Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart

Transcriptie

1 Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart Programmabureau Groene Hart, Gerard Agterberg, Sander Kwakkernaat, Henk van Kessel 7 juni 2012

2 Colofon en verantwoording Titel : Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart Opdrachtgever : Programmabureau Groene Hart Kenmerk/Projectnummer : Waterrecreatie Groene Hart Datum : 7 juni 2012 Projectomschrijving : Uitvoeringsprogramma op basis groslijst projecten op gebied van versterken van het, vergroten van de benutting van het netwerk en vergroten van de bekendheid van de mogelijkheden in het Groene Hart. Opdrachtgever : Stuurgroep Groene Hart Partners : Provincies, Utrecht en, gemeenten, waterschappen en intermediaire organisaties en marktpartijen zoals deze zijn vertegenwoordigd in de Coördinatiegroep en de Projectgroep Verantwoordelijk bestuurder : Jaap Bond (portefeuillehouder recreatie) Uitvoeringsorganisatie : Programmabureau Groene Hart, Peter van Steensel (Directeur Programmabureau Groene Hart) Gerard Agterberg (Programmamanager Waterrecreatie Groene Hart) Opgesteld door GIS/kaartmateriaal : Gerard Agterberg, Sander Kwakkernaat en Henk van Kessel : Provincie Utrecht

3 Inhoud 1 Waterrecreatie in het Groene Hart Aanleiding Kaders Opbouw 3 2 Waar gaan we voor? Ambitie Doelen 5 3 Programmeren Globale opbouw Uitvoeringsprogramma Focus en bundeling in het Uitvoeringsprogramma 7 4 Aanjagen en stimuleren 11 5 Financiering 14 6 Beheersen Organisatiestructuur Voortgang en planning activiteiten in 2012 en verder Voortgangsbewaking en monitoring 18 Bijlagen Samenstelling Coördinatiegroep en Projectgroep Bijlage 2 Groslijst projecten 1 Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart

4

5 1 Waterrecreatie in het Groene Hart Voor u ligt het Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie in het Groene Hart. Dit is opgesteld in opdracht van de Stuurgroep Groene Hart en beoogt de in het Groene Hart de komende drie jaar een impuls te geven. 1.1 Aanleiding Zeven miljoen recreanten in en om het Groene Hart Waterrecreatie in het Groene Hart heeft grote potentie. Dit is ook logisch gezien de variatie aan plassen, meren en watergangen in het gebied en de centrale ligging van het gebied in de Randstad. Ruim 7 miljoen mensen wonen er in en rond het Groene Hart. Mensen die in het gebied willen recreëren en ontspannen, die er willen varen, fietsen en wandelen. Ze willen genieten van de rust en ruimte, de cultuurhistorische landschappen en oude steden en van de boeiende overgangen tussen stad en land. Dit doen ze vanaf de boot op het water of vanaf de wal waar ze van een drankje op het terras genieten. Private en publieke partijen zien kansen in ontwikkeling In het gebied is een groot aantal private en publieke partijen actief in de en met de verbetering van het recreatieve aanbod. Zij beseffen de unieke kansen die het gebied biedt door de combinatie van een fraai open en waterrijk landschap met de historie van de Oude en Nieuwe se Waterlinie met forten, mooie historische vestingstadjes en een uitgebreid netwerk van waterwegen, plassen, maar ook fiets- en wandelpaden. In het gebied zijn al veel recreatieve voorzieningen en toeristische attracties aanwezig. De betrokkenen zijn naarstig op zoek om de ve voorzieningen in het Groene Hart nog beter te gaan benutten. Het is nodig het waternetwerk te versterken, de benutting van waterwegen en plassen voor recreatie te verbeteren en de recreatieve mogelijkheden van dit meest waterrijke gebied van Nederland goed te vermarkten en promoten. Startmanifestatie Waterrecreatie Groene Hart op de Kaag in Warmond In juni 2011 heeft het Programmabureau Groene Hart in samenwerking met de ANWB een inspirerende werkbijeenkomst Waterrecreatie Groene Hart georganiseerd. Tijdens deze drukbezochte bijeenkomst is met belanghebbenden gesproken over de wijze waarop gewerkt kan worden aan het versterken van de in het Groene Hart. De bijeenkomst toonde aan dat er veel behoefte en draagvlak is voor een integrale aanpak: kijk niet alleen naar wat er op het water kan verbeteren, maar kijk ook naar de verbindingen tussen water en land. Het belang van publiek-private en private samenwerking is eveneens breed onderschreven. Projecten als Vaart in de Vaart en het Nationaal Regenboog Evenement zijn als voorbeeld genoemd van succesvol samenwerken. De aanwezigen waren enthousiast dat de Stuurgroep Groene Hart de regie oppakt, initiatieven bundelt en samen met de partijen het Groene Hart een van de top vijf gebieden in Nederland wil maken. Stuurgroep Groene Hart besluit tot programma Waterrecreatie Groene Hart De Stuurgroep Groene Hart heeft augustus 2011 groen licht gegeven aan Programmabureau Groene Hart aan de slag te gaan met het programma Waterrecreatie Groene Hart. Dit besluit is door het Programmabureau uitgewerkt tot voorliggend uitvoeringsprogramma. Kort gezegd is de opdracht om samen met publieke en private partijen en intermediaire organisaties de ambities en doelen te formuleren, een overzicht te maken van alle nieuwe en al bestaande lokale en regionale projectinitiatieven, deze te helpen vertalen in concrete uitvoerbare projecten, daar overheen prioriteiten te benoemen en projecten pragmatisch en slim te bundelen en keuzes te maken wat betreft de aan te jagen projecten. Ook is de vraag gesteld hoe sturing kan plaatsvinden aan het programma en de individuele projecten. Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart 1

