PROGRAMMA VAN EISEN. Concessie Amstelland-Meerlanden

Transcriptie

1 PROGRAMMA VAN EISEN Concessie Amstelland-Meerlanden Versie: 1.1 (ontwerp) Datum: 20 april 2006

2 INHOUDSOPGAVE I. INLEIDING ALGEMEEN STATUS OPBOUW DOCUMENT...5 II. ONDERWERP VAN AANBESTEDING VERVOERSVORMEN CONCESSIEGEBIED GEDOOGPLICHT OVERIG OV CONCESSIEDUUR...7 III. DOELEN VAN HET OPENBAAR VERVOER VISIE OPENBAAR VERVOER STRATEGISCHE DOELEN ANDERE DOELEN TACTISCHE DOELEN...9 IV. VERVOERKUNDIGE EISEN EN WENSEN ZUIDTANGENT Eisen Wensen SCHIPHOL STERNET Eisen Wensen ONTSLUITINGSFUNCTIE Eisen Wensen ontsluitingsfunctie BEREIKBAARHEIDSFUNCTIE Eisen Wensen bereikbaarheidsfunctie BUURTBUSSEN OVERIGE VERVOERKUNDIGE EISEN Vervoergarantie en zitplaatskans Stiptheid Personeel Marketing V. EISEN EN WENSEN AAN MATERIEEL ALGEMEEN Wettelijke eisen Comfort Leeftijd Veiligheid Informatie en reclame Milieu Toegankelijkheid Communicatie ZUIDTANGENT SCHIPHOL STERNET ONTSLUITINGSFUNCTIE BEREIKBAARHEIDSFUNCTIE Eisen Wensen VI. INFORMATIE AAN DE REIZIGER Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 2

3 1. ALGEMEEN Dienstregelinginformatie Informatie op internet Informatie op de halte Informatie in de bus Informatie op knooppunten Wijziging van de dienstregeling Landelijk reisinformatiesysteem ZUIDTANGENT Eisen Wensen SCHIPHOL STERNET Eisen Wensen ONTSLUITINGS- EN BEREIKBAARHEIDSFUNCTIE Eisen Wensen VII. CONSUMENTENBESCHERMING KLACHTENAFHANDELING KLACHTENOVERZICHT LANDELIJKE GESCHILLENCOMMISSIE CONSUMENTENPANEL KWALITEITSTHERMOMETER KLANTENPANEL VIII. SOCIALE VEILIGHEID ALGEMEEN Meerjarenplan Sociale Veiligheid Actieplan Sociale Veiligheid Verantwoordelijkheid en rapporteren Camera s in de bussen Kaartcontrole en toezicht Medewerking en communicatie IX. INFORMATIE EN MONITORING ALGEMEEN INFORMATIEVOORZIENING AAN CONCESSIEVERLENER Management rapportages Onderzoek Management informatie systeem (MIS) MONITORING HANDHAVING Algemeen Boetes Financiële sancties Overige sancties X. FINANCIËLE ASPECTEN VERVOERBEWIJZEN NVB Bijzondere vervoerbewijzen Invoering chipkaart TARIEVEN NVB Zone-indeling Tarieven na invoering chipkaart DISTRIBUTIE NVB-vervoerbewijzen Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 3

4 3.2 Chipkaart OVERIG Subsidie Inkoop extra vervoer Open instapregime XI. OVERIGE ONDERWERPEN DIENSTREGELING Dienstregelingperiode Dienstregelingprocedure INFRASTRUCTUUR Gebruik van wegen Beschikbaarheid van wegen Herinrichting van wegen Haltes IMPLEMENTATIE Implementatieplan Innovaties Compensatie aan de reizigers Bijlage 1 Kaartje concessiegebied Amstelland-Meerlanden Bijlage 2 Overzicht van te gedogen lijnen Bijlage 3 Overzicht buurten incl. overzichtskaart Bijlage 4 Dienstregelingprocedure Bijlage 5 Kaartje beschikbare wegen Amstelland-Meerlanden (nog niet beschikbaar) Bijlage 6 Overzicht optionele haltes Bijlage 7 Financieringsmodel Bijlage 8 Gunning Bijlage 9 Programma van Eisen Exploitatie Zuidtangent 17 december 1999 Bijlage 10 Produktspecificatie Schiphol Sternet Bijlage 11 Begrippenlijst Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 4

5 I. INLEIDING 1. Algemeen Op grond van het bepaalde in de Wet personenvervoer 2000 is het Dagelijks Bestuur van het Regionaal Orgaan Amsterdam concessieverlener voor het openbaar vervoer in de Amsterdamse regio. De Wet personenvervoer 2000 bepaalt dat het openbaar vervoer dient te worden aanbesteed. Dat betekent dat het Dagelijks Bestuur van het ROA belast is met de aanbesteding van het openbaar vervoer binnen de zestien ROA-gemeenten. Dit gebied is op dit moment ingedeeld in vier concessiegebieden, waarvan het concessiegebied Amstelland-Meerlanden er een is. Ter voorbereiding van deze aanbesteding is het ROA verplicht een Programma van Eisen (PvE) op te stellen. Het PvE wordt geschreven ter voorbereiding op de aanbesteding van de concessie Amstelland-Meerlanden. Na vaststelling van het PvE zal een bestek opgesteld worden. Dit bestek zal een volledige en gedetailleerde beschrijving geven van alle zaken waar de inschrijvende vervoerders zich aan zullen moeten houden in het kader van de aanbesteding. Het PvE zal daar geen onderdeel van uitmaken, maar daar wel de grondslag voor vormen 2. Status Voor u ligt het concept van het PvE. Dit concept is opgesteld in lijn met het vastgestelde beleid van het ROA, de PvE s van de concessies Zaanstreek en Waterland en de onlangs vastgestelde Aanbestedingsstrategie. Deze versie van het PvE zal voor officieel advies aan de Reizigersadviesraad van het ROA en de Adviescommissie Amstelland-Meerlanden worden voorgelegd. Tevens zal overleg worden gevoerd met de omliggende OV-opdrachtgevende overheden. Op basis van alle reacties zal het PvE worden aangepast. Conform de huidige planning zal dit PvE in het Dagelijks Bestuur van 8 juni 2006 worden vastgesteld. 3. Opbouw document In de hoofdstukken II en III volgt een beschrijving van het onderwerp en de doelen van deze aanbesteding. In afwijking van de PvE s van Zaanstreek en Waterland zijn de eisen en wensen niet apart in verschillende hoofdstukken opgenomen. In dit document zijn de vervoerkundige eisen en wensen opgenomen in hoofdstuk IV. De eisen en wensen aan het materieel zijn opgenomen in hoofdstuk V. De eisen en wensen over de informatieverstrekking aan de reizigers is opgenomen in hoofdstuk VI. De overige eisen aan de concessiehouder staan beschreven in de daarop volgende hoofdstukken. Het gaat hierbij ondermeer om consumentenbescherming, sociale veiligheid, informatie en monitoring en financiële aspecten. Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 5

