Samenwerkingsschool Glimmen

Transcriptie

1 Fusierapport Samenwerkingsschool Glimmen Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 1 VCBG

2 Inhoudsopgave Voorwoord 4 Hoofdstuk 1: Rapportage stuurgroep De opdracht 1.2. De samenstelling van de stuurgroep 1.3. De uitwerking 1.4. De rapportage 1.5. Het advies aan de besturen 1.6. Besluitvormingsprocedure Hoofdstuk 2: Rapportage werkgroep Bestuur & Organisatie 9 1. Onderzoeksopdracht 2. Samenstelling werkgroep 3. Werkgroeprapportage Hoofdstuk 3: Rapportage werkgroep Financiën & Huisvesting Onderzoeksopdracht 2. Samenstelling werkgroep 3. Rapportage werkgroep Hoofdstuk 4: Rapportage werkgroep Personeel & Rechtspositie Onderzoeksopdracht 2. Samenstelling werkgroep 3. Rapportage werkgroep 4. Definitieve organisatie samenwerkingsschool Glimmen Selectie directeur Hoofdstuk 5: Rapportage werkgroep Onderwijs & Schoolorganisatie Onderzoeksopdracht 2. Samenstelling werkgroep 3. Rapportage werkgroep Hoofdstuk 6: Rapportage werkgroep Levensbeschouwing & Identiteit Onderzoeksopdracht 2. Samenstelling werkgroep 3. Rapportage werkgroep Hoofdstuk 7: Rapportage werkgroep Ouders & Omgeving Onderzoeksopdracht 2. Samenstelling werkgroep 3. Rapportage werkgroep Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 2 VCBG

3 Bijlagen fusierapport 55 A. Concept-statuten Stichting openbaar onderwijs Baasis 56 B1. Uitgangspunten Vereniging Christelijk Basisonderwijs te Glimmen 64 B2. Concept-statuten Vereniging Christelijk Basisonderwijs te Glimmen 66 C. Samenwerkingsovereenkomst Stichting Baasis en VCBG 72 D. Reglement Raad van Toezicht Baasis 75 E. Profielschets leden van de Raad van Toezicht 80 F. Concept-reglement College van Bestuur Baasis 82 G. Fusie-effectrapportage (separaat) H. Reglement Identiteitscommissie 87 I. Profiel directeur 95 Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 3 VCBG

4 Voorwoord In de periode augustus 2011 tot mei 2012 heeft het CPS een onderzoek gehouden over de door de schoolbesturen en scholen uitgesproken intentie om in de nabije toekomst te willen samenwerken en mogelijk te willen fuseren. Aanleiding hiervoor is het dalend aantal leerlingen in het dorp Glimmen waardoor de kwaliteit van het onderwijs gevaar loopt. Door nu te anticiperen op de toekomst wordt een basisschoolvoorziening voor het dorp Glimmen behouden. Resultaat van dit onderzoek heeft geleid tot het tekenen van een intentieovereenkomst van beide schoolbesturen om te streven naar een fusie van beide scholen op 1 augustus Vooruitlopend op de fusie zijn de kleutergroepen van beide scholen samengevoegd. Voor de verdere uitwerking van het traject is er een projectorganisatie ingericht, bestaande uit een stuurgroep, projectgroep en werkgroepen. Deze projectorganisatie heeft de opdracht gekregen de samenvoeging van de twee basisscholen uit te werken. Het onderzoek splitst zich uit in twee delen, namelijk de bestuurlijke kant en de scholenfusie. De harde kant gaat over de domeinen bestuur en organisatie, huisvesting en financiën en personeel en rechtspositie. De scholenfusie gaat over: onderwijs en schoolorganisatie, levensbeschouwing en identiteit en ouders en omgeving. Prioriteit van uitwerking van de fusie heeft in de periode september december 2012 gelegen bij de uitwerking van de bestuurlijke kant in verband met het feit dat er voor 1 februari 2013 een aanvraag voor fusie van beide scholen bij het ministerie van OCW moet worden ingediend en inclusief het daarbij behorend bestuurlijk traject van de scholen. De tweede rapportage is medio april 2013 toegevoegd. De projectvoorzitter Dhr. G. Rotman Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 4 VCBG

5 Hoofdstuk 1: Rapportage stuurgroep 1.1. De opdracht In juli 2012 besloten beide besturen de feitelijke samenvoeging verder uit te werken. Hiertoe hebben de bestuursvoorzitter van de Verening Christelijk Basisonderwijs Glimmen (waaronder De Marke ressorteert) en de algemeen directeur van stichting Baais (waaronder De Meent ressorteert) de opdracht gegeven om, op basis van een plan van aanpak, het onderzoek te verdiepen en een onderzoek in te stellen naar een mogelijke scholenfusie tussen De Marke en De Meent. De onderzoeksfase moet uitmonden in het feitelijk besluit tot fuseren. De onderzoeksresultaten die nodig zijn voor de feitelijke fusie, zijn verwoord in twee rapporten: de bestuurlijke en onderwijsinhoudelijke kant. Deze rapporten vormen de basis voor de definitieve besluitvorming met betrekking tot de voorgenomen scholenfusie. Randvoorwaarde voor dit traject Het eerste (deel) rapport vormt de basis voor de uiteindelijke aanvraag bij het ministerie van OCW. Door het indienen van deze aanvraag wordt er een onomkeerbaar besluit genomen. Normaal gesproken wordt er op basis van een complete rapportage een besluit genomen tot fusie. In het traject waarin wij ons bevinden is dit niet mogelijk. Dit heeft te maken met het besluit de kleuters met ingang van dit schooljaar samen te voegen. Dit is gebeurd door het overschrijven van de kleuters van De Marke naar De Meent met als gevolg dat er op De Marke niet meer een volledig onderwijsaanbod wordt gegeven. Dit wordt door de onderwijsinspectie maximaal één schooljaar gedoogd. Binnen dit schooljaar moet het besluit tot wel of niet fuseren vallen. Door de wettelijke termijn van het ministerie moet er voor 1 febuari een besluit van beide besturen en de gemeenteraden zijn genomen om akkoord te gaan met de fusie De samenstelling van de stuurgroep o o o o Dhr. E. Wielens, bestuursvoorzitter Vereniging Christelijk Basisonderwijs Glimmen Dhr. W. Blink, directeur-bestuurder Stichting Baasis Dhr. G. Rotman, projectvoorzitter Mw. A. Nijboer, projectsecretaris 1.3. De uitwerking De basis voor de werkwijze is een plan van aanpak waarin diverse opdrachten zijn uitgezet. Voor de uitvoering van deze opdracht zijn vijf werkgroepen in het leven geroepen: o o o o o o Werkgroep Bestuur en Organisatie Werkgroep Huisvesting en Financien Werkgroep Personeel en Rechtspositie Werkgroep Onderwijs en Zorg Werkgroep Levensbeschouwing en Identiteit Werkgroep Ouders en Omgeving 1.4. De rapportage Als twee scholen met twee verschillende signaturen het voornemen hebben te gaan fuseren dan is dat een intensief proces. Uitgangspunt voor de nieuwe school is een samenwerkingsschool te ontwikkelen, waarbinnen twee identiteiten worden geborgd. De wens is dat ook bestuurlijk een goede plaats te geven, in Nederland een vrij unieke situatie. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 5 VCBG

6 1.5. Het advies aan de besturen Gegeven de door de stuurgeroep overgenomen adviezen en bevindingen met betrekking tot de domeinen Bestuur en Organisatie, Huisvesting en Financien en Personeel en Rechtspositie; de wijze waarop door alle betrokkenen wordt gewerkt aan de onderzoeksfase van het fusieproces; het besef en de wil bij alle betrokkenen om een onderwijsvoorziening voor het primair onderwijs te Glimmen te behouden waarvoor draagvlak bij directeur, leerkrachten, ouders en kinderen bestaat; de wettelijke termijn van 1 februari voor het verzoek aan het ministerie van OCW bepalend is voor het feitelijk fuseren van beide scholen; adviseert de stuurgroep a) de Algemene Leden Vergadering van De Marke en het bestuur/raad van Toezicht van Baasis postitief te besluiten omtrent de scholenfusie; b) het bestuur en de Raad van Toezicht van Baasis de statuten dusdanig te wijzigen dat de informele samenwerkingsschool bestuurlijk wordt geborgd; c) deze statutenwijziging ter goedkeuring voor te leggen aan de gemeenteraden van Haren en Tynaarlo; d) de Fusie-effectrapportage (hierna: FER) ter advisering voor te leggen aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haren. Samengevat betekent dit concreet per domein het volgende: o o o o o borging van de samenwerkingsschool door aanpassing van de statuten van stichting Baasis, het omvormen van de Vereniging Christelijk Basisonderwijs Glimmen tot een toezichthoudend orgaan, het opstellen van een samenwerkingsovereenkomst, de instelling van een identiteitscommissie en de garanties voor een multidisciplinair team op de samenwerkingsschool. huisvesting samenwerkingsschool; vanwege de centrale plaats, de ligging nabij dorpshuis en sportvelden en vanwege de ruimte van de basisschool De Marke heeft deze locatie de voorkeur als schoollocatie. Het gebouw moet onderwijskundig, bouwkundig, constructief en installatietechnisch zo efficiënt mogelijk zijn ingericht om het onderwijskundig concept van de samenwerkingsschool op een goede wijze tot haar recht te laten komen. Hierbij wordt tevens ingezet op het plaats geven aan buiten- en tussenschoolse opvang, kinderopvang en peuterspeelzaal binnen het zelfde gebouw. financiën: de samenwerkingsschool zal binnen de kaders van het ministerie van OCW een sluitende begroting moeten hebben. Alle bezittingen, vermogen, vorderingen en verplichtingen van de VCBG worden ingebracht bij Stichting Baasis met uitzondering van de liquide middelen. Deze liquide middelen worden behouden voor de samenwerkingsschool. De statuten van de VBCG worden hiervoor gewijzigd. Jaarlijks kan een aanvraag door de samenwerkingsschool worden gedaan voor een financiële bijdrage. In het bestuur van de vereniging is er één zetel beschikbaar voor een lid van de Raad van Toezicht van Stichting Baasis. personeel: het personeel van de Marke gaat over naar Stichting Baasis. Hiermee verandert de juridische grondslag van hun aanstelling: van privaatrecht naar bestuursrecht. Zowel het openbaar als het christelijk primair onderwijs kent dezelfde CAO. Vanwege de samenvoeging van twee basisscholen kan aanspraak worden gemaakt op fusiefaciliteiten voor een periode van 5 schooljaren (afbouwend). Door deze fusiefaciliteiten en natuurlijk verloop binnen Stichting Baasis wordt ingeschat dat het personele volume in evenwicht kan worden gebracht met het aantal leerlingen van stichting Baasis. Indien er niet wordt gefuseerd dan loopt Stichting Baasis het risico dat op termijn De Meent vanwege terugloop van leerlingen moet worden gesloten. Via een selectieprocedure wordt het basisteam van de samenwerkingsschool samengesteld. Bij de selectie zijn het schoolconcept en kwaliteit de belangrijkste uitgangspunten. Ook wordt rekening gehouden met een evenwichtige teamsamenstelling (o.a. leeftijd, talenten en levensbeschouwelijke identiteit). Het boventallige personeel wordt overgeplaatst naar een andere school binnen Stichting Baasis. Directeursbenoeming: de stuurgroep samenwerkingsschool Glimmen ontwikkelt een procedure voor de benoeming van de directeur van de samenwerkingsschool. Een voorstel daartoe zal worden voorgelegd aan de MR-en. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 6 VCBG

7 Kanttekening Vanwege de termijn voor de aanvraag van de fusie bij het ministerie van OCW lopen de instemmingsstrajecten aan de GMR en MR-en parallel aan de bestuurlijke trajecten. Ook lopen tegelijkertijd de procedures bij de gemeenteraden van de gemeenten Tynaarlo en Haren (wijziging statuten) en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haren (advies geven FER). In januari 2013 worden alle bevindingen samengevoegd tot één definitief besluit Besluitvormingsprocedure Orgaan Artikel/ besluit Datum Bestuur Baasis Het bestuur moet vooraf goedkeuring hebben van de Raad van Toezicht voor fuseren van scholen (artikel 6 lid 7d Statuten Baasis) Het bestuur moet goedkeuring hebben van de Raad van Toezicht voor het wijzigen van de statuten van de stichting (artikel 6 lid 8a Statuten Baasis). Voorgenomen besluit tot overdracht van cbs De Marke naar stichting Baasis en fusie van De Meent en De Marke tot een informele samenwerkingsschool en vaststelling van bijgevoegde rapportage. Raad van Toezicht stichting Baasis Raad van Toezicht stichting Baasis Raad van Toezicht stichting Baasis Gemeenteraden Haren & Tynaarlo College van burgemeester en wethouders GMR Baasis Raad geeft voorafgaande goedkeuring aan de fusie op basis van artikel 6 lid 7d van de statuten (het stichten, opheffen, fuseren of afsplitsen van scholen of delen van scholen, daaronder mede verstaan het aangaan/beëindigen van duurzame samenwerkingsrelaties met derden) Goedkeuren van de overdracht van cbs De Marke naar stichting Baasis en fusie van De Meent en De Marke tot een informele samenwerkingsschool en vaststelling van bijgevoegde rapportage. Raad geeft goedkeuring aan de statutenwijziging obv artikel 6 lid 8a (Het bestuur behoeft naast de goedkeuring van de raad bij de genoemde besluiten in het vorige lid ook goedkeuring dan wel instemming van zowel de gemeenteraad van de gemeente Haren als de gemeenteraad van de gemeente Tynaarlo voor besluiten tot: a. het wijzigen van de statuten van de stichting. De informele samenwerkingsschool wordt geborgd in de statuten en een samenwerkingsovereenkomst door wijziging cq toevoeging van artikel 3a. Instemmen met bijgevoegde rapportage Naast de inhoudelijke wijzigingen van de statuten vindt er ook een wijziging van de statuten plaats vanwege: a. een verkeerde vernummering; b. onderling een verwijzing naar wetsartikelen; c. artikel 10 b en c: bindende voordracht GMR. Conform voorstel de betreffende artikelen aanpassen. Op basis van artikel 6 lid 8a en artikel 16 moet de gemeenteraden statutenwijzigingen goedkeuren. Wijziging van de statuten goedkeuren De FER en de bestuursoverdracht moeten voorzien zijn van een advies van het college van burgemeester en wethouders van Haren. Verzoek om positief advies Instemmen met overdracht van De Marke naar Baasis en samenvoeging van de twee basisscholen in Glimmen tot een informele samenwerkingsschool (art. 10 letter h WMS). Instemmen met de rapportage B/W Haren: CIE Haren: Raad Haren: B/W Tynaarlo: Raad Tynaarlo: B/W Haren: : Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 7 VCBG

8 MR De Meent MR De Marke Raad van Toezicht VCBG PG-gevolgen personeel OG-gevolgen ouders Instemmen met de samenvoeging van de twee basisscholen in Glimmen tot een informele samenwerkingsschool (art. 10 letter h WMS). Instemmen met de rapportage: PG-gevolgen personeel OG-gevolgen ouders Instemmen overdracht van De Marke naar Baasis en samenvoeging van de twee basisscholen in Glimmen tot een informele samenwerkingsschool (art. 10 letter h WMS). Instemmen met de rapportage, inclusief de samenwerkingsovereenkomst: PG-gevolgen personeel OG-gevolgen ouders Instemmen overdracht van De Marke naar Baasis en samenvoeging van de twee basisscholen in Glimmen tot een informele samenwerkingsschool (art. 10 letter h WMS) : : : Algemene Leden Vergadering Marke, en Raad van Toezicht VCBG Coördinatieplatform Haren en Tynaarlo Instemmen met de rapportage, inclusief de samenwerkingsovereenkomst Voorlopige instemming overdracht van De Marke naar Baasis en samenvoeging van de twee basisscholen in Glimmen tot een informele samenwerkingsschool, middels instemming met de aangepaste statuten VCBG en de samenwerkingsovereenkomst Bespreking van de samenvoeging basisscholen in Glimmen tot een informele samenwerkingsschool: o Statutenwijziging (gemeenteraden Haren & Tynaarlo) o FER (college van burgemeester en wethouder Haren). Ministerie OCW Indienen aanvraag fusietoets & FER Voor 1 februari Informele samenwerkingsschool 1 augustus 2013 Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 8 VCBG

9 Hoofdstuk 2: Rapportage Werkgroep Bestuur & Organisatie 1.1. Onderzoeksopdracht De onderzoeksopdracht voor de werkgroep Bestuur en Organisatie is de gevolgen van de fusie tussen de VCBG en Stichting Baasis en de formele gevolgen van de fusie van de scholen CBS de Marke en OBS de Meent tot samenwerkingsschool Glimmen op het terrein van besturen/scholenfusie, overdracht en organisatie te onderzoeken, in beeld te brengen en vervolgens een rapportage uit te brengen aan de stuurgroep Samenstelling werkgroep De werkgroep bestaat uit: Kees van de Veen - mr-lid cbs De Marke Marlies Dechesne - onderwijsbureau Meppel Gerda Bieleveld - directeur De Marke Anja Nijboer - beleidsmedewerker Baasis 1.3 Werkgroeprapportage 1. Uitgangspunten samenwerkingsschool Doel van de samenwerkingsschool is behoud van een onderwijsvoorziening met een openbare en een christelijke identiteit voor het primair onderwijs in het dorp Glimmen. De eerste uitgangspunten voor verdere uitwerking (d.d. 19 juli 2012): 1. komen tot de oprichting van een samenwerkingsschool, waarbij door partijen wordt ingezet op een formele samenwerkingsschool in de zin van de wet; 2. het per 1 augustus 2012 onderbrengen van de groepen 1 en 2 van beide scholen op de locatie van obs De Meent voor het schoolseizoen Deze keuze is op basis van praktische overwegingen genomen en dient voor 1 jaar; 3. het onderbrengen van de samenwerkingsschool bij Stichting Baasis; 4. de VCBG om te vormen tot een oudervereniging/lokale ouderraad ter bewaking van de identiteit. De wijze waarop de vertegenwoordiging in het bestuur plaatsvindt, moet nader worden uitgewerkt. Van belang voor de werkgroep Bestuur en Organisatie (BO) zijn de volgende uitgangspunten voor verdere uitwerking: 1. komen tot de oprichting van een samenwerkingsschool, waarbij door partijen wordt ingezet op een formele samenwerkingsschool in de zin van de wet; gewijzigd in: komen tot de oprichting van een samenwerkingsschool (besluit stuurgroep ); 2. het onderbrengen van de samenwerkingsschool bij Stichting Baasis; 3. de VCBG wordt omgevormd tot een oudervereniging/lokale ouderraad ter bewaking van de identiteit. De wijze waarop de vertegenwoordiging in het bestuur plaatsvindt, moet nader worden uitgewerkt. Het kader voor de vervolgstappen is het rapport van CPS (april 2012). Leeswijzer Dit hoofdstuk beschrijft de aanleiding, de onderzoeksopdracht voor de werkgroep Bestuur en Organisatie en de uitgangspunten die gehanteerd worden in de aanpassingen van de statuten en reglementen die benodigd zijn om te komen tot de fusietoets, die ingediend dient te worden bij het ministerie van OCW. Deze aanpassingen staan in hoofdlijnen beschreven in hoofdstuk 3. Daarvoor is in hoofdstuk 2 de samenwerkingsschool nader beschreven. In hoofdstuk 4 wordt de FER behandeld. Als bijlagen zijn de relevante aangepaste statuten en reglementen toegevoegd. In hoofdstuk 5 staan de benodigde werkzaamheden t.a.v. de daadwerkelijke samenvoeging van de beide scholen beschreven. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 9 VCBG

10 2. Samenwerkingsschool Informele samenwerkingsschool onder Stichting Baasis De scholen fuseren tot een school, ressorterend onder de Stichting Baasis, waarin zowel openbaar als christelijk onderwijs wordt aangeboden op basis van gelijkwaardigheid en respect. De reglementen van de Stichting Baasis dienen zo aangepast te worden dat naast de openbare ook de christelijke identiteit binnen de gefuseerde school gewaarborgd is middels toezicht door een omgevormde VCBG. De rechtspositie van de VCBG-personeelsleden verandert. Zij vallen na overdracht aan de stichting Baasis onder de wettelijke regeling van een openbaar schoolbestuur en hebben een aanstelling. Informele samenwerkingsschool Fusie tot informele samenwerkingsschool onder de Stichting Baasis, een openbaar schoolbestuur. a. Gemeenten Haren en Tynaarlo hebben openbare scholen in haar gemeenten. b. De statuten van de Stichting Baasis moeten gewijzigd worden zodat op de school in Glimmen aandacht geschonken wordt aan de protestants-christelijk richting van enkele leerlingen op de school. Goedkeuring/instemming vereist van RvT en beide Gemeenteraden. c. Toezicht bij Gemeenten: samenstelling Raad van Toezicht (RvT) of voordracht tot benoeming leden kan aangepast worden (statutenwijziging), dit is niet noodzakelijk. d. Toezicht op het vorm geven van de christelijke identiteit binnen de school te Glimmen door een federatie/identiteitscommissie. VCBG krijgt taak in behoud identiteit. e. Rechtspositie personeel De Marke verandert van burgerlijk recht naar een bestuursrechtelijke aanstelling. f. De GMR en MR-en hebben instemmingsrecht. Het tijdpad voor de besluitvorming is (1) projectgroep, (2) stuurgroep, (3) besturen scholen, (4) Raad van Toezicht, (5) coördinatieplatform scholen met Gemeenten, (6) Gemeenteraad, (7) ALV VCBG, (8) MRen/GMR, (9) OCW. Risico s informele samenwerkingsschool Het risico in het traject om te komen tot een informele samenwerkingsschool is, dat bij een informele samenwerkingsschool de identiteit minder goed geborgd is dan bij een formele samenwerkingsschool. Hier wordt de identiteit geborgd door de wet- en regelgeving. Bij een informele samenwerkingsschool moet de identiteit creatiever worden geborgd. Dit kan geregeld worden via statuten, de blijvende VCBG, samenwerkingsovereenkomst en de Raad van Toezicht. 3. Aanpassingen statuten en reglementen Algemeen De werkgroep BO heeft de benodigde statuten en reglementen besproken en aangepast aan de uitgangspunten die beschreven staan in paragraaf 1.3. In onderstaande tabel staan de documenten die zijn onderzocht en (indien nodig) aangepast om te komen tot een samenwerkingsschool. In de volgende paragrafen wordt per document in hoofdlijnen beschreven wat de benodigde aanpassingen zijn. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 10 VCBG

11 Documenten Aanpassing Voorstel Statuten Baasis Ja Concept statutenwijziging (A) Statuten VCBG omvormen tot nieuwe vereniging Ja Concept statutenwijziging (B-2) Huishoudelijk Reglement VCBG Ja Kan in een later stadium Samenwerkingsovereenkomst Nieuw Samenwerkingsschool met beide identiteiten in borgen Identiteitscommissie Ja Hoofdlijnen in rapport, reglement uitwerking in later stadium Medezeggenschapsstatuut Baasis Nee Aanpassen aan huidige bestuurlijke inrichting en nieuwe wetgeving GMR-reglement Baasis en MR-reglementen Nee idem Bestuursmandaten/directie-managementstatuut Nee idem Reglement Raad van Toezicht Baasis Ja Concept reglement RvT (C) Profielschets leden van de Raad van Toezicht Ja Concept profielschets (E) Reglement College van Bestuur Baasis Ja Concept reglement CvB (D) Klachtenregeling In later stadium Klokkenluidersregeling Baasis Nee - Statuten en reglementen oudervereniging In later stadium Concept overdrachtsakte - In later stadium Statuten stichting Baasis In de huidige statuten van de stichting Openbaar Onderwijs Baasis dienen de volgende punten te worden toegevoegd of aangepast: Mogelijkheid om een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan met een andere instellingen op het gebied van primair onderwijs; Mogelijkheid tot benoeming van een lid vanuit het primaire onderwijs in de Raad van Toezicht; Het benoemingsbeleid voor het personeel. De aangepaste statuten voor stichting Baasis staan in bijlage A, waarbij in revisie de noodzakelijke aanpassingen zijn aangegeven. Statuten VCBG omvormen tot nieuwe vereniging De statuten van de Vereniging Christelijk Basisonderwijs te Glimmen (VCBG) dienen te worden aangepast. Van de werkgroep Financiën en Huisvesting zijn de benodigde uitgangspunten en hoofdlijnen verkregen. Deze staan beschreven in bijlage B-1. De taken en doelen van de (nieuwe) vereniging zouden dan als volgt samengevat kunnen worden: 1. Toezicht houden op voldoende waarborg en ruimte voor de christelijke identiteit in de samenwerkingsschool; 2. Financieel ondersteunen van de samenwerkingsschool in Glimmen (op basis van subsidietoekenning op jaarlijkse projectaanvraag); 3. Mede Organiseren en of ondersteunen van TSO, BSO, peuterspeelzaal en kinderopvang. 4. Adequaat en risicomijdend beheren van de financiële middelen. Het aangepaste statuut voor de VCBG staat in bijlage B-2. Huishoudelijk Reglement VCBG Het huishoudelijk reglement VCBG zal onder de nieuwe doelstelling van de vereniging opnieuw moeten worden bekeken. Dit kan in een later stadium worden uitgewerkt. Samenwerkingsovereenkomst Met een samenwerkingsovereenkomst worden de gezamenlijke belangen voor de te vormen samenwerkingsschool van de twee (juridisch zelfstandige) partijen, in dit geval de stichting Baasis en de VCBG, vastgelegd. Door adviesbureaus en de notaris is aangegeven dat het wettelijk gezien noodzakelijk is om Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 11 VCBG

12 de afspraken rondom de samenwerkingsschool in een samenwerkingsovereenkomst te zetten. Daarbij komt de borging van de samenwerkingsschool in de statuten grotendeels te vervallen. Het concept van de samenwerkingsovereenkomst staat in bijlage C. Identiteitscommissie Het reglement van de identiteitscommissie kan in een later stadium worden opgesteld. De uitgangspunten voor deze commissie zijn als volgt: De commissie dient zowel de openbare als christelijke identiteit te borgen in de samenwerkingsschool; de samenstelling van deze commissie bestaat in eerste instantie uit zes leden. Twee leerkrachten van de samenwerkingsschool (één voor de openbare identiteit en één om de christelijke identiteit te vertegenwoordigen), en vier ouders (twee voor de openbare identiteit en twee om de christelijke identiteit te vertegenwoordigen). Op een termijn van twee jaar kan deze commissie waarschijnlijk teruggebracht worden tot 4 leden (2 ouderleden en 2 leerkrachten). De invulling van de taken en rollen van de identiteitscommissie en de vraag hoe borg je beide identiteiten in de nieuwe school dienen in samenwerking met de werkgroep Identiteit en Levensbeschouwing te worden opgesteld. De inpassing van de identiteitscommissie binnen de te vormen samenwerkingsschool en de relaties met de omgeving is schetsmatig aangegeven in onderstaand figuur. Gemeenten Haren en Tynaarlo Raad van Toezicht 4 Bestuur stichting Baasis GMR Directeur 1 MR VCBG 2 3 Identiteitscommissie Samenwerkingsschool Glimmen 1 = borging identiteit via schoolplan naar MR voor instemming 2 = VCBG vier taken: a. Voordracht benoeming één of twee leden identiteitscommissie b. Financiën voormalig VCBG c. Voordracht lid voor Raad van Toezicht stichting Baasis d. Mede organiseren en of ondersteunen van TSO, BSO, peuterspeelzaal en kinderopvang 3 = Identiteitscommissie 6 leden: 2 maal 3 ouders vanuit beide identiteiten. Met advies/toetsende rol. 4 = Coördinatieplatform Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 12 VCBG

13 Medezeggenschapsstatuut Baasis Het medezeggenschapsstatuut van stichting Baasis behoeft geen aanpassing in het kader van de samenwerkingsschool, behalve dan dat de naam De Meent dient te worden vervangen door de nieuwe naam van de samenwerkingsschool. GMR=-reglement Baasis en MR-reglementen Het GMR-reglement en MR-relement van stichting Baasis behoeven geen aanpassing in het kader van de samenwerkingsschool, behalve dan dat de naam De Meent dient te worden vervangen door de nieuwe naam van de samenwerkingsschool. Bestuursmandaten/directie-managementstatuut Het managementstatuut van de stichting Baasis behoeft geen aanpassing in het kader van de samenwerkingsschool, behalve dan dat de naam De Meent dient te worden vervangen door de nieuwe naam van de samenwerkingsschool. Reglement en profielschets leden van de Raad van Toezicht Baasis Het reglement van de Raad van Toezicht en de profielschets van de leden Raad van Toezicht dienen te worden aangepast (zie bijlagen D, E). Reglement College van Bestuur Baasis Het reglement van het College van Bestuur dient te worden aangepast (zie bijlagen F). Klachtenregeling De klachtenregeling wordt nog uitgezocht. Dit kan in een later stadium worden bekeken en (opnieuw) worden vastgesteld. Klokkenluidersregeling Baasis De klokkenluidersregeling Baasis behoeft geen aanpassing. Statuten en reglementen oudervereniging De statuten en reglementen van de oudervereniging kunnen in een later stadium worden aangepast. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 13 VCBG

14 4. Fusietoets Voor de overdracht van De Marke aan de Stichting Baasis en vervolgens fusie met De Meent is de wetgeving rond de fusietoets van toepassing. Dit betekent dat de fusie ter goedkeuring aan de Minister van OCenW moet worden voorgelegd onder overlegging van een vastgestelde FER. Deze dient vergezeld te gaan met een advies van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haren en schriftelijke verklaringen van de GMR van de Stichting Baasis en van de MR en van De Marke en De Meent, waarin deze aangeven met de fusie in te stemmen. De FER is als bijlage G bijgevoegd. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 14 VCBG