6 Presentatie concept uitvoeringsprogramma in Kunsthal Op 26 april is het concept uitvoeringsprogramma gepresenteerd tijdens de bijeenkomst in de Kunsthal te Rotterdam. Tijdens de bijeenkomst zijn tevens de se plannen rond de gepresenteerd door beide verantwoordelijke gedeputeerden. Ook zijn drie voorbeelden van projecten gepresenteerd waar private en publieke partijen gezamenlijk al volop aan de gang: de ontsluiting van het Gooimeer, de ontwikkeling van een sloepennetwerk in het plassengebied en het beter doorvaarbaar maken van het gebied rond Bodegraven-Reeuwijk en Gouda. Deze projecten zijn slechts exemplarisch voor de vele activiteiten in het gebied. Vanuit het programma is tevens een bijdrage geleverd aan de bestuursconferentie VRW Randstad Waterbaan op 31 mei. 1.2 Kaders Algemeen De stuurgroep Groene Hart heeft als kader meegegeven dat projecten die in het UP worden opgenomen draagvlak hebben van en bij voorkeur getrokken en mede gefinancierd worden door private partijen. Daarnaast heeft de stuurgroep gesteld dat projecten in het programma aansluiten bij de bestaande bestuurlijke prioriteiten en passen binnen de vigerende beleidskaders. Hierna wordt ingegaan op de beleidskaders die hierbij van belang zijn. Doordat het programma zich richt op de kansen die zich voordoen om de te versterken kent het Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart een opportunistische insteek. Tegelijkertijd wordt in het programma pragmatisch met de projecten omgegaan. De middelen bij de private en publieke partijen zijn beperkt. Niet alle projecten komen tot uitvoering Kaders van private partijen Diverse marktpartijen ontwikkelen, soms in samenwerking met de overheid en soms op eigen kracht, plannen om de recreatieve mogelijkheden van het water en de oevers beter te gaan benutten. In het gebied ontstaan steeds meer samenwerkingsverbanden van ondernemers die gezamenlijk de schouders zetten onder de verdere ontwikkeling van de in het gebied. Ondernemers doen daarbij nadrukkelijk ook een beroep op de overheden om samen te investeren in de ontwikkeling van het Groene Hart als een voor Nederland toonaangevend gebied. In het kader staan enkele voorbeelden van private initiatieven, die vaak samen met publieke partijen, zijn opgepakt. Voorbeelden van diverse plannen van publieke en private partijen in het Groene Hart zijn: Afsprakenkader over de BRTN (beleidsvisie BRTN ) Toekomstvisie Waterrecreatie 2025 van SRN, RECRON, HISWA, KNWV, Nederlandse Sportvissers Nationaal Regenboog Evenement in het Groene Hart van de vijf plassengemeenten; Vaart in de Vaart van o.a. HISWA, RECRON, KNWV, Kanobonden, Plassenschap Loosdrecht, ANWB, gewest Gooi- en Vecht, Ondernemerskring Loosdrecht, Ondernemers Collectief Wijdemeren De Florisvaart van KNWV, Kanobonden, Utrechtse Kanoclub, RECRON en HISWA Pilotproject De Verleiding van Stichting Groene Hart Kloppend Hart Veel van bovenstaande plannen hebben voor overheden nog geen formele status omdat ze nog geen doorwerking hebben gekregen in een structuurvisie of bestemmingsplan. Ook is de financiering ervan veelal nog niet rond. Toch zijn veel van de plannen vanuit ondernemersperspectief verre van vrijblijvend. Het zijn plannen waarop ze hun bedrijfsontwikkeling, businessplannen en investeringen mede (willen) baseren. De status van deze plannen reikt voor hen verder dan overheden in eerste instantie beseffen. Private partijen verwachten dat, zeker als overheden hebben Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart 2

7 deelgenomen aan de ontwikkeling van dergelijke plannen, ook daadwerkelijk en met enige voortvarendheid werk van wordt gemaakt Beleidskaders publieke partijen Het bevorderen van de staat bij de overheden in het Groene Hart nadrukkelijk hoog in het vaandel. Overheden vinden het belangrijk dat de private sector een prominente rol speelt bij de ontwikkeling van de in het gebied. In de beleidsvisie BRTN is een samenhangend routenetwerk voor het Groene Hart opgesteld. Deze beleidsvisie is door de drie provincies reeds in 2007 bestuurlijk vastgesteld en vormt uitgangspunt voor provinciaal beleid. In de provinciale structuurvisies van de drie Groene Hart provincies wordt expliciet aandacht geschonken aan de kansen en mogelijkheden die de ontwikkeling van de in het Groene Hart biedt. De bestuurlijke aandacht voor en het belang dat aan de ontwikkeling van de wordt gehecht blijkt mede uit het besluit van de stuurgroep Groene Hart om actief aan de slag te gaan met het versterken van de in het Groene Hart. De drie provincies kennen ook ieder afzonderlijk beleid: Provincie Utrecht: Visie recreatie en toerisme 2020 Provincie : Impulsprogramma Recreatie en Vrije Tijd en Groene Agenda Provincie : Agenda Recreatie en Toerisme Naast de provincies zien ook de gemeenten in het Groene Hart steeds meer het belang van recreatie en toerisme voor hun gebied. Meerdere gemeenten besteden dan ook in hun beleid expliciet aandacht aan de wijze waarop zij een bijdrage kunnen leveren aan de recreatieve ontwikkeling van het gebied. Ook bij de waterschappen is er steeds meer aandacht voor het recreatieve (mede) gebruik van het water. Zij zijn steeds meer en intensiever bezig om te bezien hoe ze bij kunnen dragen aan het versterken van de recreatieve mogelijkheden in het gebied in combinatie met hun primaire taken op het gebied van waterkwaliteit, -veiligheid en -kwantiteit. De waterschappen ontwikkelen eigen beleidsplannen en uitvoeringsprogramma s voor het recreatief medegebruik van het water (o.a. Waterschap Amstel Gooi en Vecht). Waterrecreatie heeft een impact op de waterkwaliteit, bijvoorbeeld door het omwoelen van de waterbodems. Bij de ontwikkeling van vaarroutes is beleid t.a.v. de waterkwaliteit een uitgangspunt waaraan nieuwe initiatieven worden getoetst. 1.3 Opbouw Het uitvoeringsprogramma (UP) dat nu voor ligt is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met de private en publieke partijen die in het gebied aan de slag zijn met. Naast ondernemers gaat het ook om intermediaire organisaties, zoals: HISWA, KNWV, ANWB, SRN en gemeenten, waterschappen, provincies en rijk. Het uitvoeringsprogramma geeft helder aan welke bijdrage private en publieke partijen leveren aan de realisatie van projecten (financieel, personeel, inhoudelijk, et cetera). Voor de financiering van de projecten wordt een stevig beroep gedaan op de marktpartijen. De mogelijkheden tot cofinanciering vanuit de overheid zijn immers gegeven de bezuinigingen op voorhand beperkt. De realisatie van de projecten moet zoveel mogelijk door private en intermediaire partijen zelf worden opgepakt, maar wel passende binnen de beleidskaders van de overheden. Hierbij wordt gebruik gemaakt van opgebouwde kennis en van de lokale en regionale dynamiek bij overheden (bijvoorbeeld het s- Utrechts Plassenberaad), particulieren, bedrijfsleven (bijvoorbeeld Ondernemersplatform se Plassen) en intermediaire organisaties (bijvoorbeeld Samenwerkende Watersportpartners in het Gooi). Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart 3