6 II. ONDERWERP VAN AANBESTEDING In dit hoofdstuk volgt een beschrijving van het onderwerp van deze aanbesteding. 1. Vervoersvormen De concessie betreft het recht om met uitsluiting van anderen openbaar vervoer te verrichten in het concessiegebied Amstelland-Meerlanden. Openbaar vervoer houdt in: voor een ieder openstaand personenvervoer per auto of bus. Het vervoer per spoor maakt hiervan geen onderdeel uit. 2. Concessiegebied Het concessiegebied betreft het grondgebied van de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel (met uitzondering van de kern Duivendrecht) en Uithoorn hierna te noemen Amstelland-Meerlanden. In de tweede plaats betreft het concessiegebied de volgende uitlopers waar het vervoer door de betreffende concessiehouder zal worden gedoogd: Amsterdam (eindpunten Marnixstraat, Centraal Station (tot opening Noord-Zuidlijn), Station Zuid/WTC, Amsterdam Zuidoost (Bijlmer NS, Gaasperplas), Amsterdam Sloterdijk, Haarlem NS, Leiden, Mijdrecht, Halfweg (na opening van station Halfweg / Zwanenburg) en Almere. Vanaf 1 januari 2010 betreft het concessiegebied niet alleen de uitlopers in Almere maar de hele gemeente Almere voor verbindingen naar de gemeente Amstelveen en alle werkgebieden op Schiphol. In bijlage 1 staat een overzicht van het concessiegebied op een kaartje aangegeven, inclusief een exacte beschrijving van het concessiegebied. Het openbaar vervoer in het concessiegebied Amstelland-Meerlanden wordt in één concessie aanbesteed. Het concessiegebied betreft niet het tracé van de Zuidtangent tussen de Ringvaart bij Vijfhuizen en Haarlem NS. De Provincie Noord-Holland zal hiervoor een concessie verstrekken die gelijk zal zijn aan de eisen die in deze concessie aan de Zuidtangent zijn gesteld. 3. Gedoogplicht overig OV De inschrijvende vervoerder dient openbaar vervoer door andere vervoerders in het concessiegebied te gedogen dat daar nu al rijdt. In bijlage 2 is een overzicht gegeven van de lijnen die op 1 januari 2006 door de concessie Amstelland-Meerlanden reden. Verder dient op zondag- tot en met donderdagavond nachtvervoer te worden gedoogd, behalve op het exploitatietracé van de Zuidtangent. In Amstelveen, Badhoevedorp, en Schiphol moet ook het aanwezige nachtvervoer vanuit de concessie Amsterdam op vrijdag, zaterdag en zondag gedoogd worden. De vervoerder dienen de huidige (Meertaxi Haarlemmermeer) en de door inliggende gemeenten mogelijk in te stellen CVV-systeem te worden gedoogd. Hierbij zal het ROA erop toezien dat dit mogelijk in te stellen CVV-systeem de reguliere openbaar verbindingen niet zodanig zal beconcurreren dat er een aanzienlijke vermindering van reizigersopbrengsten zal optreden. Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 6

7 4. Concessieduur De ingangsdatum van de concessie is 1 januari Het ROA spant zich nog in om de ingangsdatum geluk te trekking met de wijziging van de NS-dienstregeling op 9 december De concessietermijn is 6 jaar. De einddatum van de concessie is 8 december Dit is korter dan de maximumtermijn van 8 jaar zoals genoemd in art. 24 Wp 2000, dit in verband met de oplevering van nieuwe infrastructuur op relevante corridors zoals de Noord-Zuidlijn in Amsterdam en de busbaan tussen Uithoorn en Amstelveen. memo 1 Mogelijk zal toch een concessieduur van 8 jaar worden aangehouden, indien op korte termijn helderheid kan worden verkregen over een financiële verrekeningsystematiek. Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 7

8 III. DOELEN VAN HET OPENBAAR VERVOER In dit hoofdstuk zal het beleidsmatige kader worden aangegeven waarbinnen de aanbesteding Amstelland-Meerlanden zal plaatsvinden en zal onder meer worden ingegaan op de strategische en tactische doelen die het ROA zich heeft gesteld ten aanzien van het openbaar vervoer. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de Visie Openbaar Vervoer (vastgesteld in ROA-Regioraad op 16 december 2003). 1. Visie Openbaar Vervoer Dit PvE is gebaseerd op het vastgestelde beleid van de Regioraad van het Regionaal Orgaan Amsterdam. Dit beleid staat geformuleerd in de RVVP dat in 2004 is vastgesteld. Vooruitlopend daarop is de Visie Openbaar Vervoer door de Regioraad vastgesteld 1. De Visie Openbaar Vervoer is een uitwerking van het vastgestelde RVVP en vormt daarmee de beleidsmatige grondslag van dit PvE. Het Dagelijks Bestuur van het ROA zal bij het formuleren van (de uitgangspunten) van dit PvE dit beleid als uitgangspunt hanteren. Vanwege de complexiteit van de concessie is vooraf een aanbestedingsstrategie opgesteld. Deze is op 9 maart 2006 door het Dagelijks Bestuur van het ROA vastgesteld. De meest gemeenten die onderdeel uit maken van het concessiegebied Amstelland- Meerlanden hebben ook zelf een visie opgesteld op het openbaar vervoer. Het ROA heeft getracht binnen de kaders van de Visie Openbaar Vervoer rekening te houden het beleid van de gemeenten. 2. Strategische doelen Wat wil het ROA met het openbaar vervoer in de Amsterdamse regio? Deze vraag is conform de Visie Openbaar Vervoer beantwoord met de volgende drie strategische doelstellingen, die ook voor deze aanbesteding leidend zullen zijn: - Het openbaar vervoer dient ter ontsluiting van inwoners in de regio opdat zij kunnen deelnemen aan sociale en economische activiteiten. Hoe hoger de ontsluitingsgraad, hoe beter. - Op die plaatsen waar de autobereikbaarheid onder druk staat, dient het openbaar vervoer als alternatief voor de auto. - De verhouding tussen de kosten en de opbrengsten van het openbaar vervoer dient sterk te worden verbeterd. 3. Andere doelen Naast deze drie strategische doelen zijn er ook andere doelstellingen die in deze aanbesteding zullen worden meegenomen: Bezuinigingstaakstelling: Met de aanbesteding wordt een bezuinigingstaakstelling gerealiseerd van ongeveer 4,3 % ten opzichte van het in 2004 beschikbare budget. memo 1 Zie voor complete tekst Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 8

