Titel. Wetsartikelen BUA - art. 1 Auteur. Publicatiedatum NTFR. Rubriek ECLI
|
|
- Gabriël de Ridder
- 5 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Titel Hoge Raad verwijst zaak over toepassing BUA op terbeschikkingstelling van zitplaatsen in stadion aan personeel Nummer / 1988 Belastingjaar/tijdvak Hoge Raad 29 juni 2018, nr. 16/03928, Brondocumenten Beroepschrift in cassatie bij HR nr. 16/ , Beroepschrift in cassatie bij HR nr. 16/ Wetsartikelen BUA - art. 1 Auteur drs. M.J.M.A. Toet Publicatiedatum NTFR Rubriek Omzetbelasting ECLI ECLI:NL:HR:2018:1021 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:2544, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen Samenvatting Belanghebbende, actief in de interieurbranche, huurt zitplaatsen in een businessroom in een voetbalstadion. De zitplaatsen worden gebruikt door personeel en door zakelijke relaties. Volgens de inspecteur is de aan belanghebbende ter zake van de huur van de zitplaatsen in rekening gebrachte btw niet aftrekbaar. Volgens Hof Den Bosch (26 juni 2016, nr. 15/00495, NTFR 2016/3068) valt de terbeschikkingstelling van de zitplaatsen aan zakenrelaties niet onder de aftrekuitsluiting van art. 1, lid 1, onderdeel b, BUA en is dus aftrekbaar, maar de terbeschikkingstelling van de zitplaatsen aan personeel wél onder de aftrekuitsluiting van art. 1, lid 1, onderdeel c, BUA, en is dus niet aftrekbaar. Zowel de staatssecretaris als belanghebbende heeft cassatieberoep aangetekend. Het beroep van de staatssecretaris inzake kort gezegd de zakenrelaties slaagt. Het hof heeft namelijk de bewijsspelregels miskend. Weliswaar dient de inspecteur aannemelijk te maken dat de aftrekuitsluiting van het BUA inzake relatiegeschenken/giften van toepassing is, maar de ondernemer is gehouden de benodigde gegevens van degenen aan wie de goederen/diensten als relatiegeschenken/giften zijn gegeven aan de inspecteur te verstrekken. Nu belanghebbende hiervan geen aantekening heeft gehouden, is de stelling van de inspecteur omtrent de niet-aftrekbaarheid van btw inzake de terbeschikkingstelling van de zitplaatsen aan zakenrelaties onvoldoende gemotiveerd betwist, zodat geen recht op aftrek bestaat. Met betrekking tot het cassatieberoep van belangebbende inzake de aftrekuitsluiting voor personeelsvoorzieningen stelt de Hoge Raad voorop dat de keuze om een sportwedstrijd te bezoeken in het algemeen een persoonlijke keuze is en daarom de privédoeleinden dient. Dat kan echter anders zijn wanneer werknemers met zakenrelaties de wedstrijden bezoeken. Het bedrijfsbelang kan dit vereisen. Beslissend daarbij is met welk doel de ondernemer zijn personeel het evenement laat bijwonen, en niet de persoonlijke beleving van dat personeel. De inspecteur draagt de bewijslast voor de aftrekuitsluiting. Dat kan echter ook op basis van vermoedensbewijs. Gelet op dit kader acht de Hoge Raad het oordeel van het hof dat het persoonlijk belang van het personeel bij het bezoeken van de wedstrijden met zakenrelaties overheersend was, niet cassatieproof. De zaak wordt daarom verwezen voor een onderzoek of de terbeschikkingstelling van de zitplaatsen aan het personeel op grond van art. 1, lid 1, onderdeel c, BUA van aftrek is uitgesloten. Feiten Van belanghebbende, een fiscale eenheid in de zin van artikel 7, lid 4, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: de Wet), maken deel uit A bv, X2 bv (hierna: X2 bv) en X1 bv (hierna:
2 Holding). Holding houdt alle aandelen in X2 bv. X2 bv heeft een interieurbouw- en productiebedrijf voor zakelijke en particuliere interieurs. Bestuurder en enig aandeelhouder van Holding is (B) (hierna: B). Hij is in loondienst bij Holding X2 bv huurt met het oog op het onderhouden van zakelijke relaties zitplaatsen in een businessroom van C in Q (hierna: de zitplaatsen). Huur van de zitplaatsen geeft recht op het bijwonen van wedstrijden van C, gratis consumpties en gebruik van de zogenoemde businessclub De zitplaatsen worden gebruikt door B en door zijn broer, die als projectleider in dienst is van X2 bv (de broers hierna tezamen: B/D), en door hun (potentiële) zakelijke relaties (hierna: zakenrelaties). In de regel maken B/D geen gebruik van de zitplaatsen als er geen zakenrelaties meegaan. Bij verhindering van B/D worden de zitplaatsen soms ter beschikking gesteld aan zakenrelaties In de onderhavige jaren (2004 tot en met 2008) heeft belanghebbende geen gastenlijsten bijgehouden waaruit blijkt welke zakenrelaties op welk moment wedstrijden hebben bezocht, al dan niet vergezeld van (een van) B/D Belanghebbende heeft de ter zake van de huur van de zitplaatsen in rekening gebrachte omzetbelasting volledig in aftrek gebracht. De Inspecteur heeft deze omzetbelasting bij de onderhavige aanslag van belanghebbende nageheven op de grond dat de zitplaatsen zijn gebruikt als relatiegeschenk of andere gift respectievelijk als personeelsvoorziening, een en ander als bedoeld in artikel 1, lid 1, aanhef en letters b en c, van het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968 (hierna: het BUA). Geschil Hiervan uitgaande heeft