8 Het uitvoeringsprogramma is als volgt opgebouwd: 1. Ambities en doelen: Waar gaan we voor? Vanuit de geschetste kaders wordt één gezamenlijke ambitie geformuleerd en uitgewerkt in concrete (strategische en operationele) doelen. 2. Programmeren: Op basis van de inventarisatie van alle initiatieven en projectideeën krijgt het programma vorm in enkele stappen. Deze bestaan uit: a. Een groslijst met concrete projecten, verder uitgewerkt in factsheets per project. b. Wat zijn de belangrijkste projecten (naar thema en deelgebied) en waar gaat de prioriteit naar uit 3. Aanjagen: Het aanjagen en stimuleren van projecten. Welke concrete acties worden ingezet om het uitvoeringsprogramma te realiseren 4. Financieren: Vinden van financiering (personele capaciteit, investeringen, et cetera) en dekking voor de realisatie van projecten. 5. Programmasturing: Sturing, borging en voortgangsbewaking op de uitvoering van het programma. a. Organisatiestructuur en sturing b. Planning activiteiten in 2012 c. Monitoren van de voortgang van het uitvoeringsprogramma en de projecten d. Benodigde capaciteit en middelen voor de programmasturing (procesmiddelen) Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart 4

9 2 Waar gaan we voor? 2.1 Ambitie Met het programma Waterrecreatie Groene Hart streeft de stuurgroep de volgende ambitie na: Het ontwikkelen van een aaneengesloten gebied, dat veel wordt gebruikt door tevreden waterrecreanten en leidt tot toename in de omvang van recreatieve bestedingen in het Groene Hart. Met het authentieke en internationaal unieke landschap, de vele watergangen en plassen, zeven miljoen inwoners in de directe omgeving en internationale topattracties binnen en net buiten de grenzen heeft het Groene Hart ruimschoots de potentie voor een bloeiend toeristisch bedrijfsleven op gebied van. Het Groene Hart als watersportgebied heeft echter weinig bekendheid en kan op diverse plekken veel beter worden ontsloten, zowel voor recreanten uit de Randstad zelf, als voor andere bezoekers. Er ligt weliswaar aanzienlijk meer vaarwater dan in heel Friesland, maar de vele watergangen en plassen vormen geen samenhangend netwerk en zijn niet altijd goed ontsloten naar de bevolkingsconcentraties of goed verbonden met de landrecreatie. Andere voorzieningen voor dagen verblijfsrecreatie vormen evenmin een samenhangend aanbod. 2.2 Doelen Strategische doelen De ambitie voor kan worden gerealiseerd door te werken aan drie strategische doelen: 1. Versterken van het waternetwerk (lijnen en punten) 2. Vergroten benutting waternetwerk (maatregelen die het (gewenste) gebruik bevorderen) 3. Vergroten van de bekendheid mogelijkheden in Groene Hart (promotie) Uitwerking naar operationele doelen De drie strategische doelen zijn hier onder uitgewerkt naar operationele doelen. 1. Versterken van het waternetwerk 1.1 Opheffen ontbrekende schakels gericht op langere doorgaande routes in het gebied en erbuiten en grotere rondjes 1.2 Wegnemen fysieke 1.3 Vergroten aanlegmogelijkheden 1.4 Verbeteren stadlandverbindingen vanuit en naar steden in het Groene Hart 2. Vergroten benutting waternetwerk: 2.1 Afstemmen brug- en sluisregimes 2.2 Wegnemen belemmerende regels op en reguleren gebruik 2.3 Verbeteren nautische veiligheid 2.4 Versterken koppeling land 2.5 Ontwikkelen routes en knooppuntensystemen 3. Vergroten van de bekendheid van mogelijkheden in het GH 3.1 Promotie Organiseren evenementen en arrangementen 3.2 Bevorderen Groene Hart uitstraling Doelenboom Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart 5

10 Onderstaande afbeelding geeft de doelenboom van het project weer waarin is te zien hoe de ambitie, de strategische en operationele doelen en de activiteiten uit de groslijst zich tot elkaar verhouden. Het ontwikkelen van een aaneengesloten gebied, dat veel wordt gebruikt door tevreden waterrecreanten en die leidt tot toename in de omvang van recreatieve bestedingen in het Groene Hart. 1. Versterken waternetwerk (lijnen en punten) 2. Vergroten benutting waternetwerk (maatregelen die het (gewenste) gebruik bevorderen) 3. Vergroten bekendheid mogelijkheden in GH Opheffen ontbrekende schakels Wegnemen fysieke Vergroten aanlegmogelijkhe den Verbeteren stadlandverbindingen Afstemmen brug- en sluisregimes Wegnemen belemmerende regels en Verbeteren nautische veiligheid Versterken koppelingen land Ontwikkelen routes en knooppuntensystemen Promotie Organiseren evenement en en arrangemen ten Bevorderen Groene Hart uitstraling reguleren gebruik Groslijst van projecten in 3 provincies om te zetten naar een Uitvoeringsprogramma Doelenboom Figuur 1 Doelenboom 1 Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart 6

11 3 Programmeren 3.1 Globale opbouw Uitvoeringsprogramma Bij het opstellen van het UP is een inventarisatie gemaakt van initiatieven en projectideeën op het gebied van. Deze is tot stand gekomen in overleg met private en intermediaire partijen en met lokale overheden in het gebied. Tot op heden zijn 133 projecten opgenomen in een groslijst. Een overzicht van initiatieven in het Groene Hart is te zien in figuur 2. Enkele initiatieven zijn opgenomen ondanks dat deze een lage bestuurlijke prioriteit hebben bij de verantwoordelijke overheden. Hiervoor is gekozen om initiatieven op deze manier zichtbaar te houden, ook al is de kans op realisatie gering. In het kader van de programmering is gekeken hoe focus aangebracht kan worden in al deze initiatieven en hoe initiatieven thematisch en/of geografisch zijn te bundelen. 3.2 Focus en bundeling in het Uitvoeringsprogramma Het uitvoeringsprogramma heeft focus nodig. Op de eerste plaats is het nodig keuzes te maken in de scope van het programma en zo focus in het uitvoeringsprogramma te brengen. Daarnaast kunnen projecten worden gebundeld Focus Focus op varen Binnen dit uitvoeringsprogramma ligt de belangrijkste focus op varen. De opdracht van de stuurgroep Groene Hart bij het opstellen van dit uitvoeringsprogramma is gericht op vaarrecreatie. Andere vormen van water-gerelateerde recreatie zoals zwemmen, vissen en fietsen langs het water sluiten om die reden minder aan op de doelen van het programma. Dit neemt niet weg dat andere vormen van kunnen meeliften in het programma. Bijvoorbeeld bij de versterking verbinding stad-land is het een nevendoel. Maar ook een project als de upgrading van de Vinkeveens plassen past in het programma mits dat goed aansluit bij varen. Focus op routes voor sloep en kleine motorboot Het gebied kent een gevarieerd aanbod aan vaarmogelijkheden. Het vaarnetwerk van de BRTN biedt uitgebreide mogelijkheden voor het varen met sloepen en kleinere motorboten en op de Staande Mast Route (SMR) met grotere motorboten en zeiljachten. De kleinere zeilboten zijn te vinden op diverse plassen in het gebied. Daarnaast biedt het fijnmazige waternetwerk mogelijkheden voor kleine vaartuigen zonder motor, zoals kano s en roeiboten. Ook komen er meer mogelijkheden voor het varen met fluisterboten en hybride vaartuigen. De grote zeilboten en motorboten (inclusief streekeigen boten) met staande mast varen relatief snel door het gebied via de Staande Mast Route, maar kunnen indien er betere aanlegmogelijkheden zijn, mogelijk wel meerdere dagen in het gebied worden vastgehouden. In het gebied zijn de volgende accenten op het terrein van de vaarrecreatie te onderscheiden: se en Utrechtse Plassen: zeilen, sloepen en kleine motorboten Groene Hart verbindingen tussen de plassen: sloepen en (kleinere) motorboten Groene Hart kleinere vaarverbindingen (haarvaten netwerk) en enkele Utrechtse Plassen: kano s Groene Hart Middengebied: sloepen en streekeigen vaartuigen op deels historische routes Groene Hart Zuidelijk gebied: recreatief nog te ontwikkelen Groene Hart Staande Mastroute: grotere motorboten en zeiljachten maar ook geschikt voor gebruik door kleinere motorboten en sloepen Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart 7

