Jaarverslag geschillencommissie 2015

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarverslag geschillencommissie 2015"

Transcriptie

1 Jaarverslag geschillencommissie 5 1. Inleiding De Registratiecommissie Geneeskundige Specialisten (RGS) heeft overeenkomstig artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst een geschillencommissie ingesteld (zie bijlage 2). De geschillencommissie heeft tot taak geschillen te beslechten tussen partijen, niet zijnde de registratiecommissie, voor zover een geschil betrekking heeft op een besluit van een opleider, opleidingsinstituut of een opleidingsinrichting. Een geschil kan pas bij de geschillencommissie aanhangig worden gemaakt nadat er eerst in het geschil is bemiddeld. 2. Reglement van Orde De geschillencommissie heeft, zoals in artikel 49 lid 1 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst is bepaald, in overleg met de RGS een Reglement van Orde opgesteld met betrekking tot de procedure voor behandeling van geschillen. Dit reglement is op 1 januari 13 in werking getreden (zie bijlage 3). Op de website van de KNMG is nadere informatie te vinden over het indienen van een verzoekschrift en de procedure bij de geschillencommissie. 3. Jaarverslag De geschillencommissie stelt op grond van artikel 51 Regeling specialismen en profielen geneeskunst een jaarverslag op van haar werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar. Tot nu toe was het jaarverslag aldus opgebouwd dat uitgegaan werd van de in het betreffende jaar ingediende verzoeken en de uitspraken die daaruit volgden, ook al had de commissie pas in het jaar daarop uitspraak gedaan. De commissie is overgegaan naar een andere methodiek. In dit jaarverslag zijn alleen de uitspraken opgenomen die de commissie naar aanleiding van een in ingediend verzoekschrift in heeft gedaan. De hoorzittingen en uitspraken van die betrekking hebben op een in 14 ingediend verzoekschrift zijn in dit verslag niet meegenomen, omdat die in het jaarverslag 14 zijn meegenomen. Op 31 december was nog een aantal verzoekschriften in behandeling. Deze verzoekschriften zijn wel in het overzicht van aantal ingediende verzoekschriften opgenomen, maar worden verder meegenomen in het jaarverslag van Hoorzitting en samenstelling geschillencommissie Eén keer per maand vinden hoorzittingen plaats. Partijen worden door de geschillencommissie in elkaars aanwezigheid gehoord. De commissie houdt zitting met ten minste drie leden. De geschillencommissie kent juristleden, specialistleden, profielartsleden en aiosleden. De RGS benoemt de leden voor een periode van vier jaar en zij zijn aansluitend eenmaal herbenoembaar. Specialistleden moeten in een specialistenregister staan ingeschreven en profielartsleden in een profielartsenregister. Aiosleden zijn lid voor de periode dat ze in opleiding zijn waardoor het verloop onder aiosleden groot is. In het verslagjaar hebben 13 hoorzittingen plaatsgevonden. De commissie bestond steeds uit drie leden: een juristlid, tevens voorzitter, een specialistlid en een aioslid. Geschillencommissie UTRECHT 24 maart 16 DOSSIERNR GC TELEFOON (0)

2 De samenstelling van de geschillencommissie is wat de juristleden betreft ongewijzigd gebleven. In het verslagjaar is wel afscheid genomen van een aantal specialistleden, profielartsleden en aiosleden en zijn er ook nieuwe leden benoemd. De samenstelling van de geschillencommissie in is in bijlage 4 opgenomen. In zijn 29 verzoekschriften ingediend, waarvan er 8 zijn ingetrokken. De geschillencommissie heeft in 11 zaken uitspraak gedaan. De afgelopen drie jaar is het aantal ingediende verzoekschriften stabiel gebleven. Aantal geschillen Geschillen Ingetrokken Uitspraak Nog in behandeling Geschillencommissie Uitspraken Toegewezen Afgewezen Niet ontvankelijk Aantal geschillen Jaar Geschillen Ingetrokken/ Uitspraken niet in behandeling genomen/doorverwezen UTRECHT 24 maart 16 DOSSIERNR GC Soort geschillen De geschillen die aan de geschillencommissie werden voorgelegd hadden bijna allemaal betrekking op de (voortijdige) beëindiging van de opleiding omdat de aios ongeschikt werd geacht voor de opleiding. In twee gevallen ging het over het al dan niet opleggen van een geïntensiveerd begeleidingstraject. In één geval ging het om het nakomen van afspraken. Maar dit geschil werd uiteindelijk ingetrokken, evenals een geschil over het geïntensiveerd begeleidingstraject. 6. Intrekking verzoekschriften Ook dit verslagjaar werd weer een aantal verzoekschriften ingetrokken. In totaal zijn 8 verzoekschriften ingetrokken, waarvan er 5 pro forma waren ingediend. Een verzoekschrift wordt pro forma ingediend wanneer de termijn van zes weken die voor bemiddeling staat bijna is verstreken en de bemiddelingsfase nog niet is afgerond en ook niet te verwachten is dat deze binnen de termijn van zes weken afgerond zal zijn. Om de termijn voor het indienen van een verzoekschrift veilig te stellen, wordt dan een pro forma verzoekschrift ingediend. 2

3 De pro forma ingediende verzoekschriften werden ingetrokken omdat betreffende aios en opleiders na bemiddeling door de centrale opleidingscommissie tot een oplossing waren gekomen. De opleiding kon in een andere opleidingsinrichting worden voortgezet of er werd een geïntensiveerd begeleidingstraject gestart. De reden waarom het niet pro forma ingediende verzoekschrift werd ingetrokken, is niet bekend. Een verzoekschrift werd na de hoorzitting ingetrokken. Partijen hadden alsnog overeenstemming bereikt over de voortzetting van de opleiding. 7. Doorlooptijd In artikel 11 van het reglement van orde is opgenomen dat de commissie uitspraak doet binnen zes weken na de laatste hoorzitting of indien partijen nog de gelegenheid hebben gehad om na de hoorzitting nog schriftelijk te reageren, zes weken na het verstrijken van die termijn. De voorzitter kan deze termijn eenmaal voor ten hoogste vier weken verlengen. In het verslagjaar heeft de commissie in alle geschillen uitspraak gedaan binnen zes weken na de hoorzitting. 8. Uitspraken Hieronder volgen korte samenvattingen van de uitspraken. Alle uitspraken zijn in extenso opgenomen onder bijlage 1. GC/ beëindiging opleiding De aios was het niet eens met het besluit van het hoofd tot beëindiging van haar opleiding. De aios stelde dat zij door de grote afstand tussen haar huis en opleidingsplaats overbelast was geraakt, waardoor zij zich ziek had moeten melden. Daarnaast waren volgens de aios tijdens haar arbeidsongeschiktheid door het hoofd eisen gesteld met betrekking tot het voortzetten van de opleiding. Dat had niet gemogen. Het hoofd had volgens de aios de regelgeving niet juist toegepast, waardoor zij niet in de gelegenheid was gesteld om verbeterpunten aan te kunnen brengen in de korte periode van herstel. Zij was inmiddels hersteld en opleidbaar. De geschillencommissie stelde de aios in het ongelijk. De aios had zelf gekozen voor een opleidingsplaats op grote reisafstand. Zij had zich eerder moeten realiseren dat dat van invloed zou zijn op de voortgang van haar opleiding. Daarnaast was de aios intensief begeleid en op het moment van beoordeling waren haar competenties onvoldoende. Het verzoek van de aios werd afgewezen. GC/-632 beëindiging opleiding De opleider beëindigde de opleiding na negen maanden opleiding. Volgens de opleider sloot het Kaderbesluit beëindiging van de opleiding binnen een jaar niet uit. Het ontbrak de aios aan ieder perspectief op verbetering ondanks alle inspanningen hiertoe. De opleidingsgroep was van mening dat de aios niet binnen de resterende tijd aan alle vereiste competenties zou kunnen voldoen. De aios was het daar niet mee eens. De geschillencommissie constateerde dat vanaf het begin van de opleiding veel aandachtspunten waren genoemd over het functioneren van de aios. De geschillencommissie kon zich voorstellen dat de opleidingsgroep op grond hiervan de verwachting had dat de aios aan het eind van het eerste jaar niet aan alle competenties zou kunnen voldoen. De geschillencommissie oordeelde echter dat een verwachting omtrent het toekomstig functioneren van een aios op zichzelf bezien geen bijzondere omstandigheid was die rechtvaardigde dat een opleiding voortijdig werd beëindigd. Ook was er geen sprake van andere bijzondere omstandigheden die een voortijdige beëindiging van de opleiding rechtvaardigden. De aios werd in de gelegenheid gesteld haar opleiding in een andere opleidingsinrichting voort te zetten, met dien verstande dat gestart zou worden met een geïntensiveerd begeleidingstraject van zes maanden. Geschillencommissie UTRECHT 24 maart 16 DOSSIERNR GC

4 GC/ beëindiging opleiding De aios had in het derde jaar van haar opleiding een geïntensiveerd begeleidingstraject met goed gevolg afgerond. Volgens de opleider functioneerde de aios vrij snel hierna opnieuw onvoldoende en dat was voor hem aanleiding de opleiding te beëindigen. De aios was het hier niet mee eens. Voor haar was de beëindiging onverwacht. De geschillencommissie constateerde dat de opleider onvoldoende aannemelijk had gemaakt dat hij de aios duidelijke signalen had gegeven over haar onvoldoende functioneren. Dit was niet gedocumenteerd en ook was niet gebleken dat hij dit met de aios had gecommuniceerd. De opleider had ook niet gereageerd op een verslag van een voortgangsgesprek dat de aios hem had gestuurd. Nu het voor de aios niet duidelijk was dat zij onvoldoende zou functioneren, had zij ook niet de gelegenheid gekregen haar functioneren te verbeteren. Het verzoek van de aios werd gegrond geacht. De aios werd in de gelegenheid gesteld haar opleiding voort te zetten, waarbij werd gestart met een geïntensiveerd begeleidingstraject van zes maanden. GC/ beëindiging opleiding Na het vierde jaar van de opleiding, beëindigde de opleider de opleiding van de aios. De aios was het daar niet mee eens. Zijn inziens was zijn opleidingstraject niet optimaal geweest voor de ontwikkeling van zijn chirurgische vaardigheden. Hij was geen anios geweest, het geïntensiveerd begeleidingstraject was niet intensief genoeg geweest en de overige competenties waren goed. Hij had tijdens het GBT geen grotere operatieve exposure gekregen. Er was wel sprake van een vooruitgang in zijn operatieve vaardigheden.. De geschillencommissie constateerde dat de aios de eerste tweeënhalf jaar van de opleiding goed had gefunctioneerd. Zijn chirurgische vaardigheden werden alleen in de laatste opleidingsinrichting steeds als aandachtspunt genoemd. In de andere opleidingsinrichtingen functioneerde de aios goed. Volgens een assessment gericht op chirurgische vaardigheden, was de aios leerbaar. De overige competenties waren goed. De geschillencommissie oordeelde dat de aios een tweede kans moest krijgen, waarbij gestart zou worden met een geïntensiveerd begeleidingstraject. GC /Beëindiging opleiding. De opleider beëindigde de opleiding van de aios omdat vanaf het begin van de opleiding sprake was van steeds dezelfde tekortkomingen en het de aios niet lukte deze punten structureel te verbeteren ondanks extra begeleiding. De aios was het hier niet mee eens. Volgens de aios ging de opleiding tot 12 goed. Daarna is hij gedurende lange periode arbeidsongeschikt geweest. Hij kreeg de gelegenheid als anios in een andere opleidingsinrichting zijn functioneren op niveau te brengen. In zijn proeftijd werd hij ontslagen. Er was geen verbeterplan opgesteld en hij kreeg ook onvoldoende begeleiding. Als hij een geïntensiveerd begeleidingstraject zou hebben gekregen, had hij kunnen laten zien dat hij zijn functioneren kon verbeteren. De geschillencommissie constateerde dat vanaf het begin van de opleiding kritiek bestond over het functioneren van de aios. Gedurende de opleiding is de aios gewezen op zijn tekortkomingen. Na het vierde opleidingsjaar had de opleider de opleiding niet direct beëindigd maar stelde hij de aios in de gelegenheid om als anios in een andere opleidingsinrichting zijn functioneren op niveau te brengen. Er ontbrak kennelijk een verbeterplan, maar dat lag volgens de geschillencommissie niet alleen bij de nieuwe opleidingsinrichting of opleider. Van een vierdejaars aios mocht verwacht worden dat hij zelf leerdoelen zou hebben opgesteld. Het feit dat hij na vier weken werd ontslagen, bevestigde naar het oordeel van de geschillencommissie het standpunt van de opleider dat het functioneren van de aios onvoldoende was voor een vierdejaars aios. Daarnaast oordeelde de geschillencommissie dat een geïntensiveerd begeleidingstraject geen verplichting is maar kan worden ingezet als er twijfels bestaan over de geschiktheid van Geschillencommissie UTRECHT 24 maart 16 DOSSIERNR GC