het Hof met betrekking tot de terbeschikkingstelling van de zitplaatsen aan zakenrelaties geoordeeld dat de Inspecteur met hetgeen hij heeft aangevoerd niet het begin van bewijs heeft geleverd dat indien aan deze zakenrelaties omzetbelasting in rekening zou zijn gebracht ter zake van de zitplaatsen, deze omzetbelasting bij hen in het geheel niet of hoofdzakelijk niet voor aftrek in aanmerking zou komen. De aan belanghebbende ter zake van de huur van de zitplaatsen in rekening gebrachte omzetbelasting valt daarom niet onder de aftrekuitsluiting van artikel 1, lid 1, aanhef en letter b, van het BUA en is in zoverre derhalve aftrekbaar, aldus het Hof Met betrekking tot de terbeschikkingstelling van de zitplaatsen aan B/D heeft het Hof geoordeeld dat volgens algemene ervaringsregels in het maatschappelijke verkeer de modale consument de terbeschikkingstelling van dergelijke zitplaatsen aan personeel opvat als het gelegenheid geven tot ontspanning dan wel als dienende voor andere persoonlijke doeleinden van het personeel. Bij het aan B/D gelegenheid geven om de zitplaatsen te gebruiken is, bezien vanuit de modale consument, naar het oordeel van het Hof het persoonlijke belang van B/D overheersend en niet het zakelijke belang. Het Hof acht de Inspecteur geslaagd in het van hem gevergde bewijs dat en in hoeverre belanghebbende de gehuurde zitplaatsen onder meer bezigt voor het geven van gelegenheid tot ontspanning aan personeel van tot haar behorende vennootschappen, dan wel voor andere persoonlijke doeleinden van dat personeel. De ter zake van de zitplaatsen in rekening gebrachte omzetbelasting valt in zoverre, aldus het Hof, onder de aftrekuitsluiting van artikel 1, lid 1, aanhef en letter c, van het BUA, zodat in zoverre geen recht op aftrek van omzetbelasting bestaat. Rechtsoverwegingen Beoordeling van het in het principale beroep voorgestelde middel 3.1. Het middel is gericht tegen de hiervoor in en weergegeven oordelen van het Hof. Het betoogt dat het Hof ten onrechte de bewijslast met betrekking tot de zitplaatsen die aan zakenrelaties ter beschikking zijn gesteld op de Inspecteur heeft gelegd. Subsidiair betoogt het middel dat in het licht van de vaststaande feiten en omstandigheden onbegrijpelijk is het oordeel van
3 het Hof dat de Inspecteur geen begin van bewijs heeft geleverd dat de relaties aan wie de zitplaatsen ter beschikking werden gesteld geen of hoofdzakelijk geen recht op aftrek zouden hebben, indien hen ter zake omzetbelasting in rekening zou zijn gebracht Vooropgesteld wordt dat het aan de inspecteur is aannemelijk te maken dat en in hoeverre een ondernemer door hem in het kader van zijn onderneming van derden betrokken goederen en diensten bezigt voor het geven van relatiegeschenken of het doen van andere giften aan degenen bij wie, indien aan hen ter zake omzetbelasting in rekening is of zou zijn gebracht, deze geheel of hoofdzakelijk niet voor aftrek in aanmerking komt of zou komen (vgl. HR 12 juli 2013, nr. 11/03740, ECLI:NL:HR:2013:22, BNB 2013/212, hierna: het arrest BNB 2013/212, rechtsoverweging (red. NTFR 2013/1643)). Voor zover het middel een ander standpunt verdedigt, faalt het Het voorgaande neemt niet weg dat het op de weg ligt van de ondernemer die aanspraak maakt op aftrek van belasting ter zake van vorenbedoelde goederen en diensten, en de inspecteur deze aanspraak betwist, de daarvoor benodigde gegevens te verstrekken, zodat de inspecteur over de aanknopingspunten beschikt om aan zijn bewijslast te kunnen voldoen (vgl. HR 30 november 2012, nr. 08/01579bis, ECLI:NL:HR:2012:BY4581, BNB 2013/52, rechtsoverweging 2.4 (red. NTFR 2012/2856), en het arrest BNB 2013/212, rechtsoverweging (red. NTFR 2013/1643)). Voor een geval als het onderhavige brengt het voorgaande met zich dat van die ondernemer moet worden gevergd dat hij de door hem vastgelegde gegevens verstrekt van degenen aan wie de desbetreffende goederen en diensten als relatiegeschenken zijn gegeven of als andere giften zijn gedaan Het Hof heeft, in cassatie onbestreden, vastgesteld dat belanghebbende in de onderhavige jaren geen aantekening heeft gehouden van de zakenrelaties die van de zitplaatsen gebruik hebben gemaakt. Zij kan derhalve niet de benodigde gegevens verschaffen. Gelet op hetgeen hiervoor in is overwogen brengt dit mee dat hetgeen de Inspecteur heeft gesteld omtrent de nietaftrekbaarheid van de omzetbelasting ter zake van de terbeschikkingstelling van de zitplaatsen aan zakenrelaties onvoldoende gemotiveerd is betwist Met zijn hiervoor in weergegeven oordeel heeft het Hof dit miskend. Het middel slaagt. Het hiervoor in overwogene brengt mee dat belanghebbende overeenkomstig het standpunt van de Inspecteur geen recht heeft op aftrek van de aan haar in rekening gebrachte omzetbelasting die betrekking heeft op de terbeschikkingstelling van de zitplaatsen aan zakenrelaties. 