Spelen met baby s. Onderzoek naar spelstimulering op de babygroep in de kinderopvang. Fatima Khodabaks. SIS nummer:
|
|
- Cecilia Jonker
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Spelen met baby s Onderzoek naar spelstimulering op de babygroep in de kinderopvang Naam: Fatima Khodabaks SIS nummer: Opleiding: Instelling: Pedagogiek ABV Stichting Kinderopvang Nederland (SKON) Scriptiebegeleider: Judith ten Hagen Beoordelaar: Trudie Groen Datum: 17 juni 2013 Domein Onderwijs en Opvoeding (DOO) Hogeschool van Amsterdam (HvA) 1
2 Inhoudsopgave Voorwoord... 4 Samenvatting Inleiding Aanleiding van het onderzoek De onderzoeksvraag en de deelvragen De pedagogische relevantie voor het werkveld Methode van literatuur- en veldonderzoek Indeling onderzoeksverslag Literatuurstudie Wat voor invloed hebben spelactiviteiten op de ontwikkeling van baby s? Welke spelactiviteiten zijn stimulerend voor baby s? Wat is er nodig om de kwaliteit van spelactiviteiten op de babygroep te stimuleren? Waar liggen de knelpunten met betrekking tot het doen van spelactiviteiten? Conclusie literatuuronderzoek Methode Operationalisatie begrippen Populatie Meetinstrumenten Procedure: verzameling van gegevens Analyseplan Resultaten Demografische gegevens Resultaten enquêtes, diepte-interviews en observaties In hoeverre hebben pedagogische medewerkers een pedagogisch gerelateerde opleiding gedaan? In hoeverre krijgen pedagogische medewerkers pedagogische ondersteuning? Hoe ervaren de pedagogische medewerkers de samenwerking met de collega s van de babygroep en de manager? Hoe vaak wordt er een spelactiviteit op de babygroep gedaan? Welke problemen ervaren de pedagogische medewerkers met betrekking tot het doen van spelactiviteiten? In hoeverre is de kwaliteit van de ruimte en het dagschema ingedeeld?
3 4.2.7 Hoe wordt er gespeeld met de baby s tijdens spelactiviteiten en tijdens vrij spel? Hoe wordt er gecommuniceerd en omgegaan met de baby s? Conclusie Deelvragen In hoeverre hebben pedagogische medewerkers een pedagogisch gerelateerde opleiding gedaan? In hoeverre krijgen pedagogische medewerkers pedagogische ondersteuning? Hoe ervaren de pedagogische medewerkers de samenwerking met de collega s van de babygroep en de manager? Hoe vaak wordt er een spelactiviteit op de babygroep gedaan? Welke problemen ervaren de pedagogische medewerkers met betrekking tot het doen van spelactiviteiten? In hoeverre is de kwaliteit van de ruimte ingedeeld en het dagschema ingedeeld? Hoe wordt er gespeeld met de baby s tijdens spelactiviteiten en tijdens vrij spel? Hoe wordt er gecommuniceerd en omgegaan met de baby s? Hoofdvraag Aanbevelingen Discussie Literatuur Bijlage 1: Voorbeeld interviewvragen pedagogische medewerkers Bijlage 2: Voorbeeld enquête Bijlage 3: Voorbeeld observatieformulier
4 Voorwoord Voor mij was dit onderzoek een grote uitdaging, omdat ik er normaal niet van houd om onderzoeken te verrichten. Het was toen ook heel erg moeilijk om aan mijn onderzoeksplan en dan vooral het literatuuronderzoek. Het leukste gedeelte vond ik het veldonderzoek. Ik vond het leuk om te observeren en de pedagogische medewerkers te interviewen en de resultaten hiervan uit te werken. Hoewel ik tijdens mijn studie eerder onderzoeken heb verricht, voelt dit onderzoek toch anders aan. Vergeleken met voorgaande onderzoeken doe ik dit onderzoek alleen en het is een onderwerp dat ik zelf leuk vind. Omdat ik het onderzoek alleen deed, was het voor mij ook extra spannend. Eenmaal begonnen met mijn onderzoek, vond ik het heel erg leuk om te doen. Ik werd er telkens aan herinnerd waar ik het uiteindelijk voor doe, namelijk voor de baby s. Niet alleen de opdrachtgever zou er baat bij hebben, maar ook de baby s. In dit onderzoek gaat het immers om de veiligheid van de baby s op het kinderdagverblijf en dat ik met mijn onderzoek hier een bijdrage aan kan leveren is voor mij een groot compliment. Er zijn momenten geweest dat ik het even niet meer zag zitten en er niet aan kon of wilde werken, maar ik ben er altijd weer boven op gekomen. Ik heb tijdens mijn onderzoek veel geleerd over de ontwikkeling van baby s, hoe je een veldonderzoek moet verrichten en dat weer uitwerken. Ik vond het prettig om dit onderzoek alleen te doen. Ik kon dan op mijn eigen tempo eraan werken, zonder druk van anderen te voelen. Sinds mijn derde jaar was mijn wens om een onderzoek te doen binnen de kinderopvang. Ik vind kleine kinderen heel erg interessant. Ik wilde dan ook een onderzoek specifiek in de kinderopvang doen, alleen wist ik nog welk onderwerp ik wilde onderzoeken. Tijdens mijn observaties voor het NCKO (Nederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek, onderzoek naar de pedagogische kwaliteit van Nederlandse Kinderdagverblijven) had ik het idee dat er op de babygroep weinig wordt gespeeld op de babygroep vergeleken met andere groepen. Ik wilde dus onderzoeken hoe het komt dat er weinig spelactiviteiten worden gedaan op de babygroep. Ik was dan ook blij dat mijn opdrachtgever geïnteresseerd was in mijn onderzoek en er open voor stond om mijn onderzoek op haar kinderdagverblijf te verrichten. Ik ben mijn haar hiervoor ontzettend dankbaar voor. Daarnaast wil ik Debby Collignon en Judith ten Hagen bedanken voor hun begeleiding en feedback voor mijn scriptie. Ik heb hier veel van geleerd. Verder wil ik alle managers en pedagogische medewerksters die hebben meegedaan aan mijn onderzoek bedanken voor hun bereidheid tot deelname aan mijn onderzoek. Zonder hen was het niet gelukt om mijn veldonderzoek te kunnen verrichten. 4
5 Samenvatting In opdracht van Stichting Kinderopvang Nederland (SKON) is er onderzoek gedaan naar welke factoren van invloed zijn op de mate waarin er spelactiviteiten worden gedaan op de babygroep. Dit is tevens de hoofdvraag van dit onderzoek. Vervolgens zijn er in het literatuuronderzoek de deelvragen onderzocht waaruit is gebleken dat baby s door middel van spel zich leren te ontwikkelen op cognitief, motorisch en sociaalemotioneel gebied. Om spel te kunnen stimuleren op de babygroepen zijn de ruimte-indeling, de juiste spelmaterialen en veiligheid op de groep belangrijk. Sensitieve responsiviteit van pedagogische medewerkers en een vaste routine zijn belangrijk voor het creëren van veiligheid bij kinderen. Mogelijke knelpunten zouden kunnen zijn dat er te grote groepen zouden zijn, teveel kinderen per leidsters, een instabiele groep, weinig bijscholing, niet de juiste opleiding en hoge werkdruk. De onderzoeksmethoden die in dit onderzoek zijn gebruikt zijn enquêtes, diepte-interviews en het NCKO-kwaliteitsinstrument, waarmee de pedagogische kwaliteit in de kinderopvang wordt gemeten. Alle gegevens in dit onderzoek zijn geanonimiseerd en worden niet voor andere doeleinden dan voor dit onderzoek gebruikt. Alle respondenten zijn in de leeftijd tussen 23 en 43 jaar. De belangrijkste uitkomsten uit het veldonderzoek zijn dat pedagogische medewerkers aangeven meer gericht zijn op zorgtaken, administratie en overleg met collega s dan met het spelen met baby s. Daarnaast hebben ze fysieke klachten door het werk op de babygroep. Uit de observaties is gebleken dat de ruimte-indeling goed is ingericht, maar er niet altijd gecommuniceerd wordt met baby s en niet altijd orde en controle op de groep is. De factoren die van invloed kunnen zijn op de mate waarin er spelactiviteiten op de babygroep worden gedaan zijn dat pedagogische medewerkers naast de zorgtaken andere taken hebben, ze hebben last van fysieke klachten door het werk, er is weinig interactie tussen leidster en kind en weinig orde en controle. Aanbevelingen voor de opdrachtgever zijn de fysieke werkdruk op de babygroep aan te pakken door middel van extra groepshulp of extra krachten voor zover dat financieel mogelijk is. Daarnaast zou het goed zijn als er meer interactie is tussen leidster en kind en er meer orde en controle op de babygroep is om een gevoel van veiligheid bij de baby s te stimuleren, waardoor er ook meer rust op de groep komt. Hoewel er vaste tijden voor het slapen, eten en verschonen is zouden er ook in het dagschema vaste momenten voor spelactiviteiten opgenomen kunnen worden. 5
6 1. Inleiding Dit onderzoek gaat over spelstimulering op de babygroep. Er is onderzoek gedaan naar welke factoren van invloed zijn op de mate van spelactiviteiten. De opdrachtgever is Stichting Kinderopvang Nederland (SKON). 1.1 Aanleiding van het onderzoek De indruk bestaat dat er op de babygroep op één van de kinderdagverblijven van SKON weinig spelactiviteiten met de kinderen worden gedaan. De opdrachtgever wil dat de pedagogische medewerkers meer de ontwikkeling van baby s 1 gaan stimuleren door met de kinderen te spelen. Vanuit wetenschappelijk perspectief gezien is dit probleem ook herkend. Uit landelijk onderzoek van De Kuif et al. (2009) en Moyles (2010) is namelijk gebleken dat de pedagogische kwaliteit op de babygroep vergeleken met de dreumes- en peutergroep beduidend lager is. Dat betekent dat er weinig interactie is tussen leidster en kind en er weinig aan ontwikkelingsstimulering wordt gedaan. Er wordt dus ook weinig gespeeld met de baby s, waardoor de ontwikkeling van de baby s weinig wordt gestimuleerd (Moyles, 2010). Vanuit het perspectief van het overheidsbeleid bekeken staat er in de Wet van de Kinderopvang is beschreven dat een opvang voor kinderen een bijdrage levert voor een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving (IJzendoorn, 2007). De opdrachtgever vindt het dus ook belangrijk dat een kind in een veilige en gezonde omgeving op het kinderdagverblijf zich goed kan ontwikkelen. Baby s kunnen door spelactiviteiten extra gestimuleerd worden in hun ontwikkeling, Vanuit het perspectief van de instelling bekeken streeft het pedagogische beleid van SKON ernaar dat kinderen leren spelen en samen zijn. Emotionele veiligheid, persoonlijke, sociale en morele ontwikkeling zijn de vier basisdoelen die de instelling nastreeft (SKON, 2011). Uit onderzoek is gebleken dat spel een positieve invloed kan hebben op persoonlijke, sociale en morele ontwikkeling (Nossent & Vanderhaegen, 2010). Het kinderdagverblijf streeft dit beleid ook na en vind het dus belangrijk dat er op de babygroep ook meer spelactiviteiten met de baby s worden gedaan. Omdat de indruk bestaat dat er op één van de kinderdagverblijven van SKON weinig spelactiviteiten met de baby s worden gedaan is het interessant om te onderzoeken welke factoren van invloed zijn op de mate waarin er spelactiviteiten op de babygroep worden gedaan. Door deze factoren in kaart te brengen krijgt SKON wellicht meer inzicht in wat er 1 In dit onderzoek gaat het over baby s in de leeftijd van nul tot twee jaar. 6