12 Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart 8

13 Het gebied leent zich door haar opbouw en structuur voor tochten met de kleinere motorboten en sloepen. Een brughoogte van 1,50m en soms zelfs lager, is voor dit type boten toereikend. Voor de iets grotere motorboten met kajuitopbouw zijn vaak brughoogtes van tenminste 2,50m nodig. Het Groene Hart biedt aantrekkelijke mogelijkheden voor kleinschalige vaarroutes en netwerken voor sloepen en kleinere motorboten Op de plassen zijn er goede mogelijkheden voor kleinere zeilboten Kano s kunnen terecht op de kleinere vaarwegen in het gebied. Focus op routes van/naar en rond omliggende steden Vanuit deze optiek zijn de stadlandverbindingen (over water) en de overige waterpoorten naar het Groene Hart belangrijk. In de steden om het Groene Hart wonen vele miljoenen mensen die in het Groene Hart op en aan het water kunnen recreëren. Hiervoor is een goede ontsluiting vice versa van stad en ommeland nodig via stadlandverbindingen, waterpoorten en watertops (TOP = Toeristisch Overstap Punt) die de toegang markeren. Juist de combinatie van steden en landschappelijk schoon en rust biedt mogelijkheden voor interessante arrangementen aan zowel de stedeling als toerist van buiten het gebied. Binnen het Groene Hart moet de recreant een aantrekkelijk aanbod aantreffen van water recreatieve voorzieningen. Gegeven het belang van de stad-land koppeling en de range van het meest voorkomende boottype van kleine motorboten en sloepen (30 tot 45 km per dag), pleit dit voor focus op de gebieden in een straal van km rond de steden en de al aanwezige grotere complexen (s-utrechts Plassengebied) in het Groene Hart die als vertrekpunt voor de recreant gelden. Focus op stad-landverbindingen rond de steden Amsterdam, Leiden, Alphen, Gouda, Woerden en Utrecht, Waterdriehoek Kinderdijk (Rotterdam en Den Haag liggen te ver van het Groene Hart af), routes met een straal van km om deze steden Focus op het bestaande complex: Het s-utrechts Plassengebied Focus op Oost-westverbindingen door het Groene Hart (zoals de Oude Rijn) Focus op Omliggende gebieden (Zeeland, Randmeren en Kust) Het Groene Hart moet bereikbaar en doorvaarbaar zijn vanuit de Kustzone, Blauwe Delta en Randmeren/IJsselmeer. Dit geldt voor de SMR maar is zeker ook interessant voor de kleinere boottypen. Het is van belang dat het gebied zelf ook trekkracht gaat generen op een langer verblijf in het Groene Hart door het bieden van aantrekkelijke arrangementen. Dit houdt in dat de scope van het programma zich ook uitstrekt tot cruciale verbindingen van en naar het Groene Hart buiten het gebied. Focus op toegangen van buiten naar binnen het Groene Hart (Verbindingen van en naar Katwijk (Kustzone), Zeeland (Blauwe Delta) en de Randmeren/IJsselmeer) Bundeling De groslijst is met 133 projecten (Zie groslijst in bijlage 1 en overzichtskaart projecten in bijlage 2) te omvangrijk om gericht te kunnen aanjagen. Bundelen van projecten is alleen om die reden al noodzakelijk. Ook de samenhang tussen projecten is een reden om te bundelen. Bundelen is ook nodig om zo de kans op succes van het UP en de daarin opgenomen projecten te vergroten. Bundelen biedt inhoudelijke en organisatorische voordelen en vergroot de kansen op financiering. Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart 9

14 In het UP bundelen we de projecten thematisch. Het gaat daarbij om het bundelen van onderling vergelijkbare projecten op het niveau van het Groene Hart. Dit leidt ertoe dat binnen het uitvoeringsprogramma nu al onderscheid wordt gemaakt naar thematische (en ook geografische) deelprogramma s met als doel het aanbrengen van een scherpere focus in het UP en het van daaruit gericht aanjagen van programma s en de daarbinnen kansrijk te realiseren projecten. Het valt niet uit te sluiten dat er in de toekomst nog andere deelprogramma s worden gedefinieerd. In bijlage 1 is de groslijst opgenomen. Tabel 1. Een overzicht van de belangrijkste projecten binnen het programma op basis van thema s en de prioriteit in de ondersteuning die hier aan wordt toegekend. Hoofdprojecten aantal deelprojecte prioriteit 1= hoog 2= middel Toelichting op prioriteit t.a.v. inzet bij de ondersteuning vanuit het programmabureau Groene Hart bij deze initiatieven. n 3 = laag 1. Afstemmen brug- en sluisregimes in het Groene Hart 7 1 Cruciaal voor goede betere doorvaarbaarheid. Zeer gewenst door watersporters en ondernemers. 2. Promotie 15 1 Promotie is van groot belang om het gebied op de kaart te zetten. 3. Veiliger maken oversteek Amsterdam-Rijnkanaal 6 1 Cruciaal voor verbinding tussen Utrechtse en se plassen. Er wordt een groot belang aan gehecht aan het oplossen van dit knelpunt. 4. Ontwikkelen Sloepenroutes 42 2 Sloepenroutes sluiten goed aan op de mogelijkheden in het gebied. 5. Ontwikkelen van aanlegplaatsen, havens en 27 2 Vraag van ondernemers in het gebied, van belang voor ontwikkeling water-top s 6. Optimaliseren Staande Mast Route 7 3 Optimalisatie van deze route is gewenst, maar heeft een minder hoog belang voor de ontwikkeling watersport in het Groene Hart. 7. Ontwikkelen Kanoroutes 20 3 Kanoroutes zijn economisch minder interessant, doelgroep is niet heel groot. 8. Overige 7 3 Totaal 131 Geografische bundeling In de groslijst zijn de projecten ook gebundeld op basis van onderstaande geografische indeling binnen het Groene Hart: A. Groene Hart (als geheel) 26 projecten B. se Plassen (inclusief Nieuwkoopse Plassen) 34 projecten C. Utrechtse Plassen (inclusief Amstel-, Gooi- en Vechtstreek) 31 projecten D. Amsterdam-Rijnkanaal zone 6 projecten E. Midden- (ISMH-gebied, inclusief Reeuwijkse Plassen en Krimpenerwaard) 29 projecten F. Alblasserwaard Vijfherenlanden 2 projecten G. Oude Rijn zone (verbinding Utrecht Katwijk) 4 projecten Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart 10