4. Beoordeling van het in het incidentele beroep voorgestelde middel 4.1. Het middel richt zich tegen de hiervoor in weergegeven oordelen van het Hof. Het middel betoogt onder verwijzing naar het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 15 april 2010, X Holding bv en Oracle Nederland bv, gevoegde zaken C-538/08 en C-033/09, ECLI:EU:C:2010:192, BNB 2010/220 (red. NTFR 2010/1023) (hierna: het arrest X Holding) dat uitsluitend van een personeelsvoorziening in de zin van artikel 1, lid 1, letter c, van het BUA sprake is indien de terbeschikkingstelling van de zitplaatsen aan B/D onderdeel was van de gebruikelijke praktijken van belanghebbende op het gebied van initiatieven ter motivering van het personeel. Het Hof heeft, aldus het middel, deze toets niet aangelegd, en heeft zonder toereikende motivering geoordeeld dat aannemelijk is dat belanghebbende de uitgaven voor de zitplaatsen in zoverre heeft gedaan voor ontspanning of voor persoonlijke doeleinden van B/D Bij de beoordeling van het middel wordt vooropgesteld dat de keuze een sportwedstrijd of een ander recreatief evenement te bezoeken in het algemeen een persoonlijke keuze is van de bezoeker en daarom de privédoeleinden van de bezoeker dient. Dit is niet anders voor werknemers die zonder daarvoor een vergoeding aan de werkgever te betalen wedstrijden in een voetbalstadion kunnen bijwonen met gebruikmaking van zitplaatsen die de werkgever heeft gehuurd. Dit neemt niet
4 weg dat zich gevallen kunnen voordoen waarin een werkgever personeelsleden wedstrijden of andere recreatieve evenementen laat bijwonen bijvoorbeeld in het gezelschap van zakenrelaties omdat het bedrijfsbelang dit vereist. In die gevallen kan niet worden gezegd dat daarmee aan het personeel gelegenheid wordt gegeven tot ontspanning of dat andere persoonlijke doeleinden van het personeel worden gediend in de zin van artikel 1, lid 1, letter c, van het BUA. Het eventuele persoonlijke voordeel voor de werknemers is dan slechts bijkomstig ten opzichte van de behoefte van de onderneming. In zodanige gevallen is geen sprake van een initiatief ter motivering van het personeel (vgl. HvJ 11 december 2008, Danfoss en Astra Zeneca, C-371/07, ECLI:EU:C:2008:711, punten 58 en 62 (red. NTFR 2008/2508), en het arrest X Holding, punt 54). Opmerking verdient dat beslissend is met welk doel de betrokken ondernemer zijn personeel het evenement laat bijwonen en niet de persoonlijke beleving van dat personeel Het middel gaat terecht ervan uit dat de inspecteur de bewijslast draagt ter zake van de feiten en omstandigheden die leiden tot uitsluiting van aftrek op grond van artikel 1, lid 1, letter c, van het BUA. Anders dan het middel kennelijk veronderstelt, staat het de rechter vrij zijn oordeel dat de inspecteur aan deze bewijslast heeft voldaan, te baseren op niet weerlegde, aan vaststaande feiten ontleende vermoedens. Het Hof is dan ook terecht daarvan uitgegaan. Gelet op hetgeen hiervoor in 4.2 is vooropgesteld, is in gevallen waarin een ondernemer zijn personeel in de gelegenheid stelt een sportwedstrijd of ander recreatief evenement bij te wonen, het vermoeden gerechtvaardigd dat dit hun privédoeleinden dient en ligt het op de weg van de ondernemer dit vermoeden te ontzenuwen. Hij kan dit bijvoorbeeld doen door aannemelijk te maken dat het bijwonen van dat evenement plaatsvond met (potentiële) zakenrelaties. In zodanige gevallen is het aan de inspecteur, op wie de bewijslast blijft rusten, om aannemelijk te maken dat de diensten niettemin werden gebezigd ten behoeve van de persoonlijke doeleinden van het personeel Gelet op het voorgaande heeft het Hof met zijn hiervoor in weergegeven oordeel dat het persoonlijk belang van B/D bij het bezoeken van de wedstrijden met zakenrelaties overheersend was, hetzij blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting, hetzij dat oordeel onvoldoende gemotiveerd. Het middel slaagt. 5. Slotsom 5.1. Uit hetgeen hiervoor en is overwogen, volgt dat de uitspraak van het Hof niet in stand kan blijven Verwijzing moet volgen voor een onderzoek naar het antwoord op de vraag of de terbeschikkingstelling van de zitplaatsen aan B/D op grond van artikel 1, lid 1, aanhef en letter c, van het BUA van aftrek is uitgesloten. Commentaar Een belangrijk arrest over de toepassing van het BUA. De Hoge Raad verduidelijkt allereerst namelijk de bewijslastverdeling in haar algemeenheid bij toepassing van het BUA. Daarnaast geeft de Hoge Raad de praktijk nadere handvatten over toepassing van het BUA ten aanzien van personeelsverstrekkingen zoals businessseats en andere recreatieve evenementen. Ik sta allereerst stil bij de bewijslastverdeling voor toepassing van het BUA. De Hoge Raad verwijst in deze zaak naar zijn eerdere overweging in een andere zaak dat de inspecteur aannemelijk moet maken dat het BUA tot uitsluiting van aftrek leidt (r.o van HR 12 juli 2013, nr. 11/03740, NTFR 2013/1643). Als echter de ondernemer stelt dat geen uitsluiting op grond van het BUA dient plaats te vinden én de inspecteur dit betwist, dient vervolgens de ondernemer de daarvoor benodigde gegevens te verstrekken aan de inspecteur zodat de inspecteur vervolgens over aanknopingspunten beschikt om aan zijn bewijslast te kunnen voldoen (r.o. 2.4 van HR 30 november 2012, nr.