7 eventueel verbeterd kan worden. Het doel van dit onderzoek is dus achterhalen wat de oorzaak of oorzaken zijn van te weinig spelstimulering op de babygroep van het kinderdagverblijf. 1.2 De onderzoeksvraag en de deelvragen De onderzoeksvraag is: Welke factoren zijn van invloed op de mate waarin er spelactiviteiten op de babygroep worden gedaan op het kinderdagverblijf van SKON? Om tot beantwoording van deze onderzoeksvraag te komen zullen eerst in het literatuuronderzoek de volgende vragen beantwoord worden: 1. Wat voor invloed hebben spelactiviteiten op de ontwikkeling van baby s? 2. Welke spelactiviteiten zijn stimulerend voor baby s? 3. Wat is er nodig om de kwaliteit van spelactiviteiten op de babygroep te stimuleren? 4. Waar liggen de knelpunten met betrekking tot het doen van spelactiviteiten? Vervolgens worden de volgende vragen voor het veldonderzoek in de praktijk getoetst: 1. In hoeverre hebben pedagogische medewerkers een pedagogische gerelateerde opleiding gedaan? 2. In hoeverre krijgen pedagogische medewerkers pedagogische ondersteuning? 3. Hoe ervaren de pedagogische medewerkers de samenwerking met de collega s van de babygroep en de manager? 4. Hoe vaak wordt er een spelactiviteit op de babygroep gedaan? 5. Welke problemen ervaren de pedagogische medewerkers met betrekking tot het doen van spelactiviteiten? 6. In hoeverre is de kwaliteit van de ruimte en het dagschema ingedeeld? 7. Hoe wordt er gespeeld met de baby s tijdens spelactiviteiten en tijdens vrij spel? 8. Hoe wordt er gecommuniceerd en omgegaan met de baby s? 1.3 De pedagogische relevantie voor het werkveld Spelactiviteiten met de baby s doen op het kinderdagverblijf stimuleert de ontwikkeling van het kind. Wanneer de baby weinig wordt gestimuleerd, dan bestaat de kans dat het een ontwikkelingsachterstand kan oplopen. Spelen heeft positieve effecten op het leren, wat ook in de toekomst een positief effect kan hebben op de schoolloopbaan van de baby. Door te spelen wordt het leren gestimuleerd en zijn de baby s goed voorbereid op de maatschappij. Vooral baby s zijn in een kinderopvang kwetsbaarder dan oudere kinderen. Wanneer een kinderopvang niet van goede pedagogische kwaliteit is dan kan dat bijdragen bij het ontstaan van gedragsproblemen in het eerste levensjaar van het kind. Een kinderdagopvang met 7
8 goede pedagogische kwaliteit kan op een lange termijn positieve effecten hebben op sociaal, persoonlijkheid- en taalontwikkeling wat later kan leiden tot een succesvolle schoolloopbaan. Wanneer baby s op een opvang zitten met lage kwaliteit kan dat negatieve effecten hebben op de ontwikkeling van de baby. Ze laten meer negatief sociaal gedrag zien. Risicofactoren zoals een ongunstige thuissituatie of een moeilijk temperament spelen in eerste instantie ook hierbij een rol. Hierdoor worden de gedragsproblemen of het ontstaan van gedragsproblemen ook vergroot, wat een negatief effect kan hebben op de ontwikkeling. Deze risicofactoren en de lage pedagogische kwaliteit in de kinderopvang kunnen er toe leiden dat de baby een ontwikkelingsachterstand oploopt die invloed kan hebben op de schoolprestaties (Delfos, 2004; Haerden, 2012; NCKO, 2011; Riksen-Walraven, 2000). In dit onderzoek wordt aandacht besteed naar de pedagogische kwaliteit van de babygroep. SKON kan hier voordeel mee doen om wellicht de kwaliteit van de babygroep op het kinderdagverblijf te verbeteren 1.4 Methode van literatuur- en veldonderzoek Het literatuuronderzoek is uitgewerkt met behulp van vakliteratuur en wetenschappelijke bronnen. Er zijn zowel internetbronnen als boeken (Nederlands als anderstalig) gebruikt. Hiervoor is de zoekmachine Google Scholar gebruikt, waarbij er gezocht is naar de pedagogische kwaliteit van de babygroep en spelontwikkeling bij baby s. De deelvragen voor het veldonderzoek zijn door middel van observaties, enquêtes en diepteinterviews onderzocht en beantwoord. Als observatie is het NCKO-kwaliteitsinstrument gebruikt. De enquête is persoonlijk bij vrijwel alle vaste pedagogische medewerkers op de babygroep van SKON in Amsterdam afgenomen en de interviews zijn met twee vaste pedagogische medewerkers van een babygroep op een kinderdagverblijf van SKON afgenomen. 1.5 Indeling onderzoeksverslag Het onderzoeksverslag is als volgt ingedeeld: In hoofdstuk twee worden de literatuurvragen beantwoord. Vervolgens wordt er in hoofdstuk drie beschreven wat de populatie is, welke meetinstrumenten gebruikt worden en hoe de resultaten verwerkt en geanalyseerd worden. In hoofdstuk vier worden de resultaten van de enquêtes, observaties en diepte-interviews beschreven. In hoofdstuk vijf worden er conclusies over de resultaten weergegeven en aanbevelingen voor de opdrachtgever beschreven. Ten slotte zijn er in de bijlagen een voorbeeld van een enquête, interview en observatieformulier te vinden. 8
9 2. Literatuurstudie In dit hoofdstuk zijn de vier deelvragen voor het literatuuronderzoek beantwoord met behulp van literatuurstudie. In 2.1 is beschreven wat voor invloed spelactiviteiten op de ontwikkeling van baby s hebben. Vervolgens is er in 2.2 beschreven welke spelactiviteiten stimulerend kunnen zijn voor baby s. In 2.3 is beschreven wat er nodig is om de kwaliteit van spelactiviteiten op de babygroep te stimuleren. Verder is er in 2.4 beschreven waar de knelpunten liggen met betrekking tot het doen van spelactiviteiten. Allereerst wordt de definitie van spel beschreven. 2.1 Wat voor invloed hebben spelactiviteiten op de ontwikkeling van baby s? Voor spel is er geen specifieke definitie. Tot op heden hebben verschillende wetenschappers een eigen definitie over spel. Er worden van enkele wetenschappers de definities voor spel beschreven. Poland (2008) en Blokhuis & Van der Poel (2008) definiëren spel als een activiteit waarbij een kind zelf kan bepalen hoe hij het spel vorm wil geven en een eigen betekenis hieraan kan geven. Het kind is bij het spel betrokken en doet hieraan vrijwillig mee. Men kan een kind niet dwingen om te spelen, maar hem of haar aanmoedigen en op ideeën brengen. Daarnaast benadrukt Kohnstamm (2009) dat spelen voor een kind actief is. Een kind wil met spel geen doel bereiken. Het is voor hem of haar een bezigheid waarmee je plezier kunt beleven. Voorlezen, televisie kijken en dagdromen worden gezien als passieve activiteiten. Volgens Piaget (geciteerd in Blokhuis & Van der Poel, 2008) staat bij spel niet het doel maar het middel van het spel centraal. Een kind bepaalt zelf hoe zijn speelwereld eruit ziet, waarin hij of zij eigen regels en eigen betekenissen aan het spel verleent. Het kind laat het spel op zijn of haar manier verlopen. Daarnaast speelt volgens Piaget intrinsieke motivatie ook een grote rol bij spel. Intrinsieke motivatie is als kinderen tot een bepaald gedrag worden aangezet door het effect dat hun gedrag zelf oproept. Als het kind intrinsiek gemotiveerd is dan heeft hij of zij plezier in het bezig zijn zelf. Verder is er bij spel sprake van actie. Dit zou je kunnen waarnemen maar volgens een aantal speltheoretici kan actie ook plaatsvinden in het hoofd van het kind. Dagdromen en fantaseren wordt ook gezien als een vorm van spel. Volgens Vygotksy (geciteerd in Blokhuis & Van der Poel, 2008) is dit een geïnternaliseerde vorm van een doen-alsof spel. Blokhuis & Van der Poel (2008) stellen dat spel belangrijk is voor jonge kinderen (nul tot vier jaar). Spel heeft een positieve invloed op de (senso)motorische, de morele, sociaalemotionele en cognitieve ontwikkeling. Op sensomotorisch gebied leren kinderen door spel vaardigheden als zien, horen, voelen, ruiken, tasten en bewegen te ontwikkelen. Volgens 9
10 Piaget (geciteerd in Blokhuis & Van der Poel, 2008) leert het kind nieuwe vaardigheden te ontwikkelen. Op cognitief gebied leert de baby met omgang van spel wat er wel of niet kan en wordt zijn woordenschat uitgebreider. Volgens de socioculturele theorie van Vygtosky (geciteerd in Feldman, 2012) leren baby s de wereld begrijpen door te spelen en samen te werken met anderen. Baby s leren zelfs hun cognitieve vaardigheden verbeteren wanneer zij een taak bijna zelfstandig kan uitvoeren maar met behulp van een competenter persoon. Dit wordt ook wel de Zone van naaste ontwikkeling (Zone of Proximal Development, ZDP) genoemd. Op sociaal-emotioneel gebied leren baby s niet alleen plezier te beleven tijdens het spelen, maar ze leren ook hun emoties te verwerken en nieuwe handelingsmogelijkheden te ontdekken. De baby leert ook samen te spelen met leeftijdsgenoten en vriendschappen te sluiten, wat kan leiden tot meer zelfvertrouwen (De Bil en De Bil, 2010; Delfos, 2004; Riksen- Walraven, 2000). Daarnaast leert de baby zich op communicatief en moreel gebied te ontwikkelen en leren ze hun omgeving te verkennen. Baby s zijn nieuwsgierig naar zowel levende als niet-levende objecten, door hun nieuwsgierigheid willen ze gestimuleerd worden om verder te leren en te ontwikkelen. Ze hebben aandacht voor en plezier in hun zintuiglijke waarnemingen (Singer & Kleerekoper, 2009). Uit onderzoek van Riksen-Walraven, Tavecchio en Van IJzendoorn (2008) is gebleken dat baby s die naast vrij spel ook aan spelactiviteiten deelnemen zich op sociaal en cognitief gebied beter ontwikkelen dan baby s die alleen vrij spelen op de groep. De spelactiviteiten moeten echter voor jonge kinderen niet te gestructureerd zijn, omdat het de ontwikkeling van het kind negatief kan beïnvloeden. De spelactiviteit moet afgestemd zijn op het ontwikkelingsniveau en interesse van het kind. In de psychoanalytische theorieën van Erikson en Freud (geciteerd in Blokhuis & Van der Poel, 2008) wordt spel gezien als een egofunctie. Hierbij speelt verbeelding een belangrijke rol, waarbij de baby zijn eigen wereld kan creëren zoals hij of zij dat wil. Wensen en driften van het kind die niet in de reële wereld voldaan kunnen worden, kunnen in de eigen wereld van het kind tot uiting worden gebracht. Dit is ook de functie van het ego. Tijdens spel leren baby s dus om te gaan met hun emoties, wensen en driften en naarmate ze ouder worden leren ze zich in te leven in anderen. Volgens de fenomenologen, waaronder Vermeer en Langeveld (geciteerd in Blokhuis & Van der Poel, 2008; Bolhuis, Damhuis, Scholten & Van Amelsvoort, 2005), wordt spel gezien waarbij kinderen op hun eigen manier leren om te gaan met de wereld. Vermeer zag een duidelijke relatie tussen spel en zelfverwerkelijking. Een baby die een relatie aan gaat met de wereld leert zichzelf te ontdekken en te ontplooien tijdens het spel (Canning, 2011). 10