9 Betaalbaarheid: Het openbaar vervoer moet betaalbaar zijn voor iedereen. Het behalen van schaalvoordelen is daarom noodzakelijk. Toegankelijkheid: Het streven om de bussen voor iedereen zoveel mogelijk toegankelijk te laten zijn. Sociale veiligheid: Het streven om de sociale veiligheid in en rond het openbaar vervoer minimaal gelijkwaardig te laten zijn als in de gehele openbare ruimte, wat betekent dat het gevoel van onveiligheid en de kans om slachtoffer te worden in en rond het openbaar vervoer niet groter mag zijn dan elders. 4. Tactische doelen Om de bovenstaande (strategische) doelstellingen te halen zijn de volgende tactische doelstellingen geformuleerd voor de aanbesteding: - De inschrijvende vervoerder wordt mede geselecteerd op grond van de manier waarop en de mate waarin hij bijdraagt aan de wens tot maximale ontsluiting en de bijdrage aan de verbetering van de bereikbaarheid naar bestemmingen waar de bereikbaarheid onder druk staat en op relaties die te kampen hebben met congestie. - Van de inschrijvende vervoerder wordt alleen op die plekken aanbod van openbaar vervoer geëist waar collectiviteit is te verwachten: de verwachting dat op alle vertrekmomenten op een dag gemiddeld twee reizigers of meer tegelijkertijd dezelfde verbinding willen maken en dientengevolge van hetzelfde voertuig gebruik wensen te maken (collectiviteitcriterium). - De inschrijvende vervoerder wordt de ruimte gegeven en in financiële zin geprikkeld om op zoek te gaan naar de (grootste) vervoersvraag en daarop het aanbod af te stemmen. - Bij de beschrijving van het minimumaanbod wordt onderscheid gemaakt tussen de ontsluitings- en de bereikbaarheidsfunctie van het netwerk. De inschrijvende vervoerder wordt daarbij de ruimte gegeven deze functies zoveel mogelijk te combineren (bundelen van vervoersstromen). - Inschrijvende vervoerders dient het openbaar vervoer beter toegankelijk maken. - Ten aanzien van kwaliteitsaspecten van het openbaar vervoer, zover niet genoemd in paragraaf 3.2 en 3.3 gelden de criteria uit het vigerende ROA-beleid en worden geen hogere ambitieniveaus nagestreefd. - Ten aanzien van het vervoer op de Zuidtangent zal de in 1999 vastgestelde productformule als uitgangspunt worden genomen. Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 9

10 IV. VERVOERKUNDIGE EISEN EN WENSEN 1. Zuidtangent 1.1 Eisen ALGEMEEN De Zuidtangent is een hoogwaardige busverbinding tussen Haarlem NS en Amsterdam Bijlmer NS. Op 17 december 1999 is hiertoe een Programma van Eisen (zie Bijlage 9 vastgesteld dat ook in de nieuwe concessie voorgeschreven gaat worden aan de nieuwe vervoerder, met inachtneming van de hierna beschreven wijzigingen DIENSTREGELING/BEDIENINGSTIJDEN Ten aanzien van de dienstregeling wordt aangehouden dat de intervallen en bedieningsperiode van de huidige dienstregeling (ingangsdatum 11 december 2005) als minimum zullen worden voorgeschreven. Ten opzicht van het PvE 1999 betekent dit de volgende extra eisen: aanvang dienst om 5.00 uur i.p.v. eerste aankomst om 6.00 uur op Schiphol Plaza; laatste rit vertrekt vanaf de beginpunten na 0.30 uur; tussen 9.00 en uur op werkdagen een interval van 7,5 minuten i.p.v. 10 minuten; tussen 8.00 tot uur op zaterdag een interval van 10 minuten i.p.v. 15 minuten. Na oplevering van de nieuwe infrastructuur in de gemeente Amstelveen (naar verwachting medio 2008), dienen alle ritten te rijden via de route via Langerhuize met haltes Ouderkerkerlaan en Boersweg NACHTVERVOER Gezien het feit dat de luchthaven Schiphol en 24-uursbedrijf is, wordt bij wijze van proef minimaal de eerste twee concessiejaren het vervoer op de Zuidtangent uitgebreid tot de nachtperiode. Het interval tussen uur en 5.00 uur is maximaal 60 minuten. Hiervoor kan een afwijkend tarief worden gevraagd (zie hoofdstuk X.1.2). Gezien het feit dat beheers- en onderhoudsactiviteiten zoveel mogelijk in de nachtperiode zullen worden uitgevoerd, kan dit nachtvervoer mogelijk deels over parallelle infrastructuur worden geleid. De wegbeheerder kan hiertoe aan de vervoerder vervangende (nood)haltes aanwijzen ZUIDTAK NIEUW-VENNEP Indien de vrije busbaan tussen Nieuw-Vennep Getsewoud Zuid en Toolenburg gereed komt (verwachting 1 januari 2008), wordt de Zuidtangent ook uitgebreid naar Getsewoud. Er dient een nieuwe verbinding tussen Getsewoud Zuid en Schiphol Plaza te worden aangeboden die alle tussenliggende haltes aandoet, waaraan de volgende eisen worden gesteld: Op alle dagen komt de eerste bus vanaf Getsewoud Zuid uiterlijk om 6.00 uur aan op Schiphol Plaza. Op alle dagen vertrekt de eerste bus niet later dan 6.00 uur van Schiphol Plaza naar Getsewoud Zuid. Op alle dagen vertrekt de laatste bus in beiden richtingen niet eerder dan uur van Getsewoud Zuid en Schiphol Plaza. Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 10

11 Het maximuminterval tussen de aankomst- of vertrektijden van de bussen op de betreffende beginpunten is 10 minuten in de ochtend- en middagspitsperiode. In de rest van de exploitatieperiode is het hierboven beschreven maximuminterval 15 minuten KWALITEITSEISEN Een aantal kwalitatieve aspecten uit het PvE Zuidtangent zijn tot op heden niet gehaald. a. Reistijd = rijtijd + halteringstijd + marge, geen differentiatie in reistijd tussen spits en dal. Door het feit dat het reizigersaanbod in de spits aanzienlijk groter is en de Zuidtangent deels niet over congestievrije infrastructuur rijdt is deze eis niet haalbaar gebleken. Deze eis zal daarom worden geschrapt. b. Een bus mag nooit te vroeg vertrekken. Het is tot op heden niet gelukt de dienstregeling zo op te stellen dat aan deze eis kan worden voldaan. Door gebrek aan sanctiemiddelen kan dit nu niet worden afgedwongen, de eis wordt wel gehandhaafd er wordt een relatief zware sanctie opgelegd wanneer deze aan deze eis niet wordt voldaan. Mogelijk zal het ROA voorschriften geven aan de vervoerder hoe de dienstregeling moet worden opgesteld. c. Uitval van voertuigen vanwege organisatorische problemen is niet toegestaan. Deze eis blijkt in praktische zin niet haalbaar. Natuurlijk dienen er zo min mogelijk ritten uit te vallen, het compleet uitsluiten van rituitval is echter niet realistisch. Daarom wordt er een oplopende malus opgelegd voor rituitval. 1.2 Wensen ALGEMEEN Het is wenselijk om de wachttijden op de Zuidtangent voor reizigers verder terug te brengen en derhalve hogere frequenties aan te bieden. Op de trajectdelen waar de Zuidtangent door verkeerslichten geregelde gelijkvloerss kruising heeft met het autoverkeer is de maximumfrequentie 32 keer per uur in beide richtingen opgeteld. Met toestemming van de betreffende wegbeheerders kan hiervan worden afgeweken ZUIDTAK NIEUW-VENNEP Op de Zuidtak naar Nieuw-Vennep is het gewenst om wat betreft de intervallen tussen de bussen dezelfde eisen te stellen als in het PvE Zuidtangent NOORDTAK NAAR AMSTERDAM ZUID/WTC Gezien het toenemend belang van de Zuidas in de Amsterdamse regio en de potentiële ruimtelijk ontwikkelingen tussen de Zuidas en Schiphol Plaza zijn er kansen voor een nieuwe verbinding tussen Schiphol en de Zuidas. Deze wordt niet geacht met de trein te concurreren maar de tussenliggende gebieden (Elzenhof, Schiphol Noord, VU e.o.) beter te verbinden met beide knopen. De vervoerder is niet verplicht deze verbinding aan te bieden. Indien de vervoerder deze verbinding wel aanbiedt is het wenselijk dat de vervoerder Zuidtangent bussen inzet, omdat reizigers op deze relatie relatief vaak een zakelijk motief hebben. Verder is wenselijk om in ieder geval te halteren op Schiphol Elzenhof, Schiphol Noord, Amstelveense weg (ING-gebouw), VU-Ziekenhuis, Buitenvelderstebaan en Station Zuid/WTC. Indien bij op station Zuid/WTC geen eindhalte beschikbaar is kan in overleg met het ROA een alternatief eindpunt in de buurt worden gezocht. Deze gewenste verbinding wordt bij voorkeur gezien als verlenging van de ritten zoals die geëist zijn in het kader van Zuidtak Nieuw-Vennep. Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 11