15 5. Samenvoeging basisscholen Glimmen In dit hoofdstuk staan de benodigde werkzaamheden t.a.v. de daadwerkelijke samenvoeging beschreven. 5.1 Overdracht Het overdragen van een school van het ene schoolbestuur naar het andere (ontvangend) schoolbestuur brengt een aantal werkzaamheden en mogelijk kosten met zich mee die onderstaand op een rij zijn gezet. Voor het ontvangende bestuur blijven alle formele inschrijvingen bestaan (inclusief bestuursnummer, orgaancode, etc.). Op moment van overdracht kan een wijziging van de statuten van het ontvangende schoolbestuur worden doorgevoerd, zodat deze aansluit op de gewenste situatie. Na het besluit van de besturen (Stichting openbaar onderwijs Baasis (Baasis): besluit College van Bestuur (CvB), goedkering Raad van Toezicht (RvT); Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs te Glimmen (VCBG): besluit bestuur) dat de school, De Marke, wordt overgedragen naar de stichting Baasis, wordt de feitelijke overdracht geregeld. 1. Aanpassen statuten stichting Baasis Indien de school wordt overgedragen aan een rechtspersoon die al bevoegd gezag is van een of meer scholen, kan het zijn dat de statuten moeten worden aangepast om de beoogde overdracht mogelijk te maken. De statuten geven de procedure aan die daartoe gevolgd moet worden, nl. o bij Baasis: besluit CvB, goedkeuring RvT, goedkeuring/instemming gemeenteraden Haren en Tynaarlo; Daarna dienen de volgende stappen gezet te worden: a. het opstellen van de concept statutenwijziging; b. het laten toetsen van de concept statutenwijziging door een notaris; c. het passeren van de statutenwijziging bij de notaris. Hiervoor dient de notaris te beschikken over de relevante besluiten van de betrokken schoolbesturen. Bij deze gelegenheid worden afspraken vastgelegd over de overdracht van de betrokken school middels een (nader op te stellen) akte van overdracht. d. het (laten) inschrijven van de statutenwijziging van de rechtspersoon bij de Kamer van Koophandel (indien nodig). Dit geschiedt in de regel door de notaris. 2. Overdragen school Het overdragen van een school geschiedt middels een notariële akte van overdracht (zie WPO, art. 56). Bij deze akte moeten tevens worden overgedragen de rechten ten aanzien van gebouw(en) en terreinen, evenals de roerende goederen. De akte moet de bepaling bevatten, dat de rechtspersoon aan wie wordt overgedragen d.w.z. de stichting Baasis, het personeel in gelijke betrekkingen en onder dezelfde voorwaarden als vermeld in de akte van benoeming aanstelt c.q. benoemt aan de school met ingang van de datum van overdracht. De verkrijgende rechtspersoon, de stichting Baasis, treedt in alle uit de wet voortvloeiende rechten en verplichtingen van zijn rechtsvoorganger, de VCBG. 3. Personeel a) Voor de overdracht van cbs De Marke dient een inventarisatie van het personeel plaats te vinden waarbij onderscheid dient te worden gemaakt in: eigen personeel (in vast dan wel tijdelijk dienstverband), personeel op basis van detachering en personeel tewerkgesteld middels een payrollconstructie. Voor wat betreft het personeel dat is gedetacheerd, dient het schoolbestuur van cbs De Marke de organisatie waar de detachering plaatsvindt te informeren over de overdracht. Daar waar sprake is van een detachering vanuit een andere organisatie richting cbs De Marke, geldt hetzelfde. b) Een tweede aandachtspunt is de afstemming van de gehanteerde afvloeiingssystematiek. Indien sprake is van twee verschillende systemen dan wel beide schoolbesturen hanteren de systematiek van het aantal dienstjaren, dan is afstemming hiervan noodzakelijk. Dit is niet aan de orde indien voor beide schoolbesturen de werkgelegenheidsgarantie van toepassing is. c) Indien sprake is van specifieke arbeidsvoorwaarden (waaronder bijvoorbeeld gratificaties) dienen deze door het ontvangende schoolbestuur opnieuw met de betreffende personeelsleden bekrachtigd te worden. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 15 VCBG

16 d) Aangezien het bestuur van Stichting Baasis als het ontvangend schoolbestuur de administratie heeft ondergebracht bij Onderwijsbureau Meppel, is voor wat betreft overdracht van de administratieve gegevens actie noodzakelijk vanuit de schoolbesturen. Na de formele melding aan Onderwijsbureau Meppel draagt het bureau zorg voor de administratieve overdracht van de betreffende gegevens. e) Het ontvangend schoolbestuur zal de personeelsleden van cbs De Marke schriftelijk informeren over de overdracht (en indien gewenst het huidige personeel). De eventuele gevolgen worden in het schrijven kenbaar gemaakt, waaronder het ontslag bij de huidige werkgever en de benoeming bij de nieuwe werkgever met behoud van alle rechten en plichten. 4. Opmaken, tekenen en uitreiken nieuwe akten Middels de overdrachtsakte worden ook de personeelsleden overgedragen naar de stichting Baasis. Dit maakt het noodzakelijk dat alle personeelsleden van de VCBG uit hun betrekking worden ontslagen en tegelijkertijd een nieuwe aanstelling/benoeming ontvangen bij de stichting Baasis. Het bevoegde gezag, Baasis, dient ervoor te zorgen dat de nieuwe personeelsleden een nieuwe (getekende) akte ontvangen. 5. Conversie PSA gegevens Indien de rechtsopvolger (het nieuwe schoolbestuur) wenst te kunnen beschikken over de digitale historische gegevens van de voorganger is het noodzakelijk om deze gegevens middels een dataconversie beschikbaar te maken. Hiervoor dient overleg te worden gepleegd met de leverancier van het personeels- en salarisadministratiesysteem (doorgaans via het administratiekantoor). Aan deze conversie zijn de nodige kosten verbonden. Het verdient voorkeur om deze vooraf op te vragen. Na de formele overdracht is het niet meer mogelijk om met terugwerkende kracht te muteren in de data van het voormalig schoolbestuur. 6. Melding instanties VCBG moet zich bij een aantal instanties afmelden, soms onder overlegging van documenten. a. een besturenorganisatie. Deze afmelding leidt tevens tot afsluiting van: o Stichting Borgstellingsfonds; o Commissie van Beroep. b. Landelijke Commissie voor Geschillen. c. Ministerie OCW/DUO-CFI, Afdeling BRIN, ten behoeve van het opheffen van het bestuursnummer. Daarvoor is overleggen nodig van: o BRIN-mutatieformulier met de gegevens van het bestuur. d. APG (Algemene Pensioen Groep nv), Afdeling ADG/COR, ten behoeve van de afmelding van een orgaancodenummer. Een afschrift van de overdrachtsakte moet worden toegevoegd. e. de Inspectie der directe belastingen melden: geen personeel meer in dienst. f. het administratiekantoor. g. Swv WSNS. Baasis moet melden aan: a. het ministerie van OCW (uit te voeren door het administratiekantoor middels het BRINmutatieformulier), ten behoeve van de administratieve koppeling van het nieuwe schoolbestuur aan de overgedragen school. Daarvoor moet een afschrift van de akte van overdracht worden ingestuurd, naast de BRIN-kaart van de betreffende school. Onderwijsbureau Meppel verzorgt deze melding. b. Swv WSNS (indien gewenst) 7. Bank Per datum van de overdracht van de school dient het saldi te worden overgedragen naar het ontvangend schoolbestuur. Facturen t.b.v. cbs De Marke binnengekomen na 1 augustus 2013 worden dan door het ontvangend schoolbestuur (als rechtsopvolger) betaald. Daarmee kunnen de bankrekeningen van cbs De Marke door het schoolbestuur van cbs De Marke worden opgeheven per datum van overdracht. Indien er sprake is van opgenomen gelden/leningen dan wel uitstaande gelden/leningen, en deze worden overgenomen door het ontvangend bestuur, dan verdient het de aanbeveling om dergelijke schulden dan wel vorderingen in de notariële akte op te nemen. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 16 VCBG

17 8. Fusietoets primair onderwijs Sinds 1 oktober 2011 geldt een nieuwe wettelijke regeling m.b.t. fusies in het onderwijs. Dit heeft twee gevolgen, namelijk: o opstellen van een FER door betrokken schoolbesturen (voorafgaand aan het fusiebesluit); o toestemming van de minister van OCW is vereist voor: - een fusie van besturen (bestuurlijke fusie) waarbij 10 of meer scholen betrokken zijn - een scholenfusie waar het totale aantal leerlingen van de betrokken scholen 500 of meer bedraagt. In de FER dienen de volgende zaken te worden opgenomen: a. de redenen en noodzaak van de fusie; b. de alternatieven voor de fusie; c. het tijdsbestek waarin de fusie zal worden gerealiseerd; d. de te bereiken doelen; e. de effecten van de fusie, in het bijzonder de effecten van de fusie op de spreiding en omvang van de betrokken instellingen in de regio, de onderwijskundige en bestuurlijke diversiteit van het onderwijsaanbod in de regio en de keuzevrijheid van deelnemers in de regio; f. de gevolgen van de fusie voor het personeel en de leerlingen, inclusief de gevolgen voor de voorzieningen; g. de kosten en baten van de fusie; h. de wijze waarop de fusie wordt gecommuniceerd; i. de wijze waarop de fusie wordt geëvalueerd. Het verzoek om goedkeuring moet ingediend worden bij de minister van OCW. De aanvraag dient vergezeld te gaan van: o de vastgestelde FER; o het advies van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haren (de gemeente waar de betrokken scholen gevestigd zijn); o schriftelijke verklaring van instemming van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden of een uitspraak van de Landelijke Commissie voor Geschillen of van de Ondernemingskamer. De beslistermijn voor de minister bedraagt dertien weken plus een mogelijke verlenging met maximaal dertien weken. Na advies van een onafhankelijke commissie neemt de minister een besluit op de aanvraag tot goedkeuring van de fusie. Pas nadat de goedkeuring is verkregen, kan de fusie daadwerkelijk geëffectueerd worden. 5.2 Samenvoeging/fusie van scholen: de wettelijke kaders en de gevolgen Het ministerie van OCW stelt per periode van vijf jaar per gemeente de gemeentelijke opheffingsnorm vast. Hieronder wordt verstaan het minimaal benodigd aantal leerlingen dat een school moet hebben op de teldatum van 1 oktober voorafgaand aan het schooljaar om in aanmerking te komen voor rijksvergoeding. De opheffingsnorm in de gemeente Haren voor de buitengebieden is over de periode 1 augustus 2008 tot 1 augustus 2013 vastgesteld op 35 leerlingen. Indien het aantal leerlingen van een school gedurende drie achtereenvolgende jaren minder bedraagt dan de geldende opheffingsnorm, wordt de bekostiging van rijkswege beëindigd. Indien de gemiddelde schoolgrootte van alle onder het schoolbestuur vallende scholen minimaal gelijk is aan 10/6 maal de opheffingsnorm kan zo n school nog voor bekostiging in aanmerking komen. De wettelijke minimale ondergrens voor instandhouding van een school is 23 leerlingen. Gevolgen schoolsluiting Het aantal leerlingen van De Marke en van De Meent te Glimmen loopt al een aantal jaren terug, sneller zelfs dan de prognoses aangeven. Het voortbestaan van beide basisscholen staat onder druk. Op relatief korte termijn is de mogelijkheid aanwezig dat het dorp Glimmen geen basisschool meer heeft, omdat beide scholen zullen moeten sluiten. De gevolgen van het sluiten van een school (op 1 augustus 201..) zijn: 1. de bekostiging van rijkswege wordt beëindigd met ingang van 1 augustus 201..; Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 17 VCBG

18 2. de school wordt per 1 augustus opgeheven; 3. het personeel krijgt met ingang van 1 augustus ontslag; 4. het schoolgebouw vervalt per 1 augustus om niet aan de gemeente; 5. alle roerende zaken (incl. leer- en hulpmiddelen en meubilair) worden ingeleverd bij de gemeente, behalve die door het schoolbestuur uit eigen middelen zijn aangeschaft; 6. de niet bestede overheidsgelden moeten worden terugbetaald op moment dat de bekostiging van de laatste, onder het schoolbestuur vallende school wordt beëindigd. (Dit is dus alleen van toepassing bij sluiting van De Marke.) De onder de punten 1, 3 en 5 genoemde gevolgen kunnen (deels) worden voorkomen, indien beide schoolbesturen besluiten om De Marke (na overdracht aan Stichting Baasis) en De Meent per 1 augustus 2013 samen te voegen tot een onder Stichting Baasis vallende basisschool. Gevolgen scholenfusie Samenvoeging van twee scholen betekent dat één school wordt opgeheven en één school blijft bestaan. Het verschil tussen opheffing zonder samenvoeging en opheffing door samenvoeging bestaat hieruit, dat bij opheffing zonder samenvoeging het personeel wordt ontslagen wegens opheffing van de betrekking, terwijl bij opheffing door samenvoeging het aanwezige personeel van de op te heffen school overgaat naar de overblijvende school. De keus omtrent welke school wordt opgeheven en welke school blijft bestaan is volledig vrij en zuiver een administratieve zaak. Het gaat daarbij nadrukkelijk om de school als instituut en niet om zaken als het gebouw, de directiebenoeming etc. De te maken keus heeft in die zin ook geen enkele invloed op de bekostiging. Bijzondere bekostiging bij samenvoeging Bij samenvoeging op 1 augustus 2013 wordt de bekostiging in principe ook beëindigd per 1 augustus 2013, maar de bekostiging van de materiële instandhouding (MI) loopt nog door tot 1 januari Bovendien kan in het geval van een samenvoeging door het schoolbestuur aanspraak worden gemaakt op zogenaamde samenvoegings- of fusiefaciliteiten. In grote lijnen houdt dit in dat de, bij samenvoeging van beide scholen, toegekende personele (formatieve) bekostiging inclusief de toeslag voor de schoolleiding wordt opgeteld en voor 100% wordt gegarandeerd gedurende het eerste schooljaar na de samenvoeging. In het tweede tot en met vijfde jaar na samenvoeging wordt dat stapsgewijs afgebouwd van 80% tot 20% van het totale verschil in bekostiging. Fusiefaciliteiten worden aangevraagd bij en toegekend door de minister. Verder geldt dat bij samenvoeging de inventaris van de opgeheven school niet hoeft te worden ingeleverd bij de gemeente, maar dat alles kan worden meegenomen naar de andere school. Uiteraard vervalt ook bij samenvoeging één gebouw, om niet, aan de gemeente. Medezeggenschapsraad De Wet op de Medezeggenschap Scholen (WMS) schrijft voor dat aan elke school één medezeggenschapsraad (MR) is verbonden. Dit betekent dat na de samenvoeging van de scholen één MR dient te worden gevormd voor de nieuwe school. De WMS schrijft niet voor op welke wijze deze MR tot stand dient te komen. In de regel worden beide MR-en samengevoegd als een voorlopige MR. Deze voorlopige MR wordt binnen één schooljaar omgevormd tot een definitieve MR. Gezien de omvang van de school wordt geadviseerd om een nieuwe MR te vormen met twee ouders en twee personeelsleden. Schooladministratie Fusie tussen twee scholen betekent dat ook alle administratieve gegevens dienen te worden samengevoegd. Adviescommissie identiteit Voor vormgeving, invulling en borging van de openbare en christelijke identiteit in de fusieschool wordt een identiteitscommissie ingericht die advies uitbrengt aan de directeur. Geadviseerd wordt de omgevormde VCBG toezicht te laten houden op de vormgeving van de christelijke identiteit in de samenwerkingsschool. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 18 VCBG

19 Vervolgacties Hieronder staan, zonder in details te treden, globaal weergegeven welke acties door (of namens) het schoolbestuur/de schoolbesturen moeten worden ondernomen, namelijk: o m.b.t. de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden: - indienen adviesaanvraag inzake de intentie tot samenvoegen van beide scholen; - indienen instemmingsaanvraag met betrekking tot het voorgenomen besluit om de beide scholen te gaan samenvoegen. Opmerking: indien noodzakelijk wordt bij beperkte beschikbare tijd, gezien het grote personele belang, geadviseerd om in overleg met de raden de reactietermijn in te korten (tot bijvoorbeeld twee weken i.p.v. de gebruikelijke termijn van zes weken). Om de scholen te kunnen samenvoegen en gebruik te kunnen maken van de samenvoegingsfaciliteiten, dient uiterlijk medio januari 2013 instemming te zijn verleend door beide raden. o m.b.t. het schoolbestuur: - besluitvorming tot samenvoeging van de beide scholen. Dit besluit dient een onomkeerbaar besluit te zijn (opgenomen in vastgestelde en getekende notulen). Dit houdt in: goedkeuring Raad van Toezicht/ besluit Algemene Ledenvergadering. o m.b.t. de minister van OC&W: - melding samenvoeging van de beide scholen (als onomkeerbaar besluit), uiterlijk voor 1 februari 2013; - insturen Brin - mutatieformulier voor 1 februari o m.b.t. het personeel: - informeren personeel over de besluitvorming door het schoolbestuur en medezeggenschapsraden en over de situatie per 1 augustus 2013 (zowel in formatieve als rechtspositionele zin). o m.b.t. de ouders: - informeren ouders over de besluitvorming door het schoolbestuur en de medezeggenschapsraden en over de situatie per 1 augustus 2013; - uitschrijven leerlingen op de ene school en inschrijven op de fusieschool. o m.b.t. de gemeente: - overdracht juridisch eigendom middels gewijzigde kadastrale akte; - inleveren sleutel van een schoolgebouw. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 19 VCBG

20 Hoofdstuk 3 Rapportage Werkgroep Financiën & Huisvesting 1. Onderzoeksopdracht De werkgroep heeft tot opdracht om de gevolgen van de fusie tussen de Vereniging Christelijk Basisonderwijs te Glimmen (hierna: VCBG) en Stichting Baasis en de formele gevolgen van de fusie van de scholen CBS de Marke en OBS de Meent tot samenwerkingsschool Glimmen op het terrein van huisvesting, materiële zaken en financiën te onderzoeken, in beeld te brengen en vervolgens een rapportage uit te brengen aan de projectgroep. 2. Samenstelling werkgroep Reinier Antonides - voorzitter, lid projectgroep, ouder en bestuurder CBS de Marke André Abbring - lid Treasury-commissie Marke, ouder Anja Nijboer - lid, stafbureaumedewerker Stichting Baasis Ronald Benink - extern adviseur Onderwijsbureau Meppel 3. Rapportage werkgroep In dit rapport wordt in enkele hoofdstukken achtereenvolgens ingegaan op: 1. Inbreng vermogen 2. Huisvesting 3. Overige punten 4. Risico s 1. Inbreng vermogen 1.1 Inleiding Voor dit punt wordt allereerst ingezoomd op de positie van VCBG aangezien haar school De Marke onderdeel gaat worden van Stichting Baasis. 1.2 Gegevens Het eigen vermogen van VCBG is per ultimo 2011: 425 duizend (afgeronde bedragen). Dit bestaat voor het grootste deel, zijnde 395 duizend, uit privaat vermogen van de vereniging, niet bedoeld voor inzet publieke activiteiten. Daarnaast is er nog Vreemd Vermogen van in totaal bijna 40 duizend. Dit vermogen betreft de financiering van het bezit van VCBG. Dit bezit bestaat voor ongeveer 100 duizend uit fysieke middelen als inventaris, apparatuur en bedrijfsmiddelen. Hier zijn onlangs forse investeringen in gedaan. Daarnaast is er ruim 300 duizend aan liquide middelen in bezit. Tenslotte zijn er (kortlopende) vorderingen van ruim 50 duizend per ultimo BALANS VCBG ultimo 2011 Activa = bezittingen Passiva = financiering Gebouwen terreinen Publiek Eigen Vermogen Inventaris en apparatuur Privaat Eigen Vermogen Andere bedrijfsmiddelen Voorzieningen Vorderingen Kortlopende schulden Liquide middelen en effecten Adviezen werkgroep over inbreng vermogen 1. De VCBG brengt per 1 augustus 2013 al haar bezittingen, vermogen, vorderingen en verplichtingen in de Stichting Baasis, met uitzondering van de dan aanwezige liquide middelen. De verwachting is dat dit op dat moment 280 duizend tot 300 duizend betreft. 2. Dit betekent dat op de balans gewaardeerd ongeveer 100 duizend aan inventaris, bedrijfsmiddelen, apparatuur en het saldo van vorderingen minus schulden wordt ingebracht in de Stichting Baasis op 1 augustus Het eigen vermogen van de Stichting Baasis neemt daarmee ook met 100 duizend toe. (NB: bedragen zijn indicatief en gebaseerd op de stand per Werkelijke bedragen komen voort uit de balanspositie per moment van overdracht 1 augustus 2013). 3. De inventaris en apparatuur van Stichting Baasis zoals nu aanwezig in de Meent wordt vergeleken met de ingebrachte spullen van De Marke en de beste spullen komen op de nieuwe school. De resterende spullen kan Stichting Baasis vrij inzetten op andere scholen of verkopen. 4. De restwaarde van dit overblijvende bezit wordt geacht voldoende te zijn als startvermogen om toekomstige vervanging te betalen door Stichting Baasis. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 20 VCBG

21 5. De VCBG blijft als toezichthoudend orgaan bestaan en beheert de bij haar blijvende liquide middelen. 6. De statuten van de VCBG worden gewijzigd waarbij het doel van de vereniging wordt aangepast in het financieel ondersteunen van de samenwerkingsschool in Glimmen. 7. De nieuwe samenwerkingsschool doet elk jaar uiterlijk op 1 oktober een aanvraag voor een geldelijke bijdrage voor het kalenderjaar erop van de VCBG. 8. De projectaanvraag moet primair uitgaven of investeringen betreffen die de nieuwe school in het betreffende jaar maakt voor de instandhouding of uitbouw van de beide identiteiten of activiteiten of zaken die hiermee nauw te maken hebben en secundair kunnen dit ook overige zaken zijn welke doelen van de samenwerkingsschool behartigen. 9. De VCBG beoordeelt deze aanvraag in alle redelijkheid en billijkheid en kent in principe jaarlijks een bijdrage toe vanuit haar private middelen. 10. In het bestuur van de vereniging wordt ruimte gemaakt voor 1 bestuurszetel voor iemand van de Stichting Baasis om hiermee enig invloed uit te kunnen oefenen op het functioneren van de vereniging en ter borging van het nieuwe doel van de vereniging zoals omschreven in punt Op deze wijze vloeit het private vermogen op een geleidelijke wijze naar de nieuwe samenwerkingsschool in Glimmen en is er een verzekering voor het behoud van voldoende aandacht voor beide identiteiten. 12. Per 1 augustus 2013 wordt het boekjaar van de VCBG/De Marke afgesloten en kan de nieuwe vereniging in werking treden. 2. Huisvesting 2.1 Inleiding In de getekende overeenkomst door beide schoolbesturen zijn de volgende uitgangspunten op genomen: 1. de functie van de school wordt een dorpsschool. In de vervolgfase wordt ingezoomd om te komen tot een kindcentrum; 2. de voorkeurslocatie voor beide schoolbesturen voor de toekomstige school is de locatie van De Marke (de definitieve keuze vindt plaats in overleg met de gemeente). De onderliggende overwegingen zijn neer gelegd in het onderzoeksrapport van het CPS: 1. De Marke biedt meer mogelijkheden in en om de school voor de nieuwe school; 2. De Marke neemt een centrale plaats in het dorp in (dorpsfunctie); 3. de omliggende sport- en speelmogelijkheden passen bij de functie buiten- en tussenschoolse opvang. Nader onderzoek naar de mogelijkheden voor (uit/aan/nieuw) bouw van extra ruimte voor kinderopvang/brede schoolfunctie/het kindcentrum in de directe nabijheid van de toekomstige school is daarom zinvol; 4. de brede school gedachte kan via het gebruik van het dorpshuis en sportvelden ingevuld worden. De werkgroep heeft in aanvulling op dit eerdere onderzoek van CPS de volgende zaken nader uitgewerkt in de volgende paragrafen in dit rapport: 2.2 Capaciteit en uitbreidingsmogelijkheden beide locaties 2.3 Ruimtebehoefte 2.4 Conclusies beschikbare ruimte versus benodigde ruimte 2.5 TSO, BSO en kinderopvang 2.6 Onderhoud binnenkant en buitenkant 2.7 Adviezen werkgroep locatiekeuze en huisvesting 2.2 Capaciteit en uitbreidingsmogelijkheden beide locaties a. CBS De Marke, Nieuwe Schoolweg 6, te Glimmen Capaciteit bouwjaar M2 opmerkingen totaal 701 Zolderverdieping als (multi)media Aantal lokalen: 4 leslokalen, 1 handvaardigheidslokaal, 1 gymlokaal en 1 speellokaal & multimedia ruimte op de verdieping. Oppervlakte terrein: 2.735m2 Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 21 VCBG

22 Uitbreidingsmogelijkheden Op het perceel van CBS de Marke is alleen bebouwing toegestaan voor bijzondere doeleinden zoals een school. Er ligt een bouwvlak van circa m² op het perceel. Het toegestane bouwpercentage binnen dit bouwvlak bedraagt maximaal 60%. Er is dus maximaal 1.641m² aan gebouwen mogelijk. De huidige footprint van De huidige footprint van CBS de Marke is 626m². Op de verdieping heeft de school ook nog onderwijsruimte gerealiseerd. De resterende bouwmogelijkheid is nog circa m². Er zijn dus voldoende uitbreidingsmogelijkheden op deze locatie om alle kinderen een dak boven het hoofd te bieden en kinderopvang te realiseren. b. OBS De Meent, Oude Schoolweg 2, te Glimmen Capaciteit bouwjaar M2 opmerkingen (2 semi-permanente lokalen) 2010?? Uitbreiding nav renovatie totaal uitbreiding nav renovatie Aantal lokalen: 4 leslokalen, 1 speellokaal & 2 semi-permanente lokalen nu gebruikt door de kinderopvang en BSO. Oppervlakte terrein: 1.465m2. Uitbreidingsmogelijkheden Ook op het perceel van OBS de Meent is alleen bebouwing voor bijzondere doeleinden zoals een school toegestaan. In de semipermanente bebouwing op het plein wordt op dit moment kinderopvang georganiseerd. Het toegestane bouwpercentage is maximaal 60% van het bouwvlak van circa 1.465m². Dit betekent dat op het perceel maximaal 879 m² gebouw mag komen te staan. De huidige plattegrond van OBS de Meent is circa 825 m2 (inclusief semipermanente gebouwen voor de Kinderopvang). Hier is dus maar een zeer beperkte mogelijkheid om nog uit te breiden. 2.3 Ruimtebehoefte Samenwerkingsschool Glimmen vanaf 1 augustus 2013 Op basis van de leerlingprognoses telgegevens van 01 oktober jl. is er een berekening gemaakt voor de ruimtebehoefte per 1 augustus Dit ziet er als volgt uit: Leerlingen t=0 systematiek Marke Meent Totaal leerlingen Ruimtebehoefte groepen / lokalen Volgens de berekening zijn er voor het schooljaar nog 5 lokalen nodig voor 5 groepen. Daarna kan de samenwerkingsschool naar verwachting terug naar 4 groepen en 4 lokalen. Er is dus slecht 1 jaar 5 lokalen benodigd. 2.4 Conclusies beschikbare ruimte versus benodigde ruimte 1. Uitgedrukt in lokalen: beide gebouwen hebben 1 leslokaal te kort. De Marke kan dit opvangen door de gymzaal en/ of het handvaardigheidslokaal geschikt te maken als leslokaal. De Meent kan dit opvangen door de semipermanente lokalen in te zetten voor het onderwijs. Dit is echter semipermanente bouw en op dit moment bezet t.b.v. BSO en kinderopvang. 2. In beide gevallen liggen er kansen om binnen de huidige capaciteit e.e.a. op te vangen. Maar De Marke heeft de meeste mogelijkheden op het grotere perceel om ook voor de toekomst voldoende ruimte te bieden wanneer de samenwerkingsschool kan gaan groeien. 2.5 BSO, TSO, peuterspeelzaal en kinderopvang Om ook in de toekomst voldoende leerlingen te trekken is het van belang dat er direct bij of in de school Buitenschoolse opvang (BSO), Tussenschoolse opvang (TSO), een peuterspeelzaal en Kinderopvang wordt aangeboden. Naar verwachting zullen deze functies in den lande steeds meer gecentraliseerd worden in de scholen. Ook voor een financieel effectief en efficiënt beheer van een schoolgebouw is een Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 22 VCBG

23 goede bezetting in het gebouw noodzakelijk. Voor een openbare school is het niet toegestaan om zelf commerciële activiteiten te verrichten in of nabij de school. Op dit moment zijn de genoemde functies bij de Meent daarom allen uitbesteed aan een marktpartij met bijbehorende tarieven in de eerder genoemde semi-permanente gebouwen. Bij De Marke wordt TSO aangeboden door hiervoor opgeleide ouders en is het tarief laag omdat de kosten laag zijn. Voor de locatiekeuze is het volgens de werkgroep van belang dat de genoemde functies in of direct bij de school gehuisvest en aangeboden kunnen worden aan ouders. Dit levert een efficiënter gebouwengebruik op en naar verwachting hogere leerlingaantallen en daarmee een beter te exploiteren samenwerkingsschool. Hierbij moet wel aandacht zijn voor het aantrekkelijk houden van de tarieven voor ouders om het gebruik wel breed te laten plaatsvinden en daarmee ook een efficiënte benutting van de gebouwen te bewerkstelligen. 2.6 Onderhoud buitenkant en binnenkant gebouwen Bij de keuze van het gebouw is de onderhoudsplanning aan de binnenkant ook van belang. Met name t.a.v. de hoogte van de onderhoudslasten en de exploitatiekosten van de afzonderlijke gebouwen. Uit de investeringsplanningen van beide scholen De Marke en De Meent kan geconcludeerd worden dat aan de binnenzijde beide scholen goed op orde zijn. Grote onderhoudsinvesteringen liggen niet in de nabije planning en zijn kort geleden verricht. Aan de buitenkant van De Marke moet binnen enkele jaren geïnvesteerd worden in een renovatie van het dak. Dit betreft een gemeentelijke verantwoordelijkheid. De Meent is onlangs gerenoveerd en zowel aan de binnen- als buitenzijde op orde. Hiermee is het pand ook beter verkoopbaar als een luxe villa waarmee de gemeente op korte termijn een winst kan realiseren. De werkgroep vindt het van belang dat het te kiezen schoolgebouw door de gemeente volledig in orde wordt gemaakt en energiezuinig wordt gemaakt (goede isolatie, zonnepanelen op het gerenoveerde dak etc.). Wanneer voor De Marke gekozen wordt, kan de samenwerkingsschool dan tijdelijk in De Meent worden ondergebracht voor 1 schooljaar, waarna de nieuwe school (in de loop van) kan starten in de gerenoveerde school. De voorkeur heeft het echter om de renovatie in de zomervakantie te laten plaatsvinden zodat de nieuwe school direct op de definitieve locatie kan starten. 2.7 Verkeersveiligheid Uit het project Veilige Schoolomgevingen van gemeente Haren heeft bureau Grontmij de verkeersknelpunten in beeld gebracht van onder andere locatie De Marke en locatie De Meent. Bij beide locaties blijkt het grootste ervaren probleem het oversteken van de Rijksstraatweg. Er blijkt niet expliciet uit dat de ene locatie een onveiligere verkeerssituatie kent dan de andere. Er worden maatregelen voorgesteld voor beide locaties om de situatie veiliger te maken. Voorgestelde verkeersmaatregelen De Marke Voorgestelde verkeersmaatregelen De Meent Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 23 VCBG

24 2.8 Adviezen werkgroep over locatiekeuze en huisvesting De werkgroep stelt het volgende voor: 1. kies als locatie voor de samenwerkingsschool voor locatie De Marke. Deze locatie biedt de meeste fysieke mogelijkheden voor een op groei gericht nieuwe school en is centraal in het dorp gelegen nabij gymzaal, dorpshuis en sportvelden. De locatie heeft een groenere omgeving en meer speelmogelijkheden; 2. kies voor de plaatsing van de BSO, TSO en kinderopvang ook voor locatie De Marke in of direct gekoppeld aan het schoolgebouw. Financieel gezien levert dit de meest efficiënte mogelijkheden om het gebouw optimaal te benutten. Inhoudelijk gezien versterken de functies elkaar wat de meeste leerlingen op zal leveren en daarmee ook financieel de beste keuze is; 3. stel een programma van eisen voor de huisvesting op bij keuze van De Marke, inclusief TSO, BSO en kinderopvang, en rekening houdend met het onderwijsconcept; 4. stel een meerjarenonderhoudsprogramma voor De Marke op waarin zichtbaar wordt wanneer wat moet worden aangepakt (binnen en buitenkant) en maak afspraken met de gemeente hierover; 5. zet bij de gemeente in op bekostiging en realisatie van een uitbouw, energiezuinig maken en renovatie van de school De Marke t.b.v. de samenwerkingsschool, BSO, TSO en kinderopvang te bekostigen uit de verkoopopbrengst van locatie De Meent (verkoop bijvoorbeeld als villa). Neem tevens de te nemen verkeersmaatregelen mee in dit overleg; 6. over deze renovatie bij voorkeur in de zomerperiode uit voor aanvang van het schooljaar of gebruikt locatie De Meent tijdens de verbouwing tijdelijk voor de samenwerkingsschool tot 1 januari 2014 of tot 1 augustus 2014; 7. over deze onderhandelingen / gesprekken met de gemeente op bestuurlijk niveau (vanuit bestuur Stichting Baasis, bestuur VCBG en bestuur gemeente Haren); 8. als back-up scenario in de onderhandelingen met de gemeente kan teruggevallen worden op verplaatsing van de semi-permanente units die nu bij De Meent staan naar De Marke. 9. overweeg de functies BSO, TSO, peuterspeelzaal en eventueel de kinderopvang door ouders zelf te laten organiseren bijvoorbeeld vanuit de VCBG (NB: dan ook in de statuten dit nieuwe doel toevoegen). De TSO kan vanuit de VCBG dan door de ouders zelf worden aangeboden. De BSO, peuterspeelzaal en kinderopvang kan door VCBG in samenwerking met de gemeente worden aanbesteed in een offertetraject aan een marktpartij om een goede opbrengst ten gunste van de school te laten komen en om de tarieven voor ouders zo aantrekkelijk te houden. Op deze wijze krijgt de VCBG belangrijke nieuwe werkzaamheden en doelen terug, naast het eerder genoemde gewijzigde doel uit hoofdstuk Overige punten 3.1. Verzekeringen en contracten De Werkgroep stelt hierover het volgende voor: Stichting Baasis moet zorgdragen voor goede verzekeringen en contracten per ingaan van de nieuwe samenwerkingsschool. De VCBG moet zorgdragen voor tijdige opzegging van haar verzekeringen en contracten die straks niet meer nodig zijn Begroting nieuw schooljaar Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 24 VCBG

