7.3 De Hoge Raad stelt nieuwe prejudiciële vragen Tussenconclusie 31 8 De alternatieve regelingen voor het BUA 31 8.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "7.3 De Hoge Raad stelt nieuwe prejudiciële vragen Tussenconclusie 31 8 De alternatieve regelingen voor het BUA 31 8."

Transcriptie

1 De gevolgen van het X-Holding en Oracle Nederland BV arrest voor de door de Hoge Raad onverbindend verklaarde onderdelen van het BUA en de fictieve prestaties Tim Jansen juli 2010 Fiscale Economie Faculteit Economie en Bedrijfskunde Universiteit van Amsterdam Begeleider: mr. drs. M.J. Ziepzeerder

2 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Het BUA De aftrek van voorbelasting Onderdelen van het BUA die niet meer van toepassing zijn De onderdelen van het BUA waarover prejudiciële vragen zijn gesteld Het geven tot gelegenheid van privévervoer Het verstrekken van spijzen en dranken Het geven van relatiegeschenken of het doen van andere giften Het verlenen van huisvesting en het geven van gelegenheid tot ontspanning 11 3 De BTW-richtlijn en de Nederlandse omzetbelasting De verhouding tussen de BTW-richtlijn en de Nederlandse omzetbelasting Het BUA en de BTW-richtlijn De prejudiciële vragen over het BUA 14 4 De uitspraak van het HvJ EG 16 5 Criteria voor een voldoende bepaalde uitsluiting Criteria volgens het HvJ EG Uitgangspunt Hoge Raad bij het stellen van de prejudiciële vragen 21 6 Beoordeling loon in natura en andere persoonlijke doeleinden aan de hand van de nieuwe criteria Loon in natura Andere persoonlijke doeleinden van dat personeel 24 7 De te nemen maatregelen door de Hoge Raad Het tussenvonnis herzien of terugkomen op het eerdere uitgangspunt De Hoge Raad komt terug op zijn uitgangspunt 28

3 2 7.3 De Hoge Raad stelt nieuwe prejudiciële vragen Tussenconclusie 31 8 De alternatieve regelingen voor het BUA Artikel 3 lid 3 onderdeel a Wet op de omzetbelasting Artikel 4 lid 2 Wet op de omzetbelasting Fictieve leveringen en diensten of het BUA Hotel Scandic en de fictieve prestaties 37 9 Conclusie 39 Bibliografie 43

4 3 1 Inleiding Ondernemers die belaste prestaties verrichten voor de belasting toegevoegde waarde (hierna: BTW) kunnen de BTW die drukt op goederen en diensten, die gekocht worden in het kader van hun onderneming (hierna: voorbelasting), aftrekken. Hierop bestaat echter een uitzondering, namelijk het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting (hierna: het BUA). Dit Besluit zorgt ervoor dat de BTW niet kan worden afgetrokken als een ondernemer goederen en diensten gebruikt voor persoonlijke doeleinden. Hetzelfde geldt als de goederen en diensten voor persoonlijke doeleinden van zijn personeel of van derden worden aangewend. 1 Door het BUA wordt voorkomen dat goederen en diensten via de onderneming BTW-vrij voor persoonlijke doeleinden kunnen worden gebruikt. 2 Op 14 november 2008 heeft de Hoge Raad beslist dat twee onderdelen van het BUA onvoldoende bepaald zijn. 3 Het gaat om loon in natura en goederen en diensten voor andere persoonlijke doeleinden van dat personeel. Dit heeft tot gevolg dat deze onderdelen niet meer van toepassing zijn. Naast deze twee onderdelen bezit het BUA nog andere onderdelen. Over die onderdelen wisten de Hoge Raad en later ook het Hof Amsterdam 4 niet zeker of die onderdelen specifiek genoeg bepaald zijn. Dit heeft geleidt tot prejudiciële vragen over het BUA. De vragen van de Hoge Raad en het Hof Amsterdam kunnen als volgt worden samengevat: Zijn de in het BUA genoemde onderdelen voldoende bepaald?. Hierbij gaat het om de volgende onderdelen: het geven van relatiegeschenken of het doen van andere giften en personeelsverstrekkingen. Het BUA bezit daarnaast nog een onderdeel, namelijk het voeren van een zekere staat, hierover zijn geen prejudiciële vragen gesteld. Verder zijn er nog twee prejudiciële vragen gesteld, welke in hoofdstuk drie worden behandeld. Het lang verwachte antwoord op deze vragen kwam op 15 april 2010 en dit antwoord was voor velen zeer verrassend. 5 Het BUA is volgens het Hof van Justitie (hierna: HvJ EG) niet in strijd met de BTW-richtlijn en kan worden gehandhaafd. 6 Dit heeft tot gevolg dat de per 1 januari 2007 ingevoerde artikelen 3 lid 3 onderdeel a Wet op de omzetbelasting Braun, K.M. (2002). Aftrek van voorbelasting in de BTW. Deventer: Kluwer, p Braun, K.M. (2002). Aftrek van voorbelasting in de BTW. Deventer: Kluwer, p Hoge Raad, 14 november 2008, nr , NTFR 2008/2311, V-N 2008/58.22, punt Hof Amsterdam, MK II, 19 januari 2009, nr. P07/00782 en 07/00783, NTFR 2009/783, V-N 2009/ Zie: commentaar J.Th. Sanders bij HvJ EG, 15 april 2010, C-538/08, NTFR 2010/ HvJ EG, 15 april 2010, C538/08 en C 33/09 (X Holding BV en Oracle Nederland BV), NTFR 2010/1023, V-N 2010/19.22.

5 4 (hierna: Wet OB) en artikel 4 lid 2 Wet OB, nagenoeg niet gebruikt zullen worden. Deze regelingen zijn namelijk niet van toepassing als het BUA al is toegepast. 7 Met artikel 3 lid 3 onderdeel a Wet OB en artikel 4 lid 2 Wet OB wordt bewerkstelligd dat de aftrek van de BTW niet langer wordt uitgesloten zoals in het BUA -, maar worden de goederen en diensten belast op het moment dat ze gebruikt worden voor persoonlijke doeleinden. 8 De uitspraak van het HvJ EG bevat genoeg reden om te twijfelen of de Hoge Raad niet te voorbarig is geweest met het onverbindend verklaren van de onderdelen 'loon in natura en andere persoonlijke doeleinden van dat personeel. Daarbij komt de volgende centrale vraag op: Zijn de onderdelen loon in natura en voor andere persoonlijke doeleinden van dat personeel inderdaad onverbindend zoals de Hoge Raad heeft geoordeeld of kan uit het recente arrest van het HvJ EG worden afgeleid dat deze twee onderdelen ten onrechte onverbindend zijn verklaard? Uiteindelijk leidt het beantwoorden van deze vraag tot een beoordeling van loon in natura en andere persoonlijke doeleinden van dat personeel met in aanmerking nemend het recente arrest van het HvJ EG. 9 Aan de hand van de uitkomst volgt een advies aan de Hoge Raad. Daarnaast wordt een beoordeling gegeven over twee argumenten voor het afschaffen van het BUA die de minister van Financiën heeft weerlegd in het Belastingplan van De centrale vraag wordt beantwoord met behulp van een literatuuronderzoek. Om antwoord te geven op de centrale vraag, wordt in hoofdstuk twee het BUA besproken. In hoofdstuk drie wordt behandeld wat de BTW-richtlijn inhoudt en wat het verschil is met de Nederlandse omzetbelasting. Daarnaast worden de prejudiciële vragen behandeld in dit hoofdstuk. Vervolgens wordt in hoofdstuk vier de uitspraak van het HvJ EG behandeld. Daarna worden in hoofdstuk vijf de criteria van het HvJ EG betreffend een voldoende bepaalde uitsluiting en het uitgangspunt van de Hoge Raad bij het onverbindend verklaren van loon in natura en andere persoonlijke doeleinden van dat personeel behandeld. In hoofdstuk zes volgt een beoordeling van de onverbindend verklaarde onderdelen van het BUA aan de hand van de nieuwe criteria. Vervolgens wordt in hoofdstuk zeven drie mogelijkheden besproken die de Hoge Raad kan nemen met vervolgens een beoordeling 7 In artikel 16a van de Wet OB is geregeld dat het BUA voorgaat. 8 Hilten, M.E. van, en H.W.M. van Kesteren (2007). Omzetbelasting. Deventer: Kluwer, p. 107 en p HvJ EG, 15 april 2010, C538/08 en C 33/09 (X Holding BV en Oracle Nederland BV), NTFR 2010/1023, V-N 2010/ Kamerstukken I, 2006/07, , D, p. 20.

6 5 hierover. In hoofdstuk acht volgt een uiteenzetting van de alternatieve regelingen en een beoordeling van de argumenten waarmee de minister van Financiën de argumenten voor het afschaffen van het BUA weerlegde. Ten slotte wordt in hoofdstuk negen een conclusie gegeven. 2 Het BUA In dit hoofdstuk wordt eerst ingegaan op de aftrek van voorbelasting. Daarna het onderdeel van het BUA dat geen werking meer heeft en de onderdelen die door de Hoge Raad onverbindend zijn verklaard. Ten slotte zullen de prejudiciële vragen en de onderdelen van het BUA waartoe zij betrekking hebben worden behandeld. 2.1 De aftrek van voorbelasting De voorbelasting die drukt op goederen en diensten is alleen aftrekbaar als de onderneming belaste prestaties verricht. Indien de onderneming alleen vrijgestelde prestaties verricht in de zin van artikel 11 Wet OB, dan is aftrek van voorbelasting in zijn geheel niet mogelijk. Onder vrijgestelde prestaties vallen o.a. het verstrekken van onderwijs, het verhuur van onroerende zaken en kredietbemiddeling. Voordat er aan aftrek van voorbelasting wordt toegekomen moet volgens Van Hilten en Van Kesteren nog aan de volgende drie vereisten worden voldaan. Ten eerste moet de BTW aan de ondernemer in rekening gebracht zijn. Ten tweede moet de BTW een verband hebben met de aan de ondernemer uitgevoerde prestatie. Ten derde moet de BTW correct op de nota vermeld zijn Op deze vereisten zal niet uitgebreider worden ingegaan, omdat dit buiten de reikwijdte van deze scriptie valt. In sommige situaties wordt aftrek (gedeeltelijk) uitgesloten. Deze uitsluiting kan plaatsvinden op grond van artikel 16 Wet OB, dat verder is uitgewerkt in het BUA. 13 Het 11 Hilten, M.E. van, en H.W.M. van Kesteren (2007). Omzetbelasting. Deventer: Kluwer, p Aftrek wordt niet altijd uitgesloten bij een onjuiste factuur. Zie: Besluit Staatssecretaris van Financiën, 12 februari 2009, nr. CPP2009/263M. 13 Nederlandse Documentatie Fiscaal Recht (2010). Kern artikel 16 Wet OB 1969.