5 08/01579bis, NTFR 2012/2856 en r.o van HR 12 juli 2013, nr. 11/03740, NTFR 2013/1643). Voorts overweegt de Hoge Raad in deze zaak dat als een inspecteur gemotiveerd stelt dat het BUA tot uitsluiting leidt én vervolgens de ondernemer de benodigde gegevens niet verstrekt aan de inspecteur, de ondernemer de stelling van de inspecteur onvoldoende heeft betwist én van de juistheid van de stelling van de inspecteur moet worden uitgegaan. De Hoge Raad overweegt feitelijk dat ondanks het feit dat de bewijslast rust bij de inspecteur, een ondernemer uitsluiting van het BUA niet kan voorkomen door ter zake geen gegevens bij te houden dan wel deze niet te verstrekken aan de inspecteur. Naar mijn mening volkomen terechte overwegingen die recht doen aan de bewijslastverdeling voor toepassing van het BUA. Andere overwegingen hadden waarschijnlijk betekend dat het BUA in de praktijk grotendeels een dode letter was geworden. De Hoge Raad casseert op dit punt daarmee de eerdere uitspraak van Hof Den Bosch 24 juli 2016, nr. 15/00495, NTFR 2016/3068. Naast de bewijslastverdeling verschaft de Hoge Raad in dit arrest eveneens nadere duidelijkheid over het begrip personeelsverstrekkingen als bedoeld in art. 1, lid 1, onderdeel c, BUA. De Hoge Raad overweegt namelijk in punt 4.2 van dit arrest dat het bezoeken van een sportwedstrijd of een ander recreatief evenement in het algemeen de privédoeleinden van de bezoeker dient. Het feit dat werknemers dergelijke wedstrijden bijwonen in het kader van hun werk maakt dit niet anders. Alleen als het bedrijfsbelang het vereist dat personeelsleden dergelijke wedstrijden of andere recreatieve evenementen bijwonen, is geen sprake (meer) van het dienen van de privédoeleinden van de bezoeker. De Hoge Raad verwijst bij deze overweging naar de zaak Danfoss en Astra Zeneca (r.o. 58 en 62 van HvJ 11 december 2008, zaak C-371/07, NTFR 2008/2508) én de gevoegde zaken X Holding en Oracle Nederland bv (r.o. 54 van HvJ 15 april 2010, zaken C-538/08 en C-033/09, NTFR 2010/1023). De Hoge Raad verwijst de zaak om te onderzoeken of de terbeschikkingstelling van de zitplaatsen aan de werknemers valt onder de aftrekuitsluiting personeelsverstrekkingen als bedoeld in art.1, lid 1, onderdeel c, BUA. Dit vind ik persoonlijk een gemiste kans. De overwegingen van de Hoge Raad zijn weliswaar helder, maar gegeven het belang en de discussie die dit in de praktijk oplevert had het mijn inziens de voorkeur verdiend als de Hoge Raad klip en klaar had overwogen wanneer in casu bedrijfsdoeleinden het privébelang doen overstijgen. Deze vraag blijft nu onbeantwoord. Ik verwacht overigens dat veel belastingplichtigen onder verwijzing naar dit arrest gaan stellen dat als personeelsleden een voetbalwedstrijd of een ander recreatief evenement bijwonen met zakenrelatie, zij primair het bedrijfsbelang dienen. Ik verwacht overigens dat de Hoge Raad deze vraag uiteindelijk weer moet gaan beantwoorden. [1]Drs. M.J.M.A. Toet is werkzaam bij de Belastingdienst en is verbonden als buitenpromovendus aan de EUR. Datum: Bron: Copyright - Sdu - Alle rechten voorbehouden.
ECLI:NL:HR:2017: Geding in cassatie. Uitspraak
ECLI:NL:HR:2017:185 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10-02-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/04877 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:3523, (Gedeeltelijke) vernietiging
Nadere informatieConclusie: ECLI:NL:PHR:2016:83, Contrair In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2015:2589, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
ECLI:NL:HR:2017:711 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 21-04-2017 Datum publicatie 21-04-2017 Zaaknummer 15/02004 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:83,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:BX9444
ECLI:NL:HR:2013:BX9444 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 12-04-2013 Datum publicatie 12-04-2013 Zaaknummer 12/01372 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Cassatie Omzetbelasting.
Nadere informatie1 Het geding in feitelijke instanties
Uitspraak 14 februari 2014 nr. 13/00475 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te s-gravenhage van 18 december 2012, nr. 12/00169,
Nadere informatieDe Rechtbank te 's-gravenhage (nr. AWB 10/5062) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.
11 Oktober 2013 nr. 12/04012 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 10 juli 2012, nr. BK-11/00544,
Nadere informatieHoge Raad der Nederlanden
Hoge Raad der Nederlanden D e r d e K a m e r nr. 24.702 12 oktober 1988 AHN Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de vennootschap onder firma X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2015:880
ECLI:NL:RBZWB:2015:880 Instantie Datum uitspraak 06-02-2015 Datum publicatie 13-03-2015 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer AWB - 13 _ 2642 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieVindplaatsen Rechtspraak.nl. Uitspraak
ECLI:NL:HR:2017:5 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 06-01-2017 Datum publicatie 06-01-2017 Zaaknummer 15/03526 Formele relaties In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:2209, (Gedeeltelijke) vernietiging
Nadere informatie1 Het geding in feitelijke instanties
Uitspraak 10 januari 2014 nr. 09/01485 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 3 maart 2009, nr. 07/00372, betreffende
Nadere informatieHoge Raad 30 november 2018, nr. 17/04543
Titel Bedrijfsopvolgingsvrijstelling van toepassing op de verkrijging van fictieve onroerende zaken I Nummer 49 / 2779 Belastingjaar/tijdvak 2014 Brondocumenten Beroepschrift in cassatie bij HR nr. 17/04543,
Nadere informatieDe Inspecteur heeft de bijdrage uit het BTW compensatiefonds teruggevorderd. Het Hof vernietigt de terugvorderingsbeschikking.
