTBESCHRIJVING 1. PROJECTBESCHRIJVING 1.1. Aanleiding De hoogwatersituaties

Nadere informatie

Samenvatting PlanMER, obstakelverwijdering Elst

Samenvatting PlanMER, obstakelverwijdering Elst 2 21 mei 2012 versie 1a Document historie Revisienummer. Revisie datum Aanpassingen 0a 13 april 2012 Eerste concept 1a 21 mei 2011 Alle opmerkingen verwerkt 3 21 mei 2012 versie 1a 1 Samenvatting Voor

Nadere informatie

Rapportage Morfologische effecten deelproject De Tollewaard

Rapportage Morfologische effecten deelproject De Tollewaard Rapportage Morfologische effecten deelproject De Tollewaard NR-RAP-104 2 9 maart 2012 versie 2a Rapportage Morfologische effecten deelproject De Tollewaard NR-RAP-104 Document historie Revisienummer. Revisie

Nadere informatie

Rivierverruiming Uiterwaarden Neder-Rijn

Rivierverruiming Uiterwaarden Neder-Rijn Nieuwsbrief Jaargang 1 Nummer 1 Maart 2010 Rivierverruiming Uiterwaarden Neder-Rijn Beste bewoner, Alstublieft. We bieden u de eerste nieuwsbrief aan over rivierverruiming in de uiterwaarden van de Neder-Rijn.

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van tnftastructuur en Milieu M.E.R.-BEOORDELINGSNOTITIE STROOMLI]N MAAS, FASE 3, TRANCHE $ Deelgebied Lithse Ham Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Datum

Nadere informatie

Bijlage 1. Toelichting Aanvraag Omgevingsvergunning Stroomlijn Nederrijn en Lek spoor 1 Molenwaard

Bijlage 1. Toelichting Aanvraag Omgevingsvergunning Stroomlijn Nederrijn en Lek spoor 1 Molenwaard Bijlage 1. Toelichting Aanvraag Omgevingsvergunning Stroomlijn Nederrijn en Lek spoor 1 Molenwaard Onderwerp Dit document betreft de aanvraag voor het werkzaamheden in de uiterwaarden van de gemeente Molenwaard.

Nadere informatie

Hydraulische beoordeling nieuwe waterkering Alexander, Roermond. WAQUA-simulaties ten behoeve van Waterwetaanvraag

Hydraulische beoordeling nieuwe waterkering Alexander, Roermond. WAQUA-simulaties ten behoeve van Waterwetaanvraag nieuwe waterkering Alexander, Roermond WAQUA-simulaties ten behoeve van Waterwetaanvraag i Datum 17 maart 2014 Status Concept, versie 0.2 Project P0056.9 Naam Paraaf Datum Auteur Drs. R.C. Agtersloot 17-03-2014

Nadere informatie

notitie Grondbank GMG 1. INLEIDING

notitie Grondbank GMG 1. INLEIDING notitie Witteveen+Bos van Twickelostraat 2 postbus 233 7400 AE Deventer telefoon 0570 69 79 11 telefax 0570 69 73 44 www.witteveenbos.nl onderwerp project opdrachtgever projectcode referentie opgemaakt

Nadere informatie

AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING VOOR PROGRAMMA STROOMLIJN

AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING VOOR PROGRAMMA STROOMLIJN D151873397 AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING VOOR PROGRAMMA STROOMLIJN LET OP: Op deze aanvraag is de rijkscoördinatieregeling van toepassing, contactpersoon in uw gemeente is dhr. W. van de Lest. Onderwerp

Nadere informatie

Ruimte voor de Rivier Nederrijn - Tollewaard

Ruimte voor de Rivier Nederrijn - Tollewaard Ruimte voor de Rivier Nederrijn - Tollewaard Projectplan ex. artikel 5.4, lid 1 Waterwet Ontwerpbesluit Datum 03-07-2012 Pagina 1 van 27 Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 1.1. Aanleiding...3 1.2. Projectplanplicht...3

Nadere informatie

Bijlandse Waard. Herinrichting voor veiligheid, natuur en beleving

Bijlandse Waard. Herinrichting voor veiligheid, natuur en beleving Bijlandse Waard Herinrichting voor veiligheid, natuur en beleving Mogelijkheden voor recreatie Het centrale deel van de Bijlandse Waard wordt een stil gebied om flora en fauna te beschermen. De randen

Nadere informatie

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn

Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Ecologische verbindingszone Omval - Kolhorn Watertoets Definitief Provincie Noord Holland Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 11 december 2009 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Inrichting watersysteem...