7 6 BUA sluit in artikel 1 de aftrek van voorbelasting op goederen en diensten uit als deze worden gebruikt voor het voeren van een zekere staat, het geven van relatiegeschenken of het doen van andere giften en personeelsverstrekkingen. Verder dient nog te worden opgemerkt dat het BUA op grond van artikel 4 van het BUA pas van toepassing is als de bevoordeling per belanghebbende meer dan 227 euro exclusief BTW per boekjaar bedraagt. Indien de grens van 227 euro is overschreden dan is de voorbelasting in het geheel niet aftrekbaar, dus ook niet de eerste 227 euro. 14 Uit deze paragraaf blijkt dat de aftrek van voorbelasting die drukt op goederen en diensten mogelijk is als de onderneming belaste prestaties verricht. Deze aftrek kan echter worden uitgesloten als er sprake is van BUA prestaties. Op deze prestaties zal in de volgende paragrafen dieper worden ingegaan. 2.2 Onderdelen van het BUA die niet meer van toepassing zijn In deze paragraaf komen twee van de drie in paragraaf 2.1 genoemde onderdelen van het BUA aan bod. Het eerste onderdeel dat aan bod komt is het voeren van een zekere staat, wat is opgenomen in artikel 1 lid 1 onderdeel a van het BUA. Bij de uitleg van dit onderdeel moet aansluiting worden gezocht bij de vergelijkbare bepaling in de Wet inkomstenbelasting 2001 (hierna: Wet IB). 15 Onder deze bepaling wordt in de Wet IB volgens jurisprudentie van de Hoge Raad verstaan: uitgaven waarmede iemand in zijn persoonlijke leven het maatschappelijke aanzien of gewicht van zekere functie tot uitdrukking tracht te brengen. 16 Deze bepaling speelde een rol in het arrest van 23 juni 1982, BNB 1982/232. Hierin werd bepaald dat het zakelijk gebruik van een Rolls Royce door de directeur van een NV niet als het voeren van een zekere staat wordt gezien. Uit dit arrest blijkt volgens Braun dat er geen uitsluiting van aftrek van voorbelasting mogelijk is voor de aanschaf van een statussymbool die zakelijk gebruikt wordt in de onderneming. Daarnaast zijn de aanschaffingskosten van een 14 Beelen, S.T.M., K.M. Braun, O.L. Mobach en G.J. van Norden (2009). Studenteneditie , Cursus Belastingrecht (Omzetbelasting). Deventer: Kluwer, p Beelen, S.T.M., K.M. Braun, O.L. Mobach en G.J. van Norden (2009). Studenteneditie , Cursus Belastingrecht (Omzetbelasting). Deventer: Kluwer, p Hoge Raad, 11 februari 1959, nr , BNB 1959/119.

8 7 statussymbool niet aftrekbaar als deze niet in het kader van de onderneming wordt aangeschaft. 17 Dit heeft tot gevolg dat dit onderdeel van het BUA nagenoeg geen werking meer heeft. De andere twee onderdelen van het BUA vallen onder de personeelsverstrekkingen. Hierbij gaat het om het uitkeren van loon in natura en het gebruik van goederen en diensten voor persoonlijke doeleinden van het personeel. 18 Deze onderdelen worden uitgebreider behandeld in hoofdstuk zes. Deze categorieën van het BUA zijn volgens de Hoge Raad als geheel onvoldoende en te ruim bepaald. 19 Dit heeft tot gevolg dat ze in strijd zijn met de BTW-richtlijn en hierdoor geen werking meer hebben. Hier is na de uitspraak van het HvJ EG 20 - wellicht - een kanttekening bij te plaatsen, waarop in de hoofdstukken vijf en zes uitgebreid op in wordt gegaan. Daarnaast zijn in dit arrest prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie gesteld, waarop in paragrafen 2.3 en 3.3 verder wordt ingegaan. Het voorafgaande toont aan dat drie onderdelen van het BUA - vooralsnog - niet of nauwelijks nog werking hebben. Het gaat om het voeren van een zekere staat, het gebruik van goederen en diensten voor het uitkeren van loon in natura en voor andere persoonlijke doeleinden van dat personeel. 2.3 De onderdelen van het BUA waarover prejudiciële vragen zijn gesteld In paragraaf 2.2 zijn de onderdelen van het BUA behandeld die niet meer van toepassing zijn. In deze paragraaf worden de onderdelen van het BUA behandeld waarover prejudiciële vragen zijn gesteld door de Hoge Raad 21 en het Hof Amsterdam. 22 De prejudiciële vraag van de Hoge Raad gaat over het geven van gelegenheid tot privévervoer. Het Hof Amsterdam heeft vragen gesteld over de volgende onderdelen van het BUA: - het verstrekken van spijzen en dranken aan het personeel van de ondernemer; - het geven van relatiegeschenken of het doen van andere giften; 17 Braun, K.M. (2002). Aftrek van voorbelasting in de BTW. Deventer: Kluwer, p Beelen, S.T.M., K.M. Braun, O.L. Mobach en G.J. van Norden (2009). Studenteneditie , Cursus Belastingrecht (Omzetbelasting). Deventer: Kluwer, p Hoge Raad, 14 november 2008, nr , NTFR 2008/2311, V-N 2008/58.22, r.o HvJ EG, 15 april 2010, C538/08 en C 33/09 (X Holding BV en Oracle Nederland BV), NTFR 2010/1023, V- N 2010/ Hoge Raad, 14 november 2008, nr , NTFR 2008/2311, V-N 2008/ Hof Amsterdam, MK II, 19 januari 2009, nr. P07/00782 en 07/00783, NTFR 2009/783, V-N 2009/16.16.

9 8 - het aan het personeel van de ondernemer verlenen van huisvesting; - het aan het personeel van de ondernemer geven van gelegenheid tot ontspanning. De vraag die bij de Hoge Raad en het Hof Amsterdam centraal stond is of de hiervoor genoemde onderdelen voldoende bepaald zijn. In hoofdstuk drie zal er uitgebreider worden ingegaan op de achtergrond van de prejudiciële vragen. Naast de onderdelen die niet meer van toepassing zijn en waarover prejudiciële vragen zijn gesteld bezit het BUA nog een onderdeel, namelijk het geven tot gelegenheid van sport. Op dit onderdeel zal ik niet verder ingaan in deze scriptie. Ik ga er gemakshalve vanuit dat deze categorie van het BUA qua (on)verbindendheid hetzelfde behandeld zal worden als bijvoorbeeld het aan het personeel van de ondernemer verlenen van huisvesting en/of het aan het personeel van de ondernemer geven van gelegenheid tot ontspanning Het geven tot gelegenheid van privévervoer Het eerste onderdeel van het BUA dat ter discussie staat is het geven tot gelegenheid van privévervoer. Dit onderdeel is opgenomen onder de personeelsverstrekkingen in artikel 1 lid 1 onderdeel c van het BUA. Het gaat dan om een door de ondernemer aan de werknemer ter beschikking gestelde auto. De aftrek wordt (gedeeltelijk) uitgesloten als de auto naast zakelijk ook voor privé gebruikt wordt. De uitsluiting bedraagt dan het gedeelte van de BTW dat rust op het privégebruik van de auto. 23 Om het privégebruik en het zakelijk gebruik te onderscheiden moet het gebruik van de auto worden bijgehouden. De staatssecretaris van Financiën heeft in 2009 een vereenvoudiging laten plaatsvinden door in een Besluit goed te keuren dat er voor het berekenen van de correctie van privégebruik van werknemers aansluiting kan worden gezocht bij de forfaitaire regeling in de loon- en inkomstenbelasting. 24 Hierdoor kan de ondernemer die belaste prestaties verricht de BTW op alle gemaakte autokosten aftrekken en eenmaal per jaar moet hij 12 procent BTW over 25 procent van de cataloguswaarde aangeven in het laatste belastingtijdvak van het 23 Beelen, S.T.M., K.M. Braun, O.L. Mobach en G.J. van Norden (2009). Studenteneditie , Cursus Belastingrecht (Omzetbelasting). Deventer: Kluwer, p Besluit Staatssecretaris van Financiën, 9 februari 2009, nr. CPP2009/109M, Stcrt. nr. 29, NTFR 2009/435, V- N 2009/10.30.

10 9 jaar. 25 Als de auto voor minder dan 500 kilometer gebruikt is voor privédoeleinden, dan vindt er geen correctie plaats voor het privégebruik. Verder is er in het eerdergenoemde Besluit goedgekeurd dat er geen correctie plaatsvindt op de aftrek van voorbelasting van openbaarvervoersbewijzen die werknemers van personenvervoersbedrijven ook voor privédoeleinden gebruiken. Tevens kan er gedacht worden aan het verstrekken van een fiets of het verzorgen van het vervoer van personeel naar het werk. Het ter beschikking stellen van een fiets voor het woon-werkverkeer, waarvan de aanschaffingskosten minder dan 749 euro inclusief BTW bedraagt, wordt niet uitgesloten van aftrek van voorbelasting. 26 Ook wordt de aftrek niet uitgesloten als het woon-werkvervoer van het personeel plaatsvindt in een bus die is ingericht voor het vervoer van meer dan acht personen Het verstrekken van spijzen en dranken Het tweede onderdeel van het BUA dat ter discussie staat is het verstrekken van spijzen en dranken aan het personeel. Dit onderdeel wordt volgens artikel 1 lid 3 onderdeel a van het BUA niet als een personeelsverstrekking gezien. Hierdoor is volledige aftrek van voorbelasting in beginsel mogelijk. 28 Desondanks kan het voorkomen dat er een correctie moet plaatsvinden uit hoofde van artikel 3 van het BUA. Deze correctie moet plaatsvinden als de genoten aftrek de toegestane aftrek overtreft. Om de toegestane aftrek te berekenen moet de kostprijs (exclusief BTW) van de spijzen en dranken worden verhoogd met vijfentwintig procent. Dit bedrag wordt verminderd met de vergoeding die de werknemer betaald heeft. Het overgebleven bedrag is voor 6 procent uitgesloten van aftrek. 29 Om dit te verduidelijken zal ik een voorbeeld geven. Stel een ondernemer koopt spijzen en dranken met een kostprijs van euro exclusief BTW. In beginsel is alle voorbelasting hiervan aftrekbaar (stel: 1000 euro). De spijzen en dranken verstrekt hij aan zijn werknemers zonder een vergoeding te ontvangen. 25 Zie: artikel 15 Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting juncto artikel 3.20 Wet inkomstenbelasting Zie: artikel 1 lid 3 onderdeel c van het BUA. 27 Zie: artikel 1 lid 3 onderdeel b van het BUA. 28 Nederlandse Documentatie Fiscaal Recht (2010a). Commentaar artikel 16 Wet OB 1969, het deel over de kantineregeling. 29 Zie: artikel 3 lid 1 en 2 van het BUA.

11 10 Om de toegestane aftrek te berekenen moet de kostprijs verhoogd worden met 25 procent en komt op euro. Hiervan is 6 procent niet aftrekbaar, dus 900 euro. Er dient dan een correctie plaats te vinden van 900 euro, waardoor er een toegestane aftrek overblijft van 100 euro Het geven van relatiegeschenken of het doen van andere giften Het derde onderdeel van het BUA dat ter discussie staat is het geven van relatiegeschenken of het doen van andere giften. Deze uitsluiting staat in artikel 1 lid 1 onderdeel b van het BUA. Volgens Beelen, Braun, Mobach en Van Norden is er alleen sprake van een relatiegeschenk of andere gift als er voor het geven van het geschenk al zakelijke banden bestonden tussen de gever en de ontvanger. 31 Indien dit het geval is sluit het BUA de aftrek uit als de ontvanger van het relatiegeschenk of andere gift de voorbelasting in het geheel niet (bij vrijgestelde ondernemers) of hoofdzakelijk niet zou kunnen aftrekken als hij het goed of de dienst zelf had aangeschaft. Daarnaast moet de ontvanger van het goed of de dienst geen vergoeding hebben betaald of een vergoeding die lager is dan de aanschaffings- of voortbrengingskosten exclusief BTW. 32 Verder vindt er geen uitsluiting van aftrek van voorbelasting plaats op grond van het BUA als de ondernemer een relatiegeschenk geeft aan een onderneming die in het buitenland is gevestigd. Dit heeft het Hof Arnhem bepaald in zijn arrest van 28 maart Het Hof vindt namelijk dat op een buitenlandse ondernemer die het goed verkrijgt geen Nederlandse omzetbelasting hoort te drukken. 30 Verder dient nog opgemerkt te worden dat de kantineregeling kan worden losgekoppeld van de personeelsverstrekking, mocht het bedrag van de personeelsverstrekkingen samen met de kantineverstrekkingen meer zijn dan 227 euro per persoon. In dit geval blijft de aftrek van voorbelasting mogelijk voor de personeelsverstrekkingen als deze zonder de kantineverstrekkingen - minder bedraagt dan 227 euro. 31 Beelen, S.T.M., K.M. Braun, O.L. Mobach en G.J. van Norden (2009). Studenteneditie , Cursus Belastingrecht (Omzetbelasting). Deventer: Kluwer, p Hilten, M.E. van, en H.W.M. van Kesteren (2007). Omzetbelasting. Deventer: Kluwer, p Hof Arnhem, 28 maart 1989, nr. 2562/1988, FED 1989/389.