11 Kortom, spel is heel belangrijk voor de ontwikkeling van baby s. Ze leren zich te ontwikkelen op persoonlijk, sociaal-emotioneel en moreel gebied. In de volgende paragraaf wordt er beschreven welke spelactiviteiten stimulerend zijn voor baby s. 2.2 Welke spelactiviteiten zijn stimulerend voor baby s? Het is van belang dat een spelactiviteit past bij het ontwikkelingsniveau van het kind, anders raakt het kind gefrustreerd. In principe kunnen er verschillende spelactiviteiten met kinderen gedaan worden, zoals activiteiten op het gebied van natuur, muziek, beeldende expressie en voorlezen (Singer & Kleerekoper, 2009). Allereerst worden de natuuractiviteiten besproken. Baby s waarnemen aandachtig hun omgeving met hun zintuigen, buiten kunnen ze bijvoorbeeld de wind of de zon voelen of het water of bloemen ruiken. Eveneens ervaren ze het verschil tussen de binnen- en buitenruimte. Ze leren bijvoorbeeld dat het binnen dicht is en buiten geen dak is, buiten heeft een baby meer ruimte om zich vrijer te kunnen bewegen. Volgens Delfos (2004) is het belangrijk dat baby s regelmatig naar buiten gaan, omdat het stimulerend is voor de sociale en motorische ontwikkeling. Wanneer baby s te weinig naar buiten gaan dan worden ze geremd in hun ontwikkeling. Buiten hebben kinderen namelijk meer fysieke uitdrukkingsmogelijkheden en uitdagingen. In de natuur kunnen ze leren om de omgeving, zoals planten en bloemen te verzorgen en raken ze steeds meer vertrouwd aan de natuur. Volgens Bolhuis et al. (2005) vinden baby s het vooral leuk om met water te spelen. Soeting (2010) stelt dat water de tastzin van het kind stimuleert, waardoor de baby leert wat de grenzen van zijn eigen lichaam zijn. Spelen met water kan de motorische ontwikkeling van het kind stimuleren. Vooral bellen blazen met baby s kan de oog-handcoördinatie van het kind ontwikkelen, omdat de baby s met hun ogen de bellen proberen te volgen en proberen te grijpen. Zand, klei en dergelijke zou volgens Bolhuis et al. (2005) onverstandig zijn, omdat baby s geneigd zijn om het in de mond te stoppen. Soeting (2010) beschrijft echter dat spelen met zand de motorische ontwikkeling van het kind kan stimuleren. Het kind neemt namelijk met zijn zintuigen waar hoe zand aan kan voelen, hoe het eruit ziet en wat je ermee kan doen. Daarnaast zou praten over dieren en hun geluiden de taal- en cognitieve ontwikkeling van het kind stimuleren. Baby s leren hierdoor welk geluid bij welke dieren horen en dat de klanken bij de dieren anders zijn dan bij de mensen (Soeting, 2010). Wat betreft muziekactiviteiten vinden baby s geluid heel interessant. Hiermee maakt de baby kennis met verschillende klanken en leert zich te vertrouwen en te lokaliseren op de geluiden. Daarnaast is bewegen op muziek belangrijk voor de motorische ontwikkeling. 11
12 Tijdens het bewegen op muziek worden in het lichaam van de baby alle spier- en zintuigsysteem actief. Een baby leert dan evenwichtiger en steviger op eigen benen te staan en leert meer variërende bewegingen te maken (Soeting, 2010). Op het gebied van beeldende vorming zou tekenen stimulerend kunnen zijn voor de cognitieve ontwikkeling en voor de fijne motoriek van de baby. Verder leert de baby te ontdekken dat er verschillende kleuren zijn en verschillende materialen zoals verf en potlood gebruikt worden. Voorlezen kan de taalontwikkeling en de zintuiglijke waarneming en de taalontwikkeling van de baby stimuleren. De baby krijgt namelijk te maken met woorden, zinnen, kleuren en de letters. Daarnaast leert de baby te luisteren naar wat een ander zegt en leert een beeld te vormen bij het verhaal dat verteld wordt. Baby s leren hierdoor hun fantasie en inlevingsvormen te ontwikkelen (Soeting, 2010). Volgens Singer & Kleerekoper (2009) zijn aai-, voel- en knisperboekjes belangrijk voor de baby. Hiermee maakt de baby kennis met het gevoel dat er iets te leren valt met het boekje, waarmee ze plezier kunnen ervaren. Omdat ze op een jonge leeftijd in aanraking zijn gekomen met boeken, wordt het lezen leuk. Dit kan een positieve invloed hebben op de latere schoolloopbaan. Hoewel er verschillende spelactiviteiten met de baby s gedaan kunnen worden is het belangrijk dat het spel past bij het ontwikkelingsniveau van het kind, waardoor het kind zich beter kan ontwikkelen. In de volgende paragraaf wordt er besproken wat er nodig is om spelactiviteiten op de babygroep te stimuleren. 2.3 Wat is er nodig om de kwaliteit van spelactiviteiten op de babygroep te stimuleren? Om spel om de babygroep te stimuleren is het hierbij belangrijk dat er pedagogische kwaliteit op de babygroep is. De pedagogische kwaliteit bestaat uit proceskenmerken en structurele kenmerken. Proceskenmerken zijn de ruimte-indeling en de interactie tussen leidster en kind. Structurele kenmerken zijn de groepsgrootte, leidsterstabiliteit en de opleiding van de pedagogische medewerksters (Riksen-Walraven, Tavecchio, Van IJzendoorn, 2008). De structurele kenmerken en proceskenmerken bepalen de veiligheid van het kind. Veiligheid in de kinderopvang is van essentieel van belang voor de ontwikkeling van het kind. Een baby is afhankelijk van zijn omgeving en heeft dus een veilige basis nodig van de primaire verzorgers, meestal zijn dit de ouders. Het kind bouwt een vertrouwensband op met de primaire verzorgers, waarbij hij zich veilig en vertrouwt voelt. Een goede veilige band met 12
13 de verzorgers heeft een positieve invloed op relaties met anderen, waardoor het kind meer zelfvertrouwen en een gevoel van eigenwaarde heeft. Een veilige hechtingsrelatie heeft een positieve invloed op relaties met andere personen (De Bil en De Bil, 2010). Allereerst worden de proceskenmerken besproken. Volgens Riksen-Walraven, Tavecchio en Van IJzendoorn (2008) is de materiële omgeving voor een kind belangrijk. De inrichting van de ruimte en de juiste spelmaterialen die aansluiten op het ontwikkelingsniveau van het kind kan bij het kind een gevoel van veiligheid en geborgenheid creëren. Hierdoor kunnen kinderen zich ontwikkelen op persoonlijk en sociaal gebied. Bolhuis et al. (2005) en Riksen- Walraven (2000) beschrijven dat in de inrichting van de ruimte belangrijk is dat het kind gevarieerd en vrij kan spelen. Het is dus van belang dat er verschillende speelplekken en verschillende spelmaterialen aanwezig zijn op de groep. Voor jonge kinderen zou er meer gelegenheid en uitdaging moeten zijn voor motorisch spel. Daarnaast is het belangrijk dat het speelgoed en de activiteiten aansluiten bij het ontwikkelingsniveau van de baby. Naast de ruimte-indeling is het tweede proceskenmerk de interactie tussen leidster en kind belangrijk. Sensitieve responsiviteit van de leidster wordt als een belangrijk kenmerk gezien. Hierbij is het belangrijk dat een pedagogische medewerker adequaat reageert op de signalen van de baby. Door sensitief en responsief te reageren krijgt de baby het gevoel dat hij zich begrepen, geaccepteerd en veilig voelt. Dit kan een positief invloed hebben op zowel de veilige gehechtheidrelatie tussen de baby en de leidster en op de persoonlijke, sociale en morele ontwikkeling van de baby. Tevens geeft het een bescherming tegen overmatig stress van de baby. Baby s leren op latere leeftijd hierdoor flexibel om te gaan met het oplossen van problemen en hun vermogen om met stress om te gaan. Daarnaast leren ze zich in te leven in anderen en behulpzaam te zijn voor anderen. Sensitieve responsiviteit is dus van essentieel belang, want op een aanmoedigende manier betrokken zijn bij de baby, krijgt het kind een gevoel van veiligheid. De baby ontwikkelt zich op cognitief en sociaal-emotioneel gebied (Charlesworth, 2011; Riksen-Walraven, Tavecchio & Van IJzendoorn, 2008). De Bil en De Bil (2010) stellen dat baby s liever naar gezichten van mensen kijken en luisteren naar menselijke stemmen dan naar andere voorwerpen. Baby s hebben van nature de neiging om contact te zoeken met mensen, ze zijn dus op zoek naar sociale prikkels. Wanneer er sensitief en responsief door de verzorgers wordt gereageerd dan bouwt het kind een veilige warme relatie met de verzorger op. De baby voelt zich comfortabel en gerustgesteld wanneer er adequaat en snel gereageerd op de behoeften van de baby. Wanneer een baby behoefte aan aandacht heeft dan doet hij dat door te huilen. Voor verzorgers is het soms lastig in te schatten wat de baby precies wil. In dit geval is het belangrijk dat de verzorger leert wat de baby precies wil, want het kind is afhankelijk van de verzorger. 13
14 Het is echter ook belangrijk dat leidsters de autonomie van het kind respecteren (Nossent & Vanderhaegen, 2010). De baby moet de ruimte krijgen om iets zelf uit te proberen of zelf iets te doen. Hoewel Vygotksy (geciteerd in Feldman, 2012) beweert dat baby s nieuwe vaardigheden leren op doen wanneer er nieuwe informatie aan hem wordt aangeboden, is het echter ook van belang dat er een balans is tussen de begeleiding van pedagogische medewerkers en het leren zelf te ontdekken. Wanneer de pedagogische medewerkers tijdens het spel teveel structuur bieden of het spel onderbreken, dan stimuleer je de ontwikkeling van de baby niet. De baby raakt dan gefrustreerd en wordt geremd in zijn ontwikkeling. Verder is de aanwezigheid van bekende leeftijdsgenoten ook belangrijk is. Wanneer de baby s elkaar beter leren kennen dan spelen ze meer samen en leren ze socialer met elkaar om te gaan. Leidsters kunnen de baby s op deze momenten positief bekrachtigen door het kind aan te moedigen en te complimenteren. Baby s krijgen naarmate ze ouder worden hierdoor meer zelfvertrouwen en een gevoel van eigenwaarde (Meij & Pennings, 2009; Riksen-Walraven, 2000; Sandberg, 2002; Tassoni, 2011). Daarnaast is het voor baby s vanaf één jaar belangrijk dat er aan hen wordt duidelijk gemaakt wat er van hen wordt verwacht en ervoor gezorgd wordt dat ze zich daaraan houden. Hierbij is het dus van belang dat de pedagogische medewerker grenzen stelt en structuur aanbrengt bij het kind. De baby leert hierdoor zijn eigen geweten te ontwikkelen en de normen en waarden eigen te maken. Bovendien leren baby s wat er van hen verwacht wordt en ontwikkelen ze een gevoel van veiligheid (Meij & Pennings, 2009). Volgens Kohnstamm (2009) wordt bepaald gedrag sterk beïnvloed door iemand. Als men wil dat een kind bepaald gedrag herhaalt, dan is het belangrijk om het kind te belonen door bijvoorbeeld complimenten of knuffels te geven. Het kind wordt dan extrinsiek gemotiveerd om bepaald gedrag te herhalen tegen een beloning. Het is echter ook van belang dat als een kind iets verkeerd doet, erop aangesproken wordt en uitgelegd wordt waarom dat gedrag verkeerd is en wat de gevolgen hiervan zijn voor bijvoorbeeld andere kinderen. Dit kan ook een positief invloed hebben op de gewetensvorming van het kind. De baby leert wat wel goed is om te doen en wat niet goed, het leert zich dus moreel te ontwikkelen. Hierbij is dan sprake van extrinsieke demotivatie. Kohnstamm (2009) benadrukt echter dat een baby niet teveel beloont en gestraft moet worden omdat hij hierdoor afhankelijker wordt van anderen. Bij teveel straf leren baby s niet een eigen geweten te ontwikkelen en bij een teveel aan beloning heeft de baby steeds minder plezier om zich in te spannen. Met routine creëer je ook een gevoel van veiligheid bij de baby. Het kind weet dan wat hem te wachten staat, waardoor stress en onzekerheid bij de baby kan verminderen en meer een gevoel van veiligheid bij de baby kan creëren. De verzorger kan hierdoor de dag beter in delen (Kohnstamm, 2009). 14