Nadere informatie

Doel van de informatiebijeenkomst

Doel van de informatiebijeenkomst Zomerbedverlaging Beneden-IJssel Jacqueline Bulsink Informatiebijeenkomst 12 oktober 2011 Doel van de informatiebijeenkomst Informeren over resultaten planstudie Zomerbedverlaging Beneden- IJssel Gelegenheid

Nadere informatie

Rapportage hydraulisch en morfologisch onderzoek DO Middelwaard

Rapportage hydraulisch en morfologisch onderzoek DO Middelwaard 2 9 maart 2012- versie 2a Document historie Revisienummer. Revisie datum Aanpassingen 0a 24 oktober 2011 Eerste concept 0b 10 december 2011 Tweede concept 0c 15 december 2011 Derde concept 1a 23 december

Nadere informatie

Rapportage hydraulisch en morfologisch onderzoek DO Elst

Rapportage hydraulisch en morfologisch onderzoek DO Elst 2 9 maart 2012 versie2a Document historie Revisienummer. Revisie datum Aanpassingen 0a 24 oktober 2011 Eerste concept 0b 12 december 2011 Tweede concept 0c 15 december 2011 Opmerkingen DJZ verwerkt. 1a

Nadere informatie

RWSZ Beslissing m.e.r.-beoordelingsnotitie Programma Stroomlijn in de uiterwaarden van de IJssel (deelgebied 5) tranche 4.

RWSZ Beslissing m.e.r.-beoordelingsnotitie Programma Stroomlijn in de uiterwaarden van de IJssel (deelgebied 5) tranche 4. Contactpersoon C. Veldman medewerker advisering christel.veldman@rws.nl Ons kenmerk RWSZ2017-00003697 Beslissing m.e.r.-beoordelingsnotitie Programma Stroomlijn in de uiterwaarden van de IJssel (deelgebied

Nadere informatie

Zomerbedverlaging Beneden-IJssel. Kampen

Zomerbedverlaging Beneden-IJssel. Kampen Zomerbedverlaging Beneden-IJssel Notitie Samenhang RvRmaatregelen rond Zwolle en Kampen 20 mei 2010 Samenvatting In deze notitie wordt de relatie en samenhang tussen de maatregelen van Ruimte voor de Rivier

Nadere informatie

Bijlage C: Pakketten maatregel fijne dooradering behorende bij Groen Blauw Stimuleringskader Noord-Brabant

Bijlage C: Pakketten maatregel fijne dooradering behorende bij Groen Blauw Stimuleringskader Noord-Brabant Deze bijlage behoort bij de Subsidieregeling Groen Blauw Stimuleringskader Noord-Brabant, vastgesteld bij besluit van Gedeputeerde Staten van 16 december 2008, nr. 1475112 Bijlage C: Pakketten maatregel

Nadere informatie

Ruimte voor de Rivier / Obstakelverwijdering Nederrijn Elst, gemeente Rhenen

Ruimte voor de Rivier / Obstakelverwijdering Nederrijn Elst, gemeente Rhenen Ruimte voor de Rivier / Obstakelverwijdering Nederrijn Elst, gemeente Rhenen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 oktober 2012 / rapportnummer 2705 57 1. Oordeel over het MER Boskalis werkt

Nadere informatie

WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD.

WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD. WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD. In onderstaande werkprotocollen geeft de tabel aan waneer de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. In de tabel wordt

Nadere informatie

Nr. Element Werkzaamheden Bestemmingsplan Bestemming Beoordeling

Nr. Element Werkzaamheden Bestemmingsplan Bestemming Beoordeling ONDERWERP Bestemmingsplan check DO 22 Venlo ONZE REFERENTIE 078791243 0.7 DATUM 07-04-2016 VAN Wouter Nijhof In uiterwaarde 22 Venlo is het volgende bestemminsplan vigerend: Bestemmingsplan In de tabel

Nadere informatie

Tabel 1. Overzicht bestemmingen en daaruit voortkomende aanvullende vergunningsaanvragen per element. Omg. werk- Buitengebied 2008 Rivierbed

Tabel 1. Overzicht bestemmingen en daaruit voortkomende aanvullende vergunningsaanvragen per element. Omg. werk- Buitengebied 2008 Rivierbed ONDERWERP Bestemmingsplan check DO 48 de Maasheggen ONZE REFERENTIE 078791251 0.2 DATUM 15-1-2016 VAN Maaike Groendijk In ontwerpgebied 48 de Maasheggen is één vigerend bestemmingsplan: Buitengebied 2008

Nadere informatie

Watervergunning. Datum 27 september Zaaknummer 16570

Watervergunning. Datum 27 september Zaaknummer 16570 Watervergunning Voor het dempen, graven en verbreden van (een) watergang(en) en het aanleggen van plasbermen op de locatie bij Heeswijk 120 in Montfoort Datum 27 september 2017 Zaaknummer 16570 Poldermolen