12 Het verlenen van huisvesting en het geven van gelegenheid tot ontspanning In deze paragraaf worden de laatste twee onderdelen van het BUA behandeld die ter discussie staan. Beide onderdelen vallen onder de personeelsverstrekkingen van artikel 1 lid 1 onderdeel c. Het eerste onderdeel, het verlenen van huisvesting aan het personeel zal betrekkelijk weinig van toepassing zijn. Aangezien het verhuur van onroerende zaken meestal vrijgesteld is van BTW. In dit geval is de aftrek van voorbelasting al niet mogelijk op grond van artikel 11 lid 1 onderdeel b juncto artikel 15 lid 2 Wet OB en wordt er niet toegekomen aan het BUA. 34 De regeling kan volgens Van Hilten en Van Kesteren wel van toepassing zijn bij het zorgen voor huisvesting voor buitenlandse werknemers, waarbij geen huurovereenkomst is gesloten met de werknemers. Daarnaast kan de regeling van toepassing zijn bij dienstwoningen. 35 Het laatste onderdeel dat ter discussie staat is het geven van gelegenheid tot ontspanning. Dit is een vrij ruime bepaling, waar allerlei vormen van niet zakelijke ontspanning onder vallen. 36 Hierbij kan gedacht worden aan een niet zakelijk bedrijfsuitje naar een skicentrum met na afloop apfelstrüdel en glühwein. 3 De BTW-richtlijn en de Nederlandse omzetbelasting In dit hoofdstuk wordt eerst kort ingegaan op de verhoudingen tussen de BTW-richtlijn en de Nederlandse omzetbelasting. Daarna wordt het verschil tussen het BUA en de BTW-richtlijn aan het licht gebracht. Ten slotte komen de prejudiciële vragen aan bod. 3.1 De verhouding tussen de BTW-richtlijn en de Nederlandse omzetbelasting. De omzetbelasting is de meest Europese belasting die in Nederland voorkomt. In 27 lidstaten van de Europese Unie heeft men - naast de eigen nationale wetgeving - te maken met 34 Beelen, S.T.M., K.M. Braun, O.L. Mobach en G.J. van Norden (2009). Studenteneditie , Cursus Belastingrecht (Omzetbelasting). Deventer: Kluwer, p Hilten, M.E. van, en H.W.M. van Kesteren (2007). Omzetbelasting. Deventer: Kluwer, p Beelen, S.T.M., K.M. Braun, O.L. Mobach en G.J. van Norden (2009). Studenteneditie , Cursus Belastingrecht (Omzetbelasting). Deventer: Kluwer, p. 401.

13 kracht. 40 Het is duidelijk dat de Nederlandse omzetbelasting onder grote invloed staat van de 12 de BTW-richtlijn. De nationale wetgeving moet zo zijn opgesteld dat deze niet in strijd is met de BTW-richtlijn. Als blijkt dat de wetgeving in strijd is met de BTW-richtlijn bijvoorbeeld na een uitspraak van het HvJ EG - dan is desbetreffende artikel niet meer geldig en dient deze richtlijnconform worden aangepast. Daarnaast worden de uitleg van de nationale wetgeving en de BTW-richtlijn ook beïnvloed door uitspraken van het HvJ EG te Luxemburg. De omzetbelasting die wij tegenwoordig kennen is in 1968 ingevoerd onder invloed van de Eerste en Tweede richtlijn. De Eerste richtlijn bepaalde volgens Van Hilten en Van Kesteren alleen dat er een BTW-stelsel moest worden ingevoerd, waarbij er belasting wordt geheven over de toegevoegde waarde met recht op aftrek van voorbelasting. De Tweede richtlijn gaf aan hoe het BTW-stelsel er in grote lijnen uit moest zien. 37 In 1977 werd de Tweede Richtlijn vervangen door de Zesde Richtlijn. Hierin werden meer bepalingen verder uitgewerkt met het oog op één interne markt. 38 Uiteindelijk werden in 1993 de fiscale grenzen opgeheven tussen de lidstaten van de Europese Unie. Opgeheven staat hier tussen aanhalingstekens, aangezien er weldegelijk nog grenzen zijn. Men spreekt echter niet meer van invoer en uitvoer, maar van intracommunitaire verwervingen en intracommunitaire leveringen. 39 De laatste wijziging is dat per 1 januari 2007 de Eerste Richtlijn en de Zesde Richtlijn vervangen zijn door de BTW-richtlijn. Inhoudelijk kent de BTW-richtlijn nauwelijks wijzigingen, daarom behouden de arresten die gewezen zijn onder de Zesde Richtlijn hun BTW-richtlijn en de jurisprudentie van het HvJ EG. In de volgende paragraaf zal ik ingaan op de verschillen tussen de systematiek van het BUA en de BTW-richtlijn. 3.2 Het BUA en de BTW-richtlijn Een systeem zoals het BUA bestaat tegenwoordig alleen nog in Nederland. In de rest van de lidstaten van de Europese Unie wordt het systeem van de BTW-richtlijn gehanteerd. Dat in Nederland een afwijkend systeem wordt gehanteerd wordt mogelijk gemaakt door de 37 Hilten, M.E. van, en H.W.M. van Kesteren (2007). Omzetbelasting. Deventer: Kluwer, p Nederlandse Documentatie Fiscaal Recht (2010b). Europeesrechtelijk kader. De Europese btw. 39 In de wet komt echter het begrip intracommunitaire levering niet voor. 40 Hilten, M.E. van, en H.W.M. van Kesteren (2007). Omzetbelasting. Deventer: Kluwer, p. 33.

14 13 standstill bepaling in artikel 176 BTW-richtlijn In dit artikel is bepaald dat lidstaten elke uitsluiting van aftrek van omzetbelasting kunnen handhaven die zij op 1 januari 1979 in hun wetgeving hadden opgenomen. De goederen en diensten die worden uitgesloten moeten wel voldoende bepaald zijn 43 en er mogen geen wijzigingen plaatsvinden die de werking van de uitsluiting uitbreiden. 44 Het BUA sluit de aftrek van voorbelasting uit als de goederen in het kader van de onderneming worden aangeschaft, maar later voor persoonlijke doeleinden niet in het kader van de onderneming - worden gebruikt. In de richtlijn komt een dergelijke systematiek niet voor. De BTW-richtlijn voorkomt dat goederen en diensten belastingvrij in het consumptieve verkeer komen door een fictieve heffing, die is opgenomen in artikel 16 BTW-richtlijn voor goederen en artikel 26 BTW-richtlijn voor diensten. In tegenstelling tot het BUA wordt hier niet de aftrek van voorbelasting gecorrigeerd, maar vindt er een heffing plaats op het moment dat de goederen en diensten om niet - voor privé- of niet bedrijfsdoeleinden worden gebruikt. Er dient wel aftrek van voorbelasting te zijn genoten bij de aanschaf van de goederen en diensten, voordat er sprake kan zijn van een fictieve levering of dienst onder bezwarende titel. De maatstaf van heffing bij de levering van goederen wordt bepaald door de aankoopprijs van de goederen of soortgelijke goederen en anders de kostprijs. 45 Voor de maatstaf van heffing bij de diensten wordt gekeken naar de door de belastingplichtige gemaakte kosten voor het verrichten van de dienst. 46 Zoals reeds eerder opgemerkt gaat het om diensten en leveringen waar geen vergoeding tegenover staat, mocht er wel een vergoeding tegenover staan ook al is deze lager dan de kostprijs - dan vindt er geen fictieve levering of dienst plaats. 47 Verder dient opgemerkt te worden dat Nederland sinds 1 januari 2007 naar aanleiding van het arrest Charles Tijmens 48 - een zelfde systeem als de BTW-richtlijn kent in artikel 3 lid 3 onderdelen a en c Wet OB en artikel 4 lid 2 Wet OB In de prejudiciële vragen en arresten wordt meestal nog gebruik gemaakt van de artikelen onder de Zesde Richtlijn. Ik zal voornamelijk gebruik maken van de overeenkomstige artikelen onder de BTW-richtlijn. 42 Artikel 17 lid 6 Zesde Richtlijn. 43 HvJ EG, 14 juli 2005, C-343/03 (Charles Tijmens), NTFR 2005/965, V-N 2005/35.18, BNB 2005/284, r.o HvJ EG, 11 september 2003, C-155/01 (Cookies World Vertriebsgesellschaft), NTFR2003/1596, V-N 2003/48.18, FED 2004/7, r.o Zie artikel 74 BTW-richtlijn. 46 Zie artikel 76 BTW-richtlijn. 47 HvJ EG, 20 januari 2005, C-412/03 (Hotel Scandic Gåsabäck), NTFR2005/113, V-N 2005/8.22, r.o HvJ EG, 14 juli 2005, C-343/03 (Charles Tijmens), NTFR 2005/965, V-N 2005/35.18, BNB 2005/ Kamerstukken II, 2006/07, 30804, nr. 3, Memorie van Toelichting, p. 24 en Wet van 14 december 2006, Staatsblad, nr. 682, waarin staat dat de inwerkingtreding is per 1 januari 2007.