15 4 Aanjagen en stimuleren De capaciteit om het uitvoeringsprogramma te ondersteunen is beperkt. Bundelen en daarbinnen verder prioriteren gericht op de kansrijk van de projecten en initiatieven binnen de bestuurlijke kaders en met oog voor een effectieve en efficiënte inzet van de beperkt beschikbare middelen is nodig om de beschikbare ondersteuning voor het programma optimaal te kunnen inzetten. Op die manier verloopt het gericht aanjagen van projecten zo efficiënt mogelijk. De prioriteit in de uitvoering ligt op de eerste plaats op de thema s met de hoogste prioriteit (brug- en sluisregimes, promotie en veiligheid Amsterdam Rijn Kanaal). Kort daarachter volgen andere thema s zoals het ontwikkelen van sloepenroutes en aanlegplaatsen, met op wat meer afstand het ontwikkelen van kanoroutes en versterken van de SMR (wordt al via andere wegen veel energie op gezet). De criteria waarop de inzet van ondersteuning wordt bepaald zijn: Kansrijkheid van het project en Private betrokkenheid : 1. Kansrijkheid van het project: Is het project te realiseren gegeven tijd en middelen? Randvoorwaarde is dat het bijdraagt aan de realisatie van de ambitie en doelen van het programma en past binnen de bestuursprioriteiten en de beleidskaders van de overheden. Verdere indicatoren die bepalen of het project de prioriteit laag/midden/hoog krijgt zijn: aanwezigheid trekker/initiatiefnemer (een aantal activiteiten heeft nog geen trekker). concreetheid van de projectbeschrijving (sommige activiteiten zijn nog in de e). bestuurlijk draagvlak (in de groslijst zijn op verzoek van partners in het gebied ook activiteiten opgenomen die door verantwoordelijke overheden een hele lage prioriteit hebben gekregen). Indicatie financiële dekking (in veel gevallen is de financiering nog niet rond (zie paragraaf 5). 2. Private betrokkenheid: Kent het project betrokkenheid van private partijen (initiatief bij private partij scoort maximaal). Daar waar directe kansen voor het realiseren van projecten of het doorvoeren van maatregelen liggen, worden die direct opgepakt en benut. De aanpak kenmerkt zich door een bottom-up benadering waarbij vanuit lokale initiatieven en behoeftes bij de private en publieke partijen wordt opgeschaald naar thema s, deelgebieden of het Groene Hart als geheel. Deze pragmatische benadering moet leiden tot de realisatie van de beoogde doelen en de achterliggende ambitie. Het stelt private partijen in staat daar actief aan bij te dragen en de overheden om deelprogramma s en projecten ook goed in te bedden binnen hun eigen beleid en uitvoeringskaders. De inzet voor dit programma richt zich op procesactiviteiten, zoals: het bij elkaar brengen van partijen, definiëren van projecten, bijdragen aan het uitvoeringsgereed maken van projecten door onder andere het organiseren van versnellingskamers, bilaterale overleggen, afstemmen van regelgeving, helpen bij nieuwe financieringsconstructies. De sturing op projectresultaat is beperkt, want die sturingsverantwoordelijkheid ligt bij de initiatiefnemer c.q. de projecttrekker. De financiële middelen die bij overheden beschikbaar zijn, zullen slim en gericht moeten worden ingezet. Dit vraagt om nieuwe en creatieve financieringsconstructies waarbij ook gebruik wordt gemaakt van private middelen en fondsen (zoals het Heidemijfonds). Soms zal het nodig zijn om voor de financiering de doelen van het programma te koppelen aan doelen op andere beleidsterreinen om zo de schaarse middelen slim te combineren. De expertise die al is opgebouwd rond het ontwikkelen van dergelijke financieringsconstructies door andere partijen zoals het Groenfonds zal ontsloten worden. Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart 11

16 Voor het UP zijn vernieuwende en innovatieve financieringsconstructies tussen publieke en private partijen nodig om veel van de projecten uit het UP te kunnen realiseren. Wat er mogelijk is zal verder worden verkend in een specifiek hierop te richten versnellingskamer, waarbij ook banken en fondsen worden uitgenodigd. Met behulp van deze versnellingskamer wordt beoogd een goed overzicht te krijgen van vernieuwende en innovatieve financieringsmogelijkheden en constructies en de partijen waarop een beroep tot mede financiering van projecten kan worden gedaan. Concreet denken we daarbij aan een bijeenkomst met: provinciale subsidiespecialisten, Groenfonds (financieringsspecialist), Heidemijfonds, RABO-bank Groene Hart. Ook van belang voor het verkrijgen van dekking kunnen zijn: de subsidieadviesbureau en provinciale lobbyisten bij de EU en de projectgroep. De activiteiten gericht op aanjagen en stimuleren bestaan uit: a. Het organiseren van overleg om regie te krijgen op de samenhang in de activiteiten en projecten gericht op het versterken van de in het Groene Hart: Creëren van een gevoel van gezamenlijkheid, positieve energie en elan. Onderhouden van samenwerkingsverbanden Richten op gezamenlijke belangen, creëren win-win en stimuleren samenwerking: publiek publiek, privaat privaat en publiek privaat. b. Het concretiseren van projecten door te zorgen dat elk project een scherpe definitie krijgt, een trekker en een bestuurlijk opdrachtgever: Direct aan de slag met quick wins. Ondersteunen van projectkansen op het moment dat die zich aandienen. Focus op overstijgende projecten die de samenhang in het gebied versterken. c. Het organiseren van versnellingskamers: bewezen instrument voor het versneld in uitvoering brengen van projecten en oplossen van knelpunten (bijvoorbeeld op het vlak van de regelgeving of financiering) en daarnaast het uitzetten van vervolgacties. d. Het mede ontwikkelen en tot stand brengen van vernieuwende en passende financieringsconstructies teneinde dekking voor de realisatie van projecten te krijgen. Realiseren van financiering door slimme (privaat-publiek) constructies. Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart 12