Nadere informatie

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet

ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet ONTWERP-PROJECTPLAN WATERWET ex art. 5.4 Waterwet Datum: 10 februari 2016 Kenmerk: 201600150 Onderwerp: ontwerp-projectplan voor de realisatie van maatregelen ten behoeve van het nieuwe peilgebied Nieuw-Lekkerland

Nadere informatie

Versie Omschrijving Auteur(s) Datum 1 D J Timmer 19-03-2013 2 Aanvullende tekst par 3.3.3

Versie Omschrijving Auteur(s) Datum 1 D J Timmer 19-03-2013 2 Aanvullende tekst par 3.3.3 COLOFON Opdrachtgever Project : Waterschap Rivierenland : Rivierverruiming Munnikenland Contractnummer : 110264 Status : Definitief Datum : 05-07-2013 Opsteller : D J Timmer Versie Omschrijving Auteur(s)

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu M.E.RBEOORDELINGSNOTITIE STROOMLIJN MAAS, DEELGEBIED 3, TRANCHE 1 Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Datum RWS-2016/4724 Onderwerp

Nadere informatie

Gedragscode Flora- en faunawet voor de Waterschappen

Gedragscode Flora- en faunawet voor de Waterschappen Gedragscode Flora- en faunawet voor de Waterschappen Werkprotocollen Definitief Waterschap Zuiderzeeland Grontmij Nederland bv Lelystad, 28 november 2007 Verantwoording Titel : Gedragscode Flora- en faunawet

Nadere informatie

Uitgelicht: Uitleg over de versterking van de dijk langs het Zwarte Meer

Uitgelicht: Uitleg over de versterking van de dijk langs het Zwarte Meer Uitgelicht: Uitleg over de versterking van de dijk langs het Zwarte Meer Onlangs hebt u een nieuwsbrief ontvangen met informatie over de projecten op de Kampereilanden om de waterveiligheid te verbeteren.

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu M.E.RBEOORDELINGSNOTITIE STROOMLI]N MAAS, DEELGEBIED 3, TRANCHE 3 Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu RWS-2017/8211 Onderwerp

Nadere informatie

1 Verslag 2 effectbepaling Rivierkundige effecten Via15 Depots Scherpekamp

1 Verslag 2 effectbepaling Rivierkundige effecten Via15 Depots Scherpekamp 1 Verslag 2 effectbepaling Rivierkundige effecten Via15 26/08/15 06-83 98 30 64 claus@uflow.nl www.uflow.nl Hoenloseweg 3 8121 DS Olst Aan: Mevr. I. Dibbets, Dhr. F. Berben Cc Mevr. S. Malakouti Rijkswaterstaat

Nadere informatie

Projectplan Grechtkade oost

Projectplan Grechtkade oost Projectplan Grechtkade oost Inspraaknota Vastgesteld door het Algemeen Bestuur op Verantwoording Titel: Projectplan Grechtkade oost Auteur: Marian Marcek (WSB) / Marten van der Hoeve (IB) Document: 567811

Nadere informatie

PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING

PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PLANBESCHRIJVING HOLLAREPOLDER, JOANNA-MARIAPOLDER PZDT-R-11199 ONTW. VERBETERING STEENBEKLEDING PROJECTBUREAU ZEEWERINGEN 7 juli 2011 075609261:A - Definitief C03011.000173.0100 Samenvatting In 2013 vindt

Nadere informatie

Inhoudelijke overwegingen RvR Project Vier Maatregelen Nederrijn; deelgebied Tollewaard

Inhoudelijke overwegingen RvR Project Vier Maatregelen Nederrijn; deelgebied Tollewaard Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG www.rijksoverheid.nl/eleni Bijlage nummer 1 Horend bij Vergunning Nb-wet 1998 Onze referentie Contactpersoon Inhoudelijke overwegingen RvR Project Vier Maatregelen Nederrijn;

Nadere informatie

Ons kenmerk OMGM-BRIF BEA-Vergunningaanvraag Tranche 3 Stroomlijn Voorst Datum 29 februari 2016

Ons kenmerk OMGM-BRIF BEA-Vergunningaanvraag Tranche 3 Stroomlijn Voorst Datum 29 februari 2016 Behoort bij ontwerpbesluit van Burgemeester en Wethouders van de gemeente VOORST COURANT Nr. Z-HZ_WABO-2016-0210 Handelskade 37 Postbus 133 Mij bekend, 7400 De AC Secretaris Deventer Postbus 133, 7400