15 14 Echter wordt in artikel 16a Wet OB bepaald dat het BUA voorgaat. Het BUA corrigeert dus aan de kant van de aftrek van voorbelasting. De BTWrichtlijn hanteert een systeem, waarbij de aftrek van voorbelasting gewoon volledig mogelijk is, maar waarbij een correctie plaatsvindt voor het privégebruik. 3.3 De prejudiciële vragen over het BUA De rechters in Nederland zijn bevoegd om bij twijfel - op grond van artikel 234 EG verdrag - over de uitlegging of de geldigheid van een artikel een prejudiciële vraag te stellen aan het HvJ EG. De Hoge Raad is hier zelfs toe verplicht. 50 Deze verplichting ontbreekt als het HvJ EG al eerder een arrest gewezen heeft betreffende een zelfde probleemstelling (acte éclairé) en als de uitleg van de richtlijnbepaling op geen enkele wijze ter discussie staat (acte clair). 51 Hierbij moet worden opgemerkt dat het HvJ EG alleen de vraag beantwoordt en verder niet het vonnis wijst over de zaak waartoe de vraag betrekking heeft. Na de uitspraak van het HvJ EG wordt de zaak heropend en doet de nationale rechter in dit geval de Hoge Raad en het Hof Amsterdam - uitspraak, waarbij de prejudiciële uitspraak in acht wordt genomen. 52 In paragraaf 2.3 is al kort stil gestaan bij één van de drie prejudiciële vragen die de Hoge Raad en het Hof Amsterdam hebben voorgelegd aan het HvJ EG. Zij wilden vernemen van het HvJ EG of de in het BUA in paragraaf 2.3 genoemde onderdelen voldoende bepaald zijn. In de woorden van de Hoge Raad 53 en het Hof Amsterdam 54 : Moeten artikel 11, vierde lid, van de Tweede richtlijn en artikel 17, zesde lid, van de Zesde richtlijn zo worden uitgelegd, dat een lidstaat, die gebruik heeft willen maken van de in die artikelen geboden mogelijkheid tot (handhaving van de) uitsluiting van aftrek met betrekking tot categorieën uitgaven die worden omschreven als... voldaan heeft aan de voorwaarde een categorie van voldoende bepaalbare goederen en diensten aan te wijzen?. 50 Hilten, M.E. van, en H.W.M van Kesteren (2007). Omzetbelasting. Deventer: Kluwer, p Lubbers, A.O. (2007). Belastingarresten lezen en analyseren. Amersfoort: Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers, p Lubbers, A.O. (2007). Belastingarresten lezen en analyseren. Amersfoort: Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers, p Hoge Raad, 14 november 2008, nr , NTFR 2008/2311, V-N 2008/58.22, r.o Hof Amsterdam, MK II, 19 januari 2009, nr. P07/00782 en 07/00783, NTFR 2009/783, V-N 2009/16.16, r.o

16 15 Het overige deel van de vraag is achterwege gelaten, omdat daar wederom een opsomming wordt gegeven van de in de prejudiciële vragen ter discussie staande onderdelen van het BUA. Voor die onderdelen verwijs ik naar paragraaf 2.3. Het is echter wel van belang om nog op te merken dat in artikel 11 lid 4 van de Tweede Richtlijn is opgenomen dat bepaalde goederen en diensten van aftrek kunnen worden uitgesloten. Hierbij moet vooral gedacht worden aan goederen en diensten waarvan verwacht kan worden dat deze uitsluitend of gedeeltelijk voor privédoeleinden worden gebruikt. De tweede prejudiciële vraag over het BUA gaat als volgt: Indien het antwoord op de eerste vraag bevestigend luidt voor één der genoemde categorieën, bieden artikel 6, lid 2, en artikel 17, leden 2 en 6, van de Zesde Richtlijn ruimte voor een nationale wettelijke regeling als in het geding aan de orde is, die vóór de inwerkingtreding van die richtlijn is vastgesteld en op grond waarvan een belastingplichtige de omzetbelasting betaald bij de aanschaf van bepaalde goederen en diensten, omdat ter zake daarvan een vergoeding in rekening is gebracht met omzetbelasting, niet volledig in aftrek kan brengen, te weten slechts tot het bedrag van de ter zake van die prestatie verschuldigde belasting?. 55 Oftewel heeft een pro rata systeem als het BUA überhaupt bestaansrecht? De hierboven aangehaalde artikelen 6 lid 2 Zesde richtlijn 56 en 17 lid 6 Zesde Richtlijn 57 zijn al behandeld in paragraaf 3.2. In artikel 17 lid 2 Zesde Richtlijn 58 is opgenomen, dat de belastingplichtige de voorbelasting mag aftrekken voor zover de goederen en diensten worden gebruikt voor belaste prestaties. De derde prejudiciële vraag werd door het Hof Amsterdam gesteld. Deze vraag heeft net als de andere twee vragen betrekking op artikel 176 BTW-richtlijn. Hier gaat het om een wijziging die heeft plaatsgevonden in de categorie spijzen en dranken nadat de Zesde richtlijn in werking trad. Sinds januari 1980 is de uitsluiting van aftrek van voorbelasting voor spijzen en dranken niet meer opgenomen in artikel 1 onderdeel c van het BUA, maar in artikel 3 van het BUA. De verandering zit hem met name in, dat de aftrek nu wordt uitgesloten voor 6% van de kostprijs van de spijzen en dranken vermeerderd met 25% minus de door de 55 Hoge Raad, 14 november 2008, nr , NTFR 2008/2311, V-N 2008/58.22, r.o en Hof Amsterdam, MK II, 19 januari 2009, nr. P07/00782 en 07/00783, NTFR 2009/783, V-N 2009/16.16, r.o Zie overeenkomstige artikel 26 van de BTW-richtlijn. 57 Zie overeenkomstige artikel 176 van de BTW-richtlijn. 58 Hiervan is mij geen overeenkomstig artikel in de BTW-richtlijn bekend.

17 16 werknemers betaalde bijdrage, wat ten tijde van de invoering van de Zesde richtlijn nog niet het geval was. 59 Het is namelijk zo, wil er een beroep worden gedaan op artikel 176 BTWrichtlijn, dat er geen wijzigingen mogen plaatsvinden, waardoor de werkingssfeer van de bepaling wordt uitgebreid. 60 De vraag die het Hof Amsterdam naar aanleiding van deze verandering aan het Hof van Justitie voorlegde was als volgt: Zo met betrekking tot het verstrekken van spijzen en dranken is voldaan aan de voorwaarde een categorie voldoende bepaalde goederen en diensten aan te wijzen, verzet artikel 17, lid 6, van de Zesde Richtlijn zich dan tegen een wijziging in een bestaande uitsluiting van de aftrek van welke wijziging aannemelijk is dat in beginsel de draagwijdte van die uitsluiting wordt beperkt, doch waarbij niet kan worden uitgesloten dat in een individueel geval in enig jaar, met name door het forfaitaire karakter van de gewijzigde regeling, de werkingssfeer van de beperking van de aftrek wordt uitgebreid?. 61 Nu de drie prejudiciële vragen zijn behandeld wordt in hoofdstuk ingegaan op het antwoord van het Hof van Justitie. 4 De uitspraak van het HvJ EG In dit hoofdstuk wordt de uitspraak van het HvJ EG behandeld. Het HvJ EG heeft op 15 april 2010 arrest gewezen in de zaak X-Holding en Oracle Nederland. 62 Hierbij moet worden opgemerkt dat het HvJ EG op een doorslaggevend punt een andere gedachtegang aanhield dan de advocaat generaal. 63 Het gaat om de criteria voor een voldoende bepaalde uitsluiting, waaraan de onderdelen van het BUA moeten voldoen. 64 Op deze criteria wordt in hoofdstuk vijf verder ingegaan. In dit hoofdstuk behandel ik de antwoorden op de prejudiciële vragen van het HvJ EG. 59 Koninklijk Besluit van 31 oktober 1979, Stb. 1979, HvJ EG, 11 september 2003, C-155/01 (Cookies World Vertriebsgesellschaft), NTFR 2003/1596, V-N 2003/48, FED 2004/7, r.o Hof Amsterdam, MK II, 19 januari 2009, nr. P07/00782 en 07/00783, NTFR 2009/783, V-N 2009/16.16, r.o HvJ EG, 15 april 2010, C538/08 en C 33/09 (X Holding BV en Oracle Nederland BV), NTFR 2010/1023, V- N 2010/ Conclusie A-G HvJ Mengozzi, 28 januari 2010, nr. C-538/08 en C-33/09, NTFR 2010/375, V-N 2010/ Zie de eerste prejudiciële vraag in paragraaf 3.3.

18 17 De eerste prejudiciële vraag beantwoordde het HvJ EG bevestigend. 65 Het HvJ EG acht dat de onderdelen van het BUA waarover prejudiciële vragen zijn gesteld 66 voldoende bepaald zijn. Dit wil zeggen dat de onderdelen naar de aard of het doel van de goederen en diensten zijn bepaald. In hoofdstuk vijf zullen de beweegredenen van het HvJ EG de revue passeren. De tweede prejudiciële vraag wordt door het HvJ EG vrij kort behandeld en er lijkt dan ook totaal geen twijfel te bestaan over de mogelijkheid tot het gebruik van een systeem van het BUA, waarbij de aftrek pro-rata 67 wordt toegestaan. 68 De derde prejudiciële vraag wordt eveneens bevestigend beantwoord. 69 Het HvJ EG is van mening dat de aftrekbeperking met betrekking tot de kantineregeling door de aanpassing na de invoering van de Zesde Richtlijn niet is uitgebreid. Dit heeft tot gevolg dat de aanpassing in de kantineregeling kan worden gehandhaafd, omdat door de aanpassing de uitsluiting van de aftrek is beperkt en niet is uitgebreid. 70 Hierbij moet worden opgemerkt dat het HvJ EG niet op de verhoging 71 van het drempelbedrag van het BUA 72 is ingegaan, maar alleen op de forfaitaire verandering in de uitsluiting. 73 Sanders gaat hier in zijn commentaar bij het arrest wel op in. 74 Volgens hem zal het HvJ EG de verhoging van het drempelbedrag wel toestaan, aangezien de uitsluiting van aftrek van voorbelasting wordt beperkt. Hij is echter van mening dat de verhoging de neutraliteit van de omzetbelasting schendt, aangezien een verhoging van het drempelbedrag het kopen via de eigen onderneming bevorderd. Hier ben ik het echter niet mee eens. Hij gaat hier voorbij aan de economische motieven die hier waarschijnlijk - aan de grondslag zullen 65 HvJ EG, 15 april 2010, C538/08 en C 33/09 (X Holding BV en Oracle Nederland BV), NTFR 2010/1023, V- N 2010/19.22, r.o Het gaat hier om de volgende categorieën: het verstrekken van spijzen en dranken aan het personeel van de ondernemer, het geven van relatiegeschenken of het doen van andere giften, het aan het personeel van de ondernemer verlenen van huisvesting, het aan het personeel van de ondernemer geven van gelegenheid tot ontspanning, het gelegenheid geven tot privévervoer. 67 Er is alleen aftrek van voorbelasting mogelijk voor het deel dat toe te rekenen is aan het gebruik voor bedrijfsdoeleinden en niet voor het deel welke gebruikt wordt voor privédoeleinden, tenzij de goederen volledig als bedrijfsvermogen wordt geëtiketteerd. 68 HvJ EG, 15 april 2010, C538/08 en C 33/09 (X Holding BV en Oracle Nederland BV), NTFR 2010/1023, V- N 2010/19.22, r.o. 58 t/m HvJ EG, 15 april 2010, C538/08 en C 33/09 (X Holding BV en Oracle Nederland BV), r.o Zie: Hof Amsterdam, MK II, 19 januari 2009, nr. P07/00782 en 07/00783, NTFR 2009/783, V-N 2009/16.16, punt en HvJ EG, 15 april 2010, C538/08 en C 33/09 (X Holding BV en Oracle Nederland BV), NTFR 2010/1023, V-N 2010/19.22, r.o Vanaf 1 januari 1969 was het drempelbedrag 250 gulden en op 1 januari 1980 is het drempelbedrag verhoogd naar 500 gulden. 72 Het BUA is pas van toepassing als de bevoordeling per belanghebbende exclusief BTW per boekjaar meer bedraagt dan dit drempelbedrag. 73 Zie voor uitgebreidere uitleg de derde prejudiciële vraag in paragraaf Zie: Commentaar J.Th. Sanders (HvJ EG, 15 april 2010), NTFR 2010/1023.

