De Invloed van een Negatieve of. Positieve Stemming op Eetgedrag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Invloed van een Negatieve of. Positieve Stemming op Eetgedrag"

Transcriptie

1 De Invloed van een Negatieve of Positieve Stemming op Eetgedrag Bachelorthese Sociale Psychologie Naam: Emma Duchhart Studentnummer: Begeleider: Daniela Becker Datum: 24 juni 2013 Aantal woorden: 5368

2 De Invloed van een Negatieve of Positieve Stemming op Eetgedrag Hoewel de voorzieningen en kennis over gezondheid beter dan ooit zijn, hebben we nog steeds een groot gezondheidsprobleem: overgewicht. Dat in de Verenigde Staten overgewicht in extreme mate voorkomt is al lange tijd bekend. Maar uit een recente cohort studie blijkt dat ook in Nederland volwassenen steeds dikker worden. Aan het beginpunt van het onderzoek in 1987 had 40,2% van de deelnemende mannen in hun dertiger jaren overgewicht, in 2007 was dit percentage gestegen naar 68,8%. Voor vrouwelijke dertigers zijn deze percentages respectievelijk 26,4% en 49,5%. In dertig jaar zijn er dus ongeveer 25% meer mensen met overgewicht bijgekomen (Hulsegge et al, 2013). Hieruit kan geconcludeerd worden dat er sprake is van een groeiend probleem. Het is belangrijk om beter te begrijpen welke factoren een rol spelen bij het eetgedrag van mensen. Met dit begrip zouden mensen die gewicht willen verliezen voorgelicht of geholpen kunnen worden. Iets wat invloed kan hebben op hoeveel we eten is de stemming waarin we ons bevinden. Wanneer zijn mensen meer geneigd om ongezond te eten? Gaan mensen juist in een negatieve of in een positieve stemming meer eten? In deze these wordt de rol die stemming speelt bij eetgedrag onderzocht. Iedereen heeft wel eens een dag waarin alles tegen zit. Een negatief evaluatiegesprek op werk, en als je naar huis fietst gaat ook nog eens je band lek. Als je na zo een dag in de supermarkt staat is de kans groot dat je in plaats van voor de gezonde salade voor een pizza gaat, en misschien nog wel een toetje. Na zo een vervelende dag heb je immers wel wat lekkers verdiend, toch? In dit voorbeeld is eten

3 een manier van coping. Coping is bepaald gedrag waarmee mensen zichzelf beschermen tegen schade die opgelopen kan worden in vervelende situaties (Pearlin & Schooler, 1978). Mensen verwachten dat ze zich beter zullen voelen door het eten van een pizza. Veel mensen voelen zich op een zware dag na het eten van veel koolhydraten en vet (comfort food) beter (Munsch, Michael, Biedert, Meyer, & Margraf, 2008). Eten kan dus goed dienen als een copingsmechanisme, en is voor de meeste mensen makkelijk verkrijgbaar. Mensen in een negatieve stemming gaan dus eten omdat zij denken zich hierna beter te voelen. In dit voorbeeld leidt een negatieve stemming tot meer eten om met deze stemming om te gaan. Uit onderzoek van Sulkowski, Dempsey en Dempsey (2011) blijkt ook dat stress leidt tot coping, bijvoorbeeld in de vorm van binge eating, waarbij in een korte periode enorme hoeveelheden eten worden verorberd en mensen een gevoel van controleverlies rapporteren. Dit gevoel van controleverlies zorgt voor een ontsnapping aan zelfbewustzijn (Heatherton & Baumeister, 1991), wat kan worden gezien als een manier van coping. Een scenario waar veel mensen zich waarschijnlijk ook in kunnen verplaatsen is het volgende. Het is weekend, de zon schijnt, en je hebt met vrienden afgesproken. Iedereen is in een goede stemming en al snel worden bitterballen besteld, of gaat men barbecueën in het park. In dit geval leidt juist een positieve stemming tot minder eten. Dit kan verklaard worden door het Affect Infusion Model (AIM) van Forgas (1995). Volgens het AIM verwerken mensen in een negatieve stemming informatie grondig en bewust door voor- en nadelen af te wegen. In een positieve stemming voorspelt het AIM dat mensen informatie gevoelsmatig verwerken en terugvallen op hun automatische gedrag. Om informatie grondig te verwerken is genoeg hersencapaciteit nodig, als mensen moe zijn of veel aan hun hoofd hebben verkleint deze capaciteit

4 waardoor er eerder gevoelsmatig zal worden nagedacht (Forgas, 1995). Hoeveel mensen zullen eten in een positieve stemming hangt af van wat hun automatische gedrag is. Wanneer mensen van zichzelf veel eten, zullen zij in een positieve stemming hier op terugvallen. Wanneer mensen echter automatisch weinig eten, bijvoorbeeld wanneer gezond eten heel goed is aangeleerd, zullen deze mensen in een positieve stemming juist minder gaan eten. Voor vele mensen is eten automatisch gedrag en zal een positieve stemming dus leiden tot meer eten, en een negatieve stemming tot minder eten. Uit onderzoek is gebleken dat mensen in een negatieve stemming minder eten omdat zij grondiger nadenken dan mensen in een positieve stemming (Holland, de Vries, Hermsen & van Knippenberg, 2012). Bovenstaande theorieën over coping en het AIM geven geen eenduidig antwoord op de vraag of mensen in een negatieve stemming nu juist meer of minder gaan eten dan mensen in een positieve stemming. Aan de ene kant zou worden verwacht dat mensen in een negatieve stemming meer eten als copingsmechanisme. Daartegenover staat het AIM, aan de hand waarvan zou worden verwacht dat mensen in een negatieve stemming juist gezonder en minder eten doordat ze grondig nadenken. Ook voorspelt het AIM dat mensen in een positieve stemming meer gaan eten, omdat ze dan gevoelsmatig nadenken en terugvallen op automatisch gedrag. Deze verwachtingen staan niet in lijn met elkaar, en het is belangrijk om duidelijkheid te scheppen. In deze these zal de invloed van een negatieve of positieve stemming op eetgedrag worden onderzocht. Ten eerste zal worden gekeken naar onderzoek waaruit blijkt dat negatieve stemming leidt tot meer eten. Hierin zal voornamelijk worden gefocust op de rol die coping hierbij speelt. Ten tweede zal worden gekeken naar onderzoek waaruit blijkt dat negatieve stemming leidt tot minder eten en dat een positieve stemming leidt tot meer eten. Deze onderzoeken zullen vooral worden

5 ondersteund door het AIM en het de positieve associaties die mensen met eten hebben. Vervolgens zullen de twee lijnen van onderzoek worden geïntegreerd om antwoord te geven op de hoofdvraag. Het antwoord op deze vraag kan wellicht gebruikt worden om mensen te waarschuwen voor de invloed die stemming kan hebben op eetgedrag, waardoor zij gezondere keuzes gaan maken. Hoe een Negatieve Stemming Leidt tot Meer Eten Mensen die in een negatieve stemming zitten willen vaak uit deze stemming komen. Een manier om dit te doen is door te eten. Aan eten hangt een beloningswaarde; in welke mate zal het eten van een bepaald soort etenswaar een goed gevoel met zich meebrengen? Wanneer wordt verwacht dat men zich beter voelt na eten zullen mensen eten gebruiken als copingsmechanisme. In deze paragraaf zal worden besproken hoe een negatieve stemming kan leiden tot meer eten. Coping speelt hierbij een belangrijke rol, maar ook selectieve aandacht en het vermogen om eten te weerstaan komen aan bod. Loxton, Dawe en Cahill (2011) deden onderzoek naar het effect van negatieve stemming op drang om te eten, afhankelijk van het wel of niet te zijn blootgesteld aan food cues. Dit deden ze door 160 vrouwelijke psychologiestudenten in een van vier condities in te delen die ontstonden uit een 2x2 design waarin stemming en food cues werden gemanipuleerd. Deelnemers werden door het kijken van een filmpje in een negatieve of neutrale stemming gebracht. In de food cue conditie kregen deelnemers fast food aangeboden om te zien, vast te houden en te ruiken, in de controle conditie werd helemaal geen eten aangeboden. Drang om te eten werd bij elke deelnemer drie keer gemeten, bij een baseline meting, na de stemmingsmanipulatie en na de food