Nadere informatie

voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS

voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS Archimedesweg 1 W.N. van der Heeden postadres: postbus 156 2300 AD Leiden telefoon (071) 3 063 063 Versie / Oplage: telefax (071) 5 123 916

Nadere informatie

Bestemmingsplan Enkelbestemming Beoordeling

Bestemmingsplan Enkelbestemming Beoordeling ONDERWERP Bestemmingsplan check DO 42 Zoetepasweiden ONZE REFERENTIE 078791258 0.2 DATUM 19-1-2016 VAN Wouter Nijhof In uiterwaarde 42 Zoetepasweiden is het volgende bestemminsplannen vigerend: Bestemmingsplan

Nadere informatie

De noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart

De noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart De noordse woelmuis en de waterspitsmuis langs de Boonervliet en Vlaardingervaart Notitie met betrekking tot de te verwachten effecten op de noordse woelmuis en de waterspitsmuis door de aanleg van natuurvriendelijke

Nadere informatie

26 Aanbrengen van grond bij een waterkering

26 Aanbrengen van grond bij een waterkering 26 Aanbrengen van grond bij een waterkering 26.1 Inleiding In dit hoofdstuk staat het aanbrengen van grond bij waterkeringen centraal. Onder deze handeling wordt verstaan: - opvullen van gaten en kuilen;

Nadere informatie

Busbaan langs de Kruisvaart

Busbaan langs de Kruisvaart Busbaan langs de Kruisvaart Onderzoek Flora en Fauna Opdrachtgever ITC Utrecht B.V. De heer P. van Sterkenburg Ondertekenaar Movares Nederland B.V. ir. W.J. Arnold Kenmerk D83-WAR-KA-1200532 v1.0 - Versie

Nadere informatie

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek

Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek Projectplan (ontwerpbesluit) Aanpassen Heelsumse beek 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Dit Projectplan gaat over het aanpassen van de Heelsumse beek vanaf de N225 tot aan de

Nadere informatie

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182

Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Notitie Referentienummer Datum Kenmerk GM-0055696 16 februari 2012 313182 Betreft Actualisatie locatieonderzoek natuurwaarden 1 Aanleiding In 2007 is door Grontmij het Locatieonderzoek natuurwaarden Projectlocatiegebied

Nadere informatie

Vechtpark Hardenberg Schetsontwerpen Baalder uiterwaard & Radewijkerbeek. 5 juli 2016

Vechtpark Hardenberg Schetsontwerpen Baalder uiterwaard & Radewijkerbeek. 5 juli 2016 Vechtpark Hardenberg Schetsontwerpen Baalder uiterwaard & Radewijkerbeek 5 juli 2016 Programma 1. Welkom en inleiding (Pieter Jelle Damsté) 2. Aanleiding (Pieter Jelle Damsté) 3. Terugblik ontwerpproces

Nadere informatie

* * Omgevingsvergunning * * Aanvraagnummer (OLO) :

* * Omgevingsvergunning * * Aanvraagnummer (OLO) : *16-0435795* *16-0435795* Omgevingsvergunning Kenmerk : WABO-2015-0609 Aanvraagnummer (OLO) : 2068731 Aanvrager : ARCADIS Nederland Onderwerp : het vellen/rooien van houtgewas en het kappen van bomen Locatie

Nadere informatie

Bijlage 1 Onderzoek ecologie

Bijlage 1 Onderzoek ecologie Bijlage 1 Onderzoek ecologie In dit bureauonderzoek is de bestaande situatie vanuit ecologisch oogpunt beschreven en is vermeld welke ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt. Vervolgens is aangegeven waaraan

Nadere informatie

bes U t Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

bes U t Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu bes U t RWS Oost-Nederland Eusebiusbuitensïngel 66 6828 HZ Arnhem Postbus 25 6200 MA Maastricht T 088-7974900 www.rijkswaterstaat. fl1 18 mei 2017

Nadere informatie

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f

Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f Projectplan verdrogingsbestrijding Empese en Tondense Heide D e f i n i t i e f 26 juni 2013 1 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? Zowel binnen als buiten het natuurgebied Empese

Nadere informatie

Watervergunning. Voor het verwijderen van een brug en het aanleggen van een dam met duiker op de locatie bij Gruttostraat 1 in Benschop

Watervergunning. Voor het verwijderen van een brug en het aanleggen van een dam met duiker op de locatie bij Gruttostraat 1 in Benschop Watervergunning Voor het verwijderen van een brug en het aanleggen van een dam met duiker op de locatie bij Gruttostraat 1 in Benschop Datum 14 juli 2017 Zaaknummer 13919 Poldermolen 2 Postbus 550 3990