25 De Werkgroep stelt hierover het volgende voor: Stichting Baasis draagt zorgt voor het opstellen van een sluitende begroting voor de nieuwe samenwerkingsschool. Hierbij kan naar verwachting gerekend worden op fusiefaciliteiten voor een aantal jaren. Ook wanneer deze fusiefaciliteiten eindigen is het zaak om een sluitende begroting te houden. De middelen welke jaarlijks vanuit VCBG worden verstrekt dienen niet tot sluitend maken van de begroting. De schoolbegroting wordt in dit kader jaarlijks voorafgaand aan elk boekjaar ter kennisname verstrekt aan VCBG. De eerste schoolbegroting van de samenwerkingsschool voor het schooljaar en / of over het boekjaar 2014 wordt in het voorjaar van 2013 tijdig opgesteld door Stichting Baasis en besproken in de projectgroep fusie Marke-Meent Personele zaken De Werkgroep stelt hierover het volgende voor: Tijdelijk extra benodigd personeel op De Marke in het huidige schooljaar dient betrokken te worden vanuit Stichting Baasis of andersom. Voor het overige wordt aangenomen dat alle personeelsleden van De Marke overgaan naar Stichting Baasis maar dat de werkgroep personeel en rechtspositie hierover adviseert. 3. Risico s De VCBG brengt de school De Marke onder in Stichting Baasis. Vragen die dit oproepen: wat is het risico dat hiermee wordt gelopen? Stel dat Stichting Baasis failliet gaat? De werkgroep heeft dit uitgezocht en kan hierover het volgende melden: Financiële problemen openbaar onderwijs Stichting Baasis staat op dit moment negatief in het nieuws qua financiële positie. Het is daarom goed aan te geven hoe de spelregels zijn rondom een eventueel faillissement van het openbaar onderwijs. De wet bevat geen specifieke regels die aangeven hoe het gemeentebestuur moet handelen wanneer de financiële positie van een stichting dusdanig verslechtert, dat het voortbestaan van de openbare scholen in het geding is. Gelet op het karakter van het duale onderwijsbestel in Nederland, waarbij de gemeente verantwoordelijk is voor goed openbaar onderwijs in een genoegzaam aantal scholen, is het evident dat het gemeentebestuur niet lijdzaam kan toezien dat mogelijk (een deel van) het openbaar onderwijs verdwijnt. Deze verantwoordelijkheid is neergelegd in de Grondwet (artikel 23 lid 4). Als de slechte financiële positie het gevolg is van ernstige taakverwaarlozing of handelen in de strijd met de wet, heeft de gemeenteraad de bevoegdheid in te grijpen. Daarbij zijn de volgende opties denkbaar: de gemeenteraad ontslaat de leden van het bestuur en benoemt nieuwe leden die opdracht krijgen orde op zaken te stellen; de gemeenteraad besluit de stichting openbaar onderwijs te ontbinden en terug te keren naar de integrale bestuursvorm, waarbij het college van burgemeester en wethouders weer het bevoegd gezag wordt; de gemeenteraad besluit de stichting openbaar onderwijs te ontbinden en o o draagt de functie van het bevoegd gezag over aan een bestuurscommissie ex art. 83 GW; draagt de instandhouding van de openbare scholen over aan een ander in de regio functionerend zelfstandig openbaar schoolbestuur. Naast de mogelijkheden om in de structuur in te grijpen, moet het financiële probleem in een dergelijk geval zo snel mogelijk worden aangepakt. Door middel van een reorganisatie, bezuiniging en/of een beroep op het vermogen van de stichting kan het schoolbestuur de organisatie veelal weer op het goede spoor brengen. Mocht het financiële probleem te groot zijn geworden om ze zelfstandig te kunnen oplossen dan is financiële hulp van buitenaf onontbeerlijk. In de regel kan op het Rijk geen beroep worden gedaan. Mogelijkheden zijn het aangaan van een lening, schatkistbankieren of een beroep op het gemeentebestuur. Voor de hand ligt dat de gemeente de helpende hand uitsteekt met het verstrekken van extra middelen aan het openbaar onderwijs. Mocht een faillissement uiteindelijk onafwendbaar zijn, dan is de gemeente direct verantwoordelijk voor het openbaar onderwijs (inclusief alle tekorten). Als het schoolbestuur diverse gemeenten bestrijkt, geldt die verantwoordelijkheid vanzelfsprekend alle betreffende gemeenten. Bron: Openbaar onderwijs en de gemeente, een gezamenlijke uitgave van VOS/ABB en de Vereniging Nederlandse Gemeenten mei 2012 Daarnaast denkt de werkgroep dat door de constructie met een geleidelijke jaarlijkse uitkering van een stukje privaat vermogen van VCBG naar de nieuwe samenwerkingsschool het vermogen van VCBG niet Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 25 VCBG

26 in gevaar kan komen. Daarbij krijgt de nieuwe samenwerkingsschool prikkels om deze jaarlijkse tranches binnen te halen, voldoende te blijven investeren in beide identiteiten en daarmee het voortbestaan van de samenwerkingsschool voor lange tijd kan duren. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 26 VCBG

27 Hoofdstuk 4: Rapportage Werkgroep Personeel & Rechtspositie 4.1. Onderzoeksopdracht. De Werkgroep heeft tot opdracht om de gevolgen van de fusie tussen de VCBG en Stichting Baasis en de formele gevolgen van de fusie van de scholen De Marke en De Meent tot samenwerkingsschool Glimmen op terrein van rechtspositie en personeelsbeleid te onderzoeken, in beeld te brengen en vervolgens een (tussen)rapportage uit te brengen aan de projectgroep Samenstelling van de werkgroep Gerda Bieleveld Alex van Dal Anja Nijboer Geeke Wolter - voorzitter, lid projectgroep, directeur De Meent - lid projectgroep, directeur De Marke - lid, stafbureaumedewerker Stichting Baasis - lid, stafbureaumedewerker HRM Stichting Baasis 4.3. Rapportage Werkgroep 4.4. Definitieve invulling organisatie samenwerkingsschool Glimmen Aanstelling/benoeming Het openbaar onderwijs kent een akte van aanstelling, waarop het burgerlijk recht van toepassing is. Het bijzonder onderwijs kent een akte van benoeming, waarop het burgerlijk recht van toepassing is. Voor zowel het personeel van het openbaar onderwijs als van het bijzonder onderwijs is de CAO PO 2009 van toepassing. Bij samenvoeging van beide scholen wordt het personeel van VCBG overgedragen aan Stichting Baasis, wat concreet betekent dat de personeelsleden van VCBG een akte van aanstelling krijgen. Bij de informele samenwerkingsschool is de school feitelijk openbaar onderwijs (in dit geval onder de paraplu van een stichting met uitgebreide doelstellingen in de statuten). 2. Rechtspositie Het bevoegd gezag van de fusieschool is ingevolge de Regeling samenvoeging van scholen verplicht om het personeel van de over te dragen school, in dit geval De Marke, te benoemen in gelijke betrekkingen onder dezelfde voorwaarden met ingang van de samenvoeging. De betrekkingen en de voorwaarden die zijn opgenomen in de akten van benoeming moeten dus in de nieuwe akten van aanstelling worden overgenomen. Kerngegevens: De rechtspositie van het overgedragen personeel blijft vallen onder de CAO-PO; Diensttijden en salarisschalen dienen één op één overgedragen te worden; Het personeelsbeleid van de VCBG en Stichting Baasis verschilt slechts op detailniveau; Stichting Baasis kent werkgelegenheidsbeleid, de VCBG kent ontslagbeleid. De Stichting Baasis heeft flankerend beleid i.v.m. de krimp vastgesteld; Stichting Baasis heeft nog geen eenheid in de vaststelling van de normjaartaak op basis van het gemiddelde aantal schoolweken per schooljaar afgeleid van het aantal lesuren per week; Aanvullende arbeidsvoorwaarden, zoals BAPO, ouderschapsverlof e.d. zijn geregeld in de CAO PO; Stichting Baasis zit op schema met het invoeren van de Functiemix. De VCBG heeft vastgesteld dat het doelstellingspercentage voor de school per 1 augustus 2013 gehaald moet worden. Hiervoor is per 1 augustus 2012 nieuw personeelsbeleid vastgesteld. Op basis van deze informatie zijn er rechtspositioneel weinig wijzigingen. De personeelsleden die nu een akte van benoeming hebben bij de VCBG krijgen een akte van aanstelling bij Stichting Baasis. Concreet betekent dat de nieuwe aanstelling voor de personeelsleden van De Marke het Integraal Personeelsbeleid (hierna: IPB) van Stichting Baasis van toepassing wordt. De leerkrachten van De Marke dienen het volledige IPB van Stichting Baasis te accepteren. Het IPB van de VCBG en Stichting Baasis vertoont ook een grote mate van overeenstemming. Wel is er een verschil in de afvloeiingsregeling. Stichting Baasis hanteert namelijk de regeling Werkgelegenheidsbeleid; VCBG hanteert de regeling Ontslagbeleid. In de praktijk betekent dat op het moment bij Stichting Baasis geen afvloeiingslijst vastgesteld hoeft te worden. Bij VCBG bepaalt het criterium totale diensttijd in het onderwijs de plaats die men op de afvloeiingslijst inneemt. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 27 VCBG

28 3. Personele mobiliteit Per 1 augustus 2013 zal de VCGB geen schoolbestuur meer zijn en zal Stichting Baasis per die datum het bestuur zijn van de nieuwe samenwerkingsschool. Deze informele samenwerkingsschool is formeel openbaar onderwijs. Procedure: - de personeelsleden van De Marke gaan over van bijzonder onderwijs naar openbaar onderwijs. Zij kunnen, als zij dit niet wensen, op denominatieve gronden ontslag aanvragen, waarbij zij een uitkering bij het UWV kunnen aanvragen. Het Participatiefonds erkent denominatief ontslag; - het bestuur van De Marke kan geen personeel detacheren, omdat zij per 1 augustus 2013 niet meer functioneert als schoolbestuur; - alle personeelsleden van De Marke komen in aanmerking voor overplaatsing naar een openbare school; - het bestuur van De Marke is voornemens personeelsleden van De Marke een outplacementtraject aanbieden op denominatieve gronden; - Stichting Baasis zorgt voor een passende werkplek binnen de organisatie voor de personeelsleden die niet op de samenwerkingsschool gaan werken; - voor de personeelsleden van De Meent blijven de procedures uit het mobiliteitsbeleid van Stichting Baasis gelden. 4. Formatie Voorafgaand aan de planning is het van belang dat men zich het volgende realiseert: bij de berekening van formatieplanning en overgangsformatie moet altijd uitgegaan worden van leerlingaantallen van 1 oktober van het huidige schooljaar. Omdat de samenwerkingsschool op 1 augustus 2013 van start gaat, betekent dit, dat leerlingenaantallen van 1 oktober 2013 van belang zijn: Stichting Baasis en de VCBG hebben een meerjarenformatieplan op basis van reële leerlingenprognoses; beide scholen laten een sterk dalend leerlingenaantal zien voor de komende jaren, wat gevolgen zal hebben voor de personele bezetting. Stichting Baasis hanteert de T=0-systematiek voor de jaarlijkse formatieberekening. Bij de VCBG wordt de T-1-systematiek gehanteerd; bij fusie kan de samenwerkingsschool voor een periode van 5 jaar aanvullende personele fusiefaciliteiten genieten. Deze fusiefaciliteiten bedragen het eerste jaar 100% en lopen jaarlijks met 20% terug; de VCBG heeft dit schooljaar één leerkracht per 1 augustus 2012 in het RDDF geplaatst. Het voornemen is het tijdelijk contract niet te verlengen en de leerkracht in RDDF te ontslaan op formatieve gronden. In principe krijgt deze leerkracht ontslag op het moment dat zij nog valt onder VCBG, op 31 juli De nieuwe samenwerkingsschool heeft formeel bestaansrecht met ingang van 1 augustus Dit ontslag moet echter getoetst worden d.m.v. de instroomtoets van het Participatiefonds. Wanneer er ww-verplichtingen ontstaan naar de werkgever (in dit geval VCGB, die vanaf 1 augustus 2013 ophoudt te bestaan), moet er vooraf tussen VCGB en Stichting Baasis een financiële compensatie worden afgesproken; Stichting Baasis heeft een aantal leerkrachten in dienst met een tijdelijk contract. Het voornemen is deze contracten niet te verlengen. Vanwege een sociaal plan heeft Stichting Baasis per 1 augustus 2012 geen leerkrachten in het RDDF mogen plaatsen; de bezettingsoverzichten op beide scholen laten op dit moment een beeld zien van een totaal aan 7,1905 wtf aan leerkrachten; op 1 oktober 2013 zou het leerlingenaantal van de samenwerkingsschool uitkomen op 126 leerlingen. Tabellen leerlingen- en personeelsgegevens beide scholen Leerlingen Gemeente Marke Meent Ruimtebehoefte Bijgesteld obv teldatum Marke Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 28 VCBG

29 Meent Ruimtebehoefte Baasis t=0 systematiek De Marke niet berekend De Meent Ruimtebehoefte Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 29 VCBG

30 5. Personele bezetting scholen Personele bezetting De Meent Bestuur: Stichting Openbaar Onderwijs Baasis Vestiging: 12 ME obs De Meent Schooljaar ME Basisschool de Meent Naam geboren pers nr functie sch nr vt begin eind wtf vz kosten tlv m d w d v Bieleveld, GA directeur DA 13 V ,8975 Vf lumpsum DIR x x x x x Bieleveld, GA directeur DA 13 V ,1025 Vf BAPO x Breeuwsma, JA leraar LB 15 V ,8729 Vf lumpsum OP x x x x Breeuwsma, JA leraar LB 15 V ,0271 Vf BAPO x Gaans, H van schoolassistent V 1-1- (id-baan) ,6240 Vf sal kst ID-baan x x x x x Jong, MI de leraar LA 15 V ,8492 Vf lumpsum OP x x x x Jong, MI de leraar LA 15 V ,0970 Vf BAPO x Klinkhamer, H leraar LA 15 V ,6547 Vf lumpsum OP x x x x Klinkhamer, H leraar LA 15 V ,1049 Vf BAPO x Stoel, T leraar LA 09 V ,7096 Vf lumpsum OP x x x Veldkamp, N leraar LA 15 V ,6217 Vf lumpsum OP x x x Veldscholten, UPM leraar LA 08 V ,1935 Vf lumpsum OP x x x x Personele bezetting De Marke Bestuur: Vereniging Christelijk Basisonderwijs Glimmen Vestiging: CBS De Marke Schooljaar Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 30 VCBG

31 naam geboren pers nr functie sch nr vt begin eind wtf vz kosten tlv m d w d v M.A. van Breukelen Leraar LA 15 V 0,4612 AE van Dal directeur DB 10 V 0,6000 LA Hofstra leraar LA 7 V 1,0000 F Huizing Administratief mw V 0,2713 J Kasper- Starke schoonmaker V 0,2441 J Kragt leraar LA 15 V 0,3663 RCM Mulder W Oosterbeek leraar LA 3 V RDDF , melkertbaan V 1,0000 HN Terpstra- Douma TJ Vos- Heslinga AH van Walsum leraar LA 08 V 0, leraar LA 11 V 0, leraar LA 15 T 1,0000 Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 31 VCBG

32 6. Fusiefaciliteiten Om de kwaliteit van de samenwerkingsschool te borgen, zijn alle fusiefaciliteiten ten bate van de samenwerkingsschool. Hierbij kan gesteld worden dat beide besturen een inspanningsverplichting hebben om het tijdelijke personeel en in RDDF geplaatst personeel te ontslaan ten behoeve van het de baanzekerheid van het vaste personeel. Ontslagen dienen getoetst te worden d.m.v. de instroomtoets van het Participatiefonds. Voor de formatieberekening van de samenwerkingsschool wordt de t=0- systematiek van Stichting Baasis gehanteerd. Onderzocht moet worden welke financiële consequenties de overgang heeft voor de VCBG. Het leerlingenaantal van 1 oktober 2013 is bepalend voor de formatieomvang van de samenwerkingsschool. Een school met een omvang van 126 leerlingen zou 5, dan wel 6 groepen moeten kunnen formeren. 7. Formatieplanning en overgangsformatie samenwerkingsschool Voorafgaand aan de planning is het van belang dat men zich het volgende realiseert: bij de berekening van de formatieplanning en overgangsformatie moet altijd uitgegaan worden van leerlingenaantallen van 1 oktober in het jaar voorafgaand aan de fusie. Omdat de nieuwe school de samenwerkingsschool op 1 augustus 2013 van start gaat betekent dit, dat leerlingenaantallen van 1 oktober 2012 van belang zijn. Teldatum 1 oktober 2012 De Marke GGL: 34,65 lln. 4 t/m 7: 15 Lln. 8+ : 50 Gewichten: 0 Totaal: 65 lln. De Meent GGL: 43,18 lln. 4 t/m 7: 29 Lln. 8+: 32 Gewichten: 0 Totaal: 61 lln. De gegevens voor wat betreft de GGL, leerlingenaantal, gewichten worden ingevoerd in een tool. De uitkomst hiervan is, dat vanaf 2013/2014 tot 2017/2018 recht bestaat op extra faciliteiten ten gevolgde van de samenvoeging van scholen. Gedurende een periode van 5 jaar worden deze faciliteiten afgebouwd. Dit geeft de Stichting de ruimte om de samenwerkingsschool een goede start te kunnen laten maken. Daarnaast hoeft niet direct na de fusie in het personeelsbestand op stichtingsniveau te worden ingegrepen. Toedeling formatie schooljaar 2013/2014 De samenwerkingsschool valt onder het beheer van Stichting Baasis. De vaststelling van het formatiebudget zal op basis van de regels binnen Stichting Baasis plaatsvinden. Stichting Baasis voert bij de vaststelling van het formatiebudget het beleid, dat het aantal leerlingen op de teldatum van 1 oktober van het betreffende schooljaar bepalend is. Faciliteiten Door de samenvoeging wordt de kleine scholentoeslag sterk verminderd. Dit heeft invloed op de formatie. Het verschil wordt in het eerste jaar voor 100%, het tweede jaar voor 80%, der jaar 60%, vierde jaar 40%, vijfde jaar 20% als overgangsformatie toegekend. Daarna is er geen overgangsformatie meer beschikbaar. bekostiging dir. toeslag totaal Factor X , , ,88 Factor Y , , , , , , / / / / / , , , , , , , , ,80 513, ,05 X - Y Xs - Ys ,24 0,8 x (X - Y) 0,8 x (Xs - Ys) ,43 0,6 x (X - Y) 0,6 x (Xs - Ys) ,62 0,4 x (X - Y) 0,4 x (Xs - Ys) ,81 0,2 x (X - Y) 0,2 x (Xs - Ys) Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 32 VCBG

33 In bovenstaande tabel is te zien wat de fusiefaciliteiten zijn in de komende 5 jaren, in geld. 8. Selectieproces onderwijzend personeel De vraag moet gesteld worden hoe wordt het onderwijzend personeel van de nieuwe samenwerkingsschool wordt geselecteerd. Voordat een antwoord kan worden gegeven op de deze vraag dient met de volgende gegevens rekening te worden gehouden: het basisteam moet (minimaal 3 jaar) stabiel zijn; alle huidige personeelsleden van De Meent en De Marke hebben een gelijke kans om op de nieuwe samenwerkingsschool benoemd te worden; op basis van de formatieberekeningen zal een deel van het personeel overgeplaatst worden naar een andere school binnen Stichting Baasis; bij de selectie van personeel zijn het schoolconcept en kwaliteit voor de werkgroep de twee belangrijkste uitgangspunten; bij de selectie wordt rekening gehouden met een evenwichtige teamsamenstelling (o.a. leeftijden, talenten, levensbeschouwelijke identiteit); in eerste instantie wordt het personeel dat is opgenomen in de formaties van beide scholen zoveel als mogelijk geplaatst in de formatie van de samenwerkingsschool. Op basis van het schoolconcept dat in de studiedagen/gezamenlijke vergaderingen ontwikkeld wordt, wordt een profielschets voor het personeel van de samenwerkingsschool opgesteld. Personeelsleden worden in de eerste plaats op grond van hun kwaliteiten aangesteld en zal daarbij rekening gehouden moeten worden met de mogelijkheid van het geven van de open- christelijke identiteitslessen. Bij de samenstelling van het team van de samenwerkingsschool wordt zoveel mogelijk gestreefd naar een evenwichtige opbouw. De projectgroep geeft aan wat een wenselijke formatieomvang is in de eerste jaren van de samenwerkingsschool, om overbezetting te voorkomen; Planning De profielschetsen worden vanuit de projectgroep op maandag 28 januari 2013 uitgezet onder de personeelsleden van De Meent en De Marke. De personeelsleden kunnen t/m vrijdag 15 februari 2013 een motivatiebrief sturen naar de projectgroep om in aanmerking te komen voor een benoeming op de samenwerkingsschool. In de week van 4 maart 2013 (uitloop naar week van 11 maart 2013) worden selectiegesprekken gevoerd met alle personeelsleden die een motivatiebrief hebben gestuurd. Uiterlijk vrijdag 22 maart wordt door de stuurgroep duidelijk gemaakt wat de teamsamenstelling van de samenwerkingsschool zal zijn. Als er desondanks nog open plekken in de formatie zijn, zal per 22 maart de selectieprocedure ook open staan voor andere personeelsleden van Stichting Baasis. Eventuele gesprekken zullen met deze mensen plaatsvinden in de week van 8 april. De selectiecommissie zal bestaan uit beide directeuren, stafbureaumedewerker personeel van Stichting Baasis en bestuurslid personeel van de VCBG. 9. Selectieproces Directie Beide scholen hebben momenteel een directeur. De directeur van De Meent heeft een aanstelling van 1,0000 FTE. De directeur van De Marke heeft een benoeming van 0,6000 FTE. De directeur van De Meent zit in de DA-schaal, de directeur van De Marke zit in de DB-schaal. Beide besturen hebben een managementstatuut, waarin de taken en verantwoordelijkheden van de directeuren beschreven staan. Deze statuten verschillen; vanwege het éénpitterbestuur van De Marke heeft de directeur van deze school meer taken en verantwoordelijkheden. De samenwerkingsschool heeft per startdatum behoefte aan één directeur. Stichting Baasis is gestart met de ontwikkeling van nieuw beleid op gebied van de directievoering van haar scholen, waarbij gewerkt gaat worden met clusterdirecteuren en locatieleiders. Op basis van deze gegevens selecteert de stuurgroep een directeur voor de samenwerkingsschool. Stichting Baasis garandeert daarbij een gelijkwaardige functie voor de directeur (of directeuren) die niet de directeur van de samenwerkingsschool wordt. In eerste instantie binnen stichting Baasis, anders via detachering, outplacement of vertrekpremie. Het salaris en de rechtspositie van beide directeuren verandert niet. 10. Ondersteunend personeel De Marke De VCBG heeft een administratieve kracht, schoolschoonmaakster en conciërge in vaste dienst. Voor de conciërge van De Marke ontvangt de VCBG tot haar pensioen in augustus 2014 subsidie van de gemeente Haren. Het uitgangspunt is dat de subsidie van de gemeente Haren wordt overgedragen aan Stichting Baasis, tot het moment dat de conciërge met pensioen gaat. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 33 VCBG

34 Stichting Baasis Stichting Baasis heeft een stafbureau, dat ruim voldoende bezet is. Voor de schoonmaak heeft stichting Baasis schoonmaakbedrijf Asito ingehuurd. Op De Meent werkt een conciërge in vaste dienst, hiervoor is geen subsidie meer. Op de rechtspositie van het ondersteunend personeel is de CAO-PO van toepassing. Er zijn dus verplichtingen aan de schoolschoonmaakster van De Marke. Zij wordt als schoonmaakster in eigen dienst bij Stichting Baasis ondergebracht om te werken op de samenwerkingsschool. Aan de schoolschoonmaakster van De Meent zijn geen verplichtingen, omdat zij in dienst is van het schoonmaakbedrijf. In het contract met Asito wordt De Meent als schoonmaaklocatie geschrapt. De samenwerkingsschool heeft één conciërge, mits daar voldoende middelen voor zijn. De directeur is verantwoordelijk voor de selectie. Voor de administratieve kracht van De Marke zal een plaats op het stafbureau van stichting Baasis gevonden moeten worden. 11. Garanties De vraag moet gesteld worden of en welke extra garanties worden gegeven aan de samenwerkingsschool op het gebied van personeel/personele continuïteit. De nieuwe samenwerkingsschool heeft een stabiel team nodig om goed van start te gaan. In het CPS-rapport zijn verwachtingen gewekt over garanties voor het personeel van De Marke. Extra garanties bieden, schept rechtsongelijkheid tussen het personeel dat wel op de samenwerkingsschool gaat werken en dat niet op de samenwerkingsschool gaat werken. Er zijn meerdere scholen binnen Stichting Baasis, die om verschillende redenen stabiliteit/geen gedwongen mobiliteit voor een aantal jaren wensen. Personeel van de samenwerkingsschool is vrij om na verloop tijd andere keuzes te maken, waarmee de stabiliteit niet te garanderen valt. De samenwerkingsschool krijgt de eerste vijf jaar fusiefaciliteiten om extra personeel in te zetten. Een deel van deze fusiefaciliteiten zal in ieder geval 1 jaar gebruikt moeten worden om de zorg goed vorm te geven door middel van een stuk extra formatie voor IB-taken. De samenwerkingsschool krijgt geen extra garanties op gebied van personeel/personele continuïteit. De fusiefaciliteiten komen volledig ten goede aan de samenwerkingsschool, als geoormerkt geld binnen de totale formatiebegroting van Stichting Baasis. De algemeen directeur van Stichting Baasis geeft een toelichting op het CPS-rapport en het flankerend beleid van de stichting en waarom er geen extra garanties gegeven kunnen worden. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 34 VCBG

35 4.4. Definitieve invulling organisatie samenwerkingsschool Glimmen Richtinggevende kaders voor de inrichting van de organisatie fusierapportage Kaders: Systematiek Baasis is leidend voor de inrichting van de samenwerkingsschool. De school komt te vallen onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van Baasis en kent als zodanig qua bekostiging geen uitzonderlijke positie (zie pagina 31 fusierapportage punt 6: fusiefaciliteiten & punt 7 toedeling formatie schooljaar ) Fusie-faciliteiten worden aanvullend beschikbaar gesteld voor de samenwerkingsschool (zie pagina 31 fusierapportage punt 6 fusiefaciliteiten) Het basisteam moet (minimaal 3 jaar) stabiel zijn Een deel van de fusiefaciliteiten zal in ieder geval 1 jaar moeten worden gebruik om de zorg goed vorm te geven door middel van een stuk extra formatie van IB-taken De fusiefaciliteiten komen volledig ten goede aan de samenwerkingsschool, komen als geoormerkt geld binnen de totale formatiebegroting van Stichting Baasis. Er zou zijn toegezegd dat we het eerste jaar werken met een enkele groep 8 om ouders en leerlingen tegemoet te komen. Deze toezegging is al zodanig niet terug te vinden. Signalen die zijn benoemd (maar niet vastgelegd): Ouders hebben verzocht om geen (combinatie)groepen die groter zijn 30 leerlingen. Ouders willen grotere groepen, maar geen grote groepen; De indruk bestaat dat het concept meer leerlingen dan voorspeld, gaat trekken; 2. Uitgangspunten Leerlingenaantal Teldatum Schooljaar ev Leerlingenaantal Feitelijk Bijstelling obv (1,0891) 5% groei bijzondere concept Uitgangspunt gebouw Teamsamenstelling (uitgangspunt beleidsrijk begroten) = beschikbaar Voor de formatiebepaling hanteert Baasis de systematiet t=0, dwz dat de llngegevens van bepalend zijn voor het schooljaar Op pagina 21 van de fusie rapportage staat bij Baasis t=0 staat onder het jaar 2014 de teldatum vermeld (=101 lln). Teldatum Leerlingenaantal Schooljaar Directeur 0,5890 0,5398 0,5187 0,5187 0,5187 Onderwijzend Personeel 4,6985 3,8459 3,4804 3,4804 3,4804 Intern Begeleider 0,3826 0,2986 0,2626 0,2626 0,2626 Onderwijsonderst, 0,1496 0,1306 0,1225 0,1225 0,1225 personeel Totaal 5,8198 4,8149 4,3843 4,3843 4,3843 Vakonderwijs: 2 uur per groep 3 t/m 8 = 97 lln: 25 lln = 4 groepen * 2 uur = 8 uur per week/38,86 =0, Organisatie-plaatje De stuurgroep heeft besloten itt de vastgestelde kaders (basisteam voor 3 schooljaren) de school in te richten op basis van een 6 groepen structuur in het schooljaar De extra middelen die hiermee Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 35 VCBG

36 in gezet worden ten behoeve van de fusieschool moeten in de jaren daarna worden verdisconteerd. De omvang van de fusie-faciliteiten (pagina 31 fusierapportage) bedragen: : , : , : , : , : ,43 totaal ,15 Andere uitgangspunten in de teamsamenstelling en organisatie voor het komende schooljaar zijn: 1 fte onderbouw: 0,9892/ 1 fte bovenbouw: 1,1183 Formatie-toedeling reguliere basisschool (zonder fusiefaciliteiten) conform systematiek Baasis Aantal feitelijke leerlingen Lln per groep (110) Groep 1 Groep 5 13 Groep 2 13 Groep 6 16 Groep 3 13 Groep 7 16 Groep 4 19 Groep 8 20 Reguliere bekostiging 6 groepen structuur ( ,6) Schooljaar Directeur 0,5890 0,5398 0,5187 0,5187 0,5187 Onderwijzend Personeel 4,6985 3,8459 3,4804 3,4804 3,4804 Intern Begeleider 0,3826 0,2986 0,2626 0,2626 0,2626 Extra formatie-wensen groepsbezetting Schooljaar de groep (4,3441) Nvt 0,4982 0,8637 0,8637 0, de groep (5,4624) 0,7639 1, de groep (6,5807) 1 1,1183 Extra basis-formatie (LA) 1,8822 1,6165 Ib-er faciliteiten voor overdracht (LB) 2 0,2365 In geld Schooljaar Aantal groepen ,6367 Leerkracht LA max Intern begeleider LB max totaal Totaal beschikbaar Saldo Beschikbaar Ingezet Saldo positief 1 5 groepen structuur: onderbouw (0.9892) + midden-/bovenbouw ( 5* 1,1183) = 6, Ib-formatie jaar : 0,3826+0,2365= 0,6191 Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 36 VCBG