6 cue. Ook werd etensstijl bij elke deelnemer gemeten als geremd of ongeremd. Hieruit bleek dat de ongeremde eters in een negatieve stemming een grotere drang hadden om te eten na het zien van food cues dan in een neutrale stemming. Deze deelnemers gaven aan dat ze verwachtten dat ze zich beter zouden gaan voelen na het eten van fast food. Bloodstelling aan food cues had geen invloed bij geremde eters. Deze bevinding suggereert dat negatieve stemming leidt tot meer eten, maar alleen bij aanbieding van food cues en alleen voor mensen die vaak een ongeremd eetpatroon laten zien. In dit onderzoek wordt echter niet gekeken naar de expliciete motivatie van mensen om te eten. De verwachting dat eten stemming zal verbeteren duidt op het gebruik van eten als copingsmechanisme, maar er is niet specifiek onderzocht of dit zo is. Het is interessant om te kijken naar verschillen in motivatie die bij eten komen kijken om zo te begrijpen waarom mensen in verschillende stemmingen ander eetgedrag vertonen. Macht & Simons (2000) onderzochten de rol van verschillende emotionele staten op eetgedrag. Hierbij werd vooral gekeken naar de expliciete motivatie om te eten die optreedt in verschillende emotionele staten. De deelnemers, 23 vrouwelijke psychologie studenten, vulden zes dagen lang op vijf verschillende tijdstippen een vragenlijst in. Hiermee werd zowel stemming als motivatie om te eten gemeten. Voorbeelden van motivatie om te eten op de vragenlijst waren onder andere lichamelijke symptomen van honger, ontspanning, omdat het lekker is of om zich beter te voelen (coping). Naar aanleiding van het gedeelte van de vragenlijst dat over stemming ging werden vier emotionele staten onderscheden; Woede/Dominantie (negatief), Spanning/Angst (negatief), Ontspanning/Geluk (positief) en Nietemotioneel (neutraal). Uit de vragenlijsten bleek dat deelnemers tijdens een negatieve stemming een verhoogde neiging hadden om te eten om zich beter te voelen dan

7 deelnemers in de positieve en neutrale stemming. Uit dit verschil in motivatie kan worden geconcludeerd dat mensen in een negatieve stemming eten zouden kunnen gebruiken als copingsmechanisme. Coping lijkt een belangrijke factor te zijn als het gaat over het effect van negatieve stemming op eetgedrag. Bij coping door middel van eten verwacht men zich beter te voelen door te eten, er wordt dus een beloningswaarde aan eten gehecht. Dit zou kunnen betekenen dat in een negatieve stemming de aandacht voor de beloningswaarde van eten omhoog gaat. Hepworth, Mogg, Brugnell & Bradley (2009) deden onderzoek naar de invloed die negatieve stemming heeft op de aandacht voor food cues en zelf gerapporteerde honger. Hierbij wordt ook gekeken naar de invloed die stemming heeft op de beloningswaarde van eten. 80 Vrouwelijke jongvolwassenen werden aselect verdeeld over twee condities. In de negatieve conditie werd deelnemers gevraagd om ongelukkige herinneringen op te halen terwijl ze naar een verdrietig muziekstuk luisterden. In de neutrale conditie werd deelnemers gevraagd hun dagelijkse routines te bedenken, terwijl ze naar neutrale muziek luisterden. In beide condities werd een vragenlijst afgenomen om subjectieve honger te meten. Om aandacht voor food cues te meten werd een visual-probe taak gebruikt, waarbij deelnemers voor een aantal milliseconden een foto van eten en een foto zonder eten te zien kregen. Vervolgens verdwenen de foto s en verscheen een kleine stip op de plek waar een van de foto s eerst had gestaan. Deelnemers werd vervolgens gevraagd om zo snel mogelijk op een linker of rechter knop te drukken om aan te geven waar de stip zich bevond. Als de stip achter het plaatje zit wat meer aandacht trekt, zal de deelnemer sneller aan kunnen geven waar de stip zit. Deelnemers in de negatieve conditie waren sneller in het correct aangeven van de plek van de stip als deze in de plaats van de foto van eten verscheen dan deelnemers in de neutrale

8 conditie. Ook gaven deelnemers in de negatieve conditie aan meer honger te hebben dan deelnemers in de neutrale conditie. Negatieve stemming verhoogt dus zowel de selectieve aandacht voor food cues als subjectieve honger. Er wordt ook een samenhang gevonden tussen deze aandacht en honger, wat een onderliggend mechanisme laat zien; activatie van de beloningswaarde van eten. De onderzoekers verklaren deze bevindingen door het negatieve versterkingsmodel (Baker, Piper, McCarthy, Majeskie, & Fiore, 2004), welke stelt dat een negatieve stemming de beloningswaarde van eten verhoogt. Dit zou leiden tot de verhoogde selectieve aandacht en honger in een negatieve stemming. In bovenstaand onderzoek wordt het duidelijk dat ook beloningswaarde een belangrijke rol speelt in de invloed van negatieve stemming op eetgedrag. Een verhoogde beloningswaarde in een negatieve stemming zou mogelijk invloed kunnen hebben op het vermogen om ongezond eten te weerstaan. Verwacht zou kunnen worden dat bij een stijging van de beloningswaarde het ook moeilijker wordt om eten te weerstaan. Udo en collega s (Udo, Grille, Brownell, Weinberger, DiLeone & McKee, 2012) onderzochten de effecten van stemming op het vermogen om calorierijk voedsel te weerstaan. Aan deze studie deden dertig mensen mee, waarvan de helft overgewicht had en de andere helft normaal gewicht. Deelnemers kregen, na 3 uur lang onthouding van voedsel, de opdracht zichzelf in een bepaalde situatie te verbeelden. De situatie hoorden zij via een koptelefoon en kon negatief of positief zijn. Vervolgens kregen de deelnemers een variatie aan calorierijk zoet en zout eten, met de mededeling dat ze mochten beginnen met eten wanneer ze wilden, maar dat hun financiële beloning omhoog zou gaan voor elke minuut dat ze het eten uitstelden. Ook werd het aantal genuttigde calorieën bijgehouden. Vermogen om het eten te weerstaan werd uitgedrukt in het aantal seconden dat de deelnemers het eten

9 uitstelden. Deelnemers in de negatieve conditie begonnen eerder met eten dan deelnemers in de positieve conditie. Bij de deelnemers met overgewicht was hunkering naar eten geassocieerd met minder vermogen om eten te weerstaan, en grotere calorieconsumptie, maar alleen als ze in ene negatieve stemming waren. Uit deze paragraaf blijken de verschillende mechanismen die ervoor zorgen dat mensen in een negatieve stemming meer gaan eten dan in een neutrale of positieve stemming. Een negatieve stemming zorgt er voor dat mensen meer honger krijgen nadat ze in aanraking komen met food cues ten opzichte van een neutrale stemming. De grootse motivatie om te eten tijdens een negatieve stemming blijkt te zijn om zich beter te voelen. Dit duidt erop dat eten wordt gebruikt als copingsmechanisme. De aandacht voor de beloningswaarde die men aan eten hecht wordt dan ook groter in een negatieve stemming. Als mensen in een negatieve stemming zijn willen zij eten om zich beter te voelen, en hierdoor gaan ze meer aan de beloningswaarde denken. Dit zorgt er ook voor dat mensen in een negatieve stemming minder goed zijn in het weerstaan van ongezond eten. Coping zorgt er op verschillende manieren voor dat mensen in een negatieve stemming meer gaan eten. Hoe Negatieve (Positieve) Stemming Leidt tot Minder (Meer) Eten Uit bovenstaande paragraaf blijkt dat mensen in een negatieve stemming meer gaan eten. Er is echter ook veel onderzoek waaruit blijkt dat mensen in een negatieve stemming juist minder gaan eten. In deze paragraaf zal besproken worden hoe een negatieve of positieve stemming leidt tot respectievelijk minder en meer eten. Het AIM voorspelt dat mensen in een negatieve stemming informatie systematisch verwerken en in een positieve stemming informatie heuristisch verwerken. Bij

10 systematische informatiewerking denkt men grondig na, en worden voor- en nadelen bewust afgewogen. Bij heuristische informatieverwerking gaat men af op impuls en gevoel, en valt men terug op automatisch gedrag. Het AIM voorspelt dus dat mensen in een negatieve stemming meer zullen eten, als dit hun automatische gedrag is. Holland, de Vries, Hermsen & van Knippenberg (2011) deden onderzoek naar de invloed van stemming op eetgedrag door te kijken naar systematische en heuristische informatieverwerking. Aan het begin van het experiment werd impliciete attitude gemeten tegenover appels en chocoladerepen door middel van een Implicit Association Task (IAT). Ook werden attitudes gebaseerd op overtuigingen gemeten door middel van vragenlijsten waarbij naar bepaalde eigenschappen van zowel appels als chocoladerepen werd gevraagd. Drie dagen later kwamen de deelnemers terug en werden ze in een positieve of negatieve stemming gebracht door middel van positieve en negatieve filmfragmenten. Vervolgens werd tegen alle deelnemers gezegd dat ze een snack mochten uitkiezen, waarbij ze konden kiezen tussen een appel (gezond) en een chocoladereep (ongezond). Deelnemers in de negatieve conditie kozen eerder voor de appel dan voor een chocoladereep, ook wanneer hun eerder gemeten attitude tegenover chocoladerepen positief was, dan deelnemers in de positieve conditie. Dit werd door de onderzoekers verklaard doordat mensen in een negatieve stemming systematisch en mensen in een positieve stemming heuristisch nadenken. De onderzoekers verklaren deze bevinding dus aan de hand van het AIM. Maar is het AIM wel zo toepasbaar? Is het zo dat mensen in een positieve stemming altijd heuristisch nadenken? Isbell (2003) draagt bewijs aan voor systematische informatieverwerking in een positieve stemming. Zij deed onderzoek naar de invloed van stemming op het gebruik van impulsieve en reflectieve informatieverwerking. Dit deed ze door 97 studenten telefonisch te benaderen en een persoon genaamd Carol te