19 18 liggen. Het consumenten prijs index 75 in de periode is namelijk fors gestegen. 76 Hierdoor heeft de verhoging van het drempelbedrag mijns inziens niet tot gevolg dat het kopen van goederen en diensten via de eigen onderneming worden bevorderd, maar vind ik dat er sprake is van een aanpassing aan de prijsstijgingen. Op deze manier kan er dezelfde hoeveelheid goederen en diensten als in 1969 worden gekocht, voordat het drempelbedrag van het BUA wordt overschreden. In dit hoofdstuk zijn kort de antwoorden van het HvJ EG op de prejudiciële vragen behandeld. Uit de antwoorden blijkt dat het BUA volledig in de lijn van de BTW-richtlijn is. 77 Dit heeft tot gevolg dat de BUA correcties nog steeds van toepassing blijven. In het volgende hoofdstuk wordt uitgebreid de criteria behandeld die het HvJ EG stelt aan voldoende bepaalde onderdelen van een uitsluiting van aftrek van voorbelasting. 5 Criteria voor een voldoende bepaalde uitsluiting Er mag alleen worden afgeweken van het recht op aftrek als die mogelijkheid in de BTWrichtlijn is opgenomen. 78 Het BUA is zoals reeds eerder behandeld - toegestaan vanwege de standstill bepaling in artikel 176 BTW-richtlijn. Om gebruik te maken van de standstill bepaling moet de uitsluiting geldig zijn onder de Tweede Richtlijn, met name artikel 11 lid 4 van deze richtlijn. 79 Hierin wordt bepaald dat alleen voldoende bepaalde goederen en diensten mogen worden uitgesloten van aftrek van voorbelasting. Dit heeft tot gevolg dat als er sprake is van een algemene uitsluiting van goederen en diensten deze uitsluiting niet kan plaatsvinden op basis van de standstill bepaling. Het is dan ook van groot belang om duidelijk de criteria te behandelen waaraan voldoende bepaalde uitsluitingen moeten voldoen. In dit hoofdstuk worden eerst de criteria besproken, waarvan het HvJ EG bij zijn arrest uitging. 80 Daarna komt het uitgangspunt aan bod dat de Hoge Raad hanteerde bij het onverbindend 75 Definitie van het CPI volgens het CBS: Het CPI geeft de prijsontwikkeling weer van goederen en diensten die een gemiddeld huishouden in Nederland koopt. Het pakket goederen en diensten is afgeleid uit het bestedingspatroon van een gemiddeld huishouden. 76 Hierbij is ervan uitgegaan dat het CPI=100 in Het CPI in 1969: 601,5 en het CPI in 1980: 1 274,5. Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek (2010). De CPI cijfers voor de periode Behalve de dode letter het voeren van een zekere staat en wellicht de door de Hoge Raad onverbindend verklaarde onderdelen. 78 HvJ EG, 21 september 1988, 50/87 (Commissie tegen Frankrijk), BNB 1994/306, FED 1990/123, r.o HvJ EG, 5 oktober 1999, C-305/97 (Royscot Leasing e.a.), V-N 1999/49.18, r.o. 21 en r.o HvJ EG, 15 april 2010, C538/08 en C 33/09 (X Holding BV en Oracle Nederland BV), NTFR 2010/1023, V- N 2010/19.22.

20 19 verklaren van de onderdelen loon in natura en overige persoonlijke doeleinden van dat personeel Criteria volgens het HvJ EG Het HvJ EG heeft in verschillende arresten dezelfde criteria gehanteerd om te onderzoeken of er aan de vereisten van artikel 11 lid 4 Tweede richtlijn was voldaan met de uitsluiting, zodat de uitsluiting geldig is onder de Tweede richtlijn. Als hieraan wordt voldaan kan pas een beroep worden gedaan op artikel 176 BTW-richtlijn. In die arresten werd als criterium gesteld dat er sprake is van voldoende bepaalde uitsluitingen als deze naar de aard van de goederen en diensten zijn bepaald. 82 De advocaat generaal (hierna: AG) ging hier in zijn conclusie bij het arrest ook vanuit. 83 Hij ging in zijn conclusie nog wel in op de stellingen van de Commissie, de Nederlandse regering en de Griekse regering, dat naast de aard ook het doel van de goederen en diensten die worden uitgesloten doorslaggevend kan zijn om te bepalen of de onderdelen voldoende bepaald zijn. 84 De Commissie en de hiervoor genoemde regeringen haalden dit standpunt uit rechtsoverweging 28 van het arrest PARAT Automotive Cabrio. 85 Hierin wordt gesteld: dat niet kan worden geoordeeld dat artikel 176 BTW richtlijn een lidstaat toestaat om een beperking van het recht op aftrek van de btw te handhaven die algemeen van toepassing is op elke uitgave voor de aanschaf van goederen ongeacht de aard of het doel daarvan. De AG trok niet dezelfde conclusie uit deze rechtsoverweging als de Commissie en de regeringen. Hij vond dat het HvJ EG niet het doel had toegevoegd om te bepalen of er sprake is van voldoende bepaalde uitsluitingen. 86 Uit PARAT Automotive Cabrio leidt de AG namelijk af dat er aan één 81 Hoge Raad, 14 november 2008, nr , NTFR 2008/2311, V-N 2008/ Zie o.a.: HvJ EG, 30 maart 2006, C-184/04 (Uudenkaupungin kaupunki), NTFR 2006/494, V-N 2006/18.25 r.o. 49 en HvJ EG, 5 oktober 1999, C-305/97 (Royscot Leasing e.a.), V-N 1999/49.18, r.o Conclusie A-G HvJ Mengozzi, 28 januari 2010, nr. C-538/08 en C-33/09, NTFR 2010/375, V-N 2010/10.21, r.o Conclusie A-G HvJ Mengozzi, 28 januari 2010, nr. C-538/08 en C-33/09, r.o HvJ EG, 23 april 2009, C-74/08 (PARAT Automitive Cabrio), NTFR 2009/996, V-N 2009/25.18, r.o Conclusie A-G HvJ Mengozzi, 28 januari 2010, nr. C-538/08 en C-33/09, r.o. 49, zijn redenen hiervoor zijn uiteengezet in r.o. 50 t/m 58.

21 20 hoofdvoorwaarde moet worden voldaan. De hoofdvoorwaarde stelt dat goederen en diensten voldoende bepaald moeten zijn naar hun aard, waardoor volgens hem wordt voldaan aan artikel 11 lid 4 Tweede richtlijn. Als aan deze voorwaarde is voldaan dan hebben lidstaten het recht op grond van artikel 176 BTW-richtlijn - uitgaven uit te sluiten die zijn bepaald op grond van hun aard of hun doel. 87 Door deze zienswijze komt hij tot de conclusie, dat wil er sprake zijn van voldoende bepaalde goederen en diensten er sprake moet zijn van voldoende naar de aard bepaalde goederen en diensten die worden uitgesloten van de aftrek van voorbelasting. 88 Op 15 april 2010 heeft het HvJ EG geantwoord op de prejudiciële vragen over het BUA in het X-Holding en Oracle Nederland BV arrest. Uit dit arrest blijkt dat de Commissie, de Nederlandse en Griekse regering het wel bij het juiste eind hadden. 89 In dit arrest stelt het HvJ EG, dat wil er gebruik worden gemaakt van artikel 176 BTW-richtlijn de bepaling die de aftrek van voorbelasting uitsluit wettig was onder de tweede richtlijn. 90 Hieraan wordt voldaan als de opgenomen uitsluiting voldoende bepaald is, dat wil zeggen naar de aard of het doel van de goederen en diensten. 91 Hierdoor is er geen sprake van een algemene uitsluiting van het recht op aftrek van voorbelasting en kan de uitsluiting gehandhaafd worden op basis van artikel 176 BTW-richtlijn. Naar mijn mening is door het arrest X-Holding en Oracle Nederland BV 92 bevestigd dat het HvJ EG in de zaak Parat Automotive Cabrio 93 een criterium heeft toegevoegd waar voldoende bepaalde uitsluitingen van aftrek van voorbelasting van goederen en diensten aan moeten voldoen in de zin van artikel 176 BTW-richtlijn en artikel 11 lid 4 Tweede richtlijn. In rechtsoverweging 44 van het X-Holding en Oracle Nederland BV arrest verwijst het HvJ EG naar het voorgaande en komt tot de conclusie dat hieruit kan worden afgeleid dat er sprake is van voldoende bepaalde uitsluitingen als de goederen en diensten bepaald zijn naar hun doel of aard. In het voorgaande waar het HvJ EG naar verwijst komt ook artikel 11 lid 4 Tweede richtlijn aan bod. 94 Hieruit trek ik de conclusie dat niet zoals de AG stelt, dat wil er voldaan 87 Conclusie A-G HvJ Mengozzi, 28 januari 2010, nr. C-538/08 en C-33/09, r.o Conclusie A-G HvJ Mengozzi, 28 januari 2010, nr. C-538/08 en C-33/09, r.o HvJ EG, 15 april 2010, C538/08 en C 33/09 (X Holding BV en Oracle Nederland BV), NTFR 2010/1023, V- N 2010/19.22, r.o HvJ EG, 15 april 2010, C538/08 en C 33/09 (X Holding BV en Oracle Nederland BV), NTFR 2010/1023, V- N 2010/19.22, r.o HvJ EG, 15 april 2010, C538/08 en C 33/09 (X Holding BV en Oracle Nederland BV), r.o HvJ EG, 15 april 2010, C538/08 en C 33/09 (X Holding BV en Oracle Nederland BV), r.o HvJ EG, 23 april 2009, C-74/08 (PARAT Automitive Cabrio), NTFR 2009/996, V-N 2009/25.18, r.o HvJ EG, 15 april 2010, C538/08 en C 33/09 (X Holding BV en Oracle Nederland BV), r.o. 41.

22 21 zijn aan het vereiste van voldoende bepaalde uitsluitingen in de zin van artikel 11 lid 4 Tweede richtlijn deze naar de aard van de goederen en diensten moeten zijn bepaald, maar dat er sprake is van voldoende bepaalde uitsluitingen in de zin van artikel 11 lid 4 Tweede richtlijn als deze naar de aard of het doel zijn bepaald. Uit deze paragraaf blijkt dus dat er sprake is van voldoende bepaalde uitsluitingen van aftrek van voorbelasting als deze naar de aard of het doel van de goederen en diensten bepaald zijn. In de volgende paragraaf wordt het uitgangspunt behandeld waar de Hoge Raad vanuit ging bij het onverbindend verklaren van loon in natura en overige persoonlijke doeleinden van dat personeel. 5.2 Uitgangspunt Hoge Raad bij het stellen van de prejudiciële vragen In tegenstelling tot het HvJ EG heeft de Hoge Raad in zijn arrest gebruik gemaakt van het criterium van een voldoende bepaalde uitsluiting die in de loop der jaren enkele malen is bevestigd. De Hoge Raad ging ervan uit, dat er sprake is van voldoende bepaalde uitsluitingen van goederen en diensten als deze bepaald zijn op grond van hun aard en niet op de grond van de bestemming. 95 Volledigheidshalve dient opgemerkt te worden dat het PARAT Automotive Cabrio arrest 96 pas na dit arrest plaatsvond, waardoor nog niet bekend was dat er wellicht naast de aard ook naar het doel moet worden gekeken. De Hoge Raad kan dit arrest wellicht gebruiken om terug te komen op zijn uitgangspunt. Hierop wordt verder ingegaan in paragraaf 7.1. Ter herinnering dient opgemerkt te worden dat het niet toegestaan is alle goederen uit te sluiten van aftrek van voorbelasting voor zover zij voor privédoeleinden worden gebruikt. 97 Volgens de Hoge Raad zien de aftrekbeperkingen voor andere persoonlijke doeleinden van dat personeel en loon in natura op alle goederen voor privégebruik van de werknemers, waardoor er sprake is van niet voldoende - naar de aard - bepaalde onderdelen. 98 Naar mijn mening is dit juist, aangezien hierdoor alle goederen worden uitgesloten van aftrek van voorbelasting die voor privédoeleinden worden gebruikt. Ik vind dat het niet 95 Zie o.a.: HvJ EG, 30 maart 2006, C-184/04 (Uudenkaupungin kaupunki), NTFR 2006/494, V-N 2006/18.25, r.o. 49 en HvJ EG, 5 oktober 1999, C-305/97 (Royscot Leasing e.a.), V-N 1999/49.18, r.o HvJ EG, 23 april 2009, C-74/08 (PARAT Automitive Cabrio), NTFR 2009/996, V-N 2009/ HvJ EG, 14 juli 2005, C-343/03 (Charles Tijmens), NTFR 2005/965, V-N 2005/35.18, BNB 2005/284, r.o Hoge Raad, 14 november 2008, nr , NTFR 2008/2311, V-N 2008/58.22, r.o

Omzetbelasting. Aftrek omzetbelasting met betrekking tot auto s e.d.