37 De fusiefaciliteiten zijn beschikbaar voor de samenwerkingsschool. Er wordt door de 6-groepenstructur afgeweken van de kaders. Jaarlijks wordt op basis van het feitelijke leerlingenaantal bekeken hoe deze gelden worden ingezet. Het bedrag dat beschikbaar wordt gesteld, mag niet worden overschreden. Op deze manier zijn de komende jaren mogelijkheden om te anticiperen op situaties die zich dan voordoen. Nog niet duidelijke is wie directeur wordt van de samenwerkingsschool. Getracht voor 1 mei 2013 duidelijkheid hierover te hebben. Daarnaast is er geen rekening gehouden met de normatieve toerekening van de directeur. 4. Teamsamenstelling 4.1. Inleiding De selectiecommissie bestaande uit Alex van Dal - directeur CBS De Marke Irma Karsten - secretaris Bestuur VCBG Geeke Wolters - P en O stafbureau Stichting Baasis Gerda Bieleveld - directeur OBS De Meent hebben 13 gesprekken gevoerd met teamleden van beide scholen, waaronder 2 intern Begeleiders De procedure De teamleden zijn vooraf op de hoogte gebracht door het document Werving en Selectieprocedure Samenwerkingsschool, waarin een procedurebeschrijving, een schoolbeschrijving en de uitgangspunten voor de selectie zijn beschreven. Uitgaande van de bekwaamheidseisen Stichting Beroepskwaliteit Leraren (SBL competenties) en de bijzondere competenties 21 century skills heeft de commissie een drietal functiebeschrijvingen opgesteld voor de onder- bovenbouw en de interne begeleider. Op basis deze eisen heeft de commissie een uniforme vragenlijst opgesteld. Aan de hand van deze vragenlijst zijn de gesprekken met alle kandidaten gevoerd. Na afloop van alle gesprekken heeft ieder commissielid afzonderlijk een voorlopige voorkeurslijst van de kandidaten gemaakt met argumenten. Tevens is getoetst of de selectieargumentatie consistent was met de selectiecriteria van de diverse functies. De beide directeuren hebben zich in deze fase terughoudend opgesteld om de andere leden de gelegenheid te geven tot het stellen van vragen. Na ieders bekendmaking blijkt de selectiecommissie uniform overeen te zijn gekomen 11 kandidaten benoembaar zijn bij de samenwerkingsschool. Dit team heeft de volgende kenmerken: Evenwichtige verdeling leerkrachten Marke/Meent kwaliteit van onderbouw-/midden-/bovenbouwkennis & ervaring extra qua kwaliteiten op het gebied van communicatie en inhoudelijke expertise op het gebied van individuele leerlingen/zorg/talenten Verdeling Marke-Meent 3,1920 Meent-leerkrachten 4,0483 Marke-leerkrachten Op basis van het aantal leerlingen (50-70 gebaseerd op uitstroom & een gelijkmatige verdeling van de kleuters) bedraagt de inbreng van het aantal kinderen 45%-55%. De verdeling van teamleden over de scholen is evenwichtig te noemen. Er wordt met individuele leerkrachten verder ingezoomd op de professionele ontwikkeling. De gevoerde selectiegesprekken zijn de basis voor deze professionele ontwikkeling Vervolg-procedure 1. keuze stuurgroep organisatie voor de komende jaren: 8 april Dit plaatje wordt voorgelegd aan beide MR-en. T/m 15 april kunnen de MR-en reageren. 2. samenstelling team (8-9 april) De directeur-bestuurder zal op basis van het vertrouwelijke document van de werkgroep personeel in samenspraak met de HRM-medewerker met beide directeuren het team samenstellen. Tevens wordt een schema opgesteld om de teamleden te informeren. Daarnaast wordt een voorstel voor conciërges, schoonmaakster en administratieve kracht gedaan na de mei-vakantie. 3. terugkoppeling aan de bestuursvoorzitter De Marke (9 april) Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 37 VCBG

38 4. bevindingen MR-en (10 t/m 15 april) 5. teamleden worden geïnformeerd (10 april) De huidige directeuren informeren de leerkrachten over hun benoembaarheid in de samenwerkingsschool. 6. Extra nieuwsbrief uit naar ouders (16 april) Hierin wordt aangegeven hoe de toekomstige samenstelling van het team er uit komt te zien. Vanwege recht op privacy van de leerkrachten en een zorgvuldige communicatie en informatie zijn de namen van de teamleden alleen bekend bij de beide directeuren en de HRM-medewerker! Opmerkingen: In dit plaatje zijn niet meegenomen: De schoolschoonmaakster De administratieve kracht De conciërges 5. Selectie directeur Er zijn 2 sollicitanten waarmee een gesprek moet worden gevoerd. PLanning gesprekken: Plaats, datum en tijdstippen: 23 april s avonds (stafbureau stichting BAASIS) voorbereiding gesprek gesprek formulering advies Samenstelling Benoemingsadviescommissie (hierna BAC): Directeur Bestuurder Stichting Baasis - voorzitter HRM medewerker stafbureau Stichting Baasis - lid VZ MR De Meent - lid VZ MR De Marke - lid Teamlid De Meent (niet zijnde MR-lid) - lid Teamlid De Marke (niet zijnde MR-lid - lid Besluitvorming voordracht Stuurgroep Bijlage J: profielschets directeur Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 38 VCBG

39 Hoofdstuk 5: Rapportage Werkgroep Onderwijs & schoolorganisatie 5.1. Onderzoeksopdracht. De werkgroep heeft tot opdracht om de gevolgen van de fusie van de scholen CBS de Marke en OBS de Meent tot samenwerkingsschool Glimmen op het terrein van onderwijs en schoolorganisatie te onderzoeken, in beeld te brengen afgestemd met de input van de werkgroepen levensbeschouwing en identiteit, de werkgroep ouders en omgeving en de schoolteams, en vervolgens een rapportage uit te brengen aan de projectgroep Samenstelling van de werkgroep Alex van Dal Gerda Bieleveld Lennart Hofstra Martine van Breukelen Jellie Panman Nicolet Bos - voorzitter lid projectgroep, directeur De Marke - lid projectgroep, directeur De Meent - leerkracht De Marke - Ib-er De Marke - lb-er De Meent - leerkracht De Meent 5.3. Rapportage Werkgroep 1. SCHOOLVISIE 1.1. Mensen Leerlingen - Iedere leerling is uniek, heeft een eigen karakter, mogelijkheden en talenten. Wij gaan uit van het positieve en zien dat iedere leerling een waardevol kind is. - Iedere leerling heeft de basisbehoeften veiligheid, competentie, autonomie en relatie. Wij realiseren een leeromgeving, waarin we recht doen aan deze basisbehoeften, zodat onze leerlingen zelfvertrouwen en zelfverantwoordelijkheid kunnen opbouwen. - Iedere leerling wil groeien. Leerlingen zijn van nature nieuwsgierig en creatief. Wij benutten deze kwaliteiten om ze te onderwijzen en begeleiden, zodat ze zich optimaal kunnen ontplooien. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 39 VCBG

40 Leerkrachten - Alle leerkrachten zijn vakmensen. Zij bezitten de kennis en vaardigheden om het onderwijsconcept van de school kwalitatief vorm te geven en uit te dragen. - Alle leerkrachten nemen verantwoordelijkheid. Zij staan voor hun eigen handelen binnen het onderwijsconcept, werken intensief met elkaar samen en delen verantwoordelijkheden met collega s. - Alle leerkrachten leveren kwaliteit. Zij werken efficiënt en effectief, zijn flexibel en werken handelings- en opbrengstgericht. - Alle leerkrachten nemen hun specifieke kwaliteiten mee. Zij zetten hun talenten en interesses in ter versterking van het onderwijs. Pedagogisch medewerkers - De pedagogisch medewerkers zorgen voor de tussenschoolse en buitenschoolse opvang. Leerkrachten en pedagogisch medewerkers zorgen voor een samenhang tussen onderwijs en opvang. Ouders - Alle ouders/verzorgers zijn betrokken bij het leerproces van hun kind(eren). Zij worden door de school goed geïnformeerd en stellen zichzelf op de hoogte. Zij leveren een bijdrage aan het leerproces. - Alle ouders zijn betrokken bij de school. Zij staan achter de visie en het onderwijsconcept van de school. Zij dragen de school uit. - Ouders participeren in de school. Zij zetten hun talenten in voor de school. Omgeving - School en omgeving zijn betrokken bij elkaar Leiderschap Schoolleiding - De schoolleider is een vakman/-vrouw. Hij/zij heeft een goede inhoudelijke kennis van het onderwijs en is vaardig in het leiden en managen van de samenwerkingsschool. - De schoolleider geeft vorm aan de school als leergemeenschap door te leiden en begeleiden, door het team uit te dagen en verantwoordelijkheden laag in de organisatie te leggen op basis van vertrouwen en verantwoording. - De schoolleider geeft prioriteit aan het primaire proces en volgt het dagelijkse onderwijsproces in de school. - De schoolleider is daadkrachtig en laat besluitvormingsprocessen tot resultaat komen. - De schoolleider toont ondernemerschap door een klimaat te scheppen, waarin de kansen en mogelijkheden van de school vergroot en de betrokkenheid van ouders en omgeving bevorderd worden. - De schoolleider is communicatief vaardig en draagt de school uit. - De schoolleider is de leider van de school, maar de school is niet dagelijks afhankelijk van de schoolleider. Het team is het fundament. Professionele cultuur - De school is een professionele organisatie. Iedereen draagt bij aan de kwaliteit van de school en neemt en deelt verantwoordelijkheid. - De school is een lerende organisatie. Iedereen toont vakmanschap, is nieuwsgierig, onderzoekend en leerbaar. - De school is een organisatie met ruimte. Iedereen toont zijn/haar persoonlijk leiderschap en heeft ruimte om de eigen werkomgeving te blijven innoveren en daarbij zelf op basis van de organisatiedoelen en eigen professionele groei de juiste keuzes te maken. - De school is een ondernemende organisatie. Iedereen toont initiatief en onderneemt acties om de kansen en mogelijkheden van de school en het leren van de leerlingen te versterken. - De school is een ambitieuze organisatie. Iedereen heeft een hoog ambitieniveau voor onszelf en de verwachtingen die wij van onze leerlingen hebben. - De school is een open organisatie. Wij leggen en dragen uit waarom, voor wie en hoe wij onze school en ons onderwijs vormgeven. - De school is een menselijke organisatie. Iedereen is positief betrokken bij elkaar. De school biedt ruimte en herkenning aan de openbare en christelijke identiteit. Kwaliteitszorg - De kwaliteit van de school wordt bewaakt met een goed kwaliteitszorgsysteem volgens de PDCA-cyclus. - De school legt horizontaal en verticaal verantwoording af Organisatie Infrastructuur - Het gebouw, de inrichting en het schoolterrein zijn dienend voor het onderwijsleerproces en daarom zo ingericht dat ze passend zijn bij de onderwijsvisie. - De school heeft een efficiënte en uitdagende leeromgeving met een centrale ruimte en diverse lokalen. De leeromgeving wordt optimaal benut. - De school is zodanig gebouwd en ingericht dat onderwijs en opvang goed gecombineerd kunnen Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 40 VCBG

41 worden. - De school en het schoolterrein hebben een open, warme uitstraling. - De school heeft voldoende faciliteiten en leermiddelen om de onderwijsvisie waar te maken. Organisatiestructuur - De organisatiestructuur van de school kenmerkt zich door een grote mate van pragmatiek. Organisatie is dienend voor het primaire proces en dient daarom zo slank en efficiënt mogelijk te zijn. Besluitvorming - De schoolleider heeft overleg met het team alvorens een besluit te nemen. Daarbij streeft hij/zij naar een zo groot mogelijk draagvlak. - Besluiten worden in principe in consensus of meerderheid genomen. De schoolleider kan beargumenteerd een minderheidsbesluit nemen. - De schoolleider is eindverantwoordelijk voor genomen besluiten. - Voor identiteitsvraagstukken heeft de school een identiteitscommissie, die de schoolleider adviseert. - De medezeggenschapsraad toetst het beleid en verleent al dan niet een positief advies/instemming. - De schoolleider legt verantwoording af aan de algemeen directeur en via de kwaliteitsdocumenten. Financiën - De school ontvangt haar Rijksmiddelen via het bevoegd gezag. Daarnaast kan de school een beroep doen op het Identiteit- en kwaliteitsfonds van de VCBG Leren Onderwijsleerproces - De leerlingen starten elke dag in de kring in hun kerngroep. - De leerlingen werken aan de hand van een (week)taak. - Het onderwijs wordt aangeboden in basisblokken (rekenen en taal) en themablokken (wereldoriëntatie). - De basisblokken worden aangeboden in de kerngroep door de eigen leerkracht. De leerkrachten geven effectieve instructie o.b.v. een groepsplan. (Ontwikkeling: Instructie meer aan laten sluiten op basis van behoefte leerlingen) - De themablokken worden groepsoverstijgend aangeboden in onderbouw (groep 1-4) en bovenbouw (groep 5-8). De leerkrachten verzorgen korte instructies/lessen aan kleinere groepen/individuele leerlingen tijdens de themablokken en coacht en observeert leerlingen die bezig zijn met de themablokken. (Ontwikkeling: Meer bouwoverstijgend werken; m.n. voor groep 4) - De leerlingen kunnen keuzes maken in de themablokken, waarbij er verplichte onderdelen zijn en vrije onderdelen. De leerkrachten coachen de leerlingen bij het maken van verstandige keuzes. (Uitwerken: Systeem om keuzes in kaart te brengen, overzicht voor leerlingen en leerkrachten) - De lessen christelijke identiteit worden aangeboden in de themablokken. Ouders kiezen er voor om hun kind hieraan deel te laten nemen (of GVO/HVO of geen van beide). Deze lessen zijn per bouw drie keer per week en worden in de kring aangeboden door een leerkracht, die de christelijke lessen kan en wil geven. (Voorstel: 2x per week voor groep 1/2 en 5/6 en 1x per week extra verdieping voor groep 3/4 en 7/8). - De lessen GVO/HVO/Actief burgerschap worden aangeboden in de themablokken Ouders kiezen er voor om hun kind deel te laten nemen (of christelijke levensbeschouwing). Deze lessen zijn per bouw twee keer per week en worden in de kring aangeboden door een leerkracht, die hiervoor vanuit de subsidie GVO/HVO betaald wordt. - De vorderingen van leerlingen worden bijgehouden door observaties en toetsen. Deze worden verzameld in een portfolio. (Uitwerken: Portfolio) (Ontwikkeling: Meer flexibiliteit in gebruik methodegebonden toetsen t.b.v. doelgericht en handelingsgericht werken) - De gegevens van het leerlingvolgsysteem worden gebruikt om het onderwijs te evalueren. - De kerngroep eindigt elke dag in de kring met evaluatie en reflectie. (Uitwerken: Afspraken over kwaliteit van evaluaties en reflecties) Leeromgeving - Alle kerngroepen hebben een eigen lokaal. De lessen van de basisblokken worden verzorgd door de eigen leerkracht in het eigen lokaal. - De lessen van de themablokken worden groepsoverstijgend verzorgd in onderbouw (1-4) en bovenbouw (5-8). Leerkrachten delen elkaars leerlingen en daarmee de verantwoordelijkheid. Leerkrachten verzorgen korte lessen/instructies aan kleine groepen/individuele leerlingen, observeren en coachen leerlingen die met hun themablok bezig zijn. Lessen/instructies worden verzorgd in de lokalen Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 41 VCBG

42 en gemeenschappelijke ruimtes. - In de tijd voor themablokken werken leerlingen aan de gekozen lessen/activiteiten. In sommige gevallen werken zij ook aan lessen/activiteiten van de basisblokken (handelingsgericht werken). - Leerlingen die werken aan hun themablok kunnen (verstandige keuzes) werken in de lokalen, gemeenschappelijke ruimtes en/of het schoolplein. - De lokalen zijn allemaal gericht op een centrale gemeenschappelijke ruimte, zodat er altijd zicht is. - De leeromgeving is functioneel ingericht en nodigt uit tot leren, ontdekken, onderzoeken en ontwerpen. - De leeromgeving is flexibel, zodat onderwijs en opvang gecombineerd kunnen worden. - De leeromgeving is open en biedt veel mogelijkheden om samen te werken. - ICT neemt een belangrijke plaats in in de leeromgeving. (Uitwerken: Ruimtegebruik en inrichting leeromgeving o.b.v. bouwtekeningen) Leerstofaanbod - Het leerstofaanbod voldoet aan de kerndoelen en referentieniveaus van met Ministerie van OCW. - Het leerstofaanbod rekenen en taal (rekenen, taal, spelling, technisch lezen en begrijpend lezen) is ondergebracht in de basisblokken. - Het leerstofaanbod wereldoriëntatie (aardrijkskunde, geschiedenis, biologie, wetenschap en techniek, mens en samenleving, handvaardigheid, muziek, drama, geloofsopvoeding, gvo/hvo, filosofie, schrijven, Engels (groep 1-8), verkeer, leesbeleving) is ondergebracht in de themablokken. - De themablokken zijn ingericht op basis van de thema s van Topondernemers. (Uitwerken: Goed aanbod thema s voor de themablokken en dekkend voor de kerndoelen, divers aanbod leeractiviteiten) - Wereldoriëntatie staat centraal. Het leerstofaanbod is zo vormgegeven dat de vakken van de basisblokken dienend zijn voor de vakken van de themablokken. - De tussendoelen van de basisblokken staan per halfjaar beschreven in een beredeneerd aanbod met een doorgaande lijn van groep 1 t/m 8. Er wordt doelgericht gewerkt, wat wil zeggen dat deze tussendoelen vormen de basis voor het leerstofaanbod. De doelen worden tussentijds getoetst met (delen uit) methodegebonden toetsen en eigen toetsen. De resultaten hiervan worden gebruikt om handelingsgericht te werken en worden opgenomen in het portfolio. Met het leerlingvolgsysteem wordt elk halfjaar het onderwijs geëvalueerd. (Uitwerken: Keuze van methodes) (Uitwerken: Beredeneerd aanbod met halfjaarlijkse tussendoelen voor groep 1 t/m 8) (Uitwerken: Methodetoetsen/eigen toetsen op basis van doelen/aanbod om ontwikkeling goed en inzichtelijk te kunnen volgen) (Uitwerken: Registratie van behaalde doelen door leerlingen) - In de ochtendkring in de kerngroepen ontmoeten de leerlingen elkaar en wordt drie keer per week aandacht besteed aan levensbeschouwing/actief burgerschap met de methode Trefwoord (excl. de Bijbelverhalen), ook worden werkafspraken en leerdoelen besproken in de ochtendkring. - In de themablokken worden de lessen christelijke identiteit en GVO/HVO vormgegeven. - In de eindkring wordt dagelijks in de kerngroep geëvalueerd en gereflecteerd. Speciale leerbehoeften - We gaan uit van de mogelijkheden en talenten van de leerlingen. Leerlingen zetten hun mogelijkheden en talenten in voor hun totale leerproces op school. - Verschillen tussen de leerlingen zien we als meerwaarde. D.m.v. de themablokken geven we hier ook ruimte aan. - Elke leerling heeft speciale leerbehoeften. We sluiten zo goed mogelijk aan bij de individuele leerbehoeften van alle leerlingen. - De leerlingen dragen medeverantwoordelijkheid voor hun leerproces. - Een voldoende beheersing, dan wel vooruitgang van de basisblokken is noodzakelijk om goed te kunnen leren in de themablokken. We monitoren dit zorgvuldig en bieden ondersteuning op maat. De uitvoering wordt uitgewerkt in het ondersteuningsprofiel Innovatie Toekomstgericht - De wereld waarin de leerlingen opgroeien verandert snel. Dat maakt dat wij constant de relevantie van de vormgeving van het onderwijs en de aandacht voor de leerlingen evalueren en bijstellen. - De school hecht veel waarde aan het toepassen en ontwikkelen van de vaardigheden, waarvan wij denken dat ze zinvol zijn in de 21e eeuw (21st century skills): samenwerking, kennisconstructie, talentontwikkeling, ICT-gebruik voor leren, probleemoplossend denken en handelen, creativiteit, planmatig werken. - De Samenwerkingsschool Glimmen is omgevingsbewust en werkt continu aan een innoverend onderwijsconcept, dat de leerlingen een optimale leeromgeving biedt om de 21e eeuwse vaardigheden de Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 42 VCBG

43 wereld te ontdekken en onderzoeken. Leerlingen ontwikkelen hun talenten en mogen excelleren, ze maken actief deel uit van de wereld. Leervaardigheden - Het bieden van keuzevrijheid en verantwoordelijkheid aan leerlingen vraagt om goede afspraken en het ontwikkelen van leervaardigheden. - Om het leren effectief en efficiënt te laten verlopen investeert de school in het structureel ontwikkelen van de leervaardigheden van de leerlingen van groep 1 t/m 8 en coachvaardigheden van de leerkrachten. Talentontwikkeling - Elke leerling heeft talenten. Binnen de mogelijkheden van de organisatie en omgeving bieden wij de leerlingen ruimte om talenten op school te ontdekken, verder te ontwikkelen en in te zetten voor hun totale leerproces. - We bieden ruimte voor leervragen van leerlingen, leerkrachten verdiepen zich inhoudelijk om tegemoet te kunnen komen aan de leervragen. 2. ONDERWIJSCONCEPT 2.1. Voorbeeld lesdag uur: uur: uur: uur uur: uur: Startkring Elke dag starten de basisgroepen in hun eigen lokaal met een startkring. In deze kring ontmoeten we elkaar en starten we de dag met Trefwoord. Er is ruimte om in te gaan op actuele gebeurtenissen en de sociaal-emotionele ontwikkeling. In de startkring worden ook de werkafspraken herhaald en de bijzonderheden voor die dag benoemd. Themablokken Tijdens de themablokken gaan de leerlingen groepsoverstijgend (bouw 1 t/m 4 en bouw 5 t/m 8) leren aan de hand van een thema. Per schooljaar zijn er zes thema s van zes weken. We gebruiken hiervoor de thema s van Topondernemers, die door middel van mindmaps en extra materialen door de leerkrachten en leerlingen verder verdiept worden, zodat de vakken wereldoriëntatie, handvaardigheid, muziek, drama, geloofsopvoeding, filosofie, wetenschap en techniek, gezond gedrag, leesbeleving en verkeer passen binnen de thema s. Bij de themablokken wordt gewerkt volgens de didactiek van doelgericht actief leren, waarbij de leerkrachten de ontdekkende en onderzoekende leerhouding van de leerlingen stimuleren met hun didactisch handelen. Het onderwijs is doelgericht; activiteiten worden aan een doel gekoppeld i.p.v. andersom. Leerlingen kiezen een leervraag en werken aan een leerproduct, waarbij ze op hun eigen niveau kunnen werken en hun eigen talenten kunnen benutten. De leerkracht bewaakt de kwaliteit van het leerproduct en het leerproces door vragen te stellen en leerlingen verstandige keuzes te laten maken. De leerkrachten werken gericht aan de ontwikkeling van leervaardigheden (BLP: interactie, reflectief vermogen, vindingrijkheid, veerkracht) van de leerlingen. Fruitkring/pauze De leerlingen gaan in hun eigen basisgroep in de kring fruit eten. De leerkracht vraagt in deze kring na hoe de ochtend verlopen is en of er ergens aandacht nodig is. De leerkracht kan in de fruitkring voorlezen. De leerlingen spelen in de ochtendpauze buiten. Basisblokken De leerlingen zijn in hun basisgroep. De leerkracht verzorgt instructies voor de basisvakken taal, spelling, technisch lezen, begrijpend lezen, rekenen. De instructies worden gegeven vanuit de methoden. Er wordt gericht instructie gegeven volgens het strategisch model effectieve instructie. Instructies zijn kort en doelgericht. Leerlingen gaan tijdens de basisblokken ook oefenen met de lesstof. Hoeveelheid instructie en oefening staan vermeld in het groepsplan en op de taak van de leerling. Pauze Tijdens de middagpauze gaan de leerlingen naar huis of naar de tso Themablokken In de bouw 1 t/m 4 wordt in deze tijd in de eigen groep gewerkt aan de taken. De leerkracht kan dan ook gerichte instructies geven aan (groepjes) leerlingen. Op de taken staan basisopdrachten en themaopdrachten. In de bouw 5 t/m 8 wordt groepsoverstijgend gewerkt. Tijdens het werken aan de themablokken coachen de leerkrachten en geven ze gerichte instructies aan (groepjes) leerlingen. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 43 VCBG

44 uur: uur: Ruimte voor presentaties. Basisblokken De leerlingen zijn in hun basisgroep. De leerkracht verzorgt instructies voor de basisvakken, leerlingen werken aan hun taak. Eindkring De dag wordt afgesloten met een eindkring. Deze kan in de basisgroep zijn, maar ook in de bouw. Leerlingen reflecteren op hun leerproces. Leerkrachten stellen hier vragen over en leerlingen stellen doelen voor de volgende dag. De leerkracht evalueert de dag met de leerlingen. * Op de indeling gymlessen hebben we nu geen invloed. * 50% van de lestijd voor basisblokken Vragen werkgroep OS voor vergadering Hoe organiseren we RT en Plusgroep; in basisblokken of themablokken? - Hoe zouden (week)taken er uit kunnen zien? - Welke methodes zijn het meest geschikt voor dit onderwijsconcept? - Moet er een schoolbreed leesmoment zijn? - Hoe gaan we effectief om met instructie? - Wat voor systeem zouden we kunnen gebruiken voor het inschrijven op themablokken? - Hoe komt het portfolio er uit te zien? - Moeten we een andere naam verzinnen voor basisblokken en themablokken, en zo ja, wat wordt die dan? - Is Building Learningpower een geschikte werkwijze voor ontwikkelen leervaardigheden? - Groepsindeling 6 groepen. - Hoe geven we vorm aan het onderwijs in groep 8 in het eerste jaar? 3. Leerkrachten 3.1. Competentieprofiel - Op basis van het onderwijsconcept stellen de twee directeuren en de medewerker P&O een competentieprofiel samen voor de leerkrachten samenwerkingsschool. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 44 VCBG

45 Hoofdstuk 6: Rapportage Werkgroep Levensbeschouwing & Identiteit 6.1. Onderzoeksopdracht. De Werkgroep heeft tot opdracht om de gevolgen te onderzoeken van de fusie van CBS de Marke en OBS de Meent tot samenwerkingsschool op het terrein van levensbeschouwing en identiteit Samenstelling van de werkgroep Geert Jan de Jong - voorzitter, lid projectgroep, ouder de Meent David Kooistra - ouder De Marke Karin Neutel - ouder De Marke Trinet Vos - leerkracht De Marke Robert Mulder - ouder De Meent Karin Hoezen - ouder De Meent Marian - leerkracht De Meent 6.3. Rapportage Werkgroep Kaders - Geen openbare school met alleen GVO en geen school met een christelijke uitstraling waar niet iedereen zich thuis voelt. - Accent op samenwerking in plaats van gescheiden stromingen - Zichtbaar respect voor elkaar en elkaars identiteit is ingebed in het programma - Uitgangspunt is een gezamenlijk waardenkader - Gebruik het positieve pedagogische klimaat van beide scholen Inhoud en vormgeving van de volgende onderwerpen - Missie/visie en waarden - Vormgeving van de identiteit - Borging - Invulling van religieuze en maatschappelijke feesten en vieringen - Naamgeving van de school Visie/Missie De werkgroep heeft de elementen van de nieuwe school die zij van primair belang acht en die de school haar eigen karakter geeft verwoord in de hieronder beschreven visie. Eén basisschool in Glimmen. Een dorpsschool waar alle kinderen uit de omgeving zich thuis kunnen voelen. Dat is de gedachte waaruit de samenwerkingsschool is ontstaan. Onze school biedt zowel openbaar als open christelijk onderwijs, omdat deze het resultaat is van het samengaan van OBS De Meent en CBS De Marke. Deze twee verschillende vormen van onderwijs onder één dak zien wij als een verrijking, die voor iedereen kansen biedt om te leren en een voorbereiding is op de diversiteit in de wereld buiten de school. Leerkrachten, kinderen, ouders en directie zijn samen verantwoordelijk voor een positieve sfeer op school. Iedere dag beginnen alle groepen in de kring, waar kinderen leren naar elkaar te luisteren en bij elkaar betrokken te zijn. Doordat ieder kind de ruimte krijgt om zichzelf te zijn, kunnen zelfvertrouwen en vertrouwen in anderen groeien. Met ambitieus onderwijs op maat stimuleren wij kinderen zich cognitief, sociaal en creatief te ontwikkelen. Leerlingen hebben een actieve rol in hun eigen leerproces, zodat ze zelfstandig kunnen werken en zelf zoeken naar oplossingen. Wij moedigen kinderen aan open en nieuwsgierig te zijn, en hebben daarbij in het bijzonder aandacht voor maatschappelijke onderwerpen als natuur en milieu. Omdat we één school zijn streven we ernaar zoveel mogelijk samen te doen, ook als het gaat om vieringen en andere bijzondere activiteiten. Er wordt actief gezocht naar manieren om iedereen aan te spreken. Om daarnaast de twee verschillende identiteiten binnen de school, de openbare en de open christelijke, tot hun recht te laten komen bieden we twee verschillende typen vormingsonderwijs aan: een aantal keren per week gaan de leerlingen of naar algemeen vormend, of naar christelijk vormend Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 45 VCBG

46 onderwijs. Daarbij houden we vast aan het principe dat zoveel mogelijk samen gebeurt. Er wordt vanuit de verschillende identiteiten gewerkt aan dezelfde thema s en na afloop worden de ervaringen gezamenlijk in de klas besproken. Vormgeving van de identiteit Uitgangspunt van de werkgroep is om zoveel mogelijk activiteiten in gezamenlijkheid te doen. Dit dient niet ten koste te gaan van de twee identiteiten binnen de school. Huidige situatie op beide scholen met betrekking tot levensbeschouwelijke lessen: CBS de Marke: iedere dag worden verhalen uit de bijbel gelezen en besproken en wordt er gebeden. OBS de Meent: eenmaal per week kunnen facultatief GVO en HVO worden gevolgd in groep 7 en 8. Voorstel van de werkgroep Het openen van de dag in gezamenlijke kring waar kinderen leren naar elkaar te luisteren en om betrokken te zijn. In de kring wordt niet klassikaal of individueel gebeden. AVO/CVO Om de openbare en christelijke identiteit tot hun recht te laten komen worden twee typen vormingsonderwijs aangeboden. Leerlingen volgen een aantal keren per week algemeen vormend of christelijk vormend onderwijs. Vanuit praktische overwegingen wordt bij aanvang van het schooljaar door de ouders een stroming gekozen voor het gehele jaar. De school gaat ervan uit dat in vervolgjaren dezelfde stroming wordt gekozen tenzij ouders anders aangeven. Verbinding wordt gezocht met gezamenlijke thema s waarbij vanuit beide invalshoeken in gezamenlijkheid weer verbinding wordt gezocht bij dagafsluitng of kringgesprek. Er wordt gewerkt met de lesmethode Trefwoord. Deze methode benadert thema s vanuit beide invalshoeken. De methode moet worden gezien als inspiratiebron en handleiding voor de te behandelen thema s. De leerkrachten zijn vrij in de uitwerking van het thema. Trefwoord hoeft hierin niet te worden gevolgd. Leerkrachten kunnen in de loop van de tijd zelf een programma ontwikkelen met wenselijke thema s en de invulling hiervan. Uiteraard kan Trefwoord hierin ondersteunend zijn. In de christelijke levensbeschouwelijke lessen is er ruimte voor gebed. De twee typen vormingsonderwijs worden aangeboden vanaf groep1. Voorstel is om het vormingsonderwijs 3x per week aan te bieden. De lessen duren bij voorkeur niet langer dan 20 minuten. In de bovenbouw zijn langere lessen met meer verdieping een optie. Lessen worden gegeven door de eigen leerkrachten. GVO/HVO Vanuit de wet op het openbaar onderwijs dient er humanistisch vormingonderwijs en godsdienstvormend onderwijs aangeboden te worden in groep 7 en 8. Deze lessen zijn facultatief en hebben derhalve geen verplichtend karakter. GVO en HVO lessen zijn eenmaal per week en worden verzorgd door vakleerkrachten. De docent voor humanistisch vormingsonderwijs (HVO) is in dienst bij de humanistische organisatie en de docent godsdienstig vormingsonderwijs (GVO) in dienst bij zijn of haar godsdienstige organisatie. Het GVO kan hindoeïstisch, protestants-christelijk, islamitisch of rooms-katholiek onderwijs inhouden. Protestants GVO geeft een introductie in bijbelse en christelijke geloofstradities. Het gaat er om dat kinderen kennis op doen van de Bijbel, de christelijke godsdienst en geloofsbeleving en wat dat betekent voor het dagelijks leven. Maar ook dat ze een vergelijking kunnen maken met andere godsdiensten, waarin ze leren om met kinderen met een andere religieuze achtergrond te spreken. Zo worden ze voorbereid op het innemen van hun eigen rol in een multiculturele en multireligieuze samenleving Waarom protestants-christelijk GVO aanbieden terwijl een belijdende benadering van christelijk geloof als ook algemene kennis over godsdiensten aan bod komen in het reguliere onderwijsprogramma (AVO/CVO)? Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 46 VCBG