11 omschrijven. In de ene conditie hoorden deelnemers dat Carol een bibliothecaresse is die verlegen en introvert is en om deze reden erg tevreden is met haar baan. In de andere conditie hoorden deelnemers dat Carol een functie heeft als sales medewerker en ze dit door naar extraverte en sociale persoonlijkheid een hele leuke baan vindt. Vervolgens kregen alle deelnemers meer informatie over Carol te horen, waarbij nog drie introverte en drie extroverte kenmerken werden verteld. Vervolgens werd de deelnemers gevraagd hoe leuk ze Carol vonden, en welke informatie ze hadden gebruikt om deze beslissing te maken. Tevens werd aan het begin van het onderzoek een vragenlijst afgenomen om stemming te meten bij alle deelnemers. Deelnemers die onder de mediaan scoorden op deze vragenlijst werden geclassificeerd als relatief negatief, deelnemers die boven de mediaan scoorden als relatief positief. Bij systematische informatieverwerking wordt een oordeel gevormd door te luisteren naar alle gegeven informatie. Bij heuristische informatieverwerking zouden deelnemers hun oordeel baseren op de eerste informatie die ze te horen kregen. Mensen in de categorie relatief positief gaven aan hun oordeel te hebben gevormd door alle gegeven informatie mee te nemen in hun overweging. De informatie die als eerst werd gegeven had geen invloed op hun uiteindelijke keuze hoe leuk ze Carol vonden. Hieruit kan geconcludeerd worden dat mensen in een positieve stemming wel degelijk systematisch informatie verwerken. Volgens Isbell denken mensen in een positieve bui wel systematisch na, maar beredeneren zij dat het passend is om in hun positieve bui af te gaan op automatische en impulsieve ingevingen. Met betrekking tot eetgedrag zou dit kunnen betekenen dat mensen in een positieve stemming wel nadenken over de gevolgen van hun eten, maar dat ze beredeneren dat het prima is om een ongezonde snack te eten. Ook zou het kunnen zijn dat mensen in een positieve

12 stemming wel systematisch nadenken, maar dat uiteindelijk hun impulsieve neiging toch de overhand neemt. Veel onderzoek naar de invloed van stemming op eetgedrag richt zich op de invloed van negatieve stemming op eetgedrag. Pas sinds een aantal jaar wordt ook specifiek gekeken naar de invloed die positieve stemming op eetgedrag uitvoert. Dit is ook belangrijk om in ogenschouw te nemen, om zo een completer beeld te vormen van de situatie. Evers, Adriaanse, de Ridder en de Witt Huberts (2013) deden onderzoek naar positieve emoties als een aanleiding voor voedselinname. Dit deden ze door 70 studenten in te delen in twee condities; de positieve en de controle conditie. Stemming werd gemanipuleerd door het laten zien van positieve filmfragmenten in de positieve conditie en neutrale filmfragmenten in de controle conditie. Deelnemers in beide condities werd gevraagd om drie soorten ongezonde snacks te scoren op smaak. Alle deelnemers was verteld dat ze 2u voor het experiment niet mochten eten en deelnemers kregen 10 minuten de tijd om de snacks te scoren. De bakjes met snacks werden voor en na het experiment gewogen, om zo de voedselinname van de deelnemers te bepalen. Deelnemers in de positieve conditie aten meer van de snacks dan deelnemers in de controle conditie. Hieruit kan geconcludeerd worden dat een positieve stemming leidt tot een verhoogde voedselinname. De onderzoekers verklaren dit door de associatie die mensen hebben tussen feestelijke en sociale gebeurtenissen en eten. Op verjaardagen wordt bijvoorbeeld meer eten dan normaal genuttigd. Ook kan eten worden geassocieerd met gezellige etentjes met vrienden. Dit zou er voor kunnen zorgen dat een positieve stemming en eten als het ware aan elkaar zijn geconditioneerd. Dit onderzoek vergelijkt echter alleen positieve en neutrale staat met elkaar, er wordt niet gekeken

13 naar negatieve stemming. In het volgende onderzoek wordt negatieve stemming wel in ogenschouw genomen. Bongers en collega s (Bongers, Jansen, Havermand, Roefs & Nederkoorn, 2013) deden onderzoek naar de invloed van positieve, negatieve en neutrale stemming op eetgedrag. Alle deelnemers vulden aan het begin van het experiment een stemmingsvragenlijst in. Deelnemers werden ingedeeld in drie condities, de positieve, negatieve en controle conditie. Deelnemers kregen respectievelijk een positief, negatief of neutraal filmfragment te zien. Als manipulatiecheck werd de stemmingsvragenlijst nu nog een keer ingevuld. Vervolgens werden er verschillende snacks en een glas water voor de deelnemer neergezet. De deelnemer zat vervolgens 15 minuten in de kamer bij het eten. Na afloop hiervan werd gemeten hoeveel de deelnemer had gegeten. Hieruit bleek dat deelnemers in de positieve conditie meer hadden gegeten ten opzichte van zowel de negatieve als de controle conditie. Voor de negatieve conditie werd geen verschil gevonden ten opzichte van de controle conditie. Hieruit kan geconcludeerd worden dat een positieve stemming een positieve invloed heeft op voedselinname. Uit deze paragraaf is gebleken hoe een negatieve stemming leidt tot minder eten. Dit gebeurt doordat mensen volgens het AIM in een negatieve stemming systematisch nadenken, en bewust zullen kiezen voor minder of gezonder eten. Toch is er ook bewijs gevonden voor systematische informatieverwerking in een positieve stemming, wat niet in lijn is met het AIM. Volgens dit onderzoek zouden mensen in een positieve stemming toch voor meer eten kiezen, maar wel na systematisch na te hebben gedacht. Ook blijkt uit verschillende onderzoeken dat mensen in een positieve stemming meer eten ten opzichte van een negatieve en neutrale stemming. Dit zou

14 verklaard kunnen worden doordat mensen eten associeert met positieve sociale gelegenheden. Integratie Uit bovenstaande onderzoeken en theorieën blijkt dat er nog lang geen duidelijk antwoord is over de invloed die stemming op eetgedrag heeft. Eten heeft een beloningswaarde, mensen gebruiken eten als copingsmechanisme omdat ze denken dat ze zich hierna beter zullen voelen. Het verschil in de gevonden onderzoeksresultaten zou kunnen komen doordat niet alle mensen dezelfde beloningswaarde aan eten hechten. Geliebter & Aversa (2003) deden onderzoek naar emotioneel eten. Dit deden ze door 90 deelnemers in drie groepen te verdelen op basis van hun gewicht; mensen met overgewicht, mensen met normaal gewicht en mensen met ondergewicht. Per sekse werden de 15 zwaarste mensen ingedeeld bij overgewicht, de 15 dunste bij ondergewicht, en de rest bij normaal gewicht. Alle deelnemers vulden een vragenlijst in waarin werd gevraagd naar de mate waarin zij honger hadden tijdens het ervaren van verschillende emoties. Negatieve emoties waren onder andere verdrietig, verveeld, boos en gefrustreerd; positieve emoties waren onder andere: zelfverzekerd, vrolijk, ontspannen en enthousiast. Deelnemers met ondergewicht gaven aan minder te eten in een negatieve stemming dan in een positieve stemming. Deelnemers met overgewicht gaven aan meer te eten in een negatieve stemming dan in een positieve stemming. Een verklaring voor dit verschil zou kunnen zijn dat mensen met overgewicht een grotere beloningswaarde aan eten hechten. Vrouwen met obesitas hechten een grotere beloningswaarde aan eten dan vrouwen zonder obesitas (Bradley et al, 2011).