15 Verder benadrukt Kohnstamm (2009) dat kleine groepen en een klein aantal kinderen per leidster een belangrijke factor is om de ontwikkeling van de baby te bevorderen. Door kleine groepen en een klein aantal kinderen kan de communicatie tussen leidster en kind gestimuleerd worden. Het is zelfs beter dat een leidster niet meer dan drie baby s heeft. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat een leidster met drie baby s of minder beter emotionele steun en structuur kan bieden aan baby s dan wanneer er voor vijf of meer baby s wordt gezorgd. De pedagogische medewerkster was dan meer sensitiever en responsiever en kon meer grenzen stellen. Baby s hebben speciale behoeften, andere behoeften dan oudere kinderen. Wanneer de baby zich te onveilig voelt of blootgesteld wordt aan langdurige stressvolle situaties, hebben ze weinig interesse in hun omgeving. Ze kunnen dan niet geconcentreerd spelen en op een ontspannen manier omgaan met leeftijdsgenoten, wat kan leiden tot een remming in de ontwikkeling. Daarom is het ook belangrijk dat de leidsters kennis blijven vergaren en zich blijven ontwikkelen om aan de behoefte van baby s te kunnen aansluiten (Nederlands Jeugdinstituut, 2010). Voor pedagoog Janusz Korczak (geciteerd in Berding, Smit & Van Rijn, 2010) was kritische zelfreflectie erg belangrijk bij de opvoeding van de kinderen. In dit geval vond hij het belangrijk dat men eerlijk is tegenover zichzelf, zijn collega s en de kinderen als iets niet goed gaat. Janusz Korczak stelt dat men als opvoeder nooit klaar is met leren. Oefenen en blijven ontwikkelen is van essentieel van belang bij de opvoeding van het kind. Over de opvoeding van kinderen heeft hij het over zowel primaire als secundaire opvoeders, dus de ouders en de medeopvoeders. Ook in de kinderopvang is het dus belangrijk dat pedagogische medewerkers elkaar en zichzelf blijven ontwikkelen om aan te sluiten bij de behoefte van het kind. Volgens Riksen-Walraven, Tavecchio en Van IJzendoorn (2008) is het belangrijk dat het opleidingsniveau van pedagogische medewerkers en gevolgde cursussen specifiek over de ontwikkeling, verzorging en opvoeding van baby s de kwaliteit van de interactie tussen leidster en kind en de ontwikkeling van de baby s bevorderen. Daarnaast is het ook van belang dat de pedagogische medewerkers regelmatig pedagogische ondersteuning krijgen van een hogeropgeleide leidinggevende met een pedagogische achtergrond of van een pedagoog die zich gespecialiseerd heeft in de kinderopvang. Hierdoor leren de pedagogische medewerkers competenter worden in het opvoeden van kinderen en vergemakkelijken ze de dagelijkse omgang met kinderen. Verder is goede samenwerking met collega s ook van essentieel belang. Door samen te werken weten collega s wat ze van elkaar verwachten en kunnen ze elkaar goed aanvullen. Vooral met het werken met baby s is het belangrijk dat er tussen de pedagogische 15
16 medewerkers dagelijks overleg is. Door kort te bespreken hoe de dag wordt ingedeeld en wat men met de baby s gaat doen kan structuur in het dagritme aangebracht worden. Eveneens is het belangrijk om goede afspraken te maken over het gebruik van de ruimte, het dagritme, activiteiten, regels en rituelen voor de baby s en aanpak van individuele baby s. Goede taakverdeling tussen de pedagogische medewerkers is tijdens dagelijkse routines ook belangrijk, bijvoorbeeld afspreken wie gaat lunchen met de baby s, wie verzorgt welk kind, wie voert een gesprek met de ouders. Daarnaast is het belangrijk dat locatiemanagers het team ondersteunen. Door de pedagogische medewerkers te ondersteunen en te inspireren kunnen ze ervoor zorgen dat pedagogische medewerkers hun werk goed doen. Verder kunnen pedagogische medewerkers elkaar goed ondersteunen en aanvullen. Bijvoorbeeld een pedagogische medewerker die heel creatief is, kan met de baby s creatieve activiteiten doen en de sportieve pedagogische medewerker kan sportieve activiteiten met de baby s doen. Iedere pedagogische medewerker heeft dus kwaliteiten die hij of zij goed kunnen benutten met de omgang met kinderen. Het is hierbij dus van belang dat deze ook ondersteund worden door de manager (Singer & Kleerekoper, 2009). De beschikbaarheid van groepshulp die niet direct te maken hebben met de opvoedende taken van de pedagogische medewerkers kunnen de werkdruk verlagen bij de leidsters. Hierdoor kunnen pedagogische medewerkers ook meer plezier hebben in hun werk (Riksen- Walraven, Tavecchio en Van IJzendoorn, 2008). Hieruit blijkt dus dat niet alleen de spelmaterialen en de ruimte belangrijk zijn, maar ook een gevoel van veiligheid een essentiële rol speelt bij baby s. Hierbij is het dus belangrijk dat er sensitieve responsiviteit is, kleine groepen, vaste dagritme, goede samenwerking tussen collega s en pedagogische ondersteuning bij leidsters is om spelactiviteiten bij de baby s te kunnen stimuleren. Ondanks dat dit belangrijke aspecten zijn, zijn uit diverse studies gebleken dat er op de babygroep weinig gespeeld wordt met de baby s (De Kuif et al., 2009). In de laatste paragraaf van dit hoofdstuk wordt besproken waar de knelpunten liggen met het doen van spelactiviteiten met de baby s. 2.4 Waar liggen de knelpunten met betrekking tot het doen van spelactiviteiten? Uit diverse onderzoeken is gebleken dat de pedagogische kwaliteit in de kinderopvang, met name op de babygroep beduidend laag is. Een eerste knelpunt zou kunnen zijn dat er weinig sensitiviteit en responsiviteit tegenover de baby s is. Pedagogische medewerkers interacteren weinig met baby s. Wanneer er weinig geïnteracteerd wordt met baby s, zou dat ook kunnen betekenen dat er weinig met de baby s 16
17 wordt gespeeld. Mogelijke oorzaak van weinig interactie met het kind zou kunnen zijn dat er tijdstekort is bij pedagogische medewerkers (Nederlands Jeugdinstituut, 2010; Riksen- Walraven, Tavecchio en Van IJzendoorn, 2008). Met name baby s hebben veel verzorgingsbehoeften zoals eten, fles geven, slapen en verschonen. Wanneer er bijvoorbeeld voor vier baby s tegelijk wordt gezorgd, dan is de aandacht voornamelijk gericht op eten, slapen, verschonen en troosten. De Bil en De Bil (2010) benadrukken echter dat voeding niet de bepalende factor is voor veilige hechting. Baby s hebben inderdaad voedsel nodig wanneer zij daar behoefte aan hebben, maar hebben een natuurlijke neiging om te hechten met een verzorger wanneer het warmte en troost krijgt. Omdat de aandacht voornamelijk gaat naar de basis verzorgingsbehoeften van het kind, wordt er minder aandacht gericht op extra ontwikkelingsstimulering met baby s. Er wordt minder aandacht besteed aan het spelen met baby s. Dat de aandacht meer zou kunnen gaan naar de verzorgingsbehoeften van het kind zou mogelijk veroorzaakt kunnen worden door een toename van werkdruk onder pedagogische medewerkers, dat mogelijk een tweede knelpunt zou kunnen zijn. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat het aantal kinderen in de kinderopvang de laatste jaren is gestegen, waardoor ook de werkdruk voor de pedagogische medewerkers is toegenomen (De Kruif et al., 2009; Plantinga, 2003). Het Nederlands Jeugdinstituut (2009) stelt echter dat de oorzaak van de kwaliteitsdaling niet precies duidelijk is, omdat dit niet wetenschappelijk onderzocht is. Volgens sommige deskundigen zou de oorzaak liggen door gebrek aan groepsstabiliteit. Een stabiele groep is volgens Kwok en Schreuder (2010) dat een kind regelmatig dezelfde bekende kinderen op de groep tegenkomt, waardoor het makkelijker aan de omgeving kan aanpassen en zich steeds meer op de groep vertrouwd voelt. Daarnaast zou gebrek aan stafstabiliteit volgens deskundigen mogelijk ook een rol hierbij spelen. Gebrek aan stafstabiliteit wil zeggen dat een kind op het kinderdagverblijf verzorgd wordt door verschillende pedagogische medewerkers. In de praktijk komt het namelijk vaak voor dat de meeste vaste pedagogische medewerkers parttime werken en er regelmatig invallers wordt ingezet (Nederlands jeugdinstituut, 2010). Volgens De Bil en De Bil (2010) en Riksen-Walraven, Tavecchio en Van IJzendoorn (2008) zou hierdoor een kind moeilijk een vertrouwensband met de pedagogische medewerkers kunnen opbouwen. Vooral baby s zijn hier gevoeliger voor, waardoor ze makkelijk gestrest kunnen raken. Dit zou bij de baby veel onrust kunnen veroorzaken, waardoor dit ten kosten zou kunnen gaan van de interactie van de leidsters met andere baby s. Het Nederlands Jeugdinstituut (2010) vindt echter dat het ook zou kunnen liggen aan het aantal dagen waarop een baby komt. Als een baby bijvoorbeeld minder dan twee dagen in de week komt dan kan dat leiden tot een minder stabiele groep. Het kind ziet de 17