12 2. Schiphol Sternet 2.1 Eisen ALGEMEEN Het Schiphol Sternet zal rijden conform de Productspecificatie Schiphol Sternet (zie bijlage 10) en de dienstregeling zoals die op 28 mei 2006 gaat rijden, aangevuld met de volgende wijzigingen: lijn 370 tussen Schiphol Plaza en Amsterdam Leidseplein wordt overgenomen van de Provincie Zuid-Holland en wordt opgenomen in Schiphol Sternet, waarbij globaal de huidige dienstregeling van lijn 370 als minimum wordt voorgeschreven; Lijn 194 tussen Amstelveen Busstation en Schiphol Oost Stationsplein gaan onderdeel vormen van Schiphol Sternet en gaan een cirkellijn vormen rondom Schiphol, eens per halfuur linksom en eens per half uur rechtsom, dit mede voor de verbinding Fokker Business Park en Schiphol Plaza (meerkosten mede gefinancierd door Schiphol). Ritten van lijn 193 (Schiphol Plaza Schiphol Zuidoost) die door de uitbreiding van lijn 194 dubbel worden gereden kunnen komen te vervallen. De overige ritten gaan onderdeel vormen van Schiphol Sternet. Lijn 194 Hoofddorp Schiphol Rijk Schiphol Oost blijft als aparte (spits)lijn in stand als onderdeel van het Schiphol Sternet en wordt verlengd naar het Spaarne Ziekenhuis. In paragraaf worden alle verbindingen kort beschreven DIENSTREGELING/BEDIENINGSTIJDEN In het kader van Schiphol Sternet rijden er bussen die in ieder geval de volgende verbindingen in beide richtingen verzorgen en stoppen op alle tussengelegen haltes: a. Schiphol Zuideinde Schiphol Oost (Stationsplein)- P40 - Schiphol Plaza P30 Schiphol Zuidoost (Anchoragelaan) 1, conform frequentie lijn 191; b. Uithoorn Aalsmeer P30 Schiphol Plaza P40 - Schiphol Oost (Stationsplein) - Schiphol Zuideinde, conform frequentie lijn 198; c. Spaarne Ziekenhuis Hoofddorp Centrum - Hoofddorp NS De Hoek P30 Schiphol Plaza - Schiphol Oost (Stationsplein) - Schiphol Zuideinde, conform frequentie lijn 196; d. Spaarne Ziekenhuis Hoofddorp NS De Hoek Schiphol Rijk - Schiphol Oost (Stationsplein), conform frequentie lijn 194; e. Amsterdam Zuid / WTC - Amstelveen Busstation Amstelveen Zuid Schiphol Oost (Stationsplein) Schiphol Rijk P40 - Schiphol Plaza - P30 (conform lijn 199); f. Amstelveen Busstation - KLM Hoofdkantoor - Schiphol Oost (Stationsplein), conform frequentie lijn 194, daarna om en om doorrijden linksom: Schiphol Rijk - P30 - Schiphol Plaza P40 Schiphol Oost (Stationsplein) rechtsom: P40 memo 1 Deze verbinding mag gebruik maken van de Aalsmeerderweg ten noorden van de N201, indien daar een verbindingsweg beschikbaar is gesteld door de wegbeheerder naar de Anchoragelaan. Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 12

13 Schiphol Plaza P30 Schiphol Rijk en dan terug: KLM Hoofdkantoor - Amstelveen Busstation; g. Schiphol Plaza - Schiphol Rijk (Koolhovenlaan), conform frequentie lijn 193 met uitzondering van de ritten die bij f. zijn geëist, maar stopt wel bij alle tussenliggende haltes h. Amsterdam Marnixstraat Concertgebouwplein Haarlemmermeerstation - Schiphol Cateringweg P40 Schiphol Plaza P30, conform frequentie lijn 370 i. Op de relatie P30 - Schiphol Plaza - P40 rijden altijd bussen altijd met de volgende intervallen in minuten: werkdagen: uur: 7,5 minuten; uur: 5 min.; uur: 2,5 min.; uur: 5 min.; uur: 2,5 min.; uur: 5 min. zaterdag en zondag: uur: 7,5 minuten; uur: 6 min.; uur: 3 min.; uur: 6 min.; uur: 3 min.; uur: 6 min. Daarnaast zal door een andere concessiehouder de volgende verbindingen worden gereden: - Amsterdam Osdorpplein - Badhoevedorp - Schiphol Cateringweg - P40 - Schiphol Plaza - P30; - Amsterdam Lelylaan NS - Slotervaartziekenhuis - Nieuwe Meer - Schiphol Noord - Schiphol Cateringweg - P40 - Schiphol Plaza - P30. Na afloop van de verstrekte concessie waarin deze lijnen vallen, kunnen deze lijnen als meerwerk worden ingekocht bij de concessiehouder van de concessie Amstelland-Meerlanden. 2.2 Wensen Binnen de randvoorwaarde dat het interval tussen de bussen tussen P30 en P40 niet kleiner wordt dan 2,5 minuten worden er extra ritten gewenst op alle verbindingen naar Hoofddorp, Aalsmeer, Uithoorn, Amstelveen en Amsterdam Marnixstraat. De huidige lijn 198 uitsplitsen in twee lijnen: 1. Directe verbinding Uithoorn Schiphol (via N201 en niet via veilig Aalsmeer). 2. Lijn die vanuit het centrum van Aalsmeer naar de veiling rijdt en zo mogelijk doorrijdt naar Kudelstaart. 3. Ontsluitingsfunctie 3.1 Eisen ALGEMEEN Naast de Zuidtangent en het Schiphol Sternet dienen er bussen te rijden ten behoeve van de ontsluitingsfunctie. Het ontsluitende netwerk heeft ten doel iedereen de mogelijkheid te bieden om zich te verplaatsen opdat iedereen kan deelnemen aan sociale en economische activiteiten. Dat betekent dat zoveel mogelijk buurten zo vaak mogelijk (tenminste indirect) met elkaar verbonden dienen te worden. Het ontsluitende netwerk richt zich niet op één doelgroep in het bijzonder doch op de reiziger in het algemeen. De minimale eisen aan het ontsluitende netwerk in kwantitatieve en kwalitatieve zin worden hieronder beschreven. De Visie Openbaar Vervoer hanteert het uitgangspunt om alleen daar openbaar vervoer aan te bieden waar collectiviteit is te verwachten. Collectiviteit wordt gerelateerd aan buurten en instellingen. Vanwege dit uitgangspunt wordt niet geëist dat Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 13