15 Dit verschil in beloningswaarde zou kunnen zorgen voor verschillen in automatisch gedrag. Volgens het AIM denken mensen in een positieve stemming heuristisch na, en vallen ze terug op automatisch gedrag. Maar automatisch gedrag betekent niet voor iedereen veel of ongezond eten. Wanneer mensen die chocola lekker vinden en worden getraind om chocola te vermijden, hebben ze daarna ook minder zin in chocola. Hun impulsgedrag is hiermee veranderd (Kemps, Tiggeman, Martin & Elliot, 2013). Sommige mensen doen dit zelf, door heel gezond en/of weinig te eten. Zij leren zichzelf aan om ongezond eten te vermijden, waarmee hun automatische gedrag kan worden aangepast. Wanneer eten geen automatisch gedrag is voor mensen, zouden zij volgens het AIM in een positieve stemming juist minder gaan eten. Dit zou ook verschil kunnen betekenen voor mensen in een negatieve stemming. Wanneer iemand eten ziet als dikmaker (lage beloningswaarde) zal iemand in een negatieve stemming volgens het AIM reflectief nadenken, en tot de conclusie komen dat het niet verstandig is om veel of ongezond te eten. Wanneer iemand echter een hoge beloningswaarde hecht aan eten, en verwacht zich beter te voelen na eten waar veel vet of suiker in zit, zal dit systematische informatieverwerkingsproces wellicht een andere uitkomst hebben. Zo een persoon zal in deze stemming reflectief nadenken over hoe hij of zij zich zal voelen na het eten van een ongezonde snack, en zal tot de conclusie komen dat dit een goed idee is. Zo zou dus eigenlijk coping binnen het AIM geplaatst kunnen worden. Coping kan hier worden gezien als het gevolg van systematisch nadenken in een negatieve stemming. Dit zal eerder gebeuren wanneer iemand een hoge beloningswaarde aan eten hecht. Yeomans & Coughlan (2009) deden onderzoek naar de invloed van stemming op eten, en keken hierbij ook naar of de deelnemers terughoudend of ongeremd waren op het gebied van eten. Alle deelnemers vulden de Three Factor Eating Questionaire

16 (TFEQ) in, om te meten of ze hoog of laag scoorden op restained en unrestraiend eetgedrag. Deelnemers die hoog op restrained eetgedrag scoren en laag op ongeremdheid worden gedefinieerd als succesvolle dieetvolgers. Restrained en unrestrained eetgedrag sluiten elkaar niet uit en kunnen ook beide in hoge mate voorkomen in een individu. In dat geval hebben we te maken met mensen die soms een dieet volgen, maar af en toe terugvallen en te veel eten. Vervolgens kregen alle deelnemers zowel een positief als een neutraal en negatief filmfragment te zien, en werden er snacks voor hen neergezet. Na elk filmfragment werd gekeken hoeveel de deelnemers hadden gegeten. Deelnemers die zowel restrained als unrestrained waren aten meer in tijdens het negatieve filmfragment. Deelnemers die laag scoorden op restrained en hoog op unrestrained aten het meeste tijdens het positieve en het minste tijdens het negatieve filmfragment. Deelnemers die laag scoorden op unrestrained, ongeacht hun score op restrained, aten tijdens alle filmfragmenten ongeveer evenveel. Dit onderzoek laat zien dat de invloed van stemming op eetgedrag verschilt tussen personen. Interessant is dat wanneer mensen vooral unrestrained eters zijn, er minder wordt gegeten in een negatieve stemming dan in een positieve stemming. Dit zou verklaard kunnen worden doordat het automatische gedrag van deze mensen is om te eten, en ze hier dus op terugvallen tijdens positieve stemming. Wanneer mensen echter een combinatie van restrained en unrestrained eetgedrag vertonen, eten zij meer in een negatieve stemming dan in de positieve stemming. Meer eten tijdens een negatieve stemming wordt vaak in verband gebracht met coping. Het zou dus kunnen dat vooral mensen die zowel restrained als unrestrained zijn in hun eetpatroon, eten gebruiken als copingsmechanisme. Dit zou mogelijk verklaard kunnen worden doordat deze groep mensen de grootste beloningswaarde aan eten hecht. Maar ook omdat de twee eetstijlen constant tegelijk in een persoon aanwezig zijn. Dit is

17 vergelijkbaar met de werking van het het dual process model van informatieverwerking, waarin systematische en heuristische informatieverwerking samen aanwezig zijn, en de sterkte van beide routes afhangt van situationele omstandigheden. Restrained zou hier gekoppeld kunnen worden aan systematische en unrestrained aan heuristische informatieverwerking. Wanneer mensen beide eetstijlen in zich hebben, hangt het af van de manier van informatieverwerking op welke manier iemand gaat eten. Wanneer iemand laag scoort op een van de twee eetstijlen, is het AIM wellicht niet meer toe te passen. Een ander punt wat aangehaald wordt in het onderzoek van Hepworth et al (2009) is dat mensen verschillen in hun opvoeding. Een kind kan bijvoorbeeld hebben geleerd tijdens een negatieve stemming ongezond te eten. Sommige ouders belonen hun kind met snoep als ze iets moeten doen wat ze niet leuk vinden, bijvoorbeeld een bezoek aan de dokter. Zo wordt eten als het ware geconditioneerd aan een negatief gevoel, en kan dit iemands hele leven zo blijven (Hepworth, 2009). Verschillen in het onderzoek dat besproken is in deze these zouden dus ook door opvoeding kunnen worden verklaard. Sommige ouders zullen deze opvoedingstechniek gebruiken, en anderen niet, waardoor sommige mensen op deze manier eten aan een negatieve stemming koppelen en anderen niet. Iets anders wat mee kan spelen is de verscheidenheid van copingsmechanismen die mensen hanteren. Uit onderzoek blijkt dat mensen die gebruik maken van verschillende soorten copingsmechanismen minder vaak verslaafd worden aan alcohol en drugs (Köpetz, Lejuez, Wiers & Kruglanski, 2013). Het is aannemelijk dat dit ook waar is met betrekking tot eten. Sommige mensen zullen een moeilijke situatie soms gaan hardlopen, met vrienden afspreken, een goed boek gaan lezen of een bak ijs leegeten. Hier zal maar een keer in de zo veel tijd eten als

18 copingsmechanisme worden ingezet. Bij mensen die alleen maar eten als copingsmechanisme gebruiken, zullen eerder eten in een negatieve stemming dan mensen die verschillende copingsmechanismen afwisselen. Uit deze paragraaf is gebleken dat de invloed van een negatieve of positieve stemming op eetgedrag niet met een simpel mechanisme te verklaren is. De verschillen in beloningswaarde die mensen aan eten hechten kan er voor zorgen dat mensen anders reageren op een bepaalde stemming. Mensen die een hoge beloningswaarde hechten aan eten zullen eerder terugvallen op coping door middel van eten. Hierbij kan wel systematisch worden nagedacht, maar bewust de keuze worden gemaakt om veel of ongezond te eten. Daarnaast kan opvoeding een rol spelen bij de invloed van stemming op eetgedrag. Mensen kunnen door hun opvoeding negatieve ervaringen associëren met eten. Tevens zullen mensen eerder eten als copingsmechanisme gebruiken als zij weinig andere manieren hebben waarmee zij kunnen omgaan met een negatieve stemming. Conclusie en Discussie In deze these is de invloed van een negatieve of positieve stemming op eetgedrag onderzocht. Gevonden onderzoeken geven veel verschillende uitkomsten en theorieën. Aan de ene kant zijn er veel onderzoeken die ondersteunen dat een negatieve stemming leidt tot meer eten. Deze onderzoeken wijzen aan dat eten een beloningswaarde heeft, een negatieve stemming zou er voor zorgen dat deze beloningswaarde duidelijker aanwezig wordt. Hierdoor gebruiken mensen eten als copingsmechanisme. Negatieve stemming verhoogt ook de selectieve aandacht aan food cues en vermindert het vermogen om ongezond eten te weerstaan.