18 pedagogische medewerker weinig, waardoor het weinig een vertrouwensband met de medeopvoeder kan opbouwen. Dit zou mogelijk ook stress bij de baby kunnen opleveren, omdat de baby de pedagogische medewerkers namelijk niet regelmatig ziet. Daarnaast zou de kans ook kunnen bestaan dat een baby op deze dag(en) ook geen vaste pedagogische medewerkers ziet, waardoor het extra stress bij de baby zou kunnen bezorgen. Verder zou leidster-kindratio oftewel het aantal kinderen per leidster mogelijk ook een knelpunt kunnen zijn bij het doen van spelactiviteiten en een mogelijke factor zijn voor de werkdruk. Volgens het onderzoek van Riksen-Walraven, Tavecchio en Van IJzendoorn (2008) blijkt dat pedagogische medewerkers minder sensitiever responsiever zijn op baby s als het aantal kinderen per leidster groot is. Op grote groepen stimuleren en ondersteunen de baby s weinig bij hun ontwikkeling, waardoor baby s minder ontspannen zijn en minder op cognitief en sociaal gebied ontwikkelen. De groepsgrootte oftewel het totale aantal kinderen in een kinderdagverblijfgroep zou ook van invloed kunnen zijn op de mate dat er spelactiviteiten met de baby s worden gedaan. In grotere groepen, waarbij er bijvoorbeeld twintig baby s met vier leidster op de groep zou onrustiger en lawaaierig zijn dan een groep waar er bijvoorbeeld twee leidsters met tien baby s staan. Er zouden op de grotere groep meer positieve interacties met de baby s zijn maar ook meer negatieve interacties. Bovendien zouden de baby s op grotere groepen meer huilen en zich minder op hun gemak voelen (Riksen-Walraven, Tavecchio en Van IJzendoorn, 2008). Tot slot zou gebrek aan kennis of weinig bijscholing over de ontwikkeling van baby s een knelpunt kunnen zijn bij het doen van spelactiviteiten. Het Expertisecentrum Ontwikkeling, Opvang en Onderwijs (2009) heeft namelijk geconstateerd dat pedagogische medewerkers weinig weten over het voeren met gesprekken met kinderen en het stimuleren van vroegkinderlijke ontwikkeling. De huidige opleidingen zouden niet goed aansluiten op het werk in de kinderopvang. Met name over de huidige mbo-opleidingen (Pedagogische werk niveau 3 en 4) wordt er geconstateerd dat deze opleidingen niet goed aansluiten bij de eisen vanuit de praktijk. Er zou bijvoorbeeld weinig aandacht worden besteed aan ontwikkelingspsychologie. Dat betekent echter niet dat HBO-geschoolde pedagogische medewerkers beter zouden kunnen zijn dan mbo-geschoolde pedagogische medewerkers. HBO-geschoolde pedagogische medewerkers zouden waarschijnlijk een bijdrage kunnen leveren aan meer kwaliteit op de werkvloer, maar dit zou volgens het Expertisecentrum Ontwikkeling, Opvang en Onderwijs (2009) niet de ideale oplossing zijn om de pedagogische kwaliteit in de kinderopvang te verbeteren. Daarnaast zou er op de werkvloer weinig worden 18
19 gedaan aan bijscholing. Er wordt weinig supervisie en pedagogische ondersteuning aan pedagogische medewerkers aangeboden. Hoewel er in diverse studies verschenen zijn dat het opleidingsniveau van de pedagogische medewerkers invloed kan hebben op de proceskwaliteit van de kinderopvang is er volgens Riksen-Walraven, Tavecchio en Van IJzendoorn (2008) geen Nederlands onderzoek gedaan over de relatie tussen het opleidingsniveau van leidsters in de kinderopvang en de proceskwaliteit van de kinderopvang. Waarschijnlijk zou dat komen doordat er weinig differentiatie in de opleiding is op het gebied van kinderopvang. Zowel MBO- als HBOopleidingen zijn breder ingericht. Er is bijvoorbeeld geen HBO-opleiding die zich specifiek alleen richt op de kinderopvang. Dit zou misschien een oorzaak kunnen zijn voor een gebrek aan kennis over het verzorgen en opvoeden van jonge kinderen in de kinderopvang. Kortom, volgens de literatuurstudies zouden dus weinig sensitiviteit en responsiviteit, weinig interacties met baby s, tijdstekort, groepsinstabiliteit, instabiele leidster-kindratio, grote groepen, het aantal dagen dat een baby per week komt en weinig bijscholing of gebrek aan kennis en vaardigheden knelpunten kunnen zijn met betrekking tot het doen van spelactiviteiten met baby s. 2.5 Conclusie literatuuronderzoek Uit de literatuur is gebleken dat spel de ontwikkeling van baby s kunnen stimuleren. In principe zouden er verschillende spelactiviteiten met de baby s gedaan kunnen worden, maar het is hierbij van belang dat een spelactiviteit aansluit op het ontwikkelingsniveau en de interesse van de baby. Spelactiviteiten op de babygroep kunnen gestimuleerd worden door de ruimte-indeling, juiste spelmaterialen voor baby s, sensitiviteit en responsiviteit en een balans tussen positieve en negatieve bekrachtiging door pedagogische medewerkers. Verder is een goed dagritme, kleine groepen op het kinderdagverblijf en goede samenwerking tussen collega s ook belangrijk. De knelpunten met betrekking tot het doen van spelactiviteiten zouden kunnen zijn dat er weinig sensitiviteit en responsiviteit is, meer aandacht is voor zorgtaken dan voor het spelen met baby s, er gebrek aan stafstabiliteit is, teveel baby s per leidster zijn, te grote groepen en gebrek aan kennis met betrekking tot de ontwikkeling van baby s. 19
20 3. Methode In dit hoofdstuk zijn ten eerste in 3.1 de belangrijkste begrippen geoperationaliseerd. Vervolgens zijn 3.2 de populatie/steekproef beschreven. Hierin is beschreven welke respondenten er geobserveerd, geënquêteerd en geïnterviewd zijn. In 3.3 is beschreven welke meetinstrumenten er gebruikt zijn en waarom. Daarnaast is er in 3.4 beschreven hoe de gegevens verzameld worden en tot slot is er in 3.5 beschreven hoe de resultaten geanalyseerd worden. Allereerst zijn de volgende begrippen geoperationaliseerd. 3.1 Operationalisatie begrippen Begrip Dimensies Indicatoren Spelactiviteit natuur - Materialen voor actief lichamelijk spel voor binnen en buiten aanwezig (denk aan, ballen, glijbaan, schommels, fietsen met en zonder pedalen, klimrek) -Buitenspeelplek met zandbak aanwezig. - Binnen zand en/of watertafel aanwezig. - Gras waar baby s kunnen kruipen en rollen. Definitie begrip: een activiteit waarbij de ontwikkeling van het kind wordt gestimuleerd en waarbij kinderen hun plezier aan kunnen beleven. Muziek Beeldende vorming - Dansen - Kindermuziek - Liedjes zingen - klapjes in je handjes - muziekinstrumenten bespelen - verven - kleien - potloden, wasco - tekenen 20
21 -vingerverf Voorlezen Boeken Speciale boekenplek waar er voorgelezen kan worden. (Meij & Pennings, 2009; Singer & Kleerekoper 2009). Begrip Dimensies subdimensies Indicatoren Interactievaardigheden Sensitiviteit en Warmte en opmerken door responsiviteit aandacht geven ernaar te kijken en er tijdig op te reageren met een prettige toon Definitie begrip: Respect voor de Kind zelf iets vaardigheden die je autonomie van het kind laten doen of zou moeten hebben of laten uitproberen kunnen ontwikkelen tijdens interactie met een medemens (Meij & Pennings, 2009; Singer & Kleerekoper 2009). Structureren en grenzen stellen Dagschema: wanneer eten, drinken, slapen en verschoond worden. Kind aanspreken op negatief gedrag. Praten en uitleggen Met eenvoudige zinnen of woorden iets uitleggen aan kind en uitleggen waarom wel iets mag of niet. 21
22 Ontwikkelingsstimulering Begeleiden van interacties tussen kinderen Positief gedrag belonen Nieuw speelmateriaal en activiteiten aanbieden Of nieuwe mogelijkheden van bekend spel te wijzen Complimenten geven aan goed gedrag van kind. Begrip Dimensies Subdimensies Indicatoren Behoefte Fysiologisch Honger en dorst Eten en drinken geven Definitie begrip: iets wat een mens nodig heeft wat hem een bevrediging kan geven slapen Baby s in bed stoppen affectief Warmte en aandacht Knuffelen Kusjes geven Aaien Knuffelen Kusjes geven Aaien Oogcontact maken Lachen naar het kind Lieve woordjes Op een sensitieve manier reageren op wat het kind zegt en doet. Het kind helpen iets zelf te laten ontdekken (Stroecken & Verdult, 2004) 22
23 3.2 Populatie In totaal gaat het om drieëndertig vaste pedagogische medewerkers die werkzaam zijn op de babygroep van een vestiging In Amsterdam van SKON. In totaal zijn er negen vestigingen met één of twee babygroep(en) in Amsterdam. Naast de vaste pedagogische medewerkers zijn er ook stagiaires en invallers werkzaam op de babygroepen. Deze zijn bewust niet meegenomen in het onderzoek. Invallers hebben namelijk geen vast contract en vallen onregelmatig in op verschillende locaties. Bovendien zijn zowel de meeste invallers als stagiaires nog in opleiding. De verticale groepen zijn bewust buiten beschouwing gelaten. Het probleem speelt zich voornamelijk af op de babygroep. Daarnaast loopt de leeftijd op de verticale groep van nul tot vier jaar, waarbij het per groep kan verschillen of er meer baby s, meer dreumesen of meer peuters zijn. In totaal zijn er tweeëntwintig vaste pedagogische medewerkers op zeven locaties geënquêteerd. Twee locaties hebben geweigerd, omdat er op deze locaties meerdere onderzoeken zouden lopen. Vijf vaste pedagogische medewerkers van deze twee locaties hebben dus niet deelgenomen aan de enquêtes. Van de locaties die wel hebben meegedaan zijn in totaal zes vaste pedagogische medewerkers niet geënquêteerd omdat ze niet aanwezig waren. De overige 22 pedagogische medewerkers hebben meegedaan aan de enquêtes. Er is niet voor gekozen om de enquêtes op een later tijdstip op te halen omdat het praktisch (tijdstekort) niet haalbaar zou zijn. Daarnaast is er ook om deze reden ervoor gekozen om geen vaste pedagogische medewerkers op andere vestigingen van SKON buiten Amsterdam te enquêteren. Wat betreft de diepte-interviews zijn er in totaal twee van de drie vaste pedagogische medewerkers op één locatie geïnterviewd. Eén vaste pedagogische medewerkster heeft deelname aan het interview geweigerd. Voor de observaties zijn vier locaties benaderd, waarvan er twee locaties hebben geweigerd. Eén babygroep is vijf dagen geobserveerd en twee andere babygroepen zijn elk voor tweeënhalf uur per dag geobserveerd. In eerste instantie werd ervoor gekozen om alleen één babygroep voor vijf dagen te observeren. Nadat deze groep was geobserveerd werd er besloten om nog meer babygroepen op andere locaties te observeren zodat dit een betrouwbaarder beeld geeft over de pedagogische kwaliteit op de babygroep. De observaties zijn op dezelfde dag ingevuld en meegenomen. Tot slot zijn alle gegevens geanonimiseerd en worden niet voor andere doeleinden dan voor dit onderzoek gebruikt. Op de observatieformulieren zijn de babygroepen vermeld als 23
kindercentra NCKO-kwaliteitsmonitor
kindercentra Inleiding Bij staat kwaliteit voorop. biedt op alle centra kwalitatief goede opvang waardoor kinderen zich zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen. GGD-inspecties en HKZcontroles maken deze
Nadere informatiePedagogische Kwaliteit & De NCKO-Kwaliteitsmonitor
Pedagogische Kwaliteit & De NCKO-Kwaliteitsmonitor Regionale bijeenkomsten voor pedagogisch medewerkers 2010 NCKO Prof. dr. Louis Tavecchio Dr. Ruben Fukkink Dr. Mirjam Gevers Deynoot-Schaub Drs. Katrien
Nadere informatieVOORBEELD UIT HET PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN. VEILIGHEID EN GEBORGENHEID BIEDEN - BABY S
VOORBEELD UIT HET PEDAGOGISCH BELEIDSPLAN. VEILIGHEID EN GEBORGENHEID BIEDEN - BABY S ALGEMEEN: EMOTIONELE EN FYSIEKE VEILIGHEID BABY S Het pedagogisch beleidsplan geeft de grenzen (pedagogisch medewerker/kindratio
Nadere informatieInteractievaardigheden in de Kinderopvang
Interactievaardigheden in de Kinderopvang Toelichtende tekst bij PowerPoint pedagogisch kader training Voorleescoördinator In 2012 is een landelijke meting uitgevoerd door het Nederlands Consortium Kinderopvang
Nadere informatieTerugkoppelingsrapport
Terugkoppelingsrapport LKK januari 2018 Inleiding De kwaliteit van de kinderopvang in Nederland is overwegend positief, zo blijkt uit de eerste meting van de Landelijke Kwaliteitsmonitor Kinderopvang (LKK).