5 de aios en het met extra begeleiding mogelijk is dat de aios het vereiste niveau kan bereiken. Het verzoek van de aios werd afgewezen. GC/ beëindiging opleiding Het hoofd beëindigde de opleiding van de aios omdat ondanks extra begeleiding en de inspanningen van alle betrokkenen, het functioneren van de aios onvoldoende was om aan te nemen dat zij in de resterende periode het gewenste competentieniveau zou halen. De aios was het daar niet mee eens. Zij had het idee dat haar handelen onder een vergrootglas was gelegd en dat haar verleden te veel benadrukt was. Ook vond zij de begeleiding vanuit de stagebegeleider onvoldoende. De geschillencommissie stelde vast dat al vroeg in de opleiding twijfel bestond over het functioneren van de aios. Er was een beoordelingstraject gestart. Dat bracht met zich mee dat de aios extra aandacht kreeg, waardoor de aios inderdaad het idee kon hebben dat haar handelen onder een vergrootglas lag. Dat kon het hoofd niet worden verweten. Naar het oordeel van de geschillencommissie was voldoende aannemelijk gemaakt dat de aios voldoende begeleiding had gekregen en gelegenheid had gekregen haar functioneren te verbeteren. Het verzoek van de aios werd afgewezen. GC/-632 beëindiging opleiding De aios was het niet eens met de beëindiging van de opleiding. De aios erkende dat er ontwikkelpunten waren, maar stelde dat sommige kritiekpunten op haar functioneren onjuist en onterecht waren. Er bestond onduidelijkheid over het al dan niet doen van een taaltoets en haar taal en taalbeheersing. Er had een ontkoppeling plaatsgevonden. Ze kreeg vervolgens een stage van twee maanden die zij goed had afgesloten. Zij zou daarna een andere stageplek krijgen, maar die kreeg zij uiteindelijk niet. De geschillencommissie stelde vast dat vanaf het begin van de opleiding twijfel had bestaan over de geschiktheid van de aios voor de opleiding. De opleiders waren positiever over haar functioneren. Het vertrouwen tussen de aios en het opleidingsinstituut was geschaad. Naar het oordeel van de geschillencommissie had het hoofd niet tot de conclusie kunnen komen dat de aios niet opleidbaar zou zijn. Evenmin was er sprake van zwaarwegende redenen op grond waarvan de opleiding voortijdig beëindigd kon worden. De aios moest in de gelegenheid worden gesteld de opleiding voort te zetten, met dien verstande dat na zes maanden opnieuw een geschiktheidsbeoordeling moest plaatsvinden. GC/ beëindiging opleiding De opleider had de opleiding van de aios beëindigd omdat de aios op meerdere competenties te kort schoot en zij al eerder een geïntensiveerd begeleidingstraject had gevolgd. De aios betwistte dat zij eerder een geïntensiveerd begeleidingstraject had gevolgd. De eerste twee jaren volgde zij haar opleiding in een andere opleidingsinrichting en functioneerde zij goed. Na een periode van ziekte en zwangerschapsverlof kreeg zij een negatieve beoordeling en zette haar opleiding in de huidige opleidingsinrichting voort, waar intensieve begeleiding plaatsvond. Zij is daarna positief beoordeeld. Daarna was er nog sprake van groei. Na terugkomst van haar zwangerschapsverlof heeft zij gesprekken met de opleiders gevoerd, maar van deze gesprekken zijn geen verslagen gemaakt. Zij bevestigde dat de gesprekken niet positief waren, naar aanleiding waarvan zij een voorstel voor een verbeterplan opstelde. Daarop had de opleider niet gereageerd. De geschillencommissie stelde vast dat er sinds 13 geen formeel voortgangsgesprek meer had plaatsgevonden. De geschillencommissie oordeelde dat wanneer een opleider signaleert dat de aios niet goed functioneert, het op zijn weg ligt dit met de Geschillencommissie UTRECHT 24 maart 16 DOSSIERNR GC

6 aios te bespreken en de aios intensiever te begeleiden zodat zij haar functioneren kan verbeteren. De opleider had onvoldoende aannemelijk gemaakt dat dit was gebeurd. De aios moest in de gelegenheid worden gesteld de opleiding voort te zetten in een andere opleidingsinrichting, met dien verstande dat gestart zou worden met een geïntensiveerd begeleidingstraject. GC/ beëindiging opleiding De aios was het niet eens met de beëindiging van haar opleiding tot specialist ouderengeneeskunde. De beëindiging kwam voor haar onverwacht. Zij stelde geen signalen te hebben ontvangen dat de opleiding beëindigd zou kunnen worden. Zij had ook altijd goede beoordelingen gehad, met uitzondering van de laatste beoordeling. Zij had ook geen extra begeleiding gehad toen bleek dat de stage interne geneeskunde onvoldoende was. De geschillencommissie stelde vast dat er tot december 14 geen enkele twijfel bestond over het functioneren van de aios of dat de aios onvoldoende zou functioneren. De aios had geen of nauwelijks kans gehad haar functioneren te verbeteren. Zij had ook geen extra begeleiding gekregen. De geschillencommissie oordeelde dat het hoofd niet in redelijkheid had kunnen besluiten de opleiding te beëindigen. GC/ beëindiging opleiding In dit geschil ging het om de vraag of het geïntensiveerd begeleidingstraject had voldaan aan de eisen zoals genoemd in het Kaderbesluit. Volgens de aios was dat niet het geval. Het voortgangsgesprek vond te laat plaats en ook werden de competenties waaraan hij aan het eind van het traject zou moeten voldoen, gedurende het traject aangepast. De geschillencommissie constateerde dat het begeleidingstraject overeenkomstig de regelgeving had plaatsgevonden. Weliswaar vond het eerste voortgangsgesprek later plaats maar was tevens aanleiding het traject te verlengen. Naar het oordeel van de geschillencommissie was de aios voldoende op de hoogte van zijn tekortkomingen en is hij voldoende in de gelegenheid gesteld zijn functioneren te verbeteren. In eerste instantie was het traject gericht op met name genoemde competenties, maar dat laat onverlet dat de aios aan het eind van het traject aan alle competenties moest voldoen. Het verzoek van de aios werd afgewezen. GC/ beëindiging opleiding De aios is het niet eens met de beëindiging van haar opleiding. De aios stelt dat zij in het eerste jaar van de opleiding te lang heeft moeten werken onder ongeschikte, onrustige en onveilige omstandigheden, ondanks een verzoek tot overplaatsing. In het tweede jaar werd haar opleidingsschema gewijzigd en moest zij 1 jaar in plaats van 6 maanden op een PAAZ werken. De werkdruk was hoog en er was een onveilig opleidingsklimaat. Zij erkende dat de communicatie soms moeilijk was verlopen, maar de begeleiding was haars inziens te kort geschoten. De opleider stelde daarentegen dat er vanaf het begin tekortkomingen waren geweest in het functioneren van de aios en dat de aios het eerste jaar het voordeel van de twijfel had gekregen. De geschillencommissie stelde vast dat de aios een moeilijke start van de opleiding had gehad vanwege een niet optimale bezetting op de afdeling en een incident dat zich had voorgedaan. De aios kreeg het voordeel van de twijfel en een nieuwe kans bij de start van het tweede jaar. De opleider had voldoende aannemelijk gemaakt dat de tekortkomingen van de aios van structurele aard waren en de aios voldoende begeleiding had gekregen om haar functioneren te verbeteren. Daarnaast was niet gebleken van een onveilig opleidingsklimaat. Het verzoek van de aios werd afgewezen. Geschillencommissie UTRECHT 24 maart 16 DOSSIERNR GC

7 GC/-632 beëindiging opleiding Het hoofd beëindigde de opleiding van de aios vanwege onopleidbaarheid van de aios en andere zwaarwichtige redenen. De aios was al geruime tijd ziek en uitzicht op herstel was er niet. Er was geen sprake meer van een tijdelijke onderbreking van de opleiding. De aios was het daar niet mee eens en stelde dat het besluit tot beëindiging van de opleiding niet zorgvuldig was genomen. De drie maanden dat hij in opleiding was, voelde hij zich niet veilig bij zijn opleider. Zijns inziens waren er geen vakinhoudelijke argumenten gegeven, nog was uit de stukken gebleken waarom hij geen huisarts zou kunnen worden. De geschillencommissie stelde vast dat het hoofd de opleiding had beëindigd toen de aios al meer dan een half jaar arbeidsongeschikt was en er geen enkel uitzicht bestond op re-integratie. Daarnaast had het hoofd voldoende aannemelijk gemaakt dat de aios in de drie maanden opleiding die hij had gevolgd op meerdere competenties ernstig tekort schoot. Gelet op het functioneren van de aios en het feit dat er geen sprake meer was van een tijdelijke onderbreking van de opleiding, had, naar het oordeel van de geschillencommissie, het hoofd de opleiding kunnen beëindigen. Het verzoek van de aios werd afgewezen. GC/ beëindiging opleiding De opleider had de opleiding van de aios beëindigd. De aios was het daar niet mee eens. Zij stelde zich op het standpunt dat de beoordelingsprocedure niet zorgvuldig en incorrect had plaatsgevonden. De opleider had het persoonlijk ontwikkelingsplan van de aios niet bijgesteld. Er was volgens de aios sprake van een onveilig opleidingsklimaat. De geschillencommissie constateerde dat gedurende de opleiding voldoende beoordelingsmomenten hadden plaatsgevonden, maar dat niet van alle gesprekken verslagen waren opgesteld. De opleider besprak de tekortkomingen en verbeterpunten met de aios en de aios stelde aan de hand van deze punten haar persoonlijk ontwikkelingsplan steeds zelf bij. De aios ontkende overigens niet dat er tekortkomingen in haar functioneren waren. De aios was gedurende haar opleiding voldoende in de gelegenheid gesteld haar functioneren te verbeteren. De geschillencommissie kon zich voorstellen dat gelet op de discussies die de aios met haar supervisoren en werkbegeleiders had over diagnoses en medicatie voorschriften, dat bij haar een gevoel van onveiligheid was ontstaan. Dit betekende niet dat er sprake was van een onveilig opleidingsklimaat. Het verzoek van de aios werd afgewezen. Geschillencommissie UTRECHT 24 maart 16 DOSSIERNR GC namens de Geschillencommissie, Utrecht, 24 maart 16 mr. dr. J.J.M. Linders, voorzitter mw. mr. J.E.D. de Planque, secretaris 7