ECLI:NL:GHDHA:2018:956 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 16-03-2018 Datum publicatie 26-04-2018 Zaaknummer BK-17/00742 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2017:7752, (Gedeeltelijke)
Nadere informatieLJN: BF7176, Hoge Raad, 41570 Print uitspraak. Datum uitspraak: 10-10-2008. Datum publicatie: 10-10-2008. Soort procedure: Cassatie
LJN: BF7176, Hoge Raad, 41570 Print uitspraak Datum uitspraak: 10-10-2008 Datum publicatie: 10-10-2008 Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Cassatie Inhoudsindicatie: Verkoop van (gebruikte) goederen
Nadere informatieECLI:NL:HR:2017:130. Uitspraak. Permanente link:
ECLI:NL:HR:2017:130 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecli:nl:hr:2017:130 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 10 02 2017 Datum publicatie 10 02 2017 Zaaknummer 16/02729 Formele
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:7752
ECLI:NL:RBDHA:2017:7752 Permanente link: http://deeplink. Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 06-07-2017 Datum publicatie 20-07-2017 Zaaknummer AWB - 16 _ 5490 Rechtsgebieden Belastingrecht Bijzondere
Nadere informatieDeze uitspraak wordt gepubliceerd in de Staatscourant en op 31 mei de Inspecteur. mr. D.B.
Collectieve uitspraak op bezwaarschriften inzake btw bij privégebruik auto, zoals bedoeld in het Besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 29 maart 2017, nr. 2017/36822 De Hoge Raad heeft op 21
Nadere informatieR/?6o3. X2. i.v. te betreffende de aanslag vennootschapsbelasting. Toelichting. Den Haag, 8 SEP Kenmerk:
R/?6o3 Den Haag, 8 SEP. 2017 Kenmerk: 2017-0000180894 Motivering van het beroepschrift in cassatie (rolnummer 17/03603) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 13 juni 2017, nr. 16/00344, inzake
Nadere informatieDe Hoge Raad der Nederlanden,
2 januari 1980. nr. 19.623 DG. De Hoge Raad der Nederlanden, Gezien het beroepschrift in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y B.V. te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof
Nadere informatieRAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00447
RAADSINFORMATIEBRIEF 17R.00447 Van : college van burgemeester en wethouders Datum : 27 juni 2017 Portefeuillehouder(s) : wethouder Haring Portefeuille(s) : Financiën Contactpersoon : W. Lam Tel.nr. : 8318
Nadere informatieSTAATSCOURANT. Nr
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 30976 1 juni 2017 Collectieve uitspraak op bezwaarschriften inzake btw bij privégebruik auto, zoals bedoeld in het Besluit
Nadere informatieI n z a k e: T e g e n:
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN Datum : 1 juni 2018 Zaaknr. : 18/01151 VERWEERSCHRIFT MET VOORWAARDELIJK INCIDENTEEL CASSATIEBEROEP I n z a k e: 1 Stichting SDB Gevestigd te Stichtse Vecht 2 Stichting Euribar
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00/2559
ECLI:NL:GHAMS:2000:AA8940 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-11-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 00/2559 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieVan: W. Lam Tel nr: 8318 Nummer: 17A.00761
VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS & RAADSINFORMATIEBRIEF Van: W. Lam Tel nr: 8318 Nummer: 17A.00761 Datum: 26 juni 2017 Team: Vastgoed Tekenstukken: Ja Bijlagen: 1 Afschrift aan: wethouder Haring,
Nadere informatieBeroepschrift in cassatie bij HR nr. 16/03321
Titel Rechtspersoon gevestigd in staat waarin deze wordt geleid en bestuurd Nummer 4 / 199 Trefwoorden vestigingsplaats Belastingjaar/tijdvak 2004 Brondocumenten Hoge Raad 19 januari 2018, nr. 16/03321,
Nadere informatie.. ' :,> ' ',!. ' ' : Naar aanleiding van uw brief yàn 26 september 2017 heb ik de eer het vólgende op te mérken.
Den Haag, 3 Q QKT 017 Kenmerk: 2017-0000203694 Motivering van het beroepschrift n cassatie (rolnummer 17/04516) tegen de uitspraak van het Gëraçhtehof Arnhem-Leeüwarden van 15 augustus 2017, X 2 nr* 16/01369,
Nadere informatieHET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM, Derde Meervoudige Belastingkamer;
Belastingkamer: Nummer: 883/79 HET GERECHTSHOF TE AMSTERDAM, Derde Meervoudige Belastingkamer; Gezien het beroepschrift van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Y B.V. voorheen de vennootschap
Nadere informatieECLI:NL:HR:2013:BZ5048
ECLI:NL:HR:2013:BZ5048 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 22-03-2013 Datum publicatie 22-03-2013 Zaaknummer 11/05644 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie In cassatie op
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2014:2198
ECLI:NL:RBGEL:2014:2198 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 03-04-2014 Datum publicatie 03-04-2014 Zaaknummer AWB-13_2856 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2015:2589, Bekrachtiging/bevestiging
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234
ECLI:NL:RBHAA:2010:BM1234 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 08-04-2010 Datum publicatie 15-04-2010 Zaaknummer 09/3509 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieUitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], belanghebbende
Uitspraak GERECHTSHOF s-hertogenbosch Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Kenmerk: 13/00784 Uitspraak op het hoger beroep van de heer [belanghebbende], wonende te [woonplaats], hierna: belanghebbende,
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 12 september 2013, nummer AWB 13/915, in het geding tussen belanghebbende
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Afdeling belastingrecht Locatie Arnhem nummer 13/01077 uitspraakdatum: 20 mei 2014 Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van drs.
Nadere informatieNaar aanleiding van uw brief van 8 februari 2012 heb ik de eer het volgende op te merken.