19 Aan de andere kant wijst ander onderzoek uit dat mensen in een negatieve stemming, eerder reflectief nadenken en een gezonde snack boven een ongezonde snack verkiezen. Deze bevinding is in lijn met het AIM. Ander onderzoek concludeert dat mensen in een positieve stemming juist meer gaan eten en schrijven dit toe aan de positieve associaties die men maakt bij lekker en veel eten. Mensen koppelen eten aan gezellig tafelen met vrienden en verjaardagsfeestjes, waardoor juist in een positieve stemming meer wordt gegeten. Er worden dus eigenlijk twee dingen gezegd die recht tegenover elkaar staan. De tegenstrijdigheid in de besproken onderzoeken zou mogelijk verklaard kunnen worden door de verschillen in waarde die mensen aan eten hechten. Wanneer mensen eten niet als iets positiefs zien, zou worden verwacht dat dit de kans dat zij zullen eten om te copen aanzienlijk verkleint. De waarde die mensen hechten aan eten kan resulteren in verschillen in automatisch gedrag, wat effect heeft op de uitwerkingen van het AIM. Volgens dit model valt men in een positieve stemming terug op automatisch gedrag, als die voor sommige mensen eten is en voor sommige mensen juist niet eten, zal stemming op verschillende mensen een verschillende invloed hebben. Ook kunnen mensen door hun opvoeding negatieve gebeurtenissen hebben gekoppeld aan eten, waar anderen dit niet hebben gedaan. Deze dingen zouden allemaal mogelijk de uiteenlopende onderzoeksresultaten kunnen verklaren. Een aantal onderzoeken kijkt alleen naar vrouwelijke deelnemers. Hierdoor kan niet goed worden gegeneraliseerd naar de gehele populatie. Mannen en vrouwen verschillen immers op veel manieren van elkaar, het is dus ook goed voor te stellen dat op het gebied van eetgedrag, mannen en vrouwen verschillen. Er is echter ook een aantal onderzoeken dat wel naar beide seksen kijkt, en daar worden soortgelijke resultaten gevonden. Het is dus niet schadelijk voor de onderzoeksresultaten dat er

20 alleen naar vrouwen wordt gekeken. Iets wat ook invloed op de externe validiteit van het onderzoek is het feit dat een groot aantal van de onderzoeken gedaan is onder psychologiestudenten. Ook deze zijn niet representatief voor de samenleving. Over het algemeen hebben universitaire studenten een hogere Sociaal Economische Status (SES) en een hoger IQ dan de gemiddelde persoon. Toch zijn er met deze deelnemers wel significante resultaten gevonden. Ook kijken sommige onderzoeken alleen naar verschil in negatieve en neutrale stemming, en betrekken ze er positieve stemming niet bij. Dit kan ervoor zorgen dat er geen compleet beeld wordt gegeven van de situatie. Het had zo kunnen zijn dat deze onderzoeken ook een verschil tussen positieve en neutrale stemming hadden gevonden, als deze conditie was toegevoegd. Daar zijn nu geen uitspraken over te doen. Voor vervolgonderzoek zou het goed zijn om te kijken naar de verschillen tussen zowel negatieve als positieve stemming ten opzichte van neutrale stemming. Literatuurlijst Appelhans, B. M., Woolf, K., Pagoto, S. L., Schneider, K. L., Whited, M. C., & Liebman, R. (2011). Inhibiting food reward: Delay discounting, food reward sensitivity, and palatable food intake in overweight and obese women. Obesity, 19(11), Bongers, P., Jansen, A., Havermans, R., Roefs, A., & Nederkoorn, C. (2013). Happy eating I: The underestimated role of overeating in a positive mood. Appetite, Canetti, L., Bachar, E., & Berry, E. M. (2002). Food and emotion. Behavioural Processes, 60(2),

21 Evers, C., Adriaanse, M., de Ridder, D. T., & de Witt Huberts, Jessie C. (2013). Good mood food: Positive emotion as A neglected trigger for food intake. Appetite, Forgas, J. P. (1995). Mood and judgment: The affect infusion model (AIM). Psychological Bulletin, 117(1), 39. Geliebter, A., & Aversa, A. (2003). Emotional eating in overweight, normal weight, and underweight individuals. Eating Behaviors, 3(4), Heatherton, T. F., & Baumeister, R. F. (1991). Binge eating as escape from self-awareness. Psychological Bulletin, 110(1), 86. Hepworth, R., Mogg, K., Brignell, C., & Bradley, B. P. (2010). Negative mood increases selective attention to food cues and subjective appetite. Appetite, 54(1), Holland, R. W., de Vries, M., Hermsen, B., & van Knippenberg, A. (2012). Mood and the Attitude Behavior link the happy act on impulse, the sad think twice. Social Psychological and Personality Science, 3(3), Hulsegge, G., Picavet, H. S. J., Blokstra, A., Nooyens, A. C., Spijkerman, A. M., van der Schouw, Yvonne T,... Verschuren, W. M. (2013). Today's adult generations are less healthy than their predecessors: Generation shifts in metabolic risk factors: The doetinchem cohort study. European Journal of Preventive Cardiology, Isbell, L. M. (2004). Not all happy people are lazy or stupid: Evidence of systematic processing in happy moods. Journal of Experimental Social Psychology, 40(3), Kemps, E., Tiggemann, M., Martin, R., & Elliott, M. (2013). Implicit Approach Avoidance associations for craved food cues.

22 Köpetz, C. E., Lejuez, C. W., Wiers, R. W., & Kruglanski, A. W. (2013). Motivation and self-regulation in addiction A call for convergence. Perspectives on Psychological Science, 8(1), Loxton, N. J., Dawe, S., & Cahill, A. (2011). Does negative mood drive the urge to eat? the contribution of negative mood, exposure to food cues and eating style. Appetite, 56(2), 368. Macht, M., & Simons, G. (2000). Emotions and eating in everyday life. Appetite, Pearlin, L. I., & Schooler, C. (1978). The structure of coping. Journal of Health and Social Behavior,, Spoor, S. T., Bekker, M. H., Van Strien, T., & van Heck, G. L. (2007). Relations between negative affect, coping, and emotional eating. Appetite, 48(3), Sulkowski, M. L., Dempsey, J., & Dempsey, A. G. (2011). Effects of stress and coping on binge eating in female college students. Eating Behaviors, 12(3), Tellegen, A., Watson, D., & Clark, L. (1988). Development and validation of brief measures of positive and negative affect: The PANAS scales. Journal of Personality and Social Psychology, 54(6), Udo, T., Grilo, C. M., Brownell, K. D., Weinberger, A. H., DiLeone, R. J., & McKee, S. A. (2012). Modeling the effects of positive and negative mood on the ability to resist eating in obese and non-obese individuals. Eating Behaviors,

De emotionele bestaat niet

De emotionele bestaat niet 28 de psycholoog / mei 2014 peggy bongers FORUM De emotionele bestaat niet Emotie-eten is overal. Onze tijdgeest, obees en betuttelend, maakt van eten uit emotionele onrust een ongewenste hype: wie wel

Nadere informatie

Samenvatting. (Summary in Dutch)

Samenvatting. (Summary in Dutch) (Summary in Dutch) Impulsieve keuzes voor aantrekkelijke opties zijn doorgaans geen verstandige keuzes op de lange termijn (Hofmann, Friese, & Wiers, 2008; Metcalfe & Mischel, 1999). Wanneer mensen zich

Nadere informatie

Eetgedrag en tijdsoriëntatie: De eerste stappen naar een interventie gericht op toekomstdenken

Eetgedrag en tijdsoriëntatie: De eerste stappen naar een interventie gericht op toekomstdenken Eetgedrag en tijdsoriëntatie: De eerste stappen naar een interventie gericht op toekomstdenken Fania Dassen PhD-studente Maastricht University Introductie Heeft u liever 50 vandaag, of morgen 50? Heeft

Nadere informatie

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality

de Rol van Persoonlijkheid Eating: the Role of Personality De Relatie tussen Dagelijkse Stress en Emotioneel Eten: de Rol van Persoonlijkheid The Relationship between Daily Stress and Emotional Eating: the Role of Personality Arlette Nierich Open Universiteit

Nadere informatie

Alcoholgebruik, misbruik & afhankelijkheid

Alcoholgebruik, misbruik & afhankelijkheid ALCOHOLGEBRUIK: BEWUST OVERWOGEN OF ONBEWUST OVERKOMEN? Impliciete en expliciete processen bij alcoholgebruik en implicaties voor interventies Katrijn Houben k.houben@maastrichtuniversity.nl Alcoholgebruik,

Nadere informatie

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten? De Modererende rol van Persoonlijkheid op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten 1 Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve

Nadere informatie

Overgewicht en obesitas: een psychologisch perspectief

Overgewicht en obesitas: een psychologisch perspectief Overgewicht en obesitas: een psychologisch perspectief dr. Leentje Vervoort Leentje.Vervoort@UGent.be Overgewicht en obesitas Diagnose ~ % lichaamsvet BMI als proxy van lichaamsvet BMI: volwassenen bijkomende

Nadere informatie

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen

Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positieve, Negatieve en Depressieve Subklinische Psychotische Symptomen en het Effect van Stress en Sekse op deze Subklinische Psychotische Symptomen Positive, Negative and Depressive Subclinical Psychotic

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. (Dutch Summary)

Nederlandse Samenvatting. (Dutch Summary) Nederlandse Samenvatting (Dutch Summary) Het aantal oudere mensen in onze maatschappij groeit en de komende jaren zal dit alleen nog maar meer toenemen. De verwachting is dat het aantal mensen dat 65 jaar

Nadere informatie

het dopaminerge beloningssysteem

het dopaminerge beloningssysteem het dopaminerge beloningssysteem 27/05/2016 51 mesolimbic DA system lekker eten zorgt voor DA afgifte 27/05/2016 52 Bassareo and Di Chiara, 1997 palatable food and dopamine why would some people overeat

Nadere informatie

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant

Antreum RAPPORT PF. Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011. de heer Consultant RAPPORT PF Van: Test Kandidaat Administratienummer: Datum: 01 Sep 2011 Normgroep: Advies de heer Consultant 1. Inleiding Persoonlijke flexibiliteit is uw vermogen om met grote uitdagingen en veranderingen

Nadere informatie

Het effect van voedselverleidingen en cognitieve lading op gewichtsdoelen en consumptie

Het effect van voedselverleidingen en cognitieve lading op gewichtsdoelen en consumptie Het effect van voedselverleidingen en cognitieve lading op gewichtsdoelen en consumptie Auteur: Marlou van de Kamp (3657043) Begeleider: Floor M. Kroese Abstract In onze westerse samenleving wordt men

Nadere informatie

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie.

Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. 0 Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve en reflectieve cognitie. Denken en Doen Doen of Denken Het verband tussen seksueel risicovol gedrag en de impulsieve

Nadere informatie

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen

Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Sociale Cognitie bij Psychisch Gezonde Volwassenen Onderzoek met het Virtuele Lab Social Cognition in Psychologically Healthy Adults Research with the Virtual Laboratory Anja I. Rebber Studentnummer: 838902147

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Evaluatierapport Gezond Eten en Bewegen

Evaluatierapport Gezond Eten en Bewegen Evaluatierapport Gezond Eten en Bewegen Inleiding Dit verslag is gebaseerd op 54 evaluatieformulieren die verzameld werden bij de 152 deelnemers aan de cursussen Gezond eten en bewegen (respons rate 35.5%)

Nadere informatie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie Overgewicht is een snel groeiend wereldwijd probleem en is geassocieerd

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

Online Basistraining Eten naar Behoefte. ande schriftelijke toestemming van de auteur

Online Basistraining Eten naar Behoefte. ande schriftelijke toestemming van de auteur Online Basistraining Eten naar Behoefte ande schriftelijke toestemming van de auteur Waanzin is altijd hetzelfde blijven doen en toch een ander resultaat verwachten. ( Einstein) Inhoudsopgave Inhoudsopgave

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch)

Samenvatting (Dutch) Samenvatting (Dutch) 162 Hier zal een korte samenvatting gegeven worden van de resultaten van het onderzoek gepresenteerd in dit proefschrift. Affect, Gemoedstoestand en Informatieverwerking Om te overleven

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Jongeren & hun levensstijl. Resultaten van Young Opinions onderzoek in opdracht van de Stichting Nationale DenkTank

Jongeren & hun levensstijl. Resultaten van Young Opinions onderzoek in opdracht van de Stichting Nationale DenkTank Jongeren & hun levensstijl Resultaten van Young Opinions onderzoek in opdracht van de Stichting Nationale DenkTank Conclusie Algemeen: Jongeren geven aan veel ongezond gedrag te vertonen. Met name roken

Nadere informatie

Gezonde Mama s & Co: Toolkit voor de verschillende type eters

Gezonde Mama s & Co: Toolkit voor de verschillende type eters Gezonde Mama s & Co: Toolkit voor de verschillende type eters Kun jij de verleiding niet weerstaan als je versgebakken cake ruikt? Ga je eten als je verdrietig, boos, of gespannen bent? Lukt het je niet

Nadere informatie

Dagelijkse Stress en Snackgewoonte: de. Modererende Rol van Persoonlijkheid. Daily Stress and Snack Habit: the. Moderating Role of Personality

Dagelijkse Stress en Snackgewoonte: de. Modererende Rol van Persoonlijkheid. Daily Stress and Snack Habit: the. Moderating Role of Personality Dagelijkse Stress, Snackgewoonte en Persoonlijkheid 1 Dagelijkse Stress en Snackgewoonte: de Modererende Rol van Persoonlijkheid Daily Stress and Snack Habit: the Moderating Role of Personality Josine

Nadere informatie

Het ASE-model. Bruikbaar bij de begeleiding van coeliakie patiënten? 20 en 21 mei 2014, Irene Gosselink Wetenschapswinkel Wageningen UR

Het ASE-model. Bruikbaar bij de begeleiding van coeliakie patiënten? 20 en 21 mei 2014, Irene Gosselink Wetenschapswinkel Wageningen UR Het ASE-model Bruikbaar bij de begeleiding van coeliakie patiënten? 20 en 21 mei 2014, Irene Gosselink Wetenschapswinkel Wageningen UR Inleiding Wetenschapswinkel van Wageningen UR Het project gezonde

Nadere informatie

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes

Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Communicating about Concerns in Oncology K. Brandes Nederlandse samenvatting Uit een recente rapportage van KWF Kankerbestrijding blijkt dat 64% van de (ex-) patiënten met kanker zorgen ervaart over psychosociale

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

Respectvol in gesprek over gewicht en leefstijl

Respectvol in gesprek over gewicht en leefstijl Introductie Respectvol in gesprek over gewicht en leefstijl 08/03/2018 SANNE NIEMER Onderzoeker kinderen en obesitas VU-projectleider LEFF 2 Waarom lastig om te bespreken? Vrees voor negatieve reacties

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

Eenzaam ben je niet alleen

Eenzaam ben je niet alleen Eenzaam ben je niet alleen Een verdiepend onderzoek naar de risicofactoren van eenzaamheid onder volwassenen van 19-65 jaar. Amy Hofman 1, Regina Overberg 1, Marcel Adriaanse 2 1 GGD Kennemerland, 2 Vrije

Nadere informatie

MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden

MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1. Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden MINDFULNESS, ZELFASPECTEN EN WELZIJN 1 Bewust (wel)zijn? De mediërende rol van het zelf in de relatie tussen mindfulness en psychologisch welbevinden Mindful (well)being? The mediating role of the self

Nadere informatie

risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten

risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten risicocommunicatie, planning & mechanismen van gezondheidsgedragsverandering in een populatie met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten Hart- en vaatziekten vormen een grote bedreiging voor de volksgezondheid.

Nadere informatie

Onderzoek: (on)gezond eten

Onderzoek: (on)gezond eten Onderzoek: (on)gezond eten Mei 2018 Over dit onderzoek 3Vraagt is onderdeel van het EenVandaag Opiniepanel en stuurt circa eens per maand een vragenlijst aan leden tussen de 16 en 34 jaar. De uitslagen

Nadere informatie

Masterthesis Klinische & Gezondheidspsychologie Universiteit Utrecht. Emotieregulatie en de invloed op de voedselinname

Masterthesis Klinische & Gezondheidspsychologie Universiteit Utrecht. Emotieregulatie en de invloed op de voedselinname Masterthesis Klinische & Gezondheidspsychologie Universiteit Utrecht Auteur: V. van der Bijl (studentnummer.: ) Begeleider: mw. dr. C. Evers Juni 2008 Inhoudsopgave Pagina - Abstract 2 - Inleiding 2 -

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Samenvatting. Hieronder zullen de belangrijkste resultaten en conclusies per thema besproken worden. Zelfbeeld

Samenvatting. Hieronder zullen de belangrijkste resultaten en conclusies per thema besproken worden. Zelfbeeld Samenvatting Dit onderzoek is opgesteld om inzicht te krijgen in de gedachten en gevoelens van de jongeren ten opzichte van hun eigen identiteit, de toekomst, school, hun vrienden, hun rolmodel en risico

Nadere informatie

Figuur 1: Mogelijke veranderingen dagelijks eetpatroon

Figuur 1: Mogelijke veranderingen dagelijks eetpatroon CONSUMENTENPLATFORM Ons voedsel over 10 OPINIEONDERZOEK In september 2003 heeft het onderzoeksbureau Survey@ te Zoetermeer onder 600 Nederlanders een representatieve steekproef gehouden. De vragen in het

Nadere informatie

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld

Samenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

MANTELZORG, GOED GEVOEL

MANTELZORG, GOED GEVOEL UITKOMSTEN ONDERZOEK: MANTELZORG, GOED GEVOEL Inhoud: Theorie & Vragen Methode Theoretische achtergrond: Mantelzorgers zijn iets minder gelukkig dan de rest van de bevolking (CBS, 2016). Mantelzorg brengt

Nadere informatie

IMPLICIETE TRAININGEN: Een nieuwe manier van interventies

IMPLICIETE TRAININGEN: Een nieuwe manier van interventies IMPLICIETE TRAININGEN: Een nieuwe manier van interventies Wie zijn wij? Kenny Wolfs Promovendus Open Universiteit Onderzoek: Impliciete cognities over veilig vrijen bij mannen/msm Subsidieverstrekker:

Nadere informatie

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies?