8 Bijlage 1 2

9 UITSPRAAK beëindiging opleiding 5 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als bedoeld in artikel 12 van het Reglement van Orde van de geschillencommissie in het geschil tussen A, aios huisartsgeneeskunde, wonende te., hierna te noemen de aios en B, hoofd huisartsopleiding van C te, hierna te noemen het hoofd. Verloop van de procedure De aios heeft op 6 augustus 14 een pro forma verzoekschrift aan de geschillencommissie voorgelegd en op 12 februari heeft zij aan de geschillencommissie een aanvullend verzoekschrift voorgelegd over een geschil tussen de aios en het hoofd. De aios heeft op 4 maart desgevraagd aanvullende stukken overgelegd. Mr. O.L. Nunes heeft een verweerschrift d.d. 21 april namens het hoofd ingediend. Op 12 mei heeft een hoorzitting plaatsgevonden, waarvan een verslag is gemaakt. Geschil Het geschil heeft betrekking op het besluit van het hoofd van 17 juni 14, waarbij het hoofd heeft besloten de opleiding van de aios tot huisarts voortijdig te beëindigen. De aios is het hier niet mee eens. Regelgeving De Regeling specialismen en profielen geneeskunst, in werking getreden op 1 januari 13. Het reglement van orde geschillencommissie, in werking getreden op 1 januari 13 Het Kaderbesluit CHVG, in werking getreden op 1 januari 09 en het besluit specialisme huisartsgeneeskunde, in werking getreden op 1 januari 09 en gewijzigd bij besluit van 13 februari 13, in werking getreden op 1 januari 13. Protocol toetsing en beoordeling in de huisartsopleiding januari 11. Feiten De aios is in oktober 12 aangenomen voor de huisartsopleiding. De koppelingsgesprekken hebben plaatsgevonden in december 12. De aios heeft hieraan deelgenomen, hoewel zij toen met bevallingsverlof was. De aios heeft vier koppelingsgesprekken gevoerd, maar deze hebben niet tot samenwerking geleid. De aios heeft verzocht te worden geplaatst bij een huisartsopleider in. De aios is vervolgens op 1 maart 13 gestart met de opleiding huisartsgeneeskunde in C bij een huisartsopleider in.. Op 29 augustus 13, na zes maanden opleiding, heeft een beoordeling plaatsgevonden door de groepsdocenten. Zij beoordeelden het functioneren van de aios als onvoldoende/onbeoordeelbaar. De competenties samenwerking, organisatie en professionaliteit werden als zwak/onbeoordeelbaar beoordeeld. 3

10 55 De docenten gaven aan dat zij niet geïnformeerd werden waar de aios mee bezig was en hoe het leerproces ging. Ook was haar actieve inbreng tijdens de terugkomdagen zeer beperkt. Op feedback werd weinig actie ondernomen, althans daar werd niet over gecommuniceerd. De opleider beoordeelde het functioneren van de aios na zes maanden als voldoende, maar uitte daarbij zijn twijfels over de competentie vakinhoudelijk handelen. De aios heeft op september 13 een tussentijdsgesprek met haar opleider gehad. Tijdens dit gesprek heeft de opleider zijn zorgen over de voortgang van de opleiding besproken. Er was te weinig continuïteit in verband met afwezigheid, het basiskennisniveau was onvoldoende en de LHK toetsen waren onvoldoende. Tijdens het gesprek zijn minimumeisen gesteld om de opleiding te kunnen vervolgen. Van het gesprek is een verslag gemaakt door de opleider. De aios behaalde meerdere keren een onvoldoende voor de LHK toets. De aios heeft zich op 2 oktober 13 ziek gemeld in verband met overbelasting. Op 17 oktober 13 zijn de op september 13 met de opleider besproken minimale eisen met de docenten besproken en op schrift gesteld. De aios diende een voldoende te behalen voor de LHK- en vaardigheidstoets, de aios diende een zinvolle invulling te geven aan de leergesprekken en een plan te maken waardoor de opleider haar ontwikkeling/groei kon toetsen. Daarnaast diende de aios langere tijd minimaal 3 dagen in de week in de praktijk aanwezig te zijn, zodat kon worden nagegaan hoe de aios zich ontwikkelde in het aangaan en opbouwen van een relatie met patiënten. De bedrijfsarts heeft de aios op 22 oktober 13 ziek/arbeidsongeschikt verklaard vanwege overbelasting. De aios is in januari 14 aan haar re-integratie begonnen en was vanaf februari 14 weer in opleiding. Voordat de aios aan haar re-integratie begon heeft zij een gesprek met de opleider en de docenten gehad waarin de op september 13 afgesproken minimumeisen opnieuw aan de orde werden gesteld. Van dit gesprek is geen verslag. Op 21 februari 14 heeft een gesprek met de aios plaatsgevonden over de diagnostische LHK toetsing. Er is besproken hoe de aios in de toekomst haar resultaten zou kunnen verbeteren. De bedrijfsarts heeft de aios op 3 maart 14 weer volledig beter verklaard. De LHK-toets van 1 april 14 was wederom onvoldoende. Op 9 april 14 heeft een tussentijds gesprek plaatsgevonden tussen de docenten, de opleider en de aios. Op 11 april 14 heeft de aios zich ziek gemeld. De beoordeling na negen maanden door de opleider heeft op 8 mei 14 plaats gevonden. De opleider beoordeelde de competenties vakinhoudelijk handelen, arts-patiënt communicatie, wetenschap en onderwijs, organisatie, maatschappelijk handelen en professionaliteit als zwak/onvoldoende. De opleider achtte de aios niet opleidbaar. De beoordeling is in verband met afwezigheid van de aios niet door de aios ondertekend en alleen telefonisch met haar besproken. De docentenbeoordeling na negen maanden vond plaats op 13 mei 14. De competenties samenwerking, organisatie en professionaliteit werden als zwak beoordeeld en de overige competenties konden de docenten niet beoordelen omdat zij onvoldoende zicht hadden op de prestaties van de aios daarin. Zij concludeerden dat er onvoldoende mogelijkheden voor de aios waren om de opleiding succesvol af te ronden. De beoordeling is door afwezigheid van de aios niet door de aios ondertekend en alleen telefonisch met haar besproken. Het hoofd heeft vervolgens op 17 juni 14 de aios schriftelijk meegedeeld de opleiding te beëindigen per 1 augustus 14. 4

11 55 Standpunt aios De aios stelt zich op het standpunt dat het hoofd de opleiding onterecht heeft beëindigd. De koppelingsgesprekken hebben plaatsgevonden tijdens haar bevallingsverlof, dit had volgens de cao niet gemogen. Zij werd aanvankelijk geplaatst bij een huisarts waar zij geen klik mee had. Nadat zij dit had gemeld werd zij geplaatst bij een huisartsopleider in. De reisafstand was te groot. Haar opleiding heeft hier onder geleden en dit had slechte beoordelingen en afwezigheid tot gevolg. Uiteindelijk heeft dit tot ziekte in verband met overbelasting geleid. De minimale eisen voor het voortzetten van de opleiding, zoals in de brief van 17 oktober 13 van het hoofd beschreven, hadden op dat moment niet gesteld mogen worden in verband met haar arbeidsongeschiktheid. De aios was na een re-integratieperiode van 2 maanden op 3 maart 14 volgens de bedrijfsarts weer volledig hersteld. Zij heeft zich daarna weer moeten ziekmelden in verband met haar zwangerschap. Het opleidingsinstituut heeft volgens de aios de regelgeving niet juist toegepast, waardoor zij niet in de gelegenheid is gesteld om verbeterpunten aan te kunnen brengen in de korte periode van herstel. De aios stelt voorts dat zij hersteld is en weer opleidbaar is. Standpunt hoofd Het hoofd is op grond van het gehele opleidingsdossier, waaronder de toetsresultaten, beoordelingen en gespreksverslagen tot de beslissing gekomen de opleiding van de aios te beëindigen. Het hoofd stelt zich daarbij op het standpunt dat de wijze waarop de aios met haar persoonlijke problemen is omgegaan getuigd van onvoldoende professionaliteit. De aios is onvoldoende aanwezig en belastbaar geweest en heeft daarnaast (ernstig) onvoldoende resultaten behaald. De aios mist een aantal kerncompetenties en heeft blijk gegeven hierin onvoldoende ontwikkeling door te maken. Het hoofd acht de aios onvoldoende opleidbaar en heeft geen vertrouwen in een succesvolle afronding van de opleiding door de aios. Het besluit is overeenkomstig de regelgeving genomen. Er hebben op de juiste momenten gesprekken met de aios plaatsgevonden, de aios is hierbij op haar functioneren gewezen en er zijn afspraken met de aios gemaakt en heldere minimumeisen geformuleerd. Er hebben tussentijdse gesprekken plaatsgevonden. Het gesprek waarin de minimumeisen zijn geformuleerd heeft plaatsgevonden voordat de aios arbeidsongeschikt werd. De gesignaleerde problemen en de geboden geïntensiveerde begeleiding hebben niet dan wel onvoldoende geleid tot verbetering. De aios is inmiddels al een jaar niet meer in opleiding. Zou de geschillencommissie besluiten dat de aios de opleiding kan voortzetten, dan heeft de aios geen mogelijkheid tot verlenging van de opleiding. Bevoegdheid geschillencommissie Voordat een geschil aan de geschillencommissie wordt voorgelegd wordt in het geschil bemiddeld. De aios legt het geschil op grond van artikel 3 van het reglement van orde geschillencommissie binnen vier weken na het besluit van het hoofd aan het instituut voor met het verzoek tot bemiddeling. De duur van de bemiddeling bedraagt maximaal zes weken. Zodra de bemiddelende persoon of organisatie of een van de partijen het geschil onbemiddelbaar acht, doet hij daarvan schriftelijk mededeling aan de andere betrokkenen. Het geschil kan binnen twee weken nadat het geschil onbemiddelbaar is verklaard aan de geschillencommissie worden voorgelegd. Het hoofd heeft bij besluit van 17 juni 14 de opleiding van de aios beëindigd. De aios heeft op juli 14, binnen vier weken na het besluit van het hoofd, een verzoek tot bemiddeling gedaan. Het hoofd heeft de aios op 28 juli 14 schriftelijk laten weten dat zij het geschil onbemiddelbaar acht omdat de aios niet binnen de vereiste termijn van zes weken tot bemiddeling in staat was. De aios heeft vervolgens binnen twee weken het geschil proforma aan de geschillencommissie voorgelegd. De aios heeft de aanvullende gronden van het 5