I f^l öobuicq3~o\ Den Haag, 2 O MRT 2012 Kenmerk: DGB 2012-753 TL Motivering van liet beroepsciirir: in cassatie (rolnummer 12/00641) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-gravenhage van 21 december
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 07/06/2013
Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 c. -A601A3-0) Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer c "~" - I: Luxemboure Nr. 11/05307 Entrée 2 8 MARS 2013 1 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof
Nadere informatieIn artikel 7, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990 is het volgende bepaald.
looofoo ccts Den Haag, 2 8 MRT 2011 Kenmerk: DGB 2011-1237 Beroepschrift in cassatie tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van >( Z 15 februari 2011, nr. 10/00160, inzake Bf^^^NP te ÜÜH betreffende
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2010:BL3972 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 08/01104
ECLI:NL:GHAMS:2010:BL3972 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 11-02-2010 Datum publicatie 17-02-2010 Zaaknummer 08/01104 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 07/06/2013
Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 I!Entree 2 7 MARS 2013 C-.A6'1IA3-0 Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/02595 8 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder
Nadere informatieIn cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ3234, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Stamrechtovereenkomst tussen oprichter en BV i.o. is mogelijk, mits binnen redelijke termijn BV tot stand komt en overeenkomst bekrachtigd. Gehele aanspraak belast omdat stamrechtovereenkomst gedeeltelijk
Nadere informatieA. Het in het belastbaar inkomen 1998 begrijpen van het voordeel uit het tegen inkoopsprijs aankopen vaneen auto, groot fl 15.000.
C/& Z^o^jr Edelhoogachtbaar College, y> "2_ Op 17 februari j.l. is door mij namens C igllllllpljp te IHllIll^, hierna belanghebbende, beroep in cassatie aangetekend tegen de uitspraak van het Gerechtshof
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:15972
ECLI:NL:RBDHA:2017:15972 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 12-12-2017 Datum publicatie 13-04-2018 Zaaknummer AWB - 16 _ 6260 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2001:AB0583 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00157
ECLI:NL:GHAMS:2001:AB0583 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 28-02-2001 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 00157 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatieDe Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend. De moeder van belanghebbende (hierna: erflaatster) is op [ ] 2010 overleden.
Uitspraak 10 oktober 2014 Nr. 13/04777 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 29 augustus 2013, nr. 12/00472,
Nadere informatieDe Rechtbank te Haarlem (nr. AWB 08/4855) heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard.
4 oktober 2013 nr. 11/03207 Arrest gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 9 juni 2011, nr. P10/00221, betreffende
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:2587
ECLI:NL:GHARL:2015:2587 Instantie Datum uitspraak 31-03-2015 Datum publicatie 17-04-2015 Zaaknummer 14/00452 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieArt. 8:42 Awb. Themamiddag formeel belastingrecht NVAB & Belastingdienst. Inspecteursmiddag Art. 8:42 AWB. Een grensverkenning
Art. 8:42 Awb Een grensverkenning Themamiddag Formeel Recht BD-Nvab, 29 oktober 2015 Ludwijn Jaeger Koos Spreen Brouwer Opdracht aan de inspecteur: verplichting de op de zaak betrekking hebbende stukken
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2017:3135
ECLI:NL:RBNNE:2017:3135 Instantie Datum uitspraak 17-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer AWB - 15 _ 4205 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:1125
ECLI:NL:GHDHA:2017:1125 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 04-04-2017 Datum publicatie 02-05-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-16/00480
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 maart 2011, nummers AWB 10/2670 en 10/2672, in het geding tussen belanghebbende en
Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM Sector belastingrecht nummers 11/00311 en 11/00312 uitspraakdatum: 20 september 2011 Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer op het hoger beroep van X te Z (hierna:
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2014:2200
ECLI:NL:RBGEL:2014:2200 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 03-04-2014 Datum publicatie 03-04-2014 Zaaknummer AWB-13_2858 Formele relaties Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2015:2588, Bekrachtiging/bevestiging
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 10/06/2014
Datum van inontvangstneming : 10/06/2014 I' Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer w ~e' {J.J ::li "~.8 ;.l_~ ( E..::r,",'_ t"::) ('0",,1 l:'jt:: ~~ ~ )(, ::li oe i~..- ~ c:: L'..J Nr. 12/03718 28 maart
Nadere informatieBewijslastverdeling bij gestelde uitputting
Cassatiemiddel Schending van het recht inz. artikel 2.23 lid 3 BVIE (art. 13A lid 9 BMW oud), zoals deze bepaling geïnterpreteerd en toegepast dient te worden in het licht van art 7 lid 1 van de Eerste
Nadere informatieHoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775. Belastingrecht. Cassatie. Rechtspraak.nl
ECLI:NL:HR:2015:1084 Instantie Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Hoge Raad 24-04-2015 24-04-2015 13/03775 In cassatie op
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BM1206
ECLI:NL:HR:2010:BM1206 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 24-09-2010 Datum publicatie 24-09-2010 Zaaknummer 08/03539 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BM1206
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:8624
ECLI:NL:GHARL:2013:8624 Instantie Datum uitspraak 12-11-2013 Datum publicatie 28-11-2013 Zaaknummer 13/00542 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieHOGE RAAD ARREST. nr. 31/695. gewezen op het beroep in cassatie van X te Z. tegen
HOGE RAAD nr. 31/695 ARREST gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te 's-hertogenbosch van 13 oktober 1995 betreffende de haar voor het jaar 1986 opgelegde
Nadere informatiede inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratieve processen/team Auto/BPM, kantoorl^p, de Inspecteur,
uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer nummers BK-18/00241 t/m BK-18/00260. de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratieve processen/team Auto/BPM, kantoorl^p,
Nadere informatieAanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg
Uitspraak GERECHTSHOF DEN HAAG Team Belastingrecht meervoudige kamer nummer BK-13/00338 Uitspraak van 3 januari 2014 in het geding tussen: [X], wonende te [Z], belanghebbende, en de directeur van de Belastingdienst/
Nadere informatieBeroepschrift in cassatie bij HR nr. 17/ Vennootschapsbelasting/Dividendbelasting
Titel Hoge Raad formuleert rechtsregels inzake begrip 'deelnemingskosten' Nummer 50 / 2822 Belastingjaar/tijdvak 2008 Brondocumenten Hoge Raad 7 december 2018, nr. 17/01211, Beroepschrift in cassatie bij
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 28/03/2013
Datum van inontvangstneming : 28/03/2013 luxembourg c - ~~///3 - Entrée 2 5 FEV. 2013 oge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/04457 1 februari 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie
Nadere informatieEdèlhoogachtbare Heer/Vrouwe,
Edèlhoogachtbare Heer/Vrouwe, X Z (belanghebbende), \ beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 4 juli 2013. Bij brief van 11 oktober 2013 heeft de griffier mij
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2013:6459
ECLI:NL:RBNNE:2013:6459 Instantie Datum uitspraak 08-10-2013 Datum publicatie 15-11-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland AWB-13_1050
Nadere informatieGERECHTSHOF TE LEEUWARDEN. Nr. 208/86 10 april 1987
GERECHTSHOF TE LEEUWARDEN BELASTINGKAMER UITSPRAAK Nr. 208/86 10 april 1987 Uitspraak (na verwijzing door de Hoge Raad der Nederlanden bij arrest van 29 januari 1986, nr. 23.254) van bet Gerechtshof te
Nadere informatieNLF 2018/2225 Onbegrijpelijk oordeel over omkering en verzwaring bewijslast HR, 5 oktober 2018, 17/00374, ECLI:NL:HR:2018:1839
Kijk op NLFiscaal voor online versie NLF 2018/2225 Onbegrijpelijk oordeel over omkering en verzwaring bewijslast HR, 5 oktober 2018, 17/00374, ECLI:NL:HR:2018:1839 SAMENVATTING De activiteiten van A (bv)
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2013:BZ2891
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ2891 Instantie Datum uitspraak 24-01-2013 Datum publicatie 04-03-2013 Zaaknummer 11-00672 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatieVerplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM
Verplichte deelneming directeur in pensioenfonds PGGM Mr. Z. Kasim 1 HR 13 juli 2007, nr. C05/331, LJN BA231 Verplichte deelneming pensioenfonds, criteria arbeidsovereenkomst BW artikel 7: 610, artikel
Nadere informatieHet gerechtshof te Arnhem, tweede meervoudige belastingkamer;
AK GERECHTSHOF ARNHEM BELASTINGKAMER Nr. 373/1988 Het gerechtshof te Arnhem, tweede meervoudige belastingkamer; Gezien het beroepschrift van de erfgenamen van X gewoond hebbende te Z, ingekomen op 2 februari
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2015:20
ECLI:NL:GHARL:2015:20 Instantie Datum uitspraak 06-01-2015 Datum publicatie 16-01-2015 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 14/00053, 14/00054 en 14/00055 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:3701
ECLI:NL:GHDHA:2014:3701 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 11-11-2014 Datum publicatie 02-12-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-13_1439
Nadere informatieGERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer. een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen Y, de inspecteur.
Kenmerk: 99/03616 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Tweede Meervoudige Belastingkamer UITSPRAAK op het beroep van X B.V. te Z, belanghebbende, tegen een uitspraak van het Hoofd van de Belastingdienst Ondernemingen
Nadere informatieHoge Raad der Nederlanden
Hoge Raad der Nederlanden D e r d e K a m e r Nr. 35.889 27 juni 2001 YS Arrest gewezen op het beroep in cassatie van X te Z tegen de uitspraak van het Gerechtshof te `s-hertogenbosch van 3 december 1999,
Nadere informatiehttp://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx
pagina 1 van 5 LJN: BV7053, Gerechtshof Arnhem, 11/00315 Datum uitspraak:14-02-2012 Datum 28-02-2012 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Omzetbelasting.
Nadere informatieNu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond.
Nu premies AOV zijn afgetrokken vormen uitkeringen belastbare periodieke uitkeringen uit inkomensvoorziening (art. 3.100, lid 1, ond. b) LJN: BX8102, Gerechtshof 's-gravenhage, BK-10/00754 en 10/00233
Nadere informatieInleiding. Passenheim-van Schoot
Kijk op NLFiscaal voor online versie NLF 2017/2539 Verlengde navorderingstermijn; navorderingsaanslag niet voortvarend opgelegd (1) HR, 13 oktober 2017, 17/00228, ECLI:NL:HR:2017:2602 SAMENVATTING In deze
Nadere informatietegen de uitspraak van de Rechtbank Breda (hierna: de Rechtbank) van 15 november 2012, nummer AWB 12/4016, in het geding tussen
Uitspraak GERECHTSHOF VHERTOGENBOSCH Team belastingrecht Meervoudige Belastingkamer Uitspraak op het hoger beroep van * ^ p n i a w a ï i i b.v., gevestigd te > hierna: belanghebbende, tegen de uitspraak
Nadere informatiehttp://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx
pagina 1 van 5 LJN: BW5380, Gerechtshof Leeuwarden, BK 11/00154 Inkomstenbelasting Datum 08-05-2012 uitspraak: Datum 10-05-2012 publicatie: Rechtsgebied: Belasting Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:In
Nadere informatieUitspraak. Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel:
Auteur: Verschenen in: Datum: Instantie: Titel: R.T. Wiegerink Belastingblad (BB), maart, Nr. 6, BB 2019/112 16 januari 2019 Gerechtshof Den Haag Belanghebbende heeft onderzoek ter zitting van de rechtbank
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 13/05/2013
Datum van inontvangstneming : 13/05/2013 -0) Ol täh. 2tpIO e Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 11/01551 IIngeschreven in het register van het Hof van Justitie onder nr g.3.j ~..~9. 8 maart 2013 Luxemburg,
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2016:8884
ECLI:NL:GHARL:2016:8884 Instantie Datum uitspraak 08-11-2016 Datum publicatie 11-11-2016 Zaaknummer 16/00065 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 07/06/2013
Datum van inontvangstneming : 07/06/2013 C -,44Li jj':j - Hoge Raad der Nederlanden Derde Kamer Nr. 10/04806 1 maart 2013 Ingeschreven in het register van het Hof van Justitie onder nr ~3.~o 6..3.s.::.