14 alle buurten in het concessiegebied worden ontsloten. Het staat de vervoerder vanzelfsprekend vrij buurten te ontsluiten die niet aan het collectiviteitcriterium voldoen. Vanwege het collectiviteitcriterium hebben buurten of kernen (aaneengesloten buurten), die ontsloten dienen te worden, tenminste 1000 inwoners. Buurten of kernen met minder dan 1000 inwoners worden in principe niet ontsloten. Het ROA kan besluiten hiervan af te wijken zoals beschreven in de Visie Openbaar Vervoer in paragraaf Het lijnennet, de bedieningsperiode en de intervallen in het eerste dienstregelingsjaar in Amstelveen zijn minimaal gelijk aan de dienstregeling die rijdt op 28 mei TE ONTSLUITEN BUURTEN EN INSTELLINGEN De volgende buurten en instellingen worden ontsloten: - Woongebieden: buurten die conform de CBS/BCR Buurtcode Register (zie bijlage 3) meer dan 1000 inwoners kennen, mits de buurt een gemiddelde dichtheid heeft van 20 inwoners per hectare. Buurten die in de CBS/BDR Buurtcode Register apart worden onderscheiden, maar onderdeel uitmaken van een kern met een minimale dichtheid van 20 inwoners per hectare, worden beschouwd als één buurt. Een overzicht van Woongebieden wordt gegeven in bijlage 3. - Werkgebieden: bedrijfs- en kantorengebieden met minimaal 2000 werknemers, mits de buurt een gemiddelde dichtheid heeft van 40 werknemers per hectare. - Zorginstellingen: zorginstellingen met gemiddeld meer dan 900 bezoekers per dag. - Schoolinstellingen: schoolinstellingen voor het voorgezet onderwijs met gemiddeld meer dan 3500 leerlingen. De volgende ontwikkelingen vinden plaats in het concessiegebied gedurende de looptijd van de concessie. De hieronder genoemde te realiseren woningen of bedrijfsinstellingen dienen ontsloten te worden op het moment dat tenminste 50 woningen zijn opgeleverd of tenminste 2000 werknemers werkzaam zijn in de betreffende buurt mits er wegen beschikbaar zijn en de wegbeheerder halte(s) heeft aangelegd waarmee ontsluiting mogelijk wordt gemaakt. Haarlemmermeer: oplevering van woonwijken Floriande (7.000 woningen) Toolenburg-Zuid (1.400 woningen) en Zuidrand Hoofddorp (600 woningen). Uithoorn: Legmeer West (1400 woningen incl. leisure complex, oplevering 1 e woningen 2006,), Gezondheidscentrum (nabij huidige N201), Amsteldijk Noord/Vinckebuurt 275 woningen Amstelveen: Westwijk Zuidoost (900 woningen) en Zuidwest (1030 woningen), Bovenkerk Zuid (500 woningen) HALTES Buurten dienen ontsloten te worden door gebruik te maken van door de wegbeheerder beschikbaar gestelde haltes. Bij inschrijving dienen inschrijvers alle in het concessiegebied op dit moment in gebruik zijnde haltes te bedienen zover gelegen in buurten die conform paragraaf moeten worden ontsloten. Het staat de inschrijvers vrij gebruik te maken van zogenaamde optionele haltes. Het overzicht van de optionele haltes is weergegeven in bijlage 6. Gedurende de looptijd van de concessie staat het de concessiehouder in het kader van de wijziging van de dienstregeling vrij haltes over te slaan of voorstellen te doen om haltes te verplaatsen mits: In buurten, zoals beschreven in paragraaf 3.1.2, minimaal 95% van alle woonadressen maximaal 400 meter afstand hemelsbreed van een halte van een bus- Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 14

15 lijn of een NS-station liggen, de buurt een gemiddelde dichtheid heeft van 20 inwoners per hectare en de wegbeheerder haltes heeft aangelegd om deze gebieden te ontsluiten (zie paragraaf XI.2.4). In de werkgebieden, zoals beschreven in paragraaf 3.1.2, minimaal 95% van alle adressen maximaal 400 meter afstand hemelsbreed van een halte van een buslijn of een NS-station liggen en het gebied een gemiddelde dichtheid kent van 40 werknemers per hectare en de wegbeheerder haltes heeft aangelegd om deze gebieden te ontsluiten (zie paragraaf XI.2.4). Haltes bij zorginstellingen, zoals beschreven in paragraaf 3.1.2, op maximaal 250 meter loopafstand van één van de publieksingangen van het betreffende gebouw liggen. Haltes bij onderwijsinstellingen, zoals beschreven in paragraaf, op maximaal 400 meter loopafstand van één van de publieksingangen van het betreffende gebouw liggen of het zwaartepunt van het scholencluster. De kern Vijfhuizen wordt door middel van de Zuidtangent ontsloten. De kern Zwaanshoek wordt ontsloten door een buurtbus (zie paragraaf 5). Zolang de kern Lisserbroek wordt ontsloten door de concessiehouder Rijn-, Bollenstreek en Holland Midden, behoeft deze niet door de concessiehouder Amstelland-Meerlanden te worden ontsloten. De wijk Waardhuizen in Amstelveen wordt ontsloten via Turfschip Gondel- Willem Dreesweg BESCHIKBARE WEGEN Alle wegen die in het overzicht van beschikbare wegen in bijlage 5 gegeven zijn (zie ook paragraaf XI.2.2). kunnen gebruikt worden voor de ontsluiting van de te ontsluiten buurten. Wanneer (een deel van) een buurt niet via een beschikbare route bereikbaar is, vervalt de verplichting tot ontsluiting van de betreffende buurt of deel van een buurt. Deze verplichting vervalt ook indien een buurt of instelling niet te bereiken valt via een route die gesitueerd is op wegen die niet voldoen aan de volgende eisen (met uitzondering van routes waar in de huidige dienstregeling bussen rijden): binnen de bebouwde kom een minimale maximumsnelheid van 50 km/u (met uitzondering van wegvakken ter hoogte van scholen en in winkelgebieden met een maximum lengte van 400 meter) en geen toepassing van snelheidsverlagende voorzieningen anders dan door het CROW geclassificeerd als geschikt voor openbaar vervoer routes; buiten de bebouwde kom een minimale maximumsnelheid van 80 km/u en geen toepassing van snelheidsverlagende voorzieningen. De vervoerder dient zijn aanbod af te stemmen op de beschikbare capaciteit van de beschikbaar gestelde infrastructuur VERBINDINGEN TUSSEN BUURTEN EN KNOOPPUNTEN Alle buurten die conform paragraaf ontsloten dienen te worden door buslijnen, dienen zonder overstap verbonden te worden met de volgende knooppunten: Buurten in de gemeenten Amstelveen, Aalsmeer en de kern Ouderkerk a/d Amstel met Amstelveen Busstation; Buurten in de gemeente Uithoorn met Uithoorn Busstation; Buurten in de gemeente Haarlemmermeer met station Hoofddorp; VERBINDINGEN TUSSEN BUURTEN EN ZORGINSTELLINGEN De volgende eisen worden gesteld aan verbindingen met zorginstellingen: Met uitzondering van de kernen Badhoevedorp en Zwanenburg worden alle buurten in de gemeente Haarlemmermeer, die conform paragraaf worden ontsloten, rechtstreeks of door middel van een overstap op het knooppunt verbonden met het Spaarne Ziekenhuis. Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 15