12 verzoekschrift binnen de haar daarvoor gegeven termijn aan de geschillencommissie voorgelegd. De geschillencommissie is bevoegd het geschil in behandeling te nemen. 5 Overwegingen Artikel B.2 van het Kaderbesluit bepaalt dat de opleiding gericht is op het bereiken van door het CHVG vastgestelde competenties en specialisme gebonden competenties. De algemene competenties worden in dit artikel beschreven, de specifieke competenties worden beschreven in het Besluit huisartsgeneeskunde. De structuur en de inhoud van de opleiding worden beschreven in respectievelijk artikel B.1 en B.2 van het Besluit huisartsgeneeskunde. Artikel B.4 Kaderbesluit bepaalt dat de opleiding is voorzien van momenten waarop toetsing en beoordeling plaatsvindt. De toetsing en beoordeling moeten voldoen aan het Protocol toetsing en beoordeling. Artikel B.5 Kaderbesluit bepaalt dat de duur van de opleiding drie jaar bedraagt en ononderbroken wordt gevolgd. In afwijking hiervan bepaalt artikel B.9 dat de opleiding uitsluitend kan worden onderbroken bij verlof op basis van wettelijke regelingen, bij opschorting op basis van wettelijke regelingen, bij opschorting van de opleiding ten gevolge van een geschil en het doen van wetenschappelijk onderzoek. Indien de opleiding ten minste zes maanden, al dan niet aaneengesloten, is onderbroken, wordt de RGS hiervan onverwijld op de hoogte gesteld. De RGS kan in dat geval bepalen dat een gedeelte van de opleiding opnieuw wordt gevolgd. Op grond van artikel B.4 lid 3 sub b Kaderbesluit voert het opleidingsinstituut ten minste twee keer per jaar een educatieve beoordeling uit. Op grond van sub c voert het opleidingsinstituut aan het eind van het eerste jaar, het tweede jaar en ten minste drie maanden voor het eind van de opleiding een selectieve beoordeling uit. De beoordeling leidt tot een door het hoofd te nemen beslissing of de opleiding al dan niet volgens het scholingsprogramma kan worden voortgezet, onder voorwaarden kan worden voortgezet of niet kan worden voortgezet. In het Protocol toetsing en beoordeling wordt de toetsing, beoordeling en besluitvorming tijdens de opleiding beschreven. In het eerste en tweede jaar van de opleiding vindt in de derde en zesde maand een educatieve beoordeling plaats en in de negende maand een selectieve beoordeling die resulteert in een beslissing van het hoofd over het al dan niet voortzetten van de opleiding. Het hoofd heeft de bevoegdheid om de opleidingsovereenkomst met de aios tussentijds op te zeggen vanwege onopleidbaarheid (onvoldoende groeipotentie) van de aios of andere zwaarwichtige redenen. De aios is op 1 maart 13 met de huisartsopleiding gestart. De koppelingsgesprekken hebben in december 12 plaatsgevonden. De aios was toen nog met bevallingsverlof. De koppelingsgesprekken leidden niet tot resultaat en de aios werd op haar verzoek bij een opleider in geplaatst. De aios stelt dat de koppelingsgesprekken niet tijdens haar bevallingsverlof hadden mogen plaatsvinden. Daarnaast stelt zij dat haar opleiding geleden heeft onder de lange reistijd, waardoor zij slechte beoordelingen kreeg en veel afwezig was. Ter zitting is gebleken dat de aios zelf zo snel mogelijk met de opleiding wilde starten. Zij is om die reden ook gestart met de opleiding in C, terwijl ze oorspronkelijk was aangenomen bij de opleiding in D. Het hoofd heeft voorts voldoende aannemelijk gemaakt dat de aios, indien zij dat had aangegeven, op een later moment kon starten met de koppelingsgesprekken en de opleiding. De geschillencommissie kan zich voorstellen dat de lange reistijd invloed heeft gehad op de voortgang van de opleiding van de aios, maar is van oordeel dat de aios zich dat 6

13 eerder had moeten en kunnen realiseren. Het is haar eigen keuze geweest. De geschillencommissie gaat dan ook aan dit punt voorbij. De aios stelt voorts dat de minimale eisen voor het voortzetten van de opleiding zijn afgesproken toen zij arbeidsongeschikt was. De opleider heeft naar het oordeel van geschillencommissie echter voldoende aannemelijk gemaakt dat de aios op het moment dat deze eisen werden besproken, niet arbeidsongeschikt was. De aios heeft zich pas na het gesprek ziek gemeld en tijdens haar arbeidsongeschiktheid zijn de haar bekende eisen op papier gezet. De geschillencommissie constateert voorts dat de voortgangsgesprekken zoals vermeld in het protocol toetsing en beoordeling hebben plaatsgevonden. Ter zitting heeft de aios aangegeven dat zij intensief is begeleid en het eens is met de beoordelingen en dat haar competenties op het moment van de beoordelingen onvoldoende waren. Zij stelt echter dat zij inmiddels is hersteld en opleidbaar is. De geschillencommissie is op grond van het vorenstaande van oordeel dat de beoordeling van de aios overeenkomstig het protocol heeft plaats gevonden. De aios heeft intensieve begeleiding gekregen en is voldoende in de gelegenheid gesteld haar functioneren te verbeteren. Gelet op de beoordelingen heeft het hoofd de opleiding op 17 juni 14 tussentijds kunnen beëindigen omdat de aios onopleidbaar was. Uitspraak De Geschillencommissie oordeelt dat het hoofd de opleiding van de aios heeft kunnen beëindigen en wijst het verzoek van de aios af. Aldus uitgebracht door: mr. G.G.A.J.M. van Poppel (voorzitter), mw. drs. J.H. Verwoerd, huisarts en mw. drs. A.G.M. van Boxtel, aios cardio-thoracale chirurgie, in tegenwoordigheid van mw. mr. J.E.D. de Planque, secretaris. Namens de Geschillencommissie Utrecht, 3 juli mr. G.G.A.J.M. van Poppel, voorzitter mw. mr. J.E.D. de Planque, secretaris 7

14 UITSPRAAK -632 beëindiging opleiding 5 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als bedoeld in artikel 12 van het reglement van orde van de geschillencommissie in het geschil tussen A, aios revalidatiegeneeskunde, hierna te noemen de aios, wonende te.., bijgestaan door mr. D. Jongsma en B, opleider revalidatiegeneeskunde in C te.., hierna te noemen de opleider, bijgestaan door mr. L.J.P. Duijs. Verloop van de procedure Mr. Jongsma heeft namens de aios op respectievelijk 26 januari en februari een verzoekschrift en een aanvullend verzoekschrift bij de geschillencommissie ingediend, waarbij een geschil tussen de aios en de opleider aan de geschillencommissie is voorgelegd. Mr. L.J.P. Duijs heeft namens de opleider op 17 maart een verweerschrift ingediend. Mr. Duijs heeft namens de opleider op 24 maart producties overgelegd. Mr. Jongsma heeft namens de aios op 26 maart een schriftelijke reactie gegeven op het verweerschrift. Op 27 maart heeft mr. Duijs namens de opleider hierop gereageerd. Op 7 april heeft een hoorzitting plaatsgevonden, waarvan een verslag is gemaakt. Geschil Het geschil heeft betrekking op het besluit van de opleider van 3 december 14 de opleiding van de aios te beëindigen omdat zij de aios niet geschikt acht de opleiding voort te zetten. De aios is het hier niet mee eens. Regelgeving Voor de beoordeling van het geschil zijn van toepassing: De Regeling specialismen en profielen geneeskunst, in werking getreden op 1 januari 13. Het Reglement van Orde van de geschillencommissie, in werking getreden op 1 januari 13. Het besluit revalidatiegeneeskunde, in werking getreden op 1 januari 13. Feiten de arts is op 1 maart 14 gestart met de opleiding revalidatiegeneeskunde. Zij was in dienst van D, maar gedetacheerd bij C; op 6 mei 14 heeft het eerste voortgangsgesprek plaatsgevonden, waarbij de toenmalige opleider en de huidige opleider aanwezig waren. Een rapportage van dit gesprek is op 4 augustus 14 door de aios en opleider uit gezamenlijke herinnering in het systeem ingevoerd. De aios scoorde op de meeste competenties voldoende, op een enkele onvoldoende na. Er werden verschillende kanttekeningen geplaatst. Haar kennis op het gebied van diagnostiek was onvoldoende, maar ook op de andere gebieden moest de aios nog kennis opdoen. De aios miste nog een goed inzicht in verschillende aspecten van maatschappelijk handelen om de patiënt goed te kunnen 8

15 voorlichten. Daarnaast had de aios moeite haar eigen werk goed en efficiënt te organiseren. De aios had weinig zelfvertrouwen, wat met gebrek aan kennis samenhing en de aios had moeite met het stellen van prioriteiten en omgaan met werkdruk; kort na het voortgangsgesprek is de toenmalige opleider overleden; het tweede voortgangsgesprek heeft plaatsgevonden op 5 augustus 14 met de opleider en twee revalidatieartsen. De rapportage van dit gesprek is op 5 januari in het systeem ingevoerd. De aios scoorde op de meeste competenties een voldoende, een enkele keer een onvoldoende en één keer ruim voldoende. De aios had te weinig algemene kennis. Het uitvragen van de hulpvraag kwam nog niet duidelijk naar voren, de aios had moeite de leidende rol te nemen in een team, en had nog veel moeite met structuur en het stellen van prioriteiten. De aios had nog weinig zelfvertrouwen, zij moest aan verschillende supervisoren supervisie vragen. Door het ontbreken van kennis, ontbrak haar besluitvaardigheid. Haar gebrek aan kennis had ook invloed op haar zelfvertrouwen; na het tweede gesprek is de aios gestart met een coachingstraject om haar timemanagement te verbeteren. Daarnaast kreeg de aios om de week persoonlijk onderwijs van een Physician Assistent in opleiding voor het aanleren van het verrichten van lichamelijk onderzoek van het bewegingsapparaat; op 14 augustus 14 en op 1 oktober 14 heeft de aios een plan van aanpak geschreven; eind augustus 14 heeft de aios haar eerste 360 graden feedback uitgezet; op 23 september 14 heeft een tussentijdse beoordeling plaatsgevonden en is het effect van de coaching besproken. Van dit gesprek is geen verslag gemaakt; op november 14 heeft het derde voortgangsgesprek plaatsgevonden met de opleider en plaatsvervangend opleider. De aios scoorde op veel punten een onvoldoende. Ondanks dat de aios veel studeerde waren de theoretische basiskennis en vaardigheden lichamelijk onderzoek niet op niveau. De aios vergat regelmatig de hulpvraag van patiënt uit te vragen. Daarnaast miste aios flexibiliteit/schakelmogelijkheid als patiënt niet volgens boekje reageerde. De administratie was ook niet op orde. De aios kon urgente symptomen bij patiënten niet direct herkennen en duiden; er hebben 18 KPB s plaatsgevonden. Tijdens deze KPB s is feedback aan de aios gegeven. De KPB s hadden een wisselend resultaat. Veel punten werden met een onvoldoende beoordeeld, maar er waren ook positieve punten; de opleider heeft de opleiding op 3 december 14 beëindigd. 55 Standpunt aios De aios stelt zich primair op het standpunt dat het verweerschrift niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat in het verweerschrift C zich als indienende partij heeft gepresenteerd, terwijl de opleider het verweerschrift had moeten indienen. Als gevolg hiervan moet het verzoek van de aios worden toegewezen. De aios stelt zich subsidiair op het standpunt dat de opleider haar besluit tot beëindiging van de opleiding te vroeg heeft genomen. De aios was op het moment van beëindiging van de opleiding nog geen negen maanden in opleiding. Dit is door de opleider ook erkend. De opleider heeft onvoldoende aangetoond dat sprake zou zijn van bijzondere omstandigheden die een dergelijk vroegtijdig besluit rechtvaardigen. Daarnaast was de opleider nog maar enkele maanden aan de aios gekoppeld waardoor zij nog geen goed beeld van de aios heeft kunnen krijgen. Met behulp van KPB s zijn de competenties communicatie, organisatie, professionaliteit en lichamelijk onderzoek met een voldoende beoordeeld. Voorts stelt de aios dat zij met name in de periode van mei tot en met augustus 14 te weinig gedegen en te 9