17 Wat is er al bereikt het afgelopen jaar Bij private en publieke partijen zit stevig en veel energie om de in het Groene Hart te versterken. Voorbeeld is het Ondernemers Platform de se Plassen (OPHP) dat in april een bijeenkomst organiseerde om het gebied op de kaart te zetten. Met ondersteuning vanuit dit programma is een promotiefilm gemaakt. Ander voorbeelden zijn de netwerkbijeenkomsten recreatie en toerisme in Bodegraven-Reeuwijk, de samenwerking gericht op het versterken van de binnen ISMH en Krimpenerwaard. Ook in de komende maanden staan er nog diverse bijeenkomsten in het gebied gepland. Zo organiseert de Vereniging Regio Water op 31 mei 2012 een bestuurlijk symposium over in en om het Groene Hart. Het programma Waterrecreatie Groene Hart ondersteunt en levert bijdragen aan deze bijeenkomsten als onderdeel van haar regierol om zoveel en snel mogelijk projecten op te pakken die bijdragen aan de ambities van het programma c.q. het versterken van de in, van en naar het Groene Hart. Ook vanuit het programma zijn na de kick-off bijeenkomst in Warmond en deels al voorafgaande aan de presentatie van de contouren van het UP tijdens de bijeenkomst op 26 april in de Kunsthal, inmiddels al meerdere bijeenkomsten georganiseerd gericht op het aanjagen en versnellen van concrete projecten uit dit uitvoeringsprogramma. Naast de overleggen in coördinatie- en projectgroep is een voorbeeld hiervan de versnellingskamer gericht op het verbeteren en uniformeren van de bedieningstijden van sluizen en bruggen en afstemmen van de seizoensperiode, met als belangrijkste uitkomst om er na te streven in het hele Groene Hart het seizoen en de bedieningstijden te uniformeren met als ondergrens de BRTN-kaders. In het gebied zijn diverse partijen met concrete projecten aan de slag en met resultaat. Voorbeelden zijn: Het Regenboogevenement in Opheffen vergunninggebod op een aantal vaarwegen door hoogheemraadschappen Op afstand bedienbaar maken van bruggen en sluizen, soms gekoppeld aan 24-uurs bediening. Verruiming van bedieningstijden van specifieke sluizen en bruggen, zoals: de sluizen bij Bodegraven en Oudewater (beide openstelling ook op zondag) en Woerdens Verlaat (verruimd openingsregime). Verhogen Meerbrug in de Haarlemmerringvaart. Haalbaarheidsonderzoek Vaart in de Vaart loopt en in april definitief rapport. Verbinding naar Gooimeer voor kleinere boten. Businessplan 13 mln met 30% private financiering. Gefaseerde ontwikkeling van de Weidse Waterbaan, gericht op het verruimen van vaarverbindingen in de omgeving Bodegraven-Reeuwijk en Gouda. Ontwikkeling sloepenknooppuntensusteem in het s Utrechts Plassengebied. Voorbeelden van projecten die recent nog (provinciale) subsidie hebben ontvangen zijn: Passantenhaven Woerden Trekschuit Beurtvaart Recreatieve voorzieningen Fort Wierickerschans Ook beleidsmatig kent het programma doorwerking in het beleid van gemeenten, provincies en waterschappen. Voorbeelden hiervan zijn: Toetreden van waterschappen en gemeenten tot stuurgroep Groene Hart Verankeren behoud BRTN in Structuurvisie provincie Utrecht. Verbeteren brug- en sluisbedieningen en 24-uursbediening opgenomen in coalitieakkoord provincie Utrecht en, waar ook de recreatievaart van profiteert. Beschikbaar stellen extra middelen in kader Groene Agenda door provincie. In programma is 100 mio extra opgenomen voor beleving en in de provincie. Projecten uit het uitvoeringsprogramma Waterrecreatie in het Groene Hart gericht op versterken netwerkstructuren en stadland-verbindingen kunnen hiervan gebruik gaan maken. Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart is specifiek benoemd in Publiek Privaat Impulsprogramma Recreatie en Vrije Tijd van en afstemming met de drie speerpuntprojecten: Alles Stroomt, Waterdriehoek Dordrecht Biesbosch Kinderdijk en Zeehaven Katwijk, is geregeld. In de visie voor de Alblasserwaard is opgenomen als een van de speerpunt samen met regiopromotie. Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart 13

18 5 Financiering Financiering projecten Aan dit uitvoeringsprogramma zijn geen financiële middelen gekoppeld voor de uitvoering van projecten. Daarnaast zijn er door de bezuiniging bij overheden minder middelen beschikbaar voor het (mede) financieren of subsidiëren van projecten. Met name de mogelijkheden voor het verstrekken van subsidies zijn ingrijpend gewijzigd en beperkt. De private partijen voelen zich in het Groene Hart nadrukkelijk mede verantwoordelijk voor de financiering van en willen zich ook inspannen bij het vinden van dekking voor projecten onder meer met cofinanciering. Ervaringen uit onder meer Friesland laat zien dat private partijen vooral bereid zijn tot cofinanciering wanneer zij daar ook direct voordeel van ondervinden. Deze partijen zijn minder bereid te investeren in zaken van algemeen belang en openbare recreatieve voorzieningen zoals de vaarinfrastructuur van verbindingen, kades, routes en/of bediening van bruggen en sluizen. In aanzet zijn per project de projecttrekkers verantwoordelijk voor het rond krijgen van de financiële dekking voor het project. Door het beleggen van een generieke versnellingskamer over de financiering van projecten, projectenbundels of (deel)programma s beogen we een overzicht te leveren van kansrijke en toepasbare financieringsconstructies, inclusief het daarbinnen optimaal benutten van fondsen, (Europese) subsidies, et cetera. De schaarste aan middelen heeft tot gevolg dat projecten meer gespreid in de tijd worden gerealiseerd en gefinancierd. Voor meerdere projecten en met name routes en gebiedsontwikkeling is dit een passende manier van werken Totale investeringsbehoefte De huidige groslijst biedt geen totaal overzicht van de totale investeringsbehoefte in het gebied. Voor een aantal projecten zijn de benodigde investering wel uitgewerkt en beschikbaar. Het heeft echter weinig zin deze bedragen bij elkaar op te tellen. Dit past ook niet bij het opportunistische karakter van het UP dat is gericht op het benutten van kansen die zich - ook wat betreft de financiering - aandienen. Het is een illusie dat het totale UP kan en zal worden gerealiseerd, maar het gaat er om zoveel mogelijk impulsen te geven aan de in het gebied. Hierbij past het aanjagen van kansrijke projecten en het per project op dat moment proberen te komen tot financiële dekking gericht op een eventueel gefaseerde realisatie. Dat de bestuurlijke kaders van de overheden daarbij mede bepalend en sturend zijn, is evident Investeringsbehoefte projecten nader bezien Per project is er op dit moment nog slechts een beperkt zicht op de concrete investeringsbehoefte die nodig is om het project te kunnen realiseren. Voor veel projecten is deze financieringsbehoefte ook lastig eenduidig te bepalen omdat binnen het project er sprake is van een gefaseerde ontwikkeling waarbij ook het ambitieniveau waarop het project wordt gerealiseerd nog flexibel kan worden ingevuld. Zowel de investeringsbehoefte als het vinden van de benodigde dekking is per project maatwerk. Het programmabureau faciliteert hierbij onder meer via het beleggen van een versnellingskamer over de financiering van projecten. Het zijn de projecttrekkers die op projectniveau de investeringsbehoefte helder maken, de financieringsmogelijkheden onderzoeken en uiteindelijk de financiële dekking van het project en daarmee de realisatie geheel of gedeeltelijk bepalen. Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart 14