16 Alle buurten in de gemeenten Amstelveen, Aalsmeer, Uithoorn en de kern Ouderkerk worden rechtstreeks of via een overstap op een van de knooppunten verbonden met het Ziekenhuis Amstelveen. Badhoevedorp wordt rechtstreeks verbonden met het Slotervaart Ziekenhuis. Alle buurten in Zwanenburg worden door middel van een overstap verbonden met een ziekenhuis in Amsterdam West VERBINDINGEN TUSSEN BUURTEN EN ONDERWIJSINSTELLINGEN Alle buurten in de gemeente Haarlemmermeer die conform paragraaf moeten worden ontsloten, worden met maximaal één overstap door buslijnen verbonden met het onderwijscluster bij de Paxlaan (ter hoogte van Kaj Munkweg/Steve Bikostraat), bestaande uit: - ROC Nova College (MBO/NT2/HAVO/VWO): 2628 leerlingen - Kaj Munk College (VWO/HAVO/VMBO): 998 leerlingen - Hoofdvaartcollege,(VMBO/LWOO/ISK): 647 leerlingen Het zwaartepunt van dit cluster is gelegen op de de Paxlaan halverwege tussen de kruispunten met de Kaj Munkweg en de Steve Bikoweg VERBINDINGEN TUSSEN KNOOPPUNTEN De knooppunten Hoofddorp NS, Uithoorn Busstation, Schiphol Plaza, Aalsmeer Hortensiaplein en Amstelveen Busstation worden alle onderling met buslijnen verbonden VOORGESCHREVEN VERBINDINGEN Verder zijn de volgende scholierenlijnen verplicht voorgeschreven: - Lijn 613: Abcoude - Amstelveen; - Lijn 622: Lijnden - Badhoevedorp - Amstelveen; EXPLOITATIETIJDEN Onderscheid wordt gemaakt tussen de volgende perioden op een werkdag: ochtendspits ( uur) dalvoormiddag ( uur) dalnamiddag ( uur) avondspits ( uur) avond ( uur) Onderscheid wordt gemaakt tussen de volgende perioden op een niet-werkdag: ochtend ( uur) middag ( uur) avond ( uur) Voor alle buslijnen die rijden in het kader van de ontsluitingsfunctie gelden de volgende minimale eisen: Op maandag tot en met vrijdag komt de eerste bus, die alle haltes tussen het beginpunt en knooppunt van een buslijn heeft aangedaan, niet later dan 7.00 uur aan op het knooppunt (zoals bedoeld in paragraaf 3.1.5). Op maandag tot en met vrijdag vertrekt de eerste bus, die alle haltes tussen het beginpunt en het knooppunt van een buslijn heeft aangedaan, niet later dan 7.00 uur van het knooppunt (zoals bedoeld in paragraaf 3.1.5). In werkgebieden vertrekt de eerste bus, zoals beschreven in het eerste lid, niet later dan 8.00 uur van het betreffende knooppunt. Op zaterdag arriveert of vertrekt de eerste bus, zoals beschreven in het eerste en tweede lid, niet later dan 8.00 uur naar het betreffende knooppunt. Op zon- en feestdagen arriveert of vertrekt de eerste bus, zoals beschreven in het eerste en tweede lid, niet later dan 9.00 uur van het betreffende knooppunt. Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 16

17 Op alle dagen komt de laatste bus, die alles haltes tussen het beginpunt en het knooppunt van de betreffende buslijn heeft aangedaan, niet eerder dan uur aan op het betreffende knooppunt. Op alle dagen vertrekt de laatste bus, die alle haltes aandoet tussen het knooppunt en het beginpunt van de betreffende buslijn, niet eerder dan uur van het betreffende knooppunt. Voor werkgebieden geldt dat de laatste bus niet eerder dan uur vertrekt van het knooppunt naar het werkgebied en niet eerder dan uur van het werkgebied naar het knooppunt. Het maximuminterval tussen de aankomst- of vertrektijden van de bussen op de betreffende knooppunten is 60 minuten (zie ook paragraaf 4.1.6). In de ochtendspits en in de avondspits is het hierboven beschreven maximuminterval 30 minuten. Het interval tussen de aankomsttijden van de bussen op de betreffende knooppunten of stations verandert niet binnen een periode van een dag AANSLUITINGEN OP DE TREIN Buslijnen die halteren op station Hoofddorp en Nieuw-Vennep dienen aan te sluiten op een trein van en naar Leiden. Buslijnen die halteren op station Bijlmer NS dienen aan te sluiten op een trein van en naar Utrecht. Onder een aansluiting wordt verstaan: een zodanige aansluiting dat de wachttijd tussen de aankomsttijd van een trein of bus en het vertrek van de aansluitende trein of bus minimaal vijf minuten en maximaal tien minuten bedraagt. Indien op het moment van vertrek een trein aankomt op het station waarop aansluiting moet worden geboden, dient te worden gewacht opdat treinreizigers kunnen overstappen AANSLUITINGEN TUSSEN BUSLIJNEN Er is sprake van een aansluiting als de wachttijd tussen de aankomsttijd van een bus en het vertrek van een aansluitende bus maximaal vijf minuten bedraagt. Bij vertraging wacht de aansluitende bus maximaal vijf minuten. Genoemde aansluitingen worden herkenbaar in de dienstregeling aangegeven. Het ROA kan voor een beperkt aantal buurten ontheffing verlenen voor deze maximum wachttijd bij een overstap voor verbindingen naar een ziekenhuis ROUTES Gedurende een periode van een dag, dienen buslijnen dezelfde route te rijden. Incidentele ritten over een afwijkende route hebben geen rol in de ontsluitingsfunctie. Incidentele ritten die gereden worden om onderwijsinstellingen te ontsluiten vormen wel een onderdeel van de ontsluitingsfunctie CAPACITEIT MATERIEEL Naast de algemene eisen aan het materieel zoals beschreven in Hoofdstuk V, dienen buurten met meer dan 4000 inwoners in de ochtendspits en avondspits ontsloten te worden uitgevoerd met reguliere bussen. In werkgebieden geldt deze eis niet. De vervoerder bepaalt naar eigen inzicht de grootte van het in te zetten materieel in andere buurten en buiten deze perioden. Op het kaartje met de beschikbare wegen (bijlage 5) staat aangegeven waar het niet is toegestaan met ongelede bussen te rijden die langer zijn dan 12 meter. Dit is verbod is sowieso van kracht in de gemeente Amsterdam op wegen binnen de Ringweg A10. Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 17