Omzetbelasting. Aftrek omzetbelasting met betrekking tot auto s e.d. Omzetbelasting. Aftrek omzetbelasting met betrekking tot auto s e.d. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling. Sector brieven & beleidsbesluiten. Besluit van 9 februari 2009, nr. CPP2009/109M,

Nadere informatie

klaar voor de start? eindejaarscorrecties btw

klaar voor de start? eindejaarscorrecties btw In de laatste aangifte omzetbelasting over het jaar 2018 dienen zoals ieder jaar verschillende correcties te worden verwerkt. In deze leaflet wordt aandacht besteed aan de belangrijkste correcties die

Nadere informatie

De toekomst van de BUA.

De toekomst van de BUA. De toekomst van de BUA. Naam: Ni Ma Collegekaart nummer: 0527238 Semester: 2 Studiejaar: 2008/2009 Datum voltooiing: 27-02-2009 Vak: Bachelorscriptie Docent: M.J. Ziepzeerder Fiscale Economie Faculteit

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:2198

ECLI:NL:RBGEL:2014:2198 ECLI:NL:RBGEL:2014:2198 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 03-04-2014 Datum publicatie 03-04-2014 Zaaknummer AWB-13_2856 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2015:2589, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleiding Inleiding Probleemstelling Verantwoording van het onderzoek 6. Hoofdstuk 2 De Btw-richtlijn 7

Hoofdstuk 1 Inleiding Inleiding Probleemstelling Verantwoording van het onderzoek 6. Hoofdstuk 2 De Btw-richtlijn 7 Het BUA en de Btw-richtlijn Laura Philippen S404458 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Probleemstelling 6 1.3 Verantwoording van het onderzoek 6 Hoofdstuk 2 De Btw-richtlijn 7

Nadere informatie

BTW-heffing over personeelsvoorzieningen en privé-gebruik van goederen en diensten: de actuele stand van zaken

BTW-heffing over personeelsvoorzieningen en privé-gebruik van goederen en diensten: de actuele stand van zaken BTW-heffing over personeelsvoorzieningen en privé-gebruik van goederen en diensten: de actuele stand van zaken Paul Hulshof paul.hulshof@cms-dsb.com 08 February 2011 Overzicht break-out sessie 1. Vermogensetikettering

Nadere informatie

INZAKE PRIVÉGEBRUIK AUTO

INZAKE PRIVÉGEBRUIK AUTO MEMO INZAKE PRIVÉGEBRUIK AUTO AAN : VOLGERS BTW-PLAZA VAN : VAN DRIEL FRUIJTIER BTW-SPECIALISTEN DATUM : 30 JUNI 2011 1 Inleiding Het is al jaren onrustig ten aanzien van de btw-aftrekcorrectie voor het

Nadere informatie

De voornoemde kosten zijn voor 75% aftrekbaar van de winst van de onderneming. Een cijfervoorbeeld:

De voornoemde kosten zijn voor 75% aftrekbaar van de winst van de onderneming. Een cijfervoorbeeld: A. INKOMSTEN/VENNOOTSCHAPSBELASTING De voornoemde kosten zijn voor 75% aftrekbaar van de winst van de onderneming. Een cijfervoorbeeld: U betaalt als werkgever 1.904 inclusief BTW voor een personeelsdag

Nadere informatie

MEMO. Betreft : Reactie op berichten over bezwaarmogelijkheid tegen BTW-heffing privé gebruik lease auto s Datum : 21 oktober 2011

MEMO. Betreft : Reactie op berichten over bezwaarmogelijkheid tegen BTW-heffing privé gebruik lease auto s Datum : 21 oktober 2011 MEMO Betreft : Reactie op berichten over bezwaarmogelijkheid tegen BTW-heffing privé gebruik lease auto s Datum : 21 oktober 2011 Inleiding Ons bereiken van diverse kanten berichten over bezwaarmogelijkheden

Nadere informatie

8. De btw. 8.2. Aftrek van voorbelasting. De btw

8. De btw. 8.2. Aftrek van voorbelasting. De btw ..1. Inleiding Een ondernemer (ook als u een zelfstandig of een vrij beroep uitoefent ) die een auto gebruikt in het kader van zijn onderneming, rekent de auto veelal tot het ondernemingsvermogen. Daarom

Nadere informatie

Omzetbelasting II -- Deel 2

Omzetbelasting II -- Deel 2 belasting les 3 programma Aftrek voorbelasting hoofdregels aftrek voorbelasting herzieningsregels BUA privégebruik auto kantineverstrekkingen 1 Aftrek voorbelasting 1 van 2 In art. 15 vinden wij welke

Nadere informatie

Kluwer Online Research. Nieuwe regels privégebruik ondernemingsauto in de omzetbelasting

Kluwer Online Research. Nieuwe regels privégebruik ondernemingsauto in de omzetbelasting Belastingadvies Actualiteiten auto in de omzetbelasting Nieuwe regels privégebruik ondernemingsauto in de omzetbelasting Per 1 juli 2011 geldt een nieuwe regeling voor het in de heffing betrekken van privégebruik

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 14 juli 2005 *

ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 14 juli 2005 * ARREST VAN 14. 7. 2005 ZAAK C-434/03 ARREST VAN HET HOF (Grote kamer) 14 juli 2005 * In zaak C-434/03, betreffende een verzoek om een prejudiciële beslissing krachtens artikel 234 EG, ingediend door de

Nadere informatie

LJN: BH2334, Gerechtshof Amsterdam, 07/00782 en 07/00783 Print uitspraak Datum uitspraak: 19-01-2009 Uitspraak

LJN: BH2334, Gerechtshof Amsterdam, 07/00782 en 07/00783 Print uitspraak Datum uitspraak: 19-01-2009 Uitspraak LJN: BH2334, Gerechtshof Amsterdam, 07/00782 en 07/00783 Print uitspraak Datum uitspraak: 19-01-2009 Uitspraak GERECHTSHOF AMSTERDAM Kenmerk P07/00782 en 07/00783 uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

Nadere informatie

Aanwijzing bezwaarschriften omzetbelasting bij privégebruik auto als massaal bezwaar

Aanwijzing bezwaarschriften omzetbelasting bij privégebruik auto als massaal bezwaar Aanwijzing bezwaarschriften omzetbelasting bij privégebruik auto als massaal bezwaar Besluit van 29 maart 2017, nr. 2017/36822. De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten. In dit besluit

Nadere informatie

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:83, Contrair In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2015:2589, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen

Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:83, Contrair In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2015:2589, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen ECLI:NL:HR:2017:711 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Zaaknummer 15/02004 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:83,

Nadere informatie

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd:

In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Drie musketiersverliezenstrijd koepelvrijstelling In haar verwijzigingsbeslissing heeft de Hoge Raad de volgende vraag aan het HvJ EG voorgelegd: Moet artikel 13 A lid 1 letter f van de Zesde Richtlijn

Nadere informatie

Als u vragen heeft over dit onderwerp of over de intrekking van mededeling 26, dan kunt u uiteraard contact opnemen

Als u vragen heeft over dit onderwerp of over de intrekking van mededeling 26, dan kunt u uiteraard contact opnemen BTW-nieuwtjes 5/2010 van vilsteren BTW advies bv Heidesteinlaan 2a, 6866 AG Heelsum E-mail: info@btwadvies.com Website: www.btwadvies.com Telefoon: 026-7071710 KvK Arnhem 09136209 De pro rata en het mogen

Nadere informatie

Per 1 januari 2019: nieuwe btw-regels voor vouchers, zegels en waardebonnen

Per 1 januari 2019: nieuwe btw-regels voor vouchers, zegels en waardebonnen Per 1 januari 2019: nieuwe btw-regels voor vouchers, zegels en waardebonnen Vanaf 1 januari 2019 gelden nieuwe btw-regels voor vouchers, zegels en waardebonnen. De nieuwe regels volgen uit de Europese

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 I!Entree 2 7 MARS 2013 C-.A6'1IA3-0 Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/02595 8 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2014:2200

ECLI:NL:RBGEL:2014:2200 ECLI:NL:RBGEL:2014:2200 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 03-04-2014 Datum publicatie 03-04-2014 Zaaknummer AWB-13_2858 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2015:2588, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

Btw; never a dull moment!

Btw; never a dull moment! Btw; never a dull moment! Dr. Redmar Wolf 1 24 De btw (en onze nationale variant: de omzetbelasting) is uw belangstelling meer dan waard. Deze op EU-niveau alle EU-lidstaten een belangrijke - zo niet belangrijkste

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:BX9444

ECLI:NL:HR:2013:BX9444 ECLI:NL:HR:2013:BX9444 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 12-04-2013 Datum publicatie 12-04-2013 Zaaknummer 12/01372 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Cassatie Omzetbelasting.

Nadere informatie

1 Het geding in feitelijke instanties

1 Het geding in feitelijke instanties Uitspraak 10 januari 2014 nr. 09/01485 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 3 maart 2009, nr. 07/00372, betreffende

Nadere informatie

Privégebruik Inzicht in uw btwcorrectie

Privégebruik Inzicht in uw btwcorrectie Privégebruik Inzicht in uw btwcorrectie 2018 Indirect Tax December 2018 Bij PwC willen we een bijdrage leveren aan het vertrouwen in de maatschappij en het oplossen van belangrijke problemen. Wij zijn

Nadere informatie

Kluwer Online Research. Vermogende Particulieren Bulletin Wijzigingen inzake btw-correctie in geval van privégebruik auto van de zaak

Kluwer Online Research. Vermogende Particulieren Bulletin Wijzigingen inzake btw-correctie in geval van privégebruik auto van de zaak Vermogende Particulieren Bulletin Wijzigingen inzake btw-correctie in geval van privégebruik auto van de zaak Auteur: Mevrouw mr. J. Westerveld[1] Wijzigingen inzake btw-correctie in geval van privégebruik

Nadere informatie

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Omzetbelasting. Heffing privégebruik auto en toepassing BUA Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 20-12-2011, nr. BLKB 2011/2560M Staatscourant 2011,

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 *

BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * WELTHGROVE BESCHIKKING VAN HET HOF (Eerste kamer) 12 juli 2001 * In zaak C-102/00, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 234 EG van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangige

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 28/03/2013

Datum van inontvangstneming : 28/03/2013 Datum van inontvangstneming : 28/03/2013 luxembourg c - ~~///3 - Entrée 2 5 FEV. 2013 oge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/04457 1 februari 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie

Nadere informatie

Privégebruik Inzicht in uw btw-correctie

Privégebruik Inzicht in uw btw-correctie www.pwc.nl Privégebruik Inzicht in uw btw-correctie Indirect Tax December 2017 2 PwC Inhoud Voorwoord 4 Btw-correcties in wet- en regelgeving 5 Horeca-btw 6 BUA 7 Heffing als gevolg van fictieve prestaties

Nadere informatie

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters,

samengesteld als volgt: A. Tizzano, kamerpresident, M. Safjan, M. Ilešič, E. Levits en J.-J. Kasel (rapporteur), rechters, ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 19 juli 2012 (*) Zesde btw-richtlijn Artikelen 6, lid 2, eerste alinea, sub a en b, 11, A, lid 1, sub c, en 17, lid 2 Gedeelte van tot bedrijf behorend investeringsgoed

Nadere informatie

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Omzetbelasting. Heffing privégebruik auto en toepassing BUA Besluit van 11 juli 2012, Nr. BLKB 2012/639M Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten De staatssecretaris

Nadere informatie

Wat is fiscaal aantrekkelijker: Auto in de onderneming of in privé?