16 korte begeleiding van haar opleider heeft gehad. Zij heeft dit gemist. De werkdruk was dermate hoog, waardoor zij niet de benodigde inhoudelijke kennis kreeg toegediend. De beëindiging van de opleiding kwam voor de aios volkomen onverwacht. Zij had weinig tot geen signalen gekregen waaruit bleek dat de opleiding zou kunnen worden beëindigd. Bovendien zijn de rapportages van het eerste en tweede voortgangsgesprek te laat in het systeem ingevoerd. Tijdens de opleiding had de aios last van vermoeidheidsklachten en geheugenproblemen, maar zij heeft zich niet ziek willen melden. Achteraf bleek zij ook een vitaminetekort te hebben. De aios stelt voorts dat de opleider haar kennelijk wel geschikt vond om haar werkzaamheden na de beëindiging van de opleiding voort te zetten. Op 19 januari werden haar werkzaamheden inhoudelijk aangepast. De aios is van mening dat zij onvoldoende gelegenheid heeft gekregen te laten zien wat zij kan en dat zij haar opleiding tot een succesvol einde kan brengen. Standpunt opleider De opleider stelt zich op het standpunt dat de aios niet geschikt is om de opleiding voort te zetten. De opleidingsgroep heeft geconcludeerd dat met name de kennis over de diverse diagnoses, lichamelijk onderzoek en in het verlengde daarvan de kunde om een adequaat behandelplan op te stellen onvoldoende zijn. Voorts heeft de opleidingsgroep onvoldoende verbeterpotentie bij de aios gezien om uiteindelijk op een volwaardig niveau de opleiding te kunnen volgen. De aios scoort op nagenoeg alle competentiegebieden onvoldoende. De opleider stelt daarnaast dat zij vanaf het begin bij de opleiding van de aios betrokken is geweest, eerst als supervisor en lid van de opleidingsgroep en later formeel als opleider, aanvankelijk als waarnemend opleider. Ondanks studeren en inhoudelijk feedback naar aanleiding van observaties, was er geen voortgang in het kunnen toepassen van geleerde kennis, lichamelijk onderzoek en groei in klinisch redeneren. De aios is intensief begeleid teneinde haar functioneren op het vereiste niveau te krijgen. Zij heeft een coachingstraject doorlopen om haar timemanagement te verbeteren, zij heeft hulp gehad bij het schrijven van een aangepast plan van aanpak, zij heeft extra studiebegeleiding gekregen en een aangepast rooster om te voorkomen dat er extra urenbelasting zou ontstaan. Het aantal KPB s, 18 in 9 maanden geeft aan dat de begeleiding zeer intensief is geweest. Uit de KPB s blijkt dat een aantal zaken niet goed ging en zelfs slechter ging. De aios had een afwachtende en passieve houding en nam niet zelf de regie over haar opleiding. Ook nam zij geen deel aan de maandelijkse bijeenkomsten van de aiosgroep in de regio waar de aios zit. Het Kaderbesluit sluit niet uit dat een opleiding voor het einde van het eerste jaar wordt beëindigd. Onder bijzondere omstandigheden kan een opleiding voor het einde van het eerste jaar worden beëindigd. Het ontbrak bij de aios aan ieder perspectief op verbetering, ondanks alle inspanningen hiertoe. De aios zou volgens de opleider niet binnen de resterende opleidingstijd over de vereiste competenties beschikken. De aios heeft haar gezondheidsklachten nooit naar voren gebracht. Bevoegdheid geschillencommissie Artikel 3 lid 1 van het Reglement van Orde van de geschillencommissie bepaalt dat een geschil waarin geen bemiddeling als bedoeld in artikel 44 Regeling plaatsvond niet ontvankelijk is. In lid 4 staat dat de termijn voor het doen van een verzoek tot bemiddeling vier weken bedraagt. De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit tot beëindiging van de opleiding bekend is gemaakt. Het

17 verzoek tot bemiddeling wordt aan de centrale opleidingscommissie gericht. De centrale opleidingscommissie heeft zes weken de tijd om te bemiddelen in het geschil. Indien het geschil onbemiddelbaar is gebleken kan de aios binnen twee weken het geschil aan de geschillencommissie voorleggen. De opleider heeft de opleiding op 3 december 14 schriftelijk beëindigd. De aios heeft het geschil op 23 december 14 en dus tijdig, aan de centrale opleidingscommissie voorgelegd. De voorzitter van de centrale opleidingscommissie heeft de aios op januari mondeling meegedeeld dat de bemiddeling niet succesvol was geweest en heeft dit op 21 januari schriftelijk bevestigd. De aios heeft vervolgens op 27 januari 14 een verzoekschrift en op februari een aanvullend verzoekschrift aan de geschillencommissie voorgelegd. Het verzoekschrift is tijdig ingediend. De geschillencommissie is bevoegd het geschil in behandeling te nemen. Overwegingen Artikel B.12 Kaderbesluit bepaalt dat de opleiding is voorzien van momenten waarop toetsing en beoordeling plaatsvindt. Artikel B.13 Kaderbesluit bepaalt dat de aios in een voortgangsgesprek wordt beoordeeld op de voortgang in zijn ontwikkeling en in de jaarlijkse beoordeling of hij geschikt en in staat is de opleiding voort te zetten. Artikel B.14 Kaderbesluit bepaalt dat tijdens de opleiding gesprekken plaatsvinden tussen de opleider en de aios over de voortgang in de ontwikkeling van de aios. In het eerste jaar van de opleiding vinden ten minste vier voortgangsgesprekken plaats, ten minste één per kwartaal. In het tweede en derde jaar vinden ten minste twee voortgangsgesprekken plaats, ten minste één per half jaar. In de opleidingsjaren daarna tot het einde van de opleiding vindt ten minste één voortgangsgesprek per opleidingsjaar plaats, waarbij geldt dat een voortgangsgesprek ten minste drie maanden voor het eind van elk opleidingsjaar wordt gehouden. Een voortgangsgesprek kan aanleiding geven het individueel opleidingsplan bij te stellen en kan leiden tot een geïntensiveerd begeleidingstraject. Van het voortgangsgesprek wordt een schriftelijk verslag gemaakt dat zowel door de opleider als door de aios wordt ondertekend. Artikel B. Kaderbesluit bepaalt dat aan het eind van elk opleidingsjaar, dat wil zeggen in ieder geval binnen een maand nadat de aios twaalf maanden opleiding heeft gevolgd, een geschiktheidsbeoordeling plaatsvindt. Dit geldt niet voor het laatste opleidingsjaar. Artikel B.22 bepaalt onder meer dat naar aanleiding van een voortgangsgesprek, een jaarlijkse geschiktheidsbeoordeling of een eindbeoordeling kan worden besloten tot een geïntensiveerd begeleidingstraject. Een dergelijk traject duurt minimaal drie en maximaal zes maanden en wordt afgesloten met een geschiktheidsbeoordeling. De aios heeft verzocht het verweerschrift van de opleider niet-ontvankelijk te verklaren, omdat niet de opleider maar het ziekenhuis zich als indienende partij heeft gepresenteerd. Als gevolg hiervan zou de geschillencommissie het verzoek van de aios moeten inwilligen. De geschillencommissie kan de aios hierin niet volgen. De regeling noch het reglement van orde kent een bepaling over de ontvankelijkheid van een verweerschrift. Bovendien blijkt uit de stukken voldoende duidelijk dat het verweerschrift namens de opleider is ingediend. Het verzoek tot het niet-ontvankelijk verklaren van het verweerschrift wijst de geschillencommissie dan ook af. De aios is op 1 maart 14 met de opleiding revalidatiegeneeskunde gestart. Na drie, zes en negen maanden opleiding heeft overeenkomstig de regelgeving een 11

18 voortgangsgesprek plaatsgevonden. Zowel tijdens het eerste als tijdens het tweede voortgangsgesprek zijn aandachtspunten geformuleerd ten aanzien van het functioneren van de aios. Het ging hierbij zowel om de kennis van de aios, als de structuur en het stellen van prioriteiten. Meerdere aandachtspunten waren het gevolg van gebrek aan kennis. De op de voortgangsgesprekken betrekking hebbende formulieren zijn ingevuld, zij het dat de rapportage na het eerste gesprek drie maanden later is ingevuld en die na het tweede gesprek vijf maanden later. Na het tweede gesprek heeft de aios een coachingstraject doorlopen om haar timemanagement te verbeteren. Zij kreeg hulp bij het schrijven van een plan van aanpak. Ook hebben er veel KPB s plaatsgevonden, meer dan gemiddeld. Uit de rapportage van het derde voortgangsgesprek, dat de aios twee maanden later kreeg, blijkt dat er, ondanks deze begeleiding, geen sprake was van vooruitgang in het functioneren van de aios. Dit was voor de opleider reden de opleiding al na negen maanden opleiding te beëindigen. Volgens de opleider heeft de opleidingsgroep er alles aan gedaan om het functioneren van de aios op een hoger niveau te krijgen en zal de aios niet binnen de opleidingstijd aan de vereiste competenties voldoen. De aios stelt daarentegen dat er geen sprake is van bijzondere omstandigheden die een voortijdige beëindiging van de opleiding rechtvaardigen. Zij stelt onvoldoende begeleiding te hebben gehad en onvoldoende in de gelegenheid te zijn gesteld om te laten zien dat zij haar opleiding tot een succesvol einde kan brengen. De geschillencommissie constateert dat de opleider de einde eerstejaarsbeoordeling te vroeg heeft gegeven. De aios was op dat moment nog maar negen maanden in opleiding. De geschillencommissie is van oordeel dat alleen onder zeer bijzondere omstandigheden aanleiding kan bestaan de opleiding voor het einde van het eerste jaar, dus voortijdig, te beëindigen. Hiervan is niet gebleken. Uit de overgelegde voortgangsrapportages en uit de overgelegde KPB s blijkt dat er vanaf het begin van de opleiding aandachtspunten zijn geweest ten aanzien van het functioneren van de aios. Op basis hiervan is op zich begrijpelijk dat de opleider en de opleidingsgroep de verwachting hadden dat de aios aan het eind van het eerste jaar niet aan de vereiste competenties zou voldoen. Dat een bepaalde verwachting bestaat omtrent het toekomstig functioneren van een aios is op zichzelf bezien evenwel geen bijzondere omstandigheid die rechtvaardigt dat de opleiding voortijdig wordt beëindigd. Het bespreken van die verwachtingen is immers al verdisconteerd in de beoordelingsmomenten uit het Kaderbesluit en de daarbij voorgeschreven termijnen. Van bijzondere omstandigheden die zouden rechtvaardigen dat van de beoordelingsmomenten uit het Kaderbesluit wordt afgeweken, is naar het oordeel van de geschillencommissie voor het overige onvoldoende gebleken. Dat uit de rapportages blijkt dat al voor het besluit tot beëindiging met de aios is besproken dat er twijfel bestond over haar functioneren en daarmee ook over voortzetting van de opleiding, doet daar niet aan af. Dit betekent dat de aios in de gelegenheid moet worden gesteld haar opleiding in een andere opleidingsinrichting voort te zetten. Nu wel is gebleken dat er kanttekeningen zijn te plaatsen bij het functioneren van de aios, is de geschillencommissie van oordeel dat het voortzetten van de opleiding in de vorm van een geïntensiveerd begeleidingstraject, zoals omschreven in artikel B.22 Kaderbesluit, moet plaatsvinden. 12