18 VRAAGAFHANKELIJKHEID Buurten die conform paragraaf ontsloten dienen te worden en die minder dan 4000 inwoners hebben, mogen ontsloten worden door middel van dienstregelinggebonden vraagafhankelijk vervoer (lijntaxi). Buurten met meer dan 4000 inwoners dienen ontsloten te worden door regulier (niet vraagafhankelijk) dienstregelinggebonden vervoer. 3.2 Wensen ontsluitingsfunctie ALGEMEEN In dit hoofdstuk worden de wensen van het ROA beschreven voor een betere ontsluiting. De inschrijvende vervoerder krijgt de ruimte om op zoek te gaan naar de (grootste) vervoersvraag. Daarbij zal de inschrijvende vervoerder worden geselecteerd op de manier waarop hij bijdraagt aan de wens tot maximale ontsluiting. In aanvulling op de minimumeisen ten aanzien van de ontsluitingsfunctie kan de inschrijvende vervoerder een betere invulling geven aan de ontsluitingsfunctie door: extra ritten uit te voeren ten opzichte van het minimumniveau; invoegen van extra verbindingen, in het bijzonder verbindingen die in de huidige dienstregeling worden gereden; het bieden van rechtstreekse verbindingen tussen buurten en zorginstellingen; het bieden van regulier vervoer i.p.v. vraagafhankelijk en/of scholierenvervoer; het bieden van korte routes; koppelen van twee busverbindingen op de knooppunten tot één buslijn. Indien een inschrijvende vervoerder op een of meerdere punten een voorstel doet om meer te bieden dan in het minimumniveau is vereist voor het dienstregelingsjaar 2008 en dit voorstel door het ROA is geaccepteerd, geldt dit aanbod als minimumaanbod voor de verdere looptijd van de concessie. In de zomer- en kerstvakanties van het voortgezet onderwijs (zoals aangegeven door het ministerie van OCW) kan het aangeboden extra vervoer (deels) vervallen, mits aan de eisen uit paragraaf 3.1 wordt voldaan BEOORDELING Bij de beoordeling van de ontsluitingsfunctie worden de verschillen tussen de huidige situatie (dienstregeling 2006) en het aanbod van de inschrijver in aanmerking genomen. De inschrijvende vervoerder wordt geacht zo veel mogelijk buurten even goed te ontsluiten als in de huidige situatie. Verder wordt de inschrijvende vervoerder geacht zoveel mogelijk buurten een betere ontsluiting te geven in vergelijking met de huidige situatie. De waardering van de ontsluiting wordt gerelateerd aan het inwonertal van de desbetreffende buurten. 4. Bereikbaarheidsfunctie 4.1 Eisen ALGEMEEN Ter invulling van de bereikbaarheidsdoelstelling dienen er in aanvulling op (en naar inzicht van de vervoerder deels gecombineerd met) het ontsluitingsnetwerk verbindingen te zijn die parallel lopen aan congestiegevoelige corridors op het wegennet en met bestemmingen waar congestieproblemen en/of parkeerproblemen bestaan of kunnen ontstaan. Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 18

19 De doelgroep van dit netwerk wordt niet alleen gevormd door de inwoners die niet de beschikking hebben over een auto, maar in het bijzonder ook door hen die wel beschikken over een auto. Alle eisen die in paragraaf 3 worden gesteld aan verbindingen in het kader van de ontsluitingsfunctie gelden ook voor verbindingen in het kader van de bereikbaarheidsfunctie, tenzij dit hoofdstuk anderszins is gesteld. Onderscheid wordt gemaakt tussen de volgende perioden op een werkdag: vroege ochtend ( uur) ochtendspits ( uur) dalvoormiddag ( uur) dalnamiddag ( uur) avondspits ( uur) avond ( uur) nacht ( uur) Onderscheid wordt gemaakt tussen de volgende perioden op een niet-werkdag: ochtend ( uur) middag ( uur) avond ( uur) nacht ( uur) VERBINDINGEN MET HET NATIONAAL RAILNET Om een alternatief aan te bieden voor de congestierijke regionale en nationale wegennet dienen alle buurten die conform paragraaf ontsloten moeten worden, verbonden te worden met het (bij voorkeur dichtstbijzijnde) station van de NS waar in de dagperiode minimaal acht treinen per uur vertrekken VERBINDINGEN MET GROTE WINKELCENTRA De winkelgebieden in grote kernen kennen vaak een bereikbaarheidsprobleem. In en rondom deze winkelgebieden is derhalve een betaald parkeren regime ingesteld. In het concessiegebied gaat het om het Stadshart van Amstelveen en het centrum van Hoofddorp. Om een alternatief per openbaar vervoer naar deze centra aan te bieden dienen alle buurten in de betreffende kernen verbonden te worden met een halte in het centrum. Verder dienen alle kernen in het concessiegebied groter dan inwoners verbonden te worden met één van deze twee winkelcentra VERBINDINGEN MET AMSTERDAM CENTRUM De relaties met Amsterdam Centrum worden beschouwd als verbindingen waar de bereikbaarheid met de auto in het geding is als gevolg van (ernstige) congestie en parkeerproblemen gedurende alle dagen van de week en periodes op een dag. Alle buurten worden rechtstreeks of met een overstap verbonden met Amsterdam Centrum. Alle rechtstreekse verbindingen met Amsterdam Centrum die in de dienstregeling 2007 worden aangeboden worden ongewijzigd in stand gehouden. Met Amsterdam Centrum wordt bedoeld het Leidseplein (eindpunt Marnixstraat). Tot opening van de Noord-Zuidlijn worden de bestaande verbindingen met Amsterdam CS ongewijzigd in stand gehouden. Na opening van de Noord-Zuidlijn kan niet doorgereden worden naar Amsterdam CS en zal conform paragraaf een verbinding moeten worden geboden met station Amsterdam Zuid-WTC. Dit laatste geldt niet voor lijn(en) tussen Hoofddorp en Amsterdam-centrum. Buslijnen vanuit Aalsmeer en Uithoorn halteren bij minimaal één halte van de Amstelveenlijn. Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 19

20 De buurten die binnen een straal van 800 meter van een halte van de Amstelveenlijn vallen hoeven niet ook nog met bussen verbonden te worden met Amsterdam Centrum. Na opening van de vrije businfrastructuur tussen Uithoorn en Amstelveen wordt bekeken in hoeverre er lijnwijzigingen in de kern Uithoorn worden doorgevoerd. De vervoerder dient rekening te houden met een uitbreiding van het vervoer in de gemeente Uithoorn met 20%, dit mede ook voor de ontsluiting van de wijk Legmeer. Voor deze uitbreiding krijgt de vervoerder geen extra budget VERBINDINGEN MET SCHIPHOL Alle buurten worden rechtstreeks of met een overstap op een van de knooppunten verbonden met Schiphol Plaza. Deze eis geldt niet voor buurten gelegen binnen een straal 800 m. van een NS station met een rechtstreekse verbinding naar Schiphol. Conform de route en dienstregeling van de lijnen 215 en 216 rijden er spitsritten tussen Almere en Schiphol-Oost Zuideinde. In de ochtendspits mag in de gemeente Almere alleen worden ingestapt en in de avondspits alleen worden uitgestapt. Conform de dienstregeling van de lijnen 205 en 206 (Beuk Lines) rijden er spitsritten tussen Noordwijk / Noordwijkerhout en Schiphol afgestemd op de werktijden van de reizigers ONTSLUITENDE LIJNEN IN GROTE KERNEN Ontsluitende lijnen in kernen boven de inwoners hebben in afwijking van paragraaf een minimuminterval van 30 minuten VERBINDINGEN TUSSEN KNOOPPUNTEN De knooppunten Hoofddorp NS, Uithoorn Busstation, Schiphol Plaza, Amstelveen Busstation, Haarlem NS en Amsterdam Zuid/WTC worden op dit moment onderling verbonden met een aantal goed gebruikte buslijnen. Om dit netwerk in stand te houden worden de volgende verbindingen geëist: a. Uithoorn Busstation - Hoofddorp NS; b. Haarlem NS - Hoofddorp NS (via de kern Heemstede); c. Haarlem NS Amsterdam Gaasperplas (via A9, Amstelveen Busstation, Ouderkerk en Bijlmer NS); d. Haarlem NS - Amsterdam Zuid/ WTC (via VU). De verbinding genoemd bij b. dient ook via het centrum van Hoofddorp te worden geleid, indien de wegbeheerder daar doorstromingsbevorderende maatregelen heeft genomen, zodat 95% bussen tussen het NS station en de halte R.K. Kerk niet meer dan 2 minuten wachttijd (excl. halteringstijd) per rit hebben EXPLOITATIETIJDEN Voor deze buslijnen gelden de volgende exploitatietijden in aanvulling op de eisen in paragraaf 4.1.9: memo 1 Hangende de vaststelling van de nieuwe Europese verordening waarin mogelijkheden geboden worden voor onderhandse gunning van kleine concessies wordt de voormalige concessie B-Rental opgenomen in de concessie Amstelland-Meerlanden. Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 20