47 Behalve vanuit de wettelijke verplichting kan GVO op de samenwerkingsschool een meerwaarde zijn voor ouders die zelf niet gelovig zijn, maar er wel waarde aan hechten dat, bijvoorbeeld met het oog op hun culterele vorming, hun kinderen over het christelijk geloof meer leren dan openbaar onderwijs hen kan bieden. Het HVO wordt vanuit het humanistische perspectief gegeven. Het humanisme is een niet-godsdienstige levensbeschouwing en biedt een seculiere variant van levensbeschouwelijk onderwijs voor diegenen die daar de voorkeur aan geven. In de lessen Humanistisch Vormingsonderwijs en Levensbeschouwing (HVO) onderzoeken kinderen levensthema s als liefde, dood, identiteit, natuur, geloof, goed en kwaad op een interactieve, speelse en creatieve manier. Leerlingen onderzoeken hun eigen ervaringen en ideeën, leren zelf keuzes te maken en te verantwoorden, worden aangemoedigd te communiceren over wat ze denken, voelen, willen en doen en leren open te blijven staan voor de mening van anderen. Zo kan ieder kind zelf ervaren wat waardevol is aan het bestaan. En leren ze eigen waardebesef en levensovertuiging te ontwikkelen. Om kritisch en creatief om te gaan met vragen rondom normen, waarden en levensovertuiging. Voorstel van de werkgroep is om de lessen GVO(protestants) en HVO samen te laten vallen met een van de lessen AVO of CVO. Een kind dat GVO of HVO wenst te volgen heeft derhalve een les minder AVO of CVO. Een kind kan zich in een schooljaar voor slechts een van de twee richtingen aanmelden. Het wekelijkse lesschema ziet er dan voor groep 7 en 8 als volgt uit: AVO - AVO - AVO/HVO/GVO CVO - CVO - CVO/HVO/GVO Borging Borging van de identiteit valt onder werkgroep B&O. Werkgroep B&O heeft een aantal vragen aan ons voorgelegd. De vragen zijn door ons beantwoord. Afstemming over reglementen en dergelijke vindt op korte termijn plaats. Invulling religieuze en maatschappelijke vieringen De werkgroep stelt vast dat er goed moet worden gekeken naar de kerst- en paasviering omdat levensbeschouwelijke aspecten hier een grote rol spelen. Kerst en pasen wordt door beide scholen gevierd en kennen veel raakvlakken. De werkgroep is van mening dat kerst en pasen in gezamenlijkheid kunnen worden gevierd, waarbij uitgegaan wordt van de gemeenschappelijke aspecten in de manier waarop die feesten nu op beide scholen worden gevierd en rekening wordt gehouden met beide identiteiten en daarnaast binnen de christelijk vorming op een eigen manier. Naamgeving van de school De werkgroep O&O neemt deze taak op zich. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 47 VCBG

48 Hoofdstuk 7: Rapportage Werkgroep Ouders & Omgeving 7.1. Onderzoeksopdracht. De werkgroep heeft tot opdracht om de gevolgen van de fusie voor de samenwerkingsschool te Glimmen op het terrein van ouders en omgeving te onderzoeken, in beeld te brengen en vervolgens een rapportage uit te brengen aan de projectgroep Samenstelling van de werkgroep Marjolein Dresden Wilma van Delden Marianne Aalfs Helena Terpstra Annamiek Molenbuur Frank Balster - voorzitter, lid projectgroep, ouder De Meent - ouder De Marke - ouder De Marke - leerkracht De Marke - ouder De Meent - ouder De Meent 7.3. Rapportage Werkgroep Rapportage werkgroep Ouders & Omgeving Inleiding Om voor de nieuw te vormen school in Glimmen een zo goed mogelijke start te maken, is er een werkgroep gevormd om alle zaken die de ouders van de leerlingen aangaan, mede in relatie tot de omgeving van de school, met elkaar uit te werken. De werkgroep ouders en omgeving is samengesteld door ouders van kinderen van de beide basisscholen te Glimmen en één leerkracht die op beide scholen les geeft. Vanuit CBS de Marke hebben Wilma van Delden en Marianne Aalfs zich als ouders ingezet en Helena Terpstra als leerkracht van de kleuters van beide scholen. Vanuit OBS de Meent waren dit Richard Geelof, Frank Balster, Annamiek Molenbuur en Marjolein Dresden-Hommes (voorzitter vanuit lidmaatschap projectgroep). De volgende punten zijn door de werkgroep besproken; 1. Ouderbetrokkenheid (Aangaande de relatie tussen het kind en de leerkracht) 2. Ouderparticipatie (Welk aandeel leveren ouders bij de school als geheel) 3. Inspraak (Wat heeft men als ouder te vertellen op school) 4. Informatievoorziening en communicatie 5. Kinderopvang (BSO, TSO, VSO, crèche, peuterspeelzaal) 6. Leeromgeving rond de school a. Externe contacten en relaties ten behoeve van deze leeromgeving 7. Profilering van de school 8. Verantwoording (Hoe verantwoord je je als school naar de ouders en wat zijn de wensen en bijdragen van de ouders hierbij) Hiervoor is de volgende achtergrondinformatie gebruikt; - Schoolplannen en schoolgidsen van beide scholen - Reglementen en protocollen van de MR-en - PR-materialen van beide scholen - Informatiebronnen VOO, Ouders en Coo Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 48 VCBG

49 1,2 en 3: Ouderbetrokkenheid, ouderparticipatie en Inspraak De werkgroep heeft voor de onderwerpen ouderbetrokkenheid, ouderparticipatie en inspraak besloten deze onderwerpen tegelijk te bespreken. Dit omdat er veel overeenkomsten en onderlinge verbanden zitten tussen de onderwerpen. De werkgroep heeft ervoor gekozen eerst met elkaar te bekijken wat de beide scholen nu al doen aangaande deze onderwerpen. De overeenkomsten zijn vervolgens aangehaald en beoordeeld op meerwaarde voor de nieuwe school. Daarna is hetzelfde met de verschillen gedaan en zijn sommige dingen samengevoegd om dingen in de nieuwe school nog beter en leuker te maken. Tenslotte heeft de werkgroep zich gebogen over nieuwe mogelijkheden en ideeën. Het doel van de besprekingen was vooral het creëren van een school waarin op realistische wijze, maximale en prettige samenwerking tussen ouders en school gerealiseerd kan worden, passend bij de huidige maatschappij. Wat willen we graag (deels) meenemen naar de nieuwe school Ouders maken één keer per schooljaar met zijn allen het lokaal en de materialen van de klas schoon. Tussenschoolse opvang (TSO) wordt door ouders zelf georganiseerd. Overblijven op school moet naar mening van de werkgroep kwalitatief goed geregeld zijn, prettig en makkelijk toegankelijk zijn voor leerlingen en voor de ouders. Dit wordt bereikt door de TSO door ouders zelf te laten organiseren naar het model wat nu gehanteerd wordt bij CBS de Marke. Een oudercommissie. Beide scholen hebben een commissie die zich (in samenwerking met het team van de school) bezighoudt met de coördinatie van de feesten en bijzondere activiteiten binnen de school. De commissie heeft hiervoor de financiën vanuit de vrijwillige ouderbijdragen van de ouders tot haar beschikking. De werkgroep ziet in een nieuwe school een belangrijke rol voor een dergelijke commissie. In het eerste jaar na het samengaan van de scholen ziet de werkgroep meerwaarde voor het samenvoegen van de huidige commissies alvorens overgegaan wordt tot het verkleinen van de commissie. Beide oudercommissies nemen een, in augustus 2013 onderling nader af te spreken gelijkwaardig bedrag, mee naar de nieuwe oudercommissie. De reglementen/statuten van de stichting van de nieuwe oudercommissie dienen aangepast te worden naar de afspraken binnen de nieuwe school, met de naam van de nieuwe school. Onderdeel van de oudercommissie is de PR-commissie wat in de nieuwe school van groot belang is voor de profilering van de school. Ook de PR-commissie zal op de nieuwe school het beste samengesteld kunnen worden vanuit de huidig PR commissies, om op den duur als de start gemaakt is, verder te gaan in een samenstelling voor de nieuwe school. De werkgroep ziet in ieder geval een aantal belangrijke feesten/activiteiten graag terugkomen in de nieuwe school: o Herfstwandeling o o o o o o Sinterklaasviering Kerstviering: een gezellige, gezamenlijke viering met kinderen, leerkrachten en ouders, waarin elementen van beide identiteiten respectvol voor elkaars identiteit tot uiting komen. Schaats/slee wedstrijden op de lokale ijsbaan Paasviering: zie kerst Schoolreisje: waarbij in ieder geval voor de start van de school voor de hogere groepen een schoolreisje in het begin van het jaar georganiseerd wordt om meteen in te zetten op het samensmelten van de klassen. Einde schooljaar: naar model van het pleinfeest van OBS de Meent (samen eten van eigengemaakt eten voor een laag bedrag een week voor de zomervakantie) gecombineerd met een ludiek afscheid van groep acht op de laatste schooldag naar het model van CBS de Marke. Een medezeggenschapsraad. Ook voor de nieuwe school is een goed functionerende MR van groot belang. De werkgroep ziet in een nieuwe school een belangrijke rol voor de MR die functioneert volgens de landelijke richtlijnen (Wet Medezeggenschap) en acht voor de start van het eerste jaar na de samenvoeging een MR samengesteld door (leden van) beide huidige MR-en van belang om de goede dingen mee te nemen en te bewaken in de nieuwe school. In de loop van het jaar zullen verkiezingen volgens de WMS moeten volgen. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 49 VCBG

50 Ouders gaan met de groepen 1,2,3 en 4 mee naar de Bibliobus. Dit om ook de jongste kinderen te begeleiden in het zoeken naar leuke boeken, het lezen te stimuleren en kinderen te leren hoe de Bibliobus werkt. Wat zien we als extra mogelijkheden binnen de nieuwe school Verbinding tussen de kinderen op school en de buitenwereld. De werkgroep acht het organiseren van activiteiten ten behoeve van het maatschappelijk wijzer maken van de leerlingen van de nieuwe school van groot belang. Tevens heeft dit als bij effect dat de buitenwereld betrokken is bij de nieuwe school en de school daarmee positie neemt in de maatschappij. De werkgroep ziet de volgende activiteiten: o o Verbinding tussen de ouderen in Glimmen en de jeugd van de basisschool. Eén dag per schooljaar met (een deel van) de leerlingen iets ondernemen met de ouderen uit (de omgeving van) het dorp Glimmen om van elkaar te leren en/of elkaar te helpen. Mogelijkheden van ouders ten aanzien van onderwijs meer benutten. De werkgroep stelt voor van alle ouders van de leerlingen te vragen of zij bereid zijn bij de school aan te geven wat hun beroep/speciale kennis/speciale talenten/sponsoringsmogelijkheden zijn die eventueel ingezet mogen worden door de leerkrachten/de school ten behoeve van ondersteunen van het onderwijs. Hier kan bijvoorbeeld gedacht worden aan beroepen, hobbies, kennis, financiële en/of materiële ondersteuning en culturele achtergrond. Tevens kunnen ouders middels activiteiten met hun eigen kinderen aansluiten bij de thema s die behandeld gaan worden op de school. Dit vraagt communicatie vanuit de school over de komende thema s zodat ouders hierop in kunnen spelen met hun kinderen. Voorbeeld is het thema Afrika, waarbij ouders met hun kinderen naar de dierentuin kunnen gaan om Afrikaanse dieren te bekijken. Nieuw school, nieuwe naam, nieuwe start Binnen de werkgroep is langdurig gesproken over de betrokkenheid van ouders (en kinderen) bij de aanloop naar de nieuwe school. Om het bespreken van de zaken rondom de nieuwe school makkelijker te maken en de nieuwe school concreter (realistischer en dichterbij) te maken, is een naam voor de school erg belangrijk. Om een nieuwe naam voor de school te krijgen, hebben alle dorpsgenoten hierover kunnen meedenken en hun favoriete naam kunnen doorgeven aan de werkgroep per mail, bij de dorpswinkel, of persoonlijk. De werkgroep heeft uit de namen een evenredige selectie kinder- en volwassen namen gekozen en voorgelegd aan de projectgroep en de bestuurders voor akkoord. De kinderen op de scholen stemmen op de nieuwe naam. De nieuwe naam zal op koninginnedag (30 april 2013) in het dorp bekend gemaakt gaan worden. Zodra de nieuwe naam bekend is, zal vanuit de werkgroep gezocht worden naar een dorpsgenoot die het bijbehorende logo van de school kan ontwerpen. Het logo zal dan door de werkgroep aan de project- en stuurgroep worden voorgelegd. Ten slotte ziet de werkgroep het hele proces van de oprichting van één nieuwe het dorp graag aan het eind van het opstart traject en dus aan het begin van het schooljaar bezegeld met een groot feest voor het hele dorp. 4. Informatievoorziening en communicatie & 7. Profilering van de school Informatievoorziening en communicatie is essentieel en daarmee ontzettend belangrijk op een school. De nieuwe school zal hier blijvend veel aandacht aan moeten besteden en ouders hierbij moeten betrekken en op bevragen. Het is van belang dat de samenwerking tussen leerlingen/ouders en school middels informatievoorziening en goede communicatie optimaal is en blijft. Goede onderlinge betrokkenheid (samenwerking) draagt bij aan goed onderwijs passend bij de individuele leerlingen en hun persoonlijke situaties. Ouders betrekken en op de hoogte houden, zorgt voor een gedeeld draagvlak en gedeelde verantwoordelijkheid, die tevens uitgestraald wordt naar de leerlingen. De informatievoorziening en communicatie heeft een grote overlap met het onderwerp profilering van de school, derhalve is dit onderwerp meteen meegenomen. Goede communicatiemiddelen voor kinderen, ouders, externen en potentiële nieuwe leerlingen en hun ouders Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 50 VCBG

51 o o o o Website Visie/missie van de school Waarin onderscheidt deze school zich? Leerkrachten met hun visie/missie/achtergrond Agenda Nieuwsbrieven Blog leerkrachten Informatie van de MR, PR, OR Praktische informatie leerlingen, leerkrachten, schooltijden etc. Ten alle tijden actueel en dus goed onderhouden Wekelijkse nieuwsbrief In de wekelijkse nieuwsbrief worden ouders op de hoogte gesteld en gehouden van de gebeurtenissen in en rondom de school van je kind. Tevens wordt benadrukt wat er de komende week te gebeuren staat, zodat je als school optimale medewerking van ouders kunt verwachten. Schoolgids In de huidige tijd kan de zogenaamde social media veel meer benut worden in de vorm van interactieve informatievoorziening voor de leerlingen, en actuele informatie voor de ouders. Contact met de leerkracht o Bij de start van het schooljaar een voorlichting van de leerkracht van jouw kind waarin duidelijk wordt waar de leerkracht voor staat, welke methoden op welke manier gebruikt worden komend jaar, wat ouders van de leerkracht kunnen verwachten en wat de leerkracht van de ouders verwacht. o Gesprekken. Voor ouders van kinderen zonder bijzonderheden, zijn de standaard tien minuten gesprekken voldoende. Voor leerlingen waar meer aandacht voor moet zijn, zijn structureel langere gesprekken van groot belang om de samenwerking tussen school en ouders optimaal te houden. De werkgroep wil als aandachtspunt meegeven dat de gesprekken in de nieuwe school mogelijk beter aangesloten kunnen worden bij de behoeften van de leerkrachten/ouders, voortkomend uit de ontwikkeling van de kinderen. Een gesprek zal bijvoorbeeld prima eerder of later in het schooljaar plaats kunnen vinden, omdat op dat moment een zinvolle uitwisseling plaats kan vinden en rond de cito toets afname niet. Tevens is vooraf verstrekken van de informatie vanuit de leerkracht een manier om de gesprekken minder éénzijdig te laten verlopen en ouders de mogelijkheid te bieden het gesprek meer voor te bereiden. o . In de huidige maatschappij is het middel om ouders te bereiken. De werkgroep vind het van belang dat leerkrachten dit middel gebruiken om ouders persoonlijk te bereiken voor belangrijke zaken die rondom hun kind spelen en om de ouders regelmatig op de hoogte te houden van wat er in de klas gedaan wordt, besproken wordt, geleerd wordt etc. Contact met de intern begeleider Voor ouders met kinderen waarvoor aandacht vanuit de intern begeleider van belang is, is het zeer belangrijk dat de intern begeleider laagdrempelig en gemakkelijk aan te spreken of te bereiken is op de school. Ouders moeten bij aanvang van het schooljaar goed weten wie de intern begeleider is en hoe deze te bereiken is. Nieuwe leerlingen en dus nieuwe ouders verdienen extra aandacht. Kleuters die op de basisschool starten moeten met grote zorg ontvangen worden op de nieuwe school. Starten op een school is spannend en ingrijpend voor een zeer jong kind, maar ook voor de ouders. Een rondleiding op de school, een gesprek met de directeur en een gesprek met de leerkracht, een korte kennismaking (voor leerlingen zonder meteen extra zorgbehoefte) met de intern begeleider en duidelijke informatie over alle zaken die van de ouders en het kind verwacht worden zijn van groot belang. De werkgroep wil een bezoekje van de kleuterjuf bij de nieuwe leerling thuis in overweging geven. In ieder geval is standaard een extra gesprek na een aantal weken volgens de werkgroep erg Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 51 VCBG

52 belangrijk. Ouders kunnen dan zonder drempel aangeven waar zij eventueel tegenaan lopen en wat goed verloopt, de leerkracht kan afstemmen met de thuissituatie en bespreken welke dingen goed en welke minder goed gaan met de nieuwe kleuter op school. Voor nieuwe leerlingen die instromen in hogere groepen is bovenstaande grotendeels eveneens van toepassing, passend bij de ontwikkelingsfase van het kind en de persoonlijke behoeften van het kind, de ouders en de school. De werkgroep hecht, zeker aangaande de profilering van de school, waarde aan het behoud van een PR commissie die zorgt dat de belangrijke zaken vanuit onze school in de media komen. De school moet in de gemeente zichtbaar zijn en blijven om het imago van de school hoog te houden en om voldoende leerlingen te behouden. Tevens zou de PR commissie de verantwoordelijkheid op zich moeten nemen dat de communicatiemiddelen van de school te allen tijde actueel zijn en blijven, zodat externen en nieuwe leerlingen/ouders altijd de juiste informatie aantreffen. Deelname vanuit de school aan evenementen is van groot belang voor de profilering van de school. Techniekwedstrijd, sportdagen, evenementen, toernooien, cultuur, kunst, goede doelen, zijn voorbeelden hiervan. De werkgroep wil hierbij benadrukken dat het voor de kwaliteit en voor het draagvlak goed zou zijn als de school elk jaar één thema kiest om mee aan de slag te gaan om dit schoolbreed uit te diepen. Hoe wil de nieuwe school zich profileren? Wat maakt deze school anders dan andere scholen en waar is deze school goed in? Daar zal in het opstarten van de school veel aandacht voor moeten zijn. Wat wil de nieuwe school uitstralen, waar willen we goed in zijn, waarin willen we net iets beter zijn dan de rest? Wat vinden we belangrijk? Hoe willen we als school dat de buitenwereld ons ziet? Een duidelijk missie/visie/onderwijsconcept is hierin zeer belangrijk. Hieronder verstaan wij een duidelijk omschreven doelstelling waarin zowel de eigenheid van elk kind een plek heeft, maar ook de prestaties die het kind kan bereiken op onze school. 5. Kinderopvang (BSO, TSO, VSO, crèche, peuterspeelzaal) Binnen het dorp Glimmen is door inspanningen van onder andere particulieren (ouders) en de huidige scholen inmiddels een kindcentrum gerealiseerd waarbinnen alle vormen van kinderopvang en het peuteronderwijs ondergebracht zijn. Het kindcentrum is belangrijk voor het dorp, voor de school, en bovenal voor de kinderen en de ouders. Het dorp trekt meer gezinnen met kinderen als de opvang goed geregeld is. Ook gezinnen uit omliggende dorpen zullen eerder gebruik gaan maken van de school in Glimmen als de opvang van eventuele broertjes en zusjes ook daar geregeld kan worden en dus het reizen voor werkende ouders beperkt blijft. De kwaliteit van het gehele kindcentrum is en blijft een aandachtspunt voor de school. Het peuteronderwijs moet voldoen aan de eisen die hieraan gesteld zijn (mede in het kader van Voorschoolse en Vroegschoolse Educatie), evenals de crèche. Crèche en peuteronderwijs zijn twee verschillende zaken met verschillende doelen. Zodra ouders voor hun kind kiezen voor peuteronderwijs, zoeken ouders naar een vorm van onderwijs die past bij de ontwikkeling van hun kind op dat moment en die een voorbereiding vormt voor het basisonderwijs op de school. Om dit goed vorm te geven is samenwerking tussen de peuterleiding en de kleuterleerkracht van groot belang, evenals een eigen ruimte voor de peuters om optimaal van het peuteronderwijs te kunnen profiteren. Verschillende kinderen hebben verschillende behoeften waar de nieuwe school met kindcentrum aan kan voldoen. Kinderen die in hun ontwikkeling toe zijn aan kleuteronderwijs, maar nog niet de leeftijd van vier jaar bereikt hebben, moeten eerder mee kunnen draaien bij de kleuters. Kinderen die vier jaar geworden zijn, maar nog veel moeite hebben met het kleuteronderwijs, moeten nog af en toe gebruik kunnen maken van het peuteronderwijs. Voor ouders is het van belang dat, naast veiligheid en kwaliteit van zorg, de kinderen het naar hun zin hebben op de buitenschoolse opvang (BSO) en dat aansluiting gezocht wordt bij de interesses en behoeften van de kinderen passend bij hun leeftijd en ontwikkeling. Dit betekent dat er verschillende activiteiten geboden moeten kunnen worden en dat kinderen kunnen kiezen of zij hieraan willen deelnemen. De communicatie tussen school en de opvang is belangrijk. De ouders hebben meer vertrouwen in de kinderopvang op het moment dat school en de opvang goed samenwerken en van elkaar op de hoogte zijn over het welzijn en de belangen van de leerlingen. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 52 VCBG

53 Ouders en school hebben invloed op de kwaliteit van de opvang aangezien zij de klanten zijn of de klanten leveren. Derhalve is het van belang dat ouders (en dus ook de MR) en school toezien op de kwaliteit van de opvang in het kindcentrum. Tenslotte heeft de werkgroep de mogelijkheden binnen de nieuwe school voor een continurooster, milde variant (tussen de middag minder lang pauze en op school blijven, s middags eerder vrij, de vrije woensdag en vrijdagmiddag blijven dan bestaan) bekeken en ingebracht bij andere ouders. De conclusie is dat een dergelijk rooster eerst nader toegelicht moet worden aan ouders en leerkrachten, met daarbij de voor- en nadelen helder uiteengezet. Vervolgens zal een oproep aan ouders in de nieuwsbrief, ouders in de gelegenheid moeten stellen tips en aandachtspunten mee te geven aan de school. Hierna volgt een enquete waarin ouders kunnen stemmen. Bij 75% instemming zal de MR het voorstel eveneens ter instemming voorgelegd moeten krijgen alvorens de school kan starten met een nieuw rooster en tegelijk een nieuwe invulling kan geven aan de middagpauze (dit zijn twee onderwerpen waar een MR instemmingsrecht heeft). De werkgroep stelt derhalve voor dat het schoolbestuur deze procedure in het komende schooljaar uit gaat zetten. 6. Leeromgeving Onder leeromgeving verstaan we het schoolplein, de fysieke leeromgeving van de kinderen en de omgeving die de leeromgeving versterken (zoals een bibliotheek). Wat van belang is, is dat de leeromgeving inspirerend is voor de leerlingen en het onderwijs en de persoonlijke ontwikkeling van de kinderen ondersteunt. De bibliobus is van groot belang. Zoals reeds genoemd, bij voorkeur met begeleiding van ouders in de lagere groepen. Vanuit de school is het belangrijk om de kinderen kennis te laten maken met de openbare bibliotheek te Haren, bijvoorbeeld door er met een klas naartoe te gaan. Voor het schoolplein staan veiligheid en volop mogelijkheden om te spelen voorop. Een voetbalveldje waar je te allen tijden kunt voetballen met een hek erom voor de veiligheid van de andere kinderen. Klimtoestellen, voldoende speelmogelijkheden. Veiligheid rondom school is zeer belangrijk. o Rondom het plein moet een hek komen zodat kinderen niet zomaar de weg over kunnen steken, wat nu wel het geval is bij het schoolgebouw aan de Nieuwe Schoolweg. o De werkgroep ziet in verband met veiligheid meerwaarde voor de nieuwe hoofdingang aan de achterzijde van de huidige Marke, waardoor ouders bij het dorpshuis kunnen parkeren en via een wandelpad de school kunnen betreden. o Op de Rijksstraatweg acht de werkgroep een zebrapad met stoplichten van groot belang voor de veiligheid van de kinderen. Op dit moment blijkt het zebrapad onvoldoende te werken. Er gebeuren weliswaar nog geen ongelukken, maar auto s stoppen niet voor het zebrapad. Het is mogelijk nog onvoldoende zichtbaar, maar in ieder geval onvoldoende veilig. In de nieuwe school wil de werkgroep graag een duidelijke entree hebben met een balie met zichtbaar de nieuwsbrief, nieuwe leerlingen, de functie ontmoetingsplek, receptie. De locatie zoals nu in De Meent is hier een goed voorbeeld van aangezien dit tevens gekoppeld is aan een multifunctionele ruimte waar voorstellingen en bijeenkomsten plaats kunnen vinden. De werkgroep vindt het belangrijk dat de school een algemene ruimte krijgt waar alle leerlingen in passen en waar voorstellingen/voorlichtingen plaats kunnen vinden in kleinere kring. Het dorpshuis, de gymzaal, het voetbalveld en de tennisbaan kunnen veel meer betrokken worden bij de school. Leerlingen kunnen gemakkelijk kennis maken met verschillende sporten vanuit de school en vanuit het kindcentrum. Ten slotte is natuur, omgeving, milieu, cultuur, creativiteit en expressie belangrijk voor de ontwikkeling van de leerlingen op de school. Dit kan de school bereiken met eigen lessen, maar ook door hiervoor externen in te huren en/of ouders met specifieke talenten/kennis in te zetten of door musea, toneelstukken en dergelijke met de leerlingen te gaan bezoeken. 8. Verantwoording Leerkrachten hebben de belangrijke taak ouders en kinderen goed op de hoogte te houden van wat, hoe en waarom ze doen wat ze doen. o Een eigen Blog voor de leerkracht kan hierin zeer helpend zijn. De leerkracht kan dan actuele zaken kort delen met alle leerlingen en ouders. Transparantie is zeer belangrijk voor een goede samenwerking tussen ouders en school. o Rapporten met bijbehorende rapportbesprekingen. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 53 VCBG

54 o Zoals reeds eerder vermeld is een voorlichtingsavond bij de start van het schooljaar een goed moment voor de leerkracht om ouders te informeren over de plannen van het komende schooljaar. Zie ook voor dit punt de informatievoorziening en communicatie. Het contact met de school dient zeer laagdrempelig te zijn. Dit bereik je door maximale transparantie naar elkaar, ruimte voor gesprekken en een aantal momenten per jaar dat je elkaar (in ieder geval) spreekt/ziet. De MR behartigt de belangen van de ouders. De MR moet goed zichtbaar en bereikbaar zijn op de nieuwe school en ouders moeten op de hoogte zijn hoe zij zaken bespreken met de MR. Tevens is het van belang dat de MR goed monitort of en hoe er beoordelings- en functioneringsgesprekken met de leerkrachten plaatsvinden. Op die manier houd je als ouders enig zicht (lees; vertrouwen) op de kwaliteit van de leerkrachten en dus van het onderwijs van je kind. Conclusie/Samenvatting Uit bovenstaande concludeert de werkgroep ouders en omgeving dat de verschillende basisscholen vooral veel dingen overeenkomstig hebben en dat de verschillen vaak elkaar aanvullen in plaats van tegenspreken. Wat ouders vooral graag zien in een nieuwe school is een school met een goed sociaal klimaat, met een sterk pedagogisch en didactisch klimaat en maximale informatieverstrekking vanuit de school naar de ouders en andersom aangaande de ontwikkeling van het kind. Samengevat kan gesteld worden dat vanuit de ouders de wens geuit wordt om de mogelijkheden van het kindcentrum, waarvan de school zelf onderdeel is, zo breed mogelijk te onderzoeken en te benutten. Daarbij is met name de kwaliteit van kinderopvang en de activiteiten zeer belangrijk. De buitenwereld en de wereld binnen in de school moeten zoveel mogelijk met elkaar in contact staan, zodat de kinderen wereldwijs onderwijs genieten. Ouders kunnen, meer dan op de huidige scholen, middels goede en positieve samenwerking tussen de ouders en de leerkrachten/directie, ingezet worden om het onderwijs te versterken. Niet alleen middels het inzetten van de kennis die ouders hebben over hun eigen kind, of de specifieke kennis en talenten van ouders, maar ook door activiteiten thuis aan te passen bij de thema s van de school zodat de lesstof meer gaat leven wat het leerproces van een kind ten goede komt. Om de punten aangaande ouders en omgeving in de nieuwe school te waarborgen, zal de werkgroep zorg dragen voor een tijdelijke ouders en omgeving commissie die, in ieder geval in het eerste schooljaar van de nieuwe school, mee denkt en kijkt of en hoe alle punten een plek krijgen in de nieuwe school. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 54 VCBG

55 Bijlagen Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 55 VCBG

56 Bijlage A Concept statuten stichting openbaar onderwijs Stichting Baasis Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 56 VCBG