19 5.1.4 Dekkingsbronnen Voor de projecten zijn er, zij het op beperktere schaal, nog steeds middelen beschikbaar bij de overheden. In diverse coalitieakkoorden en provinciale plannen en visies, maar soms ook door gebiedscommissies, zijn er middelen gereserveerd voor haalbaarheidstudies, versterken van recreatieve routes, het aanpassen van bruggen en sluizen zodat deze op afstand en/of 24-uur bedienbaar worden, het aanleggen van aanleg- en walvoorzieningen, et cetera. 6 Beheersen 6.1 Organisatiestructuur Programmasturing Het door de Stuurgroep Groene Hart vastgestelde Uitvoeringsprogramma (UP) geeft richting en vraagt van alle partijen een inspanningsverplichting. Het UP wordt voorgelegd aan de afzonderlijke partijen die in de stuurgroep vertegenwoordigd zijn en aan alle partijen die betrokkenen zijn geweest bij de totstandkoming van het UP. Aan alle partijen wordt gevraagd zich in te spannen om de in het UP opgenomen projecten te realiseren en actief te blijven participeren in de projectorganisatie die zich bezig houdt met het aanjagen van de afzonderlijke projecten. Op projectniveau worden, waar mogelijk, concrete en bindende afspraken gemaakt over de realisatie. Het is daarbij steeds van belang dat bij de overheden er zorg wordt gedragen voor een goede afstemming en inbedding van het UP en de daarin opgenomen programma s en projecten met de beleidskaders en uitvoeringsplanningen van de overheden. Enerzijds zijn de bestaande beleidskaders leidend voor de projecten die in het UP zijn opgenomen. Anderzijds doet het UP een beroep op de overheden zich in te spannen de ambities en doelen uit het UP mee te nemen in nieuwe beleidskaders en waar wenselijk bestaande beleidskeuzes nog eens tegen het licht te houden. Voor het uitvoeren van het programma is een projectorganisatie ingericht die hangt onder de stuurgroep Groene Hart en operationeel wordt aangestuurd door de directeur van het Programmabureau Groene Hart. De Stuurgroep Groene Hart is bestuurlijk opdrachtgever en beslisser over het beschikbaar te stellen procesbudget voor opstellen en aanjagen van het Uitvoeringsprogramma en de voortgangsbewaking. Zij stellen tevens het UP vast, worden geïnformeerd over de voortgang van het UP en sturen indien nodig bij. Bestuurlijk trekker vanuit de stuurgroep Groene Hart is Jaap Bond. Stukken die aan de stuurgroep worden aangeboden worden eerst besproken in het Coördinatorenoverleg Groene Hart en vervolgens in het Managementteam Groene Hart. Het programma wordt uitgevoerd door het Programmabureau Groene Hart. Er is een projectorganisatie ingericht die hangt onder de directeur van het Programmabureau Groene Hart. Deze directeur is de ambtelijk opdrachtgever van het project namens de stuurgroep en daarmee verantwoordelijk voor het opstellen van het UP en voortgang. De programmamanager is de opdrachtnemer van het project en legt verantwoording af aan de Directeur. Hij wordt terzijde gestaan door een programmateam dat is belast met de coördinatie en de uitvoering van het project, omvattende het opstellen van het UP en het aanjagen van de in het UP opgenomen projecten. Het programmateam bestaat uit de programmamanager en twee projectleiders. Daarnaast kan op afroep een beroep worden gedaan op andere specialisten binnen het programmabureau op het terrein van Merk en Marketing en Communicatie. Ook kan een beroep worden gedaan op het secretariaat. Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart 15

20 De begeleiding en sturing van het uitvoeringsprogramma Het uitvoeringsprogramma kent twee begeleidingsgroepen. Ten eerste een Coördinatiegroep met daarin vertegenwoordigd de publieke partijen (voor de samenstelling zie bijlage 3). Zij dragen er zorg voor dat UP en projecten zich goed blijven verhouden tot de bestuursprioriteiten en het vigerende beleid van de overheden. Voor het UP zijn ze actief betrokken bij het bepalen van de kaders waarbinnen het UP is uitgewerkt, inclusief de gehanteerde systematiek van scopen en prioriteren. Daarnaast is er een Projectgroep die bestaat uit vertegenwoordigers van de organisaties die projecten aandragen en initiëren (voor de samenstelling zie bijlage 3). Het betreft een actieve groep van vertegenwoordigers van private, intermediaire en publieke partijen die projecten of clusters van projecten (op gebieds- of themaniveau) trekken en/of willen realiseren. Zij zijn gericht op het aandragen van projecten voor het realiseren van de operationele doelen van het UP en bepalen mede of en hoe projecten het meest effectief kunnen worden aangejaagd Sturing op projectniveau Ieder project dat voorkomt in de Uitvoeringsagenda kent een trekker annex projectleider. De projectleider is voor het projectteam het aanspreekpunt voor aanjaagacties, projectaanpak en realisatie en voortgangsinformatie. De voorkeur gaat uit naar projectleiders bij private partijen, maar ook intermediaire partijen en overheden kunnen als trekker optreden. Voor alle projecten en maatregelen uit het UP geldt dat de trekker ervan zelf verantwoordelijk is voor de uitvoering en financiering. Bij het selecteren van projecten wordt bewust gekeken naar mogelijke nieuwe financieringsvormen. Het Programmabureau zoekt mee naar financieringsmogelijkheden, eventueel via het programmaniveau. Dit is ook nodig omdat de financiering van projecten primair vanuit (markt)partijen, intermediaire organisaties en direct belanghebbende publieke partijen zal moeten worden geregeld nu de mogelijkheden van provinciale subsidies beperkt zijn (zie doelenboom). 6.2 Planning activiteiten in 2012 en verder Na de vaststelling van het projectplan in september 2011 door de stuurgroep, is het programma gestart in november Inmiddels zijn er veel slagen gemaakt (zie kader wat is er bereikt) en ligt er een concreet uitvoeringsprogramma. De tweede helft van 2012 zal met name benut worden voor het aanjagen van projecten. De inzet in de eerste helft 2012 laat zien dat het in kaart brengen van alle initiatieven en het verbinden daarvan heeft veel tijd gekost, waarbij tegelijkertijd al wel aandacht is besteed aan het aanjagen van projecten met onder meer versnellingskamers voor het harmoniseren en stroomlijnen van de Brug- en Sluisregimes en het ontwikkelen van een sloepenronde over de Oude Rijn en se IJssel door Gouda. Nu komt de volgende fase om het uitvoeringsprogramma te realiseren. De focus ligt op de thema s brug- en sluisregimes, de promotie en het veiliger maken van het ARK. In mindere mate zal worden ingezet op het ontwikkelen van sloepenroutes, aanlegplaatsen havens en water-top s. In de tweede helft van 2012 ligt het accent op het uitvoeren van projecten en staan de volgende activiteiten gepland. Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart 16