Nadere informatie

Ruimte voor de Waal - Nijmegen Verificatie Ruimtelijk Plan Hydraulica

Ruimte voor de Waal - Nijmegen Verificatie Ruimtelijk Plan Hydraulica Ruimte voor de Waal - Nijmegen Verificatie Ruimtelijk Plan Hydraulica Gemeente Nijmegen 1 oktober 2010 Definitief rapport 9V0718.05 A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND B.V. KUST & RIVIEREN Barbarossastraat

Nadere informatie

Notitie flora en fauna

Notitie flora en fauna Notitie flora en fauna Titel/locatie Projectnummer: 6306 Datum: 11-6-2013 Opgesteld: Rosalie Heins Gemeente Baarn is voornemens om op de locatie van de huidige gemeentewerf een nieuwe brede school ontwikkelen.

Nadere informatie

Natuurontwikkeling en kwaliteitsinvestering landschap

Natuurontwikkeling en kwaliteitsinvestering landschap Natuurontwikkeling en kwaliteitsinvestering landschap ONTWIKKELING NATUURZONE SPORTPARK ELSKENS OOSTERHOUT DATUM: augustus 2014, Landschapsplan en kwaliteitsinvestering Landschap kenmerk: ontwerp-bestemmingsplan

Nadere informatie

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 254564 13 november 2014 254564 Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk 1 Aanleiding en doel De ontwikkelingsmaatschappij Ruimte voor

Nadere informatie

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2 Dit inrichtingsplan is een schets van de door Staatsbosbeheer wenselijk geachte situatie voor de verbindingszone tussen

Nadere informatie

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe PROJECTPLAN WATERWET Datum 14 december 2015 Projectnummer P205508 Onderwerp Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe besluit het

Nadere informatie

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 Briefrapport van: ons kenmerk: SAB Arnhem B.V. KUEN/80685 datum: 30 januari 2009 betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1 aanleiding en methode Aan de Bloksteegweg 1, te Borne (gemeente Borne)

Nadere informatie

Definitief ontwerp. Rapportage. Stroomlijn perceel 5 - IJssel Zaaknummer:

Definitief ontwerp. Rapportage. Stroomlijn perceel 5 - IJssel Zaaknummer: Rapportage Definitief ontwerp Stroomlijn perceel 5 - IJssel Kenmerk 31091368-TECM-TEKE-00151-20150408-KT-ontwerp 13110_De Staat_GemKampen V2 Datum 26 maart 2015 Revisienummer 1 Revisiedatum 26 maart 2015

Nadere informatie

: KRW Bentinckswelle : Aanvulling op aanvraag watervergunning LW-AF20122221

: KRW Bentinckswelle : Aanvulling op aanvraag watervergunning LW-AF20122221 HaskoningDHV Nederland B.V. Logo MEMO Aan : Waterschap Vallei en Veluwe Van : Esther van den Akker Kopie : Dossier : BA7927-101-100 Project : KRW Bentinckswelle Betreft : Aanvulling op aanvraag watervergunning

Nadere informatie

Rivierkundige berekeningen Randwijkse Waard Rivierkundige analyse

Rivierkundige berekeningen Randwijkse Waard Rivierkundige analyse Rivierkundige berekeningen Randwijkse Waard 9T5318.A0 Definitief 24 maart 2010 A COMPANY OF HASKONING NEDERLAND B.V. KUST & RIVIEREN Barbarossastraat 35 Postbus 151 6500 AD Nijmegen (024) 328 42 84 Telefoon

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Datum besluit : 16 december 2016 Onderwerp : Natuurbeschermingswet 1998 2015-009185 - gemeente Ede Activiteit : Wijzigen

Nadere informatie

AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING VOOR PROGRAMMA STROOMLIJN

AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING VOOR PROGRAMMA STROOMLIJN AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING VOOR PROGRAMMA STROOMLIJN LET OP: Op deze aanvraag is de rijkscoördinatieregeling van toepassing, contactpersoon in uw gemeente is dhr. H. Kersten van de Omgevingsdienst Rivierenland.