19 Uitspraak De Geschillencommissie oordeelt dat de opleider ten onrechte heeft besloten de opleiding van de aios voortijdig te beëindigen en bepaalt dat de aios in de gelegenheid moet worden gesteld haar opleiding in een andere opleidingsinrichting voort te zetten, met dien verstande dat dat in de vorm van een geïntensiveerd begeleidingstraject van zes maanden zal plaatsvinden, overeenkomstig artikel B.22 Kaderbesluit. Tijdens dit traject vindt ten minste één voortgangsgesprek plaats en het traject wordt afgesloten met een geschiktheidsbeoordeling. De geschillencommissie draagt de opleider op om in overleg met de aios een andere opleidingsinrichting te zoeken, eventueel met behulp van het Concilium of de RGS. Aldus uitgebracht door: Mr C.J. de Boer (voorzitter), mw.prof. dr. C.K. van der Sluis, revalidatiearts en mw. dr. L.G. Koudstaal, aios pathologie, in tegenwoordigheid van mw. mr. J.E.D. de Planque, secretaris. Namens de Geschillencommissie Utrecht, 21 mei mr. C.J. de Boer, voorzitter mw. mr. J.E.D. de Planque, secretaris 13

20 UITSPRAAK beëindiging opleiding 5 55 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als bedoeld in artikel 12 van het Reglement van Orde van de geschillencommissie in het geschil tussen A, aios revalidatiegeneeskunde, wonende te.., hierna te noemen de aios, bijgestaan door mw. mr. A.M.L. Hopmans en B, opleider revalidatiegeneeskunde C te, hierna te noemen de opleider, bijgestaan door mw. Mr. F.A.M. Rethans. Verloop van de procedure Mw. Hopmans heeft namens de aios op maart een verzoekschrift aan de geschillencommissie voorgelegd over een geschil tussen de aios en de opleider. Mw. Rethans heeft namens de opleider een verweerschrift d.d. 13 april ingediend. Mw. Hopmans heeft namens de aios op 1 mei een schriftelijke reactie gegeven op het verweerschrift. Op 12 mei heeft een hoorzitting plaatsgevonden, waarvan een verslag is gemaakt. Geschil Het geschil heeft betrekking op het mondelinge besluit van de opleider van 14 januari, schriftelijk bevestigd op januari, waarbij de opleider heeft besloten de opleiding van de aios tot revalidatiearts voortijdig te beëindigen. De aios is het hier niet mee eens. Regelgeving De Regeling specialismen en profielen geneeskunst, in werking getreden op 1 januari 13. Het reglement van orde geschillencommissie, in werking getreden op 1 januari 13 Het Kaderbesluit CCMS, in werking getreden op 1 januari 13 en het besluit revalidatiegeneeskunde, in werking getreden op 1 januari 13. Feiten De aios is op 1 juni 11 gestart met de opleiding revalidatiearts bij D. Tijdens het eerste jaar van de opleiding hebben voortgangsgesprekken plaatsgevonden op 28 september 11, op december 11, op 21 maart 12 en op 6 juni 12. Het formulier voortgangsgesprekken is steeds ingevuld. Er waren aandachts- en verbeterpunten geformuleerd, maar er was gedurende het eerste jaar geen reden voor twijfel aan het voortzetten van de opleiding. De kennistoetsen die de aios in december 11 en juni 12 heeft gedaan, waren onvoldoende. De einde eerste jaar beoordeling heeft plaatsgevonden op 12 juni 12. De aios scoorde op de meeste punten een voldoende. Zij had wel onvoldoende kennis Basis Medische Zorg. Naast de voortgangsgesprekken heeft in het eerste jaar een 360 graden feedback plaatsgevonden. Deze waren voldoende tot goed. Tijdens de eerste helft van het tweede jaar bij D hebben KPB s plaatsgevonden. Op 3 augustus 12 heeft een voorbespreking evaluatie plaatsgevonden. Er werden punten genoemd die goed gingen en een aantal verbeterpunten. De aios miste regelmatig het overzicht. Ze had hierdoor moeite met het stellen van prioriteiten. Ze was af en toe slordig en was onzeker. 14

Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst.

Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAN uitspraak Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen

Nadere informatie

Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst.

Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAND uitspraak Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen

Nadere informatie

UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE

UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE Referentie Utrecht, 29 november 2016 GC 16-63264 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak

Nadere informatie

Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst.

Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAN uitspraak Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen

Nadere informatie

UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A

UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A Referentie Utrecht, 20 december 2016 GC 16-63266 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als

Nadere informatie

UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE

UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE Datum Utrecht, 4 oktober 2016 Referentie GC 16-63260 Opgemaakt door mw. mr. J.E.D. de Planque, secretaris Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen

Nadere informatie

Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst.

Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAND uitspraak Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen

Nadere informatie

UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A

UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A Referentie Utrecht, 29 januari 2019 GC 2019 1 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als bedoeld

Nadere informatie

DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DERDE KONINKLIJKE NEDESKUNST IS DE

DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DERDE KONINKLIJKE NEDESKUNST IS DE DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DERDE KONINKLIJKE NEDESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAND uitspraak Van De geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling

Nadere informatie

UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE A

UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE A UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE A Referentie Utrecht, 8 oktober 2016 GC 16-63263 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak als bedoeld

Nadere informatie

Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst.

Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAN uitspraak Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen

Nadere informatie

UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A

UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A Referentie Utrecht, 14 februari 2017 GC/17-63268 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als

Nadere informatie

geschillencommissie jaarverslag 2016

geschillencommissie jaarverslag 2016 geschillencommissie jaarverslag 2016 8 maart 2017 geschillencommissie jaarverslag 2016 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 2 Reglement van Orde... 4 3 Jaarverslag... 4 4 Hoorzitting en samenstelling... 4 5

Nadere informatie

UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE A

UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE A UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE A Referentie Datum GC 16-63262 Utrecht, 7 november 2016 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak

Nadere informatie

Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst.

Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAN uitspraak Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen

Nadere informatie

5. Protocol Toetsing en Beoordeling

5. Protocol Toetsing en Beoordeling 5. Protocol Toetsing en Beoordeling Dit protocol Toetsing en Beoordeling maakt deel uit van het Landelijk Opleidingsplan met ingangsdatum 1 januari 2017. Uitgangspunten Dit Protocol Toetsing en Beoordeling

Nadere informatie

UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE

UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE UITSPRAAK van de GESCHILLENCOMMISSIE Datum 17 oktober 2016 Referentie GC 16-63261 Opgemaakt door mw. mr. J.E.D. de Planque, secretaris Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen

Nadere informatie

Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst.

Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAN uitspraak Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen

Nadere informatie

UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A

UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A Referentie Utrecht, 23 januari 2018 GC/18-05 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als bedoeld

Nadere informatie

Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst.

Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAND uitspraak Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen

Nadere informatie

UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE D.H. Sparendam

UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE D.H. Sparendam UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE D.H. Sparendam Referentie Utrecht, 20 augustus 2019 GC/19-6 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak

Nadere informatie

UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A

UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A Referentie Utrecht, 26 juni 2018 GC/18-104 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als bedoeld

Nadere informatie

PROTOCOL TOETSING EN BEOORDELING IN DE VERPLEEGHUISARTSOPLEIDING

PROTOCOL TOETSING EN BEOORDELING IN DE VERPLEEGHUISARTSOPLEIDING PROTOCOL TOETSING EN BEOORDELING IN DE VERPLEEGHUISARTSOPLEIDING Goedgekeurd door de HVRC 1 maart 2007 Voorwoord Conform artikel B3 lid 2 van het Kaderbesluit CHVG (hierna: Kaderbesluit), in werking getreden

Nadere informatie

Bijlage A. Lokaal Toetsplan Huisartsopleiding UMCG

Bijlage A. Lokaal Toetsplan Huisartsopleiding UMCG Bijlage A Lokaal Toetsplan Pagina 2 van 8 Lokaal Toetsplan Inhoudsopgave Inleiding... 3 Beoordelingscommissie... 3 Selectieve beoordeling/voortgangsbeslissing... 4 Toelichting en regelgeving toetsing en

Nadere informatie

Instituutsreglement. Huisartsopleiding VUmc. Maart 2012

Instituutsreglement. Huisartsopleiding VUmc. Maart 2012 Instituutsreglement Huisartsopleiding VUmc Maart 2012 Adres: Huisartsopleiding VUmc OZW, de Boelelaan 1109 1081 HV Amsterdam Tel. 020-4448235 INHOUD Voorwoord... 3 Inleiding... 4 HOOFDSTUK A Artikelen

Nadere informatie

Lokaal toetsplan Huisartsopleiding UMCG Bijlage A bij het Instituutsreglement

Lokaal toetsplan Huisartsopleiding UMCG Bijlage A bij het Instituutsreglement Bijlage A bij het Instituutsreglement Pagina 3 van 7 Inhoudsopgave Inleiding... 4 Selectieve beoordeling/voortgangsbeslissing... 4 Beoordelingscommissie... 5 Instrumenten van toetsing en beoordeling...

Nadere informatie

Instituutsreglement OPLEIDINGSINSTITUUT IGT

Instituutsreglement OPLEIDINGSINSTITUUT IGT Instituutsreglement OPLEIDINGSINSTITUUT IGT HOOFDSTUK A Artikelen bij het Kaderbesluit CHVG en het Besluit IGT Artikel 1 Opleiding bij erkende specialisten, profielartsen en instellingen Bij artikel B.1

Nadere informatie

UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE

UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE Referentie Utrecht, 18 april 2017 GC/17-63272 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als bedoeld

Nadere informatie

Reglement Geschillencommissie stichting Deurwaarders Collectief Nederland.

Reglement Geschillencommissie stichting Deurwaarders Collectief Nederland. Reglement Geschillencommissie stichting Deurwaarders Collectief Nederlan Definities Artikel 1 In dit Reglement wordt verstaan onder: Commissie: de Geschillencommissie; Stichting Deurwaarders Collectief

Nadere informatie

Geïntensiveerd begeleidingstraject GBT

Geïntensiveerd begeleidingstraject GBT Geïntensiveerd begeleidingstraject GBT Martine Yntema Kalff anesthesioloog, plvv opleider UMCG Jos Lips Secretaris RGS Disclosure belangen spreker (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk

Nadere informatie

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen

Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen 108216 - Beroep tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging daarvan is gegrond, omdat de werknemer niet vooraf zijn zienswijze kon indienen in het geding tussen: UITSPRAAK [appellant], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

LOKAAL TOETSPLAN HUISARTSOPLEIDING UMCG

LOKAAL TOETSPLAN HUISARTSOPLEIDING UMCG Pagina 1 van 7 Lokaal toetsplan Huisartsopleiding UMCG Bijlage A bij het Instituutsreglement Pagina 2 van 7 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Selectieve beoordeling/voortgangsbeslissing... 3 Beoordelingscommissie...