21 Activiteit 1. programmeren a. Continu actualiseren van groslijst b. Deelprogramma s uitwerken c. Beter met elkaar verbinden projecten d. Opstellen kaartbeelden e. Versnellingskamer financiering organiseren f. Versnellingskamer regelgeving organiseren 2. aanjagen a. Agenderen projecten / clusters in andere programma s en projecten b. Concreter maken projecten(zoeken van projecttrekkers, financiering) c. Oppakken van quick wins d. Opzetten aantal samenwerkingsprojecten e. Opzetten Promotieplan f. versnellingskamers financiën, routes g. Netwerken en deelnemen aan externe bijeenkomsten 3. monitoren, verantwoorden en communicatie a. Afleggen programmaverantwoording b. Gegevens genereren voor voortgangsmonitor c. Gegevens genereren voor Communicatie Het programmeren van projecten Waterrecreatie in het Groene Hart is nooit af. Dit houdt in dat ook in de komende periode na vaststelling van het UP er nieuwe projecten opkomen en bestaande projecten niet of vertraagd tot realisatie komen. De projectenlijst is een dynamische lijst is die ook in de komende periode onderhouden en bijgesteld. Dat onderhoud is nodig om voortdurend te weten waar onze aansporing het meeste nodig is, en daarmee onze tijd effectief en efficiënt te besteden. Ook de bundeling die nu in de projecten is aangebracht is dynamisch en zal waar nodig tussentijds worden aangepast. Na vaststelling van het UP door de stuurgroep zal de focus in de aanpak verschuiven naar de meest kansrijke en gewenste projecten uit het UP. Het aanjagen gebeurt in bilaterale en multilaterale overleggen, door middel van versnellingskamers, door informeren, raad geven en bijeenbrengen van initiatieven. Zelf zullen wij samen met partijen uit de Projectgroep een Promotieplan opzetten. Ook wordt in gezamenlijkheid gezocht naar passende innovatieve financieringsvormen voor de projecten gebaseerd op cofinanciering en zal PBGH faciliteren dat belemmerende regelgeving in kaart wordt gebracht en wordt aangepakt door overheden. De initiatieven die in dit uitvoeringsprogramma zijn geïnventariseerd hebben over het algemeen een lange looptijd. Daarmee is het programma in 2013 nog niet afgerond. De hoog gestelde ambitie vraagt om continuïteit, met name wat betreft de samenhang op het geheel (de regierol). Een langere looptijd is gewenst. Op basis van de voortgangsrapportage in het najaar zal een voorstel aan de stuurgroep worden voorgelegd voor vervolg in Eind 2012 zal een totaalbeeld beschikbaar zijn van de meest gewenste activiteiten in Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart 17

22 6.3 Voortgangsbewaking en monitoring Zoals boven gesteld zal na vaststelling van het UP door de stuurgroep de groslijst continu worden aangevuld en aangepast. Deze wijzigingen worden bijgehouden en halfjaarlijks gerapporteerd aan de stuurgroep. In deze rapportages wordt de voortgang van het UP als geheel en de afzonderlijke projecten weergegeven en op welke punten bestuurlijke bijsturing gewenst is. Hiertoe wordt halfjaarlijks een inventarisatie van de stand van zaken gehouden onder de projecttrekkers waarbij ook gebruik wordt gemaakt van de projectgroep. De voortgangsrapportage zal ook in andere bestuurlijke overleggen worden geagendeerd. Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart 18

23 Bijlagen 1. Samenstelling Coördinatiegroep en Projectgroep COÖRDINATIEGROEP WRGH Achternaam Voornaam / letters Functie Organisatie invalshoek Agterberg Gerard Programmamanager PBGH bottom up, bestuurlijk draagvlak Kwakkernaat Sander Projectleider PBGH top down, draagvlak van initiatiefnemers Kessel, van Henk Adviseur PBGH idem Ijskes Harold Communicatieadviseur PBGH Communicatie Molleman Paul Beleidsmedewerker HHRS Stichtse Rijnlanden waterschappen Fekken Roald Beleidsmedewerker Ruimte Regionaal samenwerkingsorgaan Rijnland gemeenten noordzijde GH Mekenkamp Jeroen Secretaris Woerdens Beraad gemeenten midden GH Bakker Hans Beleidsmedewerker Provincie Boon Gwen Beleidsmedewerker Provincie Utrecht Utrecht beleid Noorden, van Josje Beleidsmedewerker Provincie Utrecht Utrecht uitvoering Verbaanderd Sjef Beleidsmedewerker Provincie PROJECTGROEP WRGH Achternaam Voornaam / letters Functie Organisatie Namens Laarhoven Onno ondernemer Sloepenbouw Long Island Ondernemersplatform se Plassen i.o. watersportondernemer s s- Utrechtse Plassen ondernemers se plassengebied horecaondernemers Wiltenburg Kurt Jan adviseur Regiostimulering KvK Den Haag kantoor Alphen a/d Rijn Cirkel Marlies regioadviseur Zuid Zuid Koninklijke Horeca Nederland / GH Krijger Gerdina Regiomanager HISWA watersportondernemer s Korte, de Gerdjan RECRON recreatieondernemers Droogers Ko Regiomanager West Nederland ANWB / GH recreanten algemeen Hoef, van der Henk adviseur KNWV KNWV zeilers / gebruikers Romeijn Ton projectleider Stichting Recreatie Toervaart Nederland / GH Berkum, van Jan Projectleider Waterrecreatie (als projecttrekker) s Utrechts Plassenberaad Verhaar Arie Beleidsadviseur; trekker Groene Agenda Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Midden Barg, van den Mieke Programma- en Accountmanagement (Groene Groenservice Hart, Reeuwijkse Plassen en Krimpenerwaard) Milort Gerard Randstad Waterbaan toervaarders gemeenten noordzijde GH gemeenten midden- en zuidzijde GH gemeenten midden- en zuidzijde GH Uitert, van Marcel Projectleider Programmering projecten Waternet / AGV Waternet recreatief medegebruik Vork Jacques Adviseur Merk& Marketing PBGH Vermarkten Coster Frank ondernemer Gek op Water marketing en promotie Vos-Heijkens Eke senior adviseur Beleid en Ontwerp Gemeente Bodegraven - Reeuwijk / afdeling Realisatie en Beheer gemeenten middendeel GH Ijskes Harold Communicatieadviseur PBGH Communicatie Uitvoeringsprogramma Waterrecreatie Groene Hart 19