Nadere informatie

Kaart zonneveld Farm Frites gebiedsvisie

Kaart zonneveld Farm Frites gebiedsvisie Kaart zonneveld Farm Frites gebiedsvisie Groene randen Gezien de ligging van het zonneveld is gekozen voor een open uitstraling, de randen worden verzacht met een groen blauwe structuur. Royale watergangen

Nadere informatie

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL Bekijk op https://www.youtube.com/watch?v=pgyczqy-krm voor het herinirichtingplan Sarsven en De Banen. Begin vorige eeuw kwamen plantenliefhebbers uit het hele land al naar

Nadere informatie

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014

: Ruud Tak. MEMO/Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk 1. 1 artikel 3.1. Verordening ruimte provincie Brabant 2014 Onderwerp : Landschappelijke inpassing uitbreiding Roekenbosch te Blitterswijk Projectnummer : 211x07649 Datum : 22 mei 2015, aangepaste versie van 25 maart 2015. Van : Ruud Tak Bij het toestaan van een

Nadere informatie

Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Landschapsplan. Datum 3 april 2014

Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Landschapsplan. Datum 3 april 2014 Tracébesluit N50 Ens-Emmeloord Landschapsplan Datum 3 april 2014 Status definitief Colofon Referentienummer RW1929-28/14-007.031 Uitgegeven door Rijkswaterstaat Midden-Nederland Informatie Telefoon Fax

Nadere informatie

Nieuwe Uitslag van Putten

Nieuwe Uitslag van Putten Beleidslijn Grote Rivieren voor de Willemspolder De gemeente Spijkenisse werkt aan een nieuw bestemmingsplan voor het Buitengebied Zuidoost. Dit bestemmingsplan is deels conserverend van aard, deels worden

Nadere informatie

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet Inleiding Praktisch overal in Nederland komen beschermde soorten flora en fauna voor. Bekende voorbeelden zijn de aanwezigheid van rugstreeppadden op

Nadere informatie

Ontwerpbesluit Projectplan Verbetering Laakkade fase 3a/ Laakverbreding/ Laakzone fase A

Ontwerpbesluit Projectplan Verbetering Laakkade fase 3a/ Laakverbreding/ Laakzone fase A Ontwerpbesluit Projectplan Verbetering Laakkade fase 3a/ Laakverbreding/ Laakzone fase A 1 Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? De Laakkades moeten voldoen aan de gestelde veiligheidsnormen

Nadere informatie

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Opdrachtgever: Ministerie van Verkeer en Waterstaat Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen Achtergrondrapport Vollenhove-Noordoostpolder (dijkring 7) en Vollenhove-Friesland/Groningen (dijkring

Nadere informatie

ONTWERP - OMGEVINGSVERGUNNING

ONTWERP - OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERP - OMGEVINGSVERGUNNING ONTWERPBESLUIT STROOMLIJN Op 19 december 2014 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning ontvangen voor het vellen/rooien van houtgewas activiteit aanleggen werken/werkzaamheden

Nadere informatie

AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING VOOR PROGRAMMA STROOMLIJN

AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING VOOR PROGRAMMA STROOMLIJN AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING VOOR PROGRAMMA STROOMLIJN Onderwerp Aanvraag omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden in de Uiterwaard Greffeling in de gemeente West Maas en Waal.

Nadere informatie

Bijenorchis (Ophrys apifera)

Bijenorchis (Ophrys apifera) Bijenorchis (Ophrys apifera) De onderstaande gebiedstypen kunnen de functie van groeiplaats voor deze soort vervullen. Achter de gebiedstypen staat het hoofdstuknummer waarin de werkzaamheden worden beschreven

Nadere informatie

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins Quickscan Spankerenseweg 20 Dieren februari 2011 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 2 2 Gegevens plangebied... 2 3 Methode... 3 4 Resultaten... 3 4.1 Bureaustudie...

Nadere informatie

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND Wnb hfdst 2 gebieden Artikel 2.7 lid 2 en 3, artikel 2.8 lid 3 en lid 9 en artikel 1.13 Wet natuurbescherming en artikel 2.7 Besluit

Nadere informatie

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer:

Dossiernummer: 23-10-2013 Projectnummer: Bijlagen bij verordening subsidies natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen 2014: 1. Inrichtingseisen natuurvriendelijke oevers en vispaaiplaatsen; 2. Richtlijnen voor natuurvriendelijk onderhoud.

Nadere informatie

Definitief ontwerp (Eis OW110-1, OW110-2, OW320)

Definitief ontwerp (Eis OW110-1, OW110-2, OW320) ONDERWERP DO Zurepasweiden, uiterwaard nummer: 44 DATUM 29-12-2015 PROJECTNUMMER C01041.000136 VAN Ontwerpteam ARCADIS Stroomlijn AAN Projectteam RWS Stroomlijn ONS KENMERK Definitief ontwerp (Eis OW0-1,

Nadere informatie

Gebied: De Drie Polders

Gebied: De Drie Polders Gebied: De Drie Polders Basisschets De basisschets is het resultaat voort gekomen uit twee schetssessies. Onderstaande schets is het streefbeeld waar draagvlak voor is en is de basis geweest voor de nadere

Nadere informatie

Beeldenboek vegetatiebeheer grote rivieren

Beeldenboek vegetatiebeheer grote rivieren Beeldenboek vegetatiebeheer grote rivieren Inleiding De vegetatielegger, die onderdeel is van de legger Rijkswateren, geeft aan welke vegetatie op een bepaalde locatie in het rivierbed aanwezig mag zijn.