Nadere informatie

UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A.

UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A. UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A. Referentie Utrecht, 17 juli 2017 GC/17-63279 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als bedoeld

Nadere informatie

De Commissie is niet bevoegd om een oordeel te geven over een besluit van het samenwerkingsverband over toelating tot een Talentklas.

De Commissie is niet bevoegd om een oordeel te geven over een besluit van het samenwerkingsverband over toelating tot een Talentklas. 107216 - De Commissie is niet bevoegd om een oordeel te geven over een besluit van het samenwerkingsverband over toelating tot een Talentklas. in het geding tussen: verbeterd* ADVIES de heer en mevrouw

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 3 2 4 1 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam appellant], appellant tegen de Examencommissie Geneeskunde, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding Bij

Nadere informatie

Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond.

Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond. 108785 - Bezwaar tegen niet voortzetten tijdelijk dienstverband vanwege niet tijdig behalen van de onderwijsbevoegdheid ongegrond. in het geding tussen: ADVIES [bezwaarde], wonende te [woonplaats], hierna

Nadere informatie

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden

Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraak Landelijke Commissie van Vertrouwenslieden Uitspraaknr. : 09-07 Datum : 29 december 2009 Partijen : de (zorgaanbieder), vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van toezicht, de heer (naam),

Nadere informatie

ADVIES / advies d.d. 6 februari 2018 pagina 1 van 5

ADVIES / advies d.d. 6 februari 2018 pagina 1 van 5 107965 - Klacht student ROC over verwijdering is ongegrond. ADVIES inzake de klacht van: [klaagster] te [woonplaats], klaagster gemachtigde: de heer mr. G.J. Mulder tegen [de school] te [woonplaats], verweerder

Nadere informatie

College Geneeskundige Specialismen

College Geneeskundige Specialismen KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST College Geneeskundige Specialismen Besluit van 12 september 2012 houdende de voorwaarden voor het experiment voor de erkenning van

Nadere informatie

Geïntensiveerd begeleidingstraject GBT

Geïntensiveerd begeleidingstraject GBT Geïntensiveerd begeleidingstraject GBT dr Jos Lips, Secretaris RGS drs Corry den Rooijen, onderwijskundige 8 december 2016 Workshop intensief begeleidingstraject Indeling workshop Kennismaking en inventarisatie

Nadere informatie

Bemiddeling bij geschillen in het kader van de opleiding tot medisch specialist

Bemiddeling bij geschillen in het kader van de opleiding tot medisch specialist Projectcode Versie Definitief Datum 6 maart 2015 Opsteller E.A.J. Schoonen, MSc E. Koenes Beheerder Opdrachtgever Voorzitter Centrale Opleidingscommissie, Prof. dr. M. De Hoog Bemiddeling bij geschillen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 3 Introductie. 4 Procedure. 5 Voorbereiding. 7 Vraag & antwoord. 8 Informatie. 9 Vragenlijst ter voorbereiding op de visitatie

Inhoudsopgave. 3 Introductie. 4 Procedure. 5 Voorbereiding. 7 Vraag & antwoord. 8 Informatie. 9 Vragenlijst ter voorbereiding op de visitatie 2 Inhoudsopgave 3 Introductie 4 Procedure 5 Voorbereiding 7 Vraag & antwoord 8 Informatie 9 Vragenlijst ter voorbereiding op de visitatie 3 Introductie : informatie voor aios Kwaliteit staat bij de medische

Nadere informatie

Lokaal Toetsplan Huisartsopleiding UMCG Bijlage A bij het Instituutsreglement

Lokaal Toetsplan Huisartsopleiding UMCG Bijlage A bij het Instituutsreglement Pagina 1 van 7 Lokaal Toetsplan Huisartsopleiding UMCG Bijlage A bij het Instituutsreglement *Geldig voor alle aios die op of na de ingangsdatum van dit toetsplan gestart zijn met de opleiding of van een

Nadere informatie

Instituutsreglement Huisartsopleiding UMCG

Instituutsreglement Huisartsopleiding UMCG Instituutsreglement Huisartsopleiding UMCG Pagina 2 van 18 Instituutsreglement Huisartsopleiding UMCG, ingangsdatum Vastgesteld door de RGS d.d. 28 december 2015 Pagina 3 van 18 Voorwoord De opleidings-

Nadere informatie

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van:

Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van: UITSPRAAK Het College van Beroep voor de Examens van de Radboud Universiteit Nijmegen doet hierbij uitspraak inzake het beroep van:... appellante tegen de beslissing van De Examencommissie Psychologie

Nadere informatie

INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT SPECIALIST OUDERENGENEESKUNDE

INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT SPECIALIST OUDERENGENEESKUNDE INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT SPECIALIST OUDERENGENEESKUNDE De opleidings- en erkenningseisen voor het specialisme ouderengeneeskunde zijn vastgelegd in het Kaderbesluit CHVG (hierna: Kaderbesluit)

Nadere informatie

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht Betreffende klacht 14.30T ingediend door de heer en mevrouw A. (hierna te noemen klagers

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A. 107540 - De berisping wegens het niet naleven van het programma van toetsing en afsluiting is terecht; het beroep tegen schorsing is niet-ontvankelijk. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw A, wonende te B, verzoekster, gemachtigde: de heer mr. H.J. Stuyt 107793 - Een school moet in overleg met ouders treden om een andere passende school te vinden, ook als de school verwacht dat ouders hier niet voor openstaan. in het geding tussen: ADVIES mevrouw A, wonende

Nadere informatie

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen

het College van Bestuur van C, gevestigd te E, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. dr. J.H. van Gelderen 104967 - Beroep tegen ontslag wegens arbeidsongeschiktheid; De werknemer is 50% arbeidsongeschikt en de werkgever ontslaat hem voor 0,5 fte. De werkgever heeft ter zitting gesteld dat de ontslagbeslissing

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. F.J. 107289 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, verzoeker, hierna te noemen A gemachtigde: de heer mr. S.L. Knols en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. C.A.C.M. 107626 UITSPRAAK in het geding tussen: A, wonende te B, appellante, gemachtigde: de heer mr. J. Roose en het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde:

Nadere informatie

Reglement Geschillencommissie Arbodiensten

Reglement Geschillencommissie Arbodiensten Reglement Geschillencommissie Arbodiensten Definities Artikel 1 In dit Reglement wordt verstaan onder: a. Commissie: de Geschillencommissie Arbodiensten; b. Boaborea: de branchevereniging van dienstverleners

Nadere informatie

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M.

SAMENVATTING. het College van Bestuur van C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mr. Y.E.M. 103369 SAMENVATTING Verzoek voorlopige voorziening HBO De werkgever heeft de werkneemster meegedeeld dat haar tijdelijk dienstverband van rechtswege eindigt. De werkneemster stelt dat zij in vaste dienst

Nadere informatie

ADVIES. de Stichting C, gevestigd te B-Zuidoost, het bevoegd gezag van de C (de school), te B Zuidoost, verweerder

ADVIES. de Stichting C, gevestigd te B-Zuidoost, het bevoegd gezag van de C (de school), te B Zuidoost, verweerder 107691 - De school kan de leerling verwijderen omdat deze niet meer voldoende begeleid en ondersteund kan worden en omdat de veiligheid van medeleerlingen in het geding is. in het geding tussen: mevrouw

Nadere informatie

Reglement Geschillencommissie Arbodiensten

Reglement Geschillencommissie Arbodiensten Reglement Geschillencommissie Arbodiensten Definities Artikel 1 In dit Reglement wordt verstaan onder: a. Commissie: de Geschillencommissie Arbodiensten; b. OVAL: de Organisatie voor Vitaliteit, Activering

Nadere informatie

Het individuele opleidingsplan (IOP)

Het individuele opleidingsplan (IOP) Het individuele opleidingsplan (IOP) Achtergrond Het Individueel Opleidings Plan (IOP) is een hulpmiddel om het leerproces van de aios te structureren en te vergemakkelijken. In een IOP wordt een beperkt

Nadere informatie

Huisartsopleiding VUmc

Huisartsopleiding VUmc INSTITUUTSREGLEMENT Huisartsopleiding VUmc Opleiding tot Huisarts Februari 2015 Dit instituutsreglement is goedgekeurd door RGS op 3 december 2013 Adres: Huisartsopleiding VU medisch centrum OZW, de Boelelaan

Nadere informatie

De bemiddelende rol van Centrale Opleidingscommissies bij conflicten tussen opleiders en aios

De bemiddelende rol van Centrale Opleidingscommissies bij conflicten tussen opleiders en aios De bemiddelende rol van Centrale Opleidingscommissies bij conflicten tussen opleiders en aios Resultaten van een onderzoek naar de manier waarop Centrale Opleidingscommissies hun bemiddelende rol in conflicten

Nadere informatie

UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A

UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A Referentie Utrecht, 19 november 2018 GC/18-149 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als bedoeld

Nadere informatie

Rapport. Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 29 maart Rapportnummer: 2011/103

Rapport. Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 29 maart Rapportnummer: 2011/103 Rapport Rapport inzake een klacht over een gedraging van de Huurcommissie uit Den Haag. Datum: 29 maart 2011 Rapportnummer: 2011/103 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de Huurcommissie hem onvoldoende

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2017-665 (mr. E.L.A. van Emden, voorzitter en mr. A.C. de Bie, secretaris) Klacht ontvangen op : 18 februari 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A

UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A UITSPRAAK GESCHILLENCOMMISSIE A Referentie Utrecht, 21 februari 2019 GC 2019 3 Van De Geschillencommissie ex artikel 43 van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst. Uitspraak Uitspraak als bedoeld

Nadere informatie

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van B, gevestigd te G, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: mevrouw mr. G.M. 106879 - Uitspraak voor zover er nog een ontslagbesluit zou zijn: het ontslag wegens arbeidsongeschiktheid kan niet in stand blijven, omdat herstel binnen 26 weken na het ontslagbesluit niet uitgesloten

Nadere informatie

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen 107071 ADVIES inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban tegen de heer C, directeur van D te E, verweerder 1. VERLOOP VAN DE PROCEDURE Bij klaagschrift van

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder

ADVIES. in het geding tussen: de heer A, wonende te B, verzoeker, C, gevestigd te B, het bevoegd gezag van basisschool D te B, verweerder 107682 School kan een leerling met extra ondersteuningsbehoefte niet weigeren zonder voldoende onderzoek naar de ondersteuningsmogelijkheden van de school. Ook is overleg nodig met de ouders over welke

Nadere informatie

Opleidingsinstituut Geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten. INSTITUUTSREGLEMENT Opleiding tot Arts voor verstandelijk gehandicapten

Opleidingsinstituut Geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten. INSTITUUTSREGLEMENT Opleiding tot Arts voor verstandelijk gehandicapten Opleidingsinstituut Geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten INSTITUUTSREGLEMENT Opleiding tot Arts voor verstandelijk gehandicapten HOOFDSTUK A Artikelen bij het Kaderbesluit CHVG en het Besluit geneeskunde

Nadere informatie

Intensief begeleidingstraject. Pieter van Driel, SEH arts en opleider Jos Lips, gynaecoloog en secretaris RGS Corry den Rooyen, opleidingskundige MMV

Intensief begeleidingstraject. Pieter van Driel, SEH arts en opleider Jos Lips, gynaecoloog en secretaris RGS Corry den Rooyen, opleidingskundige MMV Intensief begeleidingstraject Pieter van Driel, SEH arts en opleider Jos Lips, gynaecoloog en secretaris RGS Corry den Rooyen, opleidingskundige MMV Indeling workshop Kennismaking en inventarisatie Herkennen

Nadere informatie

: Hypodroom Financiële Dienstverlening B.V., handelend onder de naam Ben s Hypotheekhuis, gevestigd te Leeuwarden, verder te noemen Tussenpersoon

: Hypodroom Financiële Dienstverlening B.V., handelend onder de naam Ben s Hypotheekhuis, gevestigd te Leeuwarden, verder te noemen Tussenpersoon Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-635 (mr. J.S.W Holtrop, voorzitter, mr. dr. S.O.H Bakkerus, lid, drs. J.H. Paulusma-de Waal M&G RGA, arts en mr. R.A. Blom, secretaris)

Nadere informatie

ADVIES. [verzoekster], wonende te [woonplaats], moeder van [de leerling], verzoekster, gemachtigde: [naam gemachtigde]

ADVIES. [verzoekster], wonende te [woonplaats], moeder van [de leerling], verzoekster, gemachtigde: [naam gemachtigde] 108056 - Geschil over voorgenomen verwijdering leerling. Het verzoek is gegrond omdat er geen ontwikkelingsperspectief is opgesteld en geen op overeenstemming gericht overleg met de ouder heeft plaatsgevonden.