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2013:3180
ECLI:NL:GHDHA:2013:3180 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24072013 Datum publicatie 21082013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK12/00764 Belastingrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2016:2733
ECLI:NL:GHSHE:2016:2733 Instantie Datum uitspraak 08-07-2016 Datum publicatie 29-11-2016 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 15/00008 tot en met 15/00010 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2013:7492
ECLI:NL:RBZWB:2013:7492 Instantie Datum uitspraak 16-10-2013 Datum publicatie 13-11-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Nadere informatie1.1. De Inspecteur heeft appellante voor het jaar 1993 een taxatieve aanslag in de winstbelasting opgelegd, gedagtekend 3 juni 1996.
BESCHIKKING RAAD VAN BEROEP 24 september 2001 Vonnisnummer : 1998/191 Datum : 24 september 2001 Rechters : mrs. L. van Gijn als voorzitter en de leden C.W.M. van Ballegooijen en L.F. van Kalmthout Middel
Nadere informatieUitspraak /1/A2 en /1/A2
Uitspraak 201707806/1/A2 en 201802043/1/A2 Datum van uitspraak: woensdag 7 november 2018 Tegen: de Belastingdienst/Toeslagen Proceduresoort: Hoger beroep Rechtsgebied: Geld ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:3603
Nadere informatienr. 98/02889 Proces-verbaal mondelinge uitspraak
Gerechtshof Arnhem Zevende enkelvoudige belastingkamer nr. 98/02889 Proces-verbaal mondelinge uitspraak Belanghebbende: X te: Z ambtenaar: de inspecteur van de Belastingdienst/P aangevallen beslissing:
Nadere informatieklaar voor de start? eindejaarscorrecties btw
In de laatste aangifte omzetbelasting over het jaar 2018 dienen zoals ieder jaar verschillende correcties te worden verwerkt. In deze leaflet wordt aandacht besteed aan de belangrijkste correcties die
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2014:2681
ECLI:NL:GHARL:2014:2681 Instantie Datum uitspraak 01-04-2014 Datum publicatie 11-04-2014 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Zaaknummer 13/00862 en 13/00863 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken
Nadere informatieGERECHTSHOF TE AMSTERDAM Derde Enkelvoudige Belastingkamer. een uitspraak en een besluit van de Inspecteur der omzetbelasting te Y, de inspecteur.
kenmerk: 6013/89 GERECHTSHOF TE AMSTERDAM Derde Enkelvoudige Belastingkamer UITSPRAAK op het beroep van v.o.f. X te Z belanghebbende, tegen een uitspraak en een besluit van de Inspecteur der omzetbelasting
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 00636/06
ECLI:NL:PHR:2007:AZ6118 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 06-03-2007 Datum publicatie 06-03-2007 Zaaknummer 00636/06 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieBTW-heffing over personeelsvoorzieningen en privé-gebruik van goederen en diensten: de actuele stand van zaken
BTW-heffing over personeelsvoorzieningen en privé-gebruik van goederen en diensten: de actuele stand van zaken Paul Hulshof paul.hulshof@cms-dsb.com 08 February 2011 Overzicht break-out sessie 1. Vermogensetikettering
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2011:BP5815
ECLI:NL:GHSGR:2011:BP5815 Instantie Datum uitspraak 09-02-2011 Datum publicatie 25-02-2011 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage BK-10/00091
Nadere informatieNieuwsbrief Vastgoed
Nieuwsbrief Vastgoed 15 juli 2014 Nieuwbouw en verbouwing scholen door gemeente. Recht op btw-aftrek? De Hoge Raad heeft zich in april tweemaal uitgelaten over omzetbelasting (of: btw) bij de bouw/verbouwing
Nadere informatieECLI:NL:HR:2007:BA6231
ECLI:NL:HR:2007:BA6231 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 13-07-2007 Datum publicatie 13-07-2007 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie C05/331HR Conclusie: ECLI:NL:PHR:2007:BA6231
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak Datum publicatie
ECLI:NL:PHR:2008:BD1383 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum uitspraak 20-06-2008 Datum publicatie 20-06-2008 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie C07/041HR
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:4777
ECLI:NL:GHARL:2017:4777 Instantie Datum uitspraak 07-06-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 16/00619 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:634
ECLI:NL:GHARL:2017:634 Instantie Datum uitspraak 31-01-2017 Datum publicatie 10-02-2017 Zaaknummer 15/01571 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Nadere informatie2. Conclusie Op grond van al het vorenstaande kan 's Hofs uitspraak niet in stand blijven. Wij verzoeken Uw Raad daarom de uitspraak van het Hof te
i. Cassatiemiddelen l.i. Eerste middel Schending van het Nederlandse recht, met name van artikel 27, lid 5, Wet op de loonbelasting 1964 (hierna: de Wet) (tekst tot en met 1996), van artikel 13a, lid 1,
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer HD
ECLI:NL:GHSHE:2014:1286 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 06-05-2014 Datum publicatie 07-05-2014 Zaaknummer HD 200.134.974_01 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Hoger
Nadere informatieECLI:NL:PHR:2016:83 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 15/02004
ECLI:NL:PHR:2016:83 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 08-03-2016 Datum publicatie 09-03-2016 Zaaknummer 15/02004 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie
Nadere informatieHOGE RAAD, 24 april 1991 (nr. 27 021) (Mrs. Jansen, Van der Linde, Baardman, Bellaart, Korthals Altes)
HOGE RAAD, 24 april 1991 (nr. 27 021) (Mrs. Jansen, Van der Linde, Baardman, Bellaart, Korthals Altes) ARREST gewezen op het beroep in cassatie van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2018:1190
ECLI:NL:GHDHA:2018:1190 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 01-05-2018 Datum publicatie 24-05-2018 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie BK-17/00787
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:1999:AA7796 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 98/4659
ECLI:NL:GHAMS:1999:AA7796 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 21-12-1999 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 98/4659 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Belastingrecht Eerste
Nadere informatie