Nadere informatie

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57

Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Toelichting ontwerp peilbesluit Zuid-Beveland-Oost Versie 1.1 Bijlagen Afvoergebied Spuikom Bath; GAF57 Peilgebied GJP555 Afvoergebied Huidig peilgebied Oppervlakte Peilregulerend kunstwerk GAF57; Spuikom

Nadere informatie

Aanmeldingsnotitie M.e.r.-beoordeling Uiterwaardvergraving De Tollewaard

Aanmeldingsnotitie M.e.r.-beoordeling Uiterwaardvergraving De Tollewaard Aanmeldingsnotitie M.e.r.-beoordeling Uiterwaardvergraving De Tollewaard Boskalis bv Project: 4 Maatregelen Nederrijn Zaaknummer: 31035845 Documentnummer: Werkpakketcode: 2.6.1 Documentstatus: Definitief

Nadere informatie

Plan ontwikkeling Natuurbegraafplaats Maasbree

Plan ontwikkeling Natuurbegraafplaats Maasbree Plan ontwikkeling Natuurbegraafplaats Maasbree Plan ontwikkeling Natuurbegraafplaats Maasbree Rapportnummer: 13-26602-B-M-GP Dossiernummer: M20642.02 Naam opdrachtgever: Opstellers: Kellerberg Bosgoed

Nadere informatie

Ruimte voor rivier en bever in De Schellen, deel II

Ruimte voor rivier en bever in De Schellen, deel II Ruimte voor rivier en bever in De Schellen, deel II Notitie met aanvullingen op een eerder mitigatieplan 2011, Vilmar Dijkstra Rapport van de Zoogdiervereniging In opdracht van Waterschap Groot Salland

Nadere informatie

Aanvraag omgevingsvergunning

Aanvraag omgevingsvergunning Aanvraag omgevingsvergunning Strijdigheid met Ruimtelijke Ordening Kappen Rij- en werkstroken bij dijken en kunstwerken Ruimte voor de Rivier project, Hoogwatergeul Veessen-Wapenveld 23 januari 2012 Aanvraaggegevens:

Nadere informatie

Zonnepark HVS Goes ENECO Landschappelijke inpassing identificatie Planstatus projectnummer: datum: status: 040550.20160211.00 08-12- 2016 definitief opdrachtleider: Ir J.J. van den Berg auteur: Ir. J.J.

Nadere informatie

Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH)

Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH) Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH) Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet drie bebouwingslocaties te Rozenburg (ZH) september 2009

Nadere informatie

Gemeente Zwolle. Morfologisch gevoeligheidsonderzoek Westenholte. Witteveen+Bos. Willemskade postbus 2397.

Gemeente Zwolle. Morfologisch gevoeligheidsonderzoek Westenholte. Witteveen+Bos. Willemskade postbus 2397. Gemeente Zwolle Morfologisch gevoeligheidsonderzoek Westenholte Willemskade 19-20 postbus 2397 3000 CJ Rotterdam telefoon 010 244 28 00 telefax 010 244 28 88 Gemeente Zwolle Morfologisch gevoeligheidsonderzoek

Nadere informatie

Notitie Verlagen maaifrequentie bermen 2013

Notitie Verlagen maaifrequentie bermen 2013 Notitie Verlagen maaifrequentie bermen 2013 Inleiding. Met de vaststelling van de Perspectiefnota 2013-2016 (PPN) heeft de gemeenteraad ingestemd met het voorstel (TBB 3.6.8 Voorstel 7) om voor het deel

Nadere informatie

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse memo aan: van: OG ZAND/ZON/130372 c.c.: datum: 22 augustus 2013 betreft: Achterweg 48, Lisse INLEIDING Bij alle ruimtelijke ingrepen moet rekening gehouden worden met de aanwezige natuurwaarden in en om

Nadere informatie

Dhr. E. Wesseling Medewerker Flora- & Faunawet Dienst Regelingen Tel.: 0800-2233322 Fax: 070-37 86 139 Naar aanleiding van verlengingsverzoek Flora- en faunawet voor het project 'Bloemstraat fase 4 en

Nadere informatie

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept a Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Colofon Deze samenvatting is een uitgave van de

Nadere informatie

Validatie. faunaonderzoek. Rapportnummer: WRO125-FF-Def01. Kragten, 6 oktober 2016, Herten.