Nadere informatieHoe kijken wij naar kinderen? Pedagogisch beleid
Hoe kijken wij naar kinderen? Pedagogisch beleid Inleiding Wij vinden het belangrijk dat u uw kind met een gerust hart naar één van onze kindercentra brengt. In deze brochure laten wij u zien dat wij
Nadere informatiePedagogische Visie en Beleid
Pedagogische Visie en Beleid Inleiding Voor ouders, medewerkers en alle anderen die betrokken zijn bij, en geïnteresseerd zijn in onze kinderopvang. Voor verantwoorde kinderopvang is veel nodig, om te
Nadere informatiePedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien
Pedagogisch beleid Kinderopvang Haarlem Spelend Groeien Inleiding Kinderopvang Haarlem heeft één centraal pedagogisch beleid. Dit is de pedagogische basis van alle kindercentra van Kinderopvang Haarlem.
Nadere informatieDe e-learning van Gastouderland
De e-learning van Gastouderland Ook voor gastouders is het belangrijk te blijven ontwikkelen. Daarom bieden wij diverse modules aan die speciaal ontwikkeld zijn voor de kinderopvang. Gastouderland werkt
Nadere informatieVeiligheid en welbevinden. Hoofdstuk 1
30 Veiligheid en welbevinden Kees (8) en Lennart (7) zitten in de klimboom. Kees geeft Lennart een speels duwtje en Lennart geeft een duwtje terug. Ze lachen allebei. Maar toch kijkt Lennart even om naar
Nadere informatieVisie (Pedagogisch werkplan)
Visie (Pedagogisch werkplan) Gastouderopvang De Krummeltjes stelt zich tot doel om een omgeving te bieden waarin kinderen kunnen opgroeien tot zelfstandige en evenwichtige mensen met respect voor anderen
Nadere informatiePedagogisch beleid Kinderdagverblijf de Harlekijn
1 Inhoud Inleiding... 3 Visie Kinderdagverblijf de Harlekijn... 4 Een gevoel van emotionele veiligheid en geborgenheid bieden... 5 Veiligheid en geborgenheid... 5 Persoonlijke competentie... 7 Ieder kind
Nadere informatiePedagogisch kader Kinderdagverblijf Filios
Pedagogisch kader Kinderdagverblijf Filios Onderdeel van: Pagina 1 van 5 Inleiding In het pedagogisch kader staan onze uitgangspunten en basisdoelen die ten grondslag liggen aan ons pedagogisch handelen.
Nadere informatieVerkorte versie van de pedagogische visie en beleid van Happy Kids kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang.
Verkorte versie van de pedagogische visie en beleid van Happy Kids kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang. Kinderen worden beschermd en gekoesterd door hun ouder(s) of verzorgers. Daar wordt de basis
Nadere informatiePEDAGOGISCH BELEID KINDERDAGVERBLIJF HOJPIEPELOJ TE BREDA
PEDAGOGISCH BELEID KINDERDAGVERBLIJF HOJPIEPELOJ TE BREDA Breda, september 2005 INLEIDING: In de wet kinderopvang wordt o.a. aangegeven wat de overheid verstaat onder kwaliteit in de kinderopvang: verantwoorde
Nadere informatiePedagogisch beleidsplan. Goed toegerust op ontdekkingsreis
Pedagogisch beleidsplan Goed toegerust op ontdekkingsreis Inhoudsopgave Inleiding Welkom! 5 Colofon Uitgangspunten Met alle respect 9 Tekst Vlietkinderen Allemaal anders 11 Op weg naar een zelfstandig
Nadere informatiePEDAGOGISCH BELEID HUMMELTJESHOEK
PEDAGOGISCH BELEID HUMMELTJESHOEK Voor u ligt het Pedagogisch beleid van Kinderdagverblijf HUMMELTJESHOEK. Intern beschrijven wij wat wij kinderen bieden in een veilige omgeving. Wij bieden 4 basisdoelen:
Nadere informatiePedagogisch beleidsplan 2016
Welkom! Wij zijn blij dat u voor ons heeft gekozen en dat wij u mogen verwelkomen in ons kindercentrum! Bij Kindercentrum Ikky kunt u erop rekenen dat er op professioneel pedagogische wijze gewerkt wordt.
Nadere informatieRapport Nulmeting pedagogische kwaliteit bij Altijd Lente NCKO-Kwaliteitsmonitor
Rapport Nulmeting pedagogische kwaliteit bij Altijd Lente NCKO-Kwaliteitsmonitor Iris Bollen o.l.v. Mirjam Gevers Deynoot-Schaub Maart 2012 1. Inleiding In januari en februari 2012 is de Kwaliteitsmonitor
Nadere informatieInspectierapport Dikkertje Dap (KDV) Gerlachusstraat AK Loon op Zand Registratienummer
Inspectierapport Dikkertje Dap (KDV) Gerlachusstraat 79 5175AK Loon op Zand Registratienummer 360380001 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: Loon op Zand Datum inspectie: 18-10-2018
Nadere informatieKINDERDAGVERBLIJVEN BLUB, ZEGT DE VIS
KINDERDAGVERBLIJVEN BLUB, ZEGT DE VIS Blub, zegt de vis zijn gezellige, kleinschalige en huiselijke kinderdagverblijven. De kinderdagverblijven bestaan uit groepen die opvang en verzorging bieden aan kinderen
Nadere informatieNederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek (NCKO)
Nederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek (NCKO) dr. Ruben Fukkink dr. Mirjam Gevers Deynoot-Schaub drs. Katrien Helmerhorst workshops ABVAKABO FNV 7 oktober 2009 STRUCTURELE KENMERKEN PROCESKWALITEIT
Nadere informatiePedagogisch Beleid. Nanny Association
Pedagogisch Beleid Nanny Association Rijen, juni 2006 Inhoud Inleiding 1. Nanny Association 2. Profiel nanny 3. Functie- en taakomschrijving 4. Accommodatie en materiaal 5. Ouderbeleid 6. Pedagogische
Nadere informatieGoed toegerust op ontdekkingsreis
Pedagogisch beleidsplan Goed toegerust op ontdekkingsreis 1 Colofon Tekst Anneke van de Berg, 5D Ellen Bakker, Vlietkinderen Vormgeving Manon Hofstra, Dare to Design Kantoor Vlietkinderen, maatwerk in
Nadere informatieCOMMUNICATIE MET JONGE KINDEREN
COMMUNICATIE MET JONGE KINDEREN Judith Janssen Docent AD PEM / Pedagogisch Educatief medewerker j.m.a.janssen@hr.nl Programma: Communicatie met jonge kinderen Baby s: Gesprekspartner Belang van taal Eenkennigheid
Nadere informatieGoed toegerust op ontdekkingsreis
PE DAGO G I S C H B E L E I D S PL A N Goed toegerust op ontdekkingsreis Inhoudsopgave INLEIDING Voor alle duidelijkheid 5 Colofon SAMENVATTING Goed toegerust op ontdekkingsreis 7 TEKST Vlietkinderen UITGANGSPUNTEN
Nadere informatieRichtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017)
Richtlijn Gezonde slaap en slaapproblemen bij kinderen (2017) Hechtingsrelatie Zelfregulatie en interactie tijdens de nacht Onderdeel van de discussie rond sensitief en responsief ouderschap richt zich
Nadere informatiePedagogisch beleidsplan
Gastouderbureau de Bengel Pedagogisch beleidsplan Een goede start voor elk kind November 2017 Inhoudsopgave 1 Waarom een pedagogisch beleidsplan?... 2 2 Over ons... 2 2.1 Onze missie... 2 2.2 Onze visie...
Nadere informatiePedagogisch beleidsplan. (Beknopte versie)
Pedagogisch beleidsplan (Beknopte versie) Opgesteld door: drs. Alev Ceylan Versie 1.2 1 maart 2012 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Pedagogische visie op kinderopvang 4 Hoofdstuk 2 De ontwikkeling
Nadere informatiePedagogische basisdoelen. In de gastouderopvang
Pedagogische basisdoelen In de gastouderopvang Pedagogische basisdoelen Ieder gastouderbureau heeft een pedagogisch beleidsplan Dat is gebaseerd op 4 basisdoelen die zijn geformuleerd door Riksen Walraven
Nadere informatieWelkom. Hartelijk dank voor uw interesse in de kinderopvang. Beknopt leest u hier informatie over de visie en een aantal praktische zaken.