57 Concept statutenwijziging stichting openbaar onderwijs Stichitng Baasis Versie 28 november 2012 STATUTEN Begripsbepalingen Artikel 1 1. In deze statuten wordt verstaan onder: a. "raad": de raad van toezicht; b. "bestuur": het college van bestuur; c. "stichting": de Stichting Openbaar onderwijs Baasis; d. "gemeenteraad": de gemeenteraad van de gemeente Haren en de gemeenteraad van gemeente Tynaarlo gezamenlijk, welke gemeenteraden de instandhouding van de openbare scholen, aan de stichting heeft overgedragen; e. "scholen": de scholen die onder het bevoegd gezag van de stichting vallen, naar gemeente gerubriceerd; f. "schriftelijk (bericht)": elk via gangbare communicatiekanalen overgebracht bericht, daaronder begrepen een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht, gericht aan of afkomstig van het adres dat voor dit doel bekend is gemaakt; g. "Wpo": de Wet op het primair onderwijs danwel een daarvoor in de plaats komende regeling. 2. Tenzij anders blijkt of kennelijk anders is bedoeld, sluit een verwijzing naar een begrip of woord in het enkelvoud een verwijzing naar de meervoudsvorm van dit begrip of woord in en omgekeerd. 3. Tenzij anders blijkt of kennelijk anders is bedoeld, sluit een verwijzing naar het mannelijke geslacht een verwijzing naar het vrouwelijke geslacht in en omgekeerd. Naam en zetel; duur Artikel 2 1. De stichting draagt de naam: Stichting Openbaar onderwijs Baasis. 2. De stichting heeft haar zetel in de gemeente Tynaarlo. 3. De stichting is opgericht voor onbepaalde tijd. Doel en middelen Artikel 3 1. De stichting heeft tot doel het geven van openbaar onderwijs aan de scholen die onder haar gezag vallen, overeenkomstig artikel 46 Wet op het primair onderwijs. Om het doel te verwezenlijken kan de stichting gebruik maken van alle middelen die daaraan dienstbaar zijn. 2. De stichting beoogt niet het maken van winst. 3. a. Het bestuur kan met andere instellingen op het gebied van primair onderwijs een samenwerkingsovereenkomst aangaan, waarbij afspraken worden gemaakt op het gebied van: o de onderwijssignatuur o opheffen van een school o voordracht leden van de raad van toezicht o wijziging van de statuten ten aanzien van de in de samenwerkingsovereenkomst gemaakte afspraken b. De samenwerkingsovereenkomst behoeft goedkeuring van de raad. Organen Artikel 4 De stichting kent de volgende organen: a. het college van bestuur, zijnde het bevoegd gezag in de zin van de Wet op het primair onderwijs van de door de stichting in stand gehouden scholen, hierna te noemen: "bestuur"; en b. de raad van toezicht, hierna te noemen: de "raad". College van bestuur; samenstelling en benoeming; belet en ontstentenis Artikel 5 1. Het bestuur bestaat uit een door de raad te bepalen aantal leden. 2. Indien het bestuur uit één lid bestaat, draagt deze persoon de titel: "directeur/bestuurder". Indien het bestuur uit meerdere leden bestaat, wijst de raad één van hen aan tot voorzitter van het bestuur. 3. De leden van het bestuur worden benoemd door de raad, met inachtneming van het bepaalde in artikel 12 lid Benoeming vindt plaats aan de hand van een door de raad, na verkregen advies van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, vast te stellen openbare werving-en selectieprocedure en profielschets. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 57 VCBG

58 5. De leden van het bestuur respecteren en onderschrijven de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. 6. In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een niet voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden. 7. Indien het bestuur uit meerdere leden bestaat, neemt bij ontstentenis of belet van een lid een ander lid de volledige taken van het bestuur waar. Het overblijvende lid of de overblijvende leden blijft of blijven bevoegd om rechtsgeldige besluiten te nemen. 8. Bij belet of ontstentenis van het enige lid of alle leden van het bestuur benoemt de raad onverwijld een medewerker van de stichting of een andere persoon tot tijdelijk voorzitter. 9. De raad stelt de rechtspositie en de arbeidsvoorwaarden van het bestuur vast binnen de kaders van de CAO Primair Onderwijs. College van bestuur; taken en bevoegdheden Artikel 6 1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. Het bestuur is bevoegd gezag van de onder de stichting ressorterende scholen in de zin van de Wet op het primair onderwijs en als zodanig eindverantwoordelijk voor het bestuur van de stichting en de door de stichting in stand gehouden scholen. 2. Aan het bestuur komen in de stichting alle taken en bevoegdheden toe, die tot het bevoegd gezag behoren en die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen. 3. Het bestuur is, met inachtneming van het bepaalde in lid 7 onder f. en g., bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 106 Wpo, alsmede tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt. 4. Het bestuur is bevoegd om, onverminderd zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid, taken en bevoegdheden te mandateren. 5. Het bestuur is verantwoordelijk voor het vastleggen van taken en bevoegdheden die het bestuur opdraagt aan de directeuren en voor het vastleggen van instructies ten aanzien van deze taken en verantwoordelijkheden in het managementstatuut overeenkomstig artikel 31 Wpo. 6. Het bestuur draagt met inachtneming van de Archiefwet 1995 zorg voor de archiefbescheiden. 7. Voorafgaande goedkeuring van de raad is vereist voor bestuursbesluiten inzake: a. het vaststellen van de begroting; b. het vaststellen van de jaarrekening, het treasurystatuut en het jaarverslag; c. het vaststellen van het strategisch beleid, het meerjarenbeleid en het managementstatuut; d. het stichten, opheffen, fuseren of afsplitsen van scholen of delen van scholen, daaronder mede verstaan het aangaan/beëindigen van duurzame samenwerkingsrelaties met derden; e. ingrijpende reorganisaties, waaronder in ieder geval moet worden verstaan het gelijktijdig of binnen een kort tijdsbestek beëindigen van de arbeidsovereenkomsten dan wel ingrijpend wijzigen van de arbeidsvoorwaarden van meer dan tien procent (10%) van het in dienst van de stichting zijnde personeel; f. het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen; g. het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt; h. het aangaan van geldleningen vanaf een zeker bedrag, vast te stellen door de raad; i. investeringen of een combinatie van investeringen die buiten de begroting een bedrag te boven gaan waarvan de hoogte jaarlijks door de raad wordt vastgesteld; j. het wijzigen van de statuten en het ontbinden van de stichting, waaronder begrepen de bestemming van het batig saldo; k. een aanvraag tot faillissement of surseance van betaling; l. juridische fusie en juridische splitsing van de stichting. 8. Het bestuur behoeft naast de goedkeuring van de raad bij de genoemde besluiten in het vorige lid ook goedkeuring dan wel instemming van zowel de gemeenteraad van de gemeente Haren als de gemeenteraad van de gemeente Tynaarlo voor besluiten tot: a. het wijzigen van de statuten van de stichting; b. het ontbinden van de stichting; c. het opheffen van een school. Indien het een besluit bedoeld onder a. betreft en een gemeenteraad niet binnen drie maanden nadat hij is uitgenodigd om instemming te verlenen aan het voorgenomen besluit inhoudelijk heeft gereageerd op deze uitnodiging, wordt de instemming door de betreffende gemeenteraad geacht te zijn verleend. Het college van burgemeesters en wethouders van de betreffende gemeente kan voor het aflopen van die termijn te kennen geven dat de termijn met drie maanden wordt verlengd. Indien het een besluit onder b. en c. betreft is de uitdrukkelijke goedkeuring van beide gemeenteraden vereist. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 58 VCBG

59 College van bestuur; gedragsregels en werkwijze Artikel 7 1. Het bestuur richt zich ten aanzien van de vervulling van zijn taak op het doel en het belang van de door de stichting in stand gehouden scholen en het belang van de samenleving. 2. Het bestuur oefent zijn taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden uit met inachtneming van het in de wet, en de statuten en de reglementen bepaalde. De gedragsregels, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het bestuur zijn nader vastgelegd in het reglement van het college van bestuur. 3. Het bestuur draagt, conform artikel 13 van de statuten en met inachtneming van het daaromtrent bepaalde in het reglement van de raad van toezicht, zorg voor een adequate informatievoorziening over de gang van zaken binnen de stichting en de door de stichting in stand gehouden scholen aan de raad. 4. Het bestuur zal met betrekking tot hetgeen hem uit hoofde van zijn functie vertrouwelijk te zijner kennis is gekomen de nodige zorgvuldigheid en geheimhouding in acht nemen. 5. Elk lid van het bestuur, alsmede de voorzitter van de raad, is gelijkelijk bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen. Het bestuur draagt zorg voor openbare kennisgeving van de vergadering. Daarbij geeft het aan op welke plaats de agenda en de bijbehorende stukken ter inzage liggen. 6. De vergaderingen van het bestuur zijn openbaar, tenzij en voor zover het bestuur besluit dat het belang van de stichting, de door de stichting in stand gehouden scholen of de privacy van betrokkenen zich daartegen verzet. 7. In de vergaderingen van bestuur heeft ieder lid van het bestuur één stem. Alle besluiten worden door het bestuur genomen met een volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Indien het bestuur uit meerdere leden bestaat, wordt in de besluitvorming gestreefd naar consensus. Indien de stemmen staken, is de stem van de voorzitter van het bestuur doorslaggevend. 8. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits dit schriftelijk geschiedt en alle leden van het bestuur met het betreffende voorstel instemmen. Van elk buiten vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld. College van bestuur; vertegenwoordiging Artikel 8 1. Het bestuur alsmede ieder lid van het bestuur afzonderlijk vertegenwoordigt de stichting, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. 2. In alle gevallen waarin een of meer leden van het bestuur een tegenstrijdig belang met de stichting heeft of hebben, dan wel er sprake is van een verstrengeling van belangen, wordt de stichting niettemin vertegenwoordigd op de wijze als bepaald in lid 1, doch na voorafgaande goedkeuring van de raad. 3. Het ontbreken van de goedkeuring door de raad van een besluit van het bestuur als bedoeld in artikel 6 lid 7 onder f. en g. tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur aan. Het ontbreken van de goedkeuring door de raad van andere besluiten van het bestuur tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur niet aan. 4. Het bestuur kan besluiten tot verlening van een schriftelijke volmacht aan derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. College van bestuur; defungeren, schorsing en ontslag Artikel 9 1. Een lid van het bestuur defungeert: a. door het verlies van het vrije beheer of de vrije beschikking over zijn vermogen; b. door zijn vrijwillig of periodiek aftreden; c. door het verstrijken van de termijn waarvoor hij is benoemd, behoudens zijn eventuele herbenoeming; d. door zijn ontslag door de rechtbank; e. door zijn overlijden; f. door zijn ontslag verleend door de raad. 2. Een lid van het bestuur kan te allen tijde worden geschorst en ontslagen door de raad, ook wanneer hij voor bepaalde tijd is benoemd. Hij wordt in de gelegenheid gesteld zich in een vergadering van de raad te verantwoorden. Daarbij kan hij zich laten bijstaan door een raadsman. Het besluit tot schorsing of ontslag wordt door de raad genomen met inachtneming van het bepaalde in artikel 12 lid De schorsing van een lid van het bestuur kan één of meer malen worden verlengd. De schorsing vervalt indien de raad niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing besluit tot ontslag of tot opheffing of handhaving van de schorsing. Een schorsing kan voor ten hoogste drie maanden worden gehandhaafd, ingaande op de datum waarop het besluit tot handhaving van Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 59 VCBG

60 de schorsing wordt genomen. Raad van toezicht, samenstelling en benoeming, belet en ontstentenis Raad van Toezicht Artikel De raad bestaat uit een door de raad te bepalen aantal van minimaal vijf en maximaal zeven natuurlijke personen, onder wie een voorzitter en een vicevoorzitter. 2. De leden van de raad worden benoemd door de gemeenteraad. De benoeming geschiedt op bindende voordracht van de raad, tenzij de benoeming geschiedt op bindende voordracht van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad dan wel de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad zoals hierna bedoeld. 3. De gemeenschappelijke medezeggenschapsraad wordt in de gelegenheid gesteld een bindende voordracht te doen voor één zetel in de raad, waarbij geldt dat bij het opmaken van die voordracht ten minste de meerderheid van de oudergeleding vóór die voordracht dient te zijn. 4. In aanvulling daarop wordt een derde gedeelte, verminderd met één in verband met het in de vorige zin bepaalde, van het aantal leden waaruit de raad bestaat op bindende voordracht van de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad benoemd. Voor zover een derde gedeelte niet een rond getal als resultaat kent, wordt dit getal naar boven afgerond. 5. De instelling(en) voor primair onderwijs, waarmee een samenwerkingsovereenkomst is aangegaan zoals genoemd in artikel 3a, doen een bindende voordracht van maximaal 1 zetel in de raad. 6. De voordrachten zoals hiervoor bedoeld worden voorbereid door een benoemingsadviescommissie en vinden plaats aan de hand van een door de raad, na verkregen advies van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, vast te stellen openbare werving-en selectieprocedure en profielschets. 7. De op voordracht benoemde leden van de raad vervullen hun taak zonder mandaat en onafhankelijk van de bij de stichting dan wel haar instellingen betrokken deelbelangen. 8. De raad wijst uit zijn midden een voorzitter en een vice-voorzitter aan. Bij afwezigheid van de voorzitter neemt de vice-voorzitter de werkzaamheden van de voorzitter waar. 9. De leden van de raad dienen het doel van de stichting te onderschrijven. De leden van de raad richten zich bij de vervulling van hun taak op het belang van de stichting en de door de stichting in stand gehouden onderwijsinstellingen. 10. Benoeming vindt plaats voor een periode van ten hoogste vier jaar. Herbenoeming is mogelijk voor maximaal één nieuwe periode van ten hoogste vier jaar. De raad stelt een rooster van aftreden op. Elk lid van de raad treedt volgens het rooster af. 11. In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien. Een niet voltallige raad behoudt zijn bevoegdheden. 12. Bij belet of ontstentenis van één of meerdere leden van de raad nemen de overblijvende leden de werkzaamheden van de raad waar. De raad is alsdan bevoegd om rechtsgeldige besluiten te nemen. Bij belet of ontstentenis van alle leden van de raad zal door de gemeenteraad een nieuwe raad worden benoemd. De benoeming kan geschieden op verzoek van een afgetreden lid van de raad, het bestuur of de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. 13. De leden van de raad kunnen voor hun werkzaamheden worden gehonoreerd. Onkosten worden aan hen vergoed. Wanneer leden van de raad voor hun de raad, genomen na overleg met het bestuur. De hoogte van het honorarium zal maatschappelijk passend zijn en wordt openbaar gemaakt. Raad van toezicht; defungeren, schorsing en ontslag Artikel Een lid van de raad defungeert: a. door het verlies van het vrije beheer of de vrije beschikking over zijn vermogen; b. door zijn vrijwillig of periodiek aftreden; c. door het verstrijken van de termijn waarvoor hij is benoemd, behoudens zijn eventuele herbenoeming; d. door zijn ontslag door de rechtbank; e. door zijn overlijden; f. door zijn ontslag verleend door de gemeenteraad op voordracht van de raad. 2. Een lid van de raad kan worden geschorst en ontslagen door de gemeenteraad, al dan niet op verzoek van de raad, wegens onder meer: a. verwaarlozing van zijn taak of onvoldoende functioneren; b. onverenigbaarheid van functies of belangen; c. wijziging van de omstandigheden of andere redenen op grond waarvan zijn handhaving als lid van de raad redelijkerwijs niet van de stichting kan worden verlangd. 3. Een lid van de raad dat is geschorst, wordt in de gelegenheid gesteld zich jegens de gemeenteraad te verantwoorden en zich daarbij door een raadsman te laten bijstaan. Een besluit tot ontslag wordt niet genomen dan nadat het lid van de raad over wiens ontslag wordt besloten vooraf de gelegenheid is geboden om te worden gehoord. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 60 VCBG

61 4. De schorsing van een lid van de raad kan één of meer malen worden verlengd. De schorsing vervalt indien niet binnen drie maanden na de datum van ingang van de schorsing wordt besloten tot ontslag of tot opheffing of handhaving van de schorsing. Een schorsing kan voor ten hoogste zes maanden worden gehandhaafd, ingaande op de datum waarop het besluit tot handhaving van de schorsing wordt genomen. Raad van toezicht; taken en bevoegdheden Artikel De raad houdt toezicht op de verwezenlijking van de doelstelling van de stichting, de algemene gang van zaken binnen de stichting en de onderwijsinstellingen die door de stichting in stand worden gehouden, alsmede op het beleid en het functioneren van het bestuur. De raad adviseert het bestuur gevraagd en ongevraagd. De raad is voorts belast met de overige werkzaamheden welke hem bij of krachtens deze statuten worden opgedragen. 2. De taken en bevoegdheden van de raad zijn zodanig dat de raad een deugdelijk en onafhankelijk intern toezicht kan uitoefenen. De raad is ten minste belast met: a. het goedkeuren van de begroting en het jaarverslag en het meerjarenbeleidsplan van de stichting, alsmede het goedkeuren van de besluiten van het bestuur als genoemd in artikel 6 lid 7; b. het toezien op de verwezenlijking van de grondslag en de doelstelling van de stichting, het bereiken van de doelen en gewenste resultaten en het belang van de samenleving; c. het houden van toezicht op het functioneren van het bestuur en het toezien op de naleving door het bestuur van de wettelijke verplichtingen, de code voor goed bestuur als bedoeld in artikel 171 lid 1 Wpo en eventuele afwijkingen van die code; d. het toezien op de rechtmatige verwerving en de doelmatige, efficiënte en rechtmatige bestemming en aanwending van financiële middelen. 3. De raad benoemt, schorst en ontslaat de leden van het bestuur met twee derde meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste twee derde van de in functie zijnde leden van de raad aanwezig of vertegenwoordigd is. 4. De raad stelt, na bespreking met het bestuur, het reglement voor de raad van toezicht vast. De gedragsregels, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de raad van toezicht zijn nader vastgelegd in het reglement van de raad van toezicht. De raad keurt voorts het door het bestuur op te stellen reglement van het college van bestuur goed. 5. De raad legt jaarlijks verantwoording af over de uitvoering van de taken en bevoegdheden als hiervoor genoemd in het jaarverslag van de stichting en draagt er zorg voor dat dit verslag ten minste aan het bestuur, de medezeggenschapsraden, de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en de gemeenteraad ter beschikking wordt gesteld. Raad van toezicht; informatievoorziening Artikel 13 De raad wint informatie in: a. door de informatieverstrekking, gevraagd en ongevraagd, door het bestuur conform artikel 7 lid 3 van de statuten; b. door eigen audits binnen de organisatie nadat het bestuur daarvan op de hoogte is gebracht; en c. door audits van externe deskundigen. Raad van toezicht; werkwijze en vergaderingen Artikel De vergaderingen van de raad worden bijgewoond door het bestuur, tenzij naar het oordeel van de raad het belang van de stichting zich daartegen verzet. De raad vergadert minimaal vier keer per jaar. 2. Naast bovengenoemde vergaderingen vergadert de raad minimaal eenmaal per jaar zonder de aanwezigheid van het bestuur. Deze vergadering heeft tot doel het functioneren van de raad te evalueren, alsmede de relatie tot het bestuur en de samenstelling en beoordeling van het bestuur. 3. De agenda en de plaats van de vergaderingen worden door de voorzitter van de raad in overleg met het bestuur vastgesteld. Dit behoudens de vergadering genoemd in artikel 14 lid De oproeping tot de vergadering wordt uit naam van de voorzitter van de raad door het secretariaat van de stichting verricht. De oproeping geschiedt behoudens spoedeisende gevallen schriftelijk en ten minste zeven dagen (de dag van de vergadering en de dag van de versturing van de stukken niet meegerekend) voor de vergadering en gaat vergezeld van de agenda en eventueel te bespreken stukken. 5. Verslaglegging van de vergaderingen van de raad vindt plaats door het secretariaat van de stichting door middel van een verslag op hoofdpunten en een besluitenlijst. 6. De raad vergadert in beslotenheid, onverminderd het in lid 1 bepaalde. Alleen op uitnodiging van de voorzitter kunnen derden aanwezig zijn bij de vergadering of een deel ervan. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 61 VCBG

62 7. De raad kan ter vergadering alleen geldige besluiten nemen indien de meerderheid van de in functie zijnde leden van de raad aanwezig is dan wel telefonisch rechtstreeks met de in vergadering zijnde leden is verbonden en voor alle aanwezigen duidelijk hoorbaar is. 8. Besluiten door de raad worden genomen bij gewone meerderheid van geldig uitgebrachte stemmen, voor zover de statuten niet anders bepalen. Indien de stemmen staken, heeft de voorzitter van de raad een doorslaggevende stem. 9. De raad kan ook buiten vergadering besluiten, mits met voorkennis van het bestuur en mits alle in functie zijnde leden van de raad te kennen hebben gegeven tegen deze wijze van besluitvorming geen bezwaar te hebben. De stemmen worden alsdan schriftelijk uitgebracht. De besluiten worden conform lid 8 genomen. Benoemingsbeleid Artikel 15 1 Het personeel respecteert de wezenskenmerken en de grondslag van de school waar het tewerkgesteld is. Boekjaar; jaarstukken Artikel Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. 2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting zodanige aantekeningen te houden, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. 3. Het bestuur stelt jaarlijks een begroting op voor het komende boekjaar en legt deze voor het einde van het boekjaar ter goedkeuring voor aan de raad. 4. Het bestuur brengt in het jaarverslag jaarlijks aan de gemeenteraad verslag uit over de werkzaamheden, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs, de financiële situatie in het meerjarenperspectief en de kwaliteit van het onderwijs. Het verslag wordt openbaar gemaakt. 5. Per het einde van ieder boekjaar worden de boeken van de stichting afgesloten. Het bestuur maakt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de jaarrekening en het jaarverslag op. 6. De raad benoemt de accountant, na overleg met het bestuur. De raad geeft de accountant de opdracht tot controle van de jaarrekening. De raad is bevoegd om de opdracht aan de accountant in te trekken. 7. De jaarstukken als hiervoor bedoeld worden binnen zes maanden na afloop van het boekjaar door het bestuur vastgesteld na voorafgaande goedkeuring van de raad en ten blijke daarvan door alle leden van het bestuur en alle leden van de raad ondertekend. Ontbreekt de handtekening van één van hen, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gedaan. 8. Het bestuur is verplicht de in de vorige leden van dit artikel bedoelde bescheiden ten minste zeven jaren lang te bewaren. Statutenwijziging Artikel Het bestuur is met goedkeuring van de raad bevoegd om de statuten te wijzigen. De statuten van de stichting kunnen voorts slechts worden gewijzigd na instemming van de gemeenteraad. 2. Het besluit tot goedkeuring van de raad wordt genomen met een twee derde meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste twee derde van de in functie zijnde leden van de raad aanwezig of vertegenwoordigd is. 3. Een statutenwijziging treedt eerst in werking nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Ieder lid van het bestuur is bevoegd deze akte te doen verlijden. 4. Het bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en een volledig doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het door de Kamer van Koophandel gehouden handelsregister. 5. Mutatis mutandis geldt het bepaalde in dit artikel voor het besluit tot juridische fusie en/of splitsing. Ontbinding en vereffening Artikel Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Het besluit tot ontbinding is onderworpen aan de voorafgaande goedkeuring van de raad. Het bepaalde in artikel 17 lid 2 is van overeenkomstige toepassing. Het besluit tot ontbinding is voorts onderworpen aan de goedkeuring van de gemeenteraad. 2. Na de ontbinding blijft de stichting voortbestaan voor zover dit tot de vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van haar uitgaan, moeten aan de naam van de stichting worden toegevoegd de woorden "in liquidatie". 3. De vereffening geschiedt door het bestuur, tenzij de raad en/of de gemeenteraad anders besluiten. Een eventueel batig saldo van de ontbonden stichting wordt uitgekeerd aan een door het bestuur na goedkeuring van de raad bij het besluit van ontbinding aan te wijzen Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 62 VCBG

63 rechtspersoon waarvan de doelstelling zo veel mogelijk overeenkomt met het doel van de stichting. Indien en voor zover een dergelijke aanwijzing niet heeft plaatsgehad of niet meer uitgevoerd kan worden, wordt op verzoek van vereffenaar(s) het batig saldo besteed overeenkomstig een door een rechter verbonden aan een rechtbank binnen wiens rechtsgebied de zetel van de stichting is gelegen te bepalen doel. 4. Bij ontbinding van de stichting wordt het archief onder nader vast te stellen voorwaarden overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeenten Haren en Tynaarlo. Taken en bevoegdheden gemeenteraad; coördinatieplatform raadsbevoegdheden Artikel In aanvulling op het interne toezicht uitgeoefend door de raad, kan de gemeenteraad zich vanuit zijn wettelijke taak en verantwoordelijkheden voor het openbaar onderwijs wenden tot het bestuur van de stichting. 2 De gemeenteraad heeft, naast de bevoegdheid tot het verlenen van goedkeuring dan wel instemming aan de in artikel 6 lid 8 genoemde bestuursbesluiten, de volgende bevoegdheden: a. benoeming van leden van de raad op voordracht van de raad en schorsing en ontslag al dan niet op voordracht van de raad; en b. ontbinding van de stichting, indien er sprake is van handelen in strijd met de wet en/of ernstige taakverwaarlozing door het bestuur, doch met inachtneming van het hierna bepaalde. 3. De gemeenteraad is bevoegd in geval van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of het functioneren van het bestuur in strijd met de Wpo, zelf te voorzien in het bestuur van de scholen en zo nodig de stichting te ontbinden. 4. Het toezien op het functioneren van en handelen conform de Wpo door het bestuur is, als vermeld in artikel 12, primair de taak van de raad. In het reglement van de raad van toezicht worden de kwalificaties casu quo parameters uitgewerkt ten aanzien van het onderwerp 'ernstige taakverwaarlozing' door het bestuur, teneinde te bevorderen dat de taak van enerzijds de raad en anderzijds de gemeenteraad op dit onderwerp professioneel uitgeoefend kan worden. Deze bepalingen in het reglement van de raad van toezicht behoeven de goedkeuring van de gemeenteraad. 5. De gemeenteraad stelt, alvorens hij overgaat tot het nemen van maatregelen als bedoeld in lid 3 van dit artikel, de raad in de gelegenheid in overleg te treden met de gemeenteraad en de mogelijkheden te verkennen en eventueel uit te voeren die noodzakelijk zijn om de gerezen bezwaren tegen het door het bestuur gevoerde beleid of het functioneren van het bestuur op andere wijze weg te nemen. 6. De in artikel 153 Wpo uitgewerkte bevoegdheid tot opheffing van een door de stichting in stand gehouden openbare school is voorbehouden aan de gemeenteraad. 7. De stichting kent voor een goed verloop van de uitoefening van de aan de gemeenteraad toekomende bevoegdheden een "coördinatieplatform raadsbevoegdheden". Het coördinatieplatform raadsbevoegdheden bestaat uit de portefeuillehouders onderwijs van de gemeente Haren en de gemeente Tynaarlo. Het coördinatieplatform raadsbevoegdheden bereidt de besluitvorming van de gemeenteraad voor ten aanzien van de in deze statuten toegekende bevoegdheden aan de gemeenteraad. Besluitvorming van de gemeenteraad geschiedt op basis van consensus. De wijze van vergadering en besluitvorming van de gemeenteraad, de gewenste informatievoorziening en de rol van het coördinatieplatform raadsbevoegdheden daarbij, wordt nader uitgewerkt bij reglement. Om goed invulling te geven aan de grondwettelijke taak van de gemeenteraad wordt in het coördinatieplatform raadsbevoegdheden in ieder geval informatie verstrekt over de doelstellingen en realisaties op het gebied van de kwaliteit van het onderwijs, de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs en de meerjarenbegroting. Slotbepaling Artikel 20 In gevallen waarin de wet, de statuten, het reglement college van bestuur respectievelijk raad van toezicht niet voorzien, beslist de raad, gehoord het bestuur. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 63 VCBG

64 Bijlage B-1 Uitgangspunten Vereniging Christelijk Basisonderwijs te Glimmen Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 64 VCBG

65 Uitgangspunten Vereniging Christelijk Basisonderwijs Glimmen Van de werkgroep Financiën en Huisvesting zijn de benodigde uitgangspunten en hoofdlijnen verkregen voor de Vereniging Christelijk Basisonderwijs Glimmen. Deze luiden als volgt: De werkgroep Financiën / Huisvesting heeft voorgesteld de Vereniging Christelijk Basisonderwijs te Glimmen (hierna: VCBG) te laten bestaan na 1 augustus 2013 wanneer de samenwerkingsschool Glimmen is opgericht. De VCBG zou een aantal nieuwe doelen kunnen krijgen. Hiervoor is een statutenaanpassing nodig. De werkgroep F/H heeft het volgende geadviseerd welke zaken betrekking hebben op de statutenaanpassing, welke adviezen inmiddels door projectgroep en stuurgroep zijn overgenomen. 13. De VCBG blijft als toezichthoudend orgaan bestaan en beheert de bij haar blijvende private liquide middelen, welke in de loop dat jaren door de ouders van de school zijn gespaard. 14. De statuten van de VCBG worden gewijzigd waarbij een van de doelen van de vereniging wordt aangepast in het financieel ondersteunen van de samenwerkingsschool in Glimmen. 15. De VCBG beoordeelt jaarlijks de subsidieaanvraag van de samenwerkingsschool in alle redelijkheid en billijkheid en kent in principe jaarlijks een bijdrage toe vanuit haar private middelen. De toetsing betreft of de aanvraag primair uitgaven of investeringen betreffen die de nieuwe school in het betreffende jaar maakt voor de instandhouding of uitbouw van de beide identiteiten of activiteiten of zaken die hiermee nauw te maken hebben en secundair kunnen dit ook overige zaken zijn welke doelen van de samenwerkingsschool behartigen. 16. In het bestuur van de vereniging wordt ruimte gemaakt voor 1 bestuurszetel voor iemand van de stichting Baasis om hiermee enig invloed uit te kunnen oefenen op het functioneren van de vereniging en ter borging van het nieuwe doel van de vereniging zoals omschreven in punt Per 1 augustus 2013 wordt het boekjaar van de VCBG/De Marke afgesloten en kan de nieuwe vereniging in werking treden. 18. Overweeg de functies BSO, TSO, peuterspeelzaal en eventueel de kinderopvang door ouders zelf te laten organiseren bijvoorbeeld vanuit de VCBG (NB: dan ook in de statuten dit nieuwe doel toevoegen). De TSO kan vanuit de samenwerkingsschool in samenwerking met de VCBG dan door de ouders zelf worden aangeboden. De BSO, peuterspeelzaal en kinderopvang kan door VCBG in samenwerking met de gemeente worden aanbesteed in een offertetraject aan een marktpartij om een goede opbrengst ten gunste van de school te laten komen en om de tarieven voor ouders zo aantrekkelijk te houden. Op deze wijze krijgt de VCBG belangrijke nieuwe werkzaamheden en doelen terug, naast het eerder genoemde gewijzigde doel. Taken en doelen van de vereniging zouden dan als volgt samengevat kunnen worden: a. Toezicht houden op voldoende waarborg en ruimte voor de christelijke identiteit in de samenwerkingsschool b. Financieel ondersteunen van de samenwerkingsschool in Glimmen (op basis van subsidietoekenning op jaarlijkse projectaanvraag) c. Mede Organiseren en of ondersteunen van TSO, BSO, peuterspeelzaal en kinderopvang. d. Adequaat en risicomijdend beheren van de financiële middelen. Bestuur: zou kleiner kunnen t.o.v. huidige vorm. 4 leden, waarvan 1 vanuit stichting Baasis. Naam: Gelijk houden vanwege de gevoeligheid die een wijziging oplevert. Leden: huidige leden blijven zonder opzegging gewoon lid. Nieuwe leden moeten ouders zijn van kinderen van de samenwerkingsschool Glimmen en worden automatisch lid af wanneer kind(eren) van school zijn. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 65 VCBG

66 Bijlage B-2 Concept statuten Vereniging Christelijk Basisonderwijs te Glimmen Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 66 VCBG