Validatie. faunaonderzoek. Rapportnummer: WRO125-FF-Def01. Kragten, 6 oktober 2016, Herten. Toelichting Betreft Ons kenmerk Herinrichting Kanjel en Gelei Actualiserend veldbezoek flora en fauna WRO125 Datum 18 april 2018 Opsteller R. Janssen Verificatie C. Teheux Validatie G. van Hulzen Waterschap

Nadere informatie

Visseninventarisatie terrein Simon Loos

Visseninventarisatie terrein Simon Loos Visseninventarisatie terrein Simon Loos resultaten visseninventarisatie Definitief Grontmij Nederland B.V. Alkmaar, 26 oktober 2011 Verantwoording Titel : Visseninventarisatie terrein Simon Loos Subtitel

Nadere informatie

N.v.t. Nee (art. 5) Natuur. Riet en Ruigte. Stadsweide Roermond. Maaien. Waterstaat Stroomvoerend rivierbed. Nee (art. 9) N.v.t. Natuur. Nee (art.

N.v.t. Nee (art. 5) Natuur. Riet en Ruigte. Stadsweide Roermond. Maaien. Waterstaat Stroomvoerend rivierbed. Nee (art. 9) N.v.t. Natuur. Nee (art. ONDERWERP Bestemmingsplan check DO 9 DATUM 21-03-2016 VAN Simone Loohuizen In uiterwaarde 9 is het volgende bestemminsplan vigerend: Bestemmingsplan, aan de noordkant van de uiterwaarde In tabel 1 is per

Nadere informatie

Memo. 1 Inleiding. memonummer 3 datum 22 april 2016 aan Egbert Scholten Industrieschap Medel van Sjoerd van Eijk Antea Gruop

Memo. 1 Inleiding. memonummer 3 datum 22 april 2016 aan Egbert Scholten Industrieschap Medel van Sjoerd van Eijk Antea Gruop Memo memonummer 3 datum 22 april 2016 aan Egbert Scholten Industrieschap Medel van Sjoerd van Eijk Antea Gruop kopie Michel Braad Hester Lindeboom Antea Group Antea Group project Bedrijvenpark 'Medel afronding'

Nadere informatie

(ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET

(ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET DAT UM 10 juni 2016 (ONTWERP) PROJECTPLAN WATERWET DEEL I AANLEG ZONNEWEIDE GEMAAL LOVINK 1. Aanleiding en doel Op grond van de Waterwet is het nodig, wanneer er sprake is van een aanpassing aan een waterstaatskundig

Nadere informatie

Simon Vereeke Ruud Bosters Paul Geernaert Ernst Jonker Leden Pb

Simon Vereeke Ruud Bosters Paul Geernaert Ernst Jonker Leden Pb Revisietoetsing Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland Polder/bestek Ser-Lippens- en Nieuw Othenepolder dp 0084 15 dp 0094 85 bestek ZL-5109 Aan Simon

Nadere informatie

omschrijving wijziging:

omschrijving wijziging: 5.14 Het (ver)graven van (nieuwe) oppervlaktewaterlichamen Wijziging beleidsregel: Zaaknr. Datum vastgesteld: omschrijving wijziging: Kader Keur Deze beleidsregel gaat over keurartikel 3.2 onder 1, 2 en

Nadere informatie

Ruimte voor de Rivier

Ruimte voor de Rivier Ruimte voor de Rivier Huub Hector Projectmanager Juni 2014 Ruimte voor de rivier Doelstelling Ruimte voor de Rivier: Doelstelling & ontwerp Met wie doen we dat? Uitvoering 2 Programma Ruimte voor de Rivier

Nadere informatie

Onderhoudsplan Zandwetering Wijhe

Onderhoudsplan Zandwetering Wijhe Onderhoudsplan Zandwetering Wijhe Definitief Versie 1.0 Waterschap Drents Overijsselse Delta Dokter van Deenweg 186 8025 BM Zwolle Postbus 60, 8000 AB Zwolle E-mail: info@wdodelta.nl Website: www.wdodelta.nl

Nadere informatie

1' \2-c>~ ~ IO'('U. ~'s CS~~O_ V. fzdq,-v-o. ().e-.~~~.;a

1' \2-c>~ ~ IO'('U. ~'s CS~~O_ V. fzdq,-v-o. ().e-.~~~.;a ,I.- Dijkverzwaringstraject Onderdeel "Levendbarende De Val, Zierikzee hagedis, Galgepoldertje" CS~~O_ V ().e-.~~~.;a \2-c>~ ~ IO'('U ~'s fzdq,-v-o Aangepast voorstel Stichting Landschapsbeheer Zeeland

Nadere informatie