Welkom Beste ouders, Hartelijk dank voor uw interesse in de kinderopvang. Beknopt leest u hier informatie over de visie en een aantal praktische zaken. De kinderopvang is een huiselijk kinderdagverblijf
Nadere informatieDubbeldamseweg-Zuid 97, 3314 JC Dordrecht, 078-6139776
Versie 20 september 2010 Activiteitenprogramma VVE KDV De Huiskamer BV 1 Verdere professionalisering VVE activiteiten Kinderdagverblijf De Huiskamer is een zelfstandig en onafhankelijk kinderdagverblijf
Nadere informatiePedagogisch beleid 0 4 jaar. een samenvatting. Juni 2015
Pedagogisch beleid 0 4 jaar een samenvatting Juni 2015 Waarom een pedagogisch beleid? Ons pedagogisch beleid geeft de visie van Kinderopvang Purmerend weer op het opvoeden van kinderen in een andere situatie
Nadere informatieIk ben pedagogisch medewerker op een VVE locatie van TintelTuin
Ik ben pedagogisch medewerker op een VVE locatie van TintelTuin De pedagogisch medewerkers aan het woord over de pedagogische kwaliteit van TintelTuin 1 VEILIGHEID + UITDAGING = GROEI Waarom kiezen ouders
Nadere informatieMei 2019 Irina Baars-Verhagen
Mei 2019 Irina Baars-Verhagen Dit is het pedagogisch werkplan van Gastouderopvang StarKids. In dit pedagogisch werkplan zal ik mijn manier van werken omschrijven. Zo krijgt u een goed beeld van wie ik
Nadere informatieHet Pedagogisch Beleidsplan
2015 BSO de Bosplaats M Moura MSvan Wijnen Het Pedagogisch Beleidsplan 1 Inleiding Voor u ligt het pedagogisch beleidsplan van BSO de Bosplaats. Dit pedagogisch beleidsplan is een leidraad van waaruit
Nadere informatieIk ben pedagogisch medewerker bij TintelTuin
Ik ben pedagogisch medewerker bij TintelTuin De pedagogisch medewerkers aan het woord over de pedagogische kwaliteit van TintelTuin 1 VEILIGHEID + UITDAGING = GROEI Waarom kiezen ouders kinderopvang van
Nadere informatieSamenvatting pedagogisch beleidsplan Trias Kinderopvang, waar kinderen zich thuis voelen
Samenvatting pedagogisch beleidsplan Trias Kinderopvang, waar kinderen zich thuis voelen Voor u ligt het samengevatte pedagogisch beleidsplan van de kinderdagverblijven van Trias Kinderopvang. Doelstellingen
Nadere informatieSamen groeien. Maak kennis met onze pedagogische visie
Samen groeien Maak kennis met onze pedagogische visie Best spannend, de zorg voor je kind overdragen op een ander. Hoe prettig is het als je weet dat het in goede handen is. Kober kinderopvang biedt je
Nadere informatiePedagogisch beleidsplan buitenschoolse opvang het Zwammeke
Pedagogisch beleidsplan buitenschoolse opvang het Zwammeke Inhoud 1. Inleiding 2. Onze visie 3. Doelstellingen 4. Pedagogische uitgangspunten voor het kind 5. Pedagogische uitgangspunten voor de groepsleiding
Nadere informatieHet pedagogisch beleidsplan zorgt ervoor dat vraagouders de gastouder kunnen aanspreken op haar beloften.
Pedagogisch beleid Kinderopvang is een kwestie van vertrouwen. Vraagouders vertrouwen de gastouders en het gastouderbureau hun allerliefste bezit toe. Zij moeten de zekerheid hebben dat hun kind ook in
Nadere informatieOntdek de stem van het kind
Ontdek de stem van het kind Introductie www.eiskjeclason.nl info@eiskjeclason.nl @Babypraat Communiceren met kinderen Attitude van volwassene: respect en bescheidenheid 1 1. inzicht in ontwikkeling van
Nadere informatieLeren & Leven in het Kindcentrum
Leren & Leven in het Kindcentrum Leren & Leven Leren & Leven heeft een aanpak en een programma waarmee alle kinderen ondersteund en uitgedaagd worden in het ontwikkelen van hun unieke talenten. De aanpak
Nadere informatiePedagogisch beleid Gastouderbureau Nederland
Pedagogisch beleid Gastouderbureau Nederland Het opvangen van kinderen van anderen is een grote verantwoordelijkheid. Zeker als kinderen voor langere tijd naar een gastouder gaan, zoals het geval is in
Nadere informatie5 pedagogisch medewerkers
5 pedagogisch medewerkers In dit hoofdstuk gaan we in op de pedagogisch medewerker. Zij heeft grote invloed op het welzijn en de ontwikkeling van kinderen in de opvang. Door individuele interactie met
Nadere informatiePEDAGOGISCH BELEID VAN DE SKPC
PEDAGOGISCH BELEID VAN DE SKPC Veilige, kindvriendelijke opvang creëren. Dat is het hoofddoel van de SKPC. Het klinkt eenvoudig, maar hoe gaat dat in de dagelijkse praktijk van de diverse opvangvormen
Nadere informatieSamen groeien. Maak kennis met onze pedagogische visie
Samen groeien Maak kennis met onze pedagogische visie Best spannend, de zorg voor je kind overdragen op een ander. Hoe prettig is het als je weet dat het in goede handen is. Kober kinderopvang biedt je
Nadere informatiePedagogisch beleidsplan
Pedagogisch beleidsplan 1: Inleiding 2: De Visie 3: Doelstelling 4: Uitgangspunten 5: Hygiëne en verzorging 6: Activiteiten 7: communicatie met ouders. 8: Feesten 1 1. Inleiding: Het pedagogische beleidsplan
Nadere informatiePedagogisch werkplan Gastouderopvang Leuk enzo!
Pedagogisch werkplan Gastouderopvang Leuk enzo! In het pedagogisch werkplan komt tot uitdrukking hoe ik met de kinderen omga en waarom ik dat zo doe. Als christelijke gastouder draag ik ook christelijke
Nadere informatieIn gesprek met ouders. Spel en ontwikkeling! (module 1 en 2) (module 3 en 4) Doel Verkrijgen van inzicht in het belang van spel en
Peuters spelender wijs! Een praktische verdiepingscursus voor pedagogisch medewerkers in peuterspeelzalen en kinderdagverblijven De ontwikkeling van jonge kinderen gaat snel. Ze zijn altijd op ontdekkingstocht
Nadere informatiePedagogisch beleid van De Veenborg
Pedagogisch beleid van De Veenborg 1. Het bieden van veiligheid In dit kader bedoelen we met het bieden van veiligheid het bieden van emotionele veiligheid. Dit vormt de basis van elke ontwikkeling. Als
Nadere informatiePedagogisch beleid Flexkidz
Pedagogisch beleid Flexkidz Voor u ligt het verkorte pedagogisch beleidsplan van Flexkidz. Hier beschrijven we in het kort de pedagogische visie en uitgangspunten. In dit pedagogisch beleidsplan beschrijven
Nadere informatiePedagogisch beleidsplan
Pedagogisch beleidsplan Inhoudsopgave Inleiding... 3 Pedagogische visie... 4 o Mijn doelstelling... 4 Emotionele veiligheid... 4 Persoonlijke competentie... 5 Sociale competentie... 6 Overdracht van normen
Nadere informatiePedagogiek op maat helpt co nc n re c et Deelsessie 12
Pedagogiek op maat helpt concreet Deelsessie 12 Voorstellen Ank Greijmans José Reijntjens Carolien Hamer Warme Professional Brede concensus dtht dat het opvoeden van jonge kinderen in de kinderopvang een
Nadere informatiePedagogisch beleidsplan
Pedagogisch beleidsplan Pedagogisch beleid van Kappio (locaties Seppelin en Gastouderbureau) Voor u ligt het pedagogisch beleid van Kappio (locaties Seppelin en Gastouderbureau). Hierin wordt beschreven
Nadere informatiePedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil Rouveen
Pedagogisch beleidsplan Buitenschoolse Opvang Mathil Rouveen Inhoud: Voorwoord 2 Pedagogisch doel 3 Visie op ontwikkeling en opvoeding 4 Sociaal- emotionele veiligheid 5 Sociale ontwikkeling 5 Emotionele
Nadere informatiePedagogisch beleidsplan Integraal Kindcentrum de Weide
Pedagogisch beleidsplan Integraal Kindcentrum de Weide Pagina 1 van 7 Pedagogisch beleidsplan IKC de Weide. Inhoudsopgave Pedagogisch beleidsplan Kindcentrum de Weide Leeuwarden Voorwoord... 3 1. Integraal
Nadere informatieInspectierapport KDV De Vlinderboom (KDV) Herstallenstraat TE Goirle Registratienummer
tineke.musters@kdvdevlinderboom.nl Inspectierapport KDV De Vlinderboom (KDV) Herstallenstraat 4 5051TE Goirle Registratienummer 235864936 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente:
Nadere informatiePedagogisch Beleidsplan CKO De Herberg
Pedagogisch Beleidsplan CKO De Herberg Hoofdstuk 1: Missie, visie en doelstellingen Voorwoord Onze Missie en Identiteit Onze Visie Pedagogische hoofddoelstellingen Een goed pedagogisch klimaat Hoofdstuk
Nadere informatieInhoudsopgave Pedagogische Visie
Inhoudsopgave Pedagogische Visie 1. Pedagogische visie 1.1 Persoonlijke competentie 1.2 Emotionele veiligheid 1.3 Sociale competentie 1.4 Overdracht van normen en waarden 2. Persoonlijke competentie 2.1
Nadere informatiePedagogische werkwijze op de locatie (
Locatie: TintelTuin Hoorn opgemaakt d.d.: 28 januari 2014 door: Leonie Hooyberg, locatiemanager Omvang van het kinderdagverblijf en de samenstelling van de groepen Er kunnen maximaal 24 kinderen per dag
Nadere informatieMaak een afspraak voor een rondleiding bij jou in de buurt
Kom kijken bij Maak een afspraak voor een rondleiding bij jou in de buurt 070 750 21 10 klantadvies@dakkindercentra.nl Tijdens je zwangerschap verandert er veel. Niet alleen je lichaam, maar ook bijvoorbeeld
Nadere informatieSKS Alles Kids. Onze visie
GEEF ZE DE VIJF! SKS Alles Kids De wereld om ons heen verandert. Ook in de kinderopvang zijn nieuwe ontwikkelingen aan de orde van de dag. SKS Alles Kids biedt al jaren kinderopvang en loopt voorop als
Nadere informatieInspectierapport Kindcentrum het Krijt (BSO) Schoolstraat MB Assen Registratienummer
Inspectierapport Kindcentrum het Krijt (BSO) Schoolstraat 29 9408MB Assen Registratienummer 348634390 Toezichthouder: GGD Drenthe In opdracht van gemeente: Assen Datum inspectie: 02-07-2018 Type onderzoek
Nadere informatiePedagogisch plan Bengels kinderopvang
Pedagogisch plan Bengels kinderopvang Pedagogisch beleidsplan Bengels Inleiding In dit beleidsplan laten we u kennis maken met het pedagogisch beleid van kinderopvang Bengels. Het pedagogisch beleid geeft
Nadere informatiePedagogisch werkplan. Kinderdagverblijven
Pedagogisch werkplan Kinderdagverblijven 1 HET PEDAGOGISCH WERKPLAN 1. HET KIND Vanaf de leeftijd van 6 weken tot 4 jaar kunnen kinderen gebruik maken van opvang op de verschillende kinderdagverblijven
Nadere informatiePreview. Kwaliteit van VVE in de Kinderopvang. Pedagogische doelen. Wat is kwaliteit?
Kwaliteit van VVE in de Kinderopvang Preview Wat is kwaliteit? Stand van zaken anno 2009 Waarom VVE in de kinderopvang? Doelgroepen Professionalisering Kwaliteit van VVE: wat werkt? Wat voegt VVE toe?