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies? Oorspronkelijk artikel: Elgersma, H. J., Glashouwer, K.A., Bockting, C.L.H., Penninx, B.W.J.H.Penninx, de Jong, P.J. (2013). Hidden scars in depression? Implicit and explicit self-associations following

Nadere informatie

BIS en BAS bij kinderen van 0 6 jaar: de constructie van een observatiemaat

BIS en BAS bij kinderen van 0 6 jaar: de constructie van een observatiemaat BIS en BAS bij kinderen van 0 6 jaar: de constructie van een observatiemaat *, Sandra Verbeken, Ellen Moens, & Caroline Braet pag. 1 Obesitas epidemie Appetitieve motivatie (Lowe & Brutyn, 2007) Motivatie

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek Zwaantina van der Veen / Dymphna Meijneken / Marieke Boekenoogen Stad met een hart Inhoud Hoofdstuk 1 Inleiding 3 Hoofdstuk 2

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING CHAPTER X 188 INLEIDING Wereldwijd neemt het aantal mensen met overgewicht steeds verder toe. In Nederland heeft ruim de helft van de huidige bevolking overgewicht, en 14% heeft

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Zonder dieet lekkerder in je vel!

Zonder dieet lekkerder in je vel! Zonder dieet lekkerder in je vel! Vijf vragen en vijf stappen om te ontdekken hoe je jouw eetpatroon kunt veranderen en succesvol kunt afvallen. Overgewicht neemt ernstige vormen aan, veel volwassenen

Nadere informatie

summary Peggy Bongers BW PH1 [6789].indd :09

summary Peggy Bongers BW PH1 [6789].indd :09 Summary Summary Considering the ever-growing obesity epidemic, it is of high importance to investigate any factor that can contribute to overeating and weight gain. One such factor, and the topic of this

Nadere informatie

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties

Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als. Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Testattitudes van Sollicitanten: Faalangst en Geloof in Tests als Antecedenten van Rechtvaardigheidspercepties Test-taker Attitudes of Job Applicants: Test Anxiety and Belief in Tests as Antecedents of

Nadere informatie

Samenvatting Westerman_v3.indd 111 Westerman an v3.in _v3.indd dd 11 111 18-07-2007 13:01 8-07-2007 13:01:1 :12

Samenvatting Westerman_v3.indd 111 Westerman an v3.in _v3.indd dd 11 111 18-07-2007 13:01 8-07-2007 13:01:1 :12 Westerman_v3.indd Westerman an_v3.indd v3.indd 111 111 18-07-2007 8-07-2007 13:01 13:01:1 :12 2 112 In de klinische praktijk en met name in de palliatieve geneeskunde wordt kwaliteit van leven als een

Nadere informatie

Dag In deze 10 dagen aandacht voor. Opnieuw heb je 10 dagen doorgezet! Heel goed gedaan!

Dag In deze 10 dagen aandacht voor. Opnieuw heb je 10 dagen doorgezet! Heel goed gedaan! Dag 61-70 In deze 10 dagen aandacht voor Opnieuw heb je 10 dagen doorgezet! Heel goed gedaan! In deze 10 dagen ontvang je informatie over de volgende onderwerpen: Fruit, welk fruit is in deze fase toegestaan?

Nadere informatie

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering

De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende. Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering De Relatie tussen Mindfulness en Psychopathologie: de Mediërende Rol van Globale en Contingente Zelfwaardering The relation between Mindfulness and Psychopathology: the Mediating Role of Global and Contingent

Nadere informatie

Impact Life Goals Programma s. Life Goals Monitor Weken 1

Impact Life Goals Programma s. Life Goals Monitor Weken 1 Impact Life Goals Programma s Life Goals Monitor Weken 1 Inleiding Eind 2016 is Life Goals Nederland gestart met het oprichten van lokale Life Goals Programma s. Sindsdien zijn er tien Life Goals programma

Nadere informatie

Van betuttelen naar verleiden: Nieuwe richtingen voor gedragsbeïnvloeding. Emely de Vet Leerstoelgroep Strategische Communicatie

Van betuttelen naar verleiden: Nieuwe richtingen voor gedragsbeïnvloeding. Emely de Vet Leerstoelgroep Strategische Communicatie Van betuttelen naar verleiden: Nieuwe richtingen voor gedragsbeïnvloeding Emely de Vet Leerstoelgroep Strategische Communicatie Voeding in NL 95% eet onvoldoende groente 90-95% eet onvoldoende fruit 80%

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Bij de ontwikkeling van metabole ziekten zoals overgewicht, type 2 diabetes en Anorexia Nervosa spelen omgevingsfactoren zoals dieet en fysieke activiteit een belangrijke rol. Er zijn echter grote individuele

Nadere informatie

Je broek zakt ervan af

Je broek zakt ervan af Je broek zakt ervan af Huisarts en overgewicht: Dikke maatjes? Ton Dapper, huisarts te Tienhoven. VERDRIET monica (37) BEROEP: AFGEKEURD ( VROEGER BLOEMISTE EN VERKOOPSTER). GEWICHT:> 100 KG Lastig onderwerp!

Nadere informatie

Homoseksueel ouder worden Charles Picavet

Homoseksueel ouder worden Charles Picavet Homoseksueel ouder worden Charles Picavet Homoseksualiteit is in de Nederlandse samenleving steeds minder een probleem. Sinds de jaren 70 is er veel gewonnen op het terrein van gelijkberechtiging. Veel

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

Tiffany Naets. Faculty of Psychology, Department of Developmental, Personality and Social Psychology, University of Ghent

Tiffany Naets. Faculty of Psychology, Department of Developmental, Personality and Social Psychology, University of Ghent Tiffany Naets Faculty of Psychology, Department of Developmental, Personality and Social Psychology, University of Ghent Marijke Ysebaert Faculty of Medicine, University of Antwerp Department of Pediatrics,

Nadere informatie

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur M. Zander MSc. Eerste begeleider: Tweede begeleider: dr. W. Waterink drs. J. Eshuis Oktober 2014 Faculteit Psychologie en Onderwijswetenschappen

Nadere informatie

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style

De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl. The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style De relatie tussen Stress Negatief Affect en Opvoedstijl The relationship between Stress Negative Affect and Parenting Style Jenny Thielman 1 e begeleider: mw. dr. Esther Bakker 2 e begeleider: mw. dr.

Nadere informatie

Onze huidige kennismaatschappij is sterk in ontwikkeling. Dit heeft als gevolg dat de veroudering van onze kennis en vaardigheden ook steeds sneller

Onze huidige kennismaatschappij is sterk in ontwikkeling. Dit heeft als gevolg dat de veroudering van onze kennis en vaardigheden ook steeds sneller Onze huidige kennismaatschappij is sterk in ontwikkeling. Dit heeft als gevolg dat de veroudering van onze kennis en vaardigheden ook steeds sneller gaat. Om bij te blijven met deze veranderingen in de

Nadere informatie

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle Onderzoekscentrum Preventie Overgewicht CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in ZWOLLE Een onderzoek naar het eet- en beweeggedrag van leerlingen van de 2 e klas

Nadere informatie

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping

Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping. The Relation Between Personality, Stress and Coping Het Verband Tussen Persoonlijkheid, Stress en Coping The Relation Between Personality, Stress and Coping J.R.M. de Vos Oktober 2009 1e begeleider: Mw. Dr. T. Houtmans 2e begeleider: Mw. Dr. K. Proost Faculteit

Nadere informatie

Je moet voelen en beleven wat je niet meer wilt, heel helder hebben waar je van weg wilt.

Je moet voelen en beleven wat je niet meer wilt, heel helder hebben waar je van weg wilt. Waar wil je van weg? Belangrijk is dat je nu een doel gaat stellen. Maar voordat je een doel stelt is het nodig dat je specifiek in kaart brengt waar je nu bent ten aanzien van je doel. Je moet voelen

Nadere informatie

5 Gouden tips die je kind helpen de verleiding van chips en snoepgoed te weerstaan

5 Gouden tips die je kind helpen de verleiding van chips en snoepgoed te weerstaan 5 Gouden tips die je kind helpen de verleiding van chips en snoepgoed te weerstaan LINDA AMMERLAAN VOEDINGS- EN LEEFSTIJLCOACH VOOR HET HELE GEZIN Inleiding Wie ben ik? Als moeder van 2 kinderen weet ik

Nadere informatie

Vragenlijst: Ervaringen na bariatrie

Vragenlijst: Ervaringen na bariatrie Vragenlijst: Ervaringen na bariatrie Deze vragenlijst gaat over uw ervaringen minimaal twee jaar na de bariatrische ingreep. De vragen hebben betrekking op uw gewicht, uw gezondheidssituatie, de invloed

Nadere informatie

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs

Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Mindset: Onderwijsmythe of niet? Onderzoek naar de rol van mindset in het basisonderwijs Door: Joshi Verschuren, Universiteit Utrecht Vele basisscholen besteden tegenwoordig aandacht aan de mindset van

Nadere informatie

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden

De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden De Rol van Zelfregulatie, Motivatie en Eigen Effectiviteitsverwachting op het Volhouden van Sporten en de Invloed van Egodepletie, Gewoonte en Geslacht The Role of Selfregulation, Motivation and Self-efficacy

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

Rapportage Leerlingtevredenheid. Samenvatting van leerlingtevredenheidsmetingen onder 57 ECABO- leerbedrijven

Rapportage Leerlingtevredenheid. Samenvatting van leerlingtevredenheidsmetingen onder 57 ECABO- leerbedrijven Rapportage Leerlingtevredenheid Samenvatting van leerlingtevredenheidsmetingen onder 57 ECABO- leerbedrijven Rob Swager ECABO, mei 2011 1. Inleiding... 3 2. Tevredenheid algemeen.... 4 3. Aspecten die

Nadere informatie

Overgewicht Wat is een gezond gewicht en hoe bereik ik dat?