Wat is fiscaal aantrekkelijker: Auto in de onderneming of in privé? Wat is fiscaal aantrekkelijker: Auto in de onderneming of in privé? Naam: W.R. Snijders Studentnummer: 0297518 Telefoonnummer: 06-41372609 Datum: 25 september 2007 Vak: Bachelorscriptie fiscale economie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1988-1989 21 228 Goedkeuring van het koninklijk besluit van 17 mei 1989 (Stb. 170) tot wijziging van het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 Nr.

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 8 maart 1988 * In zaak 165/86, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding tussen

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * ARREST VAN 25. 5.1993 ZAAK C-193/91 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 * In zaak C-193/91, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Bundesfinanzhof, in het

Nadere informatie

Hoge Raad der Nederlanden Postbus EH DEN HAAG. Edelhoogachtbaar College,

Hoge Raad der Nederlanden Postbus EH DEN HAAG. Edelhoogachtbaar College, Hoge Raad der Nederlanden Postbus 20303 2500 EH DEN HAAG Edelhoogachtbaar College, De gemeente MP heeft bij brief van 21 september 2017 cassatieberoep ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak

ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak ECLI:NL:HR:2017:185 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-02-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/04877 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:3523, (Gedeeltelijke) vernietiging

Nadere informatie

Bachelor Thesis. Privégebruik auto per 1 juli Administratienummer Datum Prof. Dr. G.J. van Norden

Bachelor Thesis. Privégebruik auto per 1 juli Administratienummer Datum Prof. Dr. G.J. van Norden Bachelor Thesis Privégebruik auto per 1 juli 2011 Naam Edward Li Studierichting Fiscale Economie Administratienummer 514342 Datum 17-11-2014 Examencommissie Dr. A.H. Bomer Prof. Dr. G.J. van Norden Afkortingslijst

Nadere informatie

Update BTW. 11 november 2011 Carola van Vilsteren

Update BTW. 11 november 2011 Carola van Vilsteren Update BTW 11 november 2011 Carola van Vilsteren Programma Welkom en doelstellingen BTW-actualiteiten Auto van de zaak Laatste aangifte 2011 BTW tips Casus Programma Welkom en doelstellingen BTW-actualiteiten

Nadere informatie

61991C0020. Conclusie van de advocaat generaal. Downloaded via the EU tax law app / web

61991C0020. Conclusie van de advocaat generaal. Downloaded via the EU tax law app / web Downloaded via the EU tax law app / web @import url(./../../../../css/generic.css); EUR-Lex - 61991C0020 - NL Belangrijke juridische mededeling 61991C0020 Conclusie van advocaat-generaal Jacobs van 27

Nadere informatie

OB a Inleiding. mr. dr. K.M. Braun, actueel t/m

OB a Inleiding. mr. dr. K.M. Braun, actueel t/m Cursus Belastingrecht OB.2.4.5 OB.2.4.5 Uitsluiting aftrek van voorbelasting Wetingang art. 16 en 16a Wet OB 1968 OB.2.4.5.a InleidingOB.2.4.5.b Verhouding BUA en fictieve leveringen en dienstenob.2.4.5.c

Nadere informatie

NOTITIE BTW & correctie privégebruik auto

NOTITIE BTW & correctie privégebruik auto januari 2009 NOTITIE BTW & correctie privégebruik auto De regels rondom de BTW-correctie voor het privégebruik van de auto zijn verre van eenvoudig. Deze notitie beoogt aan de hand van diverse casusposities

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 c. -A601A3-0) Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer c "~" - I: Luxemboure Nr. 11/05307 Entrée 2 8 MARS 2013 1 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* SKATTEMINISTERIET / HENRIKSEN ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989* In zaak 173/88, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van het Højesteret, in het aldaar aanhangig

Nadere informatie

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507 Algemene wet inzake rijksbelastingen. Besluit heffingsrente Directoraat-generaal Belastingdienst, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/6832M, Staatscourant 2010, 20507

Nadere informatie

ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING DONDERDAG 8 OKTOBER UUR

ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING DONDERDAG 8 OKTOBER UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING DONDERDAG 8 OKTOBER 2015 12.15 14.15 UUR SPD Bedrijfsadministratie B / 7 Opgave 1 (50 punten) Vraag 1 (5 punten) Moment van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Datum van inontvangstneming : 06/03/2017 Vertaling C-45/17-1 Zaak C-45/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 januari 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 399 Wet van 27 juni 2002, houdende de Wet op het BTW-compensatiefonds Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van

Nadere informatie

Privégebruik Optimaliseer de btw-correctie

Privégebruik Optimaliseer de btw-correctie www.pwc.nl Privégebruik Optimaliseer de btw-correctie Indirect Tax November 2014 2 PwC Inhoud Voorwoord 4 Btw-correcties in wet- en regelgeving 5 Horeca-btw 6 BUA 6 Heffing als gevolg van fictieve prestaties

Nadere informatie

Wat zijn de regels voor de aftrek van eten en drinken?

Wat zijn de regels voor de aftrek van eten en drinken? Wat zijn de regels voor de aftrek van eten en drinken? Zowel voor de omzetbelasting (btw) als voor de inkomstenbelasting gelden specifieke regels voor de aftrek van eten en drinken. Onderstaand worden

Nadere informatie

Herziening en verhuur van onroerende zaken in de btw

Herziening en verhuur van onroerende zaken in de btw Herziening en verhuur van onroerende zaken in de btw Wordt er overeenkomstig het neutraliteitsbeginsel gehandeld? Door Laurens van Drie Nummer: 344531 Begeleider: Prof. dr. R.N.G. van der Paardt Inhoudsopgave

Nadere informatie

Notitie btw-correctie privégebruik 2012. Indirect Tax

Notitie btw-correctie privégebruik 2012. Indirect Tax Notitie btw-correctie privégebruik 2012 Indirect Tax Januari 2013 Deze notitie is samengesteld door: Jeroen Bijl Manon Ultee E-mail: km.vat.and.customs@nl.pwc.com December 2012 Deze publicatie is uitsluitend

Nadere informatie

mr. Carola van Vilsteren-Maters Dga: hoe nu verder? De casus en de procedure Van der Steen-arrest

mr. Carola van Vilsteren-Maters Dga: hoe nu verder? De casus en de procedure Van der Steen-arrest mr. Carola van Vilsteren-Maters Dga: hoe nu verder? Op 18 oktober 2007 heeft het Hof van Justitie voor de Europese Gemeenschappen (HvJ EG) een einde gemaakt aan de zeer omstreden btw-positie van de directeur-grootaandeelhouder

Nadere informatie

BUA-Correctie en Privégebruik Auto 2017

BUA-Correctie en Privégebruik Auto 2017 BUA-Correctie en Privégebruik Auto 2017 December 2017 www.meijburg.nl 1 Inhoudsopgave 1 Hoofdlijnen en systematiek van het BUA... 3 2 Verstrekkingen aan het personeel... 4 2.1 De kantineregeling... 4 2.2

Nadere informatie

Titel. Wetsartikelen BUA - art. 1 Auteur. Publicatiedatum NTFR. Rubriek ECLI

Titel. Wetsartikelen BUA - art. 1 Auteur. Publicatiedatum NTFR. Rubriek ECLI Titel Hoge Raad verwijst zaak over toepassing BUA op terbeschikkingstelling van zitplaatsen in stadion aan personeel Nummer 35-36 / 1988 Belastingjaar/tijdvak 2004-2008 Hoge Raad 29 juni 2018, nr. 16/03928,

Nadere informatie

Praktijknotitie BTW. 1. Inleiding. 2. Btw-algemeen. 3. Leegstand vóór ingebruikneming Aftrek investerings-btw

Praktijknotitie BTW. 1. Inleiding. 2. Btw-algemeen. 3. Leegstand vóór ingebruikneming Aftrek investerings-btw Van: NOAB Adviesgroeplid -INSTITUUT, dhr. Frank Resseler en drs. Daphne van den Heuvel Datum: April 2018 Onderwerp: Btw en leegstand 1. Inleiding Het gebeurt regelmatig dat onroerende zaken leeg staan

Nadere informatie

De Nederlandse integratieheffing in Europees perspectief: Is het einde van de Nederlandse integratieheffing nabij?

De Nederlandse integratieheffing in Europees perspectief: Is het einde van de Nederlandse integratieheffing nabij? De Nederlandse integratieheffing in Europees perspectief: Is het einde van de Nederlandse integratieheffing nabij? Door: mr. A.M. Kruijer 2012/2013 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 De integratieheffing

Nadere informatie

de inspecteur van de Belastingdienst/Limburg/kantoor Maastricht, de inspecteur,

de inspecteur van de Belastingdienst/Limburg/kantoor Maastricht, de inspecteur, LJN: BV6981, Gerechtshof Amsterdam, 11/00539 Datum uitspraak: 23-02-2012 Datum publicatie: 29-02-2012 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Naar het oordeel van het Hof

Nadere informatie

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.

De Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 05/6797) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard. LJN: BO3637, Hoge Raad, 09/00760 Print uitspraak Datum uitspraak: 22-04-2011 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Omzetbelasting; art. 5, lid 3, en art. 13, B, aanhef en

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord. 1 Loonbelasting 1. 1.1 Inleiding 1. 1.2 Dienstbetrekking 2. 1.3 Inhoudingsplichtige 10. 1.4 Loon 13

Inhoud. Voorwoord. 1 Loonbelasting 1. 1.1 Inleiding 1. 1.2 Dienstbetrekking 2. 1.3 Inhoudingsplichtige 10. 1.4 Loon 13 Inhoud Voorwoord V 1 Loonbelasting 1 1.1 Inleiding 1 1.2 Dienstbetrekking 2 1.2.1 Inleiding 2 1.2.2 Privaatrechtelijke dienstbetrekking 3 1.2.3 Publiekrechtelijke dienstbetrekking 5 1.2.4 Fictieve dienstbetrekking

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989*

ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* STICHTING UITVOERING FINANCIËLE ACTIES / STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN ARREST VAN HET HOF (Vierde kamer) 15 juni 1989* In zaak 348/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag

Nadere informatie

Btw-tips vierde kwartaal 2017

Btw-tips vierde kwartaal 2017 BOEKHOUDINGEN JAARREKENINGEN LOONADMINISTRATIES BELASTINGAANGIFTEN ADVIESWERK BEGELEIDEN & ONDERSTEUNEN Btw-tips vierde kwartaal 2017 1. Laatste jaar voor de KOR? Pas deze in 2017 nog toe! Pas in uw laatste

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001»

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001» BAKCSI ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 8 maart 2001» In zaak C-415/98, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EG-Verdrag (thans artikel 234 EG) van het Bundesfinanzhof (Duitsland),

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013

Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 C -,44Li jj':j - Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 10/04806 1 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder nr ~3.~o 6..3.s.::.