67 Concept statuten Vereniging Christelijk Basisonderwijs te Glimmen Versie 28 november 2012 STATUTEN Naam en zetel. Artikel 1. De vereniging draagt de naam: Vereniging Christelijk Basisonderwijs Glimmen. Zij is gevestigd te Glimmen, gemeente Haren. Duur. Artikel 2. De vereniging is gericht op veertien november negentienhonderd dertig en vanaf de inwerkingtreding van de onderhavige statuten aangegaan voor onbepaalde tijd. Grondslag. Artikel 3. De vereniging heeft tot grondslag de Bijbel als richtsnoer voor geloof en leven. Doel. Artikel De vereniging stelt zicht ten doel: Werkzaam te zijn tot ondersteuning van de samenwerkingsschool te Glimmen waarin aandacht wordt geschonken aan de protestants christelijke richting van enkele leerlingen; 2. De vereniging tracht haar doel onder meer te verwezenlijken door: a. het voordragen van een lid voor de Raad van Toezicht van de Stichting openbaar onderwijs Baasis; b. het financieel ondersteunen van de samenwerkingsschool te Glimmen; c. het toezien op het vorm geven van de (christelijke) identiteit binnen de samenwerkingsschool te Glimmen; d. het verzorgen van kinderopvang in Glimmen in de meest ruime zin en het verrichten van handelingen die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn; e. het zoeken van samenwerking in alles wat tot de plaatselijke en algemene belangen van het christelijk onderwijs behoort. Geldmiddelen. Artikel 5. De geldmiddelen der vereniging bestaan uit: a. contributies; b. bijdragen; c. schenkingen, erfstellingen, legaten en subsidies; d. alle andere baten. Leden. Artikel Leden van de vereniging zijn ouders/verzorgers van leerlingen van de samenwerkingsschool te Glimmen die zich schriftelijk bij het bestuur hebben aangemeld en als zodanig zijn toegelaten, hetgeen schriftelijk wordt bevestigd. Voorwaarden voor toelating tot het lidmaatschap zijn betuiging van instemming met de artikel 3 omschreven grondslag en bereidheid tot betaling van een contributie waarvan het bedrag bij of krachtens huishoudelijk reglement wordt vastgesteld. 2. Het bestuur beslist binnen twee maanden na de aanmelding over de toelating. Bij weigering kan de belanghebbende binnen dertig dagen nadat de beslissing van het bestuur te zijner kennis is gebracht, schriftelijk in beroep komen bij de algemene vergadering. Hangende het beroep is de belanghebbende geen lid. 3. Het lidmaatschap is persoonlijk. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 67 VCBG

68 4. Het lidmaatschap eindigt: a. door overlijden van het lid; b. door opzegging door het lid; c. door opzegging namens de vereniging; d. door ontzetting. 5. Opzegging van het lidmaatschap namens de vereniging geschiedt door het bestuur. Deze opzegging is mogelijk. a. wanneer een lid heeft opgehouden te voldoen aan de vereisten, door de statuten voor het lidmaatschap gesteld; b. voor leden van de vereniging ten tijde van deze statutenwijziging (in 2013) is het vereiste van ouder/verzorger van een leerling van de samenwerkingsschool niet van toepassing; c. wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. 6. Opzegging van het lidmaatschap door het lid of namens de vereniging kan slechts geschieden tegen het einde van een verenigingsjaar en met inachtneming van een opzegtermijn van vier weken. Het lidmaatschap kan echter onmiddellijk worden beëindigd indien van de vereniging of van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Opzegging geschiedt in alle gevallen schriftelijk. 7. Ontzetting uit het lidmaatschap kan door het bestuur worden uitgesproken slechts: a. wanneer een lid handelt in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de vereniging; b. wanneer een lid de vereniging op onredelijke wijze benadeelt. 8. Van een besluit tot ontzetting of opzegging wordt het betrokken lid ten spoedigste, met opgave van redenen, in kennis gesteld. Binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit kan de betrokkenen schriftelijk in beroep komen bij de algemene vergadering. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst. 9. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft desalniettemin de jaarlijkse contributie voor het geheel verschuldigd. Bestuur. Artikel Het bestuur bestaat uit tenminste drie personen, die door de algemene vergadering uit de leden van de vereniging gekozen worden. Jaarlijks treedt tenminste één van hen af volgens een door het bestuur op te maken rooster. De aftredende is terstond herkiesbaar. In tussentijdse vacatures wordt in de eerste algemene vergadering na het ontstaan ervan voorzien. Een tussentijds gekozene treedt in de volgorde van aftreding in de plaats van degene, die hij/zij vervangt. 2. Niet tot bestuurslid kunnen worden gekozen, personen die in dienstverband werkzaam zijn bij de samenwerkingsschool te Glimmen. 3. Eén bestuurslid wordt benoemd door de Raad van Toezicht van de stichting openbaar onderwijs Baasis. 4. Een bestuurslid kan door de algemene vergadering te allen tijde worden geschorst of ontslagen. Een zodanig besluit kan slechts genomen worden in een vergadering waarin tenminste de helft van het totaal aantal leden aanwezig is. 5. Het bestuur wijst uit zijn midden aan een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, die tezamen het dagelijks bestuur worden. 6. De directeur van de samenwerkingsschool te Glimmen is adviseur van het bestuur en aanwezig bij de (dagelijks) bestuursvergaderingen. 7. Het bestuur kan slechts rechtsgeldige besluiten nemen, indien ter vergadering tenminste twee/derde deel van het zittend aantal leden aanwezig is. 8. Het dagelijks bestuur kan in spoedeisende gevallen, waarin het niet mogelijk is een gewone bestuursvergadering te beleggen, beslissen. Een dergelijke besluit wordt in de eerstvolgende bestuursvergadering verantwoord. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 68 VCBG

69 Artikel De vereniging wordt in een buiten rechte vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende leden van het dagelijks bestuur. 2. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging. 3. Het bestuur beoordeelt jaarlijks in redelijkheid en billijkheid de uiterlijk op 1 oktober ingediende aanvraag van de samenwerkingsschool te Glimmen voor een geldelijke bijdrage voor het volgende kalenderjaar. De projectaanvraag dient uitgaven of investeringen te betreffen die de samenwerkingsschool in het betreffende kalenderjaar maakt voor de instandhouding of uitbouw van de christelijke en openbare identiteiten, of activiteiten of zaken die nauw daarmee samenhangen. In principe wordt jaarlijks een bijdrage toegekend uit de (private) middelen. 4. Het bestuur is bevoegd tot alle daden van beheer en beschikking ten aanzien van de bezittingen van de vereniging, met dien verstande evenwel dat het de goedkeuring van de algemene vergadering behoeft: a. voor het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemde of bezwaren van registergoederen; b. voor het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt. Jaarverslag rekening en verantwoording Artikel Het verenigingsjaar loop van één januari tot en met één en dertig december. 2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanige aantekeningen te houden, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunne worden gekend. 3. Het bestuur brengt op een algemene vergadering (jaarvergadering) binnen zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, behoudens verlening van deze termijn door de algemene vergadering, zijn jaarverslag uit en doet, onder overlegging van een balans en een staat van baten en lasten, rekening en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur; na verloop van de termijn kan ieder lid deze rekening en verantwoording in rechte van het bestuur vorderen. 4. De algemene vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een commissie (kascommissie) van tenminste twee personen, die geen deel mogen uitmaken van het bestuur; de commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van het bestuur en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit. 5. Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie van onderzoek zich door een deskundige doen bijstaan; het bestuur is verplicht aan de commissie alle door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en waarden te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden der vereniging te geven. 6. De last van de commissie kan te allen tijde door de algemene vergadering worden herroepen, doch slechts door de benoeming van een andere commissie. Algemene vergaderingen. Artikel Tenminste één maal per jaar wordt binnen zes maanden na afloop van het boekjaar een algemene vergadering gehouden (jaarvergadering). De algemene vergadering kan evenwel de genoemde termijn voor ieder jaar afzonderlijk verlengen. 2. Een algemene vergadering wordt voorts gehouden krachtens een besluit van de voorzitter of van het bestuur of op schriftelijk verzoek van tenminste tien leden dan wel zoveel leden als tezamen bevoegd zijn één/tiende gedeelte van de stemmen in een algemene vergadering uit te brengen. 3. Ieder lid heeft toegang tot de algemene vergadering en heeft de bevoegdheid aldaar het woord te voren en voorstellen te doen. 4. Ieder lid heeft één stem. Stemmen bij volmacht is niet mogelijk. Agenda van de algemene vergadering. Artikel 11. De agenda van de jaarvergadering bevat tenminste de volgende punten: a. verkiezing van bestuursleden; Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 69 VCBG

70 b. jaarverslag door het bestuur over het afgelopen boekjaar; c. rekening en verantwoording door het bestuur over het bestuur, zoal in het afgelopen boekjaar gevoerd; d. verslag van de bevindingen van de kascommissie; e. benoeming kascommissie; Oproeping ter algemene vergadering. Artikel Algemene vergaderingen worden door de zorg van de secretaris bijeengeroepen door middel van een schriftelijke kennisgeving, welke aan de leden wordt toegezonden aan hun aan de secretaris opgegeven adres tenminste zeven dagen tevoren, de dag van oproeping en van de vergadering niet meegerekend. 2. De kennisgevingen bevatten de vermelding van tijd en plaats van de te houden vergadering, alsmede de agenda. 3. Indien aan een verzoek, als bedoeld in artikel 10 lid 2 binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping overgaan op de wijze, als hiervoor bepaald. De secretaris is verplicht de ledenlijst en de adressen van de leden hiervoor beschikbaar te stellen. Besluitvorming in de algemene vergadering. Artikel Alle besluiten van de algemene vergadering worden genomen bij volstrekte meerderheid van stemmen, tenzij in de wet of deze statuten anders is bepaald. Ongeldige en blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. 2. Over personen wordt schriftelijk gestemd, over zaken mondeling, tenzij de voorzitter of de algemene vergadering anders besluit. 3. Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen. 4. Wordt bij een verkiezing van personen bij eerste stemming geen volstrekte meerderheid behaald, dan volgt een tweede vrije stemming. Verkrijgt ook dan niemand de volstrekte meerderheid, dan vindt herstemming plaats tussen hen, die bij de tweede stemming gelijkelijk het hoogste aantal stemmen op zich verenigden, of, indien het hoogste stemmental niet gelijkelijk verkregen werd door twee of meer personen, tussen hen, die bij de tweede stemming de twee hoogste aantallen stemmen verwierven. Wordt bij de derde stemming geen volstrekte meerderheid behaald, dan wordt degene, die bij deze stemming het hoogste aantal stemmen verkreeg, geacht te zijn gekozen. Wordt bij de derde stemming het hoogste aantal stemmen verkregen door twee of meer personen, dan wordt van hen de oudste in jaren geacht te zijn gekozen. Huishoudelijk regelement. Artikel De algemene vergadering stelt een huishoudelijk reglement vast, dat geen bepalingen mag bevatten die in strijd zijn met de wet of deze statuten. 2. Het huishoudelijk reglement kan nadere verplichtingen van de leden bevatten. 3. Wijziging van een huishoudelijk reglement is mogelijk bij besluit van een algemene vergadering, genomen op voorstel van het bestuur of van tenminste tien leden, onder voorwaarde dat tenminste de helft van het aantal leden aanwezig is. Is het vereiste aantal leden niet aanwezig, dan wordt binnen vier weken doch niet binnen zeven dagen een tweede algemene vergadering gehouden, welke ongeacht het aantal aanwezigen, het voorstel tot reglementswijziging kan aannemen met volstrekte meerderheid van stemmen. Statutenwijziging. Artikel Wijziging van deze statuten is mogelijk bij besluit van een algemene vergadering, waartoe werd opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering moet tenminste zeven dagen bedragen. 2. Zij, die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste vijf dagen voor de dag van de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 70 VCBG

71 geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. 3. Tot wijziging van de statuten kan slechts worden besloten op voorstel van het bestuur of van tenminste één/tiende deel van het aantal leden met een meerderheid van tenminste twee/derde deel van de uitgebrachte geldige stemmen en onder voorwaarde, dat tenminste twee/derde deel van het aantal leden aanwezig is. 4. Is het vereiste aantal leden niet aanwezig, dan wordt binnen vier weken, doch niet binnen zeven dagen een tweede algemene vergadering gehouden, welke ongeacht het aantal aanwezigen, het voorstel tot statutenwijziging kan aannemen met een meerderheid van tenminste twee/derde deel van de uitgebrachte geldige stemmen. 5. Het bepaalde in de eerste twee leden is niet van toepassing indien ter algemene vergadering alle leden aanwezig zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt aangenomen. 6. De statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat er een notariële akte van is opgemaakt. Het bestuur is verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten nader te leggen ten kantore van het Openbaar Verenigingenregister, gehouden door de Kamer van Koophandel en Fabrieken, binnen welker gebied de vereniging haar zetel heeft. Ontbinding. Artikel De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering, het bepaalde in de leden 1, 2, 3, 4 en 5 van het voorgaande artikel is van overeenkomstige toepassing. 2. Een besluit tot ontbinding wordt geacht tevens een besluit tot vereffening te zijn. Indien bij zodanig besluit te dien aanzien geen andere regelingen zijn gesteld, geschiedt de vereffening door het bestuur. 3. Een eventueel batig saldo zal worden aangewend voor door de algemene vergadering te bepalen zodanige doeleinden als het meest met het doel van de vereniging zullen overeenstemmen. Slotbepaling. Artikel 17. In alle gevallen waarin de wet, de statuten of het huishoudelijk reglement niet voorzien, beslist het bestuur. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 71 VCBG

72 Bijlage C Samenwerkingsovereenkomst stichting Baasis en VCBG Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 72 VCBG

73 Concept Samenwerkingsovereenkomst Bestuur Stichting Baasis en Bestuur Vereniging Christelijk Basisonderwijs te Glimmen Conceptversie 11 april 2013 Het bestuur van Stichting Baasis en het Bestuur van de Vereniging Christelijk Basisonderwijs te Glimmen (VCBG) komen met deze samenwerkingsovereenkomst overeen per 1 augustus 2013 de openbare basisschool De Meent en de christelijke basisschool De Marke te fuseren tot een (informele) samenwerkingsbasisschool te Glimmen. Doel van deze samenwerkingsschool is het behoud van een kwalitatief goede primaire onderwijsvoorziening in Glimmen, welke zowel aan de christelijke als de openbare identiteit vorm geeft. Uitgangspunten voor de samenwerkingsschool zijn: 1. Vanuit het openbaar onderwijs is er principiële gelijkwaardigheid van en respect voor de godsdienstige of levensbeschouwelijke achtergrond van ouders, leerlingen en personeelsleden. 2. Voor het christelijk onderwijs is de bijbel de belangrijkste inspiratiebron voor het omgaan met elkaar, de medemens en de omringende wereld. Daarbij wordt alle ruimte gegeven aan iedereen met respect voor ieders inbreng. 3. De samenwerkingsschool biedt beide uitgangspunten aan en is algemeen toegankelijk. 4. De Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs te Glimmen behoudt zijn naam en is omgevormd tot een oudervereniging ter bewaking van de christelijke identiteit. 5. De directeur-bestuurder van Stichting Baasis respecteert en onderschrijft de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs en heeft affiniteit met het christelijk onderwijs. 6. De directeur-bestuurder draagt zorg voor het opnemen in het schoolplan en de schoolgids op welke wijze vorm en inhoud wordt gegeven aan het openbare karakter en aan de openbare en christelijke identiteit van de samenwerkings-school te Glimmen. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 73 VCBG

74 7. Stichting Baasis draagt zorg voor een blijvend evenwichtige teamsamenstelling waarbij er voldoende teamleden op de samenwerkingsschool werkzaam zijn die vanuit persoonlijke levensbeschouwing de christelijke identiteitslessen en schoolonderdelen overtuigend kunnen verzorgen. 8. Stichting Baasis draagt er zorg voor dat de fusiemiddelen welke (de eerste 5 jaar) verkregen worden, volledig ten goede komen aan de samenwerkingsschool te Glimmen en ten behoeve van alleen deze school worden besteed. Daarnaast draagt Stichting Baasis er zorg voor dat de samenwerkingsschool op een gelijke wijze en in gelijke wijze en mate als andere scholen vallend onder Stichting Baasis de van het rijk verkregen reguliere bekostigingsmiddelen voor personeel en materiele instandhouding verkrijgt en ten bate van de samenwerkingsschool besteed gaan worden en dat de tijdelijke fusiemiddelen niet leiden tot een tijdelijk lagere toekenning van de reguliere middelen 9. De directeur-bestuurder draagt zorg voor de instelling van de identiteitscommissie bij de samenwerkingsschool te Glimmen ter uitwerking en behartiging van de godsdienstige en levensbeschouwelijke aspecten en de invulling van de identiteit van het christelijk en openbaar onderwijs. 10. De Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs te Glimmen draagt die leden voor van de identiteitscommissie, die daar zitting in hebben als voorstanders van christelijk onderwijs. Deze leden handelen conform het Reglement Identiteitscommissie samenwerkingsschool <nieuwe naam> te Glimmen. 11. De Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs te Glimmen wordt in de gelegenheid gesteld een bindende voordracht te doen voor één zetel in de raad van toezicht van Stichting Baasis. 12. Het bestuur behoeft, naast de goedkeuring van de raad van toezicht van Stichting Baasis, een advies van de Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs te Glimmen of zijn rechtsopvolger voor een besluit tot overdracht, opheffing of fusie van de samenwerkingsschool te Glimmen. 13. De raad van toezicht legt jaarlijks verantwoording af over de uitvoering van de taken en bevoegdheden in een jaarverslag van de Stichting en draagt er zorg voor dat dit verslag ten minste aan de Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs te Glimmen ter beschikking wordt gesteld. 14. Ten minste eenmaal per jaar zal door de directeur-bestuurder van Stichting Baasis en de Vereniging voor Christelijk Basisonderwijs te Glimmen aan de hand van een van te voren vastgesteld evaluatiemodel geëvalueerd worden of de wijze van samenwerken leidt tot verwezenlijking van de afgesproken doelstellingen. Vereniging Christelijk Basisonderwijs Glimmen Stichting Baasis E. Wielens W. Blink Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 74 VCBG

75 Bijlage D Reglement Raad van Toezicht Baasis Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 75 VCBG

76 Reglement Raad van Toezicht Stichting Openbaar onderwijs Baasis Zoals besproken en overeengekomen in de vergadering van de Raad van Toezicht van Stichting Openbaar onderwijs Baasis Begrippen In dit reglement wordt onder raad verstaan de raad van toezicht. In dit reglement wordt onder bestuur verstaan het college van bestuur. In dit reglement wordt onder stichting verstaan de Stichting Openbaar onderwijs Baasis. In dit reglement wordt onder gemeenteraad verstaan de gemeenteraden van Tynaarlo en Haren. Artikel 1 Gedragsregels voor de raad van toezicht a. De raad richt zich ten aanzien van de vervulling van zijn taak op het belang van de stichting en de door de stichting in stand gehouden onderwijsinstellingen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 van de statuten. b. Leden van de raad dienen in te stemmen met het doel van de stichting en respecteren en onderschrijven de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs en hebben respect voor het christelijk onderwijs. c. Leden van de raad oordelen onafhankelijk en laten zich bij de uitoefening van bevoegdheden en taken niet leiden door individuele belangen van personen en groeperingen binnen of buiten de stichting. d. De raad en de individuele leden ervan gaan prudent om met contacten binnen en buiten de stichting voor zover deze betrekking hebben op dan wel verband houden met bestuurlijke aangelegenheden van de stichting en/of haar onderwijsinstellingen en/of haar werknemers. e. Leden van de raad zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hun uit hoofde van hun functie ter kennis is gekomen, voor zover die verplichting uit de aard van de zaak volgt of hun uitdrukkelijk is opgelegd. Deze verplichting eindigt niet bij de beëindiging van het lidmaatschap van de raad. f. Leden van de raad zijn verplicht deel te nemen aan de in de jaarplanning opgenomen activiteiten van de raad. Bij herhaalde afwezigheid wordt het betreffende lid hierop aangesproken door de voorzitter. g. Leden van de raad treden tussentijds af wanneer dit als gevolg van onvoldoende functioneren, structurele onenigheid van inzichten, onverenigbaarheid van belangen of anderszins geboden is. Het betrokken lid legt zich neer bij het oordeel van de raad, die daartoe met twee derde meerderheid beslist, of, indien er sprake is van staken van stemmen, bij de doorslaggevende stem van de voorzitter. h. Benoeming en ontslag worden schriftelijk vastgelegd. Artikel 2 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de raad van toezicht De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de raad zijn: a. De toezichthoudende verantwoordelijkheid zoals verwoord in artikel 12 lid 1 en lid 2 van de statuten. b. De verantwoordelijkheid als werkgever van het bestuur zoals nader verwoord in artikel 8 van dit reglement: de klankbord dan wel adviserende bevoegdheid. Deze geldt zowel voor de individuele leden als voor de raad als geheel; de verantwoordelijkheid inzake het vaststellen van het reglement van de raad en het goedkeuren van het reglement van het college van bestuur; de goedkeuringsbevoegdheden van de raad zoals vermeld in artikel 6 lid 7 van de statuten; Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 76 VCBG

77 de verantwoordingsplicht van de raad zoals bedoeld in artikel 9 van dit reglement. Artikel 3 Functies van het toezicht 1. De functies van het toezicht zijn: a. het bewaken van de doelstelling van de stichting; b. et bewaken van de integriteit van de besluitvorming rond de materiële en immateriële eigendommen van de stichting; c. het controleren of het bestuur handelt naar, in en vanuit het belang van de stichting; d. het opeisen van het afleggen van verantwoording door het bestuur; e. het toezien op een doelgerichte aanwending van de middelen; f. het uitoefenen van de goedkeuringsbevoegdheid. 2. In aanvulling op het interne toezicht door de raad, kan de gemeenteraad zich vanuit zijn wettelijke taak en verantwoordelijkheden voor het openbaar onderwijs wenden tot het bestuur van de stichting. De gemeenteraad is bevoegd in geval van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of het functioneren van het bestuur in strijd met de Wet op het primair onderwijs, zelf te voorzien in het bestuur van een school of scholen en zo nodig de stichting te ontbinden. Conform het bepaalde in artikel 18 van de statuten kan de gemeenteraad slechts overgaan tot het uitoefenen van de hiervoor bedoelde bevoegdheid, indien aan de parameters wordt voldaan zoals deze door de raad en de gemeenteraad zijn vastgesteld. Deze parameters worden opgenomen in het document dat na vaststelling als Annex 1 aan dit reglement zal worden gehecht en alsdan een onlosmakelijk onderdeel deel zal uitmaken van dit reglement. Artikel 4 Samenstelling van de raad van toezicht a. De raad bestaat uit minimaal vijf en maximaal zeven leden, onder wie een voorzitter en een vicevoorzitter. b. De leden van de raad worden benoemd door de gemeenteraad conform artikel 10 lid 2, 3, 4, 5, 6 en 7 van de statuten. c. De genoemde voordrachten in artikel 10 van de statuten worden voorbereid door een benoemingsadviescommissie. In de benoemingsadviescommissie hebben in elk geval twee leden van de raad en twee leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, waaronder begrepen ten minste een lid van de oudergeleding van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, zitting. De werkwijze van deze benoemingsadviescommissie wordt in een door de raad van toezicht, na verkregen advies van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad, openbare werving-en-selectieprocedure vastgelegd. d. De voordracht wordt opgemaakt met inachtneming van een door de benoemingsadviescommissie vastgestelde profielschets, na verkregen advies van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (conform artikel 10 lid 6 van de statuten). Een op voordracht van de (oudergeleding van de) gemeenschappelijke medezeggenschapsraad benoemd lid van de raad vervult zijn taak vrij van last en ruggespraak. e. Benoeming vindt plaats voor een periode van ten hoogste vier jaar. f. Herbenoeming is mogelijk voor maximaal een nieuwe periode van ten hoogste vier jaar. De gemeenteraad gaat niet over tot herbenoeming dan nadat met het betrokken lid een evaluatiegesprek door de voorzitter en/of een lid van de raad is gevoerd. In dat gesprek stelt de voorzitter met name de bijdrage die het lid in de afgelopen periode aan de werkzaamheden van de raad heeft geleverd aan de orde, evenals de te verwachten bijdrage in de komende periode. De raad stelt met inachtneming van het bepaalde in artikel 10 lid 10 van de statuten een rooster van aftreden op. g. De leden van de raad kunnen voor hun werkzaamheden worden gehonoreerd. Onkosten worden aan hen vergoed. Dit geschiedt ingevolge een besluit van de raad genomen na overleg met het bestuur. De hoogte van het honorarium zal maatschappelijk passend zijn en wordt openbaar Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 77 VCBG

78 gemaakt. Hierbij wordt het normbedrag gehanteerd uit de honorering van raden van toezicht van een onderwijsinstelling van de Vereniging voor Toezichthouders in Onderwijsinstellingen (VTOI). Artikel 5 Onverenigbaarheden raad van toezicht 1. Lid van de raad van toezicht kunnen niet zijn personen (en hun bloed-en aanverwanten tot de tweede graad en/of partners): a. die in dienst zijn van de stichting, of die regelmatig in of ten behoeve van de aan de stichting verbonden instellingen betaalde diensten verrichten; b. die zitting hebben in een medezeggenschapsraad en/of klachtencommissie verbonden aan een van de instellingen van de stichting; c. die als bestuurder verbonden zijn aan of in dienst zijn van een organisatie welke pleegt betrokken te zijn bij de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de medewerkers; d. die lid zijn van de gemeenteraad of het college van burgemeester enwethouders van de gemeente Haren of de gemeente Tyrnaarlo; e. die een zodanige andere functie bekleden dat het lidmaatschap van de raad kan leiden tot onverenigbaarheid dan wel strijdigheid van deze functie met het belang van de stichting dan wel tot ongewenste vermenging van belangen. 2. Leden van de raad, evenals hun bloed-en aanverwanten tot de tweede graad en/of parners, mogen geen enkel rechtstreeks of zijdelings persoonlijk voordeel genieten uit leveringen aan of overeenkomsten met de stichting. Zij melden hun nevenfuncties aan de raad. Artikel 6 Vergaderingen van de raad van toezicht De vergaderingen van de raad vinden plaats op de wijze zoals beschreven in artikel 14 van de statuten. Artikel 7 Informatievoorziening raad van toezicht De raad wint, gevraagd en ongevraagd, informatie in door de informatieverstrekking door het bestuur, conform artikel 7 lid 3 en artikel 13 van de statuten en artikel 5 van het reglement college van bestuur. Artikel 8 Werkgeverschap van de raad van toezicht a. De raad geeft vorm en inhoud aan zijn werkgeverschap ten aanzien van het bestuur. b. Overeenkomstig artikel 5 lid 9 van de statuten stelt de raad de rechtspositie, de arbeidsvoorwaarden en de honorering van het bestuur vast en legt deze contractueel met het bestuur vast. c. De raad voert jaarlijks een functioneringsgesprek met het bestuur. d. De raad stelt na overleg met het bestuur de beoordelingsprocedure vast. e. De raad spreekt met het bestuur voorafgaand aan een beoordelingsperiode een beoordelingskader af. Na afloop van de beoordelingsperiode wordt aan de hand van dit beoordelingskader door de raad tot een oordeel gekomen. f. De raad benoemt de voorzitter en het lid van het bestuur in functie. g. Ter zake van schorsing, handhaving of opheffing van de schorsing of het ontslag van een lid van het bestuur besluit de raad met een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste twee derde van het aantal in functie zijnde leden van de raad aanwezig of vertegenwoordigd is. Het betrokken lid van het bestuur wordt in de gelegenheid gesteld zich in een vergadering van de raad te verantwoorden. Daarbij kan deze zich laten bijstaan door een raadsman. Artikel 9 Regeling van de besturing De raad is verantwoordelijk voor: a. het goedkeuren van de door het bestuur gedane voorstellen conform artikel 6 lid 7 van de statuten; Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 78 VCBG

79 b. het opstellen, bespreken met het bestuur en vaststellen van het reglement voor de raad van toezicht; c. het goedkeuren van het door het bestuur opgestelde en vastgestelde reglement van het college van bestuur; d. het wijzigen van dit reglement met inachtneming van het gestelde in artikel 12 lid 4 van de statuten; e. de overige in de statuten van de stichting aan de raad opgedragen aangelegenheden. Artikel 10 Commissie De raad kan uit zijn midden één of meerdere commissies instellen. Artikel 11 Accountant a. Overeenkomstig artikel 16 lid 6 van de statuten verleent en formuleert de raad de opdracht aan de externe accountant. b. De raad bespreekt elk jaar in aanwezigheid van het bestuur met de accountant de jaarrekening en de managementletter betreffende het voorafgaande jaar. c. Onverlet het gestelde in lid b heeft de raad jaarlijks indien gewenst in afwezigheid van het bestuur een gesprek met de externe accountant. Artikel 12 Evaluatie en verantwoording a. De raad evalueert elk jaar het beleid en de uitvoering van het beleid van het bestuur vanuit de in het jaarplan vermelde voornemens en de in de halfjaarrapportages vermelde resultaten en prestaties. b. Elk jaar evalueert de raad onderling zijn functioneren als collegiaal orgaan, het functioneren van de leden en het functioneren van de voorzitter respectievelijk de vice-voorzitter en zijn omgang met het bestuur. De raad informeert het bestuur over de uitkomsten van deze evaluatie. c. De raad verantwoordt zich in een verslag voor zijn werkzaamheden. Dit verslag wordt als onderdeel van het publieke jaarverslag verspreid. Artikel 13 Slotbepalingen a. De stichting verzekert de leden van de raad voor de gevallen waarin zij persoonlijk aansprakelijk worden gesteld door derden en/of de stichting. b. Openbaar zijn de reglementen van raad en bestuur, het rooster van aftreden, de profielschets van de leden en de voorzitter, de samenstelling van de raad met leeftijd, beroep, voor de stichting relevante nevenfuncties, de datum eerste benoeming en de termijn waarvoor de leden benoemd zijn, alsmede hun honorering. Aldus vastgesteld na bespreking in de vergadering van de raad van toezicht van DATUM INVULLEN en na ingewonnen advies van het bestuur. Door de raad in zijn oprichtingsvergadering van DATUM INVULLEN d.d. voorzitter vicevoorzitter Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 79 VCBG

80 Bijlage E Profielschets leden van de Raad van Toezicht Baasis Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 80 VCBG

81 Profielschets leden van de Raad van toezicht Leden van de raad van toezicht worden bewust aangezocht vanwege persoonlijke competenties en netwerken die voor de organisatie van belang kunnen zijn. Bij de werving van nieuwe leden van de raad van toezicht is het van belang dat rekening wordt gehouden met een evenwichtige samenstelling van de raad. Een opsomming van competenties kunnen wij hiervoor gebruiken en uitwerken in de bestuurdersprofielen. Er dient ook sprake te zijn van een zekere spreiding over het werkingsgebied van de stichting. Het beoogde functioneren van de raad van toezicht is uiteindelijk vastgelegd in de stichtingsstatuten en in de interactie zoals deze is bepaald in het managementstatuut. De potentiële leden van de raad van toezicht zullen in onderstaande profielschets moeten passen: Algemene kenmerken hbo/academisch werk-en denkniveau; voorstander van het openbaar onderwijs; respect voor het christelijk onderwijs; algemene bestuurlijke kwaliteiten en ervaring; relevant relatienetwerk is een pré. Expertise die binnen de raad van toezicht aanwezig moet zijn onderwijsinhoudelijk (bij voorkeur primair onderwijs); financieel-economisch; organisatiedeskundigheid; commerciële dienstverlening/ entrepreneurschap ; Human Resource-management; kennis van functioneren openbaar bestuur; juridisch. Onverenigbaarheden Lid van de raad van toezicht kunnen niet zijn personen (en hun bloed-en aanverwanten tot de tweede graad en/of partners): 1. die in dienst zijn van de stichting, of die regelmatig in of ten behoeve van de aan de stichting verbonden instellingen betaalde diensten verrichten; 2. die zitting hebben in een medezeggenschapsraad en/of klachtencommissie verbonden aan een van de instellingen van de stichting; 3. die als bestuurder verbonden zijn aan of in dienst van een organisatie welke pleegt betrokken te zijn bij de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de medewerkers; 4. die lid zijn van de gemeenteraad of het college van burgemeester en wethouders van een gemeente; 5. die een zodanige andere functie bekleden dat het lidmaatschap van de raad van toezicht kan leiden tot onverenigbaarheid dan wel strijdigheid van deze functie met het belang van de stichting dan wel tot ongewenste vermenging van belangen. Leden van de raad, evenals hun bloed-en aanverwanten tot de tweede graad, mogen geen enkel rechtstreeks of zijdelings persoonlijk voordeel genieten uit leveringen aan of overeenkomsten met de stichting. Zij melden hun nevenfuncties aan de raad van toezicht. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 81 VCBG