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 08/13KG Zitting gehouden op woensdag 4 juni 2008 om 10.00 uur Mondelinge uitspraak in kort geding in de zaak van: drs. A., wonende te Z., eiseres, gemachtigde: mr.

Nadere informatie

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen

UITSPRAAK. de deelmedezeggenschapsraad van het A te B, verzoeker, hierna te noemen de DMR gemachtigde: mevrouw mr. J.M.M. Janssen Landelijke Commissie voor Geschillen Wms 107855 - Het bevoegd gezag heeft ten onrechte besluiten tot vaststelling van de lessentabel en invoering van een mavo/havo brugklas niet ter instemming aan de DMR

Nadere informatie

Klachtreglement Geschillencommissie Nationaal Keurmerk Hulpmiddelen. Definities

Klachtreglement Geschillencommissie Nationaal Keurmerk Hulpmiddelen. Definities Klachtreglement Geschillencommissie Nationaal Keurmerk Hulpmiddelen Definities Artikel 1: In dit Reglement wordt verstaan onder: 1.1 Commissie: de Geschillencommissie NKH; 1.2 NKH: het Nationaal Keurmerk

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2017:3873

ECLI:NL:RBZWB:2017:3873 ECLI:NL:RBZWB:2017:3873 Instantie Datum uitspraak 15-06-2017 Datum publicatie 28-06-2017 Zaaknummer AWB 16/10200 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Bestuursrecht

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding

Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding Eerste opleidingsjaar Maartgroepen 2016 versie maart 2016 Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling De uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling

Nadere informatie

INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT HUISARTS LUMC

INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT HUISARTS LUMC INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT HUISARTS LUMC De opleidings- en erkenningseisen voor de specialismen huisartsgeneeskunde, specialisme ouderengeneeskunde en geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten

Nadere informatie

ADVIES. de directie van [de school] en het College van Bestuur van de [stichting], verweerders gemachtigde: de heer mr. W.Th.A.

ADVIES. de directie van [de school] en het College van Bestuur van de [stichting], verweerders gemachtigde: de heer mr. W.Th.A. 108337 ADVIES inzake de klacht van: de heer [klager] te [plaatsnaam], student van [de school], klager gemachtigde: mevrouw [familielid van klager] tegen de directie van [de school] en het College van Bestuur

Nadere informatie

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO

SAMENVATTING Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO SAMENVATTING 105154 - Geschil met betrekking tot het taakbelastingsbeleid van de opleiding; HBO Het taakbelastingsbeleid van de opleiding is van toepassing op de personeelsleden en heeft gevolgen voor

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding tweede opleidingsjaar. versie juni 2015

Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding tweede opleidingsjaar. versie juni 2015 Uitvoeringsregeling Toetsing en Beoordeling Huisartsopleiding tweede opleidingsjaar versie juni 2015 Inleiding Deze Regeling is een uitvoeringsregeling op basis van het Landelijke Protocol Toetsing en

Nadere informatie

SAMENVATTING Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; BVE

SAMENVATTING Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; BVE SAMENVATTING 105569 - Beroep tegen ontslag wegens onbekwaamheid/ongeschiktheid, subsidiair wegens gewichtige redenen; Onvoldoende is vast komen te staan dat werkneemster disfunctioneerde of als ongeschikt

Nadere informatie

Klachtreglement Organisatie voor Vitaliteit, Activering en Loopbaan (OVAL)

Klachtreglement Organisatie voor Vitaliteit, Activering en Loopbaan (OVAL) Klachtreglement Organisatie voor Vitaliteit, Activering en Loopbaan (OVAL) Definities Artikel 1 In dit Reglement wordt verstaan onder: a. Commissie: Geschillencommissie OVAL b. OVAL: Organisatie voor Vitaliteit,

Nadere informatie

SAMENVATTING UITSPRAAK

SAMENVATTING UITSPRAAK 105209 - Beroep tegen onthouden promotie; SAMENVATTING Getoetst wordt of de procedure in het door de werkgever opgestelde implementatieplan salarismix zorgvuldig en correct is gevolgd en of de werkgever

Nadere informatie

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever Samenvatting 02073 Commissie voor geschillen Geschil omtrent inschaling van de functie. De werknemer treedt in tijdelijke dienst van de werkgever en ontvangt eerst een salarisstrook met vermelding van

Nadere informatie

Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering.

Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering. 108071 - Geschil over verwijdering. Het geschil over terugplaatsing naar 3 havo is ontvankelijk omdat dit in feite neerkomt op verwijdering. in het geding tussen: ADVIES [verzoekers], wonende te [woonplaats],

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2017:2145

ECLI:NL:CRVB:2017:2145 ECLI:NL:CRVB:2017:2145 Instantie Datum uitspraak 15-06-2017 Datum publicatie 20-06-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 16/3245 AW Ambtenarenrecht

Nadere informatie

Commissie voor geschillen CAO-BVE Jaarverslag 2013

Commissie voor geschillen CAO-BVE Jaarverslag 2013 Commissie voor geschillen CAO-BVE Voorwoord Hierbij treft u aan het jaarverslag 2013 aan van de Commissie voor geschillen CAO-BVE. In het kader van de efficiency en in navolging van vele andere instanties

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Arbitraal vonnis van 19 oktober 2009 Kenmerk: 09/03 Het Scheidsgerecht, samengesteld als volgt: mr. A. Hammerstein, wonende te Arnhem, voorzitter, mr. R.P.D. Kievit, wonende

Nadere informatie

SAMENVATTING U I T S P R A AK

SAMENVATTING U I T S P R A AK SAMENVATTING 104017 Geschil toekenning ouderschapsverlof Een docent vraagt voor zijn drie geadopteerde kinderen ouderschapsverlof aan. Over de aard - betaald of onbetaald - van het verlof voor twee kinderen

Nadere informatie

Rapport. Datum: 10 september 2007 Rapportnummer: 2007/189

Rapport. Datum: 10 september 2007 Rapportnummer: 2007/189 Rapport Datum: 10 september 2007 Rapportnummer: 2007/189 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen te Amsterdam (UWV) tot het moment dat hij zich tot de Nationale

Nadere informatie

ADVIES. D, gevestigd te B, het bevoegd gezag van C te E, een school voor speciaal basisonderwijs, verweerder

ADVIES. D, gevestigd te B, het bevoegd gezag van C te E, een school voor speciaal basisonderwijs, verweerder 107766 De zorgplicht voor het vinden van een andere passende school rust op de school van aanmelding, ook als de leerling nog staat ingeschreven bij een andere school in het geding tussen: mevrouw A, wonende

Nadere informatie

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita 107818 - Beroep tegen schriftelijke berisping. De werkgever heeft een te groot verschil gemaakt in sanctionering van de werknemer en diens collega, terwijl sprake was van gelijke omstandigheden. in het

Nadere informatie

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Klaagster en haar partner gaan uit elkaar. In dat kader moet de gezamenlijke woning worden verkocht. Als na geruime tijd geen verkoop

Nadere informatie

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld.

Verder klaagt verzoekster over de wijze waarop het UWV te Venlo haar klacht heeft behandeld. Rapport 2 h2>klacht Verzoekster klaagt erover dat een met naam genoemde verzekeringsarts van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen te Heerlen (UWV) bij het vaststellen van de belastbaarheid

Nadere informatie

DE TUCHTCOMMISSIE VAN DE STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS

DE TUCHTCOMMISSIE VAN DE STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS Stichting Tuchtrechtspraak Mediators Postbus 23265 3001 KG Rotterdam DE TUCHTCOMMISSIE VAN DE STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS HEEFT DE NAVOLGENDE BESLISSING GEGEVEN IN ZAAK M-2017-11 van: DE HEER

Nadere informatie

Bijlage E2: Reglement Commissie van Bezwaar en Beroep

Bijlage E2: Reglement Commissie van Bezwaar en Beroep Bijlage E2: Reglement Commissie van Bezwaar en Beroep Datum: juni 2014 Inhoudsopgave 1. Algemeen... 3 2. Reikwijdte/bevoegdheid commissie... 3 3. Samenstelling... 3 4. Secretariaat... 4 5. Instellen van

Nadere informatie

Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS)

Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS) Aan de (plv) opleiders Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (MKA) Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS) Datum 10 januari 2018 Ons kenmerk 18/AVZ/LdZ/2 Telefoon (088) 4404 380 E-mail

Nadere informatie

Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS)

Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS) Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS) Aan de (plv) opleiders Dento-Maxillaire Orthopaedie (DMO) Datum 10 januari 2018 Ons kenmerk 18/AVZ/LdZ/3 Telefoon (088) 4404 380 E-mail rts.opleiding@knmt.nl

Nadere informatie

PROJECT VERNIEUWING HUISARTSOPLEIDING

PROJECT VERNIEUWING HUISARTSOPLEIDING PROTOCOL TOETSING EN BEOORDELING IN DE HUISARTSOPLEIDING PROJECT VERNIEUWING HUISARTSOPLEIDING DATUM 24 JUNI 2005 VERSIE DEFINITIEF Colofon Samenstelling van de projectgroep Drs. H. Düsman (methodoloog)

Nadere informatie

het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier met bijlage(n); het verweerschrift van Rechtshulpverlener; de repliek van Consument.

het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier met bijlage(n); het verweerschrift van Rechtshulpverlener; de repliek van Consument. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-716 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop en mr. B.F. Keulen, leden en mr.dr.drs. H.M.B. Brouwer, secretaris) Klacht

Nadere informatie

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw [verzoekster], wonende te [woonplaats], gemachtigde: mevrouw mr. A. Post

ADVIES. in het geding tussen: mevrouw [verzoekster], wonende te [woonplaats], gemachtigde: mevrouw mr. A. Post 108492 - geschil over verwijdering leerling. Het verzoek is niet-ontvankelijk omdat de leerling welkom is op de school en onderwijs op haar eigen niveau krijgt aangeboden. in het geding tussen: ADVIES

Nadere informatie