Nadere informatie

Privé gebruik auto. BTW: Privégebruik auto vanaf 1 juli 2011

Privé gebruik auto. BTW: Privégebruik auto vanaf 1 juli 2011 Privé gebruik auto BTW: Privégebruik auto vanaf 1 juli 2011 Wijzigingen met betrekking tot de verwerking van het privé gebruik auto voor de BTW per 1 juli 2011. Smit en de Wolf Scheveningseweg 10 2517

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017

Datum van inontvangstneming : 23/05/2017 Datum van inontvangstneming : 23/05/2017 Vertaling C-165/17-1 Zaak C-165/17 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 3 april 2017 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

Privégebruik Inzicht in uw btw-correctie

Privégebruik Inzicht in uw btw-correctie www.pwc.nl Privégebruik Inzicht in uw btw-correctie Indirect Tax November 2016 2 PwC Inhoud Voorwoord 4 Btw-correcties in wet- en regelgeving 5 Horeca-btw 6 BUA 7 Heffing als gevolg van fictieve prestaties

Nadere informatie

Privégebruik Optimaliseer de btw-correctie

Privégebruik Optimaliseer de btw-correctie www.pwc.nl Privégebruik Optimaliseer de btw-correctie Indirect Tax November 2014 Deze notitie is samengesteld door: Jeroen Bijl Manon Ultee Adri Meurkes Werner Gelderblom E-mail: km.vat.and.customs@nl.pwc.com

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 *

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 * X EN FISCALE EENHEID FACET-FACET TRADING ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 22 april 2010 * In de gevoegde zaken C-536/08 en C-539/08, betreffende twee verzoeken om een prejudiciële beslissing krachtens

Nadere informatie

Inhoud WHITEPAPER. Tips en hints voor de laatste aangifte omzetbelasting van het jaar. Ondernemend, net als u

Inhoud WHITEPAPER. Tips en hints voor de laatste aangifte omzetbelasting van het jaar. Ondernemend, net als u 2016 WHITEPAPER Besluit Uitsluiting Aftrek omzetbelasting (BUA) Tips en hints voor de laatste aangifte omzetbelasting van het jaar Inhoud Inleiding p. 2 Relatiegeschenken en andere giften p. 2 Verstrekkingen

Nadere informatie

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL F. G. JACOBS van 18 november

CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL F. G. JACOBS van 18 november CONCLUSIE VAN ADVOCAAT-GENERAAL F. G. JACOBS van 18 november 2004 1 1. In deze zaak verzoekt de Hoge Raad der Nederlanden het Hof om uitlegging van de Zesde BTW-richtlijn 2 (hierna: richtlijn") voorzover

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2016:83 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/02004

ECLI:NL:PHR:2016:83 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/02004 ECLI:NL:PHR:2016:83 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 08-03-2016 Datum publicatie 09-03-2016 Zaaknummer 15/02004 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 november 2012 (*)

ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 november 2012 (*) ARREST VAN HET HOF (Eerste kamer) 8 november 2012 (*) Zesde btw-richtlijn Artikel 17, lid 5, derde alinea Recht op aftrek van voorbelasting Goederen en diensten die zowel voor belastbare als voor vrijgestelde

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING DONDERDAG 5 MAART UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING DONDERDAG 5 MAART UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel FISCALE ASPECTEN VAN DE ONDERNEMING DONDERDAG 5 MAART 2015 12.15-14.15 UUR 2015 Stichting ENS Opgave 1 Onderdeel omzetbelasting Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 (3 + 2 punten)

Nadere informatie

kpmg Meijburg & Co Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting (BUA) en btw-correctie privégebruik auto van de zaak door werknemers

kpmg Meijburg & Co Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting (BUA) en btw-correctie privégebruik auto van de zaak door werknemers Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting (BUA) en btw-correctie privégebruik auto van de zaak door werknemers Januari 2016 Voorwoord In dit memorandum gaan wij in op de btw behandeling van relatiegeschenken,

Nadere informatie

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M,

Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M, Omzetbelasting. Kleine ondernemersregeling Belastingdienst/Directie Vaktechniek Belastingen Besluit van 26 maart 2013, nr. BLKB/2013/400M, De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

Nadere informatie

Btw-nieuwsbrief 20 december 2012. Btw-correctie Privégebruik auto

Btw-nieuwsbrief 20 december 2012. Btw-correctie Privégebruik auto Btw-nieuwsbrief 20 december 2012 Btw-correctie Privégebruik auto Inhoudsopgave Introductie 3 Privégebruik auto 4 1. Woon-werkverkeer 4 2. Werkelijk gebruik 5 3. Alleen zakelijk gebruik en woon-werkverkeer

Nadere informatie

Fiscale informatie over vakantiewoning in Nederland

Fiscale informatie over vakantiewoning in Nederland April 2017 Mr. P. Homan Belastingadviseur E-mail: p.homan@edo.nl Internet: www.edo.nl Fiscale informatie over vakantiewoning in Nederland Bij de aankoop van een vakantiewoning in Nederland komt een aantal

Nadere informatie

Btw-correctie auto 2013 volgens wetgever

Btw-correctie auto 2013 volgens wetgever Btw-correctie auto 2013 volgens wetgever Correctie privégebruik ondernemer Hoofdregel Auto na afloop 4e jr. volgend op jaar ingebruikname Auto gekocht zonder aftrek van btw Regeling voor auto(verhuur)bedrijven

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 29 758 Wijziging van enkele belastingwetten c.a. (Overige Fiscale Maatregelen 2005) Nr. 8 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 21 oktober 2004 Het voorstel

Nadere informatie

Bachelor Thesis Fiscale Economie 2012/2013. De onbelastbare subsidie en het recht op aftrek van voorbelasting.

Bachelor Thesis Fiscale Economie 2012/2013. De onbelastbare subsidie en het recht op aftrek van voorbelasting. Bachelor Thesis Fiscale Economie 2012/2013 De onbelastbare subsidie en het recht op aftrek van voorbelasting. Naam: Guusje Mulders ANR: S. 930486 Faculteit: Economie en bedrijfswetenschappen Studierichting:

Nadere informatie

BUA-correctie en privégebruik auto 2018

BUA-correctie en privégebruik auto 2018 BUA-correctie en privégebruik auto 2018 december 2018 www.meijburg.nl 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1 Hoofdlijnen en systematiek van het BUA... 3 2 Verstrekkingen aan het personeel... 4 2.1 De kantineregeling...

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 4 JUNI 2010 C.09.0285.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.09.0285.F MONS EXPO, naamloze vennootschap, Mr. Thierry Afschrift, advocaat bij de balie te Brussel, tegen BELGISCHE STAAT, minister van

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016

Datum van inontvangstneming : 30/06/2016 Datum van inontvangstneming : 30/06/2016 Vertaling C-303/16-1 Zaak C-303/16 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 30 mei 2016 Verwijzende rechter: Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2009:BI3591

ECLI:NL:RBARN:2009:BI3591 ECLI:NL:RBARN:2009:BI3591 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 14-01-2009 Datum publicatie 12-05-2009 Zaaknummer AWB 07/1900 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste

Nadere informatie

Btw behandeling van privégebruik auto van de zaak

Btw behandeling van privégebruik auto van de zaak Tilburg University Btw behandeling van privégebruik auto van de zaak De situatie vanaf 1 juli 2011 Naam: Studierichting: R.J.T. van Erp Fiscale economie Administratienummer: 551442 Datum: 17 april 2015

Nadere informatie

Btw-correctie Privégebruik auto / BUA

Btw-correctie Privégebruik auto / BUA Btw-nieuwsbrief 29 december 2011 Btw-correctie Privégebruik auto / BUA Inhoudsopgave Introductie 3 1. Privégebruik auto 3 2. BUA 3 Privégebruik auto 4 1. Woon-werkverkeer 4 2. Werkelijk gebruik 5 3. Alleen

Nadere informatie

1. Inleiding. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten

1. Inleiding. Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Omzetbelasting, motorrijtuigenbelasting en belasting van personenauto s en motorrijwielen. Directeur-grootaandeelhouder en gevolgen Van der Steen arrest Hof van Justitie EG, zaak C-355/06 1 Omzetbelasting,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Omzetbelasting. Heffing privégebruik auto en toepassing BUA

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Omzetbelasting. Heffing privégebruik auto en toepassing BUA STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 23123 23 december 2011 Omzetbelasting. Heffing privégebruik auto en toepassing BUA 20 december 2011 Nr. BLKB 2011/2560M

Nadere informatie

Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775. Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl

Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775. Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl ECLI:NL:HR:2015:1084 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775 In cassatie op

Nadere informatie

Een ruimere algemeenheid

Een ruimere algemeenheid Bachelor thesis Een ruimere algemeenheid Naam Imke Kuunders Adres Oude Molen 14 5757 AZ Liessel Telefoonnummer 0650983558 Studierichting Fiscale Economie Administratienummer 129392 Datum mei 2011 Examencommissie

Nadere informatie

RB bijeenkomst Btw actualiteiten

RB bijeenkomst Btw actualiteiten RB bijeenkomst Btw actualiteiten Annette Pol-Habing 8 februari 2016 Hengelo Btw-actualiteiten Ondernemerschap Holdingvennootschap Aftrek van voorbelasting Afnemer van de prestatie Leegstand Privé gebruik

Nadere informatie

Circulaire 2019/C/22 betreffende werken uitgevoerd door een Btw-belastingplichtige in een gebouw dat hij huurt

Circulaire 2019/C/22 betreffende werken uitgevoerd door een Btw-belastingplichtige in een gebouw dat hij huurt Page 1 of 5 Properties Title : Circulaire 2019/C/22 betreffende werken uitgevoerd door een Btw-belastingplichtige in een gebouw dat hij huurt Summary : Deze circulaire bespreekt de gevolgen op het vlak

Nadere informatie

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 *

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 13 december 1989 * In zaak C-342/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Hoge Raad der Nederlanden, in het aldaar aanhangig geding

Nadere informatie

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning

De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning De fiscale aspecten van een onroerende recreatiewoning Hieronder wordt ingegaan op de fiscale consequenties van de aankoop en het bezit van een recreatiewoning die zodanig met de (onder)grond is verbonden

Nadere informatie

MKB Boekhouder in control

MKB Boekhouder in control MKB Boekhouder in control Themabijeenkomst over alles wat een boekhouder moet weten van omzetbelasting 09-05-2017 MKB Boekhouder in control - omzetbelasting 1 Omzetbelasting in uw bedrijf 09-05-2017 MKB

Nadere informatie

Carkits, navigatiesystemen & headsets

Carkits, navigatiesystemen & headsets Carkits, navigatiesystemen & headsets (klik op logo om onze website te bezoeken) Aan de cliënten NEXUS accountants & fiscaal adviseurs BV Breda, 27 februari 2004 1. Inleiding Aan de staatssecretaris zijn

Nadere informatie

Een onderzoek naar de reikwijdte van de vrijstelling voor het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen

Een onderzoek naar de reikwijdte van de vrijstelling voor het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen Een onderzoek naar de reikwijdte van de vrijstelling voor het beheer van gemeenschappelijke beleggingsfondsen Masterthesis Fiscale Economie Naam: Ruby- Jane de Jong Administratienummer: s505882 Universiteit:

Nadere informatie