82 Bijlage F Conceptreglement College van Bestuur Baasis Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 82 VCBG

83 Reglement college van bestuur stichting openbaar onderwijs Baasis Reglement college van bestuur Stichting Openbaar onderwijs Baasis zoals besproken en overeengekomen tijdens de bestuursvergadering van... Begrippen In dit reglement wordt onder raad verstaan de raad van toezicht. In dit reglement wordt onder bestuur verstaan het college van bestuur. In dit reglement wordt onder stichting verstaan de Stichting Openbaar onderwijs Baasis. In dit reglement wordt onder gemeenteraad verstaan de gemeenteraden van Tynaarlo en Haren. In dit reglement wordt onder directeuren verstaan de schooldirecteuren van de basisscholen van de Stichting Openbaar onderwijs Baasis. Artikel 1 Gedragsregels voor het bestuur a. Het bestuur stemt in met het doel van de stichting en respecteert en onderschrijft de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs en heeft respect voor de doelstelling van het christelijk onderwijs. b. Het bestuur richt zich ten aanzien van de vervulling van zijn taak op het belang van de stichting en de door de stichting in stand gehouden scholen, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3 van de statuten. c. Het bestuur oefent zijn taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden uit met inachtneming van het in de wet en de statuten en de reglementen bepaalde. d. Het bestuur draagt, gelet op artikel 8 en 13 van de statuten en conform artikel 7 van het reglement van de raad, zorg voor een adequate informatievoorziening ten behoeve van de raad. e. Het bestuur zal met betrekking tot hetgeen hem uit hoofde van zijn functie vertrouwelijk te zijner kennis is gekomen de nodige zorgvuldigheid en geheimhouding in acht nemen. Deze verplichting geldt ook na beëindiging van het dienstverband. Artikel 2 Verantwoordelijkheden en bevoegdheden van bestuur a. Het bestuur is het bevoegd gezag van de onder de stichting ressorterende scholen in de zin van de Wet op het primair onderwijs. b. Het bestuur is verantwoordelijk voor het besturen van de stichting en de door de stichting in stand gehouden scholen, conform de wet en de statuten. De in artikel 6 lid 7 van de Statuten genoemde besluiten moeten ter goedkeuring aan de raad worden voorgelegd. c. Het bestuur is verantwoordelijk voor het vastleggen van taken en bevoegdheden die het bestuur opdraagt aan de directeuren en voor het vastleggen van instructies ten aanzien van deze taken en verantwoordelijkheden in het managementstatuut, overeenkomstig artikel 31 van de Wet op het primair onderwijs. d. Het bestuur bestuurt de scholen onder meer met behulp van jaarlijkse managementovereenkomsten met de directeuren, waarin de door de scholen te bereiken (tussentijdse) doelen en te behalen resultaten zijn opgenomen. e. Het bestuur beoordeelt jaarlijks mede aan de hand van door de directeuren opgestelde evaluaties de uitvoering van de in het vorige lid genoemde overeenkomsten. f. Het bestuur draagt er zorg voor dat er jaarlijks zo spoedig mogelijk na afloop van een kalenderjaar een integraal jaarverslag wordt uitgebracht. Het door de raad goedgekeurde integrale jaarverslag wordt ter kennisgeving naar de gemeenteraad verzonden. Artikel 3 Functies van het bestuur De functies van het bestuur zijn: Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 83 VCBG

84 a. het met in achtneming van het gestelde in de statuten en de geldende wettelijke bepalingen besturen van de stichting, zoals het vaststellen van het stichtingsbeleid; b. het vervullen van het werkgeverschap voor alle aan de stichting verbonden personeelsleden, met uitzondering van de leden van het bestuur; c. het controleren of alle verantwoordelijken handelen naar, in en vanuit het belang van de stichting; d. het vragen van verantwoording van de directeuren en staffunctionarissen; e. het waarborgen van een doelgerichte en doelmatige aanwending van de middelen; f. het voeren van het secretariaat van de stichting; g. alles te doen wat in zijn vermogen ligt om de directeuren voldoende doordacht of zorgvuldig te laten handelen. Artikel 4 Samenstelling en werkwijze van het bestuur 1. Het bestuur bestaat uit een door de raad te bepalen aantal leden. Indien het bestuur uit één persoon bestaat, draagt deze persoon de titel "directeur/bestuurder". Besluiten van het bestuur worden schriftelijk vastgesteld. 2. De benoemingsprocedure voor het bestuur wordt vastgesteld door de raad, na advies van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (zie stichtingsstatuten artikel 5 lid 3). 3. Indien het bestuur uit één lid bestaat, draagt het lid er zo veel mogelijk zorg voor dat bij zijn afwezigheid de zaken van de stichting door kunnen gaan. Bij langdurige ontstentenis van het bestuur handelt de raad conform artikel 5 lid 8 van de statuten. 4. Indien en voor zover het bestuur bestaat uit twee geldt het navolgende: a. beleidsbesluiten op strategisch niveau van het bestuur worden schriftelijk vastgelegd en naar de raad en de directeuren verzonden. b. de vergaderingen van het bestuur zijn openbaar tenzij en voor zover het bestuur besluit dat het belang van de stichting, de door de stichting in standgehouden scholen of de privacy van betrokkenen zich daartegen verzet; c. besluitvorming van het bestuur geschiedt bij voorkeur in vergadering. Bij de besluitvorming wordt gestreefd naar consensus. Indien de stemmen staken is de stem van de voorzitter van het bestuur doorslaggevend. Het besluit wordt pas genomen nadat een week bedenktijd in acht is genomen; d. indien het bestuur uit twee leden bestaat, treedt bij afwezigheid van een lid het andere lid op als plaatsvervanger. Bij langdurige ontstentenis van het bestuur handelt de raad conform artikel 5 lid 8 van de statuten; e. de portefeuilles binnen het bestuur zijn verdeeld als aangegeven op een bij dit reglement te voegen bijlage; Artikel 5 Informatie inwinnen en verstrekken door bestuur 1. Het bestuur wint informatie in: door de informatieverstrekking door de directeuren; door het jaarlijkse en op wederzijdse informatievoorziening afgestemde contact met de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad; door middel van bilaterale overleggen en bezoeken aan de scholen van de stichting. 2. Het bestuur verstrekt aan de raad tijdig (schriftelijk) informatie over alle feiten en ontwikkelingen met betrekking tot de stichting, welke informatie de raad nodig heeft om adequaat te kunnen functioneren en zijn taken naar behoren te kunnen uitoefenen, een en ander conform artikel 13 van de statuten en artikel 7 van het reglement raad van toezicht. 3. Het bestuur verstrekt de raad periodiek een schriftelijke rapportage met betrekking tot de voor de stichting belangrijke verantwoordingsvelden. De halfjaarrapportage aan de raad gaat vergezeld van een toelichting van het bestuur. 4. Het bestuur verstrekt jaarlijks, op de met de raad afgesproken tijdstippen, de onderstaande informatie: Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 84 VCBG

85 het meerjarenbeleidsplan (voor zover noodzakelijk en nuttig geactualiseerd); de meerjarenbegroting (voor zover noodzakelijk en nuttig geactualiseerd); de begroting; de jaarrekening en het jaarverslag, waarin opgenomen het bestuursverslag. Artikel 6 Werkgeverschap a. Het bestuur is verantwoordelijk voor benoeming en ontslag van de personeelsleden, alsmede voor het treffen van disciplinaire maatregelen. b. Het bestuur is verantwoordelijk voor het integrale personeelsbeleid van de gehele organisatie. Artikel 7 Regeling van de besturing Het bestuur is verantwoordelijk voor: a. het vaststellen van documenten die door of namens de overheid verstrekt dienen te worden (schoolgids, beleidsplan, diverse verantwoordingen); b. het opstellen, bespreken met de directeuren en vaststellen van het managementstatuut zoals bedoeld in artikel 2c van dit reglement; c. het desgewenst opstellen, bespreken en vaststellen van een statuut voor het stafbureau. Artikel 8 Openbaarheid en belangenverstrengeling 1. Het lid/de leden van het bestuur betracht(en) openheid over zijn/hun eventuele nevenfuncties. Het lid/de leden van het bestuur zal/zullen geen nevenfuncties aanvaarden dan na voorafgaande toestemming van de raad. 2. Elk lid van het bestuur zorgt ervoor dat er geen strijdigheid ontstaat tussen zijn persoonlijke belangen en de belangen van de stichting. Ook elke schijn van belangenverstrengeling tussen de stichting en het lid van het bestuur wordt vermeden. 3. In geval naar het oordeel van de raad sprake is van een tegenstrijdig belang tussen een lid of meerdere leden van het bestuur en de stichting, neemt het betreffende lid van het bestuur niet deel aan de discussie en besluitvorming over het onderwerp waarbij hij een tegenstrijdig belang heeft. 4. Het lid van het bestuur is bij zijn functioneren onafhankelijk van de instructies van derden buiten de stichting. 5. Het lid van het bestuur behaalt persoonlijk geen voordelen of zakelijke kansen uit transacties of andere handelingen die hij namens de stichting verricht. Evenmin verstrekt hij of biedt hij oneigenlijke voordelen aan personen met wie hij transacties namens zijn stichting verricht. Voorts zal het lid van het bestuur geen (substantiële) schenkingen aanvaarden. Artikel 9 Slotbepalingen a. Het bestuur verzekert zijn aansprakelijkheid vanuit zijn verantwoordelijkheden en bevoegdheden. b. Dit reglement is, evenals de samenstelling van het bestuur en nevenfuncties van de leden van het bestuur, openbaar. Ter zake van onderwerpen die in dit reglement en/of de statuten niet zijn voorzien of bij interpretatieverschillen beslist de raad conform de statuten na overleg met het bestuur. Aldus vastgesteld na bespreking in de bestuursvergadering van DATUM en na goedkeuring van de raad conform artikel 12 lid 4 van de statuten bij besluit in de vergadering van... d.d. voorzitter Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 85 VCBG

86 Bijlage G Fusie-effectrapportage (separaat) Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 86 VCBG

87 Bijlage H Reglement Identiteitscommissie Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 87 VCBG

88 Oplegnotitie Identiteitscommissie samenwerkingsschool Glimmen Werkgroep Bestuur en Organisatie, d.d. 8 april 2013 Inleiding In Glimmen bestaan twee basisscholen, de openbare basisschool De Meent en de christelijke basisschool de Marke. Het plan is dat per ingang van het schooljaar beide kleine scholen (qua leerlingaantal) gaan fuseren tot een samenwerkingsschool. Deze school dient een dorpsschool te worden die open staat voor kinderen van christelijke en van openbare huize. Beide identiteiten onder één dak en in één lokaal vraagt van iedereen de nodige flexibiliteit, tolerantie en vooral respect voor de andere identiteit. Een (de) Identiteitscommissie moet hier voor zorg dragen op de nieuwe school. De commissie dient zowel de openbare als christelijke identiteit te borgen in de samenwerkingsschool. In de rapportages van de werkgroepen Levensbeschouwing en Identiteit, alsmede de werkgroep Onderwijs en Zorg staan uitgangspunten en kaders aangegeven die (mede) de basis vormen voor de identiteitscommissie. Hieronder staan deze samenvattend beschreven. Daarna wordt kort het doel, de samenstelling en werkwijze van de identiteitscommissie tekstueel beschreven. In de 1 e bijlage staat de situering van de identiteitscommissie binnen de nieuwe school. In de 2 e bijlage staat het conceptreglement voor de Identiteitscommissie. Werkgroep Levensbeschouwing en Identiteit De onderzoeksopdracht van deze werkgroep was en is het onderzoeken van de gevolgen van de fusie van beide basisscholen tot één samenwerkingsschool op het terrein van levensbeschouwing en identiteit. De kaders hierbij zijn: - Geen openbare school met alleen GVO en geen school met een christelijke uitstraling waar niet iedereen zich thuis voelt; - Accent op samenwerking in plaats van gescheiden stromingen; - Zichtbaar respect voor elkaar en elkaars identiteit is ingebed in het programma; - Uitgangspunt is een gezamenlijk waardenkader; - Gebruik het positieve pedagogische klimaat van beide scholen. De visie / missie die daarbij hoort is als volgt. Eén basisschool in Glimmen. Een dorpsschool waar alle kinderen uit de omgeving zich thuis kunnen voelen. Dat is de gedachte waaruit de samenwerkingsschool is ontstaan. Onze school biedt zowel openbaar als open christelijk onderwijs, omdat deze het resultaat is van het samengaan van beide scholen. Deze twee verschillende vormen van onderwijs onder één dak zien wij als een verrijking, die voor iedereen kansen biedt om te leren en een voorbereiding is op de diversiteit in de wereld buiten de school. Leerkrachten, kinderen, ouders en directie zijn samen verantwoordelijk voor een positieve sfeer op school. Iedere dag beginnen alle groepen in de kring, waar kinderen leren naar elkaar te luisteren en bij elkaar betrokken te zijn. Doordat ieder kind de ruimte krijgt om zichzelf te zijn, kunnen zelfvertrouwen en vertrouwen in anderen groeien. Met ambitieus onderwijs op maat stimuleren wij kinderen zich cognitief, sociaal en creatief te ontwikkelen. Leerlingen hebben een actieve rol in hun eigen leerproces, zodat ze zelfstandig kunnen werken en zelf zoeken naar oplossingen. Wij moedigen kinderen aan open en nieuwsgierig te zijn, en hebben daarbij in het bijzonder aandacht voor maatschappelijke onderwerpen als natuur en milieu. Omdat we één school zijn streven we ernaar zoveel mogelijk samen te doen, ook als het gaat om vieringen en andere bijzondere activiteiten. Er wordt actief gezocht naar manieren om iedereen aan te spreken. Om daarnaast de twee verschillende identiteiten binnen de school, de openbare en de open christelijke, tot hun recht te laten komen bieden we twee verschillende typen vormingsonderwijs aan: een aantal keren per week gaan de leerlingen of naar algemeen vormend, of naar christelijk vormend onderwijs. Daarbij houden we vast aan het principe dat zoveel mogelijk samen gebeurt. Er wordt vanuit de verschillende identiteiten gewerkt aan dezelfde thema s en na afloop worden de ervaringen gezamenlijk in de klas besproken. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 88 VCBG

89 Werkgroep Onderwijs en Zorg Voor de invulling van de identiteit wordt qua onderwijs in eerste instantie gekozen voor een methode die thematisch werkt en die bruikbaar is voor beide identiteiten. Er worden twee stromen aangehouden: (1) AVO (Algemeen Vormend Onderwijs) en CVO (Christelijk Vormend Onderwijs). Die beide stromingen bevatten wel hetzelfde thema waar je eerst in aparte groepen en uiteindelijk in gezamenlijkheid van de hele groep weer op terugkomt. Kind neemt deel aan AVO of CVO. Trefwoord is de leidraad voor invulling van AVO/CVO. De themakeuze wordt gedaan door de leerkrachten. Bij het overige onderwijs zitten de kinderen bij elkaar en door elkaar en krijgen ze samen les. Identiteitscommissie Aan de samenwerkingsschool is een Identiteitscommissie verbonden, bestaande uit vertegenwoordigers van voorstanders van openbaar- en van christelijke onderwijs. Deze commissie levert een belangrijke adviserende bijdrage aan alle levensbeschouwelijke aspecten van de samenwerkingsschool. De identiteitscommissie (Idcie) hoort bij de samenwerkingsschool en is belangrijk voor de school om de kwaliteit van het onderwijs te borgen. Alle zaken met betrekking tot de identiteit worden met de identiteitscommissie overlegd. De identiteitscommissie adviseert team en directie hierin. De vormgeving van de identiteit is de verantwoordelijkheid van het team (inclusief directeur), maar het team wordt hierin ondersteund en gevolgd door de Identiteitscommissie. In de commissie zitten in eerste instantie twee openbare (vanuit directie voorgedragen), twee christelijke ouders (vanuit VCBG voorgedragen) en twee leerkrachten (vanuit elke identiteit één leerkracht). Op een termijn van twee jaar kan deze commissie waarschijnlijk teruggebracht worden tot 4 leden (2 ouderleden en 2 leerkrachten). De commissie komt een aantal keer per jaar bij elkaar. De directeur is hierbij als adviseur aanwezig of kan hierbij aanwezig zijn. Het tijdsbeslag voor de uitvoering van de taken voor de leden van de Identiteitscommissie wordt geschat op circa 40 uur per jaar. Een eerste jaar van een samenwerkingsschool kan dit hoger uitvallen, omdat de commissie o.a. samengesteld moet worden, aan elkaar moet wennen en de benodigde kennis moet opdoen om het gevraagde advieswerk te kunnen verrichten. Inhoudelijke/concrete taken zijn onder meer: - Advies aan directie over identiteitsaspecten in het voorgenomen jaarplan. - Advies over identiteitsaspecten in het jaarverslag - Advies over missie, visie- en strategievorming - Advies over onderwijskundig/pedagogisch beleid - Advies over personeelsbeleid van de organisatie - (Daarin) voorstel voor de wijze van de kerst- en paasviering, omdat de levens-beschouwelijke aspecten hier een grote rol spelen. Kerst en Pasen wordt door beide scholen gevierd en kennen veel raakvlakken. - Ongevraagd advies leveren aan directie (of bestuur of overlegorganen) omtrent overige identiteitsaspecten van de school. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 89 VCBG

90 Bijlage a Situering Identiteitscommissie in nieuwe school De inpassing van de identiteitscommissie binnen de te vormen samenwerkingsschool en de relaties met de omgeving is schetsmatig aangegeven in onderstaand figuur. Hierbij behoort de navolgende legenda. 1 = borging identiteit via schoolplan naar MR voor instemming; 2 = VCBG; 3 = Identiteitscommissie met advies/toetsende rol; 4 = Coördinatieplatform. Gemeenten Haren en Tynaarlo Raad van Toezicht 4 Bestuur stichting Baasis GMR Directeur 1 MR VCBG 2 3 Identiteitscommissie Samenwerkingsschool Glimmen Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 90 VCBG

91 Bijlage b Conceptreglement Identiteitscommissie Overweging Overwegende, dat het omgaan met levensbeschouwing op de samenwerkingsschool vraagt om een breed draagvlak besluit het bestuur tot de instelling van een identiteitscommissie. Deze commissie bestaat uit een gelijke vertegenwoordiging van de beide richtingen (openbaar en christelijk). Samen met de medezeggenschapsraad, die een formele taak heeft in deze, draagt zij zorg voor een breed draagvlak met betrekking tot de ontwikkeling, evaluatie en besluitvorming op het gebied van de levensbeschouwelijke aspecten van het onderwijs. De identiteitscommissie verricht haar werkzaamheden op grond van onderstaand reglement. REGLEMENT IDENTITEITSCOMMISSIE SAMENWERKINGSSCHOOL <NIEUWE NAAM> TE GLIMMEN Artikel 1 Dit reglement verstaat onder: Paragraaf 1 ALGEMEEN a. Identiteit Het inspirerende en bindende element tussen overtuiging en handelen b. de identiteitscommissie de identiteitscommissie van de samenwerkingsschool voor basisonderwijs <nieuwe naam> te Glimmen c. de school de samenwerkingsschool voor basisonderwijs, zoals die in Glimmen gestalte krijgt d. schoolbestuur het bestuur van de samenwerkingsschool, het bevoegd gezag van de school Artikel 2 Paragraaf 2 SAMENSTELLING EN WERKWIJZE 1. De identiteitscommissie bestaat in principe uit maximaal 6 stemhebbende leden. 2. de aanwijzing van de in lid 1 genoemde leden geschiedt als volgt: a. 3 leden (2 ouders en 1 leerkracht) van de commissie worden voorgedragen door en uit voorstanders van openbaar onderwijs en benoemd door de directie. b. 3 leden (2 ouders en 1 leerkracht) van de commissie worden voorgedragen door en uit voorstanders van christelijk onderwijs en voorgedragen vanuit de Vereniging voor Christelijk Onderwijs te Glimmen. 3. De onder a, b genoemde leden, zijn ouder van een leerling van de school. 4. Leerkrachten in de identiteitscommissie zijn werkzaam op de school. 5. De commissieleden voeren hun taak uit binnen de kaders van de uitgangspunten en doelstellingen van de samenwerkingsschool voor basisonderwijs te Glimmen. Artikel 3 Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 91 VCBG

92 1. De benoeming van de in artikel 2 genoemde leden geschiedt voor een periode van vier jaren, met dien verstande dat de commissie blijft functioneren totdat in de aanwijzing, genoemd in het tweede lid is voorzien. 2. Hij, die ter vervulling van een buiten de gewone tijd van aftreden opengevallen plaats als lid van de identiteitscommissie is benoemd, treedt af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, zou hebben moeten aftreden. 3. De commissieleden zijn herbenoembaar tenzij zij op het moment van herbenoeming reeds acht jaar in de commissie zitting hebben gehad. 4. In de vacature, ontstaan anders dan als gevolg van periodiek aftreden wordt binnen twee maanden voorzien. 5. De leden kunnen tussentijds aftreden. Artikel 4 1. Als vaste adviseur wordt aan de commissie toegevoegd de directie van de school. 2. Indien de commissie daartoe de wens te kennen geeft, kunnen in overleg met het bestuur, één of meer adviseurs ad hoc aan de commissie worden toegevoegd. 3. De in het eerste en tweede lid van dit artikel genoemde adviseurs maken geen deel uit van de commissie. Zij hebben een raadgevende stem, doch geen stemrecht. Artikel 5 1. De commissie benoemt uit haar midden een voorzitter en secretaris. 2. De commissie streeft ernaar dat de leden genoemd in lid 1 afkomstig zijn uit de twee richtingen binnen de samenwerkingsschool; d.w.z. dat elke richting hierin met tenminste één lid is vertegenwoordigd. Artikel 6 1. De voorzitter bepaalt in overleg met de secretaris dag en aanvangsuur van de te houden vergaderingen, met dien verstande dat tenminste vier maal per jaar wordt vergaderd. 2. Indien 4 leden van de commissie hem daartoe schriftelijk de wens te kennen hebben gegeven, is de voorzitter verplicht een vergadering van de commissie bijeen te roepen, die uiterlijk tien dagen na ontvangst van het breicht wordt gehouden. 3. De voorzitter roept de leden schriftelijk op voor de vergadering onder toezending van een agenda met een beknopte toelichting op de te bespreken punten. 4. De oproepingsbriefjes worden, spoedeisende gevallen uitegzonderd, tenminste een week voor het houden van de vergadering aan de leden van de commissie toegezonden. Artikel 7 Paragraaf 3 TAKEN EN BEVOEGDHEDEN 1. De commissie mag uitsluitend beraadslagen of besluiten, indien meer dan de helft van de zitting hebbende leden tegenwoordig is, waarvan minimaal 2 leden zoals genoemd in artikel 2.2a en minimaal 2 leden zoals genoemd in artikel 2.2b. 2. Wanneer het in het eerste lid van dit artikel bedoelde aantal leden niet is opgekomen, belegt de voorzitter een nieuwe vergadering, die tenminste één week van tevoren wordt aangekondigd met vermelding van de te behandelen punten. In die vergadering wordt met de alsdan tegenwoordig zijnde leden beraadslaagd en besloten, doch uitsluitend omtrent de op de agenda vermelde onderwerpen. Artikel 8 1. De besluiten worden genomen met gewone meerderheid van stemmen. Over zaken wordt mondeling gestemd. Bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen omtrent personen wordt schriftelijk gestemd. 2. Bij staken van stemmen over zaken en bij het doen van keuzen, voordrachten of aanbevelingen omtrent personen vindt behandeling in de volgende vergadering plaats. In geval de stemmen Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 92 VCBG

93 wederom staken, wordt het voorstel geacht te zijn verworpen als het gaat om zaken en bij schriftelijke stemminen wordt het voorstel teruggenomen. 3. Bij het uitbrengen van adviezen aan het bestuur worden ook eventuele minderheidsstandpunten vermeld en toegelicht. Artikel 9 1. De besluiten en alle andere stukken, die van de commissie uitgaan, worden door de voorzitter en de secretaris ondertekend. Artikel De identiteitscommissie is in de eerste plaats belast met het mede bewaken van de identiteit van de school als samenwerkingsschool. In dit kader overlegt zij jaarlijks met het schoolteam (of haar vertegenwoordiging) omtrent de voortgang, evaluatie en planning van de activiteiten en de ideeën van het schoolteam op dit terrein. 2. De identiteitscommissie ziet er voorts mede op toe, dat er een goede informatievoorziening naar en communicatie met de ouders vanwege het personeel van de school over identiteitszaken onderhouden wordt. Zij krijgt minimaal 2 ker per jaar de gelegenheid om met de ouders over deze zaken te spreken en bespreekt hier alle onderwerpen die de commissie in relatie tot de school en het onderwijs betreffen. De resultaten van de commissieactiviteiten in de schoolsamenleving en het onderwijs komen hierbij aan de orde. 3. De commissie onderhoudt, in overleg met de directeur, contacten met de medezeggenschapsraad van de school, over identiteitszaken; dit gezien de gezamenlijke, maar tevens verschillende bevoegdheid van de raad, met haar wettelijke basis en de commissie, met als basis dit reglement. Artikel De identiteitscommissie is bevoegd te allen tijde advies uit te brengen c.q. voorstellen te doen aan de directie of bestuur, welke de commissie in het belang van de school als samenwerkingsschool wenselijk of nastrevenswaardig acht. 2. De commissie wordt, binnen door het schoolbestuur vastgestelde algemene kaders met betrekking tot personeelsbeleid, betrokken bij de benoeming, schorsing en ontslag van personeel aan de school. 3. Binnen door het schoolbestuur vastgestelde algemene beleidskaders, bewaakt de commissie mede de uitvoering van het personeelsbeleid op schoolniveau, waar het de identiteitsaspecten betreft die inherent zijn aan het specifieke karakter van de samenwerkingsschool. Artikel De commissie heeft een adviserende taak met betrekking tot het op de school te voeren identiteitsbeleid. 2. De commissie heeft een adviserende rol te vervullen met betrekking tot aanschaf en vervanging van het onderwijsleerpakket van de school daar waar het levensbeschouwelijke zaken betreft. 3. Daar waar de identiteitscommissie, gevraagd dan wel ongevraagd, haar advies uitbrengt, zal de directie te allen tijde onderbouwd aangeven waarom wel, dan wel niet het advies wordt opgevolgd. Artikel De commissie stelt een huishoudelijk reglement vast, welk reglement niet in strijd mag zijn met de bepalingen van dit reglement. 2. Het huishoudelijk reglement wordt opgemaakt binnen drie maanden nadat dit reglement in werking is getreden. Artikel De commissie kan in overleg en na overeenstemming met de directie bij de uitoefening van haar taak gebruik maken van de administratieve, organisatorische en financiële faciliteiten van de school. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 93 VCBG

94 Paragraaf 4 TOEZICHT EN VERANTWOORDING Artikel De verslagen of besluitenlijsten van de commissie worden aan het bestuur, de directie en de medezeggenschapsraad toegezonden. Artikel Een lid van de commissie kan te allen tijde als zodanig door het bestuur worden geschorst als naar het oordeel van het bestuur de belangen van de school worden geschaad. Een besluit tot schorsing wordt pas genomen, nadat de gehele commissie daaromtrent gehoord is. Artikel 17 Paragraaf 5 SLOTBEPALINGEN 1. Het bestuur draagt zorg voor een goed functionerende commissie en kan in geval van blijvend in gebreke blijven, de commissie ontbinden en in overleg met de MR, de ouders en de Vereniging voor Christelijk Onderwijs te Glimmen een nieuwe identiteitscommissie instellen. 2. Wijzigingen in dit reglement behoeven de instemming van het bestuur. Bestuurlijke wijzigingsvoorstellen dienen door het bestuur voor advies te worden voorgelegd aan de commissie en de medezeggenschapsraad. 3. In gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het bestuur, de commissie gehoord. Artikel Dit reglement kan worden aangehaald als Reglement Identiteitscommissie samenwerkingsschool <nieuwe naam> te Glimmen. 2. Zij treedt in werking op Aldus vastgesteld door het bestuur van Stichting Baasis d.d. Het bestuur vernoemd, Voorzitter, secretaris Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 94 VCBG

95 Bijlage I Profieltekst directeur Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 95 VCBG

96 Alleen in helder water zie je diepte Rutger Kopland Rotman Onderwijs Management Bijlage I Profieltekst directeur Stichting Baasis zoekt met ingang van 1 augustus 2013 voor de nieuwe samenwerkingsschool Glimmen een integraal verantwoordelijke directeur m/v 0,6 fte-0,7 fte Samenwerkingsschool GLIMMEN De samenwerkingsschool Glimmen bestaande uit OBS de Meent en CBS de Marke - is een toekomstgerichte basisschool, waar talentontwikkeling en leervaardigheden een belangrijke plaats innemen. De school heeft een onderwijsconcept, waarin gewerkt wordt met basis- en themablokken. De basisblokken worden door de groepsleerkracht verzorgd in de eigen kerngroep, de themablokken worden groepsoverstijgend aangeboden in de onderbouw en de bovenbouw. De leerlingen kunnen tijdens de themablokken een aantal keuzes maken (bv. op basis van identiteit, interesse, talenten). De directeur schept een klimaat waarin medewerkers zich gemotiveerd, gestimuleerd en gewaardeerd voelen, waarin leerlingen zichzelf kunnen en durven zijn en waarin ouders zich gehoord en betrokken voelen. De directeur beschikt over verbindende kwaliteiten en is samenwerkingsgericht. Wij bieden: Een school waarin een nieuw onderwijsconcept in de praktijk gestalte moet krijgen; Een nieuw enthousiast team en actieve ouders; Een fijne werkomgeving; Een verbouwd ruim schoolgebouw; Salariëring conform cao PO. Wij vragen: Iemand die boven partijen kan staan en vanuit een actieve en enthousiaste proactieve houding invulling kan geven aan beide identiteiten; Iemand die inhoud kan geven aan verschillende levensbeschouwelijke visies, zowel onderwijsinhoudelijk als met betrekking de teamontwikkeling; Iemand die de ontwikkeling van de zorgstructuur binnen de school krachtig ondersteunt; Iemand die vorm kan geven aan een kindcentrum in een dorpsgemeenschap; Goede verbindende communicatieve vaardigheden; Vaardigheden m.b.t. het teamproces; Ervaring met beleidsvorming; Financiële deskundigheid; Aantoonbare leidinggevende kwaliteiten; Een afgeronde schoolleidersopleiding. Inlichtingen: Voor nadere informatie over deze functie kunt u contact opnemen met Wietse Blink ( ). Sollicitaties: Je kunt jouw sollicitatiebrief met CV uiterlijk 4 april 2013 sturen aan de HRM adviseur, Geeke Wolters, van stichting Baasis, Postbus 75, 9470 AB Zuidlaren of naar mailadres: g.wolters@stichtingbaasis.nl. Definitieve fusierapportage samenwerkingsschool Glimmen pagina 96 VCBG