Nadere informatiePedagogisch beleidsplan
Pedagogisch beleidsplan Hieronder wordt een aantal kernpunten uit het pedagogische beleidsplan van Kinderdagverblijf Het Sprookjesbos besproken. Het volledige pedagogische beleidsplan ligt ter inzage op
Nadere informatiePEDAGOGISCH KADER MISSIE-VISIE-KERNWAARDEN
PEDAGOGISCH KADER MISSIE-VISIE-KERNWAARDEN Kinderwoud, een bewuste keuze! Om een bewuste keuze te kunnen maken voor de opvang bij Kinderwoud is het belangrijk om te weten wat de visie van Kinderwoud is
Nadere informatiePedagogisch beleid gastouderbureau OOK-Thuis
Pedagogisch beleid gastouderbureau OOK-Thuis Opvang door Nanny s Inleiding Kinderen moeten zich bij Kinderopvang OOK prettig voelen. Dat is waar alles om draait. Wij willen dat de opvang aantrekkelijk
Nadere informatieSKS Alles Kids. Ieder kind is uniek. Onze visie. De 5 speerpunten
GEEF ZE DE VIJF! SKS Alles Kids De wereld om ons heen verandert. Ook in de kinderopvang zijn nieuwe ontwikkelingen aan de orde van de dag. SKS Alles Kids biedt al jaren kinderopvang en loopt voorop als
Nadere informatie1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving
Pedagogisch Beleidsplan 1.1. Het creëren van een veilige en vertrouwde omgeving Een veilige en vertrouwde omgeving is de basis van waaruit een kind zich kan gaan ontwikkelen. Het is dus belangrijk dat
Nadere informatieInspectierapport KDV de Company (KDV) Doornenburg BE Deventer Registratienummer
Inspectierapport KDV de Company (KDV) Doornenburg 201 7423BE Deventer Registratienummer 194065108 Toezichthouder: GGD IJsselland In opdracht van gemeente: Deventer Datum inspectie: 25-04-2019 Type onderzoek:
Nadere informatieSamen de Wereld Kleuren. Pedagogische visie
Samen de Wereld Kleuren Pedagogische visie 2 SWK-Kinderopvang Samen de Wereld Kleuren Samen de Wereld Kleuren SWK-Kinderopvang: Samen de Wereld Kleuren Onze kinderopvangorganisaties hebben aandacht voor
Nadere informatieActiviteitenbeleid 2013
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Hoofdstuk 2: Hoofdstuk 3: Hoofdstuk 4: Hoofdstuk 5: Hoofdstuk 6: Pedagogisch beleid TintelTuin De 6 competenties Visie Activiteitenbeleid binnen het (dag)programma Laat zien
Nadere informatieInspectierapport Kinderopvang Nynke (KDV) Hobbemastraat EM Zwolle Registratienummer
Inspectierapport Kinderopvang Nynke (KDV) Hobbemastraat 53 8021EM Zwolle Registratienummer 293714691 Toezichthouder: GGD IJsselland In opdracht van gemeente: Zwolle Datum inspectie: 14-02-2019 Type onderzoek:
Nadere informatieInfo boekje voor ouders Gastouderbureau MIAvoorgezinnen
Info boekje voor ouders Gastouderbureau MIAvoorgezinnen Inhoudsopgave 1. Verantwoorde kinderopvang... 2 2. Pedagogisch beleid... 2 3. Kind/gastouder ratio... 4 4. Bemiddelingswerkwijze... 4 5. Begeleiding
Nadere informatiePedagogisch beleidsplan Fris! Kinderdagverblijven
Pedagogisch beleidsplan Fris! Kinderdagverblijven Algemeen Pedagogisch Beleid Fris! Kinderdagverblijven Inleiding Uw kind maakt gebruik van opvang bij Fris! Kinderdagverblijven en u verwacht van ons dat
Nadere informatieInspectierapport Christelijk kindercentrum Terbroek (KDV) Rondweg LC Zwartebroek Registratienummer
Inspectierapport Christelijk kindercentrum Terbroek (KDV) Rondweg 36 3785LC Zwartebroek Registratienummer 110382973 Toezichthouder: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden In opdracht van gemeente:
Nadere informatieUW KIND, ONS KLAVERTJE VIER. Het pedagogisch beleidsplan van
UW KIND, ONS KLAVERTJE VIER Het pedagogisch beleidsplan van Wij willen u graag laten weten hoe wij bij Spelenderwijs ons werk doen. Daarom hebben we dit boekje met de basis van ons pedagogisch beleidsplan
Nadere informatieFotolink: alleen voor ouders, sorry
Vanuit de trein met het uitzicht op. de laptop, onderweg naar een bijeenkomst over hoe kan het ook anders de veranderingen in de kinderopvang schrijven wij voor jullie deze nieuwsbrief Veel leesplezier
Nadere informatieInspectierapport Ikke-Ook (KDV) Soetendaalseweg ET Rotterdam Registratienummer
Inspectierapport Ikke-Ook (KDV) Soetendaalseweg 70 3036ET Rotterdam Registratienummer 115141923 Toezichthouder: GGD Rotterdam-Rijnmond In opdracht van gemeente: Rotterdam Datum inspectie: 09-10-2018 Type
Nadere informatiePedagogische leidraad Robinson Kinderopvang B.V.
Pedagogische leidraad Robinson Kinderopvang B.V. Deze pedagogische wegwijzer van Robinson geeft belangrijke informatie over de wijze waarop wij mij de zorg voor kinderen omgaan. Wat kunt u van ons verwachten?
Nadere informatieInspectierapport Kinderdagverblijf Pommetje, locatie Horsten (KDV) Glazeniershorst TK Apeldoorn Registratienummer
Inspectierapport Kinderdagverblijf Pommetje, locatie Horsten (KDV) Glazeniershorst 405 7328 TK Apeldoorn Registratienummer 188640617 Toezichthouder: GGD Noord- en Oost-Gelderland In opdracht van gemeente:
Nadere informatieInspectierapport. Kinderdagverblijf Slot Meesenstijn (KDV) Bosboom Toussaintstraat 45 H 1054 AN Amsterdam Registratienummer:
Inspectierapport Kinderdagverblijf Slot Meesenstijn (KDV) Bosboom Toussaintstraat 45 H 1054 AN Amsterdam Registratienummer: 191688241 Toezichthouder: GGD Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam Datum
Nadere informatieInhoud van de ochtend
Inhoud van de ochtend 1. Introductie in Pedagogisch kader 2. Begeleiden van de groep 3. Ontwikkelingsgericht werken 4. Pauze (15 minuten) 5. Kinderparticipatie 6. Vragen over andere onderwerpen 7. Voornemens
Nadere informatieInspectierapport De Windkracht (KDV) Deltalaan 140 5247JT ROSMALEN Registratienummer 264476943
Inspectierapport De Windkracht (KDV) Deltalaan 140 5247JT ROSMALEN Registratienummer 264476943 Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant In opdracht van gemeente: 's-hertogenbosch Datum inspectie: 24-11-2015
Nadere informatieInspectierapport SKSG Bengelhuus (KDV) (KDV) Noorderweg 61c 9804RL Noordhorn Registratienummer
Inspectierapport SKSG Bengelhuus (KDV) (KDV) Noorderweg 61c 9804RL Noordhorn Registratienummer 158132257 Toezichthouder: GGD Groningen In opdracht van gemeente: Zuidhorn Datum inspectie: 05-03-2018 Type
Nadere informatieInspectierapport KDV de Hoeve (KDV) Naardermeerstraat JH Berkel en Rodenrijs Registratienummer
Inspectierapport KDV de Hoeve (KDV) Naardermeerstraat 151 2652JH Berkel en Rodenrijs Registratienummer 847546445 Toezichthouder: GGD Rotterdam-Rijnmond In opdracht van gemeente: Lansingerland Datum inspectie:
Nadere informatieInspectierapport Doomijn psz Bachlaan 8 (KDV) Bachlaan HL Zwolle Registratienummer
Inspectierapport Doomijn psz Bachlaan 8 (KDV) Bachlaan 8 8031HL Zwolle Registratienummer 153643730 Toezichthouder: GGD IJsselland In opdracht van gemeente: Zwolle Datum inspectie: 06-12-2018 Type onderzoek:
Nadere informatiePedagogisch beleidsplan. Inleiding. BSO Vrij Spel
Pedagogisch beleidsplan Inleiding U heeft gekozen voor Vrij Spel en mag erop vertrouwen dat wij goed voor uw kind zullen zorgen. Uw kind zal in uw afwezigheid liefdevol en veilig worden opgevangen. Wij
Nadere informatieSamenvatting pedagogisch beleid Kinderopvang Natuurlijk. Doel Doelstelling Doelgroep
Samenvatting pedagogisch beleid Kinderopvang Natuurlijk. Het pedagogisch beleidsplan is bedoeld als leidraad bij de opvang van de kinderen van Chr. Kinderopvang Natuurlijk. Alle medewerkers van het kinderdagverblijf
Nadere informatieInspectierapport Het Opstapje (KDV) Schieweg 130d 3038BE Rotterdam Registratienummer
Inspectierapport Het Opstapje (KDV) Schieweg 130d 3038BE Rotterdam Registratienummer 209805560 Toezichthouder: GGD Rotterdam-Rijnmond In opdracht van gemeente: Rotterdam Datum inspectie: 06-09-2018 Type
Nadere informatiePedagogisch beleid. kinderdagverblijf
Pedagogisch beleid kinderdagverblijf maatwerk kinderopvang voor elk gezin Voorwoord Dit pedagogisch beleid is met het doel geschreven om duidelijkheid te geven aan de inhoud van een pedagogisch beleidsplan.
Nadere informatieWennen op het kinderdagverblijf
Wennen op het kinderdagverblijf Voor baby s betekent het kinderdagverblijf een overgang naar een andere omgeving. Een nieuwe omgeving, met andere geluiden, andere volwassenen en andere kinderen. Dat kan
Nadere informatiePeuteropvang Dolfijn
Peuteropvang Dolfijn Samen spelen, leren en ontdekken VVE Leuk en leerzaam Vriendjes maken Voorwoord Beste ouders en peuters, In deze brochure kunt u allerlei praktische informatie lezen over onze peutergroep.
Nadere informatieHet kind centraal. Pedagogisch beleidsplan van kinderdagverblijf Small
Het kind centraal Het kind centraal 1 Kinderdagverblijf Small Apeldoornselaan 294-304, 2573 XL Den Haag E info@kinderdagverblijfsmall.nl I www.kinderdagverblijfsmall.nl 2 Het kind centraal 4 Inleiding
Nadere informatieKids2b. Een koffer vol bagage. Kleine kinderen worden groot. REIS vormt de kern van ons handelen; RES PEC VOOR. Het pedagogisch beleid
Op REIS met Kids2b Kids2b Kids2b is zeer verheugd dat u uw kind aan ons toevertrouwd. Wij begrijpen dat het voor S I E R u als ouder een grote stap is om een deel van de zorg en opvoeding van uw kind te
Nadere informatiePedagogisch Beleidsplan KDV Mathil Rouveen
Pedagogisch Beleidsplan KDV Mathil Rouveen Inhoud: Voorwoord 2 Pedagogisch doel 3 Visie op ontwikkeling en opvoeding 4 Sociaal- emotionele veiligheid 5 Sociale ontwikkeling 5 Emotionele ontwikkeling 6
Nadere informatie