21 Op maandag tot en met vrijdag vertrekt de eerste bus voor 6.00 uur vanaf het beginpunt van elke buslijn. Op zaterdag vertrekt de eerste bus voor 7.00 uur vanaf het beginpunt van elke buslijn. Op zon- en feestdagen vertrekt de eerste bus voor 9.00 uur vanaf het beginpunt van elke buslijn. De laatste bus vertrekt na 0.00 uur vanaf het beginpunt van elke buslijn. Het maximuminterval tussen de vertrektijden van de bussen bedraagt 30 minuten. Het maximuminterval tussen de vertrektijden van de bussen op de beginpunten van de lijnen op werkdagen van ochtendspits tot en met avondspits en op zaterdag in de middagperiode 15 minuten (geldt niet voor de in paragraaf lid c. en d. geëiste verbindingen). De maximale afstand hemelsbreed tot de haltes, zoals bedoeld in paragraaf 4.1.3, bedraagt voor 95% van alle woonadressen 800 meter NACHTVERVOER Nachtvervoer wordt gerekend onder vervoer dat uitgevoerd wordt in het kader van de bereikbaarheidsfunctie. Dit betekent dat de bedieningstijden en de frequenties van het nachtvervoer op basis van de vraag uit de markt tot stand dienen te komen. Desondanks is behoud van het huidige voorzieningenniveau het uitgangspunt: Lijn 258: Amsterdam Marnixstraat Hoofddorp - Nieuw-Vennep Lijnen 270 / 271: Amsterdam CS Uithoorn/Aalsmeer/Vinkeveen. Op één gemeenschappelijke halte met de Zuidtangent wordt minimaal in één richting aansluiting geboden op het nachtvervoer op de Zuidtangent. Na opening van de Noord-Zuidlijn blijven de nachtlijnen 270/271 rijden vanaf het busstation Amsterdam CS. Het aanbod en de routes mogen gedurende de concessieperiode worden afgestemd op de vraag CAPACITEIT MATERIEEL Vervoer dat aangeboden wordt in het kader van de bereikbaarheidsfunctie, wordt gedurende alle periodes van de dag uitgevoerd met reguliere bussen. 4.2 Wensen bereikbaarheidsfunctie ALGEMEEN In aanvulling op de minimumeisen ten aanzien van de bereikbaarheidsfunctie kan de inschrijvende vervoerder een betere invulling geven aan de bereikbaarheidsdoelstelling door: - extra ritten uit te voeren ten opzichte van het minimumniveau; - bieden van extra garanties aan de reiziger ten aanzien van de betrouwbaarheid van de vertrektijden bij de haltes en/of knooppunten; - bieden van een betere promotie. Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 21

22 4.2.2 VERBINDINGEN MET SCHIPHOL In aanvulling op de geëist verbindingen in paragraaf worden er verbindingen gewenst vanuit de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland, met uitzondering van de concessies Amsterdam, Haarlem / IJmond en alle kernen die worden aangedaan door lijn 370 Alpen a/d Rijn - Schiphol, naar alle werkgebieden op Schiphol 1. Tenzij de betreffende concessieverleners dit toestaan, mogen de verbindingen buiten het concessiegebied Amstelland-Meerlanden geen intern vervoer verzorgen. Het wordt wenselijk gezien om hiervoor een afwijkend marketingconcept te ontwikkelen. Het ROA zal voor deze verbindingen geen subsidie verstrekken. De vervoerder is vrij in het bepalen van het tarief, eisen over het gebruik van het NVB en/of chipkaart zoals geformuleerd in Hoofdstuk X zijn hier niet van toepassing. Het ROA kan verder ontheffing verlenen voor de eisen omtrent toegankelijkheid zoals geformuleerd in hoofdstuk V 1.7. De vervoerder moet deze verbindingen voor minimaal 2 jaar aanbieden. Deze verbindingen dienen te worden gecontinueerd indien deze kostendekkend worden geëxploiteerd. Bijdragen van derden kunnen hierbij worden meegerekend. 5. Buurtbussen Het bestaande buurtbusproject binnen het concessiegebied (Buurtbus Bennebroek - Zwaanshoek - Spaarne Ziekenhuis - Hoofddorp Centrum - Hoofdorp NS) wordt in stand gehouden, zolang er voldoende vrijwilligers voorhanden zijn en de betrokken gemeente(n) dit vrijwilligerswerk zelf (financieel) steunen. Op initiatief van gemeente(n) kunnen nieuwe buurtbusprojecten worden opgezet, mits deze voldoen aan de voorwaarden zoals beschreven in paragraaf X 4.2. De inschrijvende vervoerder dient te zorgen voor de beschikbaarheid en onderhoud van het buurtbusmaterieel. Hierbij dient het voertuig ingericht en herkenbaar te zijn als buurtbus en in overeenstemming te zijn met landelijke richtlijnen (o.a. geschikt voor het vervoer van 8 reizigers). Het voertuig moet voldoen aan de eisen zoals beschreven in hoofdstuk V. Verder dient de vervoerder zorg te dragen voor: de dienstregeling en roosters voor de vrijwilligers; het keuren en testen van de vrijwilligers; haltepalen (zie paragraaf XI 4.2); communicatiemiddelen in de bus, die in ieder geval gebruikt kunnen worden om indien nodig de verkeersleiding van de vervoerder te kunnen bereiken. Op verzoek van de buurtbusvereniging(en) en/of gemeenten kan de route en/of dienstregeling van een buurtbus een keer per jaar worden gewijzigd. 6. Overige vervoerkundige eisen De hierna volgende eisen gelden voor al het vervoer. Indien er in het PvE Zuidtangent hogere eisen zijn gesteld aan de Zuidtangent dan in deze paragraaf is beschreven, gelden de eisen uit het PvE Zuidtangent. Indien er in de Productspecificamemo 1 Hangende de vaststelling van de nieuwe Europese verordening waarin mogelijkheden geboden worden voor onderhandse gunning van kleine concessies wordt de voormalige concessie SSK opgenomen in de concessie Amstelland-Meerlanden. Ritten op deze verbinding worden gewenst. Programma van Eisen Amstelland-Meerlanden 22