Overgewicht Wat is een gezond gewicht en hoe bereik ik dat? Overgewicht Wat is een gezond gewicht en hoe bereik ik dat? Overgewicht Een gezond gewicht en een gezond lijf gaan hand in hand. Als je te veel weegt, heb je overgewicht. Dat is niet goed voor je gezondheid.

Nadere informatie

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij

Maatschappelijke waardering van Nederlandse Landbouw en Visserij Nederlandse Landbouw en Visserij Inhoud 1 Inleiding 03 2 Samenvatting en conclusies landbouw en visserij 3 Maatschappelijke waardering landbouw 09 4 Associaties agrarische sector 13 5 Waardering en bekendheid

Nadere informatie

Het Effect van Angst en Hyperactiviteit op het Uitvoeren van een. Reactietijdtaak bij Volwassenen.

Het Effect van Angst en Hyperactiviteit op het Uitvoeren van een. Reactietijdtaak bij Volwassenen. Het Effect van Angst en Hyperactiviteit op het Uitvoeren van een Reactietijdtaak bij Volwassenen. The Effect of Anxiety and Hyperactivity on the Performance on a Reaction Time Task in Adults. Renate C.W.J.

Nadere informatie

28-9-2014. Inhoud. Voeding en leefstijl bij en na kanker. 1. Voeding van vroeger tot nu. 1. Voeding van vroeger tot nu. 2.

28-9-2014. Inhoud. Voeding en leefstijl bij en na kanker. 1. Voeding van vroeger tot nu. 1. Voeding van vroeger tot nu. 2. Voeding en leefstijl bij en na kanker Malu van Geel Inhoud 1. Voeding van vroeger tot nu 2. Voeding en kanker 3. Aanbevelingen 4. Veel gestelde vragen 1. Voeding van vroeger tot nu 1 Hippocrates Laat voeding

Nadere informatie

lyondellbasell.com Eet dit Dat niet Verbeter je gezondheid

lyondellbasell.com Eet dit Dat niet Verbeter je gezondheid Eet dit Dat niet Verbeter je gezondheid Verander je keuzes, verander je leven Deze presentatie heeft als doel om u betere beslissingen te laten nemen m.b.t. voeding om zo uw gezondheid te verbeteren. Belangrijke

Nadere informatie

HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN

HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN HET EFFECT VAN WHEELIEPOP OP SMARTPHONEGEBRUIK TIJDENS HET FIETSEN Een kwantitatief onderzoek onder jongeren in opdracht van het Interprovinciaal Overleg JEROEN HERMANS KJELL MASSEN AMSTERDAM, JULI 2017

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

SLIM implementeren van onderzoek naar praktijk. Persoonlijke en omgevingsfactoren geassocieerd met het opvolgen van leefstijladviezen: De SLIM study

SLIM implementeren van onderzoek naar praktijk. Persoonlijke en omgevingsfactoren geassocieerd met het opvolgen van leefstijladviezen: De SLIM study SLIM implementeren van onderzoek naar praktijk Persoonlijke en omgevingsfactoren geassocieerd met het opvolgen van leefstijladviezen: De SLIM study Cheryl Roumen, PhD- student Vraagstelling Houden de deelnemers

Nadere informatie

Wat is precies bloeddruk en waarom is een gezonde bloeddruk belangrijk?

Wat is precies bloeddruk en waarom is een gezonde bloeddruk belangrijk? Wat is precies bloeddruk en waarom is een gezonde bloeddruk belangrijk? Uit onderzoek blijkt dat veel Nederlanders niet weten hoe het precies zit. In dit dossier staan alle ins- en outs over bloeddruk,

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.

Samenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek. Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden

Nadere informatie

Sociaaleconomische verschillen in gezondheidsgedrag: recente resultaten uit de GLOBE-studie

Sociaaleconomische verschillen in gezondheidsgedrag: recente resultaten uit de GLOBE-studie Sociaaleconomische verschillen in gezondheidsgedrag: recente resultaten uit de GLOBE-studie Joost Oude Groeniger Afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg GLOBE-symposium 10 maart 2017 De rol van gezondheidsgedrag

Nadere informatie

De Invloed van Cognitieve Bias Modificatie Training op Obesitas

De Invloed van Cognitieve Bias Modificatie Training op Obesitas De Invloed van Cognitieve Bias Modificatie Training op Obesitas Kiki Coehorst Studentnummer: 6340555 Docent: Leentje Vervoort Bachelorthese Studiejaar: 2013-2014 Aantal woorden abstract: 135 Aantal woorden

Nadere informatie

EQ - emotionele intelligentie in kaart

EQ - emotionele intelligentie in kaart EQ - emotionele intelligentie in kaart 24-3-2014 BASISPROFIEL Laan van Vlaanderen 323 1066 WB Amsterdam INTRODUCTIE Het EQ rapport brengt iemands emotionele intelligentie in kaart. Dit is het vermogen

Nadere informatie

De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning. Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus. Radboud Universiteit Nijmegen,

De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning. Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus. Radboud Universiteit Nijmegen, Running Head: STEREOTYPE VERWACHTINGEN IN EMOTIEHERKENNING 1 De rol van stereotiepe verwachtingen in emotieherkenning Gijsbert Bijlstra, Rob W. Holland, & Daniel H. J. Wigboldus Radboud Universiteit Nijmegen,

Nadere informatie

Doelgroep. Peilers consortium: Consortium Coping LVB. Inhoud. Begeleiders in Beeld. Impact gedragsproblemen

Doelgroep. Peilers consortium: Consortium Coping LVB. Inhoud. Begeleiders in Beeld. Impact gedragsproblemen Begeleiders in Beeld Een training voor begeleiders van mensen met een verstandelijke beperking en gedragsproblemen Linda Zijlmans Jill van den Akker Doelgroep Begeleiders van mensen met een licht verstandelijke

Nadere informatie

De conclusies eerst. EMGO Institute - Care and Prevention 1. Naar gezond en/of duurzaam eetgedrag: grenzen aan de groei?

De conclusies eerst. EMGO Institute - Care and Prevention 1. Naar gezond en/of duurzaam eetgedrag: grenzen aan de groei? Naar gezond en/of duurzaam eetgedrag: grenzen aan de groei? EMGO Institute EMGO Institute Johannes Brug, KLV, April 2011 De conclusies eerst Gezond of duurzaam is geen keuze Mensen zijn, in cold state,

Nadere informatie

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten? Does Gentle Teaching have Effect on Skills of Caregivers and Companionship and Anxiety

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

Signaalkaart Jongeren

Signaalkaart Jongeren Signaalkaart Jongeren Naam: Mike de Boer Inhoudsopgave Inleiding... 3 Signaalkaart Mike... 5 Toelichting op de uitslag... 6 Pagina 2 van 8 Inleiding Op 14 maart 2014 heeft Mike de Boer de Signaalkaart

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Onderzoek je energiebalans*

Onderzoek je energiebalans* Onderzoek je energiebalans* Om je gevoel van stress aan te pakken, is het van belang dat je eerst ziet hoe je energiebalans er uit ziet op 5 verschillende gebieden. Met deze vragenlijst krijg je inzicht

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN

ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Al cohol kenni s over gedr agen Eval uat i eal cohol voor l i cht i ng doorpeer si ndehor eca ALCOHOLKENNIS OVERGEDRAGEN Evaluatie alcoholvoorlichting door peers in de horeca Juli 2005 INTRAVAL Groningen-Rotterdam

Nadere informatie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie 1 Keuzetwijfels in de Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze in Relatie tot Depressie Open Universiteit Nederland Masterscriptie (S58337) Naam: Ilse Meijer Datum: juli 2011

Nadere informatie